Jaarverslag 2011 Lokale Ombudscommissie Ede

Transcriptie

1 Jaarverslag 2011 Lokale Ombudscommissie Ede Ede, maart 2012

2 Inleiding Dit verslag verantwoordt aan de gemeenteraad de werkzaamheden en bevindingen van de Lokale Ombudscommissie Ede over het jaar Daarmee wordt de gemeenteraad in staat gesteld inhoud te geven aan haar taak als controlerend orgaan voor de kwaliteit van de klachtenafhandeling. Plaats van de Lokale Ombudscommissie Als burgers menen dat zij niet behoorlijk behandeld zijn door een bestuursorgaan of medewerkers van de gemeente kunnen zij een klacht indienen. Deze wordt in eerste instantie behandeld door een klachtbehandelaar van de gemeente Ede. Veelal vindt onder leiding van deze klachtbehandelaar tussen beiden een gesprek plaats om het probleem toe te lichten en zo mogelijk op te lossen. Mocht een burger het niet eens zijn met de beslissing of hij is ontevreden met de manier waarop zijn klacht in eerste instantie is afgehandeld, dan staat voor hem de weg naar de Lokale Ombudscommissie open. De Ombudscommissie behandelt klachten van burgers in tweede instantie. Het is een onafhankelijke commissie die in tweede instantie beoordeelt of de gemeente zich jegens de burger behoorlijk gedragen heeft. Werkwijze van de Lokale Ombudscommissie Een burger richt zijn aan de Lokale Ombudscommissie en stuurt deze naar het gemeentelijk aanspreekpunt van de commissie. Deze overlegt met de commissieleden of het ontvankelijk is en behandeld kan worden. Zo nee, dan wordt dat aan er gemotiveerd bericht; zo ja, dan wordt het in behandeling genomen. De commissie besluit dan meestal tot het houden van een hoorzitting waarop zowel de er als de wederpartij worden uitgenodigd om informatie te geven. Het uiteindelijke oordeel van de commissie wordt neergelegd in een rapport dat zowel aan er als aan de wederpartij gestuurd wordt, tevens ontvangt het bestuursorgaan een rapport. Als de commissie van oordeel is dat er sprake is van een onbehoorlijke gedraging wordt tevens aangegeven welk vereiste van behoorlijkheid geschonden is. De commissie kan aan het bestuursorgaan een aanbeveling doen. Samenstelling Lokale Ombudscommissie Ede in 2011 De commissie was in de verslagperiode als volgt samengesteld: - mevrouw drs. E. Baas, voorzitter tot juli mevrouw mr. A. Kraag, plaatsvervangend voorzitter - mevrouw dr. E. van Leer, secretaris - drs. F. Kasteelen, lid - mevrouw drs. M.A.M. Steenkamer, lid Op 15 april 2011 heeft mevrouw Baas om privéredenen de gemeenteraad verzocht haar met ingang van 1 juli 2011 tussentijds te ontheffen van haar functie van voorzitter van de Lokale Ombudscommissie Ede. De raad heeft op 23 juni 2011 besloten mevrouw Baas overeenkomstig haar ontslag te verlenen. Om diverse redenen heeft de raad er voor gekozen om tussentijds geen nieuwe voorzitter aan te wijzen. Eén van die redenen vormde de omstandigheid dat de benoemingstermijn van de voltallige commissie op 31 december 2011 zou aflopen. Met een externe wervingsprocedure zou de nodige tijd heengaan en de benoemingstermijn voor de mogelijk 2

3 nieuw te benoemen voorzitter zou dan niet in de pas lopen met die van de overige commissieleden. Met het oog op de afloop van deze benoemingstermijn hebben verschillende evaluaties van het functioneren van de Ombudscommissie plaatsgevonden. De gemeente heeft opdracht gegeven voor het uitvoeren van een onderzoek naar het functioneren van de Ombudscommissie, maar de leden van de Ombudscommissie hebben zelf ook een evaluatie uitgevoerd. De resultaten van deze evaluaties zijn aan de raad voorgelegd om aan de hand daarvan een keuze te kunnen maken voor de meest passende vorm van externe klachtvoorziening in de toekomst. De raad heeft vooralsnog besloten voor de duur van twee jaar de klachtvoorziening door de Ombudscommissie te behouden, om dan opnieuw te evalueren. Verslag activiteiten 2011 Ook dit keer zijn de en die in het verslagjaar bij de Ombudscommissie zijn binnen gekomen in een schema weergegeven. Zie daarvoor de bijlage bij dit jaarverslag. Zo ontving de commissie in 2011 in totaal 9 en. Vier van die en waren aanvankelijk gericht aan de Nationale. Als een daar binnenkomt en het blijkt dat een gemeente niet is aangesloten bij de Nationale maar een eigen ombudsvoorziening heeft, stuurt de Nationale het door aan de bevoegde ombudsvoorziening met de vraag de behandeling daarvan over te nemen. Van de 9 ontvangen en zijn er vervolgens 4 doorgestuurd naar de bevoegde interne klachtbehandelaar van de gemeente. Die klachten waren nog niet eerder ter kennis van de gemeente gebracht, zodat de gemeente niet in de gelegenheid was geweest daarop te reageren (het zogenaamde kenbaarheidsvereiste). De commissie was op dat moment nog niet bevoegd zich over de klacht te buigen. Twee ers hebben hun om hun moverende redenen ingetrokken. De overige 3 en hebben niet geleid tot een inhoudelijke beoordeling door de commissie van de gewraakte gedragingen van de gemeente. In twee gevallen ging het om een besluit, waartegen de er bezwaar had gemaakt, waarop het bevoegde gemeentelijke bestuursorgaan een beslissing had genomen. Hoewel de ers tegen die beslissing op hun bezwaar beroep hadden kunnen indienen bij de bestuursrechter, hebben zij van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Volgens artikel 9:23, aanhef en onder f, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de commissie in zo n geval niet verplicht een onderzoek in te stellen of voort te zetten. De commissie heeft als vaste gedragslijn om in zo n geval geen onderzoek in te stellen. Het gaat dan om een onherroepelijk besluit, waaraan een onderzoek van de commissie niets meer kan veranderen. Het derde betrof de inhoud van de Verordening forensenbelasting 2011 en de Verordening rioolheffing 2011 en het beleid van burgemeester en wethouders met betrekking tot de uitvoering van deze verordeningen. De commissie is op grond van artikel 9:22 aanhef en onder a. en b. Awb niet bevoegd een onderzoek in te stellen naar algemeen beleid en algemeen verbindende voorschriften. Voor zover het betrekking had op aan er opgelegde aanslagen forensenbelasting en rioolheffing, heeft de commissie nog overwogen, dat tegen die aanslagen de mogelijkheid van bezwaar en beroep openstaat. Dat betekent dat de commissie op grond van de artikelen 9:22 en 9:23 Awb niet bevoegd en/of verplicht is het te behandelen. Hoewel de Ombudscommissie in de verslagperiode niet voor een hoorzitting bijeen is geweest, hebben de commissieleden per en telefoon overleg gevoerd over de en. Conclusie Ook in dit verslagjaar heeft de burger weer gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via de Lokale Ombudscommissie zijn ongenoegen kenbaar te maken, zij het in mindere mate dan in Gelukkig kan in veel gevallen het probleem lager in de gemeentelijke organisatie opgelost worden. Pas als dat niet goed verloopt, komt de Ombudscommissie in beeld. Het werk van de commissie is voor de burger de laatste plek waar hij zijn klacht kenbaar kan maken. 3

4 Bijlage bij Jaarverslag 2011 Lokale Ombudscommissie Ede 1.Verzoekschriften die de LOE niet in behandeling heeft genomen, omdat zij niet bevoegd is daarover te oordelen, en heeft doorgezonden aan de bevoegde klachtbehandelaar Datum Ontvangen Onderwerp Bevoegde klachtbehandelaar Via Nationale Weigering schuldhulp te verlenen gemeente Ede: directeur sector Publiekszaken 2. telefonisch Bejegening gemeente Ede: directeur sector Ruimtelijke Via Nationale Via Nationale Loonbeslag wegens uitkeringsfraude Weigering verstrekken voorschot en/of uitkering Ontwikkeling en Beheer gemeente Ede: consulent kwaliteitszorg hoofdafdeling Werk, Inkomen en Zorg gemeente Ede: consulent kwaliteitszorg hoofdafdeling Werk, Inkomen en Zorg 2. Verzoekschriften die LOE in 2011 heeft behandeld Datum / Ontvangen Onderwerp Conclusie niet ontvangen/ Fouten bij het verlenen van een bouwvergunning Grondslag heffing van forensenbelasting voor recreatiewoning met eigen grond in vergelijking met heffing voor recreatiewoning op gehuurde grond - Berekeningsmethodiek van de aanslag rioolbelasting Commissie niet verplicht onderzoek in te stellen: tegen de gedraging had beroep kunnen worden 1. Commissie niet bevoegd een onderzoek in te stellen naar algemeen beleid en algemeen verbindende voorschriften; 2. commissie niet verplicht onderzoek in te stellen tegen een gedraging waartegen bezwaar had kunnen worden gemaakt/waartegen beroep had kunnen worden Via Nationale Ten onrechte naheffingsaanslag (parkeerboete) opgelegd; betaalautomaat defect Commissie niet verplicht onderzoek in te stellen: tegen de gedraging had beroep kunnen worden 1 Volgens artikel 9:23 Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de commissie in een aantal gevallen niet verplicht een onderzoek in te stellen of voort te zetten. Dat is onder meer het geval wanneer het betrekking heeft op een gedraging waartegen de er bezwaar had kunnen maken of beroep bij de bestuursrechter had kunnen instellen. De commissie heeft als vaste gedragslijn om in zo n situatie geen onderzoek in te stellen naar de inhoud van dat besluit. Het gaat dan om een onherroepelijk besluit, waaraan een onderzoek van de commissie niets meer kan veranderen. Wanneer het de behoorlijkheid van een gedraging betreft, stelt de commissie wel een onderzoek naar die gedraging in. 4

5 3. Ingetrokken schriften Datum Ontvangen Via gemeente Ede Onderwerp Verzoek om vergoeding schade veroorzaakt door huisuitzetting 2. telefonisch Gedragingen medewerkers schuldhulpverlening 5