Het handelingsprobleem: Een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie tussen de norm en de realiteit.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het handelingsprobleem: Een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie tussen de norm en de realiteit."

Transcriptie

1 Samenvatting MTOB Thijs Veldhuizen 19 juli 2013 Samengevat: Goodwin. P, & Wright, G. (2009). Decision analysis for management judgment, 4th Edition. Chichester etc.: Wiley. ISBN: > 1,2,3,4(73-85),6,10 Heerkens, H. met Winden, A. van (2012). Geen probleem. Buren: Business School Nederland. ISBN: > 1,2,4-8,10 Hicks, M.J. (2004). Problem solving and decision making, 2nd Edition. Londen: Thomson. ISBN: > hfstk 1-4, 7, 11, bijlage 2 en 4 Winston, W.L., Operations research: applications and algorithms (4th edition, Thomson, ISBN / > 13.2, 13.6, 13.7 Ch6Luitzen.pdf ( ) Slides van Geffen ABP uitgewerkt: Het handelingsprobleem: Een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie tussen de norm en de realiteit. 1. De probleemidentificatie a. Inventariseer de problemen Uitkomst: lijst van losse problemen, aangedragen door allerlei probleemhebbers b. Zet de oorzaken en gevolgen van deze problemen tegen elkaar uit in een probleemkluwen Uitkomst: heldere, korte beschrijvingen van problemen met duidelijke oorzaken c. Kies het kernprobleem, afgaande op de volgende criteria: i. Is het ècht een probleem, en houdt het verband met andere problemen? ii. Heeft het probleem nog wel een oorzaak (ga niet te ver terug in de kluwen)? iii. Kan je het probleem beïnvloeden? iv. Is het probleem het belangrijkste probleem uit de kluwen? Uitkomst: 1 helder kernprobleem d. Maak het handelingsprobleem meetbaar, door de norm en realiteit in de variabelen uit te drukken. Let hierbij op: i. Kies en noteer je variabele zorgvuldig en nauwkeurig. ii. Druk de norm en de werkelijkheid in dezelfde variabele uit, wees consistent iii. Neem per probleem slechts 1 variabele, wees selectief Meetbaar maken gebeurt door de oorza(a)k(en) van het probleem om te zetten in indicatoren (3à4 bij voorkeur). Een indicator is een meetbare variabele, en een (in)direct gevolg van de genoemde oorzaak. Concretiseer door verband tussen variabele en de indicatoren aan te tonen. Giet de variabelen in één van de volgende vormen (op volgorde van voorkeur): 1. Variabelen met rationiveau: zowel verschil als verhoudingen tussen waarden is duidelijk 2. Intervalvariabelen: verschil tussen waarden is duidelijk, verhoudingen niet 3. Ordinale variabelen: semi-kwantitatief, bijv.: zeer mee oneens, mee oneens etc.

2 4. Nominale variabelen: kwalitatief Onderzoek vervolgens de stand van de variabelen in de realiteit aan de hand van de indicatoren. Stel ten slotte een norm (onafhankelijk) Uitkomst: De stand van het handelingsprobleem in de realiteit en de norm (en dus de discrepantie hiertussen, de probleemstelling) 2. De formulering van de probleemaanpak (plan van aanpak wat betreft proces, stap uit het probleem) a. Inventariseer wat er allemaal mogelijk is (kunnen), bedenk wat je allemaal te weten wilt komen (kennen) en maak keuzes (kiezen) wat betreft scope van probleem, hoe richt je het in? Uitkomst: inventarisaties van mogelijkheden en vraagstukken, en scope van probleem b. Beantwoord tenminste de volgende vragen: i. Wie hebben er naast de probleemhebber nog meer te maken met het probleem (stakeholders)? ii. Wie heb je nodig(qua middelen) bij het vinden van een oplossing voor het probleem? iii. Heb je de benodigde informatie voor het verdere verloop van het onderzoek gevonden, of weet je waar het zich bevindt? iv. Wie gaat er helpen bij het verdere verloop van het project? v. Is er al een taakverdeling voor diegenen die meewerken aan de oplossing van het probleem? vi. Welke beperkingen en randvoorwaarden zijn er? Uitkomst: Overzicht met stakeholders, beschikbare middelen, informatie (of bronnen), teamgenoten, taakverdelingen, randvoorwaarden & beperkingen c. Completeer het plan van aanpak en let hierbij op de volgende zaken: i. Laat zien dat het probleem oplosbaar is ii. Nauwkeurige (globaal dan wel gedetailleerde) beschrijving van je activiteiten (gebaseerd op voorgaande informatie) iii. Wees selectief en eerlijk Uitkomst: Plan van (probleem)aanpak 3. De probleemanalyse (gaat verder op probleemidentificatie, betreft onderzoekscyclus) a. Het onderzoeksdoel Bepaal wat de reden is van je onderzoek, je onderzoeksdoel dus. Kijk hierbij ook goed naar welke kennis je wilt vergaren, en stel een hypothese op die ook een relevant antwoord representeert Uitkomst: Reden van je onderzoek (waarom?), inventarisatie benodigde kennis en hypothese b. De probleemstelling (wat?) i. Bepaal het soort onderzoek, beschrijvend (meerendeels hoe-vragen, feiten achterhalen) of verklarend (meerendeels waarom-vragen, relaties leggen tussen variabelen) Uitkomst: soort(beschrijvend/verklarend) onderzoek ii. Definieer de variabelen en let op het volgende: 1. Neem per probleem slechts 1 variabele, wees selectief

3 2. Kies en noteer je variabele zorgvuldig en nauwkeurig. 3. Houdt het aantal variabelen beperkt Uitkomst: variabelen iii. Indien beschrijvend onderzoek, ga verder naar iv. Leg relaties tussen de variabelen (hun oorzaken) 1. Onderzoek welke oorzaken er met een variabele te maken kunnen hebben. Sluit hierbij zo min mogelijk uit. 2. Breng prioriteiten aan de verschillende oorzaken door een klein beschrijvend onderzoek te houden over samenhang variabelen. Onderzoek welke relatie ze hebben: statistisch of causaal etc. 3. Leg relaties tussen verschillende variabelen, ook tussen de mogelijk uitkomsten van variabelen en de variabelen zelf Uitkomst: Relaties tussen variabelen iv. Stel de onderzoeksgroep vast (mensen of objecten) Uitkomst: onderzoeksgroep v. Stel een model op waarin je variabelen en hun relaties visualiseert Uitkomst: onderzoeksmodel vi. Bepaal vervolgens het theoretisch perspectief (kader), met een literaire basis. Bij gebrek aan literaire basis kan je ook disciplinaire invalshoek kiezen, gebaseerd op 1 managementgebied, zoals financiële gevolgen van het probleem Uitkomst: theoritisch perspectief / disciplinaire invalshoek vii. Completeer de probleemstelling door een hoofdvraag op te stellen. Let hierbij op het volgende: 1. De hoofdvraag(probleemstelling) moet niet gesloten zijn 2. Scheidt in je opgedane kennis voor de probleemstelling de meningen van de feiten; wees objectief 3. Zorg ervoor dat de vraag geen norm bevat (anders handelingsprobleem) 4. Probleemstelling moet niet (bijna) gelijk zijn aan onderzoeksdoel. Probleemstelling beschrijft immers wat je gaat onderzoeken, onderzoeksdoel beschrijft waarom je het gaat onderzoeken 5. Maak de probleemstelling niet te algemeen, en zorg voor een nauwe scope Uitkomst: Probleemstelling c. De onderzoeksvragen i. Stel onderzoeksvragen op die allemaal deelvragen zijn van de hoofdvraag (probleemstelling). Doe dit als volgt: 1. Verzin zoveel mogelijk deelvragen (divergeren) 2. Cluster de vragen op thema (of andere universele overeenkomst) 3. Passen de thema s nog binnen de scope van het onderzoek? Zo nee: schrappen 4. Convergeer vervolgens tot een beperkt aantal goede onderzoeksvragen Uitkomst: onderzoeksvragen

4 ii. De onderzoeksvragen moeten als volgt te toetsen zijn: 1. Zijn alle variabelen uit de probleemstelling vertegenwoordigd in de onderzoeksvragen? Zo nee: vul aan met onderzoeksvragen met ontbrekende variabelen 2. Zitten er nieuwe variabelen in de onderzoeksvragen? Zo ja: pas of de probleemstelling of de onderzoeksvra(a)g(en) aan. 3. Zit er overlap in tussen de onderzoeksvragen? Zo ja: verwijder de dubbelen 4. Is het aantal variabelen en relaties per onderzoeksvraag minimaal? Zo nee: streef naar 1 à 2 variabelen per onderzoeksvraag Uitkomst: onderzoeksvragen d. Het onderzoeksontwerp (hoe?) i. Stel jezelf een aantal vragen ten behoeve van de onderzoeksstrategie: 1. Wil je de variabelen beïnvloeden of wil je slechts observeren? 2. Kom je in contact met je onderzoekspopulatie of niet? Literatuuronderzoek of desk research vs. enquêtes en observaties 3. Zal het onderzoek in of buiten een laboratorium plaatsvinden? 4. Wordt het een breed of een diep onderzoek? Mede bepalend voor grootte van onderzoekspopulatie 5. Word het een cross-sectioneel(1 parallel uitgevoerd peilingsmoment) of een longitudinaal(meerdere momenten voor 1 onderzoekspopulatie) onderzoek? ii. Uit de antwoorden op voorgaande vragen moet het volgende te beschrijven zijn: 1. Onderzoekspopulatie: beschrijving van hoe personen/groepen/organisaties eruit zullen gaan zien 2. Onderzoekselementen: onderverdelingen van profielen binnen onderzoekspopulatie 3. Waarnemingseenheden: Concrete invulling van de onderzoekselementen, dus echt de personen die of zichzelf of een organisatie binnen de onderzoekspopulatie representeren 4. Steekproef: een aselecte, representatieve of een extreme case steekproef 5. Informatie verzamelen: verzamelen van informatie door middel van observaties, interviews, enquêtes, inhoudsanalyses of andere manieren 6. Verwerking & analyse: beschrijving van hoe er met de gegevens omgegaan wordt, wat voor soort gegevens het zullen gaan worden (kwalitatief vs. kwantitatief etc.) etc. Ook analyse van resultaten wordt beschreven 7. Structuur van rapport: opstellen van vorm en inhoudsopgave van rapport 8. Activiteitenplanning: alle stappen binnen het proces van operationalisatie worden beschreven Uitkomst: een handvat voor je onderzoek: onderzoeksontwerp

5 e. De operationalisatie i. Maak de variabelen zo meetbaar mogelijk (operationaliseren door middel van indicatoren) ii. Belicht met de indicatoren enkele kanten van de variabelen (concretiseren) iii. Splits enkele variabelen op ten behoeve van samenhang tussen indicator en variabele (decomponeren) Uitkomst: uitvoerbaar onderzoek, ready to launch f. De metingen (verzamelen van data) i. Naast resultaten wordt ook beschreven hoe onderzoek verlopen is ii. Ten slotte nog beschrijving van de kwaliteit van onderzoek, als volgt: 1. Betrouwbaarheid(vorm): stabiliteit van onderzoeksresultaten. Krijg je bij volgend onderzoek met zelfde aanpak dezelfde resultaten? 2. Validiteit(inhoud): a. Interne validiteit: Controle (reflectie op) of onderzoeksontwerp en meetinstrumenten goed in elkaar zitten b. Externe validiteit: Toepasbaarheid van je onderzoek op andere groepen dan de onderzoekspopulatie c. Begripsvaliditeit: Hangen de variabelen en indicatoren goed(correct) samen en zijn ze (waar mogelijk) gebaseerd op wetenschappelijke informatie? Uitkomst: onderzoeksresultaten g. Het verwerken van de data Beschrijf je manier van data verwerken. Prefereer hierbij een zo eenvoudig mogelijk methode. Uitkomst: plan voor data-analyse h. Het trekken van conclusies (beantwoording van de probleemstelling) Zorg ervoor dat er heldere conclusies komen die de onderzoeksvragen beantwoorden. Verder moeten de volgende 2 vragen met ja beantwoord kunnen worden: i. Zijn de resultaten onderscheiden van je conclusies en je mening? ii. Houden de oplossing van dit kennisprobleem en de acties die je moet ondernemen om het handelingsprobleem op te lossen, verband? Uitkomst: conclusies 4. De formulering van alternatieve oplossingen Het opstellen van een aantal alternatieven en het opstellen van een beslissingsmodel voor de alternatieven volgens het volgende schema: a. De beslissing beschrijven: welke beslissing moet er genomen worden? Moet er misschien een stapje terug gegaan worden in de alternatieven (bijv. in plaats van kijken naar welke auto je wil, bedenken of je überhaupt wel een auto wil) Uitkomst: beschrijving van beslissing b. Beslissingsproces vaststellen: i. Bepaal wie de beslissers zijn. Let op verschillende belangen en politiek spel!

6 ii. Bepaal de fasering van de beslissing. Wordt de beslissing opgedeeld in kleine beslissingen? Wordt er een vooronderzoek gedaan waarna advies aan beslissers wordt uitgebracht? iii. Spreek regels omtrent besluitvorming vast: gewone / gekwalificeerde meerderheid of unaniem besluit. iv. Worden criteria wel of niet gewogen? v. Sluit subjectieve elementen tijdens besluitvorming uit. Denk aan emoties en onjuiste belangen vi. Bepaal de wijze van presentatie van de besluitvorming. Wees hierin transparant. vii. Begeleid het proces, spreek hierin ook regels voor naleving van proces af viii. Overdenk de acceptatie van de beslissing, hoe gaat dit overgebracht worden naar sceptici en andere stakeholders Uitkomst: beslissingsproces c. Criteria opstellen Stel enkele criteria op waarop de verschillende alternatieven van elkaar (kunnen) verschillen. Enkele voorbeelden zijn: effectiviteit, risico, kleur, verbruik etc. Uitkomst: criteria d. Criteria van een schaal voorzien Bepaal hoe je de criteria gemeten: kwalitatief/kwantitatief, 9 puntschaal etc. Uitkomst: schaal voor de verschillende criteria e. Gewichten geven aan een schaal MCDMA f. Alternatieven verzinnen of bestaande mogelijkheden gebruiken Methodisch Ontwerpen Kies uit één van de verschillende aanpakken: i. The creative approach: Creative Problem Solving (CPS): het opstellen van een framewerk waarbinnen het team creatief kan denken op hun optimale manier. Attribute listing: het opstellen van een lijst van alle attributen van een voorwerp. Met deze lijst kan door te brainstormen nieuwe toepassingen bedacht worden voor de onderdelen. Belangrijke regels bij brainstorming: a. Kritiek is verboden b. Free-wheelen wordt aangemoedigd c. Kwantiteit boven kwaliteit d. Zoek ook combinaties en verbeteringen op elkaars ideeën Kijk na het brainstormen naar Forced Relationships, waarin je jezelf dwingt om 2 losstaande zaken met elkaar te verbinden. Synectics het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Verschillende soorten: o Example synectics o Imaging synectics o Creative visualisation: Line drawing excursion - synectics

7 o Picture excursion aka visual synectics Sculptures Storywriting Morfologisch Schema: o Zie methodisch ontwerpen (beneden) Osborn-Parnes, mess-finding: Divergeren: Wouldn t it be nice if (WIBNI) en Wouldn t it be awful if (WIBAI) punten opstellen a.d.h.v.: 1. Breed (niet het probleem al op proberen te lossen) 2. Kort (een kopje) 3. Positief (positief verband aangeven) Convergeren: checklist invullen a.d.h.v.: ownership en outlook Excursie: wat zou ik doen als, op pad gaan naar iets onbekends Metaforen Analogieën: o Directe analogieën o Persoonlijke analogieën o Symbolische analogieën (boektitels etc.) o Fantasie analogie ii. The rational (logic) approach: heel analytisch een vooraf afgesproken pas bewandelen. Kepner-Tregoe (KT)(Hard) beschrijft een methode om te onderzoeken welke problemen zich om je heen voort doen. 1. Herkennen knelpunten a. Lijst opstellen van: i. Alle situaties die anders zijn dan gewenst kandidaten voor knelpunten ii. Bedreigingen voor organisatie of stakeholder van organisatie (T) iii. Kansen voor de organisatie (O) b. Peilen hoe ver je bent met de activiteiten die je ooit gepland hebt. Overgebleven items toevoegen aan kandidaten c. Maak een verwachting waarin de consequenties van je handelen beschreven worden d. Kijk naar verbeteringen die je kunt doen ten aanzien van de producten die je maakt, en het bedrijfsproces 2. De knelpunten verdelen in behapbare blokken a. Stel een aantal vragen over de aard van elk van de genoemde kandidaat-problemen en categoriseer de oplosbare problemen 3. Prioriteiten stellen

8 a. Beoordeel elk probleem op het feit of ze relevant zijn, de impact die ze maken urgentie etc. b. Stel vervolgens een PERT of Critical Path analyse op voor de time management van de problemen 4. Planning maken (Wie, wat, wanneer) van hoe de problemen op te lossen iii. The soft systems approach (SSM): het benaderen van een probleem vanuit het totale plaatje, de holistische weergave, om zo subsystemen te definiëren en te onderzoeken. Werk binnen de SSM met Conceptual Models, die voortkomen uit Root Definition. Deze wordt gebaseerd op Relevant Systems. Kortom: 1. Relevant Systems: Formuleer kort en bondig wat de mensen die te maken hebben met het probleem zouden moeten doen, wat is het achterliggende doel? 2. Root Definitions: herdefiniëren van Relevant Systems, gebruikmakend van de volgende elementen (tenminste transformation proces is verplicht): a. Transformation Proces (wat gebeurt er?) b. Ownership of a system (van wie is het systeem?) c. Actors (wie voeren transformatie en andere activiteiten uit?) d. Customers (mensen binnen of buiten het systeem die gebruikmaken van de geleverde activiteiten) e. Environmental constraints (restricties van buitenaf) f. World view (het standpunt van het probleem) 3. Conceptual models: a. Identificeren van de hoofdactiviteit omtrent het transformatieproces b. Identificeren van de andere hoofdactiviteiten die samenhangen met de grootste hoofdactiviteit c. Bepaal het verband tussen de genoemde hoofdactiviteiten d. Bepaal een goed monitoring- en controle mechanisme 4. Dependency Matrix maken door logische verbanden te leggen tussen de geïdentificeerde activiteiten, a.d.h.v. DIME: a. Dependency door: i. Information ii. Materials iii. Energy 5. Teken het conceptual model (cirkels en pijlen a.d.h.v. Dependency Matrix) 6. Stel de standaardvragen voor het systeemcontrole-mechanisme: a. Efficacy: Is er output dat voldoet aan de eisen? b. Efficiency: Is er minimaal gebruik gemaakt van de bronnen? c. Effectiveness: Is hetgeen gedaan waardoor de klant tevreden is?

9 7. Kijk hoe het soft conceptual model zich verhoudt ten opzichte van het hard Formal Systems Model a.d.h.v. de volgende vragen: a. Zijn de systeemgrenzen duidelijk gedefinieerd? b. Zijn er indicatoren in het systeem aanwezig? En wat zijn de normen? c. Waar in het model wordt een beslissing genomen? d. Welke subsystemen bevinden zich binnen het systeem? Hoe zijn ze verbonden met het hoofdsysteem? g. Conclusie trekken Heuristics/MCDMA i. Heuristics zijn beslissingsmethode op basis van non-algoritmische, logische argumenten. Voorbeelden zijn: 1. (Ongewogen criteria) Recognition heuristic: het kiezen(discrimineren tussen opties) op basis van welke van de alternatieven je herkent 2. (Ongewogen criteria) Minimalist strategy: in eerste instantie wordt het recognition heuristic toegepast op één der criteria. Uit het resultaat (of 0 herkenningen of n herkenningen) wordt vervolgens willekeurig een ander attribuut gekozen waarop het recognition heuritic toegepast wordt, enz. 3. (Ongewogen criteria) Take the last: Kiezen op basis van het criterium dat bij de laatste soortgelijke beslissing ook gebruikt werd. 4. Sequential Decision-making: satisficing: het hoger waarderen van alternatieven die eerder in een bepaalde volgorde zich aandoen aan de beslisser (bijv. huizen kopen) 5. Reason-based choice 6. Choosing by unique attributes: keuze wordt gemaakt omdat de perceptie van scores relatief is ten opzichte van de andere scores. In een andere samenstelling van alternatieven worden dus andere alternatieven geprefereerd dan in de initiële situatie. 7. Emotions and choise: keuze baseren op je emotie 8. Justifying already made choises: goedpraten van eerder gemaakte keuzes 9. Partioning the total costs of an item changes preferences: De som van de kosten (een veelgebruikt criterium) wordt anders gezien als deze is opgedeeld in subattributen 10. (Gewogen) Lexicographic strategy: Het kiezen van het alternatief dat het hoogste scoort op het belangrijkste attribuut. Noncompensatorisch. 11. (Gewogen) Semi-lexicographic strategy: Als het verschil tussen de hoogste scorende alternatieven op het belangrijkste criterium binnen een norm van elkaar verschillen, wordt gediscrimineerd op basis van het één na minder belangrijkste criterium, net zo lang tot er 1 alternatief overblijft. Deels compensatorisch.

10 12. (Ongewogen criteria) Conjuctives: Het opstellen van restricties op waarden van criteria. Op basis hiervan kunnen de alternatieven die hier niet aan voldoen weg gestreept worden. Ten slotte wordt er gekozen voor het alternatief dat aan alle restricties voldoet. Noncompensatorisch. 13. (Ongewogen criteria) Disjunctive: gelijk aan conjuctive, met als verschil dat hier gekozen wordt voor het alternatief dat aan tenminste 1 restrictie voldoet. Non-compensatorisch. 14. (Ongewogen criteria) Maximin: Het alternatief met het hoogste minimum wordt gekozen (bijvoorbeeld in benchmarks van Windows Rating) 15. (Ongewogen criteria) Maximax: Het alternatief met het hoogste maximum wordt gekozen 16. (Ongewogen criteria) Equal Weight Theory: Alle scores van een alternatief worden opgeteld, het alternatief met de hoogste score wordt gekozen. 17. (Gewogen) Eliminating by aspects: 1 criterium wordt willekeurig (kans recht evenredig met gewicht) gekozen. Alle alternatieven die dit criterium niet hebben worden geëlimineerd, tot er 1 overblijft. 18. (Gewogen) Linear assigment(quasi-compensatorisch): Volg het volgende algoritme: a. Zorg ervoor dat er een tabel is met alternatieven, criteria en gestandaardiseerde scores Criterium 1 Criterium 2 Alternatief Alternatief b. Bepaal het gewicht voor elk criterium (som van alle losse gewichten = 1) c. Bepaal de ranking per criterium (hoe scoort een alternatief op ieder criterium) Ranking Criterium 1 (0.4) Criterium 2 (0.6) 1 e Alternatief 2 Alternatief 1 2 e Alternatief 1 Alternatief 2 d. Bereken de som van alle losse gewichten van het alternatief op een bepaalde rank. Rank 1 Rank 2 Alternatief Alternatief e. Ga van hoog naar laag de ranks af en kies steeds het alternatief met de hoogste waarde. De volgorde die het oplevert is het resultaat van linear assigment 19. SMART (Simple Multi-Attribute Rating Technique): sommatie van gewicht maal score op attribuut. Fully compensatory. Enkele relevante zaken:

11 a. Criterium 1 is preferentially independent (PI) van criterium 2 als de scores op criterium 1 niet afhangen van de scores op criterium 2. b. Criterium 1 en 2 zijn mutually preferentially independent (MPI) als de scores op criterium 1 PI is van criterium 2 en vica versa. c. Scores op criteria meten: i. Uniforme schaal is nodig voor de kwantitatieve en kwalitatieve scores (0-100) ii. Verdeel de alternatieven per criterium (maak gebruik van een value function v(x) = score van x, additief) d. Gewichten van criteria meten (neem aan dat MPI geldt): i. Werk met swing weights, waarbij er 1 belangrijkste criterium wordt genomen. Gerelateerd hieraan wordt er per criterium bekeken hoe belangrijk (percentage) de overgang van het slechts scorende alternatief op dat criterium naar het best scorende alternatief op dat criterium, gevonden wordt. ii. De serie aan percentages worden genormeerd zo dat de optelsom van de afzonderlijke gewicht gelijk is aan 100 (%) e. Figuur maken waarin van alle alternatieven de gewogen eindscore (value of benefits) grafisch worden uitgezet tegen de gemaakte kosten (in aflopende volgorde). Het alternatief het dichtst in de buurt van rechts bovenin, het meest efficiënt dus, vormen de efficient frontier. f. Bepaal het meest aantrekkelijke alternatief door de gewogen scores op te tellen en te normeren 20. AHP (Analytical Hierarchy Process): fully compensatory, met consistency check. Goede aanvulling op SMART. a. Gewichten van n criteria zijn bekend (zie bijvoorbeeld 4Gi19d) Dan kan er een (n*n)-matrix worden opgesteld met ratio s van gewicht i en t.o.v. gewicht j. De matrix is reciproceer en consistent b. Als gewichten van n criteria nog niet bekend zijn, moet het volgende gedaan worden. Met pairwise comparisons vergelijk je alle x criteria met elkaar (x! vergelijkingen). Gebruik hiervoor de volgende kwantificatie tabel (1-9 schaal): Value of a ij Interpretation 1 Objectives i and j are of equal importance

12 3 Objective i is weakly more important than objective j 5 Experience and judgment indicate that objective i is strongly more important than objective j 7 Objective i is very strongly or demonstrably more important than objective j 9 Objective i is absolutely more important than objective j 2, 4, 6, 8 Intermediate values Vul deze verhoudingen (zonder te checken of het consistent is) in een reciproce x*x matrix als volgt: A = Criterium A Criterium B Criterium C Criterium A Criterium B (1/3) 1 9 Criterium C (1/6) (1/9) 1 De grootste eigenvector is vanwege inconsistentie van matrix groter dan n. w = vector van gewichten van criteria c. Vind nu de grootste w en de grootste eigenvector (λ max ), zodat A*w max = λ max, met Σw max = 1 d. Benadering voor w max als volgt: i. Deel elk getal uit bovenstaande matrix door de som van haar kolom. Zet dit ook weer in een nieuwe n*n matrix. ii. Bereken van elke rij uit de nieuwe matrix het gemiddelde, dit is de prioriteit vector (w max ) voor een specifiek criterium, de som van deze waarde is 1. e. Benadering voor λ max van criterium i als volgt: n 1 ( Aw) i. max wmax n w ii. Aw T (vector)= x W cri. A (1/3) 1 9 W cri. B (1/6) (1/9) 1 W cri. C f. Bereken de Consistency Index (CI) als volgt: i 1 CI = ( max n)/(n 1) g. Bepaal vervolgens de Consistency Ratio (CR), degree of consistency, door de CI te delen door de Random Index (RI), een vaste gegevens. Dus, CR = CI<RI. Als CR<0.10 dan is de inconsistentie verwaarloosbaar. h. Bepaal de scores op de alternatieven per criterium ook met pairwise comparisons. i. Bepaal met behulp van de SMART-gedachte (gewogen scores) de gewogen eindscores van de alternatieven. i i

13 21. MAUT (Multi Attribute Utility Technique) Gebruik MAUT bij beslissing waar risico en kansen een rol spelen. Voor 1 criterium beslissingen: i. Werk met loterijen, waarbij men kan p i heeft op r i. Eigenschappen loterijen: 1. Compound: als er een uitkomst i is met p i, waarbij je net zo lief aan een andere loterij meedoet 2. Simple: als loterij niet compound is 3. Non-degenerate: meer dan 1 uitkomsten zijn mogelijk 4. Equivalent lotteries: niet uitmaken welke loterij je aan mee gaat doen ii. E( U for L) i n i 1 p u( i r i iii. Zet alle loterijen altijd om in beslissingen tussen de beste (b) en slechtste (w) uitkomst (aanname: u(b)=1, u(w)=0) 1. L 1 = (p 1, b; 1-p 1,w), L 2 = (p 2, b; 1-p 2,w) 2. L 1 pl 2 iff p 1 > p 2 (or EU(L 1 ) > EU(L 2 )) 3. L 1 il 2 iff p 1 = p 2 (or EU(L 1 ) = EU(L 2 )) iv. Certainty Equivalent (CE(L)) is de waarde voor CE(L) waarvoor de beslisser het niet uit maakt of hij aan de loterij meedoet, of een zeker bedrag ontvangt/betaalt. v. Expected Value (EV(L)) is de verwachte waarde voor de loterij, bepaal deze door: px 1 + (1-p)x 2 vi. Risk Premium (RP(L)) is de waarde voor RP(L) met RP(L) = EV(L) CE(L) 1. Risk-averse RP(L) > 0 utility function concave (bol) (bij meer is beter) 2. Risk-seeking RP(L) < 0 utility function convex (hol) (bij meer is beter) 3. Risk-neutral RP(L) = 0 utility function linear b. Voor 2 criteria: i. Utility Independence (UI): attribuut 1 is UI van attribuut 2 als de preferenties voor loterijen met verschillende waardes voor attribuut 1 niet afhangen van de waardes voor attribuut 2 ii. Mutually Utility Independence (MUI): als UI beide kanten op geldt. u x, x ) k u ( x ) k u ( x ) k u ( x ) u ( ) ) ( x2

14 iii. Additive Independence (AI): een utility function is AI als geldt L 1 il 2, met bij L 1 de keuze tussen (best,best) en (worst,worst) en bij L 2 de keuze tussen (best, worst) en (worst, best). u x, x ) k u ( x ) k u ( ) ( x2 iv. Voorbeeld: 1. MUI? Checken of de attributen MUI zijn. Voorwaarde: beide attributen zijn UI t.o.v. elkaar. 2. AI? Onderzoek of AI geldt, en bepaal daaruit de multiliniaire vorm van de utility function 3. Bepaal de waardes voor U 1 (x 1 ) en U 2 (X 2 ) Geef hierbij ook aan of het een rechte lijn, concaaf(bol) of convex(hol) is 4. Bepaal de waardes van k 1, k 2 en mogelijk k 3 (kansen, <1). K 1 is gelijk aan de waarde waarvoor de beslisser indifferent is tussen de (best,worst) en de lotterij. K 3 = 1-K 1 -K 2 5. Vul de multilineare utility function in met de k-waardes. 6. Bereken de EU(L) voor de verschillende loterijen m.b.v. utility function en EU(L)= r 1 *u(x 1, x 2 ) + r 2 *u(x 1, u 2 ). Hoogste waarde is beste optie 5. De beslissing: het kiezen van de oplossing De beslissing wordt vervolgens gemaakt door de beslisser (meestal directeur, en niet de adviseur). Redenen om van de beste optie (uit het rapport) af te wijken zijn bijvoorbeeld: a. Politieke redenen: beslisser is verantwoordelijk voor de gevolgen, die in strijd kunnen zijn met belangen die buiten scope van het onderzoek vielen b. Andere visie op scores en gewichten door beslisser en adviseur c. Andere inschatting van risico s Uitkomst: beslissing 6. De implementatie van de oplossing Valt buiten scope van MTOB 7. De evaluatie van de oplossing Belangrijke uitgangspunten voor een goede evaluatie zijn: a. Mensen die overtuigd zijn van het nut van de evaluatie b. Evalueer alle fasen van de ABP, ook de oorzaken die tijdens de probleemanalyse achterwege zijn gelaten c. Pak de evaluatie professioneel aan

15 Bewandel het pad van ABP nog eens tijdens het evalueren. Vestig hierbij extra aandacht op de indicatoren, oorzaken en criteria. Betrek verder mensen bij de evaluatie. Belangrijke inhoudelijke zaken binnen een evaluatie zijn: i. Summatieve evaluatie: nagaan of doelen zijn bereikt, is er iets veranderd? ii. Formatieve evaluatie: uitzoeken wat de oorzaken van de effecten zijn. Komt het door de beslissing? iii. Verbeteringen voor de volgende keer Uitkomst: evaluatiedocument voor in het eindverslag Heuristieken en biases: 1. Beschikbaarheidsheuristiek (availability heuristic) Het bepalen van je beslissing op basis van hoe het bij vergelijkbare (herinnerbare) gevallen verlopen is, kijken naar wat de mogelijke uitkomsten zijn. Biases: a. Gemak van herinnering ophalen kans van gebeuren b. Gemak van inbeelding kans van gebeuren c. Denkbeeldige correlatie tussen verbanden 2. Representativiteitsheuristiek (representative heuristic) Het herkennen van patronen in ogenschijnlijk willekeurige verbanden, onderzoek doen basis van representativiteit van onderzoeksobject, hokjes denken. Biases: a. Negeren van base-line frequentie van gebeuren b. Verwachten dat een bepaalde volgorde willekeurig moeten verschijnen (AAABBB is minder waarschijnlijk dan BAABBA) c. Verwachten dat een niet voorgekomen waarde, waarschijnlijker is om voor te komen dan de andere waarde (kop, kop, kop, kop, volgende moet munt zijn ), verwachting zelf-correctief te kunnen zijn d. Negeren van regressie naar t gemiddelde e. Conjunction Fallacy: hoe groter de beschrijving, hoe minder groot de kans op waarheid 3. Vastzetten en bijschaven heuristiek (anchoring and adjustment heuristic) Er wordt meestal voor een waarde een geschat en vastgezet, waarna deze nog omhoog of omlaag gesteld kan worden. Biases: a. Onvoldoende afschaven/ophogen van het beginpunt b. Overschatten van de waarschijnlijkheid van opvolgende stochastische gebeurtenissen (x werkstations met y kans op succes is niet ongeveer y kans op totaal succes, dit moet zijn y x ) c. Onderschatten van de waarschijnlijkheid van disjunctieve gebeurtenissen (of het één of het ander) d. Teveel zelfvertrouwen in het inschatten van vervelende zaken (downtime machines etc.) 4. Overige biases: a. Toeschrijven van een grotere kans aan meer gewenste uitkomsten

16 b. Verkeerde toepassing van covariantie (ontbreken van een significant verschil, false/true positive/negative) c. Framing: uitlichten van slechts enkele aspecten d. Sure thing principle e. Het verlies van een gevestigde waarde wordt serieuzer genomen dan de winning van een identieke waarde (4000 mensen overleven vs mensen sterven) f. Small probabilities / prospect theory: het Allais paradox waarin een minimale kans op iets erg slechts te serieus wordt genomen. Prospect theory: de overgang van risico-mijdend naar zoekend en van winnen naar verliezen Problem resolving: het opstellen van een actieplan dat voldoet, wat eerder ook gewerkt heeft en wat gebaseerd is op gezond verstand. Problem solving: het opstellen van een actieplan wat de best mogelijke uitkomst bewerkstelligt, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, analytisch. Problem dissolving: het wegnemen van de omgeving, de basis, waarin het probleem ligt, om op die manier het probleem op te lossen Soorten problemen: Allocation, Inventory, Placement, Queueing, Sequencing & Routing, search, competetive or bidding Classificaties: well defined vs. ill defined, tame vs. wicked problems Beslissingen: strategisch, tactisch (operationeel) en administratief Managersrollen: 1. Interpersonal(hoort bij manager): a. Figurehead b. Leader c. Liaison 2. Information: a. Monitor b. Disseminator c. Spokesperson 3. Decisional: a. Entrepreneur b. Disturbance handler c. Resource allocator d. Negotiator Er zijn 5 denkniveaus, op oplopende volgorde van creativiteit en openheid: i. Patterned thinking: checklist aflopen ii. Troubleshooting: het proces helemaal kennen en weten als het afwijkt, en de goede tegenactie kunnen ondernemen iii. Problem solving: het oplossen van een probleem wat tot systematische fouten leidde iv. Visioning: een visie opstellen van hoe het bedrijf er over x jaar uit ziet, en een pad ernaartoe uitstippelen

17 v. Innovation (inventing): out-of-the-box denken, reguliere denkpatronen doorbreken, nieuwe toepassingen bedenken Conceptual blocks, redenen waarom je creativiteit geremd worden: i. Perceptual blocks: (discrepantie werkelijkheid en waarneming) a. Stereotyping: waarnemen op basis van verwachting, hokjes denken b. Moeilijk om probleem te isoleren: het kernprobleem niet kunnen identificeren c. Tunnelvisie: te beperkt te denken en teveel aannames doen d. Het probleem niet van verschillende kanten kunnen zien e. Saturatie: het niet meer waarnemen van de standaard zaken (klok niet meer horen tikken etc.) f. Niet alle zintuigen zo effectief mogelijk gebruiken ii. Emotional blocks (waarom we iets (niet) zouden doen, motivatie) a. Obsessief verlangen naar veiligheid en orde: logica niet los kunnen laten b. Angst om een fout te maken: niet anders willen denken c. Geen risico willen nemen d. Gebrek aan motivatie e. Ontbreken aan vermogen om idee te evalueren f. Overhaast problemen proberen op te lossen g. Een voorkeur voor het oordelen: men (ver)oordeelt liever dan dat men genereert h. Gebrek aan fantasie en inbeeldingsvermogen iii. Cultural blocks (macro en micro, normen & waarden): a. Problemen oplossen is serieuze business: te lichten denken over problemen b. Dagdromen en reflectie is verspillen van tijd: belang hiervan wordt niet erkend c. Plezier en speelsheid is voor kinderen: speelsheid is essentieel voor creativiteit d. Logica is beter dan intuïtie e. Traditie is beter dan verandering: men is over het algemeen tegen verandering f. Taboes: sommige onderwerpen zijn slecht bespreekbaar g. Organisatorische taboes h. Verkeerde, demotiverende management- en/of leiderschapsstijl i. Gebrek aan groepssteun j. Tegenzin om ideeën te implementeren door management: ook het aannemen van nieuwe ideeën iv. Environmental blocks a. Overplaatsen: probleemoplossers van normale werkplek afhalen om ze minder afgeleid te laten worden b. Onoplettendheid door monotone omgeving/werk c. Fysieke en psychische discomfort : slechte werkomgeving en/of grote werkdruk d. Gebrek aan communicatie: het falen van in contact komen met omgeving indien nodig v. Intellectual and expressive blocks a. Onjuist gebruik van jargon binnen het oplossen van een probleem

18 b. Onflexibele of niet-adequaat gebruik van probleem-oplossend vermogen en strategieën. c. Gebrek aan correcte informatie d. Incorrect of niet-adequaat gebruik van expressie: gebruik de correct methodes i. Methodisch Ontwerpen: a. Onderzoek: analyse(structuur functie doel): conclusie ontdekking(nieuwe kennis) b. Ontwerp: synthese(doel functie structuur): decisiegericht uitvinding(nieuwe zaken) c. Productstructuur bestaat uit verschillende niveau s: i. Technische inrichting ii. Samengesteld werktuig iii. Werktuig iv. Component v. Onderdeel d. Functie (transformatieproces): i. Ingang en uitgang: 1. Materie 2. Energie 3. Informatie ii. Soorten functie: 1. Hoofdfunctie 2. Deelfunctie 3. Hulpfunctie iii. Morfologisch schema: 1. Deel de hoofdfunctie op in alle deelfuncties 2. Bedenk voor elke deelfunctie apart een andere oplossing 3. Stel een aantal alternatieven op met verschillende deeloplossingen e. Methodisch Ontwerpen: Doel [Probleemdefiniërende fase] functie [werkwijzebepalende fase] structuur [vormgevende fase] inrichting. Waarom wat hoe. Abstract concreet f. Methodiek-Systematiek-vlak i. Probleemdefiniërende fase: 1. Probleem 2. Eisen 3. Functie ii. Werkwijzebepalende fase: 1. Werkwijze 2. Combinatie 3. Structuur iii. Vormgevende fase: 1. Materiaal 2. Fabricage

19 iv. 3. Vorm 1. v. Functiematrix volgens Rodenacker Materie Energie Informatie Scheiden Geleiden Koppelen vi. Functiematrix volgens Roth Materie Energie Informatie Transporteren Accumuleren Transformeren Verbinden Gelijk M+M E+E J+J Scheiden Ongelijk M+J / M+E E+M / E+J J+M / J+E Kennisprobleem: Een kennisprobleem is een beschrijving van de onderzoekspopulatie, de variabelen en, als dat nodig is, de relaties die onderzocht worden. Omschrijving Handelingsprobleem Kennisprobleem Definitie Een handelingsprobleem is een door de probleemhebber waargenomen discrepantie tussen de norm en de realiteit Een kennisprobleem is een beschrijving van de onderzoekspopulatie, de variabelen en indien nodig, de relaties die onderzocht worden Verschijningsvorm Het gaat niet zoals het hoort Er is behoefte aan kennis Formulering Probleemdefinitie Probleemstelling Probleembeschrijving Stelling (Er is, terwijl.) Vraag (Hoeveel / waarom ) Norm Afhankelijk van variabelen Onafhankelijk van variabelen (geldigheid) Oplossingstraject (naam) SMART Axioma s Algemene Bedrijfskundige Probleemaanpak (APB) Onderzoekscyclus

20 I. Decidability: de beslisser in staat om keuzes te kunnen maken en verschil tussen alternatieven en gewichten aan te geven II. Transitivity axioma: als a>b en b>c, dan geldt ook a>c (geldt niet bij semi-lexicografische ordening) III. Summation: als a>b en b>c, dan moet ook gelden dat a>c een groter verschil aangeeft dan a>b of b>c (som > incomplete som) IV. Solvability: De verbanden moeten oplosbaar zijn, waardoor continuïteit van getallenreeks en verbanden een eis is. V. Finite upper and lower bound for values: de best en worst -case scenario s moeten reële getallen bevatten, dus geen oneindig. VI. Independence of irrelevant alternatives: kijk alleen naar relevante opties (let hierbij op het Decoy effect, het extra toegevoegde alternatief dat slechter scoort op criterium a, maar gemiddeld scoort op criterium b, waardoor een ander alternatief, wat eigenlijk niet zo aantrekkelijk leek, ineens wel aantrekkelijk wordt) VII. Independence of framing: het puur op de feiten redeneren (geldt niet bij reason-based choice) AHP Axioma s I. Reciprocal: de beslisser maakt wederkerige paarsgewijze vergelijkingen II. Homegenity: alternatieven verschillen niet oneindig van elkaar, ze zijn homogeen III. Synthesis: het gewicht van de elementen hangt niet van de elementen die onder hun vallen IV. Expectation: compleetheid, en overeenkomstigheid met de intuïtie van de beslisser, de uitkomst moet logisch zijn. MAUT Axioma s I. Complete ordening: Alle uitkomsten (r i ) zijn geordend op voorkeur. Tevens geldt tranisitivity of preferences. II. Continuity: als preferenties als volgt liggen: r 1 boven r 2 en r 2 boven r 3, dan geldt L 1 il 2, waar L 1 (1r 2 ) en L 2 (c(r 1 ), 1-c(r 2 )) III. Independence (G&W: Substitution): als preferenties als volgt liggen: r 1 en r 2 gelijk, r 3 heeft elke andere preferentie, dan geldt L 1 il 2, waar L 1 (c(r 1 ), 1-c(r 3 )) en L 2 (c(r 2 ), 1-c(r 3 )) IV. Unequeal probability: als L 1 en L 2 beiden slechts de uitkomsten r 1 en r 2 hebben, zal de loterij met de hoogste kans op r 1 geprefereerd worden V. Compound lottery: er bestaat altijd een tweede compound loterij waarbij de simpele loterij een waarde heeft waarbij de beslisser het niet uitmaakt aan welke loterij hij mee doet.

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Bij het doen van onderzoek onderscheid je vier fasen: 1 De fase van voorbereiding 2 De fase van uitvoering 3 De

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Benefits Management. Continue verbetering van bedrijfsprestaties

Benefits Management. Continue verbetering van bedrijfsprestaties Benefits Management Continue verbetering van bedrijfsprestaties Agenda Logica 2010. All rights reserved No. 2 Mind mapping Logica 2010. All rights reserved No. 3 Opdracht Maak een Mindmap voor Kennis Management

Nadere informatie

Wat is het probleem precies -) probleem expliciet maken. Wat moet er gedaan worden? -) probleem rationaliseren, objectief beste oplossing zoeken

Wat is het probleem precies -) probleem expliciet maken. Wat moet er gedaan worden? -) probleem rationaliseren, objectief beste oplossing zoeken Probleemanalyse Clips Wat is het probleem precies -) probleem expliciet maken. Wat moet er gedaan worden? -) probleem rationaliseren, objectief beste oplossing zoeken Er is geen goed antwoord bij dit vak.

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 29 januari 2014 Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek Jac Christis, 29 januari 2014 Onderzoeksopzet 1. Formuleer je onderzoeksvraag 2. Bepaal welke gegevens je nodig hebt 3. Bepaal hoe je die

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013

Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek. Jac Christis, 14 februari 2013 Onderzoeksmethodologie van praktijkgericht en toegepast onderzoek Jac Christis, 14 februari 2013 Onderzoeksopzet 1. Formuleer je onderzoeksvraag 2. Bepaal welke gegevens je nodig hebt 3. Bepaal hoe je

Nadere informatie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen Maureen Rutten-van Mölken SELFIE tweede nationale workshop 29 maart 2018 Agenda 12:00 12:30u Inloop met koffie, thee en broodjes 12:30 12:45u Voorstelrondje 12:45

Nadere informatie

Toolkit ehealth. Hoofdstuk 3: ehealth strategie

Toolkit ehealth. Hoofdstuk 3: ehealth strategie Toolkit ehealth Hoofdstuk 3: ehealth strategie 1 Inhoud 3.1 Inventarisatie... 3 3.2 Koppeling met visie en kerntaken organisatie... 6 3.3 Resources... 7 3.4 Raadpleging achterban... 9 3.5 Aan de slag...

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren

Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren Management, finance en recht Ontwerpgericht onderzoek in het HBO: onderzoeken door te adviseren KWALON Conferentie Kwalitatief onderzoek in het hoger onderwijs: lessen leren van elkaar 13 december 2012

Nadere informatie

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl

DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING. SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl DATATEAMS VOOR ONDERWIJSVERBETERING SOK studiedag, 6 juni 2014 Kim Schildkamp: k.schildkamp@utwente.nl Programma Opbrengstgericht werken Wat is het en waarom belangrijk? Datateam methode Resultaten onderzoek

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

Leerstijlentest. Uitspraak Eens Oneens. 1. Ik heb een uitgesproken mening over wat goed en slecht is.

