Het effect van een positief sociaal netwerk op de relatie tussen de klinische factoren van de. HKT-r en recidive bij voormalig terbeschikkinggestelden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het effect van een positief sociaal netwerk op de relatie tussen de klinische factoren van de. HKT-r en recidive bij voormalig terbeschikkinggestelden"

Transcriptie

1 Running head: EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 1 Het effect van een positief sociaal netwerk op de relatie tussen de klinische factoren van de HKT-r en recidive bij voormalig terbeschikkinggestelden Nina A.S. Sabbatino Universiteit van Tilburg Nina A.S. Sabbatino, , Eerste begeleider: Drs. Mirthe G.C. Noteborn, tweede begeleider: Stefan Bogaerts

2 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 2 Samenvatting Sinds enkele jaren is er toenemende aandacht voor de positieve invloed van sociale steun bij de integratie van delinquenten. Verschillende onderzoeken vonden dat het hebben van een positief sociaal netwerk, delinquenten bescherming biedt tegen het terugvallen in crimineel gedrag. Deze studie heeft getracht te onderzoeken of het hebben van een positief sociaal netwerk, een bufferend effect heeft op de relatie tussen de klinische risicofactoren en het recidiveren van voormalig terbeschikkinggestelden (vijf jaar na ontslag uit de kliniek). De data is verzameld door afname van de Historische Klinische en Toekomstige-revisie (HKT-r) bij alle mannen en vrouwen die tbs met een dwangmaatregel opgelegd hadden gekregen en die tussen 2004 en 2008 onvoorwaardelijk ontslagen werden. Er werd geen ondersteuning gevonden voor een voorspellende waarde van het Klinische domein en haar indicatoren op de kans op recidive na vijf jaar. Eveneens werd geen ondersteuning gevonden voor een modererend effect van sociale steun op de relatie tussen het Klinische domein (en haar aparte klinische indicatoren) en recidive na vijf jaar. Het Historische domein bleek de beste voorspeller voor recidive (vijf jaar na ontslag uit de kliniek). Dit resultaat wordt door eerder onderzoek ondersteunt. Het meest verassende resultaat was, dat het hebben van een negatief sociaal netwerk de kans op recidive na vijf jaar verkleinde. Verklaringen voor deze bevinding, beperkingen van het onderzoek en ideeën voor verder onderzoek worden besproken. Sleutelwoorden: sociale steun, HKT-r, risicofactoren, recidive

3 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 3 abstract Recently researchers have been interested in the positive influence of social support on the integration process of former delinquents. Several studies found that having a positive social network protects former delinquents from reoffending. This study aimed to investigate: if having a positive social network has a buffering effect on the influence on the clinical risk factors of the delinquent s likelihood of reoffending within five years after discharge. The data has been collected using the Historical Clinical and Future Revision (HKT-R), a risk assessment instrument. Analysing all patients who were committed to a forensic psychiatric facility and have been unconditionally discharged between 2004 and This study found no predictive value for the Clinical domain or the separate clinical indicators with regards to reoffending after five years. Furthermore no evidence was found, supporting the idea of a buffering effect of social network on the relationship between the Clinical domain (or the separate clinical indicators) and recidivism after five years. The results show that the Historical domain is the best predictor for reoffending within five years after release. This finding is supported by previous research. The most surprising result however, was that having a negative social network diminished the chance of reoffending after 5 years. Several explanations for this finding, limitations of this study and suggestions for further research are discussed. Keywords: social support, HKT-r, risk factors, recidivism

4 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 4 Het Effect van een Positief Sociaal Netwerk op de Relatie Tussen de Klinische Factoren van de HKT-r en Recidive bij Voormalig Terbeschikkinggestelden Wanneer men in Nederland te maken krijgt met een delinquent met een psychiatrische en/of psychische stoornis, die een zwaar misdrijf heeft gepleegd, kan er een maatregel terbeschikkingstelling (tbs) opgelegd worden (Boonmann, Wartna, Bregman, Schapers, & Beijersbergen, 2015; van Vliet, 2001). Aan de oplegging van deze maatregel zijn een aantal eisen verbonden. Ten eerste moet er sprake zijn van een mentale stoornis en deze stoornis moet van invloed zijn geweest tijdens het delict, waardoor de verdachte in meer of mindere mate ontoerekeningsvatbaar was. Ten tweede moet het misdrijf dusdanig ernstig zijn dat er normaliter een strafdreiging van minstens vier jaar voor staat. Ten slotte moet de verdachte een gevaar vormen voor anderen of de eigendommen van anderen en moet er een verhoogde kans op recidive zijn, dit wil zeggen een herhaling van het delict. (van Vliet, 2001). Deze eisen staan beschreven in artikel 37 van het wetboek van strafrecht (2009). De tbs-maatregel heeft twee functies; het beschermen van de maatschappij door opsluiting van de delinquent en het verkleinen van de kans op recidive. Door de delinquent een behandeling te bieden die gericht is op het bewerkstelligen van psychologische en gedragsmatige veranderingen die het recidiverisico kunnen verlagen (van Vliet, 2001). Kenmerken of omstandigheden die mogelijk kunnen bijdragen aan het plegen van een delict worden riscofactoren genoemd. Anders gezegd, risicofactoren zijn persoonlijke- of omgevingselementen die de kans op herhaling van het delict gedrag vergroten (Hanson, & Harris, 2001). Er wordt onderscheid gemaakt tussen statische- en dynamische risicofactoren. Statische risicofactoren zijn vaststaande gegevens die niet beïnvloed kunnen worden door een behandeling, zoals de justitiële voorgeschiedenis, etniciteit of de leeftijd waarop het eerste delict gepleegd wordt (Bouman, de Ruiter, & Schene, 2010; van der Put et al., 2011).

5 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 5 Onder dynamische risicofactoren, worden beïnvloedbare factoren verstaan die samenhangen met een verhoogd recidiverisico. Dit zijn de factoren waarbij er door middel van een therapeutische of medicamenteuze behandeling getracht wordt om deze dusdanig te veranderen, waardoor het recidiverisico daalt (Bouma et al., 2010). Binnen de verschillende dynamische risicofactoren wordt er eveneens onderscheid gemaakt tussen acute en stabiele risicofactoren (van Domburgh, de Ruiter, & Doreleijers, 2004). Acute dynamische risicofactoren betreffen plotseling veranderende, kortdurende momenten zoals bijvoorbeeld een woedeaanval. Acute dynamische risicofactoren hebben slechts een beperkte voorspellende waarde voor recidiverisico (Hanson, & Harris, 2001). In tegenstelling tot acute dynamische risicofactoren zijn stabiele dynamische risicofactoren juist wel beïnvloedbare factoren op de langere termijn. Voorbeelden zijn verslaving, werkeloosheid, het hebben van een persoonlijkheidsstoornis en/of antisociale gedragingen en impulsiviteit (Hanson, & Harris, 2001; Bouman et al., 2010). Voor het in kaart brengen van deze risicofactoren en de inschatting van recidivegevaar, wordt er een risicotaxatie gedaan. Dat wil zeggen; een inschatting, aan de hand van verschillende risico- en beschermende factoren, van de kans dat men wederom een delict pleegt, met anderen woorden recidiveert (Duits, 2010). Grofweg wordt er onderscheid gemaakt tussen drie soorten risicotaxaties: (1) de ongestructureerde klinische methode, (2) de zuiver empirische of actuariële methode en (3) het gestructureerde professionele oordeel (de Ruiter, 2008). In het verleden werd voor de risicotaxatie afgegaan op het ongestructureerde klinisch oordeel van een psycholoog en/of psychiater. Dit leidde echter tot een gebrek aan verantwoording en transparantie en tevens tot onnauwkeurige resultaten (Lammers, 2007). Statistisch gezien is dit ongestructureerde klinisch oordeel de zwakste methode met een lage inter-beoordelaar betrouwbaarheid. Twee verschillende beoordelaars komen vaak niet tot hetzelfde oordeel (de Ruiter, 2008). Tevens is

6 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 6 de voorspellende waarde van deze methode laag tot onbestaand (Lammers, 2007; de Ruiter, 2008). De objectieve actuariële risicotaxatie methode staat lijnrecht tegenover de ongestructureerde klinische methode. Actuariële instrumenten zijn gebaseerd op risicofactoren die empirisch gerelateerd zijn aan (seksueel) agressief gedrag en bevatten meestal alleen statische, historische risicofactoren, zoals leeftijd bij eerste veroordeling of geslacht (de Vogel, 2005; de Ruiter, 2008). De items binnen deze groep van instrumenten worden gewogen en gescoord via een vast algoritme, waar een vaststaande conclusie over het recidive risico uit voort komt. Hoewel deze instrumenten methodologisch gezien zeer adequaat zijn, zijn deze, door het gebruik van vaak loutere zogenaamde statische risicofactoren, niet geschikt voor het gebruik in een behandelcontext. In deze context is het doel immers, het verlagen van het recidive risico door het beïnvloeden van dynamische risicofactoren (de Ruiter, 2008). De derde methode, het gestructureerd professionele oordeel (GPO) is gebaseerd op de kritiek van de ongestructureerde klinische methode en de actuariële methode en is tevens een integratie van de twee (de Ruiter, 2008; de Vogel, 2005). Met behulp van deze GPOinstrumenten, waar het in het huidig onderzoek gebruikte Historische, Klinische Toekomstige-revisie instrument (HKT-r) ook onder valt, worden empirische en klinische kennis geïntegreerd. Bij deze methode wordt de risicotaxatie door een ervaren forensische clinicus uitgevoerd aan de hand van een gestandaardiseerde lijst met risicofactoren, waarvan empirisch is aangetoond dat deze samenhangen met een verhoogd recidiverisico. Hierbij worden zowel statische- als dynamische risicofactoren in acht genomen (de Vogel, 2005). De HKT-r bestaat zoals de naam al weg geeft uit drie domeinen, het historische, het klinische en het toekomst domein. Factoren die in het Klinische domein zijn opgenomen, zijn bijvoorbeeld verslaving of antisociaal gedrag, oftewel dynamische risicofactoren van de

7 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 7 stabiele variant. Van deze factoren is bekend dat ze een direct effect hebben op recidive. Zo bleek bijvoorbeeld dat verslaving een directe voorspeller van criminele recidive is (Dowden, & Brown, 2002) en is het hebben van psychotische symptomen gerelateerd aan een 49%-68% verhoging van de kans op gewelddadigheid (Douglas, Guy, & Hart, 2009). Van deze klinische factoren is bekend dat ze beïnvloedbaar zijn door bijvoorbeeld behandeling en dat bij een reductie van de risicofactoren het recidive risico afneemt (Spreen, Brand, Ter Horst, & Bogaerts, 2013; Bouman et al., 2010). Hoewel er binnen de wetenschap van forensische psychologie een substantiële hoeveelheid literatuur te vinden is over risicofactoren, lijkt er pas sinds enkele jaren aandacht voor het belang van zogenaamde beschermende factoren (de Vogel, de Vries Robbé, de Ruiter, & Bouman, 2011). Een beschermende factor wordt als volgt gedefinieerd: kenmerken van de persoon in kwestie of van zijn omgeving, die het risico op toekomstig gewelddadig gedrag kunnen verminderen (De Vogel, De Ruiter, Bouman, & De Vries Robbé, 2009). Fritzpatrick (1997) onderzocht naast de directe invloed van beschermende- en risicofactoren op negatief gedrag ook twee potentiële modellen voor een indirecte beschermende invloed; Het Mediatie- model en het Buffering-model. Het Mediatiemodel gaat er vanuit dat de beschermende factor een mediërende werking heeft om de negatieve impact van de risicofactoren te verminderen. Dit wil zeggen de relatie tussen de risicofactor en recidive geheel of gedeeltelijk bestaat door de beschermende factor. Volgens het Buffering-model, beïnvloeden de beschermende factoren de relatie tussen risicofactoren en recidive. In dit model heeft de beschermende factor een modererende rol en functioneert als het ware als buffer. De beste ondersteuning werd gevonden voor dit laatste, buffering model en latere onderzoeken spreken inderdaad over een bufferwerking van beschermende factoren (Fitzpatrick, 1997; de Vogel et al., 2011). In andere woorden wanneer er naast de risicofactoren ook beschermende factoren aanwezig zijn ligt het risico op ongewenst gedrag

8 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 8 lager dan wat men op grond van de risicofactoren zou verwachten (Fitzpatrick, 1997; de Vogel et al., 2011).Er wordt gedifferentieerd tussen drie soorten beschermende factoren: individuele karakteristieken (intelligentie, veerkrachtig temperament etc.), gezonde overtuigingen en normen en verbinding. Onder verbinding wordt verstaan het hebben van goede, stabiele relaties met positieve (beschermende) netwerkleden (Fitzpatrick, 1997). Met name naar deze laatste soort verbinding is tot voorkort weinig onderzoek gedaan. In 2006 bekritiseerden Kubrin en Stewart het gebrek aan aandacht voor contextuele factoren met betrekking tot het voorspellen van recidive. Het onderzoek vond ondersteuning voor de theorie dat delinquenten die terugkeerden naar een achterstandsbuurt sneller recidiveerden, ook wanneer gecontroleerd werd voor individuele verschillen (Kubrin, & Stewart, 2006). Naast de socio-economische status van de buurt, zou ook de mate van sociale controle van invloed zijn (Kubrin, & Stewart, 2006). Het hebben van sociale banden zou crimineel gedrag op drie verschillende manieren beïnvloeden (Berg, & Huebner, 2003). De eerste manier waarop dit zou gebeuren, is gebaseerd op Hirschi s sociale controletheorie. Deze theorie gaat er vanuit dat de mate waarin iemand weerhouden wordt om crimineel verdrag te vertonen afhankelijk is van de mate waarin daarin diegene zich verbonden voelt met de maatschappij. Deze verbondenheid zou tot stand komen door sociale banden (Berg, & Huebner, 2003). In de praktijk zorgen deze banden bijvoorbeeld voor structurering van het dagelijks leven. Ten tweede vormen sociale banden een bron van emotionele steun. Deze steun zou de impuls om crimineel gedrag te vertonen verminderen (Berg, & Huebner, 2003). Ten derde zouden sociale banden identiteitstransformatie makkelijker maken. Finestone (1967) stelt dat cognitieve transformatie gekoppeld is aan het aangaan van relationele banden. Deze banden zouden de mogelijkheid bieden om een alternatieve identiteit te creëerden waarin crimineel gedrag niet passend is (Berg, & Heubner, 2003).

9 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 9 Verschillende onderzoeken vonden empirisch bewijs voor een positieve invloed van sociale banden op recidive. Zo werd gevonden dat getrouwd zijn voor mannen de kans op crimineel gedrag gemiddeld met 35% reduceert (Sampson, Laub, & Wimer, 2006). Ook bleek dat gevangenen tijdens detentie sociale contacten onderhielden met netwerkleden buiten de gevangenis minder vaak recidiveerden (Cochran, 2014). Ghasimbaklo en collega s (2014) vonden niet alleen een correlationeel verband tussen sociale steun en crimineel gedrag, maar identificeerde sociale steun ook als een voorspeller van recidive. Ook in het onderzoek van Hochstetler, DeLisi en Pratt (2010) wordt gevonden dat sociale steun het effect van criminogene factoren vermindert en bijdraagt aan succesvolle re-integratie. Bouman, de Ruiter en Schene (2010) vonden in een onderzoek met een tbs-populatie, dat patiënten die meededen met gestructureerde vrije tijdsactiviteiten, goede contacten hadden op werk of naar de kerk gingen, op korte termijn minder delict gedrag lieten zien. Om goed in kaart te kunnen brengen op welke manier sociale steun een beschermende werking heeft met betrekking tot het verminderen van recidive zal getracht moet worden deze modellen bloot te leggen. Ook maatschappelijk gezien zijn deze bevindingen van belang. Het inzetten van beschermende factoren en in dit geval sociale steun, kan een verlaging van het recidiverisico bewerkstelligen zelfs bij mensen met een hoog risicoprofiel. Hoe meer ondersteuning en kennis er vergaard wordt over de bufferende rol van een positief sociaal netwerk, hoe beter bijvoorbeeld re-integratie programma s, die zich richten op sociale steun, kunnen worden ingezet (Wilson, McWhinnie, & Wilson, 2008). Zo is sinds kort, Circles of Support and Accountability (CoSa) opgezet, waarbij een groep getrainde vrijwilligers een zedendelinquent ondersteuning biedt in hun distantie proces door een langdurige empathische relatie met hem of haar aan te gaan (Höing, Bogaerts, & Vogelvang, 2014). De Circle fungeert als het ware als een surrogaat sociaal netwerk, met als doel ondersteuning te geven

10 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 10 en sociale controle uit te oefenen, om zo het recidiverisico zo laag mogelijk te houden (Höing et al., 2014). Hoewel al veel verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat risicofactoren een negatief- en sociale steun een positief effect heeft op recidive, zijn er nog weinig onderzoeken die geprobeerd hebben om empirisch het beschermende effect van sociale steun aan te tonen. Dit onderzoek zal zich derhalve richten op de modererende oftewel bufferwerking van een positief sociaal netwerk op de relatie tussen het Klinische domein (de dynamische risicofactoren) van de HKT-r en het recidive. Om na te gaan of er verschillen bestaan tussen de klinische factoren, in de mate waarin een positief sociaal netwerk de relatie met recidive beïnvloedt, zullen de factoren ook apart worden meegenomen. Methode Participanten De oorspronkelijke onderzoekspopulatie bestond uit alle mannen en vrouwen die tbs met een dwangmaatregel opgelegd hadden gekregen en die tussen 2004 en 2008 onvoorwaardelijk ontslagen werden uit de twaalf Nederlandse Forensisch Psychiatrische Centra (tbs-klinieken). Voormalig terbeschikkinggestelden die tbs met voorwaarden of gemaximeerde tbs hadden ontvangen zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Dit leverde een steekproef van 347 voormalig terbeschikkinggestelden op. Van een aantal patiënten konden geen recidivegegevens worden getraceerd en tien patiënten overleden binnen de twee jaar na beëindiging van de tbs. Dit bracht de steekproef naar een groep van N=332 patiënten. De data werden onderzocht op missende waarden en er werd besloten om per schaal de participanten waarbij meer dan tien procent van de schaalitems miste, te verwijderen. Bij de participanten bij wie minder dan tien procent miste, werden de missende waarden vervangen door een gewogen gemiddelde Dit leverde een uiteindelijke steekproef op van 116 participanten.

11 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 11 Meetinstrument Historische, Klinische en Toekomstige-Revisie. De HKT-r is een professioneel gestructureerd risicotaxatie-instrument ter ondersteuning van het klinisch gewogen eindoordeel over het risico op recidive van forensisch psychiatrisch patiënten. (Spreen et al., 2013). Het instrument bestaat uit drie domeinen. Het Historische domein bestaat uit twaalf indicatoren die ieder betrekking hebben op de levensperiode van de patiënt tot aan de arrestatie voor het indexdelict (Spreen et al., 2013). Het tweede domein is het Klinische domein. Dit domein wordt opgemaakt door 14 indicatoren en richt zich op het heden en heeft betrekking op het gedrag van de patiënt in de twaalf maanden voorafgaand aan de taxatie. Het laatste domein is het Toekomstige domein. Deze bestaat uit zeven indicatoren die ingaan op de vraag of er voldoende is geregeld ten aanzien van de praktische zaken rondom de vervolgsituatie en of de patiënt voldoende vaardigheden bezit om risicovolle situaties in deze vervolgsituatie te voorkomen (Spreen et al., 2013). Alle indicatoren worden gescoord op een vijf-puntschaal, lopend van 0 tot en met 4. Score 0 staat hierbij voor geen of een zeer laag risico en score 4 staat voor een hoog risico (Spreen et al., 2013). Operationalisering Dynamische risicofactoren. In het huidige onderzoek werden de dynamische risicofactoren gemeten door het Klinische domein van de HKT-r. Het Klinische domein van de HKT-r bestaat zoals eerder aangegeven uit 14 indicatoren, te weten: probleeminzicht (K01), psychotische symptomen (K02), verslaving (K03), impulsiviteit (K04), antisociaal gedrag (K05), vijandigheid (K06), sociale vaardigheden (K07), zelfredzaamheid (K08), meewerken aan de behandeling (K09), verantwoordelijkheid voor het delict (K10), coping vaardigheden (K11), schending van voorwaarden en afspraken (K12), arbeidsvaardigheden (K13) en beïnvloeding door beschermende en/of risicovolle netwerkleden (K14) (Spreen et

12 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 12 al., 2013). Het Klinische Domein richt zich op het heden en heeft betrekking op het gedrag van de patiënt in de twaalf maanden voorafgaand aan de taxatie. De interne consistentie van het Klinische domein liet in eerder onderzoek met een Cronbach s α =.86 een goede betrouwbaarheid zien en bezat daarnaast een uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC=.85) (Spreen et al., 2013). Het domein bezit een marginale predictieve validiteit (AUC = 0,61, 95%, BI [0,54, 0,68]) van algemene recidive na ontslag (Spreen et al., 2013). In de huidige studie werd voor het Klinische Domein op meetmoment: onvoorwaardelijk ontslag, een goede interne consistentie gevonden (Cronbach s α =.84) en er werd geen verhoging gezien van de Cronbach s alpha bij verwijdering van één van de indicatoren. Hoewel sommige inter-itemcorrelaties laag waren (>.2) werd er voor alle indicatoren een goede inter-totaalcorrelatie gevonden. Controle variabelen. Er is gecontroleerd voor de invloed van het Historische- en Toekomstige domein. Bij de analyses van de losse klinische indicatoren is daarnaast ook gecontroleerd voor de invloed van de resterende klinische indicatoren. Eerder onderzoek vond een goede Cronbach s alpha (α =.80) en een uitstekende interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (ICC=.85) voor het Historische domein (Spreen et al., 2013). Het domein bezit een matige predictieve validiteit (AUC = 0,71, 95%, BI [0,65, 0,77]) van algemene recidive na ontslag (Spreen et al., 2013). Deze goede interne consistentie voor het Historische domein werd ook in deze studie gevonden (Cronbach s α =.81). Op een verwaarloosbare verhoging bij indicator H4 na, werd geen verbetering van de Cronbach s alpha gezien bij het weglaten van één van de indicatoren. Hoewel de inter-itemcorrelaties voor een aantal van de indicatoren laag lag, lieten de itemtotaal correlaties alleen een verlaagde correlatie (>.2) tussen H4 en de totaal score van de schaal, zien.

13 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 13 Ook voor het Toekomstige domein werd in eerder onderzoek een goede interne consistentie (Cronbach s α =.81) gevonden. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid was redelijk (ICC=.42) (Spreen et al., 2013). Het domein bezit een marginale predictieve validiteit (AUC = 0,62, 95%, BI [0,56, 0,69]) van algemene recidive na ontslag (Spreen et al., 2013). In de huidige studie liet het Toekomstige domein ook een goede betrouwbaarheid zien (Cronbach s α =.82) en weglating van een indicator resulteert niet in een betere Cronbach s alpha. De items correleerde goed met elkaar (r>.2) en ook de item-totaal correlaties waren goed (r>.4). Sociale steun. Sociale steun is in dit onderzoek gemeten door de indicator: Sociaal Netwerk van het Toekomstige domein van de HKT-r. Deze indicator meet de mate waarin de toekomstige netwerkleden van de patiënt hem in voor hem stressvolle situaties kunnen brengen of hem hier tegen kunnen beschermen. Daarnaast wordt ook de mate waarin de patiënt zich laat beïnvloeden door zijn netwerkleden meegenomen. Hierbij kan er sprake zijn van beschermende netwerkleden die de potentie en wil hebben om de patiënt te ondersteunen bij het naleven van gemaakte behandelovereenkomsten en leefregels. Het andere uiterste zijn risicovolle netwerkleden die eraan bijdragen dat de patiënt in risicovolle situaties komt of zelfs vervalt in risicovol gedrag, omdat dit aansluit bij de antisociale en criminele opvattingen van de netwerkleden (Spreen et al., 2013). Een lage score (0 of 1) slaat bij deze indicator op een patiënt die zich volledig of gedeeltelijk richt op beschermende netwerkleden, wat vertaalt kan worden naar sociale steun (Spreen et al., 2013). Omdat in het huidige onderzoek voor het toetsen van sociale steun één indicator werd gebruikt kon hier geen betrouwbaarheidsanalyse voor uitgevoerd worden. Recidive. Officiële strafrechtelijke gegevens zijn opgevraagd bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. De registratie van strafrechtelijke recidive gebeurt door middel van de landelijke recidivemonitor van het WODC (Spreen et al., 2013) In de verstrekte database,

14 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 14 waren de criminele activiteiten van alle patiënten tot en met 11 juli 2011 geregistreerd. In dit onderzoek is gekeken naar de algemene recidive vijf jaar na ontslag. Er werd dus geen onderscheid gemaakt tussen ernstige en minder ernstige recidive. Procedure Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een retrospectief follow-up design om de data te verzamelen. Alle variabelen zijn beoordeeld op basis van de informatie afkomstig uit de dossiers van de patiënten, waarvoor het ministerie van Veiligheid en Justitie toestemming heeft gegeven. Naast demografische gegevens bevatten deze dossiers een uitgebreide omschrijving van het criminele verleden en gedetailleerde psychologische evaluatie rapporten van de patiënten. Vier groepen van in totaal twintig masterstudenten vormden de beoordelaars. Deze masterstudenten ontvingen een intensieve training van twee weken. De HKT-r werd gedurende deze training uitgelegd en de studenten oefenden met het betrouwbaar scoren van het instrument. Statistische analyses De afhankelijke variabele was het wel of niet optreden van gewelddadige recidive binnen de vijf jaar na ontslag. De onafhankelijke variabelen bestonden uit het Klinische domein en de losse klinische indicatoren, met een mogelijke modererende rol voor Toekomstige indicator: Sociaal Netwerk. Door de dynamische aard van het Klinische domein en haar indicatoren is er voor gekozen om het laatste meetmoment van het Klinische domein (gedurende het laatste jaar van de tbs) te gebruiken voor de analyses. Voorafgaand aan de inhoudelijke analyses werd gecontroleerd voor de assumpties van een regressieanalyse. Om de verbanden tussen de Toekomstige indicator: Sociaal netwerk, het Klinische domein en haar factoren en de afhankelijke variabele (gewelddadige recidive) bloot te leggen zijn eerst een aantal correlatie analyses uitgevoerd. Hierna is door middel van een logistische

15 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 15 regressie analyse de voorspellende waarde van het Klinische domein en van de losse klinische indicatoren op gewelddadige recidive onderzocht, beide keren werd gecontroleerd voor het Historische en het Klinische domein door deze mee te nemen in de analyses. Voor de analyse met de losse klinische indicatoren is naast de controle van de andere twee domeinen ook voor de rest van de klinische indicatoren gecontroleerd. Omdat in dit onderzoek er één afhankelijke variabele is die categorisch is, het wel of niet gewelddadig recidiveren, is gebruik gemaakt van een binaire logistische regressie. Ten slotte werd met het uitvoeren van verschillende van deze regressies de modererende rol (bufferende) rol van de Toekomstige indicator: Sociaal netwerk op de relatie tussen het Klinische domein en het recidive onderzocht. Dit wordt herhaald voor de losse klinische indicatoren, steeds weer controlerend voor de andere domeinen en klinische indicatoren. Resultaten De uiteindelijke steekproef bestond uit mannelijke (n = 149) en vrouwelijke (n = 17) (ex)terbeschikkinggestelden met een totaal aantal van N = 166. De gemiddelde score op het Klinische domein was 8.33 (SD = 7.44, range = ), op het Historische domein (SD = 9.30, range = 3-40) en op het Toekomstige domein 6.75 (SD = 5.84, range = ). Op sociale steun scoorden de terbeschikkinggestelden gemiddeld 1.25 (range = 0-4). Meer dan de helft (55.4%) scoorde een 0 of een 1, een geheel of deels beschermend netwerk waarbij patiënt zich positief laat beïnvloeden of voldoende vaardigheden bezit om zich niet negatief te laten beïnvloeden. De terbeschikkinggestelden hadden een gemiddelde leeftijd van 32.1 jaar (SD = 8.92, range = ) bij binnenkomst in tbs kliniek. De tbs had een gemiddelde duur van 8.4 jaren (SD = 3.50, range = ), met een gemiddelde leeftijd bij ontslag van 40.5 jaar (SD = 9.26, range = ). Vijf jaar na beëindiging van de tbs-maatregel was 33.7 procent van de voormalig terbeschikkinggestelden gerecidiveerd.

16 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 16 De terbeschikkinggestelden waren over het algemeen genomen gemiddeld intelligent (M = 97.96, SD = 15.37, range = ) en slechts 6 procent kon geclassificeerd worden als zwakzinnig. De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) IV-TR, classificeert een persoon als mentaal geretardeerd wanneer er een IQ-score van ongeveer 70 of lager (voor het achttiende levensjaar) kan worden vastgesteld en er sprake is van tekortkomingen op meerdere levensgebieden (APA,2007). Er was een hoog percentage van co-morbiditeit, 50.3% van de terbeschikkinggestelden had zowel een as I als een as II diagnose. Slechts 8% leed enkel aan een as 1 stoornis en 41.7 procent leed alleen aan een as 2 diagnose. Een relatief laag percentage (28.9%) was lijdende aan een cluster B persoonlijkheidsstoornis. Echter meer dan de helft van de terbeschikkinggestelden (53%) voldeed aan de diagnose persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven. Veertien en een half procent van de terbeschikkinggestelden was lijdende aan schizofrenie of een andere psychotische stoornis en 33.1% had een aan een middel gebonden stoornis, zoals middelenmisbruik of afhankelijkheid. Het grootste gedeelte van de terbeschikkinggestelden (63.9%) heeft de maatregel opgelegd gekregen na een levensdelict, 20.4% na een middelzwaar tot zwaar geweldsdelict en 15.7% na een zedendelict. Assumpties. Voor bijna alle domeinen werd geen schending van de normaliteit gevonden (Skewness en Kurtosis tussen 2 en -2). Enkel voor het Klinische domein werd een licht afwijkende Kurtosis waarde gevonden: 2.31 (SD =.38). Ook de lineariteit van de logit (geen significante interacties) en de assumptie van multicollineariteit (tolerance values >.1 en VIF > 10) werden niet geschonden. Statistische analyses Correlationele verbanden. Dit onderzoek heeft getracht te meten of sociale steun een modererende werking heeft op de relatie tussen het Klinische domein en haar (dynamische) klinische indicatoren en het wel of niet recidiveren na vijf jaar. Als eerste zijn door middel

17 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 17 van correlatieanalyses de onderliggende verbanden tussen de variabelen blootgelegd. Omdat bekend is dat criminaliteit afneemt met leeftijd en comorbiditeit behandeling bemoeilijkt en recidivekans kan vergroten, werden ook deze variabelen meegenomen in de correlatie analyse. Zie tabel 1 voor de correlatiematrix van alle betrokken variabelen. Zoals verwacht correleerden alle drie de domeinen positief met recidive na vijf jaar; Klinische domein (r =.18, p <.05), Historische domein (r =.33, p <.01), Toekomstige domein (r =.19, p <.01). Verder werd er een negatieve correlatie gevonden tussen leeftijd ten tijde van ontslag en recidive na vijf jaar (r = -.13, p <.05). Het hebben van verschillende stoornissen (comorbiditeit) correleerde niet met recidive na vijf jaar en zal ook niet meegenomen worden in de verdere analyses. Sociale steun correleerde positief met het Klinische domein (r =.37, p <.01) en het Toekomstige domein (r =.56, p <.01).

18 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 18 Tabel 1 Correlatiematrix met de Pearsons r correlaties tussen de domeinen, comorbiditeit, leeftijd ontslag en recidive na vijf jaar Leeftijd ontslag Comorbiditeit Historische domein Klinische domein Toekomstige domein Sociale steun Recidive na vijf jaar Leeftijd r 1.189** * ontslag p n Comorbiditeit r.189** * p n Historische r * 1.25**.32**.07.33** domein p n Klinische r ** 1.72**.37**.18* domein p n Toekomstige r **.72** 1.56**.19** domein p n Sociale Steun r **.56** p n Recidive na r -.13* **.18* 19** vijf jaar p n Note. * p <.05 ** p <.01 Voorspellende waarde Klinische domein en moderatie sociale steun. Om de voorspellende waarde van het Klinische domein en de modererende werking van sociale steun op de relatie tussen het Klinische domein en het wel of niet recidiveren na vijf jaar te onderzoeken werd een logistische regressie uitgevoerd.

19 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 19 Zie tabel 2 voor de resultaten van de logistische regressie. De interactie bleek niet significant, dus zullen alleen de gevonden hoofdeffecten besproken worden (model 1a). De domeinen van de HKT-r, sociale steun en leeftijd ten tijde van ontslag verklaren samen 23% van de variantie in recidive na vijf jaar (Nagelkerke s R 2 =.23). Een hogere score op het Historische domein (b =.07, p =.001) en een lagere score op sociale steun (in het huidige onderzoek een positief sociaal netwerk) (b = -.49, p =.026) voorspellen recidive binnen vijf jaar. Mensen met een hoge score op het Historische domein hebben 1.07 x grotere kans hebben om te recidiveren. Voor sociale steun werd een negatief effect gevonden; mensen met een lagere score op sociale steun (in het huidige onderzoek een positief sociaal netwerk) hebben een 0.62 x kleinere kans om te recidiveren. Tabel 2 Logistische regressie analyse voor de voorspelling van de kans op recidive na vijf jaar door het Klinische domein en de controlevariabelen zonder en met sociale steun als moderator b S.E. b Exp(B) Model 1a Historische Domein.07** Toekomstige Domein Leeftijd bij ontslag Klinische Domein Sociale Steun -.49* Constant Model 1b Historische domein.07** Toekomstige domein Leeftijd bij ontslag Klinische domein Sociale steun -.70*.31.51

20 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 20 Klinische domein*sociale steun Constant *p <.05 ** p <.01 Voorspellende waarde klinische indicatoren en moderatie sociale steun. De logistische regressie werd herhaald om ook de voorspellende waarden van de losse klinische indicatoren en de modererende werking van sociale steun tussen deze indicatoren en het wel of niet recidiveren bloot te leggen. Een aantal van de klinische indicatoren bleek te weinig spreiding te bezitten om betrouwbare resultaten te genereren. Besloten is om alle indicatoren die bij geen enkele terbeschikkinggestelde een score van 3 of 4 behaalden te verwijderen, te weten K2 psychotische symptomen, K3 verslaving, K8 zelfredzaamheid, K14 beïnvloeding door beschermende en/of risicovolle netwerkleden. Twee van de veertien klinische indicatoren liet een significante effect zien met sociale steun; K6 vijandigheid (b =1.65, S.E. =.74, p>.05, exp(b) = 5.21), K11 coping vaardigheden (b =.88, S.E. =.40, p>.05, exp(b) = 2.40). Om te onderzoeken op welke manier sociale steun de relatie tussen deze indicatoren en recidive na vijf jaar beïnvloedt, werd gekeken naar beide interactie effecten van deze indicatoren en de verschillende levels van sociale steun (0 t/m 4). Deze analyse liet bij beide indicatoren, voor geen enkel level van sociale steun een significante interactie zien, Echter, de spreiding binnen sociale steun was te beperkt voor het betrouwbaar uitvoeren van de analyse. Slechts een enkeling scoorde een 3 of 4. Om deze reden werd een extra analyse uitgevoerd waarin sociale steun werd opgedeeld in: wel sociale steun (score 0 of 1) en geen sociale steun (score 2,3 of 4). Tegen de verwachting in werden ook voor deze analyse geen significante resultaten gevonden.

21 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 21 Discussie Dit onderzoek heeft de getracht de modererende rol van sociale steun op de relatie tussen het Klinische domein (en haar factoren) van de HKT-r en recidive na vijf jaar te onderzoeken. Het Historische- en het Toekomstige domein werden als controlevariabelen meegenomen. Uit de resultaten komt geen ondersteuning voor een moderatie effect van sociale steun op de relatie tussen het gehele Klinische domein en recidive na vijf jaar, naar voren. Er worden twee hoofdeffecten gevonden voor de voorspelling van recidive. Het Historische domein laat hierbij het sterkste en meest consistente resultaat zien voor een voorspellende waarde voor recidive na vijf jaar. Inderdaad wordt in de literatuur gevonden dat het delict verleden de beste voorspeller van toekomstige recidive is (Bonta, Hanson, & Law, 1998; Cottle, Lee, & Heilbrun, 2001). Een verrassend resultaat is het hoofdeffect dat werd gevonden voor sociale steun op recidive na vijf jaar. Volgens dit resultaat zou een lage/slechte sociale steun zorgen voor een verlaging van het recidive risico na vijf jaar. Dit is in strijd met resultaten in andere onderzoeken (Berg, & Huebner, 2003; Bouman et al., 2010;Hochstetler et al., 2010;). Sterker nog de meta-analyse van Cottle en collega s identificeert het hebben van delinquente vrienden als één van de sterkste voorspellers van recidive. Hoewel deze bevinding vrijwel unaniem is, lijkt de mate van invloed van een negatief sociaal netwerk ingewikkelder in elkaar te zitten. Zo vond Haynie (2001) dat verschillende karakteristieken van vriendschapsnetwerken, zoals de dichtheid van het netwerk en de populariteit van het betreffende netwerk lid, beïnvloeden in welke mate het netwerk lid beïnvloed wordt door delinquentie van de overige leden. Vooral de dichtheid van het netwerk, bleek een verschil te maken in de delinquency-peer association, waarbij een meer verbonden netwerk een sterkere beinvloedingskracht heeft (Haynie, 2001). In een vervolgstudie uit 2005 concludeerde Haynie en haar collega Osgood, dat eerdere studies de invloed van een delinquent sociaal netwerk overschat hebben. Deze

22 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 22 overschatting zou het gevolg zijn van het niet of te weinig controleren voor de tendentie van individuen om soortgelijke netwerkleden te vergaren. Een longitudinaal onderzoek vond dat alléén gewelddadige criminaliteit van vrienden, gewelddadig en niet gewelddadig crimineel gedrag voorspelt bij een netwerk lid. Niet gewelddadige criminaliteit van vrienden zou geen invloed hebben op de criminaliteit van een individu (Henry, Tolan, & Gorman-Smith, 2001). Deze bevindingen zouden een verklaring kunnen bieden voor het afwijkende resultaat dat gevonden is in het huidige onderzoek. Risico verhogende netwerkleden die enkel bekend zijn met niet gewelddadige criminaliteit, zullen mogelijk immers de kans op recidive bij de voormalig terbeschikkinggestelde niet verhogen. De kans is echter groot dat dit criminele netwerk aangemerkt werd als een negatief sociaal netwerk. Desalniettemin blijft het gevonden resultaat opvallend en liggen mogelijk, methodologische en statistische beperkingen van dit onderzoek, aan het resultaat ten grondslag. Mogelijk zorgt het tijdbestek dat tussen de HKT-r metingen en de recidive-opvraag (vijf jaar na ontslag) zit voor vertekening van de resultaten. In de handleiding van de HKT-r staat vermeldt dat de risicotaxatie een maximale geldigheidsduur van twaalf maanden heeft (Spreen et al., 2013). Het is niet onwaarschijnlijk dat de levens van de exterbeschikkinggestelden er op het moment van recidiveren, er anders uitzagen dan op het moment van de taxatie. Onderzoeker was echter genoodzaakt om dit meetmoment te selecteren. Dit om de al beperkte n s niet verder te verkleinen. Verder kan beargumenteert worden dat in verder onderzoek sociale steun op een uitgebreidere en objectievere manier gemeten dient te worden. Zo lijkt er geen rekening te zijn gehouden met de grootte en de houdbaarheid van het sociale netwerk. Ten slotte moeten de statistische beperkingen van het onderzoek in acht worden genomen. De spreiding van de indicatoren, sociale steun en recidive was zeer minimaal.

23 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 23 Slechts een enkeling had een hoge score. Dit resulteerde in kleine subgroepen, waardoor vergelijking tussen deze groepen onmogelijk bleek. De invloed van sociale steun op de relatie tussen de losse klinische indicatoren en recidive na vijf jaar is ook onderzocht. Initieel leek er een modererend effect te zijn van sociale steun op de relatie tussen Vijandigheid en recidive na vijf jaar en op de relatie tussen coping vaardigheden en recidive na vijf jaar. Echter toen deze verbanden nader onderzocht werden, kon dit resultaat niet gedupliceerd worden. Vooralsnog moet uitgegaan worden van een toevalstreffer. Er werd dus geen effect van sociale steun op de relatie tussen de losse klinische indicatoren en recidive na vijf jaar gevonden. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat vier van de klinische indicatoren, door gebrek aan spreiding, weglaten zijn uit de analyses. Over deze vier indicatoren, K2 psychotische symptomen, K3 verslaving, K8 zelfredzaamheid, K14 beïnvloeding door beschermende en/of risicovolle netwerkleden, kan dus niet geconcludeerd worden dat er geen effect van sociale steun op de relatie met recidive na vijf jaar. Zoals eerder aangegeven werd het onderzoek gelimiteerd door het gebrek aan spreiding. Vooral bij de klinische- en de toekomstige indicatoren was dit beperkend. Hoewel deze beperkte spreiding te verwachten en ook wenselijk is, in een groep behandelde terbeschikkinggestelden, zorgde het bij het vergelijken van de groepen (logistische regressie) voor (te) kleine subgroepen. Ook moet worden opgemerkt worden dat veel participanten verwijderd zijn, omdat voor dezen een te groot gedeelte van de indicatoren niet gescoord was. Omdat het niet is te achterhalen waarom bij deze participanten een groot gedeelte van indicatoren niet gescoord was, weten we niet of deze groep mogelijk verschillend was van de groep waar deze indicatoren niet miste.

24 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 24 Conclusie en toekomstig onderzoek Om te onderzoeken of er inderdaad geen ondersteuning gevonden kan worden voor een positieve modererende invloed van sociale steun op de relatie tussen Klinische risicofactoren en recidive, zal het onderzoek herhaald moeten worden bij bijvoorbeeld een gevangenis populatie. Binnen deze populatie zullen naar alle waarschijnlijkheid ook hoog scorende participanten zijn op alle indicatoren. Dit zorgt voor een betere spreiding zorgt en maakt het mogelijk om subgroepen met elkaar te vergelijken. Geconcludeerd kan worden dat er in dit onderzoek geen ondersteuning is gevonden voor een modererend effect van een positief sociaal netwerk op de relatie tussen het Klinische domein en haar losse indicatoren en recidive na vijf jaar. Wel werd een voorspellende waarde van het Historische domein op recidive na vijf jaar gevonden. Dit resultaat lag in de lijn der verwachting en wordt ook door verschillende studies ondersteund (Cottle, Lee, & Heilbrun, 2001). Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of het opvallende effect van sociale steun op recidive nogmaals gevonden wordt, of dat dit resultaat op toeval is gebaseerd.

25 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 25 Literatuur APA (2007). Beknopte handleiding bij de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR. Lisse: Nederlandse vereniging voor psychiatrie-swets en Zeitlinger publishers. Artikel 37, wetboek van strafrecht (2009, 1 mei). Geraadpleegd op 23 juni 2016, van Berg, M. T., & Huebner, B. M. (2011). Reentry and the Ties that Bind: An Examination of Social Ties, Employment, and Recidivism. Justice Quarterly, 28(2), doi: / Cottle, C. C., Lee, R.J., & Heilbrun, K. (2001). The prediction of criminal recidivism in juveniles. Criminal Justice and Behavior, 28(3), doi: / Boonmann, C., Wartna, B. S. J., Bregman, I. M., Schapers, C. E., & Beijersbergen, K. A. (2015). Recidive na forensische zorg. Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum. Bouman, Y. H. A., de Ruiter, C., & Schene, A. H. (2010). Social Ties and short-term selfreported delinquent behaviour of personality disordered forensic outpatients. Legal and Criminological Psychology, 15(2), doi: /135532S09X Cochran, J. C. (2014). Breaches in the Wall: Imprisonment, Social Support, and Recidivism. Journal of Research in Crime and Delinquency, 51(2), doi: / Domburgh van, L., de Ruiter, C., & Doreleijers, T. (2004). De rol van dynamische risicofactoren bij recidive van jeugdige delinquenten: een internationaal literatuuronderzoek. TOKK, 29 (1),

26 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 26 =risicofactoren+adolescent+limited&ots=kb9mkxuqfo&sig=esdidhojgsfi85p30e evy1 jn8ra#v=onepage&q&f=false Douglas, K. S., Guy, L. S., & Hart, S. D. (2009). Psychosis as a Risk Factor for Violence to Others: A Meta-Analysis. Psychological Bulletin, 135 (5), doi: /a Dowden, C., & Brown, S. L. (2002) The role of substance abuse factors in predicting recidivism: A Meta-analysis. Psychology, Crime & Law, 8(3), doi: / Duits, N. (2010). Vakmanschap is meesterschap: Risico s van classificatie, risicotaxatie en registratie van delinquente jongeren. Proces, 4, _risico's_van_classificatie_risicotaxatie_en_registratie_van_delinquente_jongeren Finestone, H. (1967). Reformation and recidivism among Italian and Polish criminal offenders. American Journal of Sociology, 72, Ghasimbaklo, U., Mohammadyari, G., Mahmodzadeh, M., Mohammadzadeghan, R., & Mokhtari, M. (2014). The relationship of social support and selfesteem with recidivism among prisoners. Journal of Research & Health, 4(3), Hanson, R. K., & Harris, A. J. R. (2001). A structured approach to evaluating change among sexual offenders. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 13(2), doi: /A: Haynie, D. L. (2001). Delinquent Peers Revisited: Does Network Structure Matter? American

27 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 27 Journal of Sociology, 106 (4), Henry, D. B., Tolan, P. H., & Gorman-Smith, D. (2001). Longitudinal Family and Peer Group Effects on Violence and Nonviolent Delinquency. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 30(2), doi: /s jccp3002_5 Hochstetler, A., DeLisi, M., & Pratt, T. C. (2010). Social support and feelings of hostility among released inmates. Crime & Delinquency, 56(4), doi: / Höing, M., Bogaerts, S., & Vogelvang, B. (2014). Helping sex offenders to desist offending: the gains and drains for CoSA volunteers a review of the literature. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, Advanced online publication. doi: / Kubrin, C.E., & Stewart, E.A. (2006). Predicting Who Reoffends: The Neglected Role of Neighborhood Context in Recidivism Studies. Criminology, 44 (1), doi: /j x Lammers, S. (2007). Blijven stoute jongens stout? Taxatie van het recidiverisico in de tbs. De Psycholoog, 42(4), Put, C. E. van der, Stams, G. J. J. M., Deković, M., Hoeve, M., & Laan, P. H. van der (2011). Ethnic differences in the prevalence and impact of risk factors for recidivism. In Revision, Crime & Delinquency, H4. Manuscript submitted for publication. de Ruiter, C., & Hildebrand, M. (2007). Risk assessment and treatment in Dutch forensic psychiatry. Netherlands Journal of Psychology, 63(4), doi: /bf

28 EFFECT SOCIAAL NETWERK KLINISCH DOMEIN EN RECIDIVE 28 de Ruiter, C. (2008). Gestructureerde risicotaxatiemethoden: Wat de jurist moet weten. Expertise en Recht, 4, bf6&time= Sampson, R. J., Laub, J. H., & Wimer, C. (2006). Does marriage reduce crime? A counterfactual approach to within-individual causal effects. Criminology, 44 (1), ttp://scholar.harvard.edu/files/sampson/files/2006_criminology_laubwimer_1.pdf Spreen, M., Brand, E., Ter Horst, P., & Bogaerts, S. (2013). Handleiding HKT-R: Historische Klinische en Toekomst items voor Diagnostiek, Risicotaxatie en Behandelevaluatie. Den Haag: Dienst Justitiële inrichtingen. courses/ /hkt-r%20handleiding%20en%20verantwoording.pdf Van Vliet, J. A. (2001). Literatuuronderzoek TBS en GGZ. Arnhem: Van Vliet Inter Aktief, WODC. de Vogel, V. (2005). Structured Risk Assessment of (Sexual) Violence in Forensic Clinical Practice. The hcr-20 and scr-20 in Dutch Forensic Psychiatric Patients. Academisch proefschrift, Universiteit van Amsterdam. de Vogel, V. de, Ruiter, C. de, Bouman, Y., & de Vries Robbé, M. (2009). SAPROF. Guidelines for the assessment of protective factors of violence risk. English version. Utrecht, The Netherlands: Forum Educatief de Vogel, V., de Vries Robbé, M., de Ruiter, C. & Bouman, Y.H.A. (2011) Assessing Protective Factors in Forensic Psychiatric Practice: Introducing the SAPROF. International Journal of Forensic Mental Health, 10(3), , doi: /

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems Symposium HKT-R: introductie van een gereviseerd instrument voor risicotaxatie en behandelevaluatie Donderdag 13 juni 2013, Conferentiecentrum

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Dynamische risicotaxatie

Dynamische risicotaxatie Dynamische risicotaxatie Wens of werkelijkheid? Martien Philipse Pompestichting, Nijmegen Studiemiddag NVK - WODC, Den Haag 17 november 2006 De eerste wet van risicotaxatie De beste voorspeller van gedrag

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF. Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé

Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF. Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé Programma 13.00-13.15 Opening 13.15-14.30 HCR:V3, part I 14.30-15.00

Nadere informatie

Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie

Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie Inleiding Binnen de forensisch psychiatrische behandelsetting is het doel van de behandeling primair het verminderen van delictrisico s of risico

Nadere informatie

Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument

Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument Verslag EFP Themabijeenkomst Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument 29 november 2011 Introductie De presentatie wordt verzorgd door Sylvia Lammers; psycholoog en gepromoveerd

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Beschermende factoren voor (seksueel) gewelddadige recidive bij seksueel delinquenten

Beschermende factoren voor (seksueel) gewelddadige recidive bij seksueel delinquenten Beschermende factoren voor (seksueel) gewelddadige recidive bij seksueel delinquenten Masteronderzoek klinische en gezondheidspsychologie 2008-2009 Lotte Kerklaan (3054799) Katinka van de Ven (3056643)

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents

Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk and needs assessment for juvenile delinquents van der Put, C.E. Link to publication Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and

Nadere informatie

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Onderzoeksbulletin Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Recidive bij jongeren behandeld bij de Waag Eerder dit jaar verscheen het onderzoeksbulletin

Nadere informatie

De Relatie Tussen Psychische Stoornissen en Recidivecijfers en de rol van Gedragsproblemen in de Jeugd, Justitiële Achtergrond en Arbeidsverleden

De Relatie Tussen Psychische Stoornissen en Recidivecijfers en de rol van Gedragsproblemen in de Jeugd, Justitiële Achtergrond en Arbeidsverleden De Relatie Tussen Psychische Stoornissen en Recidivecijfers en de rol van Gedragsproblemen in de Jeugd, Justitiële Achtergrond en Arbeidsverleden Masterthese door Simone Plugge, 974914, 30-06-2016 Universiteit

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Beschermende factoren bij seksuele delinquenten

Beschermende factoren bij seksuele delinquenten Beschermende factoren bij seksuele delinquenten Een retrospectieve studie naar de validiteit van de SAPROF bij ex-terbeschikkinggestelde seksueel delinquenten in de FPC Dr. S. van Mesdag en de Van der

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling. Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20

Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling. Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20 Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20 Masterthesis Forensische Psychologie, Departement Klinische Psychologie

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

De FAM als aanvulling op de HCR-20 V3

De FAM als aanvulling op de HCR-20 V3 De FAM als aanvulling op de HCR-20 V3 De FAM is een aanvullende handleiding op de HCR-20 voor het inschatten van geweld bij vrouwelijke (forensisch) psychiatrische patiënten. Met het verschijnen en in

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen? Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

HKT-R en behandelevaluatie: N=1

HKT-R en behandelevaluatie: N=1 HKT-R en behandelevaluatie: N=1 Opdracht directie Mesdag Maak een proactief behandelevaluatie systeem waar zowel patiënt als team direct wat aan heeft en dat ook inzichten oplevert op institutioneel niveau

Nadere informatie

Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie

Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie Instrument voor Forensische Behandel Evaluatie IFBE Besluitvorming omtrent de voortgang van de behandeling gebeurt bij een forensisch psychiatrische patiënt doorgaans op basis van geschreven bijdrages

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Identificatie van de belangrijkste risicofactoren voor het. voorspellen van recidive bij tbs-gestelden

Identificatie van de belangrijkste risicofactoren voor het. voorspellen van recidive bij tbs-gestelden Identificatie van de belangrijkste risicofactoren voor het voorspellen van recidive bij tbs-gestelden Masterthesis Klinische Forensische Psychologie Naam student: V.E.M. van Ommen, BSc Universiteit: ANR:

Nadere informatie

Een beoordeling ter beoordeling

Een beoordeling ter beoordeling Een beoordeling ter beoordeling Opbrengsten en beperkingen van instrumenten voor risicotaxatie in de forensische psychiatrie en mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek Een van de manieren om de maatschappij

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een. forensisch psychiatrische instelling

Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een. forensisch psychiatrische instelling Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een forensisch psychiatrische instelling Risicotaxatieinstrumenten De Historical Clinical Risk Management-20, versie 3 (HCR-20

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Aanleiding en achtergrond van het onderzoek Sinds november 2004 maken de drie Nederlandse reclasseringsorganisaties gebruik van het instrument Recidive Inschattingsschalen (RISc) om het recidiverisico

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor

Nadere informatie

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis

De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid

Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid Sex Offender Risk Assessment in the Netherlands: Towards a Risk Need Responsivity Oriented Approach W.J. Smid SUMMARY Het leidt weinig twijfel dat zedendelicten in onze moderne samenleving worden beschouwd

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis:

Hechting en Psychose: Attachment and Psychosis: Hechting en Psychose: Bieden Hechtingskenmerken een Verklaring voor het Optreden van Psychotische Symptomen? Attachment and Psychosis: Can Attachment Characteristics Account for the Presence of Psychotic

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

De ontwikkeling van de HKT Van 1999 naar 2013

De ontwikkeling van de HKT Van 1999 naar 2013 De ontwikkeling van de HKT Van 1999 naar 2013 Presentatie op symposium introductie HKT versie 2013 Eindhoven 13 juni 2013 Dr. EFJM Brand Hoofdkantoor DJI afdeling DBO ASK Waarom de historie van de HKT

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren

Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage

De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage Een onderzoek met behulp van de hkt-30 w. j. c a n t o n, t. s. v a n d e r v e e r, p. j. a.

Nadere informatie

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking

Verbanden tussen Coping-Strategieën en. Psychologische en Somatische Klachten. binnen de Algemene Bevolking 2015 Verbanden tussen Coping-Strategieën en Psychologische en Somatische Klachten binnen de Algemene Bevolking Master Scriptie Klinische Psychologie Rachel Perez y Menendez Verbanden tussen Coping-Strategieën

Nadere informatie

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs

De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout. bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs De Relatie tussen Existential Fulfilment, Emotionele Stabiliteit en Burnout bij Medewerkers in het Hoger Beroepsonderwijs The Relationship between Existential Fulfilment, Emotional Stability and Burnout

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.

Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral development and juvenile sex offending van Vugt, E.S. Link to publication Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214

Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214 Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214 www.tijdschriftvoorseksuologie.nl Voorspelling van recidive bij zedendelinquenten met behulp van retrospectief gebruik van de PCL-R en SVR-20 Koen Koster,

Nadere informatie

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Kinder- en jeugdpsychiatrie Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Lucres Nauta-Jansen Tom, 14 jaar 14 jaar Verdacht van plegen van ontuchtige handelingen met 6 jarig buurjongetje

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/56521

Nadere informatie