Het elektrisch energieverbruik van koelinstallaties in Nederland en de aanwezige hoeveelheid koudemiddelen per sector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het elektrisch energieverbruik van koelinstallaties in Nederland en de aanwezige hoeveelheid koudemiddelen per sector"

Transcriptie

1 Het elektrisch energieverbruik van koelinstallaties in Nederland en de aanwezige hoeveelheid koudemiddelen per sector Relatienummer Rapportnummer Agentschap NL referentienummer ROBP Auteur(s) Ir. A.M.G. Pennartz M.V. van den Bovenkamp M.Sc. Bewerkt: AMP/MB/svd/mg Gecontroleerd: Initialen: AMP Paraaf: Regentesselaan HJ Amersfoort Postbus BM Amersfoort Telefoon: Telefax: website: energie@kwa.nl Rabobank KvK Gooi en Eemland:

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Energieverbruik van koelinstallaties in de industrie en dienstensector Indeling in sectoren en geraadpleegde bronnen Resultaten elektrisch energieverbruik koelinstallaties in de industrie en dienstensector in Nederland 6 2. Energiegebruik van koeling in de transportsector en huishoudens Koeling wegtransportsector Huishoudens 9 3. Energieverbruik (elektrisch) van koeling per doelgroep industrie en dienstensector/overheid, samengevat Voeding en genotmiddelenindustrie Industrie en dienstensector/overheid Warmtelevering door koelinstallaties en warmtepompen Potentieel van warmtelevering door reguliere koelinstallaties Warmtelevering door warmtepompen in enkele sectoren Koudemiddelhoeveelheden per sector Koudemiddelenhoeveelheden in de industrie en dienstensector Koudemiddelenhoeveelheden in transportsector Koudemiddelenhoeveelheden in de koopvaardij/visserij sector, reefer containers Koudemiddelenhoeveelheden in warmtepompen Koudemiddelstromen Beknopte trend per hoofdsector Samenvatting in overzicht Bronvermelding 23 Bijlagen: 1. Sectoren zonder koeling 2. Koudemiddelhoeveelheid per sector in een scenario dat de maximuminhoud nastreeft Blad 2 van 23

3 Inleiding Er was onvoldoende bekend van het energieverbruik van de koelinstallaties in een totaaloverzicht en per bedrijfssector tot het onderzoek van (hierna KWA). Dit vond plaats in 2004 en betrof een onderzoek naar het elektrisch energieverbruik van koelinstallaties in Nederland (KWA rapport DR02 [4]). Het onderzoek was uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL). Aangezien de data zijn gestoeld op gegevens uit 2000, respectievelijk 2003, en er thans voor een deel betere cijfers beschikbaar zijn, vraagt dit onderzoek om actualisatie en een verdiepingsslag. Doel is na te gaan wat de relevantie is van de koeltechnische sector in Nederland als elektrische energieverbruiker. Daarnaast geeft het onderzoek inzicht in de mogelijkheden van koelinstallaties voor de opwekking en levering van warmte. Op basis hiervan kan men inzicht krijgen in het effect van energiebesparende maatregelen binnen de koelsector op het energieverbruik en dus op het CO 2 -reductiepotentieel. Dit laatste vormt geen onderdeel van dit onderzoek. Dit rapport moet men niet zien als een trendanalyse (met het vorige rapport uit 2004 als referentiepunt). Er zijn nieuwe inzichten verkregen die aanpassingen hebben opgeleverd in de sectorgroepering en verbruikscijfers. Op basis van het energieverbruik per sector heeft er een aanvulling plaatsgevonden en is een vertaalslag gemaakt naar de hoeveelheden koudemiddelen die in de installaties aanwezig zijn. Er is immers een relatie tussen het energieverbruik per jaar, het type en de grootte van de koelinstallatie (in kw koelvermogen) en de inhoud van de installatie (kg koudemiddel per kw koudevermogen geïnstalleerd). Per sector zijn bepaalde typen van koelinstallatie in zwang. In de industriële sectoren zijn pompcirculatie of compacte zwaartekrachtcirculatiesystemen met ammoniak en R22 of een HFK als koudemiddel gebruikelijk. In airconditioning koelsystemen worden zogenaamde DXsystemen en badverdampersystemen toegepast die werken volgens een te onderscheiden concept met een andere fabricagestandaard dan de industriële installaties. Er is een korte literatuurstudie uitgevoerd naar de lekkagepercentages van koudemiddelen per koeltechnische toepassing en naar de aard van de lekkages. Onderzoekers in eerdere studies geven aan hoe moeilijk het is om middels invulformulieren bedrijven te bewegen opgave te doen van de aard van lekkages in een toepassing. Studies geven aan dat lekkageverliezen voornamelijk ontstaan bij calamiteiten in een klein aantal installaties waarbij in korte tijd veel koudemiddel vrijkomt [14]. Op basis van deze praktijkervaring is afgezien van het houden van een enquête. Wel is de hoeveelheid koudemiddel in relatie gebracht met het Handelsstromenonderzoek [5] en emissie van koudemiddel volgens de STEK jaarrapportage [13]. De analyse richt zich op koelinstallaties waarbij met behulp van elektrisch gedreven compressoren koude wordt opgewekt. Cryogene koeling en absorptiekoeling en andere vormen van koudeopwekking zijn niet onderscheiden. Dit is acceptabel daar het grootste deel van de koudeopwekking plaatsvindt met compressiekoeling. De verbruiken van specifieke warmtepomptoepassingen zijn in het onderzoek beknopt beschouwd. De analyse richt zich met name op koelinstallatie die meer dan 3 kg koudemiddel bezitten. Blad 3 van 23

4 Binnen de koudetechniek placht men de volgende indeling in toepassinggebied te maken: 1. Industriële koeling 2. Commerciële koeling (supermarkten) 3. Klein commerciële koeling 4. Stationaire airconditioning 5. Transportkoeling 6. Huishoudkoeling 7. Koopvaardij/visserij koeling 8. Mobiele airconditioning (auto, bus, trein, etc) Dit onderzoek richt zich bij de industriële verbruikers en dienstensector op de installaties uit de toepassingsgebieden 1 tot en met 4. Energieverbruik ten gevolge van transportkoeling, huishoudkoeling en koopvaardij/visserij koeling worden kort toegelicht. Mobiele airconditioning blijft buiten beschouwing vanwege de koudemiddelinhoud per unit en het duidelijk nietindustriële karakter van de installatie. Dit geldt in feite ook voor de huishoudens. Toch is beknopt inzage gegeven in het grote energieverbruik voor koeling in de huishoudens. Blad 4 van 23

5 1. Energieverbruik van koelinstallaties in de industrie en dienstensector 1.1 Indeling in sectoren en geraadpleegde bronnen Voor de berekening van het energieverbruik van sectoren met koeling wordt het primaire energieverbruik van de industriële bedrijven in Nederland als uitgangspunt genomen, zoals dat is vermeld in de Meerjarenafspraken energie-efficiency: resultaten 2008 [9]. Niet alle sectoren die gebruik maken van koeling zijn vertegenwoordigd in de Meerjarenafspraken energieefficiency. De cijfers van de andere sectoren zijn van andere bronnen verkregen (Statline (CBS) [10], Infomil [7], Tebodin [12], ECN [18], etc.). KWA heeft bij enkele honderden bedrijven (waaronder MJA-bedrijven) energiebesparingonderzoeken uitgevoerd, met name in de sectoren waar ook koelinstallaties zijn opgesteld. Op basis hiervan is het energieverbruik per sector omgerekend naar het percentage dat het elektrische primaire energieverbruik van de koelinstallaties voorstelt. De voedingsmiddelensector, als grote koudegebruiker, is onder te verdelen naar de verschillende subsectoren, namelijk: zuivel, bier, koel- en vrieshuizen, vleesverwerkende, margarine, vetten en oliën, cacao, aardappelverwerkende, koffiebranderijen, frisdranken, groente & fruit visverwerkende, koek-, chocolade-, zoetwaren- en ijsfabrikanten, broodbakkerijen en frisdrankenindustrie. Daarnaast zijn gebruikers van koelinstallaties te vinden in de chemische industrie, petrochemische industrie, olie en gasproducenten en de rubber- en kunststofverwerkende industrie. Koelinstallaties vinden ook hun toepassing in de dienstensector en overheid. Hierbij is voor de indeling gekozen zoals deze is vermeld in de Meerjarenafspraken energie-efficiency: Resultaten uit 2008 [9] zijn aangevuld met de enkele nieuwe sectoren. Totaalcijfers omtrent energieverbruik voor koeling in de sector airconditioning van gebouwen zijn niet voorhanden. Literatuuronderzoek is gebruikt om op basis van het kantooroppervlak en percentage van geconditioneerd klimaat, aard en gebruik van installaties, het energieverbruik in te schatten [1]. De sectoren zonder procesgerichte koeling (koelen van processen en productieruimtes) die wel zijn vermeld in de Meerjarenafspraken energie-efficiency: resultaten 2008 [9], staan aangegeven in bijlage 1. Aan deze sectoren is geen koelverbruik toegekend doch in de praktijk zal deze wel aanwezig zijn in verband met de airconditioning van kantoorruimtes van deze bedrijven. Het aandeel is onbekend, zal beperkt zijn en niet voldoende nauwkeurig te bepalen. Energieverbruiken worden in verschillende studies vaak in PJ per jaar weergegeven. Opvallend is dat in de rapportages uit de literatuur niet altijd duidelijk wordt of het elektrisch energieverbruik als primair verbruik wordt weergegeven. Nu gaat men uit van 1 kwh= 9 MJ bij een elektriciteitscentrale rendement van 40% (opwekkingskant), dan weer kiest men voor 1 kwh= 3,6 MJ (energieverbruikkant). Statline (CBS) en ECN presenteren de verbruikscijfers. In deze rapportage is echter uitgegaan van primair elektrisch energieverbruik bij opwekking (ofwel 1 kwh= 9 MJ). Blad 5 van 23

6 1.2 Resultaten elektrisch energieverbruik koelinstallaties in de industrie en dienstensector in Nederland In de navolgende tabel zijn de totale energieverbruiken weergegeven voor alle industrie- en dienstensectoren die expliciet gebruik maken van koeling. Enkele agrarische sectoren zijn opgenomen in de overkoepelende groep: dienstensector. Per sector is het totaal elektrisch energieverbruik en het percentage van dat elektrische energieverbruik dat gemiddeld voor koeling nodig is aangegeven. Dit geeft het energiegebruik voor koeling in PJ primair per jaar. In een aantal sectoren wordt er gebruik gemaakt van WKK s voor de opwekking van elektriciteit. Dit betekent dat een deel van het aardgas wordt omgezet in elektriciteit. In de kolom totaal elektrisch energieverbruik is dit niet meegenomen, in deze kolom staat alleen de hoeveelheid aan primaire elektrische energie die aan de sector is geleverd door de elektriciteitleveranciers aangegeven. De elektriciteitsopwekking door WKK s is buiten beschouwing gehouden omdat de invloed hiervan op het eindresultaat relatief laag is (enkele PJ) en de hoeveelheid elektriciteitsopwekking door WKK s een hoge onzekerheid bevat. Sectoren waar het totaal elektrisch energieverbruik door processen en utilities in werkelijk hoger is dan dat is aangegeven in de onderstaande tabel door de aanwezigheid van WKK s zijn de aardappelverwerkende industrie, zuivelindustrie, MVO (Margarine, Vetten, Oliën), bierbrouwerijen, basischemie en petrochemie. Energieverbruiken van sectoren zonder procesgerichte koeling zijn opgenomen in bijlage 1. CBS [10] en ECN [18] geven de verbruiken aan warmte en elektriciteit voor de industrieclusters die in tabel 1.1 en bijlage 1 zijn aangegeven. Zij geven voor de industrie (voedingsmiddelenindustrie en industrie, met en zonder koeling) cijfers die hoger zijn dan de MJA cijfers. De CBS en ECN cijfers zijn in de tabellen verwerkt en waar de verbruiken niet specifiek aan de sectoren zijn toegewezen is de regel Overige.. toegevoegd. Op deze wijze komen de totalen uit de tabellen voor de industrie overeen met de ECN en CBS data. De dienstensector, overheid agrarische sector staat hier los van. CBS en ECN publiceren hierover verbruikscijfers voor een sector dienstensector en bouw die hoger liggen dan die in tabel 1.1. Het is echter de vraag welke subsectoren exact onder het begrip dienstensector en bouw vallen. Hier is niet verder op ingegaan. Blad 6 van 23

7 Tabel 1.1: energieverbruiken voor koeling in de industrie, dienstensector en agrarische sector Sector Totaal primair energieverbruik (2008, tenzij anders vermeld) Totaal elektrisch energieverbruik (2008, tenzij anders vermeld) Gem.%- elektriciteit verbruik van primair verbruik Gem. % koeling van elektra verbruik (2,3,6) %-elektriciteit koeling van primair verbruik Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar PJ PJ % % % MWh/j PJprim/j Voeding en genotmiddelenindustrie Aardappelverwerkende industrie (1) 8,7 2,0 23% 55% 13% ,1 Cacao-industrie (1) 2,3 1,1 48% 12% 6% ,1 Groente-&fruit verwerkende industrie (1) 2,9 1,4 48% 25% 12% ,4 Koffiebranderijen (1) 0,9 0,5 56% 15% 8% ,1 Margarine, Vetten, Oliën (1) 7,6 0,8 11% 23% 2% ,2 Vleesindustrie (1) 4,3 2,8 65% 45% 29% ,3 Zuivelindustrie (1) 18,0 5,0 28% 35% 10% ,8 Frisdrankenindustrie (3) 1,0 0,5 50% 5% 3% ,0 Bierbrouwerijen (groot) (5) 3,9 2,0 51% 26% 13% ,5 Broodbakkerijen (2) 4,8 1,8 38% 48% 18% ,9 Visverwerkende industrie (4) 0,8 0,6 77% 50% 38% ,3 Koel- en vrieshuizen (1) 2,4 2,2 92% 90% 83% ,0 Koek-, chocolade- zoetwaren- en ijsfabrikanten (3) 2,0 0,8 40% 45% 18% ,4 Overige voeding/genot (4) 69, % 20% 12% ,0 Totaal % 27% 13% Industrie Chemische industrie (1) 10,2 4,0 39% 20% 8% ,8 Olie- en gasproducenten (1) (11) 40,8 10,8 26% 18% 5% ,9 Rubber- en kunststofverwerking (1) 9,6 7,4 77% 12% 9% ,9 Overige Industrie MJA (1) 14,2 10,3 73% 12% 9% ,2 Basischemie (4) (11) % 12% 3% ,0 Petrochemie (4) (11) % 15% 3% ,6 Overige industrie niet MJA (4) % 8% 1% ,5 Totaal % 13% 3% Dienstensector, overheid, agrarische sector Supermarkten (1) 10,9 7,6 70% 88% 62% ,7 Wetenschappelijk+HBO-onderwijs (1) 6,6 3,7 56% 9% 5% ,3 Ziekenhuizen (academisch) (1) 5,2 2,5 48% 16% 8% ,4 Datacenters ICT (6) 13,5 13,0 96% 22% 21% ,9 Ziekenhuizen (3) 26,9 12,9 48% 16% 8% ,1 Horeca (alleen airco) ( 5) 37,7 18,5 49% 15% 7% ,8 Kleine commerciële koeling (5) 7 12% 0% ,8 Kunstijsbanen en binnen-skisport (3) 0,5 0,4 80% 80% 64% ,3 Kantoorgebouwen met koeling (5,7) 56,9 30,8 54% 8% 4% ,5 Champignonteelt (5) 0, ,3 Bloembollensector (5) 1, ,2 Gekoelde teelt glastuinbouw (10) ,1 Melkkoeltanks (9) ,1 Totaal % 22% 13% Totaal alle sectoren *= o.a. drukkerijen, tabak, houtbewerking, leer, metaal-elektro, farmacie, kunstmest etc. De cijfers in de tabel tussen haakjes zijn bronverwijzingen naar de volgende bronnen, zie ook hoofdstuk 10 (1) SenterNovem MJA2-resultaten 2008 [9] (2) SenterNovem: Infomil: broodbakkerijen en brood en en banketbakkerijen 2007 [7] (3) KWA-rapportages en overwegingen op basis van proceskennis sectoren (4) Statline (CBS), 2006 [10], ECN [18]] (5) Vorige onderzoek [4] (6) Tebodin (2008) [12] (7) Agentschap.nl: Rapport energiecijfers kantoren [1] (8) Senternovem MJA resultaten 2006 [8] (9) KWA ism Mueller Lichtenvoorde (10) Agentschap.nl (11) JCN [15] Blad 7 van 23

8 1.2.1 Toelichting, kantoren Voor de kantoren is uitgegaan van een totaal vloeroppervlak van 46 miljoen m 2 [1]. Een deel daarvan heeft mechanische koeling. Het energieverbruik per jaar is voorts bepaald aan de hand van een koelvraag van 50 W/m2 bij een C.O.P. van 3 bij gemiddelde vollast draaiuren per jaar. Dit levert het overzicht volgens tabel 1.2. op. Dit resultaat is verwerkt in tabel 1.1. Tabel 1.2: elektriciteitsverbruik primair voor koeling van kantoorgebouwen Aantal m2 % oppervlak met Koelvraag koeling kw/m2 Gem. COP Gem. Pe/m2 Opgesteld Pe Vollastdraaiuren gem. per jaar Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar m2 % kw/m2 - kw/m2 MW h/j MWh/j PJprim/j (Kantoor)gebouwen 4,6E+07 70% 0, ,017 5,47E , Toelichting, compressorenergie en hulpenergie voor koeling Uit de onderzoeken blijkt niet duidelijk of met het verbruik van koelinstallaties het verbruik van alleen de koelcompressoren wordt bedoeld. In de beleving worden deze machines altijd als belangrijkste verbruiker gezien. Vanuit opgesteld vermogen is dit begrijpelijk, doch deze machines draaien veel in deellast. Hoewel de bij de installatie behorende hulpenergie een lager geïnstalleerd vermogen heeft, maken deze apparaten juist veel draaiuren in vollast. Op jaarbasis kan deze hulpenergie, afhankelijk van het systeem, 25% tot 80% van de compressorenergie bedragen. In industriële installaties staat deze hulpenergie, gevormd door (met name) pompen, ventilatoren en besturingssystemen, fysiek niet bij de compressoren opgesteld, waardoor deze verbruiken niet als typisch koelsysteemverbruik worden gezien en niet als zodanig in energiebalansen worden meegenomen. Dit in beschouwing genomen, is het aannemelijk dat de energieverbruiken die direct met koeling samenhangen, in werkelijkheid hoger zijn dan in tabel 1.1 is vermeld. Het is waarschijnlijk dat de werkelijke verbruikcijfers die met koeling te maken hebben 15% tot 20% hoger liggen Toelichting grote chemie, petrochemie en aardgasproductie In de chemie vormt koeling in veel gevallen onderdeel van het productieproces. Vaak zijn procesgassen tevens de koelgassen, zoals etheen en propeen. In de sector zijn ook stoomgedreven compressoren aanwezig in koelmachines. De PJ hiervan zijn omgerekend als ware het elektromotor gedreven compressoren. Bij de winning van aardgas wordt koeling veelal gerealiseerd door het aardgas te laten expanderen. De gegevens in de tabel zijn afgeleid uit het onderzoek uit bronvermelding [15]. Daarnaast kent de chemische industrie ook veel koeling met koudwater of glycol/water mengsels als secundair medium. Dit zijn chillers (koudwater aggregaten) voor proceskoeling. De gegevens uit de sector industrie uit tabel 1.1. omtrent koeling bevatten onzekere factoren daar bedrijven met een grote verscheidenheid in een groep zijn ondergebracht. In de sectoren; Overige voeding en Overige industrie niet-mja zitten ook bedrijven die deelnemen aan het convenant Meerjaren Energie Efficiency (MEE). Ook deze groep is divers voor wat betreft de processen en toepassingen. Blad 8 van 23

9 2. Energiegebruik van koeling in de transportsector en huishoudens Hoewel dit niet een primaire doelgroep is geweest in dit onderzoek, is ter vergelijking een ordegrootte gegeven voor de elektrische verbruiken voor koeling in de transportsector en de huishoudens. 2.1 Koeling wegtransportsector In de wegtransportsector wordt er gebruik gemaakt van koeling vanwege producten die gekoeld vervoerd dienen te worden. In Nederland zijn er circa koelunits op vrachtwagens. Deze koelunits zijn gemiddeld 50 weken per jaar, 3 etmalen per week in gebruik. Ze werken dan gemiddeld 50% van de tijd in vollast en hebben een gemiddelde vermogensvraag van 10 kw [6]. De totale elektriciteitvraag van koeltransport is: units * 50 wk/j * 3 etmalen/week * 24 uur/dag * 0.5 vollast * 10kW vermogensvraag compressor = MWh/j. De elektriciteit wordt geproduceerd door de verbranding van diesel met een rendement van rond de 30%. Dus er is circa 3.8 PJ primaire energie aan dieselbrandstof nodig om aan de koelvraag voor wegtransport te voldoen. De hoeveelheid koelmiddelgebruik voor koeling in de wegtransportsector wordt besproken in hoofdstuk Huishoudens In de navolgende tabel zijn de energiegebruiken van de huishoudens weergegeven. De koeling van huishoudens bestaat voor het grootste gedeelte uit koelkasten en vriezers en voor een kleiner gedeelte uit airconditioningunits. Tabel 2.1: energiegebruiken voor koeling van huishoudens. Totaal primair energieverbruik 2009 Totaal elektrisch energieverbruik 2009 Gem.%- elektriciteit verbruik van primair verbruik Gem. % koeling van elektra verbruik (2,3,6) %-elektriciteit koeling van primair verbruik Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar PJ PJ % % % MWh/j PJprim/j Huishoudens % 15% 6% Indien het verbruik van koeling in de huishoudens (18% van het huishoudenelektriciteitsverbruik) wordt vergeleken met dat van de industrie en dienstensector/overheid, dan is het verbruik van de huishoudens in verhouding bijzonder groot. Met deze gegevens in het achterhoofd is, vanuit het energieverbruik gezien, een trend naar steeds meer airconditioning in het woonhuis waarneembaar. Indien dit voortgaat, waarbij airconditioningapparatuur in huis even normaal wordt als de aanwezigheid van koel- en vrieskasten, dan zal het energieverbruik van de huishoudens met eenzelfde absoluut getal of meer toenemen. Wordt rekening gehouden met energiezuinige koel/vrieskasten, alle met label A-plus met een verbruik van ca. 330 kwh/jaar voor gemiddeld 7 miljoen huishoudens in Nederland dan bedraagt het getal in de laatste kolom van bovenstaande tabel 21 PJ primair per jaar. De genoemde 34 PJ komt overeen met een gemiddeld jaarverbruik van ca. 510 kwh/jaar per huishouden. Een stimulering van verdere integratie van warmtepompen met de functie koelen en verwarmen in huis kan de grote toename in energieverbruik door airconditioningunits keren. Dit effect zal groter zijn dan het streven naar de toepassing van energiezuinige airconditioningunits. Daar de koelkasten hermetische vooraf afgevulde units zijn is de koudemiddelvulling niet meegenomen in dit onderzoek. Blad 9 van 23

10 3. Energieverbruik (elektrisch) van koeling per doelgroep industrie en dienstensector/overheid, samengevat Uit tabel 1.1 kan het elektrisch energieverbruik van koeling als percentage per doelgroep worden beschouwd. 3.1 Voeding en genotmiddelenindustrie Een doelgroep waarmee koeling vaak wordt geassocieerd is de voeding en genotmiddelenindustrie bij de productenverwerking. Het totale energieverbruik (gas en elektriciteit, primair) van deze sector bedraagt circa 129 PJ. Bij een elektriciteitsaandeel voor koeling van 17 PJ is dit 13% van dit totaal. Evenzo is het aandeel koeling in elektriciteitsverbruik 27% (17 PJ van 62 PJ). Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) [10] en ECN [18] geven voor de voedings- en genotmiddelensector (V&G) een veel hoger totaalverbruik (67 PJ aan warmte en 62 PJ aan elektriciteit primair) dan gedekt wordt door de MJA-cijfers over sectoren met koeling (38 PJ aan warmte en 22 PJ aan elektriciteit primair). Deze laatste cijfers spitsen zich wel enkel toe op de voedingsmiddelenindustrie. Het verschil CBS en MJA is verwerkt in tabel 1.1 onder de kop Overige voeding/genot. Deze sector is niet nader te preciseren. Koeling wordt zeker toegepast, het percentage elektriciteitsverbruik voor koeling is realistisch laag op 20% geschat. 3.2 Industrie en dienstensector/overheid De industrie (de voedings- en genotmiddelenindustrie en de industrie uit tabel 1.1) heeft een elektrisch energieverbruik van 200 PJ [10] [18]. Koeling neemt met 35 PJ een aandeel van 18 % voor haar rekening. In tabel 3.1 zijn beide sectoren gesplitst weergegeven. De dienstensector, agrarische sector en overheid hebben een elektrisch energieverbruik van circa 96 PJ. Koeling neemt met 21 PJ een aandeel van 22% voor haar rekening. De industrie en dienstensector en overheid als totaal hebben een elektrisch energieverbruik van 296 PJ. Koeling neemt met 56 PJ een aandeel van 19 % voor haar rekening. Dit kan oplopen tot 21% indien de post hulpenergie hierbij wordt betrokken (zie paragraaf 1.2.2). Wordt de industriegroep meegerekend die geen proceskoeling heeft (bijlage 2) dan is het aandeel elektriciteit voor koeling 13% van het totale verbruik van alle sectoren. Zie tabel 3.1. De laatste kolom in tabel geeft het koudegebruik of de koudeopwekking in PJ thermisch. Tabel 3.1 samenvattend overzicht aandeel elektriciteit voor koeling per sectorgroep en als totaal Sectoren en energiegebruik Elektriciteit primair Elektriciteit voor koeling Aandeel koeling in elektriciteit Koude opwekking th. PJ/j PJ/j % PJ/j V&G industrie Industrie Diensten, overheid en agrarisch Industrie zonder koeling Totaal Blad 10 van 23

11 4. Warmtelevering door koelinstallaties en warmtepompen 4.1 Potentieel van warmtelevering door reguliere koelinstallaties Koelinstallaties zijn in feite warmtepompen. Zij brengen warmte van een lagere temperatuur naar een hogere temperatuur. De warmte op deze hogere temperatuur wordt bij het grootste deel van de koelinstallaties niet benut en wordt aan de omgeving (buitenlucht) afgestaan. Door deze warmte wel te gebruiken kan worden bespaard op het verbruik van fossiele brandstoffen en dus op CO 2 emissies. In tabel 4.1 is aangegeven dat in totaal warmte van circa 60 PJ en 39 PJ (totaal industrie, respectievelijk diensten en agrarische sector) op circa 40 C geleverd kan worden door de koelinstallaties. Met Hoge Temperatuur warmtepompen (HTwp) kan men tot 110 C komen. Hiermee kan het warmteverbruik van 534 PJ (totaal industriesectoren, warmte is kolom 1 minus kolom 2), respectievelijk 64 PJ (dienstensector e.a.) theoretisch worden gereduceerd met een deel van de 60 PJ respectievelijk 39 PJ aan warmte. Tabel 4.1: condensorwarmte beschikbaar afkomstig van koelinstallaties Sector Totaal primair energieverbruik (2008, tenzij anders vermeld) Totaal elektrisch energieverbruik (2008, tenzij anders vermeld) Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Gem. Berekende COP koelinstallaties per branche* Vrijkomende condensorwarmte (T=30-45 C) PJ PJ MWh/j PJprim/j - PJth/j Voeding en genotmiddelenindustrie Aardappelverwerkende industrie (1) 8,7 2, ,1 2,5 1,5 Cacao-industrie (1) 2,3 1, ,1 3,5 0,2 Groente-&fruit verwerkende industrie (1) 2,9 1, ,4 3,0 0,6 Koffiebranderijen (1) 0,9 0, ,1 3,0 0,1 Margarine, Vetten, Oliën (1) 7,6 0, ,2 3,0 0,3 Vleesindustrie (1) 4,3 2, ,3 2,5 1,8 Zuivelindustrie (1) 18,0 5, ,8 3,5 3,2 Frisdrankenindustrie (3) 1,0 0, ,0 3,5 0,0 Bierbrouwerijen (groot) (5) 3,9 2, ,5 3,0 0,8 Broodbakkerijen (2) 4,8 1, ,9 3,0 1,4 Visverwerkende industrie (4) 0,8 0, ,3 3,0 0,5 Koel- en vrieshuizen (1) 2,4 2, ,0 2,5 2,8 Koek-, chocolade- zoetwaren- en ijsfabrikanten (3) 2,0 0, ,4 3,0 0,6 Overige voeding/genot (4) 69, ,0 3,0 12,8 Totaal Industrie Chemische industrie (1) 10,2 4, ,8 4,0 1,6 Olie- en gasproducenten (1) (11) 40,8 10, ,9 4,0 3,9 Rubber- en kunststofverwerking (1) 9,6 7, ,9 4,0 1,8 Overige Industrie MJA (1) 14,2 10, ,2 3,0 2,0 Basischemie (4) (11) ,0 3,5 16,2 Petrochemie (4) (11) ,6 3,5 6,5 Overige industrie niet MJA (4) ,5 4,0 1,0 Totaal Dienstensector, overheid, agrarische sector Supermarkten (1) 10,9 7, ,7 3,0 10,7 Wetenschappelijk+HBO-onderwijs (1) 6,6 3, ,3 4,0 0,7 Ziekenhuizen (academisch) (1) 5,2 2, ,4 4,0 0,8 Datacenters ICT (6) 13,5 13, ,9 4,0 5,7 Ziekenhuizen (3) 26,9 12, ,1 4,0 4,1 Horeca (alleen airco) ( 5) 37,7 18, ,8 4,0 5,6 Kleine commerciële koeling (5) ,8 3,0 1,3 Kunstijsbanen en binnen-skisport (3) 0,5 0, ,3 2,5 0,4 Kantoorgebouwen met koeling (5,7) 56,9 30, ,5 4,0 4,9 Champignonteelt (5) 0, ,3 3,0 0,5 Bloembollensector (5) 1, ,2 3,0 0,3 Gekoelde teelt glastuinbouw (10) ,1 3,5 2,0 Melkkoeltanks (9) ,1 2,5 1,5 Totaal Totaal alle sectoren *= o.a. drukkerijen, tabak, houtbewerking, leer, metaal-elektro, farmacie, kunstmest etc. ** Berekend op basis van carnot rendement (zie gemiddelde verdamper T ) Warmteafgifte bij reguliere koelinstallaties kan plaatsvinden op 30 C tot 50 C. Het energieverbruik van de compressor neemt wel toe bij 50 C ten opzichte van 30 C, maar het blijft energetisch en CO 2 technisch, veel voordeliger om te verwarmen met een warmtepomp. Blad 11 van 23

12 Voor warmtebenutting op 30 C tot 50 C moet een bestaand warmtevragend systeem in de regel wel aangepast worden. Bij nieuwbouw is dit interessanter. Warmtelevering tot 80 C is mogelijk door een tweede compressor als warmtepomp op het warmteniveau van 30 C van de koelinstallatie te plaatsen. Dit kost wel meer energie maar blijft toch een zinvolle optie, omdat de CO 2 emissie ten opzichte van een ketelgestookte verwarmingssysteem ongeveer halveert. In de volgende tabel 4.2 zijn de resultaten uit tabel 4.1 samengevat, waarbij de warmtebehoefte van de twee sectoren in PJ per jaar zijn vermeld. Tabel 4.2: potentieel warmtelevering door koelinstallaties Sectoren met koeling en energiegebruik Warmte primair Elektriciteit primair Elektriciteit voor koeling Condensor warmte 40 C PJ/j PJ/j PJ/j PJ/j V&G industrie Industrie Diensten, overheid en agrarisch Warmtelevering door warmtepompen in enkele sectoren Warmtepompen worden in de praktijk gebruikt voor de levering van koude en warmte. De glastuinbouw en de utiliteit zijn sectoren waar het gebruik van warmtepompen voor de levering van warmte zich goed positioneert. Hieronder staat aangegeven hoeveel energie momenteel in deze twee sectoren wordt gebruikt en geproduceerd door warmtepompen. Glastuinbouw: Circa 200 hectare semigesloten kassen die met 100 W/m 2 worden verwarmd met een COP van 3. De warmtepompen draaien gemiddeld circa uur per jaar. Dit is: MWh/j verbruik aan elektriciteit. Utiliteit: Circa 1000 projecten met gemiddeld m 2 bruto vloeroppervlak die met 50 W/m 2 worden verwarmd met een COP van 3. De warmtepompen draaien gemiddeld circa uur per jaar. Dit is MWh/j elektrisch verbruik. In warmtepompen zitten koudemiddelen. In het volgende hoofdstuk is de hoeveelheid koudemiddelen die aanwezig is in warmtepompen indicatief aangeven. Blad 12 van 23

13 5. Koudemiddelhoeveelheden per sector 5.1 Koudemiddelenhoeveelheden in de industrie en dienstensector Op basis van het energieverbruik per sector is een vertaalslag gemaakt naar de hoeveelheden koudemiddelen die in de installaties aanwezig zijn (tabel 5.1). Er bestaat immers een relatie tussen het energieverbruik per jaar, het type en de grootte van de koelinstallatie (in kw koelvermogen) en de inhoud van de installatie (kg koudemiddel per kw koudevermogen geïnstalleerd). Op basis van de kwh elektrisch energieverbruik van compressoren is middels de COP (Coëfficiënt Of Performance), het aantal draaiuren per jaar en een gemiddelde belastingfactor van 50% het geïnstalleerde koudevermogen berekend. Met dit koudevermogen is, met behulp van een factor kg koudemiddel per kw koudevermogen geïnstalleerd, de hoeveelheid aanwezige koudemiddel berekend per sector. Per sector is vervolgens een inschatting gemaakt van de hoeveelheden naar het type koudemiddel: HCFK (R22), HFK en NH 3 als natuurlijke koudemiddel. In de volgende tabel is per type installatie een koudemiddelinhoud per kw koelvermogen opgenomen. KWA is als adviseur betrokken geweest bij tal van koelinstallaties bij verbetering van bestaande installaties en nieuwbouwinstallaties. Op basis hiervan is de volgende tabel samengesteld. Tabel 5.1: inhoud koudemiddel per kw koelvermogen geïnstalleerd voor verschillende toepassingen Applicatie sectoren Kg inhoud koudemiddel per kw koudevermogen Qo Koel- en vrieshuizen Koel-, vries bewaren 0,7-2 Inkoelen, invriezen tot 3 Voedingsmiddelenindustrie tot 2 Proceskoeling 0,1-1,5 Supermarkten, horeca 0,3-1 Comfortinstallaties Kantoren, zorgcentra 0,2-0,8 Kleinere airco's 0,4 In grote lijnen wordt de factor kg koudemiddel per kw koudevermogen geïnstalleerd bepaald door de volgende systeemontwerpen: a) koelsysteem met directe expansie (factor: 0,3 kg/kw) b) systeem met badverdamper of flooded verdamper en koudedrager (factor: 0,6 kg/kw) c) pompcirculatiesysteem en afscheidervat met koudemiddel via een uitgebreid leidingnet door alle verdampers circulerend (factor: 1 tot 2 kg/kw) d) zwaartekrachtcirculatie met afscheidervat met koudedrager (factor: 0,2 kg/kw) e) Watergekoelde condensor, verdampingscondensor en luchtgekoelde condensor in oplopende volgorde van kg koudemiddel per kw Qo (verhogen de factoren van a t/m d met 50% tot 70%) De KWA teams Milieu en Energie hebben jaarlijks contacten met circa 400 bedrijven, waarbij men op de hoogte is van de aanwezigheid van klassieke installaties met hoge kg/kw en modernere met lage kg/kw factoren. In de tabel zijn beide extremen niet opgezocht maar is getracht een gemiddelde factor voor een sector aan te geven (oude en nieuwe installaties). De levensduur van industriële koelinstallaties bedraagt circa 30 jaar. Voor niet industriële installaties is dit korter (15 tot 25 jaar). Dat betekent dat in de periode 1998 tot 2010 zo n 30% tot 40% van de koelinstallaties van voor 1998 zou moeten zijn vervangen. Nieuwe installaties hebben een lager kg/kw kengetal. Blad 13 van 23

14 Tabel 5.2: hoeveelheid koudemiddel per sector Sector Elektriciteitsverbruik t.b.v. koeling per jaar Gemiddelde bedrijfstijd koelinstallaties Geïnstalleerd Type koudemiddel in % koelvermogen koelvermogen kw kg koudemiddelvulling per kw geïnstalleerd Hoeveelheid aanwezige koudemiddelvulling PJprim/j u/j kw % % % kg kg kg ton ton ton NH3 HCFK (R22) HFK NH3 HCFK (R22) HFK NH3 HCFK (R22) HFK Voeding en genotmiddelenindustrie Aardappelverwerkende industrie (1) 1, ,4 1,4 0, Cacao-industrie (1) 0, ,2 0,8 0, Groente-&fruit verwerkende industrie (1) 0, ,0 1,0 0, Koffiebranderijen (1) 0, ,0 1,0 0, Margarine, Vetten, Oliën (1) 0, ,5 1,5 0, Vleesindustrie (1) 1, ,0 1,2 0, Zuivelindustrie (1) 1, ,0 0,8 0, Frisdrankenindustrie (3) 0, ,8 0,6 0, Bierbrouwerijen (groot) (5) 0, ,0 1,0 0, Broodbakkerijen (2) 0, ,0 1,5 0, Visverwerkende industrie (4) 0, ,2 0,8 0, Koel- en vrieshuizen (1) 2, ,2 1,5 0, Koek-, chocolade- zoetwaren- en ijsfabrikanten (3) 0, ,8 0,8 0, Overige voeding/genot (4) 8, ,8 0,8 0, Totaal Industrie Chemische industrie (1) 0, ,6 0,6 0, Olie- en gasproducenten (1) (11) 1, ,8 0,6 0, Rubber- en kunststofverwerking (1) 0, ,4 0,6 0, Overige Industrie MJA (1) 1, ,8 0,8 0, Basischemie (4) (11) 9, ,0 1,0 0, Petrochemie (4) (11) 3, ,8 0,8 0, Overige industrie niet MJA (4) 0, ,6 0,6 0, Totaal Dienstensector, overheid, agrarische sector Supermarkten (1) 6, ,8 0, Wetenschappelijk+HBO-onderwijs (1) 0, ,6 0, Ziekenhuizen (academisch) (1) 0, ,6 0, Datacenters ICT (6) 2, ,6 0, Ziekenhuizen (3) 2, ,6 0, Horeca (alleen airco) ( 5) 2, ,6 0, Kleine commerciële koeling (5) 0, ,6 0, Kunstijsbanen en binnen-skisport (3) 0, ,2 0,8 0, Kantoorgebouwen met koeling (5,7) 2, ,3 0,6 0, Champignonteelt (5) 0, ,6 0,6 0, Bloembollensector (5) 0, ,6 0,6 0, Gekoelde teelt glastuinbouw (10) 1, ,6 0, Melkkoeltanks (9) 1, ,6 0, Totaal Totaal alle sectoren *= o.a. drukkerijen, tabak, houtbewerking, leer, metaal-elektro, farmacie, kunstmest etc. Blad 14 van 23

15 Een Europese studie die EC no. 842/2006 [19] beschouwt past een vergelijkbare methode toe die eveneens de verhouding kg koudemiddel per kw koudevermogen gebruikt. Echter men hanteert waarden die ver boven die van tabel 5.1 liggen (grootte tussen de 1,5 en 7 kg/kw). Vanaf 1998 zijn veel installaties vervangen waarbij men in Nederland bij de nieuwe installatie streeft naar een lagere koudemiddelinhoud. Dit is zeker meer dan een decennium aan de gang. Hierdoor is de kg/kw verhouding gedaald ten opzichte van 20 jaar geleden. Rapport [19] hanteert voor Nederlandse begrippen erg hoge waarden. De aanwezige koudemiddelen is grof verdeeld in de percentages van de koudemiddelen ammoniak, R22 en de groep HFK types. In de groep NH 3 zitten ook de installaties die de andere natuurlijke koudemiddelen zoals CO 2 als koudemiddel of koudedrager en enkele koolwaterstoffen bevatten. Deze laatste is in hoeveelheid zeer beperkt. De methode om vanuit energieverbruiken om te rekenen naar koudemiddelinhouden kent onnauwkeurigheden. De relatie blijkt in de praktijk goed te werken voor een individuele installatie. Door de gemiddelde bedrijfstijd te verlagen of de COP te verhogen in de berekening wordt het koudevermogen hoger en daarmee de inhouden. De genoemde bedrijfstijd is reëel bij een belastingfactor van 50% (de installatie draait gedurende de bedrijfstijd op half koelvermogen). Ook de kg koudemiddel/kw factor kan hoger opgegeven worden maar er is een realistische bovengrens (zie tabel 5.1) De tabel heeft circa ton aan ammoniak en circa ton aan HCFK+HFK koudemiddelen. De grenzen opzoekend met deze methode naar een maximaal mogelijke koudemiddelhoeveelheid, bereikt men koudemiddelhoeveelheden die een factor 50% hoger liggen. Dit overzicht is gegeven in bijlage 2 waar dit maximum is aangegeven. De hoeveelheid ammoniak is in het maximum scenario circa ton en de hoeveelheid HCFK+HFK bedraagt circa ton. 5.2 Koudemiddelenhoeveelheden in transportsector In hoofdstuk 2.1 is uiteengezet dat er in de wegtransportsector gebruik wordt gemaakt van koeling vanwege producten die gekoeld vervoerd dienen te worden. In Nederland bestaan er circa koelunits op vrachtwagens. Gemiddeld is er 5 kg koelmiddel per koeleenheid aanwezig. Dit maakt dat de totale hoeveelheid koelmiddel dat aanwezig is in de wegtransportsector: * 5 = kilo [6]. Dit zijn voornamelijk HFK s. 5.3 Koudemiddelenhoeveelheden in de koopvaardij/visserij sector, reefer containers Bron [16] geeft inzicht in de koudemiddelhoeveelheid aan boord van schepen met koelinstallaties. Bron [17] geeft het aantal schepen aan zoals geregistreerd in het Vlootboek. De koudemiddelen zijn op basis hiervan naar rato toegepast. Op dit moment is circa de helft van de trawlervloot omgebouwd naar indirecte systemen. Het getal in de tabel is een schatting van de koudemiddelhoeveelheid van de huidige trawlers. De hoeveelheid HFK s wordt geschat op 150 ton in het totaal van 355 ton in tabel 5.3. Blad 15 van 23

16 Tabel 5.3: ontwikkeling koudemiddelinhoud scheepskoelinstallaties Categorie Aantal schepen Koudemiddel inhoud (ton) Aantal schepen Koudemiddel inhoud (ton) * Passagiersschepen Reeferschepen Andere koopvaardij Trawlerschepen Kotterschepen Totaal schepen Reefer containers 135 * Schatting naar rato aanwezige schepen en ca. 50% reductie bij de ombouw bij de Trawlers naar indirecte systemen Een schatting is gemaakt voor de aanwezig reefer containers in Nederland. Er is van uitgegaan dat circa koel- en vriescontainers in de havens aanwezig zijn voor onderhoud en wachtend op nieuwe bestemming. Met een vulling van circa 4,5 kg per container aan koudemiddel is er circa 135 ton aan koudemiddel aanwezig. Dit zijn voornamelijk HFK koudemiddelen. 5.4 Koudemiddelenhoeveelheden in warmtepompen Op basis van gegevens inzake de warmtepompen in de glastuinbouw en de utiliteit zoals aangegeven in paragraaf 4.2 kan een inschatting van de hoeveelheid koudemiddelen in deze systemen worden berekend. Met 0,4 kg vulling per kw koelvermogen, is de aanwezige koudemiddelvulling in totaal kg. Dit zijn voornamelijk HFK s. Blad 16 van 23

17 6. Koudemiddelstromen In dit hoofdstuk worden de koudemiddelenstromen in Nederland besproken. De gehanteerde eenheden betreffen tonnen koudemiddel en geen tonnen CO 2 -equivalanten. De volgende grafiek is ontleend aan het PWC Handelsstromenonderzoek 2009 Onderzoek naar de handel in fluorverbindingen in Nederland [5]. Totale verkopen HFK's en HCFK's in de koelsector in Nederland Ton Totaal HCFK's Totaal HFK's Jaar Figuur 6.1: totale verkopen HFK s en HCFK s in de koelsector. [5] Vanaf 1997 wordt het duidelijk, als gevolg van de EU-Verordening, dat er vanaf 2000 geen nieuwbouw meer gepleegd mag worden met R22 in de grotere installaties. Dat is te herkennen in de dalende lijn van HCFK s (voornamelijk R22). Vanaf 2000 worden de HCFK s voornamelijk gebruikt voor bijvullingen, terwijl er in de periode tot 2008 oude R22-installaties worden ontmanteld en vervangen door nieuwe installaties met andere koudemiddelen (ammoniak of HFK). Uit de grafiek blijkt dat dit laatste beperkt is. De relatief vlakke HCFK lijn duidt op bijvullingen in bestaande R22-installaties. Deze daalt licht, waaruit kan worden geconcludeerd dat enkele R22 installaties zijn omgebouwd. De stijging in 2009 heeft te maken met voorraadvorming bij eindgebruikers in verband met de beperking van R22 toepassing vanaf Een deel van de HCFK-installaties, met name in de industrie, is bij vervanging omgeschakeld van R22 naar NH 3. Het één op één vervangen van R22 door een HFK in een bestaande installatie is in deze periode beperkt gebleven. Dit biedt immers in de praktijk geen voordeel. De stijging van de HFK-lijn vanaf 2000 is geleidelijk. We gaan ervan uit dat steeds meer koelinstallaties worden neergezet. In de stijgende HFK-lijn zitten zowel de nieuwe installaties (groei van de markt) als de plaatsvervangende installaties van de ontmantelde R22-installaties, als de bijvullingen van de HFK-installaties. De licht stijgende HFK lijn in de grafiek geeft aan dat tot ton HFK s per jaar worden ingezet voor nieuwe installaties en bijvullingen. Deze hoeveelheid lijkt erg hoog gezien de gebruikelijke trend van een stijging in de koeltechnische markt van een kleine 2% per jaar. Blijkbaar is er tevens sprake van emissieverlies, ook in nieuwe installaties, en geringe ombouw van HCFK naar HFK installaties. Een andere informatiebron omtrent emissies van koudemiddelen biedt de analyse van STEK, verwoord in haar jaarverslag 2008 [13]. Blad 17 van 23

18 In 2008 zijn de verbruiksgegevens van koudemiddelen uit 2006 verwerkt. Deze gegevens zijn opgegeven door de STEK-erkende ondernemingen. In onderstaande grafiek is de emissie ontwikkeling van 1998 tot en met 2006 weergegeven. Figuur 6.2: emissie van synthetische koudemiddelen [13] Voor de emissie van HCFK's, is hier een dalende lijn van 500 naar 300 ton te constateren. De ordergrootte van de HCFK-emissies is conform de verkopen uit het Handelsstromenonderzoek een daling van 800 naar 600 ton. Dit betekent dat de HCFK s zijn aangeschaft voor bijvullingen van bestaande installaties. Deze installaties nemen in aantal af door de vervangingsmarkt. De emissie van HFK s toont een stijgende lijn. Dit hangt samen met de totale groei van de behoefte aan airconditioning en koeling, het aantal installaties dat geplaatst en vervangen of onderhouden moet worden en van de ombouw van HCFK installaties naar HFK installaties. Tabel 6.1: nieuwbouwvullingen in kg [13] Nieuwbouw koelinstallaties jaartal nieuwbouw HCFK nieuwbouw HFK De grafieken en tabel kunnen met elkaar in verband worden gebracht met focus op de HFK koudemiddelen. Aangezien HFK s in deze periode in nieuwe installaties zijn toegepast of HCFK s vervangen in bestaande installaties is er nauwelijks sprake van een HFK koudemiddelstroom ten gevolge van afdanking en vernietiging van HFK s. Op deze wijze kan men in de volgende relatie stellen dat voor de verkoop of het verbruik van bijvoorbeeld HFK s geldt: Verkopen HFK = jaarlijkse emissies + installatievullingen bij nieuwbouw en vervanging oud koudemiddel. Ofwel de hoeveelheid HFK in de markt is de som van de verkopen HFK per jaar minus de emissies van dat jaar. Over de periode van 1998 tot en met 2005, cumulatief gezien, zou dat neerkomen op ton HFK aanwezig in 2005 volgens figuur 6.2 (STEK data). Extrapoleren we deze gegevens naar de situatie in 2008 met een toename van 400 ton HFK s per jaar, dan is het totaal ton HFK in 2008 aanwezig in installaties. Blad 18 van 23

19 Beschouwen we figuur 6.1 aan verkoopcijfers over de periode 1998 tot en met 2008 cumulatief en trekken daar de emissieverliezen uit figuur 6.2 als totaal over de periode daarvan af, dan is de hoeveelheid HFK s volgens de PWC gegevens ton. In hoofdstuk 5 is aangegeven dat de hoeveelheid koudemiddelen op basis van analyse uit het energieverbruik en het opgestelde koudevermogen een kleine ton HCFK (R22) en ton HFK bedragen. Bedacht moet worden dat in de STEK en PWC ook de koudemiddelverbruiken van warmtepompen, de schepen, wegtransportsector (totaal aan HFK s circa 500 ton, paragrafen 5.1, 5.2, 5.3) en auto-airco zitten (geschat op 3 miljoen auto s met airco, met 900 gram per airco unit, geeft ton aanwezig, met lekpercentage van ca. 8%), die in tabel 5.2 niet zijn meegenomen. Voor de HFK s geeft de volgende tabel een overzicht van aanwezige koudemiddelen voor de verschillende bronnen. Voor scenario tabel 5.2 is de ton HFK na afronding, opgehoogd met de eerder genoemde 500 ton HFK voor de warmtepompen, schepen, reefer containers en wegtransport. Tabel 6.2 aanwezige HFK s (2008) in omschreven doelgroepen HFK's in Nederland in tonnen gewicht volgens: KWA onderzoek, scenario tabel Handelsstromen onderzoek PWC Jaarverslag STEK extrapolatie naar STEK en PWC registreren niet de koudemiddelenhoeveelheid als verkoopcijfer of nieuwbouwcijfer die aanwezig is in voorgevulde koelinstallaties. Deze installaties komen afgevuld als koelunits de grens over (bijvoorbeeld airconditioning units voor woningen, kantoren, auto airco s). Grafiek 6.1 kent beperkingen zoals de extrapolatie van gegevens van respondenten in het Handelsstromenonderzoek. Bij toepassing van tabel 5.2 en de andere gebruiksgroepen uit hoofdstuk 5 bestaat de mogelijkheid dat sectoren ontbreken of dat de grotere sectoren meer koeling hebben. De koudemiddelhoeveelheden volgens [5] à ton zijn weer erg hoog vanuit het energiestandpunt gezien (tabel 1.1). Als deze installaties in bedrijf zouden zijn zouden de energieverbruiken veel hoger zijn dan in de tabel. Dat is niet te rijmen met de MJA gegevens uit deze tabel. Er bestaat de mogelijkheid dat verschillende installaties niet of nauwelijks in gebruik zijn. Doch dit zal gering zijn. Indien ton R22 aanwezig zou zijn in koelinstallaties dan is een emissie van 400 ton (figuur 6.2) per jaar tamelijk hoog. De levensduur van industriële koelinstallaties bedraagt circa 30 jaar. Voor niet industriële installaties is dit korter (15 tot 25 jaar). Dat betekent dat in de periode 1998 tot 2010 zo n 30% tot 40% van de koelinstallaties van voor 1998 is vervangen. Daarnaast is nieuwbouw gepleegd door de groei van de markt (normaliter ca. 2% per jaar). In deze periode heeft de trend van reductie van koudemiddelinhoud reeds volop gespeeld, enerzijds vanwege veiligheid (NH 3 ) anderzijds vanwege de GWP waarden en kosten en onderhoud bij HFK koudemiddelen. Installaties met 2 tot 3 kg koudemiddel per kw koude zijn vervangen door systemen met 0,6 kg/kw en bij directe expansiesystemen en badverdampers vindt reductie plaats van 0,8 kg/kw naar 0,3 kg/kw. Door de groei, vervangingsmarkt en de koudemiddelreductie per systeem (zowel voor ammoniak als de HFK s) is ingeschat dat de totale aanwezige hoeveelheid koudemiddel in koelinstallaties met circa 20% is gedaald ten opzichte van Blad 19 van 23

20 7. Beknopte trend per hoofdsector Op basis van de hoeveelheden analyse, de lekkages en de houding van diverse sectoren ten aanzien van toekomstige ontwikkeling in MVO-onderwerpen, wordt een prognose aangegeven hoe de koeltechnische markt zich gaat ontwikkelen in de keuze en realisatie van toepassing van koudemiddelen. Aan de andere kant ontwikkelt de markt zich ook aan de aanbodzijde, waarbij leveranciers inspelen op energiebesparing en duurzaamheid. Voor industriële koelsystemen richten de ontwerpen zich meer op installaties met een lagere koudemiddelinhoud. Dit is mogelijk met indirecte systemen (koudeopwekking met koudemiddel en koudedrager voor distributie). De technieken hiervoor bestaan en er wordt onderzoek gedaan naar verdere minimalisering van de inhoud. Op deze wijze daalt de factor kg koudemiddel/kw koudevermogen uit tabel 5.1 naar factoren kleiner dan 0,3 kg/kw. Daarnaast is een beweging zichtbaar naar ammoniak als koudemiddel in plaats van de synthetische koudemiddelen. Met name geschiedt dit bij de grotere installaties in de industrie. In de afgelopen periode zijn bestaande R22 installaties omgebouwd met HFK's. Dit vindt plaats daar men nog niet wil overgaan tot nieuwbouw. De levensduur wordt ermee verlengd. Het is echter waarschijnlijk dat binnen 10 jaar de installatie vervangen wordt. De laatste R22 installatie dateert immers uit circa Ammoniak blijft dan het meest aantrekkelijke koudemiddel. Ammoniak installaties zijn als dichte installaties te bouwen. In termen van CO 2 -emissie is de indirecte emissie door het elektrisch energieverbruik van koelcompressoren veel hoger dan die van de directe emissie door lekkage/verlies van synthetische koudemiddelen. Energiebesparing, energie efficiency en reductie van het nodige koudevermogen hebben dus een grotere invloed op de CO 2 -emissie dan de lekkage. Niettemin blijft de aandacht op bestrijding van lekverliezen noodzakelijk. Op het gebied van energiebesparing gebeurt al veel maar kan niettemin nog veel ondernomen worden, zoals de keuze voor ammoniak (minimale inhoud, hoge efficiency), het componentontwerp (o.a. condensors), de regeling en besturing van de installatie, ook in relatie tot het proces. Indirecte systemen waarbij koudedrager circuleert leveren dan wel kleine koudemiddelinhouden maar het energieverbruik stijgt door de extra pompenergie. Dit extra verbruik kan echter weer worden gereduceerd door intelligente pompregelingen en de toepassing van CO 2 als koudedrager. Voor de grote aantallen kleine koelinstallaties voor airconditioning toepassingen (gebouwen, commerciële koeling, agrarische sector) zullen de HFK's een grote rol blijven spelen. Deze units worden voor het merendeel gefabriceerd buiten Nederland en zijn als kleine standaardunit prijstechnisch moeilijk te verslaan ten opzichte van een uitvoering met natuurlijke koudemiddelen. Hoewel dit nog geen algemeen ontwerpgoed is dient men hier ook te streven naar een minimale koudemiddelinhoud. Het energetisch rendement van deze units stijgt langzamerhand maar blijft lager dan dat van de industriële units. Koelinstallaties dienen steeds meer te worden uitgevoerd met een warmtepomptoepassing. Daar is goede kennis bij nodig van de energiehuishouding van het bedrijf. Vaak ontbreekt dit inzicht bij beide partijen (leverancier en eindgebruiker). Dit vormt een uitdaging voor de nabije toekomst. Gebaseerd op ervaringen uit de praktijk bij nieuwbouwprojecten en verbeteringen van bestaande installaties, liggen energiebesparingen van 10% tot 30% nog in het verschiet. Blad 20 van 23

WARMTE UIT KOUDE. Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit. warmte uit koude is geld waard

WARMTE UIT KOUDE. Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit. warmte uit koude is geld waard Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit warmte uit koude is geld waard Fons Pennartz (KWA) Jan Grift (Energy Matters) 1 Wetgeving & timing 1 januari 2010 (bij)vullen met nieuw

Nadere informatie

Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie. Case. A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V.

Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie. Case. A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie d.m.v. HT-warmtepompen Case A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Aan bod komen: Situatie omschrijving case vleesbedrijf

Nadere informatie

Peiling NVKL Cijfers & Trends 2012

Peiling NVKL Cijfers & Trends 2012 Meetbaar en stuurbaar maken van organisatieprestaties. Advies en verbetermanagement. Peiling NVKL Cijfers & Trends 2012 Datum: Juli 2012 Contactpersonen: Martijn Snels Eva Kromhout Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk De APAC groep staat voor persoonlijke en betrouwbare dienstverlening. Met meer dan 25 jaar ervaring zijn wij uitgegroeid

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020?

RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020? RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020? Week van de Koude, 8 december 2009 Doelen: Schoon en Zuinig in 2020 2% energiebesparing per jaar (verdubbeling) 30% reductie broeikasgassen

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Door: Robin Sommers en Erik Deliege, Van Beek DIT IS EEN PUBLICATIE VAN: VAN BEEK INGENIEURS B.V. UTRECHTSESTRAAT 59 6811 LW ARNHEM +31

Nadere informatie

MARKTPOTENTIEEL VAN INNOVATIEVE WARMTEPOMPEN VOOR KOUDE IN DE NEDERLANDSE PROCESINDUSTRIE

MARKTPOTENTIEEL VAN INNOVATIEVE WARMTEPOMPEN VOOR KOUDE IN DE NEDERLANDSE PROCESINDUSTRIE November 2004 ECN-RX--04-103 MARKTPOTENTIEEL VAN INNOVATIEVE WARMTEPOMPEN VOOR KOUDE IN DE NEDERLANDSE PROCESINDUSTRIE S. Spoelstra (ECN) A.M.G. Pennartz (KWA Bedrijfadviseurs) Verschenen in 'Koude & Luchtbehandeling',

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Energy Services Verhoef BV VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Concept, 21 mei 2013 Opgesteld door Energy Services Verhoef BV in opdracht van

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Titel: CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 Auteurs: R. Hurkmans

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Nationaal Expertisecentrum Warmte maakt duurzame warmte en koude mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk In opdracht van 1 Warmte kost veel energie

Nadere informatie

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Warmte in de koudetechniek, een hot item Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Themadag Centraal versus decentraal koelen

Themadag Centraal versus decentraal koelen Themadag Centraal versus decentraal koelen Centrale versus decentrale industriële koelsystemen D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Centraal versus decentraal koelen. Inhoudsopgave: 1. Definitie en verschillende

Nadere informatie

Inhoud. Pagina 2 van 7

Inhoud. Pagina 2 van 7 Energie Audit 2014 Inhoud 1. Introductie... 3 2. Doelstelling... 3 3. Energie-aspecten... 3 Uitstoot door procesemissies... 3 Uitstoot door fabriek installaties... 3 Uitstoot vanuit de kantoorpanden...

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag februari 2017

Energie beoordelingsverslag februari 2017 Energie beoordelingsverslag 2016 15 februari 2017 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Contactpersonen IR. B. (BAȘAK) KARABULUT Adviseur T +31 (0)88 4261 322 M +31 (0)6 312 02492 E basak.karabulut@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam

Nadere informatie

Datacenterkoeling zonder F-gassen: uw data center het gehele (!) jaar compressorloos geklimatiseerd. Spreker: Marius Klerk

Datacenterkoeling zonder F-gassen: uw data center het gehele (!) jaar compressorloos geklimatiseerd. Spreker: Marius Klerk Datacenterkoeling zonder F-gassen: uw data center het gehele (!) jaar compressorloos geklimatiseerd Spreker: Marius Klerk ZONDER F-GASSEN STAAT UW DATACENTER STIL! F-gassen? gefluoreerde broeikasgassen,

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte kost veel energie Warmtevoorziening is verantwoordelijk voor bijna 40% van het energiegebruik in Nederland.

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016

Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016 Energie beoordelingsverslag 2015 11-02-2016 Energie Beoordelingsverslag 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden

Nadere informatie

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3 ALLES OVER HET UITFASEREN VAN SYNTHETISCHE KOUDEMIDDELEN Inhoud DE CONSEQUENTIES...3 MEER OVER SYNTHETISCHE KOUDEMIDDELEN...3 WAT ZIJN DE HOOFDPUNTEN UIT DE NIEUWE F- GAS WETGEVING...3 Een beperking van

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING INLEIDING Vanwege de oprakende fossiele brandstoffen worden we met zijn alle gedwongen op zoek te gaan naar verbeterde of alternatieve energieopwekkers. Van hout naar kolen naar olie naar gas en nu naar

Nadere informatie

Energiemanagement plan

Energiemanagement plan Energiemanagement plan Overzicht energiestromen / -verbruikers en CO2-emissie inventarisatie 2015 - halfjaarlijkse rapportage Aannemingsbedrijf B.V. 1 Inleiding Het inventariseren en analyseren van de

Nadere informatie

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Titel: CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 Auteurs: R. Hurkmans

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2014

CARBON FOOTPRINT 2014 CARBON FOOTPRINT 2014 HOGESCHOOL UTRECHT 16 april 2015 078353524:A - Definitief C05013.000012.0500 Inhoud 1 Uitgangspunten... 3 1.1 Boundaries... 3 1.2 Scope definitie... 3 1.3 Gehanteerde uitgangspunten...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw >> Als het gaat om energie en klimaat Met de aanwijzing van NEN 7120 in het Bouwbesluit 2012, voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen,

Nadere informatie

Energieverbruik per functie voor SenterNovem

Energieverbruik per functie voor SenterNovem Energieverbruik per functie voor SenterNovem Rapportage/advisering : Meijer Energie & Milieumanagement B.V. tel. 070 315 57 15 fax 070 315 57 10 Status : Eindrapport Auteurs : Ir P.H. Meijer Ir. R. Verweij

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect Programma 20.00 uur Opening Wethouder Johan Aalberts 20.05 uur De initiatiefnemers: ZMf & Zeeuwind 20.15 uur Alles over de warmtepomp Niek Tramper,

Nadere informatie

Tekst: ing. Dick Havenaar OPMERKELIJKE INNOVATIE: THERMOSIFON-KOELING EN FREE COOLING

Tekst: ing. Dick Havenaar OPMERKELIJKE INNOVATIE: THERMOSIFON-KOELING EN FREE COOLING Tekst: ing. Dick Havenaar OPMERKELIJKE INNOVATIE: THERMOSIFON-KOELING EN FREE COOLING 22 State-of-the-art frequentie toerengeregelde robuuste industriële VC-zuigercompressoren van GEA Grasso opgesteld

Nadere informatie

Themadag Centraal versus decentraal koelen. Centrale versus decentrale industriële koelsystemen. D.R. Wentink Adviesburo Verhoef

Themadag Centraal versus decentraal koelen. Centrale versus decentrale industriële koelsystemen. D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Themadag Centraal versus decentraal koelen Centrale versus decentrale industriële koelsystemen D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Centraal versus decentraal koelen. Inhoudsopgave: 1. Definitie en verschillende

Nadere informatie

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025

Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Duurzame energie Fryslân Quickscan 2020 & 2025 Willemien Veele Cor Kamminga 08-04-16 www.rijksmonumenten.nl Achtergrond en aanleiding Ambitie om in 2020 16% van de energie duurzaam op te wekken in Fryslân

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012 Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half jaar 2012 Van Vulpen B.V. Pagina 1 van 12 Verantwoording Titel jaar 2012 : Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste half Versie : 1.0 Datum : 14-11-2012

Nadere informatie

De toekomst van niet-natuurlijke koelmiddelen

De toekomst van niet-natuurlijke koelmiddelen De toekomst van niet-e koelmiddelen Sinds 1 januari 2015 zijn koelmiddelen die chloor bevatten (HCFK s en CFK s) verboden. Koelmiddelen met chlooratomen kunnen zorgen voor een aantasting van de ozonlaag.

Nadere informatie

natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem

natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem Vervangen R22: Kans voor natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem Welke HFK s komen in aanmerking Koelen; R134a,R417A,R404A,R507,,

Nadere informatie

Francis Altdorfer, ECONOTEC Tom Dauwe, VITO. LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012.

Francis Altdorfer, ECONOTEC Tom Dauwe, VITO. LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012. EMISSIE-INVENTARISATIEMETHODE VOOR F-GASSEN IN DE KOELSECTOR Francis Altdorfer, Tom Dauwe, VITO LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012 1 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Energie-efficient koelen in de ICT

Energie-efficient koelen in de ICT Energie-efficient koelen in de ICT GB versus GWh Niels Sijpheer en Robert de Boer www.ecn.nl Energie en ICT: Datahotels en serverruimten 2 10-12-2009 ICT voor de energievoorziening en omgekeerd B.v. Inpassing

Nadere informatie

CO2 reductie

CO2 reductie CO2 reductie 2015-2020 1 In dit document willen wij onze CO2 uitstoot publiceren over de jaren 2015, 2016 en 2017. Daarbij nemen wij alvast een voorschot op de verwachting voor het jaar 2020 als we de

Nadere informatie

ENERGIEBEOORDELING P.C.

ENERGIEBEOORDELING P.C. ENERGIEBEOORDELING P.C. van der Wiel Datum audit: 28 mei 2018 Beoordeling uitgevoerd door: S.W.Zuiderveld (SWZ Consulting) en J. van Schooten Doorgenomen procedures: Energie management systeem conform

Nadere informatie

Het elektrisch energieverbruik en het warmteaanbod van koelinstallaties voor een veertigtal bedrijfssectoren

Het elektrisch energieverbruik en het warmteaanbod van koelinstallaties voor een veertigtal bedrijfssectoren Het elektrisch energieverbruik en het warmteaanbod van koelinstallaties voor een veertigtal bedrijfssectoren In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Het elektrisch energieverbruik en het warmteaanbod

Nadere informatie

KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER

KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER AGENDA STULZ Groep B.V. Huidige EU doelstelling Energiestromen in een datacenter EER waarde Evolutie koelsystemen Toekomst STULZ GROEP B.V. Airconditioning

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2017

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2017 1 e helft 2017 Orona the Netherlands B.V. Pagina 2/5 Voortgangsrapportage Carbon footprint 1 e helft 2017 l versie 1.0 Verantwoording Titel : 1 e helft 2017 Revisie : 1.0 Datum : 12 september 2017 Auteur(s)

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief)

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 17 maart 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers

Energie nulmeting. Regio Amstelland-Meerlanden. Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning. Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Energie nulmeting Regio Amstelland-Meerlanden Concept 22 oktober 2008 Opdrachtgever: Twynstra Gudde Adviseurs en Managers Opgesteld door: Bosch & Van Rijn Drs. G. Bosch Ing. J. Dooper Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Paper Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Oktober 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Revisie per energiedrager 3 2.1 Kolen en kolenproducten 4 2.2 Olie 4 2.3 Aardgas 6 2.4

Nadere informatie

nergiebesparing in de ICT

nergiebesparing in de ICT nergiebesparing in de ICT Een koud kunstje? 10 April Green IT Energy Solutions Niels Sijpheer 3671 Meter (Q=m.g.h) 100 kg massa en 1 kwh arbeid: Hoe hoog kom ik? A Minder dan100 meter B Tussen 100 en 1000

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving

Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving eneef BV West Kinderdijk 122G 2953 XW Alblasserdam I www.eneef.nl E info@eneef.nl T 085 27 36 324 KVK 58501258 BTW NL853066334B02 IBAN

Nadere informatie

Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 5.0 dd 19 februari 2015

Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 5.0 dd 19 februari 2015 Beschrijving monitoring en bepaling CO 2-uitstoot gemeente Utrecht Versie 5.0 dd 9 februari 205 Monitoring De laatste jaren is er een toenemende belangstelling naar inzicht in de energieverbruiken en de

Nadere informatie

Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal

Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal De oplossingen Electromotoren Hergebruik van restwarmte Verwarming Verlichting Perslucht Toepassing PV Warmtepomp WKK installatie Isolatie

Nadere informatie

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect Programma 10.00 uur Opening 10.05 uur De initiatiefnemers: ZMf & Zeeuwind 10.10 uur Alles over de warmtepomp Niek Tramper, Zeeuwind 10.45 uur Ervaringen

Nadere informatie

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018

Thema-avond Warmte. 28 februari 2018 Thema-avond Warmte 28 februari 2018 Energieverbruik gemiddeld huis in NL Business case voor besparingen Besparingspotentieel Netto Contante Waarde huidige besparing electra gas investeringsruimte 1500

Nadere informatie

Energiemanagement plan

Energiemanagement plan Energiemanagement plan Overzicht energiestromen / -verbruikers en CO2-emissie inventarisatie 2014 Aannemingsbedrijf B.V. 1 Inleiding Het inventariseren en analyseren van de energiestromen binnen het bedrijf,

Nadere informatie

Energiegebruik 2013. van de Nederlandse spoorsector

Energiegebruik 2013. van de Nederlandse spoorsector Energiegebruik 2013 van de Nederlandse spoorsector COLOFON: Auteurs: Neel van Hoesel (Ricardo Rail), neel.vanhoesel@ricardo.com Anton van Himbergen (Ricardo Rail), anton.vanhimbergen@ricardo. com Versie:

Nadere informatie

Duurzaam verwarmen en koelen met gas

Duurzaam verwarmen en koelen met gas Duurzame gaswarmtepompen voor o.a.: Kantoorgebouwen Frisse Scholen Verzorgingstehuizen (P4) (P6) (P7) www.gasengineering.nl Duurzaam verwarmen en koelen met gas De voordelen van verwarmen en koelen met

Nadere informatie

Efficiency Duurzaam. Warmte en koude in Nederland. Energiebesparing. Kennis Industrie. Energie Financiering. instrumenten.

Efficiency Duurzaam. Warmte en koude in Nederland. Energiebesparing. Kennis Industrie. Energie Financiering. instrumenten. 1 Warmte en koude in Nederland Efficiency Duurzaam Gebouwde omgeving Onze warmte- en koudebehoefte kosten veel energie verduurzaming biedt veel kansen Energie Financiering Kennis Industrie instrumenten

Nadere informatie

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak).

L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie Bruto binnenlands product in constante prijzen van 1995 (bron: nationale. 1A, sectorale aanpak). L 55/74 Publicatieblad van de Europese Unie 1.3.2005 BIJLAGE II LIJST VAN JAARLIJKSE INDICATOREN TABEL II-1 Lijst van prioriteitsindicatoren ( 1 ) Indicator Teller/noemer Richtsnoeren/definities ( 2 )(

Nadere informatie

Warmtepomp in de. aardbeiteelt: Energie-infodag 12 maart Herman Marien.

Warmtepomp in de. aardbeiteelt: Energie-infodag 12 maart Herman Marien. http://glasreg.khk.be/ www.khk.be Warmtepomp in de aardbeiteelt: Energie-infodag 12 maart 2009 Herman Marien Warmtepomp in de aardbeiteelt 1. Warmtebehoefte in de aardbeiteelt 2. Warmtepomp Wa-Wa; Lu-Lu;

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2016

Energie beoordelingsverslag 2016 Energie beoordelingsverslag 2016 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.

Nadere informatie

Wat kunnen we nog meer met onze restwarmte? 15 november 2007 Tom den Hartog Consultant Energy Systems Cumae BV

Wat kunnen we nog meer met onze restwarmte? 15 november 2007 Tom den Hartog Consultant Energy Systems Cumae BV Wat kunnen we nog meer met onze restwarmte? 15 november 2007 Tom den Hartog Consultant Energy Systems Cumae BV Overzicht van de presentatie Overzicht aanbod van restwarmte. Aanpak restwarmte in de papierindustrie.

Nadere informatie

De meest efficiënte motor volgens Zweeds onderzoek. Auke Jellema Account Manager

De meest efficiënte motor volgens Zweeds onderzoek. Auke Jellema Account Manager De meest efficiënte motor volgens Zweeds onderzoek Auke Jellema Account Manager Stand van zaken Sinds 1-1-2015 minimaal: IE3 of IE2 met frequentieregelaar Voor P 7,5 kw Maar er is ook regelgeving voor

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage Carbon Footprint 1 e helft 2014 2014 Orona the Netherlands B.V. Pagina 2/5 Voortgangsrapportage Carbon footprint 2014 l versie 1.0 Verantwoording Titel : 2014 Revisie : 1.0 Datum : 23 september 2014 Auteur(s) : mw. M. Losekoot (IMR Advies)

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 30 januari 2015 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Kom verder. Saxion. Kenniscentrum Design en Technologie Trends in energie voor bedrijven en bedrijventerreinen. Welkom. Jan de Wit, 20 juni 2012

Kom verder. Saxion. Kenniscentrum Design en Technologie Trends in energie voor bedrijven en bedrijventerreinen. Welkom. Jan de Wit, 20 juni 2012 Kenniscentrum Design en Technologie Trends in energie voor bedrijven en bedrijventerreinen Welkom Jan de Wit, 20 juni 2012 Vragen? Trends: 1. Energiebesparing door monitoring & procesbeheersing 2. Energiebesparing

Nadere informatie

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie)

Rapport. Klimaatvoetafdruk 2010 van Van Vessem & Le Patichou. (openbare versie) Rapport Klimaatvoetafdruk 21 van Van Vessem & Le Patichou (openbare versie) Auteur: drs. Han van Kleef Datum: 4 april 211 Document: 2724RAPP1144 Rapport Klimaatvoetafdruk 21 Van Vessem & Le Patichou 1.

Nadere informatie

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect

een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect een toekomst zonder aardgas? Warmtepomp Het Warmte Effect Programma 20.00 uur Opening 20.05 uur De initiatiefnemers: ZMf & Zeeuwind 20.15 uur Alles over de warmtepomp Niek Tramper, Zeeuwind 20.45 uur Ervaringen

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief)

Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Energie beoordelingsverslag 2015 20 januari 2016 (definitief) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik beïnvloeden 4 3.

Nadere informatie

Whitepaper. De kracht van pinch-technologie in de voedingsmiddelenindustrie WWW.VANBEEK.COM

Whitepaper. De kracht van pinch-technologie in de voedingsmiddelenindustrie WWW.VANBEEK.COM Whitepaper De kracht van pinch-technologie in de voedingsmiddelenindustrie Inleiding De voedingsmiddelenindustrie kan nog verder energie besparen door intern warmte te gaan hergebruiken. Pinch-technologie

Nadere informatie

Vermijden van verliezen bij het gebruik van industriële restwarmte

Vermijden van verliezen bij het gebruik van industriële restwarmte Vermijden van verliezen bij het gebruik van industriële restwarmte Exergie eenvoudig uitgelegd In opdracht van AgentschapNL Divisie NL Energie en Klimaat CCS B.V. Welle 36 7411 CC Deventer The Netherlands

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2014 Ter Riele Datum: 11-9-2015 Versie: 3 A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc.

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013. Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc. CO 2 - en energiereductiedoelstellingen 2012-2013 Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: Doc.nr: Red1213 CO 2-reductierapport 2012-2013 Distributielijst Naam B.Bor (Alf) M. Roeleveld (ALF)

Nadere informatie

CO 2 -Prestatieladder

CO 2 -Prestatieladder Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 Emissie-inventaris met CO2-Footprint www.apconbv.com ..........................................................................................

Nadere informatie

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING

WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING WHITEPAPER WERKING VAN WARMTEKRACHT- KOPPELING Auteur: Fred de Lede 1 Werking van warmtekrachtkoppeling De basis van warmtekrachtkoppeling met een motor is dat deze draait om stroom te genereren (zie onderstaande

Nadere informatie

Green IT GDC. Henk Veldwijk Technisch Consultant 29 Juni Lelystad

Green IT GDC. Henk Veldwijk Technisch Consultant 29 Juni Lelystad Green IT GDC Henk Veldwijk Technisch Consultant 29 Juni Lelystad Waarom? Green IT Fossiele energievoorraden zijn ongelijk verdeeld! Noord-Amerika 9 10 17 Er dreigen tekorten. Europa en Eurazië 62 306 Azië

Nadere informatie

Innovatieve koeltechniek aan boord van visserijtrawlers

Innovatieve koeltechniek aan boord van visserijtrawlers Innovatieve koeltechniek aan boord van visserijtrawlers Week van de koude 8 december 2009 Gea Grenco Jan Gerritsen Innovatie koeltechniek aan boord van visserijtrawlers Makreel Makreel Voorkoelen in RSW-tanks

Nadere informatie

Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland?

Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland? Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland? We hebben veelal nog verouderde woningen waarbij ongeveer een kwart van de huiseigenaren een hypotheekschuld heeft boven de huidige marktwaarde.

Nadere informatie

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017

Beschrijving monitoring en bepaling CO2-uitstoot gemeente Utrecht. Versie 8, juni 2017 Beschrijving monitoring en bepaling CO-uitstoot gemeente Utrecht Versie 8, juni 07 Monitoring van stedelijke CO emissie Zowel binnen als buiten de gemeente Utrecht zijn er veel initiatieven om grip te

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 18 juli 2016 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Energie besparingsmonitor 2010-2011

Energie besparingsmonitor 2010-2011 Energie besparingsmonitor 2010-2011 Inleiding In het kader van het monitoren van het Meer Met Minder convenant is er informatie verzameld onder de leveranciers van isolatiemateriaal in Nederland, Vereniging

Nadere informatie

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen Warmtepompen en warmtebronnen (augustus 2006) Warmtepompen Wat is een warmtepomp? Warmtepompen zijn duurzame energiesystemen die energie uit de omgeving, zoals buitenlucht, bodem of grondwater, omzetten

Nadere informatie

Toros Vision. Kennismaken. De nieuwe generatie combi-warmtepomp. Oktober 2015 Energie Den Bosch

Toros Vision. Kennismaken. De nieuwe generatie combi-warmtepomp. Oktober 2015 Energie Den Bosch Toros Vision De nieuwe generatie combi-warmtepomp Oktober 2015 Energie Den Bosch Kennismaken Techneco Groep» oprichting 1995 (20 jaar), vestiging in Delft» ca. 2.500 duurzame projecten in Nederland» 20

Nadere informatie

LT-warmtenet. Ruimteverwarming. Warmtapwater

LT-warmtenet. Ruimteverwarming. Warmtapwater Een lagetemperatuurwarmtenet () levert warmte voor en warmtapwater. Eén of meerdere collectieve bronnen verwarmen water dat via een buizensysteem naar de woning wordt vervoerd. In de woning is een afgifteset

Nadere informatie