Leerstijlentest. Uitspraak Eens Oneens. 1. Ik heb een uitgesproken mening over wat goed en slecht is. Leerstijlentest Niet iedereen is zich bewust van zijn/haar manier van leren. Deze vragenlijst is bedoeld om u te helpen inzicht te krijgen in uw voorkeurwijze van leren. De nauwkeurigheid van het resultaat

Nadere informatie

Methodologie & Profielwerkstukken

Methodologie & Profielwerkstukken Methodologie & Profielwerkstukken Erik Heijmans, WUR Arjen Nawijn, STOAS Sander Poort, CLV September 2014 Christelijk Lyceum Veenendaal, 2014 1. Onderzoeksprojecten soorten en doelen Twee soorten onderzoeksprojecten:

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

Project Portfolio Management. Doing enough of the right things

Project Portfolio Management. Doing enough of the right things Project Portfolio Management Doing enough of the right things BPUG, Hilversum, 24 juni, 2015 Inhoud 1 2 3 4 Introductie Het belang van portfolio management Project portfolio management volgens MoP 3a 3b

Nadere informatie

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren

datavisualisatie Stappen 14-12-12 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren hoorcollege 4 visualisatie representeren Stappen datavisualisatie hoorcollege 4 visualisatie HVA CMD V2 12 december 2012 verzamelen en opschonen analyseren van data interpeteren representeren in context plaatsen 1 "Ultimately, the key to a successful

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën Ga je een profielwerkstuk maken? Dan is orgaan- en weefseldonatie een goed onderwerp! Hier vind je allerlei tips, bronnen en ideeën om een profielwerkstuk

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

ISO 9001: Business in Control 2.0

ISO 9001: Business in Control 2.0 ISO 9001: 2015 Business in Control 2.0 Waarom Geintegreerd toepassen verschillende management normen Betere aansluiting normen op de strategie; zorgen voor een goede inbedding in de bedrijfsvoering WAAROM

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO! CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO! INHOUDSOPGAVE STARTFASE VOORAF - IS HET EEN ONDERWERP VOOR CREATIVITEIT? - ANALYSEVRAGEN - BRIEFING MET PROBLEEMEIGENAAR DE CREATIEVE SESSIE - SPELREGELS

Nadere informatie

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20 Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20 1 Een onderzoeksmodel voor praktijkgericht juridisch onderzoek 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven. Het GROW-model Een ontwikkelingsgesprek is het meest effectief als je de vragen in een bepaalde structuur stelt. Het GROW-model biedt deze structuur. (Whitmore, 1995) Het GROW model bestaat uit de volgende

Nadere informatie

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

Taxonomie van Bloom. (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren. Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren Taxonomie van Bloom (taxonomie = wetenschap van het indelen) 6. Creëren Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren Ontwerpen, maken, plannen, produceren, uitvinden, bouwen 5. Evalueren Motiveren

Nadere informatie

Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd

Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd Doen of laten? Een dag zonder risico s is een dag niet geleefd Wie, wat en hoe Eric Lopes Cardozo & Rik Jan van Hulst sturen naar succes Doel Delen van inzichten voor praktisch operationeel risico management

Nadere informatie

Impactmeting: een 10 stappenplan

Impactmeting: een 10 stappenplan Impactmeting: een 10 stappenplan Stap 1: De probleemanalyse De eerste stap in een impactmeting omvat het formuleren van de zogenaamde probleemanalyse welke tot stand komt door antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Jac Christis, 11 september 2013

Onderzoek in het kader van de interventiecyclus. Jac Christis, 11 september 2013 Onderzoek in het kader van de interventiecyclus Jac Christis, 11 september 2013 Onderzoeksopzet 1. Formuleer je onderzoeksvraag 2. Bepaal welke gegevens je nodig hebt 3. Bepaal hoe je die gegevens verzamelt

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5

Methoden van onderzoek. Werkcollege 5 Werkcollege 5 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2. Populatie - steekproef 3. Vragenlijst ontwikkelen 2 Instructies opdrachten 3 Werkcollege 5: Inhoud 1. Instructies bij opdrachten 2.

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi

Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 23 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe komt het dat sommige mensen aardiger zijn dan anderen?

Nadere informatie

Bewaren van digitale informatie: hoe kom je tot een goede beslissing?

Bewaren van digitale informatie: hoe kom je tot een goede beslissing? Bewaren van digitale informatie: hoe kom je tot een goede beslissing? Hans Hofman Nationaal Archief Netherlands NCDD Planets dag Den Haag, 14 december 2009 Overzicht Wat is het probleem? Wat is er nodig?

Nadere informatie

Risico s binnen een project

Risico s binnen een project Risico s binnen een project Alles loopt op wieltjes Je hebt de zaak vanuit alle hoeken onderzocht. Je hebt het al 1000x gedaan Alles is vanzelfsprekend Je weet perfect wat je aan het doen bent, je bent

Nadere informatie

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum In 'The Parallel Curriculum' van Tomlinson et al. (2009) worden de 'Habits of Mind' van mensen die intelligent handelen beschreven, op basis van onderzoek

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE Werkplezier Spel Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Is je antwoord ja, dan is de kunst dit zo te houden.

Nadere informatie

Oplossingen Datamining 2II15 Juni 2008

Oplossingen Datamining 2II15 Juni 2008 Oplossingen Datamining II1 Juni 008 1. (Associatieregels) (a) Zijn de volgende beweringen juist of fout? Geef een korte verklaring voor alle juiste beweringen en een tegenvoorbeeld voor alle foute be-weringen:

Nadere informatie

WORKSHOP SWOT HOE CORRECT GEBRUIKEN? 29 april 2014 Nico Croes- Senior strategisch planner BBDO

WORKSHOP SWOT HOE CORRECT GEBRUIKEN? 29 april 2014 Nico Croes- Senior strategisch planner BBDO WORKSHOP SWOT HOE CORRECT GEBRUIKEN? 29 april 2014 Nico Croes- Senior strategisch planner BBDO AGENDA VAN DE DAG 13.15u 13.45u: toelichting SWOT model en confrontatiematrix 13.45u 14.45u: oefening in kleine

Nadere informatie

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox

Inhoud. Data. Analyse van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox van tijd tot event data: van Edward Kaplan & Paul Meier tot David Cox Bram Ramaekers Bianca de Greef KEMTA Masterclass Inhoud Data Kaplan-Meier curve Hazard rate Log-rank test Hazard ratio Cox regressie

Nadere informatie

Logistiek medewerker. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse

Logistiek medewerker. Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse Persoonlijke effectiviteit: 2. Accuratesse Werkt gedurende langere periode nauwkeurig en zorgvuldig, met oog voor detail, gericht op het voorkómen van fouten en slordigheden, zowel in eigen als andermans

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3

Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Gödels theorem An Incomplete Guide to Its Use and Abuse, Hoofdstuk 3 Koen Rutten, Aris van Dijk 30 mei 2007 Inhoudsopgave 1 Verzamelingen 2 1.1 Definitie................................ 2 1.2 Eigenschappen............................

Nadere informatie

Voor vandaag. Balanced Scorecard & EFQM. 2de Netwerk Kwaliteit Brussel 22-apr-2004. Aan de hand van het 4x4 model. De 3 facetten.

Voor vandaag. Balanced Scorecard & EFQM. 2de Netwerk Kwaliteit Brussel 22-apr-2004. Aan de hand van het 4x4 model. De 3 facetten. Balanced Scorecard & EFQM 2de Netwerk Kwaliteit Brussel 22-apr-2004 Voor vandaag! Grondslagen van Balanced Scorecard Aan de hand van het 4x4 model! Het EFQM model in vogelvlucht De 3 facetten! De LAT-relatie

Nadere informatie

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1

SWOT - analyse. november 2007 van Dromen naar Scoren 1 SWOT - analyse Een handige methode om uw organisatie te leren kennen en te kijken waar uw organisatie staat en naartoe moet, is de SWOT-analyse. De vier letters staan voor Strengths, Weaknesses, Opportunities

Nadere informatie

TSI TriMetrix. Victor Voorbeeld. 23 Persoonlijke Talenten

TSI TriMetrix. Victor Voorbeeld. 23 Persoonlijke Talenten TSI TriMetrix 23 Persoonlijke Talenten Licentiehouder: Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Onderzoek heeft uitgewezen dat er een directe relatie bestaat tussen de mate waarin iemand voldoening

Nadere informatie

Onderzoeksprojecten en onderzoeksmethoden. Ella Roubtsova

Onderzoeksprojecten en onderzoeksmethoden. Ella Roubtsova Onderzoeksprojecten en onderzoeksmethoden Ella Roubtsova Inhoud Motivatie Typen van de onderzoeksprojecten Onderzoeksmethoden Relaties tussen projecten en methoden Vragen 2 Motivatie Rob Kusters: Een afgestudeerde

Nadere informatie

feedback Flexibel en online Robuust 360º Werkboek Robuus Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º Haal het maximale uit 360º

feedback Flexibel en online Robuust 360º Werkboek Robuus Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º Haal het maximale uit 360º Robuus Robuust 360º Werkboek e Haal het maximale uit Hartelijk dank voor het gebruiken van Robuust 360º 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt te worden. Lees

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen»

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse

TMA 360º feedback Flexibel en online. TMA 360º feedback werkboek. Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse Haal het maximale uit de TMA 360º fb competentieanalyse Dank u voor het gebruiken van de TMA 360º feedback competentie-analyse 360º feedback is een krachtig instrument, maar dient op de juiste wijze gebruikt

Nadere informatie

Profielwerkstukken β. Onderzoek doen is een vak. maandag 25 juni 2012 08:10:34 Midden-Europese zomertijd

Profielwerkstukken β. Onderzoek doen is een vak. maandag 25 juni 2012 08:10:34 Midden-Europese zomertijd Profielwerkstukken β Onderzoek doen is een vak 25 juni 2012 Profielwerkstukken 2012/2013 Onderzoekende houding Aarsen en Van der Valk (2008). NVOX 33(8), 354-356. Wees nieuwsgierig Wees kribsch Wees deel

Nadere informatie

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet

Plek onderzoeksvraag. Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie. Literatuur. Onderzoeksvraag. Onderzoeksopzet De Onderzoeksvraag Plek onderzoeksvraag Aanleiding handelingsprobleem/verlegenheidssituatie Probleemanalyse probleemstelling Literatuur Onderzoeksvraag Onderzoeksopzet De onderzoeksvraag Goed onderzoek

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen E-resultaat aanpak Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen 2010 ContentForces Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Inleveren: 12 januari 2011, VOOR het college Afspraken Serie 1 mag gemaakt en ingeleverd worden in tweetallen. Schrijf duidelijk je naam, e-mail

Nadere informatie

5.5 Checklist bij de formulering van de probleemaanpak

5.5 Checklist bij de formulering van de probleemaanpak Schrijf de activiteiten nauwkeurig op. Afhankelijk van de situatie doe je dat globaal of tot in detail. Je moet er later, tijdens het oplossingsproces, op kunnen terugvallen. De inschatting van hoe precies

Nadere informatie

Creëer een stevig ontwikkelingsplatform

Creëer een stevig ontwikkelingsplatform Creëer een stevig ontwikkelingsplatform workshop format Dit document is onderdeel van een set ondersteunend materiaal dat ter download wordt aangeboden aan kopers van Strategie Helden door Jeroen De Flander

Nadere informatie

Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms

Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms Onafhankelijke verzamelingen en Gewogen Oplossingen, door Donald E. Knuth, The Art of Computer Programming, Volume 4, Combinatorial Algorithms Giso Dal (0752975) Pagina s 5 7 1 Deelverzameling Representatie

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Hoe los ik iets op?

Opdracht Levensbeschouwing Hoe los ik iets op? Opdracht Levensbeschouwing Hoe los ik iets op? Opdracht door een scholier 2006 woorden 16 april 2006 7 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Inhoudsopgave Inleiding blz. 2 Wat is belangrijk voor een

Nadere informatie

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 11

MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 11 MANAGEMENTVAARDIGHEDEN / 11 Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R Doelen van deze module M Deze module gaat over: G het verband kunnen leggen tussen effectiviteit, creativiteit

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Implementatie: stappen, tips en trucs

Implementatie: stappen, tips en trucs Implementatie: stappen, tips en trucs - DR. CLAUDIA LOBO (HUISARTS, DOCENT HUISARTSOPLEIDING NIJMEGEN UMC ST RADBOUD) - MARJOLEIN TEN WOLDE (MSC, HEALTHCARE POLICY, INNOVATION AND MANAGEMENT, UNIV. MAASTRICHT).

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Vragenlijst leerstijlen (model van Kolb/Juch)

Vragenlijst leerstijlen (model van Kolb/Juch) pag.: 1 van 6 Vragenlijst leerstijlen (model van Kolb/Juch) Bron: www.fractal.org/bewustzijns-besturings-model/vragenlijsten/vragenlijst-leerstijlen.htm Auteur: onbekend Een leerstijl is de manier waarop

Nadere informatie

EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX

EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX EEN SIMULATIESTUDIE VAN DE SCHEDULE CONTROL INDEX Universiteit Gent Faculteit economie en bedrijfskunde Student X Tussentijds Rapport Promotor: prof. dr. M. Vanhoucke Begeleider: Y Academiejaar 20XX-20XX

Nadere informatie

HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN CREATIVITEIT

HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN CREATIVITEIT HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN WAT IS? Creativiteit: het vermogen om perspectieven, paden, oplossingen, mogelijkheden en ideeën te zien die anderen niet kunnen of willen zien. Innovativiteit vereist creativiteit.

Nadere informatie

Voorwoord... iii Verantwoording... v

Voorwoord... iii Verantwoording... v Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

E-MAIL AWARD 2013 : PROCEDURE & CASE FORMAT

E-MAIL AWARD 2013 : PROCEDURE & CASE FORMAT E-MAIL AWARD 2013 : PROCEDURE & CASE FORMAT Leuk en goed dat u een case in wilt dienen. Om de jurering eerlijk, eenvoudig en overzichtelijk te maken, willen we u vragen uw case in te dienen aan de hand

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Stimuleer jouw strategieimplementatieproces

Stimuleer jouw strategieimplementatieproces Stimuleer jouw strategieimplementatieproces workshop format Dit document is onderdeel van een set ondersteunend materiaal dat ter download wordt aangeboden aan kopers van Strategiehelden door Jeroen De

Nadere informatie

Competentiemeter Zelfsturing

Competentiemeter Zelfsturing Competentiemeter Zelfsturing Met het invullen van deze vragenlijst krijg je een beeld van je eigen bekwaamheden als zelfstuurder. Deze vragenlijst is in de eerste plaats bedoeld voor zelfanalyse. Je kunt

Nadere informatie

Onderzoeksontwerp. (wo 16 sept 2015) Jac Christis

Onderzoeksontwerp. (wo 16 sept 2015) Jac Christis Onderzoeksontwerp (wo 16 sept 2015) Jac Christis Interventie projecten Praktijkstroom: interventies bij bedrijven 1 2 3 4 E D V O Standaard werkwijze Empirisch onderzoek Kwantitatief Kwalitatief (Survey)

Nadere informatie

Invloed van de OR Meer dan alleen art. 25 & 27!

Invloed van de OR Meer dan alleen art. 25 & 27! 1 GITP Welkom! Charlotte Potman 5 mei 2014 Invloed van de OR Meer dan alleen art. 25 & 27! 2 3 GITP Welkom! Charlotte Potman 5 mei 2014 Op een schaal van 0-10 hoeveel invloed heeft jouw OR eigenlijk? 4

Nadere informatie