Notitie ecologisch nader onderzoek compensatie-opgave
|
|
- Lennert Bakker
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Notitie ecologisch nader onderzoek compensatie-opgave Nuon Datum 27 juli 2015 Auteur Ing. J.R. Offereins In opdracht van Nuon Projectnummer P15075 Vrijgegeven door Dr. M.W. ter Steege 1 Aanleiding en vraagstelling In de BOB van de Nb-wet-vergunningenprocedure van RWE, GSP en Nuon van 5 december 2008 is opgenomen dat het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder mede ingericht dient te worden om broedgelegenheid te kunnen bieden aan twee paar velduil en één paar blauwe kiekendief. Voorts is aangegeven dat, als na vijf jaar deze soorten zich niet hebben gevestigd, er uit nader onderzoek moet blijken of er eventueel aanvullende maatregelen nodig zijn. Deze notitie gaat in op de betekenis van de Eemshaven voor de soorten velduil en blauwe kiekendief in het verleden, de huidige situatie van het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder, inclusief een visie op het uitblijven van broedgevallen in het natuurontwikkelingsgebied. Tenslotte wordt ingegaan op de perspectieven voor deze soorten voor de toekomst en hoe zich dit verhoudt tot de compensatieopgave van Nuon. 2 Betekenis van de Eemshaven voor blauwe kiekendief en velduil 2.1 Blauwe kiekendief Historisch voorkomen In de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft de blauwe kiekendief waarschijnlijk in de Eemshaven gebroed en in de jaren tachtig mogelijk (Van den Brink et al., 1992). Volgens Boekema et al. (1983) is er vanaf de jaren zeventig tot en met 1981 echter in heel Groningen slechts 1 broedpaar met zekerheid vastgesteld, en wel nabij Overschild. Voorkomen vanaf 1998 In de periode heeft de blauwe kiekendief eenmaal in de Eemshaven gebroed. Het betrof een broedpaar in het jaar 1998 (Brenninkmeijer & Koopmans, 2010; Eekelder, 2004; De Boer, 2009). In Figuur 1 staat aangegeven in welk kilometerhok dit broedgeval is vastgesteld (aangegeven met 98 ). Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 1
2 Volgens dhr. K. Koffijberg (SOVON, in: Brenninkmeijer & Koopmans, 2010) zijn er in de broedseizoenen van 2001 t/m 2007 jaarlijks blauwe kiekendieven in de Eemshaven waargenomen, maar er zijn in deze periode geen broedgevallen gemeld. '98 Figuur 1 Broedgeval van de blauwe kiekendief in de Eemshaven in de periode Op basis van Brenninkmeijer & Koopmans, 2010; Eekelder, De cijfers duiden het jaar aan waarin de soort op die locatie heeft gebroed. Recent voorkomen in de Eemshaven In de periode 2008 t/m 2013 is geen broedgeval van de blauwe kiekendief in de Eemshaven waargenomen (Brenninkmeijer et al., 2014). Belang van de Eemshaven Belang Eemshaven De blauwe kiekendief heeft in de periode eenmaal in de oostlob van de Eemshaven gebroed, op het terrein waar thans de Nuon centrale is gerealiseerd of het terrein dat was gereserveerd voor de LNG terminal (zie Figuur 1). Aangezien het een eenmalig en daarmee incidenteel broedgeval betrof, vormde de oostlob geen bestendig broedgebied van betekenis voor de blauwe kiekendief. Verlies van dit gebied door de realisatie van de energiecentrales en de havenuitbreiding, kan daarom niet leiden tot een significant effect op het instandhoudingsdoel voor de blauwe kiekendief voor Natura 2000-gebied Waddenzee. Omdat de Waddeneilanden nog verder weg liggen, geldt dat al helemaal geen sprake kan zijn van een significant effect voor de blauwe kiekendief voor de respectievelijke Natura 2000-gebieden op deze Waddeneilanden. Relatie met Natura 2000-gebied Waddenzee en de Waddeneilanden Het instandhoudingdoel voor de blauwe kiekendief in het Natura 2000-gebied Waddenzee is gericht op behoud van omvang en kwaliteit van het leefgebied voor drie broedparen. Ondanks de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is uitbreiding van de populatie in het Natura 2000-gebied 2 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
3 Waddenzee niet ten doel gesteld in het Natura 2000-gebied omdat het slechts een overloop betreft van het meer geschikte duingebied. Het Natura 2000-gebied Waddenzee levert onvoldoende draagkracht voor een zelfstandige sleutelpopulatie, maar draagt wel bij aan de draagkracht ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie (Aanwijsbesluit Natura 2000-gebied Waddenzee op website ministerie van EZ). Overigens wordt het instandhoudingsdoel ook op de Waddeneilanden niet behaald. In 2014 kwamen slechts vier paar tot broeden op Texel (waar het instandhoudingsdoel 20 paar betreft); op de overige eilanden zijn in 2014 geen broedgevallen vastgesteld. Gezien de sterke afname van deze soort in de gehele regio is het niet realistisch om optimistisch te zijn over vestiging van de blauwe kiekendief in het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder. 2.2 Velduil Historisch voorkomen De Eemshaven is in 1970 aangelegd. Na aanleg is het proces van vegetatiesuccessie op gang gekomen en is in sommige delen van de haven verruiging opgetreden. Hierdoor werd het gebied aantrekkelijk voor broedvogels van moeras en ruigten en voor muizenetende roofvogels 1. Sinds 1976 tot in de jaren tachtig was de velduil een regelmatige broedvogel op de braakliggende delen van het Eemshavengebied. De biotoop bestond hier uit braakliggende zandgronden begroeid met riet, grassen en kruiden (Boekema et al., 1983; Van den Brink et al., 1992). De velduil is een opportunistische soort die zich snel kan vestigen in een gebied waarin veel voedsel (muizen) al dan niet tijdelijk aanwezig zijn. Dit is waarschijnlijk de reden dat de soort zich halverwege de jaren zeventig heeft gevestigd in de Eemshaven. In de loop van de jaren tachtig is de soort uit de Eemshaven verdwenen, mogelijk doordat verdere verruiging van de terreinen optrad. Wanneer de soort precies is teruggekeerd in de Eemshaven is niet duidelijk. Wel is bekend dat in 1995 een paar velduilen in de Eemshaven heeft gebroed (Van Dijk et al., 1998). Voorkomen vanaf 1998 Uit verspreidingskaarten van de velduil als broedvogel op (gegevens Netwerk ecologische monitoring) blijkt dat de soort in de periode en de periode met 1 tot 3 broedparen in de Eemshaven heeft gebroed. Volgens Brenninkmeijer & Koopmans (2011) hebben tussen 2001 en 2007 bijna jaarlijks 1-3 paren van de velduil in de Eemshaven gebroed, vooral aan de oostzijde. In rapportage van de monitoring van broedvogels in Nederland van SOVON voor het jaar 2006 staat vermeld dat het broedgeval in 2006 succesvol was (1 jong uitgevlogen) (Van Dijk et al., 2008). Uit gegevens aangeleverd door SOVON (Eekelder, 2004; De Boer, 2009) voor de periode blijkt dat de velduil in ieder geval in de jaren 1999, 2000, 2002, 2003, 2005 en 2006 in de Eemshaven heeft gebroed. In Figuur 2 staat aangegeven in welke kilometerhokken is gebroed. In 2003 hebben drie broedparen in de Eemshaven gebroed, waarvan twee paar in de oostlob. In alle overige jaren één broedpaar. De meeste broedgevallen zijn gelegen in de oostlob van de Eemshaven. Vier maal is gebroed in een kilometerhok waarin ook een deel van het terrein van RWE is gele- 1 catid=37:gebieden&itemid=54 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 3
4 gen, twee maal is gebroed in de kilometerhokken waarbinnen delen van het terrein van Nuon zich bevinden. '03 '99 '00 '03 (2) '05 '06 '02 Figuur 2 Broedgevallen van de velduil in de Eemshaven in de periode Op basis van Eekelder, 2004 en De Boer, De cijfers duiden het jaar aan waarin de soort op die locatie heeft gebroed. Recent voorkomen in de Eemshaven In de periode 2008 t/m 2013) is geen broedgeval van de velduil in de Eemshaven waargenomen (Brenninkmeijer et al., 2014). Op basis van de beschikbare informatie kan worden geconcludeerd dat de velduil tussen 1998 en 2007 bijna jaarlijks in de Eemshaven heeft gebroed met gemiddeld één broedpaar. Belang van de Eemshaven Belang Eemshaven Uit bovenstaande blijkt dat de velduil in de periode bijna jaarlijks heeft gebroed in de Eemshaven, met name in de oostlob. Het betrof gemiddeld één broedpaar. Door het ruimtebeslag en de aanleg van de energiecentrales van RWE en Nuon mag worden aangenomen dat het broedgebied in de oostlob van de Eemshaven geheel verloren is gegaan voor de velduil en dat de kwaliteit van overige delen van de Eemshaven als broedgebied voor de velduil is verminderd ten gevolge van de voortschrijdende ontwikkelingen en initiatieven in dit gebied. Vanaf 2008 is de soort niet meer als broedvogel in de Eemshaven waargenomen. Relatie met Natura 2000-gebied Waddenzee en de Waddeneilanden De Eemshaven grenst aan het Natura 2000-gebied Waddenzee, maar maakt hier geen deel van uit. Volgens het aanwijsbesluit voor het Natura 2000-gebied Waddenzee vormt dit Natura 2000-gebied een overloopgebied voor de Waddeneilanden. Broedgevallen binnen het Natura 2000-gebied Waddenzee kunnen volgens het aanwijsbesluit als satellietpopulaties van de Waddeneilanden worden 4 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
5 beschouwd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de broedpopulatie op de Boschplaat op Terschelling. Verder zijn er in de kweldergebieden langs de Friese en Groninger Noordkust nog losse broedgevallen. Deze worden gekenmerkt door een incidenteel karakter en vormen geen stabiele populatie (Aanwijsbesluit Natura 2000-gebied Waddenzee op website ministerie van EZ). Ondanks de landelijk zeer ongunstige staat van instandhouding is uitbreiding van de populatie niet ten doel gesteld in het Natura 2000-gebied Waddenzee. Het Natura 2000-gebied heeft onvoldoende draagkracht voor een zelfstandige sleutelpopulatie, en dat wordt dus ook niet ten doel gesteld. Wel draagt de Waddenzee bij aan de draagkracht in de regio van de Waddeneilanden ten behoeve van een regionale sleutelpopulatie (Aanwijsbesluit Natura 2000-gebied Waddenzee op website ministerie van EZ). De broedgevallen in de Eemshaven zijn redelijk stabiel geweest. Er werd in de periode bijna jaarlijks gebroed. Van een incidenteel karakter is derhalve geen sprake, maar ook een duidelijke binding met de Waddeneilanden ontbreekt, vanwege de afstand tot deze gebieden. Het is daarom onwaarschijnlijk dat de velduilen in de Eemshaven een satellietpopulatie van de Waddeneilanden, maar eerder een satellietpopulatie van Natura 2000-gebied Waddenzee vormden. In Natura 2000-gebied Waddenzee is kennelijk ruim voldoende draagkracht aanwezig om het instandhoudingsdoel van vijf broedparen te realiseren, blijkend uit het gemiddelde aantal van acht broekparen in de periode in dit gebied. In 2009 werden zelfs 15 broedparen vastgesteld. In de jaren daarna is de populatie min of meer stabiel gebleven, met in 2013 nog 14 broedparen (Netwerk Ecologische Monitoring (Sovon, Rijkswaterstaat en CBS) op Hieruit blijkt dat er, ondanks de werkzaamheden in de Eemshaven en verlies van broedgebied van de velduil, sinds 2007 sprake is van een toename van het aantal broedparen van de velduil binnen Natura 2000-gebied Waddenzee. Het verlies van broedgebied van de velduil in de Eemshaven heeft realisatie van het instandhoudingsdoel voor Natura 2000-gebied Waddenzee kennelijk niet in gevaar gebracht. In Natura 2000-gebieden Duinen Ameland en Duinen Schiermonnikoog bevindt het aantal broedparen zich de laatste jaren op een stabiel maar laag niveau, waarbij de populatie zich op Schiermonnikoog op of iets boven het instandhoudingsdoel bevindt en op Ameland ruim daaronder ligt ( website ministerie van EZ/Natura 2000). In het Natura 2000-gebied Duinen Terschelling lijkt de velduil verdwenen te zijn ( Er zijn geen aanwijzingen dat de zeer ongunstige staat van instandhouding van de populaties in de Natura 2000-gebieden Duinen Ameland en Terschelling en de negatieve trend van deze populaties te maken heeft met het verlies van broedgebied van de velduil in de Eemshaven als gevolg van de bouw van de energiecentrales. Dit gezien de afstand van de Eemshaven tot deze gebieden en het feit dat het instandhoudingsdoel voor het dichterbij gelegen Natura 2000-gebied Waddenzee wel ruim wordt gehaald. P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 5
