Iemand die leuke dingen doet met mensen die problemen hebben. Bijvoorbeeld met mensen die een handicap hebben.

Transcriptie

1 BEROEPENLIJST Beroep (sector) activiteitenbegeleider Omschrijving Iemand die leuke dingen doet met mensen die problemen hebben. Bijvoorbeeld met mensen die een handicap hebben. administratief medewerker Iemand die helpt met de administratie van een bedrijf. apothekersassistent Iemand die in een apotheek werkt. appontwikkelaar (ICT) Iemand die apps maakt. Een app is een programma voor op een smartphone of tablet. arts Iemand die mensen beter maakt. De dokter. TaalCompleet ONA 1

2 astbestverwijderaar ( Iemand die asbest weghaalt. Asbest werd vroeger in de bouw gebruikt. Maar nu is het verboden. automonteur (techniek) Iemand die auto s maakt als ze kapot zijn. badmeester (recreatie) Iemand die op de mensen in een zwembad of in de zee let. bakker (detailhandel, horeca) Iemand die brood en taart bakt en verkoopt. banketbakker (detailhandel, horeca) Iemand die taart en koek bakt en verkoopt. barman (horeca) Iemand die in een café of restaurant bij de bar drinken geeft aan de gasten. TaalCompleet ONA 2

3 beveiliger (beveiliging) Iemand die een gebouw beschermt. Iemand die zorgt dat een gebouw veilig is. bloemist (groene sector, detailhandel) Iemand die met bloemen werkt. boekhouder Iemand die de administratie voor een bedrijf doet. boer (groene sector) Iemand die op het land werkt of dieren heeft. bouwvakker (bouw) Iemand die voor een bouwbedrijf werkt. brandweerman (beveiliging) Iemand die probeert het vuur te laten stoppen door er water op te gooien. TaalCompleet ONA 3

4 cateringmedewerker (horeca) Iemand die bij een catering werkt. Een catering maakt en bezorgt eten. dierenarts (dieren, gezondheidszorg) Een dokter voor dieren. dierenartsassistent (dieren, gezondheidszorg) Iemand die de dierenarts helpt. Een dierenarts is een dokter voor dieren. docent (onderwijs) Iemand die lesgeeft. drogist (detailhandel, handel, gezondheidszorg) Iemand die werkt in een winkel waar je spullen kunt kopen om je lichaam te verzorgen, zoals zeep. elektricien (techniek) Iemand die met elektriciteit werkt. TaalCompleet ONA 4

5 fietsenmaker (detailhandel, Iemand die fietsen maakt als ze kapot zijn. fysiotherapeut Iemand die mensen helpt als ze pijn hebben. Of iemand die mensen helpt die niet goed kunnen bewegen. gastheer (horeca) Een man die voor de gasten zorgt. gastvrouw (horeca) Een vrouw die voor de gasten zorgt. glazenwasser ( Iemand die ramen wast. groenteman (detailhandel) Iemand die groente en fruit verkoopt. TaalCompleet ONA 5

6 heftruckchauffeur (transport & logistiek) Iemand die een heftruck bestuurt. Een heftruck is een machine om spullen mee naar boven en beneden te verplaatsen. helpdeskmedewerker (ICT) Iemand die bij een helpdesk werkt. Bij een helpdesk krijg je hulp als je problemen hebt met de computer. houtbewerker (bouw, groene sector) Iemand die dingen van hout maakt. hovenier (groene sector) Iemand die tuinen mooi en netjes maakt. journalist ( Iemand die in kranten, op de radio en op de televisie vertelt over het nieuws. kapper ( Iemand die je haar knipt en mooi maakt. TaalCompleet ONA 6

7 kassamedewerker (detailhandel) Iemand die achter een kassa werkt. klantmanager (dienstverlening, detailhandel) Iemand die namens een bedrijf contact heeft met klanten. koerier (transport & logistiek) Iemand die snel pakjes van de ene plaats naar de andere plaats brengt. kok (horeca) Iemand die eten kookt in een restaurant. lasser (techniek) Iemand die door smelten twee dingen van ijzer aan elkaar vastmaakt. leraar (onderwijs) Iemand die andere mensen dingen leert. TaalCompleet ONA 7

8 logistiek medewerker (transport & logistiek) Iemand die zorgt dat spullen op het goede moment op de goede plek zijn. machinebediener (techniek) Iemand die werkt met machines of apparaten. magazijnmedewerker (transport & logistiek) Iemand die in een magazijn werkt. Een magazijn is een ruimte waarin spullen worden bewaard. marktkoopman (detailhandel, handel) Iemand die spullen verkoopt op de markt. matroos (transport & logistiek) Iemand die op grote schepen op zee werkt. medewerker bediening (horeca) Iemand die in de bediening werkt, in een hotel, restaurant of café. Je geeft mensen hun eten en drinken. TaalCompleet ONA 8

9 medewerker datainvoer Iemand die gegevens in de computer zet. metaalbewerker (techniek) Iemand die dingen van metaal maakt. metselaar (bouw) Iemand die bouwt met stenen. monteur (techniek) Iemand die auto s en machines maakt als ze kapot zijn. muziekleraar (onderwijs) Iemand die andere mensen muziek leert maken. orderpicker Iemand die in een magazijn werkt. Hij zorgt dat spullen op de goede plek staan. Hij maakt de pakjes klaar die naar bedrijven of mensen moeten. TaalCompleet ONA 9

10 piloot (transport & logistiek) Iemand die een vliegtuig bestuurt. politicus (overheid) Iemand die in de politiek werkt. politie (beveiliging) De mensen die zorgen voor de veiligheid op straat. postbode (dienstverlening, transport & logistiek) Iemand die de post brengt. programmeur (ICT) Iemand die computerprogramma s maakt. receptionist Iemand die bij een receptie werkt. Een receptie is een ruimte in een kantoor of in een hotel waar mensen zich kunnen melden. TaalCompleet ONA 10

11 rechter (overheid) Iemand die beslist of mensen zich aan de wet hebben gehouden. Hij mag straf geven aan mensen die zich niet aan de wet houden. reisleider (recreatie) Iemand die een reis leidt. Hij wijst de weg en vertelt over de omgeving. salarisadministrateur Iemand die zorgt dat werknemers iedere maand hun salaris op tijd krijgen. schilder ( Iemand die huizen en gebouwen schildert. schoonheidsspecialist Iemand die het gezicht van mensen mooi maakt. schoonmaker ( Iemand die gebouwen schoonmaakt. TaalCompleet ONA 11

12 secretaresse Iemand die in een bedrijf dingen regelt en de administratie doet. soldaat (beveiliging) Iemand die in het leger werkt. sportinstructeur (recreatie, onderwijs) Iemand die sportles geeft. Hij helpt andere mensen met sporten. steigerbouwer (bouw) Iemand die steigers bouwt. Een steiger is iets van palen en planken, waar je op kunt staan om aan een gebouw te werken. stratenmaker (bouw) Iemand die een straat maakt met stenen. systeembeheerder (ICT) Iemand die in een bedrijf zorgt dat alle computers goed werken. TaalCompleet ONA 12

13 tandarts Iemand die problemen met tanden en kiezen oplost. tandartsassistent Iemand die de tandarts helpt. Een tandarts is iemand die problemen met tanden en kiezen oplost. taxichauffeur (dienstverlening, transport & logistiek) Iemand die een taxi bestuurt. telefonist Iemand die in een bedrijf de telefoon opneemt. timmerman (bouw) Iemand die dingen maakt met hout en spijkers. tuinder (groene sector) Iemand die zorgt voor bloemen, planten, groente of fruit. TaalCompleet ONA 13

14 tuinman (groene sector) Iemand die tuinen verzorgt. verkeersregelaar (dienstverlening, beveiliging) Iemand die zorgt dat het goed gaat in het verkeer. Bijvoorbeeld op een drukke plaats, of ergens waar aan de weg wordt gewerkt. verkoopmedewerker (detailhandel) Iemand die in een winkel helpt met het verkopen van spullen. verkoper (detailhandel) Iemand die spullen verkoopt. verpleegkundige Iemand die zieken verzorgt in een ziekenhuis of tehuis. verpleegster Een vrouw die voor zieke mensen zorgt. TaalCompleet ONA 14

15 verzorgende Iemand die zieken verzorgt in een ziekenhuis of tehuis. Een verzorgende mag minder dingen doen dan een verpleegkundige. vuilnisman ( Iemand die afval ophaalt. vrachtwagenchauffeur (transport & logistiek) Iemand die een vrachtwagen bestuurt. TaalCompleet ONA 15