Van Stuiver tot Miljardair

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van Stuiver tot Miljardair"

Transcriptie

1 Van Stuiver tot Miljardair

2 Rob Stuiver RBA Van Stuiver tot Miljardair ISBN NUR 792 Dit is een uitgave van Stuiver Asset Management vanstuivertotmiljardair.nl Productie: Thomas Beekman Vormgeving omslag en binnenwerk Rosanne Smit, Belmondo Books te Amsterdam Disclaimer: Dit boek bevat veel meningen en inzichten over beleggen en behandelt het risicovolle proces van beleggen met geleend geld. Hierdoor kunt u mogelijk veel geld verliezen, raadpleeg dus een beleggingsspecialist voor u aan de slag gaat. Dit boek is slechts bedoeld als leidraad om na te denken over dit proces. De auteur is niet aansprakelijk voor resultaten die u op eventuele beleggingen zult maken. Amsterdam en Alicante, februari 2010 tot en met maart 2015

3 Dankwoord Hierbij wil ik alle vrienden, familie en oud-collega s bedanken voor hun positieve bijdrages, meedenken, kritiek leveren of zelfs volledig afwijzen van mijn optimistische en risicovolle beleggingsplannen die in dit boek worden beschreven. In het bijzonder noem ik mijn oude optiestrijdmakker Jeroen Koster (al vijftien jaar mijn steun en toeverlaat in deze en tevens editor van dit boek). Samen geloven we in deze strategie en werken we nog dagelijks aan het aanscherpen hiervan. Tevens de onvoorwaardelijke en liefdevolle steun van mijn partner Lourdes Fernández, die probeert me ook tijdens hausseperiodes met beide benen op de grond te houden. En ook veel van mijn geleuter op dagelijkse basis aan mag horen... Mijn vrienden Jeroen Olde Weghuis (editor op het gebied van de opbouw van dit boek), Marc Wiegeraadt, Bert Koster en Gerard Weijers, dank ik voor hun goede aanvullingen, kritische vragen en de lol die we altijd samen beleven inzake het onderwerp van dit boek. Daarnaast noem ik ex-collega Joep van Bohemen, die vanaf het begin als trainee de lessen tot zich nam en me af en toe verraste met mooie nieuwe ideeën om de portefeuille beter te maken. Niet te vergeten, Thomas Beekman en Rosanne Smit van Belmondo Books, hartelijk dank voor de vormgeving en productie van het boek. Tot slot mijn moeder Tera, ook altijd vol steun en wijze raad, en in de begindagen ook mijn bank in moeilijkere tijden! Rob Stuiver RBA DANKWOORD 5

4 Inhoudsopgave Dankwoord 5 1. Inleiding 10 X Leeswijzer Missie 16 Ad A: Hoe vaak moet mijn geld verdubbelen in 20 jaar? 17 Ad B: Rendement per jaar? 17 Ad C: Hulp van de hefboom? 17 Ad D: Hoe kunnen we het geluk een handje helpen? 18 Je vermogen in 20 jaar tijd, 10 keer laten verdubbelen 20 Samenvatting De Sheet 22 Ad A. Kracht van rendement op rendement 29 Ad B. Noodzaak van een langetermijnvisie 29 Ad C. Verschillen in scenario s 31 Samenvatting Portefeuille opbouw 34 Sharpe-maatstaf 35 Correlatie 36 De optimale mix 39 LowVol strategie 42 Valutarisico 42 Combineren LowVol en valuta afdekken 48 Samenvatting Alternatives 50 2% extra rendement door alternatives 51 Sub A. Direct vastgoed 53 Sub B. Indirect vastgoed 54 Sub C. Dividenden 55 Sub D. Hedge funds 55 Sub E. Private equity 58 Sub F. Grondstoffen 59 Sub G. High yield obligaties 59 Sub H. Overige 60 Samenvatting Opties 62 Wat is een call optie? 63 Wat is een put optie? 64 Schrijven of kopen van opties? 64 Prijsvorming van opties 65 Synthetisch aandeel/lt onderzoek calls en puts 68 Kopen call opties (nader uitgewerkt) 69 Managen exposure met opties 70 Outperformance door gebruik opties 71 Ad A. Spelen met volatiliteit 71 Ad B. Verdienen tijdswaarde 72 Ad C. Beter inschatten van waarschijnlijkheden dan optiemarkt 73 Totaal extra rendement 74 Financiering via opties 74 Samenvatting Aandelen selectie 76 Aantrekkelijke Aandelen 77 Sub A. Hoog dividend aandelen 77 Sub B. Laagrisicoaandelen 83 Overige constateringen 86 Uitsmijter 90 Samenvatting 91 6 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR INHOUDSOPGAVE 7

5 Sparen is voor halve garen 8. Margin 92 Begrippen 93 Hoe nu te handelen? 97 Voordelen long call opties voor margin 98 Verhandelbaarheid alternatives in verband met margin 104 Samenvatting 105 Laagrisicoaandelen 9. Meltdown 106 Samenvatting Gevoel 112 Tegenslagen 114 Eigen ervaringen 117 Samenvatting Financiering 126 Sparen is voor halve garen 127 Hoe lenen? Blanco op inkomen Verhoging hypotheek op eigen huis Effectenkrediet Turbo s CFD s Opties 140 Verkleinen van risico bij hoge leensom 143 Samenvatting 149 De optimale mix Financiering via opties Kracht van rendement op rendement 12. Stoppen met werken 150 Hoeveel heb je eigenlijk nodig? 155 Samenvatting Samenvatting 158 Over de auteur 160 Hoe vaak moet mijn geld verdubbelen in 20 jaar? 2% extra rendement door alternatives 8 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

6 Hoofdstuk 1 Inleiding Doel: inleiding in het onderwerp risicovol beleggen met geleend geld. Toelichten opbouw van dit boek. Op deze mistige zaterdagavond in het vroege voorjaar van 2010 kies ik ervoor om de draad weer op te pakken. Drie jaar geleden, in 2007, verscheen Refacing Risk, building a fortune. Een boek bedoeld als handleiding voor het ver voudigen van je vermogen in 20 jaar. Een combinatie van slim beleggen, sparen en het nemen van een hoog risico lag daaraan ten grondslag. Inmiddels zijn we een kredietcrisis rijker, ik een illusie armer, maar geloof ik nog steeds dat het mogelijk is je vermogen zeer snel te laten groeien. Gewapend met de extra lessen van de afgelopen jaren, aangevuld met enkele nieuwe inzichten, stort ik me dus hierbij op het herschrijven van dat boek. En dat doe ik af en toe gedurende vier jaar. Veel stamt uit 2011 en de laatste toevoegingen zijn van februari en november In vergelijking met het boek uit 2007 heb ik gepoogd de leesbaarheid te vergroten door meer voorbeelden en af en toe een plaatje te gebruiken. Gezien de materie is het aan de andere kant noodzakelijk om af en toe technisch te worden. Daarnaast zijn de nodige nieuwe inzichten toegevoegd. X Wat houdt dat eigenlijk in, het ver-1000-voudigen van je vermogen? Het klinkt wel leuk, maar het verdubbelen is al lastig genoeg. Sterker nog, de gemiddelde aandelenbelegger heeft in de periode 2000 t/m 2009 geen droge boterham verdiend, inclusief dividend. Laten we er meteen maar de belangrijkste spreadsheet ingooien. Deze sheet (zie pagina 24) heb ik in 2003 ontwikkeld, toen ik nog beleggingsadviseur was bij ABN AMRO in Utrecht. Ik was twee jaar daarvoor afgestudeerd als RBA (Register BeleggingsAnalist), een postdoctorale studie beleggen. De sheet is een simulatie van een scenario dat zich KAN voltrekken. Of niet natuurlijk Misschien denk je: Kan dit wat concreter? Nou nee, dit hele boek gaat over waarschijnlijkheden, mogelijkheden, kansen en bedreigingen. Als je zeker wilt weten hoe iets afloopt, koop dan een boek over financiële planning. INLEIDING 11

7 Daarin wordt een beeld geschetst hoe je leven er, via een degelijk plan, financieel de komende 30 jaar uitziet. Nuttig voor de begripsvorming, maar aangezien er de komende 30 jaar in je leven, in de aandelenmarkten en in je eigen plannen, talloze wijzigingen voor gaan doen, geef ik liever aan hoe het KAN lopen, dan te stellen hoe het GAAT lopen. Belangrijk verschil by the way! Bekijk de kolommen op pagina 24. In het blauw staan de jaartallen. Daarnaast, in het geel, je eigen vermogen. In dit boek laat ik de hoofdpersoon beginnen met Uitgedrukt in duizendjes, ofwel: we beginnen met een miljoen. Nou hoor ik je denken: Kan het ook met wat minder? Ja hoor, omvang maakt voor mijn plannen slechts een klein beetje uit. Je kunt ook met 10 of 100 beginnen. Of met 323, of welk getal dan ook. Het gaat om de richting. In Hoofdstuk 3, De sheet, ga ik veel verder in op de werking van de sheet en de betekenis ervan. De sheet kan worden gedownload via vanstuivertotmiljardair.nl. In de rij van het jaar 2034 is het netto EV (Eigen Vermogen) gestegen naar Ofwel: ruim een ver-1000-voudiging. Nou, zo simpel is het dus. Een kind kan de was doen. Gewoon een beetje beleggen met veel risico!? Uiteraard zit t iets ingewikkelder in elkaar, daarover gaat Hoofdstuk 2 Missie. In goede jaren is het echt vrij simpel; de kunst van het risicovol beleggen betreft echter ook de slechte jaren te beheersen. En het geluk wil dat deze auteur daar de afgelopen tien jaar meer dan genoeg mee heeft kunnen oefenen! Daarover gaan overigens Hoofdstuk 8 Margin en Hoofdstuk 9 Meltdown. Vanaf Hoofdstuk 10, meer bedoeld als achtergrond, behandel ik nog een aantal onderwerpen: in Hoofdstuk 10 is dat Gevoel, Hoofdstuk 11 gaat over Financiering en Hoofdstuk 12 heet Stoppen met werken. Voor lezers die minder met getallen hebben en dit boek mogelijk wat taai vinden, is het ook een idee om met Hoofdstuk 10, Gevoel, te beginnen. Leeswijzer Normale belegger: Module 1 H2 en H3 Missie en De Sheet Module 2 H4 t/m H7 Portefeuilleopbouw, Alternatives, Opties en Aandelenselectie Risicovolle belegger: Module 1 H2 en H3 Missie en De sheet Module 2 H4 t/m H7 Portefeuilleopbouw, Alternatives, Opties en Aandelenselectie Module 3 H8 en H9 Margin en Meltdown Module 4 H10 t/m H12 Gevoel, Financiering en Stoppen met werken Gaan we het in dit boek ook nog over normaal beleggen hebben, zodat je er als minder risicozoekende geest ook nog wat aan hebt? Jazeker, Hoofdstuk 4 Portefeuilleopbouw, Hoofdstuk 5 Alternatives, Hoofdstuk 6 Opties en Hoofdstuk 7 Aandelenselectie zijn hier het meest geschikt voor. Overigens is het de bedoeling dat de meeste hoofdstukken los van elkaar kunnen worden gelezen. Het is wel zo leuk als je eerst Hoofdstuk 2 en 3 hebt gelezen, want dan begrijp je aan welke kapstok ik alles probeer op te hangen. Kies daarna welke hangertjes in de vorm van losse hoofdstukken je aanspreken. 12 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR INLEIDING 13

8 Het is overigens handig om nu meteen even Hoofdstuk 13 te lezen, de samenvatting, die slechts uit één pagina bestaat en ook een soort leeswijzer is. Komt-ie In Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 heb ik beschreven hoe we via een dedicated strategie ons vermogen in 20 jaar kunnen ver-1000-voudigen. Hiervoor is het nodig dat de beurs op termijn 10% per jaar doet, en wij nog 6% extra rendement maken door slimme aandelenselectie (Hoofdstuk 7), slim optiegebruik (Hoofdstuk 6) en het gebruik van alternatives (Hoofdstuk 5). We voegen daar nog 4% aan toe door te sparen, bij te lenen of geschonken te krijgen. Hiervoor gebruiken we een beleggingsstrategie met een hefboom. We lenen dus geld bij (Hoofdstuk 11) en lopen tussentijds af en toe bij beursdalingen (Hoofdstuk 8) of crashes (Hoofdstuk 9) tegen de marginproblematiek aan. Dat doet behoorlijk wat met ons gevoel (Hoofdstuk 10), maar leidt naar alle waarschijnlijkheid tot het veel eerder kunnen stoppen met werken (Hoofdstuk 12). En op termijn tot vreselijk rijk worden, vandaar de titel van Stuiver tot Miljardair! Ik wens jullie allemaal heel veel succes in het vergaren van je toekomstige rijkdom. Velen zullen je voor gek verklaren, maar als wij elkaar over 20 jaar treffen op ons jacht in de Middellandse Zee, weten we heel goed hoe we daar, via golven en soms ruwe zee, zijn gekomen! Ik wens je veel leesplezier, een beetje mazzel met de beleggingen voor de komende 20 jaar, en hoor graag wat je ervan vindt. Mijn persoonlijke missie is immers zoveel mogelijk mensen de kunst van het hefboombeleggen bij te brengen, dus zegt het voort! Rob Stuiver RBA Amsterdam en Alicante, februari 2010 tot en met maart 2015 INLEIDING 15

9 Hoofdstuk 2 Missie Doel: stellen van het doel, namelijk het ver-1000-voudigen van je vermogen in 20 jaar. Inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en bijlenen. Zoals uit de inleiding al bleek is het de bedoeling het vermogen in 20 jaar tijd te laten ver-1000-voudigen. Ofwel: elke huidige euro moet groeien om 1000 euro te worden! Je eerste ingeving zal zijn: Dat kan niet. Nou ja, makkelijk is t in ieder geval niet. Laten we proberen het probleem te ontleden in hapklare brokken. Dit ontleden doen we in vier stukken: A. Hoe vaak moet mijn geld in 20 jaar verdubbelen om x 1000 te gaan? B. Hoeveel procent rendement moeten we per jaar behalen? C. In hoeverre helpt de hefboom (beleggen met geleend geld)? D. Hoe kunnen we het geluk een handje helpen? Ad A: Hoe vaak moet mijn geld verdubbelen in 20 jaar? Misschien kan je je nog herinneren van wiskundeles dat als je 2 x 2 x 2 x 2 etc. doet, je uiteindelijk op een heel groot getal uitkomt. Indien je het getal 2 tien maal met zichzelf laat vermenigvuldigen kom je uit op 1024 (wiskundige formule 2 ^ 10 = 1024). Dus als we ons beginvermogen 10 maal kunnen verdubbelen in een periode van 20 jaar dan zijn we er al! Hoewel, dat klinkt nog lastig zat. Ad B: Rendement per jaar? In 20 jaar 10 maal verdubbelen, is in feite in 2 jaar 1 maal verdubbelen. Dus een groei in twee jaar van 100% naar 200%. Met andere woorden: per jaar een rendement van 41% (de wortel van 2 (1,41) min 1). Tot zover de tweede stap. We hebben dus ongeveer 41% per jaar nodig! Ad C: Hulp van de hefboom? 41% per jaar is geen realistische, normale beleggingsverwachting. Zonde, zou mooi zijn, maar dat soort jaren zijn zeldzaam. Gelukkig komt daar de hefboom om de hoek kijken. Daar gaan we in Hoofdstuk 3 uitgebreid op in, maar het volstaat hier te zeggen dat het mijn doel is te werken met een hefboom van 2. Ofwel, voor elke euro van jezelf koop je voor twee euro aandelen of andere beleggingen met een hoog verwacht rendement. Als je rendement per belegde euro dan 20% per jaar is, kom je door de hefboom op 1,20 x 1,20 = 1,44 ofwel 44% rendement! Minus 3% rente over de euro die je had geleend, komen we heel toevallig uit op 41%. En die hebben we nodig MISSIE 17

10 Dus hierbij de stelling: Zonder hefboom 20% rendement realiseren, betekent 41% inclusief hefboom, betekent om het jaar verdubbelen van je vermogen. En dat betekent na 20 jaar een ver-1000-voudiging van je vermogen! Houden we één probleempje over. Ook 20% gemiddeld rendement is niet al te waarschijnlijk over 20 jaar. Hoewel er wel periodes zijn geweest, zoals (dus toch 18 jaar), dat het rendement op Nederlandse aandelen 18% per jaar bedroeg. Dus echt onmogelijk is het nu ook weer niet. Ad D: Hoe kunnen we het geluk een handje helpen? We hebben zoals hierboven uitgerekend 20% per jaar rendement nodig, de hefboom doet de rest. Maar in alle serieuze boeken over aandelen blijkt een rendementsverwachting van 10% een stuk beter haalbaar. Dus hoe komen we aan die extra 10%? Nog een keer de hefboom? Zou leuk zijn, maar dan zijn we bij een tussentijdse forse daling opeens al ons geld kwijt, dat kan toch niet de bedoeling zijn Nee, we hebben het over outperformance (6% extra), sparen (2% extra) en schenken, lenen of een fee (2% extra). Ad D1 Outperformance: 6% extra rendement Dus moeten we zorgen dat als de markt 10% doet, wij het nog een stuk beter doen. Laten we eens kijken hoe we 6% extra kunnen realiseren. Poe, dat is best een uitdaging. Maar in ieder geval geen onmogelijke. En misschien hebben we de mazzel dat de markt geen 10% doet maar 13% of misschien zelfs 16%. Die 10% per jaar is immers maar een langetermijngemiddelde, waar de werkelijkheid per definitie fors van afwijkt. Hoe je het overigens 6% beter dan de markt doet is een lastige, maar om de inhoud van Hoofdstuk 5, 6 en 7 maar vast te verklappen, zet ik in op 2% extra rendement via opties, 2% door het juist inzetten van alternatives en 2% door de aandelenselectie. Ad D2 Sparen: 2% extra rendement Tsja, en dan missen we dus nog 4%. En daar heb ik geen eenduidige oplossing voor. Gelukkig ben je nu zo ver in de puzzel dat je hopelijk enthousiast bent geraakt. En denkt: Nou, ik begin misschien met , maar ik ben ook in staat om te sparen uit mijn inkomen. En als dat spaargeld van de komende jaren fors groeit, wil ik het ook wel aan deze strategie toevoegen! Nu is het verschil per persoon groot, maar ik denk dat velen in staat zijn 4% van hun eigen vermogen te sparen. Dat gaat natuurlijk het makkelijkst als het vermogen klein is, zeker ten opzichte van je spaarcapaciteit. In het begin moet je dus veel meer dan 4% sparen, later minder omdat je vermogen (hopelijk) hard is gegroeid. Ik ga ervan uit dat je gemiddeld 4% van je vermogen weet te sparen, maar moet helaas wel zo eerlijk zijn dat je hier niet gelijk een hefboom van 2 op los mag laten. Je spaart het immers maar één keer Dus telt het in mijn berekening maar mee voor 2%. Ad D3 Schenken, Lenen of een Fee: 2% extra rendement Nou, waar halen we dan die laatste 2% vandaan? Ik zou zeggen, door keihard te bedelen bij anderen. Nee, je hoeft niet met je gitaar bij het CS te gaan zitten. Maar velen van ons hebben ouders die een probleem hebben, namelijk: ze hebben meer geld dan noodzakelijk. Als je ouders jou geld schenken, dat een soort van sparen is, geldt hetzelfde als hierboven genoemd. Daarnaast is het ook niet ondenkbaar dat je je leencapaciteit niet hebt benut. Een veel te lage hypotheek hebt bijvoorbeeld. Indien je dit geld alsnog leent en daarmee om het jaar je vermogen kan verdubbelen, taalt er over 20 jaar geen hond meer naar dat kleine beetje restschuld. Mooi, nu kan je opeens met bijvoorbeeld 40% extra gelijk aan de slag. Ofwel 20% na hefboom, ofwel 2% per jaar. O ja, dat bedrag zochten we nog! Een derde manier heb ik zelf enkele jaren geleden gepoogd op te zetten: een bedrijfje dat het geld van anderen beheert en waarvoor je een vergoeding kan vragen. Zo dacht ik de resterende 2 á 3% binnen te harken. Faliekant mislukt, want het bedrijf kwam in de al snel gestarte kredietcrisis niet van de grond. Dat kwam onder andere door de dalende aandelenkoersen en opties die tegen ons in werkten. Zo zie je maar weer; bovenstaand sprookje hoeft helemaal niet uit te komen! Maar het KAN wel. Hier nog even een herhaling in tabelvorm hoe je je vermogen in 20 jaar tijd 10 keer kan laten verdubbelen. 18 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR MISSIE 19

11 Je vermogen in 20 jaar tijd, 10 keer laten verdubbelen Rendement op aandelen 10% Verwacht rendement op de beurs Extra aandelenselectie 2% H7 Extra opties 2% H6 Extra alternatives 2% H5 Sparen 2% H11 Geschonken, lenen of fee 2% H11 Samenvatting Door gedurende 20 jaar je beginkapitaal slim te beleggen, plus sparen/bijlenen/ schenkingen, kan je vermogen om het jaar verdubbelen. En in 20 jaar tijd dus 10 keer verdubbelen ofwel ver-1000-voudigen! Hoe dit slimme beleggen en lenen te werk gaat lees je in de rest van dit boek. Totaal 20% Optellen, niet echt moeilijk Hefboom ^ 2 44% 1,20 x 1,20 is 1,44 Rentelast -3% Rendement per jaar 41% Dat 20 jaar lang: 1,41^20 = 1024 Voilà! Nu nog even de details uitwerken Daarvoor hebben we: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: De sheet Portefeuilleopbouw 20 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

12 Hoofdstuk 3 De Sheet Doel: inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en bijlenen. In Hoofdstuk 2 werden reeds elementen uit de sheet getoond die leidend is in de inschatting van de mogelijkheden op lange termijn. Het is niet zomaar dat ik een prominent hoofdstuk aan het begin van dit boek toeken aan zoiets als een spreadsheet. Met het tonen van deze sheet wil ik je inzicht geven in een aantal zaken: A. Kracht van rendement op rendement B. Noodzaak van een langetermijnvisie C. Verschillen in scenario s D. Hefboombeleggen loont Voor ik dit toelicht is het zaak eens goed stil te staan bij alle kolommen in de sheet. Het zijn er een hoop, doe je best! Het is echt niet nodig alles precies na te kunnen rekenen, als je punt A t/m D maar begrijpt na het lezen van dit hoofdstuk. Hoe werkt de sheet nu echt? Het is nuttig om kolom voor kolom door te nemen en de onderlinge samenhang te benoemen. DE SHEET 23

13 Alle bedragen zijn x VAN STUIVER TOT MILJARDAIR DE SHEET 25

14 Toelichting kolommen: De bovenste rij bevat een aantal variabelen waarmee gespeeld kan worden. Het zijn de veronderstellingen waarop de berekeningen plaatsvinden. De belangrijkste is het marktrendement van in dit geval 11% (dit is iets hoger dan het LT gemiddelde, gekozen na een periode van 15 jaar met lager dan gemiddeld rendement). Hiermee doel ik op het rendement dat de aandelenmarkt gemiddeld genereert, inclusief dividenden. St Dev Portfolio geeft aan in hoeverre, volgens de normale verdeling, de rendementen in enig jaar af kunnen wijken van het gemiddeld marktrendement. In dit geval heb ik de standaarddeviatie op 15% gesteld, alhoewel we proberen dit getal te verkleinen door goed te spreiden en valuta af te dekken. Rente hefboom geeft aan hoeveel rente we moeten betalen op het geleende deel van de portefeuille. Hierover meer in Hoofdstuk 11 Opties, financiering via opties. In Jaren werken zien we het aantal jaren dat we nog willen werken. Alpha geeft aan hoeveel rendement we extra te kunnen behalen door beter te beleggen dan de markt. Start Port geeft aan hoe groot de omvang van de portefeuille is bij de start. Sparen geeft aan hoeveel we sparen per jaar zolang we werken, of een negatief bedrag ter hoogte van Pensioen als we gestopt zijn met werken, bovenop een eventueel pensioen. Dt Max van in dit geval 60% geeft aan op welk niveau we in gaan grijpen en wat gaan verkopen omdat de debetstand te ver is opgelopen. Rek Saldo geeft aan hoeveel we geleend hebben bij de start. Afbouw % tot slot geeft aan hoeveel procent van de portefeuille we afbouwen indien de debetstand te hoog is opgelopen ten opzichte van de portefeuille. De rij daaronder: 1. Jaartal, spreekt voor zich. Ik ga uit van de situatie per het einde van dat jaar. 2. Netto EV is het Netto Eigen Vermogen dat we bezitten aan het einde van dat jaar. 3. Debet is het bedrag dat we bovenop ons Netto EV er nog eens bij lenen in het kader van de hefboom. 4. Storting is een kolom die aangeeft in hoeverre we sparen of hoeveel geld we per jaar onttrekken aan de beleggingspot. 5. Daarnaast zien we de RND kolom, ofwel de trekking van random getallen. Deze zijn nodig om via een random proces ieder jaar een afwijkend rendement te creëren, rondom het gemiddelde dat we op 11% hebben gesteld. Iets hoger dan het langjarig gemiddelde, maar we hebben dan ook net vijftien beroerde jaren achter de rug. 6. Met behulp van de RND getallen en de normale verdeling wordt het jaarlijkse rendement berekend. Hierbij ga ik dus uit van een gemiddelde van 11% per jaar en het feit dat in werkelijkheid ieder jaar een andere uitkomst oplevert. Je ziet dat er door de jaren heen rendementen tussen de -20% en +50% voorkomen. Dit is in het echt ook zo, het gemiddelde van 11% of iets daar in de buurt wordt zelden behaald. Meestal wijkt het flink af! 7. Portefeuille laat zien hoe de totale portefeuille (opgebouwd uit eigen vermogen en het bij geleende debet geld) zich ontwikkelt. In principe stijgt de portefeuille ieder jaar met het rendement %, plus storting minus de rentelasten plus het veelal bijkopen van aandelen om de portefeuille in de buurt van de gewenste hefboom van 2 te houden. De kracht zit m er natuurlijk in dat de storting in het begin substantieel is, omdat je nog flink spaart. Zo kan het hard gaan. In dit voorbeeld stijgt de portefeuille in één jaar van naar Een leuke winst, waar niet tegenop te werken valt. En het rendement van 26% wat daarvoor nodig is, is niet onmogelijk in een goed jaar 8. Dt% is de in een percentage uitgedrukte verhouding tussen de debetstand en de portefeuille. Dit schommelt zo rond de 50%, aangezien ik een hefboom van ongeveer 2 optimaal vind. Een nog hogere hefboom is nu eenmaal te risicovol en een lagere hefboom levert te lage rendementen op. Rendementen zijn immers hoger dan de rentelast, dus de hefboom levert meestal extra geld op. De eerste twee jaar is de hefboom hoger, ik ga ervan uit dat je er nog een blanco krediet bij regelt (zie Hoofdstuk 11). 9. Afbouw slaat op het, meestal tegen onze zin in, afbouwen van de portefeuille omdat de risico s te hoog worden. In dalende beurzen blijft je debetstand gelijk, maar daalt de waarde van de portefeuille. In % stijgt dus de schuld en komt het moment dat de bank waar je het geld leent zenuwachtig wordt rap dichterbij. 10. Aankoop is het tegenovergesteld van afbouw. Als het goed gaat met de portefeuille blijft de debetstand weliswaar gelijk, maar daalt als % van de waarde van de portefeuille. Er moet dus worden bijgekocht om de schuldverhouding rond de 50% te houden. Ofwel: de hefboom moet rond de 2 blijven. In principe zit je gedurende een jaar rond de 50% van de tijd in de aankoopmodus, 40% van de tijd hoef je niks te doen, en 10% van de tijd (een vervelende tijd) moet je verkopen om je risico s te beheersen. 26 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR DE SHEET 27

15 Ad A. Kracht van rendement op rendement In de gele kolom, Netto EV ofwel Eigen Vermogen, zien we door de jaren heen een enorme stijging. De startwaarde is 1.000, 20 jaar later staat er Ruim 1000 x zoveel. Dit komt overeen met een stijging van de ongeveer slechts 40% per jaar die we in Hoofdstuk 2 besproken hebben. Jaar in, jaar uit! In de groene kolom zie je de per jaar behaalde rendementen op de portefeuille (dus zonder hefboom). We beginnen hier met een lekker jaar van 26%. Maar er zijn ook slechte jaren zoals de -10% in Het gemiddelde van deze rendementen zie je onder aan de kolom en bedraagt 21%. Dit is wat hoger dan het rendement dat ik in Hoofdstuk 2 Missie heb genoemd. Soms zit het mee als je random uitkomsten simuleert. Anderzijds heb ik in deze sheet geen extra kredieten meegenomen. Het normale rendement bestaat voor 10% uit het rendement op aandelen en 6% uit een door ons te behalen extra rendement. Dit extra rendement komt bovenop het rendement en wordt behaald door actief te beleggen. Hierdoor wijkt ons totaalrendement dus af van de wereldindex; dit heet in vaktermen ook wel alpha. Zie verder Hoofdstuk 4 Portefeuilleopbouw. Ad B. Noodzaak van een langetermijnvisie Het behalen van hoge rendementen en die nog eens uitvergroten door het gebruiken van een hefboom is natuurlijk fantastisch. Dit is DE manier om rijk te worden. Kan jij ook, daarvoor hoef je niet het winnende staatslot uit te zoeken. Puntje van aandacht zijn echter de grote terugvallen die er ook plaatsvinden. Dit wordt in Hoofdstuk 9 Meltdown verder toegelicht. Doordat je ervoor kiest om een hefboom van 2 te gebruiken voel je iedere daling van de beurs ook dubbel zo hard. Hetgeen helemaal geen probleem is als je zelf een computer zou zijn, zonder emotie en puur rationeel. Zeg maar net als de spreadsheet die ik nu aan het beschrijven ben. Maar als je een mens van vlees en bloed bent, de markt met 25% daalt en jij dus met circa 50% daalt, gebeurt er echt wel wat met je gevoel. Je gaat bewust of onbewust toch twijfelen. Terwijl ik dit eind november 2010 schrijf staan bijvoorbeeld obligatiemarkten in Europa fors onder druk en moet Ierland aan het infuus van de Europese Centrale Bank en het IMF. En volgt binnenkort waarschijnlijk Portugal. En misschien ook nog wel Spanje. Ofwel: aandelen kunnen nog wel verder wegzakken na de 4% daling van de afgelopen twee weken. DE SHEET 29

16 Dan helpt het wel om eens even lekker uit te zoomen en je te richten op je langetermijnvisie. Je doet dit immers omdat je gelooft in 10% aandelenrendement op lange termijn en de nuttige effecten van de hefboomwerking. Dus laat je niet op het verkeerde been zetten door een (tijdelijke) onprettige ontwikkeling. Als de beurs hard naar beneden gaat zal je moeten verkopen, om diezelfde stukken in de volgende beweging omhoog weer rond dezelfde prijs terug te kunnen kopen. Dan is er niks aan de hand dus. Sterker nog, aangezien je van plan bent dit spel nog heel wat jaartjes te doen, moet je zelfs blij zijn met deze daling. Huh, blij met een beursdaling? Ja, want de komende maanden ga je uit je besparing, schenkingen of extra leningen zelfs geld bijstorten. Zelf verwacht ik bijvoorbeeld per 1 januari aanstaande mijn positie in de strategie met 15% te verhogen. Tsja, en dat doe je het liefst tegen zo laag mogelijke koersen natuurlijk. Kortom, blijf bij je strategie en lach om tussentijdse dalingen. Die bedrijven verdienen echt wel geld voor je, maar om allerlei redenen komt het er voor jou soms op de beurs even niet uit. Ik heb gemerkt dat je het ook anders kunt benaderen. Tot 2013 kwam ik als adviseur van zeer vermogende relaties vrij vaak mensen tegen met een aanzienlijk belang in het familiebedrijf, dat ze niet kunnen noch willen verkopen gezien de omvang en hun betrokkenheid. Je hebt niet een paar aandelen tegen een bepaalde koers, nee, je hebt een belang in een bedrijf. En dus onderliggend recht op de cashflow/winsten die het bedrijf genereert. En die zijn bij stabiele ondernemingen, waar ik bij voorkeur in beleg, ook nog steeds positief bij een slecht beursklimaat. Denk maar eens in dat je nu een stukje bezit van Coca Cola Dit bedrijf heeft al decennia lang een mooie winst en bijbehorende cashflow. Dividenden zijn sinds 1919 alleen maar verhoogd. Kan jou het schelen dat ze tussentijds wel eens gehalveerd zijn. Eh, nu overdrijf ik natuurlijk weer een beetje: toen ze in x de winst deden had je ze in het kader van actief beheer natuurlijk wel moeten verkopen! Maar samenvattend: blijf bij je strategie en koop gewoon bij als de strategie daarom vraagt of als je extra geld beschikbaar krijgt. In the long run zit je goed, dus treed, indien mogelijk, altijd op als (bij)koper. Ad C. Verschillen in scenario s Tsja, er zijn heel veel verschillende scenario s mogelijk. Liefst heb je natuurlijk een hoog gemiddeld rendement over 20 jaar, met het zwaartepunt op de laatste tien jaar. De eerste tien jaar wegen je bijstortingen immers het zwaarst! Die 40 die je bijstort op een vermogen van is waardevoller dan de 40 die je bijstort in 2029 als je al 201 miljoen bezit Liefst heb je ook nooit een daling van meer dan 20% in de tussentijd. Door handig om te gaan met je margin (Hoofdstuk 8) hoef je dan namelijk NOOIT tussentijds te verkopen. Je hefboom loopt dan wel tijdelijk op tot ongeveer 3, maar je kunt t uitzingen. Zeker als de daling niet in een dag plaatsvindt, maar gespreid over de tijd. Dan helpt immers iedere maandelijkse bijstorting! De werkelijkheid is natuurlijk soms anders. Dalingen >20% komen voor, zeker de laatste tien jaar zijn we wat dat betreft helaas verwend. Dan moet je tussentijds afbouwen. En weer opbouwen als het weer gaat stijgen. Per saldo kost dat echter altijd wel iets aan rendement. Hierover gaat Hoofdstuk 9 Meltdown. Uiteindelijk zal de waardeontwikkeling van de portefeuille dus niet alleen afhangen van het gemiddeld behaalde rendement vermenigvuldigd met de hefboom. De dispersie van de rendementen heeft ook z n invloed. Het liefst dus niet al te grote uitschieters en eerst wat lagere rendementen, zodat onze bijstortingen op termijn het grootste effect sorteren als daarna de bovengemiddelde jaren arriveren. Hoe het echt gaat lopen weten we helaas niet. Het raamwerk staat en we moeten (zie Hoofdstuk 8 Margin en Hoofdstuk 9 Meltdown) daar slim mee om zien te gaan. Dit is vrij relevant en soms een lonender inspanning dan dagenlang analyseren of je aandeel A of aandeel B moet hebben, hetgeen in Hoofdstuk 7 Aandelenanalyse wordt besproken. Hier ligt ook mijn grootste kritiek op het begrip financiële planning. Het is heel nuttig om het huidig vermogen in kaart te brengen en de inkomstenstromen te duiden. Helaas wordt vervolgens een portefeuille gekozen voor de beleggingen en gaat men ervan uit dat het verwachte rendement ook ieder jaar wordt behaald. Hetgeen absolute onzin is. 30 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR DE SHEET 31

17 Zelfs bij een veilige belegging als sparen fluctueert de rente als een dolle door de jaren heen. Daarom heb ik ook de sheet ontwikkeld. Die is ook inzetbaar met veel minder agressieve beleggingen en zonder hefboom. Maar gaat er wel van uit dat rendementen per jaar aanzienlijk verschillen en dat dit dus effect heeft op de uitkomsten. In plaats van door te lezen stel ik ook voor om je PC erbij te pakken en wat te gaan spelen met de sheet. Je hoeft alleen maar aan de bovenste knoppen te draaien en je ziet de uitkomsten per keer verspringen. Geeft je gelijk wat meer inzicht in de onzekerheden waar alles mee gepaard gaat. Ad D. Hefboombeleggen loont Als je kijkt naar de rendementen van de portefeuille, 21% in onze portefeuille, en 38% voor het netto rendement op het EV, zie je gelijk dat hefboombeleggen loont. Bijna tweemaal zo hard groeien is immers niet niks. Afgezien van een klein beetje rente verdubbel je wel twee keer zo snel. Een groot verschil, met name op de lange termijn. Dit extra rendement in het voorbeeld betekent op een horizon van veertig jaar een factor 192! Dus als je terugkijkt op je beleggingsleven ben je 192 keer zo rijk als je veertig jaar lang de hefboom van 2 hebt gebruikt. Weliswaar is je vermogen een keer of wat gehalveerd of nog erger, maar het verschil is gigantisch. Het is het verschil tussen een leuk vermogen en een heus fortuin. Waar meerdere generaties op verschillende wijze hun profijt van kunnen hebben. Of ruzie over kunnen maken, dus laat je tegen de tijd dat het echt zover is wel goed informeren over structuren en dergelijke. En je hoeft natuurlijk geen veertig jaar te wachten met genieten van het verschil. Ik verwacht bijvoorbeeld over een jaar of tien met gemak te KUNNEN stoppen met werken en allemaal leuke dingen met het geld te gaan doen. Waarbij ik het natuurlijk het leukste vind om het verder te laten groeien, maar ja, dat is mijn aangeboren afwijking. Een ander koopt er over tien jaar een Aston Martin van of misschien toch die Ferrari. Pas op de verkeersdrempels als je er boodschappen mee gaat doen! Inmiddels is het 2014, zit ik in Spanje aan de kust met heerlijk weer verder te spelen met de strategie, heb ik m n baan opgezegd en leef ik van de ontvangen dividenden en optiepremies Het kan sneller gaan dan je denkt! Samenvatting Door het gebruik van de sheet en het simuleren hiermee van verschillende situaties krijg je meer inzicht in de werking van mijn strategie en de bijbehorende tussentijdse risico s. Het toevoegen van een paar procent extra rendement per jaar heeft door de hefboom en het rente op rente effect een grote uitwerking over een periode van 20 jaar. Daarnaast blijkt uit simuleren met de sheet dat de werkelijke uitkomst vaak fors afwijkt van de gestelde doelen. Afhankelijk van de werkelijke beursontwikkeling in 20 jaar kan de einduitkomst dus veel gunstiger of ongunstiger zijn dan ons doel. In alle gevallen blijkt wel dat je na 20 jaar heel veel geld hebt verdiend als hefboombelegger. 32 VAN STUIVER TOT MILJONAIR

18 Hoofdstuk 4 Portefeuille opbouw Doel: bouwen van een slimme beleggingsportefeuille, om zodoende per jaar 10% aandelenrendement plus 3 x 2% extra rendement te genereren. En dat met een beheersbaar risico. Zodat je straks deze portefeuille met een hefboom van 2 kan beheren. Het bouwen van een goed gespreide portefeuille met een zo hoog mogelijk rendement en een, voor zover mogelijk, beperkt risico is een grote uitdaging. Het bestaat aan de ene kant uit de bouwstenen en aan de andere kant uit het op de juiste wijze bouwen van een krachtige muur met al deze bouwstenen. Deze muur moet vooral bestand zijn tegen negatieve verrassingen. We beleggen immers met een hefboom van 2. Dus hebben we ook enorm veel last van de negatieve uitschieters die nu eenmaal af en toe plaatsvinden in financiële markten. Voor we aan het bouwen slaan, laten we eerst een blik werpen op de bouwstenen. Bij de bouw van onze portefeuille kunnen we uit de volgende bouwstenen kiezen: Aandelen 10% rendement 16% volatiliteit Alternatives 7% rendement 7% volatiliteit Voor een uitgebreide analyse van welke aandelen en/of alternatives we gebruiken verwijs ik naar Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 7. Voorlopig richten we ons alleen op de totale categorie. Bij alternatives kun je denken aan hedge funds, high yield obligaties, private equity, vastgoed, grondstoffen en overigen. Volatiliteit is een wiskundige maatstaf voor de beweeglijkheid van bijvoorbeeld aandelenkoersen, en meet het risico. Sharpe-maatstaf Een normale portefeuillebenadering, dus zonder hefboom, zal al snel bestaan uit een combinatie van aandelen en alternatives. Maar in welke verhouding? Op het eerste gezicht lijken de alternatives duidelijk het aantrekkelijkst. 1% rendement voor iedere 1% volatiliteit. Terwijl je voor aandelen 1,6% risico moet lopen voor 1% rendement. Klaar als een klontje: iedereen aan de alternatives. Maar dat is toch niet helemaal eerlijk. Risicovrij kan iedere idioot 1% maken. Dus moeten we meten hoeveel extra rendement je kunt krijgen per hoeveelheid extra risico. Dat noemt men ook wel de Sharpe-maatstaf. Aandelen leveren dan 9% extra rendement bij 16% volatiliteit. Dat leidt tot een Sharpe-maatstaf van PORTEFEUILLE OPBOUW 35

19 Alternatives leveren dan 6% extra rendement bij 7% volatiliteit. Dat leidt tot een betere Sharpe-maatstaf van Alternatives blijven dus favoriet! Een nadeel is wel dat niemand echt snapt wat die alternatives nou eigenlijk inhouden. Termen als midsize buyout private equity fund of een enhanced credit hedge fund voelen toch iets anders dan onze vertrouwde aandelen RD Shell. En die keren 5% dividend uit per jaar, en dat elk jaar. En kan je elke dag kopen of verkopen in plaats van eens per drie maanden of iets dergelijks. Desalniettemin, vertrouw deze black box genaamd alternatives voorlopig nu maar even. Straks in Hoofdstuk 5 gaan we er wel in detail op in. Correlatie Tsja, dan moet ik eigenlijk wel kiezen voor een 100% belegging in alternatives. Niet al te veel risico en best een aardig rendement. Had mijn pensioenfonds dit rendementsvooruitzicht voor de komende 20, 30 of 40 jaar, dan spraken we nu niet over het korten van pensioenen! 0.5 is. Dit is een zogenaamde positieve correlatie. Correlaties liggen altijd tussen de -1 en betekent dat ze per definitie altijd in tegenovergestelde richting werken. Zo is de correlatie tussen mijn humeur en de beursontwikkeling bijna gelijk aan +1. Ik word vrolijk van stijgende beurzen en de hoeveelheid geld die dit in het laatje brengt. En zo is de relatie tussen de hoeveelheid werk die ik overdag doe en de hoeveelheid alcohol die ik de avond daarvoor bij het stappen naar binnen heb gegoten vrijwel perfect negatief gecorreleerd. Hoe meer je gezopen hebt, des te groter de kater en des te lager je productiviteit de volgende dag. Een hoge positieve correlatie klinkt heel fijn, maar is nu juist niet waar we naar op zoek zijn. Als aandelen en alternatives altijd dezelfde kant op bewegen, en in bijna dezelfde mate, dan heeft het vervangen van de een voor de ander in een portefeuille bijna geen effect op de beweeglijkheid van de portefeuille. En fijn is dat ik af ben van die teleurstellende aandelen. Want dat geleuter over 10% rendement en 5% dividendrendement klinkt wel leuk, maar aan aandelen hebben we het afgelopen decennium geen droge boterham verdiend. Of zie ik nu toch wat over het hoofd? Het mooiste is als belegging I elke even maand met drie procent stijgt en de oneven maand met een procent daalt. Kom je na een jaar op plus 12%. En dat belegging II bijvoorbeeld iedere oneven maand met 2% stijgt en elke even maand gelijk blijft. Kom je na een jaar ook op plus 12%. Duh, uiteraard. Het is natuurlijk niet zo dat het ABP, met 300 miljard toch geen onbenullige belegger, het volledig bij het verkeerde eind heeft. Want ondanks een forse uitbreiding van de categorie alternatives beleggen zij ook nog voor 40% in aandelen. Zijn ze daar dan niet op de hoogte van dit prachtige boek waarin zojuist is gekozen voor alternatives? Welnee, zij hebben, net als iedere geavanceerde belegger, van nog een getalletje genaamd correlatie gebruik gemaakt. Rendement en volatiliteit zijn natuurlijk de bepalende factoren, maar er is meer. Aandelen en alternatives, of aandelen en obligaties (deze categorie laat ik in dit boek buitenwege vanwege onze hefboom) bewegen namelijk lang niet altijd in dezelfde richting. Soms stijgt de een en daalt de ander. En zeker bij veilige staatsobligaties wil dit effect behoorlijk sterk zijn. Wat is nu het effect van het optreden van dit gebrek aan correlatie (wiskundige beschrijving van de mate waarin diverse variabelen in dezelfde richting bewegen)? Nou, een hele mooie. Laten we eens aannemen dat de correlatie tussen aandelen en alternatives Beide beleggingen hebben een verwacht rendement van 12%. Belegging I heeft wel een hoger risico, want er zijn positieve maar ook negatieve maanden. Als je ze echter allebei voor 50% in een gemengde portefeuille opneemt, ziet het totale rendement er opeens een stuk stabieler uit. Deze gemengde portefeuille heeft namelijk iedere maand een positief rendement van +1%. Wow, die portefeuille wil ik hebben!, denkt elke verstandige belegger. En dan met een hefboom! En die portefeuille moet hij ook kiezen. 12% rendement met 0% risico. Rendement is immers iedere maand +1%. Belegging I en II hebben dan ook een vrijwel perfecte negatieve correlatie. In de oneven maand excelleert belegging II en in de even maand belegging I. 36 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR PORTEFEUILLE OPBOUW 37

20 Beleggers zijn altijd op zoek naar die negatieve correlatie. En dat moeten we ook zeker blijven doen, al het blijft zoeken naar de steen der wijzen. Er zijn weinig gevallen van duidelijk negatief gecorreleerde beleggingen, die ook op lange termijn negatief gecorreleerd blijven. Ik ben al hartstikke blij als we beleggingen vinden die 0 correlatie met elkaar hebben. Dus niet positief en niet negatief. Totaal onafhankelijk. Ook daarbij geldt dat het samenvoegen van deze twee beleggingen een duidelijke verlaging van het risico met zich meebrengt. Laten we stellen een halvering. De optimale mix We zagen hierboven dat het verwachte rendement natuurlijk weer 12% blijft, maar stel dat de volatiliteit ongeveer de helft bedraagt dan die van de individuele beleggingen. Ook lekker, twee keer zo weinig risico! Dat betekent dat je belegging I aan belegging II kunt toevoegen met 100% geleend geld en het totale risico toch niet toeneemt! Klinkt nog steeds fantastisch Doen! Stel je nu eens voor dat deze beleggingen niet belegging I en belegging II heten, maar aandelen en alternatives. Met name veel hedge funds hadden tot de crisis van 2008 een verwacht rendement van rond de 9% en claimden resultaten te behalen die redelijk onafhankelijk waren van de rendementen op aandelenmarkten. Als dat ook echt zo zou zijn geweest/nog steeds zo is, dan is mijn boek vrijwel klaar nu. We kopen dan van onze eigen honderd euro tweehonderd euro aandelen en tweehonderd euro alternatives. Het risico is dan twee keer zo hoog als bij een belegging van honderd euro in aandelen, maar dat risico zijn we (zie Hoofdstuk 3) bereid te lopen. Als het ons maar 29% oplevert. Huh, waar komt die 29% nu weer vandaan, we moesten toch 40% per jaar doen? Ja, da s waar, maar zonder hefboom moeten we 16% per jaar doen en inclusief hefboom van 2 dus 32%. En inclusief hefboom en rente van 3% kom je hier nu eenmaal op uit. Om echt aan de 40% te komen moet je echt extra sparen in het begin, of wat bijlenen. Nu, vierhonderd euro aan aandelen en alternatives levert 4 x 8,5% = 34% op. Minus 3 x 3% rente is plus 25%. Voilà, bijna klaar! Helaas, in tijden van stevige crisis blijkt die correlatie opeens toch vaak positief te zijn. Als er immers wereldwijd een stevige vertrouwenscrisis of financiële crisis is, dan vlucht iedereen uit zijn risicovollere beleggingen, ook uit de hedge funds. PORTEFEUILLE OPBOUW 39

21 En die bleken soms lastige beleggingen te bezitten, die ze ook weer niet zonder forse prijsdruk konden verzilveren om hun beleggers geld uit te keren. Kortom, aandelen en hedge funds bleken in tijden van crisis een duidelijk positieve correlatie te bezitten. In 2008 daalden aandelen met 38%, hedge funds met 19%. Dus een portefeuille zoals hierboven beschreven is niet echt het antwoord. Wat dan wel? De oplossing is vrij simpel en lijkt wel wat op die 200/200 van het voorbeeld. Het betreft een optimale mix van aandelen en alternatives, gebruik makend van de beperkte correlatie. Aandelen 175 Rendement 10% Volatiliteit 16% Alternatives 125 Rendement 7% Volatiliteit 7% Totaal 300 Rendement 8.75% Volatiliteit 11% Dus stel ik voor om voor elke 100 die je bezit er 300 te beleggen. Maar wel op zo n manier dat het risico ongeveer gelijk is aan een belegging van 200 aandelen. Wat levert dat op? Zoals je ziet 3 x 8,75% ofwel 26.25%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 20% over. Nog niet het gewenste rendement, maar dat moet ook volgen uit het behalen van een hoger rendement dan 10% op je aandelen. Daarover meer in Hoofdstuk 7 Aandelenselectie en Hoofdstuk 6 Opties. Het levert in ieder geval meer op dan tweehonderd aandelen (je belegt nu ook duidelijk meer; in totaal 300 in plaats van 200). Dat is namelijk 2 x 10% minus 3% rente ofwel 17%. En het risico? Je loopt 3 x 11% risico, en bij 200 aandelen 2 x 16%. Dus 33% versus 32% risico, vrijwel gelijk Dus hieruit blijkt onomstotelijk dat het toevoegen van alternatives leidt tot een hoger rendement zonder een duidelijk hoger risico. Dit komt deels door het correlatie effect, en deels omdat alternatives een superieure risico/ rendementsverhouding hebben. Al is lang niet iedereen het daar over eens. De kosten binnen de categorie alternatives liggen immers erg hoog en er gebeuren nogal wat ongelukken. Resultaten zijn veel moeilijker meetbaar en als je ook alle gesloten of mislukte fondsen meerekent is het nog maar de vraag of de risico/ rendementsverhouding ook echt beter is. Maar mij maakt dat niet uit, het gaat mij om de combinatie! En als die goed functioneert en wij ons aandelenrendement kunnen opkrikken van 10% naar 14% (en alternatives van 7% naar 8%) komen we uiteindelijk bij ons doel. En dat doel is 16% rendement (voor hefboom), ofwel 29% na hefboom. Eventjes uitrekenen of dat ons gaat lukken Aandelen 175 Rendement 14% Vola 16% Alternatives 125 Rendement 8% Vola 7% Totaal 300 Rendement 11.5% Vola 11% Wat levert het op? Zoals je ziet 3 x 11,5% ofwel 34,5%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 28,5% over. Vrijwel het gewenste rendement! Sterker nog, meer dan dat. Want wat er feitelijk gebeurt gedurende het jaar is dat er op basis van het tussentijds gestegen vermogen extra wordt bijgekocht. Dit om de hefboom in stand te houden. Over deze bijkopen wordt ook weer wat rendement gemaakt. In de praktijk komen we daarom rond de 29%, ofwel 16% zonder hefboom. Het enige wat me moeten doen is alternatives vinden die 8% rendement bieden met 7% vola, niet al te positief gecorreleerd zijn met aandelen (Zie Hoofdstuk 5 voor deze zoektocht), en voor 4% betere performance in onze aandelen zoeken. Daarvoor verwijs ik naar Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 7. Zijn we klaar? Nee, portefeuillebouwen bevat nog iets extra s. Aangezien je in Hoofdstuk 7 gaat lezen over welke aandelen onze voorkeur hebben vind ik het belangrijk om vooraf vast op te merken dat aandelen met een lager risico dan gemiddeld duidelijk mijn voorkeur hebben. Ik heb sowieso weinig op met stuiterbalaandelen als bijvoorbeeld ArcelorMittal, maar aangezien wij een hefboom van 2 gebruiken zijn ze dus ook nog eens dubbel zo gevaarlijk. De normale aandelenbelegger in Arcelor kan al stuiterend de rit uitzitten, maar wij moeten bij een flinke daling verkopen omdat de risico s te groot worden met het kleinere resterende vermogen en omdat de bank een probleem krijgt met onze margin (zie Hoofdstuk 8 en Hoofdstuk 9). 40 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR PORTEFEUILLE OPBOUW 41

22 Tijdens die zoektocht naar veiligere aandelen en/of beter renderende aandelen ben ik in de loop der jaren op een interessante strategie gestuit. LowVol strategie Onderzoek wijst uit dat laag risico aandelen op lange termijn een iets hoger rendement halen, en dat met een reductie van de volatiliteit met maar liefst een derde deel! Dit onderzoek komt van Robeco (quant afdeling). Als bijkomend voordeel betalen deze LowVol aandelen ook een hoger dan gemiddeld dividendrendement. Deze LowVolstrategie (vs. het kopen van de wereldindex) heeft voor onze strategie duidelijke voordelen. Wij beleggen immers met geleend geld en zijn op zoek naar een hoog rendement. Maar ook met als nadeel een hoog risico en een negatieve cashflow in de vorm van te betalen rente. Dus als we de aandelenbeleggingen invullen met LowVol aandelen, krijgen we een portefeuille met een iets hoger verwacht rendement en met tevens een lager risico. Valutarisico Een van de elementen die het totale risico van de portefeuille bepalen is het valutarisico. Laten we beginnen met het belangrijkste valutapaar: de EUR/USD. Als eurobelegger hebben we in de wereldindex te maken met een weging van circa 50% in dollar en dollar gerelateerde valuta. Ongeveer 20% bestaat slechts uit de EUR en 30% uit een samenraapsel van GBP, JPY, CHF, Scandinavische munten en diverse emerging market munten. Eerst het belangrijkste valutapaar de EUR/USD. De volatiliteit van dit valutapaar is een stuk lager dan dat van de wereldindex zelf. Die heeft (zonder afdekking valutarisico) een langjarige volatiliteit van 16%, de volatiliteit van de EUR versus de USD bedraagt ongeveer 6%. Gelukkig is het niet zo dat voor het Amerikaanse deel van de portefeuille de volatiliteit 22% bedraagt (16% plus 6%), dat zou overigens ook wel fors zijn en niet passen bij de door ons nagestreefde hefboom van VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

23 Sterker nog, de wereldwijde volatiliteit van 16% is INCLUSIEF het hier behandelde valutarisico. De 16% is immers de volatiliteit van de totale wereldindex, gemeten in EUR. En volatiliteiten mag je sowieso nooit bij elkaar optellen, omdat de correlatie tussen de volatiliteiten nooit 1 is. Ofwel, het is niet altijd zo als de beurs daalt dat de dollar dan ook daalt. Gelukkig maar! Onderzoek wijst uit dat als je bij beleggingen in de wereldindex de valuta afdekt naar de EUR, het totaalrisico van deze beleggingen afneemt met 2% à 3% op jaarbasis. En dat is een hele aantrekkelijke verlaging. Want als de volatiliteit daalt met 2,5%, dan is dat een verlaging van de volatiliteit met bijna een zesde deel! Waar je overigens wel bij op moet passen, want bij forse dalingen wil het nogal eens voorkomen dat de USD aansterkt tegenover alle andere valuta en jouw daling dus hoger uitvalt Maar cijfers zijn cijfers, en als we, na onze portefeuille goed gespreid te hebben (met defensievere LowVol aandelen), de volatiliteit nog verder kunnen verlagen zonder daar rendement voor op te geven (middels afdekken van valuta naar de EUR), dan zijn we natuurlijk een uilskuiken als we daar niets mee doen! Als je portefeuille echt een grote omvang aanneemt, bijvoorbeeld vanaf 10 miljoen, dan kun je overwegen om zelf voor de belangrijkste valuta termijntransacties aan te gaan. Maar zelfs dan loert een nadeel om de hoek. Voor die valutatransactie, die bedoeld is als afdekking en dus in een verlaging van je risico s resulteert, wil de bank wel weer extra margin aanhouden. En die margin kan net vervelend zijn als de beurs met 20% daalt en je die ruimte hard nodig hebt! Kortom, dit werkt niet goed voor onze strategie. Gelukkig kunnen we een heel eind komen met het debet staan op je USD rekening. Mits de renteopslag niet te hoog is En er is nog een optie. Namelijk de put optie. Of de call optie. In beide gevallen beleg je vaak alleen voor het topje van de ijsberg in de vreemde valuta. Bij een call optie XOM jan die je koopt voor USD 9, loop je alleen het valutarisico van 9 USD. Althans bij de start. Tenzij je die USD 9 van je USD rekening af laat schrijven, dan is je startrisico 0 USD. Vervolgens stijgt Exxon, en dus ook jouw optie, daarmee naar USD 20. Daarmee stijgt jouw dollarrisico natuurlijk met 11 USD. Maar over de eerste 80 USD (de uitoefenprijs van de optie) die Exxon noteert loop jij GEEN valutarisico! Sommige beleggingsfondsen doen dit afdekken automatisch voor je. Wel zo prettig aangezien het zelf veel werk met zich meebrengt. Om het optimaal te doen moet je namelijk wel wekelijks de omvang van je valutapositie aanpassen op basis van de koersbewegingen, zodat je altijd iedere valuta voor 100% hebt afgedekt. En een goed gespreide, wereldwijde portefeuille bestaat al snel uit een valuta of tien (bijvoorbeeld EUR, USD, GBP, CHF, JPY, CAD, AUD, SEK, HKD en BRL). Als je zelf een portefeuille beheert van dan is dat natuurlijk een hele hoop gedoe. In dat geval kan het opnemen van sommige fondsen die dit al voor je doen (zoals het BNP Global High Income Equity Fund) een uitkomst voor je zijn. Kom je qua omvang een stuk groter uit, dan is het aanhouden van rekeningen in vreemde valuta een uitkomst. Dit wordt uitgebreid beschreven in Hoofdstuk 11 Lenen. Door het lenen in de valuta waarin je aandelen koopt, betekent dit dat je op het startpunt nog geen valutarisico loopt. Pas als de koersen gaan muteren - en dat gaan ze - ontstaat er een verschil tussen de waarde van je beleggingen in bijvoorbeeld USD en je schuld in USD. Dit gebeurt zowel bij verliezen als bij winsten, dus hieraan is niet te ontkomen. Dus als in de tussenliggende periode de dollar met 25% is gedaald en Exxon is gestegen, maak jij gewoon winst. En heb je te maken met een lagere volatiliteit dan de Nederlandse belegger die aandelen Exxon Mobil heeft gekocht omdat hij denkt dat het aandeel gaat stijgen. Die krijgt er namelijk wel het valutarisico bij! Ook met turbo s en CFD s als instrument (zie Hoofdstuk 11) kun je het valutarisico fors inperken. Door je totale portefeuille uit aandelen, opties, turbo s en CFD s te laten bestaan, aangevuld met een lening in de diverse valuta voor je hefboom, kun je bij benadering stellen dat je de portefeuille helemaal afdekt voor valutarisico. En dat is ook de reden dat ik om te meten hoe goed de performance van mijn portefeuille is, deze afmeet tegen de MSCI World Index in lokale valuta. Dat is immers de MSCI World Index met de laagste volatiliteit. En die lage volatiliteit is voor ons heilig. We willen immers wel veel geld verdienen, maar het liefst met een zo laag mogelijk zinvol risico. 44 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR PORTEFEUILLE OPBOUW 45

24 Dat zinvol voeg ik niet voor niets toe. Net als met het spreiden van je aandelenbeleggingen, moet je hier ook streven naar uitschakelen van het zinloze risico. Valuta schommelen in de loop der decennia, maar hebben meestal niet al te veel richting. Dat geldt overigens niet voor zwak geleide economieën die hun uitweg soms zoeken in ongebreidelde inflatie, maar wel voor bijvoorbeeld USD en EUR. Aangezien de huidige koers van de EUR USD 35 jaar geleden ook al op de koersenborden stond, maakt het voor je rendement in the long run dus niet uit of je de USD continu hebt afgedekt of juist niet. Dus of je nu afdekt of niet, ik blijf voor aandelen 10% rendement per jaar voorspellen. Alleen de belegger die in die 35 jaar de dollar had afgedekt, had wel een lager risico gelopen. En dat geldt voor vrijwel alle valuta. Dus dekken we, zo goed en zo kwaad als het kan, de valutarisico s af. Dat gaat niet perfect, en dat is ook helemaal niet erg. Als je 80% tot 90% van het af te dekken bedrag kan realiseren, kom je prima weg met je risicoreductie. Daarom hanteer ik voor een goed gespreide wereldwijd beleggende portefeuille ook een volatiliteit van 14% en niet van 16%. Dus een reductie van 2%, de onderkant van de bandbreedte die uit onderzoek blijkt. Let wel, ik spreek hier over de verlaging van de volatiliteit, puur door valutaschommelingen. Hierboven beschreef ik reeds dat door een goede aandelenselectie de volatiliteit met maar liefst circa een derde deel kan worden terug gebracht. Dat is dus nog veel belangrijker; het verlaagde de volatiliteit van 16% naar 11%. PORTEFEUILLE OPBOUW 47

25 Combineren LowVol en valuta afdekken Kan je deze twee effecten niet combineren? Jazeker, het verlagen van de volatiliteit door het selecteren van defensieve aandelen staat immers grotendeels los van het valutaonderwerp. Die verlaging door LowVol selectie komt immers tot stand als gevolg van marktposities van bedrijven, voorzichtige financieringsstructuur, keuze voor sectoren et cetera. Het afdekken van de valutarisico s van deze wereldwijde conservatieve aandelenportefeuille leidt tot een verlaging van 16% (MSCI World) via 12% (conservative wereldwijd), tot 10% voor de valutair afgedekte conservative strategie. Ongeveer een 35% lager risico. Ongelofelijk dat de meeste beleggers nog steeds op zoek zijn naar de steen der wijzen, en op zoek blijven naar dat ene Amerikaanse biotech bedrijf dat hun vermogen in een klap kan vertienvoudigen. Natuurlijk kan het, maar het gemiddeld rendement van deze belegger zal veelal niet hoger zijn, zijn risico helaas overduidelijk wel. Nu tot slot voor de derde maal mijn risicorendementsberekening, maar dan nu inclusief het verlaagde risico door defensievere aandelen en valuta afdekking, en met de hogere verwachte rendementen door de aandelenselectie (Hoofdstuk 7) en optiegebruik (Hoofdstuk 6). Ik stel de aandelenvolatiliteit op 12%, omdat niet in alle gevallen conservatief belegd kan worden en niet alle valuta afgedekt kunnen worden. Aandelen 175 Rendement 14% Vola 12% Alternatives 125 Rendement 8% Vola 7% Totaal 300 Rendement 11.5% Vola 9% Wat levert dat op? Zoals je ziet 3 x 11,5% ofwel 34,5%. Minus 2 x 3% rente, houd je ongeveer 28,5% over. En de totale volatiliteit daalt tot 3 x 9 = 27%. Dat is een stuk lager dan de 33% waarover we eerst nog spraken! Omgerekend naar een portefeuille zonder hefboom van 2 betekent dit een volatiliteit van slechts 13,5%... Minder dan de wereldindex dus. Samenvatting Spreiden over verschillende aandelen om risico te verlagen, defensieve aandelen gebruiken, valutarisico afdekken, beperkt gecorreleerde alternatives toevoegen Just do it! 48 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

26 Hoofdstuk 5 Alternatives In het voorgaande hoofdstuk heb ik een lans gebroken voor het opnemen van alternatives in de portefeuille. Daarbij heb ik deze categorie als een black box beschouwd. Hoog tijd om deze post alternatives, die 125% van het belegbaar vermogen mag omvatten, eens nader te bezien. In welke categorieën valt deze groep alternatives onder te verdelen? Wat zijn de karakteristieken van deze subcategorieën? Wat zijn de verwachte rendementen en wat zijn de risico s? Doel: inzicht krijgen in werking en gebruik van alternatives binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren. Soorten alternatives: Soort Deel portfolio Rendement Volatiliteit A. Direct vastgoed 15 8% 8% B. Beursgenoteerd vastgoed 15 8% 10% C. Dividenden 10 8% 8% D. Hedge funds 45 8% 7% E. Private equity 10 12% 20% F. Grondstoffen 10 7% 20% G. High yield obligaties 15 6% 10% H. Overigen 5 8% 7% Totaal 125 8% 7% 2% extra rendement door alternatives Voor we de subcategorieën behandelen checken we nog even of bovenstaande alternatives voldoende bijdragen aan de outperformance van 6% die we zoeken boven een normaal aandelenrendement van 10%. 2% van deze extra 6% (zie Hoofdstuk 2 Missie sub D1) moet uit de alternatives komen. Klinkt bescheiden, maar het gaat hierbij om 2% extra zonder hefboom, dus 4% in totaal. 8% zoals ik hierboven noem is dus ruim voldoende, ook al moeten we de te betalen rente van 3% ook nog even betalen! Er is zelfs ruimte voor een wat hogere bijdrage dan de gewenste 2% outperformance. Uit voorzichtigheid kies ik voor 2%. Dan nu een beschrijving van de subcategorieën die samen moeten zorgen voor 2% outperformance voor de gehele portefeuille. ALTERNATIVES 51

27 Subcategorie A. Direct vastgoed (8% rendement, 8% volatiliteit) Aangezien de halve Quote 500 uit vastgoedbaronnen bestaat, is dit kennelijk een interessante beleggingscategorie (geweest). Geholpen door forse kredietverlening, de jarenlange prijsstijgingen en aantrekkelijke huurrendementen behaalden vastgoedbeleggers torenhoge rendementen van meer dan 20% op jaarbasis. Dat is inclusief het hefboomeffect dat sowieso in deze categorie ligt opgesloten, doordat veel onroerend goed wordt gefinancierd door leningen (van de bank) en dus niet de gehele investering zelf opgehoest hoeft te worden. Helaas zitten we nu in een situatie dat er heel veel kantoorpanden leegstaan, woningen langzaam in waarde dalen en velen problemen hebben met de financiering. Niet echt een scenario dat wijst op voortgaande waardestijging van het onroerend goed. Alhoewel de rente, als we eenmaal een financiering krijgen, wel weer zeer aantrekkelijk is te noemen. En deze rente zal waarschijnlijk voorlopig ook wel laag blijven. Als de markt weer langzaam aan gaat trekken, en je portefeuille groot genoeg is, lijkt de aanschaf van direct vastgoed een aantrekkelijke zaak. Het directe rendement uit huuropbrengsten ligt vaak boven de 7% en je rentelasten zijn zo rond de 4%. En bij een tussentijdse beursdaling, die fors effect heeft op de rest van je portefeuille, kan je deze positie gewoon aanhouden. Je hebt immers bij de start bijvoorbeeld een pand gekocht voor 100, hierop 70 geleend en 30 zelf opgebracht. Daar verandert niets aan door een toevallige beursdaling van 30%. Sub B. Indirect vastgoed (8% rendement, 10% vola) Hoewel deze belegging ook veelal uit kantoor- en winkelpanden bestaat, is de verhandelbaarheid dagelijks. Een fonds als Wereldhave heeft in verschillende landen enkele honderden panden. Zowel winkel- als kantoorpanden. En alles wordt nog voor je geregeld ook! Ook hier geldt vaak een redelijk stabiele cashflow en het bijlenen tegen lage rentes. Nog lager dan je zelf als particulier kan bedingen. Deze fondsen lenen zelf meestal ongeveer 40% op hun portefeuille. Wel belangrijk om in de gaten te houden: er zijn er ook, zeker in het buitenland, die meer vreemd vermogen aanhouden. Die zijn echter vaak het haasje bij een stevige crisis en dat willen we nu juist vermijden. Dat voelen we al voldoende in de aandelenbeleggingen. Bovendien hebben deze beleggingsfondsen als voordeel dat je er, als een van de weinige alternatives, ook via opties in kunt beleggen. Dus alle kennis op dat gebied kunnen we ook hier toepassen. En aangezien er dagelijkse handel plaatsvindt, kan je er ook nog eens 70% op lenen. Dus voor onze marginpositie (Hoofdstuk 8) zijn ze ook best gunstig. Tot slot is helaas de correlatie met de aandelenmarkt soms wat hoog (jammer), maar is de correlatie met direct vastgoed juist weer vrij laag. Het opnemen van zowel direct als indirect vastgoed heeft dan ook duidelijk mijn voorkeur. Die stabiliteit heeft ook nadelen; er is niet makkelijk in te handelen. Dus once you re in Daarom is het ook niet verstandig om een groot deel van de portefeuille in deze categorie te beleggen. Voordelen: geen onverwachte margindruk (hypotheken eenmaal afgesloten, worden niet meer nader bekeken als de rente maar netjes op tijd betaald wordt), stabiele cashflow (huur). Nadelen: illiquide, arbeidsintensief en slecht te spreiden als je geen miljoenenportefeuille bezit. Conclusie: tezamen zou ik ze opnemen voor ca. 30% van het vermogen, dus 30 van de 300 delta s in de totale portefeuille (gelijk verdeeld, dus 15 om 15). Ofwel: 10% van de totale portefeuille. Met een duidelijk ander karakter dan aandelen (die zijn goed voor 175 delta s ofwel 58% van de portefeuille). En een duidelijk ander karakter dan hedge funds (die ik voor 45 delta s ofwel 15% van de portefeuille opneem). Deze drie categorieën samen bedragen dus 83% van de portefeuille en zijn daarmee ook verreweg de belangrijkste. Hoog tijd dus om hedge funds eens wat nader te belichten! Maar eerst nog iets over dividenden op de AEX 52 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR ALTERNATIVES 53

28 Sub C. Dividenden (8% rendement, 8% vola) Veel beleggers kopen aandelen vanwege het dividend. Alleen jammer dat die beurskoersen zo heen en weer kunnen schieten. De dividenden van een breed gespreide portefeuille (AEX of Euro STOXX 50 bijvoorbeeld) zijn echter veel stabieler dan de bijbehorende koersen. Via een ingewikkelde optieconstructie in combinatie met aandelen en obligatiefutures is het mogelijk om de dividenden van de komende jaren te ontvangen, ongeacht de koersontwikkeling van deze aandelen. En deze synthetische dividenden zijn te koop met een flinke korting ten opzichte van de logisch te verwachten dividenden. Met een zeer beperkt down side risico over een periode van vier of vijf jaar is op deze wijze een rendement van 8% à 10% per jaar te realiseren. Op korte termijn is deze pure dividendbelegging helaas soms wel positief gecorreleerd met de aandelenmarkt, maar als je wat uitzoomt en op langere termijn denkt is er weinig verband met de aandelenmarkt. Conclusie: leuk om voor een beperkte omvang op te nemen als alternative. Vrij complex om uit te voeren overigens. Sub D. Hedge funds (8% rendement, 7% vola) Over deze categorie is zoveel onzin geschreven, je wilt het niet weten. Als een beursbeweging niet kan worden verklaard, dan zullen het wel hedge funds zijn. Of hedge funds zijn een stelletje profiteurs ten koste van werknemers et cetera. Toch gek dat diezelfde hedge funds hun aandelen en andere beleggingsinstrumenten kunnen kopen op aantrekkelijke prijzen. Van wie dan? Je vraagt het je af In mijn view zijn veel hedge fund managers briljante beleggers met een sterk competitieve instelling. Het maken van rendement binnen een beheersbaar risico is hun doel. En dat klinkt bekend; dat probeer ik in dit boek ook te bereiken. Sterker nog, onze portefeuille met al z n verschillende strategieën heeft wel iets weg van een hedge fund ALTERNATIVES 55

29 Hedge fund managers hebben vaak eerst een aantal jaar het vak geleerd bij grote partijen als Goldman Sachs en zijn daarna voor zichzelf begonnen. Met veel brainpower in een klein bedrijfje en maar één doel: rendement maken en geld binnenhalen. En als dat lukt zijn diverse investeerders, waaronder, jawel, ook ons eigen ABP, bereid er miljoenen te stallen. Omdat ook pensioengelden slim beheerd moeten worden. Helaas weten de heren hedge fund managers heel goed hoe ze moeten rekenen. Aangezien ze goede rendementen behalen met allerlei uiteenlopende strategieën, rekent een typisch hedge fund al snel een vaste fee van 2% per jaar en krijgt de manager ook nog eens 20% van het rendement boven bijvoorbeeld de risicovrije rente van 3%. Belachelijk veel eigenlijk. Als het fonds 14% behaalt, krijg jij als belegger maar 10%. Dat is in mijn ogen ook niet te rechtvaardigen. Ik loop als belegger immers alle risico s. Maar ja, die gasten zijn vaak wel briljant, dus als zij met een beperkt risico, van bijvoorbeeld 7% volatiliteit, die 8% gemiddeld behalen, dan voegen ze wel degelijk waarde toe aan mijn portefeuille. En kan ik ze toch maar beter wel opnemen! En last but not least, in veel hedge funds zit stiekem gewoon een flinke portie aandelen. Dus is het ook logisch dat ze stijgen of dalen op dezelfde momenten als de beurs. Dit type hedge funds (vaak zogenaamde long/short equity funds) past helaas niet zo best in onze hefboomconstructie. Gelukkig zijn er ook diverse andere strategieën die een redelijk onafhankelijk van de beurs rendement tonen. En niet al te volatiel zijn. Juist, deze horen in onze portefeuille! Zoals bijvoorbeeld CTA s. Dat is ook een type hedge fundstrategie, puur gebaseerd op computerformules. Zij handelen in alles wat los en vastzit, en gaan zowel long als short. Hun totale rendement is aantrekkelijk geweest in de afgelopen 20 jaar en vaak ook positief in periodes van langdurige aandelendalingen. Hé, dat is precies wat we zoeken! Zorg dus dat je dit type in je portefeuille opneemt! Een goed voorbeeld hiervan is Winton. De grafiek hieronder zegt eigenlijk alles. Nooit een forse daling, ook niet in het rampjaar Er was zelfs sprake van een stijging Er bestaan overigens wereldwijd nu ruim hedge funds, met in totaal ongeveer $ miljard vermogen. Dat geld is belegd in aandelen, opties, grondstoffen, kredieten en nog veel en veel meer. Erg interessante materie. Wil je er meer over weten, raadpleeg het internet of koop een goed boek over hedge funds. Mijn doel is niet om er in dit boek veel inzicht over te verschaffen. Om dat goed te doen moet ik zwaar theoretisch van alles uit gaan leggen en ben jij als lezer het al gauw spuugzat. Dus beperk ik me slechts tot enkele opmerkingen, waarop te letten bij de aankoop van hedge funds. Let bijvoorbeeld goed op de liquiditeit. Als je wilt handelen is het wel nuttig als je ook kunt handelen. En zolang je maar enkele procenten belegt in hedge funds is er niks aan de hand. Zodra ze 45% van je vermogen beslaan ligt dat echter wezenlijk anders. Gelukkig zijn er op de Engelse beurs goede hedge funds te vinden van voldoende omvang om aan te kopen en eventueel te verkopen. De handel is wel een beetje dun, maar als je jezelf enkele dagen de tijd geeft is het prima te doen. Niet als je enorm groot bent, maar dan heb je weer hele andere ingangen tot de hedge fund wereld, dus dat stuk slaan we even over. Zorg in ieder geval wel dat je spreidt over meerdere hedge funds, om vervelende verrassingen te voorkomen. 56 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR Bron: Bloomberg Voor de kleinere belegger ben je al snel aangewezen op hedge funds of funds. Dit zijn beleggingsfondsen die voor jou in allerlei hedge funds beleggen. Het levert je wel weer een extra laag kosten op. Dit heeft dan ook niet mijn voorkeur, maar als kleinere belegger kun je soms niet anders. Conclusie: belangrijk om op te nemen als alternative. Vrij complexe materie en ook lastig om uit te voeren overigens.

30 Sub E. Private equity (12% rendement, 20% vola) Dit betreft niks anders dan een verkapte aandelenbelegging. Private equity fondsen kopen immers aandelen in een aantal verschillende bedrijven en voegen dat samen in één fonds. Dat fonds kan je kopen als belegger. Toch ligt het verwachte rendement iets hoger dan op aandelen en geef ik er een andere volatiliteit aan. Por qué? Het grote verschil schuilt hem in de zeggenschap en de financiering. Als normale aandeelhouder koop je 0,0001% van de aandelen van RD Shell en ben je van harte welkom op de aandeelhoudersvergadering. Maar als er gestemd gaat worden over belangrijke zaken heb je per saldo niks in de melk te brokkelen. Als private equity fund koop je, soms in samenwerking met andere PE-fondsen, een bedrijf in zijn geheel. Je kan dus vervolgens zelf de directie aanstellen en bepalen welke kant het bedrijf opgaat. En eventueel vervolgovernames doen, reorganiseren en de boel klaarstomen om op termijn weer te verkopen. Via een beursgang of een overname bijvoorbeeld. Daarnaast bepaal je als grootaandeelhouder ook hoe de boel gefinancierd wordt. Je kunt makkelijker afspraken maken met banken over het bijstorten van kapitaal uit je PE-fonds, zodat het bedrijf in eerste instantie met relatief veel geleend geld aan de gang kan. Dit verklaart overigens ook de forse koersdaling van PEbeleggingen in Veel fondsen hadden iets te veel toezeggingen gedaan, gebaseerd op een enigszins normale economische ontwikkeling. Recessieproof, maar niet depressieproof. Veel PE-fondsen daalden dan ook veel harder dan normale aandelen. Zeker de beursgenoteerde private equity beleggingen waar wij al snel toe veroordeeld zijn. Directe PE- beleggingen via fondsen zijn immers pas vanaf grotere bedragen mogelijk. Conclusie: deze beursgenoteerde PE-fondsen zijn maar beperkt gecorreleerd met aandelen en dus toch een welkome aanvulling op de totale portefeuille. De correlatie is wel een stuk hoger dan de meeste andere alternatives. Dus niet te veel van opnemen Sub F. Grondstoffen (8% rendement, 20% vola) Als je naar de prijsontwikkeling kijkt van, bijvoorbeeld, hout, olie, tarwe en koper, dan zie je een aantal dingen. Soms zijn er lange periodes van stijgende prijzen, afgewisseld met langere periodes waarin ze zwaar achteruitlopen in koers. Beweeglijk is het allemaal zeker wel, zelfs vaak een stuk beweeglijker dan aandelen. De correlatie van de diverse grondstoffen onderling is weer beperkter dan bij aandelen, dus als je een goed gespreide portefeuille grondstoffen aanlegt is de volatiliteit te verlagen tot rond de 20%. Het rendement schijnt op lange termijn tussen de 8% en 10% per jaar te liggen, best wel aantrekkelijk, en gelukkig slecht gecorreleerd met aandelen. Tot zover het goede nieuws. Aangezien we geen garage hebben om het hout/ olie et cetera op te slaan, zijn we als beleggers aangewezen op de futurehandel in grondstoffen. En dit maakt het allemaal een stuk complexer. Veelal beleg je in grondstoffen via een of ander structured product, dat qua koersontwikkeling sterk kan afwijken van de onderliggende grondstof. En veelal valt het rendement vies tegen. Dit blijkt uiteindelijk toch een heel aparte categorie, waarbij ik vermoed dat het in theorie wel waarde toevoegt, maar in praktijk veelal tegen zal vallen. Conclusie: in theorie interessante aanvulling op de andere beleggingen, maar lastig te implementeren. Sub G. High yield obligaties (6% rendement, 10% vola) Normale obligaties, zoals staatsleningen, toevoegen aan een portefeuille levert weliswaar spreiding op maar kost te veel qua rendement. En is ook niet slim omdat we aan de andere kant geld lenen waarvoor we minstens dezelfde rente betalen. Risicovollere obligaties zijn echter wel aantrekkelijk. Dit zijn obligaties van bedrijven die er vaak bewust voor kiezen om met weinig eigen vermogen en veel vreemd vermogen gefinancierd te zijn. Door de renteaftrek zijn de kosten van vreemd vermogen immers veelal lager dan de kosten van eigen vermogen. Deze bedrijven lenen geld in de obligatiemarkt voor bijvoorbeeld 8% op jaarbasis. Na aftrek van belasting is hun kostenvoet van dit geld circa 6%. Goedkoper dus dan aandelenvermogen, wat al snel 10% kost. Maar omdat deze bedrijven veel lenen, moeten ze een risico-opslag betalen bovenop de risicovrije rente op staatsleningen. 58 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR ALTERNATIVES 59

31 Dus obligatiebeleggers lopen bewust wat meer risico met dit soort bedrijfsleningen en krijgen daarvoor meer rente. En af en toe, zeker als de economie slecht draait, gaat er een bedrijf failliet en drukt dit het rendement. Per lening is dit een zeer risicovolle belegging. Maak je echter een portefeuille van 100 bedrijfsleningen in allerlei verschillende sectoren, dan neemt het risico fors af. De volatiliteit is over een periode van 20 jaar gemeten dan ook lager dan 10%. En gelukkig, de correlatie met aandelen is vrij beperkt. Bij forse economische tegenwind, zoals in 2008, gaat dit overigens niet op. Daarnaast is de magnitude van de daling vaak slechts een beperkt deel van de daling van de aandelen. Samenvatting Er bestaan verschillende soorten alternatives die allen hun duidelijk eigen risicoen rendementskarakteristieken met zich meebrengen. Stuk voor stuk zijn ze maar beperkt gecorreleerd met aandelen en vaak ook maar beperkt met elkaar. Het opbouwen van een aanzienlijke portefeuille alternatives is dan ook zeer aantrekkelijk in risico/rendement voor onze totale portefeuille, zoals beschreven in Hoofdstuk 4 Portefeuilleopbouw. Alternatives zijn lang niet altijd transparant en soms erg lastig te begrijpen of te verkrijgen. Verhogen van je kennis door literatuur over alternatives is dan ook zeker aan te raden. Conclusie: toevoegen van high yield obligaties is, zoals bij vrijwel alle alternatives, gunstig voor het totale risico/rendementsplaatje van de portefeuille. Maar het is niet slim om zelf te doen in verband met spreiding, dus altijd via een fonds of een tracker doen (Robeco High Yield bijvoorbeeld). Sub H. Overige (7% rendement, 8% vola) Het is lastig om precies te zeggen wat hieronder valt, en het hangt ook sterk van je beleggingsvoorkeuren af. Je kunt hierbij denken aan kunst, valutastrategieën, catastrophe bonds, scheepvaart cv s en ga zo maar door. Dit zijn allemaal wat exotischer beleggingen, waarbij mijn kennis eerlijk gezegd tekort schiet. Wat is de correlatie van kunst met aandelen? Welke kunst moet ik kopen? Kan ik met kunst als onderpand geld lenen, mijn hefboomwens indachtig? Hoe liquide zijn mijn schilderijen? En diezelfde vragen kan je ook stellen over catastrophe bonds. Hoe verhouden ze zich onderling qua correlatie? En in samenhang met overige alternatives? En, last but not least, in samenhang met aandelen? Zeker geen vragen waar ik een exact antwoord op kan geven in dit stadium. Toch lijkt het best interessant een paar procent van de portefeuille toe te wijzen aan dit soort exoten. Conclusie: misschien schuilt er meer kracht in dan we denken en kunnen sommige beleggingen op termijn een deel van de portefeuille uitmaken. Zeker als de correlatie laag blijkt te zijn en hopelijk het rendement aantrekkelijk is. 60 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

32 Hoofdstuk 6 Opties Opties vormen een essentieel onderdeel van de strategie. Ze vervullen een functie om het rendement te verhogen en zijn een belangrijk financieringsinstrument voor het deel van de beleggingen dat met geleend geld plaatsvindt. Voor ik daar dieper op inga, hierbij een korte beschrijving van de werking van opties en enkele effecten op de prijsvorming van opties. Dit is overigens een vrij lastig onderdeel van dit boek, en ook zonder het gebruik van opties kun je slagen in het lenen van geld en het halen van een leuk rendement. Maar opties leiden tot lagere rentelasten, dus probeer in ieder geval om deze pagina s door te worstelen. Doel: inzicht krijgen in werking en gebruik van opties binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren en bovendien ook nog goedkoop geld te lenen. Wat is een call optie? Bij het kopen van een call optie verschaf jij je het recht om op termijn een aandeel te kopen tegen een vooraf vastgestelde uitoefenprijs (strike). Voorbeeld: koop een call optie RD Shell Dec 2015 strike 30. Dit betreft het recht tot aankoop van (100 aandelen van) Royal Dutch Shell, met een uitoefenprijs van 30 en een periode tot (de derde vrijdag van) december Terwijl het aandeel nu 25 noteert en we nog ruim twee jaar te gaan hebben (tijdens schrijven van deze paragraaf is het september 2013). Je betaalt voor dit recht nu in de markt bijvoorbeeld 0,80. Tussentijds zal het aandeel ongetwijfeld bewegen, maar laten we eerst kijken naar de einddatum in december Als het aandeel onder de 30 noteert, kan je je optie in de prullenbak gooien. Het recht om tegen 30 te kopen is immers waardeloos; op de beurs koop je die dag onder de 30. Stel echter dat mijn positieve kijk op RD Shell uitkomt en het aandeel op 32 staat. Dan heb je feitelijk een kortingsbon van 2 te pakken, aangezien jij nog kan kopen op 30. De optie is dan ook 2 waard. En dat is 2,5 keer zoveel als je hebt geïnvesteerd! Stijgt het aandeel naar 38, dan is je optie opeens 8 waard en je investering is ver-10-voudigd! Of het aandeel op 29 eindigt of op 16 maakt jou niet uit; je optie loopt toch waardeloos af. Nu zal het aandeel niet zo vaak in twee jaar stijgen van 25 naar 38, maar er bestaan in Nederland zelfs vijfjarige call opties. Een call Dec 2018 strike 30 wordt nu verhandeld voor 2. En niemand kan mij garanderen dat RD Shell niet verdubbelt in die vijf jaar naar 50. Mwoah, dan is jouw optie liefst 20 waard! OPTIES 63

33 Wat is een put optie? Bij het kopen van een put optie verschaf jij je het recht om op termijn een aandeel te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Je kunt dit zien als een soort van brandverzekering. Zo kan je ook voor Dec 2015 een put optie met strike 20 kopen. Het eerste stukje daling van 25 naar 20 ben je dus toch nog de sigaar met je aandelen, maar daarna ben je verzekerd. Deze optie kost nu 1. Ietsje duurder dan de call op 30, omdat snelle dalingen nu eenmaal vaker voorkomen dan snelle stijgingen. Waarschijnlijk is het weggegooid geld, maar mocht de koers onder de 20 komen, dan ben je dus veilig voor verdere koersdaling. Best aardig voor de hefboombelegger, want juist die crash van 40% is waar we, door de hefboom, zoveel last van hebben. Helaas kost het op de lange termijn waarschijnlijk wel een stukje rendement. Schrijven of kopen van opties Bovengenoemde call en put opties kan je niet alleen kopen, je kunt ze ook verkopen, ofwel schrijven. Dan ben je tegenliggende partij van de call of put koper. Je risico s zijn dan ook tegenovergesteld. Als je de call optie schrijft moet je aandelen leveren tegen 30, terwijl het risico is dat ze dan wel 50 kunnen staan! Dat risico is overigens minder wrang als je de aandelen aanvankelijk bezit, en ze dus gedekt schrijft. Helaas is je aandelenwinst dan beperkt tot de stijging van 5 (van 25 naar 30) en de ontvangen premie van 0,80. Toch ook best aardig: 5,80 winst op 25 investering, ofwel 23% De meeste optiecontracten hebben overigens een onderliggende waarde van honderd aandelen. Dus het kopen van 1 call RD Shell heeft betrekking op onderliggend 100 aandelen. Evenzo is de premie van 0,80 dus ook keer honderd, dus 1 call doet 80. Idem bij puts. Prijsvorming van opties Er zijn meerdere variabelen die de prijs van een optie bepalen. A. Koers van het onderliggende aandeel B. Contractduur C. Verwachte toekomstige beweeglijkheid aandeel D. Dividend aandeel E. Rentestand F. Uitoefenprijs optie Ad A. Koers aandeel Dit is de meest logische. Als je een call koopt van een aandeel RD Shell en het aandeel stijgt enorm in waarde, dan snapt een kind dat de call optie (het recht om op een vooraf vastgestelde koers de aandelen te kopen) ook flink in waarde stijgt. En omdat je in feite in het topje van de ijsberg hebt belegd, ga je er procentueel met je optie helemaal hard op vooruit. De mate waarin dat gebeurt heet de zogenaamde delta. De delta is eigenlijk het percentage van de aandelenstijging die jij, als call optie bezitter, verdient. Als je de put optie schrijft ontvang je meteen de premie van 1, en als het aandeel RD Shell een beetje normaal doet, heb je na het aflopen van de contractperiode het geld na ruim twee jaar verdiend. Je hoeft niets te investeren, er wordt alleen een deeltje van je cash geblokkeerd om er zeker van te zijn dat je aan je verplichting tot aankoop van RD Shell aandelen op uitoefenprijs 20 kan voldoen. Dat wordt berekend met een ingewikkelde formule. Best een lollige strategie om puts te schrijven, zeker als beurzen al gedaald zijn en je extra veel premie krijgt door de heersende paniek. Als je maar weet wat je doet, en er dus niet te veel schrijft. Het past minder bij ons als hefboombeleggers, want als de beurs hard daalt en je al moeite hebt met je hefboom, krijg je dit er ook nog eens versneld bij. Stel je voor dat het aandeel op 25 staat en jij de Dec 2015 call met uitoefenprijs 30 hebt gekocht voor 0,80. Het aandeel moet nog flink stijgen wil jij er de vruchten van gaan plukken. Deze optie zal bij een stijging van RD Shell met 1 bijvoorbeeld met 0,20 stijgen tot 1,00. We zeggen dan dat de delta 0,20 is (wij stijgen 20 cent van de 100 cent die het onderliggende aandeel is gestegen). Als het aandeel al op 35 stond en we kopen de Dec 2015 call voor 6, dan stijgt de call bij een stijging van het aandeel RD Shell met 1, ongeveer met 0,80 tot 6,80. De delta is dan 0,80. Ofwel: deze optie is veel gevoeliger voor de koersbeweging van RD Shell. 64 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR OPTIES 65

34 Ad B. Contractduur Ook deze is best te begrijpen. Hoe dichter we bij de einddatum Dec 2015 komen, des te korter heeft het aandeel de tijd om de 30 te halen. Dus als er een half jaar niks met de koers van RD Shell gebeurt, kan de optie maar zo dalen van 0,80 naar 0,40. Die daling is overigens niet lineair. Bij at the money (ATM) opties (dus als de koers van het aandeel dicht bij de strike ligt) neemt die in begin weinig af en later steeds meer. Bij out of the money (OTM) opties (dus bij uitoefenprijzen ver weg van de koers van het aandeel af) is het effect eerder andersom. Ad C. Effect van volatiliteit Stel je voor dat je wederom de call optie Dec 2015 strike 30 hebt gekocht voor 0,80, en paniek breekt uit op de markten. Koersen bewegen nu een stuk heftiger op en neer (zoals tijdens de Griekenlandtragedie) dan voorheen. De markt schat nu in dat de kans dat het aandeel binnen de contractduur boven de 30 komt een stuk groter is (net als overigens de kans dat het aandeel onder de 20 komt!). De call optie kan nu door dit effect zomaar stijgen naar bijvoorbeeld 1,00, zonder dat de koers significant dichter bij de uitoefenprijs komt. Dit komt door de hoger ingeschatte toekomstige beweeglijkheid van RD Shell. Andersom kan natuurlijk ook gebeuren. In het algemeen daalt de volatiliteit bij stijgende koersen en stijgt deze bij dalende koersen. Dit brengt voor de call bezitter het plezierige effect met zich mee dat bij een daling zijn verlies enigszins gedempt wordt. Ad D. Dividend Als een bedrijf zoals RD Shell ieder jaar 5% dividend uitkeert, wordt het natuurlijk extra moeilijk om binnen een jaar boven de 30 uit te komen. Voor eenzelfde aandelenrendement als concurrent Exxon, die maar 2% uitkeert en voor de rest eigen aandelen inkoopt, hoeft RD Shell dus 3% per jaar minder te stijgen. Call opties RD Shell zijn dan ook goedkoper dan die van Exxon. Als RD Shell dus onverwachts zijn dividend verder verhoogt en volatiliteit en koers gelijk blijven, dan zakt de waarde van je call optie (en worden put opties meer waard). OPTIES 67

35 Ad E. Rentestand In de formule voor de bepaling van de prijs van een optie (bijvoorbeeld de Black- Scholes-formule) zit ook nog de component rente. Hoe hoger de rente, des te duurder de call optie en des te goedkoper een put optie. Omdat dit effect minder zwaar weegt onder normale marktomstandigheden laat ik dit verder buiten beschouwing. Ad F. Uitoefenprijs Uiteraard beïnvloedt de uitoefenprijs de waarde van bijvoorbeeld een call. Hoe lager het niveau waarop je mag kopen (uitoefenprijs), des te meer is de belegger bereid voor deze call optie te betalen. Synthetisch aandeel/lt onderzoek calls en puts Via de zogenaamde call-put pariteit kan je afleiden hoe calls en puts ten opzichte van elkaar geprijsd moeten worden. Dit kan niet teveel afwijken, anders zijn er slimme handelaren die de verschillen opeisen door handige arbitragestrategieën. Het gaat in dit boek te ver om dit uit te leggen, lees gerust een goed optieboek. Wel leuk is dat het tezamen kopen van een call en schrijven van een put optie, precies hetzelfde koersverloop heeft als dat van het onderliggende aandeel. Maakt niet uit wat volatiliteit en tijdswaarde doen. Sommige mensen vinden deze constructie, waarbij je vanaf dag één vaak niks hoeft te investeren, maar wel de koersstijging meemaakt, het walhalla. Dat is overigens onzin, je verlieskans is precies even groot als bij gewoon kopen van aandeel en lenen van dit bedrag. Daarom moet je ook een margin aanhouden. Maar aangezien aandelen in the long run 10% doen en de rente gemiddeld (studie over 75 jaar) 4% bedraagt, levert dit synthetische aandeel wel 6% op per jaar gemiddeld. En dat terwijl alle calls en puts tezamen per saldo toch een zero sum game zijn. Je hebt precies evenveel winnaars als verliezers! Daar heb ik dan ook onderzoek naar gedaan op basis van de rendementen van de SP 500 over de afgelopen 75 jaar. Daaruit komen grofweg de volgende gemiddelden: Rendement aandelen per jaar 10% Rente per jaar 4% Winst call koper 3% Winst put schrijver 3% Dus het kopen van calls (inspelen op opwaartse beweging) levert ongeveer net zoveel op als het schrijven van puts (inspelen op opwaartse beweging). En logischerwijze verlies je dus net zoveel als je calls schrijft of puts koopt. Opgeteld blijft het immers een zero sum game. En de 6% risicopremie (door te beleggen in plaats van rente te incasseren) die je als aandelenbelegger verdient door 10% gemiddeld te maken met je aandelen minus 4% rente, wordt ongeveer gelijk verdeeld over call koper en put schrijver! Nu is dit onderzoek wel opgebouwd met een aantal veronderstellingen, zoals de verwachte optieprijzen op basis van gerealiseerde volatiliteiten in plaats van de werkelijke optieprijzen. Dit doet overigens niets af aan de conclusie, het kan hoogstens zo zijn dat de verdeling over de call koper en put schrijver iets anders ligt. De call schrijver en de put koper, die overigens ook hun risico verlagen, verliezen dus in the long run geld. Dus mensen die denken dat call premie ontvangen een soort gefundenes Fressen is, gaan uiteindelijk een keer nat. Dat kan overigens ff duren, want dat gebeurt veelal in jaren dat de beurs met meer dan 20% stijgt, en dat is niet bepaald ieder jaar het geval! Kopen call opties (nader uitgewerkt) Afhankelijk van de prijsvorming kan het kopen van call opties interessant zijn. Daarnaast is de inschatting van de toekomstige prijsontwikkeling van het onderliggende aandeel van groot belang. Bij het schrijven van dit boek is het kopen van langlopende call opties enorm interessant. Laat ik dit illustreren aan de hand van een voorbeeld. Je koopt nu voor 2,10 een vierjaars call optie RD tot 2018 met een uitoefenprijs gelijk aan de huidige koers van 28. Wat duidelijk opvalt is de lage prijs van de lange opties. Voor slechts 7,5% premie koop je het recht voor alle (tussentijdse) koersstijging van RD gedurende de komende vier jaar. Dat dit zo is vanwege de wijze van de prijsberekening van de opties is een gegeven, maar je kunt er dus wel enorm van profiteren. Niemand weet immers waar RD Shell over vier jaar, of eerder, staat. Dit kan ook prima een koers van 30 of 40 zijn, gezien de winstvooruitzichten van RD Shell en de kans dat de K/W verhouding de komende jaren gaat toenemen tot het lange termijn gemiddelde van (nu 9). 68 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR OPTIES 69

36 Managen exposure met opties Iedere optie heeft een delta. Dit is de mate waarin de optie meebeweegt met de koers van de onderliggende waarde, ofwel Royal Dutch in dit voorbeeld. Zoals we hebben gezien in Hoofdstuk 3 De sheet, is het niet eenvoudig om de hefboom in de buurt van de 2 te houden. Als de beurs stijgt, stijgt je vermogen in principe twee keer zo snel. Als je dan niets doet, daalt de hefboom vanzelf. En moet je dus op een hoger niveau bij gaan kopen om de hefboom constant in de buurt van de 2 te houden. Andersom is natuurlijk ook het geval, bij een beursdaling stijgt de hefboom tot ruim boven de 2 en lopen de risico s op tot ongewenste hoogte. Dit probleem kan deels worden ondervangen door het kopen van call opties. Als je een lange at the money (ATM) call optie koopt, heeft deze een delta van circa 0,5. Je exposure is dus het aantal contracten x 100 x strike price x 0,5. Als RD Shell met 10% stijgt is de situatie veranderd. Het aandeel is met 2 gestegen en de optie met 1. In deze nieuwe situatie is de delta van de optie gestegen tot bijvoorbeeld 0,6. Hetgeen betekent dat de exposure is gestegen met 10% door de gestegen koers van RD Shell, en met 20% aangezien de delta is toegenomen van 0,5 naar 0,6. Als de volledige portefeuille zou zijn opgebouwd uit deze positie, zou de portefeuille zonder hefboom met 10% zijn gestegen, inclusief hefboom met 20%, het vermogen met 20% en de exposure met ruim 30%! De totale hoeveelheid delta s stijgt hiermee tot circa 220, zelfs iets meer dan gewenst. Nu bestaat een portefeuille natuurlijk nooit uit slechts één positie. Waar het mij om gaat is te tonen dat het gebruik van call opties heel goed samen gaat met het pogen de delta rond de 200 te houden. Bij het schrijven van put opties werkt dit echter volledig averechts. Bij een koersdaling, dus een wens om exposure te reduceren, stijgt juist het aantal delta s. Dit kan heel snel gaan, zeker bij dalingen die groter zijn dan 10%. Bij dalingen tot 10% is het niet zozeer een probleem, de delta hoeft immers niet vastgeplakt te zitten aan de 200. En het liefst koop je natuurlijk juist bij op deze lagere niveaus Toch adviseer ik om voorzichtig te zijn met het volume aan geschreven puts. Voor inzicht in het aantal dalingen door de jaren heen die groter zijn dan 20% verwijs ik naar Hoofdstuk 9 Meltdown. Op totaal portefeuilleniveau zal altijd sprake zijn van een aanzienlijk aantal gekochte calls en een beperkt aantal geschreven puts. Het is zaak dit goed bij te houden. Het is voor de monitoring van de portefeuille van belang vooraf inzicht te hebben hoe de portefeuille reageert op bewegingen. Hierbij moet je overigens ook denken aan tijdswaarde en volatiliteit. Bij hoge volatiliteit verkoop je liever dure puts en bij lagere volatiliteit koop je het liefst de dan goedkope calls. Outperformance door gebruik opties Zoals in Hoofdstuk 2 Missie werd beschreven is het de bedoeling circa 2% outperformance te genereren door het slim inzetten van opties. Dit kan op een aantal manieren: A. Spelen met volatiliteit B. Verdienen tijdswaarde C. Beter inschatten van waarschijnlijkheden dan optiemarkt D. Managen delta s op basis van waardering Ad A. Spelen met volatiliteit De volatiliteit die in de prijs van opties zit is verre van stabiel. In rustige tijden ligt de vola rond de 15%, in beursdalingen loopt die soms op tot meer dan het dubbele: 30% à 40%. In tijden van serieuze crises kan het verder oplopen tot zelfs een extreme 80% in En dan heb ik het nu over de vola van de beursindex (AEX of SP 500). Voor individuele aandelen liggen deze getallen meestal nog een stukje hoger. Deze schommelingen in volatiliteit leiden tot stevige schommelingen in de optiekoersen. Met name bij langere opties is dit effect sterk voelbaar. Wat duidelijk uit onderzoek blijkt is dat dalingen vaak onverwachter en krachtiger zijn dan stijgingen. En als een daling opeens stevig inzet, wordt de beurs ook meestal een stuk beweeglijker. Dalingen gaan bijna nooit lekker geleidelijk, vaak is er immers sprake van verhoogde onzekerheid over de economie, soms zelfs paniek en soms moeten beleggers gedwongen verkopen. Als de beweeglijkheid fors stijgt, worden zowel calls als puts een stuk duurder. Dat is bijna een wet. Daarnaast is het zo dat volatiliteit altijd weer terugkeert naar een normaal niveau van rond de 15% à 20%. Hier kan je op inspelen. 70 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR OPTIES 71

37 Door in rustige, opgaande markten veel te beleggen in lange call opties die dan redelijk goedkoop zijn. Stijgt het verder, dan verdien je veel door de hefboom die in opties zit. Daalt de beurs opeens snel, dan verlies je relatief minder door de stijgende vola! En als de daling wat tot rust komt, verschuif je van long calls wat meer naar geschreven calls en schrijf je voorzichtig wat puts. Niet te veel natuurlijk. Zo lock je de hogere premies in, en kan je zelfs verdienen als de beurs zijwaarts beweegt. En als beurzen dan weer gaan stijgen en call opties weer goedkoop worden, ga je weer over op kopen calls en schrijf je geen puts meer. Ad C. Beter inschatten van waarschijnlijkheden dan optiemarkt Deze is vrij tricky, maar ik probeer m toch uit te leggen. Optieprijzen worden grofweg berekend, via de Black-Scholes- of een vergelijkbare formule, op basis van de huidige koers en de verwachte beweeglijkheid (vola). Hierbij wordt geen verwachting uitgesproken over de richting van de koers van het aandeel. Sterker nog, vanwege arbitrage wordt er uitgegaan van de huidige koers, plus de marktrente, minus de verwachte dividenden. Voorbeeldje weer bij RD Shell, voor een vijfjarige optie: Mijn ervaringen op dit gebied in de afgelopen jaren, sterken mij in het vermoeden dat je hierdoor een 1% à 2% hoger rendement kunt halen dan via een rechtstreekse belegging in aandelen van bijvoorbeeld, daar heb je m weer, RD Shell. Ad B. Verdienen tijdswaarde Als je, zoals hiervoor beschreven, lange call RD Shell hebt gekocht en het aandeel bijvoorbeeld stijgt van 25 naar 30 in korte tijd, kan je ervoor kiezen om er een kortere call (met kortere looptijd) met strike 35 overheen te schrijven. Dat is immers best wel een hoge koers en ach, we moeten ook weer niet te hebberig zijn. Stel dat we 2 voor die call hebben betaald en we voor de Dec call nu 1 krijgen, dan verdienen we in een jaar dus de helft van onze premie terug! Dat gebeurt niet in een dag, maar deze 100 verdienen we vanzelf met het verstrijken van de tijd. Dit noemen we de tijdswaarde van de optie. En grof gerekend is 100 over 250 beursdagen per jaar 0,40 per dag. Niet echt veel, maar je portefeuille zal ook vast uit meer dan 1 call bestaan. Stel je voor dat je 10 calls RD Shell 2018 strike 30 bezit en 10 keer de call Dec schrijft voor 1, dan verdien je met die laatste call toch 4 per dag met helemaal niks doen! En niks doen, daar zijn veel mensen heel goed in. Jij ook? Huidige koers RD Shell: 25 Rente voor 5 jaar = 10% 2,50 Dividend 5 jaar = 20% 5,00 Impliciete RD Shell Koers over 5 jaar 22,50 (25 + 2,50-5,00) Rondom die impliciete eindkoers van 22,50 wordt nu een optieprijs berekend, rekening houdende met de verwachte vola. Een koers van 30 is vanaf de 22,50 best een eind weg, dus daarom is de vijfjarige call optie ook zo goedkoop voor 2. Terwijl het aandeel over vijf jaar best op 50 kan staan en jij dus 20 in je zak steekt. Ik verwacht dat RD Shell de komende jaren 15% rendement per jaar laat zien. En voor de gewone aandeelhouder betekent dit een rendement van ongeveer 100% in 5 jaar (1,15 * 1,15 = 2). Van die 15% per jaar is 5% dividend en 10% koersstijging. Dat betekent een eindkoers van RD Shell van 1,10 ^ 5 x 25 = 40. Dus gaat de call van 2 naar 10. En elke kleine positieve afwijking levert gelijk een nog veel hogere eindwaarde van de call op. Tegenargument is natuurlijk dat RD Shell ook binnen een jaar van 30 naar boven de 36 kan stijgen en je beter niks had kunnen doen. Helemaal waar, maar dit is ook een luxeprobleem. En het is misschien ook geen ramp om op deze wijze gedisciplineerd op deze hogere RD koers eens wat winst te nemen, en ons op een ander, wat goedkoper, aandeel te richten. 72 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR OPTIES 73

38 Totaal extra rendement Zo hoop en verwacht ik dus dat de keus voor RD Shell oplevert: 1. 5% extra performance omdat aandeel het beter doet dan beurs (zie Hoofdstuk 7) 2. 2% extra performance door tussentijdse handel in opties zoals genoemd onder Ad B. 3. 3% extra performance door de te goedkope pricing van lange termijn call opties Opgeteld is dat 10% extra rendement, ofwel 20% in totaal (10% extra plus 10% marktrendement). Waarvan de ene helft door aandelenselectie en de ander helft door optieselectie. Het is bepaald niet zeker dat dit gebeurt, maar wel mijn streven. Voorzichtigheidshalve streef ik voor de gehele portefeuille naar 2% extra rendement door het slim gebruiken van opties. Niet alle markten hebben immers goed verhandelbare en scherp geprijsde opties ter beschikking! Samenvatting Opties zijn een ingewikkeld en soms lastig instrument. Ze bieden wel enorme voordelen, zoals goedkope financiering, kansen op extra rendement en bescherming voor ons als hefboombelegger, aangezien calls niet meer kunnen dalen dan de betaalde premie. In mijn ogen zijn opties een onmisbare toevoeging voor de hefboombelegger. Zonder de opties is het overigens ook heel goed mogelijk de hefboomstrategie uit te voeren, dus laat je niet te veel afschrikken Financiering via opties Opties dienen ook nog een heel ander nut; ze zijn heel geschikt om op goedkope wijze te zorgen voor de financiering van de door ons gewenste hefboom van 2. Hoe dit werkt wordt beschreven in Hoofdstuk 11 Financiering. 74 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

39 Hoofdstuk 7 Aandelen selectie Doel: inzicht krijgen in keuzes voor aandelenselectie binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren. Er bestaan honderden boeken en studies over de selectie van aandelen. Vrijwel allemaal gaan deze over het op slimme wijze behalen van een rendement op je aandelenportefeuille dat hoger ligt dan het marktgemiddelde. Veel minder studies en boeken behandelen het zo laag mogelijk maken qua risico van je aandelenportefeuille. In dit hoofdstuk wil ik aan beide begrippen (alpha generatie en volatiliteitsbeperking) aandacht schenken. Hierbij haal ik een tweetal studies aan, die mij in de loop van de jaren sterk zijn gaan aanspreken en in mijn ogen tezamen leidden tot een hoger dan gemiddeld rendement en een lager dan gemiddeld risico. Hetgeen voor iedere belegger op zich interessant is, maar ZEKER voor de hefboombelegger. Het extra rendement verdienen wij immers twee keer, en van de risico s bij daling hebben wij veel en veel meer last dan de normale belegger. Houd dit dus altijd in gedachte als je je aandelenportefeuille opbouwt. Niet alleen naar de up side kijken, maar ook naar die periodes dat aandelen dalen! Aantrekkelijke Aandelen A. Hoog dividend aandelen halen op langere termijn circa 2% extra rendement doordat het kopen van dure publiekslievelingen wordt vermeden. B. Laagrisicoaandelen halen op lange termijn ook een iets hoger rendement en wel met een reductie van de volatiliteit met maar liefst een derde deel! Bovenstaande heb ik al kort behandeld in Hoofdstuk 4, toen we bezig waren de portefeuille optimaal samen te stellen. Nu is het tijd om wat dieper op deze materie in te gaan. Beide punten hebben veel overeenkomsten, maar er zijn toch ook wel een aantal substantiële verschillen. Sub A. Hoog dividend aandelen Het rendement van de langetermijnbelegger bestaat uit een combinatie van dividend en koersgroei. Een bedrijf als RD Shell - daar zijn ze weer! - keert bijvoorbeeld ongeveer de helft van zijn aanzienlijke winst uit aan ons als aandeelhouders. Een leuke som geld van 5% op dit moment (2014). De andere helft blijft binnen het bedrijf en dient om verdere groei van de gas/olieproductie te realiseren. Zodat het dividend op termijn ook omhoog kan. AANDELEN SELECTIE 77

40 Ervan uitgaande dat hierdoor de winst op termijn met 7% per jaar stijgt, verdienen wij als aandeelhouder 12% per jaar. Ik denk ook echt dat je een dergelijk percentage met aandelen Shell kunt realiseren. Ik vind RD Shell een beter dan gemiddeld bedrijf. Gemiddelde bedrijven leveren door de jaren heen 3% dividend op en eveneens 7% koersgroei. Ofwel 10% per jaar. Als het klopt wat ik zeg, dan behaal ik door de keuze voor RD Shell 2% meer rendement dan de markt. In technische termen wordt dit ook wel 2% alpha genoemd. Alpha is een aanduiding voor hoeveel je meer of minder doet dan de markt. Uiteraard moet je dit niet met één aandeel doen, maar met een goed gespreide portefeuille - maar dat had je in Hoofdstuk 4 al wel begrepen, hoop ik. Nu probeert natuurlijk elke belegger, zowel de particulier als de professional, het beter te doen dan de index. Iedereen probeert alpha te genereren. Hoezo zou ik dan degene zijn die 2% meer maakt? Goede vraag, die ik in twee delen beantwoord: 1. Er bestaan erg veel domme beleggers die pas aandelen kopen als ze erg populair zijn geworden, en erg duur ten opzichte van de bedrijfsprestaties. 2. Ik ben niet op zoek naar de volgende Google of Apple. Zou wel leuk zijn, maar die zoektocht leidt vaker dan verwacht tot tegenvallers. Uit diverse internationale onderzoeken blijkt dat de particuliere belegger het beduidend slechter doet dan de beursindex. Zeker mannen (sorry guys) hebben hier last van. Ze kopen vaak liever aandelen van een bijzonder kansrijk risicovol bedrijfje, dan van een saai bedrijf als bijvoorbeeld Unilever. Met zo n groeier kan je immers ontzettend veel geld verdienen, en soms ook nog in korte tijd. Hetgeen absoluut waar is. Helaas is de koers daar al vaak behoorlijk op vooruitgelopen. Dit soort bedrijven heeft weliswaar een hoger dan gemiddelde winstgroei (gunstig!) maar je betaalt er dan ook simpelweg te veel voor. En bij tegenvallers zakt zo n koers veel harder in elkaar dan velen denken. Misschien dat de beleggers in TomTom die het aandeel op 70 hebben gekocht nu op 4 zich wat achter hun oren krabben. 78 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

41 Gelukkig leert de particulier, en na de zondvloed wordt vaak gevlucht in kwaliteitsaandelen als Unilever. Die echter hun waarde met name in neerwaartse markten bewijzen, niet zozeer in opgaande. En het zijn echt niet alleen de particulieren; er zijn ook legio fondsmanagers die zo te werk gaan. Uit onderzoek blijkt overigens dat professionals het gemiddeld wel iets beter dan de markt doen. Dus dat is goed nieuws! Behalve dan dat ze 1,5% à 2% kosten rekenen. En na aftrek van deze kosten doen wij het als beleggers in die fondsen net weer ietsje minder dan de index In onderstaand plaatje, waarin de rode lijn High Income beleggen voorstelt en de witte lijn de wereldindex, kun je zien dat je door dit simpele selectiemechanisme diverse bubbels hebt vermeden. Hoe kunnen we nu zelf iets doen met deze constateringen? Eind 2003 introduceerde ABN AMRO Asset Management (ja, ik ben ooit wel heel trots geweest op onze bank) een nieuwe manier van beleggen: het zogenaamde High Income Equity Fund, ofwel het beleggen in bedrijven die een aantrekkelijk en stabiel of groeiend dividend uitkeren. De basis is wereldwijd beleggen in bedrijven met een dividendrendement >3%, en het afdekken van het valutarisico. Moet bekend klinken, daarover is in dit boek al meer gesproken! Waarom bedrijven met dividend >3%? Zijn die beter als bedrijf? Ze worden in ieder geval geacht gedisciplineerd met hun cash om te gaan, aangezien dividenden geacht worden stabiel of stijgend te zijn. Dat kunnen aandeelhouders zeer waarderen. Onverantwoorde, grote overnames met enorme integratierisico s komen in deze doelgroep minder vaak voor. Daarnaast betekent een dividend >3% per definitie dat je duurdere aandelen (die kennelijk veel winstgroei gaan boeken. Of niet.) vermijdt. Bron: Bloomberg Eind jaren tachtig zat je bijvoorbeeld niet in Japan. En we weten allemaal dat er daarna meer dan 20 jaar verlies volgde voor de aandeelhouders uit Ook de IT/Telecombubbel ging grotendeels aan je voorbij. Was wel vervelend in 1999, toen je dus via dit fonds (als het toen al bestaan had) een flinke rally maar deels meedeed en de voorsprong sinds 1989 tijdelijk volledig inleverde. Maar in 2000 tot en met 2003 deed je het weer veel beter dan de gewone belegger. Per saldo bleek na vier jaar dat je én meer had verdiend én dat ook nog eens met een lagere volatiliteit. Je ziet ook dat de sectorweging in de diverse jaren fors kan veranderen. Helaas wel vaak met een grotere weging in de financiële sector, waardoor de daling in 2008 net zo groot was als de gewone markt Maar in veel andere marktdalingen deed deze dividendstrategie het beduidend beter. 80 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR AANDELEN SELECTIE 81

42 En dat is goed nieuws voor ons als hefboombeleggers. Stel je voor dat wij met een hefboom van 2 werken en de beurs daalt 20%. Dan krijgen wij dus 40% aan de broek. Dat betekent tussentijds op lagere niveaus wat verkopen (zie Hoofdstuk 8 Margin) en later weer terugkopen. Maar de belegger met een hefboom van 2 in High Income Equity daalt dan bijvoorbeeld 2 x 15%. Dat is ook bepaald geen feest, maar betekent wel dat er waarschijnlijk tussentijds niet hoeft te worden verkocht. En zeg nu zelf, je gaat makkelijker van 70% terug naar 100% (= 42% stijging) dan van 60% naar 100% (maar liefst 67%). Als derde voordeel meld ik de jaarlijkse dividendbetaling van circa 4%. Daardoor ben je meer dan in staat om de rente op het geleende deel van de portefeuille te betalen. Dit fonds dekt overigens ook de valutarisico s af, dit heb ik al in Hoofdstuk 4 besproken, en leidt eveneens tot een lagere volatiliteit. En waarschijnlijk dus tot minder schade bij dalende beurzen. Samengevat is dividendbeleggen een strategie waarbij je minder betaalt voor goed renderende ondernemingen, die redelijk gewaardeerd zijn. Op termijn kan dit leiden tot 2% extra rendement en tevens tot minder pijn bij hefboombeleggers, aangezien dalingen veelal minder heftig zijn. Sub B. Laagrisicoaandelen Robeco heeft veel onderzoek gedaan naar de zogenaamde LowVolatility (LowVol) aandelen. Ofwel: aandelen die minder dan gemiddeld op en neer gaan bij beursbewegingen. Uit dit onderzoek blijkt dat deze aandelen op lange termijn ook circa 2% beter presteren dan gemiddeld. Daarnaast is de volatiliteit van deze portefeuille circa een derde deel lager dan bij normale aandelen. Lees ik dat goed, 33% minder beweeglijkheid en toch meer rendement? Wow! Doet u mij maar een bosje van zulke aandelen Hoe kan dat nou? We hebben allemaal vroeger geleerd dat je meer betaald krijgt bij een hoger risico! Tsja, de cijfers liegen niet, dat klopt dus gewoon niet. Althans niet op de lange termijn. Per jaar klopt het bijvoorbeeld wel. In een crisisjaar zal een bedrijf als ArcelorMittal altijd fors harder dalen dan de beurs. AANDELEN SELECTIE 83

43 En in een volgend hersteljaar weer veel harder omhoog schieten. Dus als je een positief jaar verwacht als beleggingsfondsmanager, zal je al snel geneigd zijn om voor Arcelor te kiezen. Zo kan je relatief makkelijk alpha genereren in een goed beursjaar. En daar hangt dus je bonus van af. Waarom in dat positieve jaar kiezen voor een stabiel fonds als Nestlé? Zal vast ook plussen maar niet zo veel. Weg bonus en niemand koopt mijn fonds meer. Niet te verkopen van 2013 daalde dit type aandelen zeker zo hard als normale aandelen. Dit is overigens geen issue bij een daling van 10%, als ze maar minder dalen bij een echt stevige daling van bijvoorbeeld 20% of meer. Kleinere dalingen zijn immers maar beperkt interessant. Zie ook Hoofdstuk 9 Meltdown. Hieronder zie je in een grafiek over 25 jaar het verschil tussen de US LowVol Index en de US SP 500 Index. Het probleem is dat we niet van tevoren weten wat voor jaar we krijgen. Als je dat wel wist zou je Arcelor kopen, of je hield je geld cash. Nooit kocht je Nestlé. Toch, na drie jaar, bestaande uit een slecht jaar, een matig positief jaar en een zeer positief jaar, kan het maar zo zijn dat Nestlé per saldo meer heeft opgeleverd dan Arcelor. Terwijl je van nature nooit voor Nestlé zou kiezen als manager. Om die redenen zijn aandelen als Nestlé in de regel iets te goedkoop, en aandelen als Arcelor iets te duur. Door nu te zoeken naar de laagste 20% aandelen qua beweeglijkheid en daar een portefeuille van te bouwen, kom je in the long run op een aantrekkelijk rendement uit van bijvoorbeeld 12%. Weer die 2% meer dan gemiddeld. En daalt onze volatiliteit tot onder de 10%! Dat is nog eens een feest! Het institutionele fonds is sinds 2006 live en heeft ook precies waargemaakt wat het heeft beloofd. Voor ons als hefboombelegger helemaal super. Als de beurs 20% daalt en dit fonds slechts 13%, dan is het effect voor de hefboombelegger nog groter dan in het voorbeeld van het High Income Equity Fund. Wij dalen dan maar 26%, hetgeen vele malen makkelijker goed te maken is dan het verlies van de gewone belegger, die al 40% kwijt is. Werkt dit in alle markten? Ja, zowel in de VS en Europa als ook in de emerging markets. Zeker voor die laatste, beweeglijke regio, is dit zeer plezierig. Ook omdat je in die regio je toegevoegde waarde anders moeilijk kunt bewijzen. Optiehandel is daar niet of nauwelijks mogelijk, dus de 2% extra die we via Hoofdstuk 6 met opties willen behalen moet ergens anders vandaan komen. Van het Robeco Conservative Emerging Market Fund bijvoorbeeld. Als nadeel valt wel te melden dat dit type LowVol aandelen soms wat rentegevoeliger is dan een normale portefeuille. Tijdens de daling in de zomer Bron: Bloomberg Een hoger rendement van bijna 11% versus 9% voor gewone aandelen - en dat met een duidelijk minder scherp bewegende koers (de witte lijn is LowVol). Heerlijk toch? Wat is nu het verschil met High Income Equity? Onder andere de aanpak. High Income analyseert alle bedrijven met dividendrendement >3% en kiest op basis van deze fundamentele analyse voor een aantal bedrijven. Robeco doet een berekening voornamelijk op basis van beweeglijkheid en bouwt vervolgens de portefeuille. Zonder zich te bekommeren om de marktpositie van het bedrijf of wat het nu precies doet. Daar zal niet iedereen zich plezierig bij voelen. 84 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR AANDELEN SELECTIE 85

44 Voor diegenen die geen zin hebben in beleggen in individuele aandelen is een belegging in de fondsen van Robeco en BNP Paribas een prima oplossing. Het leidt tot een lagere volatiliteit, een aanzienlijk dividend en op termijn met een beetje geluk ook de 2% extra rendement die we zoeken. Wat wil een hefboombelegger nog meer? Overige constateringen Funds gebruiken Indien we te weinig weten van bepaalde sectoren of regio s, kunnen we de aandelenselectie ook uitbesteden aan een beleggingsfonds. De kosten hiervoor zijn meestal 1% à 1,5% op jaarbasis, dus best hoog. De manager van dit fonds moet het dus al ruim 1% beter doen dan de markt voordat wij hiervan profiteren. Dit heeft duidelijk niet mijn voorkeur, tenzij de manager langdurig zijn toegevoegde waarde heeft bewezen, dan wel het zelf niet mogelijk is om een bepaalde strategie (bijvoorbeeld eentje met veel lager risico) toe te passen. Uitzonderingen zijn wat mij betreft de hierboven besproken BNP High Income en Robeco Conservative Equity fondsen. Trackers Trackers zijn ook aandelenbeleggingsfondsen, maar dan zonder manager, en dus met veel lagere kosten. De kosten van een SP 500 tracker bedragen slechts 0,1%. Het enige wat ze doen is alle aandelen van de index kopen en op die manier het rendement van de index voor je kopiëren. Lekker makkelijk en lekker goedkoop. Inmiddels zijn er overigens ook voldoende trackers die volgens een bepaalde strategie werken. Trackers die bijvoorbeeld indexen herwegen op basis van winsten of dividenden (WisdomTree fondsen). Of trackers die kiezen voor SmallCap of juist Value of wat dan ook. Voordeel van de trackers is, naast de lage kosten, de enorme verhandelbaarheid. Moet je door beursstijging of -daling handelen omdat je hefboom uit de pas loopt? Nou, handel dan snel in trackers. Dat is zo gebeurd, en prima te financieren via je handelsplatform (bijvoorbeeld Lynx, zie Hoofdstuk 11 Financiering). 86 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

45 Technische analyse Veel particuliere beleggers handelen op basis van technische analyse. Hierover zijn ook talloze boeken geschreven. Ik ben zelf niet zo n gelover in technische analyse. Althans niet door non-specialisten. Alleen CTA s (zie Hoofdstuk 5 onder hedge funds ) zijn wat mij betreft goed geoutilleerd om na kosten toch waarde toe te voegen. Als je wel gelooft in technische analyse kun je het wel handig toepassen op hefboombeleggen. Als je denkt dalingen te kunnen voorspellen is dat natuurlijk het moment je hefboom te laten dalen. En als je denkt dat de beurs naar boven uitbreekt is dat het moment om de posities flink uit te bouwen. Als dit je lukt ben je echt de koning en zal hefboombeleggen nog veel harder gaan dan de ver voudiging die dit boek in 20 jaar poogt te bereiken. Maar als je mis zit Sterker nog, als je echt goed beurzen kan voorspellen kan je natuurlijk ook gewoon dubbel short gaan. En heel veel geld verdienen aan dalingen. Lijkt me wel lollig om te doen, maar helaas heb ik zelf niet het gevoel dat ik de markt kan timen. Afgezien hiervan is er overigens nooit bewezen dat TA werkt. (Maar ook niet dat het niet werkt ) Uitzondering is het technisch uitbreken van een aandeel. Als je daar geregeld goed mee zit en kiest voor agressieve call opties, kan je extra rendement uit opties enorm zijn. Bij uitbraak zijn call opties die out of the money zijn vaak nog goedkoop. Bij felle stijging kan je goed binnenlopen. En bij het uitblijven van een uitbraak zal het verlies met long calls beperkt zijn (zie Hoofdstuk 6 Opties). Technische analyse is een beetje een vreemde eend in dit boek, maar doe er gerust je voordeel mee. Als je maar goed blijft spreiden! identieke bedrijven als de normale, maar de ene heeft net een grote overname gedaan en heeft dat met geleend geld gedaan) in de problemen. De rentelast wordt knellender, de bank gaat moeilijk doen, en er is geen ruimte om op dat soort mooie momenten een overname te doen of marktaandeel te vergaren door te investeren in de toekomst. Voor ons als hefboombeleggers is dat verdomd vervelend. Neem Nutricia (later Numico) als voorbeeld. Een saai, degelijk bedrijf in babyvoeding. Nutricia begaf zich midden jaren negentig op het overnamepad. En in het begin nog succesvol ook. De koers spoot omhoog, en er volgenden meer overnames. Steeds meer met geleend geld. Vervolgens kwam de ommekeer in 2001/2002. Het aandeel daalde van 60 naar 7. Terwijl Unilever nog niet eens halveerde. Het verschil zat m niet in de oorspronkelijke activiteiten, maar in de risicovolle overnames (ze kochten ook een vitaminebedrijf, kat in de zak) en de wijze van financiering. Overigens liep het uiteindelijk goed af, ging het bedrijf niet failliet, werden delen afgestoten en de rest voor de hoofdprijs verkocht aan Danone. De manager, Jan Bennink, stak en passant nog enige tientallen miljoenen in zijn zak voor de bewezen diensten. Terecht? Velen vinden van niet, maar het blijft een schijntje ten opzichte van de winsten die aandeelhouders later realiseerden door zijn daden Nu kan het echt geen kwaad om bedrijven met stevige schulden in de portefeuille te hebben. Zorg er alleen voor dat het er niet al te veel zijn, en dat de opbrengsten van deze bedrijven wel stabiel zijn van nature. Zoals een elektriciteitsbedrijf in de VS bijvoorbeeld. Omzet en marges zijn heel stabiel, en zo zijn deze bedrijven in staat om aanzienlijke rentebetalingen te doen zonder de continuïteit in gevaar te brengen. Financieringsstructuur bedrijven Twee identieke bedrijven qua activiteiten kunnen soms totaal anders gefinancierd zijn. Beide bedrijven zullen in een gezonde economie dezelfde omzetstijging boeken en dezelfde winststijging in euro s. Het verschil is dat het agressief gefinancierde bedrijf in zichzelf een financiële hefboom heeft, waardoor de winst per aandeel veel harder stijgt. In goede jaren zal de aandelenkoers van dit fonds vaak sneller stijgen, deels een beloning voor het hogere gelopen risico. Helaas daalt het ook harder bij slechtere jaren waarin de winsten tegenvallen. Op dat moment komen de zwaarder gefinancierde bedrijven (soms echt Maar, samenvattend, let op de financiering van de bedrijven in je portefeuille. We hanteren immers zelf een hefboom van 2, en hefboom op hefboom is een beetje gevaarlijk! 88 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR AANDELEN SELECTIE 89

46 Uitsmijter Meer rendement met minder risico door de LowVol-strategie of eventueel High Dividend aandelen is op zich al prettig door het genieten van een iets hoger dan gemiddeld rendement met iets minder risico. Maar het kan nog beter Door het schrijven van call opties op de SP 500 Index (beetje hogere uitoefenprijs en een half jaar looptijd bijvoorbeeld) maak je over een periode van 20 jaar nauwelijks winst of verlies. Dat is op zich al aardig; calls schrijven kost immers in de long run geld. Maar als je portefeuille uit de SP LowVol bestaat (de 100 minst beweeglijke van de 500 aandelen in de SP 500), en je daar overheen calls op de gewone SP 500 schrijft gebeurt er iets opmerkelijks. Niet alleen het rendement blijft hetzelfde als bij het alleen hebben van de SP LowVol-aandelen, maar de beweeglijkheid van de portefeuille neemt nog eens stevig af. In negatieve maanden immers daalt de SP 500 veelal een stuk harder dan de LowVol Index en remt de vrijgevallen optiepremie de val van de portefeuille. Opwaarts is het helaas andersom, maar per saldo neemt de beweeglijkheid van de portefeuille stevig af, tot onder de 10% op jaarbasis. En, net zo belangrijk: het aantal malen dat de portefeuille meer dan 20% daalt neemt af tot één keer in de 20 jaar! Lekker rustig slapen dus. Met name de val in 2008 was vele malen kleiner op deze wijze en zelfs minder dan 20%. Wanneer daalde het dan wel zo hard? In 1999, toen de SP 500 omhoog spoot door alle IT-aandelen en de opties ook geld kostten, en LowVol zelfs daalde. Samenvatting Om te komen tot een extra rendement van 2% is het zaak de valkuil van dure modeaandelen te omzeilen. Selectie van High Income-aandelen en LowVolatilityaandelen kan hieraan bijdragen. Indien nodig kun je hierbij gebruik maken van fondsen/trackers. Wel is het zaak om goed te letten op de financiering binnen de bedrijven, aangezien we zelf al een hefboom van 2 aanhouden. Een combinatie van bovenstaande twee strategieën kan m.i. leiden tot een structurele outperformance van circa 2% gemiddeld per jaar. En dat is zeer welkom in onze zoektocht naar 20% stijging per jaar. Als je dit aanvult met opties kan je risico zelfs nog verder verlagen en het aantal dalingen van meer dan 20% aanzienlijk beperken. Bovenstaande is voor de actievere belegger, die zich verveelt met het hebben van die saaie LowVol-aandelen, iets extra s om te doen, maar met name gewoon erg nuttig om de zeer belangrijke risico/rendementsverhouding te verbeteren dus. Beleggen met een hefboom van 2 is immers al enerverend genoeg, zeker in die periodes dat de beurs ff niet doet wat wij willen. 90 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

47 Hoofdstuk 8 Margin Doel: inzicht krijgen in de werking van de margin bij beleggen met geleend geld. Wat te doen bij dalingen en stijgingen van de beurs? Bij het beleggen met een hefboom is er natuurlijk sprake van een risico. Je belegt immers niet alleen met je eigen geld, maar ook met dat van de bank of een andere partij. Die partij zal dus eisen aan ons (en zeker als hefboombeleggers) stellen. Hoe gaan we daar mee om en hoe werken de spelregels? Dit hoofdstuk behandelt het slim omgaan met de wensen van banken en brokers, zodat je bij een daling tot 20% niet in hoeft te grijpen in je portefeuille. Begrippen 70% margin bij banken De basisregel bij veel banken is dat je 70% mag lenen tegenover liquide aandelen in je eigen valuta ( ). Op staatsleningen krijg je zelfs 80% dekking, maar aangezien ik daar niet in beleg, laat ik dat ff voor wat het is. Die 70% is best ruimhartig. Je hoeft immers maar 30% zelf mee te nemen. Prima geschikt dus om een hefboom van 2 te realiseren. En de markt mag maar liefst 30% zakken voordat je hoeft te verkopen Op liquide aandelen in vreemde valuta wordt vaak 60% dekking gegeven. Ietsje minder ruimhartig, maar alles boven de 50% stelt ons in staat om aan de hefboom van 2 te geraken. Optiemargin Bij opties werkt het allemaal wat ingewikkelder. Afhankelijk van de beweeglijkheid van het aandeel of de index waar je (put)opties op schrijft, wordt er via een ingewikkelde formule een optiemargin berekend. De formule luidt: P + x%(2s-a) Hierbij is P de optiepremie. X is het volatiliteitspercentage, zoals vastgesteld door de optiebeurs. S is de uitoefenprijs van de optie en A de huidige koers van het aandeel. Soms moet je meer dan 30% van de onderliggende waarde meenemen, soms minder. In heel volatiele tijden, meestal bij een instortende beurs, wordt er voor geschreven put opties erg veel margin gerekend. Dan kan het soms slimmer zijn om te ruilen naar de aandelen, CFD s of turbo s op de onderliggende waarde. Ten tijde van het schrijven van dit hoofdstuk, medio 2011, is de marginverplichting bij AEX-opties echter maar circa 15%. Dus kan je heel ver gaan met de aantallen opties die je schrijft. Wel gevaarlijk natuurlijk Tenzij je die extra ruimte gebruikt voor de aankoop van alternatives, dan zijn de risico s veelal te overzien! MARGIN 93

48 5-dagen brief Bij de meeste banken, zo ook ABN AMRO, heb je na een overschreiding van je margin 5 dagen om weer aan je marginverplichting te voldoen. Ze bellen je dan op met de mededeling dat de optelsom van je verplichtingen (marginverplichting + eventuele debetstand) hoger is dan je dekkingswaarde (dekking o.b.v. je aandelen + kredietruimte + evt. saldo lopende rekening). En daarnaast sturen ze je verplicht ook nog even een brief dat het binnen 5 dagen geregeld moet zijn. Op de 4e of 5e dag moet je positie weer toereikend zijn. Dat klinkt best ruimhartig, maar waar haal je het geld zo snel vandaan? O ja, en als je het tekort niet oplost dan grijpt de bank in en gaat een deel van je aandelen of optieposities sluiten. In Hoofdstuk 11 Financiering heb ik een aantal instrumenten beschreven die je kunt gebruiken om de hefboom te creëren. De 5 dagen die de bank je geeft kun je dus gebruiken om je long posities in te gaan vullen met andere instrumenten, waarbij minder eigen geld benodigd is. Een voorbeeld is een exchange-traded fund (ETF) op Amerikaanse Small Cap aandelen. Die heb je ooit gekozen vanwege je wens om ook in Small Caps te beleggen en wat meer in de VS. Je had toen al in de gaten dat je toch niet wist welke kleine Amerikaanse aandelen het beter dan gemiddeld gaan doen. De bank geeft hierop 60% dekking, dus je moet bij de start 40% zelf aandragen. Maar ja, de beurs is nu met bijvoorbeeld 10% gezakt. De bank vraagt je dan 6% bij te storten (omdat 60% van nu 90% slechts 54% bedraagt). En je hebt dat geld nu even niet liggen. Volgende maand komt er echter wel weer kapitaal bij. Tussentijds verkopen wil je in dit geval niet. Als je dit fonds verkoopt en er een long turbo op de SP 500 (helaas is er geen turbo op Amerikaanse Small Caps) met een hefboom van 5 voor terugkoopt, komt er 20% margin vrij. Je hebt vanwege de hefboom van 5 immers maar 20% eigen geld nodig, en geen 40%! Meer dan genoeg om aan je huidige tekort van 6% tegemoet te komen en ook niet morgen met het volgende probleem op te worden gezadeld. Aangezien bijna 2/3 van de dalingen van meer dan 10% niet leidden tot een daling van 20% of meer (en je dan dus niet af hoeft te bouwen), is dit eigenlijk een hele simpele en doeltreffende oplossing. Je blijft voor dezelfde hoeveelheid euro s in de markt, zij het op een iets andere onderliggende waarde. Dit werkt natuurlijk niet tot in het oneindige. Er is een lager indexlevel, waarbij ook je turbo door de bank wordt uitgestopt. Dan is het voor die positie game over. Je MARGIN 95

49 moet dus wel goed letten op je totale positie. En als je hoeveelheid delta s te ver boven de 200 komt, zal je dus ook echt positie af moeten bouwen. De daling wordt immers steeds verder versneld. Dit balanceren tussen het niet te snel afbouwen door het slimme gebruik van instrumenten en het tijdig afbouwen bij instortende markten vergt de nodige ervaring. Hiervoor is mijn opmerking Read the f***ing manual niet helemaal toereikend. Iedereen zal het ook zelf moeten leren door ervaring. Dus begin niet gelijk met een hefboom van 2. Als het beleggen met geleend geld je aanspreekt, kan je ook met een hefboom van 1,6 à 1,7 beginnen. Klinkt bijna als hetzelfde, maar er is een groot verschil. Door de lagere initiële hefboom zijn de gevolgen van de daling een stuk kleiner. En kan je het een stuk langer volhouden als het toch doorzet. Dalingen tot 30% zijn dan prima op te vangen zonder enige actie. Ach, en dat gebeurt maar eens in de vijf jaar Maar reken maar na dat je eerste daling van bijvoorbeeld 16% met een hefboom van 1,6 leidt tot een daling van je vermogen van 25,6%. Is ook ff wennen. Knipper je dan niet met je ogen? Tijd om te verhogen naar 1,8. Hoger dan 2 vind ik overigens zelf ook niet prettig, omdat de versnelling boven de 2 nogal snel aangrijpt en financiële markten soms stevig in paniek raken. En dan ben je de sigaar Een van mijn vrienden, die de vorige versie van dit boek ook heeft gelezen, heeft een tijd met een hefboom van ongeveer 1,5 belegd. Tot hij ontdekte dat AEX puts weinig margin behoeven. Dus toen ging hij daar maar dubbel zoveel contracten van schrijven. Oeps, toen kwam Griekenland in 2010 door de bocht en zat hij in no time op een hefboom boven de 2. Dat was flink zweten, maar het liep goed af. Dan denk je: Daar leert hij van, maar afgelopen voorjaar deed hij hetzelfde en oeps, dankzij Griekenland en de herintredende bankencrisis in 2011 daalden beurzen ruim 25%. Is dit nu een dom iemand? Nou nee, het is een slimme gast. Alleen realiseert hij zich niet exact welke risico s hij loopt. De richting is hem wel duidelijk, maar de totale waarde at risk is echter onduidelijk voor hem. Zou hij de enige zijn? Welnee, zelfs ervaren optiehandelaren (die in hun werk marktrisico afdekken met futures) vergeten dit weleens. Ook bij slimme beleggingsadviseurs heb ik gezien dat ze hun handen brandden aan te veel contracten. Waarom? Omdat ze vooraf niet eerst een worst case scenario uitwerken en bovendien denken dat de markt toch niet meer zal dalen dan 20%. Tot het wel gebeurt. Overigens heeft die eerder genoemde vriend ook nu weer geluk: de huidige daling lijkt opgehouden en vermoedelijk kan hij gewoon zijn positie uitzingen! Het gaat natuurlijk ook heel vaak gewoon goed Instant closing Bij sommige brokers die zich richten op hoge hefbomen en korte termijn traders, is het mogelijk nog veel grotere hefbomen te hanteren (zie Hoofdstuk 11). Dat brengt natuurlijk, behalve voor de belegger zelf, ook voor de broker risico s met zich mee. Een 5-dagen brief duurt dan te lang; eigen vermogen kan dan zomaar als sneeuw voor de zon verdwijnen met een hefboom van 10 tot soms wel 100. Deze brokers mogen dan ook je posities closen als de bodem in zicht komt. Wel veilig zo n stop, maar ook erg vervelend als in een snelle daling al je posities worden gesloten en je het pas twee dagen later bemerkt - en je dan niet meer zo snel terug kan komen in de markt (omdat die bijvoorbeeld alweer hoger staat). En dat is in strijd met onze principes. Kortom: beleg bij dit soort brokers altijd maar met een deel van je vermogen; ze zijn te ruimhartig met de margin. Dit kan je megaveel pijn doen. Ze zijn wel heel handig om een deel van je alternatives (die, zie Hoofdstuk 5, toch minder beweeglijk zijn) mee te financieren. Lynx bijvoorbeeld is een goede partij in deze markt, net als IG Markets. Ook BNP met turbo s voorziet in de behoefte van een hoge hefboom en dito snel ingrijpen bij dalingen. Hoe nu te handelen? Met de komst van turbo s, CFD s en marginaccounts met 85% geleend geld, is er veel veranderd in de afgelopen 10 jaar. Er zijn dus veel meer mogelijkheden om met een hefboom te beleggen. Om eerlijk te zijn hoeft margin eigenlijk geen issue meer te zijn. Een hele geruststellende gedachte kan ik je melden. Zo n belletje van de bank met bijbehorende 5-dagen brief werkt toch op je zenuwen Wel zal je bij forse dalingen zelf in willen/moeten grijpen. Je hefboom kan weliswaar fors oplopen met al die nieuwe instrumenten, maar als je hefboom boven de 3 komt gaat het zo extreem snel bij een voortzettende daling dat terugkomen heel erg lastig is. Uit Hoofdstuk 4 blijkt dat ik streef naar 175% beleggen in aandelen en 125% in alternatives. Door te kiezen voor defensieve bedrijven (zie aandelenselectie), long calls te kopen (zie het hoofdstuk over opties) en alternatives die slechts beperkt op en neer gaan met aandelenmarkten, is de volatiliteit van deze modelportefeuille zelfs lager dan een 200% aandelenbelegging in de MSCI World Index. 96 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR MARGIN 97

50 Als koersen dalen, daalt ons EV twee keer zo hard. Bovendien neemt de hefboom dan ook nog toe. Bij 10% daling gaat ons vermogen van 100 naar 80. Met nog steeds 100 erbij geleend. De hefboom is dan inmiddels al 180/80 = 225%. Veel verder moet je het niet laten komen. Het is verstandig om dan voorzichtig (nog niet gedwongen) licht af te bouwen. Bij snellere daling moet je vervolgens harder ingrijpen, omdat de hefboom dan verder oploopt en elke volgende daling harder aantikt. Maar vergeet ook niet om tijdig weer bij te kopen als het weer gaat stijgen. Op weg omhoog daalt immers je hefboom weer. In turbulente tijden, en dat is vaak het geval bij stevige dalingen, kan je dan weleens veel moeten handelen en op lagere niveaus verkopen en weer op hogere niveaus terugkopen. Dat is niet bevorderlijk voor de resultaten. Hier word ik al sinds 1995 mee geconfronteerd. Gelukkig is daar een oplossing voor! Niet het gebruik van turbo s, zoals velen denken. Bij snelle daling word je toch uitgestopt en dan is het erg lastig om terug te komen. Je wordt namelijk uit gestopt als je totale hefboom al fors is opgelopen. En op dat moment heb je geen geld/margin meer om voldoende nieuwe turbo s te kopen. Nee, de oplossing ligt m in langlopende call opties. In Hoofdstuk 6 werden opties al beschreven en blijken daar naast diverse nadelen (ingewikkeld, niet transparant, niet lineair) een paar essentiële voordelen aan te zitten. Voordelen long call opties voor margin Met name in Nederland en Zwitserland bestaan er 5-jarige opties op aandelen en indices. Prijsvorming en handel zijn uitstekend. In de VS bestaan er 2-jarige opties met goede prijsvorming en handel. De reden dat we lange opties hier opnieuw bespreken is hun effect tijdens forse koersdalingen en het effect op onze marginpositie. Dalingen gaan veelal vrij snel en ook het herstel kan soms verrassend snel zijn. Bij een rechtstreekse belegging in aandelen loopt de hefboom dan ook snel op, en moet er verkocht worden. Bij een lange call optie die bijvoorbeeld nog 4 jaar loopt is daar geen sprake van. De premie voor deze optie is al in een eerder stadium betaald. Die kan bijvoorbeeld 15% van de onderliggende waarde bedragen. Als de optie at the money is heeft hij een delta van 50%. De hefboom is dan 50/15 = 333%. Meer dan genoeg dus voor onze doelstellingen. 98 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

51 Vervolgens daalt het onderliggende aandeel met 20%. De optie daalt uiteraard in waarde, maar gelukkig, er is nog 4 jaar te gaan. Als het aandeel binnen een jaar weer herstelt tot de oude prijs en in de 3 opvolgende jaren verdubbelt, doe je nog steeds een supergoede deal, en heb je geen enkele last gehad van de tussentijdse daling. Grafiek SP 500 Index vanaf 1950: De hefboom is overigens ook veel stabieler in de tussentijd. De delta van de optie daalt doordat de optie eerst out of the money geraakt tot bijvoorbeeld 25%. De hefboom halveert dus! Nu is de portefeuille wel met 40% gedaald (2 x 20%), dus de hefboom is dan 25/15/0,60 = 25/9 = 280%. Ietsje lager zelfs dan de oorspronkelijke 333%. Kortom, je verliest natuurlijk gewoon geld, maar het terugverdienen is nog steeds prima mogelijk. En de hefboom blijft veel stabieler en kan zelfs ietsje dalen in plaats van fors stijgen bij een gewone belegging in aandelen met geleend geld (of turbo). En alsof dat nog niet genoeg is, is er nog een voordeel. Bij een forse daling treedt nagenoeg altijd een forse stijging van de volatiliteit op. Dit betekent dat de prijs van de optie veel minder daalt dan je zou verwachten. Dit is een soort extra rem op de val van je portefeuille. Een portefeuille waarbij de 175% aandelen volledig wordt ingevuld met lange calls is dus veel minder volatiel dan een vergelijkbare aandelenportefeuille. Gek idee, maar door de stijgende volatiliteit van de beurs wordt onze portefeuille dus minder volatiel. En dat is natuurlijk goed nieuws. We willen ons geld ver-1000-voudigen in 20 jaar, en zullen geregeld te maken krijgen met dalingen van meer dan 20%. Dat is namelijk het niveau waarop het pijn gaat doen en je af moet bouwen. Deze pijn is met een volledige optieportefeuille dus veel minder groot. Misschien maakt een voorbeeld dit duidelijk. Als de 175% delta s volledig wordt ingevuld door long calls met 15% premie van de onderliggende waarde en een delta van 50%, is er slechts 15% x 175% /50% = 52,5% van ons geld nodig om 175% delta s te bezitten. En kun je bovendien tussentijds nooit nat gaan bij snelle, spike-achtige bewegingen. Bron: Bloomberg Als je de dalingen van de SP 500 (de brede Amerikaanse beursindex) vanaf 1950 bestudeert, zie je dat een daling van meer dan 20%, de zogenaamde bear market, 13 keer is voorgekomen. In de grafiek zijn dat alle dalingen van meer dan ongeveer 0,5 cm. Dit zijn de periodes dat bovenstaande van groot belang is. Terwijl ik dit schrijf is het oktober De VS is intraday van top in april tot bodem begin oktober met 21% gedaald. Europa daalde zelfs met ruim 30%. En in deze periode was ik gelukkig, in tegenstelling tot 2007/2008, op de hoogte van deze werking van long calls. Niet dat de hele portefeuille eruit bestond, maar wel ongeveer een derde deel. Dit heeft geholpen met het beperken van de tussentijdse verliezen en geleid tot lagere volatiliteit van de portefeuille. Dit is goed meetbaar door de portefeuille te corrigeren voor de hefboom van 2 en deze (nu enkelvoudige) resultaten hiervan te vergelijken met de wereldindex. Wat ook helpt tegen de marginproblematiek is het bezit van oersaaie, degelijke, niet sexy aandelen. Onderzoek van Robeco (zie Hoofdstuk 7 Aandelenanalyse) laat zien dat conservatieve aandelen met een lagere volatiliteit op termijn circa 2% meer rendement opleveren met een ruim 30% lagere beweeglijkheid. 100 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR MARGIN 101

52 Dat zijn dus twee vliegen in één klap. Zoals je weet hebben we in Hoofdstuk 2 gesteld dat we het met slimme aandelenselectie 2% per jaar beter willen doen. Maar als dat met een 30% lagere vola gaat, dan hebben die 175% delta s van ons eigenlijk maar een beweeglijkheid die vergelijkbaar is met circa 125% aandelen. En als we calls op dit type aandelen kopen en profiteren van de oplopende volatiliteit in optieprijzen kan dit afnemen tot circa 100%. Dus eigenlijk alsof we helemaal geen hefboom hebben! Nou ja, denk je misschien, zo mooi kan het toch niet zijn? Klopt inderdaad. Er zijn maar een beperkt aantal defensieve aandelen met long calls beschikbaar in Nederland. In de VS veel meer, maar daar is het effect door kortere looptijden (tot 2 jaar) alweer kleiner. En alleen maar long calls heeft natuurlijk ook nog wel enkele nadelen, zoals hogere handelskosten en mindere liquiditeit dan bij gewone aandelen. En voor een aantal aandelen bestaan er geen opties. Dus zal een deel van de aandelenportefeuille gewoon uit aandelen blijven bestaan. Ontegenzeggelijk met een lagere volatiliteit en dus minder marginproblemen voor de totale portefeuille. Dit kon toevallig getest worden in de afgelopen twee maanden. De Emerging Market tracker daalde met ruim 30% en het Robeco Conservative EM Equity Fund rond de 20%. Scheelt toch! MARGIN 103

53 Verhandelbaarheid alternatives in verband met margin Bij een onverhoopte snelle daling van de beurs en de gewenste stabiele prijsontwikkeling van alternatives (of iets wat daar op lijkt) treedt een ander effect op. Het percentage (125%) in alternatives loopt dan snel op. De waarde blijft hopelijk redelijk gelijk door de beperkte correlatie met aandelen, maar door snelle daling van de aandelen in de portefeuille slinkt de totale pot. Het percentage alternatives kan dan maar zo oplopen tot ongewenste niveaus. Als de beurs met 20% daalt en wij dus met 40%, stijgt de hefboom in aandelen van 200/100 naar 160/60 = 266% in plaats van 200%. En stijgt het percentage alternatives van 125% naar 125%/60% = 208%. Dat is ongewenst. Dus ook alternatives moeten verhandelbaar zijn, al blijven ze enigszins stabiel in waarde. Als het om onroerend goed gaat is dit misschien lastig. Het is dus wel van belang om een lekker gespreide alternative-portefeuille te hebben, met bijvoorbeeld goede dagelijks verhandelbare hedge funds, high yield obligaties of private equity funds. Die bestaan, met name op de beurs van Londen. Samenvatting Als hefboombelegger maak je gebruik van geleend geld. Van een bank, of via opties of andere hefboominstrumenten. De bank/optiebeurs vraagt om zekerheden, de zogenaamde margin. Deze marginvereiste is normaal geen issue, en gaat pas knellen bij dalende beurzen. Banken/brokers zijn hier nogal scherp op, en voor ons is het zaak om hier vooraf al bewust van te zijn. Bij een beursdaling is het zaak tijdig in te grijpen en goed te kijken welke instrumenten je dan hanteert voor de hefboom. Door goed toepassen van de lessen in Hoofdstuk 4 t/m Hoofdstuk 7 zijn grote problemen veelal te vermijden. Tenzij beurzen meer dan 20% dalen (in professionele termen een bear market genoemd). Daarvoor is Hoofdstuk 9 Meltdown geschreven. Oppassen dus met teveel moeilijk verhandelbare alternatives, ondanks dat ze hun doel van portefeuillediversificatie waarmaken. Sterker nog, de 125% die ik nastreef is lastig te behalen. Gelukkig bestaan er goed verhandelbare alternatives en kom je met 100% ook een heel eind, zodat het percentage schommelt tussen de 100 in opgaande markten en af en toe richting 125 à 150 in mindere tijden, als het oploopt omdat de totale pot krimpt. Waarschijnlijk toch genoeg om je doel van 2% extra rendement door het gebruik van alternatives te realiseren, want dat is immers de reden dat je ze überhaupt hebt gekocht! 104 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

54 Hoofdstuk 9 Helaas, soms houdt de daling niet op bij 20% maar gaan we verder, boven de 30% soms. Dat is sinds 1950 viermaal gebeurd. Belangrijk om vooraf bij stil te staan, hoewel je het maar ongeveer eens per decennium nodig hebt... Hier zijn een aantal tips en tricks. Meltdown Doel: inzicht krijgen in de gevolgen van een forse beursdaling en hoe hiermee om te gaan. Niet te lang wachten Zeker met alle nieuwe mogelijkheden kan je bij een daling lang je posities vasthouden. Zeker tot 20% daling. De vraag is of dat slim is. Laten we stellen dat je vooraf weet waar de bodem ligt. Dan wil je in ieder geval niet in die buurt verkopen. Het terugkopen van de posities op later tijdstip is dan immers verlieslatend. In theorie kun je op hetzelfde niveau dat je verkoopt ook weer terugkopen. Als je bij -20% besluit om bijvoorbeeld een tiende deel van je portefeuille te verkopen, de beurs daalt verder tot -22%, stijgt dan weer en bij -20% koop je gewoon weer terug. Klein beetje transactiekosten, where is the problem? Het probleem is dat het herstel vanaf de bodem soms heel snel gaat; met 5% binnen een dag of soms een paar uur. Of dat het in een paar dagen tien keer op en neer door dat punt heengaat. Dan moet je iedere keer fors handelen, erin, eruit, erin, eruit, enzovoorts. Dat is niet werkbaar. Het mooiste is om tijdig een klein beetje te verkopen en dan de spike naar de bodem even niets te doen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de 5-dagenperiode die de bank je gunt, zoals gemeld in Hoofdstuk 8. Helaas weten we natuurlijk nooit van tevoren waar de bodem komt te liggen. Als de bodem op -27% blijkt te liggen, moet je naast op -20% ook waarschijnlijk op -25% een stuk verkopen. En dat stuk koop je waarschijnlijk pas weer op -20% terug. Dan lijd je dus een stukje extra verlies. Had je op -15% alvast een deel verkocht, ruim voordat je gedwongen werd, had je mogelijk verder niks hoeven doen. En is het makkelijker om op -15% weer terug te kopen. Niet dat dit per definitie gunstiger is. Als de bodem op -16% blijkt te liggen, had je beter helemaal niks gedaan. Feit is echter wel dat de hefboom bij een felle daling exponentieel snel oploopt. De hoeveelheid geleend geld blijft immers constant, terwijl het eigen vermogen dubbel daalt door de hefboom. Bij een 20% daling daalt ons vermogen namelijk met 40%. MELTDOWN 107

55 De hefboom bedraagt dan inmiddels 160/60 ofwel 266%. Bij daling 35% dalen wij 70%. De hefboom is in dit geval zelfs 130/30 ofwel 433%. Dat is echt onhoudbaar, en dan moet je wel heel veel tegelijk verkopen om de hefboom weer richting 200% te krijgen. En bij 433% is een 5% beursdaling bij een slecht bericht gelijk ruim 20% daling van je vermogen. Dat gaat zelfs mij te ver Daarnaast is zelfs de meest koelbloedige belegger ook maar een mens en werkt het simpelweg op je zenuwen als je steeds opnieuw gedwongen wordt te verkopen. Ik ben zelf behoorlijk koelbloedig op dit gebied en zeer ervaren in het managen van de totale exposure. Toch heb ik nog steeds een hekel aan het op een laag niveau verkopen van aandelen die op dat moment in mijn ogen meestal belachelijk goedkoop zijn geworden. Maar ja, andere beleggers met minder stalen zenuwen zijn op dat ogenblik wel in paniek, en veroorzaken felle bewegingen op de beurs. Soms zwaar overdreven, maar het gebeurt wel. En wij hebben daar last van. Zowel financieel als mentaal. Kortom, probeer niet onnodig veel te handelen. Zorg dat je eerder handelt dan gedwongen door de margin. Zo kan je zelf nog je keuzes maken en helpt het met name bij een forse ineenstorting. Af en toe zal het leiden tot onnodige verkopen, maar dat kan je vrij snel weer herstellen zonder al te veel schade aan de performance. Ofwel: better safe than sorry, het spel dat we spelen is al link genoeg. Leuk is tussentijds verkopen nooit, maar het is wel weer erg leuk om op de weg naar boven weer terug te kopen. Daling van 50% Een enkele keer daalt de beurs met ongeveer 50%. Dat is echt strontvervelend. Jij daalt twee keer zo hard ofwel 100% als je tussentijds niet (gedwongen) ingrijpt. Terwijl: als je continue netjes op een hefboom van 2 stuurt, daal je met 75%. Je houdt dan een kwart van je oorspronkelijke vermogen over, maar als aandelen weer verdubbelen ben jij ook terug op 100%. Sterker nog: door bijstorten op die lage niveaus maak je forse winst met je nieuwe stortingen. En je reeds aanwezige vermogen is ook weer terug. Het maakt dus een groot verschil of je ondertussen ingrijpt of niet. Feit blijft dat beurzen wel weer aan moeten trekken en jij het lef moet hebben bij te kopen vlak na de bodem. Dat is emotioneel een hele zware, want je knieën knikken nog van het bloedbad dat je net hebt meegemaakt. Doe je het niet, dan herstel je slechts van 25% naar 50%, en ben je per saldo de helft kwijt terwijl de beurs alle verliezen heeft goedgemaakt. Dat kan nooit de bedoeling zijn! Ik wens jullie allemaal veel wijsheid bij dit handelen. Feit is wel dat je dit hoofdstuk niet pas moet lezen als de beurs is gehalveerd. Dit moet je je dus van tevoren realiseren! Bocht afsnijden Afhankelijk van je cashflow kan je ook de bocht afsnijden. Ofwel: een hogere hefboom aanhouden dan eigenlijk gewenst. Stel dat je in mei je vakantiegeld krijgt en dat wilt toevoegen aan je portefeuille. Als de beurzen in april flink dalen, laat je het even gaan omdat je al weet dat je in mei bijvoorbeeld bijstort. Op een portefeuille van, bijvoorbeeld, is dat maar liefst 3% extra kapitaal, en kan je opeens een 23% daling aan in plaats van een 20% daling. Misschien vindt de verdere daling plaats na mei en helpt dit je verliezen als gevolg van verkopen en terugkopen te beperken. Het geeft overigens ook aan hoe krachtig het is als je iedere maand 1% van je portefeuille kunt sparen. Dan kan je namelijk op jaarbasis een 12% extra correctie hebben zonder te hoeven afbouwen. Omgaan met volatiliteit Tijdens een meltdown is er altijd sprake van forse volatiliteit. Die kan oplopen van de gebruikelijke 20% tot veelal boven de 40%. Dit heeft twee gevolgen. De eerste is dat je vermogen heen en weer springt als een pingpongbal. 5% mutaties komen soms per dag voor en betekenen voor ons een 10% mutatie van het vermogen. Holy fuck! Bezint eer ge begint, want dit ga je een keer meemaken Tweede gevolg is dat de optiepremies fors stijgen. Een belangrijke component van optieprijzen is immers de verwachte volatiliteit. Het is dus zaak om vóór de daling van de volatiliteit long te zitten door long calls (met verwachtingswaarde) te bezitten en geen short puts met verwachtingswaarde. Dus long calls ongeveer at the money (ATM) en als je al short puts hebt, deep in the money, zodat het meer financieringsinstrumenten zijn en ze niet exploderen in je handen als rotjes met een te kort lontje. 108 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR MELTDOWN 109

56 Tijdens de meltdown kom je goed weg doordat je long calls relatief weinig dalen. De onderliggende waarde daalt weliswaar stevig, maar de implied vola ontploft in je voordeel. Dat effect zal na het bereiken van de koersbodems weer omdraaien, en in je nadeel werken. Het is dus mooi als je tegen die tijd een deel van je long calls inruilt voor gewone aandelen. Lastig om dit te timen; het vereist veel ervaring. Ik schrijf dit nu na de 25% daling van zomer 2011, en de bodem lijkt net bereikt. Ik kan nu weer af en toe wat bijkopen en koop dus nu juist geen long calls. Wel aandelen en schrijf zelfs enkele short puts at the money. Hiermee lock je de winst in, die je hebt behaald door de gestegen vola. Als de beurs echt herstelt: niet opnieuw short puts schrijven maar weer long calls kopen. Tegen die tijd weer tegen een veel lagere vola, en calls zijn dan weer redelijk goedkoop. Zeker in deze tijden van hoge dividenden en ultra lage rente... Samenvatting Forse beursdalingen (>20%) komen niet zo vaak voor gelukkig. Zo ongeveer eens in de 4 jaar. Die periode wordt er veel gevraagd van de hefboombelegger. Zowel emotioneel als praktisch qua handelen. Het is van belang niet te lang te wachten tijdens de daling met het afbouwen van de posities om verdere schade te beperken. Eveneens is het van belang om ook weer tijdig op te bouwen, aangezien forse dalingen vaak gevolgd worden door een fel initieel herstel. 110 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR Het gebruik van de kredietruimte en de toestroom van cashflow door sparen/ bijlenen spelen in deze fase ook een belangrijke rol. Door het gedaalde vermogen zijn deze bedragen opeens van veel zwaarder belang en ze kunnen dan ook helpen met het beperken van het verlies en snel weer meedoen met het beursherstel. Moeilijk blijven deze periodes zeker, ook emotioneel. Daarover meer in Hoofdstuk 10.

57 Hoofdstuk 10 Vandaag is het 18 februari 2011 en zit ik met een lichte kater in de ochtend om half 11 in het zonnetje op het balkon in Playa de San Juan! Hoe relevant is dat voor de lezer om te weten? En wat gaat er zoal in mijn hoofd om? Meer hierover in het komende hoofdstuk. Gevoel Doel: gevoel te krijgen bij de emotionele kant van het hefboombeleggen. Een hoofdstuk met vrij weinig getallen en des te meer gevoel. Een vreemde eend in de bijt van de twaalf hoofdstukken? Misschien wel, misschien niet. Beleggen roept immers bij veel mensen gevoelens op. De zeurende pijn van het lijden van (tussentijds) verlies, een gevoel van genot als je je TV aan zet en het CNBC-scherm is vol met groene getalletjes (ofwel de beurs is die dag omhoog). Dan kan het zijn dat je je zelfs euforisch voelt. Had je het toch goed gezien met je risicovol beleggen! Beurs plus 1%, jij vandaag plus 2%. Is best veel geld. Stel dat je nu met 4 ton in de strategie zit, en dus 8 ton inclusief hefboom. Verdien je zomaar euro tjes! Met helemaal niks doen, je hoeft die dag alleen maar wakker te worden en je TV aan te zetten. Of naar je werk te gaan en de Bloomberg-schermen aan te zetten Tsja, dat waren twee inleidende alinea s die gelijk een aantal punten hebben aangestipt. Laat ik beginnen bij de eerste. Er is een aantal Tv-reclames waarbij je steeds iemand ziet zitten op een tropisch eiland met luchtige kleding, waarbij wordt uitgestraald dat ze hun schaapjes op het droge hebben. Kan jij ook bereiken door braaf een aanzienlijk deel af te storten bij je verzekeraar, hen een vreselijke hoeveelheid geld laten verdienen en dan hopen dat ze er over 30 jaar nog zijn. Not my cup of tea. Maar ja, dat Spaanse huis aan de kust spreekt toch velen aan, waarschijnlijk ook vele lezers! En to be honest, ik zit hier dus echt in de zon in februari met 18 graden Celsius na het ontbijt te werken aan mijn boek. Waarom? Ik vind het fantastisch om dit allemaal op te schrijven en met iedereen te delen. En ik hoop oprecht dat dit boek op termijn gaat leiden tot hele kolonies mensen die in 10 of 20 jaar tijd zeer rijk worden en misschien helemaal geen huis kopen in Spanje maar ernaar toe varen op hun jacht. Dat zou mooi zijn! En het kan. Maar daarover gaat de rest van het boek al. GEVOEL 113

58 Maandag mag ik me weer melden op het werk, dus ik ben natuurlijk pas ergens aan het begin van het proces van rijk worden. Een goed gevoel by the way, en niemand kan me vertellen dat het zeker niet gaat lukken. De gedachte alleen al geeft me een heerlijk gevoel. Stel je voor dat over 15 jaar dat jacht er is, megagroot en met een tennisbaan op het achterdek. Kan ik mooi met mijn vriendjes tennissen, want die zijn dan immers ook puissant rijk en hebben geen verplichtingen meer. Lopen we alleen het risico dat we wederom ruzie krijgen over in of out geslagen ballen. Maar ook daar is een oplossing voor. Gewoon Hawk-Eye installeren op je jacht. Lijkt me geweldig om te hebben, hoe zinloos ook :). Even terug naar dat huis in Spanje, of die boot in Friesland of wat ook je droom mag zijn. Er zijn maar weinig mensen die na hun 55e enorm veel zin hebben om iedere dag keihard te werken. Misschien ben ik tegen die tijd wel de uitzondering op de regel, en gezien mijn bewondering voor Warren Buffett zou dat maar zo kunnen! Maar ik vermoed dat 99% van de lezers tegen die tijd wel leukere dingen weet te doen met zijn of haar geld. Wat ik met dit geleuter probeer te bereiken is dat je inziet dat je gaandeweg het proces van hefboombeleggen ook veel plezier kunt beleven. Het gaat niet alleen om het einddoel zoals beschreven in Hoofdstuk 3. Het gaat juist ook om de dromen die je kunt hebben. Dromen hebben is iets fantastisch. Zeker als het regent in het vroege voorjaar zoals vandaag in Nederland en het 4 graden boven nul is. Denk maar aan al het moois dat je gaat bereiken. Tegenslagen Nou wordt mij wel eens verweten dat ik de dingen te positief zie. Dat is misschien ook wel zo. Gaandeweg het proces zullen er ook hele vervelende momenten komen. Zo ligt de crisis van 2008 me nog redelijk vers in het geheugen. Een tijd met soms 5% koersdaling per dag, voor ons dus 10% per dag. Dan moet je emotioneel wel sterk in je schoenen staan om niet in paniek te raken. De beurs halveerde ruimschoots in die periode, wij daalden dus met 75%! En zo ongeveer op het dieptepunt gaat zelfs de meest verstokte aandelenbelegger aan zichzelf twijfelen. Gaat de wereld financieel gezien misschien echt ten onder? Het heeft weinig gescheeld en ik ben de FED en diverse regeringen best dankbaar voor hetgeen ze op touw hebben gezet om ons allen te redden. 114 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

59 Vandaag zijn er protesten tegen de bezuinigen in het onderwijs aangezien regeringen wereldwijd moeten bezuinigen. Hoe bizar zit de wereld toch in elkaar. Ondertussen tikt de AEX met 374 weer een nieuwe top aan, ruim 85% hoger dan de bodem in de paniek van maart Het kan dus verkeren en angst is vaak een slechte raadgever. De trouwe hefboombelegger is dus vanaf de bodem al weer met 1,85 x 1,85 gestegen, ofwel ruim 300%. Het is maar dat je dat beseft! Maar als je weet dat beurzen ook tussentijds flink kunnen dalen, is het wel van eminent belang dat je van tevoren nadenkt of je daar wel tegen kan. Het is niet voor iedereen weggelegd. Als je nu al voelt dat dit een knoop in je maag oplevert moet je er misschien wel helemaal niet aan beginnen. Denk er in ieder geval op voorhand over na, dan doet het minder au als het je gebeurt. En het gaat je een keer gebeuren. De beurs is de laatste 60 jaar drie keer gehalveerd: tijdens de oliecrisis van 1973/1974, de IT-crash van 2000/2003 en de financiële crisis van 2007/2009. De lezer van dit boek die in 1972 is begonnen met hefboombeleggen heeft dus in de tussentijd drie keer een crash meegemaakt, waarbij hij 75% van zijn vermogen verloor. Daar denkt hij nog wel eens aan terug, zittende op het achterdek van zijn 80 meter lange jacht. In die 40 jaar is hij namelijk wel gegroeid van een vermogen van 2 ton en het vermogen om wat te sparen, tot een miljardair met een family office in Nederland dat al zijn zaken behartigt. En praat hij met zijn fiscalist over het drukken van de schenkingsbelasting richting zijn drie kinderen. Hij is immers miljardair, en heeft twee keer 20 jaar belegd conform mijn strategie. Zou hij echt 1000 x 1000 zo rijk zijn geworden? Het is nauwelijks voor te stellen, maar als hij het 40 jaar goed heeft uitgevoerd is hij wel zeker miljardair. Hoeveel miljard? Ach, who gives a Het kan je misschien helpen dat je einddoel een jacht in de Middellandse Zee is. Een jacht dat je je nooit in je leven kunt veroorloven met alleen het hebben van een baan en sparen. Daarvoor mag je best eerst een paar ruwe zeeën oversteken! Als je maar hebt besloten om de rest van je leven te blijven zeilen. De meeste zeilers hebben geregeld slecht weer gehad, maar toch veel vaker mooi weer en de prachtigste dingen gezien die voor velen niet waren weggelegd! Eigen ervaringen Zo, nu start het therapeutische deel van het schrijven van dit boek. Aangezien ik al 15 jaar beleg met hefboom heb ik het allemaal wel zo n beetje meegemaakt. Het begon allemaal prachtig in de eerste 5 jaar. Beurs ieder jaar met 20 à 30% omhoog, ik dus met soms 40% tot 60% per jaar! Vermogen meer dan x 10 in de eerste 5 jaar. Je gaat je een beetje een Golden Boy voelen, koopt een lekkere dure sportauto, verbouwt je tuin voor een godsvermogen en koopt het buurhuis erbij. Altijd leuk, zo n dubbele tuin, en de benedenverdieping wordt omgebouwd tot snookerhal. Klinkt bekend? Dan ken je me dus al wat langer, want zo is het echt gegaan. Heel veel extra plezier in die tijd door beleggen en veel van geleerd. Tuurlijk dacht ik weleens: Zo kan het vast niet doorgaan, misschien verlies ik binnenkort wel eens 20%. Nou, toen donderde de zaak in rap tempo in, met een versnelling in 2002 en begin De meeste dromen zijn bedrog stond niet meer hoog in de hitparades, maar bleek wel de werkelijkheid. Opeens ben je weer volledig aangewezen op je baan voor je inkomen - gelukkig had ik die nog! - en ging dat prima. Uithuilen en opnieuw beginnen. Ik had gelukkig wel de historie al een beetje bestudeerd, dus wist bewust en onbewust dat dit een keer moest gebeuren. Mijn vermogen ging gedeeld door vier, jammer joh, nooit een droge boterham minder door gegeten. Ach, en daarna brak de zon weer door! Gouden jaren, beurzen zetten zelfs in 2007 alweer een nieuwe top neer en mijn vermogen ging wederom x 10. Eerst was ik nog wat schuchter na de koude douche van de IT-bubbel, maar na enkele goede jaren zat de smaak er weer helemaal in. En kon ik aan het einde van die periode stoppen met werken. Althans, als ik redelijk zuinig zou leven, mijn vrouw wel bleef werken, en ik het geld veilig in obligaties had belegd. Maar ja, toen had ik net dit boek voor t eerst geschreven ( Refacing Risk, Building a Fortune, hier zijn 500 stuks van gedrukt en zeker 10 verkocht ), dus ik dacht, doe nog maar een keer x 10 in bijvoorbeeld de komende 7 jaar. O ja, en laat ik rondom de theorie ook een beleggingsfonds oprichten en een eigen bedrijf eromheen. Zo gezegd zo gedaan, prachtige etage gehuurd aan de Keizersgracht (daar wil ik wonen als de komende 10 jaar wat gunstiger zijn voor ons beleggers), mooi ingericht in klassiek Engelse stijl (Anneke nog bedankt!). Samen met een vriendje die op dezelfde wijze rijk was geworden. 116 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR GEVOEL 117

60 Het ging natuurlijk fantastisch, binnen twee maanden 8% rendement; de klanten zouden toch wel gek zijn als ze niet in deze geldmachine geloven!? Tsja, vermogen gedeeld door 5, forse underperformance in 2007 ten opzichte van de index voor het eerst sinds 1999 (ook in 2011 doe ik het overigens 3% minder dan de wereldindex, alle andere jaren outperformance met een gemiddelde van bijna 6% per jaar over alle jaren), bedrijf niet levensvatbaar meer, out of a job, en had weer deksels snel een nieuwe baan nodig! Kennelijk had ik Hoofdstuk 12 Stoppen met werken nog niet helemaal goed begrepen Een pijnlijke periode, maar ook een hele leerzame. Dit boek verschaft dan ook wat extra inzichten ten opzichte van het vorige boek. Leergeld is duur. Maar gelukkig was het na het herlezen van mijn eigen boek niet moeilijk om de kansen voor de toekomst te herontdekken. Al snel had ik weer een leuke baan in de beleggingswereld. Ik mag nu de zeer vermogende Nederlanders helpen er nog meer van te maken (tot ik in 2013 me volledig op het beleggen met geleend geld kon storten en ben gestopt bij ABN AMRO), hele interessante mensen ontmoeten en de hele dag met mijn hobby bezig zijn. COOL! En ik ben dus blijven geloven in mijn strategie. En dat heeft toch weer lekker geholpen; mijn vermogen is inmiddels al weer x3, als de AEX straks rond de 440 staat zet ik zelfs weer een nieuw All Time High neer (in 2014 bleek dit al bij 420 plaats te vinden, in verband met outperformance) en draai ik weer bij ieder procent nieuw hoogtepunt het liedje All Time High van Rita Coolidge. Dat heb ik sinds juni 2007 niet meer mogen draaien, maar vanaf volgend jaar hoop ik het weer tot vervelens toe te mogen horen! Sjakie, hol je dan weer met me mee? Hierbij een aantal tips om gaandeweg het proces op koers te houden. Blijf consequent Zie jezelf als de kapitein van dat grote zeilschip. Je hebt een koers uitgestippeld, daar moet je soms in bijzondere situaties een beetje van afwijken, maar houd je doel in de gaten. Handel consequent. Vaar niet te snel, vaar niet dwars door het oog van de storm, maar probeer m een beetje te ontwijken indien mogelijk. Draag altijd je zwemvest, zorg dat je bij slecht weer aangelijnd bent et cetera. Kortom: blijf consequent, houd je aan je eigen regels en houd je doel in zicht. Niets is bijvoorbeeld zo gevaarlijk als het oprekken van je hefboom. Gesteund door goede resultaten in bijvoorbeeld de afgelopen 2 jaar is het zeer verleidelijk om de hefboom op te rekken van 2 naar bijvoorbeeld 3. Is heel wel mogelijk als je opties handig inzet of turbo s gebruikt en levert spectaculaire resultaten op zolang het goed gaat. Zo nader je je doel (ver-1000-voudiging van je vermogen) met gezwinde spoed! Tot je op een dag wakker wordt en het maandag 19 oktober 1987 is. De beurs daalt in twee dagen tijd met circa 30% en jouw vermogen is opeens bijna weg (-30% x 3). Dat is in die week vele mensen overkomen. En is zo onnodig. Niet dat iemand met hefboom 2 die dag nou feestviert, maar hij blijft wel in the game en hoeft zijn vrouw niet uit te leggen waarom het huis moet worden verkocht. Lullige mededeling, gebeurt meestal alleen bij scheiding. (De vraag is overigens of jouw golddigster wel bij je blijft, haar dure etentjes zijn dan de komende 10 jaar niet meer mogelijk terwijl ze net lekker aan die luxe was gewend.) Kortom: blijf consequent, en wijk niet onnodig van je koers af! Ik heb dus de afgelopen 15 jaar veel gevoelens gehad en dat zal de komende 20 jaar vast niet anders zijn. Ik hoop op veel euforie en wie weet hoe dit mijn leven komende jaren op zijn kop zet? Als bovenstaand gezwam je toch wat onrealistisch overkomt, we blijven toch gewoon even goede vrienden? Ik laat je wel invliegen naar Monaco over 20 jaar om een potje te tennissen op mijn jacht Focus op je doel Het is redelijk bewezen dat mensen met een helder doel meer bereiken dan mensen die maar wat aanklooien. Zo is het ook met hefboombeleggen. Lees geregeld Hoofdstuk 2 Missie door, voor mijn part ieder kwartaal. Het kost je maar 10 minuten, en levert je een hoop op. Het geeft ook een gevoel dat je iets aan het opbouwen bent, een gevoel dat veel mensen aan zal spreken. Spreekt het jou ook aan? Mooi, blader anders ff terug naar Hoofdstuk 2 en kom dan terug op deze pagina. 118 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR GEVOEL 119

61 Bestudeer het verleden Als geschiedenisliefhebber kijk ik graag terug. L histoire se répète is een bekende uitdrukking. En o zo raak als het over beleggen gaat. Lees maar eens het boek The Ascent of Money van Niall Ferguson. Briljant geschreven en het geeft veel inzicht. Zo kan je lezen dat in het verleden heel veel overheden hun schulden niet konden betalen. En dat begon altijd met een klein beetje overschrijding en de gedachte dat het wel bij te sturen viel En als je Hoofdstuk 8 er bij pakt, zie je hoe vaak de beurs meer dan 10% is gedaald vanaf de top. Voor de SP 500 Index is dat circa 55 keer in 60 jaar. Best vaak. En die 10% schrijf ik bewust op, dat is het eerste moment dat je je wat ongemakkelijk voelt bij onze strategie. Al is er dan niks aan de hand en waait het in 40 van de 55 keer over en wordt het niet erger dan 20% daling. Een paar vervelende maanden, maar ook wel weer lekker, aangezien je flink bij kan kopen uit je maandelijkse spaaroverschot. Helaas zie je ook dat er 15 periodes zijn waarin de daling groter is dan 20%. Dus weet je dat jij ongeveer eens in de 4 jaar een flinke stap terug moet doen. Geeft niks, want dezelfde student van het beursverleden weet ook dat je na 20, 30 of 40 jaar je vermogen hebt ver-1000-voudigd. Jammer dat het niet altijd in 20 jaar kan door beursbewegingen en de uitdaging om het beter te doen dan de beurs, maar who cares, eet en leef gezond en met een beetje geluk word je dus gewoon miljardair. Geschiedenis is best prettig om je toekomst te duiden. Al zal het ongetwijfeld altijd net weer iets anders lopen. Dezelfde student ziet ook dat je gemiddeld eens in de 20 jaar een megadip van bijvoorbeeld 45 à 60% meemaakt. Dat is heftig! Misschien ben je over 20 jaar bij de volgende dip al steenrijk en is het krimpen van je vermogen met 75% dan een fluitje van een cent. Kortom: weet wat je te wachten staat! Wees je bewust van de risico s Lees eerst de gebruiksaanwijzing. Tsja, wie doet dat nog tegenwoordig? Weinig mensen, ik meestal ook niet. In het geval van hefboombeleggen zou ik echter wel eerst de gebruiksaanwijzing lezen, daarvoor is de strategie immers te explosief. Dus lees de hoofdstukken over instortende beurzen, lees het hoofdstuk over de spreadsheet en lees de mission statement. Yes, read the f***ing manual, en daarna pas beginnen! GEVOEL 121

62 Raak niet in paniek als de storm daar is Dit klinkt heel logisch maar is o zo moeilijk als het moment daar is. Je moet je voorstellen dat tijdens zo n crisis er geregeld dagen zijn dat je 10% of meer van je vermogen ziet verdampen. Je denkt: Had ik maar winst genomen toen het nog zo goed ging. Had ik maar nooit dit boek gelezen en me aan laten steken door dit beleggingsenthousiasme, dan had ik nu lekker vanavond rustig de Champions League gekeken zonder knoop in mijn maag. En nu kijk ik ieder uur naar de koersen op Wall Street. Laat ik maar eens wat anders doen, ik ga het journaal kijken. En ja hoor, de eerste 10 minuten gaan over de financiële crisis; er wordt verteld over weer een bloedbad op de beurs en het instorten van een IJslandse bank waar je oom net zijn zuurverdiende spaargeld veilig dacht te hebben weggezet. Help, ik wil er uit, ik neem al mijn verlies, dit doe ik nooit meer! Zo hoef je nooit te vrezen voor een totale ineenstorting van je vermogen of je zenuwstelsel. Wel iets om over na te denken! En kan je toch je einddoel benaderen. In mijn ogen is dit overigens te eenzijdig, maar het is aan de lezer om te kiezen tussen ongestoorde nachtrust en de optimale portefeuille in de ogen van een volledig verslaafde beleggingsjunk :). Fantaseer Hier wil ik wat kwijt over positieve krachten door fantaseren. Daarnet heb ik al een beeld geschetst van een groot jacht met tennisbaan inclusief Hawk-Eye. Dit klinkt best wel belachelijk. Decadent. Idioot? Of kijk je gewoon naar de grafiek van de beurzen van de laatste 100 jaar, zie je dips in de grafiek en denk je: Dat komt vanzelf wel weer goed, bedrijven als Shell in mijn portefeuille vallen echt niet om. Ik ga lekker slapen en over een paar jaar is alles weer ok, net als na alle crises. Sterker nog, mijn salaris is net gestort en ik beleg weer een extra tegen deze belachelijk lage koersen. Helpt me op langere termijn weer een extra stukje op weg. Wie ben jij? Duik jij onder de bank van ellende, laat jij paniek bezit nemen van je hersenpan, of blijf je rustig en hou je vast aan je strategie? Dat weet je pas als het je overkomt. In mijn ogen moet je rustig blijven. De oude beurswijsheid dat je stil moet blijven zitten als je geschoren wordt is hier denk ik enorm van toepassing. Maakt mij niet uit, want ik vind het leuk om erover te fantaseren. Het zou toch brullen zijn als je over 20 jaar echt zoiets bezit? Of over 20 jaar 1000 scholen laat bouwen in een arm Afrikaans land? Of sponsor wordt van het WK Snooker en de finale lekker in Amsterdam laat spelen en jij er op je fietsje naar toe kan? Het geeft gewoon heel veel plezier dat je misschien dit soort dingen in de toekomst kan doen. En het hebben van die kans geeft al genot. Een beetje hetzelfde idee als de discussies over wat je allemaal gaat doen als je de oudejaarsloterij wint! Alleen die kans is ongeveer 1 op de tig miljoen, en de kans om je vermogen te ver-1000-voudigen is gewoon een heel stuk groter! Ik denk dat de kans dat het je lukt als je echt 40 jaar de tijd hebt groter is dan 80%. Daar hoef je het als lezer echt niet mee eens te zijn, maar ik fantaseer daarover. En met veel plezier! Denk vooraf na over je instrumentkeuze Deze tip is wel heel relevant. Zoals je misschien hebt begrepen in het hoofdstuk over opties en derivaten, kan je op heel veel verschillende manieren je hefboom bereiken. Een daarvan is het kopen van lange call opties. Dit is een zeer krachtig wapen dat ervoor zorgt dat je verliezen altijd beperkt blijven in tijden van crisis. Stel dat je je 200% aandelen alleen maar invult met long calls, dan heb je bijvoorbeeld in de huidige markt maar ongeveer 40% van je geld nodig om die calls te kopen. En kan je dus ook niet meer dan 40% verliezen! En als de beurs instort koop je gewoon weer nieuwe calls, onder andere van het geld dat je natuurlijk maandelijks aan de strategie blijft toevoegen! Iedere zondag tennis ik met mijn drie vriendjes en tijdens de verhitte strijd is er af en toe ruzie over in en uit. Vroeger bedierf dat de sfeer weleens, nu maken we een opmerking dat we daar over 20 jaar vanaf zijn als we Hawk-Eye op ons jacht hebben. Een leuke fantasie die nu al tot meer plezier leidt! 122 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR GEVOEL 123

63 Samenvatting Gevoel is een mooi en lastig onderwerp, waarover ik de vorige pagina s wat gefilosofeerd heb. Ik hoop dat je daarbij het gevoel hebt gekregen dat onze strategie soms zeer krachtige gevoelens oproept. Vaak hele mooie, soms ook heel vervelende. Wapen jezelf hier op voorhand tegen door af en toe dit hoofdstuk te herlezen en ervaar het verder als het gebeurt! Njoy the ride en fantaseer alvast over alle mooie dingen die je in de toekomst kan gaan doen met je geld!

64 Hoofdstuk 11 Financiering Doel: inzicht krijgen in de voordelen/nadelen van de diverse manieren van het aantrekken van geleend geld om te kunnen hefboombeleggen. Sparen is voor halve garen Laat ik gelijk met een statement beginnen! Een spaarrekening is natuurlijk een schitterend vehikel om je tijdelijke liquiditeiten op te stallen. Als je spaart voor een grote reis of een nieuwe auto is het natuurlijk heel vervelend als je Australië net niet haalt of het geen Audi A4 wordt maar een Volkswagen Polo Maar verder ontgaat mij de diepere bedoeling van sparen terwijl de rente nu nog geen 2% bedraagt. Lekker tempo, hiermee verdubbelt je vermogen in 36 jaar. Dat je tegen die tijd een hoestend en proestend oud mannetje of vrouwtje bent maakt kennelijk niet uit. Nederland is trots op z n spaarmentaliteit, maar mij lijkt het tijd om iets flink te veranderen. Verdubbeling in 36 jaar, voor het geval je dat nog aantrekkelijk vindt klinken, is overigens zonder belastingafdracht van 1,2% per jaar en houdt geen rekening met inflatie van circa 1,8% per jaar. Dus eigenlijk kachel je er ieder jaar ongeveer 1% op achteruit en dus verdubbel je nog niet eens al word je 100 jaar. Maar wel lekker zeker lieve mensen! Zeker? Hoe fijn is het om zeker te weten dat je geld verliest, zij het in kleine hoeveelheden, maar wel ieder jaar? Wie profiteert en dan toch van die rare tarieven? Natuurlijk, de Staat der Nederlanden. Die betaalt, net als de bank, maar een hele lage rente (sterker nog, ze lenen nog goedkoper dan banken omdat ze beter in staat worden geacht het ooit weer terug te betalen). En heffen bij jou bovendien vervolgens weer 1,2% belasting. Kleine toevoeging: in februari 2015 leent de Nederlandse staat voor 5 jaar al tegen een tarief van 0%. Echt waar, meneer de Uil? Echt waar... Een heel ander tarief dan in de tijden van premier Den Uyl overigens. Dus de Nederlandse mentaliteit van sparen is goed is echt alleen maar goed voor de Nederlandse staat en niet voor iemand die geld voor langere tijd kan missen. Nou had ik al eerder in dit boek een lans gebroken voor beleggen, het liefst beleggen met een hefboom door gebruik te maken van geleend geld. Een gotspe volgens vele mensen. Belachelijk risicovol, onethisch, het lijkt wel op het aandelenlease debacle, hoe haal je het in je hoofd? FINANCIERING 127

65 Maar mensen, denk eens na. Lenen is heel goedkoop en sparen kost je jaarlijks en zeker op termijn geld. Zou je dan niet omgekeerd moeten sparen? Dat is lenen! De leenrente is ook heel laag, en dus heel goedkoop. En beleggen levert op langere termijn veel geld op. Hoe moeilijk is het in te zien dat de combinatie hiervan, beleggen met geleend geld, misschien wel juist een heel slim idee is? Om tegelijk het verschil met aandelenlease aan te geven: indertijd stond de rente op 6% en rekenden betrokken partijen tot 6% extra rente, zodat je wel 12% betaalde. Dan wordt het heel lastig om als aandelenbelegger serieus geld te verdienen. Daarnaast waren de beleggingen soms zeer matig gespreid en vond de hausse in de verkoop van deze producten plaats juist nadat de Nederlandse beurs al 18 jaar lang (van 1982 t/m 1999) met gemiddeld 18% per jaar was gestegen. Niet echt een supergoed moment om dan nog te gaan hefboombeleggen en bizar veel rente te betalen. Hoe lenen? De standaard manier waarop wij gewend zijn te lenen is een hypotheek. Dit vindt de bank redelijk veilig, er is immers een onderpand als zekerheid en bovendien moet je er ook nog een bepaald inkomen voor hebben. Het is zeker niet de slechtste manier van lenen om te beleggen by the way; deze rente is ook redelijk laag. Sterker nog, als je een 100% hypotheek neemt bij de aankoop van je huis, stel , dan beleg je voor dit volle bedrag, dus 100%, met geleend geld. Je belegt namelijk in vastgoed wel te verstaan en slecht gespreid (alleen maar in je eigen huis). Als je echter overwaarde op je huis hebt, extra hypotheek opneemt en hiervoor aandelen Wereldhave koopt (breed gespreid vastgoed en wereldwijd) ben je opeens een speculant. Eigenlijk best wel vreemd In de komende pagina s wil ik een aantal leenvormen met je doornemen, oplopend qua aantrekkelijkheid voor ons als hefboombelegger! 1. Blanco op inkomen 2. Hypotheek 3. Effectenkrediet 4. Turbo s 5. CFD s 6. Opties 1. Blanco op inkomen Nummer 1 gaat puur op inkomen. Op basis van je vrije bestedingsruimte berekent de bank hoeveel je debet mag staan. Dit heeft primair niets met hefboombeleggen te maken; je kunt van de ruimte op je betaalrekening ook gewoon lekker naar de kroeg gaan of een nieuwe TV kopen. Of inderdaad een pakketje prachtige aandelen kopen! Kijk maar wat je het meeste aanspreekt. Op korte termijn heb je waarschijnlijk meer genot van de heerlijke Bacardi Cola of die mooie HDTV met 3Dbeelden. Op langere termijn heeft het minder nut en ga je een lening aan zonder lange termijn opbrengsten. Sterker nog, de restwaarde van zowel die BaCo s als de HDTV is 0. Op zich kan het wel, de banken zijn niet gek en kennelijk heb jij hier genoeg inkomen voor (om deze lening in de nabije toekomst weer bij elkaar te sparen). Maar er vindt een verschuiving plaats van toekomstige consumptie naar huidige consumptie. Iedere halve idioot begrijpt dat je dan in de toekomst van minder zult moeten leven. Als je het gebruikt om te investeren is het plaatje natuurlijk heel anders. Indien onze verwachtingen uitkomen en je gemiddeld aanzienlijke rendementen van >10% zult behalen is dit een hele verstandige beslissing. Je leent weliswaar nu op basis van je toekomstige inkomen, maar je geeft er geen cent van uit. Natuurlijk kan je tussentijds op verlies komen te staan, maar de kans is erg groot dat na 10 jaar je kredietbedrag maar een fractie is van het potje beleggingen dat inmiddels fors is gegroeid. Bij de huidige rentestand betaal je op dit soort kredieten circa 5 à 7%, dus gemiddeld 3 à 4% als je er eenzelfde bedrag bij leent in de optiemarkt tegen 1%. En een rendement van >4% klinkt niet echt als een enorme uitdaging. De vraag is natuurlijk, hoeveel kan ik dan lenen? Dat is een hele belangrijke vraag. Zeker als je aan het begin van je beleggende leven staat, is het te lenen bedrag vaak groot ten opzichte van je bestaande vermogen. Laten we er een voorbeeld bij nemen. Stel, je bent 35 jaar en verdient netto per maand. Je hypotheeklasten zijn per maand. Dan houd je nog over voor leuke dingen. En zo redeneert de bank ook. De helft hiervan, stelt de bank, heb je nodig voor voedsel en andere dagelijkse zaken. Ofwel Met die andere mag je 2% van het te lenen bedrag aflossen/de rente erover betalen. 128 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 129

66 Ofwel, je mag 50 keer je vrije netto inkomen lenen. Zeg maar in dit geval. Als je beleggingen op dat moment ook bedragen verdubbelt in één klap je belegbaar vermogen in de strategie. En ben je na 20 jaar dus ook twee keer zo rijk als je tweelingbroer die de er niet bij leent. Het enige verschil is dat jij wel ieder jaar aan rente op moet zien te brengen, ofwel 300 per maand. Dat is natuurlijk best balen, dat scheelt weer een weekendje Antwerpen, en dat iedere maand. Sterker nog, de bank vraagt in sommige gevallen zelfs 1.250, omdat je ook af moet lossen. 300 rente en 950 aflossing. Niet getreurd; aangezien het een doorlopend krediet is kun je die 950 de volgende maand gewoon weer opnemen. Je betaalt dus alleen de rente. En de zeer oplettende lezer voelt m al aankomen: het jaar daarop verdien je door inflatie of loonsverhoging van 100 nu En kan je dus extra 50 x 50 lenen. De bank gaat er namelijk van uit dat je ook 50 meer gaat besteden. Dus gaat het bedrag van je lening gewoon omhoog met Als je die laatste 100 niet kan missen, dan klopt er ergens iets niet en heb je gewoon een gat in je hand. Los dat ff lekker zelf op! In de praktijk is het t handigst om dit krediet op je betaalrekening te nemen en een klein beetje reserve te houden voor het geval dat. Elke maand als je salaris gestort wordt beweeg je iets verder van het kredietmaximum vandaan, ervan uitgaande dat je per saldo een deel van je inkomen spaart. En bij een krediet gekoppeld aan je betaalrekening bij je eigen bank hoef je namelijk helemaal geen aflossing te betalen. Alleen de rente. Is je bank een dure bank qua rente, leen dan bij Freo (dochter van Rabo). Ten tijde van dit schrijven, oktober 2011 en tevens eind 2014, liggen hun tarieven zeer laag, rond de 5%. Nog slimmer is het natuurlijk om de kroeg in te lopen, de eerste de beste advocate mee naar huis te sleuren, verliefd op haar te worden, en zij op jou, en dan het spelletje nog eens samen te bekijken. Nadat jullie wat bekomen zijn van alle leuke reisjes en ongeremde seks zitten jullie aan de keukentafel op een zaterdagavond en komt het gesprek vanzelf op geld. En wat blijkt, ook zij heeft dit boek gelezen, verdient en heeft een krediet van Voor de risicovolle beleggingen volgens Stuiver natuurlijk. Blij te merken dat jullie elkaar ook hierin begrijpen maken jullie een nieuwe berekening. Jullie besluiten bij jou te gaan wonen, dus en passant besparen jullie dan aan woonlasten. 130 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

67 Jij bespaart nog meer aangezien je niet meer zo vaak de kroeg ingaat en veelal de kosten van de dates voor je rekening nam, maar dat laten we maar ff buiten beschouwing. Vol goede moed pakken jullie de leensite van een kredietbemiddelaar er bij en wat blijkt: jullie kunnen samen lenen. Dat is dus méér dan de 2 x die jullie samen konden lenen, een duidelijk synergievoordeel! Zit m dat verschil nu alleen in de lagere woonlasten? Voor een aanzienlijk deel wel natuurlijk. Dat scheelt namelijk in het maximaal te lenen bedrag. Die andere komt voort uit het feit dat voor singles een hoger percentage van het inkomen nodig wordt geacht voor levensonderhoud. En dat klopt natuurlijk ook wel; je runt samen maar één huishouden, je hoeft maar één internetaansluiting te hebben in plaats van twee. Dus ons nieuwbakken stelletje regelt de zaakjes en vergroot per persoon (ze zijn ook niet gek en doen natuurlijk wel alles apart op eigen rekening) de portefeuille van naar Wederom een stijging van circa 80%. Los van rendementen is de portefeuille nu (origineel) (lening) (helft van synergievoordeel) ofwel Een joekel van een verschil met de eerdere situatie, waarin mijn voorbeeldpersoon alleen maar zijn eigen belegde. Een factor van circa 2,75. Er zijn gezinnen die het met minder moeten doen! Die per jaar is 8% van hun gezamenlijke portefeuille van Helaas, weer ff door 2 delen in verband met de hefboom, maar dit is dan dus weer 4% verdiend. En de komende jaren sparen ze zelfs iets meer door salarisverhoging. Helaas groeit hun portefeuille veel sneller door rendementen, sparen en bijlenen, dus in totaal komen de geliefden niet veel verder dan 20% sparen in die 20 jaar. Maar dat is dan wel weer 1% per jaar, dus nu hoeven ze alleen nog maar 16% schoon rendement te maken om hun doel uit te laten komen. Enne, maken ze zich dus ook totaal niet druk over hun pensioenopbouw en de huidige discussies daaromtrent. Als ze 55 zijn, zijn ze schatrijk. Het grootste deel van dit succes komt uit het rendement op beleggingen (16% per jaar), maar 4% komt uit sparen en bijlenen, liefst in een vroeg stadium. Dit bepaalt dus 20% van je succes. Even ter herinnering, 10% rendement komt door het langetermijnrendement op aandelen (dus voor 50% van je succes hoef je geen fluit te doen). Die andere 6% komt door slim beleggen. Dat is 30% van de benodigde 20% op jaarbasis. Dat moet je doen door slim te beleggen, ofwel Hoofdstuk 4 t/m Hoofdstuk 7. Bovenstaande getallen zijn natuurlijk allemaal fictief. Voor een ieder gelden andere getallen. Als het maar duidelijk is dat in een vroeg stadium blanco lenen een zeer belangrijke factor is in het behalen van je lange termijn beleggingssucces! Voor de gevorderden onder de lezers: wat betekent dit nu voor het behalen van het doel uit Hoofdstuk 2? Om het vermogen te ver-1000-voudigen was immers 20% rendement per jaar nodig en een continue hefboom van circa 2. Als die 20% te hoog gegrepen is, moeten we ons dus laten helpen door sparen, schenkingen te ontvangen of door bij te lenen in een vroeg stadium. In dit geval is sprake van een vermenigvuldigingsfactor voor de portefeuille van 2,76 ( / = 2,75). Netjes de wortel uit trekken (1,66), dan staat het gelijk aan 66% extra rendement. Verdeeld over 20 jaar is dus ruim 3% extra per jaar. Dit gelukkige stelletje leent dus wat extra geld en hoeft nu nog maar 17% op jaarbasis te realiseren. Nog steeds een uitdaging, maar wel een stuk eenvoudiger. En ze houden waarschijnlijk ook nog wel het een en ander over van het gezamenlijke luxueuze inkomen van Dat kan in het eerste jaar bijvoorbeeld zijn ofwel per maand en hun bonus. Ze hoeven dus nog bepaald niet krom te liggen en leven van netto per maand. 2. Verhoging hypotheek op eigen huis Zoals ik net al schreef is het sociaal volledig geaccepteerd om veel te lenen voor een eigen huis. En als je na een aantal jaren overwaarde op je huis hebt, kan je (als je voldoende inkomen hebt) er nog wat bij lenen. Hypotheek is een redelijk goedkope vorm gezien de zekerheden die de bank heeft bedongen. Die heeft niet alleen recht op je inkomen, maar als dat onvoldoende blijkt ook op de opbrengst van je huis. De rente ligt nu rond de 4%, afhankelijk natuurlijk van de looptijd van de lening. Dat is iets goedkoper dus dan het blanco krediet. En als bijkomend voordeel vraagt de bank het ook nooit terug bij een stevige beursdaling, zolang je maar netjes je rente en aflossing betaalt. Als je overwaarde hebt op je eigen huis is een extra stuk hypotheek net even iets slimmer dan de onder punt 1 genoemde blanco lening. Het scheelt je namelijk iets qua rente. 132 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 133

68 Op andere assets Nummers 3, 4, 5 en 6 worden verstrekt op basis van onderpand van andere assets. Je moet al iets geld hebben om op basis van dat bezit volgens een van deze vormen bij te lenen. Maar dat gaat dan ook wel weer heel makkelijk. En hoe meer je assets waard worden, des te meer je er bij mag lenen en dus kopen, waardoor je dus nog weer wat meer kan lenen! Klinkt om die reden wel weer erg interessant, zeker als die nieuwe beleggingen veel meer opleveren dan de rente die je betaalt. 3. Effectenkrediet Eigenlijk is deze het makkelijkst te begrijpen, vandaar dat ik deze vorm als eerste behandel. In mijn jonge jaren als beleggingsadviseur maakte ik hier volop gebruik van. Het behoeft in dit stadium van het boek weinig uitleg meer dat dit een eenvoudige en overzichtelijke manier van het bereiken van een hefboom van 2 is. Je hebt een portefeuille van en leent er nog bij. Een kind kan de was doen. Dit kan meestal gewoon bij je eigen huisbank, waarschijnlijk moet je wel eerst wat formulieren invullen. (Dat was vroeger overigens niet eens het geval, een effectenrekening volstond.) Voordeel van deze structuur is dat het ook heel makkelijk is om je hefboom in de gaten te houden. Stijgt de beurs met 10%, dan is je portefeuille gestegen van naar En je staat nog steeds in t rood. Dus heb je nu maar 100/220 = 45% van je portefeuille erbij geleend. Je hefboom is dan ook gedaald naar 220/120 = 183%. Dus je koopt er nog maar eens voor bij en je zit weer op de gewenste hefboom. Bij daling werkt dit natuurlijk precies andersom. Als de bank jou even betrouwbaar en kredietwaardig zou vinden als de Nederlandse staat zou dit een ideale manier zijn om de portefeuille te managen. Maar ja, zo zit de wereld niet in elkaar. In een normale wereld waarin de rente 2% bedraagt, vergoed de bank jou 1% op de spaarrekening. 1% marge is voor de winst en kosten van de bank. En wil jij lenen tegen effecten, dan rekent de bank al snel 5%. 3% marge voor een krediet met een aanzienlijk onderpand (je effecten). Terwijl de bank per dag je maximaal te lenen bedrag aanpast aan de ontwikkeling van de waarde van je bestaande portefeuille. Erg duur geld dus! Het werkt lekker makkelijk, maar als je de helft van je portefeuille leent tegen een marge van 3%, dan druk je hiermee het totale rendement van de portefeuille met 1,5%. Dat is echt fors. Door slim te beleggen (Hoofdstuk 4 t/m Hoofdstuk 7) proberen we 6% alpha te genereren. Als jij daarvan al een kwart in de sloot gooit door simpel te lenen bij de bank tegen effecten, ben je dus een grote idioot. En we hebben het echt niet over de grootbanken, ook internetbrokers rekenen veelal een marge van 3%! Gelukkig kan het goedkoper. Bij turbo s en CFD s is sprake van kredietverlening in het product en niet direct aan jou. Dat maakt het de helft goedkoper, dus nog slechts 1,5% margin. Drukt nog steeds je rendement in totaal met 0,75%, maar ja, er is vast geen bank te vinden die je tegen 0% marge leent. Gelukkig kan het wel tegen 0% via de optiemarkt. Sinds 2010 hebben een aantal nieuwe spelers de markt voor effectenkrediet betreden. Lynx, dochter van Interactive Brokers, leent tegen Euribor plus 1.5% á 2.5%. Kijk, en dat zijn wel prima tarieven. Bij huidige Euribor van 0,5% (2011) betaal je daar dus slechts 2% totale rente. In deze periode, waarin de ECB de rente kunstmatig laag houdt, zijn dit zeer aantrekkelijke tarieven. Veel lager dan dit gaat het waarschijnlijk nooit worden. Sterker nog: zij verstrekken ook krediet in vreemde valuta tegen dezelfde tarieven. Bij aankoop van aandelen in het Zweedse Investor, leen je automatisch in SEK tegen een rente van rond de 2,0%. Die belegging is net als andere aandelenbeleggingen een risicovolle, maar zorgt naast de volatiliteit van de aandelenkoers ook voor een extra risico, namelijk de volatiliteit van de SEK ten opzichte van de EUR. Maar als je het aankoopbedrag leent in SEK tegen een aantrekkelijke rente, is je netto positie in SEK bij aanvang 0. Dus door gebruik te maken van effectenkrediet kan je de volatiliteit van de totale portefeuille makkelijk helpen bedwingen. Daarnaast is dit erg gemakkelijk werken en zijn dit type gespecialiseerde brokers bereid om je een grotere hefboom toe te staan dan 2 of 3. Ze gaan zelfs tot 6. Dit is uiteraard, zoals ik al eerder heb aangegeven, veel te risicovol en kost veel geld bij snelle daling, om de stress nog maar even over te slaan. Maar het is wel fijn dat dit überhaupt kan, zodat je niet al te snel gedwongen wordt tot verkopen. En het verlaagt ook de bijbehorende stress. Je hoeft dan (zie de hoofdstukken Meltdown en Margin) alleen te verkopen om je hefboom niet te ver op te laten lopen, niet omdat de bank het van je verlangt. 134 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 135

69 Tot slot eindig ik deze lofzang op Lynx met het wijzen op het gebruiksgemak. Een paar klikjes en je aandelen zijn gekocht en/of verkocht. Het systeem denkt zelfs met je mee over de te hanteren limieten. Hier kunnen de grootbanken nog een puntje aan zuigen. Voor een deel van de hefboom adviseer ik dus om gebruik te maken van effectenkrediet bij gespecialiseerde brokers. Het is makkelijk, goedkoop, gebruikersvriendelijk en zeer flexibel. Blijft natuurlijk wel staan dat het nog goedkoper kan, namelijk in de optiemarkt. Dat effect beschrijf ik onder punt 6. Helaas is dat niet makkelijk, niet gebruikersvriendelijk en niet altijd flexibel. Kortom, dat is meer iets voor de ervaren belegger en dan alleen voor het structurele deel van de portefeuille. Om alles te optimaliseren is het dan ook logisch om een combinatie te gebruiken van effectenkrediet en opties. Voor minder ervaren en kleinere beleggers kan het effectenkrediet worden vervangen door turbo s of CFD s. 4. Turbo s Veel particuliere actieve beleggers gebruiken turbo s. Het product is eenvoudig te begrijpen en lineair qua prijsvorming. Daarmee bedoel ik dat de prijsvorming direct af te leiden valt uit de prijsverandering van de onderliggende waarde. Veel makkelijker dus dan bij opties. Stel, je koopt een turbo op RD Shell. Het aandeel doet nu 25 en jij koopt er een met een financieringsniveau van 20. Per saldo hoef jij dus maar 5 te betalen, en leent BNP (de maker van de turbo s) jou die 20. Dat doen ze overigens tegen de marktrente, met een opslag van 1,5%. Een redelijke marge. Verder kost het je geld dat de turbo een bied-laat spread kent die groter is dan die van de onderliggende waarde. En daarnaast zijn er je, zeer beperkte, transactiekosten. Als RD Shell met 2 stijgt van 25 naar 27, dan stijgt de turbo van 5 naar 7. Lekker 1 op 1 dus. Lekker overzichtelijk. Eigenlijk koop je gewoon het topje van de ijsberg. Bovenstaande is overigens een simplificatie van de werkelijkheid, aangezien jij als turbobelegger BNP wel rente moet betalen en zij het aanzienlijke dividend in hun zak steken. Hiervoor berekent BNP iedere dag opnieuw het financieringsniveau uit, dat dus dagelijks stijgt vanwege de rentelast die je moet betalen. En eens per kwartaal daalt als RD Shell dividend betaalt. FINANCIERING 137

70 Nu kan RD Shell natuurlijk ook af en toe flink in prijs dalen. Stel je voor dat ze naar 18 dalen. Dan gaat BNP verlies lijden en zou de waarde van de turbo 2 negatief moeten zijn. Zo stom zijn ze daar natuurlijk ook niet, dus zodra RD Shell onder de 21 komt en jouw turbo dus op 1 staat, wordt-ie uitgestopt. Dat wil zeggen: BNP verkoopt de aandelen RD Shell die ze voor jou hadden gekocht en lost daarvan je impliciete lening af. Het restant krijg jij dan op je rekening. Dit uitstoppen is voor velen een ergernis, maar een volstrekt logisch effect dat hoort bij beleggen met geleend geld. Als de hefboom immers te groot wordt, moet je je positie afbouwen. Nou, dat doen ze dus automatisch voor je. Het is wel vervelend als aandelen in een heftige beweging net onder het stop loss niveau dalen, jij geen positie RD Shell meer hebt en de koers snel opveert. En dat gebeurt geregeld. Afhankelijk van de gekozen onderliggende waarde (diverse Nederlandse en buitenlandse aandelen, indices, grondstoffen) kan de hefboom variëren van nog geen 2 tot soms wel 30. Er is veel keuze, en een mooie internetsite waarop je alles kunt vinden. Zeer beleggersvriendelijk. Zolang je niet uitgestopt wordt en dus eigenlijk RD Shell-aandelen bezit en daar een lening op hebt, lijkt het verdraaid veel op een effectenkrediet. Sterker nog, het is een effectenkrediet, maar dan niet op jouw rekening, maar verpakt in een product. Iets anders is het niet. Of het dus beter of slechter is dan een effectenkrediet hangt van je eigen condities af. De opslag is niet al te hoog, de kosten van de bied-laat-spread soms wel. Het voordeel bij buitenlandse aandelen dat je het krediet in vreemde valuta (VV) opneemt geldt ook bij turbo s. Het geleende deel is immers in USD of GBP of welke valuta dan ook. Alleen het deel van de ijsberg dat boven het water uitsteekt is wel valutagevoelig. Dat deel luidt namelijk ook in USD, maar voor ons als EUR-belegger maakt het dus wel uit hoe de valuta zich beweegt. Overigens bij een effectenkrediet bij Lynx ben je voor 100% afgedekt qua valutarisico. Zeker voor beleggers met portefeuilles onder de zijn turbo s een zeer geschikte manier om goedkoop geld te lenen en zo een hefboom van 2 voor de gehele portefeuille te realiseren. Boven de zijn de mogelijkheden van een effectenkrediet via bijvoorbeeld Lynx echter nog net iets gunstiger. Daar moet je echter wel zelf nog meer je hefboom in de gaten houden. Die is immers niet constant door alle ontwikkelingen. 5. CFD s (Contracts for Difference) Om volledig te zijn bespreek ik ook kort deze laatste modegril. Bij een CFD beleg je ook in de onderliggende waarde. Laten we RD Shell weer als voorbeeld nemen. Als je een CFD afsluit terwijl RD Shell op 25 staat gebeurt er in eerste instantie helemaal niets op je rekening. Als vervolgens RD Shell gaat bewegen ontstaat er een verschil met de afsluitprijs. Dus als het aandeel naar 27 stijgt heb jij 2 winst. En die wordt op hetzelfde moment op je rekening geboekt. Of afgeboekt als het de verkeerde kant op gaat. Daarnaast wordt er iedere dag een klein beetje rente van je rekening afgehaald en krijg je eens per kwartaal het dividend juist bijgeschreven. Kortom, alle waardemutaties worden op je rekening geboekt. De rente is vaak Euribor met een opslag van 1,5%. Je kunt de contracten zowel long als short afsluiten, net als turbo s. Je kunt dus geld verdienen aan zowel een daling als een stijging. Als je tenminste de goede turbo of CFD afsluit. Achterliggende partij is meestal een gespecialiseerde broker, zoals bijvoorbeeld IG Markets. Zij lenen jou feitelijk geld om met een hefboom te beleggen. Hoe groot die hefboom is bepaal jezelf. Stel dat je stort bij de CFD-leverancier, en een CFD afsluit voor 200 aandelen RD. Die hebben dan een onderliggende waarde van (200 x 25). Terwijl jij voor de benodigde margin maar beschikbaar hebt. Je belegt dan dus met een hefboom van 5. De margin die je per contract aan moet houden verschilt per onderliggende waarde. Bij individuele aandelen ligt dit vaak op 5% à 10% en bij indices op 2% tot 5%. Je kunt dus enorme hefbomen hanteren, oplopend tot wel 50. Maar ja, elke kleine beweging de verkeerde kant op, en je positie wordt automatisch gesloten. IG Markets zal hier echt geen geld aan willen verliezen. Dus indien je positie op dag 1 nog ruim is omdat je met hefboom 10 bent begonnen, en de volgende dag zakt de beurs hard, dan daalt het saldo op je IG rekening. Het verlies wordt immers online afgeschreven. En het resterende saldo kan te laag zijn voor de resterende positie. IG sluit dan je positie voor je. Dat mogen ze volgens de contractvoorwaarden ook doen. Is ook hard nodig natuurlijk, want als jij niet eerder handelt om je positie te verkleinen lopen zij het risico over de restschuld! Aangezien de waarde van je CFD rekening met 1 stijgt als RD Shell met VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 139

71 stijgt (althans, als je contract voor 1 aandeel is) is het makkelijk te volgen. Het is echter wel heel verleidelijk om je helemaal suf te kopen aan CFD s als het goed gaat. En dan is daar opeens die forse correctie en raak je in rap tempo heel veel geld kwijt omdat je hefboom enorm oploopt. Kortom, leuk product, maar je speelt wel met vuur. Dus oppassen geblazen en zorg eerst dat je weet hoe dit echt werkt. En begin met kleine bedragen om de werking aan den lijve te ondervinden. Mijn advies is om niet verder te gaan dan een hefboom van 4 à 5 bij CFD s. En om het slechts met een deel van je totale vermogen te doen. En alles natuurlijk in het kader van je totale hefboom van je vermogen, die niet veel groter dan 2 mag zijn! IG heeft een mooie site waarop je transacties online worden bijgehouden. Je ziet van minuut tot minuut je totale waarde verspringen. Mooi om te zien, maar het heeft ook wat zenuwachtigs, om het maar eens voorzichtig uit te drukken. Kan best verslavend werken. Vergeet dus niet de dame die sinds kort bij je woont (zie leenvorm 1 blanco inkomen) voldoende aandacht te geven! Straks is ze weg en dan gaat jouw flexibel krediet weer omlaag omdat je kosten omhoog gaan! Haha, dat is niet eens waar trouwens. Eens gegeven blijft gegeven en je kredietlimiet blijft dus ook gewoon de uit het begin van dit hoofdstuk 6. Opties De lastigste maar ook meest effectieve manier van geld lenen is via opties. Het is echter wel een stuk ingewikkelder dan het gebruik van effectenkrediet, turbo s of CFD s. Het eerste vreemde is dat je hiertoe een put moet schrijven (zie ook Hoofdstuk 6 Opties) en je op voorhand al geld in je handen krijgt. Een voorbeeld. Stel, je wilt beleggen in de AEX (noteert 400 in dit voorbeeld) voor Naast het kopen van aandelen en rood staan (effectenkrediet), kopen van een AEX turbo of afsluiten van een CFD, kan je ook een putoptie schrijven. Stel je voor: je schrijft de AEX put december 2015 met een uitoefenprijs van 600. Dit betekent dat je op de einddatum, december 2015, aandelen AEX moet kopen voor 600 (tenzij ze dan hoger noteren, dan hoef je dit niet te doen). Dat is best duur, want ze staan nu slechts 400. Dus wil jij nu al vast gecompenseerd worden voor dit feit. Daarom krijg je nu vooraf de optiepremie. Die is afhankelijk van de onderliggende waarde, de rente, de dividenden, de verwachtingswaarde et cetera. Maar in dit voorbeeld is alles nog simpel en krijg je meteen gewoon het verschil van 200 x 100 op je rekening (opties gaan meestal per 100 x de onderliggende waarde). Aangezien je vorige week nog voor aandelen Shell had gekocht stond je rood op je rekening. En daar komt nu een einde aan. Dus heb je ook nog een jaar lang profijt van lagere rentelasten. Stel dat de AEX het komende jaar herstelt tot 500 punten. Ik geef toe, dat is meer hoop dan verwachting, maar hey, ik ben hier de auteur dus ik mag verzinnen welk voorbeeld ik gebruik. Door deze stijging tot 500 hoef je op de einddatum maar 100 te betalen (het verschil van 600 min 500). En heb je dus 100 verdiend, plus een stukje rentevoordeel. Anderzijds heb je het dividend van circa 15 wel misgelopen natuurlijk, maar je had het voordeel dat je de eigen 400 niet hoefde te financieren. Overigens, voor het mislopen van het dividend word je grotendeels vooraf gecompenseerd, de premie is in werkelijkheid 212 en geen 200. The bottom line is dat je zo ongeveer 1 op 1 oploopt met de onderliggende waarde en dat door de prijsvorming van opties, je impliciet leent tegen de interbancaire rente. Zou dit niet zo zijn, dan kan er arbitrage plaatsvinden tussen verschillende call- en putopties. Te ingewikkeld om je hier uit te leggen, dit moet je ff van me aannemen. Dus, je profiteert 1 op 1 van de stijging en je leent impliciet tegen de best denkbare rente. Dus wat liep ik toch te zeuren over dat opties lastig zijn? Tsja, dat is helaas echter wel zo. Bovenstaand voorbeeld is makkelijk, maar in werkelijkheid zijn er vaak geen opties die zo diep ITM (in the money) zijn (dat betekent dat de koers van de onderliggende waarde ver onder de uitoefenprijs van de put ligt). En moeten we dus rekening houden met het volgende: wat gebeurt er als de koers van de AEX boven de uitoefenprijs (bijvoorbeeld 600) komt? Profiteren we dan nog wel 1 op 1 mee? Helaas niet, onze winst is afgetopt op 212 als de AEX de 600 bereikt. Dat is weliswaar een kleine kans, maar stel dat je de looptijd verandert naar december 2016, dan wordt de kans weer wat groter Eigenlijk komt het er op neer dat we onze winst aftoppen. Zonde, daar willen we een vergoeding voor. En voilà, die vergoeding voor de verwachtingswaarde (zeg maar de waarde van de kans dat we op de expiratiedatum boven de 600 eindigen) zit al in de optiepremie. 140 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 141

72 Dus als die kans groot is (bij langlopende opties bijvoorbeeld) dan krijgen we een hogere putpremie op voorhand. In dit voorbeeld ontvangen we bijvoorbeeld 216. Het beleggen of schrijven via ITM (in the money) puts is namelijk hetzelfde als beleggen (met geleend geld) in de aandelen AEX en het gelijktijdig schrijven van de call optie met gelijke looptijd en uitoefenprijs. In beide gevallen is de winst boven de 600 afgetopt en krijg je daar op voorhand een vergoeding voor. Dat hoeft helemaal niet vervelend te zijn en in veelvoorkomende gevallen wordt je rendement dus hoger dan bij een normale belegging met geleend geld. Je rentelast is lager door de lagere impliciete rente en je ontvangt ook nog eens een vergoeding voor het feit dat je nu ook weer niet het onderste uit de kan wilt hebben! Als je de geschreven put echter zo kiest dat het strikeniveau (de uitoefenprijs) niet al te veel hoger ligt dan de huidige koers, dan is de kans dat het aandeel flink stijgt en jij dus te weinig verdient wel heel reëel aanwezig. Dat is wel iets om op voorhand over na te denken, en niet achteraf. Het feit dat je eigenlijk aandelen koopt en daar een call op schrijft heeft immers een ongewenst effect op de hefboom. Als koersen gaan stijgen dan daalt sowieso de hefboom, ook als je alleen maar normale aandelen hebt gekocht. Maar door de geschreven call die steeds harder als remparachute werkt (door de delta) bij verdere stijging verlaagt je totale hefboom nog eens extra. Dit effect is precies het tegenovergesteld van wat we in Hoofdstuk 6 juist proberen te bereiken door juist long calls te bezitten. Kortom: dit effect is eigenlijk niet waar we naar op zoek zijn. Dit los je overigens heel eenvoudig op door de AEX december 2016 call met strike 600 te kopen... Banken verbieden in sommige gevallen het schrijven van puts met een strike price die fors boven de huidige beurskoers ligt. Je kan het geld dan immers ook voor ruim 1% op de spaarrekening zetten en zo nog wat bijverdienen. Brokers kennen dat probleem niet, die geven je ook geen rente op je eventuele creditsaldo, althans bij de huidige lage rente. Aangezien de optiebeurs er zorg voor moet dragen dat jij altijd aan je verplichtingen kan voldoen wordt wel een marge vereist als je opties schrijft. Dit om er zeker van te zijn dat jij ook bij daling van de onderliggende waarde nog voldoende geld bezit om de aandelen te zijner tijd te kopen. 142 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

73 In Hoofdstuk 8 wordt dit uitvoeriger beschreven. De totale waarde van je marginverplichting moet worden gedekt door cash, kredietruimte op je blanco krediet of door de dekkingswaarde van je gewone aandelen. Bij de start is dat nooit een probleem, omdat je dan voorzichtig bent en de hefboom rond de 2 hebt staan. Bij een felle koersdaling kan het echter zo zijn dat de margin fors toeneemt. En niet alleen door de waardedaling van de index. Een andere component van de berekening van de margin is een volatiliteitspremie. En als de beurs instort is de volatiliteit ook altijd hoog. Kortom, je moet opeens extra margin aanhouden op het moment dat je daar het minste zin in hebt Dus ook aan de goedkoopste manier van financieren zitten zowel voor- als nadelen. Het gebruik van ITM (in the money) puts heeft dus het nadeel van aftopping bij stijging en een complexer koersverloop en dito marginberekening. Voordeel is het rentevoordeel en natuurlijk dat in een normale beursbeweging je rendement zelfs hoger uit kan komen dan die van de normale belegger. Resumerend is het gebruik van short puts iets voor de meer ervaren belegger. Het is moeilijker in te zien hoeveel risico je echt loopt, dus pas op. Ik schat in dat als je tussen de 15% en 25% van je portefeuille op deze manier inricht, je weinig schade aanricht. En van de bijbehorende cash kan je natuurlijk weer alternatives kopen! Verkleinen van risico bij hoge leensom Deze paragraaf is een verrassende en past eigenlijk niet helemaal in dit boek. Dit verhaal gaat over het beteugelen van risico s en mogelijk aftoppen van je winsten. Toch neem ik hem bewust op. Zoals ik eerder in dit hoofdstuk betoog loont het vooral in het begin sterk om een flink stuk blanco krediet op te nemen. Immers, als je met een tweemaal zo hoog kapitaal start is de eerste verdubbeling vast een feit en heb je er nog maar negen te gaan! Probleem is wel, en ik verwijs ook naar Hoofdstuk 10 Gevoel, dat dit weliswaar voor de 20-jaars horizon geldt waarmee we dit alles optuigen, maar niet hoeft te gelden voor de kortere termijn. Als iedere maand een lezer van dit boek aan deze strategie begint, dan zullen er grote verschillen in hun ervaringen zijn. Degene die in september 2011 begon met een AEX van 280 voelt zich plezierig met zijn eerste leuke winsten. Zijn buurman, die kennelijk wat sneller las en in juli al was gestart bij een index van 330, voelt zich op 300 al een stuk minder. En dan hebben we het nog niet eens over het feit dat we tussentijds op 256 hebben gestaan. Deze belegger stond gelijk dik in de min! In zo n situatie lees je het boek nog maar eens door om wat moed te verzamelen, en blijf je rustig zitten. Over 20 jaar ben je nog steeds waarschijnlijk filthy loaded. Maar in de tussentijd moet je wel elke maand een paar honderd euro ophoesten voor je krediet. Dat kan prima uit je spaarquote maar voelt toch niet lekker, kan ik uit ervaring melden. Dan denk je soms even: Was ik maar op een normale manier bezig, dan ging ik nog een extra weekendje weg van dat geld! Gelukkig is hier wel een oplossing voor, die ik bedacht heb tijdens de kredietcrisis in en in 2011 wederom heb toegepast. Het gaat als volgt: als je voor op schema loopt, en het goed gaat met de beleggingen, heb je als het goed is nog veel marginruimte over. Het krediet dat je hebt afgesloten is ook maar voor een deel volgetrokken. Je hebt je hefboom immers voldoende opgetrokken met long calls, turbo s et cetera. Er is dus een aanzienlijke hoeveelheid marginruimte. Ervan uitgaande dat de optiepremies op dat ogenblik niet al te laag zijn ga je vervolgens een of meerdere calls afgeven op de AEX. Of een andere index die je aanspreekt en in ieder geval in dezelfde richting beweegt als je onderliggende portefeuille. In mijn geval kies ik voor de AEX, daar zitten we immers flink long in door de gekochte calls op de index en sommige zwaargewichten in die index zoals RD Shell. Aangezien je je effecten op een aparte rekening hebt staan om je resultaten goed te kunnen monitoren, ga je deze calls schrijven, ongedekt, in een andere portefeuille, behorend bij je rekening met kredietlimiet. Je gaat dus niet eens echt rood staan op die rekening; je gebruikt de limiet alleen maar voor de margin die je aan moet houden voor die geschreven calls. Hierbij kies je in eerste instantie voor wat kortere calls. Waarom? Omdat we niet willen dat bij een forse daling de koers van de call nauwelijks daalt door de exploderende volatiliteit. Bij korte calls is dat effect veel kleiner. Op deze wijze ontvang je regelmatig optiepremie. Deze premie verlaagt je privédebetstand en helpt dan ook op termijn om nog meer geld over te hevelen naar de strategie. Een voorbeeld uit de praktijk. Toen de AEX in augustus 2011 met grof geweld onder de 300 dook waren de premies hoog. Eerder dat jaar hadden soortgelijke posities al flink geld opgeleverd, maar door de lage premies in mei en juni was ik even gestopt. In augustus stond de index op 280 en schreef ik de oktober 300 call. Dat leverde 4 per contract op ofwel 400. Niet shocking veel, maar toch 200 per maand voor helemaal niks doen. 144 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 145

74 En aangezien ik koos om dit voor twee contracten te doen, een extra inkomen van 400 per maand! Althans, als de AEX op de derde vrijdag van de maand onder de 300 blijft. En het grappige is: nu is die vrijdagochtend dat ik dit zit te schrijven en de index exact 299 punten doet. Dus nog even de billen samenknijpen en dan is vanmiddag het geld ook echt verdiend. Vervolgens kies ik ervoor hetzelfde grapje uit te halen op december met een uitoefenprijs van 310. En die levert zo te zien vanmiddag maar liefst 8 op. Dat is dan weer 1600 kassa! Daar valt bijna niet tegenop te sparen! Is het dan zo makkelijk? Nee, natuurlijk niet. De index had ook 310 kunnen staan en dan had ik 10 punten bij moeten betalen. En had het geintje dus 600 per contract gekost. En hoe zorgvuldig je de uitoefenprijs ook kiest, soms zal de beurs een spurt maken en ben je de sigaar. Daarom is het belangrijk deze aanvulling op de hoofdstrategie te zien in samenhang met de hoofdstrategie. Immers, als de index van 280 naar 310 was gestegen, een stijging van 11%, dan had je op de hoofdportefeuille ruim 2 x 11% rendement behaald. En zal het je zo ongeveer worst wezen dat je iets op je calls hebt verloren. Sterker nog, dan rol je alsnog door naar de december 2010 met strike 310 en krijg je er per saldo waarschijnlijk nog ietsje bij. En ach, als je iedere twee maanden 10 punten omhoog doorrolt, is dat 60 punten per jaar. Dat is 20% op de index, zelfs 25% inclusief de dividenden. Knappe index die dat langdurig volhoudt. Maar pas wel op bij flinke dalingen dat je niet steeds op lagere niveaus calls gaat schrijven. De volatiliteit is dan hoog, dus ook flink OTM (out of the money) calls leveren best een leuk zakcentje op. En hierbij heb je ook minder last van de eerste flinke stijging, die onherroepelijk een keer plaats gaat vinden. Het is immers maar een aardigheidje, deze call-schrijverij. Als jij de beurs echt veel te laag vind, kan je ook kiezen om even niet te schrijven! Daarom heb ik op 280 ook gekozen voor het schrijven van de 300 call. En kies ik nu voor 310. Dat is naar mijn mening minder out of the money, omdat de beurs minder ondergewaardeerd is dan op 280. Op bovenstaande wijze is het mogelijk om per jaar 20 tot 30 punten premie op te halen, ofwel zo n 8% per jaar. Dat is heel veel geld. Het vereist echter wel een redelijk gevoel voor timing. Zowel voor de beweging van de beurs, als een inschatting over de volatiliteit. Soms krijg je namelijk heel veel premie en soms nauwelijks een pepernoot. Durf ook eens niet te schrijven! Met bovenstaande call-schrijverij probeer ik op jaarbasis 1/10 deel van mijn blanco krediet terug te verdienen. In mijn geval bestaat mijn potje nu voor 2/3 deel uit eigen geld en 1/3 deel uit kredieten. Als me dit lukt stort ik jaarlijks 1/30 deel van de pot bij. Dat is ruim 3%, en komt overeen met een extra rendement van 1,5% op jaarbasis. Ofwel: een vol kwart van de outperformance die ik moet realiseren. Kortom, deze strategie lijdt tot verlies als de index snoeihard stijgt, maar je moet je afvragen of je als ultragehefboomde belegger (hefboom van 2 in de strategie, en van het geld in de strategie ook nog eens de helft blanco geleend) nu rouwig moet zijn als de beurs met 25% stijgt en jouw vermogen dus verdubbelt (doordat je de helft bijleent en met een hefboom van 2 belegt), maar je helaas iets moet teruggeven omdat je op je calls wat hebt verloren. Nou, nou, wat een ramp! In een per saldo wat meer kwakkelscenario werkt dit natuurlijk prima. Je verdient het nodige extra aan premie en je genereert hiermee extra cashflow, die je dan op deze niet al te hoge niveaus weer aan de strategie kunt toevoegen. Immers, als ik voor december 1600 premie ophaal, kan ik daar meteen binnen de strategie weer voor enkele duizenden euro s Investor bijkopen, of Royal Dutch Shell of weet ik veel wat we nog willen kopen. En in de situatie dat de beurs flink daalt is het sowieso prettig om de premie verdiend te hebben. Het kan gebruikt worden om je marginproblemen te verlichten bijvoorbeeld. Of om op deze hele lage niveaus wat extra aandelen te kopen indien je nog ruimte hebt. Dit jaar lukt het me om dit te realiseren. Volgend jaar hoop ik van niet. Sterker nog, ik hoop dat de beurs volgend jaar 25% doet en ik dus meer dan 50% verdien! Duh Maar als de beurs niet zo sterk is en bijvoorbeeld in de komende 20 jaar niet de gehoopte 10% oplevert, maar bijvoorbeeld 8,5%, dan is die jaarlijkse extra 1,5% zeer bruikbaar! 146 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR FINANCIERING 147

75 Een andere bijkomstigheid is dat je hiermee met name bij zult kopen in lagere beurstijden (dan verdien je namelijk op de strategie) en niet bij hogere beurzen. Een vervolgvraag kan zijn: waarom schrijven we deze calls dan niet ook in onze normale portefeuille? Het antwoord is heel simpel: in the long run verlies je aan deze strategie. Vaak zal je winnen, maar af en toe ga je vreselijk aan het gas als de beurs onverwachts naar boven uitbreekt. Dat is ook de reden dat we liever calls willen bezitten. Maar buiten de hoofdstrategie bewijst het zijn waarde omdat we veel meer waarde hechten aan de verliesbeperking bij dalende beurzen (omdat we ook zoveel extra hebben geleend blanco op het inkomen) dan aan de winstbeperking bij stijgende beurzen. In ieder geval draagt het bij aan een beperking c.q. daling van de volatiliteit van onze rendementen, zowel bij dalende als bij stijgende beurzen. Overigens, als de volatiliteit fors oploopt (zoals de afgelopen paar maanden), dan is het wel verstandig om daar in de hoofdstrategie gebruik van te maken door bijvoorbeeld out of the money calls te schrijven op de long calls die je van AEX of RD Shell in bezit hebt Samenvatting Financiering is een belangrijk onderwerp voor de hefboombelegger. Je leent immers ongeveer de helft van je portefeuille bij, liefst zo eenvoudig mogelijk en tegen een lage rente. Financieren kan op verschillende manieren, waarbij mijn voorkeur qua pricing uitgaat naar opties, en qua gemak naar het krediet van gespecialiseerde brokers. Een combinatie hiervan is redelijk ideaal. Daarnaast werkt de strategie op lange termijn het best indien je in een vroeg stadium op basis van je hopelijk overvloedige inkomen al wat extra leencapaciteit benut. Zodat je met een hoger bedrag aan de strategie kan beginnen. Dat scheelt op termijn enorm! 148 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

76 Hoofdstuk 12 Stoppen met Werken Doel: inzicht krijgen in de mogelijkheden en risico s van het eerder stoppen met werken in combinatie met hefboombeleggen. Dit hoofdstuk is niet echt nuttig als je in het eerste jaar van de 20 bent. De kans is dan immers zeer klein dat je al kunt stoppen met werken. Sterker nog, je zit dan vaak in de fase dat je volgens Hoofdstuk 11 er blanco nog wat bij leent op basis van je inkomen, en daar heb je natuurlijk wel die baan voor nodig. Maar gaandeweg de 20 jaren, komt er ergens een moment dat je vermogen aanzienlijk is gestegen. Een typische ontwikkeling is dat de eerste 10 jaar het vermogen x 50 gaat en de 10 jaar daarna x 20. Denk ik dat de beurs het beter doet in de eerste 10 jaar? Welnee, maar dan heeft bijlenen en sparen nog een aanzienlijk effect In de eerste 5 jaar gaat de portefeuille bijvoorbeeld x 9 en de volgende 5 jaar x circa 5,5. Dan moeten de eerste 5 jaar natuurlijk wel een normaal beursverloop laten zien. Stel dat dit zo is en het startvermogen van door rendement, bijlenen en sparen is opgelopen tot En stel dat je dan voldoende hebt aan een netto inkomen van Dan heb je de mogelijkheid om subiet te kappen met de strategie. Gooi het boek met dat geleuter over wat je in 20 jaar kunt bereiken lekker in de prullenbak! Zet je geld op een spaarrekening met 2% rente (2011) en je kunt er precies 25 jaar van leven. Een ongestoord luilekkerleventje. En over 25 jaar ben je op je pensioengerechtigde leeftijd aangekomen en heb je waarschijnlijk aan AOW, een beetje erfenis en je tot nu toe opgebouwde pensioen meer dan voldoende! Zogezegd zo gedaan. Maar na een paar jaar slaat de verveling toe, en ga je je enorm ergeren aan de rente van 2%. De inflatie is dan 3% en verdorie, je moet ook nog eens 1,2% belasting betalen. En je rekent uit dat als je door was gegaan met de strategie, je vermogen inmiddels boven de was uitgestegen. Dan had je nu van per jaar kunnen leven. Ach, en in die 5 jaar was je misschien ook een beetje verslaafd geworden aan de kick van het beleggen Maar waarom dit probleem zo zwart/wit aanpakken? Kan je niet stoppen met werken en tevens doorgaan met de strategie? Je hebt immers niet het volledige bedrag van in een keer nodig! Wat heb je dan wel nodig? Nou ja, per jaar. O ja, en je hebt ook dat krediet van op je inkomen nog, dat krediet waardoor je op dag 1 met begon in plaats van Wow, dat heeft z n geld echt dubbel en dwars opgebracht! Maar ja, je hebt nu geen inkomen meer, dus ook minder lol in dat krediet. STOPPEN MET WERKEN 151

77 Mijn eerste advies is dan ook te stoppen met dit krediet. Althans, in doen en laten. Je vertelt dat alleen niet aan de bank, want waarom zou je de limiet niet gewoon in stand houden? Voor het geval dat er een crisis ontstaat en het toch wel handig is Vervolgens houd je dus over en een ongebruikte kredietlimiet van En maak je plannen voor een periode van bijvoorbeeld 3 jaar. Die plannen kosten circa Dat geld zet je vervolgens op een spaarrekening. Dus de eerste 3 jaar zijn veilig, en als het noodlot toeslaat kan je ook nog 2,5 jaar vooruit met het krediet. Met de resterende ga je vrolijk verder met de strategie. Althans, je blijft de hefboom van 2 hanteren en in aandelen en alternatives investeren - en hoopt er het beste van. Helaas is dit niet genoeg en bij een halvering van de beurs ga je gedeeld door vier, dus blijft er tussentijds maar over. En dat is geen lekker gevoel Essentieel voor een goed verloop van de strategie is dat er per saldo geen geld uit wordt gehaald (op vervelende momenten) maar juist geregeld wordt bijgestort. Dat kan nu niet, sterker nog, als je altijd een buffer van 3 jaar wilt hebben, moet je toch ieder jaar onttrekken! Dus moeten we de strategie aanpassen. Dit kan vrij eenvoudig. Door nog meer te leunen op long calls in plaats van lenen (op rekening courant en via opties) en door op het totale bezit kale calls af te geven. Net als bij Hoofdstuk 11. Het zal tegenvallen als beurs hard oploopt, maar dat geeft niet, want dan weten we toch zeker dat we nooit meer hoeven werken! Het leidt in mindere jaren tot extra cashflow, zodat de behoefte van hier voor een aanzienlijk deel mee kan worden gevuld. Aangevuld met de aanzienlijke dividenden van de defensieve aandelen die in elke portefeuille thuishoren, maar zeker in het geval van deze vroege pensionado. Dus door een deel van de enorme upside prijs te geven, risico te verlagen door minder hefboom te doen via leningen, en alvast een deel cash te parkeren en je krediet toch te behouden, kan je met circa 2/3 van het opgebouwde vermogen vrolijk verder participeren in de strategie! Stel dat je dat doet, en de volgende 5 jaar je vermogen weer twee keer verdubbelt. Dan heb je meer dan 3 miljoen en is de hele problematiek weer anders. Dan hoef je immers nog maar een klein deel van het vermogen opzij te zetten voor het defensieve karakter. Ofwel: vóór het 10e jaar goed en wel bereikt is, ben jij alweer full swing met de strategie bezig en ben je en passant al 5 jaar geleden gestopt met werken. 152 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

78 Nou ja, je moet wel een uurtje per dag aan de strategie besteden. Houd je er nog heel wat over om te verdelen over je vrienden, hobby s, je vrouw en je minnares! Zo simpel? Nou nee, aandelenrendementen zijn, zoals we in Hoofdstuk 3 hebben gezien, niet bepaald ieder jaar rond de 10%. Soms is er 5 à 10 jaar geen droog brood te verdienen (2000 t/m 2011 bijvoorbeeld, grrrr) en soms schieten ze in 5 jaar door het dak (1995 t/m 1999). Dus het is niet zo simpel als hierboven beschreven. Het moment dat jij kunt stoppen met werken is niet precies over 5 jaar. Het kan zowel eerder als later zijn. Wil je daar zekerheid over hebben? Ga dan lekker sparen, ik verkoop geen zekerheden maar kansen Hieronder volgt een berekening voor het voorbeeld: In werkelijkheid behaal je natuurlijk niet ieder jaar precies 30% rendement. Stel je voor dat het als volgt verloopt: Jaar 1 +40% Enkelvoudig dus +21% Jaar 2-40% Enkelvoudig -19% Jaar 3 +80% Enkelvoudig +41% Jaar 4 +20% Enkelvoudig +11% Jaar 5 +50% Enkelvoudig +26% Dit komt overeen met een gemiddelde van +30%, 16% enkelvoudig, maar ziet er toch heel anders uit. Startkapitaal 100 Netto inkomen 50 Uitgaven 40 Leencapaciteit 100 is 2 x netto inkomen (verschilt per persoon) Rendement 16% 10% beurs plus 6% outperformance Rendement incl. hefboom 30% Inkomensgroei 5k per jaar Spaart dit ook allemaal extra Extra te lenen 10k per jaar Jaar 1 start 100, lening 100, rendement 60, sparen 10 eind 270 Jaar 2 start 270, rendement 81, sparen 15, bijlenen 10 eind 376 Jaar 3 start 376, rendement 113, sparen 20, bijlenen 10 eind 519 Jaar 4 start 519, rendement 156, sparen 25, bijlenen 10 eind 710 Jaar 5 start 710, rendement 213, sparen 30, bijlenen 10 eind 963 Na 5 is het vermogen dus en de lening Dit komt dus aardig overeen met de eerder genoemde schatting. Jaar 1 start 100, lening 100, rendement 80, sparen 10 eind 290 Jaar 2 start 290, rendement -116, sparen 15, bijlenen 10 eind 199 Jaar 3 start 199, rendement 159, sparen 20, bijlenen 10 eind 388 Jaar 4 start 388, rendement 78, sparen 25, bijlenen 10 eind 501 Jaar 5 start 501, rendement 251, sparen 30, bijlenen 10 eind 792 De eindwaarde is nog steeds aantrekkelijk, maar de daling in jaar 2 heeft wel een flinke deuk geslagen in het totale rendement. Dit voorbeeld geeft beter aan wat de tussentijdse risico s zijn. Hoeveel heb je eigenlijk nodig? Tsja, dat hangt er vanaf met hoeveel zekerheid je wilt weten dat je nooit meer hoeft te werken. Als je totale portefeuille meer dan 20 keer zo groot is als je jaarlijkse uitgaven, is de kans erg groot dat je kunt stoppen zonder ooit weer aan de slag te hoeven. Bij 15 keer gooit alleen een grote correctie van circa 50% serieus roet in het eten. Die komen zo ongeveer eens per 20 jaar voor, dus het is de gok waard. En die crisis hoeft ook niet meteen aan te vangen. Misschien heb je eerst nog twee goede jaren, waarmee de forse daling veel beter op valt te vangen! 154 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR STOPPEN MET WERKEN 155

79 Zelfs indien je stopt met 10 keer je jaarlijkse uitgaven achter de hand, is de kans nog erg groot dat je het volhoudt. De kracht van positieve jaren is immers aanzienlijk en dan kan je natuurlijk langzaamaan je cashpositie wat verder uitbouwen voor slechte jaren Ook met 5 keer je jaarlijkse uitgaven maak je een kans, maar dan zijn de eerste jaren wel beslissend. Je hebt immers 20% rendement nodig om überhaupt aan je uitgavenpatroon te kunnen voldoen. Dus je moet minstens 20% rendement maken, ofwel circa 11% enkelvoudig. Geen eenvoudige opgave, maar ook zeker niet onmogelijk. In deze situatie bevind ik me nu (2011), terwijl we net een aanzienlijke crisis achter de rug hebben Daarvoor zat ik rond de 10 keer en had ik niet meer verwacht dat ik af zou zakken tot de afhankelijkheid van een baan. Maar we weten allemaal dat 2008 ons veel ellende heeft gebracht! Toch kan het snel gaan. Twee goede jaren en je zit zo in de 10 keer of misschien zelfs 15 keer zone. Dan ziet je leven er weer heel anders uit! Gelukkig heb ik nog veel plezier in mijn werk en is de discussie voor mij nu een puur theoretische. Dus blijf ik (in 2011) lekker werken, al kies ik er wel voor om wat meer vrije dagen op te nemen. Voor 5% stoppen met werken is toch net even wat anders dan 100% werken. Inmiddels is het 2015, zit ik rond de 20 keer en ligt mijn baan alweer anderhalf jaar achter me by the way. Die baan heb ik overigens opgezegd toen de factor 8 bedroeg. Samenvatting Hoe groter je vermogen, des te makkelijker je kunt stoppen met werken. Bij de start is het meestal nog niet zover. Hopelijk tref je in het begin een aantal goede beursjaren, waardoor je kunt overwegen om te stoppen met werken. Hierbij hoef je niet meteen te stoppen met de strategie. Wel is het verstandig om dan drie jaar uitgaven cash opzij te zetten en te zorgen dat de strategie voldoende cash oplevert. En dat je je risico s nog iets vermindert door minder puts te schrijven dan normaal en wat extra calls te schrijven. En als je gerust wilt slapen kan je natuurlijk ook gewoon een aantal puts kopen 156 VAN STUIVER TOT MILJARDAIR

80 Hoofdstuk 13 Samenvatting In Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 heb ik beschreven hoe we via een dedicated strategie ons vermogen in 20 jaar kunnen ver-1000-voudigen. Hiervoor is het nodig dat de beurs op termijn 10% per jaar doet, en wij nog 6% extra rendement maken door slimme aandelenselectie (Hoofdstuk 7), slim optiegebruik (Hoofdstuk 6) en het gebruik van alternatives (Hoofdstuk 5). We voegen daar nog 4% aan toe door te sparen, bij te lenen of geschonken te krijgen. Hiervoor gebruiken we een beleggingsstrategie met een hefboom. We lenen dus geld bij (Hoofdstuk 11) en lopen tussentijds af en toe bij beursdalingen (Hoofdstuk 8) of crashes (Hoofdstuk 9) tegen de marginproblematiek aan. Doel: samenvatting van Hoofdstuk 4 tot en met Hoofdstuk 12, na herhaling van de missie uit de hoofdstukken 2 en 3. Dat doet behoorlijk wat met ons gevoel (Hoofdstuk 10), maar leidt naar alle waarschijnlijkheid tot het veel eerder kunnen stoppen met werken (Hoofdstuk 12). En op termijn tot vreselijk rijk worden, vandaar de titel van Stuiver tot Miljardair! Ik wens jullie allemaal heel veel succes in het vergaren van je toekomstige rijkdom. Velen zullen je voor gek verklaren, maar als wij elkaar over 20 jaar treffen op ons jacht in de Middellandse Zee, weten we heel goed hoe we daar, via golven en soms ruwe zee, zijn gekomen! Mocht je nog vragen hebben of willen sparren, rob.stuiver@stuivers.nl Amsterdam en Alicante, februari 2010 tot en met maart 2015 Disclaimer: Dit boek bevat veel meningen en inzichten over beleggen en behandelt het risicovolle proces van beleggen met geleend geld. Hierdoor kunt u mogelijk veel geld verliezen, raadpleeg dus een beleggingsspecialist voor u aan de slag gaat. Dit boek is slechts bedoeld als leidraad om na te denken over dit proces. De auteur is niet aansprakelijk voor resultaten die u op eventuele beleggingen zult maken. SAMENVATTING 159

81 Over de Auteur Rob Stuiver (1968) houdt zich tegenwoordig full time bezig met het onderwerp Slim beleggen met geleend geld. Daarvoor was hij 20 jaar in diverse functies beleggingsadviseur bij ABN AMRO, de laatste 5 jaar als adviseur van de rijkste families van Nederland binnen de afdeling Private Wealth Management. Zijn visie omtrent beleggen in combinatie met geleend geld is in de loop der jaren steeds verder uitgebouwd en met veel succes (en af en toe ook een stevige terugval) ook daadwerkelijk in de praktijk gebracht. Rob Stuiver is beschikbaar voor selecte lezingen over het onderwerp. Neem hiervoor contact op via rob.stuiver@stuivers.nl

Hoofdstuk 1. Inleiding. Doel: inleiding in het onderwerp risicovol beleggen met geleend geld. Toelichten opbouw van dit boek.

Hoofdstuk 1. Inleiding. Doel: inleiding in het onderwerp risicovol beleggen met geleend geld. Toelichten opbouw van dit boek. Hoofdstuk 1 Inleiding Doel: inleiding in het onderwerp risicovol beleggen met geleend geld. Toelichten opbouw van dit boek. Op deze mistige zaterdagavond in het vroege voorjaar van 2010 kies ik ervoor

Nadere informatie

Ad A: Hoe vaak moet mijn geld verdubbelen in 20 jaar?

Ad A: Hoe vaak moet mijn geld verdubbelen in 20 jaar? Hoofdstuk 2 Missie Doel: stellen van het doel, namelijk het ver-1000-voudigen van je vermogen in 20 jaar. Inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. De Sheet. Doel: inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en bijlenen.

Hoofdstuk 3. De Sheet. Doel: inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en bijlenen. Hoofdstuk 3 De Sheet Doel: inzicht verkrijgen in de effecten van het beleggen met geleend geld in combinatie met sparen en bijlenen. In Hoofdstuk 2 werden reeds elementen uit de sheet getoond die leidend

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Portefeuille opbouw

Hoofdstuk 4. Portefeuille opbouw Hoofdstuk 4 Portefeuille opbouw Doel: bouwen van een slimme beleggingsportefeuille, om zodoende per jaar 10% aandelenrendement plus 3 x 2% extra rendement te genereren. En dat met een beheersbaar risico.

Nadere informatie

Van Stuiver tot Miljardair

Van Stuiver tot Miljardair Van Stuiver tot Miljardair ISBN 9789082361001 NUR 792 Dit is een uitgave van Stuiver Asset Management vanstuivertotmiljardair.nl e-mail: rob.stuiver@stuivers.nl Productie: Thomas Beekman Vormgeving omslag

Nadere informatie

Van Stuiver tot Miljardair

Van Stuiver tot Miljardair Van Stuiver tot Miljardair Slim beleggen met een hefboom Rob Stuiver 29 september Programma Het ver-1000 voudigen van uw vermogen in 20 jaar Bouwen van de portefeuille Bouwstenen: Aandelen, Alternatives,

Nadere informatie

Van Stuiver tot Miljardair

Van Stuiver tot Miljardair Van Stuiver tot Miljardair Ondernemend Beleggen pt 2 Rob Stuiver & Tycho Schaaf 26 november 2015 Sprekers Rob Stuiver RBA Tycho Schaaf Ondernemend belegger Beleggingsspecialist bij LYNX Masterclass Archief

Nadere informatie

VOC Beleggen Verdubbelen met opties en conservatives

VOC Beleggen Verdubbelen met opties en conservatives VOC Beleggen Verdubbelen met opties en conservatives Rob Stuiver & Tycho Schaaf 12 mei 2016 Sprekers Rob Stuiver RBA Tycho Schaaf Ondernemend belegger Beleggingsspecialist bij LYNX Inhoud van vandaag Herhaling

Nadere informatie

Van Stuiver tot Miljardair

Van Stuiver tot Miljardair Van Stuiver tot Miljardair Ondernemend Beleggen pt 3 Rob Stuiver & Tycho Schaaf 16 februari 2016 Sprekers Rob Stuiver RBA Tycho Schaaf Ondernemend belegger Beleggingsspecialist bij LYNX Masterclass Archief

Nadere informatie

VOC Beleggen Een gewaarschuwd hefboombelegger telt voor vier

VOC Beleggen Een gewaarschuwd hefboombelegger telt voor vier VOC Beleggen Een gewaarschuwd hefboombelegger telt voor vier Rob Stuiver & Tycho Schaaf 27 september 2016 Sprekers Rob Stuiver RBA Tycho Schaaf Ondernemend belegger Beleggingsspecialist bij LYNX Algemeen

Nadere informatie

De Praktijk van het verdubbelen

De Praktijk van het verdubbelen De Praktijk van het verdubbelen Rob Stuiver & Tycho Schaaf Amsterdam, 21 februari 2017 Uw sprekers van vanavond Rob Stuiver Tycho Schaaf Eigenaar VOCbeleggen.nl Beleggingsexpert LYNX Verdubbelaar en blogger

Nadere informatie

PODIUM 8. ProBeleggen Symposium VOC Fonds Rob Stuiver

PODIUM 8. ProBeleggen Symposium VOC Fonds Rob Stuiver PODIUM 8 ProBeleggen Symposium 2018 VOC Fonds Rob Stuiver Ondernemend beleggen: VOC Fonds Rob Stuiver Amsterdam, 8 juni 2018 Uw spreker van vanmiddag Rob Stuiver Fund Manager VOC Fonds Blogger VOCbeleggen.nl

Nadere informatie

VOC Beleggen Bouwen van een shockproof portefeuille

VOC Beleggen Bouwen van een shockproof portefeuille VOC Beleggen Bouwen van een shockproof portefeuille Rob Stuiver & Tycho Schaaf 1 december 2016 Sprekers Rob Stuiver RBA Tycho Schaaf Ondernemend belegger Beleggingsspecialist bij LYNX Algemeen Uw vragen

Nadere informatie

De kracht van call opties

De kracht van call opties De kracht van call opties Rob Stuiver & Tycho Schaaf Amsterdam, 8 augustus 2017 Uw sprekers van vanavond Rob Stuiver Tycho Schaaf Fund Manager VOC Fonds Beleggingsexpert LYNX Blogger VOCbeleggen.nl 3 Algemeen

Nadere informatie

Beleggen in de VS, Europa of Emerging Markets?

Beleggen in de VS, Europa of Emerging Markets? Beleggen in de VS, Europa of Emerging Markets? Rob Stuiver & Tycho Schaaf Amsterdam, 18 september 2018 Uw sprekers van vanavond Rob Stuiver Tycho Schaaf Fund Manager VOC Fonds Beleggingsexpert LYNX Blogger

Nadere informatie

2018: lagere rendementen hogere volatiliteit

2018: lagere rendementen hogere volatiliteit 2018: lagere rendementen hogere volatiliteit Rob Stuiver & Tycho Schaaf Amsterdam, 5 juni 2018 Uw sprekers van vanavond Rob Stuiver Tycho Schaaf Fund Manager VOC Fonds Beleggingsexpert LYNX Blogger VOCbeleggen.nl

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41

Inhoud. Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Inhoud Inleiding 9 Deel 1 Geen rendement zonder risico 1 Rustig en onrustig beleggen 12 2 Alles heeft z n prijs 27 3 Verdeel en heers 41 Deel 2 Eigen vermogen of onvermogen 4 Eigen vermogen 56 5 Uit balans

Nadere informatie

Wat is een call optie?

Wat is een call optie? Hoofdstuk 6 Opties Doel: inzicht krijgen in werking en gebruik van opties binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren en bovendien ook nog goedkoop geld te lenen. Opties

Nadere informatie

Beleggen. voor beginners

Beleggen. voor beginners Beleggen voor beginners Beleggen voor beginners Inhoudsopgave Een uitgave van beginmetbeleggen.com Beleggen brengt altijd risico s met zich mee. Hoewel de informatie in dit document met de grootst mogelijke

Nadere informatie

De Zes Strategieën Van Andre Jansen Voor Gegarandeerde Winst!

De Zes Strategieën Van Andre Jansen Voor Gegarandeerde Winst! De Zes Strategieën Van Andre Jansen Voor Gegarandeerde Winst! Ik hoef niet eens te weten hoevéél de koers stijgt of daalt. Als je me zou tegen komen op straat en me zou vragen hoe het met de dollar gaat-

Nadere informatie

Portefeuilleprofielen

Portefeuilleprofielen Portefeuilleprofielen Rood BANDBREEDTE van de portefeuille Laatste update: 1 oktober 2015 ROOD Minimum Maximum Tactisch Aandelen 80,00% 100,00% 95,00% Obligaties 0,00% 15,00% 0,00% Onroerend Goed 0,00%

Nadere informatie

Nieuwsbrief februari 2016

Nieuwsbrief februari 2016 Nieuwsbrief februari 2016 In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen: - De beleggingsresultaten over 2015 - Vragen en antwoorden over de beleggingsresultaten en uw pensioenregeling bij Aegon PPI

Nadere informatie

Begrippen 70% margin bij banken Optiemargin Margin 93

Begrippen 70% margin bij banken Optiemargin Margin 93 Hoofdstuk 8 Margin Doel: inzicht krijgen in de werking van de margin bij beleggen met geleend geld. Wat te doen bij dalingen en stijgingen van de beurs? Bij het beleggen met een hefboom is er natuurlijk

Nadere informatie

Beschermd Beheer. Guarding gains and managing risks

Beschermd Beheer. Guarding gains and managing risks Beschermd Beheer Guarding gains and managing risks Agenda De noodzaak om risicovol te beleggen Aandelenbeleggen zonder neerwaarts risico Voor wie geschikt 2 Vermogensgroei: de afweging tussen risico en

Nadere informatie

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group Hedging strategies Opties p. 2 Index 1. Hedging met opties 3 2. Hedging met put opties 4 3. Hedgen met valutaopties 6 Twee valutaoptiecontracten 6 p. 3 Hedging met opties Hedging komt van het Engelse to

Nadere informatie

het gemak van het Pension Lifecycle Fund

het gemak van het Pension Lifecycle Fund het gemak van het Pension Lifecycle Fund 1 inhoud Omschrijving Pagina 1. Wat is een lifecycle fonds? 2 2. Hoe werkt het ABN AMRO Pension Lifecycle Fund? 2 3. Hoeveel rendement kunt u behalen? 3 4. Wat

Nadere informatie

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag? Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen

Nadere informatie

Annuïtair of lineair aflossen?

Annuïtair of lineair aflossen? 1 Annuïtair of lineair aflossen? Vind de hypotheekvorm voor jouw situatie Een publicatie van 2 Over eyeopen MEEUWENLAAN 98-100 1021 JL AMSTERDAM 020 303 1160 INFO@EYEOPEN.NL eyeopen is je eigen digitale

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 7. Epiloog: Makkelijker dan je dacht 91

Inhoud. Voorwoord 7. Epiloog: Makkelijker dan je dacht 91 Inhoud Voorwoord 7 1. Waarom ga je niet beleggen? 11 2. Rare jongens, die beursgoeroes 19 3. Sparen kost rendement 27 4. Zoek niet naar die ene speld 37 5. De lange termijn 45 6. Lage kosten 51 7. Welk

Nadere informatie

Direct Ingaand Pensioen

Direct Ingaand Pensioen Direct Ingaand Pensioen Ruime keuzemogelijkheden voor een pensioenuitkering die bij u past Gaat u binnenkort met pensioen? En hebt u pensioen opgebouwd via uw werkgever, waarbij op uw pensioendatum een

Nadere informatie

HYPOTHEEK VOOR ZZP ERS. Een e-book door ikbenfrits.nl. Vragen? Maandag t/m vrijdag tussen en 18.00

HYPOTHEEK VOOR ZZP ERS. Een e-book door ikbenfrits.nl. Vragen? Maandag t/m vrijdag tussen en 18.00 HYPOTHEEK VOOR ZZP ERS Een e-book door ikbenfrits.nl 1 VOORWOORD Hallo, ik ben Frits! Leuk dat je mijn e-book hebt gedownload! Ik leg je stap voor stap uit hoe je als zzp er een hypotheek kunt afsluiten.

Nadere informatie

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP

De Dynamische Strategie Portefeuille DSP De Dynamische Strategie Portefeuille DSP Onderdeel van het beleggingsbeleid van Pensioenfonds UWV 1 Inhoudsopgave Waarom beleggen? 4 Beleggen is niet zonder risico s 4 Strategische beleggingsportefeuille

Nadere informatie

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities Optie strategieën Brochure bestemd voor particuliere beleggers Gepubliceerd door KBC Securities p. 2 Index 1. Grafische voorstelling 4 2. Bull strategieën 5 Call spread 5 Gedekt geschreven call 7 3. Bear

Nadere informatie

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten

1. Wat is uw voornaamste beleggingsdoel? Punten NnL Wat is uw beleggersprofiel? Wat voor belegger bent u? Accepteert u risico's? Of speelt u liever op zeker? Door de onderstaande vragen te beantwoorden, brengt u uw risicoprofiel en uw beleggingshorizon

Nadere informatie

Verbeter uw rendement. Peter Siks Beleggerstrainer & auteur

Verbeter uw rendement. Peter Siks Beleggerstrainer & auteur Verbeter uw rendement Peter Siks Beleggerstrainer & auteur 1 Click icon to add picture Click icon to add picture Click icon to add picture Waarom mag ik hier staan? Ex-vloerhandelaar Manager handelshuis

Nadere informatie

Beleggingrisico s. Rendement en risico

Beleggingrisico s. Rendement en risico Beleggingsrisico s Beleggingrisico s Onderstaand tref je de omschrijving aan van de belangrijkste beleggingsrisico s die samenhangen met jouw keuze voor een portefeuilleprofiel. Je neemt een belangrijke

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep Hedging strategies Opties p. 2 Index 1. Hedging met opties 3 2. Hedging met put opties 4 3. Hedgen met valutaopties 6 Drie valutaoptiecontracten 6 p. 3 Hedging met opties Hedging komt van het Engelse to

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Beleggen

Praktische opdracht Economie Beleggen Praktische opdracht Economie Beleggen Praktische-opdracht door een scholier 1965 woorden 30 oktober 2003 8,1 62 keer beoordeeld Vak Economie Inhoud: 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Wat is beleggen? 4.

Nadere informatie

Wat u moet weten over beleggen

Wat u moet weten over beleggen Rabo BedrijvenPensioen Wat u moet weten over beleggen Beleggen voor het Rabo BedrijvenPensioen Uw werkgever betaalt pensioenpremies voor het Rabo BedrijvenPensioen. In deze brochure leest u hoe we deze

Nadere informatie

Geld verdienen in 2018 met aandelen en opties

Geld verdienen in 2018 met aandelen en opties Geld verdienen in 2018 met aandelen en opties Rob Stuiver & Tycho Schaaf Amsterdam, 14 november 2017 Uw sprekers van vanavond Rob Stuiver Tycho Schaaf Fund Manager VOC Fonds Beleggingsexpert LYNX Blogger

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Alternatives

Hoofdstuk 5. Alternatives Hoofdstuk 5 Alternatives Doel: inzicht krijgen in werking en gebruik van alternatives binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren. In het voorgaande hoofdstuk heb ik een

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën Euronext.liffe Inleiding Optiestrategieën Vooraf De inhoud van dit document is uitsluitend educatief van karakter. Voor advies dient u contact op te nemen met uw bank of broker. Het is verstandig alvorens

Nadere informatie

Robeco Emerging Conservative Equities

Robeco Emerging Conservative Equities INVESTMENT OPPORTUNITY oktober 2013 Voor professionals INTERVIEW MET PORTFOLIO MANAGER PIM VAN VLIET Robeco Emerging Conservative Equities Beleggen in opkomende markten met een lagere kans op grote koersdalingen.

Nadere informatie

Welke soorten beleggingen zijn er?

Welke soorten beleggingen zijn er? Welke soorten beleggingen zijn er? Je kunt op verschillende manieren je geld beleggen. Hier lees je welke manieren consumenten het meest gebruiken. Ook vertellen we wat de belangrijkste eigenschappen van

Nadere informatie

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen 1. De kwartaalcijfers van de pensioenfondsen zijn negatief. Hoe komt dat? Het algemene beeld is dat het derde kwartaal, en dan in het bijzonder de maand

Nadere informatie

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014 De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 ustus 2014 Op 31 ustus 2014 liep het kortetermijnherstelplan van Pensioenfonds UWV af. Tegen de verwachting in heeft het pensioenfonds de pensioenen

Nadere informatie

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag

Informatiewijzer. Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen. Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Informatiewijzer Beleggingsdoelstelling & Risicoprofielen Today s Tomorrow Morgen begint vandaag Beleggen op een manier die bij u past! Aangenomen mag worden dat beleggen een voor u een hoger rendement

Nadere informatie

Verder zien. Meer weten. 1 EEN SOLIDE LANGETERMIJN BELEGGING Dankzij de gebundelde expertise van topbeleggers 2 De beste beleggers voor de beste resultaten Toegang tot de meest exclusieve fondsen ter wereld

Nadere informatie

Portefeuilleprofielen

Portefeuilleprofielen Portefeuilleprofielen Rood Aandelen 80,00% 100,00% 95,00% Obligaties 0,00% 15,00% 0,00% Onroerend Goed 0,00% 10,00% 5,00% 16,84 8,01% -25,00% 41,02% Je bent zeer risicobewust en hebt tenminste een beleggingshorizon

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Aandelen selectie

Hoofdstuk 7. Aandelen selectie Hoofdstuk 7 Aandelen selectie Doel: inzicht krijgen in keuzes voor aandelenselectie binnen de portefeuille, om zodoende per jaar 2% extra rendement te genereren. Er bestaan honderden boeken en studies

Nadere informatie

Verder zien. Meer weten.

Verder zien. Meer weten. Verder zien. Meer weten. 1 EEN SOLIDE LANGETERMIJN BELEGGING Dankzij de gebundelde expertise van topbeleggers 2 De beste beleggers voor de beste resultaten Toegang tot de meest exclusieve fondsen ter wereld

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Direct Ingaand Pensioen

Direct Ingaand Pensioen Direct Ingaand Pensioen Een pensioenuitkering die bij u past U heeft een Direct Ingaand Pensioen (van Delta Lloyd) aangekocht van uw opgebouwde pensioen. Hiermee heeft u de uitkering gekozen die bij u

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

IN ALLE RUST NAAR UW DOEL IN 6 STAPPEN

IN ALLE RUST NAAR UW DOEL IN 6 STAPPEN Alert Doelmeter 4 45.000 35.926 150 IN ALLE RUST NAAR UW DOEL IN 6 STAPPEN Doelbeleggen.nl maakt een geheel nieuwe manier van beleggen beschikbaar voor iedereen. Doelbeleggen.nl zorgt dat de beleggingen

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

Bouw je eigen pensioen Ontdek het licht aan het eind van de duistere tunnel

Bouw je eigen pensioen Ontdek het licht aan het eind van de duistere tunnel z Bouw je eigen pensioen Ontdek het licht aan het eind van de duistere tunnel Stephan Toom Inleiding Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: dit is geen eeboek om je te verleiden je aan te sluiten

Nadere informatie

Studie: verklaart de groei en de waardering van de vrije kasstroom waarom smallcaps en midcaps beter presteren dan blue chips op de lange termijn?

Studie: verklaart de groei en de waardering van de vrije kasstroom waarom smallcaps en midcaps beter presteren dan blue chips op de lange termijn? Studie: verklaart de groei en de waardering van de vrije kasstroom waarom smallcaps en midcaps beter presteren dan blue chips op de lange termijn? In deze uiteenzetting gaan we op zoek naar een verklaring

Nadere informatie

ZO KIES JE DE JUISTE BROKER NUBELEGGEN

ZO KIES JE DE JUISTE BROKER NUBELEGGEN ZO KIES JE DE JUISTE BROKER NUBELEGGEN.COM ZO KIES JE DE JUISTE BROKER NUBELEGGEN.COM NuBeleggen.com Versienummer: 2.1 Dit e-boek is een uitgave van NuBeleggen.com. Deelnemers van de online training ontvangen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

De kortste weg naar uw (spaar)doel

De kortste weg naar uw (spaar)doel De kortste weg naar uw (spaar)doel Veel van de leuke dingen in het leven hebben een ding met elkaar gemeen: ze kosten geld. En hoe groter uw persoonlijke wensenlijst, hoe meer geld u nodig heeft. Optimaal

Nadere informatie

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 107% Belegd vermogen 81,9 miljard Rendement derde kwartaal 9,1% Premie- en indexatiebesluit in vierde kwartaal Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft in

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

BELEGGINGSINSTITUUT. André Brouwers.

BELEGGINGSINSTITUUT. André Brouwers. BELEGGINGSINSTITUUT André Brouwers Disclaimer Het Beleggingsinstituut staat niet onder toezicht van de AFM. Het Beleggingsinstituut staat niet onder toezicht van De Nederlandsche Bank. Het Beleggingsinstituut

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Sequoia Vermogensbeheer zal daarom een goed beeld moeten hebben van:

Sequoia Vermogensbeheer zal daarom een goed beeld moeten hebben van: Risicoprofielen Inleiding Bij het nemen van financiële beslissingen is het van belang een optimale afstemming te vinden tussen uw huidige en gewenste situatie én uw mogelijkheden. Uw persoonlijke doelen

Nadere informatie

Profielwijzer. Profielwijzer - LCE-031 1

Profielwijzer. Profielwijzer - LCE-031 1 Profielwijzer Via uw (voormalige) werkgever heeft u bij Pensioenfonds Accountancy een pensioenkapitaal opgebouwd in een excedentregeling (beschikbare premieregeling). Uw pensioenkapitaal wordt belegd via

Nadere informatie

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari 2002 7,3 73 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding De afgelopen periode is er regelmatig in het nieuws gesproken over het dalen van de aandelenkoersen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Periodiek Inleggen. Iedere maand vast bedrag. Klein bedrag mogelijk. Spreiding instaprisico. Flexibel

Periodiek Inleggen. Iedere maand vast bedrag. Klein bedrag mogelijk. Spreiding instaprisico. Flexibel Periodiek Inleggen Met een klein maandelijks bedrag uw vermogen opbouwen 2 G emak staat centraal 3 Spreiding risico van het instapmoment Iedere maand vast bedrag Klein bedrag mogelijk Spreiding instaprisico

Nadere informatie

Vragenlijst risicobereidheid Particulier. Van Amstberg Capital Management

Vragenlijst risicobereidheid Particulier. Van Amstberg Capital Management Vragenlijst risicobereidheid Particulier e situatie Van Amstberg Capital Management Om te komen tot een weloverwogen keuze, welk profiel van Van Amstberg Capital Management het best bij u past, kan onder

Nadere informatie

20 tips over sparen en beleggen.

20 tips over sparen en beleggen. 20 tips over sparen en beleggen. www.sparen-en-beleggen.nl 10 spaartips TIP 1 Bepaal uw spaardoel Spaart u bijvoorbeeld om een buffer op te bouwen of wilt u sparen voor een nieuwe auto of vakantie. Het

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Hedging strategies: Turbo

Hedging strategies: Turbo Hedging strategies: Turbo Hedging van aandelenposities met een Turbo short p. 2 Index 1. Inleiding 3 Principes 3 2. Voordeel van een Turbo tegenover een optie 4 Risico 4 Hefboom 4 3. Scenario s voor een

Nadere informatie

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu?

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Author : G.K. van Dommelen Date : 02-10-2014 (publicatiedatum 3 oktober 2014) Op 18 september jongstleden publiceerden wij een artikel over het bod dat

Nadere informatie

Disclosure. Spreker heeft in onderstaande fondsen wel/geen positie in portefeuille: Wel positie

Disclosure. Spreker heeft in onderstaande fondsen wel/geen positie in portefeuille: Wel positie Disclaimer De informatie in deze uitzending is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als een aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De beloning van de spreker(s) staat niet direct

Nadere informatie

De LifeCycle Mix bij Mijn Pensioen. LifeCycle Mix (LCM): online oplossing met maximale transparantie en gemak

De LifeCycle Mix bij Mijn Pensioen. LifeCycle Mix (LCM): online oplossing met maximale transparantie en gemak De LifeCycle Mix bij Mijn Pensioen LifeCycle Mix (LCM): online oplossing met maximale transparantie en gemak Gespecialiseerd team onderhoudt en ontwikkelt LCM WWW.INGIM.COM 2 ING INVESTMENT MANAGEMENT

Nadere informatie

Achmea life cycle beleggingen

Achmea life cycle beleggingen Achmea life cycle beleggingen Scheiden. Uw pensioengeld in vertrouwde handen Wat betekent dat voor uw ouderdomspensioen? Interpolis. Glashelder Achmea life cycle beleggingen Als pensioenverzekeraar beleggen

Nadere informatie

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017 In onze tweede nieuwsbrief nieuwe stijl blikken wij terug op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en presenteren wij onze visie op de financiële markten voor het komende kwartaal.

Nadere informatie

Robeco Life Cycle Funds

Robeco Life Cycle Funds Robeco Life Cycle Funds KWARTAALBERICHT Q1 2018 Terugblik 2 Portefeuille en verwachtingen 3 In het kort... 4 Productkenmerken 4 Contact & Informatie 5 Terugblik Na het goede beleggingsjaar 2017 was het

Nadere informatie

NN First Class Balanced Return Fund

NN First Class Balanced Return Fund NN First Class Balanced Return Fund Alle Fonds onder de loep cijfers zijn per 31/03/015 Het NN First Class Balanced Return Fonds won in het eerste kwartaal 8,9% Zeer sterke performances van aandelen en

Nadere informatie

Obligaties 4-4-2014. Algemeen economisch:

Obligaties 4-4-2014. Algemeen economisch: Obligaties 4-4-2014 Algemeen economisch: Over de afgelopen maanden zet de bestaande trend zich door. De rente blijft per saldo onder druk, ondanks een tijdelijke hobbel na de start van het afbouwen van

Nadere informatie

Beleggen met je pensioen

Beleggen met je pensioen BELEGGEN Beleggen met je pensioen In 2017 heb ik een artikel geschreven met als thema beleggen met je pensioen. Dat artikel behandelde beleggen voor je pensioen in de opbouwfase. En als ik zeg pensioen,

Nadere informatie

JULI 2018 HANDLEIDING EFFECTENKREDIET

JULI 2018 HANDLEIDING EFFECTENKREDIET JULI 2018 HANDLEIDING EFFECTENKREDIET INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Uitleg effectenkrediet 4 3 Afwijkende dekkingswaarde 5 3.1 Fondsen met lage koers 5 3.2 Illiquide fondsen 6 3.3 Maximale financieringsregel

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I KoersSprint In deze opgave gebruiken we enkele Excelbestanden. Het kan zijn dat de uitkomsten van de berekeningen in de bestanden iets verschillen van de exacte waarden door afrondingen. Verder kunnen

Nadere informatie

handleiding effectenkrediet juli 2018

handleiding effectenkrediet juli 2018 handleiding effectenkrediet juli 2018 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Uitleg effectenkrediet 4 3 Afwijkende dekkingswaarde 5 3.1 Fondsen met lage koers 5 3.2 Illiquide fondsen 6 3.3 Maximale financieringsregel

Nadere informatie

Risicoprofielbepaler en Fondskeuze Zelf Beleggen Pensioenregeling met beleggingsvorm Index of Profielmix

Risicoprofielbepaler en Fondskeuze Zelf Beleggen Pensioenregeling met beleggingsvorm Index of Profielmix Persoonlijk Pensioen Plan Risicoprofielbepaler en Fondskeuze Zelf Beleggen Pensioenregeling met beleggingsvorm Index of Profielmix Met dit formulier stelt u uw risicoprofiel vast en past u aan in welke

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-063 2 april 2003 9.30 uur Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord In het eerste kwartaal van 2003 is de rente op de kapitaalmarkt gedaald tot het laagste

Nadere informatie

Beleggen in het Werknemers Pensioen

Beleggen in het Werknemers Pensioen Kwartaalbericht Beleggen in het Werknemers Pensioen Het Werknemers Pensioen van a.s.r. is een moderne DC-regeling. Het kent drie lifecycles: defensief, neutraal en offensief. Alle lifecycles van het Werknemers

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien.

Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz. Beleggersrekening. Beleggen om uw geld te laten groeien. Allianz Nederland Asset Management B.V. Allianz Beleggersrekening Beleggen om uw geld te laten groeien. Wilt u beleggen om uw geld te laten groeien? Kies dan voor goede prestaties en flexibiliteit met

Nadere informatie

Maandbeleggen. Ook met een klein bedrag. Geen aankoopkosten. Betere spreiding. Flexibel. Van punt tot punt sneller naar je doel

Maandbeleggen. Ook met een klein bedrag. Geen aankoopkosten. Betere spreiding. Flexibel. Van punt tot punt sneller naar je doel Maandbeleggen Van punt tot punt sneller naar je doel Ook met een klein bedrag Geen aankoopkosten Betere spreiding Flexibel Elke maand dichter bij je doel Je legt geld opzij voor later. Om een onvergetelijke

Nadere informatie

Hoe ABN, Achmea en Clavis zich positioneren voor het eindspel

Hoe ABN, Achmea en Clavis zich positioneren voor het eindspel Hoe ABN, Achmea en Clavis zich positioneren voor het eindspel Door Harm Luttikhedde - Vandaag FN Premium Nu de volatiliteit terug is op de markten dringt de vraag zich op of het eindspel begonnen is en

Nadere informatie