6 3 Geschiktheid en kansrijkdom natuurontwikkelingsgebied Emmapolder 3.1 Voorwaarden voor vestiging Tijdens de monitoringsperiode van de gezamenlijke monitoring van Nuon, RWE en GSP in de periode zijn er geen broedgevallen geweest van velduil en blauwe kiekendief in het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder (Brenninkmeijer et al., 2014). Om beide soorten daadwerkelijk in de Ruidhorn en de kwelder tot broeden te laten komen, zijn de volgende vestigingsfactoren van belang (Brenninkmeijer et al., 2014): de aanwezigheid van geschikt broedhabitat; de aanwezigheid van voldoende exploiteerbaar voedsel in en rond het broedgebied de afwezigheid of zeer lage dichtheid van landpredatoren als de vos; de aanwezigheid van voldoende oudervogels in de omgeving; geen verstoring in en rond het broedgebied. Deze factoren worden hier kort toegelicht. Geschikt broedhabitat. Het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder (inclusief de Ruidhorn) en de kwelder zijn in principe groot genoeg als broedgebied voor beide soorten en de beoogde aantallen. De vijf jaren dat het gebied er effectief ligt is echter te kort voor een ontwikkeling tot een volwaardig broedgebied voor velduil en met name blauwe kiekendief. Dit wordt het beste geïllustreerd door Figuur 3, waarin het typische broedbiotoop voor de blauwe kiekendief wordt getoond (Klaassen et al., 2006). Deze of een vergelijkbare door blauwe kiekendief geprefereerde vegetatie heeft zich de afgelopen vijf jaren nog niet in de Emmapolder kunnen ontwikkelen. Hiervoor is meer tijd nodig. Daar komt nog bij dat de verruiging in het zuidelijke deel van het natuurontwikkelingsgebied lokaal wordt gedomineerd door distelbegroeiing. Dit vormt een verre van ideaal broedbiotoop. Deze distels kunnen zich massaal vestigen vanwege de rijke kleiige grondsoort. Afname van distels kan bewerkstelligd worden door de distelhaarden regelmatig te maaien of dit gebiedsdeel anderszins te verschralen, bijvoorbeeld door het te bezanden met voedselarm zand (Bruinzeel & Wymenga, 2014). Geschikt foerageergebied. De Ruidhorn en kwelder en wijde omgeving vormen momenteel geen optimaal foerageergebied voor beide soorten, omdat de soorten vooral buiten deze gebieden moeten foerageren in het landbouwgebied. Deze landbouwgebieden worden overwegend intensief gebruikt, zonder voor de muizenstand gunstige maatregelen als akkerrandenbeheer of braakligging. Om die reden is bijvoorbeeld door RWE gestimuleerd om in de agrarische omgeving vogelakkers en faunaranden te ontwikkelen, wat elders in Groningen een succesvolle maatregelen blijkt te zijn ( (zie echter paragraaf 3.2). Predatoren. Broedende velduilen en kiekendieven zijn erg gevoelig voor predatie door vossen. In en rond de Ruidhorn komen frequent vossen voor, die door de lokale jager intensief bejaagd worden. Zolang de vossenpopulatie in toom gehouden wordt, vormt deze factor een beheersbaar probleem; het is niet duidelijk of deze factor momenteel een rol speelt bij het al dan niet vestigen van de beide soorten (Brenninkmeijer et al., 2014). Populatiegrootte velduil en blauwe kiekendief. Kenmerkend voor pioniers als deze is de (zeer) wisselvallige vestiging, die mede afhankelijk is van een goed muizenaanbod. Dit is met name het geval bij de velduil, die in staat is om zeer snel gebieden met een goed voedselaanbod al dan niet tijdelijk te koloniseren. Een goed voorbeeld hiervan is de vestiging van bijna 40 paren (!) velduilen in het 6 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
7 door een muizenplaag geplaagde centrale deel van de provincie Fryslân in 2014 ( De vogels vestigden zich hier in hoofdzaak in regulier boerenland. Het heeft niet geleid tot broedgevallen in het compensatiegebied in de Emmapolder. Wel zijn de laatste jaren enkele paren in de omgeving (Noord en Oost Groningen) tot broeden gekomen (Brenninkmeijer et al., 2014). In het algemeen geldt dat beide soorten in Nederland (vrij) zeldzaam zijn en dat de populatie van de blauwe kiekendief recent een vrije val heeft gemaakt. De kans op vestiging van deze soorten is daardoor eveneens klein. Afwezigheid verstoring. Het natuurontwikkelingsgebied is, voor het hier besproken doel, vrij klein en smal en er is kans op verstoring vanaf de randen (Middenweg, wandelaars en fietsers onderaan de zeedijk, wandelaars op de zeedijk). De situering van de NGT in het centrum van het gebied is ongelukkig aangezien het aaneengesloten karakter van het compensatiegebied daarmee verloren gaat. Het gebied zelf is echter afgesloten en wordt niet betreden. Hierdoor is er binnen het gebied zelf wel sprake van rust. Wel is het zo dat het natuurontwikkelingsgebied (zonder de oorspronkelijke Ruidhorn) sinds 2010 plaats is gaan bieden aan vele paren Scholeksters (21 paar in 2013), Kluut (247 paar in 2013) en in 2013 liefst 851 paar Kokmeeuw (Brenninkmeijer et al., 2014). Dit zijn alle soorten die predatoren in de buurt van de kolonie fanatiek wegjagen. De aanwezigheid van deze soorten in deze aantallen kan een afschrikkende werking hebben op velduilen en met name blauwe kiekendieven die zich hier eventueel zouden willen vestigen, omdat deze als predatoren worden beschouwd. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de initiatiefnemers het juiste en optimaal mogelijke hebben gedaan in het natuurontwikkelingsgebied om, naast de overige compensatieverplichtingen, broedgelegenheid te bieden voor velduil en blauwe kiekendief (cf Bruinzeel & Wymenga, 2014). Er spelen echter factoren binnen het compensatiegebied (sterke toename kolonievogels, vorming distelhaarden en trage ontwikkeling van het vereiste broedbiotoop) en buiten het compensatiegebied (slechte situatie van de Noord-Nederlandse populatie van de blauwe kiekendief, niet optimale foerageeromstandigheden in de wijdere omgeving) die de kans op vestiging momenteel sterk beperken. P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 7
8 Figuur 3 Impressies van het broedbiotoop van de blauwe kiekendief. Uit: Klaassen en al. (2006). 3.2 Toekomst voor de blauwe kiekendief Nog maar twintig jaar geleden broedden ruim honderd paren op de Nederlandse Waddeneilanden. Twee jaar geleden resteerden daarvan nog slechts elf en in 2014 broedde de soort enkel op Texel met vier paar (website Vogelbescherming Nederland). Een belangrijke bottleneck lijkt de winterperiode te zijn. In toenemende mate overwintert de soort in of nabij het broedgebied. Doordat kiekendieven dan niet genoeg voedsel (vooral muizen en jonge konijnen) kunnen vinden, daalt de overleving van met name net uitgevlogen jongen sterk (Van Turnhout et al., 2013). Deze afname van het voedselaanbod is waarschijnlijk het gevolg van allerlei veranderingen in de duinen. Uit onderzoek naar de foerageerhabitat van jagende mannetjes komt ook een sterke voorkeur voor onbegraasde duinvege- 8 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
9 taties naar voren (Klaassen et al. 2006). In verstruikte vegetaties zijn Rosse Woelmuizen het talrijkst, maar die zijn hier voor Blauwe Kiekendieven wellicht moeilijk te vangen. In vergraste vegetaties bereiken Veldmuizen en Noordse Woelmuizen de hoogste dichtheden. Juist dit voor Blauwe Kiekendieven favoriete tussenstadium staat in de duinen onder druk door voortgaande vegetatiesuccessie enerzijds of te intensieve begrazing anderzijds. Daarnaast spelen factoren als de aanwezigheid van minder konijnen en een steeds grotere recreatiedruk (Peeters, 2014). Tegelijkertijd lijkt de blauwe kiekendief een habitatwissel door te maken richting grootschalig akkerland in Oost-Groningen. De omstandigheden voor muizenetende roofvogels en uilen zijn hier de laatste jaren verbeterd als gevolg van akkerrandenbeheer, realisatie van vogelakkers (ten behoeve van soorten als grauwe kiekendief en velduil) en nestbescherming. In 2014 kwamen hier ten minste zes paar tot broeden, meer dan op de Waddeneilanden ( Recent is door Vogelbescherming Nederland en de Werkgroep Grauwe Kiekendief een masterplan opgesteld ten behoeve van blauwe kiekendief en velduil. In dit plan is verwoord wat op korte en lange termijn nodig is om de blauwe kiekendief en ook de velduil als broedvogel voor Nederland te behouden. Het masterplan beperkt zich niet alleen tot het Waddengebied, maar heeft betrekking op heel Nederland (Peeters, 2014). Hoewel dit masterplan nog niet openbaar is, wordt in grote lijnen een optimalisatie van het leefgebied van de blauwe kiekendief (o.a.) in de Oost-Groningse akkergebieden voorgestaan, zodat het aantal broedparen hier kan toenemen. Hiertoe zullen er speciale vogelakkers worden aangelegd waar zich grote en gemakkelijk vangbare muizenpopulaties kunnen ontwikkelen. Deze kunnen dan jaarrond als voedselbron dienen voor blauwe kiekendieven, maar bijvoorbeeld ook velduilen. Tegelijkertijd dienen er maatregelen op de Waddeneilanden plaats te vinden, in de vorm van aangepast beheer, zodat het leefgebied ook daar geoptimaliseerd wordt. Dergelijke maatregelen zijn sowieso noodzakelijk, wil het beoogde instandhoudingsdoel op de diverse eilanden behaald worden. Het doel van het masterplan is om uiteindelijk de blauwe kiekendieven in het Oost-Groningse akkergebied te laten fungeren als bronpopulatie voor hervestiging op de Waddeneilanden ( In het masterplan worden dus nadrukkelijk de Waddeneilanden als toekomstig kernleefgebied voor de blauwe kiekendief gezien en niet het akkerland. 3.3 Toekomst voor de velduil De velduil is een zeer opportunistische soort die zijn broedstrategie gemakkelijk kan aanpassen aan veranderende voedselomstandigheden. De muizenplaag in het centrale deel van de provincie Fryslân leidde in 2014 onmiddellijk tot een vestiging van ca. 40 broedparen in die regio. Tegelijkertijd bleek de soort in het Oost-Groningse akkergebied in 2014 vrijwel afwezig te zijn ( Dit onderstreept hoe lastig het is om deze soort op één gebied vast te pinnen. Het hierboven beschreven masterplan is tevens bedoeld voor de velduil, die in alles kan profiteren van de voor de blauwe kiekendief genomen maatregelen. De in Oost-Groningen gerealiseerde vogelakkers zorgen voor een optimale voedselvoorziening en wanneer er een aangepast beheer wordt uitgevoerd op de Waddeneilanden zal ook de velduil dit benutten, aangezien het de prooirijkdom van met name muizen zal gaan verhogen. 3.4 Conclusie Velduil Uit de in hoofdstuk 2 uitgevoerde analyse van het belang van het oorspronkelijke Eemshavengebied voor de velduil ten opzichte van de omringende Natura 2000-gebieden blijkt dat dit belang vrijwel nihil is. De instandhoudingsdoelen voor de velduil in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Dui- P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 9
10 nen Schiermonnikoog worden gehaald ondanks het verdwijnen van (gemiddeld) één broedpaar in de Eemshaven. Hiermee vervalt de noodzaak om, voor het behalen van instandhoudingsdoelen voor het Natura 2000-gebied Waddenzee, deze soort in het natuurontwikkelingsgebied te laten broeden dan wel om nadere maatregelen te nemen om dit te gebied enkel voor dit doel te vergroten. Daarmee vervalt voor de velduil ook de noodzaak om nadere maatregelen buiten het compensatiegebied te nemen. De soort kan en zal wel meeliften op maatregelen die ten behoeve van de blauwe kiekendief worden genomen. Blauwe kiekendief Het belang van het oorspronkelijke Eemshavengebied voor blauwe kiekendief ten opzichte van de omringende Natura 2000-gebieden is en was vrijwel nihil. Voor de blauwe kiekendief was de Eemshaven geen broedgebied van betekenis (één broedpoging in tien jaar tijd). Uit de analyse van de kansrijkdom van het natuurontwikkelingsgebied in de Emmapolder blijkt dat de kans op vestiging van blauwe kiekendief, ondanks een in beginsel zo optimaal mogelijke inrichting, gering zal zijn vanwege de traagheid van de ontwikkeling van geschikt broedbiotoop en de aanwezigheid van broedvogelsoorten als scholekster en vooral kokmeeuw die de, in hun ogen, predator blauwe kiekendief agressief zullen bejegenen zodra deze in de buurt van hun broedgebieden komt. Het succes van het ene doel van het natuurontwikkelingsgebied werkt het andere doel tegen. Dit maakt het natuurontwikkelingsgebied voor deze soort onaantrekkelijk om er zich te vestigen, ondanks dat het gebied daarvoor groot genoeg is. Ook de beperkte foerageermogelijkheden in de wijdere omgeving en de sterk neerwaartse trend van blauwe kiekendief werken sterk beperkend op de vestigingskans. Uit gegevens van Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief blijkt dat er een verschuiving plaatsvindt van het aantal broedparen van de blauwe kiekendief van de Waddeneilanden naar de Oost-Groningse akkers. Dit omdat de foerageeromstandigheden op de eilanden enkel verslechteren, terwijl deze op de Oost-Groningse akkers sterk verbeterd zijn als gevolg van akkerrandenbeheer, realisatie van vogelakkers (ten behoeve van soorten als grauwe kiekendief en velduil) en nestbescherming. In de in een masterplan vastgelegde visie van Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief ligt de toekomst voor de blauwe kiekendief echter op de Waddeneilanden en kan de huidige Oost-Groningse populatie als bronpopulatie hiervoor dienen. De omgeving van de Eemshaven heeft hierin geen betekenis, aangezien de soort hier thans niet als broedvogel voorkomt en vestiging hier niet voor de hand ligt. Strikte voorwaarde voor de visie van Vogelbescherming Nederland en Werkgroep Grauwe Kiekendief en het slagen van het masterplan is dat het beheer op de Waddeneilanden sterk aangepast moet worden om het voedselaanbod voor de blauwe kiekendief (en de hiervan profiterende velduil) te verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Hierbij dient primair ingezet te worden op verbetering van de (foerageer)condities in en rond de broedgebieden, en daarmee de overleving. Verbetering van de voedselomstandigheden in het vroege voorjaar (tijdens de vestigingsfase) kan mogelijk ook de rekrutering van jonge vogels bevorderen (Van Turnhout et al., 2013). Verhoging van het voedselaanbod kan gerealiseerd worden door in de duinen een pas op de plaats te maken met integrale gebiedsbegrazing. Begraasde terreindelen worden door Blauwe Kiekendieven niet alleen gemeden als jaaggebied, maar ook als nestplaats. In was alleen op Texel een klein aantal nesten in begraasde terreinen gesitueerd, en dan nog vooral in relatief extensief met schapen begraasde delen (Klaassen et al. 2006; Van Turnhout, 2013). De aanbeveling is daarom om een deel van de duingebieden weer uit (runder)begrazing te nemen, om gedurende meerdere jaren afwisselend wel en niet te begrazen, of om de graasdruk te reduceren. Verstruweling en verbossing zou desgewenst beter kunnen worden tegengegaan door periodiek rooien. Dit laatste betreft echter een veel kostbaardere beheermaatregel (Van Turnhout et al., 2013). 10 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
11 Het nemen van instandhoudingmaatregelen is noodzakelijk om de instandhoudingsdoelen voor blauwe kiekendief in de diverse Natura 2000-gebieden in deze regio te behalen, maar is niet afhankelijk van de resultaten van deze soorten in het natuurontwikkelingsgebied of nabij de Eemshaven. 4 Compensatievoorstel blauwe kiekendief Gezien het broedverleden van de blauwe kiekendief in de Eemshaven en de sterk neerwaartse landelijke trend van deze soort wordt in dit hoofdstuk door Nuon een voorstel gedaan om efficiënter dan tot dusver inhoud te geven aan de juridische verplichting een bijdrage te leveren aan het broedsucces voor deze soort in Noord-Nederland, nu het compensatiegebied in de Emmapolder niet voor dit doel blijkt te functioneren. Voor dit voorstel wordt de samenwerking aangegaan met de Werkgroep Grauwe Kiekendief (WGK). Deze werkgroep zet zich sinds 1990 in voor akkervogels in het agrarisch gebied, met een speciale belangstelling voor de drie in ons land broedende kiekendieven. De Werkgroep heeft de in Oost- Groningen broedende blauwe kiekendieven omarmd, en deze soort een eigen plaats gegeven in het langlopende ecologisch onderzoek naar prooikeuze, habitatgebruik en broedsucces van kiekendieven in Oost-Groningen. Recentelijk zijn de eerste vier blauwe kiekendieven uitgerust met GPSloggers om de habitatvoorkeuren van blauwe kiekendieven in Oost-Groningen te bepalen (Klaassen et al. 2014), om uiteindelijk tot betere beheermaatregelen voor de soort te komen die goed aansluiten bij de soortspecifieke ecologische behoeftes (Werkgroep Grauwe Kiekendief, 2015). Met de recente vestiging van blauwe kiekendieven broeden er momenteel drie soorten kiekendieven naast elkaar in het Oost-Groningse akkerland: de blauwe, de grauwe en de bruine kiekendief. In 2014 broedden er in Oost-Groningen meer blauwe kiekendieven dan op alle Waddeneilanden gezamenlijk. In sommige jaren broeden er in Oost-Groningen ook velduilen. Deze situatie is in Noordwest-Europa uniek, en geeft aan dat met name delen van het Oldambt kansrijk zijn om deze soorten te behouden en dat maatregelen die het verhogen van het broedsucces van de blauwe kiekendief tot doel hebben het effectiefst hier uitgevoerd kunnen worden. Dat juist in dit deel van Nederland bepaalde aan cultuurlandschappen verbonden natuurwaarden voorkomen is geen toeval. Sinds jaar en dag investeert provincie Groningen in natuurmaatregelen in grootschalig akkerland, en het geconcentreerd inzetten van deze maatregelen op kansrijke plekken. De meeste broedparen verschenen op plekken waar het bouwplan wordt gedomineerd door wintergranen, waarbij mogelijk ook een rol is weggelegd voor extensief beheerde natuurlijke terreinen, bijvoorbeeld terreinen van Staatsbosbeheer en Het Groninger Landschap, en de Dollardkwelders (Werkgroep Grauwe Kiekendief, 2015). 4.1 Voorstel Locaties Er zijn gebaseerd op de inschatting van WGK momenteel een drietal plekken in het Oldambt waar blauwe kiekendieven direct zullen profiteren van natuurmaatregelen. Het gaat hier om de volgende gebieden (WGK, 2015; zie ook Figuur 4): a. Finsterwolde Oostwold: sinds 2010 broeden hier jaarlijks blauwe kiekendieven. Het mannetje van het huidige broedpaar is uitgerust met een GPS-logger. Het vrouwtje van dit paar is geboren op een Duits Waddeneiland. Dit gebied wordt ook in de winter veelvuldig door Blauwe Kiekendieven bezocht, dankzij de aanwezigheid van de Dollardkwelders. b. Midwolda Nieuwolda: Dit is een gebied met vrijwel geen vormen van agrarisch natuurbeheer, maar door het zeer hoge aandeel wintertarwe in het bouwplan is het een kansrijke plek voor P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 11
12 broedende blauwe kiekendieven. Grauwe kiekendieven met loggers die in deze hoek broedden, bleken vooral naar Blauwestad te vliegen om daar op braakliggende akkers te gaan jagen. c. Scheemda Nieuw Scheemda: hier broeden sinds 2010 jaarlijks blauwe kiekendieven, en het is in Nederland de plek met verreweg de meeste uitgevlogen jongen gedurende de afgelopen jaar. Beide oudervogels van een hier broedend paartje zijn uitgerust met een GPS-logger. Deze vogels laten goed zien hoe gemakkelijk deze soort in staat is om geschikte gebieden waar gerichte natuurmaatregelen zijn genomen te vinden en er succesvol te jagen. Figuur 4 Broedgevallen van de blauwe kiekendief in Groningen Rood omcirkeld zijn geschikte en hierboven beschreven gebieden voor het aanleggen van natuurmaatregelen in de vorm van Vogelakkers. Ook geeft dit figuur goed aan dat de Eemshaven en de directe omgeving geen leefgebied van betekenis vormt. Ontleend aan: Werkgroep Grauwe Kiekendief (2015). 12 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
13 Vogelakker De Vogelakker is een vernieuwende mix van natuurbraakstroken en het meerjarige groenvoedergewas luzerne op één en hetzelfde perceel. Dit concept blijkt in de praktijk goedkoper te zijn dan het gangbare akkerrandenbeheer en ecologisch meer op te brengen 2. Luzerne bevat hogere en vooral beter bereikbare dichtheden aan veldmuizen. De veldmuis is in Europa een belangrijke prooisoort voor blauwe en vooral grauwe kiekendief. De Vogelakkers worden zowel s zomers als s winters door roofvogels en (veld)uilen gebruikt om er te foerageren. Het ministerie van EZ wil ook in andere akkergebieden deze maatregel ondersteunen. De Europese Commissie heeft het concept Vogelakkers intussen geaccepteerd als vergroeningsmaatregel in de landbouw 2. Voorstel Een aaneengesloten oppervlakte Vogelakkers zal mits goed beheerd van toegevoegde waarde zijn voor de voedselvoorziening van blauwe kiekendieven in deze gebieden. In alle gebieden kent de WGK de akkerbouwers dermate goed dat volgens hun inschatting een minimale oppervlakte van zes hectare weggezet kan gaan worden voor een periode van acht jaar. Vogelakkers zullen worden gerealiseerd in nauwe samenwerking met Groenvoederdrogerij B.V. Oldambt. Dit bedrijf draagt zorg voor de praktische kanten van het oogsten van luzerne en de samenstelling van het zaaimengsel. WGK verzorgt de nestbescherming van de broedende blauwe kiekendieven en monitort de broedresultaten en het voedselaanbod (veldmuizen). Er loopt echter reeds onderzoek naar het gebruik van reeds gerealiseerde maatregelen door met name grauwe kiekendieven, als onderdeel van het jaarrond beschermen van kiekendieven. Dit zal met dit voorstel slechts licht worden uitgebreid teneinde het effect van deze specifieke maatregelen te kunnen meten. Werkgroep Grauwe Kiekendief zal daarnaast een primaire stem hebben in de keuze van beheer bij de deelnemende agrariërs en Groenvoederdrogerij B.V. Oldambt. De resultaten van het geheel zullen jaarlijks teruggekoppeld worden aan Nuon, middels een rapportage. Beoogd resultaat met betrekking tot de blauwe kiekendief Gemiddeld gesproken bedraagt het aantal uitgevlogen jongen per succesvol broedpaar 2 tot 3 (Bijlsma e.a. 1993). Voedselaanbod en verstoring zijn sterk bepalende factoren voor het broedsucces. En juist deze factoren worden in de voorgestelde aanpak verbeterd. Met de aanleg van de Vogelakkers in een voor blauwe kiekendief geschikt en momenteel gebruikt gebied en de daarmee samenhangende nestbescherming en monitoring zal minimaal het broedsucces van de hier broedende paartjes worden vergroot. Naar verwachting betreft het jaarlijks het uitvliegen van één extra jong gedurende de looptijd van acht jaar. Bovendien is niet uit te sluiten dat door deze maatregelen een extra paar blauwe kiekendief in deze regio tot broeden zal komen. Het geheel zal bijdragen aan het versterken van de lokale populatie. Begroting De op dit voorstel gebaseerde begroting van de WGK is in onderstaande figuur voor de volle looptijd van dit projectvoorstel weergegeven. 2 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 13
14 5 Bronnen Boekema, E.J., Glas, P. & Hulscher, J.B De vogels van provincie Groningen. Uitgeverij Wolters-Noordhoff/Bouma's Boekhuis bv Groningen Boer, V. de Kolencentrale Eemshaven Levering vogelgegevens. SOVON rapport GAS SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Brink, H. van den, Furda, J., Van Klinken, J. & Van Scharenburg, K Vogelatlas van Groningen; Een tijdsbeeld met trends vanaf Vereniging Avifauna Groningen/SOVON District Groningen/Provincie Groningen Brenninkmeijer, A. & M. Koopmans Natuurmonitoring Eemshaven en compensatiegebieden in de Emmapolder A&W-rapport Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwâlden. Brenninkmeijer, A., & M. Koopmans Natuurmonitoring Eemshaven en compensatiegebieden Emmapolder Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek BV in opdracht van Groningen Seaports, Nuon NV en RWE Power Benelux BV. A&W-rapport Brenninkmeijer A., M. Koopmans, E. Klop, R. Bakker,F. Hoekema, H. Steendam Natuurmonitoring Eemshaven en natuurontwikkelingsgebieden Emmapolder A&W-rapport Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, Feanwâlden. Bruinzeel, L.W. & E. Wymenga Perspectieven voor de velduil en blauwe kiekendief rond de Ruidhorn. A&W rapport Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, in opdracht van Groningen Seaports. Bijlsma, R.G Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. Schuyt & Co, Haarlem. Dijk, A.J. van, Boele, A., Hustings, F., Koffijberg, K. & Plate, C.L Broedvogels in Nederland in SOVON-monitoringrapport 2008/01. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen Eekelder, P Glastuinbouw Eemshaven. Levering vogelgegevens. SOVON rapport GAS SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Klaassen, O., L. Dijksen, P. de Boer, F. Willems, R. Foppen & K. Oosterbeek Broedsucces, voedselecologie en dispersie van de blauwe kiekendief op de Waddeneilanden in SOVON-onderzoeksrapport 2006/15. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen 14 P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON
15 Klaassen, R.H.G., A.E. Schlaich, W. Bouten, C. Both & B.J. Koks Eerste resultaten van het jaarrond volgen van Blauwe Kiekendieven broedend in het Oost-Groningse akkerland. Limosa 87.2/3: Peeters, H. 2014; De blauwe kiekendief kan blijven dansen, mits we snel in actie komen. Vogels 2014/4 blz Turnhout, C. van, C. Hallmann, P. de Boer, L. Dijksen, O. Klaassen, R. Foppen & H. van der Jeugd Lange termijn populatiedynamiek van de Blauwe Kiekendief op de Wadden: inzichten uit een geïntegreerd populatiemodel. Limosa 86 (2013) Werkgroep Grauwe Kiekendief (2015); Maatregelen voor Blauwe Kiekendief en Velduil. Scheemda, mei In opdracht van Nuon. Websites Natuurberichten: Informatie over Natura 2000-gebieden (ministerie van EZ): Verder: Netwerk Ecologische Monitoring (SOVON, RWS, CBS op: P15075 Notitie onderbouwing compensatieopgave NUON 15
Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen
Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke
Nadere informatieFoeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156
Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 in opdracht van Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 N. Beemster Foto Voorplaat Het optimale
Nadere informatieGrauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland
Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland Oost-Groningen Populatieontwikkeling Nederland EU-braak Agrarisch Natuurbeheer Vestiging tijdens grootschalige braaklegging EU
Nadere informatieVogels van soortbeschermingsplannen
Indicator 20 januari 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Voor lepelaar, grauwe kiekendief,
Nadere informatieDe inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.
Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders
Nadere informatieDe Skiere Hoanskrobber in Friese akkers
De Skiere Hoanskrobber in Friese akkers Een sierlijke grijsblauwe roofvogel jaagt tegen de wind in op zoek naar een prooi. Op twee meter hoogte speurt hij op gehoor akkerranden en kwelders af op veldmuizen.
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieAanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning
Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk
Nadere informatieFoeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2016 A&W-rapport 2243
Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2016 A&W-rapport 2243 in opdracht van Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2016 A&W-rapport 2243 N. Beemster Foto Voorplaat Het foerageergebied
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieNotitie vogels en Duitse Natura 2000-gebieden
Notitie vogels en Duitse Natura 2000-gebieden Ing. J.R. Offereins, Buro Bakker 6 december 2012 Inleiding Deze notitie behandelt de beoordeling van doelsoorten vogels voor Duitse Natura 2000- gebieden in
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen
Nadere informatie_).l, Vogelbescherming
_).l, Vogelbescherming NEDERLAND Postbus 925 3700 AX Zeist Boulevard 12 3707 BM Zeist Aan Provincie Flevoland t.a.v. de secretaris van de commissie bezwaar en beroep Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Telefoon
Nadere informatie8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)
8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een
Nadere informatieDe broedvogels van de Feddema s Plas in 2007
De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007 Lieuwe Dijksen & Frank Willems SOVON-inventarisatierapport 2007/49 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Het Groninger Landschap Colofon SOVON Vogelonderzoek
Nadere informatieVoorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven
Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag
Nadere informatieDe betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna
De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,
Nadere informatieBROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010
BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd
Nadere informatieWatervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09
SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen T (024) 684 81 11 F (024) 684 81 22 Watervogels in een deel van de uiterwaard langs de Boven-Rijn (Gld) in winter 2008/09 E info@sovon.nl
Nadere informatieAGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015
AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland
Nadere informatieFunctioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016
Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)
Nadere informatieDe Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2012 A&W-rapport 1839
De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2012 A&W-rapport 1839 in opdracht van De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven
Nadere informatieTegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W
Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W planologisch Hoog dynamische gebieden Stedelijk gebied, infrastructuur, economische zones, ontwikkelzones voor bedrijventerreinen, transportzones Laag
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open akkerland
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open akkerland 15 Wintervoedselakker Beschrijving Wintervoedselakkers zijn belangrijk voor in Nederland overwinterende vogels. Niet geoogste zaden
Nadere informatieNatuurmonitoring Eemshaven en natuurontwikkelingsgebieden Emmapolder 2008-2013
In samenwerking met Natuurmonitoring Eemshaven en natuurontwikkelingsgebieden Emmapolder 2008-2013 A&W-rapport 1960 in opdracht van Natuurmonitoring Eemshaven en natuurontwikkelingsgebieden Emmapolder
Nadere informatie8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)
8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis
Nadere informatieVeldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning
Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Kees Koffijberg & Jan Schoppers (Sovon Vogelonderzoek Nederland) VWP Kwartelkoning 20 jun. 2017 2/22
Nadere informatie2013 wordt het jaar van de Patrijs.
2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien
Nadere informatieVeenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013
Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag
Nadere informatie6.1 Houtduif (Columba palumbus)
6.1 Houtduif (Columba palumbus) 1. Status De houtduif is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 januari. Daarnaast is de houtduif landelijk
Nadere informatieDe Warande en Larserknoop als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2014 A&W-rapport 2054
De Warande en Larserknoop als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in A&W-rapport 2054 in opdracht van De Warande en Larserknoop als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen
Nadere informatieOnderzoek flora en fauna
Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden
Nadere informatieAANVULLENDE AANVRAAG NB- WETVERGUNNING RWE NOORDKADE VERLENGDE WILHELMINAHAVEN
AANVULLENDE AANVRAAG NB- WETVERGUNNING RWE NOORDKADE VERLENGDE WILHELMINAHAVEN RWE EEMSHAVEN HOLDING BV 28 november 2012 076729920:A - Vrijgegeven B02047.000045.0400 Inhoud 1 Inleiding...3 1.1 Aanleiding...3
Nadere informatieMemo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft
Aan Hilke de Vries Van Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft Memo Kap en Werkzaamheden Groene Lint Project Activiteiten Quatrebras Inleiding De gemeente Haarlemmermeer, Rijkswaterstaat
Nadere informatieN a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t
N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t Opdrachtgever: Gemeente Heusden projectnummer: 099.00.29.00.00.00 Van: dhr. H. Kloen en dhr. B. Omon Onderwerp: Nader onderzoek
Nadere informatieNATUURPROJECTEN VAN RWE IN NOORD- NEDERLAND DEELRAPPORT 'VOGELS'
NATUURPROJECTEN VAN RWE IN NOORD- NEDERLAND DEELRAPPORT 'VOGELS' RWE EEMSHAVEN HOLDING 14 december 2012 076796381:0.6 - Definitief B02042.000079.0100 Inhoud 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Keuze
Nadere informatieBijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011
Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch
Nadere informatieMemo. Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes. Ter informatie. Aan. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Datum 13 november 2017 Telefoon Fax
Memo Aan Van Kopie aan Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes Havenbedrijf Rotterdam N.V. Telefoon Fax E-mail Onderwerp Aanvullende informatie m.b.t. meeuwen MER Maasvlakte 2 Actie Ter informatie
Nadere informatieWeidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede
Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 10.036 juni 2010 foto
Nadere informatieFunctioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017
Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH
Nadere informatieNatura 2000 gebied 5 Duinen Ameland
Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003057 + NL9802001 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:
Nadere informatieAnalyse effectiviteit van het akkervogelbeheer in provincie Groningen
Analyse effectiviteit van het akkervogelbeheer in provincie Groningen Evaluatierapport Analyse effectiviteit van het akkervogelbeheer in provincie Groningen Evaluatierapport P. Wiersma H.J. Ottens M.W.
Nadere informatieDe Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2009
De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2009 A&W-rapport 1444 De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2009
Nadere informatieScholeksterweekend Ameland 2013
Scholeksterweekend Ameland 2013 Van vrijdag 8 februari tot en met zondag 10 februari werd onder leiding van Bruno Ens en Kees Oosterbeek een scholeksterweekend georganiseerd op Ameland voor ringers en
Nadere informatieToelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied
Toelichting begrenzing EHS, kiekendieffoerageergebied en bosgebied Met het vaststellen van het inpassingsplan wordt binnen OostvaardersWold ruimte gecreëerd voor natuur-, water- en recreatieopgaven. Binnen
Nadere informatieVogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.
Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote
Nadere informatieWat valt er te kiezen?
Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van
Nadere informatieBescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen
Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen
Nadere informatieQuickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.
Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs
Nadere informatieDe opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden
Kusttellingen Telling januari 1990 de Noordkust slechts 2 januariwaarnemingen bekend, van resp. 5 en 2 kanoeten. Zie verder tabel 3. Jan van t Hoff De opvallendste waarnemingen uit de Dollard zijn de hoge
Nadere informatie5.1 Fazant (Phasianus colchicus)
5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 1. Status De fazant is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 december (hennen), resp. van 15 oktober
Nadere informatie13.3 Meerkoet (Fulica atra)
13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van
Nadere informatieQuickscan natuur Besto terrein Zwartsluis
Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april
Nadere informatieMeerjarige braaklegging:
Meerjarige braaklegging: een kans voor vogels, in het bijzonder de Grauwe Ben Koks & Kees van Scharenburg De provincie Groningen blijkt een belangrijk deel van haar ornithologische waarden te ontlenen
Nadere informatieBeheerevaluatie 2018 weidevogels
Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse
Nadere informatieHuidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel
Frans Willems Godsweerdersingel 10 6041 GL Roermond Postbus 1237 6040 KE Roermond www.dienstlandelijkgebied.nl T 0475 77 62 00 F 0475 77 62 01 Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel Inleiding De
Nadere informatieHoeveel prooi eten roofvogels
Hoeveel prooi eten roofvogels Sommige mensen denken dat roofvogels vraatzuchtig zijn, moordenaars die geen maat kunnen houden. Dat is onzin. Roofvogels jagen om in leven te blijven, zeven dagen per week,
Nadere informatieNoodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren
Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Unieke samenwerking resulteert in een reddingsplan 1. Een noodplan voor realisatie van grote karekieten hotspots Dankzij een unieke samenwerking tussen
Nadere informatieDe Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2013 A&W-rapport 1932
De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven in 2013 A&W-rapport 1932 in opdracht van De Warande als foerageergebied voor in de Oostvaardersplassen broedende kiekendieven
Nadere informatieDe functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater
De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland
Nadere informatieHet belang van Griend voor de Waddenzee A&W-rapport 2088
Het belang van Griend voor de Waddenzee A&W-rapport 2088 in opdracht van Het belang van Griend voor de Waddenzee A&W-rapport 2088 A. Brenninkmeijer E. van der Zee Foto Voorplaat Griend in 2010, luchtfoto
Nadere informatieVestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant
Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant Leo Ballering District Coordinator Oost Brabant Zeldzame Broedvogels Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud presentatie Karakteristieken
Nadere informatieInhoud. Voedsel. Leefgebieden Visarend. Ruud Kampf. Bijna alleen vis: Broedpaar: 175 kg per gezin /seizoen
De Visarend als broedvogel in de volgende SOVON Atlas van de Nederlandse Broedvogels? Landelijke Dag visarenden voedsel, verspreiding Inhoud zaterdag 29 november 2003 15.50-16.15 Ruud Kampf eisen aan broedgebied,
Nadere informatieVogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.
Lepelaar (Platalea leucorodia) (A034) 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De lepelaar
Nadere informatieEindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT
Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT rapportnr. 2017.2529
Nadere informatieWEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017
WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 2 juli 2017 I N H O U D S O P G A V E 1. Inleiding...
Nadere informatieBeheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017
Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan
Nadere informatiewerkdocument U : TTT-.J 170' r rijksdienst voor de.jsselmeerpolders Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982 in de
ministerie van verkeer en waterstaat rijksdienst voor de.jsselmeerpolders BIBLIOTHEEK R1JKSDIEN"- I VOOR OB werkdocument WSSELMt-H "-"POLDERS i Roofvogel- en uilen broedgegevens van 1977 tot en met 1982
Nadere informatieovervliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.
overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'
Nadere informatieTOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)
TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND
Nadere informatieWindpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673
Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark
Nadere informatieHoe kunt u meedoen? Help
Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen
Nadere informatie9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)
9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris) 1. Status Tot 1 maart 2017 gold voor delen van de provincie een ontheffing voor het doden van spreeuwen met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigde of voorkwam. Afschot
Nadere informatieMarijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,
Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,
Nadere informatieHoeveel roofvogels zijn er? Waar ze voorkomen
Hoeveel roofvogels zijn er? Op de hele wereld leven 313 roofvogelsoorten. Je moet daarbij denken aan gieren, arenden, buizerd- en havikachtigen en valken. Maar ook aan soorten met mooie namen als caracara,
Nadere informatieBlauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2007
Blauwe Kiekendieven op de Waddeneilanden in 2007 Verslag van broedresultaten, met speciale aandacht voor de bevindingen met een nestcamera op Terschelling en Ameland Peter de Boer, Olaf Klaassen en Lieuwe
Nadere informatie13.1 Zwarte kraai (Corvus corone)
13.1 Zwarte kraai (Corvus corone) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding In Nederland vanaf 1990 een significante toename van het aantal broedvogels van
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer 3197 Onderwerp Roeken Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De provincie heeft een ontheffing
Nadere informatieEffecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam
Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden Amsterdam Nieuw
Nadere informatieOPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen
OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch
Nadere informatieNader onderzoek huismussen. Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel
Nader onderzoek huismussen Herontwikkeling Gasthuisstraat 77 te Kaatsheuvel te Kaatsheuvel blad 1 INHOUD blz. 1 INLEIDING 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 2 1.2 Leeswijzer 2 2 SITUATIE EN PLANVORMING
Nadere informatieBijlage. Bodemonderzoek
Bijlagen Bijlage Bodemonderzoek Bijlage Archeologisch onderzoek Bijlage Ecologische beoordeling Geactualiseerde ecologische beoordeling van de inrichting van een parkeerplaats
Nadere informatie: Mevrouw M. Snellen : Postbus 10.000 : 5280 DA Boxtel
RAPPORT betreffende een flora- en faunaonderzoek Boxtelseweg 64 te Liempde Datum : 8 juni 2012 Kenmerk : 1203E181/DBI/rap3 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Vrijgave : C. Brouwer bba (projectleider)
Nadere informatieKustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015
Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 F.A. Arts & P.A. Wolf Delta Project Management INTERMEDIAIR ECOLOGIE EN MILIEU www.deltamilieu.nl Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 Floor Arts Pim Wolf Vlissingen,
Nadere informatieAanvullende monitoring muizen en hydrologie natuurontwikkelingsgebied rond de Ruidhorn 2011 A&W-rapport 1784
Aanvullende monitoring muizen en hydrologie natuurontwikkelingsgebied rond de Ruidhorn 2011 A&W-rapport 1784 in opdracht van Aanvullende monitoring muizen en hydrologie natuurontwikkelingsgebied rond
Nadere informatieffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten
Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale
Nadere informatieGebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen
Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:
Nadere informatieTerug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders
Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Net zoals bij onze kerkuilen beleefden we vorig jaar ook bij de bruine kiekendieven een topjaar met een totaal van maar liefst 38 broedgevallen.
Nadere informatieMonitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016
Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoring akkerranden in Zeeland Afgelopen winter (2015 2016) is er een start gemaakt met het monitoren van akkervogels. Poldernatuur Zeeland was hiermee één van de eerste
Nadere informatieRapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10
Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Aanleiding nader onderzoek Vanwege de herinrichting van het gebied rondom het winkelpand Carré is het noodzakelijk om twee panden in de nabijheid te slopen.
Nadere informatieInformatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer
Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting
Nadere informatieBroedgeval Grauwe kiekendief in Belgisch Limburg Zomer 2012 Werkgroep Grauwe Gors - Rémar ERENS
Broedgeval Grauwe kiekendief in Belgisch Limburg Zomer 2012 Werkgroep Grauwe Gors - Rémar ERENS In de eerste helft van juli 2012 kon men al lezen over Duitse liefde op Belgische akkers. Het bericht bracht
Nadere informatieQuick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug
Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143
Nadere informatieKwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel
Kwartelkoning beheer 2015 langs de Waal, Rijn en IJssel Inleiding De kwartelkoning (Crex Crex) is een trekvogel, die overwintert in Oost Afrika en broedt in Europa. In ons land broedt de kwartelkoning
Nadere informatieNotitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht
Notitie aan J. de Waard (Trivire Wonen) van A. de Baerdemaeker betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht project 0619 datum 2 augustus 2011 Postbus 23452 3001 KL Rotterdam telefoon: 010-436
Nadere informatieRapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve
Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.
Nadere informatieB i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s
B i j l a g e 2 : W e r k p r o t o c o l h u i s m u s W e r k p r o t o c o l h u i s m u s Z w a r t e w e g 8 t V e l d I n l e i d i n g In december 2012 is een ecologische inventarisatie uitgevoerd
Nadere informatieNatura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen
Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3000016 + NL9910002 Beschermd natuurmonument:
Nadere informatieBroedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland in 2015. Agrarische Soorten (MAS)
Broedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland in 2015 Resultaten Monitoring Meetnet Agrarische Soorten (MAS) Agrarische Soorten (MAS) Broedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland
Nadere informatieResultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.
Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland Juni 2015 Inleiding Door de provincie Gelderland is verzocht om een update te maken van
Nadere informatie