Effectieve wetenschapscommunicatie: een communicatievraagstuk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effectieve wetenschapscommunicatie: een communicatievraagstuk"

Transcriptie

1 Effectieve wetenschapscommunicatie: een communicatievraagstuk Drs. A.M. (Anne) Dijkstra, Promovendus Prof.dr. E.R. (Erwin) Seydel, Hoogleraar Toegepaste Communicatiewetenschap Dr. J.M. (Jan) Gutteling, Universitair hoofddocent Crisis- en Risicocommunicatie Universiteit Twente, Enschede Samenvatting Wetenschapscommunicatie is op zoek naar de effectiviteit van de communicatie in de praktijk. De sector put hiervoor vooral uit eigen ervaringen en gebruikt weinig kennis uit de literatuur. Echter, tussen de dagelijkse praktijk en theoretische visie in de literatuur bestaan grote verschillen zo blijkt uit onderzoek (Hanssen et al, 2003). Omdat voor een goede discussie over effectiviteit van communicatie naar onze mening kennis van het theoretische raamwerk onontbeerlijk is, geven we een uiteenzetting van de ontwikkelingen in de literatuur over wetenschapsvoorlichting. Hieruit kan worden geput voor verdere discussie en reflectie op praktijk en effectiviteit van wetenschapsvoorlichting. De uiteenzetting bestaat ten eerste uit een beschrijving van de opkomst en de ontwikkeling van de wetenschapsvoorlichting in Nederland (Dalderup, 2000; Wiedenhof, 1985). Wanneer is men in Nederland begonnen met voorlichting over wetenschap en techniek en welke motieven speelden daarbij een rol? Welke vergelijkbare ontwikkelingen hebben op internationaal gebied plaatsgevonden? Met deze achtergrond gaan we daarna in op twee modellen van science communication die in de internationale literatuur worden gehanteerd. Hierbij behandelen we zowel punten waar de modellen verschillen als punten waar de modellen samenkomen. Aanhangers van het klassieke model (ook wel: scientific literacy model/cognitive deficit model) motiveren wetenschapsvoorlichting vanuit de gedachte dat kennis over wetenschap nodig is voor mensen om te kunnen functioneren in de democratische samenleving. Mensen ontberen deze kennis. Dit zogeheten cognitive deficit moet worden aangevuld door het aanbieden van de nodige kennis, zo kan de scientific literacy worden vergroot (o.a. Logan, 2001; Einsiedel, 2000; Von Grote & Dierkes, 2000). Via nationale surveys wordt de ontwikkeling bijgehouden van de mate waarin het publiek kennis van wetenschap heeft. Activiteiten die kennis verspreiden moeten daarin zichtbaar worden, met andere woorden effect opleveren, zo is de gedachte. Echter, na vele jaren blijkt dat het publiek niet meer kennis heeft, eerder zelfs minder (NSF, Eurobarometer). Andere bevindingen, onder meer uit de risicocommunicatie, laten zien dat meer kennis eerder lijdt tot een kritischer houding dan tot het omarmen van de wetenschap. Al vanaf de jaren tachtig pleiten diverse auteurs er daarom voor een ander model voor wetenschapsvoorlichting te hanteren, het interactive science model (ook wel: constructivist model). In dit alternatieve model wordt een andere visie op communicatie gehanteerd. In plaats van een lineair proces waarbij de boodschap op een zo effectief mogelijke manier van zender naar ontvanger wordt gebracht, is communicatie een ritueel proces waarbij sociale factoren, culturele context en andere elementen niet zijn weg te denken (o.a. Einsiedel, 2000; Von Grote & Dierkes, 2000; Wynne, 1999; Carey, 1989). Kennis krijgt een andere betekenis en begrippen als vertrouwen en geloofwaardigheid zijn cruciale factoren in het communicatieproces. Alle inspanningen van allerlei personen en organisaties om wetenschap zo goed mogelijk voor het voetlicht te brengen worden in het alternatieve model niet afgeschreven (Logan, 2001). Echter het alternatieve model is relatief nog weinig empirisch getoetst. Daarom wordt in de literatuur opgeroepen om dit model te toetsen via een combinatie van verschillende onderzoeksmethoden. Tot slot gaan we in op de betekenis die de bovenstaand geschetste ontwikkeling heeft op het concept effectiviteit. Duidelijk is dat een consequentie van het alternatieve model is dat effectiviteit een andere lading krijgt (Logan, 2001). Effectiviteit van communicatie is bijvoorbeeld niet meer af te meten aan de kennis die een persoon over wetenschap heeft. Hoe dan om te gaan met effectiviteit moet nog blijken. Trefwoorden Geschiedenis / Risicocommunicatie / Scientific literacy / Theoretische modellen Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

2 Inleiding Wetenschapscommunicatie is op zoek naar de effectiviteit van de communicatie in de praktijk. De sector put hiervoor vooral uit eigen ervaringen en gebruikt weinig kennis uit de literatuur. Echter, tussen de dagelijkse praktijk en theoretische visie in de literatuur bestaan grote verschillen zo blijkt uit onderzoek dat in opdracht van Stichting Weten is uitgevoerd (Hanssen et al, 2003). Omdat voor een goede discussie over effectiviteit van communicatie naar onze mening kennis van het theoretische raamwerk onontbeerlijk is, geven we een uiteenzetting van de ontwikkelingen in de literatuur over wetenschapscommunicatie. Hieruit kan worden geput voor verdere discussie en reflectie op de praktijk, en de effectiviteit, van de wetenschapscommunicatie. Voordat we de uiteenzetting beginnen zullen we ons uitgangspunt aangeven voor het gebruik van de terminologie. We kiezen ervoor hetzelfde uitgangspunt te nemen als in het onderzoek van Hanssen et al (2003) en zien wetenschapsvoorlichting als een bijzondere vorm van openbare communicatie. Wetenschapsvoorlichting is het openbaar maken van kennis: het verschaffen van informatie over wetenschap aan een publiek, direct of indirect. Wetenschapsvoorlichting wil iets bereiken en is gebonden aan een context. Tegenwoordig is het gebruik om de term wetenschapscommunicatie te hanteren, omdat communicatie informatiestromen in twee richtingen impliceert. In de praktijk blijkt het toch vaak om transmissie, eenrichtingsverkeer te gaan. In dit paper zullen we hoofdzakelijk de term wetenschapsvoorlichting gebruiken. In dit paper geven we ten eerste een korte beschrijving van de opkomst en ontwikkeling van de wetenschapsvoorlichting in Nederland. Wanneer is men in Nederland begonnen met voorlichting over wetenschap en techniek en welke motieven speelden daarbij een rol? Vervolgens schetsen we kort welke vergelijkbare ontwikkelingen op internationaal gebied hebben plaatsgevonden. Met deze achtergrond gaan we in op twee benaderingen van science communication die in de internationale literatuur over wetenschapscommunicatie worden gehanteerd. Hierbij behandelen we zowel de punten waar de benaderingen verschillen als de punten waar ze samenkomen. Uitwisselingen van de ervaringen in de aanpalende gebieden en beschrijving van deze ontwikkelingen en de gevolgen voor de communicatiestrategie bevorderen het denken over wetenschapsvoorlichting. Daarom laten we parallelle ontwikkelingen in een ander communicatiegebied, de risicocommunicatie zien. Tot slot gaan we in op de betekenis die de geschetste theoretische ontwikkeling heeft op het concept effectiviteit en concluderen dat effectieve wetenschapscommunicatie juist ook een communicatievraagstuk is. De Nederlandse wetenschapsvoorlichting en het internationale perspectief Na de Tweede Wereldoorlog is Nederland druk met de wederopbouw en de herindustrialisatie. Wetenschap en techniek spelen hierbij een rol, met als uitgangspunt het laissez-fair principe: wat goed is voor de wetenschap is ook goed voor de samenleving. Wetenschapsvoorlichting bestaat nog niet echt in Nederland, maar onder invloed van de toenemende problematisering van wetenschap en technologie wetenschappelijk onderzoek komt steeds meer onder vuur te liggen door de kernenergie en het milieu groeit de aandacht voor populariseren. Halverwege de vijftiger jaren van de vorige eeuw pleit de commissie Bender voor het op systematische wijze bevorderen van goede betrekkingen met die groepen in de maatschappij waarvan de universiteiten in zekere mate afhankelijk zijn en het winnen van vertrouwen. Het democratische motief voor wetenschapsvoorlichting iedereen heeft recht op kennis, iedereen moet kunnen meepraten speelt hier een rol. Eind jaren vijftig zijn de eerste universitaire voorlichters een feit, maar in vergelijking met andere landen als de VS, Engeland en Frankrijk staat de wetenschapsvoorlichting nog op een laag pitje. Een grote stimulans krijgt de voorlichting in de jaren zeventig door de eerste afzonderlijke minister voor weten- Stichting Weten

3 schapsbeleid, Boy Trip, in Een jaar na zijn aantreden, in 1974, geeft hij de Nota wetenschapsbeleid uit. De nota gaat uitgebreid in op de verschillende achtergronden van zowel het wetenschapsbeleid als de wetenschapsvoorlichting. Volgens Trip kan en mag wetenschapsbeoefening niet los worden gezien van de maatschappij en daarom moet het streven zijn actief contacten te leggen met direct betrokkenen, om op die wijze hun meningsvorming en participatie te bevorderen. Minister Trip vraagt advies aan de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen) over de oprichting van een dienst Wetenschapsvoorlichting. De Voorlopige Dienst Wetenschapsvoorlichting wordt opgericht en in 1977 brengt deze dienst haar advies uit. Uitgangspunt voor het advies is het recht van burgers om te leren kennen, te weten. Daarvoor is het wel nodig, zo vinden de adviseurs, dat de voorlichting onafhankelijk kan worden gegeven. Het leidt in 1978 tot de definitieve oprichting van de Dienst Wetenschapsvoorlichting. De dienst is niet het enige initiatief dat het licht ziet. Ook worden subsidies gegeven voor de oprichting van andere organisaties die met wetenschapsvoorlichting of -journalistiek te maken hebben en andere activiteiten rond wetenschapsvoorlichting. In 1984, onder minister Deetman, verschijnt een nieuwe nota die veel invloed zal hebben. In de nota Integratie van wetenschap en technologie in de samenleving (IWTS) spelen informatieverspreiding, publieke meningsvorming en maatschappelijke besluitvorming een grote rol. Deetman vindt dat intensivering en diversificatie van de voorlichtingsinspanning nodig is want alleen continue activiteiten zullen op den duur resultaat opleveren. Wetenschapsvoorlichting is een zaak van de lange adem. Het economische motief voor wetenschapsvoorlichting gaat hiermee een rol spelen, kennis van wetenschap en technologie is nodig voor ontwikkeling van de economie. De Dienst Wetenschapsvoorlichting verdwijnt en daarvoor in de plaats wordt de Stichting Publieksvoorlichting over Wetenschap en Technologie (PWT) opgericht, waarbij de overheid wel de voorwaarden schept, maar een afstandelijker rol krijgt. Tegelijk wordt ook NOTA opgericht, de Nederlandse Organisatie voor Technologisch Aspectenonderzoek, de voorloper van het Rathenau-instituut. NOTA krijgt de taak onderzoek te (laten) doen naar maatschappelijke en ethische aspecten van wetenschap en technologie, om zo de politiek te informeren, maar ook om de publieke discussie over nieuwe ontwikkelingen te stimuleren (Dalderup, 2000; Wiedenhof, 1995; Stappers, 1983). Een paar jaar later, in 1989, schetst Deetman in zijn laatste nota als minister de hoofdlijnen voor wetenschapsbeleid voor de komende jaren. Eén van de lijnen is verdere versterking van het maatschappelijke draagvlak. Volgens de minister is dat nodig omdat de snelle wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen tot gevolg hebben dat de kloof tussen wetenschap en publiek dieper wordt. Het bevorderen van scientific literacy is daarom een belangrijke doelstelling van de publieksvoorlichting. Ondertussen vinden er nieuwe initiatieven plaats: de wetenschaps- en techniekweek wordt al een paar jaar georganiseerd en krijgt steeds meer gevolg en er wordt in Amsterdam een wetenschapscentrum opgericht, IMPULS geheten (Dalderup, 2000). In 1995 maakt Wiedenhof de balans op van wetenschapsvoorlichting in Nederland. Zijn conclusie is dat Nederland het internationaal gezien goed doet. In de daarop volgende jaren vinden er echter een aantal veranderingen plaats: Stichting PWT en de Stichting Wetenschaps- en techniekweek fuseren tot Stichting Weten en het wetenschapscentrum New Metropolis, wat al een keer van naam is veranderd, komt in zwaar weer terecht. Net op tijd wordt het gered van de ondergang en gaat het verder onder de naam Nemo. Ondertussen gaat de overheid zich meer met de wetenschapscommunicatie bemoeien en eist het zichtbare resultaten bij de eerste evaluatie van Stichting Weten in 1999 (Dalderup, 2000). Anno 2003, worstelt de wetenschapsvoorlichting in Nederland nog steeds met de vraag hoe deze zichtbare resultaten kunnen worden geleverd Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

4 Kijken we nog kort naar de motieven die worden gehanteerd voor de wetenschapsvoorlichting in Nederland dan zien we dat deze van de jaren 50 tot 80 hoofdzakelijk vorm krijgt vanuit een democratisch motief en minder vanuit een cultureel oogpunt waarbij wetenschap en techniek niet meer weg te denken zijn. In de jaren 90 verschuift het motief van het democratische naar het economische, door de nadruk op jongeren, de aanstaande professionals. En was in 1995 de conclusie nog dat het economische motief steeds meer de overhand krijgt maar dat de democratische en culturele motieven nog wel een rol spelen, in 2000 is de conclusie dat er een verdere ontwikkeling richting het economische motief heeft plaatsgevonden waarbij vooral aanbodgestuurd wordt gewerkt (Dalderup, 2000; Wiedenhof, 1995). Ondertussen is de wetenschapsvoorlichting in het buitenland al in de beginjaren vijftig tot ontwikkeling gekomen. In de jaren tachtig heeft politisering tot gevolg dat in 1985 in Engeland een commissie onder leiding van Sir Walter Bodmer wordt ingesteld die onderzoekt wat de houding van het publiek is ten opzichte van wetenschap. Het rapport dat de titel The public understanding of science draagt, maar in de volksmond het Bodmerrapport wordt genoemd is aanleiding voor grote zorg bij de politiek over de mate van begrip van het publiek over wetenschap. De commissie komt tot de conclusie dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar wetenschap in relatie tot het publiek. Daarom zet ze zelf een onderzoeksprogramma op en formuleert hiervoor drie vragen: Wat zeggen mensen in het algemeen over wetenschap? Hoe gebruiken mensen wetenschap? Hoe wordt wetenschappelijke kennis aangeboden en ontvangen? Drie vragen die, zoals we verderop laten zien, interessante antwoorden opleveren. Het rapport van de commissie Bodmer zorgt ervoor dat de wetenschapsvoorlichting in Engeland een hoge vlucht neemt (Ziman, 1991). In 1991 vindt de oprichting plaats van het eigen tijdschrift Public Understanding of Science omdat het veld van public understanding of science volgens sommigen, zoals Jon D. Miller aangeeft in het eerste nummer, een visible and recognized area of scholarship is geworden (Miller, 1992). Echter, degene die hieraan een flinke bijdrage heeft geleverd, Brian Wynne, is een uitgesproken criticus van de huidige stand van zaken in het onderzoek. Volgens hem ontbreekt een overkoepelend wetenschappelijk uitgangspunt en wordt veel onderzoek ingegeven door politieke vragen, vooral vanaf de jaren tachtig (Wynne, 1992). Twee visies op wetenschapsvoorlichting zijn direct al zichtbaar. Ontwikkelingen in het onderzoek Hoe ziet het onderzoek naar wetenschapsvoorlichting er dan uit? Het weinige bestaande onderzoek bestaat vooral uit survey-onderzoek. Hoewel er in West-Duitsland al vanaf de jaren 1920 onderzoek plaatsvond naar de impact die technische veranderingen op de samenleving zouden hebben, hebben de nationale surveys die vanaf 1957 in de Verenigde Staten worden uitgevoerd, en in 1972 zijn gestandaardiseerd, de meeste invloed op het onderzoek naar het publieke begrip van wetenschap. Het eerste Eurobarometeronderzoek waarin de houding van het publiek ten opzichte van wetenschap wordt ondervraagd, stamt uit Daarna duurt het tot 1989 en 1992 voordat de volgende surveys het licht zien. Deze vragenlijsten zijn sterk beïnvloed door de vragenlijsten uit de VS (de NSF-surveys) doordat de manier van vragenstellen, opgesteld door Miller, is overgenomen. Dit onderzoek uit de VS gaat uit van de aannames dat basiskennis van wetenschap, samen met het beschikken van een vocabulaire van wetenschappelijke termen en concepten en een positieve houding ten opzichte van wetenschap en technologie nodig zijn voor een persoon om te kunnen Stichting Weten

5 participeren in een democratische samenleving. Scientific literacy draagt hieraan bij en popularisatie van wetenschap is hiervoor nodig (Von Grote en Dierkes, 2000; Hanssen et al, 2003). Miller verandert dit oorspronkelijke concept van scientific literacy en voegt aan de twee bestaande dimensies een derde element toe, namelijk de sociale invloed van zowel wetenschap als technologie op de samenleving, met andere woorden, het bewustzijn dat wetenschap en technologie invloed hebben op de maatschappij en de politieke keuzes van mensen. Door toevoeging van dit derde element wordt de houding tegenover wetenschap en technologie gekoppeld aan het begrip en bewustzijn van wetenschap en technologie. Miller onderscheidt vervolgens twee soorten publiek, een algemeen publiek en een geïnteresseerd publiek. De beschreven ontwikkeling legt sterk de nadruk op het cognitieve niveau, terwijl niet-cognitieve dimensies, zoals normatieve en emotionele, niet in het concept voorkomen. Bovengenoemde gedachtegang wordt bekend als het deficit model (Von Grote en Dierkes, 2000; Hanssen et al 2003). Aanhangers van dit klassieke model (ook wel: scientific literacy model) motiveren wetenschapsvoorlichting vanuit een opvoedkundige benadering en zien kennis als een product van verifieerbaar wetenschappelijk onderzoek dat in een lineair proces van zender (de wetenschapper) naar ontvanger (het publiek) eventueel via journalisten of wetenschapsvoorlichters zijn weg vindt. Men ziet de wetenschapper en de leek als twee tegenpolen. Het onderzoek richt zich daarom op de bronnen van het nieuws, de verslaglegging, de geschiktheid van de mediakanalen en het publiek als passieve ontvanger (o.a. Logan, 1999; Einsiedel, 2000; Von Grote & Dierkes, 2000; Weigold, 2001, Hanssen et al, 2003). Er is echter al in een vroeg stadium kritiek op dit model. In 1981 schrijft Leon Trachtman een kritiek op de stelling dat voor een democratische samenleving een geïnformeerd publiek noodzakelijk is. Hij vraagt zich af of er zoveel wetenschapsvoorlichting of -communicatie nodig is. Volgens hem is de stelling gebaseerd op de overtuiging dat in een maatschappij als de onze, gedomineerd door wetenschap en technologie, het belangrijk en wenselijk en zelfs noodzakelijk is dat het algemeen publiek geïnformeerd is over wetenschap en technologie. Er zijn hierbij drie aannames gemaakt: 1. Kennis is een goede zaak van zichzelf; 2. Mensen kunnen met kennis betere beslissingen nemen; 3. De democratische structuur van de maatschappij is gebaseerd op geïnformeerde burgers en politiek en sociaal gedrag is beter voor de maatschappij als wetenschap hierbij als bron heeft gediend (Trachtman, 1981). Volgens Trachtman kunnen deze claims niet worden bewezen. Er kan wel worden geclaimd dat kennis een goede zaak is, maar om daar nu overheidsgelden aan te besteden gaat hem te ver. Hij vindt weinig bewijs dat er betere beslissingen worden genomen met meer informatie. Het is zelfs zo dat een persoon met meer informatie eerder een minder goede beslissing kan nemen doordat de informatie in tegenspraak is met eerdere informatie of vaag is. Als de kennisinstituten zelf al niet een duidelijke consensus kunnen bereiken over een onderwerp hoe moet een enkel individu dat dan kunnen? Het moeilijke van het maken van overwogen beslissingen is de weging van alle onduidelijke en vage informatie in de context van politieke, economische, sociale en ethische overwegingen. Even goede keuzes kunnen zowel op basis van wetenschappelijke als op basis van niet wetenschappelijke informatie worden gemaakt. Welke rol begrip van wetenschap en techniek speelt bij de totstandkoming van de houding van een persoon ziet Trachtman als een centrale vraag. Veel informatie, zoals informatie met een emotionele lading, kan gemakkelijk worden begrepen zonder kennis van wetenschap. Bij politieke onderwerpen leidt meer Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

6 informatie zelfs tot grotere onduidelijkheid. Trachtman vindt daarom dat de omgekeerde redenering eerder opgaat: hoe belangrijker een onderwerp, hoe minder wetenschappelijke informatie aan het publiek zou moeten worden gegeven. Het populariseren van wetenschap bergt namelijk nog een ander gevaar in zich: door de manier van weergeven van wetenschap als feit in plaats van wetenschap als onzekerheid, krijgen mensen een verkeerd beeld van wetenschap. Trachtman besluit zijn kritiek met de conclusies dat populariseren van wetenschap selectief werkt, versimpelt, een vals beeld van wetenschap geeft, verkeerde gevolgen aangeeft, incomplete wetenschap als complete wetenschap weergeeft, valse verwachtingen wekt over wat wetenschap kan en meer stress dan geruststelling bij het publiek kan veroorzaken. Daarom vindt hij het tijd voor een heroverweging van de aangenomen veronderstellingen bij het publiek begrip van wetenschap. Andere kritiek op de uitgangspunten van het survey-onderzoek die de basis vormen voor het deficit model komt onder meer van Von Grote en Dierkes (2000) en richt zich op het belang dat gegeven wordt aan het meten van het gebrek aan kennis. Daarnaast hebben de onderzoekers kritiek op de generalisaties die worden gedaan over de relatie tussen kennis van wetenschap en het publiek. Dergelijke generalisaties met betrekking tot wetenschap en technologie zien belangrijke aspecten rond ervaringen van het publiek met techniek over het hoofd. Verder vertegenwoordigt een breed concept publiek niet de verschillen die er tussen groepen publiek bestaan. Von Grote en Dierkes vinden dat het onderzoek, vooral in het begin, is ingegeven door politieke motieven. Dat het publiek weinig kennis over wetenschap heeft en dat er veel inspanningen worden gedaan om wetenschap te populariseren wordt niet ontkend door Von Grote en Dierkes. De auteurs roepen op om de grote nadruk op de cognitieve dimensie van het onderzoek te verbreden naar een algemenere opvatting van hoe het publiek wetenschap en technologie begrijpt, accepteert en gebruikt. Zowel interactieve elementen in het proces als sociale contexten moeten worden onderzocht. Om dit goed te kunnen onderzoeken is het nuttig meerdere onderzoeksmethoden, zowel kwalitatief als kwantitatief, te combineren. Onderzoeken zoals de Eurobarometeronderzoeken blijven belangrijk, maar zouden wel andere vragen moeten gaan stellen. Thema s voor onderzoek zijn: geloofwaardigheid en vertrouwen (Von Grote en Dierkes, 2000). Al eerder hebben de resultaten van de onderzoeken die naar aanleiding van het Bodmerrapport zijn uitgevoerd laten zien dat wetenschap niet een vaststaand gegeven of ding is dat min of meer kan worden begrepen (Ziman, 1991; Wynne, 1991; Silverstone, 1991). Wetenschap wordt juist door verschillende mensen verschillend gedefinieerd en soms zelfs door dezelfde mensen in verschillende situaties verschillend gezien. Wetenschap kan niet met een vaste definitie worden omschreven en is niet een bepaald soort kennis. Daardoor kan volgens de onderzoekers het deficit-model niet een juist analytisch kader geven van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek. Het deficit-model overschat de problemen van het bijbrengen van kennis over wetenschap (Ziman, 1991). De onderzoekers hebben in 1991 nog geen ander, meer passend model voorhanden, maar geven wel een aantal principes voor zo n nieuw model: 1. Mensen hebben geen vast en duidelijk beeld van wetenschap, maar wat ze onthouden van wetenschap is gebaseerd op verschillende beelden die ze in de media en andere aspecten van hun leven tegenkomen; 2. Als mensen formele kennis gebruiken is dat gebruik afhankelijk van de situatie en de wensen op dat moment en is de kennis slechts een onderdeel van een grotere en gevarieerdere reactie; Stichting Weten

7 3. Mensen accepteren niet zomaar kennis aangeboden door wetenschappelijke experts. De geloofwaardigheid van de bron hangt af van de waargenomen interesses in een bepaalde context; 4. Publieke conflicten over wetenschap maakt wetenschap ongeloofwaardiger, maar tegelijk helpen discussies om kennis te combineren met andere soorten kennis en daarmee tegenstellingen in kennis te incorporeren (Ziman, 1991). Het onderzoek dat Silverstone (1991) beschrijft, geeft meer inzicht in de manier waarop mensen wetenschap gebruiken. Uit het onderzoek komen vier thema s bovendrijven: 1. Wetenschap heeft vele gedaanten. Media worden vaak bekritiseerd voor het niet juist of volledig weergeven van wetenschap, of het weergeven van één kant van de medaille, maar ook bij andere kanalen zoals musea, onderwerp van onderzoek in dit project, spelen deze problemen ; 2. Wetenschap wordt nooit in een vacuüm gecommuniceerd. Sociale kennis, politieke omgeving, er zijn allerlei factoren die invloed hebben; 3. Wetenschap wordt niet alleen geconstrueerd door de zenders, maar ook door de ontvangers. Sociale bevestiging speelt bijvoorbeeld een rol bij het vormen van een mening. Ook wordt formele kennis van wetenschap gebruikt, maar op een complexe en onvoorspelbare manier; 4. Veel van het vorige wijst op beperkingen die rond communicatie van wetenschap een rol spelen. Ook de politieke en economische omgeving beïnvloeden de communicatie. Ook Wynne (1991) vindt geen eenduidig concept van wetenschap. Eerder lijkt er een serie van betekenissen van wetenschap te bestaan, hij noemt dit scientific understandings of science. Wetenschappelijke kennis wordt niet los gezien van andere soorten kennis. In gevallen waarbij wetenschappers contact hebben met leken over wetenschappelijke kennis, is dit meer een interactief proces dan eenrichtingsverkeer. Mensen zien wetenschappelijke kennis nooit los van andere kennis zoals kennis van de organisatie of sociale kennis. Volgens Wynne (1991:116) is de belangrijkste conclusie: that public uptake (or not) of science is not based upon intellectual capability as much as social-institutional factors having to do with social access, trust, and negotiation as opposed to imposed authority. When these motivational factors are positive, people show a remarkable capability to assimilate and use science or other knowledge derived (inter alia) from science. Sociale factoren als vertrouwen en geloofwaardigheid zijn een belangrijk punt bij het publiek begrip van wetenschap. Negeren van deze factoren leidt ertoe dat het aanbieden van wetenschap weinig zin heeft. In het onderzoek moeten sociale factoren, volgens Wynne meer aandacht krijgen. Helaas gaat de trend in het onderzoek volgens hem de andere kant op. Latere onderzoekers, zoals Einsiedel en Thorne (1999) en Logan (2001), delen de bovengenoemde kritiek en onderscheiden twee modellen van wetenschapscommunicatie. Einsiedel en Thorne noemen deze het scientific literacy model en het interactive science model. Binnen het scientific literacy model heeft rationeel denken een centrale plaats. Binnen het interactive science model nemen onzekerheden een grotere plaats in en kan wetenschap niet los worden gezien van de sociale en maatschappelijke context. Beide modellen worden gezien als twee kanten van een continuüm. Het toepassen van het scientific literacy model laat vooral zien dat er verschillende niveaus van overeenstemming zijn over problemen of gebieden rond kennis. Vergelijkingen van de nationale surveys naar scientific literacy geven ook informatie over de culturele en structurele verschillen tussen mensen. Daarom zijn deze onderzoeken zeker waardevol als een indicator van wat mensen zeggen, denken en weten over wetenschap, maar tegelijk is dat de beperking. Dergelijk onderzoek onderzoekt maar één dimensie van kennis terwijl er meerdere dimensies zijn, ofwel meerdere manieren om kennis te onderzoeken (Einsiedel, 2000) Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

8 Logan (2001) bespreekt ook het ontstaan van een tweede model en geeft expliciet aan dat beide naast elkaar bestaan en elkaar niet bijten. In dit alternatieve model (ook: constructivist model) wordt een andere visie op communicatie gehanteerd. In plaats van een lineair proces waarbij de boodschap op een zo effectief mogelijke manier van zender naar ontvanger wordt gebracht, is communicatie een ritueel proces, waarbij sociale factoren, culturele context en andere elementen niet zijn weg te denken (onder andere Einsiedel, 2000; Von Grote & Dierkes, 2000; Wynne, 1999). Kennis krijgt een andere betekenis en begrippen als vertrouwen en geloofwaardigheid zijn cruciale factoren in het communicatieproces. Communicatie is geen transmissie, maar eerder transactie. De nadruk ligt minder op personen, maar juist op het verbeteren van de communicatie tussen verschillende actoren via dialoog. De postmoderne benadering kijkt kritisch naar de kernbegrippen in het onderzoek. Een kanttekening die moet worden gemaakt is dat er nog veel onbekend is met betrekking tot toepassing van het alternatieve model. Tot nu toe wordt het alternatieve model vaak gebruikt in situaties dat het ook goed past. In sommige situaties, is de veronderstelling, kan juist het deficit model goed werken. Waar diverse auteurs vooral voor pleiten is een verdere theoretische vorming. Daarom roepen ze op om de modellen te toetsen via een combinatie van verschillende onderzoeksmethoden omdat op deze manier meer en genuanceerdere informatie kan worden verkregen. Het gebruik van beide modellen in het onderzoek naar wetenschapscommunicatie levert de meeste informatie op (Von Grote en Dierkes, 2000; Einsiedel, 2000; Logan, 2001). Tabel 1 Enige verschillen tussen het klassieke en alternatieve model Deficit model Interactive science model Lineair proces Kennisdeficiëntie, dus kennis vergroten Wetenschap is vaste kennis Wetenschappers zijn experts Publiek is passieve ontvanger Ritueel Wetenschap is onzeker Wetenschap niet los van context Geen onderscheid wetenschappelijke kennis en andere kennis Vertrouwen en geloofwaardigheid Ook: scientific literacy model, classical model Ook: constructivist model, alternative model Parallelle ontwikkelingen in de risicocommunicatie Voor die gewenste theoretische vorming is het nuttig ontwikkelingen in aanpalende communicatieterreinen erbij te betrekken. Zo onderscheidt men in de risicocommunicatie een overlappend terrein omdat het om communicatie gaat waarbij vaak nieuwe technologische ontwikkelingen betrokken zijn ook twee benaderingen. De technische, of technocratische benadering ziet kennisdeficiëntie als het probleem dat moet worden opgelost door het aanbieden van objectieve informatie. In de technische benadering is het publiek of dom en irrationeel, of zelfzuchtig, of extreem voorzichtig. Door het verschaffen van rationele en feitelijke informatie zal het kennisniveau van het publiek toenemen en zullen de opvattingen veranderen. De technische benadering hanteert drie aannames waarvan gebleken is dat ze onjuist zijn: het publiek heeft eenzelfde rationele stijl van redeneren als deskundigen, het publiek neemt de risico s op dezelfde manier Stichting Weten

9 waar als deskundigen en risico s zouden niet politiek zijn. Bij het mislukken van de communicatie krijgt het publiek in deze benadering de schuld. Op lange termijn kan deze gang van zaken ertoe leiden dat het publiek steeds minder het idee heeft dat deskundigen moeite willen doen de risicoproblematiek op een duidelijke en begrijpelijke wijze over te dragen, wat weer een negatieve invloed op het vertrouwen in de bronnen heeft. Net als in het onderzoek naar wetenschapsvoorlichting wordt in veel studies over risicocommunicatie een gebrek aan vertrouwen van het publiek in bronnen van risico-informatie geconstateerd. De informatie die deze bronnen op tafel leggen kan zelfs als minder waar worden gekenmerkt. Waarschijnlijk heeft dit gebrek aan vertrouwen niet te maken met de beoordeling van de deskundigheid van bepaalde actoren. Daarentegen legt de democratische benadering de nadruk op inspraak in het communicatieproces. De democratische benadering wil maximale participatie en invloed op de uiteindelijke beslissing bevorderen. Uitgangspunt is de ontvanger in plaats van de zender. Overreding is in deze benadering uitgesloten omdat het doel van de communicatie gericht moet zijn op begrip en niet op het bevorderen en uitoefenen van macht. Daarom ontstaan in veel landen initiatieven zoals consumentenpanels en klankbordgroepen. Communicatie als transactie. Toch is nog niet heel duidelijk hoe zo n participatieve benadering het publiek kan betrekken. Het publiek claimt wel een eigen plaats, maar maakt in de praktijk hier niet massaal gebruik van (Gutteling, 2001; Gutteling, 2002; Gutteling en Kuttschreuter, 2002). Theoretische ontwikkeling en effectiviteit Theoretische ontwikkelingen in aanpalende gebieden kunnen, zoals bovenstaande paragraaf laat zien, inspirerend werken voor de wetenschapsvoorlichting en natuurlijk vice versa. Maar wat betekent bovenstaand betoog waarin de twee modellen voor wetenschapscommunicatie worden behandeld voor het concept effectiviteit in relatie tot wetenschapscommunicatie? De praktijk laat zien dat veel wordt gewerkt vanuit transmissiedenken, het klassieke model (Hanssen et al, 2003). In het alternatieve model worden de rollen omgedraaid en staat in plaats van de zender de ontvanger voorop. De communicator krijgt meer de rol van facilitator en moderator (Hanssen, 2001). Verder geldt dat er binnen de wetenschapscommunicatie weinig tot geen onderzoek is gedaan naar het effect van wetenschapscommunicatie (Wersig, 2001). Wersig concludeert dat onderzoekers een hoop weten over hoe wetenschap en technologie in de media worden weergegeven, dat onderzoekers iets weten van de houdingen van het publiek ten opzichte van wetenschap en technologie, maar dat onderzoekers bijna niets weten over de relaties tussen beide (Wersig, 2001:1). Volgens Wersig is daarom onderzoek nodig dat kijkt naar het veld van wetenschapscommunicatie vanuit het gezichtspunt van het publiek en de mensen die het publiek vormen. Om iets te kunnen zeggen over effecten moet je volgens hem eerst weten welke effecten op wie belangrijk zijn. De gehanteerde motieven voor wetenschapsvoorlichting, zoals in het begin aangegeven, spelen dan een rol. Uit onderzoek uit de risicocommunicatie is wel duidelijk dat effecten van communicatie niet af te meten zijn aan de kennis die een persoon over wetenschap heeft, want kennis is niet direct gerelateerd aan houding en gedrag. Deze relatie ligt veel ingewikkelder en veel is nog niet bekend. Soms zelfs leidt meer kennis tot een kritischer houding in plaats van een positievere houding. De resultaten van de Eurobarometeronderzoeken laten dit bijvoorbeeld zien. Daarnaast is, zoals veel onderzoeken aangeven, kennis van wetenschap niet de enige en eerste kennis op basis waarvan mensen standpunten vormen en beslissingen nemen. Onderzoek uit de risicocommunicatie laat daarbij zien dat bij beslissingen andere overwegingen zoals politieke, een rol spelen. Welke frames en uitgangspunten mensen bij kennis over wetenschap hanteren is in dit kader een interessante vraag. Al met al is het begrip effectiviteit nog ambivalent en verdient het nadere bestudering Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

10 Gezien de geschetste ontwikkelingen is onze slotconclusie daarom dat effectieve wetenschapscommunicatie juist een communicatievraagstuk is. Leerpunten/ tips Effecten van communicatie zijn niet af te meten aan de kennis die een persoon over wetenschap heeft, want kennis is niet direct gerelateerd aan houding en gedrag. We dienen er rekening mee te houden dat wetenschapscommunicatie in hoge mate wordt beïnvloed door politieke, economische, institutionele en persoonlijke belangen. Effectieve wetenschapscommunicatie ontstaat wanneer men (de wetenschap) in staat is om individuen door het aanbieden van kennis, ervaringen en (denk-)beelden emotioneel, fysiek en intellectueel aan zich en aan elkaar te binden. Stichting Weten

11 Bronnen Einsiedel, E. en B. Thorne, Public Responses to Uncertainty. In: Friedman, S. M., S. Dunwoody en C.L. Rogers, Communicating Uncertainty. Media Coverage of New and Controversial Science. Lawrence Erlbaum, London, pp , Einsiedel, E. F., Understanding Publics in the Public Understanding of Science. In: Dierkes, M. en C von Grote (eds)., Between Understanding and Trust. The Public Science and Technology, Harwood Publishers, Amsterdam, pp , Grote, C. von en M. Dierkes, Public Understanding of Science and Technology: State of the Art and Consequences for Future Research. In: Dierkes M., en C. von Grote, Between Understanding and Trust. The Public, Science and Technology. Harwood, Amsterdam, pp , Gutteling, J.M., Current views on risk communication and their implications for crisis and reputation management. In: Document Design, 2 (3), pp , Gutteling, J. M., Risicocommunicatie, verleden, heden, toekomst? In: Tijdschrift voor Wetenschap, Technologie en Samenleving 10(3), pp , Gutteling, J. M. en M. Kuttschreuter, Beleving Veiligheid Vervoer Gevaarlijke Stoffen en de Consequenties voor de Communicatie met het Publiek. Rapport in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Goederenvervoer. Universiteit Twente, Enschede, Hanssen, L., Wetenschap van publiek. Stichting Weten/ Deining Communicatie, Utrecht, Hanssen, L, A. Dijkstra, W. Roeterdink en J.G. Stappers, Wetenschapsvoorlichting: profetie of professie. Een confrontatie tussen communicatietheorie en voorlichtingspraktijk. Stichting Weten, Amsterdam, Logan, R.A., Science Mass Communication. Its Conceptual History. In: Science Communication 23(2), pp , Silverstone, R., Communicating Science to the Public. In: Science, Technology & Human Values 16(1), pp , Stappers, J. G., A.D. Reijnders, W.A.J. Möller en L.A.Th.M. Hesp, Wetenschap als gemeengoed. Een studie van de wetenschapsvoorlichting in Nederland. Staatsuitgeverij, s Gravenhage, Trachtman, L.E., The Public Understanding of Science Effort: A Critique. In: Science, Technology & Human Values 6(36), pp , Wersig, G., Impact studies regarding science communication. Public Awareness of Science and Technology in Europe and its Regions, Building Bridges with Society. Best Practices, Benchmarks and Regional Diversity. Palais des Congres, Brussel, Wynne, B., Knowledges in Context. In: Science, Technology & Human Values 16(1), pp , Wynne, B., Public understanding of science research: new horizons or hall of mirrors? In: Public Understanding of Science 1 (January), pp , Wynne, B., Public Understanding of Science. In: Jasanoff, M., S, G.E., J.C. Petersen en T. Pinch, Handbook of Science and Technology Studies. Sage, London / New Delhi, pp , Ziman, J., Public Understanding of Science. In: Science, Technology & Human Values 16(1), pp , Noorlander e.a. (red.), Kennisdagen Communicatie 2003

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader 1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip

Nadere informatie

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht

Cocreatie in de opsporing. Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing Dr. Albert Meijer Universiteit Utrecht Cocreatie in de opsporing: Perspectief van de wetenschap Albert Meijer Universiteit Utrecht Politieacademie 11 september 2012 Even voorstellen

Nadere informatie

Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen

Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen This chapter is part of: Griffioen, D.M.E. (2013). Research in Higher Professional Education: A Staff Perspective. Chapter

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie

GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie. April 2012. Concrete tips voor effectieve interne communicatie GELOOFWAARDIGHEID is de sleutel tot succesvolle interne communicatie April 2012 Concrete tips voor effectieve interne communicatie Amsterdam, augustus 2012 Geloofwaardige interne communicatie Deze white

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1

Samenvatting. Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Samenvatting Samenvatting Maatschappelijke kosten-baten analyse beschut werk 1 Uitvoering onderzoek: KokxDeVoogd, Houten Ewout Bückmann Eric Dorscheidt Michiel Hes november 2017 Dit is een uitgave van

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal Als je denkt dat je te klein en onbeduidend bent om het verschil te maken, denk dan eens aan slapen met een mug Dalai Lama De wereld verandert en wordt complexer. Dat is ook merkbaar in de ontwikkeling

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Liesbeth de Bakker, Frans van Dam en Anne M. Dijkstra

Liesbeth de Bakker, Frans van Dam en Anne M. Dijkstra I nleiding Liesbeth de Bakker, Frans van Dam en Anne M. Dijkstra Een nanotechnoloog die blogt over zijn vakgebied, een campaigner die zijn zorgen uit over biotechnologie in de landbouw, brugklassers die

Nadere informatie

Communiceren over wetenschap. Geert Vanpaemel KU Leuven

Communiceren over wetenschap. Geert Vanpaemel KU Leuven Communiceren over wetenschap Geert Vanpaemel KU Leuven 1. Inleiding 2. Algemene aanpak 3. Tips & Tricks Negatieve berichtgeving Naamgeving pesticiden, herbiciden, insecticiden, biociden Onvoorziene ecologische

Nadere informatie

From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J.

From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J. From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J. van der Pas Waarom staan sommige onderwerpen hoog op de agenda van de politiek,

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Deze dissertatie gaat over antecedenten en consequenties van publiek vertrouwen in organisaties die betrokken zijn bij de ontwikkeling van en de besluitvorming

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid

Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid VeReFi Congres I Denken in mogelijkheden I 11 april 2017 Waar ligt je kracht? Een nieuwe visie op Positieve Gezondheid Marja van Vliet, PhD Instituut voor Positieve Gezondheid 1 1. De geheimen van de Blue

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Communication in Times of Crisis. The Interplay Between the Organization, News Media, and the Public G.L.A. van der Meer

Communication in Times of Crisis. The Interplay Between the Organization, News Media, and the Public G.L.A. van der Meer Communication in Times of Crisis. The Interplay Between the Organization, News Media, and the Public G.L.A. van der Meer Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Tegenwoordig wordt het nieuws regelmatig

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Wicked problems en nieuwe kennispraktijken. Dr. T. Metze DVdDT VB 2016

Wicked problems en nieuwe kennispraktijken. Dr. T. Metze DVdDT VB 2016 Wicked problems en nieuwe kennispraktijken Dr. T. Metze DVdDT VB 2016 Tijdschrift Bestuurskunde Metze en Turnhout, 2014 Duiveman, Grin, Hafkamp en Metze, 2015 Wicked Problems en Nieuwe Kennispraktijken

Nadere informatie

Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele

Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele Wetenschapscommunicatie en/of democratisch debat? Pieter Maeseele Wie ben ik? Communicatiewetenschappen UA Media, Wetenschap & Democratie Media & Democratie - Evalueren van mate waarin media bijdragen

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Introductie Methoden Bevindingen

Introductie Methoden Bevindingen 2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak In de afgelopen jaren zijn steeds meer opleidingen in het Nederlands hoger onderwijs geheel of gedeeltelijk Engelstalig geworden. Deze ontwikkeling is het sterkst

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Rapportage enquête De ggz laat zich horen

Rapportage enquête De ggz laat zich horen Rapportage enquête De ggz laat zich horen Thijs Emons en Fred Leffers, oktober 2011 Inleiding Op 10 september 2008 werd de website De ggz laat zich horen gelanceerd. Met deze site en de bijbehorende mailinglijst

Nadere informatie

Revision Questions (Dutch)

Revision Questions (Dutch) Revision Questions (Dutch) Lees pagina s 1-44 van New Media: A Critical Introduction (2008). Maak bij het lezen de onderstaande vragen. Print je antwoorden uit en lever deze in bij de Vergeet niet je naam

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Evidence-based beleid maken?! Marja van Bon-Martens & Joyce de Goede Symposium Bouwen aan de Brug, 1 november 2007

Evidence-based beleid maken?! Marja van Bon-Martens & Joyce de Goede Symposium Bouwen aan de Brug, 1 november 2007 1 Evidence-based beleid maken?! Marja van Bon-Martens & Joyce de Goede Symposium Bouwen aan de Brug, 1 november 2007 1 2 Evidence-based gezondheidsbeleid Bewust, expliciet en oordeelkundig gebruiken van

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie)

BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie) BURGERPARTICIPATIE April 2013 (2 e versie) Inleiding: De gemeente Zederik wil haar burgers betrekken bij het beleid met als motto: De burger centraal. Deze nota gaat over de rol van de gemeente in relatie

Nadere informatie

Onderzoek de spreekkamer!

Onderzoek de spreekkamer! Onderzoek de spreekkamer! Lennard Voogt Inleiding Het wetenschappelijk fundament van de manuele therapie wordt sterker. Manueel therapeuten krijgen steeds meer inzicht in de effectiviteit van hun inspanningen

Nadere informatie

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur

Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten. Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Psychosociale opvang geüniformeerden bij CBRN incidenten Magda Rooze MA/MBA Senior adviseur Richtlijn psychosociale opvang geüniformeerden Geüniformeerden worden regelmatig blootgesteld aan potentieel

Nadere informatie

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Risicocommunicatie Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008 Presentatie Beleving risico s in relatie tot (praktijk) Wat is een risico?

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief

Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief Vaardigheden voor de toekomst: een economisch perspectief Prof. Maarten Goos Universiteit Utrecht & KU Leuven VLOR Startdag, 17 september 2015 Het economische belang van vaardigheden 1. Vaardigheden en

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn

Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn

Nadere informatie

Wat als de echo geen pret is! BEN Symposium Titia Brouwer Maatschappelijk werk Afdeling Genetica UMC Utrecht 2 november 2018

Wat als de echo geen pret is! BEN Symposium Titia Brouwer Maatschappelijk werk Afdeling Genetica UMC Utrecht 2 november 2018 Wat als de echo geen pret is! BEN Symposium Titia Brouwer Maatschappelijk werk Afdeling Genetica UMC Utrecht 2 november 2018 Prenatale screening Wat zijn de consequenties voor de praktijk Wat vraagt dit

Nadere informatie

Maatschappelijke vorming

Maatschappelijke vorming toelichting Hoe kan de school de leerling helpen om zich te ontwikkelen tot een actieve, verantwoordelijke en sociale burger? Een belangrijke taak van de school is om leerlingen voor te bereiden op hun

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Achtergrond Het wordt algemeen erkend dat de werkzaamheid van geneesmiddelen bij kinderen kan afwijken van die bij volwassenen. Om te komen tot passende farmacotherapeutische

Nadere informatie

QUINN-MODEL. CompetenZa info@competenza.nu www.competenza.nu

QUINN-MODEL. CompetenZa info@competenza.nu www.competenza.nu QUINN-MODEL In onze adviestrajecten en gesprekken met opdrachtgevers maken wij vaak gebruik van het zgn. Quinn-model. Een handig hulpmiddel om samen, met een zo objectief mogelijke blik, naar het bedrijf

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht

Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht adbusters 1 2 3 Wat ga ik behandelen? 3 Wat ga ik behandelen? de trendpiramide en mediatheorie 3 Wat ga ik behandelen? de trendpiramide en mediatheorie voorbeeld:

Nadere informatie

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa NCVGZ April 2013 Andrea de Winter EU-FP7-IROHLA Jaap Koot & Menno Reijneveld Omvang en aard van problemen met gezondheidsvaardigheden Doelen

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Toekomst gericht toezicht in het onderwijs

Toekomst gericht toezicht in het onderwijs Toekomst gericht toezicht in het onderwijs Hans Strikwerda Nolan Norton Institute Zeist Universiteit van Amsterdam Amersfoort, 27 maart 2009 De vragen Wat zijn: Het doel van toezicht in het onderwijs?

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Visitatie en Inspiratie

Visitatie en Inspiratie Visitatie en Inspiratie BG-dagen, Papendal Vrijdag 19 juni 2015 Gertjan Beens Sabrina Kwint Jos Manders Disclosure belangen spreker Dienstverband(en) Eigen onderneming(en) en aandelen HumanCapitalCare

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge 153 Samenvatting Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge Informatica is een vak dat de laatste 20 jaar meer en meer onderwezen wordt

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen

1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen * 1. Voorkennis 2. Recente inzichten en dilemma s 3. Begeleiding 4. Uitwisseling in groepjes 5. Slot: visie op ontwerpgericht onderzoek in de eigen begeleiding/organisatie * Studentonderzoek? Eigen onderzoek?

Nadere informatie

SSamenvatting. 1. Introductie

SSamenvatting. 1. Introductie S 1. Introductie PowerPoint is niet meer weg te denken bij presentaties. Het programma kende wereldwijd meer dan 200 miljoen gebruikers in 2012. Sommigen wenden het aan voor hun colleges, anderen voor

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Effectieve communicatie: van interventie naar dialoog

Effectieve communicatie: van interventie naar dialoog Effectieve communicatie: van interventie naar dialoog Dr. P.W.M. (Paul) Nelissen, Universitair Hoofddocent Communicatiewetenschap, Katholieke Universiteit Nijmegen, Nijmegen Samenvatting De mislukking

Nadere informatie

Participatie in Enschede 23 maart 2017

Participatie in Enschede 23 maart 2017 Participatie in Enschede 23 maart 2017 Wat heeft de rekenkamer onderzocht? Participatie is een breed begrip en kent verschillende betekenissen. In dit rapport hanteren we het begrip in de betekenis van

Nadere informatie

Commons Naamsvermelding NietCommercieel GeenAfgeleideWerken 2.5 Netherlands License. Bekijk de licentie. (voornaam of voorletters) Peter

Commons Naamsvermelding NietCommercieel GeenAfgeleideWerken 2.5 Netherlands License. Bekijk de licentie. (voornaam of voorletters) Peter Soort document: Artikel SenS ID: 06 00 005 Hoofdcategorie Organisatie Format: pdf Rubriek(en) Procesmanagement Trefwo(o)rd(en) Draagvlak, verandering, sturing Niveau Advance Titel: Waarom het aansturen

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Programmeren in een cultureel centrum vanuit een interactieve benadering.

Programmeren in een cultureel centrum vanuit een interactieve benadering. Programmeren in een cultureel centrum vanuit een interactieve benadering. Prof. em. dr. Willy Faché Willy.Fache@UGent.be Welke vragen stellen zich bij het programmeren? Wanneer zijn bezoekers tevreden

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

plan facilitators Werkvorm: problemen verbinden

plan facilitators Werkvorm: problemen verbinden Werkvorm: problemen verbinden Problemen helder formuleren helpt al vaak om een oplossing te vinden, maar meestal hebben we te maken met een hele berg problemen die allemaal om een oplossing schreeuwen.

Nadere informatie

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting

BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven. Coachend Leidinggeven. Sales Force Consulting BROCHURE Workshop Coachend Leidinggeven Coachend Leidinggeven Sales Force Consulting inleiding Leidinggeven aan de alledaagse uitvoering van het werk, is één van de belangrijkste kerntaken van elke manager.

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr.

Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr. Het verbeteren van de integratie van zieke werknemers door aandacht voor hun dubbele rol (Universiteit Utrecht) Projectleider: Prof. dr. Trudie Knijn Onderzoekers: dr. Mira Peeters, drs. Marta Dijkgraaf,

Nadere informatie

Platformtaak volgens gemeente

Platformtaak volgens gemeente Oplegvel 1. Onderwerp Cofinanciering Regionale proeftuin Cultuur om de hoek 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang De jeugd in de regio Holland

Nadere informatie

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden Theoretisch kader: Zoals ik in mijn probleemanalyse beschrijf ga ik de vaardigheid creativiteit, van de 21st century skills onderzoeken, omdat ik wil weten op welke manier de school invloed kan uitoefenen

Nadere informatie

TTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken

TTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken Maatschappelijke waardering door de ogen van de TTALIS leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken Bevindingen uit de Teaching And Learning International Survey (TALIS) 2013 IN FOCUS Faculteit

Nadere informatie

Beleving en waardering van infra en gebied

Beleving en waardering van infra en gebied faculteit ruimtelijke wetenschappen planning 1 17-11-2017 1 Beleving en waardering van infra en gebied Prof. Dr. Jos Arts Anne Marel Hilbers, MSc. 2 Achtergrond Drie ontwikkelingen: 1.Infrastructuurprojecten

Nadere informatie

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties Samenvatting Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties In dit proefschrift stel ik dat fouten een bedreiging van de sociale identiteit kunnen

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen. Samenvatting. Christa van Oorsouw juni 2007

Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen. Samenvatting. Christa van Oorsouw juni 2007 Raad en inwoners naar nieuwe verhoudingen Samenvatting Christa van Oorsouw juni 2007 Thesis in het kader van de opleiding Public Management en Policy Open Universiteit Nederland Engelse titel: City Council

Nadere informatie

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN

STRATEGIE IMPLEMENTATIE SUCCESFACTOREN STRATEGIE IMPLEMENTATIE FACTOREN 9 FACTOREN VOOR STRATEGIE IMPLEMENTATIE STRATAEGOS.COM STRATEGIE IMPLEMENTATIE ALS CONCURRENTIEVOORDEEL 1 2 3 4 5 Om succesvol te zijn en blijven moeten organisaties hun

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2018 tijdvak 1 vrijdag 25 mei 9.00-12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 54 punten te

Nadere informatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research

Nadere informatie

Opdrachten City Discourse & criteria beoordeling CIM1011

Opdrachten City Discourse & criteria beoordeling CIM1011 Opdrachten City Discourse & criteria beoordeling CIM1011 Inhoud Specificaties Essay + format bronvermelding 2 Beoordelingsmatrix Essay 3 Specificaties Infomatiedienst 4 Specificaties Dashboard / Appstore

Nadere informatie