Kaag en Braassem 3 0 DEC Aan de gemeenteraad. Geachte leden van de raad,

Transcriptie

1 Bezoekadres Westeinde 1, 2371 AS Roelofarendsveen I M M G E M E E N T E Kaag en Braassem Postadres Postbus 1,2370 AA Roelofarendsveen T: (071) E: info@kaagenbraassem.nl w: Aan de gemeenteraad datum 3 0 DEC 2015 ons kenmerk uw brief van uw BSN uw kenmerk behandeld door V.E. Schouten I A. Witte onderwerp Toekenning Incidentele aanvullende uitkering 2014 bijiage(n) Toekenningsbeschikking van het ministerie van SZW d.d Geachte leden van de raad, Op 30 november jl. bent u door middel van een brief geïnformeerd over een mogelijke aanvraag voor een vangnetuitkering 2015 op grond van de Participatiewet. In deze brief staat vermeld dat we voor het jaar 2014 een aanvraag hebben ingediend voor de incidentele aanvullende uitkering (IAU). De IAU biedt financiële compensatie voor dat deel van het budgettekort, dat het eigen risico van 10*^ overstijgt. Inmiddels bestaat de IAU niet meer en is deze vervangen door de tijdelijke vangnetuitkering. Wij informeren u graag over het verloop van de aanvraag. Om in aanmerking te komen voor de IAU moet een gemeente voldoen aan één van de drie arbeidsmarktcriteria. Een aanvraag indienen op grond van artikel 69, lid 1 Wet werk en bijstand was dan voldoende. Kaag en Braassem voldeed in 2014 aan geen van de gestelde arbeidsmarktcriteria. Dan mag een aanvraag ingediend worden maar moet deze onderbouwd zijn met een analyse van de arbeidsmarkt, van het beleid en van de uitvoering van het beleid. 5 De Toetsingscommissie komt tot de conclusie dat er gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt en op grond van die motivering wordt de IAU voor het jaar 2014 toegekend. De uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie wordt veroorzaakt door: Pagina 1 van 2

2 onderwerp Toekenning Incidentele aanvullende uitkering de combinatie van de ontwikkelingen van vraag en aanbod tegen de achtergrond van de spanningsindicator in onze arbeidsmarktregio die veel sterker is gedaald dan de landelijke ontwikkeling; 2. de sterkere stijging van de werkloosheid dan landelijk en; 3. de enigszins sterkere stijging van het gemiddelde aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) dan landelijk. Het ministerie van SZW heeft ons op 26 november jl. een beschikking gezonden waarin de IAU 2014 wordt toegekend. Het tekort, na aftrek van het eigen risico, was C en dit bedrag krijgt de gemeente alsnog uitgekeerd. Te uwer informatie treft u de beschikking hierbij aan. Met vriendelijke groet, gemeentesecretaris, prei dieiburgemeeşter, juuryt 3es K.M. míj Jť Pagina 2 van 2

3 Conformlijst ja I Afdoeningsmandaat ja I nee Kaag en Braassem Vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 december 2015 agendapunt: Onderwerp Toekenning Incidentele aanvullende uitkering 2014 Datum 2 december 2015 Voorbereid door V.E. Schouten 1A. Witte Afdeling Samenleving Portefeuillehouder F.M. Schoonderwoerd Financiële gevolgen 1 Een incidentele inkomst van f , te verwerken bij het jaarrekeningresultaat dekking Bijlage(n) met Corsanummers Conceptbrief Beschikking ministerie ( ) Openbaar Gemeenteraad Beslispunten Samenvatting ja nee Instemmen met de conceptbrief aan de raad Op 31 juli 2015 hebben wij een aanvraag ingediend voor de Incidentele aanvullende uitkering (IAU) 2014 op grond van de Wet werk en bijstand. De IAU biedt financiële compensatie voor dat deel van het budgettekort, dat het eigen risico van îũ/% overstijgt. Het ministerie van SZW heeft ons op 26 november jl. een beschikking gezonden waarin de IAU 2014 wordt toegekend. Het tekort, na aftrek van het eigen risico, was C en dit bedrag krijgt de gemeente alsnog uitgekeerd. De Toetsingscommissie komt tot de conclusie dat er gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt en op grond van die motivering wordt de IAU voor het jaar 2014 toegekend. conform advies bespreken opmerkingen K M. van der Velde-Menting F.M. Schoonderwoerd H.P.M. Hoek Y. Peters-Adrian H.J.A. van Schooten Besluit d.d. M.E. Spreij Conform besloten, d.d. 15/12/2015 4m

4 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus S09 Lv Den Haag Aan het college van burgemeester en van de gemeente Kaag en Braassem Postbus AA Roelofarendsveen Datum 26 november 2015 wqlliuuum GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Doc.soorl: n Datum: 2 7 NOV 2015 Volgnr.: OVB:ja / nee Fysiek: ja I nee Betreft Toekenning incidentele aanvullende uitkering over V OR RO SL Directie Participatie en Decentrale Voorzieningen' Postbus S09LV Den Maag Anna van Hannoverstraat 4 T F Contactpersoon R.Schuurmans T E RSchuurmans@rnlnszw.nl Ome referentie 201S Bijlagen Advies van de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet Geacht college, Met deze beschikking ken ik u een incidentele aanvullende uitkering toe. In het vervolg van deze beschikking wordt u hierover nader geïnformeerd. Over de besteding van deze uitkering behoeft u zich niet aan het Rijk te verantwoorden. BETROKKEN PARTIJEN VERSTREKT DOOR TOEGEKENO AAN DATUM De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid College van burgemeester en wethouders ván de gemeente Kaag en Braassem 26 november 2015 REGELING KENMERK TYPE 'NAAM DATUM VERZOEK BEDRAG JAAR WAAROVER TOELICHTING N.v.t. Aanvullende uitkering Incidentele aanvullende uitkering 3İ juli 2015 ť , Indien het toegekende bedrag afwijkt van de door u verzochte aanvulling, houdt dit verband rríet hetzij een afrondingsverschil hetzij het feit dat voor de berekening van de aanvullende uitkering wordt uitgegaan van de relevante baten en lasten in het kader van het WWB-budget, zoals die door Pagina 1 van 3

5 uw gemeente zijn verantwoord in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening over 2014 én de constatering dat u in uw verzoek van andere bedragen bent uitgegaan. OMSCHRIJVING REGELING BASIS VAN DE VERSTREKKING Artikel 74, eerste lid, van de Wet werk en bijstand. BELEIDSDOELSTELLING De incidentele aanvullende uitkering beoogt financiële compensatie te bieden aan gemeenten die door een uitzonderlijke situatie öp de arbeidsmarkt incidenteel een tekort hebben van meer dan lova op hun budget als bedoeld in artikel 69 van de WWB en die voldoen aan alle geldende procedurele en inhoudelijke voorwaarden. WIJZE VAN BETALING Voornoemd bedrag zal in het eerste kwartaal van 2016 worden overgemaakt naar IBAN NL69 BNGH 028S SPECIFIEKE WETGEVING WET WERK EN BIJSTAND (PER 31 DECEMBER 2014) Artikel Indien de verstrekte uitkering op grond van artikel 69 onvoldoende dekking biedt voor de netto lasten van het toekennen van algemene bijstand, uitkeringen of inkomensvoorzieningen als bedoeld in artikel 69, eerste lid, kan dopr Onze Minister op verzoek van het college een incidentele of meerjarige aanvullende uitkering worden verleend. REGELING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ Artikel 15. Incidentele aanvullende uitkering 2014 Deze bepaling is inhoudelijk identiek aan artikel 15 van de Regeling WWB, IOAW en IOAZ, zoals dat artikel luidde op 31 december OVERGANGSRECHT BESLUIT PARTICIPATIEWET Artikel 10b. 1. Op incidentele aanvullende uitkeringen, bedoeld in artikel 10 van het Bestuit WWB 2007, zoals dat artikel luidde op 31 december 2014, die betrekking hebben op het kalenderjaar 2014, blijft dat artikel 10 van toepassing. Pagina 2 van 3

6 TOETSINGSCOMMISSIE AANVULLENDE UITKERINGEN PARTICIPATIEWET Bíj mijn besluit heb ik het advies van de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet betrokken. Dit advies treft u bijgaand aan. ļcorrespondentie Heeft u na het lezen van deze beschikking en bijbehorende toelichting nog inhoudelijke vragen over wet- en regelgeving, dan kunt u die stellen via het contactformulier op het Gemeenteloket van SZW. Zie hiervoor: gemeenteloket.szw.nl/contact.html. BEKRACHTIGING Hoogachtend, de Staâtssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, mr. C. Bronda MPA Directeur Participatie en Decentrale Voorzieningen BEZWAARMOGELIJKHË1D Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.y. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning Bezwaar en Beroep, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet Juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken tė voegen. Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op. Pagina 3 van 3

7 uitkeringen Participatiewet Advies van de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet inzake het verzoek om een Incidentele aanvullende uitkering over 2014 van de gemeente Kàag en Braassem (1884) (bijlage 7 bij de brief van de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet aan staatssecretaris Ĵ. Klijnsma van 24 november 2015; kenmerk TC/IAU/15/009) Inleiding De gemeente Kaag en Braassem heeft op 31 juli 2015 bij de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet (voorheen: Toetsingscommissie WWB; hierna te noemen: commissie) voor een bedrag van C ,- een verzoek ingediend om een incidentele aanvullende uitkering (IAU) op het over 2014 toegekende budget als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de WWB. Oit verzoek was voorzien van. alle vereiste bijlagen en is tijdig door de commissie ontvangen. Om in aanmerking te kunnen komen voor toekenning van het door de gemeente aangevraagde bedrag, toetst de commissie allereerst of sprake is van een rechtmatige uitvoering van de WWB, IOAW en IOAZ in het kalenderjaar Als het oordeel negatief is, dan adviseert de commissie om het verzoek om een IAU af te wijzen. Als het oordeel over de rechtmatige uitvoering positief is, dan toetst de commissie vervolgens of naar het oordeel van de commissie sprake Is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Als dit oordeel positief is, dan zal de commissie bij een gemeente met een inwonertal tussen en adviseren om het verzoek om IAU toe te kennen. Als het oordeel negatief is, dan heeft de commissie bij gemeenten met een inwonertal tussen İ0.000 en de bevoegdheid om beleid en uitvoering van de gemeente in haar oordeel te betrekken. Indien beleid en uitvoering hiertoe aanleiding geven, kan de commissie alsnog tot het oordeel komen dat het verzoek om IAU voor inwilliging in aanmerking kan komen. 1. Rechtmatige uitvoering WWB Op grond van artikel 10, vierde lid, onder a, van het Besluit WWB 2007 wordt een IAU-verzoek in ieder geval afgewezen, indien de minister van SZW de gemeente een aanwijzing heeft gegeven wegens ernstige tekortkomingen in de rechtmatige uitvoering van de wet. De commissie constateert dat een dergelijke aanwijzing niet is gegeven aan de gemeente Kaag en Braassem. Op grond van artikel 15, vierde lid, onder b, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IÒAZ kan een IAU-verzoek slechts worden toegekend, indien naar het oordeel van de toetsingscommissie dę overstijging van de eigen risicodrempehvan HOVo van het toegekende budget niet het gevolg is van een onrechtmatige uitvoering van de WWB, de IOAW of de IOAZ. De commissie baseert haar oordeel over de rechtmatigheid van de uitvoering op de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet. Bij haar beoordeling of er sprake is van een onrechtmatige uitvoering betrekt de commissie alleen de fouten en onzekerheden, die de accountant heeft gerapporteerd in het kader van de verantwoording van het budget als bedoeld in artikel 69 van de WWB (de zogenaamde "gebundelde uitkering"). Er is sprake van een onrechtmatige uitvoering indien het totaal van de in het verslag van bevindingen bij de gemeentelijke jaarrekening gerapporteerde fouten'en onzekerheden meer bedraagt dan de voor de gemeente toepasselijke rapporteringstolerantie, als geregeld in artikel 5, vierde lid,, van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. Naar het oordeel van de commissie is bij de gemeente Kaag en Braassem de overstijging van de eigen risicodrempel van HOVo (van het toegekende budget) niet het gevolg van een onrechtmatige wetsuitvoering.. 2. Uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt Op grond van artikel 15, vierde lid, onder a, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ kan een IAU-verzoek slechts worden toegekend,, indien naar het oordeel van de toetsingscommissie sprake is van een uitzonderlijke situatie op ďe arbeidsmarkt. Voor de beoordeling of sprake is van een üitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, volgt de commissie de volgende ştappen: 1

8 » indien de gemeente voldoet aan het criterium van artikel 15, vijfde lid, van dè Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ (WWB-criterium), dan is sprake van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt.» indien de gemeente niet voldoet aan het voornoemde WWB-criterium, dan beoordeelt de commissie of de gemeente voldoet aan ten minste één van de twee door de commissie ontwikkelde statistische arbeidsmarktcriteria (WBB-criterium of NWW-criterium). «indien de gemeente niet aan ten minste één van deze voornoemde arbeidsmarktcriteria voldoet, dan beoordeelt de commissie op basis van de bij door de gemeente bij de aanvraag aangeleverde analyse van de arbeidsmarkt, alsmede op basis van overige bij de commissie beschikbare, arbeidsmarktinformatie, of kan worden gesproken van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. 2.1 Wettelijk arbęidsmarktcriterium De commissie heeft aan de hand van de beschikbare CBS-gegevens beoordeeld of de gemeente Kaag en Braassem heeft voldaan aan het arbeidsmarktcriterium van artikel 15, vijfde lid, van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. Een gemeente voldoet hieraan voor het jaar 2014 indien: * de instroom van de gemeente in 2014 ten opzichte van de gemiddelde instroom van de gemeente in de jaren 2011 tot en met 2013 hoger is dan de landelijke instroom in 2014 ten opzichte van de gemiddelde.landelijke instroom in de jaren 2011 tot en met 2013 én. * de uitstroom ván de gemeente in 2014 ten opzichte van de gemiddelde uitstroom van de gemeente ih.de jaren 2011 tot en met 2013 lager is dan de landelijke uitstroom in 2014 ten opzichte van de gemiddelde landelijke uitstroom in de jaren 2011 tot en met De instroomontwikkeling van de gemeente Kaag en Braassem was in 2014 ten opzichte van het gemiddelde in de jaren 2011 tot en met 2013 hoger dan landelijk (namelijk 206,3 0 Zo in de gemeente tegenóver 112,6 0 Zo landelijk); de uitstroomontwikkeling van gemeente Kaag en Braassem was in 2014 ten opzichte van het gemiddelde in de jaren 2011 tot ėn met 2013 hoger " dan landelijk (namelijk l38,5 0 Zo in de gemeente tegenover 114,3 0 Zo landelijk). De gemeente Kaag en Braassem voldoet daarmee niet aan het arbeidsmarktcriterium van de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. 2.2 Door de commissie ontwikkelde arbeidsmarktcriteria De vraag of in de gemeente Kaag en Braassem sprake was van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt diende dus zelfstandig door de commissie te worden beoordeeld. De commissie heeft deze beoordelinġsruimte ingevuld door twee arbeidsmarktcriteria te ontwikkelen. Indien een gemeente aan ten minste een van deze criteria voldoet, dan is de commissie van oordeel dat gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Het eerste criterium betreft het WBB-criterium, waarbij WBB staat voor werkloze beroepsbevolking. Dit criterium gaat uit van de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage (d.w.z. de werkloze beroepsbevolking als percentage van de totale beroepsbevolking) over.de periode 2012 tot en met 2014 in het COROP-gebied Agglomeratie Leiden en Bollenstreek - waartoe de gemeente Kaag en Braassem behoort - in vergelijking met Nederland. De ontwikkeling van het werkloosheidspercentage is een goede indicator van de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de regio waartoe de gemeente behoort. De commissie is van oordeel dat er.sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt als de ontwikkeling in het COROP-gebied waartoe de gemeente behoort meer dan 1,0 procentpunt hoger is dan in Nederland. In Nederland was in ,40/0 van de beroepsbevolking werkloos en in ,3 0 Zo, een toename van 1,9 procentpunt. Om aan het WBB-criterium te voldoen, dient daarom de ontwikkeling van de werkloosheid in het betreffende COROP-gebied meer dan 2,9 procentpunt toe te nemen (zijnde de landelijke toename van 1,9 procentpunt plus de marge van 1 procentpunt). In het COROP-gebied Agglomeratie Leiden en Bollenstreek waartoe Kaag en Braassem behoort, heeft de werkloosheid zich ontwikkeld van 4,70/0 in 2012 naar 6,30/0 in 2014; een verandering van 1,6 procentpunt. De gemeente voldoet daarmee niet aan het WBB-criterium. Heţ tweede criterium betreft het NWW-criterium, waarbij NŴW staat voor niet-werkende werkzoekenden.. Dit criterium betreft de ontwikkeling van het gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) tussen 2012 en 2014 ten opzichte van de ontwikkeling van het gemiddeld aantal NWW'ers in Nederland in diezelfde periode. Hoewel de ontwikkeling van het aantal NWW'ers naar het oordeel van de commissie een minder goede indicator is voor de situatie op de arbeidsmarkt dan de ontwikkeling van de werkloze beroepsbevolking, geeft deze wel informatie over het aantal personen dat bij de arbeidsmarkt is betrokken. De commissie, is daarom van oordeel dat het redelijk is om te spreken van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt als de 2

9 ontwikkeling van het aantal NWW'ers over de periode 2012 tot en met 2014 in de gemeente meer dan 5 procentpunt hoger is dan in Nederland. Voor het hanteren van de marge van 5,0 procentpunt geldt eenzelfde argument als bij de.eerdergenoemde marge van 1,0 procentpunt. Daar de ontwikkeling van het aantal NWW'ers in een gemeente veel grotere verschillen laat zien dan de ontwikkeling van de werkloze beroepsbevolking in de regio, ligt een ruimere marge in de rede. In Nederland nam het gemiddeld aantal NWW'ers toe van in 2012 naar in 2014', een stijging van 64,1V6. Een gemeente voldoet daarom aan het NWW-criterium als het aantal NWW'ers tussen 20İ2 en 2014 met meer dan 69, Wo (64,l 0 Zo +5,0%) stijgt. In de gemeente Kaag en Braassem heeft het gemiddelde aantal NWW'ers zich ontwikkeld van 429,4 in 2012 naar 712,9 in 2014, een stijging met 66,0 0 zb. De gemeente Kaag en Braassem voldoet daarmee niet aan het NWW-criterium. 2.3 Beoordeling arbeidsmarktsituatie aan de hand van overige informatie Indien de gemeente Kaag en Braassem aan geen van de statische arbeidsmarktcriteria voldoet, betekent dat niet per definitie dat er geen sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, maar wel dat er gerede twijfel bestaat of er sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Aangezien de gemeente Kaag en Braassem aan geen van de. statistische arbeidsmarktcriteria voldoet, heeft de commissie de door de gemeente met de aanvraag van 31 juli 2015 meegezonden nadere analyse van de situatie op de arbeidsmarkt in haar overweging betrokken Algemeen beeld Op basis van gegevens van het CBS en het UWV en de informatie die de gemeente bij haar aanvraag heeftverstrekt, heeft de commissie zich allereerst een-algemeen beeld gevormd van de arbeidsmarktsituatie. Aangezien grosso modo kan worden gesteld dat bij de budgetverdeling voor 2014 al rekening is gehouden met de situatie uit 2012, let de commissie in eerste instantie pp de ontwikkeling in de laatste twee jaar. In tweede instantie kan de commissie, als daar aanleiding toe is, de hoogte van de indicatoren meewegen om reden dat het niveau van de werkloosheid en de spanning op de arbeidsmarkt mede van invloed kunnen zijn op de mogelijkheden om het zittende bijstandsbestand te laten participeren op de arbeidsmarkt. Verder verstaat de commissie onder "uitzonderlijk" ùitzonderlijk in vergelijking met andere gemeenten in Nederland. Wanneer een gemeente de gevolgen ondervindt van de slechte economische conjunctuur kan dat op zichzelf voor de commissie geen reden zijn om de arbeidsmarktsituatie als uitzonderlijk aan te merken, omdat veel gemeenten geconfronteerd worden met deze slechte economische conjunctuur. Bij haar beoordeling van de uitzonderlijkheid van de arbeidsmarkt heeft de commissie de ontwikkeling van de 'spanningsindicator arbeidsmarkt' van het UWV betrokken. Deze indicator geeft de spanning weer tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De spanningsindicator arbeidsmarkt wordt berekend door het aantal openstaande vacatures te delen door het aantal nietwerkende werkzoekenden die korter dan een halfjaar bij het UWV staan ingeschreven. De spanning op de arbeidsmarkt voor werkgevers is groter, en de waarde van de indicator lager, naarmate het aantal openstaande vacatures groter is ten opzichte van het aantal werkzoekenden. Naarmate de waarde van dė indicator lager is, zijn de werkkansen voor werkzoekenden dus lager. Allereerst kijkt de commissie naar de ontwikkeling van een drietal indicatoren, de spanningsindicator, de WBB en -in mindere mate- de NWW en vormt zich aan de hand hiervan een beeld. «Tussen 2012 en 2014 heeft de spanningsindicator zich in Nederland ontwikkeld van 0,59 naar 0,49. Tussen 2012 en 2014 heeft de spanningsindicator in de arbeidsmarktregio Holland - Rijnland waartoe de gemeente behoort; zich ontwikkeld van 0,74 naar 0,49. Dit betekent dat de spanningsindicator in deze arbeidsmarktregio sterker is gedaald (34 0.fo) dan de landelijke ontwikkeling (17 0 Zo). «Tussen 2012 en 2014 is de werkloosheid (WBB) in het COROP-gebied Agglomeratie Leiden en Bollenstreek, waartoe de gemeente behoort, gestegen van 4,7 0 Zo naar 6,3Vo, terwijl déze landelijk is gestegen van 6,40/0 naar 8,30/0. Dit betekent dat de werkloosheid in dit COROPgebied sterker is gestegen ^34,0 8 Zo) dan de landelijk (*29,7«Vb).» Tussen 2012 en 2014 is het gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in de arbeidsmarktregio Holland Rijnland waartoe de gemeente behoort, gestegen met 76,6 0 Zo. Deze ontwikkeling is enigszins sterker dan de landelijke stijging met 64,00/0. 3

10 2.3.2 Argumenten van de gemeente In haar aanvraag van 31 juli 2015 noemt de gemeente samengevat de volgende argumenten voor een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt: 1. Het aantal inwoners in Kaag en Braassem dat een beroep doet op inkomensondersteuning is ten gevolge van de uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie extreem gestegen ten opzichte van de regio Holland Rijnland. Het aantal inwoners met een werkloosheidsuitkering is regionaal met 0,30/0 gestegen ten opzichte van 2013 waar dit landelijk 0,70/0 is. Het aantal inwoners'in Kaag en Braassem met een werkloosheidsuitkering is echter met IVo gestegen ten opzichte van Ondanks dat de werkgelegenheid, de bedrijfsvestigingen en het aantal banen vanaf 2010 in Kaag en Braassem enigszins is toegenomen is de werkloosheid meer toegenomen dan gemiddeld ten opzichte van regionaal en landelijke cijfers. 3. Het aantal bedrijfsvestigingen is in de arbeidsmarktregio's van Zuid Holland vanaf 2011 tot en met 2014 met -2,30/0 afgenomen. Het aantal bedrijfsvestigingen in Kaag en Braassem is vanaf 2011 tot en met 2014 mét -3,3 0 Zo afgenomen (werkelijke cijfer-44 vestigingen). Dat is een daling van een puņtprocent meer ten opzichte van de andere arbeidsmarktregio's in Zuid Holland. Het aantal werknemers in.kaag en Braassem is echter met 2 0 Zo toegenomen (werkelijk cijfer +101). In 2011 waren er lopende werkloosheidsuitkeringen in Zuid Holland. De instroom van inwoners in een werkloosheidsuitkering is vanaf 2011 tot en met 2014 aanzienlijk gestegen. Is de stijging in de provincie Zuid Holland 'slechts' 0,30/0 ten opzichte van 2013,. landelijk is deze stijging 0,70/0. 4. De gemeente concludeert o.b.v. haar analyse dat werkgevers verwachten dat ze geen extra investeringen doen en geen extra personeel aannemen. Er worden wellicht tekorten verwacht in de cluster life and health science en dan met name voor hoog opgeleid personeel. Er zullen naar verwachting geen kwantitatieve tekorten zijn aan arbeidskrachten. 5. De gemeente concludeert o.b.v. haar analyse dat meer dan de 2/3 van de inwoners van Kaag en 8raassem die een beroep doen op WWB, IOAW, IOAZ of BBZ een laag opleidingsniveau heeft. Dit impliceert een extreme kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt, omdat er vooral vraag is naar hoger opgeleiden. 6. De gemeente concludeert o.b.v. haar analyse dat meer dan de 2/3 van de inwoners van Kaag en Braassem die een beroep doen op WWB, IOAW, IOAZ of BBZ werkzaam is geweest in een beroep waar nu nauwelijks nog vraag naar is of het aanbod van werkzoekende is zeer ruim. Dit impliceert een sectorale mismatch op de arbeidsmarkt. 7. De gemeente concludeert o.b.v. haar analyse dat meer dan de helft van de Inwoners van Kaag. en Braassem die een beroep doen op WWB, IOAW, IOAZ of BBZ ouder is dan 45 jaar. Werkgevers weren oudere werknemers om financiële redenen. Tegen de achtergrond van het algemene beeld van de arbeidsmarktsituatie dat de commissie zich heeft gevormd, heeft de commissie de argumenten van Kaag en Braassem beoordeeld en komt hierbij tót het volgende:. Ad 1. Ad 2. Ad 3. Ad 4. De gemeente geeft aan dat het aantal inwoners met een werkloosheidsuitkering regionaal is gestegen met 0,30/0 ten opzichte van 2013 waar dit landelijk 0,70/0 is, terwijl dit met ĩvo is gestegen in de gemeente. De commissie merkt hierbij op dat de arbeidsmarkt niet ophoudt bij de gemeentegrenzen en dat hierbij vooral wordt gekeken naar de regio als geheel, hetgeen zich niet duidelijk onderscheid van de landelijke ontwikkelingen en waarvan de ontwikkeling eerder lager dan hoger is dan landelijk. Bovendien kijkt de commissie naar de ontwikkeling van twee jaar ( ) omdat het budget grosso rriodo gebaseerd is op de situatie twee jaar geleden. Voor de vergelijking van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt kijkt de commissie vooral naar de arbeidsmarktregio en vergelijkt 2014 met De spanningsindicator geeft een ontwikkeling aan van 0,74 in 2012 naar 0,49 (in 2014). Dat betekent een neerwaartse ontwikkeling van -340/0 hetgeen duidelijk boven het landelijk gemiddelde ligt (-170/0). De commissie merkt op dat dit een uitspraak is naar dċ toekomst toe en dat deze niet zo zeer van invloed is op 2014, het verslagjaar. De gemeente schetst de mismatch tussen laag en hoog opgeleiden. De gemeente geeft aandat de verhouding tussen Vo elementair en laag opgeleid (270/0) opgeteld bij 0/0 middelbaar opgeleid (47,30/0) totaal 740/0 tegenover 25,70/0 hoog opgeleiden. Ōp dit punt merkt de commissie op dat de arbeidsmarkt vooral regionaal van karakter is. De gemeente onderstreept dit ook door aan te geven dat er een pendel van 680/0 buiten de gemeentegrenzen sprake is. Uit de analyse van de gemeente komt naar voren dat weliswaar Kaag en Braassem afwijkt van het gemiddelde van Nederland, maar geeft aan dat voor de regio een zelfde verhouding geldt als voor Nederland, namelijk 660/0 tegenover 4

11 Ad 5. Ad /0. Daarmee onderscheid de arbeidsmarkt van de gemeente zich niet tegenover Nederland, omdát deze zich betrekking heeft op de arbeidsmarktregio. De commissie merkt op dat de gemeente weliswaar verschillende sectorale vergelijkingen maakt waarin aanbod en vraag worden beschreven, maar dat echter de vergelijking. ontbreekt waarom de voorde gemeente relevante arbeidsmarkt tussen 2012 en 2014 sprake is van een sectorale mismatch die qua omvang het tekort van de gemeente kan verklaren. De commissie constateert op grond van de haar beschikbare cijfers (bron CBS) dat de groep jarigen in de gemeente licht is gedaald (van 53 0 /) ïn 2012 naar 50 0 Zo in 2014), hetgeen ook geldt voor de regio. Terwijl in Nederland juist sprake was van een stijging van 49 0 Zo in 2012 naar 51 0 Zo in Daarmee is de ontwikkeling ten opzichte van Nederland niet afwijkend Conclusie arbeidsmarktsituatie Na beoordeling van alle argumenten van de gemeente (waarvan de in de. ogen van de commissie meest relevante in het voorgaande zijn beschreven), waarbij de commissie ook heťalgemene beeld bij haar beschouwing heeft betrokken, komt de commissie tot het volgende eindoordeel over de arbeidsmarktsituatie. Wanneer vooral wordt gelet op de ontwikkelingen in de laatste twee jaar, dan leiden de vorengenoemde argumenten afzonderlijk tot de conclusie dat de arbeidsmarktsituatie lastig is, doch niet per definitie uitzonderlijk. Echter door de combinatie van de ontwikkeling van vraag en aanbod en tegen de achtergrond van de spanningsindicator in deze arbeidsmarktregio die veel sterker is gedaald dan de landelijke ontwikkeling, de sterkere stijging van de werkeloosheid dan landelijk en de enigszins sterkere stijging van het gemiddeld aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) dan landelijk is de commissie van oordeel dat gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt voor gemeente Kaag en Braassem. 3. Advies Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat bij de gemeente Kaag en Braassem gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. De commissie heeft voorts geconstateerd dat het door het college gevraagde bedrag overeenkomt met het bedrag waarop aanspraak kan worden gemaakt, gelet op het over 2014 toegekende budget als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de WWB, het eigen risico ter grootte van 10 D Zo van dat budget en de over 2014 afgelegde verantwoording, op de wijze als bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudlngswet. De commissie adviseert u daarom om aan de gemeente Kaag en Braassem op het over 2014 toegekende budget als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de WWB een aanvulling toe te kennen vanĉ ,-. Den Haag, 24 november

12 Aan de gemeenteraad datum ons kenmerk uw brief van uw 8SN uw kenmerk behandeld door onderwerp bijlage(n) V.E. Schouten/A. Witte Toekenning Incidentele aanvullende uitkering 2014 Toekenningsbeschikking van het ministerie van SZW d.d Geachte leden van de raad, Op 30 november jl. bent u door middel van een brief geïnformeerd over een mogelijke aanvraag voor een vangnetuitkering 2015 op grond van de Participatiewet. In deze brief staat vermeld dat we voor het jaar 2014 een aanvraag hebben ingediend voor de incidentele aanvullende uitkering (IAU). De IAU biedt financiële compensatie voor dat deel van het budgettekort, dat het eigen risico van ^0% overstijgt. Inmiddels bestaat de IAU niet meer en is deze vervangen door de tijdelijke vangnetuitkering. Wij informeren u graag over het verloop van de aanvraag. Om in aanmerking te komen voor de IAU moet een gemeente voldoen aan één van de drie arbeidsmarktcriteria. Een aanvraag indienen op grond van artikel 69, lid 1 Wet werk en bijstand was dan voldoende. Kaag en Braassem voldeed in 2014 aan geen van de gestelde arbeidsmarktcriteria. Dan mag een aanvraag ingediend worden maar moet deze onderbouwd zijn met een analyse van de arbeidsmarkt, van het beleid en van de uitvoering van het beleid. De Toetsingscommissie komt tot de conclusie dat er gesproken kan worden van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt en op grond van die motivering wordt de IAU voor het jaar 2014 toegekend. De uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie wordt veroorzaakt door: Pagina 1 van 2

13 onderwerp Toekenning Incidentele aanvullende uitkering de combinatie van de ontwikkelingen van vraag en aanbod tegen de achtergrond van de spanningsindicator in onze arbeidsmarktregio die veel sterker is gedaald dan de landelijke ontwikkeling; 2. de sterkere stijging van de werkloosheid dan landelijk en; 3. de enigszins sterkere stijging van het gemiddelde aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) dan landelijk. Het ministerie van SZW heeft ons op 26 november jl. een beschikking gezonden waarin de IAU 2014 wordt toegekend. Het tekort, na aftrek van het eigen risico, was C en dit bedrag krijgt de gemeente alsnog uitgekeerd. Te uwer informatie treft u de beschikking hierbij aan. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem, de gemeentesecretaris, de burgemeester, M.E. Spreij mr. K.M. van der. Velde-Menting Pagina 2 van 2