Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer
|
|
- Silke Bogaerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 CE Delft Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer HOOFDRAPPORT Hoofdrapport Delft / Rotterdam, 10 december 1999 Opgesteld door: ir J.M.W. Dings, drs B.A. Leurs, drs M.J. Blom (CE Delft) dr S.A. Rienstra, drs E.H. Buckmann, drs H.W.J. van Haselen en drs L.M. Bus (NEI Transport)
2
3 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doel van deze studie Opzet van de studie Opzet van dit rapport 3 2 Denkmodel en mechanismen Inleiding Drie typen prijsverhogingen Mechanismen: efficiency, substitutie en vraaguitval Schematisch overzicht Efficiency-effecten (vervoerder/verlader) Substitutie-effect (verlader) Vraaguitval in transport en, eventueel, productie (verlader) 8 3 De elasticiteiten Macro Verhoging brandstofprijzen (1) Hogere prijzen per voertuigkm voor vervoerder (2) Hogere prijzen per tonkm voor verlader (3) Inpassing in denkmodel Segmentatie van de elasticiteiten 13 4 Interpretatie van de resultaten Kwalitatieve beschrijving Kwantitatieve voorbeelden 16 5 Andere effecten van prijsbeleid Instrumentatie Economische effecten Macro-economische effecten Effecten op de transportsector Effecten op vervoerstromen Samenvattend 25 6 Onderzoeksaanbevelingen 27
4
5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Voor u ligt het verslag van een onderzoek dat NEI Transport en het CE gezamenlijk in opdracht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben uitgevoerd naar prijselasticiteiten in het goederen(weg)vervoer in Nederland. De term prijselasticiteit geeft aan hoeveel de afzet (volume) van een bepaald product, in dit geval goederenvervoer, verandert als de prijsstelling ervan verandert. Kennis omtrent prijselasticiteiten is voor het Ministerie van belang in verband met de effecten van eventueel toekomstig te voeren prijsbeleid in het goederenvervoer. Een van de aanleidingen voor eventueel prijsbeleid in het goederenvervoer is het Witboek van de Europese Commissie 'Fair Payment for Infrastructure Use', waarin wordt gepleit voor een prijsstelling op basis van zogenoemde marginale maatschappelijke kosten. Vooral prijsbeleid in het goederenwegvervoer, bijvoorbeeld vorm te geven middels accijnsverhogingen of kilometerheffingen, staat in de belangstelling. Daarom concentreert deze studie zich op de volume-effecten van prijsveranderingen in het goederenwegvervoer. Deze effecten zijn te onderscheiden in: effecten op het volume goederenwegvervoer. Deze effecten worden beschreven met de zogenoemde eigen prijselasticiteit van het goederenwegvervoer; effecten op het volume vervoerd door concurrerende vervoerwijzen, in Nederland vooral binnenvaart en spoorvervoer, maar ook short sea en pijpleidingen. Deze effecten worden beschreven met de zogenoemde kruislingse prijselasticiteit van het goederenwegvervoer. Vóór de uitvoering van deze studie was de beschikbare kennis over prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer schaars. Bovendien was de beschikbare informatie sterk verbrokkeld en onvergelijkbaar door verschillen in definities, eenheden, onderzoeksmethoden en dergelijke, en was het vaak de vraag of informatie uit internationale bronnen wel toepasbaar was voor Nederland. Daarom waren de cijfers niet goed bruikbaar voor de Nederlandse beleidsvoorbereiding. In dit onderzoek is veel aandacht geschonken aan de analyse en synthese van bestaand en nieuw onderzoeksmateriaal, zodanig dat het zo goed mogelijk toepasbaar is op de Nederlandse situatie en dat het zo helder mogelijk is hoe de elasticiteiten bij de evaluatie van effecten van beleid moeten worden toegepast. 1.2 Doel van deze studie Het doel van deze studie is het binnen zo nauw mogelijke bandbreedtes presenteren van eigen en kruislingse prijselasticiteiten van het Nederlandse goederenwegvervoer, waar mogelijk uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het vervoer of het te vervoeren product. Meer specifiek beschouwen we de volgende prijsverhogingen en volume-effecten: / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
6 qua prijsveranderingen gaan we uit van veranderingen van de prijs van het Nederlandse goederenwegvervoer, meer specifiek verhogingen van de brandstofprijs, van de prijs per gereden voertuigkilometer en van de prijs per vervoerde tonkilometer vracht; qua effecten gaan we op zoek naar de afname van het aantal voertuigkilometers en tonkilometers van het goederenwegvervoer op Nederlandse bodem, en van de toename van tonkilometers in de binnenvaart en het spoorvervoer op Nederlandse bodem. Daarnaast hebben we aandacht gegeven aan short sea, luchtvaart en pijpleidingenvervoer, maar hierover kunnen we op basis van deze studie geen robuuste uitspraken doen. 1.3 Opzet van de studie Denkmodel Allereerst is in de studie een denkmodel ontwikkeld aan de hand waarvan het bestaande en het nieuwe onderzoeksmateriaal is geanalyseerd. Drie analysesporen Vervolgens zijn we via drie parallelle sporen op zoek gegaan naar de gezochte elasticiteiten. Het eerste spoor is het in kaart brengen van het bestaande materiaal. Via analyse en synthese van de beschikbare (inter)nationale literatuur is een overzicht gegeven van prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer, met de nadruk op de eigen elasticiteiten 1. Het tweede spoor is een enquête, uitgezet onder Nederlandse verladers en expediteurs, naar de kruislingse elasticiteiten (extra gebruik van spoor en binnenvaart in reactie op prijsveranderingen in het wegvervoer). Middels enkele analysestappen is de respons op de enquête representatief gemaakt voor de Nederlandse situatie. Het derde spoor is de analyse van een aantal specifieke modelruns met het door TNO/INRO en NEI ontwikkelde model SMILE (Strategisch Model Integrale Logistiek en Evaluatie). Uit de runs kunnen zowel eigen als kruislingse elasticiteiten worden gedistilleerd. Trechtering naar robuuste elasticiteiten De resultaten uit deze drie sporen zijn vervolgens met behulp van het ontwikkelde denkmodel getrechterd tot een synthese. In deze notitie gebruiken we regelmatig de term robuust. Met een robuuste elasticiteit bedoelen we een elasticiteit die volgt uit consistente resultaten van minimaal twee van de drie analysesporen. In dit hoofdrapport zullen voornamelijk deze robuuste elasticiteiten worden behandeld. Voor een complete beschrijving van alle gevonden waarden uit de verschillende analysesporen wordt u verwezen naar de achtergrondrapportage. Bij wijze van test zijn nog enkele case studies verricht met tijdreeksen van prijs- en volume-ontwikkelingen. Wegens de vele onzekerheden die aan dergelijke analyses kleven en het beperkte beschikbare cijfermateriaal zijn deze analyses slechts gebruikt ter illustratie. 1 Immers kruislingse elasticiteiten zijn zeer sterk afhankelijk van specifieke regionale of nationale omstandigheden (namelijk prijs, kwaliteit en beschikbaarheid van de alternatieven spoorvervoer en binnenvaart), terwijl de eigen elasticiteiten minder gevoelig zijn voor specifieke regionale omstandigheden. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
7 1.4 Opzet van dit rapport In hoofdstuk 2 komt het in deze studie ontwikkelde denkmodel aan de orde. In hoofdstuk 3 presenteren we aan de hand van dit denkmodel de resultaten van de gedane analyses. In hoofdstuk 4 geven we een beknopte handleiding voor de interpretatie en het gebruik van de cijfers, en we illustreren dit met een tweetal voorbeelden van de doorwerking van prijsveranderingen in het goederenwegvervoer. In hoofdstuk 5 schenken we aandacht aan de mogelijke instrumentatie van prijsbeleid en enkele andere effecten van prijsbeleid die niet tot de kern van deze studie behoren maar voor beleidsmakers van belang kunnen zijn bij de implementatie. In hoofdstuk 6 geven we enkele aanbevelingen voor verder onderzoek. In de achtergrondrapportage bij dit rapport komen de beschrijving van en de conclusies uit de literatuurstudie, de enquête, de modelruns en de case studies uitgebreid aan de orde. De achtergrondrapportage is dan ook de onderbouwing van deze beknopte hoofdrapportage. Hier worden ook de resultaten gepresenteerd van analyses die niet robuust genoeg zijn om overgenomen te worden in dit hoofdrapport / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
8 Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december 1999
9 2 Denkmodel en mechanismen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven we het denkmodel dat voor deze studie is ontwikkeld en als leidraad is toegepast. Dit denkmodel beschrijft hoe verschillende soorten prijsverhogingen doorwerken in de transportmarkt en uiteindelijk op de verschillende vervoersvolumes. Door dit inzicht biedt het model zowel een handvat voor de analyses die in deze studie zijn gemaakt als voor de interpretatie van de resultaten. 2.2 Drie typen prijsverhogingen In deze studie zijn de effecten van verschillende typen prijsverhogingen geanalyseerd. Dit is belangrijk omdat de volume-effecten niet alleen sterk afhangen van de hoogte van de prijsprikkel, maar ook van de vorm ervan. De prijsverhoging kan zijn oorsprong vinden in marktontwikkelingen zoals veranderingen in brandstofprijzen of loonkosten, of het gevolg zijn van overheidsmaatregelen. De overheid kan de prijs van het goederenwegvervoer op verschillende manieren beïnvloeden: door de motorrijtuigenbelasting of de prijs van het Eurovignet te verhogen, de accijns te verhogen, de milieu- of veiligheidseisen aan voertuigen te verscherpen, de wetgeving rond overbelading, rij- en rusttijden, transportveiligheid e.d. aan te scherpen, een kilometerheffing in te stellen, of, meer algemeen, de werkgeverslasten op arbeid te verhogen. In deze studie gaan we uit van drie typen van (actuele) prijsveranderingen: verandering van de brandstofprijs, verandering van de prijs per voertuigkilometer en verandering van de prijs per tonkilometer vracht. De eerste twee prijsveranderingen kunnen in principe door de overheid worden geïnitieerd. Deze prijsveranderingen grijpen aan op het gebruik van het voertuig en stimuleren daarmee een efficiënte inzet ervan. Prijsveranderingen per tonkilometer zullen meestal het gevolg zijn van marktontwikkelingen Mechanismen: efficiency, substitutie en vraaguitval Een verandering van brandstof-, voertuig- of tonkilometerprijzen in het goederenwegvervoer kan een aantal verschillende reacties in de logistieke keten oproepen. Het is belangrijk om bij studies naar prijselasticiteiten deze reacties goed te onderscheiden. Daarom beschrijven we in onderstaand stuk via welke mechanismen de prijsverhogingen doorwerken in de vervoerswereld Schematisch overzicht In Figuur 1 is een schematisch overzicht gegeven van de in deze paragraaf beschreven mechanismen, effecten en elasticiteiten en hun onderlinge samenhang. Deze figuur speelt een centrale rol in dit project. 2 In het spoorvervoer is een door de overheid opgelegde vergoeding per tonkilometer vracht denkbaar; bij het wegvervoer is dit uitvoeringstechnisch moeilijk realiseerbaar / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
10 Figuur 1 Schematisch overzicht van de in deze studie beschouwde elasticiteiten en hun onderlinge relaties aangrijpingspunten effecten op kostenstructuur mechanismen effecten op verkeer, vervoer en milieu verhoging brandstofprijs hogere brandstofkosten vervoerder (1) ++ + hogere brandstofefficiency (meer km per liter) minder brandstofverbruik wegvervoer (a) verhoging voertuigkilometerprijs hogere kosten per voertuigkilometer vervoerder (2) ++ + hogere transportefficiency (meer ton per voertuigkm) minder voertuigkilometers wegvervoer (b) verhoging tonkilometerprijs hogere kosten per tonkilometer verlader (3) vraaguitval 1 (minder tonnen productie) vraaguitval 2 (minder kilometers per ton) minder tonkilometers wegvervoer (c) substitutie door andere vervoerwijzen meer tonkilometers andere vervoerwijzen (d) De eigen elasticiteiten worden beschreven door: 1 de reductie in brandstofgebruik in het wegvervoer bij stijging van de brandstofprijs = (a) / (1); 2 de reductie in aantallen voertuigkilometers in het wegvervoer bij stijging van de brandstofprijs = (b) / (1); 3 de reductie in aantallen tonkilometers in het wegvervoer bij stijging van de brandstofprijs = (c) / (1); 4 de reductie in brandstofgebruik in het wegvervoer bij stijging van de voertuigkilometerprijs = (a) / (2); 5 de reductie in aantallen voertuigkilometers in het wegvervoer bij stijging van de voertuigkilometerprijs = (b) / (2); 6 de reductie in aantallen tonkilometers in het wegvervoer bij stijging van de voertuigkilometerprijs = (c) / (2); 7 de reductie in brandstofgebruik in het wegvervoer bij stijging van de tonkilometerprijs = (a) / (3); Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december 1999
11 8 de reductie in aantallen voertuigkilometers in het wegvervoer bij stijging van de tonkilometerprijs = (b) / (3); 9 de reductie in aantallen tonkilometers in het wegvervoer bij stijging van de tonkilometerprijs = (c) / (3). De kruislingse elasticiteiten worden beschreven door: 10 de toename in aantallen tonkilometers in het spoorvervoer en de binnenvaart bij stijging van de brandstofprijs in het wegvervoer = (d) / (1); 11 de toename in aantallen tonkilometers in het spoorvervoer en de binnenvaart bij stijging van de voertuigkilometerprijs in het wegvervoer = (d) / (2); 12 de toename in aantallen tonkilometers in het spoorvervoer en de binnenvaart bij stijging van de tonkilometerprijs in het wegvervoer = (d) / (3); Het is niet mogelijk gebleken robuuste uitspraken te doen over de kruislingse elasticiteiten van de short sea, luchtvaart en pijpleidingen. Daarom gaan we in de rest van dit hoofdrapport niet meer in op deze modaliteiten 3. In de volgende paragrafen wordt Figuur 1 nader uitgelegd Efficiency-effecten (vervoerder/verlader) Een verhoging van brandstofprijzen of prijzen per voertuigkilometer komt eerst aan bij de vervoerder. Bij hogere brandstofprijzen zullen extra maatregelen om het brandstofverbruik per voertuigkilometer te verminderen 4 aantrekkelijker worden. Dit is het eerste efficiency-effect dat we in deze studie beschouwen. Met deze extra maatregelen zal de vervoerder niet de gehele prijsstijging kunnen opvangen; een deel van de verhoging van de brandstofprijs zal voelbaar blijven in de voertuigkilometerprijs. Omdat de vervoerder concurrentie ondervindt en omdat de verlader niet in voertuigkilometers, maar in tonkilometers is geïnteresseerd zal hij niet deze gehele kostenverhoging aan de verlader doorberekenen. Het logistieke kostenoptimum van transport, op- en overslag verschuift naar minder voertuigkilometers en grotere pakketten lading per voertuigbeweging. Door deze efficiencyverbetering kan dezelfde tonkilometerprestatie met minder voertuigkilometers worden gerealiseerd. Voorbeelden van maatregelen zijn inzet van (geavanceerdere) planningssystemen, toename van groepagevervoer en de inzet van grotere voertuigen. In dit proces spelen natuurlijk ook de onderhandelingen tussen vervoerders en verladers een rol. Verladers zullen anticiperen op veranderingen in transportkosten door logistieke aanpassingen (pakketgrootten e.d., wellicht wat minder Just in Time-levering) Als gevolg van deze mechanismen blijft het totale transportvolume, in tonkm, gelijk maar wordt efficiënter, in minder voertuigkm, vervoerd. Dit is het tweede efficiency-effect dat we in deze studie beschouwen. Als gevolg van deze reacties komt slechts een deel van de prijsverhogingen per liter brandstof of per voertuigkm terecht bij verladers in de vorm van 3 4 In de SMILE runs is wel een elasticiteit voor de short sea gevonden (zie de achtergrondrapportage). Omdat deze resultaten niet gecontroleerd konden worden met een ander onderdeel van de studie hebben we deze hier niet gepresenteerd. Bijvoorbeeld een eerdere afschrijving van oudere voertuigen, een betere monitoring van het rijgedrag of een grote aandacht voor brandstofverbruik bij de aanschaf van voertuigen / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
12 hogere prijzen per tonkm. Vervoerders vangen een deel op 5 en ook verladers zullen op de verhogingen anticiperen middels hun logistieke planning Substitutie-effect (verlader) Het onvermijdelijke deel van de prijsverhogingen, dat deel dat niet middels efficiencyverbeteringen in het wegvervoer kon worden weggewerkt, komt uiteindelijk bij de verlader terecht in de vorm van hogere kosten per tonkilometer wegvervoer. Verladers zullen dan gaan bekijken of er alternatieven voor het duurder geworden wegvervoer aanwezig zijn (in Nederland vooral binnenvaart en spoorvervoer, maar ook short sea, pijpleidingen en luchtvracht) en of deze alternatieven qua prijs/kwaliteitverhouding aantrekkelijk worden. Is dit het geval, dan zullen zij besluiten vracht over te hevelen van wegvervoer naar deze vervoerwijzen. Hier hebben we de zogenoemde kruislingse elasticiteit te pakken. In deze studie noemen we dit een substitutie-effect Vraaguitval in transport en, eventueel, productie (verlader) Soms zal een efficiëntere organisatie van het wegtransport (par ) of een concurrerende vervoerwijze (par ) voor de verlader onvoldoende soelaas bieden om prijsverhogingen in het wegtransport te ontlopen. In dit geval kan er netto vraaguitval (minder transport in tonkm) ontstaan door aanpassing van de ruimtelijke organisatie van productie en distributie. Er ontstaat dan een ander optimum van de ruimtelijke structuur van productie, distributie en consumptie, met gemiddeld kortere verplaatsingsafstanden. Dit leidt tot vraaguitval in transport (minder tonkm bij een gelijk aantal tonnen productie) 6. Ten slotte zal hij een overgebleven deel van de transportkosten moeten doorberekenen in de prijs van de producten. Dit kan vraaguitval in (consumptie en dus) productie veroorzaken. Waarschijnlijk zal dit effect het eerst optreden bij transportintensieve producten, omdat hier de relatieve verhoging van de productprijs het grootst is. Echter, deze effecten kunnen niet los worden gezien van de efficiencyeffecten: hoe groter het deel van de prijsverhoging dat door efficiencyverbeteringen kan worden opgevangen, hoe lager de elasticiteiten zullen zijn en omgekeerd. Daarom is het onderkennen van de efficiency-effecten ook zeer belangrijk. 5 6 Dit is een bekend fenomeen: hoewel de afzonderlijke kostenposten in het goederenwegvervoer (arbeid, voertuigen, brandstof e.d.) in reële termen niet zijn gedaald, is de prijs van goederenwegvervoer per tonkm de afgelopen 20 jaar toch ca 30% gedaald, terwijl de marge voor vervoerders ongeveer gelijk is gebleven. De vervoerders hebben veel prijsverhogingen kunnen opvangen door efficiencyverbeteringen. Een ander onderwerp dat in deze discussie centraal staat is het weglekken van transportstromen naar het buitenland, met name relevant voor de zogenoemde doorvoer via de mainports. In feite is dit op Europees niveau een vorm van substitutie, op Nederlands niveau een vorm van vraaguitval. Dit specifieke geval is in de afzonderlijke analyses niet kwantitatief betrokken, maar komt later in dit hoofdrapport in kwalitatieve termen aan de orde. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
13 3 De elasticiteiten In dit hoofdstuk beschrijven we de resultaten die zijn samengesteld uit analyses via de drie sporen: literatuuronderzoek, enquête en modelruns met SMILE. De resultaten van ieder van de drie sporen afzonderlijk treft u aan in de achtergrondrapportage. 3.1 Macro Achtereenvolgens worden de volgende resultaten onderscheiden en gepresenteerd: Hogere brandstofkosten voor de vervoerder(1): het effect van hogere brandstofkosten (weg) op het brandstofverbruik; Hogere kosten per voertuigkilometer voor de vervoerder (2): het effect van hogere kosten per voertuigkilometer op aantal voertuigkilometers; Hogere kosten per tonkilometer voor de verlader (3): het effect van hogere kosten per tonkilometer (weg) op het aantal tonkilometers. In Tabel 1 is aangegeven wat de belangrijkste bronnen zijn voor de betreffende onderdelen. Alleen de literatuurstudie biedt enig inzicht in de effecten van een verhoging van de brandstofkosten (1) en een verhoging van kosten per voertuigkilometer (2). Vanwege deze beperkte onderzoeksbasis moeten de resultaten van het onderzoek op dit punt met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Wat betreft de effecten van verhoging van de tonkilometerkosten (3) zijn drie bronnen beschikbaar. De drie bronnen zijn getrechterd tot één resultaat, waarbij als norm voor robuustheid is gehanteerd dat minimaal twee onderdelen van de studie een consistente uitspraak doen over de betreffende elasticiteit. Tabel 1 Overzicht van de herkomst en bruikbaarheid van de bronnen voor de diverse soorten van elasticiteiten in deze studie literatuur SMILE enquête (1) Hogere brandstofkosten (vervoerder) Efficiency X (2) Hogere kosten per voertuigkm (vervoerder) Efficiency X (3) Hogere kosten per Vraaguitval XX XX tonkm (verlader) Substitutie X XX XX X XX = smalle basis = brede basis Een belangrijk deel van de onderzoeksresultaten concentreert zich aldus op de verladerszijde van de transportmarkt door de hogere kosten per tonkilometer (3) als uitgangspunt te nemen. Dit betekent dat effecten als een verhoging van brandstof- en transportefficiency effecten die betrekking hebben op de vervoerderskant van de markt - noodzakelijkerwijs buiten beschouwing blijven. Dit onderzoek heeft dus een bredere invalshoek dan de meeste bestaande studies naar elasticiteiten in het goederenwegvervoer, omdat we ons niet alleen richten op de vaak bestudeerde reacties van verladers op veranderende prijzen (par ), maar ook op de tot dusverre / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
14 relatief onderbelichte efficiency-effecten als gevolg van reacties van vervoerders op veranderingen in prijzen van brandstof of voertuigkilometers Verhoging brandstofprijzen (1) Een verhoging van de brandstofprijzen kan verschillende effecten hebben (zie Figuur 1). Hogere brandstofprijzen kunnen direct leiden tot een hogere brandstofefficiency, waardoor minder brandstof per voertuigkilometer verbruikt wordt. Daarnaast worden door middel van een hogere transportefficiency, vraaguitval en substitutie indirect minder tonkilometers en dus ook minder voertuigkilometers gemaakt. Ook hieruit resulteert een vermindering van het brandstofverbruik in het wegvervoer. De verschillende studies drukken het effect op brandstofverbruik en efficiency uit in termen van elasticiteiten: een relatieve verandering van de brandstofprijs leidt tot een relatieve verandering van de vraag naar brandstof (= totaal verbruik). Als deeleffect hiervan wordt ook aangegeven hoe groot de verandering is als gevolg van een efficiënter brandstofverbruik. De conclusie uit deze studies luidt dat de vraag naar brandstof in het goederenwegvervoer een elasticiteit kent die tussen de 0,3 (korte termijn) en - 0,6 (lange termijn) ligt. Van deze elasticiteit bestaat ongeveer de helft ( 0,15 op korte termijn en 0,30 op lange termijn) uit een verhoging van de brandstofefficiency van voertuigen, de rest uit vraagvermindering. Aangezien reeds een breed scala aan technische mogelijkheden in vrachtauto s is benut en verschillen in brandstofverbruik tussen efficiënte en minder efficiënte vrachtauto s niet meer bedragen dan ca 10%, mag worden aangenomen dat voor beide de lage inschatting (-0,3 resp. 0,15) het meest geldig is voor de huidige Nederlandse situatie Hogere prijzen per voertuigkm voor vervoerder (2) Hogere kosten per voertuigkilometer, bijvoorbeeld als gevolg van invoering van een km-heffing of verhoging van de brandstofaccijns, kan leiden tot verhoging van transportefficiency, oftewel het efficiënter organiseren van het bestaande transportvolume. Dit effect betreft de aanbodzijde van de transportmarkt (vervoerders). Resultaat is een wat minder sterke stijging van de kosten per tonkilometer voor de verlader. Als gevolg hiervan zal ook minder vraaguitval of substitutie naar een andere modaliteit optreden. Er is slechts één literatuurbron aangetroffen die een uitspraak doet over het efficiency-effect dat optreedt aan de vervoerderskant. Deze studie van Bjørner (1999) laat zien dat de elasticiteit van voertuigkilometers resp. tonkilometers bij een verhoging van de prijs per voertuigkm -0,81 resp. 0,47 bedraagt. Dus: bij een prijsstijging van voertuigkilometers van 10% daalt het aantal voertuigkilometers in het wegvervoer met ca 8% en het aantal tonkilometers met ca 5%. Bij verhoging van de prijs per voertuigkm komt ca 40% van het verlies aan voertuigkm niet tot uiting in verlies in tonkm. Volgens de studie van Bjørner (1999) zou dit efficiency-effect van een prijsverhoging dus iets kleiner zijn dan het effect dat plaatsvindt aan de verladerskant (vraaguitval en substitutie). Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
15 3.1.3 Hogere prijzen per tonkm voor verlader (3) De hogere kosten per tonkilometer voor de verlader kan drie effecten teweegbrengen (zie Figuur 1). Ten eerste kan er substitutie naar andere modaliteiten ontstaan (minder tonkm bij wegvervoer en meer bij andere modaliteiten, evenveel tonnen productie). Een tweede effect betreft nettovraaguitval door het uitvallen van de vraag naar wegtransport (minder tonkm transport bij evenveel tonnen productie). Ten slotte kan er vraaguitval ontstaan als gevolg van het uitvallen van fysieke productie. Zoals gezegd worden bovengenoemde verladerseffecten vrij uitgebreid gecoverd in de drie studie-onderdelen. Eigen elasticiteit De optelsom van de drie deeleffecten wordt weergegeven met behulp van de eigen elasticiteit. Aangezien de enquête alleen inzicht geeft in substitutieeffecten, is de trechtering gebaseerd op de uitkomsten van SMILE en de literatuurstudie. Tabel 2 geeft de resultaten weer. Tabel 2 Eigen elasticiteiten van de vraag naar goederenwegvervoer (tonkilometers) bij prijsverhoging wegvervoer (in tonkilometers) Literatuurstudie SMILE Conclusie eigen elasticiteit, totaal -0,6 tot -1,2 0,5 tot 0,6-0,6 tot 0,9 waarvan substitutie (minder tonkm wegvervoer, meer tonkm spoor en binnenvaart -0,3 tot -0,6-0,4 tot 0,6-0,4 tot 0,5 evenveel tonnen productie) waarvan vraaguitval transport (minder tonkm wegvervoer -0,3 tot 0,6-0,1-0,2 tot 0,4 evenveel tonnen productie) waarvan vraaguitval productie (minder tonkm wegvervoer, minder tonnen productie) Noten: De bovenste rij is een optelling van de onderste drie. Het gaat om relatief geringe prijsverhogingen. laag (< -0,1) laag (< -0,1) Laag (< -0,1) De literatuurstudie en de resultaten van SMILE liggen dicht bij elkaar. De ondergrens van de range ligt op 0,5. De literatuurstudie komt tot een bovengrens van 1,2. Op basis van deze twee onderdelen komen we tot een inschatting van de eigen elasticiteit van het wegvervoer van tussen -0,6 en -0,9. De elasticiteit is gespecificeerd in tonkilometers en heeft betrekking op vraaguitval (door fysieke productie en transport) en substitutie. Kruislingse elasticiteit Een deeleffect van de optelsom betreft substitutie naar spoor en binnenvaart. De kruislingse elasticiteiten zijn vermeld in Tabel / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
16 Tabel 3 Kruislingse elasticiteiten spoorvervoer en binnenvaart bij prijsverhoging wegvervoer (in tonkilometers) Literatuurstudie enquête SMILE conclusie spoor +1,0 tot +2,5 +3,0 +1,4 tot +2,4 +1,8 tot +3,0 binnenvaart > +0,2 +1,1 +0,4 tot +0,8 +0,4 tot +0,8 Noot: Er is een relatie tussen deze tabel en Tabel 2. De positieve substitutie-elasticiteiten van spoor en binnenvaart kunnen ook worden uitgedrukt als negatieve elasticiteiten voor het wegvervoer die puur en alleen de naar spoor en binnenvaart overgehevelde vracht presenteren (de tweede rij van Tabel 2). De resultaten uit de literatuurstudie konden in de analyse van kruiselasticiteiten worden betrokken door ze te corrigeren voor de marktaandelen van de drie vervoerwijzen in de desbetreffende landen op het tijdstip van studie. Op basis van de drie sporen komen we tot een inschatting van de kruislingse elasticiteit m.b.t. het spoorvervoer tussen de +1,8 en +3,0. Nadrukkelijk zij vermeld dat de elasticiteit sterk wordt beïnvloed door het vervoerde volume. Doordat dit volume bij het spoorvervoer laag is, is de elasticiteit sterk afhankelijk van schommelingen hierin. Voor de kruislingse elasticiteit van de binnenvaart komen we tot een inschatting van een range tussen +0,4 en +0,8. De uit de literatuurstudie geschatte elasticiteit is maar in beperkte mate vergelijkbaar met de uitkomsten uit de enquête en SMILE. De reden hiervoor is dat de binnenvaart in het buitenland veel minder een concurrerend alternatief vormt dan in Nederland Inpassing in denkmodel De elasticiteiten zoals gepresenteerd in de vorige subparagrafen zijn nog niet één op één overzetbaar in de systematiek van Figuur 1. Daartoe moet nog een tweetal omrekeningen worden gemaakt: 1 De eerste omrekening is de uitwerking van een brandstofprijsverhoging op de kosten per voertuigkm. Gemiddeld bedragen brandstofkosten ca 15% van de kilometerkosten in het goederenwegvervoer 7. 2 De tweede omrekening heeft te maken met het rekening houden met efficiency-effecten. Een voorbeeld: wanneer de prijs van brandstof met 10% stijgt, betekent dit (op de langere termijn) niet dat de kilometerprijs met 15%*10% = 1,5% stijgt omdat een deel wordt opgevangen door brandstofefficiencyverbeteringen (ca 15-20% van deze verhoging, zie eerder in dit hoofdstuk). Daardoor stijgen de kilometerkosten met ca 0,8*1,5 = 1,2%. Iets soortgelijks geldt bij de omrekening van voertuigkilometerprijsverhogingen naar tonkilometerprijsverhogingen, waar ca 40% wordt opgevangen door efficiencyverbeteringen. Zoals eerder aangegeven zijn de efficiency-effecten omgeven met de nodige onzekerheden omdat slechts uit één van de sporen informatie hieromtrent is verkregen (de literatuurstudie). Deze efficiency-effecten hebben vooral invloed op de reductie van tonkilometers en brandstofverbruik; ze spelen bij de reductie van voertuigkilometers een relatief beperkte rol. 7 Bijvoorbeeld bij een brandstofprijs van fl 1,20 per liter, een verbruik van 1 liter op 3,2 km en een kilometerprijs van fl 2,50. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
17 Tabel 4 Indicatie van de volledig ingevulde matrix van prijselasticiteiten volgens het schema van Figuur 1. De getallen gelden op macroniveau en hebben betrekking op tonkilometers afgelegd op Nederlands grondgebied. Bandbreedten zijn weggelaten type type effect type prijsverhoging elasticiteit brandstofprijs (1) prijs per voertuigkm (2) prijs per tonkm (3) Brandstofverbruik wegvervoer (a) -0,30-0,8-0,8 eigen voertuigkm wegvervoer (b) -0,13-0,8-0,8 elasticiteit tonkm wegvervoer (c) -0,07-0,5-0,8 kruislingse tonkm spoor (d) +0,22 +1,45 +2,4 elasticiteit tonkm binnenvaart (d) +0,06 +0,36 +0,6 3.2 Segmentatie van de elasticiteiten De eigen en kruislingse elasticiteiten zijn niet voor alle deelmarkten in het wegvervoer gelijk. Daarom hebben we in alle sporen van het onderzoek (literatuurstudie, enquête, modelberekeningen, case studies) rekening gehouden met segmentatie van de elasticiteiten naar deelmarkt. Daarbij hebben we uitsplitsingen gemaakt naar: verschijningsvorm (bulk of stukgoed); tijdgevoeligheid van het product (laag, midden, hoog); type vervoer (binnenlands / grensoverschrijdend); ontsluiting (aanwezigheid van een binnenvaart- of spooraansluiting). In tegenstelling tot het macro-beeld van de elasticiteiten, zijn de resulterende elasticiteiten per segment veel minder robuust en eenduidig. Wij geven hieronder een kort overzicht van de resultaten binnen de aangehouden segmentaties. In de achtergrondrapportage is gedetailleerdere informatie te vinden over de gesegmenteerde resultaten. Bulk / stukgoed De enige robuuste differentiatie die kan worden gemaakt is dat de kruislingse elasticiteit van vervoer van stukgoed per binnenvaart hoger is dan de macro-elasticiteit (bij vervoer van bulk is de elasticiteit ongeveer gelijk aan de macro-elasticiteit). Voor het overige liggen de elasticiteiten voor het vervoer van bulkgoederen en stukgoederen in dezelfde orde van grootte. Het onderliggende volume speelt een belangrijke rol: als dit relatief klein is (bijvoorbeeld bij de binnenvaart) is de elasticiteit al snel hoger. Hoge / lage tijdwaarde Deze segmentering heeft niet tot plausibele en robuuste resultaten geleid. Binnenlands / internationaal Deze segmentering heeft alleen voor wat betreft de kruislingse elasticiteit van het internationale spoorvervoer tot robuuste resultaten geleid; hier geldt dat naar verwachting de kruislingse elasticiteit in het internationale spoorvervoer grofweg gelijk is aan de macro-elasticiteit, dus 1,8 tot 3,0. Voor wat betreft de eigen elasticiteiten en de kruislingse elasticiteiten van het binnenlandse spoorvervoer en de binnenvaart is geen robuuste differentiatie tussen binnenlands en internationaal te maken / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
18 Aanwezigheid van binnenvaart / spooraansluiting Deze segmentatie heeft wel tot plausibele, maar niet tot robuuste resultaten geleid. Uit de enquête blijkt dat de kruislingse elasticiteit hoger is wanneer een spoor- of binnenvaartaansluiting in het gebied aanwezig is. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
19 4 Interpretatie van de resultaten Dit hoofdstuk gaat kort in op de interpretatie van de resultaten uit het vorige hoofdstuk. We doen dit op twee manieren: door een kwalitatieve beschrijving van de geldigheid van de resultaten (par. 4.1) en twee fictieve kwantitatieve invullingen (par. 4.2) van de effecten van hogere prijzen per liter brandstof en per voertuigkilometer. 4.1 Kwalitatieve beschrijving Allereerst merken we op dat het opvallend is dat verreweg de meeste studieresultaten betrekking hebben op het onderste deel van Figuur 1, de reacties op verhogingen van de transportprijzen in tonkilometers. De cijfers over de efficiency-effecten zijn minder robuust; deze effecten beginnen pas de laatste jaren in het aandachtsgebied van onderzoek te komen. Bedacht moet worden dat, naarmate het beprijzingsinstrument verfijnder en gedifferentieerder is, er meer mogelijkheden in de vervoersmarkt zijn om de prijsverhogingen te ontlopen middels efficiency-maatregelen 8. Daardoor zijn de eigen en kruislingse elasticiteiten in het geval dat dergelijke verfijnde instrumenten worden ingezet dus lager dan de in deze studie gepresenteerde elasticiteiten op basis van ongedifferentieerde heffingen. Er zijn twee robuuste segmentaties van de elasticiteiten aan te wijzen. De eerste is de kruislingse elasticiteit voor internationaal spoorvervoer, die ongeveer even hoog is als de 'macro' kruislingse elasticiteit. De tweede is de opsplitsing van de kruislingse elasticiteit van binnenvaart naar bulk en stukgoed. De kruislingse elasticiteit van vervoer van stukgoed en bulk per binnenvaart is hoger dan, resp. ongeveer gelijk aan, de 'macro' kruislingse elasticiteit. Verder is het opvallend dat de eigen elasticiteiten voor vervoer van bulk en stukgoed elkaar in het algemeen weinig ontlopen. Verder is het belangrijk om op te merken dat het in deze studie gaat om de effecten van relatief beperkte prijsveranderingen. Bij de eigen elasticiteiten (vnl. literatuur en SMILE) is gerekend met prijsveranderingen in de orde van 10%, bij de kruislingse elasticiteiten (vnl. enquête en SMILE) zijn prijsstijgingen in de orde van 10-40% beschouwd. Uit de literatuur, de enquête en SMILE runs blijkt dat bij hogere prijsstijgingen andere elasticiteiten gelden. Zo lijkt op basis van de resultaten van de enquête en de SMILE-runs bij prijsstijgingen boven de 40% weinig extra substitutie naar spoor en binnenvaart meer op te treden Voor preciezere gegevens wordt u verwezen naar de achtergrondrapportage. De elasticiteiten blijken volgens de SMILE-modelruns redelijk tweezijdig te zijn, hetgeen de theoretische notie dat puntelasticiteiten tweezijdig interpreteerbaar zijn ondersteunt. 8 Een voorbeeld is een kilometerheffing die naar milieuklasse van het voertuig is gedifferentieerd. Vervoerders kunnen deze heffing gedeeltelijk ontlopen door schonere voertuigen te kopen / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
20 De kruiselasticiteiten van het spoor zijn hoog doordat het huidige volume laag is. Hierdoor neemt het spoorvervoer relatief gezien sterk toe bij een modal shift. Dit betekent tevens dat de elasticiteiten in de toekomst sterk kunnen wijzigen als het vervoerde volume per spoor toe- of afneemt. De elasticiteiten houden geen rekening met mogelijke capaciteitsbeperkingen die kunnen ontstaan resp. kunnen worden opgelost bij prijsveranderingen. De elasticiteiten worden in de loop der jaren beïnvloed door veranderingen in de samenstelling van het vervoer, productielocaties en kwaliteitsveranderingen van de verschillende modaliteiten. Hoe kleiner een segment is, hoe groter dit effect is. Uit de enquête blijkt dat bij kwaliteitsverbetering van de infrastructuur van binnenvaart en spoor meer verladers gebruik willen maken van deze vervoerwijzen. Het vervoerde volume zal dus stijgen. Op korte termijn stijgen de kruislingse elasticiteiten dus bij een kwaliteitsverhoging van spoor en binnenvaart. Echter juist door deze toename van het volume zullen de kruislingse elasticiteiten weer dalen, mogelijk tot onder het oorspronkelijke niveau. 4.2 Kwantitatieve voorbeelden In deze paragraaf geven we een praktische handleiding voor de omgang met de in deze studie gevonden elasticiteiten op macro-niveau. De beschrijvingen zijn opgezet analoog aan de elasticiteiten die zijn gepresenteerd in Tabel 4. We geven aan hoe de effecten van eventuele verhogingen van brandstof- en voertuigkilometerprijzen kunnen worden bepaald op basis van de in deze studie gemaakte analyses. Een eerste voorbeeld is de doorwerking van een verhoging van de brandstofprijs van 10 ct per liter. Zie Figuur 2. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
21 Figuur 2 Illustratie van de doorwerking van een verhoging van de brandstofprijs van 10 ct/liter op brandstofverbruik, voertuig- en tonkilometers op Nederlands grondgebied, op basis van de in deze studie gevonden elasticiteiten (bandbreedten weggelaten) aagrijpingspunten effecten op kostenstructuur mechanismen effecten op verkeer, vervoer en milieu verhoging brandstofprijs hogere brandstofkosten vervoerder + 10 ct/liter + 8% hogere brandstofefficiency (meer km per liter) minder brandstofverbruik wegvervoer + 7% - 2% verhoging voertuigkilometerprijs hogere kosten per voertuigkilometer vervoerder + 1,1% + 0,7% hogere transportefficiency (meer ton per voertuigkm) minder voertuigkilometers wegvervoer - 0,9% verhoging tonkilometerprijs hogere kosten per tonkilometer verlader vraaguitval 1 (minder tonnen productie) vraaguitval 2 (minder kilometers per ton) minder tonkilometers wegvervoer - 0,25% - 0,55% substitutie door andere vervoerwijzen - 0,3% meer tonkilometers andere vervoerwijzen spoor: + 1,7% binnenvrt: + 0,4% De verhoging van de brandstofprijs van 10 ct/liter betekent voor wegvervoerders een verhoging van ca fl 1,20 naar fl 1,30 per liter, ofwel ca 8%. Van deze 8% wordt op langere termijn ca 15% geabsorbeerd middels efficiencyverbeteringen, ofwel ca 1%. De overblijvende brandstofkostenverhoging bedraagt dan ca 7%. Ervan uitgaande dat 15% van de kilometerkosten uit brandstofkosten bestaan, betekent dit een verhoging van de kilometerkosten van ca 0,15*7% = 1,1%. Dit leidt via de elasticiteit van 0,8 tot 0,9% minder voertuigkilometers. De vermindering van het aantal voertuigkilometers en de brandstofefficiencyverbetering leiden samen tot ca 2% minder brandstofverbruik (stemt overeen met een brandstofprijselasticiteit van 0,3 en een 8% hogere brandstofprijs) / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
22 Vervolgens wordt circa 40% van de prijsverhoging per voertuigkilometer opgevangen middels efficiencyverbeteringen (meer tonnen per voertuigkm). Blijft over een prijsverhoging per tonkm voor de verlader van ca 0,6*1,1% = 0,7%. Middels een tonkm-elasticiteit van 0,8 leidt dit tot ca 0,55% minder tonkm wegvervoer, waarvan ruim de helft wordt gesubstitueerd naar andere modaliteiten (vooral binnenvaart, maar ook wat spoor) en bijna de helft vraaguitval van transport is. Het volume spoor neemt met ca 1,7% toe (0,7*2,4), het volume binnenvaart met ca 0,4% (0,7*0,6). Een tweede voorbeeld is de doorwerking van een verhoging van de prijs per voertuigkilometer van fl 0,10. Zie Figuur 3. Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
23 Figuur 3 Illustratie van de doorwerking van een verhoging van de prijs per voertuigkm van 10 ct op brandstofverbruik, voertuig- en tonkilometers op Nederlands grondgebied, op basis van de in deze studie gevonden elasticiteiten (bandbreedten weggelaten) aangrijpingspunten effecten op kostenstructuur mechanismen effecten op verkeer, vervoer en milieu verhoging brandstofprijs hogere brandstofkosten vervoerder hogere brandstofefficiency (meer km per liter) minder brandstofverbruik wegvervoer - 3% verhoging voertuigkilometerprijs hogere kosten per voertuigkilometer vervoerder + 10 ct/km + 4% + 2,5% hogere transportefficiency (meer ton per voertuigkm) minder voertuigkilometers wegvervoer - 3% verhoging tonkilometerprijs hogere kosten per tonkilometer verlader vraaguitval 1 (minder tonnen productie) vraaguitval 2 (minder kilometers per ton) minder tonkilometers wegvervoer - 0,8% - 2% substitutie door andere vervoerwijzen - 1,2% meer tonkilometers andere vervoerwijzen spoor: + 6% binnenvrt: +1,5% De verhoging van de kilometerprijs van 10 cent is equivalent met een verhoging van ca 4% (van ca fl 2,50 naar fl 2,60). Dit leidt via de elasticiteit van 0,8 tot 3% minder voertuigkilometers. Deze vermindering van het aantal voertuigkilometers leidt tevens tot ca 3% minder brandstofverbruik. Vervolgens wordt circa 40% van de prijsverhoging per voertuigkilometer opgevangen middels efficiencyverbeteringen (meer tonnen per voertuigkm). Blijft over een prijsverhoging per tonkm voor de verlader van ca 0,6*4% = 2,5%. Middels een tonkm-elasticiteit van 0,8 leidt dit tot ca 2% minder tonkm wegvervoer, waarvan ruim de helft wordt gesubstitueerd naar andere modaliteiten (vooral binnenvaart, maar ook wat spoor) en bijna de helft / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
24 vraaguitval van transport is. Het volume spoor neemt met ca 6% toe (2,5*2,4), het volume binnenvaart met ca 1,5% (2,5*0,6) Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
25 5 Andere effecten van prijsbeleid In dit hoofdstuk schenken we aandacht aan effecten van prijsbeleid die in het kwantitatieve deel van deze studie niet of onvoldoende aan bod zijn gekomen maar bij het voeren van prijsbeleid wel van belang zijn. Eerst behandelen we de mogelijke instrumentatie van prijsbeleid, omdat dit een grote invloed heeft op de effecten van prijsbeleid. Vervolgens geven we in kort bestek een indicatie van macro-economische effecten en effecten binnen de transportsector. 5.1 Instrumentatie De instrumentatie van eventueel prijsbeleid is van groot belang omdat zij in hoge mate bepalend is voor de effecten van het prijsbeleid. We hebben dit is het voorgaande hoofdstuk al gezien: prijsverhogingen per voertuigkilometer hebben een heel andere doorwerking dan prijsverhoging per tonkilometer of per liter brandstof. De instrumentatie van eventueel prijsbeleid heeft sterke relatie met het doel dat wordt nagestreefd. Is het doel vermindering van CO 2 -emissie, dan lijkt verhoging van de brandstofprijs de meest efficiënte 9 optie. Is het doel reductie van voertuigkilometers, dan is een kilometerheffing het meest efficiënt. Is het doel reductie van het voertuigbezit, dan ligt een verhoging van de motorrijtuigenbelasting voor de hand. Is het doel reductie van maatschappelijke kosten (infrastructuur, emissies etc. dan kan een (naar aslast en milieuklasse) gedifferentieerde kilometerheffing de meest efficiënte optie zijn 10. In Tabel 5 is een overzicht gegeven van het theoretisch meest efficiënte prijsinstrumentarium in het goederenwegvervoer bij verschillende beleidsdoelstellingen Met efficiënt bedoelen we hier dat met de kleinste prijsprikkel de grootste resultaten worden geboekt. In het algemeen is dit het geval wanneer de prikkel precies aangrijpt op de doelvariabele. De voertuigkilometerreductie als gevolg van de inzet van dergelijk instrumentarium kan overigens zeer beperkt zijn (lage elasticiteit) omdat de markt mogelijkheden wordt geboden om de heffing te ontlopen door in 'betere' voertuigen te gaan rijden (hetgeen dan overigens precies ook de bedoeling is) / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
26 Tabel 5 Meest efficiënte instrumentatie van prijsbeleid in het goederenwegvervoer doel is reductie van: meest efficiënte instrument op één na meest efficiënte instrument schade aan km-heffing, ongediff. km-heffing infrastructuur gediff. naar assen & aslasten congestie congestieheffing (heffing gediff. naar plaats, tijdstip km-heffing, gediff. naar plaats en tijdstip en capaciteitsbeslag voertuig) CO 2 -emissie/ brandstofverbr accijns km-heffing, gediff. naar brandstofverbruik andere emissies (NO X, PM 10...) km-heffing, gediff. naar emissies motor gediff. MRB? accijns? geluid km-heffing, gediff. naar geluidemissie vlakke km-heff? gediff. MRB? ongevalllen gediff. premiestelsel? gediff. km-heffing? voertuigkm ongediff. km-heffing accijns? tonkm tonkm-heffing km-heffing, gediff. naar laadvermogen voertuig voertuigbezit MRB ongediff. km-heffing? Uit het overzicht blijkt dat de kilometerheffing voor een veelheid aan beleidsdoelstellingen een efficiënte optie is. Het is belangrijk op te merken dat ongedifferentieerde kilometerheffingen (zoals beschouwd in deze studie) vooral het aantal voertuigkilometers reduceren, terwijl gedifferentieerde kilometerheffingen vooral geschikt zijn om voertuigkilometer-gerelateerde effecten (infrastructuurkosten, emissies, etc.) te verminderen. De brandstofaccijns is vooral een geschikt instrument voor reductie van brandstofverbruik en CO 2 emissie, en in wat mindere mate voor zwakker aan brandstofverbruik gerelateerde effecten zoals andere emissies en het aantal voertuigkilometers. Tonkilometerheffingen en voertuigheffingen (MRB) zijn geen efficiënte instrumenten voor de reductie van voertuigkilometers en externe effecten. Een differentiatie van de MRB naar externe effecten van het voertuig kan wel redelijk efficiënt zijn. 5.2 Economische effecten Er zijn drie typen economische effecten van belang bij het bepalen van prijsverhogingen: 1 De macro-economische effecten. 2 De effecten op de vervoerders. 3 De effecten op vervoerstromen (met name doorvoer). Het is niet het doel van deze studie om deze effecten tot in detail te onderzoeken. Desalniettemin is er vanuit de literatuur wel enige indicatie te geven Macro-economische effecten Aandeel van transport in productprijzen Voor het bepalen van de effecten op de Nederlandse economie is met name het aandeel van de transportkosten in de totale kosten van een product belangrijk. Door de stijging van de transportkosten neemt immers de totale (kost)prijs van een product toe, waardoor de vraag afneemt. Deze lagere Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport / december
27 vraag heeft een negatieve weerslag op de economische groei en de werkgelegenheid. Uit het voorgaande blijkt al dat slechts een beperkt deel van initiële prijsverhogingen die via brandstof-, voertuigkilometer- of tonkilometerprijzen in het goederenwegvervoer worden geïntroduceerd uiteindelijk terechtkomen in hogere productprijzen. Immers, via efficiënter vervoer en een efficiëntere ruimtelijk-economische organisatie van productie, distributie en consumptie wordt reeds een groot deel van de prijsverhoging in de transportsector zelf geabsorbeerd. De effecten van prijsverhogingen op de uiteindelijke vermindering van productie blijven alleen hierdoor al beperkt. Daarnaast blijkt dat het aandeel dat transportkosten uitmaken in de kostprijs van producten beperkt is. Enige jaren geleden zijn er verschillende studies geweest naar het aandeel van de transportkosten in de totale prijs van een product 11. Het trendbreukscenario geeft aan dat de transportkosten tussen de 1,9% en de 13,6% van de kostprijs uitmaken (cijfers uit 1988), waarbij met name enkele zware industrieën (basismetaal, graanverwerking, chemische basisindustrie) hoge transportkosten kennen. Deze industrieën vervoeren veelal al niet via de weg, en worden dus niet getroffen door een prijsstijging van het wegvervoer. In Rolgoed 3 zijn de verschillen kleiner en variëren tussen de 2,7% en 5,4% (cijfers 1992). Als vuistregel wordt veelal uitgegaan van 5%. Een prijsstijging van 10% (dus van alle kosten voor de verlader) leidt dan tot een gemiddelde prijsstijging van maximaal 0,5%. Aangezien alleen de prijs van het wegvervoer stijgt, en er ook een verandering van logistieke strategie en vervoerwijzekeuze optreedt is het effect nog kleiner. In De Lasten van de Kosten is een scenario doorgerekend waarin alle transportkosten (ook niet-wegvervoer) stijgen met gemiddeld 1,1%. Het negatieve effect op de toegevoegde waarde in productiesectoren (dus niet de hele economie) is verwaarloosbaar en bedraagt zo n 0,05%, waarbij de effecten van het gebruik van de opbrengsten nog niet zijn verdisconteerd. Baten: gebruik van opbrengsten Van groot belang is wat er met de opbrengsten gebeurt: deze kunnen elders in de economie weer een positieve invloed hebben. Zo komt de ECMT in haar studie Efficient Transport for Europe tot de conclusie dat bij terugsluizing van de heffingen via verlaging van de arbeidskosten het totale effect op BNP verwaarloosbaar is en het werkgelegenheidseffect naar verwachting positief. Op basis van deze cijfers kan geconcludeerd worden dat de macroeconomische effecten van prijsverhogingen van het wegvervoer klein tot verwaarloosbaar zijn Effecten op de transportsector Het kleine macro-economische effect neemt niet weg dat de effecten op de transportsector groot kunnen zijn: deze krijgt te maken met een substantiële lastenverzwaring. Dit gaat met name op als de kosten niet (geheel) doorgerekend kunnen worden aan de verlader, vanwege de grote concurrentie in de sector. 11 Voorbeelden hiervan zijn de NEI studies Trendbreukscenario en Lasten van de Kosten uit 1993, en De economische betekenis van de Transport & Distributiefunctie voor de Nederlandse Industrie en Dienstverlening (Rolgoed 3) uit / Prijselasticiteiten in het goederenwegvervoer - hoofdrapport december
Samenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten
Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie
Nadere informatieDuurdere diesel. Een berekening van de effecten van een verhoging van de dieselaccijns met 10ct/I. Notitie. B.H. (Bart) Boon
CE Oplossingen voor milieu, economie en en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: fax: 015 015 2 150 150 151 151 e-mail: ce@ce.nl e-mail: ce@ce.nl website: www.ce.nl
Nadere informatieINSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia
INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe
Nadere informatieModal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse
Modal shift en de rule of half in de kosten-batenanalyse Sytze Rienstra en Jan van Donkelaar, 15 januari 2010 Er is de laatste tijd bij de beoordeling van projecten voor de binnenvaart veel discussie over
Nadere informatieVooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030
Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau
Nadere informatieKilometerheffing vrachtverkeer
Verdieping mobiliteitseffecten De hier beschreven effecten zijn gebaseerd op evaluatiestudies voor de heffingen die al van kracht zijn en hypothetische modelstudies. Hoewel er al vele heffingen van kracht
Nadere informatieLogistieke Dag Limburg 2012:
Logistieke Dag Limburg 2012: Langetermijnvooruitzichten (2030) voor transport in België Bruno Hoornaert, Federaal Planbureau Logistieke dag Limburg 2012 21 september 2012 Vooruitzichten van de transportvraag
Nadere informatieInzet van langere en/of zwaardere vrachtauto s in het intermodaal vervoer in Nederland
CE Oplossingen voor milieu, economie en technologie Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 fax: 015 2 150 151 e-mail: ce@ce.nl website: www.ce.n Inzet van langere en/of zwaardere vrachtauto s
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieSamenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05
Nadere informatieEnergie efficiëntie in mobiliteit
Energie efficiëntie in mobiliteit Martine Uyterlinde - ECN Beleidsstudies www.ecn.nl Vraagstelling workshop Welke instrumenten kan de overheid aanwenden om consumenten te bewegen efficiënter in hun mobiliteitsbehoeften
Nadere informatieEmissiescan Logistiek voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case
voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars Beschrijving & case Inhoud Inhoud beschrijving Emissiescan Logistiek Kern van de tool Aanpak Mensen & middelen Resultaat Toepassing Aanvullende informatie 2
Nadere informatieEconomische toets variant 3: Betalen per kilometer vracht
Economische toets variant 3: Betalen per kilometer vracht Eindrapport Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat ECORYS Transport Koen Vervoort Wim Spit Rotterdam, 25 maart 25 TRANSPORT Postbus
Nadere informatieSamenvatting ... 7 Samenvatting
Samenvatting... In rapporten en beleidsnotities wordt veelvuldig genoemd dat de aanwezigheid van een grote luchthaven én een grote zeehaven in één land of regio, voor de economie een bijzondere meerwaarde
Nadere informatieCO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft
CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen
Nadere informatieLangetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bureau fédéral du Plan Analyses et prévisions économiques Langetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario 22 september
Nadere informatieEffecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland
Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.
Nadere informatieKunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht
Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven
Nadere informatieEffecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM
Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten
Nadere informatieDit project is uitgevoerd in opdracht van prof. drs M.H. Meijerink (voorzitter VSNU) en dr B.J. Blaauboer (secretaris onderzoek VSNU).
Centrum voor ergiebesparing en chone technologie Oude Delft 180 2611 HH Delft Tel: (015) 2 150 150 Fax: (015) 2 150 151 E-mail: ce@antenna.nl URL: http://antenna.nl/ce 0LOLHXZLQVWRSKHWVSRRU" Synthese van
Nadere informatieArbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf
M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen 1993-29 Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot
Nadere informatieModel Stedelijke Distributie voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case
voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars Beschrijving & case 18 mei 2011 Inhoud Inhoud beschrijving Model Stedelijke Distributie Kern van de tool Aanpak Mensen & middelen Resultaat Case beschrijving
Nadere informatieBestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten?
Bestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten? Bij ongewijzigd beleid tonen de transportvooruitzichten voor België tegen 2030 een aanzienlijke groei van het personen- en goederenvervoer.
Nadere informatieTabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers
Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieDuurzame logistiek en efficiëntie gaan meestal hand in hand
Duurzame logistiek en efficiëntie gaan meestal hand in hand Pieter van der Bas Easy Fairs 7 & 8 april 2010 Logistiek bedrijvenpark wil CO2 neutrale status Rotterdam verscherpt controles in milieuzone CO2-discussie
Nadere informatieKetenanalyse ophoogzand voor MNO Vervat
DEFINITIEVE RAPPORTAGE Ketenanalyse ophoogzand voor MNO Vervat Betrokkenen: John Kerstjens Sander Hegger Maxim Luttmer MNO Vervat Groep Vestiging Rotterdam, november 2010 Rapportage Ketenanalyse ophoogzand
Nadere informatie"V,r, '27672. Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL
"V,r, '27672 Monitoring Goederenvervoer Oost-Nederland 2003 OVERIJSSEL lnhoudsopgav^ibliotheeknr RWS Dir. Oost-Nederland v D I U LT A AT ervoer G oer HEID 3 Versterking netwerk goederenvervoer. BEDRIJVENTERREINEN
Nadere informatieGeforceerde Modal Shift Second opinion
Geforceerde Modal Shift Second opinion Wim Groot september 2007 Second opinion op studie Geforceerde Modal Shift............................................................................... Inleiding
Nadere informatieDerde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.
Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie. Graag informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO 2 Emissie-inventarisatie, dit alles over 2014. Hierin zijn de hoeveelheden
Nadere informatieOnderzoeksresultaten Monitor Derde Spoor. - Panteia onderzoek Monitor Derde spoor 2016 en Lo&3Co onderzoek Monitor Derde Spoor Q1 en Q2 2018
Onderzoeksresultaten Monitor Derde Spoor - Panteia onderzoek Monitor Derde spoor 2016 en 2017 - Lo&3Co onderzoek Monitor Derde Spoor Q1 en Q2 2018 Monitor Derde spoor Inleiding In Duitsland wordt het Derde
Nadere informatieEconomische effecten van een verlaging van de administratieve lasten
CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het
Nadere informatieDuurzame mobiliteit: visie op 2050. Symposium Duurzame Mobiliteit, 27 januari 2011 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft
Duurzame mobiliteit: visie op 2050 Symposium Duurzame Mobiliteit, 27 januari 2011 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft Voorspellen is lastig 2 zeker de toekomst 3 Vele uitdagingen mobiliteitsbeleid
Nadere informatieMilieubarometer 2010-2011
NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,
Nadere informatieCO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015
UNCLASSIFIED TOL: 0006 0000795431 CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015 Conform de CO 2 prestatieladder 3.0 CO 2 reductieplan: doelstellingen en
Nadere informatieDe doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.
Twee maal per jaar voert Rail Partner Holland een review uit m.b.t. de stand van zaken aangaande CO2- reductiedoelstellingen. Tijdens deze halfjaarlijkse evaluatie worden alle genoemde maatregelen gecheckt.
Nadere informatieFactsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009
Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009 Inhoud De feiten en cijfers verzameld ten aanzien van de impact van de kilometerprijs voor het bedrijfsleven. 1. Opbouw en verdeling wagenpark Motieven
Nadere informatie5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.
5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum
Nadere informatieEmissies van het wegverkeer in België 1990-2030
TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN VITAL DECOSTERSTRAAT 67A BUS 1 3 LEUVEN BELGIË http://www.tmleuven.be TEL +32 (16) 31.77.3 FAX +32 (16) 31.77.39 Transport & Mobility Leuven is een gezamenlijke onderneming
Nadere informatieMogelijkheden voor CO 2. -reductie in verkeer. Haags Milieucentrum, 28 juni 2011 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft
Mogelijkheden voor CO 2 -reductie in verkeer Haags Milieucentrum, 28 juni 2011 Huib van Essen, manager Verkeer, CE Delft Enkele belangrijke trends Mobiliteitsgroei, hangt samen met: Toename autobezit Enorme
Nadere informatieLange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart
Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart Vijf manieren om binnenvaart te bevorderen 1. Het havenalliantiemodel
Nadere informatieDuurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer. Huib van Essen
Duurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer Huib van Essen CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, transport en grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise
Nadere informatieConjunctuurbericht, 3 e kwartaal 2018
Beroepsgoederenvervoer over de Weg Deelmarktrapportage Sierteeltvervoer 15 e jaargang nr. 3 Zoetermeer, 20 november 2018 INHOUDSOPGAVE Conjunctuurbericht, 3 e kwartaal 2018 Niveau bedrijvigheid daalt Ook
Nadere informatieLean and Green 2nd star. Bijlagendocument format Plan van Aanpak 2 de ster
Lean and Green 2nd star Bijlagendocument format Plan van Aanpak 2 de ster INHOUDSOPGAVE BIJLAGE 1 - UNIFORME REKENWIJZE... 3 BIJLAGE 2 - NIVEAUS VAN DATA NAUWKEURIGHEID... 5 BIJLAGE 3 - MINDMAPS DATA NAUWKEURIGHEID
Nadere informatieLaatste update:: 19 mei 2016
Page 1 of 6 Laatste update:: 19 mei 2016 Page 2 of 6 Goederenwegvervoer In het binnenlands vervoer, heeft het wegvervoer een dominante positie. In het internationale vervoer concurreert het wegvervoer
Nadere informatieEffecten van prijsbeleid in verkeer en vervoer
Effecten van prijsbeleid in verkeer en vervoer kennisoverzicht Achtergrondstudies Effecten van prijsbeleid in verkeer en vervoer Kennisoverzicht G.P. Geilenkirchen, K.T. Geurs (beiden PBL) H.P. van Essen,
Nadere informatieCO₂-nieuwsbrief. De directe emissie van CO₂ - vanuit scope 1 is gemeten en berekend als 1.226 ton CO₂ -, 95% van de totale footprint.
Derde voortgangsrapportage CO₂-emissie reductie Hierbij informeren wij u over de uitkomsten van onze Carbon Footprint en de derde CO₂ -emissie inventarisatie, betreffende de periode van juni 2014 tot en
Nadere informatieVoortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder
CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT
Nadere informatieAnalyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen
Analyse naar het economisch gebruik van het vaarwegen netwerk i.r.t. bedrijventerreinen Dit rapport is uitgebracht aan Provincie Zuid-Holland. Kenmerk C00451 Executive summary Zoetermeer, Het gebruik van
Nadere informatieSamenvatting... Figuur S.1 De groei van de personenmobiliteit verklaard. Groei aantal reizigerskilometers. 60% bevolkingsgroei 40% overig.
Samenvatting... Personenmobiliteit: meer mensen en grotere woon-werkafstanden In de periode 1995-2005 is de personenmobiliteit met 10% gegroeid tot 184 miljard reizigerskilometers. Circa 60% van de groei
Nadere informatieKwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen
CPB Notitie Datum : 28 september 2009 Aan : Tweede Kamer Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen 1 Inleiding Tijdens de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen
Nadere informatieNotitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit
Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit
Nadere informatieDit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de kosten van het rijden met de fossiele brandstoffen diesel en benzine en het rijden in
Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de kosten van het rijden met de fossiele brandstoffen diesel en benzine en het rijden in een elektrische auto op grijze én groene stroom. Het
Nadere informatieBronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer
Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bron Naam figuur / tabel publicatie Indicator Publicatiejaar (jaar van toegang) Link (indien mogelijk) A.1 CBS Vervoerd gewicht door beroeps- en eigen vervoer
Nadere informatieScope 1 doelstelling Scope 2 doelstelling Scope 1 en 2 gecombineerd 5% CO 2- reductie. 30% CO 2- reductie in 2016 6% CO 2 -reductie in 2016 ten
B. Kwantitatieve doelstellingen & beleid 1 INLEIDING Verhoef wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CO 2 te reduceren. Daarvoor hebben wij dit reductiebeleid opgesteld. 2 HET CO 2 REDUCTIE
Nadere informatie20140813.v2 2014 Q1/Q2
2014 Voortgang CO2-prestatieladder 2014 OFS heeft, samen met OFN, in het begin van niveau 5 bereikt op de CO 2 -prestatieladder. Dit is de hoogst haalbare trede op de ladder. Zoals gebruikelijk blikken
Nadere informatie5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.
5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m december 2016 Revisie 1.0 Datum
Nadere informatieMarktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion
Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion Jan Francke Jan Anne Annema oktober 2007 Second opinion ProRail studie Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor...............................................................................
Nadere informatieKetenanalyse uitbesteed transport. Goedgekeurd door: H. van Wijk
Ketenanalyse uitbesteed transport Goedgekeurd door: H. van Wijk Lars van Wijk Bedrijf: H. van Wijk transport- en aannemersbedrijf & H. van Wijk bestrating b.v. 25-05-2018 Inhoud Inleiding... 3 1. Doel
Nadere informatieCO2-reductiedoelstellingen + voortgang
CO2-reductiedoelstellingen + voortgang Samen zorgen voor minder CO2 Boskoop 22-08-2018 P. van t Wout Akkoord directie: Datum: Handtekening: 1 Inleiding Dit CO 2 -reductieplan heeft, net zoals het volledige
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieExterne en infrakosten van lucht- en zeevaart. Huib van Essen, 21 november 2014
Externe en infrakosten van lucht- en zeevaart Huib van Essen, 21 november 2014 Doel en scope van de studie Update van de studie De prijs van een reis uit 2004 Overzicht van: Externe kosten van verkeer
Nadere informatieKwantitatieve verkenning van het potentieel voor LNG in de binnenvaart. Martin Quispel, DCMR Schiedam 28 maart 2017
Kwantitatieve verkenning van het potentieel voor LNG in de binnenvaart Martin Quispel, DCMR Schiedam 28 maart 2017 Achtergrond Verkennende studie uitgevoerd door STC-NESTRA en EICB in opdracht voor het
Nadere informatieReductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1)
Reductiebeleid en (kwantitatieve) doelstellingen (3.B.1) Directie: K.J. de Jong Handtekening: KAM-Coördinator: D.T. de Jong Handtekening: Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het CO 2 -reductiebeleid van
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 8 per kg 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatie5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2
5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli
Nadere informatieW & M de Kuiper Holding
2 januari t/m juni 2018 2 Pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Overzicht -emissie gegevens 3 Vergelijking met voorgaande jaren 4 3 -gerelateerd gunningsvoordeel 5 4 Doelstellingen 5 Reductiedoelstellingen
Nadere informatieMilieudifferentiatie van de kilometerprijs. Effecten van verschillende milieudifferentiaties. vrachtauto s, bestelauto s en autobussen
Milieudifferentiatie van de kilometerprijs Effecten van verschillende milieudifferentiaties van de kilometerprijs voor vrachtauto s, bestelauto s en autobussen Rapport Delft, oktober 2009 Opgesteld door:
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieVoortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder
CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 2. BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 3. ELEKTRICITEIT... 5 4. GROENAFVAL... 6 KETENANALYSE... 6 REDUCTIEDOELSTELLING... 6 HOEVEELHEID
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 753 Rechtsbijstand Nr. 57 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieInvloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen. Arno Schroten
Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen Arno Schroten CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, transport en grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise
Nadere informatieSecond opinion 'infrastructuurkosten van het vrachtverkeer over de weg'
Second opinion 'infrastructuurkosten van het vrachtverkeer over de weg' Second opinion 'infrastructuurkosten van het vrachtverkeer over de weg' Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Maart 2009 Meer weten
Nadere informatieEen simpel en robuust spoorsysteem. Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor
Een simpel en robuust spoorsysteem Naar een koersvaste ontwikkeling op het spoor Grote groei transport verwacht in de hele Europese Unie Europa staat voor grote uitdagingen op het gebied van transport:
Nadere informatieKostenontwikkeling wegvervoer
Kostenontwikkeling wegvervoer (1-1-2006 ten opzichte van 1-1-2005) Toelichting vastgestelde gemiddelde kostenontwikkeling Dit overzicht geeft de gemiddelde kostenontwikkeling weer in het wegvervoer per
Nadere informatieKwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)
Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse
Nadere informatieOverzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014
Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014 G.P. Lut Dit onderzoek is uitgebracht in opdracht van Sociaal Fonds Taxi Kenmerk R20130152B/C10128/GLU/GJO Zoetermeer, Inhoudsopgave 1 INLEIDING 4 2 NACALCULATIE
Nadere informatieUIT elasticiteiten
Wat is een elasticiteit. Een elasticiteit is niets anders dan een verband tussen twee variabelen (grootheden of factoren). Omdat economen erg geïnteresseerd zijn in het effect van de prijs op de hoogte
Nadere informatieRapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V.
Rapportage 2014 Swietelsky Rail Benelux B.V. Energieverbruik en CO 2 emissies juni 2015 Opgesteld door: M. Kelger Rapportage 2014 Energieverbruik en CO2 emissies Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Energieverbruik
Nadere informatieDEMONSTRATIE AUTOMATISCH EN COÖPERATIEF RIJDEN
9 SEPTEMBER 2015 DEMONSTRATIE AUTOMATISCH EN COÖPERATIEF RIJDEN Binnen het Automated Driving Programma werkt TNO aan de versnelde implementatie van automatisch rijden van zowel personen- als vrachtauto
Nadere informatieIntroductie. Duurzame stedelijke distributie. Goevaers Consultancy. België 16 februari 2013
Goevaers Consultancy Duurzame stedelijke distributie België 16 februari 2013 GC Introductie Duurzaam goederen vervoer Duurzaamheid vraagt om samenwerking in de keten Nieuwe technologieën kunnen alleen
Nadere informatieUIT grafische elasticiteiten
Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid
Nadere informatieSamenvatting. Bereikbaarheid en concurrentiekracht - KiM 5
Samenvatting Verbeteringen in de bereikbaarheid kunnen bijdragen aan de concurrentiekracht van een regio of een land, doordat reistijd- en betrouwbaarheidsverbeteringen een direct effect hebben op de productiviteit
Nadere informatieVervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van
Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van 2013-2017 Hoe is het gesteld met de vervoerscijfers van gevaarlijke stoffen in Nederland? Het is altijd interessant om van tijd
Nadere informatieWegbeprijzing in Nederland
Wegbeprijzing in Nederland Studiedag Wegbelasting: op een nieuwe weg? Brussel, 31 mei 2011 Prof.dr. Carl Koopmans (SEO en Vrije Universiteit Amsterdam) www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630
Nadere informatieOntwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht
Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Dit rapport is geschreven door: Jasper Faber Eric Tol Wilhelmina van Wijlen Delft,
Nadere informatieLouis-Philippe Lammertyn Handelsingenieur. Promotor : Prof. dr. Stef Proost Werkleider : Toon Vandyck - 2011- KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Economische impact van rekeningrijden Zorgt de invoering van rekeningrijden voor een significante verandering in de kostenstructuur
Nadere informatie5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2
5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2017 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2017 t/m juni 2017 Revisie 1.0 Datum 20 juli
Nadere informatieAnnemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Annemarie.van.Beek@mnp.nl Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs JanHooghwerff@mp.
1/8 Annemarie van Beek Milieu en Natuurplanbureau Annemarie.van.Beek@mnp.nl Jan Hooghwerff M+P raadgevende ingenieurs JanHooghwerff@mp.nl Samenvatting Door M+P Raadgevende Ingenieurs is een onderzoek uitgevoerd
Nadere informatie2. Simulatie van de impact van een "centen i.p.v. procenten"-systeem
Bijlage/Annexe 15 DEPARTEMENT STUDIËN Impact van een indexering in centen i.p.v. procenten 1. Inleiding Op regelmatige tijdstippen wordt vanuit verschillende bronnen gesuggereerd om het huidige indexeringssysteem
Nadere informatieDuurzame Logistiek Rapport 1 e pilot VBZ en NVB
Duurzame Logistiek Rapport 1 e pilot VBZ en NVB 1 Duurzame Logistiek Het Innovatieprogramma Duurzame Logistiek, van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, ondersteunt ondernemingsorganisaties bij het
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2002-II
4 Antwoordmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 van prijsdifferentiatie Een toelichting waaruit
Nadere informatieLesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk
Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.
Nadere informatiePlan van Aanpak reductie scope 3-emissies
Plan van Aanpak reductie scope 3-emissies CO2-Prestatieladder eis 5.B.1 Almere, 30 november 2015 Contactpersoon: Mevr. J. den Braber Postbus 30248 1303 AE ALMERE t 036-538 88 00 e jdbraber@a-hak.nl i www.a-hak.nl
Nadere informatieCO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M
CO2-reductieplan Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2016-6M 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering
Nadere informatieFinanciële baten van windenergie
Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen
Nadere informatieDoelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %
Doelstellingen CO2-reductie IDDS 2014-2020 Het niveau waarop IDDS opereert inzake CO2-reductie en een CO2-bewuste bedrijfsvoering voldoet aan de eisen die de SKAO en CO2-prestatieladder stellen aan niveau
Nadere informatieQuick Scan voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars. Beschrijving & case
voor (potentiële) Lean & Green Awardwinnaars Beschrijving & case Inhoud Inhoud beschrijving Kern van de tool Aanpak Mensen & middelen Resultaat Toepassing Aanvullende informatie 2 De kern De Quick scan
Nadere informatie11 september 2001; de oorlog in Irak; de SARS epidemie; de fusie tussen Air France en de KLM; de opkomst van de goedkope luchtvaartmaatschappijen.
Kan Schiphol de reizigers nog wel aan in 2020? Eric Kroes Directeur van Significance Hoeveel luchtreizigers zijn er op Schiphol te verwachten in 2020? Kan de luchthaven die aantallen nog wel aan? Levert
Nadere informatieBijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt
Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS
Nadere informatie