Verdriet. Hoe de emotie verdriet van kinderen, volwassenen en 70+ers beoordeeld wordt door jongvolwassen. Kim Tenfelde Bachelor scriptie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verdriet. Hoe de emotie verdriet van kinderen, volwassenen en 70+ers beoordeeld wordt door jongvolwassen. Kim Tenfelde Bachelor scriptie"

Transcriptie

1 Verdriet Hoe de emotie verdriet van kinderen, volwassenen en 70+ers beoordeeld wordt door jongvolwassen Kim Tenfelde Bachelor scriptie Communicatie- en informatiewetenschappen Specialisatie: Human Aspects of Information Technology Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit van Tilburg, Tilburg Begeleider: dr. M.J.H Balsters Tweede lezer: prof. dr. M.G.J. Swerts 30 juni 2016

2 Abstract Verdriet is een van de basisemoties en wordt zodoende ervaren door vrijwel iedereen (Kemper, 1987). Een herkenbaar bijeffect van verdriet is de aanwezigheid van tranen. De functies van deze tranen verschillen echter voor kinderen en volwassenen (Zeifman & Brown, 2011). Waar kinderen veelal huilen om fysieke pijn, zullen volwassenen eerder huilen vanwege een bepaalde emotionele staat waar ze zich op dat moment in verkeren (Vingerhoets, Cornelius, Van Heck, & Becht, 2000). In deze studie zal onderzocht worden hoe verdriet (en het bijkomende effect van tranen) van verschillende leeftijdscategorieën beoordeeld wordt door jongvolwassenen. Een vernieuwend aspect van dit onderzoek is de toevoeging van 70+ers als leeftijdscategorie. Er is tot op heden geen duidelijk onderzoek geweest naar het verdriet van ouderen, en hoe dit gezien wordt door jongvolwassenen. Om uit te vinden hoe de emotie verdriet wordt beoordeeld is er een gedragsexperiment opgezet. In dit experiment kregen studenten van de universiteit van Tilburg allereerst een neutraal of verdrietig gezicht (met of zonder tranen) te zien voor 50 milliseconden van een kind, volwassene of 70+er. Vervolgens was het de bedoeling zo snel mogelijk aan te geven welke emotie ze hier zagen. Na deze reactietijdmeting werden er twee vragen gesteld over hoeveel steun ze deze persoon zouden geven en hoe goed de respondent zich kon inleven in de persoon op de afbeelding. De resultaten laten zien dat mensen sneller de emotie verdriet herkennen wanneer er tranen zijn toegevoegd aan het gezicht. Verder blijkt dat kinderen de minste steun en mate van empathie ontvangen van jongvolwassenen en volwassenen het meest. Voor ouderen werden er geen eenduidige verschillen gevonden. Tevens blijkt dat wanneer kinderen huilen, zij meer steun ontvangen dan wanneer zij niet huilen. Voor toekomstig onderzoek wordt aangeraden om, wanneer er naar verschillende leeftijdscategorieën wordt gekeken, geen gebruik te maken van een korte aanbiedingstijd van een afbeelding, maar de participant hier langer de tijd voor te geven. Trefwoorden: emoties, verdriet, tranen, kinderen, volwassenen, ouderen, sociale connectie, empathie, inleving, steun 2

3 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Theoretisch Kader Emoties Verdriet en tranen Kinderen, volwassenen en bejaarden 9 3. Hypotheses Methode Participanten Materiaal Pre-test Procedure Design Analyse Resultaten Emotieherkenning Empathie en tranen Steun en tranen Conclusie Discussie Limitaties en aanbevelingen Literatuur Appendix A 39 3

4 1. Inleiding In 2015 ging er een foto van een oude Griekse man de wereld over (afbeelding 1). Hij kon zijn pensioen niet meer opnemen bij de banken in Griekenland. Nadat hij ook bij de vierde bank weg was gestuurd stortte hij in. Deze iconische foto gaf de crisis in Griekenland perfect weer. De wanhoop van de man is goed te zien. Maar zou het misschien kunnen dat mensen deze foto extra raakt omdat hij al wat ouder is? Deze 77-jarige man heeft zijn hele leven hard gewerkt en kan nu niet eens zijn pensioen ophalen om zijn familie te kunnen onderhouden. Veel mensen voelden met hem mee en wilden graag een steentje bijdragen. Uiteindelijk heeft hij dan ook veel geld en steun gekregen van mensen vanuit de hele wereld ( Afbeelding 1. De bewuste foto van meneer Giorgios Chatzifotiadis. Bron: RTL nieuws, foto: AFP Zouden wij mensen net zo geraakt worden door een soortgelijk verhaal en foto, maar dan van een jongvolwassen man? Of misschien wel een kind? Het zou immers kunnen dat er een leeftijdseffect is voor de mate van empathie die wij voelen voor de persoon. De vraag of een oudere, verdrietige en huilende persoon ons meer raakt dan jongere personen en kinderen is wat in deze scriptie onderzocht gaat worden. 4

5 Verdriet is een van de basisemoties (Ekman, 2006). Iedereen heeft in zijn leven te maken met deze emotie (Kemper 1987). Emotionele tranen, die soms een aanvulling zijn op het verdriet, zijn uniek voor mensen en geven een signaal van nood af aan waarnemers (Zeifman & Brown, 2011; Balsters, Krahmer, Swerts & Vingerhoets, 2013). Dit tearing effect ziet tranen als een belangrijke visuele cue die betekenis toekent aan menselijke gezichtsuitdrukkingen (Balsters et al., 2013). De effecten van tranen op de waarnemer verschillen echter voor huilende kinderen en huilende volwassenen (Zeifman & Brown, 2011). In het onderzoek van Zeifman & Brown (2011) is gebleken dat volwassenen over het algemeen meer empathie ontvangen voor hun verdriet dan kinderen. Wanneer er ook nog tranen zijn toegevoegd aan de foto, wordt dit verschil nog groter. Hoe het verdriet (met en zonder tranen) van bejaarde personen beoordeeld wordt is tot op heden nog niet onderzocht. Er zijn echter wel enkele studies geweest die de attitudes van (jong)volwassenen ten opzichte van oudere mensen hebben onderzocht (Couper, Sheehan & Thomas, 1991; Gomez, Young & Gomez, 1991; Kite, Stockdale, Whitley & Johnson, 2005), maar deze onderzoeken leverden vooral negatieve resultaten op. Dit onderzoek verwacht daarentegen vooral positieve resultaten op verdrietige ouderen. In deze bachelor scriptie wordt er onderzocht hoe jong volwassenen het verdriet van verschillende leeftijdscategorieën (te weten: kinderen, volwassenen en 70+ers) beoordelen. Anders geformuleerd, we willen ontdekken of er een verschil is in waargenomen verdriet en empathische gevoelens ten opzichte van verschillende leeftijdscategorieën. Dit onderzoek krijgt een extra dimensie door het bestuderen of het wel of niet onbewust waarnemen van tranen door de respondent de behoefte aan steun voor de huilende persoon vergroot. 5

6 2. Theoretisch kader 2.1 Emoties Emoties zijn automatische reacties op specifieke gebeurtenissen (Ekman & Cordara, 2011). Deze gebeurtenissen zijn specifiek voor een bepaalde cultuur en individu. Volgens Kemper (1987) vloeien de meeste emoties echter voort uit sociale interacties. Het is mogelijk om emoties op te delen in primaire en secundaire emoties (Kemper, 1987). Primaire emoties, ook wel basisemoties genoemd, kunnen variëren met betrekking tot verschillende paradigma s. Het ontwikkelingsparadigma van Stroufe (1979; in Kemper, 1987) onderscheidt bijvoorbeeld enkel angst, woede en plezier als basisemoties, terwijl het evolutionaire paradigma van Plutchik (1980; in Kemper, 1987) hier ook nog verdriet, acceptatie, walging, verbazing en verwachting aan toevoegt. Het meest gebruikte paradigma is echter die van de gezichtsuitdrukkingen (facial expressions approach). Het kernconcept van deze facial expressions approach is het gebruik van een expressieve reactie op een bepaalde emotie, bijvoorbeeld lachen wanneer je blij bent. Gezichtsuitdrukkingen behorende bij bepaalde emoties worden gezien als een vorm van non-verbale communicatie die het mogelijk maakt op accurate en snelle wijze informatie te verkrijgen betreffende het gevoel van de (gespreks)partner (Blair, Morris, Frith, Perrett & Dolan, 1999). De basisemoties die het gezichtsuitdrukkingen paradigma onderscheid zijn vreugde, verdriet, angst, woede, verbazing en walging (Ekman, Friesen & Ellsworth, 1972). Deze zes emoties zijn, wat betreft expressie, dan ook duidelijk te onderscheiden van elkaar. Voor elke basisemotie is er een specifieke expressie (Ekman & Friesen, 2003). Darwin was degene die dit paradigma introduceerde in 1872 (Spielberger, 2006). Een aantal decennia geleden is ondervonden dat sommige gezichtsuitdrukkingen behorende bij een emotie universeel gelijk zijn (Ekman, 1992). Deze gevonden crossculturele universaliteit is een van de belangrijkste bijdragen geweest van onderzoek binnen het gezichtsuitdrukkingenparadigma (Kemper, 1987). Het cross-culturele aspect maakt deze benadering zeer bekwaam en verklaart deels waarom het onderzoeken van emoties aan de hand van gezichtsuitdrukkingen tegenwoordig een van de meest gebruikte theorieën is. Vooral Ekman heeft de afgelopen decennia een grote rol gespeeld in het onderzoek naar 6

7 emoties aan de hand van de facial expressions approach. Hij en Friesen (2003) beweren dat het gezicht de sleutel is tot het begrijpen van emotionele expressie. 2.2 Verdriet en tranen Binnen de facial expressions approach zijn de aanwezigheid van een frons in het voorhoofd, wenkbrauwen die in het midden omhoog staan en ontspannen ogen de belangrijkste karakteristieken van de emotie verdriet (Ekman, Friesen & Hager, 2002; in Lench, Tibbet & Bench, 2016). Verdriet kan volgens Lench et al. (2016) opgewekt worden langs twee kanten. Ten eerste kan verdriet voorkomen binnen non-sociale situaties. Verdriet wordt dan beschreven als het resultaat op een mislukt doel, zonder dat er een kans is dat dit hersteld kan worden. Als tweede wordt verdriet vanuit een sociale situatie verklaard. Verdriet wordt hier teweeggebracht door het verlies van een hechte sociale relatie (Ekman & Cordara, 2011; Lench et al., 2016). Verdriet wordt vooral beschouwd als een negatieve emotie (Lench et al., 2016). Buiten bepaalde emotionele gevoelens veranderen er vaak ook fysiologische aspecten wanneer iemand zich verdrietig voelt (Lench et al., 2016). In het onderzoek van Kreibig (2010) is de activiteit van het zenuwstelsel onderzocht op verschillende emoties. Uit haar onderzoek blijkt dat, over het algemeen, de fysiologische arousal afneemt wanneer iemand verdriet ervaart. De psychomotorische activiteit vermindert. Er zijn echter grote verschillen voor de ervaring van het gevoel verdriet met of zonder tranen. Terwijl de fysiologische gevolgen van verdriet zònder tranen onder andere leiden tot een verminderde hartslag en hartslagvariabiliteit en een lagere temperatuur in de vinger, leidt verdriet mèt tranen juist tot een verhoogde fysiologische activiteit. Het is hier belangrijk om te begrijpen er een kans moet zijn dat het verlies dat gepaard gaat met het verdriet voorkomen kan worden door hulp van anderen (Kreibig, 2010). De productie van tranen hoeft echter niet alleen bij het gevoel van verdriet voor te komen. De verschillende emoties waar tranen bij kunnen ontstaan zijn onder andere verdriet, wanhoop, frustratie, pijn, blijheid, boosheid en empathie (Hasson, 2009). Huilen omwille van emoties is uniek voor mensen (Balsters et al., 2013). Een van de meest 7

8 belangrijke redenen waarom mensen emotionele tranen laten is dat deze tranen hulp van anderen oproepen en sociale bonding promoten (Balsters et al., 2013). Hoewel tranen voornamelijk bekend staan als een bijeffect op een bepaalde emotie, bezitten ze ook andere belangrijke fysiologische aspecten (Provine, Krosnowski, Brocato, 2009). Zo zorgen tranen voor het vochtig houden van de ogen en kunnen ze een reactie op een bepaalde irritatie zijn. Verder zorgen ze ervoor dat het ruwe hoornvlies glad blijft en leveren ze bepaalde antibiotica (lysozyme) (Provine et al., 2009). Er kan worden gesproken van een inter- en intrapersoonlijke functie van huilen. De klassieke benadering van tranen werkt volgens de intra-persoonlijke functie van huilen. Hier zijn tranen een manier om herstel te bewerkstelligen. Hier draait het om het terugkeren naar een psychologische en fysiologische staat waarin alles in evenwicht is (Balsters et al., 2013). De meeste studies naar tranen bekijkt huilen tegenwoordig echter vanuit een interpersoonlijke functie. Interpersoonlijke effecten van huilen zijn het creëren van beschermende reacties en hulp van anderen. Het bevordert de sociale connectie tussen twee communicatiepartners (Lench et al., 2016). Wanneer iemand de emotie verdriet ervaart en steun zoekt, kan huilen een van de meest krachtige methodes zijn om de behoefte aan hulp aan te geven (Vingerhoets, Cornelius, van Heck & Becht, 2000). Dit ontstaat vanuit het idee dat verdriet en hulpeloosheid dicht bij elkaar liggen. Het zien van verdriet kan het gevoel van empathie en steun opwekken bij de waarnemer (Vingerhoets, 2013). Een andere reden dat verklaart waarom tranen hulpgedrag vergroten, is dat huilen ervoor zorgt dat mensen zich meer verbonden voelen (Vingerhoets, Ven & Velden, 2016). Dit gevoel van verbondenheid, leidt tot meer altruïstisch gedrag ten aanzien van de hulpbehoevende. Er is echter nog steeds relatief weinig onderzoek gedaan naar huilen binnen de behavioristische discipline (Vingerhoets & Kop, 1999). De evolutionaire waarde van huilen is overigens wel al vaker onderzocht. Het agressie-reductie effect van tranen is bijvoorbeeld een belangrijk evolutionair kenmerk van huilen (Hasson, 2009; in Vingerhoets, 2013). Doordat de ogen van de huilende persoon waziger worden als gevolg van de tranen, geeft deze persoon aan dat hij of zij geen agressieve tendenties heeft, waardoor de ander waarschijnlijk ook minder agressief wordt (Hasson, 2009). Het idee dat tranen leiden tot een minder agressieve houding heeft te maken 8

9 met het opwekken van meer sympathische gevoelens bij de waarnemer wanneer de ander huilt (Vingerhoets et al., 2016). Huilen is een communicatiemiddel dat zwakte, kwetsbaarheid en de behoefte aan hulp aangeeft. Het is een fundamentele uiting van emotie en als beste te beschrijven als een emotionele uiting waarbij het belangrijkste kenmerk de vorming van tranen is (Vingerhoets & Kop, 1999). Deze productie van tranen lijkt een onvrijwillige en fysiologische respons te zijn. Er moet echter rekening gehouden worden met de context waarin iemand de neiging tot huilen heeft. In een bepaalde situatie moet huilen worden geaccepteerd, anders zal het gevoel onderdrukt worden (Vingerhoets, 2013). In de meeste bovenstaande onderzoeken gaat het allemaal om het bewust ervaren van tranen. In recente onderzoeken is daarentegen ook de onbewuste reactie van de waarnemer op tranen gemeten. Volgens Balsters et al. (2013) worden verdrietige gezichten sneller herkend wanneer hier tranen aan zijn toegevoegd dan wanneer dit niet is gedaan. Verder komt hier ook naar voren dat mensen een hogere waargenomen behoefte aan steun melden wanneer er tranen zijn toegevoegd aan foto s. Dit geldt voor zowel verdrietige gezichten als neutrale gezichten. Deze huidige studie borduurt voort op dit onderzoek van Balsters et al. (2013) en de onbewuste effecten van tranen op de waarnemer. 2.3 Kinderen, volwassenen en bejaarden. Volgens Bowlby (1969; in Laan, Van Assen & Vingerhoets, 2012) blijft huilen een manier van hechtingsgedrag over de gehele levensloop. Een volledige theorie formuleren die huilen expliciet verklaard door de hele levensloop heen is echter vrijwel onmogelijk (Nelson, 2005). Twee redenen liggen hieraan ten grondslag volgens Nelson (2005). Ten eerste is huilen, zoals eerder vermeld, niet alleen een middel om verdriet mee te uiten. Tranen kunnen ook bij andere emoties, zoals blijdschap en woede, worden vertoond. Een concrete theorie formuleren wanneer iemand huilt en om welke emotie is daardoor haast onuitvoerbaar. Een tweede probleem is dat er een verschil zit in de functie van huilen voor kinderen en volwassenen. Volgens Nelson zijn de emoties van kinderen en baby s vaak gebaseerd op fysiologische behoeften in tegenstelling tot de cognitieve behoeften van volwassenen. Het huilen van (jonge) kinderen is simpelweg incompatibel met een theorie gebaseerd op huilen vanwege emoties (Nelson, 2005). 9

10 Dit is niet het enige duidelijke verschil tussen kinderen en volwassenen (Zeifman & Brown, 2011). Hoewel beide leeftijdsgroepen kunnen huilen als gevolg van ernstige fysieke en emotionele pijn, zullen volwassenen hier vaker privacy voor opzoeken. Kinderen doen dit niet (Vingerhoets et al., 2000; Zeifman & Brown, 2011). Tevens huilen kinderen met geluid, een belangrijke trigger voor het ontvangen van zorg, en is dit geluid bij volwassenen vaak absent (Vingerhoets et al., 2000). Een andere belangrijke verandering die plaatsvindt in de ontwikkeling is dat huilen onderdrukt zal worden in ongeschikte situaties, mits het huilgedrag onder vrijwillige controle is (Zeifman, 2001; in Zeifman & Brown, 2011). Zuigelingen huilen voornamelijk omdat dit hun primaire communicatiemiddel is (Zeifman, 2001). Ruwweg kan er worden gesteld dat baby s voornamelijk huilen van de honger, om pijn, en voor aandacht van verzorger (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Kinderen kunnen, in tegenstelling tot baby s, wel praten en hoeven huilen niet persé als primair communicatiemiddel in te zetten (Zeifman, 2001). Desondanks kunnen ook kinderen huilen wanneer ze honger hebben, ze zijn nu alleen in staat om dit hongergevoel ook te communiceren naar hun verzorgers (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Volgens dit onderzoek zullen kinderen ook blijven huilen om pijn. De verandering ten opzichte van de zeer vroege kindertijd is dat er nu ook gehuild kan worden om de verwachting van pijn. Andere extra aanleidingen tot huilen zijn onder andere gepest worden of afgewezen worden, en het strategisch gebruiken van huilen (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Wanneer deze kinderen opgroeien tot volwassenen krijgt huilen veel bredere en andere oorzaken (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Zo blijkt dat volwassenen zelden nog huilen als gevolg van fysieke pijn (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Huilen om morele of sentimentele situaties komt juist enkel voor bij volwassenen. Een overeenkomst is dat over de gehele levensloop, huilen als gevolg van verlies of scheiding van een belangrijk persoon, een trigger voor tranen blijft (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Hier vallen vooral situaties onder als het verlies van een geliefde of het stukgaan van een relatie (Vingerhoets et al., 2000). Daarnaast is de aanwezigheid van een bepaalde emotionele staat ook een belangrijke cue voor huilgedrag (verdriet, geluk, trots, angst). Op figuur 1 zijn de verschillende triggers voor tranen te vinden voor verschillende leeftijdscategorieën (Vingerhoets, 2011). 10

11 Figuur 1. Schematisch overzicht van de oorzaak voor huilen bij verschillende leeftijdscategorieën. Bron: Vingerhoets, In het onderzoek van Zeifman & Brown (2011) komt naar voren dat volwassenen meer sympathie voor verdrietige huilende gezichten ontvangen. Dit zou het gevolg kunnen zijn van het idee dat de tranen van volwassenen meer betekenisvol zijn dan die van kinderen (Zeifman & Brown, 2011). Uit voorgaande literatuur blijkt dan ook dat het huilgedrag van volwassenen meer en diepere oorzaken heeft. Oudere volwassenen (70+) huilen voornamelijk om dezelfde redenen als volwassenen (figuur 1). Ze hebben echter wel al een heel leven achter zich waarin zij hun emotionele ontwikkeling hebben kunnen rijpen wat kan leiden tot meer betekenisvolle uitingen van bepaalde emoties (Levenson, Carstensen, Friesen & Ekman, 1991). Een bekend stereotype over oudere personen is niettemin dat zij bepaalde emoties vlakker en stijver ervaren (Kunzmann & Grühn, 2015). Andere stereotypes volgens Ramírez, & Palacios Espinosa (2016) zijn dat wij ouderen over het algemeen zien als incapabel, kinderlijk, afhankelijk en als mensen die langzaam achteruitgaan. Dit bijeengenomen is het wellicht mogelijk om te zeggen dat de attitudes van (jong)volwassenen ten opzichte van ouderen niet bijster positief zijn (Ramírez, & Palacios Espinosa, 2016). Deze studie veronderstelt echter dat ouderen meer steun en empathie zullen ontvangen voor hun verdriet. Hoewel niet eerder onderzocht is dit zeker te onderbouwen met eerdere literatuur. Aangezien wij ouderen over het algemeen als meer afhankelijk zien (Ramírez, 11

12 & Palacios Espinosa, 2016), zijn wij dus misschien ook meer geneigd steun te bieden aan verdrietige ouderen. Zoals eerder genoemd hebben oudere personen volgens Levenson et al. (1991) ook breder ontwikkelde emoties, hierdoor vormen (jong)volwassenen misschien meer begrip voor het verdriet en levert dit meer empathie op. 12

13 3. Hypotheses De hoofdvraag verkregen uit het theoretisch kader luidt: HV: Hoe wordt de emotie verdriet (met en zonder tranen) bij verschillende leeftijdsgroepen (kinderen, volwassenen, bejaarden) herkend en beoordeeld door jong volwassenen? Deze onderzoeksvraag is waardevol om te onderzoeken vanwege eerder gevonden verschillen binnen de waargenomen reacties op verdriet van uiteenlopende leeftijdscategorieën. Zo is het bekend dat door jongvolwassenen het verdriet van kinderen als minder oprecht wordt ervaren dan het verdriet van volwassenen (Zeifman & Brown, 2011). In dit artikel wordt geconcludeerd dat de signaalwaarde (signal-value) van tranen verandert met de leeftijd van de huilende persoon. Afgezien van verdriet wordt er in het onderzoek van Zeifman & Brown (2011) dus ook gekeken naar de toevoeging van tranen aan een foto. De emotie verdriet wordt effectiever waargenomen wanneer er tranen zijn toegevoegd aan een verdrietig gezicht. Deze uitkomst komt overeen met de resultaten uit het onderzoek van Balsters et al. (2013). De leeftijd is als volgt verdeeld: in dit onderzoek zijn kinderen jongens en meisjes tussen de 4 en 7 jaar oud, volwassenen hebben een leeftijd tussen de 20 en 35, en bejaarden zullen ouder dan 70 jaar zijn. De hypotheses geformuleerd om de hoofdvraag te helpen beantwoorden zijn: H1: De digitale toevoeging van tranen aan een verdrietig gezicht, leidt tot een snellere herkenning van de emotie verdriet bij de waarnemer. Iets wat nog niet veel is onderzocht is de onbewuste waarneming van wel of geen tranen. Deze hypothese sluit aan bij het onderzoek van Balsters et al. (2013). Uit dit onderzoek blijkt dat mensen de emotie verdriet sneller herkennen als hier tranen aan zijn toegevoegd. In dit onderzoek zal dit op dezelfde manier worden onderzocht alleen wordt er ook gekeken of dit effect geldt voor verschillende leeftijdscategorieën. 13

14 H2: De digitale toevoeging van tranen aan een verdrietig gezicht, leidt tot een sterker gevoel van empathie en behoefte aan steun van de waarnemer. De theorie dat huilen een instrument is om steun te krijgen van anderen wordt onder andere ondersteund in het artikel van Hendriks, Croon en Vingerhoets (2008). In dit onderzoek komt naar voren dat waarnemers meer emotionele steun en minder negatieve affecties voelden voor huilende volwassenen in tegenstelling tot verdrietige niet-huilende volwassen. H3: De verdrietige gezichten van 70+ers zorgen voor meer empathie en begrip van de waarnemer dan verdrietige gezichten van volwassenen en kinderen. H3.1 De digitale toevoeging van tranen zorgt voor een versterking van dit effect. Hoewel niet eerder onderzocht kan er veronderstelt worden dat H3 en H3.1 waardevolle hypotheses zullen zijn. De attitudes ten opzichte van ouderen zijn over het algemeen niet positief, maar het is mogelijk dat er een verschil is wanneer het aankomt op verdrietige ouderen. Zoals eerder gezegd komt in het artikel van Levenson et al. (2001) naar voren dat ouderen meer levenservaring hebben en hierdoor hun hele leven de tijd hebben gehad om hun emotionele ontwikkeling te rijpen. Aangezien de emoties van 70+ dus zeer ontwikkeld zijn, zullen jongvolwassenen deze emoties als meer waardevol kunnen ervaren. Na aanleiding van het artikel van Balsters et al. (2013) wordt er gekozen om niet alleen verdriet (met en zonder tranen) te meten, maar ook een neutrale expressie. De toevoeging van neutrale gezichten met en zonder tranen is relevant voor het onderzoek aangezien het resultaat dat eventueel wordt gevonden binnen het tearing effect hierdoor als waardevoller kan worden beschouwd. H4: Huilende gezichten van kinderen krijgen het minste begrip en gevoel van empathie van de waarnemer H4.1: De digitale toevoeging van tranen aan de afbeeldingen van kinderen geeft geen extra effect. 14

15 Hypothese 4 en 4.1 zijn afgeleid uit het artikel van Zeifman & Brown (2011). Volgens Zeifman & Brown (2011) zouden volwassenen in staat moeten zijn om hun verdriet en bijkomende tranen in te houden. Wanneer dit verdriet toch wordt getoond nemen waarnemers dit serieuzer en zien we het verdriet als waardevoller dan het verdriet van kinderen. Hypothese 4.1 is gebaseerd op het idee dat bij het huilen van kinderen vooral het geluid een belangrijke rol speelt (Zeifman & Brown, 2011). Enkel de toevoeging van tranen is representatiever voor het verdriet van volwassenen die vaak stil huilen. In deze studie wordt er dus vanuit gegaan dat er geen verschil is in de toevoeging van tranen voor kinderen, maar dat dit vooral geldt voor volwassenen en ouderen. 15

16 4. Methode 4.1 Participanten Alle deelnemers zijn studenten aan de universiteit van Tilburg. In ruil voor hun deelname hebben de respondenten proefpersoon punten ontvangen. In totaal hebben 36 proefpersonen meegewerkt aan dit onderzoek, acht van deze groep zijn echter weggevallen in de analyse vanwege onbruikbare resultaten. Uiteindelijk heeft dit geleidt tot een groep bestaande uit 28 personen met een gemiddelde leeftijd van 20.4 jaar (SD = 2.10) binnen een leeftijd van 18 tot 25 jaar. De groep bestond uit 10 mannen en 18 vrouwen. 4.2 Materiaal In het experiment werd in totaal gebruik gemaakt van 72 foto s, De afbeeldingen van de volwassenen zijn verkregen uit de database ADFES. De foto s van de kinderen (4-7 jaar) en bejaarden (70+) zijn eigenhandig gemaakt. De foto s van de kinderen zijn gemaakt in Speeltuin Treebeek, gelegen in Brunssum. Voor de foto s van de kinderen is er toestemming verleend van de ouders/verzorgers. De foto s van de 70+ers zijn gemaakt in zorgcentrum Emmastaete, tevens gelegen in Brunssum. Voor beide leeftijdscategorieën zijn er zes personen (drie vrouwelijk, drie mannelijk) die beide emoties, neutraal en verdrietig, uitbeeldden en lieten fotograferen. Uit de database zijn hetzelfde aantal mannelijke en vrouwelijke foto s gehaald van volwassen gezichten. Dit leidde per leeftijdscategorie tot 12 (zes verdriet, zes neutraal) afbeeldingen. Zowel aan de neutrale foto s als aan de verdrietige foto s zijn later nog digitaal tranen aan toegevoegd met Adobe Photoshop. In totaal zorgde dit voor 24 afbeeldingen per leeftijdscategorie. Hiermee komt het totaal aantal afbeeldingen op een eerder genoemd nummer van 72. De complete set stimuli is terug te vinden in appendix A. 16

17 Afbeelding 2. Verdrietig gezicht zonder tranen Afbeelding 3. Neutraal gezicht met tranen Het experiment is gemaakt met een softwareprogramma genaamd E-Prime. Ditzelfde programma is ook gebruikt om het experiment af te nemen. De cijfers een tot en met vijf op een toetsenbord werden gebruikt door de respondent om te antwoorden. Alle foto s van de gezichten zijn centraal op het scherm weergeven in kleur, voor een zwarte achtergrond. Deze foto s van gezichten zijn inclusief haar en schouders. 4.3 Pre-test Voorafgaand aan het opzetten van het experiment is er een pre-test afgenomen om na te gaan of de emoties op de zelfgemaakte verdrietige en neutrale foto s van kinderen en ouderen valide en realistisch genoeg waren. Per leeftijdscategorie waren oorspronkelijk 8 personen (vier man, vier vrouw) die beide emoties lieten fotograferen. Deze 32 foto s (zonder digitale tranen) zijn in de pre-test meegenomen. Aan 15 respondenten werd gevraagd om zowel de neutrale als de verdrietige foto s op een schaal van 1 tot 3 te beoordelen met 1 = niet neutraal/verdrietig, 2 = voldoende neutraal/verdrietig en 3 = duidelijk neutraal/verdrietig. Wanneer de gemiddelde score op een foto lager lag dan een 1.5 werd de foto niet meegenomen in het experiment. Op basis van deze resultaten zijn er twee foto s afgekeurd (man - kind en vrouw - 70+) wat ertoe leidde dat binnen elke leeftijdscategorie de foto s van twee personen (man en vrouw) werd verwijderd om het evenwicht over alle stimulus categorieën te bewaren. Het oorspronkelijke aantal foto s van 96 kwam hierdoor op een eerder genoemd aantal van 72. Deze foto s werden als voldoende verdrietig of neutraal bestempeld. 17

18 4.4 Procedure De deelnemers aan het experiment werd verteld dat zij meehielpen aan een onderzoek dat emotieherkenning op verschillende leeftijden meet. Dit is gedaan om de deelnemers een evidente beschrijving van het experiment te kunnen geven zonder dat zij de werkelijke intentie van het onderzoek doorhebben. De werkelijke interesse lag echter bij de interesse in de reactietijd op de herkenning van een emotie en of de toevoeging van tranen een extra effect had. Als eerste werd de proefpersoon naar demografische informatie gevraagd als naam, geslacht, leeftijd en opleiding. Vervolgens begon de participant aan het werkelijke experiment. Dit vond plaats achter een computer in een rustige cabine op de Universiteit van Tilburg. Het experiment begon met een korte uitleg. De participant werd geïnstrueerd om zo snel mogelijk vast te stellen welke emotie te zien is op de afbeelding en hier vervolgens enkele vragen over te beantwoorden. Hierna volgden drie voorbeeldvragen waarin de participant kon wennen aan de manier van beantwoorden. Vervolgens begon het werkelijke onderzoek. Het experiment was verder als volgt opgebouwd: de participant kreeg allereerst 1 seconde een fixatiekruis te zien. Vervolgens kreeg de participant 50 milliseconde een afbeelding te zien van een neutraal of verdrietig gezicht, dit kan een foto zijn met of zonder tranen. De proefpersoon kon aangeven welke emotie hij zag door het juiste cijfer op het toetsenbord te kiezen (1 = neutraal, 5 = verdrietig). De aanbieding van alle afbeeldingen was elke sessie random verdeeld. Er werd vanuit gegaan dat de kans groot was dat de participant sowieso de juiste emotie zou kiezen. Zoals eerder gezegd is de emotieherkenning dan ook niet wat dit onderzoek wilde meten, de reactietijd hierop echter wel. Direct na het herkennen van de emotie kwam er een nieuw scherm in beeld waar de eerste vraag (1) gesteld werd. Hierna volgde een tweede scherm waar de tweede vraag (2) werd gesteld. Deze twee vragen werden gesteld ongeacht welke emotie (neutraal of verdriet) de proefpersoon had herkend: 1. Hoe goed kan je je inleven in deze persoon? 2. Hoeveel behoefte aan steun heeft deze persoon? 18

19 Deze vragen werden beantwoord op een 5-punts Likert-schaal. Deze antwoordopties liepen van 1 = helemaal geen inleving/helemaal geen steun tot 5 = veel inleving/veel steun. De eerste vraag mat de empathie, de tweede vraag de behoefte aan steun. Deze twee vragen werden na elke foto gesteld. Voor beide vragen kreeg de participant maximaal 5 seconden de tijd om te antwoorden. Wanneer de participant echter een geschikt antwoord (tussen de 1 en 5) gaf, werd de tijd afgebroken en werd hij of zij doorgestuurd naar het volgende scherm. Helemaal aan het einde van het experiment werd aan de deelnemers, als controle, gevraagd of men iets opviel aan de foto s. Dit werd gedaan om uit te vinden of de respondenten nergens tranen hadden gezien. Op figuur 2 is het experiment schematisch weergeven. Deze procedure is voor elke proefpersoon hetzelfde. Het schema op figuur 2 wordt 72 keer herhaald zodat elke respondent elke foto te zien krijgt. In totaal duurde het experiment 15 tot 20 minuten. In grote lijnen volgt deze procedure de opzet van het onderzoek van Balsters et al. (2013). De meest considerabele toevoeging in dit experiment is de toevoeging van leeftijdscategorieën. Figuur 2. Schematische weergave van het experiment 4.5 Design Dit onderzoek maakt gebruik van een binnen-proefpersonen design. Elke respondent heeft alle foto s beoordeeld. De onafhankelijke variabelen in het experiment zijn Leeftijdscategorie van de afgebeelde persoon (levels: kind, volwassene, 70+), Emotie (levels: neutraal, verdrietig), en Tranen (levels: aanwezig, afwezig). Er is hier dus sprake van een 3x2x2 design. De afhankelijke variabelen in het onderzoek zijn de reactietijd van de emotieherkenning en de toegekende mate van empathie en steun. Dit onderzoek focust zich voornamelijk op de emotie verdriet. 19

20 4.6 Analyse De resultaten zijn verkregen aan de hand van het programma E-Prime. Deze data is vervolgens verwerkt in E-Data. In E-Data zijn alle resultatensets gecontroleerd voor bruikbare en onbruikbare resultaten, waarna er besloten is om acht resultatensets uit te sluiten van de analyse. Alleen de correcte antwoorden op de herkenning van een neutraal of verdrietig gezicht zijn meegenomen in de uiteindelijke data. Van alle 2040 valide antwoorden zijn er 1697 (83%) correct beantwoordt. Deze correcte data werd vervolgens geëxporteerd naar SPSS. De statistische toetsen zijn aan de hand van dit laatst genoemde programma, SPSS, verworven. De demografische data van de proefpersonen is verkregen dankzij frequency tabellen in SPSS. Overige resultaten zijn verkregen aan de hand van Repeated Measures ANOVA s en T-toetsen. Uit de controlevraag is gebleken dat geen enkele respondent tranen heeft gezien op de afbeeldingen. 20

21 5. Resultaten 5.1 Emotieherkenning Uit een Paired Samples T-toets kwam naar voren dat er geen verschil is in de reactietijden op neutrale ( M = 1077, SD = ) en verdrietige gezichten ( M = 1127, SD = ), t(55) = 1.41, p >.05. Verder bleek dat verdrietige gezichten met tranen (M = 1076, SD = 228.4) significant sneller worden herkend voor de emotie verdriet, dan verdrietige gezichten zonder tranen (M= 1178, SD = 292.6), t(27) = 2.18, p <.05. Voor neutrale gezichten met (M = 1080, SD = 236.8) en zonder tranen (M= 1075, SD = 225.7) werd geen verschil gevonden. Op onderstaande figuur 3 zijn deze gemiddelden schematisch weergeven. Een lagere reactietijd betekent snellere emotieherkenning Reactietijden Neutraal Wel tranen Geen tranen Totaal 1178 Verdriet 1127 Figuur 3. Gemiddelde reactietijden op neutrale en verdrietige foto s onderverdeeld in wel tranen, geen tranen en de totale reactietijd. * staat voor een significant verschil tussen beide aangegeven gemiddeldes (n=28). Wat betreft reactietijden binnen de verschillende leeftijdscategorieën zijn er geen significante verschillen gevonden voor de reactietijd op de emotie verdriet van volwassenen, 21

22 allen p >.05. Verdrietige gezichten met tranen van volwassenen (M = 1085, SD = 379.6) en verdrietige gezichten zonder tranen (M = 1095, SD = 357.6) hebben dezelfde reactietijd, t(27) = 0.12, p >.05. Voor ouderen is er tevens geen verschil gevonden voor de reactietijd op verdrietige gezichten met tranen (M = 1088, SD = 374.3) en zonder tranen (M = 1088, SD = 401.3), t(26) = 0.01, p >.05. Wel is er een significant verschil gevonden op de reactietijden voor verdrietige gezichten van kinderen. De emotie verdriet op foto s van kinderen wordt sneller herkend met tranen ( M = 1035, SD = 330.6) dan zonder tranen ( M = 1345, SD = 429.1), t(27) = 3.40, p <.01. Voor de neutrale emotie zijn er geen significante verschillen gevonden binnen de verschillende leeftijdscategorieën, F(2, 54) = 0.66, p > In onderstaande tabel zijn alle gemiddelde gegevens binnen de leeftijdscategorieën gegeven. Tabel 1 Gemiddelde reactietijden per conditie (leeftijd en tranen op de emotie verdriet) Kinderen Volwassen 70+ Verdriet zonder tranen 1345 (SD=429.1)* 1095 (SD=357.6) 1088 ( SD = 401.3) Verdriet met tranen 1035 (SD=330.6)* 1085 (SD=379.6) 1088 (SD = 374.3) Noot. * staat voor een significant verschil tussen beide aangegeven gemiddelden. Ook blijkt er een interactie van p =.025 te zijn tussen alle drie de onafhankelijke variabelen; Leeftijdscategorie, Emotie en Tranen. Op onderstaande twee figuren (figuur 4 en figuur 5) is dit interactie effect weergeven met een onderscheid op tranen. Uit dit interactie effect blijkt dat in de conditie zonder tranen (figuur 4), de reactietijd korter is bij neutrale foto s dan bij verdrietige foto s. In de conditie met tranen (figuur 5) is dit juist andersom. Voor de 70+ers geldt dit verschil echter niet. Bij 70+ers in de conditie geen tranen is de reactietijd korter bij verdriet dan bij neutraal, bij de conditie met tranen is dit juist andersom. In conclusie geeft dit interactie effect aan dat er voor kinderen en volwassenen een soortgelijk patroon te zien is wat betreft tranen en emotie, maar dat dit patroon niet geldt voor ouderen. 22

23 Geen tranen Wel tranen Verdriet Neutraal 900 Verdriet Neutraal Kinderen Volwassenen 70+ Figuur 4. Grafische weergave van het interactie effect tussen leeftijdscategorie, emotie en tranen. kinderen Volwassenen 70+ Figuur 5. Grafische weergave van het interactie effect tussen leeftijdscategorie, emotie en tranen. Verder is er ook een interactie effect van p <.025 gevonden voor tranen (levels: wel en geen) en leeftijd (levels: kind, volwassen, 70+). Op onderstaande figuur 6 is dit effect grafisch weergeven. Het blijkt dat het effect van tranen het sterkst is voor kinderen. Een interactie tussen tranen en emotie of leeftijd en emotie werd niet gevonden Interactie Leeftijd en Tranen Wel tranen Geen tranen Figuur 6. Grafische weergave van het interactie effect tussen de aanwezigheid van tranen en de leeftijdscategorie. Kinderen Volwassenen

24 5.2 Empathie en tranen Op de empathievraag hoe goed kan je je inleven in deze persoon? zijn verschillende effecten gemeten. Zo blijkt dat de proefpersonen zich beter kunnen inleven in verdrietige gezichten (M = 2.91, SD = 0.58) dan neutrale gezichten (M = 2.31, SD = 0.79), t(55) = 7.11, p <.001 (zie figuur 9, terug te vinden in hoofdstuk 5.3). Dit hoofdeffect blijft overeind wanneer neutrale en verdrietige gezichten zònder (t(27) = 4.98, p <.001) worden geselecteerd en wanneer deze gezichten mèt tranen (t(27) = 4.99, p = <.001) worden geselecteerd. Wanneer er alleen gekeken wordt naar verdrietige gezichten, is er geen traneneffect gevonden op de mate van inleving wat betreft de gehele populatie (kinderen, volwassenen en ouderen samen). Er is geen verschil in score op empathie voor gezichten zonder tranen (M = 2.94, SD = 0.59) en verdrietige gezichten met tranen (M = 2.88, SD = 0.57), t(27) = 1.93, p >.05. Een Repeated Measures ANOVA is gebruikt om de mate van empathie voor verdrietige gezichten op verschillende leeftijdscategorieën, kinderen, volwassenen en ouderen, te meten. Hier is een significant verschil gevonden tussen de leeftijdscategorieën (F(2, 26) = 3.49, p < 0.05). De verdrietige gezichten van volwassenen (M = 3.06, SD = 0.12) scoren significant hoger op empathie dan de verdrietige gezichten van kinderen (M = 2.87, SD = 0.13), F(1,27) = 5.76, p <.025. Er is geen verschil gevonden in empathie voor volwassenen (M = 3.06, SD = 0.12) en ouderen (M = 2.81, SD = 0.70), F(1,27) = 3.79, p >.05 of kinderen (M = 2.87, SD = 0.13) en ouderen (M = 2.81, SD = 0.70), F(1,27) = 0.17, p >.05. Een tweede Repeated Measures ANOVA is gebruikt om het effect van tranen te meten wat betreft inleving op verschillende leeftijdscategorieën. Allereerst wordt hier gekeken naar de mate van inleving op verdrietige afbeeldingen zonder tranen. Hier wordt hetzelfde effect gevonden als bij inleving zonder onderscheid in de toevoeging van tranen, F(2, 26) = 6.29, p < Er is sprake van een significant verschil in inleving bij foto s van kinderen (M = 2.82, SD = 0.13) en volwassenen (M= 3.12, SD = 0.12), waar volwassenen meer empathie ontvangen dan kinderen t(27) = 3.47, p <.005. Een verschil tussen kinderen (M = 2.82, SD = 0.13) en ouderen (M = 2.89, SD = 0.14) (t(27) = 0.55, p >.05) en 24

25 volwassenen (M= 3.12, SD = 0.12) en ouderen (M = 2.89, SD = 0.14), t(27) = 1.84, p >.05 werd opnieuw niet gevonden. Vervolgens werd er enkel gekeken naar afbeeldingen met de toevoeging van tranen en de mate van empathie hieraan toegekend. Hier zijn geen significante verschillen gevonden tussen de verschillende leeftijdscategorieën F(2, 26) = 1.54, p > De gemiddelde waardes van de afbeeldingen met tranen zijn onder andere terug te vinden in onderstaande figuur 7. 3,4 3,2 Gemiddelde mate van inleving 3 2,8 2,6 2,91 2,99 2,73 2,82 3,12 2,89 2,4 2,2 2 Wel tranen Geen tranen kinderen volwassenen 70+ Figuur 7: De gemiddelde mate van inleving op verdrietige foto s met wel of geen tranen aanwezig op de foto, verdeeld in leeftijdscategorieën.* zijn significant aan elkaar op p <.005. ** zijn significant aan elkaar op p <.05, (n=28). Aan de hand van een Paired Samples T-test is vervolgens gekeken naar de effecten van tranen binnen een leeftijdscategorie (kinderen, volwassen of ouderen). Deze t-test heeft aangetoond dat er geen verschil is in de beoordeling van empathie, wanneer er onderscheid wordt gemaakt tussen wel tranen (M = 2.91, SD = 014) en geen tranen (M = 2.81, SD = 0.13) bij de foto s van verdrietige kinderen, t(27) = 1.12, p >.05. Tevens is er geen significant verschil gevonden voor verdrietige volwassenen, t(27) = 1.70, p >.05. Wel is er een verschil gevonden voor de mate van empathie toegekend aan foto s met (M = 2.73, SD = 0.14) en zonder tranen (M = 2.89, SD = 0.14) van verdrietige ouderen. Verdrietige foto s van ouderen zonder tranen worden significant hoger op inleving beoordeeld als verdrietige foto s met tranen, t(27) = 2.22, p = <.05. Dit significante effect is tevens aangegeven in 25

26 bovenstaande figuur 7. Alle gemiddelde scores met hun significantie binnen de verschillende categorieën zijn te vinden in tabel 2. Tabel 2 Gemiddelde scores op inleving (zonder tranen, met tranen en totaal) bij de emotie verdriet op verschillende leeftijdscategorieën Kinderen Volwassenen Ouderen Inleving zonder tranen 2.82 (0.13)* 3.12 (0.12)* 2.89 (0.14)*** Inleving met tranen 2.91 (0.14) 2.99 (0.13) 2.73 (0.14)*** Inleving totaal 2.86 (0.13)** 3.06 (0.12)** 2.81 (0.13) Noot. * staat voor een significant verschil van p <.005 tussen beide aangegeven categorieën, ** staat voor een significant verschil van p <.05 tussen beide aangegeven categorieën, *** staat voor een significant verschil van p <.025 tussen beide aangegeven categorieën, (n=28) Er is geen interactie gevonden tussen de drie onafhankelijke variabelen; Leeftijdscategorie (levels: kinderen, volwassenen, ouderen), de aanwezigheid van Tranen (levels: wel of geen) en de Emotie (levels: neutraal of verdrietig). Een interactie effect tussen enkel leeftijdscategorie en de aanwezigheid van tranen werd ook niet gevonden, net als dat er geen interactie effect is gevonden tussen tranen en emotie. Wel bleek er een interactie van p <.01 te zijn tussen emotie en leeftijdscategorie. Op onderstaande figuur 8 is deze interactie grafisch weergeven. Uit de figuur blijkt dat het effect van de leeftijdscategorie is duidelijk groter is voor verdrietige foto s dan voor neutrale foto s. Het effect van de weergeven emotie (neutraal of verdrietig) op de inlevingsvraag is het sterkst voor volwassenen. 3,2 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 Interactie Leeftijd en Emotie Verdriet Neutraal Kinderen Volwassen 70+ Figuur 8. Grafische weergave van het interactie effect tussen de emotie (verdriet of neutraal) en de leeftijdscategorie op de inlevingsvraag. 26

27 5.3 Steun en tranen De vraag hoeveel steun denk je dat deze persoon nodig heeft? is gebruikt om de mate van steun van jongvolwassenen aan verschillende personen op afbeeldingen te meten. Personen op verdrietige foto s (M = 3.21, SD = 0.46) krijgen significant meer steun dan personen op neutrale afbeeldingen (M = 1.73, SD = 0.48), t(55) = 18.55, p <.001. Zie figuur 9 voor een overzicht van de algemene beoordeling op de steun- en inlevingsvraag (resultaten inlevingsvraag te vinden in: 5.2 Inleving en tranen, eerste alinea). 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 Gemiddelde steun en inleving per emotie 3,21 2,91 2,31 1,73 Steun Inleving Neutraal Verdriet Figuur 9. Gemiddeldes op de steun- en inlevingsvraag, opgesplitst in de neutrale en verdrietige emotie. * zijn significant aan elkaar, ** zijn significant aan elkaar (n=28). Enkel gekeken naar verdrietige gezichten, is er geen traneneffect gevonden. Aan afbeeldingen zonder tranen (M = 3.20, SD = 0.45) wordt net zo veel steun gegeven als aan afbeeldingen met tranen (M = 3.23, SD = 0.49), t(27) = 0.75, p >.05. De mate van steun toegekend aan verschillende leeftijdscategorieën is berekend aan de hand van een Repeated Measures ANOVA. Uit deze analyse is gebleken dat er geen verschil is in de mate van steun toegekend aan kinderen (M = 3.24, SD = 0.54), volwassenen (M = 3.32, SD = 0.55) en ouderen (M = 3.07, SD = 0.60), F(2, 26) = 1.81, p > Door middel van een Paired Samples T-toets is er gekeken naar de beoordeling van steun op afbeeldingen zonder tranen. Het blijkt dat verdrietige volwassenen (M = 3.33, SD = 0.10) significant meer steun toegekend krijgen dan verdrietige kinderen (M= 3.14, SD = 0.11), t(27) = 2.08, p = <.05. Tussen kinderen (M= 3.14, SD = 0.11) en ouderen (M= 3.13, 27

28 SD = 0.63) is geen verschil gevonden, t(27) = 0.06, p >.05. Er is tevens geen verschil gevonden tussen volwassenen (M = 3.33, SD = 0.10) en ouderen, t(27) = 1.57, p >.05. Alleen gekeken naar verdrietige afbeeldingen met toegevoegde tranen leidt ook tot een significant verschil. Ditmaal tussen kinderen (M = 3.35, SD = 0.61) en ouderen (M = 3.02, SD = 0.66). Kinderen ontvangen op afbeeldingen met tranen significant meer steun ontvangen dan ouderen zonder tranen, t(27) = 2.37, p =.025. Een verschil tussen kinderen (M = 3.35, SD = 0.61) en volwassenen (M = 3.31, SD = 0.65) werd, in tegenstelling tot de afbeeldingen zonder tranen, niet gevonden, t(27) =0.38, p >.05. Er werd tevens geen verschil gevonden tussen volwassenen (M = 3.31, SD = 0.65) en ouderen, t(27) = 1.81, p >.05. Al deze resultaten zijn terug te vinden in figuur 10. 3,6 Gemiddelde toegekende steun 3,4 3,2 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 3,35 3,31 3,33 3,14 3,13 3,02 Steun met tranen Steun zonder tranen Kinderen Volwassenen 70+ Figuur 10. De gemiddelde mate van steun voor verdrietige foto s met wel of geen tranen aanwezig op de foto en verdeeld in leeftijdscategorieën. * zijn significant aan elkaar op p <.05, ** zijn significant aan elkaar op p <.025, en *** zijn significant aan elkaar op p <.05 (n = 28). Indien er gekeken wordt naar de effecten van tranen op de emotie verdriet binnen een enkele leeftijdscategorie wordt er louter een verschil gevonden voor kinderen. Dit is tevens aangegeven in figuur 10. Aan verdrietige kinderen met tranen (M = 3.35, SD = 0.61), wordt significant meer steun gegeven dan verdrietige kinderen zonder tranen (M = 3.14, SD = 0.58), t(27) = 2.13, p = <.05. Voor verdrietige huilende volwassenen (M = 3.30, SD = 0.65) en verdrietige niet-huilende volwassenen (M = 3.33, SD = 0.51) wordt geen verschil 28

29 gevonden, t(27) = 0.34, p >.05. Ditzelfde geldt voor verdrietige ouderen met tranen (M = 3.02, SD = 0.66) en verdrietige ouderen zonder tranen (M = 3.13, SD = 0.63), t(27) = 1.29, p >.05. Een verzameling van alle gemiddeldes op de steunvraag is terug te vinden in tabel 3. Tabel 3 Gemiddelde scores op steun (zonder tranen, met tranen en totaal) bij de emotie verdriet op verschillende leeftijdscategorieën Kinderen Volwassenen Ouderen Steun zonder tranen 3.14 (0.11)*/*** 3.33 (0.10)* 3.13 (0.63) Steun met tranen 3.35 (0.61)**/*** 3.31 (0.65) 3.02 (0.66)** Steun totaal 3.24 (0.54) 3.32 (0.55) 3.07 (0.60) Noot. * staat voor een significant verschil van p <.05 tussen beide aangegeven categorieën, ** staat voor een significant verschil van p <.025 tussen beide aangegeven categorieën, *** staat voor een significant verschil van p <.05 tussen beide aangegeven categorieën (n=28) Voor de steunvraag is er geen significant interactie effect gevonden tussen de drie onafhankelijke variabelen; emotie, leeftijdscategorie en tranen. Er is tevens geen interactie effect gevonden tussen emotie en leeftijdscategorie, emotie en tranen, en leeftijdscategorie en tranen. 29

30 6. Conclusie Op basis van de resultaten kan de eerste hypothese de digitale toevoeging van tranen aan een verdrietig gezicht, leidt tot een snellere herkenning van de emotie verdriet bij de waarnemer bevestigd worden. Wanneer er naar alle 72 afbeeldingen wordt gekeken kan er worden gezegd dat mensen sneller reageren op de emotie verdriet als er tranen zijn toegevoegd aan de foto. Zodra de verschillende leeftijdscategorieën uitgesplitst worden in kinderen, volwassenen en ouderen, blijft er enkel een significant verschil over voor de verdrietige kinderen. De respondenten herkennen verdriet sneller bij huilende, verdrietige kinderen dan verdrietige kinderen die niet huilen. Voor volwassenen en ouderen is er geen apart effect gevonden. De tweede hypothese veronderstelde dat de digitale toevoeging van tranen aan een verdrietig gezicht zou leiden tot een sterker gevoel van empathie en een grotere behoefte aan steun van de waarnemer. Deze hypothese wordt deels ondersteund door de verkregen resultaten. Zo blijkt dat, wanneer er geen onderscheid wordt gemaakt voor kinderen, volwassenen en ouderen, er geen verschil is wat betreft de toevoeging van tranen. Mensen voelen evenveel empathie voor verdrietige gezichten zonder als met tranen. Ditzelfde geldt voor de behoefte aan steun. Wel zijn er verschillende resultaten gevonden binnen bepaalde leeftijdscategorieën. Zo blijkt dat niet-huilende, verdrietige ouderen significant meer empathie creëren dan huilende, verdrietige ouderen. Een ander effect binnen een bepaalde leeftijdscategorie is bij kinderen gevonden. Foto s van verdrietige kinderen met de aanwezigheid van tranen ontvangen meer steun dan foto s van verdrietige kinderen zonder tranen. Als laatste bleek er een interactie effect te zijn tussen leeftijd en emotie op de inlevingsvraag. De emoties (neutraal en verdrietig) van volwassenen geven het sterkste effect op de mate van empathie. Ook werd uit deze interactie duidelijk dat het effect van de leeftijdscategorie het grootst is op verdrietige foto s. In de derde hypothese wordt aangenomen dat verdrietige gezichten van 70+ers zorgen voor een sterker gevoel van empathie en een grotere behoefte aan steun in vergelijking met de verdrietige gezichten van volwassenen en kinderen. Deze hypothese wordt niet ondersteund door de resultaten. De additionele hypothese veronderstelde dat dit effect versterkt zou worden door de digitale toevoeging van tranen kan hierdoor ook 30

31 verworpen worden. Zoals eerder verteld blijkt wel sprake te zijn van een ander traneneffect binnen de oudere leeftijdscategorie. Ouderen ontvangen juist minder empathie wanneer er tranen aanwezig zijn. De vierde hypothese veronderstelde dat huilende gezichten van kinderen het minste begrip en gevoel van empathie van de waarnemer ontvangen. Uit de resultaten is gebleken dat er geen verschil is in de mate van empathie binnen verschillende leeftijdscategorieën op enkel verdrietige gezichten met toegevoegde tranen. Op de steunvraag is wel een effect gevonden. Huilende, verdrietige kinderen ontvangen significant meer steun dan huilende ouderen. Tussen ouderen en volwassenen of kinderen en volwassenen is geen verschil wanneer alleen de afbeeldingen met tranen in acht worden genomen. Wanneer alle afbeeldingen met tranen buiten beschouwing worden gelaten en er enkel gekeken wordt naar verdrietige afbeeldingen zonder tranen, blijkt dat volwassenen meer steun ontvangen dan kinderen. Ditzelfde geldt voor de mate van empathie, verdrietige volwassenen zonder tranen zorgen voor een sterker gevoel van empathie bij de waarnemer dan verdrietige kinderen zonder tranen. Hoewel er in hypothese 4.1 vanuit werd gegaan dat de extra toevoeging van tranen niet zorgt voor een versterking van de empathie en steun bij kinderen, bleek dit toch zo te zijn. Kinderen die niet huilen, krijgen minder steun dan kinderen waarbij wel tranen aanwezig zijn op de foto. Er is geen verschil gevonden tussen wel en niet-huilende volwassenen of ouderen. De hoofdvraag van deze studie; hoe wordt de emotie verdriet (met en zonder tranen) bij verschillende leeftijdsgroepen (kinderen, volwassenen, bejaarden) herkend/beoordeeld door jong volwassenen? kan als volgt beknopt worden beantwoord: De emotie verdriet wordt sneller herkend met tranen dan zonder tranen, dit geldt vooral voor kinderen. Verder geldt dat, wanneer er tranen aanwezig zijn op de foto, kinderen meer steun ontvangen dan wanneer er geen tranen aanwezig zijn. Wat betreft de algemene mate van inleving ontvangen volwassenen de meeste empathie van de respondenten (jongvolwassenen). Ditzelfde geldt voor de algemene mate van steun, ook dit is het hoogste voor volwassenen. Voor 70+ers werd geen duidelijk effect gevonden, behalve dat zij minder empathie creëren bij de waarnemer wanneer zij huilen dan wanneer zij niet huilen. 31

32 7. Discussie Het doel van deze studie was onderzoeken hoe jong volwassenen het verdriet van verschillende leeftijdscategorieën beoordelen. Hier werd gekeken naar de mate van inleving en toegekende steun op verdrietige afbeeldingen van kinderen, volwassenen en ouderen. De toevoeging van tranen aan de foto s onderzocht of het wel of niet onbewust waarnemen van tranen zou zorgen voor een extra effect. Uit de resultaten is gebleken dat niet alle hypotheses aangenomen kunnen worden. Desondanks is er een belangrijk verschil gevonden in de reactiesnelheid op afbeeldingen met verdrietige gezichten. Verdrietige foto s met tranen worden sneller herkend dan de foto s zonder tranen. Dit resultaat is in overeenstemming met eerder onderzoek van Balsters et al. (2013) en met de verwachting van de eerste hypothese. In dit onderzoek is echter naar voren gekomen dat wanneer er alleen naar volwassenen of 70+ers wordt gekeken, er geen verschil in reactietijd meer geldt, maar dat dit effect wel overeind blijft bij kinderen. Dit effect is dan weer tegenstrijdig met het onderzoek van Balsters et al. (2013). Het onderzoek van Balsters et al. (2013) maakt namelijk enkel gebruik van volwassen gezichten. Het niet vinden van een verschil bij volwassenen kan te maken hebben met de toevoeging van kinderen en 70+ers. Omdat er meer verschillende afbeeldingen in het experiment verwerkt zijn, heeft de respondent meer informatie moeten processen, waardoor de tranen van kinderen misschien onbewust meer aandacht hebben gekregen. Een verklaring waarom er enkel een traneneffect wordt gevonden op kinderen wanneer er gesplitst wordt op leeftijdscategorieën zou kunnen zijn dat kinderen, over het algemeen, vaker huilen dan volwassenen en ouderen. In het echte leven ziet men vaker een kind huilen, dan een volwassene of oudere. Ook al worden de tranen onbewust waargenomen, zou het bewust zijn van deze kennis, nog steeds kunnen leiden tot een snellere emotieherkenning bij verdrietige foto s van kinderen met tranen. De overige hypotheses veronderstelden dat er verschillen zouden zijn tussen verschillende leeftijdscategorieën wat betreft toegekende steun en empathie. In overeenstemming met deze aanname is er een effect tussen kinderen en volwassenen gevonden. In overeenstemming met Zeifman & Brown (2011) blijkt dat kinderen inderdaad minder steun krijgen toegekend en een lagere mate van empathie creëren dan volwassenen. 32

33 Dit resultaat geldt echter wel alleen op afbeeldingen zonder tranen. Het meer steun en empathie creëren van volwassenen heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met het idee dat verdriet van volwassenen als waardevoller wordt beschouwd (Zeifman & Brown, 2011). Waar kinderen nog vaker om fysieke pijn verdrietig zijn, zullen volwassenen sneller verdriet ervaren om meer betekenisvolle gebeurtenissen (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Binnen een bepaalde leeftijdscategorie is er een interessant resultaat gevonden voor kinderen. Het blijkt dat kinderen die huilen meer steun ontvangen dan kinderen die niet huilen. Sociaal gezien is dit een logisch resultaat. Volgens Vingerhoets et al. (2000) is huilen een van de meest krachtige methodes om de behoefte aan hulp aan te geven. Wanneer een kind zal huilen, zal hij als meer hulpeloos worden gezien wat vervolgens leidt tot het meer steun geven door de waarnemer (Vingerhoets & Rottenberg, 2012). Dat kinderen nog zeer afhankelijk zijn is algemeen bekend en dit verklaart dan ook dit evidente resultaat. Verder zijn niet alle verwachte effecten tussen verschillende leeftijdscategorieën gevonden. Zo blijkt dat de verwachting dat ouderen meer steun en empathie zullen ontvangen niet ondersteund wordt door de resultaten. De toevoeging van 70+ers aan een onderzoek als dit is op zichzelf wel vernieuwend, het blijkt alleen dat de verwachte verschillen niet juist zijn. Ook al hebben oudere personen een beter ontwikkelde emotionele ontwikkeling volgens Levenson et al. (2001), wat hun emoties waardevoller zou maken, wordt dit niet persé herkend door de waarnemer. Uit de resultaten is zelfs gebleken dat ouderen minder empathie ontvangen voor hun verdriet wanneer zij huilen dan wanneer zij niet huilen. Een verklaring hiervoor vinden vanuit de literatuur is lastig, maar misschien zijn jongvolwassenen het ronduit niet gewend om oude mensen te zien huilen. Kinderen en volwassenen staan hoogstwaarschijnlijk veel dichterbij. Door dit onverwachte aspect van tranen bij 70+ers, zouden de respondenten onbewust niet weten wat ze daarmee aan moeten, wat vervolgens heeft geleidt tot een mindere mate van empathie. Ze zouden het simpelweg niet gewend zijn een ouder persoon te zien huilen waardoor ze zich minder goed konden inleven. 7.1 Limitaties en aanbevelingen Hoewel de resultaten enkele waardevolle inzichten hebben gegeven, zijn er ook enige limitaties aan het onderzoek. Zo is dit 20 minuten durend experiment samen met twee 33

34 andere enigszins gelijke experimenten afgenomen. Hoewel van tevoren duidelijk aangegeven dat deze drie experimenten niets met elkaar te maken hadden, kan dit toch hebben geleidt tot een vorm van verwarring bij de respondent. Extra verwarring kan zijn ontstaan doordat deze drie experimenten de manier van antwoorden, niet op elkaar hadden afgestemd. Bij elk experiment werden gezichten worden beoordeeld op een soort gelijke wijze, er werden alleen andere toetsen op het toetsenbord gebruikt om een antwoord kenbaar te maken. Verder is het experiment uit deze studie vaker als derde aangeboden en kan dit hebben geleidt tot een vermindering in participatie door een gebrek aan zin van de respondent in nog een experiment. Deze twee omstandigheden tijdens het afnemen van het experiment kunnen tevens een oorzaak zijn van het grote uitvalpercentage. Van de 36 deelgenomen personen zijn er acht zijn weggevallen wegens onbruikbare resultaten. Dit is maar liefst 22.2% van alle respondenten. Na het verwijderen van alle onbruikbare resultaten zijn er gelukkig genoeg waardevolle resultaten overgebleven, maar het is duidelijk dat het wegvallen van acht respondenten niet optimaal is. Een andere kwestie wat betreft de proefpersonen zit in de externe validiteit. Enkel hoogopgeleide jongvolwassenen hebben meegewerkt aan dit onderzoek. Dit maakt het lastig om te generaliseren voor de gehele samenleving. De toevoeging van verschillende opleidingsniveaus en leeftijden zou de externe validiteit kunnen verbeteren. De sterke kant van dit onderzoek is dat het is vernieuwend op twee gebieden. Ten eerste werd er voor het eerst op onbewust niveau gekeken naar de effecten van tranen op verschillende leeftijdscategorieën. In het artikel van Zeifman & Brown (2011), waar dit onderzoek deels op gebaseerd is, werd er enkel gekeken naar de bewuste effecten van tranen op de waarnemer. In deze studie gaat het juist om de onbewuste effecten van tranen, net als bij Balsters et al. (2013). Door naar het onbewuste effect van tranen te kijken wordt de kans op sociaal wenselijke antwoorden vermeden. Wat dit onderzoek extra sterk maakt is dat geen enkele respondent tranen heeft waargenomen. Dit maakt alle resultaten gebaseerd op het wel of niet aanwezig zijn van tranen, zeer duurzaam. Het blijkt in ieder geval wederom dat tranen een sterke visuele cue zijn voor de herkenning van de emotie verdriet en voor de mate van steun en inleving. Dit geldt zelfs op het onbewuste niveau. Het tweede vernieuwende aspect van deze studie omvat het meenemen van 70+ers. Onderzoek naar 34

35 verdriet bij 70+ers en de effecten van tranen op deze leeftijdscategorie is nog niet eerder gedaan. In de resultaten werd echter wel duidelijk dat de toevoeging van 70+ers in dit onderzoek niet voor zeer overduidelijke verschillen heeft gezorgd. Een verklaring voor de matige resultaten op de behoefte aan steun en mate van empathie bij ouderen zou mogelijk de korte aanbiedingstijd kunnen zijn geweest. Dit klinkt zeer tegenstrijdig met het eerder genoemde vermijden van sociaal wenselijke antwoorden, maar zou toch de verklaring van de scores op de empathie en steunvraag bij ouderen kunnen zijn. De deelnemers hadden namelijk maar 50 milliseconden de tijd om een afbeelding op hun in te laten werken. Het zou kunnen dat wanneer deelnemers langer de tijd hebben om een bepaalde foto te bestuderen, ze beter de kans krijgen om achterliggende ideeën aan het verdriet te kunnen koppelen. In dit geval zou het kunnen dat ouderen een diepere betekenis aan hun verdriet krijgen toegeschreven, wat dan eventueel wèl zou kunnen leiden tot een hogere score op behoefte aan steun en misschien ook empathie. In vervolgonderzoek zou het dus een idee zijn om, wanneer de behoefte aan steun aan verdrietige ouderen wordt onderzocht, een lange aanbiedingstijd te leveren. Ondanks dat er dan geen onbewuste effecten worden gemeten, zou het kunnen zijn dat een onderzoek naar verdriet bij verschillende leeftijden, meer adequate resultaten genereert wanneer personen de tijd krijgen om een foto op hun in te laten werken. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden om zich in het algemeen sowieso meer te richten op emoties bij 70+ers, en dan voornamelijk hoe dit gewaardeerd wordt door jongere mensen. Zoals eerder genoemd is de externe validiteit van dit onderzoek matig. Daarom zou een andere interessante toevoeging voor vervolgonderzoek zijn om niet alleen te kijken hoe jongvolwassenen tegenover het verdriet van verschillende leeftijdscategorieën staan. Er zou ook moeten worden gekeken naar hoe onder andere iets oudere volwassenen dit beoordelen of mensen met een ander opleidingsniveau. Zo zou het kunnen dat een vrouw of man rond de 40 met kinderen, heel anders aankijkt tegen verdriet bij kinderen, volwassenen en ouderen. In conclusie kan er in ieder geval worden gezegd dat deze studie een aantal interessante resultaten heeft verkregen. Zo reageren mensen sneller op de emotie verdriet met tranen dan zonder tranen en ontvangen volwassenen de meeste steun en empathie van 35

36 jongvolwassenen. Verder bleek nog dat kinderen meer steun ontvangen voor hun verdriet wanneer zij huilen dan wanneer zij niet huilen. Voor ouderen werd enkel duidelijk dat ze juist minder empathie creëren wanneer zij verdrietig zijn met tranen dan wanneer zij enkel verdrietig kijken. In vervolgonderzoek moet er niettemin wel rekening worden gehouden met wat voor effecten je precies wilt meten. Wanneer het gaat om tranen zou er op onbewust niveau beter kunnen worden gemeten, terwijl er beter op bewust niveau gemeten kan worden wanneer er gekeken wordt naar verschillen tussen verschillende leeftijdscategorieën. 36

37 8. Literatuur Balsters, M. J., Krahmer, E. J., Swerts, M. G., & Vingerhoets, A. J. (2013). Emotional tears facilitate the recognition of sadness and the perceived need for social support. Evolutionary Psychology, 11(1), Blair, R. J. R., Morris, J. S., Frith, C. D., Perrett, D. I., & Dolan, R. J. (1999). Dissociable neural responses to facial expressions of sadness and anger. Brain, 122(5), Couper, D. P., Sheehan, N. W., & Thomas, E. L. (1991). Attitude toward old people: the impact of an intergenerational program. Educational Gerontology: An International Quarterly, 17(1), Ekman, P. (2006). Darwin and facial expression: A century of research in review. Ishk. Ekman, P., & Cordaro, D. (2011). What is meant by calling emotions basic, Emotion Review, 3(4), Ekman, P., & Friesen, W. V. (2003). Unmasking the face: A guide to recognizing emotions from facial clues. Ishk. Ekman, P., Friesen, W. V., & Ellsworth, P. (1972). Emotion in the human face: Guidelines for research and an integration of findings. New York: Pergamon Press. Gomez, G. E., Young, E. A., & Gomez, E. A. (1991). Attitude toward the elderly, fear of death, and work preference of baccalaurea te nursing students. Gerontology & Geriatrics Education, 11(4), Hasson, O. (2009). Emotional tears as biological signals. Evolutionary Psychology, 7(3), Hendriks, M. C., Croon, M. A., & Vingerhoets, A. J. (2008). Social reactions to adult crying: The help-soliciting function of tears. The Journal of social psychology, 148(1), Kemper, T. D. (1987). How many emotions are there? Wedding the social and the autonomic components. American journal of Sociology, Kite, M. E., Stockdale, G. D., Whitley, B. E., & Johnson, B. T. (2005). Attitudes toward younger and older adults: An updated meta analytic review. Journal of social issues, 61(2), Laan, A. J., Van Assen, M. A., & Vingerhoets, A. J. (2012). Individual differences in adult crying: The role of attachment styles. Social Behavior and Personality: an international journal, 40(3),

38 Lench, H. C., Tibbett, T. P., & Bench, S. W. (2016). Exploring the Toolkit of Emotion: What Do Sadness and Anger Do for Us?. Social and Personality Psychology Compass, 10(1), Levenson, R. W., Carstensen, L. L., Friesen, W. V., & Ekman, P. (1991). Emotion, physiology, and expression in old age. Psychology and aging, 6(1), 28. Nelson, J. K. (2005). Seeing through tears: Crying and attachment. New York: BrunnerRoutledge Ramírez, L., & Palacios Espinosa, X. (2016). Stereotypes about old age, social support, aging anxiety and evaluations of one's own health. Journal of Social Issues, 72(1), Rottenberg, J., & Vingerhoets, A. J. (2012). Crying: Call for a lifespan approach. Social and Personality Psychology Compass, 6(3), Spielberger, C. D. (2006). Cross-cultural assessment of emotional states and personality traits. European Psychologist, 11(4), Vingerhoets, A. J. J. M. (2011). Tranen: waarom mensen huilen. Vingerhoets, A. (2013). Why only humans weep: Unravelling the mysteries of tears. OUP Oxford. Vingerhoets, A. J., Cornelius, R. R., Van Heck, G. L., & Becht, M. C. (2000). Adult crying: A model and review of the literature. Review of General Psychology, 4(4), 354. Vingerhoets, A. J. J. M., Kop, P. F. M., & Labott, S. M. (1999). Huilen en psychotherapie. Psychopraxis, 1(4), Vingerhoets, A. J., Ven, N., & Velden, Y. (2016). The social impact of emotional tears. Motivation and Emotion, 1-9 Zeifman, D. M., & Brown, S. A. (2011). Age-related changes in the signal value of tears. Evolutionary Psychology, 9(3),

39 9. Appendix A Kinderen Neutraal Kinderen - Verdriet 39

40 Volwassenen Neutraal Volwassenen Verdriet 40

41 Ouderen Neutraal Ouderen verdriet 41

42 Afbeeldingen met tranen (enkele voorbeelden) Kinderen - Neutraal Kinderen - Verdriet 42

43 Volwassenen - Neutraal Volwassenen Verdriet 43

44 Ouderen Neutraal Ouderen Verdriet 44

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Het verschil in het beoordelen van blije en verdrietige gezichten met en zonder tranen binnen en buiten de eigen groep.

Het verschil in het beoordelen van blije en verdrietige gezichten met en zonder tranen binnen en buiten de eigen groep. Het verschil in het beoordelen van blije en verdrietige gezichten met en zonder tranen binnen en buiten de eigen groep. The differences in the evaluation of happy and sad face expressions, with and without

Nadere informatie

The influence of unconsciously perceived facial features

The influence of unconsciously perceived facial features De kracht van onbewust gepercipieerde gezichtskenmerken Het effect van emotie, leeftijd en tranen op de effectiviteit van fondswervingsadvertenties The influence of unconsciously perceived facial features

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN De invloed van een rood sclera op de emotieherkenning en perceptie van de behoefte aan steun De onbewuste invloed van bepaalde gezichtskenmerken op onze waarneming The influence

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING?

HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING? HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING? Siméa congres, 6 april 2017 Lizet Ketelaar & Sigrid Kok 1 VANDAAG Deel 1: Theoretische introductie Onderzoeksuitkomsten Deel 2: Behandelervaringen

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

TILBURG UNIVERSITY. Het effect van tranen, sekse en emotie op het herkennen en beoordelen van gezichten op onbewust niveau.

TILBURG UNIVERSITY. Het effect van tranen, sekse en emotie op het herkennen en beoordelen van gezichten op onbewust niveau. TILBURG UNIVERSITY Het effect van tranen, sekse en emotie op het herkennen en beoordelen van gezichten op onbewust niveau. Sophie Boelen 711784 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Nemo Science Live 2011

Nemo Science Live 2011 NEMO Science Live 2011 19 februari-13 maart / 22 april-08 mei 2011 Onderzoekers: Theo Gevers, Albert Ali Salah, Hamdi Dibeklioglu en Sezer Karaoglu. I. UvA-NEMO Database Een grote collectie van video s

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek

1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Rapportage resultaten Oudertevredenheidsonderzoek De Plakkenberg, mei juni 2013 1.1 Resultaten oudertevredenheidsonderzoek Allereerst zullen de resultaten per onderwerp kort worden samengevat. Onder deze

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Emotionele Balans. Een aantal psychologische stromingen onderscheiden tot wel acht basis of kern emoties.

Emotionele Balans. Een aantal psychologische stromingen onderscheiden tot wel acht basis of kern emoties. Emotionele Balans Werken met kern emoties in hulpverlenings en coaching processen Achtergrond informatie 1 Als het hulpverlenings proces zich richt op gevoelens, zijn het vaak niet de eigenlijke gevoelens

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen? Familie of naaste zijn van iemand die zichzelf beschadigt kan erg moeilijk zijn. Iemand van wie je houdt doet zichzelf pijn en het lijkt alsof je niks kunt

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen De invloed van emoties op de motivatie om te presteren: de effecten van affectieve valentie, actiebereidheid en context. Interne onderzoeksstage en thesis

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010

Evaluatierapport. Workshop. Bewust en positief omgaan met ADHD. Universiteit van Tilburg Forensische psychologie. 23 april 2010 Evaluatierapport Workshop Bewust en positief omgaan met ADHD Universiteit van Tilburg Forensische psychologie 23 april 2010 Drs. Arno de Poorter (workshopleider) Drs. Anne van Hees (schrijver evaluatierapport)

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Question 6 Multiple Choice

Question 6 Multiple Choice Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen

Nadere informatie

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur

KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur KLEURRIJKE EMOTIES psychologie en kleur Iedere ouder zal het volgende herkennen: de blauwe en rode potloden uit de kleurdozen van kinderen zijn altijd het eerst op. Geel roept aanvankelijk ook warme gevoelens

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Module 21: Gevoelsvermijding. Gevoelsvermijding. Beperkende gedragspatronen 1/5. Leer omgaan met afwijzing Module 21

Module 21: Gevoelsvermijding. Gevoelsvermijding. Beperkende gedragspatronen 1/5. Leer omgaan met afwijzing Module 21 Module 21: Gevoelsvermijding Gevoelsvermijding Een van de belangrijkste basisemoties is verdriet. De emotie verdriet ontstaat bij een nare gebeurtenis. Verdriet is een golf van onbegrip en heeft als doel

Nadere informatie

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch)

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch) Appendix A Samenvatting (Summary in Dutch) Gehechtheid, zorg en pro-sociaal gedrag Dit proefschrift heeft tot doel de relatie tussen onveilige gehechtheid (vermijding, angst) en prosociaal gedrag te onderzoeken

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016

Kijken en voelen. Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet. Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Kijken en voelen Over hoe we emoties van anderen lezen en wat dat met ons doet Nieuwjaarsbijeenkomst Mediatorsvereniging 7 januari 2016 Agneta Fischer Universiteit van Amsterdam Mediation congres 2016,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Assignment 1. Beschrijving Anna Jansen

Assignment 1. Beschrijving Anna Jansen Assignment 1 Beschrijving Anna Jansen De emotie De applicatie Room for thought heeft ervoor gezorgd dat ik een emotionele reactie heb ervaren bij het gebruik ervan. Het is een applicatie die ervoor zorgt

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek

Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst Anders Dit is onderzoek Begrippenlijst door F. 1080 woorden 15 april 2016 9,1 2 keer beoordeeld Vak Anders Dit is onderzoek! 2.4 Steekproef Onderzoek met een kleine groep met de bedoeling

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn Imago-onderzoek 1 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn 1 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting 3 Resultaten ouders Algemene beschrijving ouders 1. Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? 6. Waar

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

INHOUD. 3 Inleiding 4 Kiezen voor het leven DRIE GOUDEN TIPS OM VOLUIT TE LEVEN

INHOUD. 3 Inleiding 4 Kiezen voor het leven DRIE GOUDEN TIPS OM VOLUIT TE LEVEN INHOUD 3 Inleiding 4 Kiezen voor het leven DRIE GOUDEN TIPS OM VOLUIT TE LEVEN 7 Verdriet uit je hart en verdriet om je zorgen 11 De belangrijkste relatie is die met jezelf 14 In dankbaarheid ligt geluk

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie