Demografie en IoKale economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Demografie en IoKale economie"

Transcriptie

1 i ~~~ 3~ Demografie en IoKale economie De wederzijdse relatie tussen bevolkingsopbouw en de sociaal-economische performance van Amsterdam Naam: Brenda Platschorre ANR: Startdatum : Supervisor: Prof. dr. F.W.M. Boekema Vak: Regionale economie Thema: Regionale ontwikkeling Aantal woorden: 7901

2 Inhoud Voorwoord 2 1. Inleiding Inleiding Probleemstelling Onderzoeksvragen Onderzoeksmethoden en aanpak Structuur van het onderzoek 4 2. De sociaal-economische performance van Amsterdam Amsterdam in cijfers Allochtonen in Amsterdam ~ 2.3 Opmerkelijke tegenstrijdigheid ~ 3. Woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index Woon-aantrekkelijkheid g 3.2 Kritiek op de woon-aantrekkelijkheid g 3.3 Sociaal-economische index Mogelijke verklaring tegenstrijdigheid Gemeente en de woningvoorraad Allochtonen en de tegenstrijdigheid Allochtonen en de sociaal-economische performance Sociaal-economische positie van allochtonen Invloed op sociaal-economische performance Effect van segregatie Alternatieve methoden Kritiek op de sociaal-economische index Beperking van de index Aanbevelingen Conclusies en aanbevelingen 1~ Begrippenlijst 20 Literatuur 2 1 1

3 Voorwoord Dit onderzoek is de afsluiting van het bachelorprogramma van de studie Algemene Economie aan de Universiteit van Tilburg. De keuze van het onderwerp en de begeleider van de scriptie wordt aan de studenten zelf overgelaten. Ik ben bij Prof. dr. F.W.M. Boekema als begeleider uitgekomen, omdat hij dé proffessor is op het gebied van regionale economie aan de Universiteit van Tilburg. De keuze voor het onderwerp demografie en lokale economie is ontstaan na een college te hebben bijgewoond met als onderwerp de economische gevolgen van segregatie van allochtonen in Rotterdam. Dit college is voor mij de aanleiding geweest om het sociale aspect van een economie nader te onderzoeken. Het onderzoek is voornamelijk gebaseerd op een literatuurstudie. Naast de literatuurstudie heb ik een interview gehouden met Drs. J. Slot, hoofd van de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Ik zou graag van deze gelegenheid gebruik willen maken om een aantal mensen te bedanken die mij hebben geholpen bij het onderzoek. Allereerst wil ik Prof. dr. F.W.M. Boekema heel erg bedanken voor zijn begeleiding. Hij heeft mij ten eerste de `Atlas voor gemeenten 2004' aangeraden als literatuur. De atlas is erg belangrijk geweest voor mijn onderzoek, omdat ik gebruik heb gemaakt van de sociaal-economische index die de atlas hanteert bij het meten van de sociaal-economische performance van verschillende steden. Ook heeft Prof. dr. F.W.M. Boekema meerdere malen tijd voor mij vrijgemaakt om mijn scriptie te bespreken en advies te geven. Ik zou ook graag de medewerkers van de Stadsbibliotheek van Amsterdam willen bedanken voor hun gastvrijheid en behulpzaamheid bij het vinden van literatuur over de sociaal-economische performance van Amsterdam. Verder ben ik Drs. S. Crok, werkzaam bij de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam, erg dankbaar. Zij heeft voor mij een interview kunnen regelen met Drs. J. Slot. Tenslotte wil ik Drs. J. Slot ook hartelijk bedanken voor zijn kostbare tijd die hij voor mij heeft vrijgemaakt en voor de informatie die hij mij heeft gegeven. B. Platschorre Studente Algemene Economie 2

4 L Inleiding 1.1 Inleiding Amsterdam is een stad met een hoog percentage allochtonen. Eén derde van de totale bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen die een relatief slechte sociaal-economische positie hebben. Het is opmerkelijk voor Amsterdam dat de stad een hoge-woonaantrekelijk heeft, terwijl er op sociaal-economisch gebied relatief slecht gescoord wordt. Men zou verwachten dat een stad met een hoge-woonaantrekkelijkheid ook een goede sociaaleconomische performance heeft. Verschillende bevolkingsgroepen kunnen invloed uitoefenen op de sociaal-economische performance van een stad. 1.2 Probleemstelling Er wordt centraal gesteld dat er een tegenstrijdigheid is tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index van Amsterdam. In het onderzoek zal er een verklaring gezocht worden voor deze tegenstrijdigheid. Omdat verschillende bevolkingsgroepen invloed hebben op de sociaal-economische performance van een stad, zal er specifiek gekeken worden naar de invloed van de aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen op de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance van Amsterdam. 1.3 Onderzoeksvrage n Naar aanleiding van de probleemstelling zijn er een aantal onderzoeksvragen. De onderzoeksvragenluiden : - Hoe staat de economie van Amsterdam er voor? - Hoe worden de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index bepaald? - Wat is de verklaring voor de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische perfortnance van Amsterdam? - Wat is het verband tussen de aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen en de tegenstrijdigheid? - Welke factoren veroorzaken de relatief slechte sociaal-economische positie van allochtonen? - Wat is de de invloed van de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam? 1.4 Onderzoeksmethoden en aanpak Het onderzoek is voor het grootste gedeelte gebaseerd op een literatuurstudie. Om de sociaaleconomische performance van Amsterdam te kunnen beschrijven is er vooral gebruik gemaakt van de Atlas voor gemeenten 2004, Amsterdamse Economische Verkenningen 2004 en Amsterdam in cijfers, jaarboek De Stichting atlas voor gemeenten geeft ieder jaar een atlas uit waarin de vijftig grootste gemeenten van Nederland met elkaar vergeleken worden. De atlas bevat nuttige informatie voor gemeenten en geeft een duidelijk beeld van de economie van Amsterdam. De Amsterdamse Economische Verkenningen bevatten veelal cijfermateriaal over de economie van Amsterdam. Om de sociaal-economische positie van allochtonen te bepalen zijn er vooral rapporten bestudeerd met betrekking tot etnische minderheden. Naast literatuuronderzoek is er een bezoek gebracht aan de Stadsbibliotheek van Amsterdam om informatie te zoeken over de sociaal-economische performance van Amsterdam. Tenslotte is er een half gestructureerd interview gehouden met Drs. J. Slot, hoofd van de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam. Hij heeft antwoord kunnen geven op vragen over de beperkingen van de sociaal-economische index die is gebruikt in het onderzoek. 3

5 1. S Structuur van het onderzoe k Het onderzoek begint met een beschrijving van de sociaal-economische situatie voor Amsterdam. In dit hoofdstuk zijn voornamelijk cijfers te vinden over hoe de economie er voor staat. Naast de beschrijving van de lokale economie zal de sociaal-economische situatie voor allochtonen kort worden ingeleid. Tenslotte zal de tegenstrijdigheid van de hogewoonaantrekkelijkheid en de relatief slechte sociaal-economische index besproken worden, omdat dit opmerkelijk is voor Amsterdam. In hoofdstuk 3 zal er een verklaring worden gezocht voor de tegenstrijdigheid tussen de hoge woon-aantrekkelijkheid en de middelmatige sociaal-economische index. Er zal een verband worden gelegd tussen deze tegenstrijdigheid en de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen in Amsterdam. In hoofdstuk 4 zal de invloed van allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam besproken worden. In dit hoofdstuk wordt er eerst aandacht geschonken aan de sociaaleconomische positie van allochtonen. Aan de hand van deze positie zal op basis van de sociaal-economische index de invloed van allochtonen worden bepaald. Verder zal er uitgelegd worden wat de invloed van segregatie is op de sociaal-economische positie van allochtonen en hoe deze positie verbeterd zou kunnen worden. Ook zullen er alternatieve methoden worden besproken om de invloed van allochtonen op de sociaal-economische performance te bepalen. Tenslotte zal er gekeken worden wat de invloed is van het hoge percentage allochtonen op de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance. In hoofdstuk 5 komt de kritiek op de sociaal-economische index aan bod. Er wordt uitgelegd wat de beperkingen zijn van de maatstaf en hoe deze eventueel verbeterd zou kunnen worden. Tenslotte zijn de conclusies een samenvattend geheel van het onderzoek en zullen er nog een aantal aanbevelingen worden gedaan. 4

6 2. De sociaal-economische performance van Amsterda m In dit hoofdstuk zal de sociaal-economische situatie voor Amsterdam worden beschreven. Er zal ten eerste gekeken worden naar onder andere het inkomen, arbeidsparticipatie, conjunctuur en de arbeidsmarkt. De situatie voor allochtonen in Amsterdam zal kort worden besproken en er zal aandacht geschonken worden aan de tegenstrijdigheid tussen de woonaantrekkelijkheid en de sociaal-economische index. Het cijfermateriaal is voor een groot deel ontleend aan Amsterdamse Economische Verkenningen 2004, Amsterdam in cijfers, jaarboek 2004 en Atlas voor Gemeenten Amsterdam in cijfers Amsterdam is met haar inwoners de nummer 1 gemeente van de 50 grootste gemeenten in Nederland. Het totale besteedbare inkomen van huishoudens in Amsterdam was in 2000 hoger dan het totale besteedbare inkomen van de drie andere grote Nederlandse stedenl. Voor Amsterdam geldt dat de eenpersoonshuishoudens het grootste aandeel hebben in het besteedbare inkomen. Ook het gemiddeld besteedbare inkomen per inwoner is hoger in Amsterdam dan in de drie andere grote steden. Het verloop van de werkgelegenheid in Amsterdam is hetzelfde als voor Nederland als geheel en is in de loop van 2003 afgenomen met 10~0. Het aantal arbeidsplaatsen is afgenomen van tot , waarbij de zakelijke dienstverlening de hardste klap kreeg met een verlies van 3000 arbeidsplaatsen. Ongeveer 40oro van de beschikbaze arbeidsplaatsen worden bezet door mensen die buiten de gemeente Amsterdam wonen. In juli 2004 zijn er ongeveer niet- werkende werkzoekenden, vooral het aantal middelbaar en hoger opgeleide werkzoekenden is sterk gestegen. De werkloosheid is in de gemeente Amsterdam iets hoger dan gemiddeld in de hele regio. Tabel 1 ; Kernci'fers Amsterdam 2004 Inwoners Groei van de roductie 1,2a~o Werklozen als ercenta e van de beroe sbevolkin 5,20~0 Arbeids laatsen Niet-werkende werkzoekenden Arbeids artici atie als ercenta e van de beroe sbevolkin 730~0 Allochtonen als ercenta e van de totale bevolkin 490~0 Bron: Samengesteld uit Atlas voor gemeenten 2004, Amsterdamse Economische Verkenningen 2004 en Amsterdam in cijfers, jaarboek 2004 De productiegroei was het gevolg van de hoogconjunctuur waaz de wereldeconomie zich in dat jaar bevond. De opleving komt voort uit de export en dus niet uit een toename van de binnenlandse bestedingen. In figuur 1 is de groei van het productievolume voor de regio Amsterdam afgebeeld. ' Tot de vier grootste steden van Nederland behoren naast Amsterdam, Den-Haag, Rotterdam en Utrecht. 5

7 Figuur 1 ; De groei van het ( bruto) productievolume (~~o) in de regio Amsterdam. ~~e i ~ ~ '~ ' ' I ?000?001 ~00? '003 20():1 '00~ Bron: Amsterdamse Economische Verkenningen De toename van de productie heeft er echter niet voor gezorgd dat het arbeidsvolume is toegenomen. `In 2004 wordt thans een daling van het arbeidsvolume met 1,60~o geraamd bij een groei van de arbeidsproductiviteit van 2,90~0' (Vegt, van der, C., e.a., 2004 :15). De economische groei in de regio Amsterdam gaat echter wel gepaard met banenverlies. Voor de regio Amsterdam is het banenverlies relatief groter dan voor Nederland als geheel en dit is te wijten aan de samenstelling van de regionale economie. `De sectoren die relatief belangrijk zijn voor Amsterdam zijn transport en vervoer, de traditionele financiële sector en de zakelijke dienstverlening en in toenemende mate toerisme. Daarnaast is, wat tegenwoordig de creatieve industrie wordt genoemd, een belangrijke sector. Deze sector bestaat uit drie subsectoren; de traditionele gesubsidieerde kunst, mediasector en de ICT-sector' (Slot, 2005). Gedurende de recessie, met een dieptepunt in 2001, zijn de sectoren financiële en zakelijke dienstverlening en luchtvaart het zwaarst getroffen. De stuwende sectoren zullen door de productiegroei het snelste herstellen na een periode van laagconjunctuur, doordat deze sectoren een groot deel van de productie buiten de regio afzetten. Figuur 2 laat de ontwikkeling van de werkgelegenheid per sector zien. Firguur 2 ; Ontwikkeling van de werkgelegenheid per sector op de Amsterdamse bedrijfslocaties tussen 1998 en OD0 4D ~ 1~ 2D o00 0 2ooa ib i~z ~ Si p~~ 3~, op. ~ o ~ o ~~i ~y ~e d4 ~ `~ ~ ~A,,~~G~G`~ G~71 ~~d ~~i`}~ ~ a "'~,j. ~ Pj~ f ~~y ~i.~ ~ ~j. ~?~j ~~O ~y ~I i i6i ~ry e~ i`9 ~ O ~hy,~,~z~ ty 6Y~~ ~.sf~ bé ~.~~ ~~s~ a~g~ ~yly~~~,afe~ ~i`~ nd~ ~~ ' i~ 0 Bron : Monitor Werkgelegenheid Befrijfslocaties 2004, Dienst Onderzoek en Statistiek. 6

8 De industrie profiteert uiteindelijk het meest van de aantrekkende wereldhandel, doordat deze sector relatief veel exporteert. Het banenverlies en een licht stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen leidden tot een stijgende werkloosheid. 2.2 Allochtonen in Amsterda m In Amsterdam is in 2004 ongeveer 490~o van de bevolking allochtoon. Het besteedbare inkomen van deze bevolkingsgroep is lager dan dat van autochtonen. Vooral niet-westerse allochtonen hebben een lager gemiddeld besteedbaar inkomen. De arbeidsmarktpositie van etnische minderheden is verbeterd over de jaren, maar er is nog altijd een achterstand ten opzichte van de autochtone bevolking. De arbeidsparticipatie van allochtonen steeg van 37oro in 1994 tot SOo~o in 2002 en de werkloosheid daalde van 260~o in 1994 tot l0oro in 2001, maar de arbeidsparticipatie blijft achter bij die van de autochtone bevolking en ook is de werkloosheid nog altijd drie keer zo hoog onder minderheden. Het opleidingsniveau, slechte beheersing van de Nederlandse taal, flexibele arbeidsrelaties en de lage arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen zijn onder andere oorzaken voor die achterstand. Verder blijkt dat er nog altijd onderscheid wordt gemaakt tussen hoogopgeleiden. De werkloosheid onder hoogopgeleide allochtonen is hoger dan de werkloosheid onder hoogopgeleide autochtonen. 2.3 Opmerkelijke tegenstrijdigheid Amsterdam is een stad met een hoge woon-aantrekkelijkheid. Daar tegenover staat dat de stad niet zo goed scoort op sociaal-economisch gebied, iets wat opmerkelijk te noemen is. Men zou verwachten dat een hoge woon-aantrekkelijkheid gepaard gaat met een hoge sociaaleconomische index. Het is immers aannemelijk dat een stad aantrekkelijk is om te gaan wonen, als er voldoende arbeidsmarktperspectief is. De arbeidsmarkt is van belang om de sociaal-economische performance van Amsterdam te kunnen bepalen. Vooral de aanwezige banen en werkloosheid zijn twee belangrijke factoren die van invloed zijn op de sociaaleconomische index. In dit onderzoek is er gebruik gemaakt van de sociaal-economische index die de Stichting atlas voor gemeenten hanteert. De factoren die de index bepalen zijn bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, armoede, percentage laagopgeleiden, participatie van vrouwen, banen, en het percentage groeisectoren. A1 deze factoren worden voor de gemeente Amsterdam gemeten en op basis van een gewogen combinatie van de factoren wordt de gemeente Amsterdam vergeleken met de andere grote gemeenten van Nederland. De vergelijking van de vijftig grootste gemeenten geeft uiteindelijk de sociaal-economische positie van Amsterdam weer. Dezelfde methode wordt gebruikt om de woonaantrekkelijkheid te meten. De factoren die gebruikt worden om de woon-aantrekkelijkheid te meten zijn bereikbaarheid, percentage koopwoningen, veiligheid, nabijheid van natuur, cultureel aanbod, historisch karakter, culinair aanbod en de aanwezigheid van een universiteit. In hoofdstuk 3 zal er getracht worden een verklaring te vinden voor enerzijds de hoge woonaantrekkelijkheid en anderzijds de middelmatige sociaal-economische index. 7

9 3. Woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische inde x In dit hoofdstuk zullen de woon-aantrekkelijkheid en sociaal-economische index nader worden toegelicht. Er zal voor Amsterdam gekeken worden hoe de verschillende factoren de twee maatstaven beïnvloeden. Verder wordt er kritisch gekeken naar de manier waarop de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index worden bepaald. Tenslotte zal er getracht worden een verklaring te vinden voor de tegenstrijdigheid tussen woonaantrekkelijkheid en de sociaal-economische index en zal er een verband gelegd worden tussen deze tegenstrijdigheid en de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen. De ~ percentages zijn ontleend aan Amsterdam in cijfers, jaarboek Woon-aantrekkelijkheid De woon-aantrekkelijkheid van Amsterdam is erg hoog, de gemeente Amsterdam heeft de hoogste woon-aantrekkelijkheid van de vijftig grootste gemeenten van Nederland. De factoren die woon-aantrekkelijkheid bepalen zijn bereikbaarheid, percentage koopwoningen, veiligheid, nabijheid van natuur, cultureel aanbod, historisch karakter, culinair aanbod en de aanwezigheid van een universiteit. Voor Amsterdam geldt dat er vooral een groot cultureel en culinair aanbod is. De woningvoorraad is in Amsterdam hoger dan in de drie andere grote steden. Het is echter wel zo dat het percentage koopwoningen laag is. Het grootste deel van de woningvoorraad bestaat uit goedkope huurwoningen. De historische binnenstad zorgt ervoor dat Amsterdam goed scoort op historisch karakter. Verder is Amsterdam goed bereikbaar en is er een universiteit aanwezig in de stad. Van de vier grote steden is Amsterdam de stad met het hoogste aantal gepleegde misdrijven, wat niet ten goede komt aan de veiligheid van de stad. Ook op de nabijheid van natuur scoort Amsterdam laag. 3.2 Kritiek op de woon-aantrekkelijkheid Om met de maatstaf te kunnen werken is het erg belangrijk dat er goed gekeken wordt naar de factoren die de maatstaf bepalen en dan met name naar de weging van de verschillende factoren. De weging van bepaalde factoren kan van grote invloed zijn op de gemeten verschijnselen. Ik moet hierbij een kritische kanttekening plaatsen bij de gegevens die de Stichting atlas voor gemeenten verstrekt. De atlas voor gemeenten 2004 is heel nuttig voor een gemeente, er is veel informatie beschikbaar, echter het schort nog aan een aantal zaken. De atlas geeft bijvoorbeeld niet aan hoe bepaalde factoren worden meegewogen bij het bepalen van prestaties van gemeenten. Er kan worden aangenomen dat alle factoren voor een index zoals de woon-aantrekkelijkheid even zwaar meewegen, omdat verder niet wordt aangegeven dat dit het geval is. Mocht het toch niet zo zijn dat de factoren gelijke gewichten hebben, dan kunnen uitkomsten beïnvloed worden door aan bepaalde zaken een zwaarder of juist een minder zwaar gewicht te koppelen.voor de woon-aantrekkelijkheid geldt bijvoorbeeld dat de factor veiligheid een rol speelt. Er is in Amsterdam veel criminaliteit wat een negatieve invloed heeft op de veiligheid. De factor veiligheid heeft dus een negatief effect op de woon-aantrekkelijkheid. Door een laag gewicht te geven aan de factor veiligheid zou de uitkomst gemanipuleerd kunnen worden. Vooralsnog kan er vanuit worden gegaan dat in dit geval alle factoren even zwaar meewegen. Daarnaast wordt er geen verklaring gegeven voor het feit dat bepaalde factoren wel of juist niet worden meegenomen in het meten van de woon-aantrekkelijkheid van een stad. De vraag is of er geen andere factoren van belang kunnen zijn bij het bepalen van de woon-aantrekkelijkheid. De situatie op de arbeidsmarkt, het aantal beschikbare banen en de werkloosheid zijn factoren die mensen aantrekken of juist afstoten. Deze factoren worden echter niet meegenomen in het meten van de woonaantrekkelijkheid. Voor allochtonen geldt dat ze naar bepaalde steden toe trekken omdat zich daar al mensen uit hetzelfde land van herkomst bevinden. Door zich bij de al eerder 8

10 gevestigde allochtonen te voegen hebben ze, door middel van netwerken, meer kans van slagen op woonruimte of eventueel een baan. Het bestaan van netwerken kan dus een belangrijke factor zijn waardoor een stad aantrekkelijk wordt voor bepaalde bevolkingsgroepen. 3.3 Sociaal-economische index De sociaal-economische index is middelmatig voor Amsterdam. De factoren die een negatieve invloed hebben op de index zijn het aantal mensen die bijstand ontvangen, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, arbeidsparticipatie van vrouwen en het aantal laag opgeleide mensen. Voor Amsterdam geldt dat veel mensen bijstand ontvangen. Het aandeel bijstandontvangers is wel gedaald in de periode , maar is nog altijd hoger dan het landelijk gemiddelde. De werkloosheid is in Amsterdam hoger dan het gemiddelde van de vijftig grootste gemeenten, de werkloze beroepsbevolking is namelijk gelijk aan 8,40~0. Naast de werkloosheid is ook de arbeidsongeschiktheid voor Amsterdam het hoogste van de vier grote steden. In Amsterdam hebben veel huishoudens een laag inkomen, waardoor er relatief veel armoede is, wat weer een negatieve invloed heeft op de sociaal-economische index. Naast een hoog aantal hoogopgeleiden, heeft Amsterdam ook te kampen met een hoog percentage laagopgeleide mensen. De totale arbeidsparticipatie in Amsterdam is gelijk aan 730~o van de beroepsbevolking. De arbeidsparticipatie van vrouwen is lager dan die van mannen; 660~o ten opzichte van 800~0. De deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt zou aanzienlijk hoger kunnen zijn als er meer allochtone vrouwen zouden zijn die werken. Wat een positieve invloed heeft op de sociaal-economische index is het aantal banen in Amsterdam. Het aantal banen is in Amsterdam hoger dan in de andere drie grote steden in 2002 en dan met name in de zakelijke dienstverlening is het aantal banen hoog. Het percentage groeisectoren zijn van belang voor het bepalen van de sociaal-economsiche index. Voor Amsterdam geldt dat vooral de sectoren transport en vervoer, financiële en zakelijke dienstverlening en toerisme een positief effect hebben op de index. Ook voor de sociaaleconomische index geldt dat er kritiek is op de manier waarop de index is bepaald. In hoofdstuk 5 zal er verder worden ingegaan op de benadering van de sociaal-economische index. 3.4 Mogelijke verklaring tegenstrijdighei d Een mogelijke verklaring voor de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index van Amsterdam kan liggen in het feit dat er een relatief groot goedkoop huursegment is. Het blijkt uit onderzoek van de Amsterdamse federatie van woningcorporaties dat de woningvoorraad in 2002 gelijk is aan woningen en dat ruim 800~o uit huurwoningen bestaat. Uit een ander onderzoek van het Regionaal Orgaan Amsterdam en de gemeente Amsterdam blijkt dat ongeveer 520~o van de huurwoningen in Amsterdam uit goedkope huurwoningen bestaat. De aanwezigheid van een relatief groot goedkoop huursegment biedt de mogelijkheid tot huisvesting voor alle leeftijdsgroepen en alle inkomensniveau's. Het is dan mogelijk dat veel werklozen of inensen die van de bijstand leven zich huisvesten in de goedkope huurwoningen, waardoor de sociaal-economische index negatief beïnvloed wordt. Om deze redenering te rechtvaardigen moet er gekeken worden naar wat voor `soort' mensen er in die huurwoningen wonen. Er is echter geen informatie beschikbaar over de bezetting van huurwoningen, wel is het voor Amsterdam duidelijk dat in 2002 meer dan de helft van het aantal huurwoningen een huurprijs heeft tot ê3652 (Dignum, K. e.a., 2004 : 11). Een aanname is dat de goedkope huurwoningen bezet zullen worden door z In het rapport van het Regionaal Orgaan Amsterdam en de gemeente Amsterdam `Woningbehoefteonderzoek ROA t Almere: trends ' wordt een verdeling gemaakt in de huurpijzen. De verdeling verloopt als volgt: huur tot E365, huur E , huur E en huur ~565. 9

11 mensen met lage inkomens, omdat mensen met beperkte financiële mogelijkheden geen andere keus hebben. Mensen met lage inkomens zullen over het algemeen een laag scholingsniveau hebben of zullen werkloos zijn, zodat ze van een uitkering moeten leven. Er kan geconcludeerd worden dat de verklaring voor de tegenstrijdigheid tussen de hoge woonaantrekkelijkheid en de middelmatige sociaal-economische index van Amsterdan is dat de woningvoorraad voor het grootste deel uit relatief goedkope huurwoningen bestaat. Er is aangenomen dat de goedkope huurwoningen bewoond worden door mensen met lage inkomens, wat een negatieve uitwerking heeft op de sociaal-economische index. Of de oorzaak voor het lage inkomen ligt in het feit dat men werkloos is, een laag scholingsniveau heeft of van de bijstand leeft is verder niet bekend. Er moet rekening worden gehouden met het feit dat er geen harde cijfers zijn die de aanname kunnen bevestigen dat de goedkope huurwoningen bezet worden door mensen met lage inkomens. Om te kijken of de aanname rechtvaardig is zou er onderzoek gedaan kunnen worden naar de identiteit van bewoners van huurwoningen in Amsterdam. Met dit onderzoek zou er aangetoond kunnen worden of de goedkope huurwoningen bewoond worden door mensen met beperkte financiële middelen. 3.5 Gemeente en de woningvoorraad De vraag die naar boven komt is of de gemeente Amsterdam iets aan de scheve verhouding doet tussen het relatief grote goedkope huursegement en de relatief lage voorraad koopwoningen. De woningmarkt is in zeer belangrijke mate bepalend voor dat wat je terug ziet in de sociaal-economische posities. Het relatief grote goedkope huursegment trekt de minder welvarende mensen, met lage opleidingsniveau's aan. `De gemeente vindt het vooral belangrijk dat de juiste mensen zich in de stad kunnen huisvesten. De typisch stedelijk georiënteerde huishoudens zijn belangrijk voor een stad. Er wordt dan ook meer naar evenwicht gezocht in de woningvoorraad ; er worden meer koopwoningen gebouwd en het aandeel sociale huur in de huurprogramma's gaat omlaag' (Slot, 2005) Allochtonen en de tegenstrijdighei d Het is gebleken dat de tegenstrijdigheid van de hoge woon-aantrekkelijkheid en de middelmatige sociaal-economische index te verklaren is doordat de woningvoorraad voor het grootste deel uit goedkope huurwoningen bestaat. Door het relatief grote goedkope huursegment in Amsterdam kunnen minder welvarende mensen zich gemakkelijk vestigen in de stad. Voor allochtonen geldt dat ze een relatief slechte sociaal-economische positie hebben en dat ook zij zich gemakkelijk in Amsterdam kunnen vestigen. De allochtonen worden aangetrokken tot de goedkope huurwoningen, omdat ze door hun beperkte financiële situatie geen andere mogelijkheden hebben. De aanwezigheid van het relatief grote goedkope huursegment in Amsterdam zorgt ervoor dat veel allochtonen zich in Amsterdam vestigen. De aanwezigheid van een hoog percentage allochtone inwoners, met een relatief slechte sociaaleconomische positie, zal een negatieve uitwerking hebben op de sociaal-economische performance van Amsterdam. In hoofdstuk 4 zal er gekeken worden naar wat nu precies de invloed is van allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam. 10

12 4. Allochtonen en de sociaal-economische performanc e In dit hoofdstuk zal er gekeken worden naar de mogelijke wederzijdse relatie tussen de bevolkingsopbouw en de sociaal-economische performance van Amsterdam. De bevolkingsopbouw wordt hier toegespitst op allochtonen en dan in het bijzonder de invloed van niet-westerse allochtonen. Allereerst zal de sociaal-economische positie van allochtonen worden besproken. Daarnaast zal er op basis van de sociaal-econmische index bepaald worden wat de invloed is van allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam. Verder zal er gekeken worden naar segregatie, omdat segregatie van invloed is op de sociaal-economische positie van allochtonen. Ook zullen er alternatieve methoden worden besproken om de invloed van allochtonen op de sociaal-economische performance te kunnen meten. Tenslotte zal er gekeken worden wat de invloed is van de aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen op de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance van Amsterdam. 4.1 Sociaal-economische positie van allochtone n Voor Amsterdam geldt dat ongeveer éénderde van de bevolking niet-westers allochtoon is. De arbeidsmarktpositie van deze bevolkingsgroep is de laatste jaren verbeterd, maar er is nog steeds een grote achterstand ten opzichte van de autochtone bevolking. Voor allochtonen geldt dat er een hogere werkloosheid en een lagere arbeidsparticipatie is dan onder de autochtone bevolking. De achterstand is vooral te wijten aan het lage scholingsniveau dan wel het gebrek aan scholing, de slechte beheersing van de Nederlandse taal en de flexibele arbeidsrelaties. Het scholingsniveau van allochtonen is wel toegenomen de laatste jaren, vooral onder de jongeren, maar nog altijd hebben ze een achterstand ten opzichte van het niveau van de autochtone bevolking. Vaak hebben allochtonen flexibele arbeidsrelaties. Een flexibele arbeidsrelatie betekent dat er sprake is van een tijdelijk arbeidscontract en zorgt ervoor dat allochtone arbeiders makkelijker ontslagen kunnen worden. De slechte beheersing van de Nederlandse taal maakt het allochtonen moeilijk om goed te kunnen communiceren met autochtonen. De taalbeheersing zorgt dan ook voor een barrière op de arbeidsmarkt. Naast het lage scholingsniveau, de flexibele arbeidsrelaties en de slechte taalbeheersing, kan discriminatie van werkgevers ook een oorzaak zijn voor de achterstand van allochtonen. Het blijkt uit onderzoek dat werkgevers nog steeds de voorkeur geven aan hoogopgeleide autochtonen, zodat de allochtonen minder kansen krijgen om ervaring op te doen. Het scholingsniveau van allochtonen zorgt ervoor dat ze over het algemeen laaggeschoolde banen hebben. `Etnische minderheden zijn oververtegenwoordigd in elementaire en lagere beroepen' (Nieuwenhuizen, E., 2004). Naast de achterstand op de arbeidsmarkt vertonen allochtonen afwijkend demografisch gedrag. Allochtonen beginnen eerder aan het gezinsleven dan autochtonen, ze krijgen over het algemeen op vroegere leeftijd en bovenal meer kinderen. Het gevolg van het afwijkende demografische gedrag is dat allochtone vrouwen vaak thuisblijven om voor het gezin te zorgen. De arbeidsparticipatie onder allochtone vrouwen is om deze reden relatief laag. `Er zijn wel opvallende tekenen van demografische modernisering. Zo worden vrouwen in de tweede generatie veel later moeder dan in de eerste generatie, ook ligt het uiteindelijke kindertal in recente generaties beduidend lager dan bij de oudere generatie' (Dagevos, J., 2003 :32). Ondanks de tekenen van demografische modernisering is de arbeidsparticipatie onder allochtone vrouwen nog altijd lager dan voor autochtone vrouwen. De achterstand, veroorzaakt door het lage scholingsniveau, slechte beheersing van de Nederlandse taal en de flexibele arbeidsrelaties, samen met het afwijkende demografische gedrag zorgen ervoor dat allochtonen een relatief slechte sociaal-economische positie hebben. 11

13 4.2 Invloed op sociaal-economische perf~rmanc e Om de invloed van de aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen op de sociaaleconomische performance van Amsterdam te bepalen, wordt er gebruik gemaakt van de index die de Stichting atlas voor gemeenten hanteert. Er zal voor verschillende factoren worden gekeken op welke manier allochtonen de sociaal-economische positie beïnvloeden. Er kan allereerst gekeken worden naar wat voor soort banen allochtonen vervullen. Hooggeschoolde banen zijn van belang voor het stimuleren van de kenniseconomie. Het is heel erg belangrijk voor de economische performance dat er innovaties worden gedaan, hier is de kenniseconomie de voedingsbodem voor. Het is gebleken dat allochtonen over het algemeen laaggeschoolde functies vervullen. Het lage scholingsniveau van allochtonen zorgt voor een negatief effect op de sociaal-economische index en doordat ze werkzaam zijn in de laaggeschoolde banen, leveren ze geen significante bijdrage aan de kenniseconomie. Ook de nog altijd hoge werkloosheid onder allochtonen heeft een negatief effect op de sociaaleconomische performance. De allochtonen die werkloos zijn ontvangen een werkloosheidsuitkering, wat een kostenpost is voor de overheid. De flexibele arbeidsrelaties worden voor de sociaal-economische positie van allochtonen gezien als een nadeel, maar ze kunnen vanuit de sociaal-economische performance van Amsterdam juist gezien worden als iets positiefs. De flexibele arbeidscontracten zorgen er voor dat allochtonen die geen vast contract hebben momenteel werkzaam zijn, ze hoeven dus geen uitkering te ontvangen wat positief is voor de overheidsuitgaven. Daarnaast doen de allochtonen werkervaring op waardoor ze in de toekomst beter benut kunnen worden en betere kansen zullen hebben op de arbeidsmarkt. Voor de arbeidsparticipatie van allochtonen geldt dat deze lager is dan de participatie van autochtonen. De participatie van vrouwen wordt als factor meegenomen in de sociaal-economische index. De lage participatiegraad van allochtonen is onder andere het gevolg van de relatief lage arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen. De totale arbeidsparticipatie van vrouwen zou hoger kunnen zijn als de participatie van allochtone vrouwen zou toenemen. De arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen zorgt voor een negatieve invloed op de sociaal-economische performance van Amsterdam. De index zou hoger kunnen zijn als meer allochtone vrouwen de arbeidsmarkt zouden betreden. Zoals naar voren is gekomen in hoofdstuk 2 hebben allochtonen een lager gemiddeld besteedbaar inkomen dan autochtonen. Het is voor een economie juist belangrijk dat deze gestimuleerd wordt door investeringen, en zeker ook door bestedingen. Bestedingen zorgen ervoor dat bedrijven winsten kunnen boeken, waardoor er weer geïnvesteerd kan worden in de productie. Door middel van investeringen blijft de economie draaiende, binnenlandse bestedingen zijn hierbij ook erg belangrijk. De werkloosheid onder de allochtone bevolking in Amsterdam zorgt ervoor dat het gemiddelde inkomen laag blijft onder deze bevolkingsgroep. Voor de sociaal-economische performance van Amsterdam zou het beter zijn als allochtonen een hoger gemiddeld inkomen zouden hebben, waardoor de bestedingen kunnen toenemen. De relatief lage gemiddelde bestedingen van allochtonen beïnvloeden de sociaal-economische index negatief via de factor armoede. Er is tot nu toe gekeken naar hoe allochtonen de sociaaleconomische performance beïnvloeden. De economische performance van een stad heeft echter op haar beurt weer invloed op de arbeidsmarktpositie van allochtonen. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat de arbeidsmarktpositie van allochtonen verbeterd in tijden van hoogconjunctuur. `Onder invloed van een gunstig economisch gesternte is ook de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden verbeterd, vooral blijkend uit de daling in de werkloosheid van etnische minderheden. In tijden van economische neergang blijft veel van het arbeidspotentieel van deze groepen onbenut. De economische groei heeft er vooral voor gezorgd dat de arbeidsmarktpositie van etnische minderheden verbeterd is in de periode ' (Dagevos, J., 2001 : 9 : 26). Er kan geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen een negatieve invloed heeft 12

14 op de sociaal-economische performance van Amsterdam. De negatieve invloed van allochtonen wordt vooral veroorzaakt door het lage scholingsniveau en het afwijkende demografische gedrag. 4.3 Effect van segregatie In Amsterdam is er sprake van een relatief hoge segregatie-index ; ` Voor alle niet-westerse allochtonen samen bedroeg de segregatie-index in Amsterdam bijna 36, voor de meest gesegregeerde groep, i.c. de Turken, is de segregatie-index bijna 42' (Dagevos, J. e.a., 2003 : 24-25). De segregatie is van invloed op de sociaal-economische positie van allochtonen. De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van concentratiewijken is de financiële situatie waarin allochtonen over het algemeen verkeren. Doordat allochtonen relatief vaker werkloos zijn dan autochtonen en doordat ze laaggeschoold zijn hebben ze minder financiële middelen tot hun beschikking. De financiële situatie beperkt dan ook de woonmogelijkheden van deze bevolkingsgroep. `Ze zijn vaak aangewezen op de goedkope huurwoningen. Etnische segregatie is dus voor een belangrijk deel inkomenssegregatie' (Nieuwenhuizen, E., 2003). Het relatief grote goedkope huursegment in Amsterdam zorgt ervoor dat allochtonen, met over het algemeen een slechte sociaal-economische positie, zich in de stad kunnen vestigen. Tegenwoordig is het niet meer zo dat segregatie alleen plaats vindt in de centrale stadsdelen. De allochtonen volgen momenteel het patroon van de autochtonen in hun trek naar de rand van de stad. Er is dan ook vooral segregatie te zien in stadsdelen die niet centraal liggen. Naast het inkomensniveau speelt de aanwezigheid van mensen uit hetzelfde land van herkomst een rol. De allochtonen die in Nederland komen wonen, spreken vaak de taal niet en zijn niet bekend met de Nederlandse gebruiken. Ze zoeken steun bij mensen uit hetzelfde land van herkomst met wie ze kunnen communiceren en die de `nieuwkomers' op weg kunnen helpen. Een belangrijk aspect van segregatie is dat allochtonen in concentratiewijken minder geïntegreerd zijn dan allochtonen die in de minder geconcentreerde stadsdelen wonen. `De concentraties binnen enkele Amsterdamse stadsdelen remmen de integratie van allochtonen' (Dagevos, J., e.a., 2003 :6). Uit empirisch onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam blijkt dat een gemengde of overwegend autochtone vriendenkring leidt tot een gunstigere arbeidsmarktpositie en een hoger inkomen. De integratie zal vlotter verlopen als allochtonen meer ontmoetingskansen hebben met de autochtone bevolking. Als allochtonen meer in contact zouden komen met autochtonen, zullen ze onder andere de Nederlandse taal beter gaan beheersen. Integratie van allochtonen zorgt ervoor dat de arbeidsmarktpositie wordt versterkt. Een sterkere arbeidsmarktpositie betekent meer kans op een baan, een hoger loon en dus meer financiële mogelijkheden. De sociaal-economische index zou verbeterd kunnen worden als de allochtone bevolking meer geïntegreerd zou raken en als gevolg daarvan een sterkere arbeidsmarktpositie zal verkrijgen. Om de integratie te verbeteren is het zaak om de ontmoetingskansen tussen allochtonen en autochtonen te verhogen. De ontmoetingskansen kunnen op twee manieren worden beïnvloed, namelijk door spreiding van allochtone bewoners uit concentratiewijken of door het aantrekken van autochtonen naar de concentratiewijken. `De Raad3 pleit niet voor spreiding, zoals vaak gehoord wordt. De Raad is zich er namelijk van bewust dat, gegeven de financiële mogelijkheden van allochtonen, er niet zoveel te spreiden valt' (Dagevos, J., e.a., 2003 :6). Een andere mogelijke oplossing is investeren in de concentratiewijken, zodat deze delen van de stad weer aantrekkelijk worden voor autochtonen. Het probleem is echter voor beide oplossingen dat er een drastische wijziging in de woningvoorraad zal moeten plaatsvinden. Om de sociaal-economische positie van allochtonen te verbeteren is het noodzakelijk dat deze bevolkingsgroep geïntegreerd raakt. De verbetering van de sociaal-economische positie van allochtonen zal er op haar beurt 3 Wetenschappelijke Raad voor Amsterdam 13

15 voor zorgen dat de sociaal-economische index zal verbeteren. Er is een goed beleid nodig om de integratie te kunnen realiseren of in ieder geval in goede banen te leiden. 4.4 Alternatieve methoden Er moet een kanttekening worden geplaatst bij de conclusie die getrokken is met betrekking tot de negatieve invloed van allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam. Er is namelijk uitgegaan van de sociaal-economische index gemeten door de Stichting atlas voor gemeenten. Zoals in hoofdstuk 5 zal blijken, is er kritiek te leveren op de analyse die gebruikt wordt om de index te bepalen. Men zou aan de hand van alternatieve methoden na kunnen gaan of de conclusie terecht is. Het is een mogelijkheid om de invloed van allochtonen op de sociaal-economische performance van een stad niet op basis van een index te bepalen. De beste manier om te kijken wat de invloed is van allochtonen op de sociaal-economische positie van Amsterdam, is een vergelijking te maken tussen de huidige situatie en de situatie waarin er geen allochtonen aanwezig zouden zijn. Men zou eventueel ook kunnen kijken naar wat de invloed van allochtonen zou zijn als deze bevolkingsgroep op het gemiddelde zou zitten van onder andere het opleidings- en inkomensniveau van de totale bevolking. Er kan dan een vergelijking gemaakt worden met de huidige situatie waarin de allochtone bevolking van Amsterdam een achterstand heeft ten opzichte van de autochtone bevolking en dus onder het gemiddelde scholings- en inkomensniveau zit. Het is echter niet eenvoudig om op basis van de bovengenoemde voorstellen een vergelijking te maken en de invloed van allochtonen te meten, omdat het niet om reële situaties gaat. Op basis van de sociaal-economische index kan er geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen een negatieve invloed heeft op de sociaal-economische performance van Amsterdam. In hoofdstuk 3 is er vastgesteld dat de tegenstrijdigheid tussen de woonaantrekkelijkheid en de sociaal-economische index verklaard kan worden door de grote voorraad goedkope huurwoningen. De goedkope huurwoningen maken Amsterdam aantrekkelijk voor allochtonen, omdat ze zich gemakkelijk in de stad kunnen vestigen. De aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen, met een negatieve invloed op de sociaal-economische index, heeft als gevolg dat er een tegenstrijdigheid is tussen de woonaantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance van Amsterdam. Nader onderzoek, waar de invloed van allochtonen op basis van alternatieve methoden gemeten wordt, zal uit moeten wijzen of de conclusie terecht is dat allochtonen een negatieve invloed hebben op de sociaal-economische performance van Amsterdam. 14

16 5. Kritiek op de sociaal-economische index De maatstaf die wordt gebruikt om de sociaal-economische index voor de gemeente Amsterdam weer te geven is bepaald door de Stichting Atlas voor Gemeenten. In dit hoofdstuk zal er kritisch gekeken worden naar de benadering voor de sociaal-economische index zoals de Stichting atlas voor gemeenten deze hanteert. Ook zullen er aanbevelingen worden gedaan om de sociaal-economische performance van Amsterdam op een andere manier te kunnen benaderen. S.1 Beperking van de index Wat meteen opvalt aan de sociaal-economische index, is dat er een aantal indicatoren bepalend zijn voor de index die allemaal gerelateerd zijn aan het inkomen. Er kan hier getwist worden over het feit of de index wel een zuivere maatstaf is, omdat er sprake zou kunnen zijn van multicollineariteit. Doordat factoren zoals bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid armoede en het scholingsniveau gerelateerd zijn aan het inkomen, wordt de factor inkomen bij al deze factoren weer meegenomen in de schatting van de index. `Dit is echter een klassiek probleem. Omdat er samenhang is tussen de verschillende indicatoren moet je er rekening mee houden dat sommige factoren hetzelfde verschijnsel uitdrukken. Aan de andere kant is het voor de benadering die de Stichting atlas voor gemeenten hanteert niet zo'n probleem, omdat het voor iedere gemeente op dezelfde manier wordt gemeten. De relatieve afstand tussen de verschillende gemeenten kan wel groter worden, maar de relatieve posities zullen niet worden aangetast' (Slot, 2005). Verder is het zo dat de factoren wel met elkaar samenhangen, maar ze zijn niet volledig samenhangend, waardoor iedere nieuwe indicator weer iets nieuws toe voegt. Wat echter wel een serieuze beperking is van de index, is de éénheid waarop de analyse is gebaseerd. Er worden vijftig gemeenten binnen Nederland met elkaar vergeleken, maar de éénheid gemeente is in een aantal opzichten een heel ongelukkige eenheid. `De zeggenschap van gemeentebesturen gaat in principe niet verder dan de gemeentegrens, terwijl allerlei andere ontwikkelingen sterk regionaal zijn. De economische vitaliteit van Amsterdam wordt maar in zeer beperkte mate bepaald door de inwoners van de stad zelf. Ongeveer 400~o van de banen in Amsterdam worden bezet door mensen van buitenaf en deze mensen zijn dus per definitie erg belangrijk voor de sociaal-economische prestaties van de stad' (Slot, 2005). De arbeidsmarkt is erg belangrijk voor de sociaal-economische performance van een stad. Doordat er veel banen bezet worden door mensen die buiten de gemeente wonen, blijkt het dat de arbeidsmarkt van Amsterdam zich niet alleen beperkt tot de gemeente. Doordat de atlas zich in de analyse wél beperkt tot de gemeentegrens, wordt er geen rekening gehouden met mensen buiten de gemeente die een belangrijke impact hebben op de sociaal-economische performance van Amsterdam. 15

17 5.2 Aanbevelinge n Bij het bepalen van een index zoals de sociaal-economische index, is het erg belangrijk dat deze wordt gemeten op basis van de juiste éénheid. Wat al eerder naar voren is gekomen, is dat de sociaal-economische positie van een stad niet alleen verklaard kan worden door wat er in de stad zelf aanwezig is. De sociaal-economische positie wordt bijvoorbeeld maar i n beperkte mate bepaald door het scholingsniveau van de zittende bevolking. Het is echter zo dat het scholingsniveau van alle mensen die zich op de arbeidsmarkt bevinden van invloed is op de sociaal-economische performance van Amsterdam. Om een beter beeld te krijgen van de sociaal-economische positie van Amsterdam is het van belang dat de positie wordt bepaald vanuit regionaal perspectief. Omdat de arbeidsmarkt erg belangrijk is voor de sociaaleconomische performance van een stad, zou het regionaal perspectief gezien kunnen worden als een gebied dat wordt begrensd door de arbeidsmarkt. De regio zou bijvoorbeeld gezien kunnen worden als alle gemeenten waarvan een significant deel van de inwoners een woonwerkrelatie heeft met Amsterdam. Deze mensen die buiten de gemeente Amsterdam wonen, maar wel in Amsterdam werken, leveren een belangrijke bijdrage aan de sociaal-economische performance. Het is dus erg belangrijk dat deze mensen ook worden meegerekend bij het bepalen van de sociaal-economische positie van Amsterdam. Er zal onderzoek gedaan moeten worden naar forenzenstromen richting Amsterdam om zo te bepalen welke gemeenten tot de regio kunnen worden gerekend. De gemeentegrens is eigenlijk een soort toevallige grens, maar deze grens zorgt er wel voor dat er een hogere werkloosheid wordt gemeten voor Amsterdam, dan wanneer deze voor de regio zou worden gemeten. Als men verschillende regio's met elkaar zou vergelijken zal er hoogst waarschijnlijk een genuanceerdere uitkomst zijn wat betreft de sociaal-economische performance van Amsterdam. Men zou zich ook af kunnen vragen of de sociaal-economische positie van een stad wel vergeleken zou moeten worden met gemeenten binnen Nederland. Misschien is het wel beter om de positie van Amsterdam te vergelijken met andere Europese stedelijke regio's. `Een kind snapt dat Amsterdam de enige regio is in Nederland met een luchthaven en dat is een nogal belangrijke factor' (Slot, 2005). Om een goed beeld te krijgen van de sociaal-economische positie van Amsterdam is het wellicht beter om Amsterdam te vergelijken met andere Europese regio's, waar de sector transport en vervoer ook een belangrijk element is voor de regionale economie. Het is heel moeilijk om te zeggen welke factoren wel en niet moeten worden meegenomen om de sociaal-economische performance van een stad te bepalen. Wel is het heel erg belangrijk dat de analyse op basis van de juiste éénheid wordt uitgevoerd. Om de sociaal-economische performance van Amsterdam in kaart te brengen is het veel beter om dit te doen vanuit regionaal perspectief, omdat de positie van Amsterdam niet alleen afhankelijk is van de zittende bevolking. 16

18 6. Conclusies en aanbevelinge n In het onderzoek is er centraal gesteld dat er een tegenstrijdigheid is tussen de woonaantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance van Amsterdam. De tegenstrijdigheid is opmerkelijk te noemen, omdat er bij een hoge-woonaantrekkelijkheid vaak een sterke sociaal-economische positie wordt verwacht. Er is onderzocht wat de verklaring is voor de opmerkelijke tegenstrijdigheid. Verder is er specifiek gekeken naar de invloed van de aanwezigheid van het hoge percentage allochtonen op de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance. In het onderzoek is er gebruik gemaakt van de woon-aantrekkelijkheid en de sociaaleconomische index zoals die gemeten worden door de Stichting atlas voor gemeenten. De sociaal-economische index wordt bepaald door de factoren bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, armoede, percentage laagopgeleiden, participatie van vrouwen, banen, en het percentage groeisectoren. De factoren die een negatieve invloed hebben op de sociaaleconomische index van Amsterdam zijn de hoge werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Ook zijn er in de stad veel huishoudens met een laag inkomen en is er een hoog aantal laagopgeleiden. Verder zou de totale arbeidsparticipatie van vrouwen hoger kunnen zijn als er meer allochtone vrouwen zouden zijn die werken. De woon-aantrekkelijkheid wordt gemeten op basis van de bereikbaarheid, het percentage koopwoningen, veiligheid, nabijheid van de natuur, cultureel aanbod, historisch karakter, culinair aanbod en de aanwezigheid van een universiteit. Voor de woon-aantrekkelijkheid geldt dat de veiligheid, de nabijheid van de natuur en het relatief lage percentage koopwoningen een negatieve invloed hebben op de woon-aantrekkelijkheid. De andere factoren die van belang zijn voor de woonaantrekkelijkheid hebben een positieve invloed. De verklaring voor de tegenstrijdigheid tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische index is de aanwezigheid van het relatief grote goedkope huursegment. Het goedkope huursegment zorgt ervoor dat de minder welvarende mensen zich gemakkelijk in de stad kunnen huisvesten. Voor allochtonen, met over het algemeen een slechte sociaal-economische positie, geldt dus ook dat ze zich gemakkelijk in de stad kunnen huisvesten vanwege het goedkope huursegment. Er is aangenomen dat de goedkope huurwoningen bezet worden door mensen met lage inkomens, omdat deze mensen vanwege hun beperkte financiële middelen geen andere keus hebben. Over het algemeen zijn deze mensen laaggeschoold en leven ze van een uitkering, waardoor de een negatieve invloed zullen hebben opde sociaal-economische performance. Op basis van deze aanname kan er geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een relatief groot goedkoop huursegment in Amsterdam indirect een negatieve invloed heeft op de sociaaleconomische index. Er zijn echter geen harde cijfers die bewijzen leveren voor deze conclusie. Er zou onderzoek gedaan kunnen worden naar de identiteit van bewoners van goedkope huurwoningen om te bepalen of het om mensen gaat met beperkte financiële middelen. Het relatief grote goedkope huursegment zorgt er voor dat Amsterdam een aantrekkelijke stad is voor allochtonen om zich te huisvesten. De stad heeft dan ook een hoog percentage allochtonen onder de bevolking. Van de totale bevolking is zelfs één derde niet -westerse allochtoon, een bevolkingsgroep met een relatief slechte sociaal-economische positie. Factoren die de slechte sociaal-economische positie veroorzaken zijn de achterstand op de arbeidsmarkt en het afwijkende demografische gedrag. De achterstand op de arbeidsmarkt wordt veroorzaakt door het lage scholingniveau, slechte beheersing van de Nederlandse taal en flexibele arbeidsrelaties. Ook werkgevers zijn voor een deel verantwoordelijk voor de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt. Werkgevers hebben nog altijd een voorkeur 17

19 voor autochtone werknemers, waardoor allochtonen minder kansen krijgen om ervaring op te doen. Verder vertonen allochtonen afwijkend demografisch gedrag, omdat ze over het algemeen op vroegere leeftijd en vooral meer kinderen krijgen dan autochtonen. Het gevolg hiervan is dat allochtone vrouwen een relatief lage arbeidspartcipatie hebben. Er is op basis van de sociaal-economische index van de Stichting atlas voor gemeenten onderzocht wat nu precies de invloed is van allochtonen op de sociaal-economische performance van Amsterdam. De achterstand op de arbeidsmarkt, met als gevolg de relatief hoge werkloosheid en een relatief lage arbeidsparticipatie, zorgt voor een negatieve invloed op de sociaaleconomische performance. De lage arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen zorgt ervoor dat de factor participatie van vrouwen een negatief effect heeft op de sociaal-economische index. De totale participatie van vrouwen zou immers hoger zijn als er meer allochtone vrouwen waren die de arbeidsmarkt zouden betreden. Ook de factor werkloosheid wordt negatief beïnvloed door allochtonen, omdat de werkloosheid voor deze bevolkingsgroep ongeveer drie keer zo hoog dan onder autochtonen. De werkloze allochtonen zijn een kostenpost voor de overheid, omdat deze mensen een werkloosheidsuitkering ontvangen. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van allochtonen is lager dan het gemiddeld besteedbaar inkomen van autochtonen. De relatief lage gemiddelde bestedingen hebben, via de factor armoede, ook een negatief effect op de sociaal-economische performance. Wat verder een negatief effect heeft op de sociaal-economische performance van Amsterdam is de hoge mate van segregatie. De concentratiewijken ontstaan doordat allochtonen over het algemeen lager geschoold zijn, vaker werkloos zijn en dus een relatief laag inkomen hebben ten opzichte van autochtonen. De beperkte financiële situatie zorgt ervoor dat allochtonen zijn aangewezen op de goedkope huurwoningen. Het is gebleken dat de allochtonen in de geconcentreerde stadsdelen van Amsterdam minder geïntegreerd zijn. Het is voor allochtonen juist van belang dat ze integreren in de Nederlandse samenleving. Integratie zorgt er onder andere voor dat ze de Nederlandse taal beter zullen beheersen en dat de arbeidsmarktpositie wordt versterkt. Betere arbeidsmarktposities zorgen ervoor dat allochtonen meer kans hebben op een baan, waardoor de werkloosheid onder deze bevolkingsgroep kan afnemen en ze een hoger besteedbaar inkomen zullen krijgen. De integratie zal sneller verlopen als de ontmoetingskansen tussen allochtonen en autochtonen hoger zullen zijn. De hoge mate van segregatie beperkt de ontmoetingskansen en zorgt voor een rem op de integratie. De sociaaleconomische index zou verbeterd kunnen worden als allochtonen meer geïntegreerd raken, waardoor de kans op een betere arbeidsmarktpositie wordt verhoogd. Een goed beleid is noodzakelijk om de integratie te kunnen realiseren. Niet alleen heeft de sociaal-economische positie van allochtonen invloed op de sociaal-economische performance van Amsterdam. De sociaal-economische performance heeft op haar beurt ook invloed op de positie van allochtonen binnen de economie. De arbeidsmarktpositie van allochtonen versterkt namelijk in tijden van hoogconjunctuur. Werkgevers kunnen in tijden van economische groei meer arbeid aantrekken, waardoor het arbeidspotentieel van allochtone groepen beter benut zal worden. Op basis van de sociaal-economische index, zoals die is bepaald door de Stichting atlas voor gemeenten, kan er geconcludeerd worden dat de aanwezigheid van een hoog percentage allochtonen een negatieve invloed heeft op de sociaal-economische performance van de stad. Doordat de goedkope huurwoningen ervoor zorgen dat het aantrekkelijk is voor allochtonen om zich in Amsterdam te vestigen en doordat allochtonen een negatieve invloed hebben op de sociaal-economische index, zorgt het hoge percentage allochtonen ervoor dat er een tegenstrijdigheid is tussen de woon-aantrekkelijkheid en de sociaal-economische performance. Er moet echter wel een kanttekening worden geplaatst bij deze conclusie, omdat er kritiek is op de index. Een beperking van de index is namelijk dat de analyse niet op de juiste éénheid is gebaseerd. Het zou beter zijn als de sociaal-economische performance vanuit regionaal perspectief gemeten zou worden in plaats van binnen de gemeentegrens te blijven. 18

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2012:

Atlas voor gemeenten 2012: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2011 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 1 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2011 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Highlights Zwolle in Atlas voor gemeenten 2012

Highlights Zwolle in Atlas voor gemeenten 2012 Highlights Zwolle in Atlas voor gemeenten 2012 Woensdag 23 mei 2012 is de 14e editie van de Atlas voor gemeenten gepresenteerd in Zwolle, de culinaire hoofdstad van Noordoost-Nederland. Dat gebeurde tijdens

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S augustus 2013

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S augustus 2013 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 3 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S augustus 2013 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2012

's-hertogenbosch. in de rij. 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan inwoners O&S september 2012 's-hertogenbosch in de rij 2 0 1 2 's-hertogenbosch vergeleken met alle overige Nederlandse gemeenten met meer dan 100.000 inwoners O&S september 2012 Voorwoord In deze publicatie wordt 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2011:

Atlas voor gemeenten 2011: BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2011: de positie van Utrecht en de waarde van cultuur voor de stad notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Juni 2011 Colofon uitgave

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Beroepsbevolking en Pendel 2013 Dit factsheet is gebaseerd op een onderzoek onder 26. Flevolanders. Eind 213 is het onderzoek afgenomen middels een vragenlijst. De respons was 17%. Met de toepassing van wegingsfactoren is het onderzoek

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Deel III Ranglijsten

Deel III Ranglijsten Deel III Ranglijsten Atlas voor gemeenten 00 Ranglijsten Woonaantrekkelijkheidsindex Positie op de woonaantrekkelijkheidsindex (00) 0 0 0 0 mermeer 0 Sociaal-economische index Sociaal-economische positie

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...

Nadere informatie

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Jong en oud op de arbeidsmarkt, Jong en oud op de arbeidsmarkt, 2007-2011 Gerda Gringhuis en Ben Dankmeyer 1. Inleiding De gemiddelde leeftijd van de bevolking neemt toe. De vergrijzing zorg er voor dat meer mensen aanspraak maken op

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand

Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

8. Werken in bestuur en zorg

8. Werken in bestuur en zorg 8. Werken in bestuur en zorg De uitzendbranche is van oudsher een belangrijke werkgever voor niet-westerse allochtonen van de eerste generatie. Bij de teruggang in de werkgelegenheid van de afgelopen jaren

Nadere informatie

Rondetafelgesprek over Flexibiliteit en Zekerheid Op verzoek van de Vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Rondetafelgesprek over Flexibiliteit en Zekerheid Op verzoek van de Vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 20 april 2012 Rondetafelgesprek over Flexibiliteit en Zekerheid Op verzoek van de Vaste commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie Aan: Vaste commissie van Sociale Zaken en

Nadere informatie

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster Ann-Kristin Engelhardt Deze special van de Twente Index 2006 geeft een beknopte profielschets van de economie en arbeidsmarkt van het Regierungsbezirk

Nadere informatie

4. Werkloosheid in historisch perspectief

4. Werkloosheid in historisch perspectief 4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Posities Dordrecht In onderstaand overzicht staan de posities van Dordrecht in de Atlas vanaf 2004 weergegeven.

Posities Dordrecht In onderstaand overzicht staan de posities van Dordrecht in de Atlas vanaf 2004 weergegeven. MEMO Van Kees Paalvast Aan College van B&W Dordrecht Datum 11 juni 2015 Kenmerk Betreft Analyse Atlas voor Gemeenten (Woonaantrekkelijkheid en Sociaaleconomische Index) Contactpersoon Kees Paalvast T 078

Nadere informatie

Deel III Ranglijsten

Deel III Ranglijsten Deel III Ranglijsten Atlas voor gemeenten 0 Ranglijsten Woonaantrekkelijkheidsindex Score op de woonaantrekkelijkheidsindex (0) mermeer 0 mermeer 0 0 0 0 0 0 Score op de woonaantrekkelijkheidsindex (0)

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0 Stadsmonitor -Samenvatting- Modules Samenvatting 1 Wonen en woonaantrekkelijkheid 2 Gezondheid en zorg 3 Werk 4 Duurzame stad 5 Binnenstad 6 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015

Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor oktober 211 (cijfers t/m september 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends De arbeidsmarkt: crisistijd en trends 06 Werkzame beroepsbevolking krimpt tijdens crisis Arbeidsmarkt reageert vertraagd op conjunctuur Krimp vooral onder mannen en jongeren Daling flexwerkers snel voorbij

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

van Almere 2008 trends en ontwikkelingen De belangrijkste Wonen, werken en vrije tijd

van Almere 2008 trends en ontwikkelingen De belangrijkste Wonen, werken en vrije tijd trends en ontwikkelingen De belangrijkste Wonen, werken en vrije tijd 08 Hoe jong is Almere? Sociale Atlas Wat zijn de sterke economische sectoren van Almere? van Almere 08 Welke wijken scoren positief

Nadere informatie

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen

Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen Werkgelegenheidscijfers gemeente Geldermalsen In de commissievergadering Bestuur en Middelen op 9 februari 2016 is aangegeven dat er behoefte is aan meer inzicht in de werkgelegenheidscijfers in de gemeente

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

centrum voor onderzoek en statistiek

centrum voor onderzoek en statistiek centrum voor onderzoek en statistiek WONEN, LEVEN EN UITGAAN IN ROTTERDAM 1999 Resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 1999 Projectnummer: 99-1412 drs. S.G. Rijpma, drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Staat van Leiden 214 Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde:

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie