COMMENTAAR OP DE ZIENSWIJZEN ONTWERPSTRUCTUURVISIE HARDERWIJK 2031

Transcriptie

1

2 COMMENTAAR OP DE ZIENSWIJZEN ONTWERPSTRUCTUURVISIE HARDERWIJK Korte inleiding Het college van Burgemeester en Wethouders van Harderwijk heeft besloten om de Structuurvisie Harderwijk 2031 op te stellen als vervolg op de Stadsvisie Harderwijk In de Stadsvisie is gekozen voor het scenario Verdiepen. De manier waarop het college de ambities waar wil maken is uitgewerkt in de Structuurvisie Harderwijk Elke gemeente is ook verplicht om per 1 juli 2013 een door de raad vastgestelde structuurvisie te hebben. Omdat in de structuurvisie thema s aan de orde komen die beoordeeld moeten worden op de milieueffecten is in 2011 een aan de structuurvisie gekoppelde Planm.e.r.-procedure gestart. Hiervoor is in 2011 de Notitie Reikwijdte en detailniveau PlanMER Structuurvisie Harderwijk 2025 gepubliceerd. In vervolg hierop is de PlanMER opgesteld die aan de Structuurvisie Harderwijk 2031 ten grondslag kan worden gelegd. Met de structuurvisie wordt beoogd op weg te gaan naar een sociaal en economisch, aantrekkelijke stad. De Structuurvisie is de basis voor toekomstige beslissingen en keuzes van het gemeentebestuur. Door het integrale karakter van de structuurvisie worden de verschillende beleidsvelden optimaal op elkaar afgestemd. De structuurvisie vormt de basis voor de verdere uitwerking in programma s. De in de structuurvisie benoemde ontwikkelsporen Zorgzame stad, Aantrekkelijke Stad, Ondernemende stad en Verbindende stad vormen hiervoor het vertrekpunt. Door te werken aan deze ontwikkelsporen wil de gemeente toe werken naar zelfredzame burgers, die gefaciliteerd worden op weg naar werk en gebruik kunnen maken van stevige sociale (wijk)structuren. De inwoners van Harderwijk kunnen gebruik (blijven) maken van een compleet voorzieningenpakket (winkels, culturele en maatschappelijke voorzieningen) en de omringende natuur. Er is een passend woningaanbod en een goede aansluiting van de arbeidsmarkt op de werkgelegenheid. De gemeente handelt in een tijd dat van alle partijen (maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven én bewoners) een nieuwe rol vraagt. Ook de gemeente gaat zich anders positioneren en die positiebepaling moet wellicht vaker worden herijkt. De gemeente gaat bijvoorbeeld op zoek naar partners die dezelfde waarden delen of doelen nastreven. Dat wordt belangrijker dan de eigendomspositie. We staan midden in een omgeving waar nieuwe wegen rond afzetbaarheid van bouwprogramma en financiering gevonden moeten worden. De gemeente accommodeert vanuit het publieke instrumentarium, maar geeft ook richting. De budgettaire mogelijkheden van de gemeente zijn evenwel beperkt. De leidraad wordt: uitnodigen en uitdagen in plaats van voorschrijven. Toch moet de structuurvisie houvast bieden, maar voor een belangrijk deel is het door de weerbarstige omgeving niet in gewapend beton te gieten. De houding van de gemeente Harderwijk is: open omgaan met kansen. Daarbij passen vernieuwende oplossingen, die duurzaam zijn en passen binnen maatschappelijk verantwoord ondernemen, in het gedachtegoed van deze structuurvisie. De gemeente heeft daar de inzet van anderen bij nodig.

3 Termijn Het ontwerpstructuurvisie Harderwijk 2031 heeft met ingang van 28 augustus 2012 gedurende zes weken voor iedereen ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon een ieder schriftelijk zienswijzen kenbaar maken bij de gemeenteraad. Desgewenst kon ook worden volstaan met een mondelinge zienswijze. Dit is op 22 augustus bekend gemaakt in Het Kontakt en in de Nederlandse Staatscourant. De stukken waren ook raadpleegbaar op de gemeentelijke website en 3. Zienswijzen De volgende schriftelijke reacties zijn ontvangen naar aanleiding van de tervisielegging van de ontwerpstructuurvisie Harderwijk 2031 nr. naam adres nr. brief datum ontvangst 1. A.A. in t Veld Bachdreef 279 I september AK HARDERWIJK 2. Gasunie Postbus 19 I september MA GRONINGEN 3. Bedrijvenkring Harderwijk (BKH) Postbus 115 I oktober AC HARDERWIJK 4. Kamer van Koophandel Postbus AA Harderwijk I oktober 2012 Van de mogelijkheid om uitsluitend mondeling te reageren is geen gebruik gemaakt: 4. Ontvankelijkheid De ontwerpstructuurvisie Harderwijk 2031 heeft met ingang van 28 augustus 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon een ieder zienswijzen kenbaar maken bij de gemeenteraad. Alle ingediende zienswijzen zijn binnen de termijn van inzagelegging ontvangen en worden in behandeling worden genomen. 5. Zienswijzen en gemeentelijk commentaar Vervolgens zullen de tijdig ingekomen zienswijzen worden samengevat en becommentarieerd. Zienswijze 1. Opmerking 1.1 Reclamant stelt dat de wijkvereniging Drielanden dringend behoefte heeft aan een eigen accommodatie, mede voor het opvangen van hangjeugd. Dat begint redelijk ernstige vormen aan te nemen. Verder zijn sportvoorzieningen gewenst. De wijk is daar totaal van verstoken. Graag wil reclamant het overleg daarover openen. Wij hebben onder het ontwikkelspoor Zorgzame stad in de structuurvisie opgenomen dat een passend voorzieningenniveau op wijk- en buurtniveau wenselijk is. De structuurvisie beperkt zich tot dat abstractieniveau. Bij de ontwikkeling van Drielanden West zal in de bestemmingsplannen rekening worden gehouden met mogelijkheden voor meer wijkvoorzieningen. Het verzoek om een gesprek over een eigen accommodatie voor de wijkvereniging is doorgegeven aan de wijkmanager Drielanden. Deze is voor reclamant de contactpersoon voor verzoeken en wensen op wijkniveau. Overigens is de planning dat er in september 2014 een nieuwe sportaccommodatie in Drielanden West in gebruik genomen kan worden, die ook gehuurd kan worden ten behoeve van sportactiviteiten voor jongeren..

4 - 3 - Zienswijze 2. Opmerking 2.1 Reclamant verzoekt, gezien het planologische en risicovolle karakter van de aardgastransportleidingen, te zijner tijd in de uitwerking naar bestemmingsplannen aandacht te besteden aan de aanwezigheid van de aardgastransportleiding en het hiervoor geldende externe veiligheidsbeleid. Wij hebben onder het ontwikkelspoor Zorgzame stad de doelstelling leefbaarder en veiliger woonomgeving beschreven. In de toelichting is onder het kopje Gezonde woonomgeving beschreven dat de gemeente zich inzet om leefomstandigheden van al haar inwoners te verbeteren. De prioriteit ligt daarbij op die inwoners die meer dan gemiddeld hinder ondervinden van geluid, luchtverontreiniging, of bovengemiddeld risico lopen vanwege de aanwezigheid van risicobronnen. Dat laatste verwijst onder andere naar het risicovolle karakter van de aardgastransportleidingen. Wanneer de aardgastransportleiding in het plangebied ligt of het plangebied binnen de inventarisatieafstand van de aardgastransportleiding ligt, nemen wij een externe veiligheidsparagraaf op in het bestemmingsplan. In deze paragraaf nemen wij de toetsing aan het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico op. Dit is geborgd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Ter verduidelijking zal onderstaande voetnoot in de structuurvisie worden opgenomen: Voor externe veiligheid gaat het om 2 dingen: je moet toetsen aan het plaatsgebonden risico het groepsrisico verantwoorden als: - in het plangebied externe veiligheidsbronnen (inrichtingen, buisleidingen of transportroutes) zijn geprojecteerd of aanwezig zijn. - het plangebied binnen plaatsgebonden risicocontouren of invloedsgebieden voor het groepsrisico ligt van externe veiligheidsbronnen buiten het plangebied De zienswijze wordt op dit punt wel gedeeld. Deze zienswijze geeft aanleiding de ontwerpstructuurvisie gewijzigd te laten vaststellen. Opmerking 2.2 Reclamant adviseert een berekening van het groepsrisico te (laten) uitvoeren en in een bestemmingsplan een verantwoording van het groepsrisico af te leggen. Reclamant meldt dat indien de gemeente verantwoording van het groepsrisico wil afleggen, zij met behulp van het rekenpakket CAROLA zelf de externe veiligheidsrisico s van ondergrondse hoge druk aardgastransportleidingen dient te berekenen. Het in beeld brengen van het groepsrisico bij bestemmingsplannen is een wettelijk onderdeel van de planvorming en wordt meegenomen bij het opstellen van bestemmingsplannen. De beantwoording bij opmerking 2.1 is hier ook van toepassing... Opmerking 2.3 Voor een goede invulling van het belang van reclamant in de uitwerkingen, verzoekt reclamant te zijner tijd betrokken te worden bij het vooroverleg (artikel Bro).

5 - 4 - Bij het opstellen van bestemmingsplannen nabij gastransportleidingen zal de reclamant worden betrokken. Zienswijze 3. Opmerking 3.1 Reclamant vraagt zich af of zorg en (recreatie) toerisme een terechte prioriteitstelling is gezien de samenstelling van de leden van de BKH. Reclamant vindt dat met deze keuze een zekere onderwaardering van de toegevoegde waarde van de technologische en digitale industrie (kennis- en maakindustrie) wordt gesuggereerd. Reclamant is van mening dat het beleidsaccent meer moet liggen op de ontwikkeling van de technologische innovatie (mechatronica), de recyclingindustrie en de logistieke sector en, in relatie hiermee, op de stimulering van het technisch onderwijs (Techniek Academie). Wij hebben aansluiting gezocht bij de regionale visie Carevalley voor de onderwerpen zorg en recreatie. Onder het ontwikkelspoor Ondernemende stad hebben wij ook het belang van kenniseconomie en innovatie onderkend. In paragraaf is gesteld dat wij de regio graag ook profileren met de aanwezige innovatief sterke bedrijven. De zeer concrete beschrijving van een aantal specifieke sectoren sluit wellicht andere, mogelijk toekomstig interessante sectoren uit. Wij willen graag ruimte bieden aan bedrijvigheid dat werkgelegenheid biedt voor hoger opgeleiden. De zienswijze wordt op dit punt wel gedeeld. Het delen van deze zienswijze geeft geen aanleiding de Opmerking 3.2 Reclamant merkt op dat De Sypel op de visiekaart van de Ondernemende Stad als werkgebied wordt aangeduid. In paragraaf echter wordt de De Sypel primair als kantorenlocatie getypeerd. In het licht van de afnemende vraag naar zelfstandige kantoorruimte (zie paragraaf ) verdient het volgens reclamant aanbeveling om de op de voornoemde visiekaart aangegeven kantoorlocaties om te zetten in werkgebieden. Dit betekent dat ook de Stationsomgeving de status krijgt van werkgebied gecombineerd met onderwijscentra. Wij hebben werkgebied De Sypel opgenomen in de visiekaart Ondernemende Stad onder werkgebieden. Dit dekt ook de lading. Bedrijvenpark De Sypel is een werkgebied waar een verzameling van uiteenlopende bedrijven, waaronder kantoren, zijn gehuisvest. Een deel van werkgebied De Sypel is genoemd in de Kantorennota als kantoorlocatie. Uit de analyse in hoofdstuk 6 blijkt dat er veel kantorenmeters worden aangeboden in Harderwijk die de vraag ruim te boven gaat. De aanduiding kantoren voor werkgebied De Sypel is weggelaten op de kaart, waarmee wordt geanticipeerd op een transformatie van kantorenlocatie naar bedrijvenpark met mogelijkheden om veel functies, waaronder kantoren, te combineren. Wij streven voorts naar concentratie van kantorenfuncties. De Stationsomgeving leent zich goed voor de vestiging van nieuwe kantoren vanwege de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer, de combinatie met functies voor maatschappelijke doeleinden, waaronder zorg en onderwijs. Het bestempelen van de Stationsomgeving als werkgebied zou juist veel bedrijvigheid toestaan. Wij zien graag bedrijven zich vestigen op het regionaal bedrijventerrein om de (milieu)belasting die dat geeft op de leefomgeving buiten de woongebieden te houden. De zienswijze wordt op dit punt niet gedeeld. Deze zienswijze geeft geen aanleiding de -

6 - 5 - Opmerking 3.3 Effectdoelstelling 1 behelst verbeteren van de werkgelegenheid. Reclamant benadrukt dat het bereiken van deze doelstelling nauw samenhangt met het stimuleren van zelfstandig ondernemerschap en dat de rol van de overheid daarbij vooral gelegen is in het scheppen en beheren van gunstige vestigingscondities (bijv. aanpassing van grondprijzen!) die bijdragen aan de ontplooiing van economische activiteiten. In de structuurvisie wordt niet concreet ingegaan op de grondprijzen. Dat is gebeurd in 2012 in de Nota Grondbeleid en als actiepunt daaruit wordt in 2013 een Nota uitgiftebeleid opgesteld. In dit uitgiftebeleid worden de grondprijzen geactualiseerd en getoetst aan de actuele marktsituatie. De zienswijze wordt op dit punt gedeeltelijk gedeeld. Deze zienswijze geeft geen aanleiding de - Opmerking 3.4 Reclamant merkt op dat één van de condities goede bereikbaarheid is en onderschrijft het belang van capaciteitsverbetering van de A28 en de N302 en dat Harderwijk (eindelijk) wordt opgenomen in het netwerk van de Intercitystations. Wij hebben dit ook opgenomen in de structuurvisie en zijn het op dit punt eens met reclamant. Daarbij moet worden opgemerkt dat de capaciteitsverbetering van de N302 rond Harderwijk sterk is verbeterd. Het knelpunt in Flevoland is gesignaleerd maar ligt buiten Harderwijks grondgebied en dus buiten onze directe invloed en gezag. De capaciteitsverbetering van de A28 en de intercitystatus van het station zijn beiden punten van aandacht waar de gemeente regelmatig de aandacht op vestigt. Voor wat betreft het station is met Randstadspoor een eerste stap gezet naar capaciteitsverbetering door een frequentere verbinding met de Randstad. Voor wat betreft de A28 is de gemeente in grote mate afhankelijk van het rijk. Wel zal de gemeente blijven ijveren voor een verbetering van de capaciteit maar zijn dergelijke ingrepen niet mogelijk zonder medewerking van anderen. Zienswijze 4. Opmerking 4.1 Reclamant merkt op dat voor samenwerking in de regio een groot draagvlak en betrokkenheid noodzakelijk is. Niet alleen draagvlak en betrokkenheid op bestuurlijk niveau, maar ook bij de inwoners en het bedrijfsleven. Tot op heden constateert reclamant dat samenwerking niet altijd zichtbaar en positief wordt uitgedragen. Vaak is er nog sprake van negatieve concurrentie en onvoldoende afstemming op diverse terreinen. Misschien wel afstemming, maar bij de uitvoering laat de samenwerking wel eens te wensen over (ontwikkelingen in de detailhandel en bij de uitwerking van de afspraken rondom het Regionaal Programma Bedrijventerreinen). Reclamant mist in de visie een heldere vertaalslag naar het verkrijgen van voldoende draagvlak in de regio en het vergroten van de zichtbaarheid van de samenwerking. Wellicht is een heroriëntatie van de structuur van de Regio Noord Veluwe (RNV) noodzakelijk, waarbij van vrijblijvendheid geen sprake meer kan zijn en afspraken ook afdwingbaar zijn. Met het project de Noord Veluwe Onderneemt zal reclamant zich inzetten om de economische positie van de regio Noord Veluwe in de toekomst te behouden en uit te bouwen. Het bundelen van de krachten is hierbij noodzaak en de gemeente Harderwijk speelt hierin een cruciale rol. Wij hebben onder het ontwikkelspoor Verbindende stad als één van de doelstellingen meer partnerschap en samenwerking benoemd. De aspecten die reclamant noemt zullen binnen deze doelstelling de aandacht

7 - 6 - krijgt. Wij zijn van mening dat reclamant de juist constatering maakt. Wij gaan graag met reclamant is gesprek om de samenwerking in de regio te bevorderen.. - Opmerking 4.2 Reclamant onderschrijft dat Harderwijk vooral bekend staat als een toeristisch aantrekkelijke stad en dat hierdoor sprake is van een te eenzijdig imago en dat verbreding van dit profiel belangrijk is. Echter, vindt het daarom enigszins verwarrend dat op pagina 29 aangegeven wordt te willen streven naar een duidelijk profiel van de economie, waarbij zorg en recreatie speerpunten zijn. Reclamant is van mening dat als de gemeente Harderwijk en de regio economisch gezond wil blijven in tijden dat vernieuwing, hightech en een goed opgeleide beroepsbevolking de enige mogelijkheden zijn om de concurrentie aan te gaan er nu belangrijke stappen gezet moeten worden. Wij adviseren u dan ook de maakindustrie in de meest brede zin van het woord (productiebedrijven, procesindustrie, assemblage en delen van value added logistics) op te nemen als één van de speerpunten, naast zorg en recreatie. Zie beantwoording 3.1. Opmerking 4.3 Reclamant merkt op dat op pagina 32 staat dat de gemeente op lange termijn wil streven naar ruimte die goed wordt benut waarbij rekening wordt gehouden met veranderende wensen en behoeften. Als voorbeeld wordt een duurzame inrichting van bedrijventerrein Lorentz III genoemd. Verder wil de gemeente de regionale functie versterken door het realiseren van nieuwe bedrijvigheid op het regionale bedrijventerrein. In de indicatieve uitvoeringsagenda wordt aangegeven dat de gemeente dit wilt bereiken door de uitvoering van een marketingproject. Reclamant is van mening dat dit streven eerst moeten worden voorafgegaan door een onderzoek naar de huidige kansen en de positie van Lorentz III. De keuze voor Lorentz III als regionaal bedrijventerrein is gemaakt in een andere tijd. Reclamant adviseert met alle partners in de regio een discussie op te starten naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van Lorentz III. Wellicht kan het organiseren van een soort creatieve sessie, onder deskundige leiding, een eerste aanzet zijn om eens na te denken over de toekomstige ontwikkeling en invulling van Lorentz III en inzicht te krijgen in de veranderende wensen en behoeften. Wij geven de suggestie door aan de programmamanager Ondernemende stad. Opmerking 4.4 Reclamant merkt op dat de ontwikkelingen in de detailhandel leiden tot een structureel afnemende behoefte aan fysieke winkels. Daarom adviseert reclamant om zeer zorgvuldig om te gaan met het uitbreiden van het winkelaanbod en het regionale aanbod mee te nemen bij alle plannen die nu worden ontwikkeld. Dus ook hier is regionale afstemming zeer gewenst. Wij hebben zeer recent een nieuwe detailhandelsvisie vastgesteld waarbij ook reclamant is betrokken bij de totstandkoming. Wij beperken detailhandel tot de historische binnenstad en de wijk- en buurtwinkelcentra.

8 - 7 - Solitaire, zelfstandige detailhandel wordt zoveel mogelijk geweerd en waar mogelijk teruggedrongen van bedrijventerreinen. Grootschalige detailhandel vindt in principe alleen plaats op de GDV-locaties Tonsel, Deventerweg en De Harder. Verder houden wij de ontwikkelingen in de detailhandel nauwgezet in de gaten en zullen waar nodig het beleid bijstellen wanneer de actualiteit daarom vraagt. Dat is ook mede reden om deel B van de structuurvisie jaarlijks te actualiseren. Wij zijn het met reclamant eens dat ook detailhandel op regionaal niveau bekeken zou moeten worden. 6. Samenvatting In totaal vier zienswijzen zijn behandeld. Van deze zienswijzen wordt voorgesteld de zienswijzen overeenkomstig het commentaar te beantwoorden. Dat houdt in dat: - Zienswijzen 1, 2 onder 2 en 3, 3 onder 1, 3 en 4 worden gedeeld, maar geen aanleiding geven tot aanpassing van de structuurvisie; - Zienswijze 2 onder 1 wordt gedeeld en aanleiding geeft tot het opnemen van een voetnoot; - Zienswijze 3 onder 2 niet wordt gedeeld; - Zienswijze 3 onder 3 gedeeltelijk wordt gedeeld, maar geen aanleiding geeft tot aanpassing van de structuurvisie. Harderwijk, 15 oktober 2012

9 Ambtshalve wijzigingen ontwerpstructuurvisie Harderwijk 2031 In de ontwerpstructuurvisie zijn ambtshalve een aantal wijzigingen doorgevoerd in verband met de consistentie of ter verheldering. Tevens is de in de commentaarnota genoemde voetnoot opgenomen in de structuurvisie. 1. In de inhoudsopgave is in de gedrukte versie achter 5.5 abusievelijk Netwerkstad blijven staan. In plaats van Verbindende stad; 2. In 4.2.2, 4.3.1, en is (waaronder commerciële sportvoorzieningen) toegevoegd bij respectievelijk de term maatschappelijke voorzieningen en de term maatschappelijke doeleinden. Dit omdat commerciële sportvoorzieningen normaal gesproken onder de functie Sport vallen en niet onder Maatschappelijke doeleinden. In de visie wordt de functie sport echter niet expliciet weergegeven op de kaarten. 3. In is onder het kopje Gezonde woonomgeving het woord bovengemiddeld verwijderd; 4. In is onder het kopje Gezonde woonomgeving achter het woord risicobronnen een voetnoot geplaatst: Voor externe veiligheid gaat om 2 dingen: je moet toetsen aan het plaatsgebonden risico het groepsrisico verantwoorden als: - in het plangebied externe veiligheidsbronnen (inrichtingen, buisleidingen of transportroutes) zijn geprojecteerd of aanwezig zijn. - het plangebied binnen plaatsgebonden risicocontouren of invloedsgebieden voor het groepsrisico ligt van externe veiligheidsbronnen buiten het plangebied; 5. In is het kopje Kwaliteitsimpuls sportaccommodaties vervangen door Sport- en speelvoorzieningen op wijkniveau. Daaronder is de volgende tekst geplaatst: De gemeente wil kinderen, volwassenen (ook ouderen) in Harderwijk stimuleren om te spelen, te bewegen en te sporten. Door hiervoor ruimte in de wijk te reserveren en voorzieningen in de wijk te stimuleren, maakt de gemeente dit aantrekkelijk en laagdrempelig. Gedacht moet worden aan speeltuinen, multifunctionele (kunstgras) sportveldjes en buiten-fitness (zogenaamde beweegtuin voor ouderen). Kortom een openbare ruimte die uitnodigt om te bewegen, te fietsen en te sporten. Op deze manier kan bewegen, spelen en sporten wijkbewoners op een positieve manier samenbrengen; 6. In is de volgende tekst toegevoegd: Sportvoorzieningen krijgen een kwaliteitsimpuls,waardoor het in 2031 mogelijk is om meer topsportevenementen in Harderwijk te organiseren; 7. In is onder het kopje Het bevorderen van de diversiteit in woonmilieus toegevoegd:..., het landelijk wonen zoals dat al aanwezig is in Hierden Bosch; 8. In in de 2 e alinea na tabel 4 is PDV vervangen door detailhandelsbedrijven; 9. In is in het bijschrift van tabel 6 de tekst...en mogelijk nieuwe... verwijderd; 10. In is Perifere nieuwe... vervangen door Grootschalige... ; 11. Eveneens in is PDV vervangen door...grootschalige detailhandelslocaties....