Notulen gemeenteraad Zitting van 16 december 2015

Transcriptie

1 Notulen gemeenteraad Zitting van 16 december 2015 Aanwezig: Jean Marie De Groote, Voorzitter; Johan Van Durme, Burgemeester; Christ Meuleman, Marleen Verdonck, Wilfried Verspeeten, Hanna Courtijn, Jan Martens, Schepenen; Christianne Immegeers-Schreyen, Luc Verbanck, Filip Vermeiren, Guy De Smet, Marc De Smet, Carine Schamp, Filip Michiels, Pascal Fermon, Koen Beeckman, Hilde De Sutter, Peter Willems, Ruben De Gusseme, Michiel Van Der Heyden, Kristof Van Cauwenberghe, Roswitha Gerbosch, Raadsleden; Els De Turck, Voorzitter OCMW; Borchert Beliën, Secretaris Verontschuldigd: Luc Verbanck, Raadslid verontschuldigd voor agendapunt 2; Koen Beeckman, Raadslid verontschuldigd voor agendapunt 1; Els De Turck, Voorzitter OCMW; verontschuldigd voor agendapunt 5 t.e.m. 35 Marjolein De Spiegeleire, Raadslid Voorzitter Jean Marie De Groote opent de zitting om uur. OPENBARE ZITTING 1. GOEDKEUREN NOTULEN VAN DE GEMEENTERAADSZITTING VAN 25 NOVEMBER 2015 De notulen van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris opgesteld overeenkomstig artikel 180 en 181 van het gemeentedecreet. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris. De voorzitter leidt het punt in. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 1

2 De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 33 Juridisch kader Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 19, 26, 28, 33, 40, 1, zesde lid en 181, 1 Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Oosterzele, artikel 4, 1-2, artikel 5, artikel Vormvereisten De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield Motivering Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast. De gemeenteraad heeft geen opmerkingen op de notulen van de gemeenteraadszitting van 25 november Besluit Artikel 1: De notulen van de gemeenteraadszitting van 25 november 2015 worden goedgekeurd. Artikel 2: Opdracht wordt gegeven aan de gemeentesecretaris om de notulen per elektronische drager te verzenden aan de leden van de gemeenteraad. Artikel 3: Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan dienst Secretariaat. Dit punt wordt aangenomen met: Eénparigheid van stemmen De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. Raadslid Koen Beeckman vervoegt de zitting. Raadslid Luc Verbanck verlaat de zitting voor dit agendapunt omwille van de familiale band met een van de bedrijven. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 2

3 2. WOON- & LEEFOMGEVING - GOEDKEUREN VAN VOORLOPIG AANVAARDEN RUP NR. 8: "ZONEVREEMDE BEDRIJVEN" Het college van burgemeester en schepenen heeft beslist tot de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de zonevreemde bedrijven. De dienst plan-mer heeft de aanvraag gunstig geadviseerd. Bijgevolg moet nu overgegaan worden tot de voorlopige aanvaarding. De voorzitter leidt het punt in. Schepen Els De Turck licht het agendapunt verder toe. Raadslid Michiel Van der Heyden geeft een stemverklaring namens zijn partij. Wij hebben een aantal vragen met betrekking tot dit RUP zonevreemde bedrijven. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan dat dateert van 2011 is er sprake van tientallen zonevreemde bedrijven in Oosterzele. Er was toen sprake van een zestigtal zonevreemde bedrijven. Het RUP dat nu voorligt spreekt slechts over 10 bedrijven. Op welke manier is deze lijst samengesteld? Hoe is het bestuur te werk gegaan om tot deze lijst te komen? Is er een analyse gemaakt door het bestuur van de volledige lijst van zonevreemde bedrijven en werden voor elk zonevreemd bedrijf de alternatieven onderzocht en opgelijst? Ter zitting vernemen wij dat het bestuur in deze op een andere manier te werk is gegaan dan wij ideaal vinden. Voor ons moet het bestuur eerst analyseren voor elk zonevreemd bedrijf wat de mogelijke alternatieven zijn. Vervolgens moet het bestuur een plan opstellen en naar deze bedrijven stappen met dat plan in het achterhoofd. Nu is het zo dat enkel de bedrijven geregulariseerd worden die hier zelf interesse voor tonen, na een vraag van het bestuur, ongeacht of dit op het vlak van ruimtelijke ordening ideaal is. Er is ook geen enkele garantie dat bedrijven die nu niet in het RUP zijn opgenomen binnen een paar jaar toch niet zullen vragen om geregulariseerd te worden. Ter zitting blijkt ook dat er aan die bedrijven die nu niet zijn opgenomen in het RUP (om wat voor reden dan ook) ook niet gecommuniceerd werd dat zij in de komende 3 jaar geen nieuw RUP moeten verwachten. Ons principe is dat zonevreemde bedrijven, indien mogelijk, moeten herlocaliseren naar gebieden waar hun activiteiten niet zonevreemd zijn. Gezien de gehanteerde werkwijze van het bestuur in deze kunnen wij dit punt niet goedkeuren. {Interventie van raadslid Michiel Van der Heyden toegevoegd in toepassing van artikel 35 van het huishoudelijk reglement} De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43 Juridisch kader Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 3

4 De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), vastgesteld door de Vlaamse regering op 15 mei 2009, en latere wijzigingen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV), definitief vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997 Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS) Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 februari 2004 Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) Oosterzele, goedgekeurd door de deputatie op 10 februari 2011 Het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone', vastgesteld bij KB van 14 september 1977, en latere wijzigingen Het gewestplan 'Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem', goedgekeurd bij KB van 30 mei 1978, en latere wijzigingen Het aanwijzen van een gewest 'Gentse en Kanaalzone' waarvoor een plan van aanleg moet worden opgemaakt goedgekeurd bij KB van 29 juli 1963 gewijzigd door de Vlaamse regering op 14 oktober 1992 Het aanwijzen van een gewest 'Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem' waarvoor een plan van aanleg moet worden opgemaakt goedgekeurd bij KB van 7 mei 1965 gewijzigd door de Vlaamse regering op 14 oktober 1992 Binnen het plangebied zijn er een bijzonder plan van aanleg van toepassing zijnde het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 13 juni 2007, maar geen ruimtelijke uitvoeringsplan. Binnen het plangebied zijn er verkavelingen gelegen. Het onderzoek tot milieueffectrapportage, zoals bepaald in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, aangepast door het decreet van 27 april 2007, en het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma's Het besluit van de Vlaamse regering van 26 januari 2007 houdende nadere regels inzake ruimtelijke veiligheidsrapportage De beslissing van de dienst VR van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van 7 juli 2015 dat er geen Seveso-inrichting binnen het plangebied aanwezig of mogelijk is, dat er binnen een straal van 2 km omheen het plangebied geen Seveso-inrichtingen gevestigd zijn, dat er voor het voorgenomen plan geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden met betrekking tot het aspect externe mensveiligheid zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale staat, het Vlaams gewest, het Waals gewest en het Brussels hoofdstedelijk gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid Motivering Planinhoud Het RUP 'Zonevreemde bedrijven' omvat tien (deels) zonevreemde bedrijfssites, verspreid gelegen in de gemeente. De bedrijven zijn volgens het gewestplan (deels) gelegen in agrarisch gebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, woongebied, woongebied met landelijk karakter of woonuitbreidingsgebied. Eén bedrijfssite was reeds opgenomen in het BPA zonevreemde bedrijven. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 4

5 De opmaak van het RUP 'Zonevreemde bedrijven' heeft tot doel de zonevreemdheid van deze bedrijven op te lossen, rechtszekerheid te bieden, en de ontwikkelingsmogelijkheden voor de bedrijfssites vast te leggen. Planningscontext Volgens het RSV is Oosterzele een buitengebiedgemeente. Een aantal opgenomen bedrijven zijn (deels) gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Volgens het PRS maakt Oosterzele deel uit van het zuidelijk open ruimtegebied. In de gewenste nederzettingsstructuur van het PRS zijn Oosterzele, Balegem en Scheldewindeke geselecteerd als hoofddorp. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een beleidskader opgenomen voor zonevreemde bedrijven en zone-eigen bedrijven die wensen uit te breiden. In het bindend gedeelte van het GRS wordt de opmaak van een RUP 'Zonevreemde bedrijven' vooropgesteld. Algemeen Het RUP maakt een aantal (deels) vergunde zonevreemde bedrijven in Oosterzele zone-eigen, en voorziet voor een aantal bedrijfssites uitbreidingen. Het PRS stelt dat de ontwikkelingsperspectieven van bestaande bedrijven die zich niet op een bedrijventerrein bevinden, bedrijf per bedrijf worden afgewogen t.o.v. de principes van het RSV en/of de geschetste ontwikkelingsmogelijkheden in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. In de toelichtingsnota wordt per deelplan ingegaan op de overeenstemming met de diverse structuurplannen. Een aantal deelplannen zijn (deels) gelegen binnen herbevestigd agrarisch gebied. In de toelichting bij het RUP wordt aangegeven dat de gemeente nog een compensatie zal doorvoeren voor deze herbestemmingen. Het is aangewezen ook nog een motivering op te nemen voor de herbestemmingen binnen HAG, teneinde te voldoen aan de bindende bepalingen van het GRS en aan de omzendbrief RO/201 0/01 van 7 mei 2010 betreffende het ruimtelijk beleid binnen HAG. (In het bindend gedeelte van het GRS is opgenomen dat voor elke actie of plan in een HAG een bijkomende verantwoording zal moeten opgenomen worden die minstens bestaat uit een onderzoek naar de alternatieve locaties buiten de HAG's en een verantwoording als deze alternatieven niet weerhouden worden, een onderzoek naar de impact op de ruimtelijk-functionele samenhang van de agrarische structuur en een onderzoek naar de mogelijke flankerende maatregelen voor de landbouw.) Opmerkingen per deelplan 1) Houthandel A. De Suffer, Issegem Het betreft een groothandel in hout en aanverwante producten, die historisch gegroeid is op de huidige locatie. Het is een vrij grootschalig bedrijf dat gelegen is nabij de kern Balegem. De bedrijfsgebouwen komen voor op 2 sites, op korte afstand van elkaar, doch niet aaneensluitend. De totale bedrijfsoppervlakte is 0.97 ha. Volgens het gewestplan ligt het bedrijf deels in woongebied met landelijk karakter (eerste 50 m), en verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het plangebied ligt tevens in HAG. De bedrijfssite is vergund. Volgens het GRS ligt het bedrijf op de rand van een uitloper van de kern Balegem en het open ruimte gebied. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 5

6 Het bedrijf geeft aan de bestaande infrastructuur te willen vernieuwen, dit in functie van een efficiëntere bedrijfsvoering en het verhogen van de opslagcapaciteit. Het RUP voorziet daartoe in een bestendiging van de huidige bedrijfssite, en voor het gehele plangebied wordt een nabestemming voorzien (agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter). De bestendiging van een vergunde bedrijfssite op deze locatie is ruimtelijk aanvaardbaar. 2) Verheyen H, Rooigemstraat 52. Het bedrijf Verheyen H. betreft een bouwbedrijf in metselwerken en betonwerken voor woningbouw en industrie. Het bedrijf werd op deze locatie opgericht in Volgens het gewestplan ligt een deel van het plangebied in woongebied met landelijk karakter (eerste 50 m), en verder in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, tevens HAG. De site sluit aan bij een woonlint, dat aanzien kan worden als een uitloper van de kern van Balegem. Het bedrijf ligt grotendeels achter het woonlint, en is toegankelijk via een oprit vanaf de Rooigemstraat. Volgens het GRS ligt het bedrijf op de rand van het hoofddorp Balegem en de open ruimte. Een groot deel van de bedrijfssite is niet vergund, enkel het oostelijk deel van de bedrijfssite kan als vergund beschouwd worden. (Voor de oostelijke loods werd een vergunning afgeleverd in 1977). Er kan akkoord gegaan worden met de bestendiging van de vergunde bedrijfsdelen op deze locatie. 3) Huidenhandel Verbo, Meerstraat 87 Huidenhandel Verbo is een bedrijf dat sedert de jaren 70 op deze locatie bestaat, de bedrijfsactiviteiten bestaan uit de aan- en verkoop van ruwe runderhuiden, afkomstig van slachthuizen. De bedrijfssite maakt deel uit van een woonlint dat een uitloper is van de kern Oosterzeie. De bedrijfssite lag volgens het gewestplan in agrarisch gebied, het bedrijf werd wel reeds opgenomen in het BPA 'Zonevreemde bedrijven', goedgekeurd bij MB van 13 juni Volgens het GRS ligt het bedrijf op de overgang van de kern Oosterzele en een open ruimtegebied. Het bedrijf heeft momenteel behoefte aan bijkomende werkruimte en bijkomende circulatieruimte, dit in functie van de optimalisatie van het productieproces. Hiervoor wordt t.o.v. het BPA een beperkte uitbreiding (ca m²) voorzien in het agrarisch gebied (tevens HAG). De planopties kunnen bijgetreden worden. 4) Constructiehuizen Van Trappen H., Dorp 93 Het bedrijf Constructiehuizen Van Trappen is gespecialiseerd in de metaalconstructie, meer bepaald in de vervaardiging en montage van aluminium en staten schrijnwerk (hekkens en ramen). Het bedrijf bestaat op deze locatie sedert 1970 en is vergund. Het plangebied (ca m2) ligt volgens het gewestplan in agrarisch gebied, tevens HAG. Het bedrijf ligt in tweede bouworde van Dorp. De site sluit aan bij de kern van Oosterzeie. Volgens het GRS ligt het bedrijf op de rand van de kern Oosterzele en het open ruimte gebied. Het bedrijf wenst een uitbreiding op aanpalende percelen in agrarisch gebied te realiseren, en gelijktijdig de bestaande toegang en parkeervoorzieningen optimaliseren. In de ruimtelijke afweging wordt aangegeven dat de bedrijfssite aansluit bij het hoofddorp Oosterzele, en wordt het bedrijf ondergebracht onder 'categorie 4', wat inhoudt dat het bedrijf zich verder kan ontwikkelen, wel rekening houdend met de randvoorwaarden vanuit de omgeving. De voorgestelde zoneringen zijn hiermee in overeenstemming. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 6

7 5) Van De Putte & Zonen, Dorp 18 Het bedrijf Van De Putte & Zonen betreft een bedrijf waarvan de activiteiten voornamelijk bestaan uit de fabricatie en plaatsing van aluminium schrijnwerk, rolluiken en poorten. Het betreft een vergunde bedrijfssite, ca m2 groot, gelegen in de kern van Oosterzeie, en volgens het gewestplan deels in woongebied en deels in woonuitbreidingsgebied gelegen. Het bedrijf heeft de bedoeling een deel van de bestaande productieafdeling te verplaatsen naar een bedrijventerrein, maar wenst wel de administratie en assemblage van de productieonderdelen op deze locatie te behouden. Hiervoor zijn verbouwingen van de bedrijfsgebouwen nodig. Het bedrijf wordt opgenomen in het RUP om deze aanpassingen mogelijk te maken. Er wordt verder enkel een beperkte uitbreiding voorzien in het woonuitbreidingsgebied, dit in functie van de optimalisatie van de bedrijfssite. Het bestendigen van een vergunde bedrijfssite in het hoofddorp kan gunstig geadviseerd worden. 6) Houthandel Sackx-Coussement, Lange Munte 7 Houthandel Sackx - Coussement betreft een houthandel en houtzagerij, die op deze locatie bestaat sedert De site is gelegens aan de Lange Munte, nabij het hoofddorp Scheldewindeke. Volgens het gewestplan ligt het bedrijf in agrarisch gebied, tevens HAG. Het bedrijf wenst zijn bedrijfsactiviteiten op deze site te bestendigen, en de bestaande infrastructuur te vervangen en uit te breiden. Volgens het GRS ligt de site in een open ruimte gebied, wel nabij het hoofddorp Scheldewindeke. Op 21 december 2010 werd door het college van burgemeester en schepenen een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd voor het bedrijf Sackx-Coussement. Daarbij werd gesteld dat de bestendiging van het bedrijf op deze locatie kan aanvaard worden, dat de verdere uitbreiding (zoals aangeduid op een bijhorend aangepast plan) dient onderzocht en gemotiveerd te worden in het kader van de opmaak van een RUP. Het RUP voorziet in de bestendiging en uitbreiding van de bedrijfssite. 7) Drankenhandel Cieters, Lange Munte 48 Het betreft een groothandel in dranken, die op deze locatie bestaat sedert Er werden in de jaren 1936,1946 en 1965 uitbreidingen vergund. De bedrijfssite is ca m2 groot en ligt volgens het gewestplan in agrarisch gebied, tevens HAG. Het plangebied is gelegen ten zuidwesten van Scheldewindeke. De site maakt deel uit van een zonevreemd woonlint, en is volgens het GRS gelegen in het zuidelijk open ruimte gebied. Het beleidskader uit het GRS voorziet bestendiging en beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Op 21/12/2010 werd voor het bedrijf een gedeeltelijk positief planologisch attest afgeleverd, waarin o.m. gesteld werd dat akkoord kon gegaan worden met de bestendiging en regularisatie van de bestaande activiteiten en constructies, maar dat de verdere uitbreiding dient te worden onderzocht in het kader van de opmaak van het RUP. Het RUP voorziet in de bestendiging van de bestaande vergunde activiteiten. Het deelplan 'Drankenhandel Cieters' kan gunstig geadviseerd worden. 8) Lenssens R., Wijkschoolstraat 6 De bedrijfssite Lenssens betreft een hondenkennel / hondenfokkerij met een capaciteit van ca. 100 dieren (Yorkshire en Maltezer). De hondenkennel werd opgestart op deze locatie rond De site is gelegen ten zuidwesten van de kern van Scheldewindeke, aan de Wijkschoolstraat. Het betreft een kleinschalige bedrijfssite (ca m²) die deel uitmaakt van een zonevreemde woonkorrel, gelegen in agrarisch gebied, tevens HAG. Het bedrijf is Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 7

8 vergund als hondenkennel: er werden stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd in 1995 en in 2010 (na afgifte van een gedeeltelijk positief planologisch attest in 2009.) Volgens het GRS ligt de site in zuidelijk open ruimte gebied, maar wel binnen een woonkorrel. Het beleidskader voorziet bestendiging en beperkte uitbreidingsmogelijkheden. Het RUP voorziet in de bestendiging van de bestaande vergunde activiteiten. In functie van een efficiëntere bedrijfsvoering wordt nog een beperkte uitbreiding van de bebouwing mogelijk gemaakt. Het RUP voorziet een nabestemming agrarisch gebied voor de volledige bedrijfssite. De voorgestelde ontwikkelingsmogelijkheden zijn ruimtelijk aanvaardbaar. 9) Bert W., Gaversesteenweg Het betreft een bedrijfssite die op deze locatie bestaat sedert de jaren '60. Het plangebied is ca. 870 m2 groot en omvat twee oude bedrijfsloodsen. Deze liggen voor het grootste deel in woongebied met landelijk karakter (50 m), en voor een heel beperkt deel in het achtergelegen agrarisch gebied (ca. 5 m). Het bedrijf Bert W. betreft een installateur van centrale -verwarming en sanitair. Het bedrijf wenst de bestaande infrastructuur op te site te verbouwen in functie van zijn bedrijfsactiviteiten. Het plangebied maakt deel uit van een woonlint dat een uitloper is van het hoofddorp Scheldewindeke. Het RUP wordt opgemaakt om aanpassingen aan de bestaande infrastructuur mogelijk te maken. Er wordt geen verdere uitbreiding voorzien. De planopties van dit deelplan kunnen gunstig geadviseerd worden. 10) TBI, Aalmoezenijestraat 7 A Het bedrijf TBI betreft een groothandel in kantoor- en magazijninrichting, die zich in 1996 op deze locatie vestigde op een voormalige (vergunde) bedrijfssite. Het betreft een' kleinschalige bedrijfssite (1300 m2) die deel uitmaakt van een zonevreemd woonlint, gelegen in het agrarisch gebied, ten noorden van Landskouter. Volgens het GRS ligt de site in het noordelijk open ruimte gebied. Het RUP voorziet in de bestendiging en beperkte uitbreidingsmogelijkheden binnen het bestaande bedrijfsperceel. Er wordt een nabestemming agrarisch gebied opgenomen. De voorgestelde ontwikkelingsmogelijkheden kunnen gunstig geadviseerd worden. Juridische vormvereisten Het RUP bevat alle elementen zoals voorgeschreven in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijkè Ordening (VCRO). Er wordt op gewezen dat er advies dient gevraagd te worden aan de dienst VR van het departement LNE inzake ontheffing tot opmaak van een plan-mer. De stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zijn ondergebracht onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding zoals voorgeschreven in artikel van de VCRO. De ingenomen oppervlakte gelegen binnen het herbevestigd agrarisch gebied (HAG) zal in een aansluitend planningsinitiatief gecompenseerd worden. Het RUP bevat een watertoets. De watertoets geeft aan dat het RUP geen schadelijke effecten doet bestaan als bedoeld in artikel van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 8

9 De ontvangen adviezen in het kader van de plan-mer zijnde het agentschap Ondernemen, het agentschap Natuur en Bos, Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, provinciebestuur, Ruimte Vlaanderen en Wonen Vlaanderen. De beslissing van de dienst Mer van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van 6 februari 2015 dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat bijgevolg de opmaak van een plan-mer voor het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Dorpskernen' te Oosterzele niet nodig is. De beslissing van de dienst VR van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van 7 juli 2015 dat er geen Seveso-inrichting binnen het plangebied aanwezig of mogelijk is, dat er binnen een straal van 2 km omheen het plangebied geen Seveso-inrichtingen gevestigd zijn, dat er voor het voorgenomen plan geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden met betrekking tot het aspect externe mensveiligheid zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale staat, het Vlaams gewest, het Waals gewest en het Brussels hoofdstedelijk gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De ontvangen adviezen van de deputatie, duurzame landbouwontwikkeling, onroerend erfgoed, ruimte Vlaanderen, wonen Vlaanderen, agentschap voor natuur en bos, het agentschap ondernemen De plenaire vergadering van 10 april 2015 en het verslag ervan. Het RUP voorziet in de opheffing van niet-vervallen verkavelingsvergunningen. Volgens artikel van de VCRO kan een niet-vervallen verkavelingsvergunning worden opgeheven ingevolge de definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan, op voorwaarde dat dit bij de voorlopige en de definitieve vaststelling van het plan uitdrukkelijk aangegeven is, ten minste op het grafisch plan. Het voorontwerp bevat een aanduiding op het grafisch plan. Besluit Artikel 1: Het RUP nr. 8 Zonevreemde Bedrijven bestaande uit een ontwerp grafisch plan, verzoek tot raadpleging onderzoek plan-mer, toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften wordt voorlopig aanvaard. Artikel 2 Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met het door de VCRO voorgeschreven openbaar onderzoek. Artikel 3 Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst Woon - en Leefomgeving en financieel beheerder. De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. Dit punt wordt aangenomen met: 14 JA STEMMEN (Jean Marie De Groote, Johan Van Durme, Christ Meuleman, Marleen Verdonck, Wilfried Verspeeten, Hanna Courtijn, Jan Martens, Christianne Immegeers-Schreyen, Filip Vermeiren, Marc De Smet, Koen Beeckman, Hilde De Sutter, Peter Willems, Kristof Van Cauwenberghe) 7 ONTHOUDINGEN (Guy De Smet, Carine Schamp, Filip Michiels, Pascal Fermon, Ruben De Gusseme, Michiel Van Der Heyden, Roswitha Gerbosch) Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 9

10 De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. Raadslid Luc Verbanck vervoegt de zitting. 3. INTERNE ZAKEN - VASTSTELLEN ORGANOGRAM EN PERSONEELSFORMATIE VAN DE GEMEENTELIJKE DIENSTEN In toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt de personeelsformatie en het organogram aangepast. Het ontwerp van aanpassing van de personeelsformatie en het organogram werd op het syndicaal overleg van 25 november 2015 behandeld. Dit resulteerde in een protocol voor akkoord. De voorzitter leidt het punt in. De burgemeester licht het agendapunt verder toe. Raadslid Roswitha Gerbosch geeft een stemverklaring namens haar partij. Eerst en vooral menen wij dat dit organogram en de personeelsformatie hadden moeten besproken worden in een commissie algemeen beleid. Wij zijn al lang vragende partij om meer informatie te krijgen met betrekking tot de personeelsformatie. Wat de formatie zelf betreft: hierin zit geen doordachte toekomstvisie. De meeste departementen blijven een gelijke bezetting kennen maar we zijn nu al getuige nu van een toenemende werkdruk voor verschillende personeelsleden door langdurige ziekte van collega's. Door geen ruimte te creëren voor extra tewerkstelling, is er weinig of geen flexibiliteit mogelijk voor mensen om tijdelijk andere, bijvoorbeeld meer gezinsgerichte, keuzes te maken. Deze formatie is dus het ideale recept voor burn-outs van nog meer personeelsleden. Het college houdt geen rekening met de opmerkingen van het Managament Team (MAT) en wij betreuren dat. Het Management Team kent de dagelijkse werking het best en kan het college adviseren, maar het college legt deze aanbevelingen naast zich neer. Dit getuigt van weinig appreciatie voor het inhoudelijke werk van het leidinggevende personeel. Omwille van deze redenen hebben wij beslist om dit punt niet goed te keuren. {Interventie van raadslid Roswitha Gerbosch toegevoegd in toepassing van artikel 35 van het huishoudelijk reglement} Raadslid Filip Michiels vraagt zich af of een kerntakendebat aan de voorbereiding van de aanpassing is vooraf gegaan. Hij betreurt eveneens dat het voorontwerp niet vooraf werd doorgesproken op een gemeenteraadscommissie. Hij meldt dat ook zijn fractie zal tegen stemmen. Schepen Jan Martens verwijst naar de organisatiestudie die begin deze legislatuur door het studiebureau werd opgemaakt. Hij zegt dat in die studie geen rekening werd gehouden met de betaalbaarheid van de voorstellen. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 10

11 De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, 2 4 en artikel 103 Juridisch kader Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 2, 87, 4, artikel 103 en 104 Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Vormvereisten Het rapport organisatiestudie van 11 maart 2013, Studieopdracht voor doorlichten gemeentediensten en begeleiden bij opmaak van organogram, personeelsformatie en functiebeschrijvingen, uitgaande van de vzw WIVO. De gemeenteraadsleden werden van deze studie in kennis gesteld via van 22 september Het verslag van het management team van 18 maart 2013 aangaande dit rapport. Het ontwerp van aanpassing van de personeelsformatie, het organogram en de bijhorende motiveringsstukken zoals opgemaakt door het college van burgemeester en schepenen, besproken in de vergadering van het managementteam op 27 november Het ontwerp van aanpassing van de personeelsformatie en het organogram werd op het syndicaal overleg van 25 november 2015 behandeld. Motivering Hier wordt verwezen naar de motiveringsnota waarin de nieuwe structuur wordt weergegeven. Het takenpakket per dienst wordt bepaald en de personeelsformatie wordt onderbouwd en waarbij de wijzigingen inzake personeelsbezetting worden weergegeven. Een aantal contractuele functies worden voorzien. Inzake de financiële haalbaarheid wordt verwezen naar de financiële toelichting van 19 november 2015 van de heer Guy Van Goethem, waarnemend financieel beheerder, bij dit ontwerp van personeelsformatie. Besluit Artikel 1: De personeelsformatie wordt als volgt vastgesteld: 1. Statutair personeel Functies Aantal VTE Niveau Rang Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 11

12 Secretaris 1 Decretale graad Financieel beheerder 1 Decretale graad Departementshoofd 2 A1a-A3a Av Technisch hoofddeskundige 1 B4-B5 Bx Administratief deskundige diensthoofd 8 B1-B3 Bv Administratief deskundige 3 B1-B3 Bv Administratief medewerker 6,5 C1-C3 Cv Technisch medewerker 2 C1-C3 Cv Technisch assistent 2 D1-D3 Dv 2. Statutair uitdovend Functies Aantal VTE Niveau Statuut Administratief deskundige 2,08 B1-B3 Bv Administratief medewerker 2 C1-C3 Cv Technisch medewerker 1 C1-C3 Cv Administratief assistent 1 D1-D3 Dv Technisch beambte 3,94 E1-E3 Ev Administratief beambte 0,5 E1-E3 Ev geblokkeerde functies 3,44 VTE technisch beambte (E1-E3) contractueel in de cel schoonmaak wordt geblokkeerd door 3,44 VTE technisch beambte (E1-E3) statutair uitdovend 0,5 VTE administratief beambte (E1-E3) contractueel in de dienst burgerzaken wordt geblokkeerd door 0,5 VTE administratief beambte (E1-E3) statutair uitdovend 0,5 VTE technisch beambte (E1-E3) contractueel in de dienst cultuur wordt geblokkeerd door 0,5 VTE technisch beambte (E1-E3) statutair uitdovend 1 VTE technisch assistent (D1-D3) contractueel in de dienst cultuur wordt geblokkeerd door 1 VTE technisch medewerker (C1-C3) statutair uitdovend 0,37 VTE administratief medewerker (C1-C3) en 0,83 VTE administratief assistent (D1-D3) in de dienst bibliotheek en toerisme wordt geblokkeerd door 1,08 VTE administratief deskundige (B1-B3) statutair uitdovend 0,2 VTE administratief medewerker (C1-C3) in de dienst ruimtelijke ordening en woonbeleid wordt geblokkeerd door 1 VTE administratief medewerker (C1-C3) statutair uitdovend 3. Contractueel personeel Functies Aantal VTE Niveau Statuut Adviseur* 1 A6a-A7b Avb Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 12

13 Administratief deskundige 2,5 B1-B3 Bv Administratief medewerker 5,2 C1-C3 Cv Technisch medewerker 1 C1-C3 Cv Administratief assistent 4 D1-D3 Dv Technisch assistent 13,58 D1-D3 Dv Technisch beambte 29,99 E1-E3 Ev Administratief beambte 0,5 E1-E3 Ev * projectfunctie tot en met 28/02/2021 Artikel 2: Het organogram, zoals vastgesteld in bijlage, wordt goedgekeurd en maakt integraal deel uit van onderhavige beslissing. Artikel 3: Het managementteam van de gemeente Oosterzele bestaat uit de gemeentesecretaris en de financieel beheerder. De burgemeester maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. Artikel 4: Van deze beslissing wordt een beknopte omschrijving opgenomen op de lijst van beslissingen die conform artikel 252 van het gemeentedecreet binnen de twintig dagen wordt toegezonden aan de provinciegouverneur. Artikel 5: Afschrift van deze beslissing zal aan de gouverneur, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent worden toegezonden. Dit punt wordt aangenomen met: 14 JA STEMMEN (Jean Marie De Groote, Johan Van Durme, Christ Meuleman, Marleen Verdonck, Wilfried Verspeeten, Hanna Courtijn, Jan Martens, Christianne Immegeers-Schreyen, Filip Vermeiren, Marc De Smet, Koen Beeckman, Hilde De Sutter, Peter Willems, Kristof Van Cauwenberghe) 8 NEEN STEMMEN (Luc Verbanck, Guy De Smet, Carine Schamp, Filip Michiels, Pascal Fermon, Ruben De Gusseme, Michiel Van Der Heyden, Roswitha Gerbosch) De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. 4. INTERNE ZAKEN - GOEDKEUREN AANPASSING ARBEIDSREGLEMENT ARTIKEL 34 In opdracht van het managementteam werd een middelenbeleid uitgewerkt om als bijlage toe te voegen aan het arbeidsreglement. De voorbereidingen werden voorgelegd aan de leden van het managementteam op 30 maart 2015 en 15 juni Vervolgens werd dit ontwerp besproken en goedgekeurd in het college van burgemeester en schepenen in zitting van 29 september Op 25 november 2015 werd een protocol voor akkoord ondertekend in het bijzonder onderhandelingscomité. De voorzitter leidt het punt in. De burgemeester licht het agendapunt verder toe. De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 13

14 Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43 Juridisch kader Wet van 8 april 1965 betreffende het arbeidsreglement, artikel 6, 1, vierde lid, 5 Wet van 19 december 1974 over de regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel Akteneming van de gemeenteraad in zitting van 26 april 2006 van het arbeidsreglement van gemeente Oosterzele met ingang van 1 mei 2006 Advies van het managementteam van 15 juni 2015 Akkoord van verzoek om standpunt in verband met het goedkeuren basisdocumenten van het middelenbeleid van gemeentebestuur Oosterzele Protocol van het bijzonder onderhandelingscomité van 25 november 2015 Vormvereisten Protocol van het bijzonder onderhandelingscomité Motivering Alcohol- en drugsgebruik zijn in het arbeidsmilieu een vrij verspreid maar een te weinig onderkend gegeven. Alcohol- en drugsmisbruik raakt zowel de betrokken werknemer, zijn werkgever en zijn collega s. Daarom is het noodzakelijk een beleidsmatig kader te scheppen waarin voor alle medewerkers duidelijk wordt gemaakt hoe deze problematiek wordt benadert en welke procedures voorhanden zijn om ermee om te gaan. Het huidig arbeidsreglement bepaalt in artikel 34 het volgende: Het is niet toegelaten: Alcoholische dranken en andere genotsmiddelen op de werkplaats te brengen en ze te gebruiken; Zich in dronken toestand op de werkplaats te bevinden; Te roken in de lokalen Daarom wordt voorgesteld om artikel 34 te schrappen in het arbeidsreglement en een nieuw hedendaags middelenbeleid uit te werken en toe te voegen als bijlage bij het arbeidsreglement. Het nieuw opgestelde middelenbeleid is een geïntegreerde aanpak en richt zich op vier pijlers: voorlichting en vorming, regelgeving (gedragscode), procedures en hulpverlening. Besluit Artikel 1: om vanaf 1 januari 2016 artikel 34 van het huidige arbeidsreglement voor het statutair en contractueel personeel te vervangen door: De werknemer wordt geacht het middelenbeleid van het bestuur zoals opgenomen als bijlage bij het arbeidsreglement, te kennen en te respecteren. Artikel2: Het arbeidsreglement wordt aangevuld met de bijlage middelenbeleid. Artikel 3: Alle personeelsleden worden geïnformeerd over het aanbrengen van de voormelde wijziging aan het arbeidsreglement. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 14

15 Artikel 4: Afschrift van deze beslissing zal aan de gouverneur en aan de dienst Toezicht van de Sociale Wetten, Savaanstraat 11/002 te 9000 Gent worden toegezonden. Dit punt wordt aangenomen met: Eénparigheid van stemmen De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. Voorzitter OCMW Els De Turck verlaat de zitting. 5. INTERNE ZAKEN - VASTSTELLEN RECHTSPOSITIEREGELING VAN HET PERSONEEL In toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van het OCMW, is het noodzakelijk de rechtspositie te actualiseren volgens de huidige regelgeving. Het ontwerp van aanpassing van de rechtspositieregeling werd op het syndicaal overleg van 25 november 2015 behandeld. Dit resulteerde in een protocol voor akkoord. De voorzitter leidt het punt in. De burgemeester licht het agendapunt verder toe. Raadslid Roswitha Gerbosch geeft een stemverklaring namens haar partij. We zijn van mening dat dit had moeten voorgelegd worden in een commissie algemeen beleid. Wij vinden het ook niet kunnen dat zo n lijvige documenten steeds zo laattijdig bezorgd worden. De korte termijn zorgt er voor dat het bijna niet mogelijk is om die echt grondig door te nemen. We zijn ons bewust dat een rechtspositieregeling ingevuld wordt door heel wat wettelijke bepalingen die aan een gemeentebestuur worden opgelegd. Toch hebben wij enkele vragen, bijvoorbeeld wat de reden is om sollicitanten enk el nog de kans te geven hun brief per post te bezorgen en de mogelijkheden van fax/ te schrappen? Dit lijkt ons anno 2015 eerder een stap achteruit in plaats van vooruit? We vragen ons ook af of er geen efficiëntere manieren bestaan voor de functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken. Bij bijvoorbeeld een gunstige evaluatie zijn er drie mogelijk toegekende categorieën namelijk goed, zeer goed en uitstekend. Lijdt dit niet tot onenigheid onder de geëvalueerde personeelsleden? Op basis van welke criteria wordt er onderscheid gemaakt tussen deze drie en hoe objectief gebeurt dat? Omdat wij vinden dat dit document enkel op een grondige manier kan besproken worden wanneer er voldoende tijd voor uitgetrokken wordt, zullen wij ons onthouden op dit punt. {Interventie van raadslid Roswitha Gerbosch toegevoegd in toepassing van artikel 35 van het huishoudelijk reglement} Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 15

16 Raadslid Filip Michiels meldt dat zijn fractie niet voldoende tijd had om het dossier grondig door te nemen. Om die redenen zal zijn fractie zich onthouden. De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 43, 2 4 en artikel 105. Juridisch kader Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 87, 4, 104 en Het decreet van 10 december 2010 met betrekking tot de private arbeidsmarktbemiddeling. Het decreet van 18 november 2011 tot regeling van het bewijs van taalkennis, vereist door de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli Het decreet van 29 juni 2012 tot wijziging van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 wat betreft de wijziging van de evaluatieprocedure voor de decretale graden. De wet van 13 april 2011 tot wijziging, wat betreft de meeouders, van de wetgeving inzake het geboorteverlof. De wet van 13 april 2011 tot afschaffing van de beperkingen op de leeftijd van het gehandicapte kind inzake ouderschapsverlof. De wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzegtermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen de proefperiode afschaft in de arbeidsovereenkomstenwetgeving. Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen. Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009 tot wijziging van het Vlaams Personeelsstatuut waarbij de grensbedragen van haard- en standplaatsvergoeding ook voor het personeel van de lokale besturen worden verhoogd. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 ter uitvoering van het decreet van 10 december 2010 met betrekking tot de private arbeidsmarktbemiddeling. Het besluit van de Vlaamse regering van 20 mei 2011 houdende regeling van de externe personeelsmobiliteit tussen sommige lokale en provinciale overheden onderling en tussen sommige lokale en provinciale overheden en de diensten van de Vlaamse overheid onderling, en houdende enkele maatregelen ter ondersteuning van de personeelsmobiliteit tussen lokale en provinciale overheden met hetzelfde werkingsgebied. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 die de basisregelgeving inzake de rechtspositieregelgeving op verscheidene punten heeft Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 16

17 gewijzigd. Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat de definitieve ambtsneerlegging betreft, de zaken die aanleiding geven tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid heeft gewijzigd met als doel werken na 65 jaa r mogelijk te maken voor het vast aangestelde statutaire personeelslid van de gemeenten, provincies en OCMW s. Het koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking. Het koninklijk besluit van 31 mei 2012 tot omzetting van Richtlijn 2010/18/EU van de raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamakkoord inzake ouderschapsverlof en tot intrekking van richtlijn 96/34/EG. Het koninklijk besluit van 25 augustus 2012 tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking voor wat de openbare sector betreft. Het koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid. Het koninklijk besluit van 13 januari 2014 tot wijziging van de artikelen 9 en 10 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 to t herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, dat tot gevolg heeft dat de op proef benoemde statutaire personeelsleden onder het systeem van de statutairen vallen wat betreft de sociale zekerheid. Het koninklijk besluit van 12 mei 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen ( )waarbij de afwijkingsregeling betreffende de personeelsleden die op 50 jaar onbeperkt in loopbaanvermindering kunnen gaan, wijzigt. Het bericht van 14 maart 2014 op de website van het agentschap voor binnenlands bestuur (ABB) met als titel Wat zijn de gevolgen van het eenheidsstatuut arbeiders - bedienden voor de gemeenten, provincies en OCMW s?. Vormvereisten Het ontwerp van aanpassing van de rechtspositieregeling is opgemaakt in samenspraak met Mevrouw Marijke De Meyer, OCMW-secretaris, de heer Guy Van Goethem, waarnemend financieel beheerder gemeente en OCMW en de heer Borchert Beliën, gemeentesecretaris in de vergadering van het managementteam op 20 augustus 2015 en 2 september Het ontwerp van aanpassing van de rechtspositieregeling kreeg een gunstig advies van de Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 17

18 raad voor maatschappelijk welzijn van Oosterzele in zitting van 15 december Het ontwerp van aanpassing van de rechtspositieregeling werd op het syndicaal overleg van 25 november 2015 behandeld. Motivering De vigerende versie van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel dateert, met uitzondering van enkele kleinere aanpassingen, van Het is noodzakelijk deze lokale rechtspositieregeling te actualiseren en up to date te brengen met de huidige regelgeving. Verder is het ook aangewezen om inhoudelijk de rechtspositieregeling in overeenstemming te brengen met de praktijkbevindingen en met de huidige noden op het gebied van een modern personeelsbeleid. Zo werd onder andere, naast de wettelijk noodzakelijke aanpassingen: De externe mobiliteit tussen gemeente en OCMW en met andere openbare besturen mogelijk gemaakt De wervings- en selectieprocedure versoepeld en flexibeler gemaakt om efficiënter te kunnen inspelen op de noden van het bestuur binnen de huidige arbeidsmarkt Een inloopperiode voorzien voor het contractueel personeel zodat alle nieuwe personeelsleden binnen het bestuur op een eenvormige manier kunnen begeleid en opgevolgd worden Het vormingsbeleid flexibeler gemaakt De verlofregeling deels vereenvoudigd en de procedures terzake minder stringent gemaakt De algemene dienstvrijstelling van 1 uur per week principieel afgeschaft zodat effectief naar een 38 uren week kan worden geëvolueerd Besluit Artikel 1: De in bijlage gevoegde rechtspositieregeling wordt vastgesteld en maakt integraal deel uit van onderhavige beslissing. Artikel 2: Afschrift van deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheden de heer Gouverneur en ABB, Koningin Maria Hendrikaplein, 70 bus 1, 9000 Gent overgemaakt Dit punt wordt aangenomen met: 14 JA STEMMEN (Jean Marie De Groote, Johan Van Durme, Christ Meuleman, Marleen Verdonck, Wilfried Verspeeten, Hanna Courtijn, Jan Martens, Christianne Immegeers-Schreyen, Filip Vermeiren, Marc De Smet, Koen Beeckman, Hilde De Sutter, Peter Willems, Kristof Van Cauwenberghe) 8 ONTHOUDINGEN (Luc Verbanck, Guy De Smet, Carine Schamp, Filip Michiels, Pascal Fermon, Ruben De Gusseme, Michiel Van Der Heyden, Roswitha Gerbosch) De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. 6. FISCALITEIT - VASTSTELLEN AANVULLENDE BELASTING OP DE PERSONENBELASTING - AANSLAGJAREN Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 18

19 De aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) wordt gevestigd als een percentage op de inkomstenbelastingen, geregeld, gevestigd, en ingevorderd door de federale overheid. De aanslagvoet voor de aanvullende belasting op de personenbelasting voor de geme ente Oosterzele wordt vastgesteld op 8 % voor de aanslagjaren De gemeenteraad dient overeenkomstig gemeentedecreet artikel 43, 2, vijftiende lid, de aanslagvoet vast te stellen. De voorzitter leidt het punt in. Schepen Jan Martens licht het agendapunt verder toe. Raadslid Michiel Van der Heyden geeft een stemverklaring namens zijn partij. Groen is voorstander van lokale rechtvaardige belastingen. Door het hanteren van een hoge aanvullende belasting op de personenbelasting en een v rij lage belasting op onroerend goed (opencentiemen op de onroerende voorheffing) worden Oosterzelenaren met een inkomen uit arbeid en zonder eigenaar te zijn van een onroerend goed proportioneel zwaarder belast dan Oosterzelenaren die eigenaar zijn van een onroerend goed maar die geen inkomen hebben uit arbeid. Wij zijn van oordeel dat inwoners eerder belast moeten worden op hun bezit dan op hun arbeid. Om tot een meer billijke spreiding van de belasting te komen moeten voor ons de opcentiemen op de aanvullende personenbelasting dalen en de opcentiemen op onroerende voorheffing stijgen. Om deze reden gaan wij tegen deze belastingvoet stemmen. {Interventie van raadslid Michiel Van der Heyden toegevoegd in toepassing van artikel 35 van het huishoudelijk reglement} Raadslid Filip Michiels meldt dat zijn fractie tegen een belastingheffing van 8% is en dus om die reden tegen zal stemmen. De voorzitter gaat over tot de stemming van dit punt. De gemeenteraad, Bevoegdheid Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42 en 43 Juridisch kader Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, artikelen 465 tot en met 470bis Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, artikel 5/3, 2, tweede lid Vormvereisten Nihil Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 19

20 Motivering Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering van alle rendabele belastingen vergt. De aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) wordt gevestigd als een percentage op de inkomstenbelastingen, die geregeld, gevestigd, en ingevorderd worden door de federale overheid. De aanslagvoet van de aanvullende belasting op de personenbelasting voor de gemeente Oosterzele wordt vast gesteld op 8 %. Besluit Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2016 t.e.m wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4: Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de dienst Secretariaat & Onthaal en aan de financieel beheerder en aan FOD financiën, Stafdienst Beleidsexpertise en -ondersteuning Studie- en documentatiedienst - Cel Begroting, fiscale ontvangsten en statistiek Ter attentie van mw. Anneliese D haeseleer North Galaxy Toren B 25e verdieping Koning Albert II-laan 33, bus BRUSSEL. Dit punt wordt aangenomen met: 14 JA STEMMEN (Jean Marie De Groote, Johan Van Durme, Christ Meuleman, Marleen Verdonck, Wilfried Verspeeten, Hanna Courtijn, Jan Martens, Christianne Immegeers-Schreyen, Filip Vermeiren, Marc De Smet, Koen Beeckman, Hilde De Sutter, Peter Willems, Kristof Van Cauwenberghe) 8 NEEN STEMMEN (Luc Verbanck, Guy De Smet, Carine Schamp, Filip Michiels, Pascal Fermon, Ruben De Gusseme, Michiel Van Der Heyden, Roswitha Gerbosch) De voorzitter gaat over tot het volgende agendapunt. 7. FISCALITEIT - VASTSTELLEN AANSLAGVOET VOOR DE OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING - AANSLAGJAREN De onroerende voorheffing is een gewestbelasting, gevestigd op het kadastraal inkomen van onroerende goederen: gronden, woningen, gebouwen en sommige bedrijfsuitrusting. Gemeenten en provincies vestigen opcentiemen op de gewestelijke basisbelasting. De opcentiemen op de onroerende voorheffing voor de gemeente Oosterzele voor de periode wordt vastgesteld opcentiemen. De gemeenteraad dient overeenkomstig gemeentedecreet artikel 43, 2, vijftiende lid, de aanslagvoet vast te stellen. Gemeenteraad 16 december NOTULEN - 20