In 1923 in het arrest Artist de Laboureur (HR 9 februari 1923, NJ 1923, 676) geformuleerd als De eisen van redelijkheid en billijkheid 4
|
|
- Tobias Verhoeven
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rechtsvinding in twee fasen Rechtsvinding onder het wettelijk stelsel De relatie tussen art. 13 Wet AB 1 en het wettelijk stelsel Met als voorbeeld / uitwerking de oudedagsvoorziening van de Directeur-grootaandeelhouder Mr. W.M.U. van der Blom Eerste Concept, mei, 2017 Introductie In mei 2014 is op de site van OpenAccessAdvocate verschenen een artikel van mijn hand waarin ik de inrichting van het wettelijk stelsel heb geschetst 2. De harde kern Redelijkheid en billijkheid 3 missen normerende waarde zijn enkel een mechaniek om de normatief relevante vragen te stellen De Norm 4 van het recht een open norm 5 is die van de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt, telkens te verbijzonderen naar rechtsgebied In het Nieuw Burgerlijk Wetboek tekent zich helder af het stelsel van open normen, dat als wettelijk stelsel invulling geeft aan het recht BW 6:2 voor het recht in het algemeen alle rechtsgebieden BW 6:2 + BW 6:162 voor het burgerlijk recht algemeen (buitencontractueel) BW 6:2 + BW 6:162 + oud BW 1374/1375 voor het burgerlijke recht contractueel (algemeen) BW 6:2 + BW 6:162 + oud BW 1374/ (bijv.) BW 7:611 voor het burgerlijk recht contractueel (de bijzondere overeenkomsten) Als koers- en richtinggevend is het toepassen van dit stelsel van open normen 6 de condicio sine qua non voor rechtsvinding onder de Norm telkens te individualiseren naar het rechtsgebied waarop de casus betrekking heeft. 1 Artikel 13 Wet AB luidt: De regter die weigert regt te spreken onder voorwendsel van het stilzwijgen, de duisterheid of de onvolledigheid van de wet, kan uit hoofde van rechtsweigering vervolgd worden. 2 Met bijgevoegd de relevante wetsartikelen ook voor dit artikel van belang. Het artikel is ook te vinden op daar is later in 2015 nog aan toegevoegd een Schema Rechtsvinding (één A3) dat dient als basis voor dit artikel over Rechtsvinding in twee fasen. Dat Schema Rechtsvinding tekent de twee fasen als het ware uit. 3 In 1923 in het arrest Artist de Laboureur (HR 9 februari 1923, NJ 1923, 676) geformuleerd als De eisen van redelijkheid en billijkheid 4 De Norm (met hoofdletter) staat voor die norm die koers en richting geeft aan een bepaald normatief terrein als bijv. de ethiek, de moraal of het recht. De centrale norm van dat normatief gebied derhalve. Voor het recht is die centrale norm ontwikkeld in en vanuit het arrest Lindenbaum/Cohen (ECLI:NL:HR:1919:AG1776). 5 Die juist door haar open karakter ruimte biedt voor, en verplicht tot, het met gepaste afstand inpassen van de actualiteit van de dag in het recht waarmee wordt gewaarborgd dynamische tevens actuele rechtsvorming. 6 Die bepalingen verwoorden als afspiegelingen van de Norm, cumulatief, in onderling verband en samenhang een stelsel vormend door / na verbijzondering naar rechtsgebied de op het betreffend rechtsterrein en dus in casu toe te passen norm. 1
2 Het voorafgaand bestuderen van dat artikel uit 2014 (benut enkel de Pdf-versie) is van belang voor de beantwoording van de vraag die thans als vervolgvraag aan de orde wordt gesteld heel praktisch, die naar het vinden van het recht onder de Norm. Ingegaan wordt op drie vragen 1. Welke rol speelt de Norm bij de rechtsvinding? 2. Onder het kopje Het primaat van de Norm hoe verhoudt de Norm zich jegens de overige drie bij het vinden van recht te stellen vragen? 3. Onder het kopje Rechtsvinding in twee fasen is het mogelijk recht te vinden enkel op grond van de Norm dus ook indien geen op de voorliggende casus toegesneden wetgeving en/of jurisprudentie voorligt - de vraag die artikel 13 Wet AB opwerpt? Aansluitend wordt aan de hand van het nog steeds in statu nascendi verkerend stelsel van de pensioenvoorziening van de Directeur-grootaandeelhouder (de Dga) 7 geschetst hoe de uitleg van de verbintenissen uit de pensioenovereenkomst ex art lid 1 BW (oud) (de eerste fase) in de tweede fase van de rechtsvinding, ex de artt lid 3 / 1375 BW (oud) tot het daadwerkelijk vinden van recht en daarmee pas tot het vaststellen van de (executoriale) titel leidt door aanvullend te toetsen aan de op het betreffend rechtsterrein toegesneden verbijzonderingen van de Norm 8 De verbijzonderingen van de Norm waar het hier bij de Dga om gaat zijn enerzijds ex de artt. 1:81 BW, 1:82 BW en 1:83 BW (oud) de zorgvuldigheid die goed (gewezen) echtelieden in casu jegens elkander betaamt 9 anderzijds ex art. 2:9 BW de zorgvuldigheid die de dga in casu jegens de vennootschap betaamt de vennootschappelijke zorgvuldigheid die ook de (gewezen) echtgenoot op grond van de huwelijks gerelateerde zorgvuldigheid jegens de tot verevening verplichte echtgenoot, heeft te respecteren. 7 Nog steeds actueel, ondanks de inmiddels in werking getreden Wet uitfasering pensioen in eigen beheer. Met als harde kern de vraag of de (gewezen) Dga in geval van echtscheiding nog steeds tegen de (dure) commerciële waarde moet afstorten de aanspraak van de andere echtgenoot waar het opbouwen van de daaraan ten grondslag liggende reservering binnen de vennootschap, slechts tegen fiscale en dus te zuinige maatstaven is vergund. 8 Zonder toetsing aan de Norm geen recht! 9 In de jurisprudentie minder nauwkeurig immers zonder enige verwijzing naar de relevante wetsartikelen ook wel de postrelationele solidariteit genoemd. 2
3 1. De rol van de Norm bij de rechtsvinding In het eerder artikel is de te heilige koe van (de eisen van) redelijkheid en billijkheid teruggebracht tot niet meer, maar ook niet minder, dan een vragenmechaniek 10 : Wat vindt u in het licht van.. (de criteria a t/m d), in casu redelijk en billijk. Nu het bij redelijkheid en billijkheid blijkt te gaan om niet meer dan een vragenmechaniek komen we uiteraard aan enige normerende, en dus verbintenisscheppende waarde van redelijkheid en billijkheid niet toe 11. Dat vragenmechaniek van wat redelijk en billijk uitpakt kunt u letterlijk los laten op elk normatief terrein: ethisch, moreel, juridisch, economisch, natuurkundig, scheikundig, etc.. Als het gaat om bij voorbeeld DNA: wat vindt u gelet op (a) de voorgeschreven onderzoekregels en het consistent zijn van de uitkomsten (b) het voor handen materiaal (c) de stand van de wetenschap in het algemeen (d) de in acht te nemen zorgvuldigheid (= de Norm, hier de scheikundige norm, verbijzonderd naar DNA) In casu redelijk en billijk. In het eerder artikel is dan ook aangegeven dat het alom toepasbaar en toe te passen vragenmechaniek van redelijkheid en billijkheid enkel naar een juridisch resultaat kan worden vertaald door de vragen te leiden langs een viertal criteria van juridische aard 12, waaronder de Norm (criterium d): Wat vindt u (a) in het licht van de maatschappelijke appreciatie van het voorliggend rechtsterrein in het algemeen, zoals daarvan mede kan blijken uit een eventuele wettelijke en/of jurisprudentiële regeling, (b) gelet op de inhoud die partijen al dan niet aan juist hun relatie in concreto hebben gegeven, zoals daarvan mede kan blijken uit de eventueel tussen hen gemaakte afspraken, (c) mede gelet op relevante noties te ontlenen aan het stelsel van de Wet (= het stelsel van de zorgvuldigheid aan het rechtsaspect eigen de reeds gerealiseerde invulling van art. 6:2 BW en haar verbijzonderingen dus), (d) naar de het betreffend rechtsterrein regerende gehoudenheid zich (over en weer) als goed + hoedanigheid (bijv. goed werkgever/werknemer ) te gedragen (= de Norm) in casu redelijk en billijk? 10 Ook in die vorm van vragenmechaniek rechtens ten zeerste relevant 11 Logisch toch niemand heeft ooit wel en deugdelijk De eisen van redelijkheid en billijkheid gedefinieerd laat staan uitgelegd op grond waarvan aan die niet bestaande eisen normerende werking zou moeten worden toegekend. 12 Zodat niet een ethisch, moreel, economisch, natuurwetenschappelijk, scheikundig enz., maar een specifiek juridisch antwoord wordt uitgelokt op de vraag wat men in casu redelijk en billijk oordeelt. 3
4 2. Het primaat van de Norm In dat eerder artikel is ook aangegeven dat in deze criterium d (= de Norm) uiteindelijk de doorslag geeft 13. Uitgaand van het wettelijk stelsel als geschetst, en rekening houdend met de verplichting die artikel 13 Wet AB de rechter oplegt recht te spreken, ook als de Wet (= wet en/of jurisprudentie) geen aanknopingspunten biedt fundeert het geheel van Artikel 13 Wet AB Artikel 6:2 BW (voor het recht in het algemeen) Artikel 6:162 BW (voor het burgerlijk recht in het algemeen buitencontractueel) Artikel 6:248 BW juncto de artikelen 1374 en 1375 BW (oud) (voor het burgerlijk recht contractueel algemeen) dat primaat van de Norm. De artikelen BW 6:2 (recht in het algemeen) en BW 6:248 (contractueel algemeen) bevatten immers in telkens het tweede lid de onderkenning, dat voor rechtsvinding de wet niet essentieel is. In de woorden van de wet: Een tussen hen krachtens wet.., geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Daarmee is de relevantie van de Wet (= wet en/of jurisprudentie) voor de rechtsvinding als in essentie niet vereist, vergaand teruggebracht. Daarmee is meteen het primaat van de Norm (criterium d) onderbouwd: voor het vinden van recht heb je de Norm wèl, maar de wet niet nodig. Daarmee is invulling gegeven aan de ratio van artikel 13 Wet AB, dat de rechter alleen al met de Norm voldoende geëquipeerd is om zo nodig recht te vinden de Wet (= wet en/of jurisprudentie) is daarvoor niet nodig. Daarmee wordt de rol van wet en/of jurisprudentie uiteraard niet gebagatelliseerd zij figureren dan ook terecht prominent in de vraagstelling die bij het vinden van het recht moet worden gevolgd (de criteria a en c). Maar in de relatie tot de Norm (criterium d) hebben wet en/of jurisprudentie (criterium a + c) 14, en al helemaal de ooit gemaakte afspraken (criterium b) 15 het in voorkomend geval af te leggen tegen de Norm. 13 Uiteindelijk: de toets aan de Norm vormt dan ook de tweede fase van de rechtsvinding. 14 Gedateerd geformuleerd in en vanuit het verleden, daarom in voorkomend geval wellicht minder geschikt voor actuele toepassing. 15 In de woorden van het arrest Artist de Laboureur (HR 9 februari 1923, NJ 1923,676): dat nu eene (contractuele) bepaling, gelijk hier door het Hof, als voor partijen geldende, werd aangenomen, niet kan worden aangemerkt te zijn in strijd met de openbare orde of goede zeden, omdat de artikelen 1374 en 1375 BW (= De Norm) er tegen waken, dat belanghebbenden aan partijdige of onbillijke uitspraken gebonden zouden zijn, waaromtrent het oordeel aan den rechter is voorbehouden, zoodat willekeur is uitgesloten. 4
5 Overigens anders dan aangenomen niet met het verzwarend (en dus te zwaar) criterium van naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat art. 6:2 BW en art. 6:248 BW, telkens het tweede lid 16, in voorkomend geval voorschrijft : het gaat nu eenmaal om het primaat van de Norm, een primaat dat te allen tijde geldt aan zo n primaat is niet eigen dat het eerst intreedt, wanneer onaanvaardbaarheid is vastgesteld. 16 Weinig helder, en daarom juridisch-normatief bezien ongelukkig: redelijkheid en billijkheid ontberen als niet meer dan een vragenmechaniek immers normering en kunnen dan ook geen maatstaf opleveren voor de beperkende werking van de rechtens te betrachten zorgvuldigheid (buitencontractueel en contractueel). 17 Voor de juiste interpretatie van die op zich normatief niet bepaalde en dus ook niet te bepalen inhoud van de term naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is men dan ook aangewezen op het optimaliseren van de rechtsvinding door te toetsen aan de Norm, ex de artt lid 3 / 1375 BW (oud). 18 Optimaliseren van de rechtsvinding? Inderdaad, door consequent de relatie te leggen tussen de aanvullende en de beperkende werking van de zorgvuldigheid (buitencontractueel) / de goede trouw (contractueel), zoals in feite al vanaf 1919 in de praktijk geschiedt bij het vinden van recht onder de Onrechtmatige Daad (ongeschreven recht). 19 Hoe werkt dat dan, dat optimaliseren van rechtsvinding? Door te benutten de wisselwerking tussen de aanvullende en de beperkende werking van de zorgvuldigheid. Door te onderkennen enerzijds dat de aanvullende werking van de zorgvuldigheid in het licht van de van toepassing zijnde open norm de verbintenisrechtelijke aanspraak tot haar optimale omvang uitbreidt, te weten tot daar waar de beperkende werking van de zorgvuldigheid aangeeft dat het zo wel genoeg is, dat het optimum is bereikt, anderzijds dat de beperkende werking van de zorgvuldigheid in het licht van de van toepassing zijnde open norm de verbintenisrechtelijke aanspraak tot haar optimale omvang inperkt, te weten tot daar waar de aanvullende werking van de zorgvuldigheid aangeeft dat het zo wel genoeg is, dat het optimum is bereikt. Aanvullende werking en beperkende werking van de zorgvuldigheid kunnen dus niet zonder elkaar. en juist daarom, juist gelet op die elkaar vooronderstellende wisselwerking, past het niet een van de beide elementen aan verzwarende criteria (i.e. onaanvaardbaar ) te onderwerpen. 5
6 3. Rechtsvinding in twee fasen Dat primaat van de Norm perkt aldus in de essentialia van de rechtsvinding: wet en/of jurisprudentie (de criteria a + c) en/of gemaakte afspraken (criterium b), zijn geen essentialia voor het vinden van het recht. De Norm wèl de Norm is als enig criterium essentieel: zonder het bij elke rechtsvinding toetsen van het voorlopige resultaat aan de Norm, vindt men geen recht! Daarmee is mede gelet op de sub 2 gegeven toelichting in positieve zin beantwoord de ex artikel 13 Wet AB gerezen vraag of het mogelijk is recht te vinden ook bij de duisterheid of de onvolledigheid van de wet: wet en/of jurisprudentie, en ook gemaakte afspraken behoren niet tot de essentialia van de rechtsvinding; maar toetsing van de casus aan de Norm (sc. van de zorgvuldigheid die in casu betaamt) is essentieel, en als enige essentieel, voor het vinden van recht. Deze constatering vormt de keerzijde van de medaille van het primaat van de Norm: recht kan niet worden gevonden zonder toetsing aan de op het betreffend rechtsterrein van toepassing zijnde afspiegeling van de Norm. dus moet u bij elke rechtsvinding uiteindelijk toetsen aan de Norm anders levert het geen recht op 20. Ons nu beperkend tot de vier voor elke rechtsvinding relevante artikelen 21 die gehoudenheid om iedere rechtsvinding af te ronden met een toetsing aan de Norm staat met zoveel woorden in de wet, in artikel 1374 BW (oud): de overeenkomst (lees pars pro toto: de rechtsverhouding 22 ) geldt voor partijen als wet (lid 1), maar het ten uitvoer brengen dient wel te geschieden met het inachtneming van de goede trouw (= de Norm) (lid 3). Dus eerst stel je vast aard en omvang van de rechtsverhouding (buitencontractueel) / de overeenkomst (contractueel). Vervolgens vraag je je af maar pas op het moment van het realiseren 23 of het ten uitvoer brengen van de aldus ex lid 1 vastgestelde verbintenis zich verdraagt met de zorgvuldigheid die in casu tussen partijen betaamt (lid 3). 20 U bent immers uit op een normatief juridisch oordeel een oordeel dat aan een verbintenis de kwalificatie juridisch verantwoord toevoegt en daarmee de kracht verkrijgt van (executoriale) titel voor effectuering in het goederenrecht. U verwacht toch ook dat een moreel of ethisch oordeel, op het moment van het uitspreken aan de op dat moment vigerende Moraal dan wel de op dat moment vigerende Ethiek beantwoordt. Evenzo hebt u voor het vaststellen dat de uitkomst beantwoord aan het Recht, uw voorlopig juridisch oordeel te toetsen aan de (in casu vigerende verbijzondering van de) juridische Norm. 21 Art. 13 Wet AB, art. 6:2 BW, art. 6:162 BW en de artt. 1374/1375 BW (oud). 22 Let op Ook al neemt de uitleg van het contractueel art BW (oud) hier het voortouw, realiseer u dat contractueel voortbouwt op buitencontractueel dat contractueel het in acht nemen van de buitencontractuele zorgvuldigheid vóóronderstelt. 23 Dat is op het moment van ten uitvoer brengen ex artikel 1374 lid 3 BW (oud). 6
7 Realiseer u daarbij dat lid 1 van art BW (oud) enkel ziet op de vaststelling (= uitleg) van de verbintenis 24 maar dat lid 3 van art BW (oud) betrekking heeft op een veel breder terrein, te weten op de gehele tussen partijen bestaande rechtsverhouding, waarbij in voorkomend geval rekening moet worden gehouden ook met jegens derden bestaande verplichtingen. Een voorschotje nemend op de positie van de Directeur-grootaandeelhouder: Lid 1 van art BW (oud) ziet op de pensioenovereenkomst Lid 3 van art BW (oud) ziet op de vraag of de ex lid 1 gevonden uitleg van de pensioenovereenkomst zich wel verdraagt met de ook overigens tussen (gewezen) echtelieden als goed (gewezen) echtgenoot over en weer in acht te nemen zorgvuldigheid, alsmede met de door elk van hen jegens de vennootschap in acht te nemen zorgvuldigheid. Kortom de toetsing ex lid 3 van art BW (oud) ziet op de gehele te respecteren rechtsverhouding van partijen (verplichtingen jegens derden incluis) niet enkel op de buitencontractuele of contractuele verhouding die aan de rechter ex art lid 1 BW (oud) ter beslechting is voorgelegd. En de voor het afronden van de rechtsvinding te stellen vraag luidt: verdraagt de ex lid 1 van art BW (oud) gevonden verbintenis zich wel met de door partijen in hun relatie (en jegens derden) ook overigens te betrachten zorgvuldigheid? Luidt het antwoord bevestigend, dan is daarmee de aanspraak op het verlenen van de status van titel aan de verbintenis gegeven. Zo nee, dan is het zaak de aanvullende c.q. beperkende werking van de zorgvuldigheid (= de Norm) te benutten om de verbintenis aan te passen. Lukt ook dat niet dan behoort de vordering te worden afgewezen. Voorbij is dus de tijd (contractueel) dat de rechter meende te kunnen volstaan met enkel de uitleg van de overeenkomst ex art lid 1 BW (oud), zonder te toetsen aan art lid 3 BW (oud). Voorbij is dus de tijd (onrechtmatige daad) dat de de constatering van een inbreuk op een recht dan wel een doen of nalaten in strijd met een wettelijk plicht, op zich al tot onrechtmatigheid deed concluderen. Van onrechtmatige daad en/of toerekenbaar tekortschieten is eerst sprake, als (tevens) wordt vastgesteld dat de vermeende inbreuk in strijd is met de zorgvuldigheid die in het betreffend maatschappelijk verkeer betaamt Gelet op het als stelsel aan te merken geheel van open normen zoals dat in onderling verband en samenhang de Norm vormt van elke verbintenis, zowel uit onrechtmatige daad (buitencontractueel) als uit overeenkomst (contractueel). 25 Want en dat geldt zowel voor buitencontractueel als voor contractueel het etiket rechtens onzorgvuldig kan enkel geplakt worden op die gedraging die na aan de rechtens te betrachten zorgvuldigheid (= de Norm) getoetst te zijn, te licht is bevonden. 7
8 Toetsing aan de Norm is nu eenmaal de essentiale van rechtsvinding. Bij gebreke van die toetsing wordt niet vastgesteld dat het om recht gaat. Daarom ook levert enkel die verbintenis die op het moment van ten uitvoer brengen de toetsing aan de Norm doorstaat, op de (executoriale) titel voor het juridisch effect van goederenrechtelijk gevolg. 8
9 4. Het pensioen van de Directeur-grootaandeelhouder Het gaat hier om een fiscaal vergunde oudedagsvoorziening binnen de rechtspersoon die zich evenals haar tegenhanger, de fiscale oudedagsreserve voor de zelfstandig ondernemer daardoor kenmerkt dat de reservering in de onderneming blijft/kan blijven Blijft de reservering in de werkmaatschappij dan is zij onderhevig aan, en loopt zij dus het risico van, het wel en wee van de onderneming. Ter beperking van dat zakelijk risico wordt de voorziening vaak elders ondergebracht, in een rechtspersoon (besloten vennootschap of stichting) die los staat van de werkmaatschappij. Fiscaal maakt het niet uit: het is en blijft een pensioen in eigen beheer. Voor wat betreft de opbouw van de pensioenvoorziening is het fiscaal regime mettertijd steeds meer gaan knellen, reden waarom betwijfeld mag worden of de voorziening die fiscaal binnen de vennootschap mag worden gereserveerd per saldo toereikend zal zijn voor het daadwerkelijk uitkeren van het toegezegd pensioen. Indicatief ten deze is de constatering dat bij de huidige lage rentestand het afsluiten van een pensioen als toegezegd bij een verzekeringsmaatschappij al gauw het dubbele vergt van de fiscaal toegestane, en dus op de balans prijkende, reservering. Het verschil tussen enerzijds wat aan fiscaal te reserveren is toegestaan (marginaal) en anderzijds wat bij verzekeren/afstorten commercieel benodigd is (royaal/duur) pleegt zich in de jurisprudentie vooral af te tekenen in geval van echtscheiding 26. Het verschil tussen de fiscaal voorgeschreven rekenrente van 4% en de rente waarmee op dit moment bij afstorten (commercieel) rekening wordt gehouden van zo rond de 1% is immers inmiddels zo groot dat de DGA die conform de pensioentoezegging de helft van het oudedagspensioen en/of het partnerpensioen voor de andere (gewezen) echtgenoot voor afstorten bij een verzekeringsmaatschappij heeft uit te keren in feite zo ongeveer de gehele pensioenvoorziening dient af te storten, en zelf dus niks over houdt. Bijkomend probleem het is op grond van de fiscale wetgeving niet toegestaan bij een dreigend tekort de pensioenaanspraak evenredig te verminderen: het toegezegd pensioen moet conform de pensioentoezegging tot de laatste euro worden uitgekeerd dus tot aan het moment dat het pensioenlichaam tot uitkeren niet langer in staat is zodat ook de fiscus wel tot de conclusie moet komen dat het pensioen niet langer voor verwezenlijking vatbaar is. 26 Sedert 1996 heeft de Hoge Raad in een vijftal arresten uitgemaakt dat het pensioenlichaam indien het bestuur daarvan niet onafhankelijk is, en dus niet vrij staat ten opzichte van de Dga verplicht is de aan de andere echtgenoot toekomende pensioentoezegging extern onder te brengen door afstorting van het daartoe commercieel benodigd bedrag onder een verzekeraar. 9
10 Problemen alom weg de pensioenvoorziening voor de Dga zelf weg de liquiditeit binnen de vennootschap risico van fiscale sancties aansprakelijkheid voor vennootschappelijk wanbeheer ex BW 2:9 etc.. 29 Toegegeven dit is een veel te simpele schets, in niet meer dan een notendop. Maar meer hebt u niet nodig, om de relevantie van het vinden van het recht in twee fasen geïllustreerd te krijgen. Aan de orde is de vraag: verdraagt bij afstorten het integraal afdwingen van de door de vennootschap gedane pensioentoezegging als in de pensioenbrief opgenomen zich per saldo 30 wel met de zorgvuldigheid die goed (gewezen) echtelieden over en weer jegens elkander in acht hebben te nemen. Die vraag is logisch. De Hoge Raad baseert de verplichting tot afstorten In het geval dat de tot verevening verplichte echtgenoot als directeur en enig aandeelhouder de rechtspersoon waarin het pensioen is ondergebracht, beheerst immers op de tussen (gewezen) echtelieden te betrachten goede trouw 31 De eisen van redelijkheid en billijkheid die de rechtsverhouding tussen ex-echtgenoten beheersen, zullen in het algemeen meebrengen dat de tot verevening verplicht echtgenoot die als directeur en enig aandeelhouder de rechtspersoon beheerst waarin de te verevenen pensioenaanspraak is ondergebracht dient zorg te dragen voor afstorten bij een externe pensioenverzekeraar van het kapitaal dat nodig is voor het aan de andere echtgenoot toekomende deel van de pensioenaanspraak. 27 Uitzonderingen daargelaten (faillissement, surséance van betaling, schuldsanering) leidt het niet nakomen van de pensioentoezegging tot het fiscaal onzuiver worden van de reservering, met als gevolg een aanslag Inkomstenbelasting over de gehele voorziening (progressief, dus tot 52%) niet over de fiscale waarde (cfm de balans) maar over de commerciële waarde vermeerderd met een revisierente van 20% bij elkaar opleverend een last van een 72% van de commerciële waarde - weg dus de voorziening. 28 Het korten van de uitkering met slechts één euro leidt tot deze dramatische sanctie, verbonden aan het fiscaal begrip onzuiver. Je moet de pot dus blijven opeten tot aan de laatste euro, het tussentijds bijstellen van de pensioenaanspraak is niet mogelijk. 29 Voor enig inzicht in aard en omvang van de problemen, zie het artikel van Mr. A.N. Labohm in EB Tijdschrift voor scheidingsrecht onder de titel Een tikkende tijdbom voor de DGA & Pensioen in eigen beheer. 30 In de tweede fase van de rechtsvinding bij het ex de artt lid 3 / 1375 BW (oud) toetsen aan de in casu van toepassing zijnde afspiegeling van de Norm. 31 HR 9 februari 2007, ECLI:NL:HR:AZ2658 rov
11 5. Het normatief juridisch speelveld Nu het hier gaat om drie partijen, gaat het in wezen om een dubbele zorgvuldigheidstoets: niet alleen de zorgvuldigheid die (gewezen) echtgenoten jegens elkander betaamt maar ook de door de andere echtgenoot evenzeer te respecteren zorgvuldigheid die de DGA jegens de vennootschap betaamt. De bottom line: tot meer dan de zorgvuldigheid die (gewezen) echtgenoten ex de artt. 1:81 BW, 1:82 BW, en 1:83 BW (oud) jegens elkander betaamt, is de Dga jegens de andere (gewezen) echtgenoot in geen geval verplicht; maar het kan zijn dat de uitkomst van die huwelijks gerelateerde zorgvuldigheid wordt ingeperkt door de zorgvuldigheid die de Dga ex art. 2:9 BW jegens de vennootschap heeft te betrachten. Tot het respecteren van die door de Dga jegens de vennootschap ex BW 2:9 in acht te nemen zorgvuldigheid is de andere (gewezen) echtgenoot als goed (gewezen) echtgenoot derhalve op grond van de huwelijks gerelateerde zorgvuldigheid verplicht. 32 Heel concreet het ligt niet in de rede dat de andere echtgenoot op grond van de pensioenovereenkomst een aanspraak geldend kan maken die qua kapitaalsbeslag verder rijkt dan het bedrag dat voor diens (aandeel) op de balans is gereserveerd. Die reservering is immers niets anders dan uitgesteld (binnen de vennootschap bespaard) inkomen dat als vrucht van der partijen samenwerking onder de huwelijksovereenkomst voor uitbetaling op termijn letterlijk als voorziening voor de oude dag op de balans is gereserveerd. Zo de andere echtgenoot dus meer vordert dan het bij een verzekeraar afstorten van het voor hem/haar aan pensioenvoorziening op de balans gereserveerd bedrag 33 bij voorbeeld als in de praktijk door de Hoge Raad gesanctioneerd door nakoming te vragen van de in de pensioenbrief neergelegde pensioentoezegging als zodanig met als gesteld bij afstorten een kapitaalsbeslag van ten minste het dubbele van de in de vennootschap gehouden reservering dient de ex art lid 1 BW (oud) te respecteren uitleg van de pensioenovereenkomst bij het toetsen aan de in casu vigerende afspiegeling van de Norm ex de artt lid 3 / 1375 BW (oud) te worden ingeperkt tot dat bedrag dat als voorziening voor de betreffende echtgenoot op de balans is gereserveerd 34. Een verdergaande claim op de middelen van de vennootschap uit hoofde van de pensioenreservering is niet toelaatbaar. Dat laat onverlet aanspraken die de andere echtgenoot ex BW 1:141, de leden 4/5, op anderszins in de vennootschap bespaard inkomen geldend kan maken. 32 Als u daarvoor een wettelijke onderbouwing wenst die verplichting vormt de keerzijde van de notie die ten grondslag ligt aan BW 1:141, de leden 4/5. 33 Pensioen in eigen beheer is immers niets anders dan een fiscaal toegelaten reservering op de balans. 34 Wederom, als keerzijde van de normering die ten grondslag ligt aan BW 1:141, de leden 4/5. 11
12 6. Uitwerking de rechtsvinding ontspoord Pensioen in eigen beheer is toch eerst en vooral een fiscale constructie waarbij men voor de opzet copy paste Leentje Buur heeft gespeeld bij de pensioentoezeggingen binnen het arbeidsrecht. Het oogt dus als een echte pensioenovereenkomst, maar van een echte werkgever werknemer relatie is geen sprake. Dat ontbreken van een echte werkgever werknemer relatie typeert de positie van de Dga op meerdere rechtsterreinen, o.a. op het gebied van het ontslagrecht en de sociale zekerheid. Ook voor de constructie van pensioen in eigen beheer wordt de met een gewone werknemer vergelijkbare arbeidsrelatie ontkend: het pensioen van de Dga is immers bewust buiten de Pensioenwet gehouden. De Dga kent dus niet de bescherming van de Pensioenwet. De echtgenoot van de Dga wordt wèl beschermd in/via de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps). Voor de Wvps wordt immers de constructie van pensioen in eigen beheer bij wege van fictie als ware het een gewoon pensioen als pensioen aangemerkt (artikel 1 lid 4 sub a Wvps). Dat wringt mede omdat de opbouw van de pensioenvoorziening aan (te) strenge fiscale beperkingen is onderworpen, en om die reden het niet mogelijk is binnen de onderneming een behoorlijke dekking te verzorgen van de toegezegde pensioenaanspraken. Als gesteld, van die fiscaal opgelegde onder-dekking blijkt wanneer in het kader van afstorten het deel van de andere echtgenoot tegen commerciële voorwaarden bij een verzekeraar moet worden ingekocht: het met die aankoop van het deel van de andere echtgenoot gemoeid bedrag legt effectief beslag op (ten minste) de gehele voor beide echtelieden opgebouwde reservering. De Hoge Raad vindt dat goed dan had de vennootschap maar niet zo n vergaande toezegging moeten doen. De enige begrenzing die de Hoge Raad aan zulke vorderingen tot afstorten stelt legt de Hoge Raad ten onrechte niet bij (het belang van) de andere echtgenoot maar enkel bij de vennootschap die met de Dga heeft gecontracteerd 35 Daarbij zal de omstandigheid dat onvoldoende liquide middelen aanwezig zijn om de afstorting te effectueren slechts dan tot een ontkennende beantwoording van de vraag (of op afstorten aanspraak kan worden gemaakt) leiden indien de vereveningsplichtige stelt en aannemelijk maakt dat de benodigde liquide middelen ook niet kunnen worden vrijgemaakt of van elders verkregen zonder de continuïteit van de bedrijfsvoering van de rechtspersoon en de onderneming waaraan deze verbonden is, in gevaar te brengen. 35 HR 9 februari 2007, ECLI:NL:HR:AZ2658 rov
13 Ten onrechte: het gaat hier om rechtsvinding die niet verder is gekomen dan de eerste fase van de rechtsvinding de uitleg van wet en overeenkomst, als bedoeld in art lid 1 BW (oud); aan het afronden van de rechtsvinding door het voorlopig resultaat van de rechtsvinding te toetsen aan de zorgvuldigheid die tussen (gewezen) echtelieden betaamt heeft de Hoge Raad zich niet gezet. Daarom levert de uitspraak van de Hoge Raad van 9 februari 2007 dan ook geen recht op. Het resultaat is schrijnend: hoewel de verplichting tot afstorten wordt gebaseerd op de tussen (gewezen) echtelieden over en weer in acht te nemen zorgvuldigheid wordt met het belang van de andere (tot verevening verplichte) echtgenoot in het geheel geen rekening gehouden (diens aanspraak op de pensioenvoorziening) sterker nog er wordt ook geen rekening gehouden met de door deze andere echtgenoot ex BW 2:9 jegens de vennootschap te betrachten zorgvuldigheid om de vennootschap op orde te houden om niet voor de pensioenaanspraak gereserveerde gelden, conform het doel van de vennootschap te kunnen en blijven besteden. Juridisch kannibalisme: voor de aanspraak van de vereveningsgerechtigde echtgenoot is het toegestaan, en in voorkomend geval verplicht, de vennootschap leeg te halen tot op de ondergrens, zo dat zij in het licht van haar doelstelling nog net kan blijven voortbestaan. De uitkomst van onzorgvuldig denken. De uitkomst van een gebrek aan normatief denken. Inderdaad de uitkomst van denken in termen van redelijkheid en billijkheid En nu we toch de kat de bel aanbinden gelooft u werkelijk dat de fiscus het bij toetsing aan de Norm ex art lid 3 / 1375 BW (oud) kan maken om bij het onzuiver worden van de pensioenreservering inkomstenbelasting te heffen over de commerciële waarde van de pensioenvoorziening, waar de door de jaren gegenereerde opbouw daarvan slechts tegen marginale fiscale normen is vergund? Zo had u deze retorische vraag misschien nog niet overdacht. Maar ook het fiscaal recht is onderhevig aan de Norm dient zich als verbijzonderd rechtsgebied te houden aan de zorgvuldigheid die BW 6:2 met zich brengt. Anders is het geen Recht. Voor de uitwerking zie noot 3 van Bijlage 1 bij het eerste uit mei 2014 stammend artikel over Het wettelijk stelsel (pag 10) te vinden op de website In de rubriek Het wettelijk stelsel 13
14 Dit is het eerste concept afgesloten 1 mei In deze vorm zal het artikel worden benut als bijlage bij verschillende processtukken. Het denken staat uiteraard niet stil. Nadere concepten zullen worden gepubliceerd op de website In de rubriek Het wettelijk stelsel Het artikel wordt geplaatst onder aan die pagina onder Het schema Rechtsvinding (1 pagina). 14
Het wettelijk stelsel. Lindenbaum / Cohen (1919) contra Artist de Laboureur (1923) Redelijkheid en billijkheid dienstbaar aan dè Norm 1?
Het wettelijk stelsel Lindenbaum / Cohen (1919) contra Artist de Laboureur (1923) Redelijkheid en billijkheid dienstbaar aan dè Norm 1? De noodzaak redelijkheid en billijkheid te relativeren In 1919 heeft
Nadere informatieDit artikel uit Open Access Advocate is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Het wettelijk stelsel Lindenbaum/Cohen (1919) contra Artist de Laboureur (1923) Mr. W.M.U. van der Blom Open Access Advocate, mei, 2014 Samenvatting Door de arresten Lindenbaum/Cohen en Artist de Laboureur
Nadere informatieWwz en Wab Herstel de Trias Politica Anders herstelt de rechter het verstoord evenwicht zelf wel 1
Wwz en Wab Herstel de Trias Politica Anders herstelt de rechter het verstoord evenwicht zelf wel 1 Mr. W.M.U. van der Blom Bijdrage Internetconsultatie Wet arbeid in balans, mei 2018 1 uitvoering gevend
Nadere informatieFP 2011-03 Pensioen, scheiding en fiscus Inleiding De civiele regeling: Wet VPS Fiscale aspecten verevening
FP 2011-03 Pensioen, scheiding en fiscus Inleiding Bij een echtscheiding moet het gemeenschappelijk vermogen worden verdeeld. Dit is voor pensioenen in een aparte wet geregeld: de Wet verevening pensioenrechten
Nadere informatieDit artikel uit Open Access Advocate is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker
Het wettelijk stelsel Lindenbaum/Cohen (1919) contra Artist de Laboureur (1923) Mr. W.M.U. van der Blom Open Access Advocate, mei, 2014 Samenvatting Door de arresten Lindenbaum/Cohen en Artist de Laboureur
Nadere informatieOntslag terecht? Toets het aan de billijkheid!
-1- Ontslag terecht? Toets het aan de billijkheid! De recente rechtspraak van de Hoge Raad inzake het kennelijk onredelijk ontslag roept op de vraag of de zorgvuldigheid te betrachten bij het beëindigen
Nadere informatieArtikel Pensioenmanagzine: Fiscale en civieljuridische gevolgen van echtscheiding voor pensioen in eigen beheer
Artikel Pensioenmanagzine: Fiscale en civieljuridische gevolgen van echtscheiding voor pensioen in eigen beheer Bij een echtscheiding moet ook het tijdens het huwelijk opgebouwde pensioen in de financiële
Nadere informatieRelatievermogensrechtjournaal. November 2015
Relatievermogensrechtjournaal November 2015 Items Vinger aan de pols: Wet herziening partneralimentatie Literatuur Alimentatietermijn Beroep op vervalbeding? Samenwoners en. pensioen? Periodiek verrekenbeding
Nadere informatieOpzet en belangrijkste uitkomsten
Opzet en belangrijkste uitkomsten korte samenvatting van de arresten Van de Grijp/Stam en Rutten/Breed BW 7:681 getoetst aan het algemeen deel van het verbintenissen- en overeenkomstenrecht BW 7:681 handhaaft
Nadere informatiePENSIOEN EN ECHTSCHEIDING
PENSIOEN EN ECHTSCHEIDING 2016 - Hendrikx en Bakker 1 PENSIOEN EN ECHTSCHEIDING Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding 3 2 Reikwijdte WVPS 3 3 Verevening van aanspraken op ouderdomspensoen 4 3.1 Standaard verevening
Nadere informatieEXTRA NIEUWSBRIEF APRIL 2017
EXTRA NIEUWSBRIEF APRIL 2017 Voor u ligt een extra nieuwsbrief welke geheel gewijd is aan de nieuwe pensioenregels voor DGA S in ondernemingen. Een nieuwe regel welke grote vormen gaat aannemen voor aandeelhouders
Nadere informatiePENSIOENBEREKENING-DGA Mr R. Touw RB
PENSIOENBEREKENING-DGA Mr R. Touw RB 015 700 9714 info@pensioenberekening-dga.nl Vergelijking keuzemogelijkheden Algemene informatie Met ingang van 1 januari 2017 is het niet langer mogelijk om fiscaal
Nadere informatiemr. ing. R.O.B. Poort
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VEILIGHEIDSKUNDIGE 17 maart 2011 mr. ing. R.O.B. Poort 17 maart 2011 www.bureaupoort.nl 1 OPBOUW WORKSHOP Beroepsaansprakelijkheid algemeen Wanprestatie (contractueel) Onrechtmatige
Nadere informatieArtikel Pensioen Magazine: Pensioen en echtscheiding, de lijn in de jurisprudentie
Artikel Pensioen Magazine: Pensioen en echtscheiding, de lijn in de jurisprudentie Zoals inmiddels algemeen bekend mag worden verondersteld, eindigt een op de drie huwelijken door een echtscheiding. Op
Nadere informatiePENSIOEN EN SCHEIDING VAN DE DGA
PENSIOEN EN SCHEIDING VAN DE DGA Verboden alimentatie Actuele rechtspraak RIETMEESTERS 16 NOVEMBER 2017 door Mr. Wim P.M. Thijssen Deze presentatie is geplaatst op www.thijssen-pensioen-informatie.nl Verboden
Nadere informatiePENSIOEN(DELING): CIVIELE EN LOONBELASTINGASPECTEN. Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn 22 MEI 2013
PENSIOEN(DELING): CIVIELE EN LOONBELASTINGASPECTEN Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn 22 MEI 2013 Agenda 1. Pensioenontwikkelingen 2. Pensioendeling bij echtscheiding 3. Pensioendeling bij DGA 4. Afstortingsverplichting
Nadere informatieArtikel Pensioen en echtscheiding: de tombola van de rechtspraak
Artikel Pensioen en echtscheiding: de tombola van de rechtspraak Pensioen en echtscheiding: de tombola van de rechtspraak Inleiding Tot voor kort was het aantal echtscheidingen in verhouding tot het aantal
Nadere informatieMFP Alumni. Uitfasering Pensioen Eigen Beheer. Coen van den Bedem Kenniscentrum Van Lanschot
MFP Alumni Uitfasering Pensioen Eigen Beheer Coen van den Bedem Kenniscentrum Van Lanschot Rotterdam, 9 November 2017 Uitfasering Pensioen eigen beheer, actualiteiten Pensioen en stamrecht, onderdekking
Nadere informatieHet wel en wee van het pensioenafstortingstracé
Drs. J.M.J. Holtermans cpc 1 A r t ikelen Het wel en wee van het pensioenafstortingstracé Indien pensioen in eigen beheer is opgebouwd, is in geval van echtscheiding de kans aanwezig dat moet worden afgestort
Nadere informatieBeperkte afstortingsplicht voor dga
Beperkte afstortingsplicht voor dga In P&P nr. 3 2011 en nr. 5 2011 gingen Mr. A.W.A.M. van Meijl respectievelijk Edwin Waterreus al in op afstorting van een pensioen in eigen beheer naar een verzekeringsmaatschappij.
Nadere informatieFeiten. Standpunt inspecteur
Forse stijging van de pensioengrondslag in zicht van pensioeningangsdatum maakt pensioenregeling niet onzuiver! Pensioenpremie niet ingehouden op het loon toch aftrekbaar! Het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatie1 Inleiding Het begrip directeur-grootaandeelhouder 15
Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 11 2 Het begrip directeur-grootaandeelhouder 15 3 Het verschil in pensioenopbouw tussen werknemer en directeur-grootaandeelhouder 19 3.1 Inleiding 19 3.2 Geschiedenis 20
Nadere informatieHandreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding
Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking
Nadere informatieHandreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)
Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in
Nadere informatie(Bijdrage die verschijnt in Maandblad voor Vermogensrecht (MvV) oktober of november 2007)
(Bijdrage die verschijnt in Maandblad voor Vermogensrecht (MvV) oktober of november 2007) De DGA en zijn pensioen In deze bijdrage besteed ik aandacht aan problematiek die vooral in de adviespraktijk ten
Nadere informatieMet het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt:
Bijlage 1 Samenvatting De Wmo-compensatieplicht in de praktijk een onderzoek naar de jurisprudentie ter zake Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar 2005-2006, 30131, nr.
Nadere informatieNotitie inzake uitfasering pensioen in eigen beheer per
Notitie inzake uitfasering pensioen in eigen beheer per 1-4-2017 Inleiding Het oorspronkelijke wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer is in het najaar van 2016 aangenomen door de Tweede Kamer.
Nadere informatieDe eigendomskwestie KNAW. 9 januari 2014. Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur)
De eigendomskwestie Dr. mr. H. van Meerten (disclaimer: standpunten komen voor rekening van de auteur) 9 januari 2014 KNAW Prof. Schoordijk, NJB 2010, 2049 Enige jaren geleden betoogde ik dat de privatisering
Nadere informatieNa artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
34 555 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten tot uitfasering van het pensioen in eigen beheer en het treffen van enkele fiscale maatregelen inzake oudedagsvoorzieningen (Wet uitfasering
Nadere informatieDelta Lloyd Levensverzekering N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Niet-bindende Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-408 d.d. 12 november 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering.
Nadere informatieJubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieVereniging voor Pensioenrecht 21 januari 2015
Vereniging voor Pensioenrecht 21 januari 2015 Rechtspraak 2014 inzake: Wijzigen pensioenovereenkomst van de gewezen deelnemer Externe uitvoering pensioenrechten ex-partner DGA Lites finiri oportet in het
Nadere informatieWelke lijfrenten vallen onder het wetsvoorstel? Het wetsvoorstel ziet slechts op pensioen en niet op lijfrente- en stamrechtverplichtingen.
Ontwikkelingen pensioen in eigen beheer voor de dga: de meest gestelde vragen Uitfasering pensioen Welke lijfrenten vallen onder het wetsvoorstel? Het wetsvoorstel ziet slechts op pensioen en niet op lijfrente-
Nadere informatieUitfasering pensioen in eigen beheer
De gevolgen voor de partner van de dga Versie 1.0 3 april 2017 Now, for tomorrow Vanaf 1 april 2017 is het mogelijk het pensioen in eigen beheer fiscaal vriendelijk af te kopen of om te zetten in een oudedagsverplichting.
Nadere informatieDe DGA en de Dividenduitkering
Door Rob Korendijk, op persoonlijke titel De DGA en de Dividenduitkering Vanaf 1 oktober 2012 is het nieuwe BV-recht (Flex BV) van kracht. In het nieuwe BV-recht is onder meer het minimum aandelenkapitaal
Nadere informatiede pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.
de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen
Nadere informatieKorte Grafte 9 7321 ZD Apeldoorn T 055-7851377. Lichtenauerlaan 102-120 3062 ME Rotterdam T 010-7982435
Korte Grafte 9 7321 ZD Apeldoorn T 055-7851377 Lichtenauerlaan 102-120 3062 ME Rotterdam T 010-7982435 F 084-8671670 E info@hertgerspensioenadvies.nl I www.hertgerspensioenadvies.nl Oplossingsrichtingen
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V.
Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V. 1. Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten van Direttore B.V.
Nadere informatieUitfasering pensioen in eigen beheer
Uitfasering pensioen in eigen beheer Op Prinsjesdag is het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen ingediend. De mogelijkheid om fiscaal gefaciliteerd pensioen
Nadere informatiemr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat
mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat Aansprakelijkheid & schuldhulpverlening aan (ex)ondernemers BRONNEN VAN AANSPRAKELIJKHEID Onrechtmatige daad (6:162 BW) Tekortschieten in nakoming verbintenis
Nadere informatieWat moet ik doen met mijn pensioen?
Het Dilemma van de DGA: Wat moet ik doen met mijn pensioen? Disclaimer Deze uitgave is ontwikkeld om u te voorzien van competente en betrouwbare informatie omtrent het onderwerp dat behandeld wordt. Echter,
Nadere informatieOnder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
Nadere informatie1. Inleiding. 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen. 18 maart 2013 Nr. BLKB 2013/27M Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen
Page 1 of 5 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Tekstgrootte + Hoog contrast Jaargang 2013 Nr. 8018 Te raadplegen sinds donderdag 28 maart 2013 11:00 Loonheffingen. Inkomstenbelasting.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:3426
ECLI:NL:RBROT:2016:3426 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-05-2016 Datum publicatie 12-05-2016 Zaaknummer C/10/484950 / HA ZA 15-970 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2018-236 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 oktober 2017 Ingesteld door : Consument
Nadere informatieCasus 13 Kom op voor je recht
Casus 13 Kom op voor je recht Een werkgever kan tegenwoordig niet meer alle beslissingen nemen die hij noodzakelijk acht in het kader van zijn bedrijfsvoering. Naar de factor arbeid moet in een aantal
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 141 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieAan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429
ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-645 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. drs. M.L. Hendrikse, mr. R.J. Verschoof, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieKnelpunt pensioen in eigen beheer: waardering pensioenverplichting
Voorstel voor een eenvoudiger pensioen in eigen beheer Inleiding Het Register Belastingadviseurs (hierna: het RB) heeft met belangstelling kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van Financiën
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1563
ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieinformatiebrief over uitfaseren pensioen in eigen beheer
Rondweg 103 5406 NK Uden 0486 820 203 info@boekzo.nl www.boekzo.nl beconnummer 580.788 bank NL52RABO 0156 9798 45 BTW NL8221.75.307.B01 Kenmerk Behandeld door Datum Uitfaseren PEB mr. Paul L.J. Nielen
Nadere informatieAansprakelijkheid Scholen
Aansprakelijkheid Scholen Mr. B.M. (Brechtje) Paijmans KBS Advocaten / Universiteit Utrecht 12 januari 2011 1 www.kbsadvocaten.nl NRC Handelsblad 11 maart 2006 2 Schade op school: aansprakelijke partijen
Nadere informatieInbrengovereenkomst. tussen. de gemeente Den Helder. Port of Den Helder NV
Versie: 9 oktober 2012 Inbrengovereenkomst tussen de gemeente Den Helder en Port of Den Helder NV INHOUDSOPGAVE 1. Definities en begrippen - 2 2. Wijziging statuten,... 3 3. Waarde van de Onderneming 3
Nadere informatieHebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?
Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur
Nadere informatieFREELANCEOVEREENKOMST. <naam contractant1>, gevestigd te <vestigingsplaats contractant1>, hierna te noemen Opdrachtgever,
FREELANCEOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: , gevestigd te , hierna te noemen Opdrachtgever, en , geboren te op
Nadere informatieDirectie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M
Directie Directe Belastingen De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 16 november 2007 DB 2007-00589 M Onderwerp Vrijwillige
Nadere informatieMr. Ruben Stam cpl Assen, 16 maart 2010. Pensioen & echtscheiding
Mr. Ruben Stam cpl Assen, 16 maart 2010 Pensioen & echtscheiding 2 Programma Alimentatie en alimentatielijfrente Pensioenverrekeningslijfrente Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Bijzonder partnerpensioen
Nadere informatieproces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen
Kwijtscheldingsvrijstelling mist toepassing nu eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de op hem rustende lijfrenteverplichting aan zijn vader niet meer voor verwezenlijking vatbaar was LJN: BV2968, Rechtbank
Nadere informatie<WERKGEVER> Contractnr. <REG>/001
BETEREXCEDENT Uitvoeringsovereenkomst Contractnr. /001 Versiedatum: 1-1-2016 Pagina 2 van 11 Overeenkomst BeterExcedent /001 (uitvoeringsovereenkomst in de zin van artikel 25 van
Nadere informatie1.1. In een wereld waarin geen kwaad is, heerst "Gerechtigheid".
- 1 - proeve van een stelsel der Wet 1.0. Introductie 1.1. In een wereld waarin geen kwaad is, heerst "Gerechtigheid". 1.2. Zo'n wereld kenmerkt zich, doordat op evenwichtige wijze is voldaan aan hetgeen
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN. 1. Toepasselijkheid:
ALGEMENE VOORWAARDEN 1. Toepasselijkheid: 1.1 Deze Voorwaarden maken deel uit van alle overeenkomsten en zijn van toepassing op alle (overige) handelingen en rechtshandelingen tussen Baldinger Gerechtsdeurwaarders
Nadere informatiePrepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014
Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland 2004 versie 1 oktober 2014 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel
Nadere informatieArtikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw
Nadere informatiePENSIOEN EN ECHTSCHEIDING. 1 Inleiding
PENSIOEN EN ECHTSCHEIDING 1 Inleiding In geval van echtscheiding wordt het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen (of aanspraken daarop) op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding
Nadere informatieWet verevening pensioenrechten bij scheiding
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Rens de Jonge
Algemene voorwaarden Rens de Jonge Artikel 1 Definities 1. Rens de Jonge: de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd aan Lissestraat 11, 6843KH te Arnhem, ingeschreven in het Handelsregister
Nadere informatieKenmerk Behandelaar Doorkiesnummer Datum PN mr. Paul L.J. Nielen informatiebrief over uitfaseren pensioen in eigen beheer
Pensioen B.V. T.a.v. de de directie Rondweg 103 5406 NK Uden Rondweg 103 5406 NK Uden Postbus 379 T +31 (0) 486 416299 IBAN NL27 RABO 0128326107 KvK Brabant: 17177356 BTW: NL 8180.13.552.B01 Beconnummer:
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-296 30 oktober 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. P.A. Offers, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatiePENSIOEN Rechtspraak Hoge Raad Prof. Erik Lutjens
PENSIOEN Rechtspraak Hoge Raad 2017 Prof. Erik Lutjens Dus niet Rb amsterdam 19 januari 2018 DLA Piper heeft Pensioenfonds Mercurius succesvol bijgestaan in een rechtszaak over prudent person beginsel
Nadere informatieCasus 4 Een dagje ouder
Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?
Nadere informatieAansprakelijkheid commissarissen
1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke
Nadere informatiePensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu?
Pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft! Wat nu? Het pensioen in eigen beheer wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. Tenminste als het Parlement voor die tijd het daartoe op Prinsjesdag 2016 ingediende
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-579 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 december 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatieAanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening
Nadere informatiede naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-144 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)
Nadere informatieAansprakelijkheid van ondernemers. 19 juni 2014. Over Juridiq. * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers
Aansprakelijkheid van ondernemers 19 juni 2014 1 Over Juridiq * eerstelijns juridisch adviesbureau voor ondernemers * eerstelijn: voor alle vragen en problemen * specialisaties in Juridiq Netwerk * andere
Nadere informatieAccountantskantoor de Bot B.V.
Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever
Nadere informatieEigen beheer vanaf 2017
Eigen beheer vanaf 2017 Drs. M.J.W. (Maarten) Foppen RA Mr. O.M. (Olga) Huig Pagina: 1 Even voorstellen Onze gecertificeerde pensioenadviseurs drs. M.J.W. (Maarten) Foppen RA mr. O.M. (Olga) Huig - Pensioenadvisering
Nadere informatieWie beheer(s)t Pensioen in Eigen beheer. Bert Faber
Wie beheer(s)t Pensioen in Eigen beheer Bert Faber Fiscale Zaken Rabobank FFP Jaarcongres 5 oktober 2017 Klant en uitfasering PEB Welke wegwijzers ga jij invullen? Waar maak jij het verschil? 2 Toetsen
Nadere informatieBijlage 1 bij de pensioenovereenkomst
Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst van Janssen Biologics B.V. Janssen Cilag B.V. Johnson & Johnson Medical B.V. Johnson & Johnson Consumer B.V. Mentor Medical Systems B.V. Crucell Holland B.V. Versie
Nadere informatieSamenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-16 d.d. 9 januari 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. C.E. du Perron, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-419 (mr. E.L.A. Van Emden, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 augustus 2016 Ingediend door : Consumenten
Nadere informatieDelta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-028 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 februari 2018 Ingediend door : Consument
Nadere informatiede besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-252 d.d. 30 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting De Commissie stelt vast dat de verzekering
Nadere informatieWelke DGA heeft straks pensioen?
Welke DGA heeft straks pensioen? WHITEPAPER Gemaakt door: info@tavernemeun.nl www.tavernemeun.nl 0318-518810 Pensioen: een serieuze aangelegenheid De directeur grootaandeelhouder is geen werknemer in de
Nadere informatieDatum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatie