Automatische inhibitie van spontane evaluatieve reacties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Automatische inhibitie van spontane evaluatieve reacties"

Transcriptie

1 FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar Tweede semester examenperiode Automatische inhibitie van spontane evaluatieve reacties Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master of Science in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie Promotor: Prof. Dr. Adriaan Spruyt Flo Peeters

2 Voorwoord De masterproef is het resultaat van een onderzoekstraject waaraan de student gedurende twee jaar op zelfstandige basis werkt en vormt een belangrijke onderdeel van de opleiding psychologie. Voor deze uitdagende afsluiter van de tweejarige master is het noodzakelijk enkele mensen extra te bedanken. Allereerst wil ik mijn promotor, Adriaan Spruyt, bedanken. Zijn enthousiasme is groot en werkt zo aanstekelijk dat ik met veel motivatie aan deze masterproef begon. Zijn kennis is nog groter dan zijn enthousiasme, wat het onderzoek enkel uitdagender maakte. Gelukkig stond hij mij gedurende deze twee jaar heel regelmatig bij met uitgebreide feedback en de noodzakelijke wake-up calls. Ik ben dankbaar voor de kans die ik kreeg om gedurende deze periode mee te gaan in zijn drive en leergierigheid. Ook wil ik enkele vrienden bedanken. In het bijzonder Hanne Spoormans voor de praktische en emotionele steun, Elly Ledez en Stijn Peeters voor het delen van hun kennis en hun onvoorwaardelijke steun, Elien Kevelaerts voor het delen van haar computer en Stephanie Oltenfreiter voor het luisterend oor. Ook mijn familie ben ik dankbaar voor het vele geduld en de oprechte interesse in mijn masterproef.

3 Abstract De attitudes die iemand heeft ten opzichte van een bepaald voorwerp, worden op automatische wijze geactiveerd wanneer men dit voorwerp waarneemt. In een pilootstudie gingen Spruyt en collega s na of personen kunnen leren om deze spontane evaluaties automatisch te inhiberen. Tijdens een go/no-go trainingstaak mochten de deelnemers op bepaalde woorden niet reageren. Wanneer deze woorden nadien als primes werden aangeboden in een evaluatieve primingtaak (EPT) bleef het evaluatief priming effect (EPE) uit. Dit betekent dat de affectieve waarde die voordien aan deze woorden werd toegeschreven geen invloed meer lijkt te hebben op de snelheid waarmee het targetwoord beoordeeld wordt. Dit kan op twee manieren verklaard worden. Enerzijds kan het dat de getrainde woorden, dankzij de go/no-go training, geen spontane evaluatie meer ontlokken. Anderzijds zou het consistent niet mogen reageren op deze woorden een associatie kunnen gevormd hebben tussen deze woorden en een inhibitiereflex. Om deze tweede hypothese na te gaan werden de taken uit de pilootstudie herhaalt. De EPT werd hier echter gecombineerd met een stop signaaltaak (SST). Deze taak geeft een beeld van de mate waarin de getrainde primes het makkelijker maken om een respons tijdig te inhiberen. De resultaten op de EPT waren in lijn met de pilootstudie. Bij de SST daarentegen duurde het net langer om een respons tijdig te inhiberen wanneer de getrainde woorden als primes gebruikt werden. Dit lijkt niet in overeenstemming met het idee dat deze woorden een inhibitiereflex ontlokken. In de discussie wordt hiervoor een verklaring gezocht binnen het kader van negatieve priming.

4 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 4 Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Meten van spontane evaluaties 3 De Impliciete Attitude Test. 3 De Evaluatieve Priming Taak. 4 Onderzoek naar impliciete attitudes. 6 Spontane evaluaties automatisch inhiberen 7 De Stop Signaaltaak. 8 De Go/ No-Go Training. 9 Doel van het onderzoek 11 Methode 14 Deelnemers 14 Apparatuur en materiaal 14 Procedure 15 Fase 1: Go/No-Go Taak. 15 Fase 2: Stop Signaaltaak + Evaluatieve Primingtaak. 15 Resultaten 18 Evaluatieve Priming Effect. 18 Stop Signaal Reactie Tijd 22 Discussie 24 Onderliggende mechanismen 26 Het Reflectieve Systeem. 27 Het Impulsieve Systeem. 27 Het Go/No-Go Trainingseffect. 30 Negatieve Priming. 33 Beperkingen en suggesties voor verder onderzoek 35 Samenvatting 39 Referenties 41 Bijlage 47 Volledige woordenlijst 47

5 Inleiding Al enkele weken ben je aan het diëten. Tijdens de koffiepauze kan je kiezen tussen een wafel of een appel. Je weet dat je best voor de appel kan gaan, maar die wafels zien er zo aantrekkelijk uit. Je neemt je koffie en knoopt een gesprek aan. Je gesprekspartner eet gedurende jullie gesprek met veel genot van zijn wafel. Even later zit je weer achter je bureau en heb je niet één maar twee wafels op. Regelmatig stellen we handelingen die niet noodzakelijk overeen komen met onze vermeende evaluaties en doelen (Friese, Hoffman & Wänke, 2008). Dit zie je duidelijk terugkomen bij het paradoxale gedrag dat gesteld wordt bij een verslaving. Mensen blijven een bepaald schadelijk gedrag stellen, hoewel ze weten wat de negatieve gevolgen hiervan zijn (Stacy & Wiers, 2010) Dit komt omdat ons gedrag niet enkel bepaald wordt door deze bewuste kennis over de gevolgen van een bepaald gedrag. Eerder treedt er een wisselwerking op tussen een reflectief systeem en een impulsief systeem (Strack & Deutsch, 2004; Stacy & Wiers, 2010). Het eerste, meer gecontroleerde systeem zorgt voor gedrag dat in overeenstemming staat met weloverwogen beslissingen. Het tweede, impulsieve systeem zorgt voor het maken van associaties tussen bepaalde voorwerpen, gedragingen en evaluaties. Hierdoor kan dit laatste systeem, bij een aangeboden stimulus, de bijbehorende evaluatie snel en zonder veel cognitieve inspanning, oproepen (Strack & Deutsch, 2004; Strack, Werth & Deutsch, 2006). Wanneer ons gedrag gestuurd wordt door reflectieve processen enerzijds of door impulsieve processen anderzijds, is reeds het onderwerp geweest van veel onderzoek (zie Wiers et al., 2007; Friese et al., 2008; Sheeran, Gollwitzer & Bargh, 2013). Het inleidend voorbeeld laat zien hoe het volhouden van een dieet bepaald wordt door de wisselwerking tussen bewuste, gezonde keuzes en meer impulsieve verlangens naar minder gezonde voeding. Je weet wel dat een appel gezonder is maar de wafels roepen automatisch een positieve evaluatie op. Deze automatische stimulusevaluatie speelt een belangrijke rol bij het bepalen van verscheidene vormen van gedrag (zie De Houwer, Custers, & De Clercq, 2007; Houben & Wiers, 2008; Gollan et al., 2008; Wiers, Rinck, Kordts, Houben & Strack, 2009; Kemps, Tiggemann, Martin & Elliot, 2013). 1

6 Zoals reeds aangehaald werd, is een gekend voorbeeld hiervan het schadelijke gedrag dat gesteld wordt door mensen met een verslaving. Belangrijk hierbij is dat dit gedrag niet enkel gestuurd wordt door weloverwogen beslissingen. De keuzes die deze mensen maken worden vaak bepaald door een netwerk van associaties met betrekking tot het middel die spontaan geactiveerd kunnen worden zonder dat hier bewuste denkprocessen aan voorafgaan (Stacy & Wiers, 2010). Deze associaties kunnen de persoon aanzetten tot het benaderen van het desbetreffende middel (Strack & Deutsch, 2004; Wiers et al., 2007). Voor personen waarbij het inhiberen van automatische responsen moeilijk is, zullen deze middelgerelateerde associaties een belangrijkere voorspeller zijn van hun gebruik van drugs en alcohol (Grenard et al., 2008; Houben & Wiers, 2009). Onderzoek toonde ook aan dat alcohol en andere drugs, zowel acuut als op lange termijn, een negatieve impact hebben op het inhiberen van responsen en op andere regulerende processen. Hierdoor zal het reflectieve systeem aan impact moet inboeten en het impulsieve systeem meer invloed kunnen uitoefenen (Gawronski & Bodenhausen, 2006; Wiers et al., 2007; Ostling & Fillmore, 2010). Waarschijnlijk gaat het hier om een wisselwerking tussen een gevoeligheid voor en de gevolgen van de verslavende middelen. Feit is dat bij personen met een verslaving het spontaan activeren van deze impliciete attitudes een bepalende rol speelt bij verschillende vormen van verslaving (Stacy & Wiers, 2010). Om op deze problematiek te kunnen inspelen is het daarom belangrijk om te zoeken naar interventies die invloed kunnen uitoefenen op deze spontane evaluaties. 2

7 Meten van spontane evaluaties Een eerste probleem bij deze zoektocht naar interventies is het meten van deze automatische stimulusevaluaties (De Houwer, 2006; Vermeulen, Corneille & Luminet, 2007). Wanneer we een bepaald object zien, wordt automatisch de bijhorende evaluatie uit ons geheugen opgeroepen (Fazio, Sanbonmatsu, Powell, & Kardes, 1986). Vermits we ons vaak niet bewust zijn van de attitudes die ons gedrag kunnen sturen (Nisbett & Wilson, 1977; Greenwald & Banaji, 1995) werd veelvuldig gezocht naar manieren om deze minder gecontroleerde processen te meten (De Houwer, 2006; Vermeulen et al., 2007). De meest bekende voorbeelden hiervan zijn de Impliciete Attitude Test (IAT; Greenwald, McGhee, & Schwartz, 1998) en de Evaluatieve Priming Taak (EPT; Fazio et al., 1986). De Impliciete Attitude Test. Bij een IAT (Greenwald, McGhee, & Schwartz, 1998) moeten deelnemers stimuli categoriseren in twee target categorieën (bv. alcoholische dranken vs. frisdrank) of in twee categorieën die verwijzen naar verschillende affectieve attributies (bv. positief vs. negatief). Om de juiste categorie aan te geven moeten ze telkens twee verschillende toetsen gebruiken. In de eerste fase wordt hen geleerd om de stimuli te categoriseren in de juiste targetcategorie. Ze moeten bijvoorbeeld rechts drukken voor alcohol en links voor frisdrank. Fase twee bestaat dan uit het inoefenen van de categorieën met betrekking tot de valentie van de stimulus. Hierbij is dan bijvoorbeeld de rechtse toets bedoeld voor de positieve stimuli en de linkse voor de negatieve. In de derde fase worden de eerste twee fases gecombineerd. De aangeboden stimuli moeten dus gecategoriseerd worden als frisdrank, alcohol, positief of negatief. De rechtse en linkse toets moeten op dezelfde manier gebruikt worden als in fase één en twee. Dus indien alcohol en positief met rechts werden aangeduid in de eerste twee fases, blijft dit zo gedurende de derde fase. Bij de vierde fase worden de categorieën positief en negatief even achterwege gelaten. De toetsen waarmee eerst frisdrank werd aangeduid, wordt nu gebruikt voor alcohol en omgekeerd. De vijfde fase ten slotte combineert weer beide soorten categorieën. De omgekeerde toetsencombinatie voor het categoriseren van de dranken is inmiddels ingeoefend, terwijl de toetsen voor positief 3

8 en negatief niet veranderd zijn. Wanneer je bij fase drie alcohol en positief met rechts moest aanduiden zal deze rechtse toets nu gebruikt worden voor frisdrank en positief. Het verschil in reactietijd tussen fase 3 en 5 toont dan aan welke combinaties het beste aanvoelen voor de deelnemers. Dit geeft een beeld van de impliciete attitudes ten opzichte van de gebruikte stimuli. Indien de deelnemers alcoholische dranken als positief ervaren, zullen de reactietijden in fase 3 lager liggen vermits je hier zowel voor alcohol als voor positieve dingen rechts moet drukken. Dit zal natuurlijker aanvoelen en zo de reactietijd doen afnemen. Het zal in dat geval langer duren om zowel voor alcohol als voor negatieve beoordelingen links te drukken. Indien een deelnemer alcohol als negatief beschouwt, zal het links duwen bij alcohol en bij negatieve beoordelingen net sneller gaan (Greenwald et al., 1998) De Evaluatieve Priming Taak. Een andere taak om de impliciete attitudes ten opzichte van een object na te gaan is de evaluatieve primingtaak (EPT; Fazio et al., 1986). Bij deze taak worden targetstimuli aangeboden waarbij de participant moet reageren met betrekking tot een bepaald kenmerk van deze stimuli. Alvorens het target aangeboden wordt, toont men een prime. Deze kan op zich positief, negatief of neutraal geladen zijn. Hierbij gaat men ervan uit dat het makkelijker is om te reageren op targetwoorden waarvan de valentie gelijk is aan de valentie van de voorafgaande primes dan wanneer de valenties van prime en target inconsistent zijn. Dit noemt men het Evaluatieve Priming Effect (EPE). Wanneer een prime wordt aangeboden die op affectief vlak congruent is aan het targetwoord, dan zou het dus makkelijker moeten zijn om op het target te reageren. Bij een incongruente trial daarentegen, komt de valentie van prime en target niet overeen en zal het reageren op het target minder vlot verlopen. (Fazio et al., 1986; Moors, Spruyt & De Houwer; 2010). Dit EPE kan onderverdeeld worden in twee processen. Het eerste proces omvat het evalueren van de prime. Het effect dat deze evaluatie vervolgens heeft op de reactie, die men stelt ten opzichte van het target, wordt aangeduid als proces 2 (Moors et al., 2010). Deze taak zou kunnen ingeschakeld worden om de impliciete attitudes bij een groep mensen na te gaan. Om te kunnen stellen dat deze taak effectief een goede maat is van automatische stimulusevaluatie moeten de onderliggende 4

9 processen van het EPE aan de voorwaarden van automaticiteit voldoen. Hiervoor moet het EPE allereerst snel tot stand kunnen komen. Bij deze taak wordt dan ook gevraagd aan de deelnemers om zo snel mogelijk op het targetwoord te reageren en de tijd tussen het aanbieden van de prime en het verschijnen van het target (i.e. de stimulus-onset asynchrony; SOA) is steeds zeer kort (Moors et al., 2010). Verschillende studies konden een EPE verkrijgen wanneer deze tijdspanne onder de 300 ms lag (zie Klauer, Rossnagel & Musch, 1997; Hermans, De Houwer & Eelen, 2001; Eder, Leuthold, Rothermund & Schweinberger, 2012). Verder kan ook verondersteld worden dat een EPE buiten het bewustzijn van de deelnemers kan plaatsvinden (Moors et al., 2010). Verschillende studies toonden reeds aan dat je een EPE kan bekomen wanneer je primes subliminaal aanbiedt (e.g. Klinger, Burton & Pitts, 2000). Indien het spontaan evalueren van deze primes kan plaatsvinden wanneer men zich niet bewust is van de aanwezigheid van de primes zelf dan zal men zich tevens niet bewust zijn van het spontaan evalueren ervan. Het kan wel zijn dat de deelnemers iets merken van de faciliterende werking die bepaalde primes met zich meebrengen op de respons die ze moeten stellen (Moors et al., 2010). Tenslotte kan beargumenteerd worden dat het EPE bekomen kan worden zonder dat dit een bewust doel is van de deelnemer. In verschillende evaluatieve primingtaken is het niet de opdracht om het targetwoord te evalueren waardoor het doel tot evalueren niet ontlokt wordt. Ook werd reeds besproken dat een EPE bekomen kan worden wanneer de primes subliminaal aangeboden worden. Indien men zich niet bewust is van de aanwezigheid van de prime zelf, kan men deze ook niet bewust evalueren. Deze argumenten lijken te duiden op een mogelijkheid tot het onbewust evalueren van een primewoord (proces 1). Dit kan doorgetrokken worden naar de vertaling van deze evaluatie naar het al dan niet faciliteren van de respons op het targetwoord. Indien de opgave geen doel tot evalueren ontlokt zal deze ook niet aanzetten om de evaluatie van de prime te gebruiken om op het targetwoord te reageren. Indien men wel bewust probeert om de prime te evalueren lijkt het nog steeds mogelijk dat de korte tijdspanne tussen het aanbieden van de prime en het presenteren van het target wel toestaat om de prime te willen evalueren maar te beperkt is om daarenboven deze evaluatie doelbewust te gebruiken om de respons te faciliteren (Moors et al., 2010). Hoewel er nog veel onderzoek dient te gebeuren, lijkt bovenstaande discussie wel te wijzen op een taak 5

10 waarvan de uitkomst (i.e. het EPE) een beeld geeft van een automatisch proces. Onderzoek naar impliciete attitudes. Het belang van spontane evaluaties bij onderzoek naar verslaving werd reeds aangehaald (Stacy & Wiers, 2010). Bij deze problematiek zou een netwerk van associaties met betrekking tot het middel de persoon aanzetten tot het benaderen hiervan (Strack & Deutsch, 2004; Wiers et al., 2007). Om hierop te kunnen inspelen is het belangrijk om deze spontane evaluaties te kunnen vatten. In wat volgt worden enkele studies besproken die gebruik maken van de IAT om na te gaan in welke mate deze impliciete attitudes een rol spelen bij het stellen van gedrag dat soms eerder paradoxaal over komt. Drinkgedrag wordt mede bepaald door het al dan niet ingaan op het opgewekte verlangen bij het zien of ruiken van alcohol (Houben & Wiers, 2008; Houben, Havermans, Nederkoorn & Jansen, 2012). Houben en Wiers (2008) gebruikten tevens een IAT om de impliciete attitudes ten opzichte van alcohol na te gaan. Hierbij moesten proefpersonen een target (frisdrank of een alcoholische drank) toewijzen aan twee categorieën. Deze categorieën waren telkens positief en neutraal of negatief en neutraal. Op deze manier kan nagegaan worden in welke mate er positieve of negatieve impliciete attitudes aanwezig zijn ten opzichte van een bepaalde target. De resultaten op de deze test toonden aan dat de impliciete positieve attitudes ten opzichte van alcohol niet significant waren. Deze impliciete positieve attitudes konden echter wel een groter deel van de variantie in alcoholgebruik verklaren dan de expliciete attitudes. De negatieve impliciete attitudes waren wel significant maar konden geen variantie in het effectieve alcoholgebruik verklaren. Deze studie wijst dus op de aanwezigheid van impliciete negatieve attitudes ten opzichte van alcohol enerzijds en het belang van de impliciete positieve attitudes bij het voorspellen van drinkgedrag anderzijds. Het volhouden van een gezond dieet en het behouden van een streefgewicht op lange termijn, blijkt voor velen een moeilijke uitdaging (Jeffery et al., 2000; Mann et al., 2007). Kemps, Tiggemann, Martin en Elliot (2013) gebruikten ook een IAT om de impliciete associaties jegens chocolade na te gaan. Hierbij moesten de deelnemers een aangeboden stimulus categoriseren als chocolade, geen chocolade, benaderen of 6

11 vermijden. Het aanbieden van stimuli met een positieve valentie kan een benaderingstendens veroorzaken (Strack & Deutsch, 2004). Indien chocolade automatisch geassocieerd wordt met een positieve valentie zal dit ook makkelijker benaderd worden. Zoals verwacht konden de deelnemers tijdens de IAT sneller reageren wanneer ze de categorie chocolade en benaderen met dezelfde toets mochten beantwoorden. De associatie tussen deze twee categorieën wijst op een benaderingstendens jegens chocolade. De automatisch opgewekte associaties zijn hier mede bepalend voor het gedrag dat men stelt ten opzichte van chocolade. Het belang van het automatisch evalueren van bepaalde stimuli zien we ook bij personen met een depressie. Onderzoek toont aan dat het hebben van een depressie vaak samengaat met het negatiever beoordelen van neutrale stimuli (Gollan, Pane, McCloskey & Coccaro, 2008). Gollan en collega s (2008) lieten hun deelnemers 110 volwassen gezichten bekijken. Deze foto s bevatten de volgende gezichtsuitdrukkingen: boos, walging, angst, blij, neutraal, droevig en verrast. Hierbij werd de instructie gegeven om de foto s te beoordelen als boos, walging, angst, blij, droevig of verrast. De optie neutraal werd dus weggelaten. Hiermee poogden de onderzoekers na te gaan hoe de deelnemers met deze gedwongen keuze omgingen en in welke mate depressie de verwerking van affectieve informatie beïnvloedt. De resultaten bevestigen dat depressieve personen een negatieve aandachtsbias vertonen bij het beoordelen van neutrale gezichten. De groep van deelnemers met een depressie evalueerde de neutrale gezichten vaker als ongelukkig dan de controlegroep. Spontane evaluaties automatisch inhiberen Onderzoek met impliciete maten maakt duidelijk dat spontane evaluaties een invloed hebben op ons gedrag. We zagen reeds de rol die deze processen spelen bij een verscheidenheid aan problematieken zoals verslaving en depressie (Jajodia & Earleywine, 2003; Houben & Wiers, 2008; Kemps, Tiggeman, Martin & Elliot, 2013). Daarom lijkt het interessant om na te gaan in hoeverre we personen kunnen trainen om deze spontane responsen automatisch te inhiberen. Veel theorieën gaan er vanuit dat het automatiseren van processen ontstaat doorheen het oefenen ervan (Verbruggen & Logan, 2008). Vaak wordt hierbij gekeken naar het onderscheid tussen consistente 7

12 mapping en gevarieerde mapping (Schneider & Shiffrin, 1977; Verbruggen & Logan, 2008). Bij de consistente mapping wordt een bepaalde subset van stimuli consistent samen aangeboden met een bepaalde respons, bijvoorbeeld stoppen. Hierdoor kunnen er associaties ontstaan tussen deze subset van stimuli en de gecombineerde respons. Doorheen de oefening kan deze respons steeds meer automatisch opgewekt worden bij het zien van deze stimuli. Bij de gevarieerde mapping worden de stimuli op een inconsistente manier gepaard met verschillende responsen (bijvoorbeeld de ene keer met stoppen en de volgende keer met reageren ). Hierbij zullen de stimuli deze responsen niet meer automatisch opwekken (Schneider & Shiffrin, 1977). Deze rationale kan gebruikt worden om na te gaan hoe het inhiberen van een respons geautomatiseerd kan worden. Een voorbeeld van consistente mapping is het consistent samen aanbieden van een stimulus met stopsignaal bij de Stop Signaaltaak (e.g. Verbuggen & Logan, 2008) en het concistent combineren van een stimulues met een no-go signaal bij het go/no-go paradigma (Schneider en Shiffrin, 1977; Verbruggen & Logan, 2008; Houben & Jansen, 2011). De Stop Signaaltaak. Verbruggen en Logan (2008) gingen na of deze automatische responsinhibitie veroorzaakt kan worden door het consistent combineren van bepaalde stimuli met een stopsignaal in een Stop Signaal Taak (SST). Hierbij lieten ze gedurende de trainingsfase bepaalde stimuli consistent samen voorkomen met een stopsignaal. Wanneer deze stimuli terug aan bod kwamen in de testfase duurde het langer om hierop te kunnen reageren, wat werd weerspiegeld in langere reactietijden. Deze stimuli lijken dus een automatische responsinhibitie te veroorzaken. Houben (2011) maakte ook gebruik van een SST als inhibitietraining. Hierbij moesten de deelnemers de aangeboden foto telkens categoriseren als zijnde een foto met voedsel of een foto van een stoel. Wanneer een auditief stopsignaal werd aangeboden mochten de proefpersonen niet reageren. Deze inhibitietraining bestond uit drie condities. Eén van de foto s met eten werd telkens gevolgd door een auditief stopsignaal. Een ander voedingsproduct werd nooit gecombineerd met een stopsignaal. Een derde voedselsoort werd even vaak met als zonder stopsignaal gepresenteerd. Er 8

13 was een kleinere voedselinname bij de proefpersonen uit de eerste conditie. De effectiviteit van de inhibitietraining bleek enkel te gelden voor deelnemers met een laag basisniveau van inhibitorische controle. Enkel bij deze groep veroorzaakte het consistent moeten inhiberen van een respons jegens bepaald voedsel een verminderde inname. De deelnemers uit de tweede conditie aten meer na de training. Hier was dit verschil enkel significant voor de proefpersonen die voor de training een hoge mate van inhibitorische controle vertoonden. De Go/ No-Go Training. Bij de go/no-go training wordt een reeks van stimuli aangeboden. De deelnemers krijgen hierbij de instructies om hierop te reageren wanneer deze vergezeld wordt door een go-signaal en niet te reageren bij een no-go signaal. Bijvoorbeeld wanneer de aangeboden stimulus een letter p is mogen ze wel reageren maar wanneer de letter s verschijnt, mogen ze niet reageren. De kans dat de deelnemer toch reageert in aanwezigheid van een no-go signaal wordt gezien als een maat voor de inhibitorische controle [p(respond no-go)]. Deze kans hangt af van welke reactie de strijd wint: het go-proces dat geactiveerd werd door de aangeboden stimulus of het no-go proces, dat ontlokt werd door de no-go cue. Als het go-proces sneller afgerond is dan het stopproces dan zal de participant toch reageren ondanks de no-go cue. Indien het stopproces sneller beëindigd wordt dan het go-proces kan de deelnemer alsnog tijdig stoppen met reageren (Verbruggen & Logan, 2008). Volgens Schneider en Shiffrin (1977) zou het consistent moeten inhiberen van een respons bij bepaalde stimuli ervoor zorgen dat deze stimuli een automatische inhibitierespons opwekken. Houben en Jansen (2011) lieten proefpersonen een go/no-go taak uitvoeren waarbij telkens een foto getoond werd. De deelnemers moesten hierop reageren bij het verschijnen van een go-signaal en mochten niet reageren bij een no-go signaal. Deze signalen bestonden uit de letters p en f en verschenen in één van de hoeken van de foto s. Bij deze inhibitietraining werden drie verschillende condities gebruikt. In de chocolade/no-go conditie werden de stopsignalen consistent samen aangeboden met een foto waarop chocolade werd afgebeeld. Bij de chocolade/go conditie werden de foto s met chocolade telkens gecombineerd met een go signaal. In de controleconditie werden 9

14 alle foto s even vaak aangeboden met een no-go signaal als met een go-signaal. Deze inhibitietraining vergrootte de controle die deze deelnemers hadden over hun eetgedrag en reduceerde hun voedselinname. De participanten uit de chocolade/no-go conditie aten na de training immers significant minder chocolade dan de participanten uit de controleconditie. Er was echter geen significant verschil in eetgedrag tussen de deelnemers in de controleconditie en in de chocolade/go conditie. Het consistent samen aanbieden van een afbeelding van chocolade met een go signaal deed het eetgedrag na de training niet toenemen. Houben, Nederkoorn, Wiers en Jansen (2011) gebruikten ook een go/no-go taak om de inhibitorische controle bij hun deelnemers te verhogen. Bij deze taak werden vier foto s van een glas met water en vier foto s van een glas met bier gebruikt. In de beer/no-go conditie werden de foto s met een glas bier telkens samen met een no-go cue aangeboden. De glazen met water werden in deze conditie telkens samen met een gocue gepresenteerd. In de beer/go-conditie werden de foto s en de cues omgekeerd gecombineerd. Het herhaald inhiberen van een respons jegens de aan alcohol gerelateerde stimuli, zorgde ervoor dat de automatische evaluatie van deze prikkels, zoals gemeten door de IAT, minder positief werd. Aangezien de training de spontane positieve evaluatie bij deze stimuli deed afnemen, zou dit de benadering van deze stimuli tevens moeten beïnvloeden. Gedurende de week volgend op het experiment werd ook een vermindering in alcoholgebruik gezien. In een pilootstudie maakte Spruyt (2013) ook gebruik van een go/no-go taak om het vermogen tot inhiberen te trainen. Hier werd het blokkerend effect van de inhibitietraining op de spontane evaluaties nagegaan met een EPT (Fazio et al., 1986). Gedurende de trainingsfase werd aan de deelnemers gevraagd om bij elk aangeboden woord (bv. verliefdheid of aids) aan te geven welke valentie deze volgens hen had. Twee toetsen konden gebruikt worden om aan te geven of het woord positief of negatief was. Hierbij mochten de deelnemers niet reageren wanneer het gepresenteerde woord verwees naar een dier of een mens. Deze dieren hadden telkens een negatieve connotatie (bv. haai, mug en worm) terwijl de personen een positieve gevoelswaarde hadden (bv. moeder, baby en partner). Na de trainingsfase werd een EPT opgestart. Hierbij kregen alle deelnemers de instructies om de aangeboden woorden te beoordelen als zijnde positief of negatief. Echter, elk targetwoord werd voorafgegaan 10

15 door een primewoord. Dit kon zowel één van de getrainde woorden zijn die naar een dier of een mens verwezen (voortaan benoemd als de getrainde primes ). Anderzijds kon de prime een persoon of een dier zijn welke niet in de trainingsfase aan bod kwam (voortaan benoemd als de ongetrainde primes ). Ten slotte kon de prime ook een niet eerder getoond, positief of negatief woord zijn, dat niet verwees naar een mens of een dier (voortaan benoemd als de irrelevante primes ). Ook deze pilootstudie leek te wijzen op een inhiberend effect van de go/no-go training op de spontane evaluaties. Wanneer gedurende de EPT een getrainde prime gebruikt werd, was het EPE nog haast onbestaande. Deze daling in het EPE werd in lichte mate getransfereerd naar de ongetrainde primes. Bij deze primes was er nog slecht een klein EPE aanwezig. Opvallend aan deze studie was vooral dat er een omgekeerd effect gevonden werd voor de irrelevante primes. Wanneer deze aangeboden werden bij de EPT, werd een opvallend groot EPE gemeten. Wanneer de prime nog niet aan bod kwam bij de trainingsfase en tevens niet verwees naar een mens of een dier veroorzaakte dit een opvallend groot EPE. Dit is een belangrijke bevinding. Op deze manier zou een go/nogo training ingezet kunnen worden om de spontane evaluaties die iemand heeft ten opzichte van bepaalde stimuli extra uitvergroten. Gezien de moeilijkheid om deze impliciete attitudes te meten, zou het interessant zijn om deze methode te kunnen gebruiken om deze meer frappant te maken. Deze voorbeelden tonen aan dat een go/no-go training en een SST gebruikt kunnen worden om een inhibitiereflex te koppelen aan bepaalde stimuli. Door bepaalde stimuli consistent te combineren met een no-go cue of een stopsignaal lijkt associatie tussen deze stimuli en het inhiberen van een respons te ontstaan. Deze stimuli veroorzaken vanaf dan een automatische inhibitie van de opgewekte respons. Doel van het onderzoek Spruyt (2013) maakte in zijn pilootstudie gebruik van een go/no-go training om de spontane evaluaties die opgewekt worden door bepaalde woorden automatisch te kunnen inhiberen. In de EPT die nadien werd afgenomen, werden op enkele trials de 11

16 getrainde woorden als primes gebruikt. Op deze trials werd effectief een wegvallen van EPE waargenomen. Het doel van deze studie is om dieper in te gaan op de onderliggende processen die bij deze inhibitietraining werkzaam zijn. Het wegvallen van het EPE zou veroorzaakt kunnen worden doordat de getrainde primes, na de inhibitietraining, niet langer spontaan geëvalueerd worden. Het wegvallen van het EPE wordt dan bepaald door een inhiberende werking van de training op proces 1, namelijk het spontaan evalueren van bepaalde woorden. In bovenstaande inleiding kwam reeds aan bod hoe het aanbieden van bepaalde woorden met een no-go cue een associatie kan veroorzaken tussen deze woorden en een inhibitiereflex. Na de training zou het aanbieden van deze woorden als prime het inhiberen van de respons dan moeten faciliteren. Ook dit zorgt voor het wegvallen van het EPE. Echter, het betreft dan niet het wegvallen van de spontane evaluatie (proces 1) maar wel het wegvallen van het effect van de spontane evaluatie op de snelheid van reageren (proces 2). Deze studie wil daarom de resultaten op de EPT uit de pilootstudie van Spruyt (2013) repliceren en tegelijk nagaan in welke mate het wegvallen van het EPE te maken heeft met proces 1 of 2. Als inhibitietraining wordt gebruik gemaakt van dezelfde go/no-go taak als in de pilootstudie van Spruyt (2013). Na deze trainingsfase wordt tevens een EPT gebruikt om na te gaan in welke mate de getrainde primes nog een EPE veroorzaken. In lijn met de pilootstudie van Spruyt (2013) kan verwacht worden dat de getrainde primes geen differentiële primingeffecten meer veroorzaken tijdens de EPT. Generalisatie kan er voor zorgen dat het primingeffect ook gedeeltelijk wegvalt bij de ongetrainde primes. In navolging van de pilootstudie zou het extra interessant zijn om ook hier een vergroting van het EPE te verkrijgen voor de primes die niets met dieren en personen te maken hebben. Om tevens na te gaan of het wegvallen van het EPE veroorzaakt wordt door het beïnvloeden van proces 2, wordt de EPT gecombineerd met een SST. Deze taak geeft een zicht op de mate waarin het inhiberen van een respons al dan niet vlot verloopt. Hiermee kan dus worden nagegaan of de go/no-go training een invloed heeft op het effect van de getrainde primes op de gestelde respons (proces 2). De deelnemers moeten tijdens de EPT nog steeds de valentie van de aangeboden woorden beoordelen. Tijdens de EPT zal nu echter op een aantal trials ook een toon hoorbaar zijn. Deze toon is het 12

17 stopsignaal en geeft aan wanneer de deelnemers niet mogen reageren. Een korte SSRT wijst op een tijdig kunnen inhiberen van de respons. Indien de getrainde primes daadwerkelijk automatisch geassocieerd worden met een inhibitiereflex, dan zal het aanbieden van deze primes het inhiberen van een respons vergemakkelijken. Bij deze primes zouden dan kortere SSRT en gemeten worden. De ongetrainde primes verwijzen ook naar personen en dieren waardoor ook hier deze inhibitiereflex opgewekt zou kunnen worden. Indien dit effect daadwerkelijk getransfereerd wordt naar deze ongetrainde woorden dan zou dat weerspiegeld moeten worden in een SSRT die kleiner is dan de SSRT bij de irrelevante primes. De irrelevante primes zouden dit inhiberend effect dan niet vertonen. Indien de getrainde primes consistent kortere SSRT en veroorzaken, zou dit wijzen op een effect van de inhibitietraining op de mate waarin de automatische stimulusevaluatie de reactie op het target beïnvloedt (proces 2). 13

18 Methode Deelnemers De steekproef bestond uit 63 studenten van de Universiteit van Gent. Acht mannen en 55 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van jaar. Voor hun deelname kregen zij vijf euro. Alle deelnemers spraken Nederlands. Hun zicht was normaal, al dan niet door gebruik van een bril of lenzen. Eén van de deelnemers was doof aan één oor. Apparatuur en materiaal Om bij deze studie woorden te gebruiken die respectievelijk als positief en als negatief beoordeeld zouden worden, werd de woordenlijst van Moors en collega s (2012) gebruikt. Uit deze lijst werden vier categorieën van woorden geselecteerd: 8 dieren met een positieve valentie (M = 2.88; SD = 0.38; t(6) = 20.03; p <.0001), 8 personen met een negatieve valentie (M = 5.79; SD = 0.27; t(6) = 56.86; p <.0001), 24 positieve woorden (M = 5.94; SD = 0.37; t(23) = 78.23; p < ) en 24 negatieve woorden (M = 1.82; SD = 0.50; t(23) = 17.85; p < ). Een volledige lijst met de gepresenteerde woorden wordt weergegeven in bijlage 1. De woorden werden telkens gepresenteerd in witte hoofdletters (font Arial, grootte 48) op een zwarte achtergrond van een 19-inch computermonitor (100 Hz, scherm resolutie 1024 x 768). Het presenteren van de stimuli alsook het bijhouden van de reactietijden werd uitgevoerd door een Affect 4.0 programma (Spruyt, Clarysse, Vansteenwegen, Baeyens & Hermans, 2010). De proefpersonen zaten achter de computer met een gemiddelde afstand van 75 cm tussen hun gezicht en het scherm. Bij fase twee kregen zij de instructies om de hoofdtelefoon op te zetten om de auditieve stopsignalen te kunnen horen. 14

19 Procedure Elke participant werkte individueel en in een verduisterde kamer aan de taak. Per participant werd gevraagd om een informed consent te ondertekenen. Daarna kon de taak opgestart worden. Bij de start werden de deelnemers gevraagd om hun leeftijd en geslacht in te geven. Vervolgens verscheen de eerste instructie waarbij de deelnemers gevraagd werden om de targetwoorden te categoriseren als positief of negatief en om dit zo snel mogelijk te doen. Pas wanneer om het even welke toets werd ingedrukt, ging de go/no-go training van start. Fase 1: Go/No-Go Taak. Bij deze taak kregen de deelnemers dus de opdracht om op een rechtse knop te drukken wanneer een positief woord werd aangeboden en op een linkse knop bij een negatief woord. De no-go signalen bestonden uit een reeks van woorden die verwezen naar personen of dieren. Wanneer één van deze woorden werd aangeboden, mochten de proefpersonen niet reageren. Deze trainingsfase bestond uit drie blokken van 24 trials. Per blok werden 8 positieve woorden en 8 negatieve woorden willekeurig geselecteerd uit de lijst en aangeboden. Verder werden er per fase 4 personen en 4 dieren gebruikt. Ook deze werden willekeurig geselecteerd uit de 16 mens- en dierwoorden. Op deze manier krijgen de deelnemers per blok op één derde van de trials een no-go signaal. Wanneer de deelnemers een toets indrukte, verdween de aangeboden stimulus. Indien er geen toets gekozen werd, verdwenen het targetwoord na 3000 ms. Indien de foute toets gekozen werd, werd dit duidelijk gemaakt met een feedbackboodschap. De eerste trial werd gestart na een interval van 1500 ms. Gedurende de rest van de test varieerde dit interval tussen de 500 ms en de 1500 ms. Fase 2: Stop Signaaltaak + Evaluatieve Primingtaak. Deze fase bestond uit een EPT waarbij het te beoordelen targetwoord telkens voorafgegaan werd door een bepaald woord als prime. Hierbij werd de instructie 15

20 gegeven om opnieuw het targetwoord als zijnde positief of negatief te beoordelen. Echter, nu mocht wel op elk woord gereageerd woorden. Bij de woorden die gedurende korte tijd gepresenteerd werden alvorens het targetwoord in beeld kwam, moesten de deelnemers niet reageren. De gebruikte prime kon zowel een getraind woord zijn, een ongetrainde prime of een irrelevante prime. De getrainde primes werden gekozen uit de 4 personen en de 4 dieren die reeds getraind werden in de inhibitiefase. De ongetrainde prime werd gekozen uit de 4 personen en de 4 dieren die nog niet getoond werden in de trainingsfase. Verder werden nog 16 irrelevante primes gebruikt. Deze bestonden uit 8 ongetrainde positieve woorden en 8 ongetrainde negatieve woorden uit de lijst. Bij deze woorden kwamen geen personen of dieren aan bod. De targetwoorden in de EPT bestonden uit 8 ongetrainde positieve woorden en 8 ongetrainde negatieve woorden. Ook hier verdwenen de targetwoorden bij het indrukken van een toets. Indien geen toets gekozen werd, bleven de woorden 3000 ms zichtbaar. Bij de start van deze taak verscheen in het midden een fixatiekruis. Na 500 ms verscheen de prime gedurende 200 ms. 50 ms later verscheen het target woord dat op zijn valentie beoordeeld moest worden. Tot zover een standaard evaluatieve priming taak. Deze EPT werd gecombineerd met een SST waarbij de opdracht tot het inhiberen aangeduid werd met een bieptoon. Deze toon was hoorbaar na het presenteren van het targetwoord met een tijdsinterval dat gedurende het experiment varieerde. In 25% van de trials kregen de proefpersonen een bieptoon te horen. Om er voor te zorgen dat de kans op het op tijd inhiberen van een respons gefixeerd wordt op 50%, werd er gebruik gemaakt van de staircase tracking procedure (Leek, 2001). Hierbij was het eerste Stop Signal Delay gelijk aan 250 ms. Wanneer een deelnemer er in slaagde om zijn reactie te stoppen werden er 20 ms bij het stop-signal delay bijgeteld, wanneer de deelnemer er niet in slaagde op tijd te stoppen werden er 20 ms van de stop-signal delay afgetrokken. Bij het geven van een respons verdween het targetwoord. Bij een incorrecte respons werd feedback gepresenteerd. Een antwoord kon fout zijn om drie redenen: de deelnemer selecteerde de verkeerde valentie, de deelnemer selecteerde de juiste valentie maar het targetwoord werd gevolgd door een stopsignaal, de deelnemer selecteerde de verkeerde valentie en het was een stoptrial. Indien de deelnemer niet reageerde werd de trial na 3000 ms afgebroken. De experimentele fase bestond uit 288 trials. Ook bij de testfase bestond het eerste intertrial interval uit 1500 ms en varieerde 16

21 het gedurende de test tussen de 500 en 1500 ms. Het afnemen van de trainingsfase en de testfase samen, nam ongeveer 25 minuten in beslag 17

22 Resultaten Om het effect van de uitschieters te beperken, werden bij de analyse van de testfase de data-eenheden van 63 naar 54 beperkt. De grenswaarde bij het bepalen van deze uitschieters lag telkens op 2.5 standaarddeviaties boven het gemiddelde. Op basis van de resultaten uit de trainingsfase werden vijf participanten weggelaten. Enerzijds werd hier gekeken naar de gemiddelde reactietijd op de go-trials. Bij twee patiënten lag deze meer dan 2.5 standaarddeviaties boven het gemiddelde van de groep. Anderzijds werden twee deelnemers niet weerhouden omdat deze proportioneel gezien te vaak reageerde bij de no-go trials. Tenslotte werd één proefpersoon weggelaten omwille van de hoeveelheid fouten die bij de trainingsfase gemaakt werden. Bij de testfase werden vier participanten niet weerhouden omdat ze een gemiddelde reactietijd boven de 1000 ms hadden. Deze lange reactietijden kunnen een strategie zijn om zeker niet te reageren wanneer er nog een stopsignaal volgt. Met deze strategie wordt voorbijgegaan aan de hoofdtaak waarbij de deelnemers net zo snel mogelijk moeten aangeven welke valentie een bepaald woord heeft. Evaluatieve Priming Effect. Een repeated measures analysis of variance (ANOVA) werd uitgevoerd om de invloed van de trainingsfase op het EPE na te gaan. De binnen-subject variabele hierbij was de gebruikte prime (irrelevant, getraind of ongetraind). Vermits deze variabele uit drie niveaus bestaat, moet aan de sphericiteitassumptie voldaan worden om te liberale testen te vermijden. Indien nodig moet een correctie worden uitgevoerd. Bij deze eerste analyse werd aan de sphericiteitsassumptie voldaan, χ 2 (2) = 1.31, p =.519 waardoor een correctie niet nodig is. Het hoofdeffect van het soort prime (F(2,106) = 1.34, p =.266) was niet significant. De resultaten waren wel in lijn met de pilootstudie. In figuur 1 zien we dat het EPE bij de getrainde primes haast wegvalt (M = 1.18 ms; SD = 33 ms; p =.816). Bij de irrelevante primes is het EPE (M = ms; SD = 33 ms; p =.014) significant maar in tegenstelling tot de pilootstudie niet opvallend groot. 18

23 Evaluatieve Priming Effect Irrelevante Primes Getrainde Primes Ongetrainde Primes - 5 Fig. 1: Het effect van de verschillende primes op het gemiddelde evaluatieve priming effect over de deelnemers heen. Bij de ongetrainde primes tenslotte, zit het het EPE er ergens tussenin (M=7.36 ms; SD = 34 ms; p =.118). Voor verdere analyses hebben we de data in twee BINs verdeeld waardoor we de snelste en de traagste reactietijden van elkaar scheidden (zie Balota, Yap, Cortese, & Watson, 2008; zie ook De Jong, Liang, & Lauber, 1994; zie ook Spruyt, De Houwer & Hermans, 2009). Zoals hierboven reeds werd aangehaald, kunnen de trage reactietijden wijzen op het toepassen van strategie om zeker niet te reageren bij een stopsignaal. Vermits deze strategie niet overeenkomt met de hoofdtaak splitsen we de resultaten op in BIN 1 met de 50% snelste reactietijden en BIN 2 met de 50% traagste reactietijden. Op deze manier voeren we een repeated measures ANOVA uit met een 3x2 design. Hierbij is de soort prime nog steeds de binnensubjectvariabele. De BINs worden als tussensubjectvariabele met twee niveaus (BIN 1 of BIN 2) toegevoegd. De Mauchly s test toont aan dat er niet aan de sphericiteitsassumptie wordt voldaan, χ 2 (2) = 6.36, p <.05. Daarom maken we gebruik van de Greenhouse-Geisser correctie bij het bespreken van de resultaten. Hierbij zien we dat de interactie tussen de variabele BIN en de soort prime niet significant is, F(1.89, ) = 1.51, p =

24 BIN 1 Affectieve Priming Effect Irrelevante Primes Getrainde Primes Ongetrainde Primes Fig. 2: BIN 1 met de 50% snelste reactietijden gedurende de trainingsfase. Desalniettemin werden aparte analyses voor elke bin uitgevoerd. Bij BIN 1, met de snelste reactietijden, wordt aan de sphericiteitsassumptie voldaan, χ 2 (2) = 4.38, p =.112. De resultaten liggen in lijn met de pilootstudie van Spruyt (2013). Het effect van de gekozen prime is significant, F(2,106) = 3.34, p <.05. Het EPE is groot voor de irrelevante primes (M = ms, p <.05), kleiner voor de ongetrainde primes (M = ms, p <.05) en haast onbestaande voor de getrainde primes (M =.82 ms, p =.853). Bij de tweede BIN, met de traagste reactietijden, wordt tevens aan de sphericiteitsasumptie voldaan, χ 2 (2) = 4.02, p =.134. Het effect dat de primesoort heeft op het EPE lijkt hier omgekeerd ten opzichte van dit effect in de eerste BIN. In de tweede BIN is dit effect is echter niet significant, F(2,106) =.67, p =.512. Hier zien we een negatief effect bij de ongetrainde primes (M = -14,43 ms, p =.190), een kleiner negatief effect bij de irrelevante primes (M= -3,03 ms, p =.811) en een positief effect bij de getrainde personen en dieren (M = 8,38 ms, p =.618). 20

25 BIN 2 Affectief Priming Effect Irrelevante Primes Getrainde Primes Ongetrainde Primes Fig. 3: BIN 2 met de 50% traagste reactietijden gedurende de trainingsfase. Gezien de rationale dat het trainingseffect gedurende de testfase kan afzwakken, werden de data ook in twee helften verdeeld. Hierdoor kon de eerste helft van resultaten ten opzichte van de tweede helft bekeken worden. Om effecten van de prime en de helft op het EPE te bekijken werd een 3x2 repeated measures ANOVA uitgevoerd. De aangeboden prime was de binnensubjectvariabale met drie niveaus (irrelevant, getraind, ongetraind). De helft waaruit de resultaten komen, was de tussensubjectvariabele met twee niveaus (helft 1 of helft 2). Bij deze ANOVA werd niet aan de sphericiteitassumptie voldaan, χ 2 (2) = 8.34, p <.05. De Greenhouse-Geisser correctie werd gebruikt voor het berekenen van de resultaten. Deze ANOVA wijst op een niet significante interactie tussen het effect van de aangeboden prime en de helft waaruit de resultaten komen, F(1.86,196.97) = 2,73, p =.072. Vermits de interactie net niet significant is wordt toch even bekekenen wat het effect van de soort prime per helft is. Bij de eerste helft van de trials is het EPE het grootst bij de irrelevante primes (M = ms, p =.139), het EPE is iets kleiner bij de ongetrainde primes (M = 8.21 ms, p =.139) en het kleinst bij de getrainde primes (M = -6.32, p =.261). Dit patroon sluit aan bij de verwachtingen. Bij de tweede helft van de trials is het EPE het grootst bij de getrainde primes (M = 12.68, p =.112), haast even groot bij de irrelevante primes (M = 11.29, p = <.05) en het kleinst voor de ongetrainde primes (M = -5.71, p =.435). Dit 21

26 patroon komt niet overeen met de verwachtingen en zou dus kunnen wijzen op een afzwakken van het trainingseffect gedurende de testfase. Stop Signaal Reactie Tijd Om het effect van de aangeboden prime op het inhiberen van een respons na te gaan werd tevens een repeated measures ANOVA uitgevoerd. Hierbij was de lengte van de SSRT de afhankelijke variabele en het soort prime de onafhankelijke variabele. Deze laatste is wederom de binnensubject variabele en bestaat dus uit drie niveaus (irrelevante primes, getrainde primes en ongetrainde primes). Bij deze analyse werd aan de sphericiteitassumptie voldaan, χ 2 (2)=3.46, p =.117, waardoor er geen correctie gebruikt wordt bij de bespreking van de resultaten. Het effect van de aangeboden prime op de SSRT komt niet overeen met onze verwachtingen. Dit effect is significant F(2,106) = 3.60, p <.05. We zien een grotere SSRT bij de getrainde primes (M = ms, p < 0.05) dan bij de irrelevante primes (M = ms, p <.05). De SRRT is het kleinst bij de ongetrainde primes (M= ms, p <.05). Ook bij deze analyse kan geredeneerd worden dat het effect van de trainingsfase afneemt naarmate de deelnemers langer aan de testfase werken. Ook hier werd een 3x2 repeated measures ANOVA uitgevoerd om het effect van deze helften op de SSRT na te gaan. Bij deze analyse werd niet voldaan aan de sphericiteit assumptie, χ 2 (2)=7.84, p<0.05. Om te liberale testen tegen te gaan werd de Greenhouse-Geisser correctie gebruikt bij het bepalen van de resultaten. De interactie tussen de helften en de aangeboden prime is niet significant, F<1, p=0.45. Het effect van de aangeboden prime op de SSRT wordt dus niet bepaald door de helft waaruit je de resultaten bekijkt. Ook hier is het dus niet relevant om de resultaten per helft verder te bespreken. 22

27 SSRT Irrelevante Primes Getrainde Primes Ongetrainde Primes Fig. 4: De gemiddelde stopsignaal reactietijd (SSRT) over de deelnemers heen. 23

28 Discussie Onderzoek omtrent alcoholgebruik, roken, diëten en depressie wijst op het belang van automatische stimulusevaluatie bij het bepalen van gedrag (zie De Houwer, Custers, & De Clercq, 2007; Houben & Wiers, 2008; Gollan et al., 2008; Wiers, Rinck, Kordts, Houben & Strack, 2009; Kemps, Tiggemann, Martin & Elliot, 2013). Een inhibitietraining lijkt hierbij een effectieve interventie om deze spontane evaluaties automatisch te kunnen inhiberen (Verbruggen & Logan, 2008; Houben, 2011, Houben et al., 2011). Deze studie wilde nagaan in welke mate zo n training inwerkt op het spontaan opwekken van de evaluatie zelf (proces 1) of op het effect van de opgewekte evaluatie op het gestelde gedrag (proces 2). In een pilootstudie ging Spruyt (2013) na of het trainen van de inhibitie ten opzichte van bepaalde woorden bepalend is voor de evaluatieve primingeffecten die deze woorden nog hebben in een daaropvolgende evaluatieve primingtaak (EPT; Fazio et al., 1986). Gedurende de inhibitietraining moesten de deelnemers aangeven of een bepaald woord positief of negatief was. Hierbij mochten ze niet antwoorden bij woorden die verwezen naar personen of dieren. Na deze training werd een EPT opgestart. Ook hier moesten de deelnemers de valentie van het targetwoord beoordelen. Echter, voorafgaand aan het targetwoord werd telkens een prime aangeboden. De getrainde primes waren de personen en dieren waarop men niet mocht reageren gedurende de inhibietraining. De ongetrainde primes waren woorden die ook naar personen en dieren verwezen maar niet aan bod kwamen bij de trainingsfase. Tenslotte werden er ook irrelevante primes aangeboden. Deze woorden verwezen niet naar personen of dieren en kwamen niet voor in de trainingsfase. Bij een EPT wordt verondersteld dat de spontane evaluatie (proces 1) van de prime het beoordelen van het targetwoord beïnvloed (proces 2). Dit wordt het EPE genoemd en werd door de onderzoeker in sterke mate teruggevonden bij irrelevante primes. Echter bij de getrainde primes was het EPE opvallend klein. Bij de ongetrainde primes zien we dat het EPE ergens tussen de twee vorige ligt. Hierbij rijst de vraag welk proces het wegvallen van het EPE bij de getrainde primes veroorzaakt. Het niet mogen reageren jegens bepaalde woorden in de trainingsfase kan er voor gezorgd hebben dat deze woorden niet meer spontaan 24

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Nieuwe methodes voor attitudemeting Laura Rosseel, Dirk Geeraerts, Dirk Speelman OG Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek Inleiding sinds de jaren 1960

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode HET METEN VAN IMPLICIETE ATTITUDES

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Tweede Examenperiode HET METEN VAN IMPLICIETE ATTITUDES Running head: HET METEN VAN IMPLICIETE ATTITUDES UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2012-2013 Tweede Examenperiode HET METEN VAN IMPLICIETE ATTITUDES Masterproef

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Koen Verschoor (0425435) Begeleider: Harm Veling Universiteit Utrecht, 3 juli 2009 Motivatie door agressie: De onbewuste koppeling van agressieve

Nadere informatie

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering Samenvatting In de loop van de laatste decennia zijn steeds meer wetenschappers ervan overtuigd geraakt dat angst een belangrijke cognitieve component omvat. Ze menen dat structurele afwijkingen in de

Nadere informatie

Automatische activering van affectief-motivationele gedragstendensen: Effecten van kenmerkspecifieke aandachtstoewijzing

Automatische activering van affectief-motivationele gedragstendensen: Effecten van kenmerkspecifieke aandachtstoewijzing Academiejaar 2013-2014 Eerste semester examenperiode Automatische activering van affectief-motivationele gedragstendensen: Effecten van kenmerkspecifieke aandachtstoewijzing Masterproef II neergelegd tot

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Question 6 Multiple Choice

Question 6 Multiple Choice Question 1 Multiple Choice Het onderzoek van Strack e.a. (1988) waarin mensen op verschillende manieren een pen vasthielden terwijl ze cartoons beoordeelden toont aan dat: Question 2 Multiple Choice mensen

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

From Outcomes to Actions: Fundamental Mechanisms in Reward Seeking A.J.B. Watson

From Outcomes to Actions: Fundamental Mechanisms in Reward Seeking A.J.B. Watson From Outcomes to Actions: Fundamental Mechanisms in Reward Seeking A.J.B. Watson De beloning die we ervaren als gevolg van gedrag zoals het nuttigen van voedsel, drinken van alcohol of het gebruiken van

Nadere informatie

Networks of Action Control S. Jahfari

Networks of Action Control S. Jahfari Networks of Action Control S. Jahfari . Networks of Action Control Sara Jahfari NEDERLANDSE SAMENVATTING Dagelijks stappen velen van ons op de fiets of in de auto, om in de drukke ochtendspits op weg te

Nadere informatie

Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid. In samenwerking met NORM Research & Consultancy

Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid. In samenwerking met NORM Research & Consultancy Verpakkingsvorm als cue voor gezondheid Resultaten van een studie naar de effecten op consumentengedrag In samenwerking met NORM Research & Consultancy Achtergrond Wanneer we denken aan gezondheid worden

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

WAT DOET HET ALS IK WEET WAT JIJ ZOEKT

WAT DOET HET ALS IK WEET WAT JIJ ZOEKT WAT DOET HET ALS IK WEET WAT JIJ ZOEKT DE INVLOED VOORKENNIS BIJ PROEFPERSONEN OMTRENT DE BEOOGDE EFFECTEN IN PSYCHOLOGISCHE EXPERIMENTEN Aantal woorden: 16 168 Sybren Sevenhant Studentennummer: 01204906

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Familie Thuis Eindtotaal

Familie Thuis Eindtotaal ALCOHOL IN SOAPS RESULTATEN SCREENING In de periode 3 oktober 28 oktober 2016 werden 20 afleveringen van soaps bekeken, 10 van Familie (VTM) en 10 van Thuis (Eén). Elke aflevering duurde ongeveer 35 en

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Stoppen met roken bij jongeren

Stoppen met roken bij jongeren Stoppen met roken bij jongeren Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en cognitieve bias modificatie VGCt Najaarscongres, 2013 Helle Larsen, PhD, Universiteit van Amsterdam, Adapt-lab, Yield H.Larsen@uva.nl

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen De invloed van emoties op de motivatie om te presteren: de effecten van affectieve valentie, actiebereidheid en context. Interne onderzoeksstage en thesis

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding. Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie

Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding. Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie Voeding in NL 95% eet onvoldoende groente 90-95% eet onvoldoende fruit 80%

Nadere informatie

Training van impulscontrole bij oudere bestuurders: Effecten op impulscontrole en rijvaardigheid

Training van impulscontrole bij oudere bestuurders: Effecten op impulscontrole en rijvaardigheid Training van impulscontrole bij oudere bestuurders: Effecten op impulscontrole en rijvaardigheid Ariane Cuenen Ellen M.M. Jongen Tom Brijs Kris Brijs Robert A.C. Ruiter Ramona Guerrieri Geert Wets Vlaams

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving

Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Het meten van luisterinspanning met cijfers in ruis

Het meten van luisterinspanning met cijfers in ruis Het meten van luisterinspanning met cijfers in ruis NvA-wintervergadering 27 januari 2012 Maaike van Doorn R. Houben, W.A. Dreschler Achtergrond Klinische praktijk Hoortoestelaanpassing Informatie van

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen. Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.

Nadere informatie

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES

ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ADOLESCENTEN MET CONTROLEVERLIES OVER ETEN: DE ROL VAN ZELFREGULATIE VLAAMS CONGRES

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

SAMENVATTING Schadelijk gebruik van alcohol staat wereldwijd in de top vijf van risicofactoren die tot ziekte, arbeidsongeschiktheid of overlijden kunnen leiden. Het alcoholgebruik is stabiel of neemt

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jamal, Mumtaz Title: Smoking and the course of anxiety and depression Issue Date:

Nadere informatie

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12 Westerman_v3.indd Westerman an_v3.indd v3.indd 111 111 18-07-2007 8-07-2007 13:01 13:01:1 :12 2 112 In de klinische praktijk en met name in de palliatieve geneeskunde wordt kwaliteit van leven als een

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) Pacingstrategieën tijdens inspanning in de hitte Bij het leveren van een langdurige inspanning in de hitte zal de prestatie vaak minder goed zijn ten opzichte van thermoneutrale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 173 174 De drijfveer tot beheersing: Hoe affect en motivatie cognitieve controle beïnvloeden Helpen emoties in een situatie die vraagt om mentale inspanning? Dat is de centrale vraag die dit proefschrift

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

MULTICOM 112. Gebruiksinstructies CD

MULTICOM 112. Gebruiksinstructies CD MULTICOM 112 Gebruiksinstructies CD Doelstelling Deze MULTICOM 112 CD - ROM heeft tot doelstelling het personeel van de hulpcentrales de mogelijkheid te geven een vreemde taal te herkennen (en de oproep

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen

Nadere informatie

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003

ANOVA in SPSS. Hugo Quené. opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 ANOVA in SPSS Hugo Quené hugo.quene@let.uu.nl opleiding Taalwetenschap Universiteit Utrecht Trans 10, 3512 JK Utrecht 12 maart 2003 1 vooraf In dit voorbeeld gebruik ik fictieve gegevens, ontleend aan

Nadere informatie

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch)

The Development of Personality and Problem Behaviour in Adolescence - J. Akse SAMENVATTING. (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Ontwikkeling van Persoonlijkheid en Probleemgedrag tijdens de Adolescentie Ieder individu is uniek. Echter, niemand is uniek genoeg om een persoonlijkheidstype te vormen

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie