Duinwaterkering Ameland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Duinwaterkering Ameland"

Transcriptie

1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Duinwaterkering Ameland Een technisch inhoudelijke beschouwing Rapport RIKZ/26.7 juli 26 Rijkswaterstaat RIKZ P. van Vessem J. Cleveringa T. Dijkhuis

2 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Staf DG /drs. L.H.M. Kohsiek (contactpersoon ir. H.C. Klavers) Titel Rapportnummer Duinwaterkering Ameland; Een technisch inhoudelijke beschouwing RIKZ/26.7 Samenvatting Het brede duingebied op Ameland beschermt de achterliggende dijkring tegen overstromingen vanuit de Noordzee. In de jaren tachtig en negentig is de meest landwaartse duinregel zodanig versterkt dat er sprake is van een doorgaande duinregel, die voldoet aan de veiligheidsnorm die destijds door de Deltacommissie is vastgesteld. Rijkswaterstaat is de beheerder van de primaire waterkering op Ameland en heeft de ligging van de waterkering in een legger beschreven, conform de bepalingen in de Wet op de Waterkering. In de legger is uitgegaan van de ligging van de primaire waterkering overeenkomstig met de landwaartse begrenzing van de Deltakering. Door verschillende belanghebbenden is bezwaar aangetekend tegen deze vaststelling. Uit de procedure naar aanleiding van deze bezwaren is gebleken dat Rijkswaterstaat meerdere tracés dient te beschouwen. In dit rapport worden voor de locatie Ameland midden (Nes noord) vijf en voor de locatie Ameland west vier verschillende tracés voor de duinwaterkering gepresenteerd. Bij Ameland midden en Ameland west is sprake van een zeewaarts tracé, dat de zeereep volgt, een landwaarts tracé dat de doorgaande achterste duinregel volgt en tussenliggende tracés. Voor alle tracés worden aanleg, beheer en onderhoud, kosten en een indicatie met betrekking tot de baten beschreven. Dit rapport gaat dus alleen in op de technisch/inhoudelijke aspecten. Het rapport wordt door Rijkswaterstaat gebruikt om na weging van alle belangen een besluit te formuleren over de ligging van de primaire waterkering op Ameland. Summary The wide dunes of the Wadden island Ameland protect the hinterland against storm surges from the North Sea. The hindmost dunes have been artificially heightened and widened to create a continuous row of dunes that can withstand so called Delta-storm conditions. Following Dutch law the specifications of the dune flood protection have to be described in an official document. In this report five different routes for the dune flood protection are presented for Ameland Central (Nes-North) and four for Ameland West. Some of these routes need reconstruction work and the routes may require different types of maintenance. All routes can be realized. The reconstruction needs, maintenance costs and complexity for the different routes are presented. No assessment of the routes is presented. Project ID Rijkswaterstaat RIKZ ondersteuning staf dg Status Startversie Concept Definitief 2

3 Samenvatting Het brede duingebied op Ameland beschermt de achterliggende dijkring tegen overstromingen vanuit de Noordzee. In de jaren tachtig en negentig is de achterste duinregel zodanig versterkt dat er sprake is van een doorgaande duinregel, die voldoet aan de veiligheidsnorm die destijds door de deltacommissie is vastgesteld. Rijkswaterstaat is de beheerder van de primaire waterkering op Ameland en heeft de ligging van de waterkering in een legger beschreven, conform de bepalingen in de Wet op de Waterkering. In de legger is uitgegaan van de ligging van de primaire waterkering overeenkomstig met de landwaartse begrenzing van de deltakering. Deze legger moet worden vastgesteld na overleg met gemeente en provincie en het doorlopen van een openbare inspraakprocedure. Door verschillende belanghebbenden, waaronder de gemeente Ameland en eigenaren van recreatiewoningen in het duingebied is bezwaar aangetekend tegen de voorgenomen vaststelling van primaire duinwaterkering, zoals aangegeven in de legger. Uit de gerechtelijke uitspraak en het advies van de hoorcommissie die gegeven zijn naar aanleiding van deze bezwaren, is gebleken dat Rijkswaterstaat meerdere tracés dient te beschouwen. In dit rapport worden voor de locatie Ameland midden (Nes noord) vijf en de locatie Ameland west vier verschillende tracés voor de duinwaterkering gepresenteerd. Bij de definitie van deze tracés is o.a. gebruik gemaakt van de ingediende bezwaren tijdens de hoorzitting op 22 september 25. Bij Ameland midden en Ameland west is sprake van een zeewaarts tracé, dat de zeereep volgt, een landwaarts tracé dat de doorgaande achterste duinregel volgt en tussenliggende tracés. Voor deze tracés zijn, mede op basis van de ingediende bezwaren, het vigerend kustbeleid en recente ontwikkelingen in het (kust)beleid, de onderscheidende aspecten beschreven. Dit betreft zaken als complexiteit van de aanleg, het natuurlijke karakter van de duinen, de mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen en de kosten voor aanleg en beheer en onderhoud. Omdat bij de verschillende tracés meer of minder gebied en bebouwing binnendijks wordt gebracht verschillen ook de baten. Een exacte berekening van de baten is nog niet te geven, omdat de huidige beschermingsniveau s nog niet exact bekend zijn (hiervoor moet eerst een VNK (Veiligheid Nederland in Kaart) studie gedaan worden voor de huidige waterkering én moet het huidige buitendijkse beschermingsniveau vastgesteld worden). In dit rapport wordt daarom als indicatie voor de baten volstaan met het per tracé in beeld brengen van de waarde van de buitendijkse bebouwing. Duinwaterkering Ameland 3

4 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inhoudsopgave... 4 Lijst van Figuren & Tabellen Inleiding Aanleiding Juridische en bestuurlijke context Probleemstelling Adviesvraag en afbakening 1.5 Aanpak Uitgangspunten 8 2 Kustbeleid en beleidsontwikkeling Vigerend kustbeleid, wet- en regelgeving Recente beleidsontwikkeling buitendijkse risico s 12 3 Beschrijving tracés Algemeen Beschrijving tracés Ameland midden (Nes-noord) Beschrijving tracés Ameland west 16 4 Beoordelingsaspecten tracés Inleiding Kwalitatieve aspecten Kosten en baten 18 5 Beschouwing aspecten per tracé Inleiding Kwalitatieve aspecten tracés Ameland midden Kosten en baten tracés Ameland midden Kwalitatieve aspecten tracés Ameland west Kosten en baten tracés Ameland west 29 6 Samenvatting en vergelijking aspecten per tracé Samenvatting tracés Ameland midden Samenvatting tracés Ameland west Vergelijking tracés 33 Literatuur Bijlage 1: Begrippen en definities Bijlage 2: Beschrijving kustzone en waterkering Ameland A. Beschrijving Ameland en duingordel 42 B. Morfologische ontwikkelingen duinen en kust 44 C. Menselijke ingrepen 48 D. Veiligheid in het duingebied 51 Bijlage 3: Vigerend Beleid, Wet- en regelgeving Bijlage 4: Uitgangspunten en aannames bij bepaling kosten en baten Bijlage 5: Toelichting resultaten benodigde zandvolumes voor aanleg tracés Ameland midden Bijlage 6: Kustlijnzorg Ameland west en Ameland midden Bijlage 7: Kaarten tracés Duinwaterkering Ameland 4

5 Lijst van Figuren & Tabellen Figuur 1: Ameland Figuur 2: Kaart van Ameland-midden met de verschillende tracés. Figuur 3: Luchtfoto van Ameland-midden met daarop geprojecteerd de verschillende tracés en bebouwing. Figuur 4: Kaart van Ameland-midden met de tracés van de heer Jellema Figuur 5: Kaart van Ameland-west met de verschillende tracés. Figuur 6: Erosie van de strandsuppletie bij Ameland west. Figuur 7: Intensief beheer van het duin in de zeereep bij raai 12, met aan de duinvoet stuifschermen van rijshout. Figuur 8: Dynamisch beheer van het duin in de zeereep bij raai 1. Figuur 9: Kaartje van Ameland inclusief getijdegeulen Figuur 1: Detailkaartje van de westkust van Ameland inclusief getijdegeulen Figuur 11: Detailkaartje van het middendeel van de kust van Ameland Figuur 12: Vier profielen uit verschillende jaren in de periode voor raai 1.3. Figuur 13: Momentane kustlijn (MKL) van raai 1. op Ameland west Figuur 14: Ontwikkeling van de (kustlijn van) de aangelande zandplaat / strandhaak bij de noordwestkust van Ameland. Figuur 15: Vijf profielen uit verschillende jaren in de periode voor raai 13. Figuur 16: Momentane kustlijn (MKL) van raai 13. op Ameland midden centraal. De BKL ligt in deze raai op -38. m. Figuur 17: Intensief beheer van de duinen bij Ameland west. Figuur 18: Dwarsdoorsnede duinen en zeebodem in raai Tabel 5.1: Kwalitatieve aspecten tracés Ameland midden. Tabel 5.2: Kosten en baten tracés Ameland midden. Tabel 5.3: Kwalitatieve aspecten tracés Ameland west. Tabel 5.4: Kosten en baten tracés Ameland west. Tabel B.1: Zandsuppleties uitgevoerd op Ameland west en noordwest. Tabel B.2: Zandsuppleties uitgevoerd op Ameland midden. Duinwaterkering Ameland 5

6 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op Ameland beschermt een overwegend breed duingebied de achterliggende dijkring tegen overstromingen (figuur 1). De zeereep en het voorland reduceren de golfbelasting op een landwaarts gelegen doorgaande duinregel (zie bijlage 1 voor een uitleg van deze begrippen en definities). Na het uitvoeren van versterkingswerken in de jaren tachtig en negentig voldoet de zogenaamde deltakering aan de veiligheidsnorm die destijds door de deltacommissie is vastgesteld. Het tracé van de doorgaande duinregel van de deltakering is met blauwe palen in het veld aangegeven. Figuur 1 Ameland Als beheerder van de primaire waterkering op Ameland, heeft Rijkswaterstaat Noord-Nederland (RWS-NN), de ligging van de waterkering in een legger beschreven (Rijkswaterstaat directie Noord-Nederland, 24). Dit conform de bepalingen in de Wet op de waterkering (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1996). In de legger zijn de positie en afmetingen van de waterkering en de juridische begrenzingen en zoneringen aangegeven. Bij het maken van de legger is uitgegaan van de ligging van de primaire waterkering zoals weergegeven in de bijlage van de Wet op de Waterkering (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1996) en bij de eerste toetsronde van de primaire waterkering (Rijkswaterstaat DWW, 22). De ligging van de primaire waterkering, zoals beschreven in de legger, komt overeen met het tracé van de doorgaande duinregel van de deltakering, zoals met blauwe palen in het veld is aangegeven. De legger wordt vastgesteld na een openbare inspraakprocedure. Door verschillende belanghebbenden, waaronder de gemeente Ameland en eigenaren van recreatiewoningen in het duingebied is bezwaar aangetekend tegen de voorgenomen vaststelling van primaire duinwaterkering, zoals aangegeven in de legger. Eerder hebben onduidelijkheden in de ligging van de primaire waterkering en de vaststelling daarvan al geleid tot protesten van de eigenaren van vakantiewoningen bij de nationale ombudsman. Deze protesten betroffen de (on)mogelijkheid om het grondperceel bij de vakantiewoning te kopen vanwege waterkeringbelangen. Duinwaterkering Ameland 6

7 1.2 Juridische en bestuurlijke context Op 12 februari 24 heeft de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een besluit tot vaststelling van de legger kenbaar gemaakt (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 24). Tijdens de openbare inspraakprocedure zijn zienswijzen ingediend op de ontwerplegger. In een beslissing op bezwaar zijn de bezwaren door het bevoegd gezag, cq. de beheerder, niet ontvankelijk verklaard (28 september 24, nr. HKW 24/8414). Vervolgens is tegen de bovenstaande beslissing bezwaar aangetekend bij de bestuursrechter te Leeuwarden. Deze heeft bij beschikking van 18 april 25: beoordeeld dat de appelanten in 1 ste instantie ten onrechte niet ontvankelijk zijn verklaard; de beslissing op bezwaar vernietigd; bepaald dat de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een nieuwe beslissing op bezwaar dient te nemen. Op 22 september 25 heeft te Leeuwarden een hoorzitting plaatsgevonden waarin de bezwaren zijn toegelicht (ambtelijke hoor- en adviescommissie, 25a). De ingediende bezwaren zijn in dit advies gebruikt bij het definiëren van de mogelijke tracés, bij de keuze van de beoordelingsaspecten en de beoordeling van de verschillende tracés. In het advies van de ambtelijke hoor- en adviescommissie aan plaatsvervangende directeur-generaal Rijkswaterstaat (ambtelijke hoor- en adviescommissie, 25b) staan onder andere de bevindingen van de commissie. Deze bevindingen bevatten beoordelingscriteria en/of aandachtspunten die voor het zoeken naar een optimale tracé waardevol zijn. Om deze reden volgt een korte opsomming van de bevindingen: Conform de 3 e Kustnota, streeft Rijkswaterstaat altijd naar een breed duingebied als bescherming tegen de zee, met ruimte voor natuurlijke dynamiek, overeenkomend met de aanbevelingen uit de Leidraad zandige kust; de wijze waarop de belanghebbenden zijn geïnformeerd over het tracé van de waterkering en het beschermingsniveau dat zij genieten, is niet optimaal te noemen; het is voor de commissie moeilijk vast te stellen in hoeverre betrokkenen kennis kunnen hebben gehad van het overstromingsrisico dat zij liepen; het bevoegd gezag heeft in onvoldoende mate de voorgestelde alternatieve tracés voor de legger uitgewerkt en dus de belangen van betrokkenen onvoldoende meegewogen; de vraag is of de kosten voor een landwaartse versterking van de zeereep tot primaire waterkering in verhouding staan met de waarde van de objecten die anders buitendijks komen te staan en de kans dat deze beschadigd raken of verloren gaan; het huidige beleid ten aanzien van de kust (basiskustlijn en kustlijnzorg) heeft in de praktijk een positief effect op de sterkte van de zeereep; indien de zeereep meegenomen kan worden in de afslagberekeningen kunnen mogelijk ook andere tracés (tussen zeereep en het bestreden leggertracé) voldoen als primaire waterkering. De kosten hiervan kunnen meevallen, maar er kleven ook bezwaren aan een dergelijke keuze; ook dit dient goed te worden uitgezocht. Volgens de ambtelijke hoor- en adviescommissie zijn de ingediende bezwaren in essentie gericht op de ligging van het tracé en betreffen daarnaast strijdigheid met de wet, onvoldoende motivering, onvoldoende belangenafweging, schending van het vertrouwensbeginsel. De commissie verwerpt al deze bezwaren met uitzondering van: alternatieve leggertracés op eigen initiatief ontwikkeld door het bestuursorgaan (RWS) of aangedragen bij de ingediende zienswijzen, dienen nadrukkelijk in de beschouwingen tot vaststelling van het leggerbesluit te worden betrokken. Duinwaterkering Ameland 7

8 1.3 Probleemstelling Om een afweging te kunnen maken tussen verschillende tracés van de primaire waterkering op Ameland worden de voor- en nadelen van deze tracés beschreven waarbij rekening wordt gehouden met kosten, de waarde van vastgoed in het buitendijkse gebied, bestaande belangen, het vigerende kustbeleid en met toekomstige ontwikkelingen. Als de primaire waterkering niet wordt vastgesteld voldoet de beheerder niet aan zijn wettelijke taak. Ook blijft onduidelijkheid bestaan wie aansprakelijk is voor de eventuele schade die kan optreden bij een overstroming van het gebied of door stormschade. Deze onduidelijkheid kan ook belemmerend werken voor toekomstige ontwikkelingen (investeringen) in het gebied. 1.4 Adviesvraag en afbakening Door Rijkswaterstaat staf DG is aan het RIKZ gevraagd om de technisch/inhoudelijke en financiële consequenties van verschillende tracés van de primaire waterkering op Ameland te beschrijven in een voor betrokkenen leesbaar rapport. Een concept versie van voorliggend rapport is12 mei met belanghebbenden besproken op een informatiebijeenkomst die door RWS Noord-Nederland is georganiseerd. Deze reacties en de schriftelijke reacties die daarop volgden zijn, voor zover ze binnen de scope van dit rapport vallen, in deze definitieve versie verwerkt. Dit rapport wordt door Rijkswaterstaat gebruikt om na weging van alle belangen een besluit te formuleren over de ligging van de primaire waterkering op Ameland. 1.5 Aanpak Gestart is met een beschrijving van de verschillende tracés. Van de tracés zijn de relevante beoordelingsaspecten beschreven. Hierbij zijn de consequenties zo concreet mogelijk beschreven en is de beoordeling met verifieerbare argumenten onderbouwd. De beoordelingscriteria zijn gedefinieerd op basis van harde uitgangspunten, de ingediende zienswijzen en het verslag van de advies- en hoorcommissie. Bij de vergelijking van de tracés is ook gebruik gemaakt van de aandachtspunten uit paragraaf 1.6. Van alle tracés zijn de aanleg- en onderhoudskosten gepresenteerd en wordt een raming gegeven van de buitendijks gelegen bebouwing. 1.6 Uitgangspunten Bij de beoordeling van de verschillende tracés worden aanleg- en onderhoudskosten, aanleg- en gebruiksaspecten, de waarde van de buitendijks gelegen bebouwing en beleidsaspecten meegenomen. De beoordelingscriteria en de waardering van de aspecten worden toegelicht en zoveel mogelijk met argumenten onderbouwd. Met dit doel zijn ook de gebruikte referenties in het advies opgenomen. De waterkering tracés in het advies moeten in overeenstemming zijn met het vigerend landelijke beleid voor veiligheid tegen overstromingen, kust en ruimtelijke ontwikkeling. Dit beleid is gebaseerd op de taak van de rijksoverheid om de veiligheid van dijkringgebieden, zijnde het gebied dat met primaire waterkeringen is beschermd tegen overstromingen en golfslag, te waarborgen, de dynamiek van de zandige kust te behouden, de natuur te beschermen en de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Duinwaterkering Ameland 8

9 Duinwaterkering Ameland 9 Naast de uitgangspunten wordt bij de advisering rekening gehouden met de volgende aandachtspunten: De invloed van de te verwachten morfologische ontwikkelingen op de onderhoudskosten; De toekomstige veranderingen van de toetsing van de waterkering door gewijzigde hydraulische randvoorwaarden (zeespiegelstijging en waterstand- en golfrandvoorwaarden) (zie [DWW 23]); Het kabinetsbesluit (brief 13 kustplaatsen d.d. 2 januari 26 DGW/WV 26/8) naar aanleiding van het advies van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling van Buitendijks gebied in Kustplaatsen onder voorzitterschap van gedeputeerde Poelmann (commissie Bescherming en Ontwikkeling van Buitendijks gebied in Kustplaatsen, 25).

10 2 Kustbeleid en beleidsontwikkeling 2.1 Vigerend kustbeleid, wet- en regelgeving In deze paragraaf is het vigerend kustbeleid beschreven. De nadruk ligt hierbij op het algemene nationaal beleid dat door de Rijksoverheid is vastgesteld. Alleen de belangrijkste doelen, uitgangspunten en restricties zijn genoemd. Voor een verder toelichting wordt verwezen naar bijlage 3. Nota Ruimte De belangrijkste grondslag voor integraal rijksbeleid voor de kust is de Nota Ruimte (Ministerie van VROM, 26). Deze nota is ook voor buitendijkse ontwikkelingen de toetssteen. Voor de kust, als onderdeel van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, heeft het rijk de volgende doelstelling: waarborging van de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee met behoud van de (inter)nationale ruimtelijke waarden waarbij de gebiedspecifieke identiteit een belangrijke kernkwaliteit is. In het nationaal ruimtelijk beleid staan voor dit gebied specifiek de volgende opgaven centraal: integraal kustbeheer; begrenzing en bescherming van het kustfundament; introductie van een strategie voor het beheer van de zandige kust; op sterkte hebben en houden van de zeewering. Bij de ruimtelijke ontwikkeling in de kustzone moet de zeewering op sterkte worden gehouden en moet nu al rekening worden gehouden met klimaatveranderingen die naar verwachting op een termijn van 2 jaar kunnen optreden. Waarborging van het dynamische zandige kustsysteem als drager van alle functies in de kustzone staat daarbij voorop. De prioriteit ligt daarbij op het behoud en de ontwikkeling van de veerkracht en natuurlijke dynamiek. Het kabinet streeft er naar om de bestaande zandvoorraden in de kustzone en het dynamische karakter ervan te waarborgen en de morfologische processen binnen het kustsysteem zoveel mogelijk ongemoeid te laten. Uitgangspunt van het beheer van de kust is daarom: zand als ordenend principe. Ontwikkelingen die de natuurlijke dynamiek van het kustfundament versterken worden ondersteund. Verstening van de zandige kust is niet gewenst. Het bouwbeleid is erop gericht zo duurzaam mogelijk met de ruimte van het kustfundament om te gaan. Behoud en verbetering van functies staan centraal. Buiten de kustplaatsen staan in het algemeen natuur en recreatie, en daarbij passende veerkracht en dynamiek voorop. Grote delen van de kust behoren namelijk tot Vogel- en habitatrichtlijn (VHR) of Ecologische hoofdstructuur (EHS) of zijn beschermd als waterwingebied. Binnen het aaneengesloten bebouwd gebied van kustplaatsen is ruimte voor ver- en nieuwbouw voor de bewoners en ontwikkeling van economische en toeristische activiteiten, zolang de veiligheid van het achterland niet nadelig wordt beïnvloed en dit niet leidt tot kostenverhoging van toekomstige versterkingswerken. Hierbij gelden vanzelfsprekend de voorwaarden van de geldende beschermingsregimes met betrekking tot veiligheid. Bij eventuele buitendijkse ontwikkelingen kan de veiligheid tegen overstromingen meestal niet worden geborgd. Als er locaties uit oogpunt van veiligheid worden versterkt dan gebeurt dit in combinatie met verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en op basis van een integrale benadering waarbij rekening wordt gehouden met natuur, landschap, economische functies en recreatie. Duinwaterkering Ameland 1

11 Provincies en gemeenten stellen de grens vast van het bestaande bebouwde gebied van de kustplaatsen en nemen deze grens op in streek- en bestemmingsplannen. Tevens geven zij invulling aan een specifiek bouwbeleid op grond van de volgende hoofdlijnen: Binnen de bestaande aaneengesloten bebouwing van kustplaatsen gelden beperkingen aan nieuw- en verbouw ( ja, mits -principe) op de waterkering, waarbij de voorwaarden worden ingevuld vanuit waterstaatswetgeving; Buiten het bestaande bebouwde gebied van kustplaatsen en strand wordt in het kustfundament in principe geen uitbreiding van de bebouwing toegestaan ( nee, tenzij - principe). Gezien de voor de Friese Waddeneilanden bestaande ruimtelijke beperkingen is daar een nader te bepalen beperkte uitbreidingsmogelijkheid van de bebouwing op het kustfundament mogelijk, mits passend binnen het ruimtelijk kader van de Nota Ruimte 1. Derde Kustnota In de Derde Kustnota (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2) is het beleid voor de kustlijnzorg als volgt verwoord: De veiligheid tegen overstromen moet worden gewaarborgd; Waarden in het duingebied moeten duurzaam worden behouden, met de waterkerende functie voorop. Dit door de kustlijn dynamisch te handhaven en door de zandbalans van het kustsysteem als geheel op peil te houden; Er moet rekening gehouden worden met zeespiegelstijging en eventuele zwaardere belastingseisen in de toekomst. In brede, onbebouwde duinen, dient de waterkering dan ook zo breed mogelijk gedefinieerd te worden. Voor eventuele versterking van de waterkering moet een (planologische) ruimtereservering worden gedaan voor tweehonderd jaar zeespiegelstijging. Bij ingrepen moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van zandsuppleties oftewel zachte maatregelen: zacht waar het kan, hard waar het moet. Specifieke uitgangspunten en restricties die in de Derde Kustnota staan, zijn: Het beleid richt zich op het op zijn plaats houden van de kustlijn en het regelmatig zandsuppleren zodat de kust meegroeit met de zeespiegel. Voorkomen moet worden dat de mogelijkheden voor een landwaartse oplossing worden ingeperkt. In brede, onbebouwde duinen dient de waterkering zo breed mogelijk gedefinieerd te worden. De landwaartse grens van de waterkering (en dus van de dijkring) kan in voorkomende gevallen landwaarts worden verlegd; De beheerders houden in hun leggers rekening met ruimte om de gevolgen van tweehonderd jaar zeespiegelstijging op te vangen (reserveringszone); Duurzame veiligheid betekent zoveel mogelijk kunnen inspelen op natuurlijke processen. Dit betekent o.a. dat ruimte voor natuurlijke fluctuaties in de kustlijnligging zo min mogelijk moet worden ingeperkt; Bebouwing conform het ja, mits en nee, tenzij principe ; De duinen vormen onderdeel van de kernzone van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Bebouwing in of direct naast het beschermde gebied kan het karakter van het natuurgebied aantasten. In algemene zin bepaalt bebouwing in sterke mate het landschappelijk karakter van de kust; Bestaande gebouwen en bedrijven mogen bij her- en verbouw in buitendijks gebied op eigen risico de aaneengesloten bebouwing eenmalig maximaal 1% (qua ruimtebeslag) uitbreiden, met inachtneming van overig vigerend beleid. 1 Deze tekst staat zowel in de Nota Ruimte als in het advies van de hoor- en adviescommissie als gegeven; er is geen toelichting op gevonden. Duinwaterkering Ameland 11

12 Wet op de waterkering De Wet op de waterkering (Wow, 1996) regelt de verantwoordelijkheden voor kustverdediging. De wet stelt normen waaraan de primaire waterkering moet voldoen én bepaalt dat structurele erosie moet worden bestreden. De voor dit advies meest relevante punten zijn: De waterkeringbeheerder is verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van de legger, waarin de locatie en kenmerken van de waterkering zijn vastgelegd; In de bijlagen van de wet is de kans op overstromingen van alle dijkringen in Nederland vastgelegd; Iedere vijf jaar wordt vastgesteld of de waterkering aan de normen voldoet; De rijksoverheid heeft de taak om structurele erosie van de kust te bestrijden. 2.2 Recente beleidsontwikkeling buitendijkse risico s In januari 26 is de Kabinetsbeslissing genomen t.a.v. de risicobeheersing in buitendijksgebied van kustplaatsen (brief Staatssecretaris Ministerie V&W aan de Tweede Kamer). Deze kabinetsbeslissing is gebaseerd op het advies van de Commissie Poelmann en bevat de volgende relevante besluiten: behoud van het huidige buitendijkse beschermingsniveau in het bestaande aaneengesloten bebouwde gebied van kustplaatsen; het huidige buitendijkse beschermingsniveau wordt per kustplaats via een uniforme methodiek bepaald en op kaart weergegeven; buiten het historisch gegroeide aaneengesloten bestaande bebouwde gebied neem het Rijk geen verantwoordelijkheid voor de handhaving van het buitendijkse beschermingsniveau. Verder ligt hoe dan ook de verantwoordelijkheid bij initiatiefnemers voor maatregelen voor bescherming tegen hoogwater, inclusief de financiering, in die gevallen: - waar lokaal of regionaal bij bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen in bestaand aaneengesloten bebouwd gebied meer bescherming gewenst is dan het huidige beschermingsniveau, of - waar nieuwe ontwikkelingen buiten de huidige aaneengesloten bebouwing plaatsvinden, of - waar al bestuurlijke afspraken gemaakt zijn. In de Kabinetsbeslissing m.b.t. de 13 kustplaatsen is aangegeven dat de besluiten ook betrekking hebben op de Waddeneilanden. Dit met de aantekening dat op de Waddeneilanden eerst het buitendijks gebied duidelijk zal worden vastgelegd, in het kader van de vastlegging van de primaire waterkering in de legger. Dit houdt dus in dat na de vastlegging van de legger, het buitendijkse beschermingsniveau bepaald zal worden. Duinwaterkering Ameland 12

13 3 Beschrijving tracés 3.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de te beoordelen tracés van de duinwaterkering beschreven. Voor een beschrijving van Ameland, van de ontwikkelingen rond kustlijn en waterkering en van de huidige ligging en toestand van waterkering en kust, wordt verwezen naar bijlage 2. Op twee locaties, namelijk Ameland midden (Nes) en Ameland west kan de primaire waterkering volgens verschillende tracés worden aangelegd. Bij de bepaling van de tracés is o.a. gebruik gemaakt van de ingediende bezwaren en het POK-rapport Veiligheid en overstromingsrisico kustbebouwing buitendijks op de Friese Waddeneilanden (POK Fryslân, 24). Alle in voorliggend rapport beschouwde waterkering tracés zijn in overeenstemming met het vigerend landelijke beleid voor veiligheid tegen overstromingen, kust en ruimtelijke ontwikkeling (een overzicht hiervan is gegeven in bijlage 3). Dit beleid is gebaseerd op de taak van de rijksoverheid om de veiligheid van dijkringgebieden, zijnde het gebied dat met primaire waterkeringen is beschermd tegen overstromingen en golfslag, te waarborgen, de dynamiek van de zandige kust te behouden, de natuur te beschermen en de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Om de kosten en ingrepen die nodig zijn om de verschillende tracés te laten voldoen aan dit beleid, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van hooggelegen delen van het duingebied (duinmassieven en/of duinregels). Het meest landwaartse tracé komt overeen met de doorgaande achterste duinregel van de deltakering. Het meest zeewaartse tracé valt samen met de zeereep. Omdat de zeereep door onderhoud en beheermaatregelen (met name zandsuppleties) steeds sterker (hoger en breder) is geworden, zou deze na uitvoering van locale versterkingen als primaire waterkering dienst kunnen doen. De andere tracés liggen tussen deze beide tracés in. 3.2 Beschrijving tracés Ameland midden (Nes-noord) De te beoordelen tracés op Ameland midden, zoals weergegeven in figuur 2 en 3, zijn: I. tracé op de binnenduinregel zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd; II. tracé op een binnenduinregel vlak ten zuiden van het appartementencomplex Ostrea en vervolgens naar het noordoosten lopend dwars over de laag gelegen Strandweg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; III. tracé op een binnenduinregel vlak ten noorden van Ostrea, doorlopend over het parkeerterrein van Amelandstate, over de te verhogen Strandweg en vervolgens in noordoostelijke richting aansluitend op het bestaand duinmassief (deltakering); IV. tracé op de zeereep tussen kilometer 12.2 en 13.2, aan de westzijde verlopend naar de binnenduinregel en aan de oostzijde aansluitend op het bestaand duinmassief (deltakering). Dit tracé komt overeen met verruiming van de dijkring volgens tracé AA (optie 2a) in het POK-rapport (POK Fryslân, 24); V. tracé op een binnenduinregel ten noorden van Ostrea waarbij een kortsluiting wordt gemaakt tussen het bestaande duinmassief (deltakering) en zeereep over de bestaande camping en enkele lage duinen. De zeereep moet over een lengte van circa 3 m. worden versterkt en sluit daarna aan op het bestaand duinmassief (deltakering). Duinwaterkering Ameland 13

14 Figuur 2 Kaart van Ameland-midden met de verschillende tracés. (Deze kaart is als bijlage op groter formaat opgenomen aan het eind van het rapport). Figuur 3 Luchtfoto van Ameland-midden met daarop geprojecteerd de verschillende tracés en bebouwing. Alle genoemde tracés zullen moeten voldoen aan de wettelijke veiligheidsnorm van 1/2 die voor het dijkringgebied van Ameland geldt. Met uitzondering van tracé I moet hiervoor extra zand in de duinen worden aangebracht. Bij tracé I is het gehele duingebied buitendijks gebied. Tracé IV is de meest zeewaartse variant, waarbij de huidige zeereep moet worden versterkt. Als voor dit tracé wordt gekozen dan komt niet alleen een groot deel van de bestaande bebouwing bij Nes binnendijks te liggen, maar wordt ook het duingebied binnendijks gebracht. De in het POK-rapport genoemde tracé AB (optie 2b) ligt zeewaarts van het natuurgebied Zwanewaterduinen. Dit tracé is in dit rapport niet beschouwd omdat het duingebied een natuurbestemming heeft en er slechts één geïsoleerd gebouw aanwezig is. Hierdoor zijn de baten van dit tracé vrijwel identiek aan die van tracé IV, terwijl de kosten veel hoger zijn. Op een hoorzitting, waar de bezwaren op het besluit tot vaststelling van de primaire waterkering konden worden toegelicht, is door de heer Jellema een drietal alternatieve tracés in het binnenduingebied aangereikt. Deze zijn Duinwaterkering Ameland 14

15 opgenomen in figuur 4. De heer Jellema is bij de bepaling van zijn tracés abusievelijk uitgegaan van alleen het grensprofiel met een standaard breedte van 35 meter. Omdat echter voor een binnenduinkering een breedte benodigd is van 85 m zijn de voorgestelde tracés Jellema I en Jellema II op dit punt gewijzigd; deze zijn de in dit rapport opgenomen tracés V (op het kaartje aangegeven als K ) en II. Tracé Jellema III is niet (gewijzigd) in dit rapport opgenomen, omdat het het huidige dijkringgebied van Ameland verkleint en daarmee de belangen van een aantal eigenaren van zomerhuisjes die nu binnendijks staan schaadt. Figuur 4 Tracés van de heer Jellema Duinwaterkering Ameland 15

16 3.3 Beschrijving tracés Ameland west De te beoordelen tracés op Ameland west, zoals weergegeven in figuur 5, zijn: I. tracé op de binnenduinregel zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd; II. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend vlak ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; III. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend op grotere afstand van de jeugdherberg en t.p.v. het gebouw van de Waterleiding aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; IV. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend vlak ten zuiden van de NAM locatie en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I. Ook voor dit gebied geldt dat tracé I de meest landwaartse variant is, die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd. Bij tracé I is het gehele duingebied buitendijksgebied. Tracé IV is de meest zeewaartse variant, waarbij een groot (natuur)gebied binnendijks komt te liggen. Alle andere tracés zijn varianten waarbij iets meer of iets minder gebied binnendijks komt te liggen. Alleen bij Tracé II is zand nodig voor het opvullen van de diepere delen van het relatief korte tracé in de duinen. De in het POK-rapport Veiligheid en overstromingsrisico kustbebouwing buitendijks op de Friese waddeneilanden (POK Fryslân, 24) benoemde tracé C (wijd tracé) komt overeen met II en tracé C (krap tracé) komt overeen met I. Figuur 5 Kaart van Ameland-west met de verschillende tracés. (Deze kaart is als bijlage op groter formaat opgenomen aan het eind van dit rapport). Duinwaterkering Ameland 16

17 4 Beoordelingsaspecten tracés 4.1 Inleiding De consequenties van de verschillende tracés van de waterkering op Ameland worden in dit rapport in beeld gebracht op basis van de in dit hoofdstuk gepresenteerde beoordelingsaspecten. De beschrijving van de tracés staat in het vorige hoofdstuk 3 en de beoordeling in hoofdstuk 5. Op basis van de ingediende bezwaren, het vigerend kustbeleid en recente ontwikkelingen in het (kust)beleid worden de beoordelingsaspecten geïdentificeerd. Aspecten die niet onderscheidend zijn voor de tracés, zijn niet opgenomen. Een aantal aspecten zijn in geld (kosten en baten) uit te drukken, bij andere aspecten is dat niet mogelijk. De kwalitatieve aspecten worden beschreven in paragraaf 4.2, de kosten en baten in paragraaf Kwalitatieve aspecten De kwalitatieve aspecten worden in deze paragraaf onderverdeeld in: Aanlegaspecten Gebruiksaspecten Mogelijkheden voor economische ontwikkeling Deze aspecten worden onderstaand beschreven en kort toegelicht. De bebouwing die bij de te beschouwen tracés buitendijks ligt, betreft vrijwel zonder uitzondering seizoensgebonden gebruik; de gemiddelde bezettingsgraad van deze bebouwing ligt dus lager dan bij permanent gebruik. Ervan uitgaande dat er goede voorlichting gegeven wordt en dat er een effectief gemeentelijk calamiteitenplan is, zal de kans op slachtoffers bij een eventuele inundatie dan ook nihil zijn. Temeer omdat de vluchtroutes kort zijn. Dit aspect wordt daarom niet onderscheidend geacht bij de verschillende tracés en daarom niet als beoordelingsaspect meegenomen. Aanlegaspecten Dit aspect bevat de volgende onderdelen: de complexiteit van de aanpassingen en de mate van regelgeving waaraan de aanpassingen moeten voldoen de aard en duur van de verstoring Toelichting: Onder aanlegaspecten worden alle zaken verstaan die niet direct als kosten zijn op te voeren, maar wel de aanleg positief of negatief beïnvloeden. De complexiteit van de aanpassingen wordt onder andere bepaald door het aantal belanghebbenden (grondeigenaren en grondgebruikers) in het tracé van de beoogde waterkering: hoe meer belanghebbenden, des te complexer de realisatie zal zijn. De complexiteit wordt echter ook bepaald door het aantal wetten en regels dat van toepassing is (dit aantal is relatief groot door de verschillende gebruiksfuncties van het gebied) en de restricties die deze wetten met zich meebrengen. Het gehele duingebied van Ameland, met uitzondering van het gebied ten westen van de Strandweg waar zich de bebouwing bevindt, is aangewezen als VHR gebied; hierdoor zijn ingrepen in deze gebieden lastiger te realiseren. Naast een wat langere proceduretijd kunnen namelijk ook extra randvoorwaarden voor de uitvoering worden opgelegd. Daarnaast kunnen Duinwaterkering Ameland 17

18 extra mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn in het geval er significante (nadelige) ecologische effecten worden verwacht. Aard en duur van de verstoring heeft betrekking op de tijdelijke negatieve effecten op natuur, bewoning en recreatie. Deze effecten nemen toe met de grootte en duur van de ingreep en dit is minder gewenst. Gebruiksaspecten Dit aspect bevat de volgende onderdelen: Medegebruik waterkering; Recreatie; Natuurfunctie en dynamisch zeereepbeheer. Toelichting: Onder gebruiksaspecten vallen een aantal sterk verschillende aspecten, die spelen na vaststellen en/of aanleg van de waterkering. Medegebruik van de waterkering maakt enerzijds het beheer complex, anderzijds dienen grondgebruikers en -eigenaren van de waterkeringbeheerder toestemming te krijgen indien ze iets willen. Voor de beschouwde tracés is het aspect recreatie niet onderscheidend; de zeereep is namelijk slechts zeer beperkt toegankelijk voor recreanten en indien een tracé direct nadelig effect heeft op de recreatieve mogelijkheden, dan zal dit gecompenseerd moeten worden. Het aspect recreatie wordt dan ook niet meegewogen. De natuurfunctie is enerzijds gekoppeld aan het type duingebied dat ontstaat of overblijft na aanleg van de waterkering en anderzijds op de ruimte voor dynamisch zeereepbeheer (figuur 8). In het POK is afgesproken dat de kustlijn t.p.v. Nes Noord dynamisch gehandhaafd wordt en dat het wenselijk is dat de zeereep aldaar veel dynamiek vertoond. Onder veel dynamiek wordt verstaan: extensief onderhoud (in het algemeen: het naar het binnenduin laten doorstuiven van zand, het tegengaan van stuifoverlast bij bebouwing en strandovergangen, en het afvlakken van hoge afslagranden op plekken waar deze een gevaar vormen voor het publiek). Mogelijkheden economische ontwikkeling Toelichting: Gebieden die buitendijks liggen kunnen economisch gezien slechts zeer beperkt verder ontwikkeld worden 2. Voor binnendijkse gebieden zijn meer mogelijkheden. Bij de scoring van dit aspect is globaal beoordeeld welke ontwikkelingsmogelijkheden de binnendijkse gebieden van de verschillende tracés hebben. 4.3 Kosten en baten De kosten en baten worden in deze paragraaf onderverdeeld in: Aanlegkosten Onderhoudskosten Waarde bebouwing in binnendijks- en buitendijks gebied Deze aspecten worden onderstaand beschreven en kort toegelicht. De gehanteerde uitgangspunten en aannames voor de bepaling van de kosten en baten zijn opgenomen in bijlage 4. Aanlegkosten Dit aspect bestaat uit de volgende onderdelen: Zand in zeereep/opvullen duin Aanpassing infrastructuur Toelichting: Een veilige waterkering heeft voldoende zand in het profiel, het profiel heeft voldoende hoogte en is een ononderbroken duinenregel. Voor de bepaling van de benodigde hoeveelheid zand is bij alle tracés uitgegaan van de 2 Bestaande mogelijkheden in de vigerende bestemmingsplannen worden niet aangetast. Duinwaterkering Ameland 18

19 Leidraad zandige kust [TAW 22] en is voor de bepaling van de hoeveelheid extra afslag die het gevolg is van de zwaardere golfbelasting gebruik gemaakt van de vigerende methode zoals beschreven in [DWW 23]. Een nadere toelichting op de berekende volumes is gegeven in bijlage 5. Voor het landwaartse tracé I bij zowel Ameland west als midden hoeven geen ingrepen te worden uitgevoerd, omdat in de huidige situatie reeds voldaan wordt aan de vereisten voor een primaire waterkering. Bij alle andere tracés moeten ingrepen plaatsvinden om het tracé voldoende veilig te maken. Enerzijds kan dat gericht zijn op het aanbrengen van voldoende zand in de duinregel, dus het verzwaren van de zeereep, anderzijds kan dat gericht zijn op een ononderbroken voldoende hoog tracé, door het opvullen van lagere delen van het duingebied. Het zand dat in of landwaarts van de zeereep wordt aangebracht mag niet te veel zout bevatten. In dit rapport is er van uitgegaan dat voor dergelijk zoet zand, zand gebruikt kan worden uit de duinen zelf. Verder is bij de bepaling van de kosten voor dit zand geen rekening gehouden met eventuele mitigerende of compenserende maatregelen die waarschijnlijk nodig zijn bij een dergelijke ingreep in een natuurgebied. Het gebruik van zoet zand brengt daarnaast extra kosten (extra grondverzet) met zich mee en leidt tot een langere doorlooptijd voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Bij duinverzwaring wordt in de Leidraad zandige kust (TAW, 22) aangeraden om tot circa 5 % meer zand aan te brengen dan op grond van de berekening nodig zou zijn, teneinde met die extra hoeveelheid de verzwaring zodanig te profileren, dat het natuurlijke duinlandschap zo veel mogelijk wordt benaderd. Dit aspect is wel meegenomen in de schatting van de kosten. Bij de ingrepen is het soms nodig om de lokale infrastructuur aan te passen, bijvoorbeeld door de wegen, kabels en leidingen een stukje op te tillen dan wel te verplaatsen. Hierbij geldt: meer ingrepen en complexe ingrepen zullen de aanlegkosten hoger doen uitvallen. Onderhoudskosten Voor de primaire waterkering, de basiskustlijn en de infrastructuur zal jaarlijks onderhoud noodzakelijk zijn. Specifiek gaat het om de volgende kostenposten: kosten voor onderwatersuppleties kosten strandsuppleties (figuur 6, kustlijnzorg); onderhoudskosten zeereep (figuur 7,waterkeringzorg); Toelichting: Voor het landwaartse tracé komen bovenstaande kosten overeen met de huidige kosten die door de beheerder worden gemaakt. Voor de andere tracés is een schatting gemaakt. Bij de schatting van de suppletiekosten is rekening gehouden met een mogelijke verschuiving van het volume van onderwatersuppleties naar strandsuppleties. Bij de keuze voor de zeewaartse variant (IV bij Ameland west en midden), waarbij de waterkering samenvalt met de eerste duinregel, worden strengere eisen gesteld aan het zandvolume dat in het duinmassief en in de ondiepe kustzone aanwezig is. Ten allen tijde dient voldoende zand aanwezig te zijn om te garanderen dat het grensprofiel in het duinmassief past. Bij alle andere tracés is deze eis minder streng, omdat daarbij het zand achter de eerste duinregel ook meedoet voor de kustveiligheid. Om te garanderen dat er voldoende zand in de eerste duinregel en op het strand aanwezig is, moet door middel van strandsuppleties meer zand op het strand en tegen de duinvoet worden aangebracht in vergelijking met de afgelopen 5 jaar. Omdat strandsuppleties duurder zijn dan onderwatersuppleties nemen de kosten voor de kustlijnzorg toe. Bij de landwaarts gelegen tracés moet rekening gehouden worden met eventueel onderhoud dat aan de binnenduinregel dient te worden uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn het herstellen van vegetatie en het aanvullen van het zandvolume na verstuiving. De beschouwde tracés onderscheiden zich wat dit aspect betreft echter nauwelijks van elkaar. Dit aspect wordt daarom niet meegewogen. Waarde bebouwing in binnendijks en buitendijks gebied Een bepaling van de baten kan op dit moment nog niet gedaan worden. Hiervoor zijn namelijk o.a. de huidige beschermingsniveaus nodig, en deze kunnen nog niet berekend worden omdat er nog geen goede rekenmethodiek voor duinafslag beschikbaar is en de hydraulische randvoorwaarden nog niet Duinwaterkering Ameland 19

20 bekend zijn 3. Op dit moment wordt aan een landelijke uniforme methode voor het berekenen van de duinafslag gewerkt én worden de nieuwe hydraulische randvoorwaarden voor de Noordzee opgesteld. Naar verwachting kunnen dergelijke berekeningen dan ook wel in het voorjaar van 27 gemaakt worden. Het actuele beschermingsniveau binnen de dijkring (moet wettelijk minimaal 1/2 zijn) gaat bepaald worden binnen het WaterVeiligheid 21 e eeuw (WV21) project (voorjaar 27), het actuele beschermingsniveau voor het gebied buiten de dijkring zal bepaald worden in het verlengde van het kabinetsbesluit over de dertien kustplaatsen. In dit rapport wordt daarom alleen de waarde van de bebouwing in het buitendijkse gebied beschouwd. Hiervoor is als basis de WOZ waarde van 25 gebruikt; voor nadere informatie hierover wordt verwezen naar bijlage 4. De op deze wijze gedefinieerde waarde, kan dus niet direct vergeleken worden met de bovengenoemde kosten. 3 De schattingen van het huidige buitendijkse beschermingsniveau lopen uiteen van 1/1 tot 1/2. Duinwaterkering Ameland 2

21 Figuur 6 Erosie van de strandsuppletie bij Ameland west. De strandsuppleties in dit gebied moeten iedere 3 á 4 jaar worden herhaald en in toekomst mogelijk vaker. (opname december 25) Figuur 7 Intensief beheer van het duin in de zeereep bij raai 12, met aan de duinvoet stuifschermen van rijshout. Aan de linkerzijde is nog vegetatie (helm) op de top van het duin zichtbaar, deze aan de rechterzijde verwijderd, om het doorstuiven van zand naar de daarachter gelegen duinregel te bevorderen (opname december 25) Figuur 8 Dynamisch beheer van het duin in de zeereep bij raai 1. Op de top van duin volgroeide helmvegetatie en aan de duinvoet jonge duintjes met nieuwe helm. (opname december 25) Duinwaterkering Ameland 21

22 5 Beschouwing aspecten per tracé 5.1 Inleiding Alle voorgestelde tracés zijn uitvoerbaar, zodat de waterkering aan de veiligheidsnorm zal voldoen. De verschillende tracés voor de duinwaterkering, zoals gepresenteerd in hoofdstuk 3 worden in dit hoofdstuk vergeleken op de aspecten zoals deze in hoofdstuk 4 zijn beschreven. Deze vergelijking wordt in dit hoofdstuk op 2 wijzen gedaan: beschrijvenderwijs in tekst en middels een relatieve score in tabelvorm. Deze tabellen zijn slechts een hulpmiddel en kunnen niet absoluut geïnterpreteerd worden. Daarnaast kunnen alleen de scores op een bepaald aspect vergeleken worden (dus per kolom) en kan er dus geen waarde gehecht worden aan de scores tussen de verschillende aspecten. Met andere woorden, de aanlegaspecten onderling zijn niet gewogen en zijn dus niet onderling vergelijkbaar, de tracés kunnen wel per aanlegaspect onderling vergeleken worden. In de vergelijking van de tracés is steeds tracé I als referentie genomen. 5.2 Kwalitatieve aspecten tracés Ameland midden Aanlegaspect: complexiteit aanpassingen & regelgeving I. Bestaand tracé voldoet; geen aanpassing noodzakelijk: II. Groot aantal betrokken grondgebruikers en meerdere grondeigenaren maken aanpassingen complex: - III. Beperkt aantal betrokken grondgebruikers en meerdere grondeigenaren maken aanpassingen complex, daarbij heeft de ingreep een negatief effect op het gebruiksgenot van het appartementencomplex (uitzicht verandert) en betreft het ingrepen die deels in een VHR gebied plaatsvinden: -- IV. Zeer beperkt aantal grondgebruikers en -eigenaren (domeinen, gemeenten, camping pannenkoekenhuis), maar het betreft wel ingrepen in een VHR gebied: - V. Zeer beperkt aantal grondgebruikers en -eigenaren (domeinen, gemeenten, camping pannenkoekenhuis), maar door ingreep op campingterrein zelf wel meer betrokkenen. Daarnaast betreft het ingrepen die deels in een VHR gebied plaatsvinden: -/-- Aanlegaspect : aard en duur verstoring I. Bestaand tracé voldoet, geen verstoring noodzakelijk: II. Toegankelijkheid tijdelijk verminderd bij omhoog brengen weg, aanbrengen zand in duingebieden heeft tijdelijke (enkele jaren voor herstel vegetatie) impact op natuur in duingebied: -/ III. Toegankelijkheid tijdelijk verminderd bij omhoog brengen weg en ophogen parkeerterrein, aanbrengen zand over groot oppervlak in duingebied heeft tijdelijke impact (enkele jaren voor herstel vegetatie) op natuur in duingebied:-- IV. Veel zand aanbrengen op strand en zand verplaatsen in de eerste duinregel in duingebied buiten het stormseizoen, heeft impact op alle medegebruik (toegankelijkheid strand, duinen, fietspad), tijdelijke impact op natuur in duingebied (snel herstel vegetatie na inplanten helm): -- Duinwaterkering Ameland 22

23 V. Ingreep in duin en zeerreep levert combinatie van overlast zoals vermeld bij II en IV, impact met name op campingterrein: -- Gebruiksaspect: medegebruik waterkering I. Het huidige tracé kent veel medegebruikers (huisjes eigenaren) en enkele grondeigenaren; het tracé scoort hiermee dus negatief. Het wordt echter als referentie voor de andere tracés gebruikt en daarom is in de tabel opgenomen. II. Dit tracé kent minder medegebruikers (huisjes eigenaren) en slechts enkele grondeigenaren: + III, IV & V. Bij deze tracés zijn er na aanleg geen medegebruikers en grondeigenaren meer op de waterkering: ++ Gebruiksaspect: natuurfunctie & dynamische zeereepbeheer I. Huidige tracé levert geen verandering op voor natuurfunctie en dynamisch zeereepbeheer kan worden voortgezet: II. Dit tracé levert na herstel duinvegetatie geen significante verandering op voor natuurfunctie en dynamisch zeereepbeheer kan worden voortgezet: III. is identiek aan tracé II: IV. De noodzaak om voldoende zand in duinen vast te houden beperkt de mogelijkheden voor dynamisch zeereepbeheer over een grote lengte: - V. De noodzaak om voldoende zand in duinen vast te houden beperkt de mogelijkheden voor dynamisch zeereepbeheer: -/ Mogelijkheden economische ontwikkeling I. Huidige tracé wordt als referentie gebruikt: II. Dit tracé biedt dusdanige beperkte extra ontwikkelingsmogelijkheden binnendijks, dat dit niet significant te noemen is: III. Tracé III brengt extra ontwikkelingsmogelijkheden binnendijks: /+ IV. Meest zeewaartse tracé brengt maximaal gebied binnendijks: + V. Dit tracé brengt ontwikkelingsmogelijkheden die zich bevinden in de orde tussen III en IV: + Duinwaterkering Ameland 23

24 Tabel 5.1 Kwalitatieve aspecten tracés Ameland midden; + : mogelijk positief; : neutraal; - : mogelijk negatieve gevolgen; -- : zeker negatieve gevolgen. Aanlegaspecten Gebruiksaspecten Mogelijkheden economische ontwikkeling Tracés complexiteit aanpassingen & regelgeving (+/-) aard en duur verstoring (+/-) medegebruik waterkering (+/-) natuurfunctie & dynamische zeereepbeheer (+/-) I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd II. tracé op een binnenduinregel, vlak ten zuiden van Ostrea en vervolgens naar het zuiden lopend langs een laag gelegen weg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; III. tracé op een binnenduinregel, vlak ten zuiden van Ostrea, doorlopend over een nog te verhogen weg en vervolgens in noordoostelijke richting aansluitend op de huidige zeereep van tracé I; IV. tracé op de zeereep, tussen kilometer 12.2 en 13.2, aan de westzijde verlopend naar de binnenduinregel en aan de oostzijde verlopend naar de zeereep van tracé I; / /+ + V. Kortsluittracé, waarbij beide appartementencomplexen landwaarts van de waterkering komen te liggen door een kortsluiting te maken tussen deltakering en zeereep over de bestaande camping. -/ / + Duinwaterkering Ameland 24

25 5.3 Kosten en baten tracés Ameland midden Aanlegkosten: zand in zeereep / opvullen duin (m 3 en ) Bij de beoordeling van dit aspect wordt er steeds vanuit gegaan dat er, indien er zoet zand nodig is, deze in voldoende mate in het gebied zelf gewonnen kan worden en er dus geen dure ontzilting van zout zand nodig is. Aangezien dit op zijn minst twijfelachtig is (zeker bij de grotere benodigde volumes), leidt dit dus zeer waarschijnlijk tot een onderschatting van de aanlegkosten. I. Bestaand tracé voldoet, geen opvulling noodzakelijk II. Zand voor opvullen diepere delen van het relatief korte tracé in de duinen ( gaten vullen ): 1. m 3 met zoet zand, totaal kosten 85.. III. Zand voor opvullen diepere delen van het relatief lange tracé in de duinen ( gaten vullen ): 87.5 m 3 met zoet zand, totaal kosten 28.. IV. Zand in de zeereep aanbrengen op de plaatsen waar het volume in het profiel tekort komt: 153. m 3 met zout zand. Daarnaast is grondverzet nodig voor zoet zand. Totale kosten zo n V. Combinatie van zand in de zeereep aanbrengen en zand in het duincomplex aanbrengen: 45. m 3 met zoet zand, 43. m 3 met zout zand, totaal kosten 4.. Aanlegkosten: aanpassing infrastructuur ( ) I. Bestaand tracé voldoet, geen aanpassing noodzakelijk II. Omhoog brengen van weg, fiets- en voetpad en kabels en leidingen over 13 m.; Totale kosten 5.. III. Omhoog brengen van parkeerterrein (7. m 3 ), wegen (475 m), fiets- en voetpad (1 m) en kabels en leidingen (475 m); Totale kosten IV. Omhoog brengen strandovergang (44 m) en kabels en leidingen (dito) voor het jaarrond strandpaviljoen. Bij landwaartse variant ook aanpassen van het fietspad langs het duin en aanpassingen op de camping: Totale kosten zo n 95.. V. Omhoog brengen van weg (16 m), fiets- en voetpad (13 m) en kabels en leidingen (29 m); kosten 5.. Daarnaast dient het campingterrein gecompenseerd te worden vanwege de afname van het bruikbare oppervlak ter hoogte van de kortsluiting; een globale schatting van deze kosten bedraagt 15.. Totale kosten 2.. Onderhoudskosten onderwatersuppletie ( /jaar) I, II & III. Geen noodzakelijke verandering van kustlijnzorg: volume, frequentie en kosten vergelijkbaar met voorgaande periode (21-26). IV. Gegarandeerd meer zand op strand en in duinen: verschuiving van onderwaternaar strandsuppletie. Aanname is dat 5% van het zand dat nu onderwater wordt aangebracht over een afstand van 1,5 km (van strandpaal 12 tot 13,5) op het strand moet worden gebracht, dat is een verschuiving van 225. m 3 voor minimaal 3 jaar, oftewel 75. m 3 per jaar. Met een prijs 2,- /m 3, betekent dat voor 15. per jaar minder onderwatersuppleren. V. Over kort stuk gegarandeerd meer zand op strand en in duinen: Verschuiving van onderwater- naar strandsuppletie over,5 km. Volgens bovenstaande redenering levert dat voor 5. per jaar minder onderwatersuppleren. 4 Zoals in bijlage 5 vermeld is, is op deze aanlegwijze een optimalisatie mogelijk, waardoor zo n 22. m3 minder zand aangebracht hoeft te worden; deze geoptimaliseerde aanlegwijze zal zo n 12. euro lager uitvallen. Duinwaterkering Ameland 25

26 Tabel 5.2 Kosten en baten tracés Ameland midden: schatting in. Aanlegkosten (eenmalig) Verandering Onderhouds kosten (per jaar) Totale WOZ 25 waarde bebouwing Tracés zand in zeereep/ opvullen duin( ) aanpassing infrastructuur ( ) kosten onderwatersuppletie ( /jaar) kosten strandsuppleties ( /jaar) Binnendijks ( ) Buitendijks ( ) I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd 36.. II. tracé op een binnenduinregel, vlak ten zuiden van Ostrea en vervolgens naar het zuiden lopend langs een laag gelegen weg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; III. tracé op een binnenduinregel, vlak ten zuiden van Ostrea, doorlopend over een nog te verhogen weg en vervolgens in noordoostelijke richting aansluitend op de huidige zeereep van tracé I; IV. tracé op de zeereep, tussen kilometer 12.2 en 13.2, aan de westzijde verlopend naar de binnenduinregel en aan de oostzijde verlopend naar de zeereep van tracé I; per jaar per jaar 36.. V. kortsluittracé, waarbij beide appartementen-complexen landwaarts van de waterkering komen te liggen door een kortsluiting te maken tussen deltakering en zeereep over de bestaande camping per jaar per jaar Onderhoudskosten strandsuppleties ( ) I, II & III. Huidige niveau; geen noodzakelijke verandering van kustlijnzorg: volume en frequentie vergelijkbaar met voorgaande periode (zie bijlage 6). IV. Gegarandeerd meer zand op strand en in duinen: verschuiving van onderwaternaar strandsuppletie, dus afname frequentie onderwatersuppleties. Aanname is 5 Zoals in bijlage 5 vermeld is, is op deze aanlegwijze een optimalisatie mogelijk, waardoor zo n 22. m3 minder zand aangebracht hoeft te worden; deze aanlegwijze zal zo n 12. euro lager uitvallen. Duinwaterkering Ameland 26

27 dat 5% van al het zand dat nu onderwater wordt aangebracht over een afstand van 1,5 km (van strandpaal 12 tot 13,5) op het strand moet worden gebracht, dat is 225. m 3 voor minimaal 3 jaar, oftewel 75. m 3 per jaar. Met een prijs 4,5 per m 3, betekent dat voor 335. per jaar meer strandsuppleren. V. Over kort stuk gegarandeerd meer zand op strand en in duinen: verschuiving van onderwater- naar strandsuppletie over,5 km. Volgens bovenstaande redenering levert dat voor 11. per jaar meer strandsuppleren Totale waarde binnendijks en buitendijks ( ) I. Tracé op de binnenduinregel brengt geen extra gebied binnendijks (% en ), in buitendijkse gebied blijft daarmee een waarde van 36.. zonder wettelijke bescherming. II. Dit tracé brengt beperkt gebied (13%) binnendijks waarin waarde vertegenwoordigd is van 4... Daarmee blijft een waarde van 32.. buitendijks zonder wettelijke bescherming. III. Dit tracé brengt ruim gebied (53%) binnendijks waarin waarde vertegenwoordigd is van Daarmee blijft een waarde van 15.. zonder wettelijke bescherming buitendijks. IV. Meest zeewaartse tracé brengt maximaal gebied (1%) binnendijks waarin waarde vertegenwoordigd is van V. Kortsluittracé brengt ruim gebied (93%) binnendijks: waarin waarde vertegenwoordigd is van Daarmee blijft een waarde van 4.. buitendijks zonder wettelijke bescherming. 5.4 Kwalitatieve aspecten tracés Ameland west Aanlegaspect: complexiteit aanpassingen & regelgeving I. Bestaand tracé voldoet, geen aanpassing noodzakelijk: II. Meerdere grondgebruikers maken aanpassingen complex. Daarnaast betreft het ingrepen in een VHR gebied: -- III. Geen aanpassingen nodig: IV. Geen medegrondgebruikers en geen aanpassingen nodig: Aanlegaspect: aard en duur verstoring I. Bestaand tracé voldoet, geen verstoring noodzakelijk: II. Toegankelijkheid tijdelijk verminderd bij omhoog brengen weg, aanbrengen zand in duingebieden heeft tijdelijke (enkele jaren voor herstel vegetatie) impact op natuur in duingebied: - III. Aanbrengen van zand niet nodig, dus geen verstoring: IV. Aanbrengen van zand niet nodig, dus geen verstoring: Gebruiksaspect: medegebruik waterkering I. Huidige tracé heeft beperkt aantal medegebruikers: II. Dit tracé verminderd medegebruik niet of nauwelijks: III. Tracé III betekent kleine toename medegebruik (waterleidingbedrijf): - IV. Dit tracé heeft geen medegebruikers: + Duinwaterkering Ameland 27

28 Tabel 5.3 Kwalitatieve aspecten tracés Ameland west: + : mogelijk positief; : neutraal; - : mogelijk negatieve gevolgen; -- : zeker negatieve gevolgen. Aanleg aspecten Gebruiksaspecten Mogelijkheden economische ontwikkeling Tracés complexiteit aanpassingen & regelgeving (+/-) aard en duur verstoring (+/-) medegebruik waterkering (+/-) natuurfunctie & dynamische zeereepbeheer (+/-) I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd II. kort tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend vlak ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; III. middellang tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend op groter afstand van de jeugdherberg en t.p.v. het gebouw van de Waterleiding aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; IV. lang tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend via de NAM-locatie en ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel /-- -- /+ /+ /+ Gebruiksaspect natuurfunctie & dynamische zeereepbeheer I. Huidige tracé levert geen verandering op voor natuurfunctie en dynamisch zeereepbeheer kan worden voortgezet: II. De noodzaak om voldoende zand in duinen vast te houden beperkt de mogelijkheden voor dynamisch zeereepbeheer, natuurfuncties veranderen na herstel vegetatie in het duin niet: - III. Mogelijkheden voor dynamisch zeereepbeheer zijn iets beperkter dan bij tracé II: - /-- IV. Mogelijkheden voor dynamisch duinbeheer zijn beperkt en een groot areaal aan natuurgebied wordt binnendijks gebracht: -- Mogelijkheden economische ontwikkeling I. Het huidige tracé wordt als referentie gebruikt: Duinwaterkering Ameland 28

29 II. Bij tracé II wordt slechts zeer beperkt bebouwing binnendijks gebracht: /+ III en IV. Deze tracés brengen dezelfde mogelijkheden voor economische ontwikkelingen met zich mee als tracé II, omdat de tracés alleen verschillen met betrekking tot de hoeveelheid binnendijks te brengen natuurgebied Kosten en baten tracés Ameland west Aanlegkosten: zand in zeereep / opvullen duin (m 3 en ) I. Bestaand tracé voldoet, geen opvulling noodzakelijk II. Zand voor opvullen diepere delen van het relatief korte tracé in de duinen ( gaten vullen ): ): 33. m 3 met zoet zand, totaal kosten III en IV. Geen aanvullend zand nodig. Aanlegkosten: aanpassing infrastructuur ( ) I. Bestaand tracé voldoet, geen aanpassing noodzakelijk II. Omhoog brengen van weg (218 m), fiets- en voetpad (329 m) en kabels en leidingen (329 m); Totale kosten III. & IV Geen aanpassing infrastructuur noodzakelijk. Onderhoudskosten onderwatersuppletie ( ) I. Geen noodzakelijke verandering van kustlijnzorg als gevolg van de aanpassing van de waterkering. De morfologische verandering van de westkust en met name de afname van het zandvolume in de strandhaak betekenen echter wel dat de onderhoud kosten (zandvolume per suppletie en frequentie van suppleren) zullen toenemen, maar dat geldt voor alle tracés. Op deze locatie met een getijdegeul dicht onder kust kan dat niet bereikt worden met onderwatersuppleties. Onderwatersuppleties zullen in de toekomst waarschijnlijk wel worden ingezet voor de ondersteuning van strandsuppleties. II, III en IV.Gegarandeerd meer zand op strand en in duinen betekent mogelijk toename onderhoudsnoodzaak ten opzichte van tracé I, maar dit kan op deze locatie niet worden uitgevoerd met onderwatersuppleties. Onderhoudskosten strandsuppleties ( ) I. Geen noodzakelijke verandering van kustlijnzorg als gevolg van de aanpassing van de waterkering. De morfologische verandering van de westkust en met name de afname van het zandvolume in de strandhaak betekenen dat de onderhoudskosten voor het uitvoeren van strandsuppleties, in termen van zandvolume per suppletie en frequentie van suppleren, zullen toenemen. II, III en IV.Gegarandeerd meer zand op strand en in duinen betekent mogelijk toename onderhoudsnoodzaak, in de vorm van een toename van het volume van strandsuppleties. Deze mogelijke toename is echter niet los te zien van de verwachte toename van het onderhoudsvolume als gevolg van de lokale natuurlijke morfologische ontwikkelingen. Een schatting geven van de toename van de strandsuppleties is nog niet mogelijk. Totale waarde binnendijks en buitendijks ( ) I. Tracé op de binnenduinregel brengt geen gebied binnendijks (% en ), in buitendijkse gebied blijft daarmee een waarde van 1.5. zonder wettelijke bescherming. II, III & IV: Alle andere tracés brengen dezelfde bebouwing binnendijks (1%), waarin waarde vertegenwoordigt is van Bij tracé IV wordt het waterwingebied binnendijks gebracht; dit is niet meegewogen in de beoordeling, omdat deze waterwinning ook bij buitendijkse ligging door het huidige kustlijnhandhavingsbeleid afdoende beschermd wordt. Duinwaterkering Ameland 29

30 Tabel 5.4 Kosten en baten tracés Ameland west: schatting in. Aanlegkosten (eenmalig) Verandering Onderhouds kosten (per jaar) Totale WOZ 25 waarde bebouwing Tracés zand in zeereep/ opvullen duin( ) aanpassing infrastructuur ( ) kosten onderwatersuppletie ( /jaar) kosten strandsuppleties ( /jaar) Binnendijks ( ) Buitendijks ( ) I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd 1.5. II. kort tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend vlak ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; ? 1.5. III. middellang tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend op groter afstand van de jeugdherberg en t.p.v. het gebouw van de Waterleiding aansluitend op de binnenduinregel van tracé I;? 1.5. IV. lang tracé op de zeereep, tussen kilometer, in oostelijke richting afbuigend achter de NAM-locatie, ruim ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel? 1.5. Duinwaterkering Ameland 3

31 6 Samenvatting en vergelijking aspecten per tracé In dit hoofdstuk wordt de belangrijkste informatie uit hoofdstuk 5 per tracé kort samengevat. In de laatste paragraaf worden de tracés onderling globaal vergeleken. 6.1 Samenvatting tracés Ameland midden I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd Dit tracé dient als referentie voor de andere tracés. Voor de realisatie van dit tracé zijn geen ingrepen nodig, het voldoet aan de normen. Dit tracé kent veel medegebruikers, hetgeen voor én de medegebruikers én de waterkeringbeheerder een nadeel is. Bij dit tracé wordt blijft de bebouwing in het duingebied buitendijks. II. tracé op een binnenduinregel vlak ten zuiden van Ostrea en vervolgens naar het zuiden lopend langs een laag gelegen weg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; Voor het realiseren van dit tracé moeten verschillende diepere delen van het duingebied opgevuld worden met zoet zand, waarbij ook de infrastructuur aangepast moet worden. Dit maakt de aanleg enigszins complex. T.o.v. tracé I is het medegebruik minder (scoort op dit aspect dus positiever). Slechts een zeer beperkt deel van de bebouwing in het duingebied wordt bij dit tracé binnendijks gebracht. III. tracé op een binnenduinregel vlak ten zuiden van Ostrea, doorlopend over een nog te verhogen weg en vervolgens in noordoostelijke richting aansluitend op de huidige zeereep van tracé I; Ook voor het realiseren van dit tracé moeten diepere delen van het duingebied opgevuld worden met zoet zand en dient de infrastructuur aangepast te worden. Tracé III vereist grotere aanpassingen dan tracé II, waardoor de aanleg complexer zal zijn. Bij de aanleg moeten aanpassingen worden uitgevoerd aan de parkeerplaats die de recreatie zullen beïnvloeden. Het uitzicht vanuit het appartementencomplex zal door de ingreep veranderen, omdat vanuit de onderste verdiepingen tegen de waterkering wordt aangekeken. Na aanleg zijn er geen medegebruikers bij tracé III. Een groot deel van de bebouwing in het duingebied wordt bij dit tracé binnendijks gebracht. IV. tracé op de zeereep tussen kilometer 12.2 en 13.2, aan de westzijde verlopend naar de binnenduinregel en aan de oostzijde verlopend naar de zeereep van tracé I; Bij dit tracé wordt de zeereep ingericht als duinwaterkering, waarvoor voldoende zand in het duinprofiel moet worden aangebracht. De grootte van deze ingreep is flink in termen van zandvolume en het betreft een ingreep in een VHR gebied, maar de complexiteit is waarschijnlijk uiteindelijk beperkter dan bij III, omdat met name in het beheergebied van Rijkswaterstaat wordt geopereerd. Het gehele duingebied, waarvan een groot deel bestaat uit natuurgebied, met uitzondering van de zeereep zelf, wordt binnendijks gebied. Bij dit tracé moet, in tegenstelling tot de drie voorgaande, rekening worden gehouden met extra kosten voor zandsuppleties. Er zijn geen medegebruikers bij tracé IV, zodat toekomstige aanpassingen aan de waterkering relatief eenvoudig zijn uit te voeren. Dynamisch duinbeheer zal slechts zeer beperkt mogelijk zijn. Duinwaterkering Ameland 31

32 V. tracé waarbij beide appartementen complexen landwaarts van de waterkering komen te liggen door een kortsluiting te maken tussen deltakering en zeereep over de bestaande camping. De consequenties van dit tracé zijn een combinatie van de consequenties van tracés III en IV. De diepere delen van het duingebied op het campingterrein moeten opgevuld worden met zoet zand en hier dient de infrastructuur op aangepast te worden. Mogelijk moet ook zand in de zeereep worden aangebracht. De verdere complexiteit van de ingreep is redelijk beperkt, omdat sprake is van twee terreinbeheerders (camping en Rijkswaterstaat). Vrijwel het gehele duingebied, met uitzondering van het campingterrein en de zeereep, wordt binnendijksgebied. Over het korte deel van het tracé dat in de zeereep ligt moet rekening worden gehouden met extra kosten voor zandsuppleties. Het aantal medegebruikers bij tracé V is beperkt, zodat toekomstige aanpassingen aan de waterkering relatief eenvoudig zijn uit te voeren. 6.2 Samenvatting tracés Ameland west I. tracé op de binnenduinregel, zoals die met blauwe palen in het veld is gemarkeerd Dit tracé dient als referentie voor het vergelijken van de andere tracés. Voor dit tracé zijn geen ingrepen nodig. Er wordt bij dit tracé geen extra bebouwing binnendijks gebracht, dus er zijn geen extra baten zijn. In dit gebied is sprake van een beperkt aantal medegebruikers, zodat bij eventuele toekomstige aanpassingen van de waterkering, weinig beperkingen worden voorzien. II. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend vlak ten noorden van de jeugdherberg en aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; Voor het realiseren van dit tracé moeten delen van het duingebied en de zeereep (VHR gebieden) worden opgevuld worden met zoet zand. Ook de infrastructuur (weg, kabels en leidingen) moet aangepast worden. Dit maakt de aanleg complex. De gebouwen van de jeugdherberg komen door de aanleg binnendijks te liggen. Bij dit tracé moet, evenals bij tracés III en IV, rekening worden gehouden met extra kosten voor zandsuppleties. Om schade aan het duin en de vegetatie te beperken, zal de dynamiek in de zeereep (dynamisch duinbeheer) beperkt moeten blijven. III. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend op groter afstand van de jeugdherberg en t.p.v. het gebouw van de Waterleiding aansluitend op de binnenduinregel van tracé I; Voor dit tracé is geen aanvulling van zand en ingrepen in de infrastructuur nodig. Wel is er wat minder dynamisch duinbeheer mogelijk als bij II. De mogelijke baten van dit tracé zijn identiek aan die van tracé II, omdat additioneel alleen een natuurgebied binnendijks gebracht wordt. IV. tracé op de zeereep, in oostelijke richting afbuigend achter de NAMlocatie, ruim ten noorden van de jeugdherberg, en aansluitend op de binnenduinregel Voor tracé IV kunnen de effecten worden vergeleken met die van tracé III. Een verschil is wel dat een groter areaal natuurgebied ook zal fungeren als waterkering en er ook een groter areaal natuurgebied binnendijks komt te liggen. Omdat zich hier geen bebouwing bevindt, zijn de mogelijke baten hetzelfde als bij tracé II en III. Duinwaterkering Ameland 32

33 6.3 Vergelijking tracés Voor de duinwaterkering bij Ameland midden en Ameland west zijn verschillende tracés denkbaar. Elk tracé heeft specifieke consequenties. De meeste consequenties zijn niet in geld uit te drukken en zijn derhalve kwalitatief in kaart gebracht. Voor de kosten zijn, voor zover dit mogelijk was, globale schattingen aangegeven. Op dit moment is het niet mogelijk de baten in geld uit te drukken, waardoor een financiële kosten/baten beschouwing niet gedaan kan worden. Wel kunnen op basis van de kwalitatieve beschouwing en op basis van de informatie over de kosten en de baten de tracés onderling vergeleken worden. Onderstaand zijn de belangrijkste verschillen tussen de tracés nog eens op een rij gezet; hierbij wordt tracé I steeds als referentie gebruikt. Ameland midden In onderstaande tabel zijn de belangrijkste verschillen samengevat. Tracé II Tracé III Tracé IV Tracé V aanleg redelijk complex vermindering van medegebruikers waterkering brengt zeer beperkt deel van bebouwing binnendijks aanleg complex uitzichtbelemmering appartementencomplex geen medegebruikers waterkering brengt groot deel van bebouwing binnendijks aanleg redelijk complex aanleg en onderhoud zeer kostbaar over grotere lengte dynamisch zeereepbeheer onmogelijk geen medegebruikers waterkering aanleg complex aanleg en onderhoud kostbaar geen medegebruikers waterkering brengt zeer groot deel van bebouwing binnendijks brengt vrijwel alle bebouwing binnendijks Ameland west In Ameland west zijn mogelijke economische baten bij de tracés II t/m IV ten opzichte van de huidige situatie aanwezig, maar ze zijn zeer beperkt. Op vrijwel alle andere beschouwde aspecten scoren deze tracés echter slechter dan tracé I. Duinwaterkering Ameland 33

34 Literatuur Referenties Ministerie van Verkeer en Waterstaat, januari 26. Dertien kustplaatsen. Brief met kenmerk DGW/WV 26/8. Ambtelijke hoor- en adviescommissie, 25a, Verslag hoorzitting 22 september 25 van de ambtelijke hoor- en adviescommissie onder voorzitterschap van de heer Van Douwe, Verslag. Ambtelijke hoor- en adviescommissie, 25b,. Advies van de ambtelijke hooren adviescommissie onder voorzitterschap van de heer Van Douwe, 5 december 25, Advies. Cleveringa, J., C.G. Israël en D.W. Dunsbergen, 25. De westkust van Ameland. De resultaten van 1 jaar morfologisch onderzoek in het kader van de Rijkswaterstaat programma s KUST2 en KUST25. Rapport RIKZ/ Commissie Bescherming en Ontwikkeling van Buitendijks gebied in kustplaatsen, 25, Advies van de Commissie Bescherming en Ontwikkeling van Buitendijks gebied in kustplaatsen; rapport. Hillen, R., J.H.M. de Ruig, P. Roelse, F.P. Hallie, 1991, De basiskustlijn, een technisch/morfologische uitwerking, Rijkswaterstaat Dienst Getijdewateren, Nota GWWS Israël, C.G., 1998, Morfologische ontwikkeling Amelander Zeegat, Rijkswaterstaat RIKZ, werkdocument RIKZ/OS x. Israël, C.G., en A.P. Oost, 21, Strandhaak ontwikkeling op de koppen van de Waddeneilanden, Rijkswaterstaat RIKZ, werkdocument RIKZ/OS/21.116x. Klomp, W.H.G., en J.A.H. Kabout, 1997, Cyclische ontwikkeling van het Zeegat van Ameland, rapport DHV M /IS-NW Koster, M.J., 25, De veiligheid van de zeereep te Ameland, rapport Koster engineering. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1976, Memorandum hoogwaterkering Noordzeekust Ameland 9-18, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Friesland, Arrondissement Friesland-West. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Wet op de waterkering (Wow). Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2. Derde kustnota; traditie, trends en toekomst. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat december 2. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 24. Besluit tot vaststelling van de legger. Brief met kenmerk DNN24/618. Ministerie van VROM, 26. Nota Ruimte. Duinwaterkering Ameland 34

35 Nielen-Kiezebrink, M.F.van & C.A. Bennink-Heinen, M. Groen, L. Meursing, H.N.M. van Reeken, M.C. Rommel, 25, Risicobeheersing in kustplaatsen : beheersing van kansen en gevolgen van kustafslag en overstroming tijdens zware storm in buitendijks gebied : document basisinformatie, Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee, Rapport RIKZ/25.22 Oost, A.P., C.G. Israël & D.W. Dunsbergen, 2. Kusterosie van noordwest Ameland: ontwikkelingen op verschillende tijdschalen. Rapport RIKZ/2.57. POK Fryslân, 24. Veiligheid en overstromingsrisico kustbebouwing buitendijks op de Friese Waddeneilanden. Rapport POK Frysân, september 24. Roelse, P. en T. Walhout, 24, Risico s buitendijkse bebouwing Ameland. Werkdocument RIKZ/AB/23.825x (identiek aan RIKZ/AB/24.66W) Roelse, P en T. Walhout, 22, Effect zwaardere golfbelasting op duinafslag bij vigerende toetsmethode : crashactie I, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee, werkdocument RIKZ/AB/22.818X. Roelse, P, T. Walhout en G.J. Liek, 22, Duinveiligheid bij nieuwe inzichten belasting en sterkte : crashactie II, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat, Rijksinstituut voor Kust en Zee, werkdocument RIKZ/AB/22.842X. Rijkswaterstaat DWW, 22. De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland; Achtergrondrapport, Resultaten van de eerste toetsronde van , november 22. Rijkswaterstaat DWW, 23. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust; Achtergrondrapport belastingen en duinwaterkeringen, DWW- 23-4, maart 23. Rijkswaterstaat Directie Noord-Nederland, 24. Legger zandige deel van de primaire waterkering Ameland. RWS-DNN, januari 24. Stiphout, H.A.,1972, Amelands Noordzeekust, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Dienst Lauwerszeewerken. Steijn, R.C., 25, Effectiviteit van vooroeversuppleties langs de Waddenkust, Alkyon rapport A1539. Steyaart, F., 1997, Kustontwikkelingen Ameland-West; Lineaire verplaatsing versus cyclische ontwikkeling, Rijkswaterstaat RIKZ, werkdocument/ab x. Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, 22. Leidraad zandige kust, TAW, 22. Duinwaterkering Ameland 35

36 Overige rapporten duinen, deltakering en morfologie Brolsma, P., 1978, Ameland Noordzeekust, vooronderzoek proefsuppletie : eerste discussiestuk, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland, Studiedienst Hoorn WWKZ- 78-H214. Edelman, T., 1963, Nota inzake de duinwaterkering op Ameland tussen raai en raai 11.75, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Waterhuishouding en Waterbeweging, Afdeling Kustonderzoek, WWK63-1. Koppejan, H. en B. van Gennip, 24, Evaluatie duinverzwaringen en natuurbouwprojecten (zandwinlocaties) op Ameland en Schiermonnikoog , Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo- Informatie en ICT, AGIR 934. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1972, De zeewering van Ameland kmr. 8 - kmr. 18, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Noord-Holland Studiedienst Hoorn, WWKZ-72-H2. Noordstra, P., Bezwijkkans zeereep Ameland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, directie Friesland, Notitie ANW89. Noordstra, P. en J. van den Boogert, 1988, Zandbalans van de kust van het eiland Ameland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, directie Friesland, Notitie ANW Noordstra, P., 1989, Westkust Ameland, dwarsprofielen en veiligheidsberekeningen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, directie Friesland, Notitie : ANW 89.37, 15 p. Noordstra, P., 199. Golfvoortplanting Noordzee Borndiep m.b.v. Endec Rijkswaterstaat Directie Noord Nederland, ANW 9.2, 199. Noordstra, P., 199, Deltakering Ameland : aanbrengen grensprofiel RSP , Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Directie Friesland, Rapportnr. ANW 9.17(19)11p. Noordstra, P., A. Aukema, J.M. van de Boogert, en H.J., 1991, Kustsuppletie Ameland vanaf RSP RSP 16. : jaar 199, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Friesland, Rapportnr. ANW Ruig, J. en P. Noordstra, 1996, Erosie op Ameland-Bornrif en Terschelling- Noordergronden, Rijkswaterstaat RIKZ, Werkdocument RIKZ/AB x. Van Well, F.J., 1974, Herstel zeereep Noordzeekust Ameland nabij km-raai 13.8, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Friesland, Arrondissement Friesland-West, Afdeling Onderzoek, Rapport Van Sijp, D., 1987, Deltahoogte duinen Ameland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Friesland, afd. ANW, Notitie ; Zijlstra, Y.J., 1988, Ontwerp-deltagordel Ameland (km 2, - km 8,6), Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Friesland, Notitie ANW ; Duinwaterkering Ameland 36

37 Bijlage 1: Begrippen en definities De onderstaande begrippen en definities zijn overgenomen uit de volgende referenties: Risicobeheersing in kustplaatsen (van Nielen-Kiezenbrink, 25); Leidraad zandige kust (Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, 22); Veiligheid Nederland in Kaart, hoofdrapport onderzoek overstromingsrisico s. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DWW-25-81, november 25. Aanlegvergunning Basiskustlijn (BKL) Bestemmingsplan Binnendijks gebied Buitendijks gebied De bevoegdheid van de gemeente om bij bestemmingsplan te bepalen dat bepaalde werken, zijnde geen bouwwerken, of werkzaamheden niet zullen mogen worden uitgevoerd zonder of in afwijking van een speciale schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) Kustlijn die in het kader van het kusthandhavingsbeleid als referentie dient (in het algemeen de positie van de gemiddelde kustlijn op 1 januari 199) Een bestemmingsplan is het enige ruimtelijke plan dat juridisch bindend is voor burgers, bedrijven, instellingen en overheden. Een bestemmingsplan zegt iets over het gebruik van de grond en de opstallen en het bepaalt de bouwmogelijkheden van de grond. Een bestemmingsplan bestaat uit 3 onderdelen. Een toelichting, een plankaart en de voorschriften. De toelichting is er voor om de bedoeling van het plan te verduidelijken. De juridische kracht komt voort uit de voorschriften en de plankaart. Op de plankaart wordt de precieze bestemming aangegeven. De voorschriften geven de regels die aangehouden moeten worden voor die bestemming. Er zijn allerlei soorten regels mogelijk over bijvoorbeeld de locatie waar gebouwd mag worden, de bouwhoogte, de manier waarop de grond en de opstallen gebruikt mogen worden. Een bestemmingsplan heeft 2 functies; een functie om de ruimte te beheren en een tweede functie om een gebied te ontwikkelen. Als de gemeente (samen met een projectontwikkelaar) ergens iets wil gaan ontwikkelingen dan moet dit eerst in een bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt Binnendijks gebied is het gebied dat een wettelijk beschermingsniveau kent tegen overstromingen conforme de Wow. Het betreft het gebied landwaarts van de kernzone (zie ook Buitendijks gebied) Buitendijks gebied is het gebied waarvoor geen wettelijke veiligheidsnormen zijn gedefinieerd. Dit betreft het gebied op en Duinwaterkering Ameland 37

38 Buitendijkse bebouwing Calamiteitenplan Deltahoogte Dijkringgebied Duinafslag Duinvoet Dwarsprofiel Dynamisch kustbeheer Gemiddeld Hoogwater (GHW) lijn Gemiddeld Laagwater (GLW) lijn Getijdebekken Grensprofiel zeewaarts van de kernzone. Als grens tussen binnen- en buitendijksgebied wordt gedefinieerd de landwaartse grens van de kernzone. Landwaarts van deze grens wordt de veiligheid gegarandeerd conform de Wet op de waterkering (Wow, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1996), zeewaarts ervan niet. Deze begrenzing is mede in overleg met de waterkeringbeheerders en juristen bepaald Buitendijkse bebouwing is de bebouwing in of zeewaarts van de kernzone die geen wettelijk beschermingsniveau geniet zoals bepaald in de Wow. (zie ook definitie Buitendijks gebied) Draaiboek waarin de verschillende bij dijkbewaking te ondernemen acties staan vermeld. Volgens de Waterstaatswet 19 zijn waterbeheerders verplicht deze op te stellen Hoogte waaraan een waterkering moet voldoen. De Deltacommissie stelde voor de zeearmen in het deltagebied volledig af te sluiten en alle zeeweringen op de zogenoemde deltahoogte te brengen. Als uitgangspunt daarvoor gold een waterhoogte van vijf meter boven NAP bij Hoek van Holland. De waterhoogte die door de waterkeringen nog veilig gekeerd kan worden komen daarmee uit op een herhalingsfrequentie van 1/2 voor de Friese Waddeneilanden, 1/4 per jaar voor het deltagebied, Texel en de vastelandskust van Friesland en Groningen en 1/1. per jaar voor de Hollandse kust Gebied dat door een stelsel van waterkeringen of hoge gronden aangesloten beveiligd is tegen overstroming door het buitenwater Verlies van duinareaal tijdens stormvloed Benedenrand van het duin; overgang van het duinbeloop naar het strand of het terrein achter het duin. Meestal wordt de duinvoet aan de zeezijde bedoeld. Voor de berekening van de BKL en de MKL arbitrair vastgesteld op NAP + 3 meter Bodemprofiel in een dwarsdoorsnede van de kust Het zodanig beheren van de zandige kust dat natuurlijke processen, al dan niet gestimuleerd, zoveel mogelijk ongestoord kunnen verlopen, waarbij de processen zodanig worden beheerst dat de veiligheid van het achterliggende gebied gewaarborgd blijft Snijlijn van het vlak van gemiddeld hoogwater met het strand Snijlijn van het vlak van gemiddeld laagwater met het strand Ook wel vloedkom: het gebied achter de Waddeneilanden waarin tijdens hoogwater een volume water wordt geborgen, dat tijdens vloed door zeegat naar binnen en tijdens door het zeegat naar buiten stroomt. Profiel dat bij de toetsing na de berekende duinafslag nog aanwezig moet zijn om te Duinwaterkering Ameland 38

39 Indirecte toegevoegde waarde Inundatie Invloedstrook Invloedszone (landzijde) Invloedszone (zeezijde) Kernzone Keur Kritiek grensprofiel Kustfundament voorkomen dat het duin door andere processen dan duinafslag toch kan doorbreken De toegevoegde waarde van toeleverende industrie aan bedrijven. Zie ook Toegevoegde waarde het overstromen van een gebied Strook direct landwaarts van de reservestrook waar aan gebruiksfuncties beperkingen worden gesteld teneinde de waterkering in stand te houden De invloedszone aan landzijde geeft de begrenzing aan van het gebied dat de grondmechanische stabiliteit van het bestaande duinprofiel zeewaarts vanaf de achterkant van de reservestrook ten behoeve van de zeespiegelstijging waarborgt Berekening via 2 methoden, uitkomsten gelden als regels indien twijfel bestaat over stabiliteit van de waterkering dienen nadere berekeningen worden uitgevoerd Bij dijken de strook grond die daadwerkelijk bijdraagt tot het waarborgen van de stabiliteit van de primaire waterkering. Voor de zandige kust de afstand waarover het afgeslagen zand zich in zeewaartse richting kan verspreiden. Ter bepaling van de invloedslijn dient het aanzandingspunt te worden berekend behorende bij het laatste profiel uit de meetreeks ter bepaling van de ligging van het kritieke grensprofiel. De invloedslijn wordt vervolgens verkregen door de afstand van dit aanzandingspunt ten opzichte van de RSP lijn met minstens 5 meter af te ronden op een geheel aantal maal 1 meter Zone binnen het gebied dat onder de werking van de keur of Wbr valt en die als zodanig in de legger is opgenomen; bij duinen is dit de afslagzone met het grensprofiel. De zeewaartse begrenzing valt samen met de duinvoet (of de meest zeewaartse ligging van de duinvoet). In de praktijk behoort in veel gevallen een (klein) deel van het strand tot de kernzone, voorzien van een afrastering. Bij brede duingebieden kan het grensprofiel landwaarts worden verschoven. De meest landwaarts mogelijke begrenzing van de kernzone wordt dan gevormd door de achterkant van het kritieke grensprofiel. Deze wordt bepaald door het snijpunt van de lijn onder een talud 1:2 vanaf de achterkant van de kruin van het kritieke grensprofiel met de NAP lijn of het maaiveld van het achterland (binnenduinrand) Verordening met gebods- en verbodsbepalingen van een waterschap die gelden in de keur- of waterkeringszone Meest landwaartse positie waar een grensprofiel in past. Bij geringe toename van de duinafslag wordt het duin geacht door te breken Het gebied dat van belang is voor de bescherming van het laaggelegen deel van Duinwaterkering Ameland 39

40 Kustlijn Legger Normafslaglijn Normafslaggebied Overschrijdingskans Overstromingskans Overstromingsrisico Paalhoofd Primaire waterkering Provinciaal Overlegorgaan voor de Kust (POK) Ramp Rijksstrandpaal Schouw Stormvloed Suppleren Nederland tegen overstroming en omvat landwaarts zowel duinen als zeedijken. De zeewaartse grens bestaat uit de doorgaande NAP 2 lijn. Bij de aanduiding van de globale landwaartse begrenzing van het kustfundament is rekening gehouden met het meest problematische scenario over 2 jaar Algemeen begrip waarmee de overgang van zee naar land wordt aangeduid: grens tussen het droge en natte deel van de waterkering Een kaart met juridische status die door de waterkeringbeheerder wordt opgesteld waarop de exacte ligging van de waterkering en de daarin te onderscheiden zones is afgebeeld Virtuele lijn langs de kust die de posities van maximale afslag verbindt, berekend op basis van de maatgevende stormcondities. De maatgevende stormcondities zijn wettelijk vastgelegd en worden gebruikt om de sterkte van de waterkering te toetsen aan de norm Het gebied zeewaarts van de normafslaglijn De kans dat binnen een zekere tijdsduur de waarde van een parameter op een locatie een bepaalde drempel overschrijdt De kans dat een gebied overstroomt doordat de waterkering rondom dat gebied (de dijkring) op één of meer plaatsen faalt kans op overstroming en/of inundatie x de (gevolg)schade Strandhoofd met één of meerdere paalrijen Waterkering die beveiliging biedt tegen overstroming doordat deze ofwel behoort tot een stelsel dat een dijkringgebied omsluit ofwel vóór een dijkringgebied is gelegen Samenwerkingsverband tussen de provincie, het waterschap en het rijk met als doel behoud en inrichting van de zandige kust Een ramp veroorzaakt een ernstige verstoring van de openbare veiligheid. Het gaat meestal om een eenmalige, korte en hevige gebeurtenis op één plek. Een ramp bedreigt of schaadt het leven of de gezondheid van veel mensen. Ook kan een ramp het milieu schaden of grote materiële schade veroorzaken. De officiële definitie van een ramp staat in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen Locatie op strand of in de duinen, die als referentie dient voor plaatsbepaling, meestal voorzien van houten paal met markering. Geheel van controles waarmee de toestand en de waterkerende kwaliteit van de waterkering in ogenschouw wordt genomen Zeer hoge waterstand. Er is sprake van stormvloed als in een van de zes hoofdmeetstations een bepaalde waterstandnorm wordt overschreden. Deze worden per locatie bepaald. Voor Hoek van Holland is dat bijv. NAP +2.6 meter Kunstmatig aanvullen van een kustprofiel met Duinwaterkering Ameland 4

41 Veiligheidsnorm Vijfjaarlijkse toetsing Vooroever Waterkering Waterkeringbeheer Waterkeringzone Zeereep zand Getal dat per Amvb is toegekend aan dijkvak of dijkring, als relatieve maat voor de vereiste veiligheid in de bescherming tegen hoog water Periodieke beoordeling van de veiligheid en sterkte van de waterkering Gedeelte van de kuststrook zeewaarts van de laagwaterlijn tot de zeebodem Dijk, duin of kunstwerk, of een aaneenschakeling hiervan, welke over een bepaalde lengte de functie heeft water te keren het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functies van de waterkering blijven voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen Zone in het duingebied (en eventueel landwaarts daarvan) die als waterkering wordt aangemerkt en door de waterkeringbeheerder wordt beheerd (ook wel beheersgebied, keurzone) Eerste doorgaande duinregel, gelegen onmiddellijk langs het strand Figuur 9 Kaartje van Ameland inclusief getijdegeulen Duinwaterkering Ameland 41

42 Bijlage 2: Beschrijving kustzone en waterkering Ameland In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van Ameland, van de ontwikkelingen rond kustlijn en waterkering en van de huidige ligging en toestand van waterkering en kust. De dorpen Ballum, Buren, Hollum en Nes en een belangrijk deel van de vrijstaande bebouwing liggen binnen de waterkering, die aan de Waddenzijde gevormd wordt door een dijk en die aan de Noordzeezijde gevormd wordt door een brede duinengordel (figuur 1). Het dorp Nes strekt zich uit tot in deze duinengordel en daarmee tot op de waterkering. In de duinen staat op verschillende plaatsen losstaande bebouwing, waaronder vakantiewoningen, twee appartementcomplexen en recreatiegebouwen. Bij Ameland west ligt een jeugdherberg in de duinen. In beide gebieden ligt de bebouwing verspreid in de duinen. De primaire waterkeringen die het gebied omsluiten hebben een gezamenlijke lengte van 36,3 km. De waterkering bestaat deels uit duin (2 km) en deels uit zeedijk (16,3 km). De duinwaterkering is in beheer bij Rijkswaterstaat Noord Nederland (Rijkswaterstaat DWW, 22). Ameland is een dynamisch gebied en de ontwikkeling van de kust heeft in de loop der eeuwen gevolgen gehad voor de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee. Ook in de huidige situatie bepaalt de natuurlijke dynamiek deels de mogelijkheden en kosten voor de waterkering- en kustlijnzorg. A. Beschrijving Ameland en duingordel De hoofdmoot van de gebruiksfuncties bewoning, recreatie en landbouw op Ameland bevindt zich binnen de dijkring. De bewoning op het eiland is geconcentreerd in de vier bewoningskernen Ballum, Buren, Hollum en Nes, binnen de waterkering, evenals het leeuwendeel van de recreatieaccommodatie (vakantiewoningen en -appartementen, kampeerplaatsen, hotels) en de landbouw. Het merendeel van de natuurgebieden bevindt zich op of buiten de waterkering. De westelijke begrenzing van het eiland en waterkering gaan gelijk op. In het westen worden Ameland begrensd door de diepe getijdegeul Borndiep, die onderdeel uitmaakt van het Zeegat van Ameland (figuur 9). In het oosten wordt het eiland begrensd door de geulen van het veel kleinere Pinkegat. Tussen de oostelijke grens van de waterkering en het Pinkegat ligt een groot onbewoond gebied, dat voornamelijk een natuurfuncties heeft: Hon, Oerdblinkert en Oerd. In dit gebied ligt in de duinen ook de NAM-locatie. De brede duingordel van Ameland is in zijn geheel deltaveilig. Door de versterkingen eind jaren 8 en begin 9 is voldoende sterkte in het duinmassief en is sprake van een ononderbroken achterste duinregel. Dit is de waterkering zoals wordt gemarkeerd door de blauwe palen. Duinwaterkering Ameland 42

43 De beschrijving van de duingordel en de kust, zoals deze erbij ligt in 26, begint in het westen en draait met de klok mee naar het oosten. In het zuidwesten (tussen RSP 7 48 en 49,) ligt de geleidelijke overgang van de Waddendijk naar de duinwaterkering (figuur 1). De duingordel begint hier smal en wordt snel breder ter hoogte van de vuurtoren (RSP 2). Voor de breedte van het strand geldt min of meer hetzelfde: het begint smal bij RSP 48 en wordt snel breder ten noorden van RSP 3. In dit duingebied bevinden zich de gebouwen van de jeugdherberg en enkele gebouwen voor de duinwaterwinning. In het noordelijke deel van dit gebied ligt in het duinmassief de NAM-locatie : een afgesloten gaswinboorput op een geasfalteerd terrein direct achter de eerste duinregel. Figuur 1 Detailkaartje van de westkust van Ameland inclusief getijdegeulen Ten noordwesten van RSP 3 is sprake van een brede strandvlakte, met daarachter een breed duinmassief. De eerste duinregel heeft twee openingen waar, bij (zeer) hoge waterstanden, zout water de duinvallei in kan stromen. Ter hoogte van RSP 8 neemt de breedte van de strandvlakte af en is weer sprake van een echt strand. De duingordel is in dit gebied minder breed dan in het westen, maar er is nog steeds sprake van twee duinregels, gescheiden door een duinvallei. Verder naar het oosten varieert de strandbreedte weinig. Het duinmassief daarentegen varieert in breedte en hoogte. In het gebied tussen RSP 8 en RSP 12 is het duingebied breed, met een hoge maar smalle eerste duinregel en daarachter een relatief laagliggende vallei (figuur 11). Aan de landzijde wordt de vallei begrensd door een hogere duinregel. In het gebied van RSP 15 tot RSP 17, waar de waterkering afbuigt naar de Waddenzee, is ook sprake van een hoge eerste duinregel en in het gebied landwaarts daarvan ligt een relatief hoog duincomplex, met duinkoppen en kuilen. Ter hoogte van Nes is in dit gebied gebouwd en ligt een camping direct achter de duinregel. 7 RSP = Rijksstrandpaal. Duinwaterkering Ameland 43

44 Figuur 11 Detailkaartje van het middendeel van de kust van Ameland \ Volgens opgave van het ministerie van LNV (Natura 2 Gebiedendocumenten, januari 26) is het gehele gebied Ameland west (Hollumer bosch en Hollumer duinen) een Vogel- en Habitatrichtlijngebied. Bij Ameland midden is de situatie complexer: de Nesser duinen, Briks duinen, Nesserbosch liggen in het Vogel- en Habitatrichtlijngebied; een strook ten westen van de Strandweg en een strook evenwijdig aan de kustlijn (tussen fietspad en openbare/verharde weg) niet. Geheel Ameland is onderdeel van de 'Ecologische Hoofd Structuur' (EHS; Natuurbeleidsplan van ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 199). B. Morfologische ontwikkelingen duinen en kust De kust van Ameland gaat van nature achteruit, zodat altijd inspanningen nodig zijn om de duinen te behouden. De morfologische ontwikkeling wordt beschreven voor drie gebieden met eigen karakteristieken. Uitgangspunt voor het beschrijven van de morfologische ontwikkelingen is het vigerende dynamisch handhaven beleid, waarbij vanuit wordt gegaan dat ook in de toekomst de zandvoorraad van het kustfundament en de kustlijn wordt gehandhaafd. Substantiële achteruitgang van de kustlijn en grootschalige permanente duinafslag zal niet meer plaatsvinden, omdat in dat geval zandsuppleties worden uitgevoerd. Bij de duingebieden met direct achter de zeereep andere dan natuurfuncties, in de vorm van (semi-permanente) bebouwing, wordt direct een zandsuppletie uitgevoerd wanneer de kustlijn te veel terugschrijdt. Bij de zandhaak bij de noordwestkust is voldoende ruimte in het duincomplex om natuurlijke fluctuaties en de daarbij horende tijdelijke achteruitgang van de kustlijn op te vangen. Duinwaterkering Ameland 44

45 Figuur 12 Vier profielen uit verschillende jaren in de periode voor raai 1.3. Aan de duinzijde (de bult links in de figuur ) is zichtbaar dat de duinvoet in deze periode fors is uitebouwd. Aan de zeezijde is goed te zien dat tussen 199 en 1995 veel zand op diep water tercht is gekomen, zodat in de profielen va 1995 en jonger geen geul meer aanwezig is. westkust De westkust is vanaf de periode 185 tot ruwweg 1959 gestaag geërodeerd. De kustlijn is verplaatst naar het oosten waardoor een deel van het duinmassief is verdwenen. De resten van het dorp Sier, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw op het strand zijn gevonden, getuigden van deze erosie. Oorzaken voor de erosie worden gezocht in grootschalige veranderingen van de vorm van de Waddenzee (in het verre verleden de Middelzee) en de verplaatsing van de wantijen (de waterscheiding ten zuiden van de Waddeneilanden, waar het vloedwater uit het ene zeegat het vloed uit het ander zeegat tegenkomt), processen die zich over eeuwen uitstrekken (Cleveringa e.a., 25). Vanaf de jaren vijftig wordt het opdringen van de getijdegeul Borndiep tegengegaan, onder andere door de aanleg van strandhoofden en het uitbreiden van de bestortingen. Vanaf de jaren 8 dragen ook strandsuppleties structureel bij aan het tegengaan van de achteruitgang van de westkust. Gevolg van de ingrepen is dat de kustachteruitgang tot stilstand is gebracht en dat enige uit- en opbouw van de duinvoet heeft plaatsgevonden (figuur 12). De achterliggende oorzaken voor de kustachteruitgang van de westkust zijn niet veranderd en de verwachting voor de toekomst is dat de druk op de westkust onverminderd groot zal blijven. Door de maatregelen voor de kustlijnzorg vindt de kustachteruitgang zelf niet langer meer plaats. Het is waarschijnlijk dat ook in de toekomst de maatregelen bestaan uit een combinatie van bestortingen, strandhoofden en regelmatige zandsuppleties op het strand (Oost e.a., 2). Voor de duinen en overgang van duin naar dijk worden ook geen veranderingen verwacht, wel kan de reeds ingezette op- en uitbouw van het duinfront doorzetten. Geen kustachteruitgang door de continue beheermaatregelen in het kader van de kustlijnzorg. Duinwaterkering Ameland 45

46 Figuur 13 Momentane kustlijn (MKL) van raai 1. op Ameland west. De enorme piek in 1995 is het gevolg van de aanvoer van zand uit de zandhaak (zie voorgaande figuur). Na 1995 neemt de opgebouwd zandvoorraad weer langzaam af. De BKL ligt bij deze raai op 19. m. De MKL is een maat voor het zandvolume tussen 4.44 m NAP op de vooroever en 2.2 m NAP in de duinvoet). Een negatieve positie betekent dat de kustlijn landwaarts verplaats, positief betekent een zeewaartse verplaatsing. De Basiskustlijn (BKL) is de maatlat voor kust: de MKL dient zeewaarts van de BKL te blijven noordwestkust De ontwikkeling van de noordwestkust van Ameland staat onder directe invloed van de morfologische cyclus van de buitendelta van het Zeegat van Ameland. Iedere 5 á 6 jaar landen zandplaten van de ondiepte op de buitendelta (het Bornrif) aan op de kust, zodat deze in één klap zeer breed wordt (Israël, 1998). Dit is voor het laatst in de jaren 8 van de vorige eeuw gebeurd (figuur 13). Na de aanlanding wordt het zand langs de kust verdeeld door het sedimenttransport onder invloed van golven en getijdenstromingen (Israël en Oost, 21). Door de herverdeling van het zand verandert de vorm van de zandplaat en wordt een strandhaak gevormd (figuur 14). Gevolg is dat het zeer brede strand waar de zandplaat is aangeland snel minder breed wordt en de stranden in de omgeving veel breder worden. Omdat in het gebied voldoende ruimte is voor deze dynamiek hoeft de beheerder geen maatregelen te nemen. De brede strandvlakte die ontstaan bij de aanlanding van de zandplaat biedt de ruimte voor de ontwikkeling van nieuwe duinregels en (natte) duinvalleien. In de duinen van de noordwestkust is het patroon van duinregel en duinvallei zichtbaar, waarbij de mens in het verleden wel de helpende hand heeft uitgestoken door de aanleg van stuifdijken. Figuur 14 Ontwikkeling van de (kustlijn van) de aangelande zandplaat / strandhaak bij de noordwestkust van Ameland. Bornrif N Borndiep Ameland 1 2 km Duinwaterkering Ameland 46

47 Ook in de toekomst blijft de invloed van de morfologische cyclus op de buitendelta bepalend voor de ontwikkeling van de noordwestkust. In de komende jaren staat deze ontwikkeling in het teken van de afbraak van de strandhaak. De breedte van de strandvlakte neemt af en de locatie waar de strandhaak aan de kust aantakt verplaatst naar het oosten. Op de strandvlakte kan vegetatie leidden tot een groen strand. Zodra op grotere schaal duinvorming gaat plaatsvinden zou dit kunnen leiden tot een nieuwe duinvallei met duinregel op de noordwestkust. Op korte termijn profiteert vooral het duinfront bij de strandhaak van de relatief beschermende positie. Uitzondering zijn de plekken waar het geultje achter de strandhaak de duinvoet heeft geërodeerd, want op deze locaties blijft het duinfront smal. Doorgaande kustachteruitgang van brede strandvlakte, gedurende de komende 2 á 3 jaar Figuur 15 Vijf profielen uit verschillende jaren in de periode voor raai 13. Aan de duinzijde (links in de figuur ) is zichtbaar dat het duinfront na 1976 flink verzwaard is (door het aanbrengen van zand in het duinprofiel). De duintop is opgestoven en de positie van de duinvoet varieert. Aan de zeezijde wordt de profiel ontwikkeling gedomineerd door de aanwezigheid en verplaatsing van brekerbanken. centrale kust De kust ten oosten van de zandhaak vertoonde tot de invoering van het dynamisch handhaven kustbeleid in 199 een gestage achteruitgang van de kustlijn en de duinen (figuur 15). Ook voordat het handhaven van de kustlijn door middel van zandsuppleties beleid werd, zijn zandsuppleties uitgevoerd op het centrale deel van de kust van Ameland. Een deel van het gesuppleerde zand is ingezet om de duinen te versterken, nadat uitgebreide duinafslag heeft plaatsgevonden in eind jaren zeventig en begin jaren negentig. De achteruitgang van de centrale kust hangt samen met de zandverliezen uit de kustzone, die naar de Waddenzee worden getransporteerd en daar zorgen voor sedimentatie. Op deze wijze volgen barrière kusten, zoals de Waddeneilanden, de natuurlijke doorgaande stijging van de zeespiegel, waarbij het getijdebekken in stand blijft en de kustlijn landwaarts verplaatst (Cleveringa e.a., 24, Louters en Gerritsen, 1994). Hoewel wordt gesproken van een gestage achteruitgang is deze niet continue even sterk. Perioden met grote erosie worden afgewisseld met perioden waarin de erosie kleiner is (figuur 16). Deze fluctuaties hangen waarschijnlijk samen met de eerder genoemde aanlanding van zandplaten van het Bornrif. De aangelande zandplaat verplaatst zich als een zandgolf langs de kust, waarbij eerst erosie optreedt (als een soort lijzijde erosie), en later sedimentatie plaatsvindt, doordat het zand van de zandplaat langs de kust wordt getransporteerd (Klomp en Kabout, 1997). De ontwikkelingen van de duinvoet houden gelijke tred met de lokale achteruitgang of uitbouw. In de nabijheid van de zandhaak vindt uitbouw plaats, waar ook het duinfront van profiteert. Verder oostwaarts domineert de achteruitgang en staat ook het duinfront Duinwaterkering Ameland 47

48 onder druk. Bij stormen met hoge waterstanden kan hier zelfs enige duinafslag plaatsvinden. Vanaf 199 wordt de positie van de kustlijn gehandhaafd, volgens het dynamisch handhaven beleid. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de MKL- BKL systematiek (Hillen e.a., 1991). In deze methode is het zandvolume in de duinvoet en ondiepe kustzone maatgevend voor de positie van de kustlijn. Wanneer de kustlijn landwaarts van de basiskustlijn (BKL) komt, worden zandsuppleties uitgevoerd. Voor de centrale kust is in de periode een serie strand- en onderwatersuppleties uitgevoerd. Figuur 16 Momentane kustlijn (MKL) van raai 13. op Ameland midden centraal. De BKL ligt in deze raai op -38. m. Belangrijkste processen zijn ook in de toekomst de continue natuurlijke achteruitgang van kust en duinen door het transport van zand uit de kustzone naar de Waddenzee en de invloed van de strandhaak. Deze natuurlijke trend van kustachteruitgang wordt bestreden door het uitvoeren van zandsuppleties, op het strand en op de onderwateroever. De duinen in de zeereep blijven hierbij op de huidige sterkte Geen kustachteruitgang en erosie van de duinen door de continue beheermaatregelen in het kader van de kustlijnzorg. C. Menselijke ingrepen In de geschiedenis van Ameland is regelmatig ingegrepen om de kustveiligheid op peil te houden. De ingrepen waren gericht op het beperken van de achteruitgang van de kustlijn en duinen en het op sterkte brengen en houden van de deltakering. Naast de grootschalige ingrepen vindt ook kleinschalig beheer en onderhoud van de brede duinwaterkering plaats, bijvoorbeeld door het plaatsen van stuifschermen, het planten van helm en het bedekken van kaal zand op strandovergangen. Sinds 199 beperkt het dynamische handhaven beleid door middel van zandsuppleties de achteruitgang van de kust. In dit kader worden met enige regelmaat zandsuppleties op het strand en sinds 1998 ook onderwater uitgevoerd. Aanleg stuifdijken Gebaseerd op Stiphout (1972) en Ministerie van Verkeer en Waterstaat (1976), op basis van oudere bronnen, is een overzicht beschikbaar van de ontwikkeling van het duingebied op Ameland. Duinwaterkering Ameland 48

49 Rond 17 bestond het duingebied van Ameland uit drie afzonderlijke duingebieden, namelijk: ten noorden van Hollum en Balllum; ten noorden van Nes en Buren en t Oerd. Deze gebieden werden door laaggelegen gebieden gescheiden, die regelmatig door het zeewater werden overspoeld. Deze laaggelegen gebieden zijn nog steeds in het landschap van Ameland terug te vinden (tussen Ballum en Nes, en ten oosten van Buren). Vanaf 18 zijn stuifdijken aangelegd, in eerste instantie om de afbraak van de bestaande duingebieden te beperken en in tweede instantie om een ononderbroken duinregel te creëren. Ballumer stuifdijk omstreeks 1812 Lange duinen (zuidzijde) Moldijk Kooioerd stuifdijk Zwanewater stuifdijk Figuur 17 Intensief beheer van de duinen bij Ameland west (opname december 25) Duinverzwaring en aanleg deltakering In de jaren tussen de tweede wereldoorlog en de jaren 9 zijn verschillende duinverzwaringen uitgevoerd (figuur 15). Hierbij is zand in het duin gebracht om stormschade die aan de zeezijde optrad te herstellen. Verder is zand landwaarts in het profiel verplaats om verliezen van duinzand zoveel mogelijk te beperken. Ook vindt van nature aangroei van het duinfront plaats (figuur 13), mogelijk geholpen door zandsuppleties op het strand. Bij de eerste toetsing van de zeereep van Ameland met het rekenmodel voor duinafslag (Leidraad, 1984) bleek dat de zeereep op Ameland niet voldeed aan de wettelijke sterkte-eis, die voortkwam uit de Deltawet. De kwetsbaarheid van de zeereep bleek onder andere uit de enorme stormafslag in januari 199. Direct daarop werd de schade als gevolg van de stormvloed hersteld door een Duinwaterkering Ameland 49

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied. > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Beheernota duinwaterkeringen Ontwerp

Beheernota duinwaterkeringen Ontwerp Beheernota duinwaterkeringen Ontwerp Ontwerp, 15-1-2018 Inhoudsopgave 1. Voorwoord... 3 2. Inleiding... 3 3. Samenhangend beheer in de duingebieden... 3 3.1 Beheer Rijkswaterstaat... 4 3.2 Beheer natuurbeheerders...

Nadere informatie

Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014

Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014 Notitie Ontwikkelingen kustvak paal 15-20 op Terschelling Aangedragen inzichten door Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat en Vitens 10 februari 2014 In deze notitie worden enkele belangrijke aspecten van het

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Basiskustlijn Herziening van de ligging van de basiskustlijn. Datum 30 januari 2018

Basiskustlijn Herziening van de ligging van de basiskustlijn. Datum 30 januari 2018 Basiskustlijn 2017 Herziening van de ligging van de basiskustlijn Datum 30 januari 2018 Status Definitief 1 Colofon Bestuurskern Dir. Algemeen Waterbeleid en Veiligheid Den Haag Contactpersoon F.P. Hallie

Nadere informatie

Kustlijnzorg in Nederland

Kustlijnzorg in Nederland Kustlijnzorg in Nederland Aanleiding, uitvoering en ontwikkeling 25 september 2017 Harry de Looff RWS-WVL Inhoud Waarom Kustlijnzorg? Wat en hoe Kustlijnzorg? Ontwikkelingen en vragen 2 RWS INFORMATIE

Nadere informatie

Beleidsevaluatie 'Dynamisch handhaven'

Beleidsevaluatie 'Dynamisch handhaven' D e f i n i t i e f Beleidsevaluatie 'Dynamisch handhaven' N o v e m b e r 2 0 0 5 D e f i n i t i e f Beleidsevaluatie 'Dynamisch handhaven' dossier MC-BP20050171 registratienummer MC-BP20050171 versie

Nadere informatie

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER

DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER DE ZANDMOTOR SAMENVATTING MER FEBRUARI 2010 PILOTPROJECT ZANDMOTOR Het klimaat verandert en de druk van de zee op de Nederlandse kust neemt toe. Daarnaast is in de Zuidvleugel van de Randstad grote behoefte

Nadere informatie

In de paragrafen 3.1 en 3.2 is de aanpak voor de twee studieonderdelen gepresenteerd.

In de paragrafen 3.1 en 3.2 is de aanpak voor de twee studieonderdelen gepresenteerd. Memo Aan : Maaike Veer (Waternet) Marieke Hazelhoff (HHRS Rijnland) Van : Martijn Onderwater, Diederik van Hogendorp (Alkyon) Paraaf : Onderwerp : Dynamische Kuststrook Rijnland Datum : 1-8-9 Kopie(en)

Nadere informatie

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust Sander Boer, Landelijke Kustdagen 2014 Inhoud presentatie Verankering in beleid en wetgeving Kustlijnzorg Toekomstige uitdaging Kustversterking Hondsbossche

Nadere informatie

abcdefgh de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

abcdefgh de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Geachte voorzitter, abcdefgh de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 14 september 2007 Ons kenmerk DGW/WG 2007/1160 Onderwerp Beleidslijn kust: Beleidsbrief

Nadere informatie

Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn

Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch

Nadere informatie

Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Vlieland

Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Vlieland Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Vlieland Achtergrondrapportage Datum Status December 2013 Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat - Noord-Nederland Informatie Ernst Lofvers, Lisa Gordeau

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13) Auteur: Nadine Slootjes PR1322 november 2008 november

Nadere informatie

Morfologische ontwikkeling van de kust van Voorne. Quirijn Lodder

Morfologische ontwikkeling van de kust van Voorne. Quirijn Lodder Morfologische ontwikkeling van de kust van Voorne Quirijn Lodder Inhoudsopgave 1. Kustontwikkeling Nederland 2. Kustontwikkeling Zuidwestelijke Delta 3. Kustlijnzorg 4. Samenvatting 1. Kustontwikkeling

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

Basiskustlijn 2001 Evaluatie ligging Basiskustlijn. september 2003

Basiskustlijn 2001 Evaluatie ligging Basiskustlijn. september 2003 Evaluatie ligging Basiskustlijn september 2003 Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Inleiding 7 2. De BKL en het kusthandhavingsbeleid 9 3. Adviezen POK s op hoofdlijnen 13 4. Afweging en besluit over de ligging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 195 Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Nr. 22 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATER- STAAT EN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING,

Nadere informatie

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T

Nadere informatie

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk) Voorwoord Voor u ligt de legger van de Primaire Waterkeringen van het hoogheemraadschap van Rijnland. De Primaire Waterkeringen van Rijnland bestaan uit dijken, zandige kust en verholen waterkeringen.

Nadere informatie

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk) Voorwoord Voor u ligt de legger van de Primaire Waterkeringen van het hoogheemraadschap van Rijnland. De Primaire Waterkeringen van Rijnland bestaan uit dijken, zandige kust en verholen waterkeringen.

Nadere informatie

Naar het optimale voorkeursalternatief

Naar het optimale voorkeursalternatief Kustversterking Katwijk Naar het optimale voorkeursalternatief Veiligheidsprobleem Katwijk afslagzone (verdwijnt in zee) Tramstraat overstromingszone Veiligheidsprobleem Voorgeschiedenis: Probleem De waterkering

Nadere informatie

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin)

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Hieronder is met behulp van een aantal figuren het mechanisme van kustversterking met zand en Dijk-in-Duin in relatie tot hoogte

Nadere informatie

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden IJmeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Beleidslijn kust 2015. Bijlage: Kaart soorten dynamiek kust

Beleidslijn kust 2015. Bijlage: Kaart soorten dynamiek kust Beleidslijn kust 2015 Bijlage: Kaart soorten dynamiek kust Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toelichting op de legenda 5 3 Kaart soorten dynamiek kust 15 4 Kaart soorten dynamiek kust + Natura 2000 22 Colofon / Bronnen

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer

Dynamisch kustbeheer Dynamisch kustbeheer Terugblik: Wat wilde STOWA ook al weer? Strategienota Koers 2009-2013 van de STOWA heeft kust op de agenda. Veel vragen vanuit beheerders over de praktijk: Hoe ga ik om met bunkers

Nadere informatie

3e Kustnota Traditie, Trends en Toekomst

3e Kustnota Traditie, Trends en Toekomst 3e Kustnota Traditie, Trends en Toekomst 3e Kustnota 3e Kustn Traditie, Trends Traditie, en Toekomst en Toeko Bescherming laag Nederland Kustlijnzorg Bouwen in de kust Nieuwe activiteiten op zee Samenvatting

Nadere informatie

Metro & De Volkskrant van mei. Veiligheid; versterking van de kustzone

Metro & De Volkskrant van mei. Veiligheid; versterking van de kustzone Metro & De Volkskrant van mei Project Thema DWKPrgr 418 Duurzame kust- en estuariene natuur Noordzee en kust Pieter Slim Diana Prins & Sona Prakash Overzichtkaart Nederland DE RAMP, februari 1953 Natuur

Nadere informatie

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk) Voorwoord Voor u ligt de legger van de Primaire Waterkeringen van het hoogheemraadschap van Rijnland. De Primaire Waterkeringen van Rijnland bestaan uit dijken, zandige kust en verholen waterkeringen.

Nadere informatie

Beleidsregels watervergunningen Strandbebouwing

Beleidsregels watervergunningen Strandbebouwing Auteur E. Velema Registratienummer 13.52560 Versie 2.0 Status Definitief Afdeling Waterkeringen & wegen Inhoudsopgave 1 Verklaring van afkortingen begrippen en terminologie 3 2 Inleiding 4 2.1 Keur 4 3

Nadere informatie

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK GEMEENTE OLDEBROEK STRUCTUURVISIE PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK 188197 Inhoudsopgave 1 Beleidskader 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Beleidsmatige aspecten 5 2 Toetsingskader

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infastructuur en Milieu Retouradres Postbus 2301 8901 Jl1 Leeuwarden Westcord Hotels Dhr. H.T. Westets Nederland Achiumerdijk 133 Zuidersingel 3 8862 AL Harlingen Rijkswaterstaat

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave ONTWERP BESCHIKKING Onderwerp (Ontwerp) Watervergunning Wijziging kabeltraject Windpark Fryslân deel ten oosten van Kornwerderzand tot het Friese vaste land Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG

Nadere informatie

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk) Voorwoord Voor u ligt de legger van de Primaire Waterkeringen van het hoogheemraadschap van Rijnland. De Primaire Waterkeringen van Rijnland bestaan uit dijken, zandige kust en verholen waterkeringen.

Nadere informatie

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen

Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen De Veiligheid van Nederland in Kaart Absolute veiligheid tegen overstromingen bestaat niet In de afgelopen

Nadere informatie

REGISTRATIENUMMER

REGISTRATIENUMMER Nota van antwoord op ingebrachte zienswijzen op de partiële wijziging Keur, ontwerplegger watergangen landelijk gebied en de ontwerplegger primaire waterkeringen REGISTRATIENUMMER 135369 Inleiding In totaal

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering 5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.1 eerste lid onder b: Zonder vergunning van het bestuur is het verboden gebruik

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Op den Bosch 3, Maashees. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Op het perceel Op den

Nadere informatie

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk Westermeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T 070 888 32 00 F

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen in het kustfundament,

Ruimtelijke ontwikkelingen in het kustfundament, Indicator 6 september 218 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal woningen in het kustfundament

Nadere informatie

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid

Dynamisch kustbeheer. Erna Krommendijk. Milieufederatie Noord-Holland. Versneller van duurzaamheid Dynamisch kustbeheer Erna Krommendijk Milieufederatie Noord-Holland Programma veldbezoek 15 november 2013 Welkom / introductie Veldbezoek met diverse toelichtingen Lunch Wensen en kansen in deelgebieden:

Nadere informatie

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0) Memo Aan Jasper Fiselier (DHV) Datum Van Pieter Koen Tonnon Jan Mulder Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 464 +31 (0)88 33 58 446 Aantal pagina's 9 E-mail pieterkoen.tonnon @deltares.nl jan.mulder@deltares.nl

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Rapport Rapport betreffende een klacht over Rijkswaterstaat, vallend onder de minister van Infrastructuur en Milieu uit Den Haag. Datum: 10 september 2011 Rapportnummer: 2011/271 2 Klacht Verzoekster klaagt

Nadere informatie

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus 175 1860 AD Bergen Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M.D. Alles BEL/RI Doorkiesnummer +31235144195 allesm@noord-holland.nl 1

Nadere informatie

In 2017 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een tracé vastgesteld voor de nieuwe 380 kv-verbinding Zuid-West

In 2017 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu een tracé vastgesteld voor de nieuwe 380 kv-verbinding Zuid-West Introductie Het tweede werkatelier over de Brabantse Wal verkabeling heeft op 25 oktober 2018 plaatsgevonden. In het werkatelier van 18 mei 2018 zijn de verschillende belangen en varianten besproken. Naar

Nadere informatie

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017' Verantwoordelijk team Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu Nummer Kenmerk Raad d.d. 27792 27 september 2017 Paragraaf begroting Portefeuillehouder 2 mr. J. (Jasper) Verstand Steller A. (Arjen) Ruiter Datum

Nadere informatie

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE

19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING OOSTELIJK FLEVOLAND 19 MAART 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN AANBEVELINGEN VOOR DE BESLUITVORMING...2 2.1 Algemeen...

Nadere informatie

Lange-termijn Visie Kustbeheer

Lange-termijn Visie Kustbeheer PRAKTIJK Lange-termijn Visie Kustbeheer Beter kustbeheer door toepassen grotere ruimteschalen Erik Horstman Begin september 2008 presenteerde de (tweede) Deltacommissie haar bevindingen onder de titel

Nadere informatie

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is. ... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota

Nadere informatie

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel 3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel Kader Keur Op grond van artikel 3.1, eerste lid, aanhef en sub a en b is het verboden zonder vergunning van het

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden 1 AANLEIDING EN DOEL De waterkering in de vigerende legger van AGV uit 2007 ligt tussen de Weesperweg en de Vecht door tuinen van woonbooteigenaren

Nadere informatie

Bijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 2016-2019

Bijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 2016-2019 Bijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 2016-2019 1 Concept suppletieprogramma 2016-2019 n.a.v. toetsing basiskustlijn Uit de toetsing van de kustlijn blijkt dat de basiskustlijn (BKL) tussen

Nadere informatie

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL PROVINCIE NOORD-BRABANT 4 juni 2012 076445727:0.8 - Definitief B01055.000582.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Overzicht reacties... 3 2 s in

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING AI eeuwenlang wardt er in Nederland gestreden met de zee. Erosie van de kust zorgt voar een grote bedreiging van het achterland van overstromingen met vaak grote schade tot gevolg.

Nadere informatie

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen 13 juni 2013 Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Beleidsregel algemeen... 2 3. Beleidsregel bebouwing... 3 4. Beleidsregel kabels en leidingen... 8 5. Beleidsregel

Nadere informatie

Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Terschelling

Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Terschelling Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Terschelling Achtergrondrapportage Datum December 2013 Status Definitief Onderzoek Ligging Primaire Waterkering Terschelling december 2013 Colofon Uitgegeven door

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 december 2012 / rapportnummer 2717 29 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Katwijk wil een

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen maart 204 Inhoud. Inleiding... 2. Beleidsregel algemeen... 2 3. Beleidsregel bebouwing... 3 4. Beleidsregel kabels en leidingen... 8 5. Beleidsregel buitengewoon

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 9365 18 december 2018 Wijziging van de Verordening ruimte 2014, provincie Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, maken

Nadere informatie

Beleidslijn kust Randvoorwaarden voor initiatieven (vanuit waterveiligheid)

Beleidslijn kust Randvoorwaarden voor initiatieven (vanuit waterveiligheid) Beleidslijn kust 2015 Randvoorwaarden voor initiatieven (vanuit waterveiligheid) Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond 4 1.2 Doel 5 1.3 Status 6 1.4 Andere belangen in het kustfundament 6 2 Toepassingsgebied

Nadere informatie

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf Grenzeloze Schelde 25 november 2013 MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid ir. Peter DeWolf Een kunstmatig versterkte kustlijn 38 km zeedijken (meer dan de helft van de kustlijn)

Nadere informatie

NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE

NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE NOTA VAN ZIENSWIJZEN EN AMBTELIJKE AANPASSINGEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN STATIONSSTRAAT-HASPELWEG, 1 E HERZIENING GEMEENTE DEURNE 1 september 2015 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 5 2 Zienswijze(n) 7 3

Nadere informatie

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Haarlem, 26 maart 2013 2013 18 Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bijlagen: Ontwerpbesluit 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Ditverslag is een geïntegreerd verslag van het werkatelier op 31 oktober 2018 en op 22 januari Het verslag van het werkatelier op 31 oktober

Ditverslag is een geïntegreerd verslag van het werkatelier op 31 oktober 2018 en op 22 januari Het verslag van het werkatelier op 31 oktober Ditverslag is een geïntegreerd verslag van het werkatelier op 31 oktober 2018 en op 22 januari 2019. Het verslag van het werkatelier op 31 oktober staat beschreven tot en met pagina 20. Vanaf pagina 21

Nadere informatie

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel

RBOI - Rotterdam/Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel RBOI - /Middelburg bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook

Nadere informatie

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN

PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN Concept PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN BELEIDSNOTITIE VAN GEDEPUTEERDE STATEN DECEMBER 2004 1. Doel en Aanleiding In haar brief van 11 november 2003 aan de Tweede Kamer heeft de Minister van

Nadere informatie

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Toelichting correctieve Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG0001-0201 10 juni 2014 Raad op dd maand jjjj) 1 Raad op dd maand jjjj) 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

NOTA VAN ANTWOORD. Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied

NOTA VAN ANTWOORD. Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied NOTA VAN ANTWOORD Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied 1. Inleiding Op grond van de inspraakverordening Wetterskip Fryslân, heeft het ontwerp-projectplan

Nadere informatie

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente Korendijk Waterschap Hollandse Delta 1 oktober 2013 definitief Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/17A

Statenvoorstel 52/17A Statenvoorstel 52/17A Voorgestelde behandeling Procedurevergadering : 11 september 2017 PS-vergadering : Onderwerp Vaststelling PIP Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69-1e herziening. Aan Provinciale Staten

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

KUSTNOTA DEEL I VISIE EN DOELSTELLINGEN

KUSTNOTA DEEL I VISIE EN DOELSTELLINGEN KUSTNOTA DEEL I VISIE EN DOELSTELLINGEN DECEMBER 2010 DEEL I: VISIE EN DOELSTELLINGEN Samenvatting De kustnota geeft het beleid van het hoogheemraadschap van Rijnland (kort: Rijnland) voor het beheer

Nadere informatie

Inleiding. Deze keringen liggen in de gemeenten Dronten, Lelystad Almere en Zeewolde.

Inleiding. Deze keringen liggen in de gemeenten Dronten, Lelystad Almere en Zeewolde. IJsselmeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

reparatieplan Den Hoorn

reparatieplan Den Hoorn bestemmingsplan reparatieplan Den Hoorn Gemeente Texel Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.0448.DHN2018BP0001-on01 Datum: 2018-05-23 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro SRO: Opdrachtgever:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO

SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO 20 oktober 2015 SAMENVATTING 1 WAAROM DE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ER IS De Bewonersgroep Tonselse

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil

Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil Nota van Beantwoording Ontvangen n en beantwoording van n op Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling Peil Amstelveen, juni 2014 Nota van beantwoording Paraplubestemmingsplan herziening begripsbepaling

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd

Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin Landschap van de eeuwige jeugd Dynamisch duin landschap van de eeuwige jeugd Wie gericht gebruik maakt van de dynamische krachten van zee, wind en zand in de kuststrook, bevordert een veilige

Nadere informatie

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid Versterking bestaande zeewering Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid Ir. Peter Van Besien MDK-Afdeling Kust 28/09/17 1. Historiek kustlijn & bestaande zeewering 2. Risico s kustgebied 3. Masterplan

Nadere informatie

Technisch Rapport Duinwaterkeringen en Hybride Keringen 2011

Technisch Rapport Duinwaterkeringen en Hybride Keringen 2011 Technisch Rapport Duinwaterkeringen en Hybride Keringen 2011 Inhoud A. INLEIDING DUINWATERKERINGEN EN HYBRIDE KERINGEN 7 1 Inleiding op het TRDH2011 9 1.1 Doelstelling 9 1.2 Status 10 1.3 Mogelijkheden

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie