Eco samenvatting H16 t/m H23
|
|
- Ivo Boender
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in een beleggingsobject in de hoop hier een financieel voordeel uit te halen (een nadeel is ook een reëel mogelijkheid) Vormen van beleggen: - door geld op een spaarrekening te zetten (meestal direct opeisbaar, laag risico, lage rente) - door effecten te kopen in de vorm van obligaties of aandelen o obligaties : leningen met vaste couponrente maar variabele marktwaarde (laag risico, lage rente maar kan meer worden mits goeie marktwaarde en eerder te verkopen, niet direct opeisbaar) o aandelen : deelnamen in een onderneming(nv of in uitzonderlijke gevallen bv s) met eigenvermogen (recht op deel behaalde winst ( Divident ), hoger risico, niet direct opeisbaar, waarde is beurs afhankelijk) Hoofdstuk 17: Het bruto binnenlands product Economische kringloop, een eenvoudige voorstelling van de geld- en goederenstroom tussen verschillende economische sectoren Productie, Het toevoegen van waarden aan een goed Intermediair verbruik, de inkomen die gedaan zijn om te kunnen produceren Toegevoegde waarde = omzet intermediair verbruik Interest, de beloning die je meerekent voor alle beschikbare kapitaalgoederen (machines, gebouw enz) Toegevoegde waarde is ook het totale inkomen, dit kunnen we ook berekenen door het loon van alle werknemers, de berekende winst en de interest bij elkaar op te tellen. Bruto binnenlands product = de totale productie door binnenlandse sectoren (de productie van overheid en ondernemingen binnen een jaar) Nationaal inkomen = het bedrag dat gedurende één jaar aan de bezitters van productiefactoren in een land is betaald De beloning van de productiefactoren is het primaire inkomen
2 Van toegevoegde waarde naar nationaal inkomen Het BBP is geen maatstaaf van welvaart, hiervoor moet je het BBP per hoofd van de bevolking hebben. (het BBP delen door aantal inwoners) Het BBP per hoofd is echter een gebrekkige maatstaaf voor welvaart, omdat alleen geregistreerde economische transacties meegerekend worden. Formele economie = Deel van economie met alleen geregistreerde officiële transacties Informele economie = Deel van economie dat bestaat uit een legaal en illegaal gedeelte - legale gedeelte = het grijze werk, ook wel doe-het-zelf-werk en huishoudelijk werk - illegale gedeelte = activiteiten die op zichzelf legaal zijn maar illegaal worden door bv. De belasting te ontduiken. Toegenomen productie brengt ook externe effecten met zich mee namelijk: - Positieve, beter geschoolde bevolking of goede gezondheidszorg. - Negatieve, bijvoorbeeld milieuvervuiling. Externe effecten maken dat productiegroei en welvaartsgroei verschillende zaken zijn.
3 Hoofdstuk 18: Nationale rekening De nationale rekeningen geven een boekhoudkundige weergave van alles wat er in de economie gebeurd. Het is een boekhoudkundige opstelling van de in een jaar gerealiseerde productie en inkomens. Kapitaalgoederen = goederen bestemd om te gebruiken bij productie, de aanschaf noemen we Investeren Investeringen hebben in de regel maar 2 redenen: 1. Vervanging versleten kapitaalgoederen (Vervangingsinvesteringen) 2. Uitbreiding van de productiecapaciteit (Uitbreidingsinvesteringen) Afschrijvingen = taxatie van de jaarlijkse slijtage van kapitaalgoederen samen met de waardevermindering Factorbeloningen = loon, huur, rente, pacht en winst door niet de volledige toegevoegde waarde te rekenen als factorbeloning maar de waarde afschrijving blijft er geld over om nieuwe vervangingsinvesteringen van kunnen worden gefinancierd. De overheid in de kringloop: Functies van de overheid zijn: - Voorziening van collectieve en quasi collectieve goederen - Verstrekken van inkomensoverdrachten (uitgave voor sociale zekerheid) Collectieve goederen zoals defensie en handhaving openbare orde kan alleen wanneer de overheid bestedingen doet. Overheidsbestedingen, zijn bijvoorbeeld papieren, bureaus en pc s maar ook ambtenaren. Overheidsuitgave: Inkomensoverdracht = uitgave voor sociale zekerheid (bijvoorbeeld: Huurtoeslag, bijstand) Export = het deel van goederen dat gevraagd word in het buitenland Import = het deel van goederen dat gevraagd word vanuit het buitenland door Nederlandse ondernemingen Netto export = het verschil tussen de uitvoer en de invoer van goederen en diensten en is positief als er meer export is dan import en negatief als er meer import is dan export
4 De complete nationale rekening: De complete economische kringloop:
5 Hoofdstuk 19: inkomensverdeling Primair inkomen Primair inkomensverdeling Secundair/besteedbaar inkomen Personele inkomensverdeling = de beloning voor het ter beschikking stellen van Productiefactoren (Voorbeeld: loon, huur, rente, pacht en winst) = de verdeling van de primaire inkomens over de inkomsten trekkers = het primair inkomen verminderd met de loon, inkomen belasting En vermeerderd met inkomensoverdrachten = de verdeling van de inkomens over de individuele inkomenstrekkers Werkwijze maken Lorenzcurve: 1. Rangschik alle inkomenstrekkers van laag naar hoog 2. Verdeel de totale groep in tien even grote groepen elke groep is een deciel 3. Bepaal het aandeel van ieder deciel in het totale inkomen 4. Tel de aandelen van de verschillende decielen bij elkaar op, geeft het gecumuleerde inkomensaandeel 5. Teken de gecumuleerde inkomensaandelen in een grafiek Inkomensnivellering = het verminderen van de relatieve inkomensverschillen Inkomensdenivellering = het toenemen van de relatieve inkomensverschillen Belastingen = een gedwongen afdracht aan de overheid, zonder dat daar in het individuele geval aanwijsbare tegenprestaties tegenover staan. Progressieve belastingstelsels hebben een nivellerende werking op de inkomensverdeling Belasting zorgt in eerste instantie om zo efficiënt mogelijk middelen voor overheidsuitgave bij elkaar te krijgen. Word er bij een nieuwe of wijziging in belasting vaak ook gekeken naar hoe dit de inkomensverdeling in een land beïnvloed. Het moet niet overschat worden want ook andere maatregelen (zoals scholing) kunnen een nivellerende werking hebben op de inkomensverdeling. Via de belasting word ook het koopgedrag van belastingbetalers gestuurd. Belangrijkste inkomsten overheid zijn de loon- en inkomstenbelasting. We onderscheiden twee groepen van elkaar als je kijkt naar soorten belastingen namelijk: 1. Kostprijsverhogende belasting (bv. BTW en verschillende accijnzen) 2. Belasting op het inkomen, winst en vermogen (de loon- en inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting) Kostprijsverhogende belasting zorgt dat de koopkracht van een consument minder word en treft mensen met een laag inkomen harder dan mensen met een hoog inkomen. Dat de koopkracht word aangetast hoeft geen argument te zijn tegen deze belasting aangezien de overheid hier weer collectieve goederen en inkomensverdelingen van financiert. Deze belasting heeft een denivellerend effect. Iedereen die inkomen geniet betaalt loonbelasting. De loonheffing word direct door de werkgever ingehouden en aan de fiscus afgedragen. Zelfstandige betalen deze belasting over de winst. Als bv of nv betaal je ook nog vennootschapsbelasting. Over rente op vermogen word ook inkomstenbelasting betaald. LET OP: Loonheffing = bestaat uit loonbelasting en sociale premies (bv AOW) Verschillende belastingstelsels: - Schijvenstelsel - vlaktaks
6 Eigenwoningforfait = een bedrag wat via een taxatie van eigenwoning en percentage word berekend en bij het primaire inkomen word opgeteld Aftrekposten = Zijn bedragen die je van je belastbare inkomen mag aftrekken (bv, hypotheekrente en OV) Heffingskorting = Korting op de totaal te betalen belasting er is een standaard en daarnaast nog individuele kortingen zoals alleenstaande oudere korting en arbeidskorting Progressieve belasting = wanneer er meer belasting moet worden betaald naarmate het inkomen stijgt Belasting druk = het gemiddelde percentage te betalen belasting over het inkomen. Marginale druk = de druk in een percentage wat over de bovenste schijf dus op de top word betaald. Vlaktaks = vorm van belasting waarbij het tarief onafhankelijk is van de hoogte van het inkomen. Het marginale belastingtarief bij vlaktaks geeft aan hoeveel belasting betaald moet worden per verdiende euro het word dan ook wel het proportioneel tarief genoemd. Hoofdstuk 20: Wat is economische groei Bruto binnenlands product is geen directe indicator voor algemene groei economie om volgende redenen: - kan ook stijgen door een stijging in gemiddelde prijspijl - moet gecorrigeerd worden naar het reëel BBP door inflatie mee te rekenen - moet ook gecorrigeerd worden op een bevolkingsgroei zie boek blz. 92 voor berekeningen economische groei = als op de lange termijn het reëel BBP per hoofd toeneemt economische groei kent 3 vormen: 1. toevallig 2. incidenteel 3. conjunctuurverschijnselen We spreken ook wel van trendmatige groei, dat is de gemiddelde groei gedurende een langere periode. Een toename van productie per hoofd kan alleen wanneer de productie groei hoger is dan de bevolkingsgroei. Een toename in de productie per hoofd zorgt voor een hogere productiviteit in een land en kan leiden tot economische groei. Ook investeren in mensen in de vorm van scholing werkt bevorderend. Bedrijven kunnen ook investeren in kapitaalgoederen om zo hun productiviteit omhoog te schroeven. Vaak zorgen nieuwe technologieën voor een hogere kwaliteit en kwantiteit ( Arbeidsproductiviteit ) en op de lange termijn voor een groter (reëel) inkomen van de werknemers. En dus een hoger reëel BBP per hoofd. Natuurlijke hulpbronnen kunnen ook zorgen voor economische groei maar meer land wil niet direct zeggen dat er een hogere productie is. Het bezit van natuurlijke rijkdommen is geen noodzakelijke voorwaarde voor groei. Succes in internationale handel helpt daar in tegen wel door goeie kwaliteit arbeid te leveren word dit vaak bevorderd. Arbeidsproductiviteit = de waarde van de productie per werkende per tijdseenheid Productie per periode = arbeidsproductiviteit x aantal werkende Arbeidsproductiviteit kan ook de vraag beantwoorden of een werknemer duur is. Loonkosten per eenheid product = gemiddeld loon / arbeidsproductiviteit Categoriale inkomensverdeling = de verdeling van het in de onderneming gevormde inkomen over de productiefactoren arbeid, kapitaal, natuur en ondernemersactiviteit. Arbeidsinkomensquote = het totale arbeidsinkomen in ondernemingen als percentage van de door ondernemingen toegevoegde waarde. Restquote = het percentage dat overblijft naast de arbeidsinkomensquote om totaal 100% te krijgen.
7 Arbeidsinkomen = het looninkomen vermeerderd met het zelfstandig toegerekende inkomen. Divergentie = economisch uit elkaar groeien van landen Convergentie = economisch naar elkaar toe groeien van landen
8 Hoofdstuk 21: conjunctuur 21.1 schommeling van de productie gebruikelijke maatstaf om productieomvang te meten is het bruto binnenlands product (bbp) BBP is gezamenlijke productie binnen een land bij groei van BBP wordt onderscheid gemaakt tussen - nominaal groei = toename BBP in euro's - reële groei = toename in hoeveelheid geproduceerde goederen (volumetoename) berekening reële groei doen we door deze te corrigeren met de inflatie stel de nominale groei is 3% en gemiddelde prijsniveau stijgt ook met 3% dan is er geen reële groei. De productie neemt dan alleen toe in euro's niet in hoeveelheid. index reëel bbp = index nominaal BBP index algemeen prijspeil x 100 een toename van het reëel BBP wordt ook wel een toename in het volume van het BBP genoemd onder conjunctuur verstaan we de schommeling in de groei van het reële bruto BBP Hoogconjunctuur laagconjunctuur recessie depressie = periode waarin het reëel BBP sneller groeit dan gemiddeld = periode waarin het reëel BBP minder snel dan gemiddeld groeit = wanneer het reëel BBP meer dan 2 kwartalen minder dan gemiddeld groeit = wanneer er extreme depressie is 21.2 inflatie inflatie = stijging van het algemene prijspeil (stijging van het CPI) deflatie = daling van het algemene prijspeil (daling van het CPI) indexcijfers = percentage als 100 tal schrijven 14.3% is dan dus om te berekenen wat de verandering van het algemeen prijspeil is maken we een budget onderzoek: Productgroep gewicht in 2008 voeding 20% Woning 30% kleding en schoeisel 5% ontspanning 25% overige uitgave 20% totaal 100% vervolgens doe je een 2de budgetonderzoek in 2011 ten opzichte van 2008
9 Productgroep prijsindex in 2011 (2008 = 100) voeding 115 woning 107 kleding en schoeisel 95 ontspanning 105 overige uitgave 102 Consumentenprijsindex (CPI) van ,5 CPI 2011= x x x x x102 = 106, 5 waardevast = wanneer een wanneer de koopkracht gelijk blijft welvaartsvast = als de koopkracht van het pensioen even hard stijgt als het gemiddelde loon in het bedrijfsleven 21.3 conjunctuurindicatoren conjunctuurindicator = een indicator die aanwijzingen voor de fase waarin een conjuncturele ontwikkeling van een land zich bevindt. werkloos = wanneer je geen betaalde baan hebt maar er wel naar op zoek bent. werkloze beroepsbevolking werkloosheidspercentage= beroepsbevolking x100% Beroepsbevolking = personen tussen de 15 en 64 jaar die minstens 12 uur per week werken of willen werken werkgelegenheid = hoeveelheid bezette banen + hoeveelheid openstaande vacatures Wanneer het reëel BBP relatief snel stijgt dan is er in verhouding vaak veel vraag naar personeel en is er weinig werkloosheid. tegelijkertijd zal het vervullen van banen dan moeilijker zijn. Consumentenvertrouwen = de mate waarin consumenten bereid zijn duurzame consumptie goederen te kopen (wasmachines, tv's, etc.) gezien hun huidige financiële situatie en verwachte economische ontwikkelingen. producentenvertrouwen = de mate waarin ondernemers bereid zijn te investeren gezien hun kijk op de verwachte economische ontwikkelingen en eigen order positie. aantal uitzenduren = het aantal uren dat ondernemingen gebruik maken van uitzendkrachten dit word ook gebruikt om de conjuncturele ontwikkeling te voorspellen.
10 conjuncturele schommelingen hebben vooral te maken met consumenten en producentenvertrouwen Hoofdstuk 22: een macro-economisch model 22.1: de macro-economische vraag Macro-economische vraag bestaat uit de volgende onderdelen: - de consumptieve bestedingen - (netto) investeringen - overheidsbestedingen - netto-export de macro-economische vraag hangt af van het algemene prijspeil. gevolgen stijging algemeen prijspeil binnen een land (inflatie binnen een land) 1. consumenten budget korte termijn wordt reëel minder waard (koopkracht daalt) 2. ondernemingsbudget wordt reëel minder waard 3. export wordt vanuit het buitenland minder aantrekkelijk 4. import producten worden naar verhouding goedkoper 5. als je 3 en 4 samen ziet kun je concluderen dat de netto-export afneemt in het algemeen is er een omgekeerd evenredig verband tussen het algemeen prijspeil en de macro-economische vraag. dit verband zien we in de curve hieronder.
11 verschuivingen van de macro-economische vraagcurve worden veroorzaakt door: 1. een afname van het consumentenvertrouwen kan zorgen voor een verschuiving naar links. omdat bij elke hoogte van het algemeen prijspeil mensen minder producten zullen aanschaffen. 2. producentenvertrouwen speelt ook een rol. hebben ondernemers een positieve vooruitblik op de toekomst zorgt voor meer investeringen en dus een grotere vraag onafhankelijk van het algemeen prijspeil de curve verschuift dan naar rechts. MAAR denken ondernemers dat het einde van een periode met hoogconjunctuur voorbij is investeren ze minder bij elk prijspeil en verschuift de curve naar links. 3. de overheid kan de macro-economische vraag ook beïnvloeden door middel van belastingen wordt het duurder verschuift de lijn naar links wordt het goedkoper schuift de lijn naar rechts. 4. een afzwakking van economische groei in Amerika kan zorgen voor minder import in Amerika waardoor de netto-export in Nederland kan dalen en daardoor zal de macro-economische vraag curve van Nederland naar links schuiven. 22.2: het macro-economische aanbod het macro-economische aanbod is de totale hoeveelheid producten die bedrijven willen produceren en verkopen. macro-economische aanbod op de korte termijn. op korte termijn ligt de prijs vast. Het algemeen prijspeil verandert immers niet op korte termijn dus het kan ook niet echt anders. TENZIJ er een plotselinge verandering is van kosten bijvoorbeeld de olieprijzen stijgen dan stijgt de lijn daalt de prijs dan daalt de lijn. De macro-economische aanbodcurve loopt op de korte termijn dus horizontaal. macro-economische aanbod op de lange termijn is het aanbod afhankelijk van veel verschillende factoren maar niet van het algemene prijspeil. Wel is deze afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van de producten. De macro-economische aanbodcurve loopt op de lange termijn dus verticaal.
12 Hoofdstuk 23: de invloed van het geld 23.1: geldhoeveelheid en inflatie omloopsnelheid van het geld = het aantal keren dat een euro in een jaar van eigenaar veranderd de verkeersvergelijking = M x V = P x T - M = de maatschappelijke geldhoeveelheid (money) - V = de omloopsnelheid van het geld (velocity) - P = het algemeen prijspeil - T = het aantal transacties De omloopsnelheid is op de korte termijn redelijk constant dus 1 op de korte termijn zorgt geldschepping niet per definitie voor inflatie op lange termijn wel 23.2: Centrale banken, rente en inflatie stijgt de maatschappelijke geldhoeveelheid te snel dan verhoogt het europees stelsel van centrale banken (ECB) de rente dit zorgt ervoor dat de Nederlandse bank zijn rente tegen Algemene banken verhoogt dit zorgt voor minder consumenten leningen en dus minder geldschepping. 23.3: internationaal geld wisselkoers = de prijs van een een valuta uitgedrukt in een andere valuta - appreciatie = de waardestijging van een valuta ten opzicht van een andere valuta - depreciatie = de waardedaling van een valuta ten opzicht van een ander valuta
- door geld op een spaarrekening te zetten (meestal direct opeisbaar, laag risico, lage rente)
Samenvatting door een scholier 2461 woorden 12 maart 2017 4,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieHet primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.
Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk
Samenvatting Economie Hoofdstuk 21 22 23 Samenvatting door E. 2523 woorden 12 juli 2013 5,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 21 22 23 Havo 4 en 5 Hoofdstuk 21: Conjuctuur
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur
Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieDé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.
Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /04
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatie4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.
Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieBoek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen
Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 twee van de volgende voorbeelden
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatie1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?
Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatieArbeid = arbeiders = mensen
Vraag van en aanbod naar arbeid Arbeid = arbeiders = mensen De vraag naar mensen = werkenden Het aanbod van mensen = beroepsbevolking Participatiegraad Beroepsbevolking / beroepsgeschikte bevolking * 100%
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 1 Hoe verdelen we de zorgkosten? 1 maximumscore 2 Stel het bbp op 100 en het totaal van de zorgkosten op 9 9 1,035 24 = 9 2,283328 = 20,55 1 100 1,0132 24 = 136,99 20,55 136,99 100% = 15% (en dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Conjunctuur en economische beleid
Samenvatting Economie Conjunctuur en economische beleid Samenvatting door Marise 1679 woorden 6 maart 2017 6,7 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Conjunctuur en economisch
Nadere informatieDomein Welvaart en Groei
Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging
Nadere informatieIedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.
Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieProeftoets Economische Bedrijfsomgeving
Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24
Samenvatting Economie Hoofdstuk 23 en 24 Samenvatting door een scholier 1361 woorden 23 mei 2003 8,3 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting Economie Hoofdstuk 23: Productiefactoren
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 salaris: 122.000 175 = 86.437
Nadere informatieHet rendement van een belegging is de opbrengst uitgedrukt in procenten van het belegde bedrag.
Samenvatting door een scholier 1412 woorden 18 juli 2015 6,7 33 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO De klassieken Keynes Lange termijn/geen termijn Korte termijn Prijsmechanisme: vraag en aanbod
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieMeso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke
Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieEindexamen vwo economie I
Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing
Nadere informatieVerboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding
Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik
Nadere informatiePraktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90
Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatieEconomie. Boekje Verdienen & Uitgeven Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Verdienen & Uitgeven Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 samengevat 2 h2 samengevat 2 & 3 h3 samengevat 4 h4 samengevat 5 h5 samengevat 6,7 & 8 wat
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatieMacro-economie examenvragen
Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?
Paragraaf 1: Het nationaal inkomen Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij? Voor iedere productiefactor die gezinnen ter beschikking stellen, krijgen ze een beloning. In het schema kun
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;
Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2007-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatie