StartMeter MBO Z/W Drenthe

Transcriptie

1 Naam: X. X Score: Betekenis: School: Alfa College 1-3 Laag VMBO: Gemengde Leerweg 4-6 Gemiddeld VMBO richting: Techniek 7-9 Hoog Beroepsinteresse Bouw&hout Inst.tech.&Metaal Electrotechniek Autotechniek Automatisering Administratie Horeca&Voeding Kunst&Creativi. Handel&comm. Soc.hulpv.&Ondw. Verzorging Agrarisch Veiligh.&Handhav. Huish&Civ.dienst Vervoer&Transp. Competenties Inleven/luisteren Omgaan andere Aansturen Samenwerken Mondeling com. Schriftelijk com. Ondernemen Oordeel vormen Bedenken Plannen/org. Nauwkeurigheid Reflecteren Leerstijlen Feiten Ideeën Kijken Luisteren Doen Denken Stapjes Globaal Persoonlijkheid Emotionele stabiliteit Consciëntieusheid Extraversie Vriendelijkheid Openheid Integriteit Aandachtspunten Achtergrondvragen: Gezondheidssituatie Thuissituatie Keuze vervolgopleiding Studie- en beroepsbeeld Motivatie Zekerheid/vertrouwen Prestatiemotivatie Intrinsiek Extrinsiek 1

2 Beroepsinteresse Hieronder zie je voor welke beroepssectoren je de meeste belangstelling hebt. Bouw en hout De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het maken van gebouwen uit materialen en onderdelen en het be- en verwerken van hout. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn metselaar, meubelmaker, timmerman en bouwkundig tekenaar. Voorbeelden van taken binnen deze beroepen zijn: metselen/voegen/tegelzetten; restaureren van houtwerken. Competenties die belangrijk zijn binnen deze beroepsgroep zijn Bedenken, Plannen en organiseren, Samenwerken en Nauwkeurig werken. In vergelijking met de normgroep heb je een bovengemiddelde belangstelling voor "Bouw en hout". Installatietechniek en metaal De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het ontwerpen, bouwen, installeren en onderhouden van machines en installaties. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn installateur, lasser en bankwerker. Voorbeelden van taken binnen deze beroepen zijn: installatieleidingen aanleggen; lassen/snijden/solderen. Competenties die belangrijk zijn binnen deze beroepsgroep zijn Omgaan met anderen, Plannen en organiseren, Nauwkeurig werken. In vergelijking met de normgroep heb je een hoge belangstelling voor "Installatietechniek en Metaal". Electrotechniek De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het produceren, controleren en repareren van elektrische installaties en apparaten. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn elektricien, videotechnicus en elektronicatekenaar. Voorbeelden van taken binnen deze beroepen zijn: monteren/repareren lichtinstallaties; monteren/repareren instrumenten/apparatuur. Competenties die belangrijk zijn binnen deze beroepsgroep zijn Omgaan met anderen, Plannen en organiseren, Nauwkeurig werken. In vergelijking met de normgroep heb je een bovengemiddelde belangstelling voor "Electrotechniek". Autotechniek De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het plaatsen, controleren en herstellen van onderdelen van een auto. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn automonteur, autokeurmeester en autospuiter. Voorbeelden van taken binnen deze beroepen zijn: onderhouden/repareren van (motor) voertuigen; spuiten auto/carrosserie. Competenties die belangrijk zijn binnen deze beroepsgroep zijn Inleven, Omgaan met anderen, Plannen en organiseren, Nauwkeurig werken. In vergelijking met de normgroep heb je een bovengemiddelde belangstelling voor "Autotechniek". Competenties Je scoort laag op de competentie Samenwerken. Dit geeft aan dat je liever alleen werkt dan in een groep. Waarschijnlijk heb je een zelfstandige wijze van werken. Je kunt daardoor de indruk wekken bij collega's of medestudenten dat je je eigen gang gaat. Je scoort laag op de competentie Oordeelsvorming. Een lage score houdt in dat je er minder op gericht bent om dingen van verschillende kanten te bekijken en om de gevolgen van handelingen door te denken. Daardoor kun je je keuzes waarschijnlijk minder goed onderbouwen en ben je geneigd om je te laten leiden door de mening van een ander. Je scoort laag op de competentie Bedenken. Dit geeft aan dat je weinig bezig bent met het verzinnen van nieuwe ideeën. Je gebruikt dan eerder bestaande oplossingen. Waarschijnlijk komen de creatieve ideeën meestal van anderen met wie je samenwerkt. Het kan ook zijn dat je wel originele ideeën hebt, maar dat je deze niet zo vaak laat horen. Je scoort laag op de competentie Plannen en organiseren. Een lage score geef je aan weinig bezig te zijn met het bepalen van een doel en de weg om dit doel te bereiken. Je werkt waarschijnlijk meer op je gevoel. Daardoor ben je vaak flexibel, maar ook niet zo doelgericht, waardoor jij je doel vaak niet op tijd haalt. Je scoort laag op de competentie Reflecteren. Dit wijst erop dat je niet zoveel bezig bent met het kijken naar hoe je iets hebt gedaan. Het kan zijn dat je nog weinig ervaring hebt met nadenken over je eigen gedrag, omdat er nog geen aanleiding voor was. Het kan zijn dat je vindt dat je het goed genoeg hebt gedaan of dat je het moeilijk vindt om met kritiek om te gaan. Leerstijlen Een hoge score op de leerstijl Feiten betekent dat je graag leert door dingen te onthouden, bijvoorbeeld door de leerstof vaak te herhalen. Je bent goed in het uit je hoofd leren van rijtjes en weetjes. Je bent heel nauwkeurig maar daardoor soms een beetje langzaam. Je houdt er niet van als dingen anders gaan dan je gedacht had. Een hoge score op de leerstijl Denken betekent dat je graag leert door na te denken over de dingen die je moet leren. Je wilt snappen waarom iets zo is, voordat je ermee aan de slag gaat. Je werkt het liefst alleen of in een kleine groep. Een nadeel kan zijn, dat je zolang blijft nadenken dat je er niet meer aan toekomt om iets te dóen. Een hoge score op de Stapsgewijze leerstijl betekent dat je leerstof doorneemt in de volgorde waarin je het krijgt. Je begint bij het begin en eindigt bij het einde. Als je teveel informatie in één keer krijgt, weet je soms niet waar je moet beginnen. Dit kan een nadeel zijn als je nog niet precies weet wat de bedoeling van een opdracht is, of als je veel tegelijk moet leren. Je begrijpt dan niet altijd welke informatie belangrijk is. Persoonlijkheid 2

3 Je scoort laag op Emotionele Stabiliteit. Je voelt je regelmatig gespannen en onrustig. Daarnaast heb je regelmatig last van negatieve of sombere gedachten. Je vindt het redelijk lastig om met emotionele problemen om te gaan en hebt moeite om problemen die je in het leven tegenkomt aan te pakken. Wanneer je beslissingen moet nemen, doe je dit wel, maar je ervaart regelmatig twijfels. Je vraagt zich vaak af of je wel het juiste doet. Daarnaast kun je de beheersing over je emoties nogal eens verliezen. Je bent vrij snel geïrriteerd of boos en heeft dan moeite om dit te verbergen. Je behaalt een hoge score op Consciëntieusheid. Jouw handelwijze is systematisch en ordelijk. Je werkt netjes en precies en bent in staat om overzicht over verschillende taken te bewaren. Je zult taken waaraan je begonnen bent vaak afmaken, ook als je tegenslag ondervindt. Je hebt er geen moeite mee zaken op tijd af te ronden en je zult je meestal aan afspraken houden. Je bent erop gericht om goede prestaties te leveren en je bent bereid zich hiervoor in te zetten. Wat je doet, wil je graag goed doen en je bent hierbij redelijk streng voor jezelf. Daarnaast vind je het belangrijk om je aan regels en richtlijnen te houden. Je ervaart orde en regelmaat in jouw leven als prettig. Motivatie Jouw resultaten laten geen opvallende punten zien. Achtergrondvragen Gezondheidssituatie Heb je problemen met je gezondheid: ja Heb je last van psychische problemen (Bijvoorbeeld faalangst of depressie): ja Thuissituatie Heb je de zorg voor anderen (kinderen, ouders, broers/zussen...): ja Keuze vervolgopleiding Heb je al open dagen bezocht bij MBO scholen: meer niet dan wel Moet je vervolgopleiding passen bij wat je kan: meer niet dan wel Studie- en beroepsbeeld Heb je een duidelijk beeld van de inhoud van de vervolgopleiding: nee Heb je een duidelijk beeld van de onderwijsvormen die gebruikt worden in de vervolgopleiding? (praktijklessen, theorielessen, hoeveelheid huiswerk...): nee Heb je een duidelijk beeld van de hoeveelheid tijd die je nodig hebt voor de vervolgopleiding: nee 3

4 Toelichting onderdelen Startmeter Beroepsinteresse Bouw & Hout De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het maken van gebouwen uit materialen en onderdelen en het be- en verwerken van hout. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn metselaar, meubelmaker, timmerman en bouwkundig tekenaar. Installatietechniek & Metaal De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het ontwerpen, bouwen, installeren en onderhouden van machines en installaties. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn installateur, lasser en bankwerker. Electrotechniek De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het produceren, controleren en repareren van elektrische installaties en apparaten. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn elektricien, videotechnicus en elektronicatekenaar. Autotechniek De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het plaatsen, controleren en herstellen van onderdelen van een auto. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn automonteur, autokeurmeester en autospuiter. Automatisering De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het ontwikkelen, gebruiken en beheren van software. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn programmeur, datatypist en systeembeheerder. Administratie De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het verzorgen van de boekhouding, het gegevensbeheer en de (financiële) administratie. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn receptionist, boekhouder en administratief medewerker. Horeca & Voeding De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het werken in een café, hotel of restaurant en op het bereiden van eten. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn barkeeper, restaurantkok, voedingsassistent en slager. Kunst & Creativiteit De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op allerlei uitingen van kunst, ontspanning en vermaak. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn grimeur, pianostemmer, fotograaf en museummedewerker. Handel & Commercialiteit De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het kopen en verkopen van diensten en producten. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn inkoper, marketing assistent en commercieel medewerker. Sociale hulpverlening & Onderwijs De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op de sociale en maatschappelijke hulpverlening en het onderwijs. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn activiteitenbegeleider, sociaal werker, personeelsmedewerker en onderwijsassistent. Verzorging De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het verzorgen, verplegen en genezen van mensen. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn kraamverzorgende, apothekersassistent, kinderverzorgende en schoonheidsspecialist. Agrarisch De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het fokken, verzorgen en genezen van dieren en het kweken en verzorgen van bloemen, planten en gewassen. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn akkerbouwer, dierenartsassistent en bloementeler. Veiligheid & Handhaving De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het werken voor defensie, politie of brandweer en het beveiligen en bewaken van gebouwen, terreinen en mensen. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn politieagent, beveiligingsbeambte en penitentiair inrichtingswerker. Huishouding & Civiele dienst De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het verlenen van huishoudelijke diensten. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn conciërge, assistent civiele dienst en huismeester. Vervoer & Transport De werkzaamheden in deze sector hebben betrekking op het vervoeren van mensen en goederen. Voorbeelden van beroepen in deze sector zijn binnenschipper, verhuizer en stewardess. 4

5 Competenties Inleven & Luisteren Deze competentie zegt iets over je vaardigheid om naar anderen te luisteren en hoe goed je bent in het inzien van de behoeften van iemand anders. Een uitspraak die bij deze competentie hoort is bijvoorbeeld: "Ik probeer me in te leven in de gevoelens van anderen". Deze competentie is bijvoorbeeld belangrijk bij klantgerichte of hulpverlenende beroepen zoals verzorgende of verpleegkundige, maar ook bij samenwerken met anderen. Omgaan met anderen Deze competentie zegt iets over hoe gemakkelijk je met anderen omgaat en hoe moeilijk je het vind om je in een (vreemde) groep te begeven. Een voorbeeld uitspraak is: "Ik maak makkelijk contact met anderen". Deze competentie is belangrijk bij beroepen waarin je veel met mensen werkt, zoals verkoper of conciërge. Aansturen Deze competentie geeft aan of je de vaardigheid hebt om anderen door middel van argumenten te beïnvloeden, aan te sturen en te motiveren. Voorbeeld van een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "In een groep neem ik de leiding". Deze competentie is belangrijk bij leidinggevende banen zoals chefkok, sportcoach of projectleider. Samenwerken Met de competentie Samenwerken wordt gemeten of je een bruikbare bijdrage kunt leveren aan het samenwerken en zo bijdraagt aan een doel. Een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "Ik werk graag samen om een probleem op te lossen". Deze competentie is belangrijk bij beroepen waarin je in een team werkt, zoals projectmedewerker, verpleger, muzikant in een orkest of docent. Mondeling communiceren Deze competentie meet of je ideeën of informatie op duidelijke en begrijpelijke manier vertelt aan anderen. Een voorbeeld is: "Ik vertel veel voorbeelden om mijn verhaal leuk te maken". Deze competentie is belangrijk in beroepen als voorlichter, medewerker klantenservice of trainer. Schriftelijk communiceren Deze competentie zegt iets over je vaardigheid om gedachten, meningen en ideeën duidelijk, begrijpelijk en in correcte taal op te schrijven. Een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "De teksten die ik schrijf zijn duidelijk". Deze competentie is van belang voor beroepen waarin schrijven een belangrijke taak is zoals journalist, secretarieel medewerker of docent. Ondernemen Met de schaal Ondernemen wordt gemeten of je uit jezelf iets durft te ondernemen. Voorbeeld van een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "Wanneer kansen zich voordoen grijp ik ze". Deze competentie is belangrijk bij bijvoorbeeld verkoopfuncties of als zelfstandig ondernemer. Oordeel vormen Deze competentie zegt iets over of je informatie afweegt en of je tot een goed doordacht oordeel komt. Een voorbeeld van een vraag is: "Ik bekijk een situatie op verschillende manieren". Deze competentie is van belang bij een functie als adviseur, maar ook bij leidinggevende en meer verantwoordelijke functies. Bedenken Deze competentie zegt iets over het vermogen om origineel te zijn en nieuwe oplossingen te bedenken. Een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "Ik bedenk originele dingen". Deze competentie is belangrijk bij creatieve beroepen, maar ook bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten. Plannen & Organiseren Deze competentie beschrijft of je je werk kunt plannen en organiseren, zodat je bepaalde doelen kunnen bereiken. Een uitspraak die bij deze competentie hoort is: "Ik weet goed hoeveel tijd ik nodig heb om een doel te bereiken". Deze competentie is eigenlijk voor alle beroepen of opleidingen belangrijk om succes te hebben. Nauwkeurig werken Deze competentie zegt iets over of je er goed in bent om iets uit te voeren, precies zoals gewenst of verwacht wordt. Een vraag die bij deze competentie hoort is bijvoorbeeld: "Anderen vinden dat ik ordelijk werk". Deze competentie is van belang bij beroepen waarbij nauwkeurigheid en netheid belangrijk zijn zoals analist in een laboratorium, ingenieur, apotheekassistent, of onderhoudsmonteur. Reflecteren Deze competentie zegt iets over de vaardigheid om te kunnen nadenken over hoe je iets hebt gedaan en hoe je dit een volgende keer anders zou kunnen doen. Een voorbeelduitspraak is: "Achteraf zie ik in waarom iets niet lukte". Deze competentie is voor iedereen belangrijk om zijn of haar werk te kunnen verbeteren en om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. 5

6 Motivatie Extrinsieke motivatie Als je een hoge score hebt voor extrinsieke motivatie, vind je dingen belangrijk die niet met de opleiding zelf te maken hebben, maar waar je de opleiding wel voor nodig hebt. Je wilt bijvoorbeeld alleen je diploma halen, zodat je straks naar het HBO te kunt, of een goede baan kunt krijgen. Of je vindt het belangrijk om veel geld te verdienen, en daar heb je deze opleiding voor nodig. Je vindt het belangrijk wat andere mensen, bijv. je ouders of vrienden, van je denken. Een uitspraak die hierbij hoort is: "Naar school gaan betekent voor mij dat ik later meer zal kunnen verdienen". Intrinsieke motivatie Een hoge score op intrinsieke motivatie betekent dat je de inhoud van de opleiding leuk vindt. Je bent geïnteresseerd in de onderwerpen waar je over leert. Je wilt dingen weten en begrijpen omdat je het leuk vindt. Dit helpt je bij het leren. Een voorbeelduitspraak is: "Ik ben heel nieuwsgierig naar wat ik tijdens mijn opleiding zal leren". Prestatiemotivatie Een hoge score op prestatiemotivatie betekent dat je dingen zo goed mogelijk wilt doen en uitdagingen aangaat. Je wilt succes hebben en dingen steeds beter doen. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Ik wil alles zo goed mogelijk doen". Zekerheid en vertrouwen Bij een hoge score op zekerheid/vertrouwen, voel je je zeker over deze opleiding. Je wilt de opleiding afmaken en hebt het gevoel dat je de juiste richting hebt gekozen. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Ik weet zeker dat de opleiding die ik ga volgen bij mij past". Leerstijlen Leerstijl Feiten Deze leerstijl gaat erover of jij op feiten en kennis let, als je iets nieuws moet leren. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Anderen vinden mij iemand die goed op details let" Ideeën en Theorieën leerstijl Bij deze leerstijl gaat het over theorieën en ideeën. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Ik vind het leuk om over theorieën na te denken". Leerstijl Kijken Deze leerstijl gaat over het leren door te kijken. Dit is bijvoorbeeld leren met behulp van plaatjes, films, figuren en presentaties. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Ik onthoud vooral dingen die ik heb gezien". Leerstijl Luisteren Deze uitslag gaat over het leren door te lezen of te luisteren. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: "Ik leer het best door te luisteren of erover te lezen". Leerstijl Doen Deze uitslag geeft aan of jij graag leert door te doen. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: Ik probeer dingen graag zelf uit. Leerstijl Denken Deze uitslag geeft aan of jij graag over leerstof nadenkt. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: ik denk graag over dingen na. Stapsgewijze leerstijl Deze uitslag gaat over de vraag of je leerstof graag stap-voor-stap leert en begrijpt. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: Ik leer dingen graag in de volgorde van het boek. Globale leerstijl Deze uitslag geeft aan of je graag in grote stappen leert en zelf een volgorde bepaalt in de leerstof. Een voorbeeld van een uitspraak die hierbij hoort is: Als ik iets nieuws leer, let ik eerst op het geheel. 6

7 Persoonlijkheid Emotionele stabiliteit Dit kenmerk geeft een beeld van je algehele welbevinden. Consciëntieusheid Dit kenmerk geeft een beeld van de mate waarin jij gedisciplineerd bent en zich aanpast aan de eisen van de omgeving. Extraversie Dit kenmerk geeft een beeld van de mate waarin je extern versus intern gericht bent. Heb je veel behoefte aan contact met en aandacht van andere mensen of ben je bij voorkeur alleen? Vriendelijkheid Dit kenmerk geeft een beeld van hoe je staat tegenover andere mensen. Hoe ga je om met de belangen, gevoelens en behoeften van anderen? Openheid Dit kenmerk geeft een beeld van hoe je staat tegenover nieuwe ervaringen en het leren van nieuwe dingen. Integriteit Dit kenmerk geeft een beeld van de mate waarin je eerlijk, oprecht en niet hebzuchtig bent. 7

8 Toestemmingsverklaring Hierbij geeft ondergetekende toestemming tot inzage in het rapport door derden. Naam leerling:... School:... Datum:... Handtekening:... 8