JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol"

Transcriptie

1 Bewust, bekwaam, betekenisvol

2 INHOUD VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR 3 VERSLAG VAN RAAD VAN TOEZICHT 6 1. ORGANISATIE TERRA IDENTITEIT, VISIE, MISSIE EN BESTURINGSFILOSOFIE STRATEGISCHE BELEIDSDOELEN LEERLINGAANTALLEN KWALITEIT ONDERWIJSONTWIKKELINGEN IN-, DOOR- EN UITSTROOMBELEID KWALITEIT BEOORDELING SAMENWERKINGSVERBANDEN REGIONALE ONTWIKKELINGEN EN LECTORAAT PROJECTEN LEEROMGEVING INTERNATIONALISERING PRIVACYBELEID ARBO & VEILIGHEIDSBELEID INKOOP EN AANBESTEDEN HUISVESTING DIGITALISERING MEDEWERKERS PERSONEEL IN KERNCIJFERS PERSONEELSBELEID PROFESSIONALISERING FINANCIËN JAARREKENING BEGROTING CONTINUÏTEIT RISICOANALYSE TREASURY HELDERHEID IN DE BEKOSTIGING VAN HET BEROEPSONDERWIJS EN DE VOLWASSENENEDUCATIE 64 DEEL 2 JAARREKENING 66 DEEL 3 OVERIGE GEGEVENS 107 BIJLAGEN 113 2

3 VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR Alweer een jaar voorbij. Een jaar om trots op te zijn en daarom blikken wij graag met u terug op. Wij zijn heel blij dat we kunnen melden dat de onderwijskwaliteit in het voortgezet onderwijs op onze scholen door de inspectie van het onderwijs overal als voldoende tot goed is bestempeld. Bij het mbo is dat nog niet overal het geval, maar er wordt hard gewerkt om ook daar verbeterplannen in de praktijk te brengen. De positieve beoordeling door de inspectie is een geweldige beloning voor de scholen waar hard gewerkt is aan verbetertrajecten. Maar wij zijn ambitieus en daarom zijn we er nog niet. Op alle scholen wordt met veel inzet gewerkt aan een veilige, inspirerende leeromgeving waar onze leerlingen tot bloei kunnen komen. Om leerlingen deze kans te bieden is het belangrijk dat wij als werkgever ook de medewerker ruime ontwikkelkansen bieden. Een gemotiveerde leraar die enthousiast en geïnspireerd voor de klas staat is essentieel om ook de leerling te bieden wat hij/zij nodig heeft. TRANSITIE In de transitie stappen we verder. In zijn nieuwe managementstatuten vastgesteld en zijn de (regio) directeuren benoemd. Bij drie van de vier stichtingen zijn de plaatsingsprocedures voor de tweede managementlaag, de afdelingsdirecteuren/adjunctdirecteuren afgerond. Hierdoor was nogal een technisch jaar, maar dat was nodig om verder te kunnen. Nu is de leidinggevende laag min of meer in positie en kunnen de eerste stappen worden gezet richting teamvorming om teamgecentreerd te gaan werken. Ook hierin kiezen de stichtingen hun eigen methode en tempo. Gedurende het hele jaar hebben we ons laten inspireren door interessante sprekers en workshops. Sharda Nandram, Jasmijn Kester en Ben van der Hilst inspireerden een grote groep collega s tijdens een warme, zonnige dag in juni. Ben van der Hilst heeft ons op weg geholpen met teamvorming en blijft een aantal van onze scholen hier voorlopig in ondersteunen. Het symposium op de Dag van de Leraar was een groot succes, de hele zaal luisterde ademloos naar Claire Boonstra en ging daarna aan het werk in diverse workshops. Alexander Minnaert heeft zijn kennis en ervaring gedeeld met betrekking tot motivatie in teams door het benutten en inzetten van talenten. Ook binnen de stichtingen zijn mooie studiedagen georganiseerd door en voor collega s. Als bestuur spreken we een aantal keren per jaar met Adriaan Bekman die ons helpt in onze zelfreflectie. Naast deze prachtige bijeenkomsten met inspirerende mensen willen we ook graag benoemen dat wij vaak zeer geïnspireerd worden door onze collega s en leerlingen. We zien prachtige dingen gebeuren binnen onze stichtingen. Er ontstaan mooie samenwerkingen en innovatieve ideeën met durf om buiten de gebaande paden te stappen. En dat allemaal om goed onderwijs aan onze leerlingen te geven. Wij willen medewerkers graag aansporen hiermee verder te gaan en vooral leerlingen motiveren om hierover mee te blijven denken. BESTUURLIJKE AGENDA De vier stichtingen hebben in de afgelopen jaren vele pagina s ambities geformuleerd in beleidsstukken zoals strategische beleidsplannen, toekomstplannen/ ontwikkelplannen en schoolplannen. Als College van Bestuur willen we graag faciliteren dat deze plannen ook daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Daarom hebben we een bestuurlijke agenda opgesteld. Dit is niet meer en niet minder dan een selectie van de volgens ons belangrijkste thema s die overkoepelend zijn bij alle stichtingen en die zorgen voor het mogelijk maken van de plannen. Er zijn vier hoofdthema s: informatiebeleid, HRM, kwaliteit & control en Onderwijsgroep Noord in de maatschappij. Per hoofdthema is een regiegroep benoemd die gevormd wordt door directeuren waarbij inhoudelijke experts aanschuiven. De regiegroepen zijn net van start gegaan en zoeken nog naar de beste werkwijze. Zij zullen voor het betreffende thema de prioritering van projecten bepalen en de voortgang monitoren. Terugkoppeling vindt plaats in het OGNberaad (voorheen concernberaad). Omdat dit zeer omvangrijk en complex is hebben we de inhoud van de bestuurlijke agenda bijeengebracht in het Programma Instrumenten Bedrijfsvoering (werktitel) waarbij de programmasecretaris zorgt voor ondersteuning van projectleiders en monitoring van de voortgang. CONSTRUCTIE ONDERWIJSGROEP NOORD Onderwijsgroep Noord bestaat uit vier stichtingen die middels een personele unie (dezelfde personen vormen het College van Bestuur en dat geldt ook voor de Raad van Toezicht) aan elkaar verbonden zijn. Wat delen zij nog meer behalve het bestuur en het toezicht? Dat is een vraag die in regelmatig gesteld is. De drie onderwijsinstellingen (Dollard College, rsg de Borgen en Terra) delen ook de dienstverlening van de Ondersteunende Diensten (Stichting Onderwijsgroep Noord). Verder kunnen de stichtingen natuurlijk met elkaar samenwerken, van en met elkaar leren en best practices uitwisselen. Een wederzijdse verplichting is er niet, het moet vooral toegevoegde waarde hebben. Als bestuur hebben wij wel de ambitie om deze samenwerking zo goed mogelijk te faciliteren. Dat doen we door bijvoorbeeld een OGN-symposium te organiseren voor alle medewerkers, zodat collega s van de verschillende stichtingen elkaar leren kennen en door de bestuurlijke agenda OGN-breed uit te voeren. Aangezien wij met zijn tweeën het College van Bestuur 3

4 zijn van vier stichtingen wisselen wij regelmatig van pet. Vergaderingen waarin besluiten genomen worden betreffen een van de stichtingen. Als een besluit geldt voor alle vier de stichtingen, dan wordt dat besluit dus vier maal genomen en wordt dit opgenomen in vier verschillende besluitenlijstjes. In theorie zou deze constructie een lastige situatie kunnen opleveren, denk aan belangenverstrengeling. In de praktijk hebben wij dat nog nooit ervaren. Wij hebben nog geen besluiten hoeven nemen voor een van de stichtingen waarbij een van de andere stichtingen benadeeld werd. Als gevolg van onze constructie hebben wij te maken met twee cao s, de WMS en de WOR en met twee Codes Goed Bestuur. Omdat het aandeel van de vier stichtingen dat onder de cao mbo valt net iets groter is, kiezen wij ervoor ons te verantwoorden volgens de branchecode goed bestuur in het mbo. Overigens bevat de branchecode VO vergelijkbare thema s en inzichten, dus ook hierin herkennen wij ons. De inhoud van de code sluit mooi aan bij de werkwijze die wij ook nastreven met onze stichtingen. Bijvoorbeeld het voeren van de horizontale dialoog met belanghebbenden over strategisch beleid. Zo hebben wij gesprekken met externe stakeholders gevoerd als input van de strategische beleidsplannen. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat deze gesprekken gevoerd worden en was tegelijkertijd deelnemer. GOED BESTUUR De branchecode goed bestuur in het mbo maakt onderscheid tussen hard controls en soft controls. Dit herkennen wij volledig en dat is eigenlijk de kern van de transitie waar wij middenin zitten. Wij willen ruimte geven aan medewerkers en meer zeggenschap daar waar ook de beïnvloeding plaatsvindt. Tegelijk moet ook de kwaliteit geborgd worden en moet verantwoording afgelegd worden. Hoe krijg en houd je deze aspecten in balans? De start is gemaakt: veel dialoog, vallen en opstaan zullen uiteindelijk ook tot een antwoord op deze vraag leiden, maar daar zijn we nog niet. Een actueel onderwerp dat ook veel in de media is geweest is het declaratiegedrag van bestuurders. Om zo zuiver mogelijk te werken, tekent het ene CvB-lid de declaraties van de ander voor akkoord. Ook controleert de voorzitter Raad van Toezicht periodiek de declaraties van het college van Bestuur en rapporteert hierover in de RvT-vergadering. Ton Wennink trad in augustus 2015 aan als lid College van Bestuur. De rest van het jaar 2015 hebben we gebruikt om in te werken en op elkaar ingespeeld te raken. Daarom hebben we toen zoveel mogelijk samen gedaan. In hebben we een portefeuilleverdeling gemaakt. Ton is meer gericht op bedrijfsvoering, financiën en huisvesting, Astrid meer op de onderwijs(innovatie)kant, zoals het platform V(S) O-MBO in de provincie Groningen. Een aantal zaken doen we samen, zoals landelijk: de VO-raad, MBO-raad en AOC-raad. Eventuele werkgroepen of expertisegroepen verdelen we. Interne overleggen zoals het OGN-beraad of overleggen met de regiodirectie per stichting doen we samen. Thema s als onderwijskwaliteit en de aansturing van de directeuren hebben we bewust niet verdeeld, dat doen we samen. Overigens kan deze portefeuilleverdeling slechts gezien worden als een verdeling van aandachtsgebieden, want het spreekt vanzelf dat we samen verantwoordelijk zijn voor het geheel. VERANTWOORDING Als College van Bestuur zijn we gesprekspartner van de medezeggenschap. In ons geval betekent dat twee ondernemingsraden en twee medezeggenschapsraden. Sinds de (regio)directeuren zijn benoemd is een andere verdeling van bevoegdheden van toepassing en zijn we met de betrokken partijen in gesprek over wie het gesprek met de medezeggenschap voert op welk moment met welke agenda. Volgens de managementstatuten is de directie samen met het College van Bestuur gesprekspartner van de medezeggenschap. Binnen drie van de vier stichtingen wordt hier al handen en voeten aan gegeven, bij één stichting zijn we nog niet zo ver. Hoe dan ook zijn we regelmatig met elkaar in gesprek over wanneer de directie gesprekspartner is van de OR of MR, wanneer het bestuur en wanneer samen. Bij een aantal thema s is dat duidelijk, maar bij sommige ook niet. Gelukkig zijn we goed in dialoog met de betrokken partijen en hebben wij er alle vertrouwen in dat we hier op korte termijn goede, duidelijke afspraken over kunnen maken. Natuurlijk leggen wij als bestuur verantwoording af aan de inspectie van het onderwijs. Wij ervaren bij de inspectie steeds vaker een dialoog, waarbij de inspectie open staat voor onze zienswijze en ideeën. Daardoor ervaren we steeds vaker samenwerking met de inspectie en minder eenrichtingsverkeer waarbij wij verantwoording afleggen en de inspectie toezicht houdt. Wij zijn erg positief over deze ontwikkeling en vinden deze ook passen bij de transitie die wij als organisatie doormaken. SAMENWERKING Onderwijsgroep Noord beslaat met zijn vier stichtingen een groot geografisch gebied. Wij hebben vestigingen in de drie noordelijke provincies en dat betekent automatisch dat wij een groot netwerk hebben. Wij hebben te maken met veel verschillende partijen; overheden, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, samenwerkingsverbanden et cetera. Dat is een dynamisch geheel waarin veel belangen spelen. Wij zijn ons er zeer van bewust dat wij als onderwijsinstelling deze andere partijen nodig hebben. Wij hebben voor het uitoefenen van onze maatschappelijke taak andere partners nodig. Heel blij zijn wij met het Platform 4

5 V(S)O-MBO in de provincie Groningen. In dit platform participeren alle onderwijsbesturen en de doelstelling van dit platform is om er samen voor te zorgen dat we kwalitatief goed onderwijs in de hele provincie kunnen bieden in deze tijden van leerlingen/bevolkingskrimp. In Drenthe is een mooie samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot entree-opleidingen gesloten. Ook hier weten onderwijspartners elkaar te vinden. Op kleinere schaal werken we nauw samen met andere scholen, lokale overheden en soms andere maatschappelijke partners. Ook vindt ons onderwijs regelmatig de weg naar het bedrijfsleven waar we prachtige samenwerkingen mee aangaan. Kortom, als onderwijsinstelling staan we middenin de maatschappij. In hebben we al veel bereikt. We hebben de stip op de horizon nog niet binnen handbereik. Daarom kijken wij uit naar de volgende jaren. Het jaar 2017 zal vooral in het teken staan van vooruitkijken. Systemen aanpassen aan de nieuwe organisatiestructuur en aan de slag met meerjarenhuisvestingsplannen, strategische personeelsplanning, beleidsrijke meerjarenbegrotingen, nieuwe onderwijsconcepten en een beter beeld krijgen van de toekomst van Onderwijsgroep Noord. En dat alles voor duurzaam betekenisvol onderwijs voor onze leerlingen en studenten in onze regio s. Groningen, 15 maart 2017 Astrid Berendsen en Ton Wennink College van Bestuur 5

6 VERSLAG VAN RAAD VAN TOEZICHT Onderwijsgroep Noord is in ontwikkeling. Van een centrale aansturing is enkele jaren geleden gekozen voor een meer decentrale aansturing. Medewerkers krijgen meer zeggenschap en invloed op hun eigen werk. Om deze verandering mogelijk te maken was een andere organisatiestructuur nodig. Vele voorbereidingen gingen hier aan vooraf en in hebben diverse van deze structuurwijzigingen hun beslag gekregen. De Raad van Toezicht heeft deze veranderingen aangegrepen om ook naar zichzelf te kijken. Hoe zie je je rol als Raad van Toezicht binnen deze veranderende organisatie? In het najaar van 2015 hebben wij als Raad van Toezicht een governancetraject doorlopen onder begeleiding van een externe gespreksleider. De uitkomst van dit traject bestaat uit meerdere inzichten, waaronder een visie op toezicht houden die wij in begin hebben vastgesteld. Vanzelfsprekend heeft dit geleid tot onderlinge gesprekken over de gevolgen van deze visie. Een visie formuleren is een mooi uitgangspunt, maar wat betekent dit in de praktijk? Ook heeft dit traject geleid tot een kritische houding ten aanzien van de vergaderingen. Wij hebben afgesproken iedere vergadering te besluiten met een korte evaluatie van de vergadering in zijn geheel en van de verschillende deelnemers. Wij zetten ons graag in voor de organisatie, maar willen ook wezenlijk iets bijdragen. Wij kiezen voor een zelfkritische houding, omdat we vooral efficiënt en effectief willen zijn als Raad van Toezicht. BIJEENKOMSTEN In heeft de raad zeven maal met het bestuur vergaderd. Vier keer bij Ondersteunende Diensten (voorheen het bestuursbureau) en drie keer op onderwijslocaties. Tijdens de informele bijeenkomsten op de onderwijslocaties wordt per keer een onderwijsstichting bezocht en spreekt de Raad van Toezicht ook de medezeggenschapsraad of ondernemingsraad van de betreffende stichting. Door het informele contact met medewerkers en leerlingen heeft de raad de mogelijkheid om de school beter te leren kennen. Tijdens een van de vergaderingen bij Ondersteunende Diensten heeft de raad de ondernemingsraad van stichting Onderwijsgroep Noord ontmoet. Verder is er extra overleg geweest, omdat het College van Bestuur de raad wilde informeren over een aantal risicodossiers en heeft de raad tijdens een extra bijeenkomst aan het bestuur een terugkoppeling gegeven op het governancetraject (waaronder de visie op toezicht houden van de RvT) van Alle bijeenkomsten worden voorbereid door de voorzitter Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de bestuurssecretaris. Enkele onderwerpen keren periodiek terug op de agenda van de vergaderingen. Sommige jaarlijks, sommige enkele keren per jaar. Wanneer dat toegevoegde waarde heeft, wordt een interne of externe deskundige uitgenodigd in de vergadering om een toelichting op een bepaald onderwerp te geven. De accountant schuift eenmaal per jaar aan om het jaarverslag toe te lichten. Met een nieuwe organisatiestructuur en bijbehorende bevoegdheden vonden wij het vanzelfsprekend om ook te kijken naar onze eigen positie binnen de organisatie. Als alle rollen veranderen, verandert die van de toezichthouder ook. Als gevolg hiervan hebben we besloten dat wij actief willen uitdragen dat we de transitie een belangrijke en goede ontwikkeling vinden en daarom hebben wij als Raad van Toezicht het initiatief genomen voor een inspiratiedag voor medewerkers uit alle geledingen. Ook willen wij graag vaker in gesprek met medewerkers. Wij willen in deze gesprekken het vak centraal zetten en met dit uitgangspunt willen we graag luisteren naar wat de medewerkers ons te vertellen hebben. Wij starten dit als experiment, maar we hebben er alle vertrouwen in dat we in de loop van de tijd een mooie manier zullen vinden om met alle geledingen van de organisatie in gesprek te zijn. Wij zijn ons er terdege van bewust dat onze rol in deze contacten heel duidelijk is: wij halen informatie, ervaringen en denkbeelden op, maar brengen weinig anders dan een luisterend oor. De eerste afspraak voor zo n horizontale dialoog staat gepland in

7 ONDERWERPEN DIE IN AAN BOD KWAMEN Externe ontwikkelingen: regiotafels provincie Groningen, specifiek samenwerking Dollard College - Ubbo Emmius; de Raad van Toezicht is vele malen geïnformeerd door het College van Bestuur en heeft ingestemd met het voorstel om een regiestichting op te richten; (ingestemd met) samenwerkingsovereenkomst Drentse aanpak Entree-opleidingen; terrein suikerfabriek Groningen, Gebiedscoöperatie Westerkwartier, nieuwbouwplannen verschillende locaties; OGN 2032: welke ontwikkelingen zien wij in het onderwijs en wat betekent dat voor Onderwijsgroep Noord. Bedrijfsvoering/onderwijs(kwaliteit): jaarrekeningen en jaarverslagen 2015 (goedgekeurd); begrotingen (goedgekeurd); risicodossiers; onderwijskwaliteit: in gesprek op twee verschillende niveaus. Hoe staan de onderwijsinstellingen ervoor en hoe houd je hier toezicht op als Raad van Toezicht; inspectieonderzoek naar organisatievorm Onderwijsgroep Noord in oktober (hiervan is het rapport nog niet ontvangen, maar wel een telefonische terugkoppeling) tractorsimulator; informatie van Platform Raden van Toezicht + vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI) + andere relevante informatie; portefeuilleverdeling College van Bestuur besproken (goedgekeurd); transitie Onderwijsgroep Noord, in totaal + specifieke situatie per stichting; nieuwe treasurystatuut: nieuwe regeling beleggen, lenen en derivaten met ingang van 1 juli (15 december vastgesteld door Raad van Toezicht ); beleidsrijke begroting: nieuwe manier van Planning & Control cyclus inrichten, inclusief beleidsrijk begroten. Interne Raad van Toezicht onderwerpen: gesprekken met medezeggenschap; WNT: bezoldiging College van Bestuur en Raad van Toezicht; twee keer de procedure werving en selectie met aandacht voor diversiteit in combinatie met specifieke kennis/ervaring en het zich kunnen vinden in de door de Raad van Toezicht geformuleerde visie op toezicht houden. Dit heeft geleid tot twee benoemingen van een nieuw lid Raad van Toezicht; interne zaken; declaraties Raad van Toezicht en College van Bestuur, afschaffing fictief dienstverband, hoogte bedrag afscheidscadeau Raad van Toezicht; bestuurlijke agenda als input voor werkagenda Raad van Toezicht; in is er geen zelfevaluatie gedaan in verband met de relatief nieuwe samenstelling Raad van Toezicht en het eind 2015 afgeronde governancetraject. Wel is binnen de raad gesproken over nevenactiviteiten van de leden en het voorkomen van/alert zijn op eventuele belangenverstrengeling. INFORMATIE Als Raad van Toezicht vinden wij het belangrijk om informatie via verschillende bronnen te verkrijgen. Dat is in lijn met de branchecode waarin genoemd wordt dat goed bestuur en goed toezicht wint aan kwaliteit wanneer voldoende tegenspraak georganiseerd wordt. Daarom woont (een vertegenwoordiging van) de raad informele bijeenkomsten, symposia en lezingen bij die intern georganiseerd worden. Ook zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd over de samenwerking tussen Dollard College en Ubbo Emmius en vanzelfsprekend was ook hier de raad aanwezig. Tijdens de locatievergaderingen benutten we de gelegenheid om in gesprek te gaan met de medezeggenschapsorganen, medewerkers en leerlingen. Ook willen wij onze kennis met betrekking tot toezichthouden up-to-date houden. Zo hebben wij de Dag van het Toezicht, georganiseerd door de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) bijgewoond, bezoekt de voorzitter de bijeenkomsten van het Platform Raden van Toezicht, een open netwerk van/ voor Raden van Toezicht in het MBO georganiseerd door de MBO-raad en wordt de informatie van dit platform altijd gedeeld onder alle leden van de raad. Het spreekt vanzelf dat wij ook ontwikkelingen volgen waar het gaat om ontwikkelingen met betrekking tot toezicht houden of gewijzigde wet- en regelgeving. De VTOI, VO-raad en MBO-raad zijn belangrijke informatiebronnen, maar ook halen wij informatie en inspiratie van websites, uit boeken en natuurlijk uit onze gesprekken met medewerkers en leerlingen. WERKGEVER De Raad van Toezicht is werkgever van het College van Bestuur. De remuneratiecommissie adviseert de raad over de werkgeversrol. De commissie voert namens de raad het HRM-gesprek met het College van Bestuur. In is het HRM-gesprek gevoerd met het lid College van Bestuur en naast functioneren en ontwikkeling van persoon en organisatie was ook de bezoldiging een gespreksonderwerp. De remuneratiecommissie heeft de inhoud van het gesprek voorbereid in een besloten RvTvergadering en heeft ook deze wijze een terugkoppeling op het HRM-gesprek gegeven. Het gesprek met de voorzitter College van Bestuur heeft pas begin 2017 plaatsgevonden. 7

8 BEZETTING RAAD VAN TOEZICHT In eindigde van twee leden van de Raad van Toezicht de tweede en laatste termijn. Er is in het voorjaar van een werving- en selectieprocedure uitgevoerd. Omdat de vertrekkende leden ook de auditcommissie vormden, werd gezocht naar geschikte kandidaten die niet alleen passen in het algemene profiel, maar ook een financieel/bestuurlijke achtergrond meebrengen. De selectiecommissie heeft Klaas Johan Roffel voorgedragen als opvolger van Frits Migchelbrink en dit advies heeft de raad overgenomen. In het najaar van is opnieuw een werving- en selectieprocedure gestart. Naar aanleiding van deze procedure is mevrouw Pipien Silvius-Voogd benoemd als nieuw lid van de Raad van Toezicht en opvolger van Harm Holman. De beide nieuwe leden vormen ook samen de auditcommissie. Met de benoeming van twee relatief jonge leden, van wie één vrouw, is de wens van de raad om de diversiteit in het team te vergroten vervuld. Rooster van aftreden Raad van Toezicht Onderwijsgroep Noord per 1 januari 2017 Naam Aftredend en herkiesbaar per Aftredend en niet herkiesbaar per Rol / Commissie Mevr. E.M. Pastoor-Meuleman Voorzitter RvT / Remuneratiecommissie Dhr. T. Wagenaar Vice-voorzitter RvT / Remuneratiecommissie Dhr. E. van Zuidam Kwaliteitszorgcommissie Dhr. M. Krijnsen Kwaliteitszorgcommissie Dhr. K.J. Roffel Auditcommissie Mevr. C. Silvius-Voogd Auditcommissie SPARRINGPARTNER Als actieve en betrokken Raad van Toezicht zijn wij voortdurend in gesprek met het College van Bestuur, medewerkers en leerlingen over onze toezichthoudende rol. Hoe willen wij toezicht houden? Hoe weten wij dat de onderwijskwaliteit op voldoende niveau is en wie bepaalt waar de lat ligt? Hoe weten we dat de organisatie financieel gezond is en de continuïteit geborgd is? Wij willen niet herhalen wat de inspectie van het onderwijs al doet en de rol van het ministerie van OCW willen we ook niet kopiëren, maar hoe krijgen we toch antwoord op onze vragen? Wij vragen rapportages waarin het College van Bestuur verantwoording aflegt over belangrijke onderwerpen. Samen bespreken we waar de lat ligt, deels bepaald door extern opgelegde kaders (wet- en regelgeving) en deels door eigen ambities van de organisatie. Hierin verschillen de stichtingen soms van inzicht en dat is mooi. De drie onderwijsstichtingen zijn erg verschillend in veel opzichten. Dat maakt het voor de hand liggend dat ambities ook verschillen. Wij treden de stichtingen met grote belangstelling tegemoet, maar zijn tegelijk ook kritisch. Wij zijn geïnteresseerd in de motivatie die ten grondslag ligt aan de zelf geformuleerde ambitie en in de reden waarom bepaalde doelstellingen wel of niet behaald zijn. Gezien de complexe wereld waarin wij leven en de dynamiek die dat oplevert voor een onderwijsinstelling zijn wij als Raad van Toezicht naast toezichthouder ook graag sparringpartner van het College van Bestuur. Wij werken samen op basis van transparantie en vertrouwen en dat maakt dat we informatie vaak al in een vroeg stadium met elkaar delen. Hierdoor kunnen wij actief meedenken met het bestuur en kunnen we ook regelmatig optreden als sparringpartner van het bestuur. De transitie waar de organisatie middenin zit in combinatie met externe ontwikkelingen zoals leerlingenkrimp, razendsnelle technologische ontwikkelingen en wijzigingen in wet- en regelgeving maken het niet gemakkelijk om altijd de juiste beslissingen op het goede moment te nemen en dan pakken wij graag onze rol als sparringpartner. 8

9 VANUIT DE COMMISSIES RAAD VAN TOEZICHT Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie heeft een hrm-gesprek met het lid College van Bestuur gevoerd. Het gesprek met de voorzitter College van Bestuur zal plaatsvinden in Ook het onderwerp scholing komt als aan bod. De remuneratiecommissie heeft de inhoud van het gesprek voorbereid in een besloten Raard van Toezicht-vergadering en heeft ook op deze wijze een terugkoppeling op het HRM-gesprek gegeven. Verder heeft de remuneratiecommissie zitting genomen in de beide sollicitatieprocedures voor lid Raad van Toezicht. In totaal heeft de remuneratiecommissie in deelgenomen aan vijf bijeenkomsten. Auditcommissie De auditcommissie heeft drie maal vergaderd, waarvan twee maal ook met de accountant. Onderwerpen waar de auditcommissie zich in verdiept heeft zijn: begroting; jaarverslag/jaarrekening; nieuwbouw Terra Emmen; financiële situatie rsg de Borgen. Kwaliteitscommissie De kwaliteitscommissie is vier maal bij elkaar geweest en heeft zich gebogen over de volgende vraagstukken: hoe houd je als Raad van Toezicht toezicht op onderwijskwaliteit (anders dan bijvoorbeeld de inspectie); het begrip kwaliteit wordt breed opgevat. Hieronder valt bijvoorbeeld ook : hoe gaat het met de transitie, hoe tevreden zijn medewerkers, leerlingen en ouders; initiatief genomen om een congres met Wouter Hart en Danielle Braun te organiseren; in gesprek met teams in de scholen: experiment starten. Groningen, 15 maart 2017 Namens de Raad van Toezicht, Elly Pastoor-Meuleman, voorzitter 9

10 1. ORGANISATIE 1.1 Terra Terra is een opleidingscentrum dat praktijkonderwijs, vmbo-groen, het Groene Lyceum, mbo en volwassenenonderwijs (TerraNext) aanbiedt in de provincies Drenthe, Groningen en Friesland. Onze opleidingen hebben een groen karakter, wat inhoudt dat de opleidingen te maken hebben met groen, voeding, dier, natuur & milieu. ORGANISATIE Organogram Raad van Toezicht College van Bestuur Terra heeft 12 vestigingen. Mbo-opleidingen worden aangeboden in Assen, Emmen, Groningen, Meppel en Winschoten, vmbo-groen-opleidingen in Assen, Eelde, Emmen, Meppel, Oldekerk, Winsum en Wolvega. Het Groene Lyceum wordt aangeboden in Assen, Eelde, Emmen, Meppel, Winsum en Wolvega. Praktijkonderwijs wordt aangeboden in Winsum. Het volwassenenonderwijs (TerraNext), tenslotte, wordt geregisseerd vanuit Eelde - verzorgd op één van onze vestigingen of bij een bedrijf of instelling in company. Terra maakt samen met het Dollard College en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. vmbo-groen Assen Eelde Emmen Meppel Oldekerk Winsum Wolvega Ondersteunende Diensten Het Groene Lyceum Assen Eelde Emmen Meppel Winsum Wolvega Regiodirecteuren Praktijkonderwijs Winsum mbo Assen Emmen Groningen Meppel Winschoten TerraNext Eelde 10

11 GOVERNANCE Terra is een organisatie voor Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie (BVE) en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft Terra een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de weten regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Terra is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd. Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij Terra uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun corporate governance beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht. In de statuten van Terra is rekening gehouden met de bepalingen van de Governance Code BVE. In verband hiermee zijn tevens reglementen vastgesteld voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld. Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht conformeren zich aan de branchecode goed bestuur in het MBO en volgen publicaties en aanbevelingen van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) op de voet. De Raad van Toezicht kent een remuneratiecommissie, een commissie kwaliteitszorg en een auditcommissie. De Raad van Toezicht heeft in het najaar van 2015 een governancetraject doorlopen, omdat de raad wilde bepalen op welke wijze hij het beste kan aansluiten bij de organisatieontwikkelingen. Als resultaat van dit traject is een visie op toezicht houden geformuleerd. De Raad van Toezicht werkt vanuit deze visie met inachtneming van alle wet- en regelgeving en branchecodes verder aan de veranderende invulling van zijn taak. TRANSITIE In 2013 heeft Onderwijsgroep Noord een transitie ingezet. De bedoeling van de transitie is verantwoordelijkheden binnen de organisatie daar te beleggen waar de beïnvloeding plaatsvindt, zodat we het goede goed doen voor onze leerlingen. Dat betekent dat medewerkers meer invloed op hun eigen werk krijgen. Dat betekent ook dat de organisatie minder centraal aangestuurd wordt en dat gekozen wordt voor horizontaal leiderschap. De transitie heeft de afgelopen jaren meer en meer vorm gekregen. In de eerste helft van is het Ontwikkelplan Terra Onderweg naar een teamgecentreerde organisatie verschenen. In dit richtinggevend document is vanuit de missie, identiteit, visie en kernwaarden van Terra, beschreven op welke wijze Terra de komende jaren de verdere ontwikkeling van de organisatie vorm wil geven. Kern van deze structuurwijziging is, dat Terra zich gaat inrichten op basis van (kleine) onderwijsteams, ingericht rondom een groep leerlingen. Elk team is daarbij verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van deze ( 80 tot 100) leerlingen. De regiodirectie van Terra heeft er voor gekozen om het Ontwikkelplan een open einde te geven. Het Plan biedt een vijftal kaderstellende inrichtingsprincipes waarbinnen aan de leraren van elke vestiging de ruimte wordt gegeven om naar eigen inzicht vorm en inhoud te geven aan de teamvorming. Het is de stellige overtuiging van de regiodirectie dat het juist de leraren zijn, die weten in welke setting leerlingen tot optimale leerprestaties kunnen komen. Bovendien is de verwachting van Terra dat deze leidende participatie van leraren meer werkplezier en betrokkenheid gaat opleveren. Het Ontwikkelplan kent ook een publieksversie: een in november gepresenteerde videoscribe Teams in Terra met in de hoofdrol Tim en zijn ontwikkelgroei op en na Terra. In september is het proces om tot deze teamgecentreerde organisatie te komen van start gegaan met een tweetal studiedagen voor alle leidinggevenden van Terra en een aantal adviseurs. Onder leiding van Ben van der Hilst, schrijver van het boek Blauwdruk voor een emergente school is gewerkt aan de nieuwe structuur van elke vestiging: Welke teams ( leerwegeenheden) wil de vestiging gaan inrichten. In november is vervolgens het participatietraject van en voor elke medewerker formeel van start gegaan middels een viertal regionale inspiratiesessies waarin de bedoeling van het werken in teams op Terra centraal heeft gestaan. In december is met de ondernemingsraad overeenstemming bereikt over het bestuursreglement, dat aan de nieuwe organisatiestructuur en besturingsfilosofie is aangepast. Daarbij is het aspect met betrekking tot de rol van het WOR-bestuurderschap van de regiodirectie lange tijd een belangrijk onderdeel van de discussie geweest. Na tussenkomst van de 11

12 landelijke Bedrijfscommissie is duidelijk geworden dat er geen juridische bezwaren zijn tegen het beleggen van de rol van het WOR-bestuurderschap bij de regiodirecteuren. Er is daarbij afgesproken dat deze verandering van rol zich langs de weg van de geleidelijkheid zal gaan ontwikkelen en op 1 augustus 2018 in zijn geheel zal zijn geformaliseerd. Aan het begin van het schooljaar heeft de formele benoeming van de regiodirecteuren plaatsgevonden. Ook is toen besloten dat tot 1 augustus 2018 de regiodirectie tijdelijk zal bestaan uit 5 personen. Deze vijfde persoon is niet verbonden aan een regio, maar is belast met de Terra- brede samenhang, een aantal Terra- brede portefeuilles (in het bijzonder het strategisch personeelsbeleid) en is de gespreksleider van het overleg van de regiodirectie. Het kalenderjaar is evenwel niet afgesloten met één vacature, maar met een drietal. Dit vanwege het feit dat twee regiodirecteuren hun functie om uiteenlopende redenen in december hebben neergelegd. In het najaar is het reglement rondom de selectie en plaatsing van de tweede managementlaag vastgesteld, waardoor begin 2017 de procedure daarvoor gestart kan worden. Het gaat hierbij om de functie van afdelingsdirecteur; een nieuwe o.b.p- functie voor Terra waarop in de eerste fase van de selectieprocedure alle zittende teamleiders en adjunct- directeuren kunnen reageren. Het aantal afdelingsdirecteuren op elke vestiging is afhankelijk van de grootte, met dien verstande dat elk managementteam uit minimaal twee personen zal bestaan. De toerusting van de afdelingsdirecteuren voor hun nieuwe rol en taak heeft bijzondere aandacht. In november is daartoe reeds een aanzet gegeven door elke toenmalige leidinggevende de mogelijkheid te bieden deel te nemen aan de persoonlijk leiderschapstraining Succesvol Leiderschap. Dit traject zal in 2017 een vervolg krijgen. 1.2 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie IDENTITEIT In 2013 hebben het College van Bestuur, de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs de identiteit van Onderwijsgroep Noord besproken. Deze identiteit is het vertrekpunt voor de (hernieuwde) identiteit van Terra, die in mei 2014 is vastgesteld en vastgelegd in een zogenaamd identiteitsbewijs. Kort samengevat houdt dit in: we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk en waardevol voor hen is; we zien mensen; we verbinden ons aan onze belanghebbenden; we zoeken anderen op en stellen hun belang voorop; we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol; gemeenschappelijk versterkend: gericht werken aan oplossen van gemeenschappelijke vraagstukken; bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen, weten wat je voor elkaar kunt betekenen. VISIE Onze visie op de relatie tussen samenleving en onderwijs Een school draagt bij aan de wereld van morgen. In die wereld nemen de functie en het belang van groen voor de samenleving steeds verder toe. Dit vraagt om een nieuwe groene economie, waarin balans is tussen economie, milieu en het welzijn van de mens. Terra draagt met haar groene onderwijs hieraan bij. De school heeft echter niet per definitie antwoord op elk (nieuw) maatschappelijk vraagstuk. Iedereen moet weten wat ze van onderwijsinstellingen mogen verwachten en wat niet. Wij willen onderwijs zien dat de regie neemt 12

13 en haar rol duidelijk maakt. Onderwijs dat ambitieus en realistisch tegelijkertijd is. Onderwijs dat anderen aanspreekt op hun deel van de verantwoordelijkheid in het bereiken van gemeenschappelijke doelen. En we willen scholen zien die anticiperen op ontwikkelingen. Om dit te bereiken is een voortdurende open dialoog nodig met onze partners in de regio. Letterlijk en figuurlijk de deuren openzetten zodat er wederzijds begrip ontstaat en inzicht in de vraagstukken waarvoor wij gezamenlijk staan. Wij willen van onze partners leren en ook onze kennis delen. Op deze manier kunnen wij de regio versterken. De verbinding tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven zorgt ervoor dat opleiden en innoveren goed samen gaan. Groene kennis en kunde zijn essentieel voor een gezonde economie. Terra als centrale plaats in de ontwikkeling van mensen in de brede zin van het woord. We begeleiden jongeren en volwassenen en geven hen voldoende bagage mee voor een zinvol bestaan. Als we daarin slagen heeft ons onderwijs de plek in de samenleving die het in onze ogen verdient en hoort te hebben. Onze visie op onderwijs We willen onderwijs zien dat de toon zet waar het gaat om leren, talentontwikkeling en het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Wij willen betekenisvol onderwijs zien, onderwijs dat geen andere grenzen accepteert dan de grenzen van de ambities en talenten van mensen die aan haar worden toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat (jonge) mensen uitdaagt om te ontdekken waarvoor ze staan, wat hen drijft, waarin ze goed zijn en wat ze waard zijn. Steevast vanuit de overtuiging dat iedereen iets wil en kan betekenen voor anderen. Zo creëert onderwijs mede de voorwaarden voor mensen om waardevol te zijn en te kunnen presteren: in hun persoonlijke leven, in hun professionele leven en als burger in onze samenleving (een leven lang leren). Dat geldt voor onze leerlingen en voor onze medewerkers. MISSIE Wij helpen jongeren en volwassenen om een waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen ogen als in de ogen van anderen. Wij helpen hen om succesvol te zijn in de samenleving, in het vervolgonderwijs en in het beroep van hun keuze. Een belangrijk onderdeel van onze rol is dat wij hen zelf leren ontdekken, keuzes maken en kansen zien. Wij begeleiden hen daarbij en rusten hen zo goed mogelijk toe om hun doelen te bereiken. We zijn trots op onze onderwijstraditie en ervaring. We laten mensen ontdekken en bepalen wat waardevol en belangrijk voor hen is. Terra neemt geen genoegen met de rol van traditionele (beroeps)opleider, hoe goed we dat ook doen. Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen. We dagen jongeren ook uit om betekenisbewust te worden. Hiermee bedoelen we dat leerlingen die afkomstig zijn van Terra bekwame (vak) mensen zijn, die bovendien weten welke bijzondere waarde ze voor anderen kunnen en willen hebben. We drukken deze missie uit in onze merkbelofte: bij Terra worden mensen bewust, bekwaam en betekenisvol. BESTURINGSFILOSOFIE Vanuit identiteit is de besturingsfilosofie vastgesteld. Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de leerling centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat in onze besturingsfilosofie de medewerker centraal staat. Wat hebben onze medewerkers nodig om de belofte aan de leerling waar te maken? Centraal staat de professional, in zijn betekenis voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust van hun drijfveren, passie en mogelijkheden. Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie: de medewerker krijgt professionele ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te handelen. De verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk in de organisatie belegd, daar waar de beïnvloeding mogelijk is. Samen werken = samen sterker. Inspirerend en coachend leiderschap: management creëert condities waaronder medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken. Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van iedere medewerker: talentontwikkeling. Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling: centraal wordt het wat vastgesteld, decentraal het hoe. 1.3 Strategische beleidsdoelen STRATEGISCHE KOERS In 2015 is het strategisch beleid voor de komende vier jaar vastgesteld. De ambitie is een leven lang leren voor de leerling, de medewerker en in verbinding met de regio. Om deze ambitie te kunnen waarmaken, moeten personeelsbeleid, de kwaliteitszorg, de inzet van financiële middelen, de huisvesting en het ICT beleid de ambitie ondersteunen. Terra koerst daarom op: toekomstbestendig personeelsbeleid. De komende jaren wil Terra haar strategisch personeelsbeleid verder ontwikkelen. Modern onderwijs vraagt om andere vaardigheden dan traditioneel onderwijs. Er wordt een sterk beroep gedaan op de ontwikkelcapaciteit en het persoonlijk leiderschap van de docent; kwaliteitszorg. Er is aandacht voor kwaliteitsdenken. Kwaliteitsontwikkeling is niet voorbehouden aan het management. Wij gaan meer methodisch en integraal werken vanuit teams. Medewerkers krijgen meer eigenaarschap voor de ontwikkeling van het onderwijs; 13

14 financieel beleid. Er wordt een budget gevormd om professionalisering een impuls te geven, om de relatie met de omgeving te versterken en om inhoud te geven aan de begrippen groen en duurzaamheid. We gaan op zoek naar andere verdienmodellen, ontwikkelen risicomanagementbeleid en bundelen additionele middelen; huisvesting. Voor zover onze gebouwen nog niet zijn toegerust voor projectmatig en gepersonaliseerd onderwijs, zullen wij proberen om de komende jaren de gewenste wijzigingen aan te brengen. Daarnaast willen wij onze scholen groen en duurzaam maken; ICT beleid. Innovatief onderwijs met begrippen als: gepersonaliseerd leren, 21 century skills maar ook het regioleren vraagt om een andere samenstelling van de leermiddelenmix. De leermiddelen moeten onafhankelijk van tijd en plaats beschikbaar zijn. Om dit te realiseren zal het gebruik van persoonlijke devices (laptops of tablets) toenemen. Het strategisch beleidsplan geeft de koers aan voor de komende jaren. De medewerkers krijgen de mogelijkheid en de ruimte om, onder andere via het schoolplan en afdelings- of teamplannen, invulling te geven aan deze koers. 1.4 Leerlingaantallen Leerlingen per opleiding/leerweg Vmbo Lwoo PrO BOL BBL Totaal Leerlingen per vestiging Terra Emmen MBO Terra Groningen MBO Terra Meppel MBO Terra Assen MBO Terra Winschoten MBO TerraNext Terra Assen VO Terra Eelde VO Terra Emmen VO Terra Meppel VO Terra OldekerkVO Terra Winsum VO Terra Wolvega VO Totaal

15 2. KWALITEIT 2.1 Onderwijsontwikkelingen ONDERWIJSONTWIKKELINGEN VO In het strategisch beleidsplan is de richting waarin Terra zich de komende vier jaar ontwikkelt beschreven. Nadat het Strategisch Beleidsplan in mei 2015 is vastgesteld heeft een nadere concretisering plaatsgevonden binnen het schoolplan. Het schoolplan kent een wettelijke basis en is in januari formeel vastgesteld. Het schoolplan vormt de basis voor het beleid op de verschillende vestigingen van Terra en geeft hiermee richting aan de ontwikkelingen op de vestigingen. De ontwikkelingen op de vestigingen lopen op sommige punten uiteen, maar liggen op andere vlakken dicht bij elkaar. Immers, iedere vestiging heeft te maken met dezelfde wettelijke kaders, landelijke ontwikkelingen en trends. Binnen Terra vo is het tevens van belang dat iedere vestiging zijn eigenheid kan behouden en ontwikkelen en kan aansluiten op de eigen regio. Van beleid naar implementatie Terra kent de volgende beleidscyclus: Schoolplan SBP VJP/teamplan Ontwikkelplan het strategisch beleidsplan wordt voor een periode van 4 jaar vastgesteld; het schoolplan wordt voor een periode van 4 jaar opgesteld en is een afgeleide van het SBP. De onderwijskundige ambities worden op hoofdlijnen beschreven; het ontwikkelplan beschrijft op hoofdlijnen de organisatorische ontwikkeling binnen Terra (transitie). Voornaamste kenmerk is de ontwikkeling naar een teamgecentreerde organisatie; de ambities vanuit het schoolplan en het ontwikkelplan worden jaarlijks door de vestigingen uitgewerkt in een vestigingsjaarplan. 15

16 De onderwijskundige ambities zoals beschreven in het schoolplan zijn hoog. Daarnaast is Terra in transitie. Dit heeft invloed op de onderwijskundige ontwikkelingen. De onderwijskundige ambities worden dan ook gefaseerd opgepakt. Voor het schooljaar hebben alle vestigingen hun vestigingsjaarplan met daarin de speerpunten voor het schooljaar gemaakt. Er is gekozen voor een viertal gezamenlijke thema s (vernieuwing vmbo en LOB, Het groene Lyceum, inzet ICT in het onderwijsleerproces en teamvorming). Er is een document monitoring en evaluatie schoolplan opgesteld om de voortgang van de onderwijskundige ambities te monitoren en jaarlijks te evalueren (pdca), zowel Terrabreed als op de eigen vestiging. Vernieuwing beroepsgerichte examenprogramma s Op alle vestigingen heeft ook in het teken gestaan van de vernieuwing van het beroepsgerichte programma in de bovenbouw. Terra heeft een heroverweging gemaakt over de startdatum van de invoering. Scholen hebben namelijk de vrijheid om in of in 2017 te starten. De vestigingen Meppel, Assen, Emmen en Wolvega zijn per augustus van start gegaan. De vestigingen Eelde, Winsum en Oldekerk nemen nog een jaar langer de tijd en starten per augustus De Terrabrede regiegroep stuurt en monitort dit proces. Uitgangspunt is om maximaal gezamenlijk op te trekken en van elkaar te leren. In deze vernieuwing van het beroepsgerichte programma maken 33 beroepsgerichte programma s plaats voor tien profielen. Deze profielen sluiten beter aan op vervolgopleidingen in het mbo en houden rekening met verschillende leerroutes van leerlingen. Alle vestigingen bieden het profiel Groen aan, aangevuld met keuzevakken. Het lesmateriaal van enkele groene keuzevakken wordt gezamenlijk ontwikkeld. De vernieuwing wordt ingezet voor de verwezenlijking van de ambities zoals genoemd in het Schoolplan : leerlingen ontdekken in een doorlopende leerlijn wat ze willen, kunnen en welke keuzes ze het best kunnen maken ten aanzien van hun (leer)loopbaan. Leren en ICT Alle vo vestigingen zijn gestart met de inzet van een laptop in bepaalde pilotklassen binnen het eerste leerjaar. Daarmee wordt ervaring opgedaan ten aanzien van het inrichten van een ICT-rijke leeromgeving. De pilots zijn geëvalueerd en elke vestiging heeft een Plan van Aanpak voor het schooljaar gepresenteerd. Het doel voor dit schooljaar is dat we met elkaar meer diepgang willen verkrijgen met betrekking tot het inzetten van ICT in het onderwijsleerproces. Daarbij willen we concrete doelen bereiken, die elke vestiging zelf geformuleerd heeft. De focus zal liggen op de didactische en onderwijskundige aspecten; meer vorm en inhoud geven aan differentiatie, activerende didactiek en zinvolle ICT-toepassingen. De groep docenten zal gedurende het jaar ondersteund worden, zodat kennis en ervaring gedeeld worden en er op verdiepingsvragen ingespeeld kan worden. Tijdens het schooljaar zal een nieuwe groep docenten voorbereid worden op het werken met laptops in het onderwijsproces voor het schooljaar Vanzelfsprekend wordt daarbij gebruik gemaakt van de opgedane ervaringen. Het resultaat moet het antwoord zijn op de volgende vragen: welke toegevoegde waarde kan de inzet van ICT in het onderwijs hebben? welke mogelijkheden biedt het werken met laptops voor differentiatie en activerende didactiek? wat betekent het werken met laptops voor de kennis en kunde van onze docenten, wat vraagt dit van hen? welke leermiddelenmix gebruiken we hierbij? HET GROENE LYCEUM Met ingang van augustus is het Groene Lyceum op alle vestigingen volledig ingevuld. Dat betekent ook dat de groei in het aantal leerlingen als gevolg van uitbouwen van de opleiding is gestopt. Per oktober telde het Groene Lyceum 626 leerlingen. De volgende tabel laat de verdeling over de vestigingen en leerjaren zien. Daarnaast is bij de vernieuwing van de beroepsgerichte examenprogramma s aandacht besteed aan het ontwikkelen van een doorlopende leerlijn loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Hiervoor is de nadruk gelegd op de bovenbouw, zodat de leerlingen geholpen worden de juiste keus te maken voor hun vervolgopleiding. Het programma voor de onderbouw wordt in 2017 ontwikkeld. Verder is er een begin gemaakt met het scholen van mentoren in het voeren van loopbaanreflectiegesprekken. Ook dit wordt in 2017 verder uitgerold over de vestigingen. 16

17 Aantal leerlingen hgl Vestiging Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Leerjaar 5 Eindtotaal Assen VO Eelde VO Emmen MBO Emmen VO Groningen MBO Meppel MBO Meppel VO Winsum VO Wolvega VO Eindtotaal Om het Groene Lyceum na veranderde regelgeving voor het mbo blijvend aan te kunnen bieden is in 2014 een aanvraag ingediend voor de Technologieroute, een experimentele doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Deze aanvraag is in 2015 gehonoreerd en in is een herziene beschikking ontvangen. Leerlingen die vanaf september 2015 zijn toegelaten tot het derde leerjaar van het Groene Lyceum worden ingeschreven voor de Technologieroute (de Technologieroute geldt vanaf het derde jaar vmbo) en maken deel uit van deze experimentele doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Terra heeft in een herontwerp voor een vernieuwd Groen Lyceum vastgesteld en is in september gestart met de voorbereiding van een start met deze vernieuwde leerroute in de leerjaren 1, 2 en 3 per augustus De vernieuwing betreft een flexibele cursusduur (leerlingen ronden de route af na 6 of versneld na 5 jaar), een uitbreiding van keuzemogelijkheden, het uitbreiden van aandacht voor vaardigheden en (studie)loopbaan en er wordt leerpleinleren ingezet. Hierdoor is (nog) meer maatwerk mogelijk. Met deze vernieuwing wordt ook de vernieuwing van het vmbo en de invoering van de Herziening Kwalificatie Structuur in het mbo gerealiseerd. Ook in participeerde Terra in de landelijke samenwerking van AOC s met een Groen Lyceum. Deze samenwerking is in juni met het sluiten van een convenant bekrachtigd. Werkbezoek Tweede Kamerlid aan het Groene Lyceum Tweede Kamerlid voor de Partij van de Arbeid Joyce Vermue bracht in november een werkbezoek aan het Groene Lyceum (Eelde). Zij was onder de indruk van dit verrassende en uitdagende onderwijsconcept, mede door de enthousiaste verhalen van leerlingen en leraren. Dit onderwijs staat in een ontwikkelstand zoals de overheid graag ziet. ONDERWIJSONTWIKKELINGEN MBO Het strategisch beleidsplan is voor het onderwijs op de mbo-vestigingen van Terra nader geconcretiseerd in het kwaliteitsplan, het excellentieplan en het bpv-verbeterplan. Op zes vestigingen worden mbo-opleidingen, zowel bol als bbl, aangeboden. Jaarlijks wordt dit aanbod geactualiseerd op basis van de wet- en regelgeving, aantallen studenten en vraag vanuit de regio, in overleg met onze collega-instellingen in onze omgeving. Opleidingen MBO Voor de opleiding Sport, Recreatie en Toerisme wordt niet meer geworven voor leerjaar 1. Er is alleen nog instroom mogelijk in leerjaar 2 en 3. De opleiding gaat door onder een andere naam, namelijk Natuur en Recreatie. Er stromen ook geen leerlingen meer in in het eerste leerjaar Recreatie & Groen, deze opleiding vervalt vanaf Hiervoor is gekozen omdat deze opleiding nu teveel lijkt op de opleiding hierboven. Per 1 augustus zijn, met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur HKS, de opleidingen Natuur & Vormgeving (Design & Styling) niveau 3 en 4 en de opleiding Trimmer komen te vervallen. In de brochure van staat Design & Styling nog vermeld omdat op het moment van produceren nog niet duidelijk was wat er in nieuwe kwalificatiestructuur met deze opleiding zou gebeuren. Uiteraard kunnen zittende studenten de opleiding afmaken. Met ingang van worden deze opleidingen aangeboden onder de naam Bloem & Styling. De opleiding Groene detailhandel niveau 2 (verkoper) wordt vanaf niet meer aangeboden. De opleidingen Land, water & milieu niveau 2 en 3 vallen niet meer onder de kwalificatie natuur, water 17

18 en recreatie, maar onder de kwalificaties Medewerker groen & cultuurtechniek (niveau 2) en Vakbekwaam medewerker groen en cultuurtechniek (niveau 3). Dit heeft ermee te maken dat cultuurtechnisch loonwerk niet voldoende was meegenomen in de kwalificatie natuur, water en recreatie. Niveau 4 blijft opzichter/ uitvoerder groene ruimte. Op alle vestigingen worden de vier entreeprofielen aangeboden, namelijk: Entree Groene Logistiek, Entree Plant en groene leefomgeving, Entree Voeding, Entree Groene detailhandel. In schooljaar zijn onderstaande MBO opleidingen actief (dat wil zeggen zijn er studenten op ingeschreven, ook eerdere cohorten). Opleiding Niveau Bos- en natuurbeheer 2, 3 en 4 Tuin, Park & Landschap 2, 3 en 4 Natuur en recreatie 2, 3 en 4 Dierverzorging 2, 3 en 4 Trimmer 3 Dierenartsassistent 4 Paardenhouderij 2, 3 en 4 Paardensport 3 en 4 Veehouderij 2, 3 en 4 Akkerbouw 2, 3 en 4 Bloem & Styling 2, 3 en 4 Design & Styling 3 en 4 Groene Detailhandel Groen, Grond & Infra 2, 3 en 4 Land, Water & Milieu 3 en 4 Entree Plant en groene leefomgeving Entree Groene detailhandel 1 DOELMATIGHEID 4 (het Groene Lyceum) Sectoraal Om er voor te zorgen dat het aantal studenten voor de groene opleidingen minimaal op peil blijft en het aanbod en de kwaliteit van kleine opleidingen goed gewaarborgd blijft, werken de instellingen Nordwin College, AOC de Groene Welle, AOC Oost en Terra gezamenlijk aan goed beroepsonderwijs. De belangrijkste doelstellingen zijn: betere macrodoelmatigheid, evenwichtige spreiding van de opleidingen over de regio en kwaliteitsverbetering van de opleidingen. Tevens is 1 er op landelijk niveau door bedrijfsleven, onderwijs (van vmbo tot wo) en overheid de Ontwikkelagenda groen onderwijs opgesteld. Regionaal Zowel vanuit maatschappelijke als financiële overwegingen wil Terra bijdragen aan een macrodoelmatig opleidingenportfolio dat is afgestemd met collega s in Noord-Nederland. In dit kader participeert Terra vanaf 2011 in het Noordelijk overleg macrodoelmatigheid en wordt samen met de ROC s, AOC s en vakinstellingen uit de drie Noordelijke provincies een professioneel portfoliobeleid ontwikkeld, afgestemd op het bedrijfsleven. Het Noordelijk Portfoliomodel is gereed voor gebruik door alle MBO-instellingen in Drenthe, Friesland en Groningen. Het geeft onder meer een actueel overzicht van alle opleidingen en leerlingen van de Noordelijke MBO-instellingen. HERZIENE KWALIFICATIESTRUCTUUR (HKS) Vanaf 1 augustus zijn alle nieuw-ingestroomde mbostudenten op basis van de nieuwe kwalificatiedossiers gestart met de opleiding. Hieraan voorafgaand hebben Terra-brede teams, met een teamleider als kartrekker, hard gewerkt aan het grof ontwerp voor de diverse opleidingen. Voor de Open Dagen in had elk team een mooi grof ontwerp om te presenteren. Tevens lag er ten behoeve van cohort voor elke opleiding een informatiegids (onderwijs en examenregeling) klaar. Elk team heeft een cluster van kwalificatiedossiers onder zijn hoede en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het curriculum. Eveneens is het ontwikkelteam verantwoordelijk voor de afstemming met de andere dossiers. Hiermee wordt het curriculumontwerp en de implementatie aangevlogen vanuit de besturingsfilosofie van Terra. Tegelijkertijd wordt door de opzet van het traject concreet invulling gegeven aan het uitgangspunt van gezamenlijkheid (één Terra) en worden de teamleiders in een nieuwe rol verantwoordelijk gemaakt voor de implementatie. De ontwikkelteams hebben voor cohort een uitvoerbaar, betaalbaar en kwalitatief goed onderwijsprogramma ontworpen. De teamleiders geven gezamenlijk vorm aan de essentiële onderdelen van het curriculum: BPV, periodisering, standaardisering en flexibilisering. Het is een proces van gezamenlijk afstemmen en stappen maken. Op basis hiervan hebben de teams op de vestigingen het onderwijsprogramma verder vorm gegeven. De teams werden hierbij ondersteund door de werkgroep Ondernemend Leren met als doel de visie op leren zichtbaarder in het curriculum op te nemen. Hier zijn nog veel slagen te maken. Hierom wordt de structuur 18

19 met Terra-brede ontwikkelteams doorgezet in Door de inzet van de Herontwerptool voor het ontwikkelen van het grof ontwerp van onze opleidingen bewaken we de landelijke en Terra-brede kaders. In is een start gemaakt met keuzedelenbeleid. Dit wordt voortgezet in ONDERNEMEND LEREN In is door de HKS ontwikkelgroep Ondernemend Leren hard gewerkt aan het pedagogisch didactisch model dat als onderlegger geldt voor alle HKSopleidingen. Ondernemend Leren staat voor het ontwikkelen van een curriculum dat de studenten helpt steeds zelfstandiger te worden en de eigen leervraag te leren ontwikkelen. Dit gebeurt onder andere door het onderwijs steeds minder aanbod gestuurd vorm te geven en de vragen van de studenten meer leidend te laten zijn. Van de student vraagt dit dat hij zich bewust moet worden van zijn eigen competenties en het ontwikkelen van een meer zelfsturende houding. Dit omdat de verantwoordelijkheid van het leerproces gedurende de opleiding steeds meer verplaatst van docent naar student. Uiteraard wordt het kwalificatiedossier gevolgd voor het voldoen aan de opleidingseisen. Zie figuur 2 voor een grafische weergave. De ontwikkelgroep Ondernemend Leren ondersteunt de HKS ontwikkelgroepen door ze te bezoeken en op verzoek specifieke ondersteuning te bieden. De leden van de ontwikkelgroep zorgen tevens voor bewustwording van het concept op de vestigingen door diverse activiteiten. Daarnaast houdt ze zich Terra-breed op het mbo bezig met de onderwerpen Regioleren, voorbereidend Regioleren en loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB) aangezien deze onderdelen te maken hebben met de manier waarop de studenten werken en worden begeleid. BPV Terra MBO maakt gebruik van de mogelijkheid deel te nemen aan de uitvoering van een BPVverbeterplantraject van MBO in Bedrijf. Terra MBO heeft een verbeterplan geschreven op basis van de uitkomsten van de JOB-enquête, de BPV-monitor en informatie uit panelgesprekken met de vestigingen. In het verbeterplan zijn doelstellingen beschreven voor 5 gebieden die volgens onze maatstaven onvoldoende zijn en landelijk onder de norm scoorden. De centrale Terramaatregelen beslaan o.a. de volgende onderwerpen: - meer doorlopend contact met studenten en BPVbedrijven middels de Terra-Meter app; - uniform systeem rondom procedures van voorbereiding BPV tot en met beoordeling; - overeenkomst met SBB over optimalisering contacten met BPV-bedrijven; - komen tot eigen kwaliteitscriteria voor BPV-bedrijven boven de SBB-normen; - toetsing van BPV-bedrijven aan een minimale uitvoermogelijkheid van 70% van de werkprocessen van de betreffende opleiding. Naast de centrale Terra-maatregelen hebben de vestigingen nog een aantal eigen specifieke ambities beschreven. Deze ambities zijn omgezet in vestigingsmaatregelen en opgenomen in het BPVverbeterplan. Ondernemend leren Oriëntatiefase Ontwikkelfase A Ontwikkelfase B Ontwikkelfase C Kwalificatiefase AANBOD VRAAG Aanbod en vraag bestaan naast elkaar Aanbod stuurt vraag Vraag stuurt aanbod Vraag bepaalt aanbod Figuur 1: Pedagogisch didactisch model TERRA. 19

20 In augustus 2017 levert Terra een tussenrapportage op aan MBO in Bedrijf. Indien de maatregelen de resultaten opleveren zoals beschreven, dan zal dit voor Terra een financieel voordeel opleveren. Het betreft hier een prestatiebeloning. Echter is het belangrijkste dat Terra bij het behalen een behoorlijke verbeterslag zal hebben gemaakt betreffende de kwaliteit van de BPV op minimaal de volgende vlakken: de voorbereiding van studenten op de BPV en de matching tussen student en BPV-bedrijven; de aansluiting van het opleidingsprogramma op de BPV; de begeleiding van de studenten door de school en de BPV-bedrijven. Taal en rekenen De projectleiding Taal en Rekenen heeft een aantal activiteiten uitgevoerd in en gepland voor Evenals in 2015 zijn in wederom 0-metingen uitgevoerd bij startende studenten. Op basis van de uitkomsten voor zowel taal als rekenen, wordt een student die zwak scoort op Nederlands of rekenen hulplessen aangeboden. In zijn deze hulplessen op alle vestigingen ingezet en gemonitord door de projectleiding. De door de projectleiding ontwikkelde kaders, de checklist en het verantwoordingsformat voor hulplessen worden ingezet. De docenten Nederlands en de teamleiders verantwoorden de inzet van hulplessen (middels roosters en overzichten jaartaken docenten) op de verschillende mbo-vestigingen. In heeft de projectleiding een aantal trainingsmomenten georganiseerd met TOA. Dit is de leverancier van de instellingsexamens Nederlands. Hierbij is veel aandacht besteed aan de afname en beoordeling van de instellingsexamens en zijn de betrokken examinatoren verder geprofessionaliseerd op dit vlak. Tevens is er eind gestart met een extra borging van de onafhankelijkheid bij de afname van de instellingsexamen talen. Terra MBO heeft altijd gekozen voor één examinator. Om de onafhankelijkheid te borgen, wordt vanaf heden een opname gemaakt van het examen. Profijt hiervan is tweeledig, een examinator kan het nog eens terug luisteren en studenten kunnen bij ontevredenheid van de uitslag van het examen ook terugvallen op de opname. De OGN-academie heeft in samenspraak met de projectleiders een Taaltraining aangeboden aan docenten die onvoldoende op niveau zitten. Er zijn verdere stappen gezet in het traject scholing voor docenten die het gewenste niveau niet halen (docenten Nederlands en docenten rekenen beheersen voor hun vakgebied 3F, vakdocenten beheersen 2F). De projectleiding heeft tot slot veel energie gestoken in het uniformeren van het taal- en rekenbeleid van Terra MBO. Dit is gedaan door een Terrabrede taalvisie te formuleren in een beleidsdocument. In de HKSwerkgroep AVO, hieraan nemen docenten deel van de verschillende vestigingen, wordt de onderwijsinhoud voor de talen en rekenen ingericht volgens de nieuwe kwalificatiestructuur. Voorbeelden van onderwerpen zijn: het uitwerken van een onderwijsplanning voor de verschillende vaardigheden binnen talen en rekenen, een examenrooster geldend voor alle vestigingen, wordt er gestreefd naar het gebruik van gelijke methodes en wordt ingezet op de drieslag taal en rekenen. Tot slot worden tijdens deze bijeenkomsten good practices, hulpvragen en beleid besproken en uitgezet. Excellentie In december 2015 heeft MBO in Bedrijf het excellentieplan goedgekeurd. De doelstelling van dit plan is het beste uit studenten halen, in een contextrijke, authentieke leeromgeving. Terra wil aan talentontwikkeling doen door activerende onderwijsactiviteiten en het excellentie denken inpassen in het reguliere aanbod in het curriculum. Dit wordt gerealiseerd door maatwerktrajecten en het toepassen van de lijn van zelfstandig werken, via zelfstandig leren naar zelfverantwoordelijk leren. Studenten worden uitgedaagd om op een steeds hoger niveau te presteren (Deliberate Practice) De invoering van het excellentie denken in het curriculum kost echter een aantal jaren. Daarom heeft Terra voor de komende jaren een aantal speerpunten opgesteld, zodat huidige studenten ook op de korte termijn worden uitgedaagd te excelleren. Enkele speerpunten uit het plan zijn: skills; het ontwikkelen van keuzemodules ter verdieping; het benoemen van (internationale) preferente (hoogstaande, vooruitstrevende) bedrijven waar studenten die bovengemiddeld presteren stage kunnen lopen; het bieden van mogelijkheden om te excelleren binnen regioleren; het creëren van een onderwijscultuur waarin excelleren normaal gevonden wordt door middel van loopbaanleren (LOB); het verdiepen en verbreden op opleidingsonderdelen (ECVET) vormgeven in samenwerking met internationale partners; het ontwikkelen van een programma ten behoeve van de professionalisering van medewerkers om kennisuitwisseling tot stand te brengen en het (excellent) vakmanschap van de docent te vergroten om excellente leerlingen optimaal te kunnen begeleiden. 20

21 In is het implementatieplan geschreven en is een start gemaakt met de uitvoering hiervan. De activiteiten zijn in afzonderlijke onderdelen uitgezet. Gerealiseerd in : academies niveau 4; AD-opleidingen: we zijn bezig met het ontwikkelen van scenario s met het hbo; meester gezel: Er is een contract getekend met de VBW voor de Bloemistenacademie. Dit is een samenwerking tussen scholen en het bedrijfsleven. Er is een ontwerp voor een meester-gezel-opleiding. preferente BPV bedrijven: BPV-coördinator is benoemd en werkgroep is samengesteld; excelleren binnen regioleren: bepaald is dat dit opgepakt gaat worden door de werkgroep Ondernemend Leren; excellentiecultuur middels loopbaanleren: is belegd bij de werkgroep ondernemend leren; excellente docenten: wordt meegenomen in het te ontwikkelen HRM-beleid. Er heeft nog geen evaluatie van de excellentietrajecten plaatsgevonden. Dit vindt plaats in februari/maart van 2017 ten behoeve van de tussenrapportage aan MBO in bedrijf. Uitblinker mbo Kenneth Vos, mbo Meppel, is verkozen tot Terra uitblinker. Die uitverkiezing bracht hem naar de landelijke finale mbo uitblinker. Kenneth bracht het daarin tot een top 3 notering: een grandioze prestatie, in de eerste plaats voor hem, maar niet minder voor Terra. Skills In februari is een Terra-coördinator Skills benoemd ten behoeve van de integratie van de excellentieactiviteiten. De coördinator heeft een werkgroep geformeerd. Elk onderdeel van het excellentieplan heeft een Terra coördinator, die verantwoordelijk is voor de implementatie van dat onderdeel. Deze Terra werkgroep zorgt ervoor dat het betreffende onderdeel succesvol op alle vestigingen van Terra wordt geïmplementeerd en deel uitmaakt van het curriculum. De werkgroep heeft voorrondewedstrijden binnen Terra georganiseerd voor Groen en Bloem&Styling en dit jaar ook voor het eerst Veehouderij. De winnaar(s) daarvan gaan naar de kwalificatiewedstrijden en mogelijk naar de landelijke finales. Focus voor 2017: meer vestigingen en studenten interesseren voor de Terra-voorrondes; mogelijkheden onderzoeken om ook voor dierverzorging en paarden sport en houderij Skillswedstrijden op te zetten en te organiseren. Excellentie - internationaal De speerpunten van het Excellentieplan Internationaal Terra mbo zijn het ontwikkelen van ECVET units, het opstellen van een lijst internationale top of the bill BPV bedrijven, taaltrainingen en opleidingen (delen van, zgn. units) aanbieden in Engels en Duits. De werkgroep Excellentie Internationaal heeft afgelopen jaar gewerkt aan het verwezenlijken van de volgende doelstellingen: memoranda of Understanding (MoU) met betrouwbaar gebleken partners; minimaal één ECVET- / Learningunit en validatie zijn in pilotvorm ontwikkeld; Terra heeft in samenwerking met de Europese partners een aantal top of the bill bedrijven benoemd waar zeer goed presterende studenten hun IBPV (buitenlandstage) mogen lopen; samenwerkingspartners worden geïnformeerd over de doelstellingen m.b.t. het uitvoeren van een IBPV door excellente studenten; voor studenten, die een IBPV gaan volgen of een deel van de opleiding in het buitenland volgen (ECVET), worden taaltrainingen verzorgd; de organisatievorm voor het aanbieden van taaltraining is ontwikkeld; het onderzoek naar het verzorgen van opleidingen in het Engels of het Duits is gestart; een voorstel welke opleidingen of delen van opleidingen in het Engels of Duits verzorgd kunnen worden, wordt gedaan. Een geformaliseerd concept van tweetalig onderwijs wordt in kaart gebracht. De volgende doelstellingen zijn behaald: MoU met Finland (Bloem) en Litouwen (Veehouderij, Loonwerk,..) en Zweden (mobiliteit studenten veehouderij en paardenhouderij); de ECVET unit Vertical Plant Life is ontwikkeld (Engelstalig), een ECVET unit veehouderij is (in pilotvorm) ontwikkeld. Terra maakt tevens gebruik van door partners ontwikkelde units (zowel nationaal als internationaal); criteria (in En en De) voor excellente bedrijven zijn opgesteld. Een delegatie studenten, ondernemers en docenten veehouderij heeft een aantal Jersey (top) bedrijven bezocht en afspraken gemaakt over stages (in combinatie met lessen op de partnerschool in Århus); inventarisatie gemaakt voor totaaloverzicht IBPV bedrijven (ongoing); netwerk EUROPEA (24 landen) benaderd en geïnformeerd over plannen; opzet training (tijdsduur) in vak- en omgangstaal; na een inventarisatie bij de mbo-vestigingen hebben de opleidingen Paraveterinair, Veehouderij en Bloem en Design aangegeven delen van het curriculum in het Engels te willen aanbieden (t-mbo). Bijeenkomsten over 21

22 t-mbo zijn bezocht op basis waarvan een aanbeveling wordt geschreven. Daarnaast heeft de werkgroep zich bezig gehouden met het onderhouden en uitbreiden van haar internationale netwerken (EUROPEA, Carrefour Europeen). Door het aanvaarden van een bestuursfunctie binnen EUROPEA Nederland door een van de leden van de werkgroep, blijft Terra nauw betrokken bij de ontwikkelingen op Europees onderwijsgebied. Taaltrainingen (technisch Engels, op Malta) zijn aangeboden aan de vestigingen en de eerste groep gaat in februari 2017) Examinering MBO Terra MBO heeft in op vele fronten gewerkt aan de verbetering van het gehele examinerings- en diplomeringsproces. Dit gebeurde onder andere door: het inrichten van een nieuwe examenorganisatie passend bij de nieuwste wet- en regelgeving en de transitie van Terra. De nieuwe commissie gaat van start op 1 augustus 2017; maandelijks overleg van de examensecretarissen van de mbo-vestigingen: afstemming en gezamenlijk ontwikkelen (PDCA, jaarplan); interne audits examinering (per vestiging); het uitvoeren van assessorentrainingen; actieve deelname aan de Groene Norm; het gezamenlijk inkopen van instellingsexamens; scholing van afname/beoordeling instellingsexamens. De wet- en regelgeving betreffende examencommissies is verscherpt. Per 1 augustus 2017 is deze wet van kracht. Hierbij staat onafhankelijkheid van de commissie centraal. Terra heeft de transitie en deze wet- en regelgeving aangegrepen om de organisatiestructuur van de examenorganisatie te wijzigen. Er zal vanaf 1 augustus 2017 gewerkt worden met één examencommissie voor heel Terra. Dit heeft ook gevolgen voor de verdere invulling van de examenorganisatie. Het gedachtegoed van de transitie is volledig verweven in de nieuwe structuur van de examenorganisatie. Terra MBO koopt examens in van externe partijen. Hierbij staat de kwaliteit van de examens voorop. Als extra waarborg worden de examens nogmaals gecheckt op kwaliteitsaspecten middels een vaststellingsprocedure van het OSVEC (overkoepelende samenwerking vestigingsexamensecretarissen). De ingekochte examens worden conform de bij de examen horende eisen ingezet. Terra MBO voert jaarlijks in de periode november - januari interne audits examinering en diplomering uit op alle vestigingen. Op het moment van schrijven (januari 2017) zijn we de audits van aan het afronden. Bevindingen hierover zijn nog niet te geven. Het verslag van de audits december 2015, is in verstrekt aan de examencommissie en vestigingen. De bevindingen hiervan waren: 1. Er is niet gebleken dat er onrechtmatig diploma s verstrekt zijn aan deelnemers. Aan de hand van het examenplan en examendossier van deelnemers komen de vestigingsexamencommissies tot besluitvorming. De besluiten worden door de vestigingsexamencommissies vastgelegd. 2. De procedures en de gebruikte instrumenten tijdens het besluitvormingsproces zijn nog niet geheel uniform. Alle vestigingen hanteren een procedure van voldoende kwaliteit voor het besluitvormingsproces. In is een eerste stap gezet richting een meer uniform proces onder andere door een monitoringssysteem voor diplomawaardigheid. In 2017 blijft dit onderwerp een speerpunt. 3. Ondanks checklisten examendossier blijkt het lastig om geheel uniform te werken over de vestigingen. Ten opzichte van 2014 is er al wel een slag geslagen om tot uniforme dossiervorming te komen. Zo zijn leerlingdossiers en examendossiers veelal gescheiden en wordt gebruik gemaakt van een checklist en examenplan. Echter is hier nog steeds een verbeterslag nodig. In 2017 werkt het OSVEC hard aan deze verbeterslag. Hierbij moet gedacht worden aan herschrijven van procedures en formulieren om het voor alle vestigingen werkbaar te maken en uniform te kunnen gaan werken. Daarnaast is gewerkt aan een nieuwe versie van de checklist, waarbij het eenvoudiger is geworden om de juiste documenten in de dossiers te krijgen. Vanaf cohort wordt dit document ingezet. 4. Er is geconstateerd dat het nog steeds voorkomt dat examencommissieleden een dubbele pet hebben. Dit houdt in dat een teamleider soms ook examensecretaris is en dus twee verantwoordelijkheden heeft die elkaar zouden kunnen bijten. Hierbij is wel op te merken, dat vestigingen dit probleem zien en proberen te ondervangen door taakverdeling binnen de vestigingsexamencommissie en in sommige gevallen een nieuw toegevoegd lid. Daarnaast zal het dubbele petten probleem per 1 augustus 2017 in ieder geval op financieel gebied niet meer voorkomen. Vanaf dat moment nemen er geen functionarissen meer zitting in de examencommissie met een financiële verantwoordelijkheid (lijnfunctionarissen). 5. Er vinden audits met betrekking tot afname Proeve van Bekwaamheid plaats. In schooljaar zijn te weinig audits gehouden om hier uitspraken over te doen. De PvB s worden geëvalueerd (PvB-tool). 6. Er wordt slechts in beperkte mate onderzoek gedaan naar examenresultaten. Analyses hierop zijn een doelstelling van studiejaar De eerste stappen hiervoor zijn gezet. 22

23 7. Terra MBO heeft hard gewerkt in om de onafhankelijkheid bij de afname van de PvB s te vergroten. Terra MBO heeft vanaf het beleid vastgesteld dat de eigen vakdocent niet meer assessor mag zijn bij de afname van de PvB. De PvB wordt nu afgenomen door een andere docent van de vestiging of wordt gedaan door een docent van een andere vestiging. 8. Per vestiging zijn er specifieke aandachtspunten, deze worden o.a. als doelstellingen opgenomen in de teamplannen. De Groene Norm is de leverancier van de beroepsgericht examens van Terra MBO. Wij zijn actief betrokken bij het ontwikkel- en vaststellingsproces van deze examens. Daarnaast neemt Terra deel aan verschillende overlegorganen van de Groene Norm. Terra MBO heeft per studiejaar een nieuwe leverancier (TOA) voor de instellingsexamens Nederlands. Alle vestigingen gebruiken de nieuwe examens. Bij de invoering van de examens zijn de betrokken examinatoren geschoold in de afname en beoordeling door TOA. Op basis van het auditrapport, evaluaties en overige waarnemingen zijn er in studiejaar en doelstellingen geformuleerd. Hierbij gaat het vaak om langdurige doelstellingen die ook in 2017 nog van kracht zijn. Een aantal hoofddoelstellingen zijn en/of blijven: inrichting nieuwe examencommissie en nieuwe examenorganisatie; interne audits examinering en diplomering (jaarlijks); PvB-audits (jaarlijks); verdere uniformering examendossiers; hernieuwen beleid afname PvB s (assessoren) passend bij wet- en regelgeving (-2017); beleid formuleren en uitvoeren van meer analyses examenuitslagen (-2017). TERRANEXT TerraNext is de school voor volwassenenonderwijs binnen Terra. Het is gevestigd in Eelde en richt zich op vakopleidingen, cursussen en BBL-opleidingen. TerraNext verzorgt ongesubsidieerd onderwijs in de vrije markt. De omzet daarin bedroeg in 1,1 miljoen euro. Een belangrijk deel daarvan bestaat uit het verzorgen van kennisbijeenkomsten voor ongeveer agrariërs over met name gewasbescherming. Tijdens zo n 250 bijeenkomsten van Texel tot Maastricht ontvangen de cursisten zodanig informatie dat zij een verlenging van hun spuitlicentie verdienen. Daarnaast verzorgde TerraNext opnieuw ongeveer 80 cursustrajecten voor gemeenten, waterschappen en hoveniers. Het gaat dan om cursussen kettingzagen, bosmaaien, veilig werken, klantgericht werken, begraafplaatsbeheer etc. Het spitst zich toe op hovenierswerk. In 2017 gaat TerraNext zich verbreden en ook cursussen in loonwerk, veehouderij en akkerbouw aanbieden. Om dit vorm te helpen geven is de formatie accountmanagers met 1,6 fte uitgebreid en de omzetdoelstelling verhoogd van 1,1 naar 1,6 miljoen euro. Het aanbieden van BBL-opleidingen is één van de bedrijfsonderdelen van TerraNext. Het aantal leerlingen daarin staat landelijk al jaren onder druk door enerzijds de economische recessie sinds 2008, anderzijds door de opheffing van de vroegere sociale werkvoorzieningschappen, die veel leerlingen aanleverden. Het aantal leerlingen BBL binnen TerraNext daalde in van 250 naar 190. Met een nieuw actieplan richting met name uitzendorganisaties en gemeenten is het doel opnieuw op 250 gelegd. Daarnaast is in koers gezet naar onderwijs voor volwassen nieuwkomers. Er zijn in ons werkgebied veel statushouders die nog zonder opleiding en baan zitten. Tegelijk is in de groene sector een groter wordende behoefte aan uitvoerende medewerkers. Een eerste oriëntatietraject is in december gestart in samenwerking met Justitie Veenhuizen en het COA. Doelstelling is dat TerraNext in 2017 minstens 30 statushouders een BOL- of BBL-opleiding laat volgen. TERRASTART TerraStart is een label van TerraNext, waarbinnen mensen aan de onderkant van de opleidingsladder worden geholpen. In speciaal voor hen ontworpen trajecten krijgen zij in groepen van ongeveer tien personen les op een boerderij, een golfbaan, Wildlands Emmen of de wijk Helpman in Groningen. De docent leert hen werknemersvaardigheden en basisvaardigheden, waardoor de leerlingen op assistent-niveau komen. Uniek aan TerraStart is dat tegelijk jobcoaches worden toegevoegd aan de leerlingen. De jobcoach van TerraStart begeleidt de leerlingen bij de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden en naar werk. In het netwerk van TerraNext en TerraStart zitten inmiddels zoveel mensen en bedrijven, dat TerraStart voor bijna iedere leerling die dat echt wilde een werkplek heeft weten te vinden. Ook dan blijft de jobcoach de leerling op zijn nieuwe werkplek bezoeken en bevordert een soepele communicatie tussen de werkgever en zijn werknemer. Het aantal leerlingen dat in bij TerraStart was ingeschreven bedroeg ongeveer 100. In 2017 zal dit groeien naar ongeveer 150. De bekostiging vindt plaats door het UWV, gemeenten en scholen voor praktijkonderwijs. Medio nam de directeur van TerraNext afscheid van de organisatie. Hangende de lopende reorganisatie binnen Terra zijn de taken verdeeld onder een aantal medewerkers en een interim-manager. 23

24 Samenwerking entree-onderwijs Drenthe Entree-onderwijs is het voormalige mbo-niveau 1; voor jongeren zonder een vmbo- diploma. Met het volgen van entree-onderwijs krijgen zij de kans om alsnog door te stromen naar mbo- niveau 2 of uit te stromen naar werk. Terra, het Alfa-college en het Drenthe College zijn onder de naam De Drentse Aanpak een samenwerkingsovereenkomst voor beter entreeonderwijs aangegaan in Drenthe. Dit in navolging van een dergelijk initiatief in de provincie Groningen. Doel van de samenwerking is om de veelal kwetsbare jongeren die in aanmerking komen voor entree-onderwijs optimale kansen te bieden om zich te ontwikkelen om daarmee een goede startpositie te verkrijgen in de maatschappij. Uitgangspunt is dat de scholen gaan samenwerken om de studenten een eenduidig opleidingstraject te bieden, onafhankelijk wie de aanbieder is van de desbetreffende opleiding. Daarnaast willen de scholen borgen dat er een eenduidige Entreeopleidingsstructuur met onderwijsmogelijkheden dicht bij huis wordt geboden. In nauwe verbinding met de gemeenten moet deze aanpak vroegtijdige uitval van leerlingen voorkomen of verminderen. Herpositionering Campus Winschoten De besturen van Terra, Noorderpoort en de directie van Campus Winschoten hebben besloten om na te gaan hoe de zichtbaarheid van de moederinstellingen in Winschoten kan worden vergroot. De volgende uitgangspunten dienen daarbij te worden gehanteerd: Hoe zo maximaal mogelijk samengewerkt kan worden op onderwijsgebied; zo minimaal mogelijk op het gebied van de ondersteuning. Zij willen de moederinstellingen als merknaam leidend laten zijn in de communicatie, zonder dat de naam Campus Winschoten verdwijnt. Afdeling M&C van Onderwijsgroep Noord en Noorderpoort hebben een gezamenlijk advies uitgebracht. Hierbij is gekeken wat de herpositionering betekent voor: het bestuurlijke en politieke speelveld; onderwijs; potentiële leerlingen/studenten, toeleverende scholen, stagebieders; interne communicatie; zichtbaarheid algemeen. Begin december zijn de besturen akkoord gegaan met het advies. Er wordt een plan van aanpak gemaakt voor de gefaseerde invoering. 2.2 In-, door- en uitstroombeleid De beleidsvoornemens en werkgroepen betreffende toelating, intake, vsv, ondersteuning en alumnibeleid stonden grotendeels onafhankelijk van elkaar. Door de integratie van de verschillende beleidsvoornemens en afstemming van werkgroepagenda s geeft Terra steeds meer vorm aan een samenhangend in- door- en uitstroombeleid (IDU). TOELATING EN INTAKE De schoolloopbaan van iedere leerling begint bij Terra mbo met de intake. Het intakegesprek vindt plaats volgens de structuur zoals beschreven in het Handboek Intake en het Toelatingsbeleid. Beide documenten worden jaarlijks geëvalueerd en waar nodig aangepast. In samenwerking met de andere MBO instellingen in de noordelijke provinciën is het beleid voor aspirant studenten die wettelijk gezien niet toelaatbaar zijn maar toch onderwijs willen volgen, vastgesteld. In totaal heeft Terra mbo in aanmeldingen ontvangen. Bij TerraNext is niet bijgehouden hoeveel aanmeldingen zij hebben binnengekregen. Wel is bekend hoeveel studenten zich daadwerkelijk hebben ingeschreven tussen en Dit aantal is meegenomen in het verslag. Van de 1249 aanmeldingen zijn er na terugtrekking (326) en negatief plaatsingsadvies (48, waarvan 13 met een dwingend negatief advies) in totaal 925 geplaatst. In onderstaand overzicht worden deze cijfers per vestiging beschreven. 24

25 Vestiging Aanmeldingen voor intake Aantal leerlingen geplaatst Aantal leerlingen afgemeld Groningen (50 teruggetrokken, 58 hebben andere keuze gemaakt) Emmen (23 na gesprek, overige door andere redenen) Meppel (en 50 hebben belangstelling getoond maar hebben zich niet aangemeld) Assen (12 teruggetrokken, 8 hebben een andere keuze gemaakt) Negatief plaatsingsadvies Totaal:32 Dwingend: 6 Dringend: 26 Aantallen per opleiding: Akkerbouw: 0 Bloem en design: 2 Design en styling: 1 Dierverzorging:18 Groen: 5 Loonwerk: 2 Paardenhouderij: 2 Paraveterinair: 0 Entree: 1 Veehouderij: 1 Totaal: 8 Dwingend: 2 Dringend: 6 Aantallen per opleiding: onbekend Totaal: 1 Dwingend: 1 Dringend: Aantallen per opleiding: Paardensport: 1 Totaal: 7 Dwingend: 4 Dringend: 3 Aantallen per opleiding: Bloem & Design: 2 Dierverzorging: 3 Groen: 1 Veehouderij: 1 TerraNext Onbekend 122 Onbekend Totaal: 0 Dwingend: 0 Dringend: 0 Aantallen per opleiding: - Note: Bij de afgemelde leerlingen staan veel leerlingen welke zich per abuis bij de verkeerde school hebben aangemeld, omdat AOC Terra boven aan in de online aanmeldtool staat. Ook zitten hier veel leerlingen tussen welke zich bij meerdere opleidingen hebben aangemeld en uiteindelijk voor een andere opleiding hebben gekozen. Het toelatingsbeleid Terra vo is door de vestigingen geëvalueerd en bijgesteld voor het schooljaar De vestiging Eelde heeft loting toegepast omdat het aantal aangemelde leerlingen groter was dan het van te voren vastgestelde maximum. Ondersteuning In de afgelopen periode zijn veel stappen gezet om ervoor te zorgen dat de leerlingen /studenten, die bij 25

26 Terra worden aangemeld, hun onderwijs krijgen op een passende plek en met de juiste ondersteuning. Bij Terra is de ondersteuning aan leerlingen geïntegreerd in het leerproces. De ondersteuning die Terra biedt aan haar leerlingen is altijd gericht op de (cognitieve) ontwikkeling van de leerling. De studieloopbaanbegeleider (SLB-er)/ mentor is de spil bij de ondersteuning van de leerling. Alle leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte krijgen een ontwikkelperspectief. Terra mbo heeft een aantal opties geformuleerd voor leerlingen die recht hebben op extra ondersteuning. Leerlingen met een ondersteuningsbehoefte krijgen een OP (ontwikkelperspectief). De OP s worden geregistreerd in Magister zodat er per vestiging overzicht is van de hoeveelheid extra ondersteuning die wordt toegekend en de daarbij behorende middelen. In onderstaande overzichten treft u ondersteuningsmogelijkheden met het aantal toegekende arrangementen. Tabel: Ondersteuningsmogelijkheden binnen Terra MBO (per periode toe te kennen) Optie Inhoud Invulling/uitvoering A 5 extra uren individuele aandacht (per periode) In te zetten bij aanvang studietijd om leerling goed te laten landen B Aanpassen voorzieningen Bv laptop 500 euro 1000 euro C 5 uren externe begeleiding In te zetten om leerling te begeleiden naar en op BPV plek D 5 uren externe bemiddeling / specifieke begeleiding In te zetten bij inschakelen externe deskundigheid zoals GGZ en onderhouden contact E Externe inkoop van expertise voor max 2000 euro Optie inhuren coach o.i.d. voor 70 euro per uur / trajecten voor max bedrag inkopen F Specialist bij leerlingbespreking om team te Externe inhuur ondersteunen G Opstellen ontwikkelperspectief voor zittenblijvers Aan de optie zijn geen (extra) gelden gekoppeld. Tabel: aantal toegekende arrangementen Optie Inhoud Aantal toegekende arrangementen Aantal leerlingen met een of meer toegekende arrangementen Schooljaar Schooljaar Schooljaar Schooljaar A 5 extra uren individuele aandacht (per periode) B C D E Aanpassen voorzieningen 500 euro 1000 euro 5 uren externe begeleiding 5 uren externe bemiddeling / specifieke begeleiding Externe inkoop van expertise voor max 2000 euro F Specialist bij leerlingbespreking om team te ondersteunen G Opstellen ontwikkelperspectief voor zittenblijvers Note: ons systeem houdt de toegekende arrangementen per schooljaar bij. Exacte aantallen voor het kalenderjaar kunnen helaas niet worden weergegeven. 1 Dit betreft de cijfers van tot en met Dit betreft de cijfers van tot en met Dit betreft de cijfers van tot en met Dit betreft de cijfers van tot en met

27 Werkgroep BAT Terra mbo heeft een Terra-brede werkgroep BAT (Begeleiding- en adviesteam) waarin alle vestigingen, behalve Winschoten, zijn vertegenwoordigd. Tijdens de evaluatie eind 2015 is, ten behoeve van een voortgangsrapportage richting de inspectie, gebleken dat de uitvoering van het Terra-brede beleid per vestiging nog verschilt en dat er weinig aandacht is voor sturing op Passend Onderwijs vanuit het management. Hier is in actie op gezet: de aansturing van het Terrabrede BAT is veranderd, vanuit de lijn is eerst met ondersteuning van de regiodirectie sturing gekomen van een teamleider. Hierdoor wordt het BAT zowel Terrabreed als op de vestiging meer gedragen. DOORSTROOM MBO-HBO Alumni Terra heeft in de eerste stappen gezet naar een alumnibeleid. Er is in samenwerking met de decanen een beleidsstuk opgesteld dat op het moment van schrijven verder wordt uitgewerkt. Zo wordt er op dit moment gewerkt aan een digitaal systeem om de gegevens van de alumni uiteraard met inachtneming van de privacywetgeving op te slaan. Een verdere uitwerking van het beleid richting concrete stappen wordt in 2017 verwerkt. In eerste instantie is gestart met het mbo. Voortijdig schoolverlaten (VSV) Tabel: VSV Terra schooljaar deelnemers vsv ers % vsv streef-norm prestatie-norm Totaal VO onderbouw ,2% 0,2% 1,0% VMBO bovenbouw ,3% 1,5% 4,0% MBO niveau ,7% 22,5% MBO niveau ,9% 10% MBO niveau ,5% 2,75% De cijfers voor het convenant jaar laten zien dat het mbo de normen heeft gehaald, behalve voor niveau 1. Hiermee is een prestatiesubsidie a ,- behaald. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde van 5,0% scoort Terra mbo net iets beter met 4,6%. De voorlopige cijfers voor schooljaar laten een vergelijkbaar resultaat zien in vergelijking met schooljaar Er is een pilot gedraaid met een jobcoach voor studenten op niveau 1. Hierdoor daalt het aantal VSV-ers wel, maar zoals het er nu uit ziet nog niet voldoende om de normen te behalen. In schooljaar gaat Terra verder met het terugdringen van VSVers, onder andere door middel van jobcoaches en het terugdringen van als extraneus ingeschreven studenten. Terra vo heeft zowel voor de onderbouw als de bovenbouw de prestatienorm en bijbehorende subsidie behaald. 2.3 Kwaliteit Kwaliteit van onderwijs krijgt vorm in de klas, in het onderwijsleerproces. Systematische monitoring en borging van de onderwijskwaliteit berust voor een groot deel bij de kwaliteitszorgcoördinatoren op de vestigingen. Op alle vestigingen van Terra is een kwaliteitszorgcoördinator aanwezig. Naast uitvoerende zaken als de organisatie van tevredenheidsonderzoeken en (zelf)evaluaties is de kwaliteitscoördinator kritische gesprekspartner van het vestigings- en opleidingsmanagement. De kwaliteitszorgcoördinatoren van Terra kennen een gezamenlijke overlegstructuur waarin kennis wordt gedeeld en activiteiten worden afgestemd. VO Ten aanzien van de ontwikkeling van de kwaliteitszorg bij Terra is in het volgende opgepakt: Het beleid t.a.v. kwaliteitszorg Terra mbo en vo is herschreven en opnieuw door de regiodirectie vastgesteld De kwaliteitszorgcoördinatoren Terra vo hebben een interne scholing georganiseerd voor het gebruik van het Magister Management Platform. Hiermee kunnen sturingsgegevens verzameld en geanalyseerd worden. Deze rapportages die hierbij opgesteld kunnen worden zijn voor verschillende geledingen bruikbaar: teams, vestigingen, de regiodirectie en het College van Bestuur. De regiodirectie heeft de indicatoren vastgesteld t.b.v. hun kwaliteitszorg t.a.v. het onderwijs Deze indicatoren worden uitgewerkt door O&K, gecommuniceerd en geoperationaliseerd. T.b.v. een efficiënte verwerking van gegevens, analyse, rapportage en archivering wordt een teamsite 27

28 ingericht voor de regiodirectie, teamleiders en kwaliteitszorgcoördinatoren. Hoewel de opzet nu eerst gericht is op een kwaliteitszorgsysteem voor de regiodirectie houdt dit tegelijkertijd in dat de onderliggende processen op de vestigingen geborgd worden. Zonder een evaluatie van gegevens op teamniveau en vestigingsniveau kan er namelijk geen goede rapportage t.b.v. de regiodirectie opgesteld worden. Alle geledingen worden van elkaar afhankelijk voor informatie en sturing. Onderzoek Westerkwartier - Noordenveld De regiodirecties van Terra en rsg de Borgen hebben een onderzoeksopdracht uitgezet met als kernthema: Door samenwerking sterk in de regio. De intentie is gelegen in de doelstelling om blijvend te voorzien in een dekkend netwerk van OGN-onderwijsvoorzieningen, met keuzemogelijkheden voor leerlingen in alle (vmbo) sectoren in Westerkwartier/Noordenveld. Dit vanuit de grondhouding dat OGN-stichtingen gemeenschappelijk versterkend willen zijn in en voor de regio. Studentenraad Eind schooljaar hebben de studenten die deel uit maakten van de studentenraad de school verlaten. Zij zijn opgevolgd door 6 nieuwe, enthousiaste studenten. Ouderraad De nieuwe ouderraad (OuR) van Terra is in oktober geïnstalleerd. Vanuit elke vo-vestiging is een vertegenwoordiger bereid gevonden om vanuit betrokkenheid met het onderwijs te werken aan een daadkrachtige ouderraad. Klachten De klachtenregeling van Terra is erop gericht klachten in eerste instantie op te lossen dichtbij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt, kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en desgewenst vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In zijn er geen klachten binnen gekomen bij het College van Bestuur. MBO Terra heeft in voor een groot deel in het teken gestaan van de uitvoer en implementatie van de beleidsvoornemens uit het kwaliteitsplan mbo. Daarnaast liep er een vervolgtraject vanuit het Onderzoek Kwaliteitsverbetering (OKV) door inspectie. Hierin is met name bij de vestiging in Emmen succes geboekt. Bij de opleiding Loonwerk niveau 2 in Groningen is nog verbetering mogelijk als het gaat om de wijze waarop de overigens goede kwaliteit, ook geborgd wordt. Dit laatste geldt ook voor de instelling als geheel. In dat kader is er door de regiodirectie van Terra opdracht gegeven tot ontwerp van rapportageformats en is op instellingsniveau een nieuwe kwaliteitscyclus ingericht. Daarnaast is er meegewerkt en uitvoering gegeven aan semi-interne audits vanuit het audit-convenant 4Groen. Bij Terra mbo zijn twee audits uitgevoerd en is door het auditteam medewerking verleend aan drie audits bij AOC Oost, De Groene Welle en Nordwin College. Ook deze audits kennen een waarderende methodiek. De agenda van het reguliere overleg van de kwaliteitscoördinatoren werd bepaald door: verbetertrajecten OKV, waaronder: - interne audits op examinering en begeleiding en ondersteuning; - invoering van teamplannen, inclusief zelfevaluaties. opstellen en opstarten kwaliteitsplan mbo; ontwikkelingen met betrekking tot sturingsinformatie (Resultatenbox). Verlengd inspectie Onderzoek Kwaliteitsverbetering (OKV) In december heeft de inspectie haar Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering (OKV) bij Terra mbo afgerond met een rapportage over de ingezette verbeteringen sinds het onderzoek naar de Staat van de instelling in 2014 en het daaropvolgende OKV. Ten aanzien van de verbeteringen met betrekking tot de kwaliteitsborging op instellingsen opleidingsniveau constateert de inspectie dat de ingezette plannen leiden tot een structurele verbetering. Deze verbetering wordt met name goed zichtbaar bij de onderzochte teams in Assen en Emmen. Tegelijkertijd ziet de inspectie ook nog mogelijkheden tot verdere verbetering, onder andere ten aanzien van de kwaliteitszorg op instellingsniveau. Terra mbo stelt op grond van de bevindingen van de inspectie zich tot doel de ingezette verbetertrajecten nog verder uit te bouwen, ook voorbij dat wat inspectie van ons vraagt. Over de voortgang van de trajecten wordt de inspectie proactief geïnformeerd. ORUN-diploma paardensport Studenten paardensport die hun opleiding volgen bij een AOC, kunnen nu ook het ORUN-diploma krijgen bij hun mbo-diploma. Hiervoor hebben de AOC Raad en de Sectorraad Paarden een convenant ondertekend. Eerder al waren de hippische exameneisen van beide diploma s op elkaar afgestemd. Nu is tevens afgesproken dat voor de examens voor de opleidingen paardensport- en houderij gebruik gemaakt kan worden gemaakt van een landelijke ORUN-AOC poule van assessoren. De assessoren worden aangesteld door de ORUN en nemen de examens af. Hiermee worden de afgenomen examens ORUN-waardig en verkrijgt de leerling bovenop het mbodiploma ook het ORUN-diploma. 28

29 2.4 Beoordeling Jaar en diplomaresultaten, VSV- cijfers MBO Diplomaresultaat Terra Emmen 1 81,48% 75,68% 62,50% 89,47% 66,67% 80,0% 0,0% 2 76,54% 75,00% 70,97% 86,90% 84,00% 80,0% 82,5% 3 70,59% 85,00% 78,85% 85,00% 77,05% 82,4% 78,9% 4 60,61% 59,46% 70,27% 72,73% 82,98% 78,3% 86,7% Terra Groningen 1 77,78% 80,00% 90,91% 90,91% 95,45% 50,0% 50,0% 2 83,21% 89,54% 88,05% 91,85% 87,01% 80,7% 77,4% 3 83,82% 80,74% 79,84% 81,36% 77,69% 82,1% 76,1% 4 74,29% 74,00% 80,69% 76,61% 75,00% 65,2% 86,5% Terra Meppel 1 100,00% 75,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,0% 100,0% 2 71,11% 83,33% 87,50% 94,23% 93,44% 79,4% 81,8% 3 87,32% 76,09% 83,64% 81,48% 95,45% 84,6% 91,4% 4 75,76% 85,25% 79,03% 72,92% 85,25% 79,5% 87,8% TerraNext 1 85,88% 85,26% 90,12% 89,78% 83,10% 100,0% 75,4% 2 75,00% 77,14% 76,09% 72,03% 88,89% 84,0% 70,7% 3 93,10% 87,10% 88,46% 80,00% 94,74% 78,6% 71,4% 4 85,71% 100,00% 100,00% 100,00% 50,00% 72,0% 100,0% Terra Assen 1 93,33% 95,00% 90,00% 42,86% 100,0% 2 42,86% 92,31% 88,68% 91,11% 85,29% 86,1% Terra Winschoten 1 41,67% 83,33% 33,3% 2* 58,82% 70,6% Terra 80,14% 78,32% 84,03% 86,05% 84,32% 78,05% 75,34% 29

30 Jaarresultaat Terra Emmen 1 76,19% 67,86% 51,61% 76,47% 47,06% 83,3% 55,6% 2 68,75% 63,51% 59,49% 78,87% 73,08% 78,7% 87,3% 3 52,78% 74,36% 67,92% 78,26% 63,93% 77,6% 76,0% 4 55,56% 56,41% 65,79% 67,86% 79,59% 82,4% 85,7% Terra Groningen 1 33,33% 76,92% 89,47% 81,25% 87,50% 90,0% 66,7% 2 76,19% 84,62% 80,58% 82,52% 73,64% 83,6% 83,7% 3 74,03% 54,22% 66,96% 69,05% 61,24% 60,4% 70,2% 4 63,82% 67,74% 77,78% 74,66% 71,43% 80,4% 86,6% Terra Meppel 1 100,00% 75,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,0% 100,0% 2 63,89% 80,49% 82,50% 91,67% 86,96% 83,7% 84,8% 3 75,71% 72,09% 81,48% 75,47% 88,37% 76,5% 83,3% 4 74,63% 81,25% 79,03% 73,68% 85,00% 83,0% 84,3% TerraNext 1 76,00% 76,29% 66,97% 78,89% 80,65% 78,6% 76,9% 2 55,43% 61,03% 53,78% 61,72% 77,53% 64,1% 69,6% 3 64,00% 59,38% 55,56% 73,33% 81,25% 66,7% 57,1% 4 83,33% 45,45% 60,00% 100,00% 50,00% 33,3% 75,0% Terra Assen 1 93,33% 92,31% 85,71% 66,67% 100,0% 2 42,86% 91,89% 89,47% 91,11% 88,64% 86,0% Terra Winschoten 1 41,67% 90,91% 50,0% 2* 56,25% 70,0% Terra 68,4% 67,0% 73,6% 80,3% 75,0% 76,2% 77,4% Het jaar- en diplomaresultaat voor Terra in totaal is in vergelijking met vorig jaar weer verbeterd. Het aantal opleidingen dat onvoldoende scoort in Jaar en diplomaresultaat is nog verder afgelopen. De directie heeft de opleidingen goed in beeld en heeft maatregelen genomen waar nodig. Opleidingen zelf zijn gestimuleerd in eigenaarschap en reflectie op eigen prestaties. Middels zelfevaluaties en teamplannen wordt gewerkt aan kwaliteitsverbeteringen zoals die ook zijn geformuleerd in het Kwaliteitsplan MBO. VMBO-GROEN Examenresultaten en slagingspercentage vmbo groen In onderstaande overzichten is per leerweg en per vestiging het gemiddelde CE cijfer ten opzichte van het landelijke gemiddelde weergeven. Tevens is het verschil CE-SE opgenomen (geen onderdeel meer van de opbrengstenoverzichten) en het slagingspercentage. 30

31 Vmbo-BB Vestiging Gemid. CE Landelijk Verschil SE-CE Slagingspercentage Assen Eelde Winsum Emmen Oldekerk Wolvega Meppel Behalve de vestigingen Eelde en Wolvega scoren alle vestigingen boven het landelijk gemiddeld CE-cijfers. Het verschil CE-SE ligt voor alle vestigingen onder de norm (0.5 punt). Vmbo-Kader Vestiging Gemid. CE Landelijk Verschil SE-CE Slagingspercentage Assen Eelde Winsum Emmen Oldekerk Wolvega Meppel Drie vestigingen scoren met gemiddeld CE-cijfer onder het landelijk gemiddelde: Emmen, Wolvega en Meppel. Ook het slagingspercentage van de vestiging Wolvega ligt net onder het landelijk gemiddelde. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het maar om een klein aantal leerlingen gaat. Vmbo-GL Vestiging Gemid. CE Landelijk Verschil SE-CE Slagingspercentage Assen Eelde Winsum Emmen Oldekerk Wolvega Meppel Winsum, Oldekerk en Wolvega scoren met het gemiddeld CE cijfer onder het landelijk gemiddelde. Het verschil CE- SE ligt voor alle vestigingen binnen de norm (<0.5 punt). Ook het slagingspercentage van Wolvega is lager dan het landelijke gemiddelde. Ook hier gaat het om een beperkte groep leerlingen. 31

32 Opbrengstenoordelen inspectie Jaarlijks publiceert de inspectie haar opbrengstenoordelen van de vestigingen. In valt op: alle vestigingen, behalve Oldekerk, scoren onder de norm voor wat betreft de onderwijspositie in leerjaar t.a.v. advies po (R1). Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de invloed van hgl leerlingen; Emmen scoort onvoldoende op de onderbouwsnelheid. Dit is veroorzaakt doordat teveel leerlingen bleven zitten in de rebound voorziening van de gezamenlijke scholen. Inmiddels is hier door de vestiging actie op gezet (eerder interveniëren als ontwikkelperspectief niet gehaald dreigt te worden); het bovenbouwsucces vmbo-kb in Oldekerk scoort onder de norm. Dit heeft geleid tot aanpassingen in de determinatie en inmiddels is er weer een stijgende lijn te zien; Wolvega scoort als eindoordeel onvoldoende op de kb (was al zwak) en nu ook op de gl. Wolvega heeft reeds een plan van aanpak ter verbetering van de onderwijsresultaten. De voortgang wordt gemonitord door de regiodirecteur in samenwerking met O&K. Bestuurlijk gesprek Op 5 juli heeft het bestuurlijk gesprek met de inspectie plaatsgevonden. De afspraken die tijdens het gesprek zijn gemaakt, zijn vastgelegd in het overzicht met afspraken en risico s. Tijdens het gesprek is wederom aandacht besteed aan het negatieve effect van de leerlingen van het Groene Lyceum op indicator R1 (onderwijspositie leerjaar 3 ten opzichte van advies basisonderwijs). Alle vestigingen met het Groene Lyceum scoren onvoldoende op deze indicator. De inspectie heeft daarom gevraagd een analyse aan te leveren waarin deze effecten zichtbaar zijn gemaakt. Tevens zijn op verzoek van de inspectie de meest recente cijfers voor indicator R2 (zittenblijven in de onderbouw) voor de vestiging Emmen aangeleverd. Uit beide analyses kan geconcludeerd worden dat de lage resultaten op indicator R1 met name te wijten zijn aan de invloed van het Groene Lyceum. In Emmen speelt daarnaast de afstroom in de reguliere leerwegen ook een rol. De stijgende lijn van indicator R2 in Emmen is ook in doorgezet. Het aantal zittenblijvers in de onderbouw is voor beide jaren hetzelfde namelijk 7. De door de vestiging ingezette acties hebben effect gehad. Overzicht arrangementen (eind ) Vestiging Leerweg Arrangement Vervolg Assen Alle leerwegen Basisarrangement Eelde Alle leerwegen Basisarrangement Emmen Alle leerwegen Basisarrangement Analyse zittenblijven onderbouw door de inspectie uitgevoerd. Geen reden voor onderzoek. Meppel Alle leerwegen Basisarrangement Oldekerk Alle leerwegen Basisarrangement Waarschuwing opbrengsten vmbo-kb en gl. Het driejaarlijks gemiddelde bovenbouwsucces (R3) is onder de norm. Geen reden voor onderzoek. Winsum Alle leerwegen Basisarrangement Wolvega Alle leerwegen Basisarrangement VMT heeft verbeterplan opgesteld voor toename opbrengsten en geeft hier in de toekomst een vervolg aan. Eind hebben alle leerwegen van alle vestigingen een basisarrangement. 32

33 Inspectiebezoeken In zijn er een aantal vestigingen door de inspectie bezocht. De onderzoeken vonden plaats in het kader van het Onderwijsjaarverslag van de inspectie (Assen), afsluitend onderzoek (Wolvega vmbo-k), onderzoek als gevolg van onvoldoende opbrengsten (Wolvega vmbo-b en vmbo-gt) en landelijk onderzoek naar de afname CSPE (Eelde, Oldekerk, Wolvega en Winsum). Inspectiebezoek Assen Op 9 en 11 februari is de vestiging Assen door de inspectie bezocht in het kader van het onderwijsjaarverslag van de inspectie. Doel van het onderzoek is tweeledig. In de eerste plaats verzamelt de inspectie informatie over een aantal indicatoren. Dit leidt tot een kwaliteitsprofiel van de vestiging. Op de tweede plaats is informatie verzameld over een tweetal thema s: leraarschap en de professionele ruimte van leraren; omgaan met verschillen tussen leerlingen. Op basis van het onderzoek heeft de inspectie de vestiging het basisarrangement gegeven. Zowel de opbrengsten als het onderwijsleerproces is van voldoende niveau. Alle indicatoren zijn met een voldoende beoordeeld. Inspectiebezoek Wolvega Op 13 oktober heeft het inspectieonderzoek Terra Wolvega plaatsgevonden: kwaliteitsonderzoek vmbo-b en gt in verband met onvoldoende opbrengsten; onderzoek kwaliteitsverbetering vmbo-k (aangepast arrangement: zwak). Alle drie de leerwegen hebben n.a.v. het onderzoek het basisarrangement gekregen, alhoewel de opbrengsten nog niet voldoende zijn (deze laten wel een stijgende lijn zien). De door het vmt ingezette verbeteracties (plan van aanpak) hebben effect gehad en deze zijn door de inspectie ook gezien. Ook constateerde de inspectie dat de onvoldoende opbrengsten het gevolg zijn van kleine aantallen leerlingen. Een enkele leerling maakt al het verschil, vandaar dat de inspectie is afgeweken van de eigen beslisregels. Uiteraard gaat de vestiging door met de ingezette verbeteracties om ook de onderwijsresultaten op orde te krijgen. Onderzoeken CSPE In april heeft de inspectie, in het kader van een landelijk onderzoek naar de afname van het cspe, een viertal vestigingen bezocht: Eelde, Winsum, Oldekerk en Wolvega. Bij de drie eerstgenoemde vestigingen was alles in orde. Bij de vestiging Wolvega is het niet helemaal goed verlopen. Zij scoren onvoldoende op indicator 2.1: De examinator laat de opdrachten uitvoeren zoals deze bedoeld zijn. De school heeft vanuit de inspectie een herstelopdracht gekregen. Inmiddels is aan beide opdrachten uit de herstelopdracht voldaan. Onderwijstijd Onderwijstijd is de tijd voor activiteiten uit het onderwijsprogramma die de overheid als zodanig meetelt. Aan het begin van een schooljaar hebben de scholen een onderwijsplanning in uren gemaakt. Tijdens het gehele schooljaar registreert de school de onderwijstijd die wordt gerealiseerd. Aan het eind van het schooljaar is dan na te gaan of de planning én de minimum urennorm is gehaald. Sinds augustus 2015 is er een nieuwe wettelijke urennorm van kracht. De nieuwe norm is niet per leerjaar, maar geldt voor de hele opleiding. Voor het vmbo is de norm 3700 uur. Daarnaast moeten leerlingen minimaal 189 dagen per jaar onderwijs krijgen. Onderwijsactiviteiten moeten aan bepaalde eisen voldoen om te kunnen meetellen als onderwijstijd. Zo moet het onderwijs onder de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van daartoe bekwaam onderwijspersoneel worden uitgevoerd. Verder moet het onderwijs deel uitmaken van het door de school geplande en voor de leerlingen verplichte onderwijsprogramma en moet het onderwijs door een inspirerend en uitdagend karakter bijdragen aan een zinvolle invulling van de totale studielast van leerlingen. 33

34 2.5 Samenwerkingsverbanden NETWERKEN Diverse afgevaardigden van Terra zijn als vertegenwoordiger van de organisatie actief in regionale- en landelijke netwerken. Binnen de provincie Groningen heeft het Platform MBO-V(S)O zich ten doel gesteld om kwalitatief goed onderwijs te blijven bieden binnen de gehele provincie. Nagenoeg alle schoolbesturen van de provincie zijn vertegenwoordigd in dit platform. In zogenaamde regiotafels wordt gesproken over samenwerking tussen scholen en andere mogelijkheden om de doelstelling te behalen. Ook bij gemeentelijke en provinciale overheden in zowel Friesland, Groningen als Drenthe zit het College van Bestuur, samen met de schooldirectie, aan tafel bij de lokale bestuurders om over zaken als huisvesting of andere onderwerpen op strategisch niveau te spreken. SAMENWERKINGSVERBANDEN VO Terra vo participeert in 5 verschillende samenwerkingsverbanden: VO2002 Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden V(S)O (Winsum en Oldekerk); VO2102 Stichting Samenwerkingsverband Zuidoost- Friesland VO (Wolvega); VO2201 Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Noord- en Midden Drenthe (Eelde en Assen); VO2202 Coöperatie U.A. (Emmen); VO2203 Stichting SWV-VO (Meppel). Alle vestigingen werken binnen hun samenwerkingsverband aan het realiseren van een passende plaatsing in het reguliere onderwijs en onderwijs op maat. Alle vo vestigingen van Terra zijn vertegenwoordigd in een leernetwerk passend onderwijs. Deze interne werkgroep wisselt met name uit op thema s verbonden aan de (extra) ondersteuning aan leerlingen. Playing for Success Terra maakt deel uit van Playing for Success. Dit is een naschools programma voor leerlingen van 9 tot en met 14 jaar, die een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken, met name op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling. Gedurende tien weken volgen de leerlingen een programma van een dagdeel in de week. Dit doen ze in het Playing for Success leercentrum, de Arjen Robben skybox, gevestigd in het stadion de Euroborg. Ze gaan aan de slag met praktische taal-, reken- en ict-opdrachten. Voetbal is hierbij de rode draad. Naast Terra participeren O2G2, Penta Primair, Marenland, Ubbo Emmius, VCOG en FC Groningen in Playing for Success. Leerlingen van Terra kunnen aan dit programma deelnemen. Het aanmelden van leerlingen gebeurt op advies/selectie van de school. Het is vaak de leraar of zorgbegeleider die de ouders van de leerling aanraadt om deel te nemen aan Playing for Success. Als het kind ook graag wil meedoen, regelt de school vervolgens de aanmelding. Deelname aan het project is kosteloos voor de leerlingen. In maart bestond Playing for Succes vijf jaar. Ter gelegenheid daarvan is een jubileumkrant verschenen. Deze krant is verspreid op alle scholen van de deelnemende partners van Playing for Success Groningen en onder diverse relaties. 2.6 Regionale ontwikkelingen en lectoraat KENNISWERKPLAATSEN Afgelopen jaar heeft Terra de samenwerking met de kenniswerkplaatsen van de Gebiedscoöperaties Zuid- West Drenthe en Westerkwartier verder versterkt, waarbij het verbeteren van de aansluiting van het mbo op de vraag op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt het doel is. De Kenniswerkplaats komt kort gezegd neer op het structureel samenwerken met de ondernemers in de regio en het organiseren van buitenschool voor Terra. Dit omvat drie elementen: initieel onderwijs: studenten en docenten verbinden met innovatieve ontwikkelingen door te werken aan echte projecten in innovatieve vraagstukken; regionale innovatie: curriculumontwikkeling en vernieuwing van opleidingen, zodat deze blijvend aansluiten bij ontwikkelingen in het werkveld; Leven Lang Leren: invulling geven aan Leven Lang Leren: studenten, docenten en ondernemers leren met en van elkaar; zij vormen lerende innovatieve netwerken (coil s) en houden gezamenlijke studiebijeenkomsten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambities zoals geformuleerd in het strategisch beleidsplan Terra : Wij streven naar een leven lang leren voor de leerling, de medewerker en in verbinding met de regio. Wij leren in verbinding met de regio, zowel vanuit de leervraag van de student als vanuit de leervragen van de regio. Wij zijn bekend met de thema s die er spelen. Samen met organisaties en instanties zijn wij in staat om oplossingen te bedenken voor het aantrekkelijk en leefbaar maken en houden van zowel het platteland als de stad. Een aansprekend voorbeeld waar deze drie elementen samenkomen is Cowcept. Cowcept is de naam van een groep dierenartsen die een nieuwe opleiding rondom diergezondheid voor ogen heeft. In is daarmee een start gemaakt door samen met docenten van Terra een nieuw keuzedeel voor de opleidingen veehouderij en paraveterinair te ontwikkelen. Aanleiding voor dit keuzedeel is de sterke behoefte die door de dierenartsen wordt gesignaleerd binnen de veterinaire sector 34

35 landbouwhuisdieren aan ondersteuning voor de dierenarts op het gebied van bedrijfsadvisering, het monitoren van dierziekten (inclusief dierwelzijn) en preventieve diergezondheid; met andere woorden de aandacht voor zorg voor landbouwhuisdieren verschuift van curatief naar preventief. Dit betekent dat er nieuw werk ontstaat en dit is nieuwe werkgelegenheid voor afgestudeerde MBO ers, zowel voor studenten die nu nog op school zitten als werknemers die al werkzaam zijn in de sector. De ontwikkeling van het nieuwe keuzedeel wordt overigens niet door school betaald, maar gefinancierd uit het regionaal investeringsfond (RIF). Regionaal Investeringsfonds MBO Om te zorgen voor aantrekkelijk en eigentijds mboonderwijs dat ruimte biedt aan regionale verschillen en een veranderde arbeidsmarkt is het voor mboinstellingen nodig om nauw samen te werken met innovatieve bedrijven. Daarom is in het Techniekpact afgesproken dat er een Regionaal Investeringsfonds voor het mbo komt. Met dit Regionaal investeringsfonds mbo stelt het Ministerie van OCW tussen 2014 tot en met 2017, in totaal 100 miljoen euro subsidie beschikbaar voor duurzame publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. De subsidiebijdrage dient aangevuld te worden met een financiële bijdrage vanuit de regio (bedrijfsleven en regionale overheid). Duurzaam Coöperatief Ondernemen In heeft Terra een aanvraag ingediend bij het Regionaal Investeringsfonds voor het project Duurzaam Coöperatief Ondernemen. Terra en de partners in de regio geven hun samenwerking vorm in een Publiek Private Samenwerking (PPS) gericht op het bouwen van regionale Food ketens die in nauwe verbinding staan met het onderwijs. Terra wil samen met de partners in de regio nieuwe keuzedelen en opleidingen ontwikkelen waar de markt om vraagt, die de kansen van studenten op de arbeidsmarkt vergroten. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar Terra, maar ook naar logische cross-overs met andere onderwijsinstellingen, zoals SVO Food en het hbo. Terra is daarom een onderzoek gestart naar een brede opleiding Food waarin nieuwe onderwerpen, zoals verwaarding, vermarkting en verkorte voedselketens een plek zouden moeten krijgen. Lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen In de zomer van nam Terra een opnieuw trendsettende ontwikkelingsstap. In een driepartijenafspraak tussen Terra, Hanzehogeschool en de Gebiedscoöperatie wil Terra gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid nemen voor het lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen. Reden hiervoor is dat Terra zich regionaal wil verankeren. Tevens is zij zich er van bewust dat zij slechts in nauwe samenwerking met partners (coöperatie) dit kan realiseren. Gelijktijdig leidt de samenwerking met de Hanzehogeschool er toe dat onderzoekscapaciteit vanuit het hbo gekoppeld wordt aan praktijkkennis in het mbo. Een tripartiete lector (Willem Foorthuis) vormt de schakel tussen de scholen en de werkvloer in de drie partnerorganisaties en zorgt voor de koppeling van kenniscreatie en toepassing. Coöperatieve ondernemendheid Inhoudelijk is het lectoraat gericht op praktijkgericht onderzoek naar coöperatieve ondernemendheid. Jonge onderzoekers worden tijdens hun onderzoek begeleid en ondersteund, om meer inzicht te verkrijgen in regionale coöperatieve ketens. In elk thema van het werkprogramma van de Gebiedscoöperatie zitten zulke coöperatieve ketens, bijvoorbeeld voedselketens, maar ook zorg- en energieketens, en niet in de laatste plaats ketens en kringlopen in de circulaire economie. Maar ook het coöperatiemodel als zodanig vraagt om nieuwe en betrouwbare ketens: tussen de verschillende partnerorganisaties, de betrokken mensen, en de shareholders in de regio. Het lectoraat draagt bij aan de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoord, sociaal, duurzaam en regionaal geworteld ondernemerschap met nieuwe verantwoordelijkheden en kansen voor de regionale shareholders. Het onderzoek heeft een focus op nieuwe inzichten over financieel én maatschappelijk rendement. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van coöperatieve bestuurs-, financierings- en verdienmodellen. 2.7 Projecten MEERJARIG INVESTERINGSPROGRAMMA In het meerjarig investeringsprogramma (MIP) heeft Terra sterk ingezet op bepaalde thema s zoals het regioleren in samenhang met de professionalisering van docenten, de organisatie van het leerproces en de versterking van de samenwerking in 4Groen-verband en in Noord-Nederlands verband. Verder zet Terra in op drie thema s van de Agro-Agenda van Noord-Nederland, te weten: veehouderij en paraveterinair, akkerbouw en loonwerk en natuur en leefomgeving. Naast de grote aandacht voor het proces is ook gewerkt aan de ontwikkeling en opzet van een aantal inhoudelijke projecten die bijdragen aan de uitvoering en het behalen van de doelen uit de ambitieplannen op de drie thema s. Drones en 3D Printing In de land- en tuinbouw en in de groene ruimte wordt steeds meer gebruik gemaakt van drones. Het is belangrijk dat het groene beroepsonderwijs kennis 35

36 opdoet van deze innovatie en weet hoe deze innovatie een plaats in het onderwijs te geven. In dit project leren docenten van Terra innovatie op het gebied van drones toe te passen en te gebruiken in het onderwijs.terra is in gestart met een project waarin gekeken wordt naar de mogelijkheden van 3D printing voor groene beroepen en voor het groene onderwijs. Graafmachine simulator In is een werkgroep van Terra gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden en haalbaarheid van een simulator voor graafmachines. Terra biedt onder andere opleidingen aan in groen, grond en infra. Kenmerkend voor de loonwerksector is het brede scala aan werkzaamheden. Eén van de belangrijkste machines die in de cultuurtechniek worden gebruikt is de hydraulische graafmachine. Het werken met een hydraulische graafmachine vraagt om hele andere vaardigheden dan het besturen van een trekker of het bedienen van een oogstmachine. Om goed met een graafmachine te kunnen werken is het erg belangrijk om het gevoel van het bedienen goed in de vingers te krijgen. Het kost relatief veel tijd om deze vaardigheid goed onder de knie te krijgen. Dit is de reden waarom Terra de studenten op verschillende vestigingen wil laten oefenen in een graafsimulator. Terra Meppel mbo krijgt als eerste school een simulator. De graafsimulatoren is een zeer zinvol hulpmiddel omdat het de effectiviteit van de lestijd vergroot ten opzichte van een echte graafmachine. Er kan met minimale begeleiding van docenten meer geoefend worden. Ook het eindniveau van de studenten wordt verhoogd, omdat er meer en makkelijker geoefend kan worden en is het oefenen in een simulator veiliger, duurzaam en milieuvriendelijk. In de toekomst kunnen de graafsimulatoren verder uitgebouwd worden met bijvoorbeeld modules voor het werken met een shovel, heftruck of dumper. De simulator bij Terra Meppel mbo zal tijdens de open dagen op 26 en 27 januari 2017 voor het eerst in gebruik worden genomen. Ook drie andere Terra mbo vestigingen krijgen een graafsimulator. Tractorsimulator Binnen een aantal mbo-opleidingen van Terra is het noodzakelijk om een trekkerrijbewijs (T-rijbewijs) te halen. Met de invoering van het T-Rijbewijs op 1 juli 2015 wordt dit zwaarder en duurder voor de leerling. Om de leerling op een snelle, simpele, flexibele en veilige manier te helpen het praktijkgedeelte van het T-rijbewijs te doorlopen, wil Terra een tractorsimulator inzetten. Door de realisatie van een tractorsimulator kan een leeromgeving geboden worden waarin de leerling onbeperkt kan oefenen in het rijden met een tractor met aanhangwagen om zich voor te bereiden op het praktijkexamen voor het T-rijbewijs. Doordat het aantal praktijklessen verminderd kan worden, zal dit een flinke besparing per leerling betekenen. Voor de ontwikkeling en realisatie van de tractorsimulator is Terra in 2015 met tractorfabrikant New Holland een samenwerking aangegaan. Beide partijen werken nauw samen aan de ontwikkeling. De Europese aanbestedingsprocedure voor dit project heeft aan het eind van 2015 geresulteerd in gunning van de bouw van de simulator. In is de ontwikkeling en bouw van de simulator gestart. Naar verwachting wordt voor de zomer van eind 2017 op vier vestigingen van Terra de tractorsimulator geplaatst en in gebruik genomen. De ontwikkeling en bouw van de simulator wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Ministerie van EZ uit Box 3. Gilde Nieuwe Stijl Binnen de publiek-private samenwerking van de RIF Gilde Nieuwe Stijl is nadrukkelijk aandacht voor de positie van de kwetsbare jongeren. Er is een noodzaak van alternatieve voorzieningen binnen het entreeonderwijs om de doelgroep van kwetsbare jongeren voor de maatschappij te behouden en ze toe te leiden naar zelfstandigheid met een nuttige functie waarbij ze blijvend in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Door entree-onderwijs in een bedrijfsmatige omgeving aan te bieden, wordt de kans dat deze groep begeleid kan worden naar regulier werk vergroot. De opzet was om schooljaar 2015/ al met Gildes te starten. Door opstart moeilijkheden zijn de inhoudelijke gesprekken pas vanaf 1 januari opgang gekomen. Dit heeft tot gevolg dat er geen Gilde gestart kon gaan worden in dat schooljaar. In schooljaar /2017 starten 4 gildes, waarvan 2 in de provincie Groningen en 2 gildes in de provincie Drenthe. Bedrijven en onderwijsinstellingen werken zo nauw mogelijk samen om de onderwijsprogramma s op elkaar af te stemmen. Foodweek In september heeft de Foodweek, georganiseerd door de Gebiedscoöperatie Westerkwartier, Hanzehogeschool Groningen, Gemeente Groningen en Terra MBO, plaatsgevonden. Leerlingen en studenten van verschillende scholen hebben de gehele voedselproductie rondom de stad Groningen in kaart gebracht. Vanuit Onderwijsgroep Noord waren hierbij leerlingen van Terra Groningen, Winsum, Oldekerk en Meppel betrokken evenals leerlingen van rsg de Borgen. Op de laatste dag van de Foodweek is de Ondernemersdag georganiseerd voor alle stakeholders die betrokken zijn bij het opzetten van het regionale voedselnetwerk. Ook werden op deze dag de eerste resultaten van het onderzoek 36

37 gepresenteerd en zijn gezamenlijke vervolgstappen gezet. Bezig met Bijen Bijen zijn belangrijk voor de biodiversiteit en zijn een graadmeter voor hoe de natuur ervoor staat. Juist in groene beroepen (akkerbouw, veehouderij en hoveniers) is kennis van bijen van belang voor het terugdringen van bijensterfte. Denk hierbij aan verantwoorde teelt, niet of verminderd gebruik van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen en keuze van plantmateriaal in private en publieke tuinen, bermen en andere groenvoorzieningen. Het is daarom van belang dat leerlingen van Terra meer kennis krijgen van de bij en zijn leefomgeving om zo, zij het op kleine schaal, bij te dragen aan het terugdringen van de bijensterfte. Daarmee geeft Terra inhoud aan de begrippen duurzaamheid en natuurbeleving binnen haar opleidingen. Suikerunieterrein: Terra verbindt Terra werkt momenteel aan een vernieuwend project op het voormalig Suikerunieterrein (SUT) in Groningen. Samen met de gemeente en partners uit onderwijs en bedrijfsleven gaat Terra de voormalige vloeivelden ontginnen tot een proefkolonie waar innovatie voorop staat: vernieuwende technieken op het gebied voedselproductie, biobased energieproductie, circulaire processen en verbinding met zorg en samenleving. De enthousiaste gemeente Groningen draagt zorg voor een passende nieuwe infrastructuur. Eind heeft de regiegroep onder leiding van directeur regionale ontwikkelingen & innovatie de offerteaanvragen uit laten gaan voor het ontwikkelen van een pioniersvestiging op het terrein. Terra Rijschool In 2015 werd het Trekkerrijbewijs verplicht voor iedereen die nog 18 moest worden en geen autorijbewijs heeft. Vanwege het grote belang van het behalen van het T-rijbewijs voor leerlingen van veel van de opleidingen die Terra aanbiedt, heeft Terra een plan ontwikkeld voor het geven van rijlessen. Dit heeft eind geresulteerd in de oprichting van een B.V. voor de Terra Rijschool. Juridisch is de Terra Rijschool ondergebracht in een B.V. om de geldstromen publiek-privaat goed gescheiden te houden. In de loop van 2017 zal de rijschool gebruik gaan maken van de simulatoren die door Terra in samenwerking met tractorfabrikant New Holland worden ontwikkeld. De Rijschool wordt gecoördineerd door TerraNext. Zij beschikt op dit moment over twee lescombinaties, die gebruikt worden in de regio Groningen/Leek en Assen. Voor de regio s Meppel en Emmen is een samenwerkingsverband aangegaan met respectievelijk rijschool Kruidhof en DIBO Rijopleidingen. 37

38 3. LEEROMGEVING 3.1 Internationalisering Terra leidt haar studenten zodanig op dat ze in staat zijn om binnen een EQF functieniveau 2, 3 en 4 in een internationale context kunnen werken op de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt. Terra heeft in haar strategie Internationaal gekozen voor twee lijnen: het organiseren van excellente internationale leerplekken (scholen en bedrijven) voor studenten (en docenten) en voor de lijn regionalisering internationalisering regionalisering (samenwerking zoeken met bedrijfsleven, overheden, omgeving en onderwijs/ onderzoek in vergelijkbare regio s om kennis uit te wisselen, kennis te creëren, projecten te initiëren en uit te voeren). De eerste lijn gaat om mobiliteit. We organiseren de internationale leerervaring dusdanig, dat de kwaliteit geborgd is. Kwaliteit betreffende niveau, leeruitkomsten/ -opbrengsten en begeleiding. Dit leidt tevens tot uitbreiding en verdieping van vakkennis en het nog beter vakinhoudelijke functioneren van de opleidingen. Terra wil zich hierdoor ontwikkelen tot een internationaal georiënteerd, innovatief kenniscentrum. Deze ambities staan prominent in het Meerjaren Inverstering Plan (MIP) en in het Excellentiedeel van het Kwaliteitsplan. Terra heeft de kwaliteit en kwantiteit van de mobiliteit op orde en is daarvoor in 2015 beloond met het zogenaamde VET Mobility Charter; een keurmerk, uitgegeven door het Nationaal Agentschap Erasmus+ Education and Training. Onze collega s ontwikkelen, in samenwerking met onze buitenlandse partners, meerdere ECVET-modules. Internationale mobiliteit speelt een belangrijke rol binnen Terra. Er zijn (financiële) middelen om studenten, praktijkopleiders, ondersteuners, docenten en management internationaal te laten mobiliseren. In het kader van internationalisering binnen het onderwijs is Terra vertegenwoordigd in verschillende netwerken en platforms, zoals EUROPEA Internationaal en EUROPEA Nederland, Carrefour Europeèn, Grüne Lernlandschaften, de AOC Raad (Platform Internationalisering), de MBO Raad en het Borderless Network. Terra is verder vertegenwoordigd in een consortium 4Groen, bestaande uit Nordwin College, GroeneWelle en AOC Oost. Deze groep werkt samen met het west/zuid consortium (Wellantcollege, Heliconopleidingen, Citaverde college en Lentiz Onderwijsgroep) bij subsidieaanvragen voor studenten- en medewerkersmobiliteit en aanvragen (en uitvoering) van partnerschappen. Terra is (lead) partner in verschillende projecten en partnerschappen zoals MALTA4Groen (internationale mobiliteit), Peat Valley+, een strategisch partnerschap met drie landen rond de thema s de veranderende rol van onderwijs (door Regioleren) en Food verkorte ketens, Grüne Lern Landschaften over interessante groene thema s voor studenten en docenten en Vertical Plant Life, een strategisch partnerschap over verticale tuinen. Terra 38

39 werkt veel samen met bovengenoemde AOC s. We maken gebruik van elkaars contacten en van samen met internationale partners ontwikkelde leereenheden (ECVET units). De internationale partnerschool zorgt voor bedrijven en verzorgt lessen voor de bezoekende student. De student volg een deel van zijn curriculum in het buitenland en krijgt tevens een assessment over deze zogenaamde ECVET unit in het buitenland. Terra heeft met een aantal partners vergevorderde afspraken (Denemarken, Zweden, Finland, Duitsland) over uitwisselbare leereenheden. Terra maakt voor de diverse internationale (uitwisselings)projecten gebruik van geldstromen van Erasmus+, sponsoring, eigen budget/cofinanciering. Medewerkers en studenten internationaliseren ook niet-gesubsidieerd: stages in USA, Australië en Canada, uitwisselingsprojecten met min of meer gesloten beurzen, (internationaliseren zonder reizen) en e-projecten. De vestigingen ontvangen regelmatig buitenlandse collega s en studenten (binnen en buiten Europa) en begeleiden studenten uit het buitenland die hier op stage zijn. Het aantal studenten dat op IBPV gaat, met en zonder subsidie, is gegroeid (23% ) evenals het aantal docenten dat van mobiliteitsgelden en andere projectgelden (strategische partnerschapsprojecten) gebruik maakt (66%). Studenten en docenten van Terra, mbo, waren weer vertegenwoordigd bij de Carrefour Europeen in Polen. Terra is tevens partner in het internationale partnerschapsproject Vertical Plant Life (verticale tuinen). Docenten, veehouders en studenten van Terra mbo Groningen hebben gezamenlijk een excursie naar bedrijven met Jersey koeien georganiseerd als voorbereiding op een studiereis naar Denemarken, naar de partnerschool en een aantal Deense Jerseybedrijven. Daarnaast wordt samen met onze Deense partner aan een Jersey-ECVET unit gewerkt, een van de internationale doelen in het Excellentieplan. Er is een begin gemaakt met het benoemen van internationale bedrijven waar onze, op vakmatig gebied, excellent presterende studenten hun IBPV mogen doen. De bedrijven voldoen aan de door Terra ontwikkelde criteria voor topbedrijven. In Duitsland, Berlijn/ Potsdam, zijn voor de opleiding Bloem & Design met een aantal preferente bedrijven afspraken gemaakt betreffende stageplaatsen voor Terra-studenten. Met collega s van de Västra götalandsregionen, Naturbruksförvaltningen in Zweden zijn afspraken gemaakt voor het ontwikkelen van ECVET units. Een aantal studenten mbo heeft verschillende ECVET units gevolgd in het buitenland: Hoof Care, Integrated Pestmanagement en Organic Farming. Leerlingen van de vo vestigingen Assen en Eelde waren naar Praag, Londen, Berlijn of de Ardennen. Een aantal heeft met succes het Goethe examen afgelegd. De vmbo-vestigingen Eelde, Meppel en Wolvega zijn met leerlingen naar kerstmarkten in Duitsland, Oldenburg, Münster en Bremen geweest om ter plekke bezoekers in het Duits te interviewen. Wolvega organiseerde een internationaliseringsweek met Edukans, een stichting met als doelstelling goed onderwijs in ontwikkelingslanden. Een docent van de vestiging Assen, een van Meppel, twee van Eelde en vier van Wolvega zijn naar Oeganda geweest met Edukans; een prachtige, inspirerende en emotionele reis met de nadruk op activerende didactiek. Vestigingen gaan steeds intensiever om met het thema onderwijs in een internationale setting. Heel positieve en belangrijke ontwikkelingen met het oog op de toekomstbestendigheid van ons onderwijs. 3.2 Privacybeleid Al onze stichtingen krijgen de komende jaren te maken met de veranderingen in de wetgeving op het gebied van Informatie Beveiliging & Privacy (IBP). Om te kunnen voldoen aan eisen wet- en regelgeving is in opdracht van het College van Bestuur binnen de Ondersteunende Diensten (OD) de projectgroep IBP geformeerd met daarin vertegenwoordigers van verschillende afdelingen. Deze projectgroep is in feite de kwartiermaker voor het te ontwikkelen IBP-beleid. De eerste fase van het traject is gericht op deskundigheidsbevordering en informatievoorziening. Op de portal van de verschillende stichtingen is een begin gemaakt met het verspreiden van informatie over IBP. Op uitnodiging van afdelingen en vestigingen wordt vanuit de projectgroep gesproken over dit thema. Binnen Terra zijn de vestigingen in Groningen en Eelde bezocht. Bij deze bezoeken blijkt duidelijk dat het thema privacy leeft. Men is zich er terdege van bewust dat privacy in de huidige digitale tijd niet iets is waarmee achteloos omgegaan kan worden. Tegelijkertijd leven er veel vragen over waar we ons aan te houden hebben en hoe we onze (kwetsbare) informatie (beter) kunnen beveiligen. Met andere woorden zijn er richtlijnen, is er beleid? Zijn processen beschreven? Zijn rollen en verantwoordelijkheden duidelijk belegd? De eerste indruk is dat er veel op adhoc-basis gebeurt. Om de staat van het IBP-beleid goed in beeld te krijgen, heeft Kennisnet een nulmeting ontwikkeld. Deze vrij omvangrijke nulmeting -85 stellingen- wordt nu als eerste uitgezet binnen de Ondersteunende Diensten. Op basis daarvan wordt een eerste prioritering gemaakt, 39

40 waarmee zo snel mogelijk de vestigingen benaderd worden. Op deze manier willen we uiteindelijk komen tot een gedragen IBP-beleid en nog belangrijker een algehele bewustwording waar het de privacy van leerlingen, studenten, ouders en medewerkers betreft. Als eerste concrete stap zal de projectgroep een voorstel voor een IBP-beleidsplan (basisdocument) en een stappenplan datalekken opleveren. 3.3 Arbo & Veiligheidsbeleid Op advies van de Arbodienst is in het verslagjaar aandacht besteed aan de risico s uit de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). De Arbodienst heeft in 2015 geadviseerd om niet vierjaarlijks de locaties te bezoeken maar dit minstens jaarlijks te doen. Zo wordt de Arbo-expertise van OD beter benut en worden risico s geminimaliseerd. Om het veiligheidsbewustzijn bij de scholen te vergroten is de afdeling H&F in november gestart met Arbo- en veiligheidsaudits op basis van branchevragenlijst van de Arboscan VO. Uit deze lijst wordt jaarlijks een aantal onderwerpen gekozen waar de nadruk op ligt. In en 2017 zijn dit de bedrijfshulpverlening, brandpreventie, liften, legionella, orde en netheid handvaardigheid/technieklokalen, keuringen (elektrische) handgereedschappen, ladders, gevaarlijke stoffen en elektriciteit en gassen. De meest in het oog springende adviezen van de Arbodienst waren: Bij de inventarisatie is gebleken dat er risico s worden gemist, daarom is aanbevolen om niet vierjaarlijks de locaties te bezoeken maar dit minstens jaarlijks te doen. Zo wordt de Arbo-expertise van het bestuursbureau vaker benut en wordt beter de vinger aan de pols gehouden bij het identificeren en beheersen van risico s. Overweeg om formeel tijd beschikbaar te stellen aan de veiligheidscoördinatoren van de vestigingen om hun preventietaken goed te kunnen uitvoeren. Gebruik de output van de RI&E maar vooral ook de input van gebruikers en veiligheidsfunctionarissen in een zo vroeg mogelijk stadium bij nieuw- en verbouwplannen. Gebleken is dat het schoolveiligheidsbeleid en het eigenaarschap nog verder verbeterd kunnen worden. Samen met Onderwijs en Kwaliteitszorg (sociale veiligheid leerlingen), Personeel en Organisatie (sociale veiligheid medewerkers) en Huisvesting en Facilitaire zaken (fysieke veiligheid) worden deze vraagstukken uitgewerkt. In december zijn 5 van de 11 vestigingen ge-audit en de bevindingen zijn aan CvB, regiodirecteuren en de vestigingen gerapporteerd. In is een start gemaakt om het schoolveiligheidsbeleid te revitaliseren. Binnen Terra is besloten om het eigenaarschap van Arbo- en veiligheid binnen het vestigingsmanagementteam te beleggen en te borgen. Daarnaast formeert iedere vestiging een schoolveiligheidscommissie die verantwoordelijk is voor de diverse Arbo- en veiligheidsaspecten. Zij rapporteren hierover aan het VMT. Het VMT legt vervolgens verantwoording af aan de regiodirectie. 3.4 Inkoop en aanbesteden INKOOP EN CONTRACTBEHEER Het overgrote deel van goederen en diensten wordt doelmatig en rechtmatig ingekocht. Om dit nog beter te bewaken is op advies van de accountant gestart om per kwartaal een voortschrijdend jaargemiddelde van de uitgaven te maken. Hierdoor kan eerder wordt gesignaleerd of er Europees, nationaal, dan wel meervoudig onderhands moet worden aanbesteed. Op basis van één van de kwartaal spendanalyses is bij Terra in geconstateerd dat er op een aantal inkoopsegmenten nog verbetering mogelijk is. Afgeronde Europese aanbestedingen Per 1 februari is de Noord Nederlandse Reinigingsdienst (NNRD) uit Drachten de nieuwe dienstverlener voor afvaldiensten. Per 1 mei is Asito de nieuwe schoonmaakdienstverlener. Per 1 april is Axians de nieuwe leverancier voor het draadloze ICT netwerk. Per 1 augustus is UVO vervoer BV bij Terra Winsum de nieuwe dienstverlener voor leerlingenvervoer. Lopende Europese aanbestedingen In oktober is gestart met de aanbesteding Marketing en Communicatie dienstverlening. Contractbeheer Goed contractbeheer is een belangrijke de basis onder de bedrijfsvoering In september is gestart met het op orde brengen van deze basis door het opzoeken en registreren van alle contracten in een centraal contractenregister. Dit omvat alle contracten die de Stichtingen en OD hebben afgesloten voor leveringen en diensten, maar ook worden de huur- en verhuurcontracten geregistreerd. Op 31 december waren 310 contracten geregistreerd en daarvan heeft het merendeel betrekking op H&F. Het doel van de registratie is enerzijds het inzichtelijk maken van contracten die zijn afgesloten binnen OGN en anderzijds de bewaking van contracten op haar termijnen en 40

41 rechtmatigheid. Eveneens wordt inzichtelijk welke verplichtingen de instellingen zijn aangegaan. 3.5 Huisvesting In zijn de voorbereidingen getroffen voor een opname van de actuele onderhoudsstaat van alle gebouwen. Op basis van deze opnames wordt dan een meerjaren onderhoudsplan opgesteld, waarop vervolgens ook strategisch en financieel gefundeerd huisvestingsbeleid gebaseerd wordt. Hiermee wordt de basis voor vastgoedbeleid en beheer op orde gebracht. Gezonde school vignet Het Voedingscentrum heeft, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de richtlijnen Gezondere Kantines opgesteld. Heel veel van het assortiment dat Terra Eelde in de kantine verkocht werd is een stuk gezonder geworden. Dat leverde uiteindelijk zoveel op dat Terra Eelde het Gezonde School Vignet verkreeg. Nieuwbouw Emmen Terra ziet af van nieuwbouw in Emmen voor vmbo en mbo op het beoogde terrein aan de Langgrafweg. De locatie is onder andere afgevallen vanwege de verkeersveiligheid en de beperkte grootte van het terrein in relatie tot de onderwijskundige ambities. Thans wordt onderzoek gedaan naar het bouwen op een tweetal alternatieve locaties: het voormalige dierenpark in Emmen of op het eigen terrein aan de Huizingsbrinkweg. Het afzien van nieuwbouw op het terrein van de Langgrafweg heeft gevolgen voor de financiële waardering van de grond. De grond staat nu tegen verkrijgingsprijs op de balans. Nu het terrein niet in gebruik wordt genomen voor nieuwbouw dient de marktwaarde te worden getaxeerd. Als deze lager is dan de verkrijgingsprijs dient een bijzondere afwaardering plaats te vinden. De marktwaarde is getaxeerd op , het geen een afwaardering betekent van ruim 2 mln. Deze afwaardering is in de cijfers van verwerkt. 41

42 3.6 Digitalisering LEREN EN ICT Deelnemersadministratieprogramma en ELO Magister In zijn meerdere gesprekken gevoerd met de leverancier van het programma Magister. Magister is het programma dat wordt gebruikt voor deelnemersadministratie en de elektronische leeromgeving van Terra. De gesprekken zijn gevoerd mede om het feit dat er veel storingen waren en de strategie van de leverancier niet voldoende duidelijk was. Inmiddels is bekend dat Magister 5 voor het mbo niet wordt doorontwikkeld. Dit is de reden geweest om het programma Magister 5 te splitsen. Het resultaat is dat het Terra vo nu werkt met Magister 6 en het Terra mbo met Magister 5. De splitsing is afgerond en er is voorlopig een stabiele omgeving. Als gevolg van de gewijzigde strategie vindt er binnen OGN een heroverweging plaats over het gewenste toekomstige applicatielandschap. De heroverweging betreft niet alleen het deelnemersadministratiepakket en de ELO maar ook het roosterprogramma en programma s t.b.v. formatieplanning. Doorontwikkeling BRON De uitwisseling van gegevens tussen de Terra mboinstellingen en DUO is gewijzigd. Het gaat hierbij om de inschrijfgegevens, opleiding, diploma en resultaatgegevens. Mutaties worden niet meer handmatig verstuurd maar vinden bij invoering direct plaats bij DUO. Het bouwen en testen van de conversie van de oude BRON-bestanden en van de wijzigingen in de programmatuur duurde in totaal 9 maanden. De conversie is goed verlopen. Leerlingenlaptops Binnen alle stichtingen zijn trajecten gestart waarbij leerlingen een laptop van de school gebruiken en waarbij de ouders in termijnen een bijdrage betalen. In totaal zijn hiervoor in 2015 en circa 2300 laptops aangeschaft. In is door productieproblemen de bestelling te laat geleverd op de scholen. Momenteel zijn er gesprekken met de leverancier om te late levering in de toekomst te voorkomen. Er is door Terra veel aandacht besteed aan het optimaliseren van het beheer van de laptops. Dit heeft geresulteerd in minder vragen rondom beheer en gebruik van de apparatuur. Een belangrijk aandachtspunt m.b.t. de leerlinglaptops is het afhandelen van schades door onzorgvuldig gebruik. (Schades die buiten de garantie vallen). Momenteel wordt, samen met de leverancier, naar een geschikte oplossing voor dit probleem gezocht. INFRASTRUCTUUR In is gestart met de vervanging van alle apparatuur m.b.t. bedrade en draadloze verbindingen. Dit is een groot project bestaande uit de volgende fases: metingen op alle vestigingen ten behoeve van plaatsbepaling van apparatuur draadloze dekking (accesspoints); adequate bekabeling op alle vestigingen; plaatsen van de benodigde apparatuur ten behoeve van draadloze dekking (accesspoints); inrichten en testen door Ondersteunende Diensten of de basisinrichting voldoet aan onze eisen en wensen van gebruikers; uitrol van de nieuwe apparatuur (switches) en ingebruikname van nieuwe netwerk. Inmiddels is het project bijna afgerond. De laatste vestiging zal vermoedelijk in februari worden opgeleverd. De ervaringen zijn positief. 42

43 4. MEDEWERKERS 4.1 Personeel in kerncijfers MEDEWERKERS Terra heeft ongeveer 750 medewerkers, verdeeld over 500 fte. De medewerkers Terra uitgesplitst in man en vrouw: VROUW 52% MAN 48% Verdeling van de medewerkers Terra naar de diverse leeftijdscohorten. < 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar >65 jaar totaal 1,6 % 20,7% 22,2% 25,0% 30,3% 0,1% 100 % FORMATIE Om de risico s ten aanzien van het aangaan van verplichtingen jegens medewerkers zoveel mogelijk te beperken, worden nieuwe benoemingen en uitbreidingen van de betrekkingsomvang waar mogelijk in tijdelijke dienst aangegaan. Organisatie breed wordt gestreefd naar een flexibele schil tussen de 10 en 15%. Tot en met december bedroeg het percentage flexibele schil van Terra 15,01%. De additionele middelen zijn inmiddels toegekend en de formatie is op basis van de definitieve leerlingaantallen berekend voor het schooljaar

44 In de tabel hieronder staat het overzicht van de flexibele schil per 31/12 : Aanstellingen fte % Onbepaalde tijd (netto) 450,47 84,99 Bepaalde tijd eigen dienst 57,06 10,77 Flex/ detachering/ ZZP 22,48 4,24 Totaal 530, Daarnaast is er voor de BVE-sector een contract gesloten met WW+ voor de begeleiding van oud medewerkers naar werk. Dit zijn vaak maatwerktrajecten. 4.2 Personeelsbeleid STRATEGISCH HRM-BELEID Voor het realiseren van de ambities én een toekomstbestendige organisatie, is onder andere strategisch HRM-beleid een voorwaarde. In is de HRM-strategie vastgesteld, waarin richtinggevende principes en inhoudelijke speerpunten voor de komende jaren zijn geformuleerd. Het is een richtinggevend document, dat een stip aan de horizon biedt voor waar we met onze human resources naar toe willen. Belangrijke thema s in het strategisch HRM-beleid zijn in het kader weergegeven: Thema s en subthema s HRM-strategie 1. Organisatie-ontwikkeling: management development teamvorming en teamontwikkeling lerende organisatie 2. Professionalisering: talentmanagement investeren in leren lerarenregister/schoolleidersregister 3. Strategische personeelsplanning 4. Duurzaamheid en vitaliteit: employability een gezonde balans werk-privé verzuim-management. HR-thema Organisatieontwikkeling Professionalisering Strategische personeelsplanning (SPP) Duurzaamheid en vitaliteit Overig Stand van zaken Bij Terra loopt inmiddels een MD- traject (management development). De teamontwikkeling is inmiddels binnen Terra opgepakt door de inzet van Ben van der Hilst en zijn visie op de emergente school. De wetgeving rondom het lerarenregister ligt momenteel bij de Eerste Kamer. Een wettelijke verplichting zal waarschijnlijk pas in 2026 plaatsvinden. Aan dit thema is hoge prioriteit toegekend gezien de verwachte krimp in leerlingenaantallen en verandering van de omgeving van de organisatie. SPP zal op projectmatige wijze vormkrijgen. Er is gekozen om te starten met een pilot binnen twee scholen van Terra Emmen. Deze pilot is in november gestart en zal naar verwachting in april 2017 afgerond worden. Naar aanleiding van de evaluatie onder leidinggevenden van de dienstverlening door de bedrijfsarts is afgesproken om de verzuim visie te herijken en de verschillende partijen in het verzuimproces een rol te laten innemen die past bij de organisatieontwikkeling. Waar mogelijk wordt versterking van het leiderschap op verzuim gebied in de MDtrajecten meegenomen. Met de arbodienst Zorg van de Zaak zijn afspraken gemaakt over een meer pro-actieve dienstverlening. In december is een medewerkersonderzoek uitgevoerd door Effectory onder alle medewerkers van Terra. Daarbij is aangehaakt op het contract tussen de mbo raad en Effectory waardoor een goede benchmark uitgevoerd kan worden. In februari zullen de resultaten ter beschikking gesteld worden van alle leidinggevenden. 44

45 WERKGROEP BELONINGSDIFFERENTIATIE In 2015 hebben het College van Bestuur en het dagelijks bestuur van de ondernemingsraad van Terra in gezamenlijkheid een opdracht aan een werkgroep gegeven met betrekking tot beloningsdifferentiatie c.q. functiemix. In is onderzocht of er tot invoering van de LC-functie dan wel een tijdelijke beloningsdifferentiatie overgegaan zou kunnen worden. De werkgroep, bestaande uit een aantal leidinggevenden, drie OR-leden en twee P&O-adviseurs, heeft inmiddels een vervolgopdracht gekregen om een concreet voorstel te beschrijven, aangaande de invoering van de LCfunctie bij Terra. De verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2017 besluitvorming hierover plaatsvindt. GEZONDHEIDSMANAGEMENT Het ziekteverzuimpercentage 1 is in de deze periode vastgesteld op 7,3% en is hiermee ruim boven de grens van 5% gekomen. Deze stijging van het ziekteverzuim is toe te schrijven aan meerdere vestigingen. De ziekteverzuimgegevens van de afzonderlijke vestigingen laten een grillig verloop zien. Dit hangt mede samen met de grootte van een vestiging. Zo kan één zieke medewerker op een kleine vestiging leiden tot hoger ziekteverzuimcijfer dan één zieke medewerker op een grote vestiging. Het voortschrijdend verzuimpercentage over de afgelopen 12 maanden is ook boven de grens van 5% en is berekend op 5,8%. Bij een aantal vestigingen is er opnieuw gekeken hoe we het ziekteverzuim naar beneden kunnen krijgen. Verder is in de zomer van een evaluatie van de dienstverlening van de bedrijfsarts gemaakt. Uit deze evaluatie is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen, die onder andere betrekking hebben op het verzuimbeleid en de wijze waarop de organisatie de bedrijfsarts inzet. Het op de juiste wijze inzetten van de bedrijfsarts hangt mede samen met een heldere visie op verzuim en de rol van medewerkers, leidinggevenden, P&O en de bedrijfsarts daarbij. Het huidige verzuimbeleid is grotendeels procedureel ingericht. De verzuimvisie zal daarom in 2017 worden herijkt en in samenhang met de HRM-strategie worden gebracht. Onderdeel is verder het versterken van leidinggevenden in het stellen van effectieve adviesvragen aan de bedrijfsarts, zodat deze een gerichter advies kan geven. VOORKOMING WACHTGELDVERPLICHTINGEN Bij Terra wordt al bij aanstelling een pro-actief beleid gevoerd ter voorkoming wachtgeldverplichtingen. Dat lukt niet altijd. Medewerkers waarbij wachtgeldverplichtingen ontstaan zijn in beeld en actief benaderd als er mogelijkheden zijn voor herintreding in het arbeidsproces. Bij de verdere ontwikkeling van het HRM-beleid zal de beheersing meer beleidsmatig uitgevoerd worden. 45

46 Overzicht ziekteverzuim 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0 ZV1 ZV2 Bovengrens VG Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Legenda: Norm De norm is het geaccepteerde ziekteverzuim in een kalenderjaar. Deze norm is in april 2012 besproken tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur ZV1 Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100% ZV2 Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd VG Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1 4.3 Professionalisering OGN-ACADEMIE Professionalisering en OGN-academie Binnen de stafdienst P&O is de OGN-academie gepositioneerd, welke allerlei vragen met betrekking tot professionalisering oppakt. De scholingsactiviteiten zijn voornamelijk in gesprek met de scholen tot stand gekomen. Ook vernieuwde wet- en regelgeving kan aanleiding geven tot scholing. Afgelopen jaar is er zowel weer een open aanbod alsmede een aantal maatwerktrajecten georganiseerd. ook heeft de OGNacademie een symposium georganiseerd rondom teamontwikkeling en teamvorming georganiseerd, het OGN congres en een masterclass over motivatie georganiseerd. Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie is waar nodig tegemoet te komen aan diverse collectieve professionaliseringsvragen van de organisatie: van een training op een vestiging tot loopbaangerichte opleidingen en workshops, tot kenniscafé tot leernetwerk. Daarbij geldt: De OGN-academie is er voor iedereen: voor docenten, voor onderwijsondersteunend personeel en voor het management. In zijn er diverse cursussen en trainingen georganiseerd. De feedback die hierover gegeven is, is positief. 46

47 De volgende activiteiten zijn door de OGN-academie ontwikkeld en aangeboden die ook door medewerkers van Terra zijn gevolgd: mentorentraining; opleiding voor docentencoaches; opleiding voor rekenspecialist; excel; sociale veiligheid op internet; online tools in de les; samenwerken en feedback geven; leidinggeven aan vergaderingen; opleiding voor (technisch) onderwijsassistent; correct Nederlands; EHBO; werkdruk; basistraining en updatetraining voor vertrouwenscontactpersonen; voeren van loopbaangesprekken; effectief communiceren; persoonlijk leiderschap; dynamiek in groepsprocessen; leidinggeven aan bijeenkomsten. Verder heeft de OGN-academie een aantal OGN brede bijeenkomsten georganiseerd: seminar Teamvorming en teamontwikkeling met o.m. Ben van der Hilst; OGN congres met een inleiding door Claire Boonstra en vele workshops; masterclass Alexander Minnaert; 47

48 5. FINANCIËN 5.1 Jaarrekening RESULTAAT Terra heeft het jaar afgesloten met een negatief financieel resultaat van (2015: positief ). Het gaat hierbij om het geconsolideerde resultaat. Het exploitatieresultaat over is als volgt bestemd: 2015 Toevoeging aan de Algemene Reserve Toevoeging aan de Bestemmingsreserve Toekomstbestendig Terra Onttrekking aan de Bestemmingsreserve AOC Terra (privaat) Toevoeging aan de Bestemmingsreserve Tractorsimulatie 0 0 Exploitatieresultaat Het hoge negatieve resultaat is ontstaan door drie incidentele posten. Het gaat hierbij om het volgende: Waardevermindering van het terrein Langgrafweg in Emmen Opnemen voorziening seniorenverlof Extra afschrijvingslast gebouwen Oldekerk Totaal

49 De waardevermindering van het terrein Langgrafweg in Emmen is het gevolg van een nieuw uitgevoerde externe taxatie van deze grondpositie te Emmen. Het bedrag van de waardevermindering is bepaald op basis van de verwachte opbrengstwaarde van de activa op een actieve markt. De waardevermindering is ten laste gebracht van de staat van baten en lasten over het kalenderjaar. Op basis van afspraken in de cao-mbo en de regelgeving daaromtrent, moet er vanaf een voorziening seniorenverlof te worden gevormd. De voorziening seniorenverlof is een voorziening voor de verplichting voor nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen. In is sprake van een extra afschrijvingslast voor de gebouwen in Oldekerk. Als gevolg van een update in de administratiesoftware, enige jaren geleden, zijn de gegevens van de gebouwen Oldekerk niet correct overgezet naar de nieuwe administratie. Hierdoor is er in voorgaande jaren te weinig afgeschreven en is het saldo van ultimo 2015 in in één keer ten laste van het resultaat gekomen. was het laatste jaar van afschrijving van deze gebouwen. Zonder deze incidentele posten zou sprake zijn geweest van een positief resultaat van Dit resultaat ontstaat door hogere baten dan begroot. Het gaat om een bedrag van Maar ook de lasten zijn hoger dan begroot. De lasten, exclusief de incidentele posten, zijn hoger dan begroot. De hogere baten bestaan uit de volgende bijdragen: hogere rijksbijdrage EZ Hogere geoormerkte subsidies Hogere niet-geoormerkte subsidies Lagere investeringssubsidies /- Lagere overige overheidsbijdragen en -subsidies /- Lagere cursusgelden /- Hogere omzet van TerraNext Markt en TerraStart Hogere overige baten (waaronder bijdragen Samenwerkingsverbanden) Totaal Voor de rijksbijdrage EZ was in de begroting rekening gehouden met een indexering. De indexering komt hoger uit dan was ingeschat. De geoormerkte subsidies komen hoger uit door de besteding van de subsidies met betrekking tot de MIP, de tractorsimulator en de RIF Westerkwartier. De niet-geoormerkte subsidies komen hoger uit door de besteding van de bijdrage voor de kwaliteitsafspraken MBO en de ontvangen prestatiesubsidie voor de VSV. In voorgaande jaren werden onder de overige subsidies OCW/EZ de, in het kader van de onderwijsbekostiging, in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies verantwoord die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van wordt deze bate (investeringssubsidies) gesaldeerd met de afschrijvingen. In voorgaande jaren werden bij de overige overheidsbijdragen en -subsidies de, in het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de huisvesting, in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies verantwoord die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van wordt deze bate gesaldeerd met de afschrijvingen. Het gaat hierbij om het wettelijk cursusgeld voor BBLleerlingen van 18 jaar en ouder. Het aantal studenten is lager. Er zijn in aan 275 studenten facturen gestuurd (2015: 318). De baten uit niet bekostigd onderwijs, uitgevoerd door TerraNext Markt en TerraStart komt hoger uit dan begroot. Eind 2015 is TerraStart begonnen met het op projectbasis aanbieden van contractonderwijs via Gemeenten. Dit is in verder uitgebouwd. Omdat het voor een deel om nieuwe projecten gaat is er voorzichtig begroot. 49

50 De overige baten bestaan uit verhuur, detachering personeel, ouderbijdragen en overige. De opbrengst voor verhuur komt hoger uit dan begroot door een huuropbrengst voor terreinen in Emmen. Dit was bij het opmaken van de begroting nog niet bekend. In zijn meer medewerkers gedetacheerd dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. De begroting wordt gemaakt op basis van de informatie die bekend is bij het opmaken van de formatiebegroting in oktober. Over het algemeen is sprake van jaar contracten, waarbij pas aan het einde van het schooljaar bekend wordt of deze worden voortgezet. Dat de post overige hoger is dan begroot komt voornamelijk door een hogere bijdrage van de Samenwerkingsverbanden. De 7 VO vestigingen van Terra nemen deel in 5 verschillende Samenwerkingsverbanden, die ieder hun eigen werkwijzen en bijdrageregels kennen. De opbrengst wordt geboekt op basis van de inzet van personeel en eventuele andere kosten die uit deze bijdrage worden betaald. In zijn meer middelen van de Samenwerkingsverbanden ontvangen dan in voorgaande jaren, waardoor de bestedingen ook hoger uitkomen. De hogere lasten bestaan uit de volgende extra kosten: Hogere personeelslasten Lagere afschrijvingslasten /- Hogere huisvestingslasten Hogere overige lasten Hogere financiële baten en lasten Totaal De personeelslasten zijn hoger dan begroot. De bruto lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij Terra zijn lager dan begroot, omdat een aantal kosten waarmee rekening was gehouden in de begroting niet zijn gemaakt. De sociale lasten en de pensioenpremies zijn hoger dan begroot als gevolg van een hoger premiepercentage dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. De dotaties personele voorzieningen zijn hoger dan begroot. Het gaat hierbij om wachtgeldvoorziening, voorziening langdurig zieken en de voorziening ambtsjubilea. De kosten voor personeel niet in loondienst zijn ook hoger dan begroot. Zowel de kosten voor inhuur van personeel als de bijdrage dienstverlening aan Onderwijsgroep Noord zijn hoger dan begroot. De post overige is nagenoeg gelijk aan de begroting. De afschrijvingen zijn lager dan begroot. Voornamelijk door aanpassing van de afschrijvingstermijnen van de gebouwen in Emmen, omdat de geplande nieuwbouw later in gebruik wordt genomen. De huisvestingslasten zijn iets hoger dan het bedrag dat is begroot. Dit is het gevolg van hogere kosten voor onderhoud van gebouwen. De overige lasten zijn hoger dan begroot. De overige lasten bestaat uit administratie- en beheerslasten, inventaris, apparatuur en leermiddelen, dotatie overige voorzieningen en overige. De administratie- en beheerslasten komen lager uit dan begroot. De andere drie onderdelen komen hoger uit dan begroot. In de loop van zijn met het College van Bestuur afspraken gemaakt met betrekking tot extra besteding van middelen. Afgesproken is dat maximaal voor aan extra kosten gemaakt mag worden, vooruitlopend op te verwachten extra inkomsten aan het einde van het kalenderjaar. Deze extra kosten zijn voornamelijk ten laste van personeel en overige lasten gekomen. De rentebaten zijn lager dan begroot en de rentelasten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. TerraRijschool In is TerraRijschool BV opgericht. In deze BV zijn de activiteiten met betrekking tot het tractorrijbewijs ondergebracht. Deze BV is een 100% deelneming van Terra, waardoor er voor Terra, naast een enkelvoudige jaarrekening, een geconsolideerde jaarrekening moet worden opgesteld. Het resultaat van TerraRijschool BV is negatief. Dit negatieve resultaat wordt veroorzaakt door de aanloopkosten die in gemaakt moesten worden om de activiteiten op te starten. Dit negatieve resultaat wordt ten laste van het private vermogen van Terra gebracht. Een uitgebreide toelichting op de verschillen tussen realisatie en begroting staat bij de afzonderlijke posten in de jaarrekening. BESTEMMINGSRESERVES Zoals in voorgaande jaren al is aangegeven krijgt Terra in de komende jaren te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en de gevolgen van onderwijskundige ontwikkelingen zoals Passend Onderwijs en Focus op Vakmanschap. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico s. 50

51 Voor deze ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij sprake kan zijn van een mismatch tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten. De kost gaat immers doorgaans voor de baat uit. Met de verdeling van het resultaat van 2013 is naar deze bestemmingsreserve gegaan, in en in De mogelijke aanwending van deze bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit goedkeurende besluitvorming door het College van Bestuur. FINANCIËLE KENGETALLEN Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend: 2015 Solvabiliteit 1 0,57 0,61 Solvabiliteit 2 0,62 0,63 Liquiditeit (current ratio) 1,37 1,30 Liquiditeit (quick ratio) 1,33 1,27 Rentabiliteit -0,06 0,02 Solvabiliteit 1 (verhouding eigen vermogen / totaal vermogen) is lager dan in De ratio blijft binnen de, door de Inspectie van het Onderwijs in het Toezichtkader bve 2012 gehanteerde, bandbreedte van 0,20 tot 0,60. Relatief gezien is de daling van het eigen vermogen is groter dan de daling van het totale vermogen, waardoor de solvabiliteitsratio daalt. Solvabiliteit 2 (verhouding eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen) is in 0,01 lager en blijft boven de, door de Inspectie van het Onderwijs in het Toezichtkader bve 2012 gehanteerde, bandbreedte van 0,20 tot 0,60. Het eigen vermogen is afgenomen door het negatieve resultaat van. De voorzieningen nemen echter toe door het opnemen van de voorziening voor het seniorenverlof. Per saldo neemt het bedrag van het eigen vermogen + de voorzieningen af ten opzichte van De langlopende schulden nemen af met het bedrag van de jaarlijkse aflossing op de leningen. Er zijn in geen nieuwe leningen afgesloten. De kortlopende schulden zijn daarentegen hoger dan in Relatief gezien is de afname van het totaal vermogen lager dan de afname van het eigen vermogen + voorzieningen. Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. De liquiditeit current ratio (vlottende activa / vlottende passiva) is toegenomen ten opzichte van De door de Inspectie van het Onderwijs in het Toezichtkader bve 2012 gehanteerde, ondergrens is vastgesteld op 0,5. De current ratio van 1,37 ligt daar ruim boven. Zowel de vlottende activa als de vlottende passiva zijn hoger dan in De relatieve toename van de vlottende activa is hoger dan de relatieve toename van de vlottende passiva, waardoor de ratio hoger wordt. De liquiditeit kan als ruim voldoende worden beschouwd. De liquiditeit quick ratio (vlottende activa - voorraden / vlottende passiva) is toegenomen ten opzichte van Ook deze ratio ligt ruimt boven de, door de Inspectie van het Onderwijs in het Toezichtkader bve 2012 gehanteerde, ondergrens van 0,5. De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / totale baten uit gewone bedrijfsvoering x100) is lager dan in 2015 en door het negatieve resultaat van negatief. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door drie incidentele posten; de waardevermindering van het terrein in Emmen, de extra afschrijvingslast van de gebouwen in Oldekerk en de opname van een voorziening seniorenverlof. Wanneer het resultaat wordt gecorrigeerd met deze posten is er sprake van een positief resultaat. Ondanks de negatieve rentabiliteit, kan worden geconcludeerd dat de exploitatie op orde is. 5.2 Begroting 2017 INLEIDING De cyclus van plannen maken, begroten, uitvoeren, rapporteren en verantwoorden start met ontwikkelbrief en een bestuurlijke agenda van het College van Bestuur. In juli is een begrotingsbrief ontvangen van het College van Bestuur, met daarin de kaders voor het kalenderjaar 2017 en schooljaar De begrotingsbrief is tevens besproken met de Raad van Toezicht. In de begrotingsbrief staan de financiële kaders, de omgevingsfactoren en de financiële effecten daarvan, alsmede de vastgestelde strategische thema s die vertaald worden naar budgetten. Deze begrotingsbrief vormt de basis van de budgetverdeling en omvat tevens de opdracht aan het Managementteam om de verdere keuzes te maken die leiden tot een sluitende, realistische, maar bovenal, breed gedragen begroting. Met deze begrotingssystematiek beoogt het College van Bestuur het verbeteren van de beheersing van de organisatie en de afzonderlijke organisatieonderdelen. De begrotingssystematiek is daarmee een strategisch instrument en gelet op de ontwikkeling van de organisatie is het noodzakelijk om deze duidelijk te positioneren op centraal niveau. Daarbij wordt de budgetverantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de 51

52 organisatie neergelegd. Lasten worden zoveel mogelijk aan de vestigingen toegerekend. Door meer lasten op een lager budgetniveau toe te rekenen, ontstaat een grotere transparantie en een grotere invloed en eigenaarschap van de budgethouder op de vestigingsexploitatie. TRANSITIE De regiodirecteuren zijn op 27 oktober officieel benoemd. De regiodirecteuren hebben, op basis van de nieuwe besturingsfilosofie en de bouwstenen voor leiderschap zoals die zijn geformuleerd, een toekomstplan voor Terra ontwikkelt waarin de team-gecentreerde organisatie centraal staat. De schoolplannen voor het VO zijn hiervan afgeleid en het kwaliteitsplan en het BPV-plan bij het MBO zijn ontwikkeld en vastgesteld. Als regiodirecteuren werken we eraan om verder vorm en inhoud te geven aan de zeven veranderopgaven, te weten: 1. Versterken van de focus op inhoudelijke strategische sturing 2. Verankeren van de organisatie in de regio 3. Stimuleren van decentraal eigenaarschap 4. Bevorderen van collectief leiderschap 5. Optimaliseren van de bedrijfsvoering en integraal management 6. Bevorderen van gewenst gedrag van medewerkers en de lijn 7. Realiseren van resultaatverantwoordelijkheid en zelfsturing Het College van Bestuur komt niet langer met een kaderbrief maar sluit aan bij het toekomstplan van Terra door middel van een ontwikkelbrief en een bestuurlijke agenda. Hierin geeft het College van Bestuur aan op welke thema s Terra zich in de voorliggende periode gaat richten, welke ontwikkelingen Terra gaat volgen (monitoren) en welke lijn Terra daarvoor uitzet. Daarmee wordt overgestapt van een meer instruerend beheersinstrument naar een meer faciliterend ontwikkelingsinstrument, ondersteunend aan de veranderopgaven en de strategische en ontwikkelingsplannen van Terra. De ontwikkelbrief en de bestuurlijke agenda zijn ook ondersteunend aan de volgende fase van de transitie waarin o.a. de tweede managementlaag wordt ingericht, de teams worden vastgesteld en de gewenste gedragsveranderingen verder worden gerealiseerd. De ontwikkelbrief en bestuurlijke agenda helpen ons de veranderopgaven en het voorgenomen beleid te concretiseren in speerpunten, actieplannen e.d. en te komen tot een verdeling van eigenaarschap (diep in de organisatie) op een wijze die past bij wie we willen zijn (zie ook ons identiteitsbewijs en besturingsfilosofie). In de ontwikkelbrief en bestuurlijke agenda wordt aangegeven op welke kritische randvoorwaarden Terra zich de komende twee jaren gaat richten bij de ondersteuning van de veranderopgaven. Bij de uitwerking hiervan wordt uitgegaan van vier beleidsthema s: 1. HRM beleid 2. Informatiebeleid 3. Kwaliteitszorg & control 4. Externe ontwikkelingen Met ingang van het begrotingsjaar 2017 is de begrotingscyclus anders ingericht. In juli is een begrotingsbrief ontvangen van het College van Bestuur, met daarin de kaders voor het kalenderjaar 2017 en schooljaar De regiodirecteuren van Terra hebben voor deze begroting een verdere stap gemaakt om een meer beleidsrijke begroting te presenteren. Belangrijk uitgangspunt daarbij is geweest om de begroting zo op te stellen dat daar waar de verantwoordelijkheid voor de besteding ligt ook de verantwoording ligt. Bij Terra is sprake van twee kwaliteitscycli, één voor het MBO en één voor het VO. De kwaliteitscyclus voor het MBO is inmiddels afgerond en vastgesteld. Aan de kwaliteitscyclus voor het VO wordt nog gewerkt en kent inmiddels een eerste proeve voor de kwaliteitskalender. BELEID Terra zet in 2017 de eerste stappen in de richting van beleidsrijk begroten. In de begroting 2017 zijn de onderdelen vo en mbo die gefinancierd worden uit het centrale deel van de Terra begroting op hoofdlijnen verantwoord. Deze verantwoording is gerubriceerd naar de 5 beleidslijnen die voor 2017 zijn vastgesteld: Kwaliteit Personaliseren van het leren Terra in de omgeving (participeren) Krimp Team gecentreerde organisatie De bijbehorende professionalisering heeft betrekking op alle bovengenoemde beleidsterreinen. Kwaliteit In 2017 wordt verder ingezet op het (verder) verbeteren van de kwaliteit. Dit geldt zowel voor de kwaliteit van het onderwijs als de kwaliteit van de organisatie als geheel. Voor 2017 ligt de focus op de volgende speerpunten. Examenorganisatie MBO Met ingang van 1 augustus 2017 dient het MBO te beschikken over een onafhankelijke examenorganisatie. De verantwoordelijkheid van deze examenorganisatie bestaat uit het borgen van een deugdelijke examinering 52

53 en diplomering, het uitreiken van instellingsverklaringen en het beoordelen van de examenkwaliteit. Daarnaast is de examenorganisatie de beslisser over het instrumentarium voor de examens, de afname, de beoordeling en de diplomering aan de hand van examenstandaarden. Audits Terra heeft een systeem ingericht rondom de check op de kwaliteit van het onderwijs en examinering middels interne en externe audits. Voor het MBO is dit in samenwerking met de 4-Groenscholen: AOC Oost, Nordwin College, Groene Welle en Terra. De 4-Groenscholen leveren allen de inzet van een aantal auditoren. Terra heeft hiervoor een viertal auditoren ingezet. De auditoren worden jaarlijks ingezet bij externe audits op één of meerder 4-Groenscholen. De inzet van deze auditoren wordt betaald vanuit de OGN-begroting. Vanuit de overige 4-Groenscholen komen er evenzo een aantal auditoren die bij Terra audits afnemen op de gevraagde onderwerpen. De input hiervoor wordt geleverd vanuit de regiodirectie. Naast deze 4 auditoren is er om de onafhankelijkheid te waarborgen, sprake van de inzet van een externe voorzitter voor de 4-Groenaudits. Deze externe voorzitter wordt betaald door de 4-Groenscholen. De Terra-bijdrage aan de externe voorzitter wordt betaald vanuit de begroting van Terra. Voor het VO is er binnen Onderwijsgroep Noord een auditteam. Dit team werkt voor en bestaat uit leden van alle drie de partners binnen Onderwijsgroep Noord. Het resultaat van de inzet van audits wordt gebruikt om de kwaliteit van onderwijs en examinering te verbeteren. Daarnaast wordt de input gebruikt voor interne- en externe verantwoording. Succesvol leiderschap Het persoonlijke ontwikkelingsprogramma voor alle leidinggevenden binnen Terra, met als doel aantoonbaar effectiever te worden. Om verbeteringen te realiseren is het werkklimaat cruciaal. Het leiderschap ik doorslaggevend om de gewenste successen te realiseren. Schoolleiders bereiken betere resultaten als zij de gepaste stijl in de juiste situatie toepassen. Het programma omvat de volgende componenten: Competenties die onderscheidend zijn voor succesvolle leidinggevenden Leiderschapsstijlen die deze leidinggevenden inzetten Impact van de leidinggevenden op het organisatieklimaat Deelnemers van het programma krijgen door middel van verschillende werkvormen en een driehonderdzestig graden feedback inzicht in hun eigen competenties, hun eigen leiderschapsstijlen en hun eigen organisatieklimaat. De kern van het programma is zelfinzicht: waarom doe ik wat ik doe en wat is het effect van mijn gedrag op anderen in mijn werkomgeving en daarmee op de resultaten. Ondersteuning kwaliteit vestigingen De vestigingen van Terra zijn zelf verantwoordelijk voor de exploitatiekosten van de vestiging. Iedere vestiging krijgt hiervoor een (deel)budget toegekend. Vestigingen waarbij de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komt en/of bij een dreigend exploitatietekort wordt onderzoek gedaan en een plan opgesteld om te komen tot de vereiste kwaliteit. Personaliseren van het leren Ook het beleid met betrekking tot het personaliseren van leren heeft betrekking op een aantal onderdelen waar de focus op ligt. Terra stelt in haar onderwijs de leervraag van de individuele leerling centraal en wil zoveel mogelijk onderwijs op maat bieden. Dit gepersonaliseerde leren moet een optimale bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de talenten van leerlingen. ICT en leren De inzet van ICT in het onderwijsleerproces moet een toegevoegde waarde hebben, met zinvolle toepassingen in de diverse vakgebieden. Tevens zullen de mogelijkheden met betrekking tot differentiatie en activerende didactiek verder moeten worden benut. Dit alles vraagt nogal wat van de kennis en kunde van onze leraren. Om dit iteratief traject in de volle breedte verder te ondersteunen en de volgende stap voorwaarts te maken willen we hierin investeren. Op basis van een jaarlijkse evaluatie wordt bepaald hoe ver we zijn. Prestatiebox VO De prestatiebox vo is een aanvullende bekostiging voor het vo (kalenderjaar 2015 tot en met 2017) met als doel de uitvoering van de ambities uit het Bestuursakkoord en Sectorakkoord VO. Er zijn 4 ambities met betrekking tot het toekomstbestendig maken van het onderwijs: (1) uitdagend onderwijs voor elke leerling, (2) eigentijdse voorzieningen, (3) brede vorming voor alle leerlingen en ten slotte (4) partnerschap in de regio. Goed voortgezet onderwijs betekent dat er een ambitieuze leercultuur is van leerlingen, docenten en schoolleiding: (5) scholen als lerende organisatie, (6) toekomstbestendig organiseren: koppeling van onderwijs en personeelsontwikkeling. Implementatie en herontwerp het Groene Lyceum Op basis van een vastgesteld herontwerp wil hgl binnen een flexibele cursusduur (5 of 6 jaar) onderwijs bieden 53

54 waarbij de leerling meer keuze heeft, zodanig dat hij zijn persoonlijke talenten optimaal kan ontwikkelen en zelf meer eigenaar wordt van zijn leren en leerweg. Voor de ontwikkeling en implementatie van dit herontwerp zijn een regiegroep, vakgroepen, drie werkgroepen en de teams actief. Ondernemend Leren MBO Terra MBO geeft de student een onderzoekende en ondernemende houding en vaardigheden mee. Dit conform de organisatiedoelstellingen; omgevingsbewust en handelend in relatie met anderen om betekenis te geven aan zijn ervaringen. Terra MBO creëert een pedagogisch didactisch klimaat, waarin de student steeds zelfstandiger vanuit zijn leervragen, zijn kansen en mogelijkheden gaat handelen. Docenten coachen en dagen de student hierbij uit aanvaardbare risico s aan te gaan in het vormgeven van zijn eigen leerproces. De docent/coach start met zijn begeleiding op het niveau van aanwezige ondernemendheid bij de student. Vervolgens begeleidt de docent/coach de student, met zijn curriculum als basis, naar mogelijkheden en kansen voor zijn leerproces. De in eerste instantie sturende begeleiding (die heel kort kan zijn) wordt ondergeschikt aan de toenemende vraagstelling van de student. De begeleiding van de docent/coach wordt stimulerend en daagt de student in toenemende mate uit zijn curriculum op relevante wijze uit te breiden middels zijn vraagsturing. OGN-academie Sinds draagt de OGN-academie bij aan het bevorderen en professionaliseren van medewerkers en teams binnen OGN en hen hiertoe stimuleren en inspireren en ondersteunt de ontwikkeling naar een lerende organisatie. De OGN-academie wil zich via een groeimodel ontwikkelen tot knooppunt van leren. Inmiddels is de transitie in vergevorderd stadium met alle gevolgen voor de OGN werkelijkheid van vandaag de dag. Binnen alle stichtingen staan we nu voor de uitdaging van het realiseren van teamgecentreerd werken. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de manier van (samen)werken van alle collega s. Deze nieuwe manier van werken gaat samen met de onderwijsinhoudelijke vernieuwingen binnen vo en mbo. De OGN-academie onderscheidt voor de komende jaren drie werklijnen: De strategische lijn gaat over de implementatie van de transitie: ondersteuning bieden bij het team gecentreerd werken, het stimuleren van eigenaarschap, persoonlijk leiderschap e.d. Deze strategische lijn bestaat o.m. uit MD programma s, opleidingsprogramma s, lezingen. Met name het verkennen en analyseren van de vervolgvraag die voortkomt uit de transitie, om te komen tot maatwerk rondom MD- en opleidingsprogramma s, is tijdsintensief. De reguliere lijn bestaat uit het organiseren van een aanbod van allerlei (scholings)activiteiten voor de professionals. Ook hierbij geldt dat om te komen tot een goed aanbod, afgestemd op de vraag de nodige tijdsinvestering vergt. De evenementenlijn bestaat uit het initiëren en organiseren van allerlei evenementen als lezingen, seminars en congressen. Terra in de omgeving Food Terra heeft begin een haalbaarheidsonderzoek gedaan naar een opleiding Food in de regio Groningen en Drenthe. Conclusie was toen dat er voldoende leerlingenpotentieel en de vraag vanuit het bedrijfsleven de mogelijkheid gaf om een businesscase te bouwen. Indien de businesscase voldoende perspectief biedt dan zal de werving met ingang van 1 augustus 2017 van start gaan. In augustus 2018 kunnen dan de eerste studenten starten met deze nieuwe opleiding. Vanaf februari gaat dan ook de implementatie van start. Dit gaat in nauwe samenwerking met MBO life Sciences uit Leeuwarden. In de brede opleiding Food gaat het over de gehele keten van voedsel. Productie, verwaarding, verkorten van voedselketens, digitalisering, marketing, beleving en gezondheid. De combinatie maakt dat het een unieke opleiding wordt. Innovatiebudget De maatschappij verandert door technologie en digitalisering van een industriële naar een kennis- en netwerksamenleving. Gevolg is bijvoorbeeld dat meer mensenwerk wordt gedaan door machines. En bij steeds meer werk worden computers en ICT gebruikt. Werk verandert, functies veranderen. Jongeren hebben 21e eeuwse vaardigheden nodig om hierop voorbereid te zijn. Terra beoogt met Ondernemend leren om haar leerlingen zo goed mogelijk uit te rusten met deze vaardigheden. Het gaat hierbij om onder andere informatievaardigheden, kritisch denken, probleem oplossen, communicatie en samenwerken. Regioleren De samenwerking in de triple helix van ondernemers, overheden en kennisinstellingen is in de afgelopen jaren een maatschappelijk verschijnsel geworden dat steeds breder wordt herkend en toegepast. De rode draad in dit proces wordt gevormd door het regioleren, en wel in de bijzondere coöperatievorm die door Terra mede is geïnitieerd. Uitgangspunt is de overweging dat Terra de regionale verankering zoekt en deze via de implementatie van regioleren wil realiseren. Regioleren is in een Terra-brede taskforce als volgt gedefinieerd: 54

55 Regioleren betekent dat studenten, docenten, ondernemers en professionals bij overheden en maatschappelijke organisaties samen oplossingen vinden voor vragen uit de regio. Zij formuleren eerst hun eigen en daarna de gedeelde ambities, doelen en agenda. Daarna verzamelen zij de thema s en kennisvragen die in de regio spelen en vertalen die vragen in uit te voeren projecten waarbij studenten binnen hun eigen stichtingen als opdrachtnemer functioneren in de context van hun eigen leerproces. Krimp Binnen een aantal regio s/provincies is er/wordt er een overleg opgestart over de leerling daling in het gebied. De weg is die van bestuurlijke verkenning naar scenariotoetsing, -uitwerking en implementatie op schoolniveau. In de verkennende fase hebben bestuurders geconcludeerd dat goede bestuurlijke samenwerking een voorwaarde is om kwalitatief goed onderwijs in de regio te behouden. Echter, om leerlingen een kwalitatief hoogwaardig, gevarieerd en breed onderwijsaanbod te kunnen bieden, is het wenselijk om het onderwijsaanbod te herschikken. Aan de bestaande krimp -tafels zijn in scenario s ontwikkeld voor het toekomstige onderwijsaanbod en soms de spreiding hiervan over de vestigingen/scholen. Op dit moment wordt een aantal opleidingen en schoolsoorten op meerdere of alle vestigingen aangeboden. Met het oog op onderwijskwaliteit en betaalbaarheid, is in bepaalde regio s deze situatie niet langer wenselijk en moeten er scenario s ontwikkeld worden om te komen tot een herinrichting van het onderwijsaanbod. Het is nu zaak deze scenario s te toetsen en verder uit te werken. Dit alles moet leiden tot een implementatieplan waarin is opgenomen op welke wijze het onderwijsaanbod herschikt kan worden in de regio en/of gezamenlijk aangeboden kan worden en hoe de implementatie hiervan verloopt. Inhoudelijk afstemming over profielen en keuzedelen voor de beroepsgerichte leerwegen is daarnaast noodzakelijk om een gevarieerd aanbod voor leerlingen in stand te houden. Tevens dient er bijzondere aandacht te worden besteed aan de positie van voorzieningen voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Teamgecentreerde organisatie Uitrol transitie Terra Terra verandert: het leren bij Terra beweegt zich in de richting van meer gepersonaliseerd leren. Om dat te bevorderen zet Terra ook in op teamgecentreerde organisatievorm: de verantwoordelijkheden daar beleggen waar ze vormgegeven wordt dor concreet gedrag. Het leren bij Terra verandert en om dat te ondersteunen verandert de Terra-organisatie ook: teams op alle niveaus; teams met medewerkers, vestigingsmanagementteams, een regiodirectie en een collegiaal College van Bestuur. Omdat Terra verandert vindt Terra dat zij ook moet willen investeren in haar leidinggevenden, opdat zij over voldoende vaardigheden beschikken om de veranderingen vorm te geven; het betreft in deze een verdere investering in persoonlijk leiderschap, gedeeld eigenaarschap/leiderschap, verandermanagement en integraal management. Ondersteuning teamgecentreerde organisatie Terra werkt toe naar een teamgecentreerde organisatie. Terra heeft dit beschreven in een Ontwikkelplan: kleine teams van leraren die verantwoordelijk worden voor (eerst het onderwijs van en de begeleiding van) een bepaalde groep leerlingen, ondersteund door expertteams. De inrichting van deze teamorganisatie is gereed voor de zomervakantie van 2017, aansluitend gaat daadwerkelijk in teams gewerkt worden. Het werken in teams gaat niet vanzelf goed genoeg. Dat vraagt om ondersteuning. Ondersteuning van teamleden, teams, teamvoorzitters en teamcoaches, om in rol te komen. Het resultaat van deze ondersteuning is dat teams in staat zijn hun verantwoordelijkheid met betrekking tot het leerproces van de leerling en de begeleiding daarvan kunnen nemen, alsook dat teams stappen zetten in hun ontwikkeling richting een resultaatverantwoordelijk team door o.a. zicht te krijgen op hun eigen teamontwikkeling/teamleerproces. 5.3 Continuïteit Deze continuïteitsparagraaf beoogt om inzicht te verschaffen in de wijze waarop het College van Bestuur van Terra omgaat met de financiële gevolgen in de jaren 2017 t/m 2019 als gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren en de ontwikkeling van de vermogenspositie. Het proces om majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de gevolgen hiervan voor het resultaat en de vermogenspositie te identificeren, is structureel ingebed in de organisatie. Hiertoe wordt in de meerjarenbegroting een tijdshorizon gehanteerd die nog vier jaren verder ligt dan de tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf. 55

56 KENGETALLEN Prognose leerlingenaantallen Bij Terra is per 1 oktober voor het eerst sprake van een afname van het totaal aantal leerlingen. Volgens de jaarlijks (in februari/maart) bijgestelde prognose modellen is er ook voor de komende jaren sprake van een afname van het aantal leerlingen. Dit geldt zowel voor het VO als voor het MBO. Omdat deze prognoses bij het opstellen van de begroting nog niet beschikbaar zijn, wordt daarvoor uitgegaan van de laatste teldatum, in combinatie met de procentuele mutatie van de meest recente meerjarige prognose (in dit geval van maart ). Vmbo De leerlingenprognoses voor het VO worden jaarlijks opgesteld volgens een eigen model. Daarbij worden per vestiging de nieuwe instroom van leerlingen, de basisscholen van herkomst en de leeftijdsopbouw van de toeleverende basisscholen gecombineerd. Deze prognose is betrouwbaarder dan de informatie over de bevolkingsopbouw van het CBS omdat ook rekening wordt gehouden met de openbare infrastructuur (openbaar vervoer) en de denominatie (geloof). Het totaal aantal vmbo-leerlingen in de voedingsgebieden van Terra daalt in de jaren 2017 tot en met 2024 van naar Dat is een daling van In de afgelopen jaren is steeds sprake geweest van een toename van het aantal leerlingen. Deze toenames zijn terug te voeren op vergroting van het marktaandeel. Ondanks dat ook voor het schooljaar sprake is van vergroting van het marktaandeel, is er voor het eerst sprake van een daling van 139 leerlingen in het VO. De gerealiseerde leerlingaantallen van 2015 en en de geprognosticeerde leerlingaantallen voor de jaren staan in onderstaande tabel weergegeven. Prognose VMBO Prognose VMBO-leerlingen (maart ) Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar ,2% ,7% ,1% ,5% ,3% ,1% ,6% ,9% ,4% Prognose o.b.v. werkelijke VMBOleerlingen per Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar ,2% ,2% ,1% ,5% ,3% ,1% ,6% ,9% ,4% Mbo De geprognosticeerde leerlingenaantallen voor het mbo zijn gebaseerd op de herkomst van de leerlingen naar clusters van gemeenten en de bevolkingsopbouw van diezelfde clusters in de komende jaren. Bij het mbo is sprake van een groot voedingsgebied en van leerlingen die kiezen voor een hele specifieke beroepsopleiding. Anders dan bij de instroom in het vmbo kiezen leerlingen hier niet voor één van de beschikbare scholen in de directe omgeving. Daarom wordt voor de prognose van het mbo gebruik gemaakt van informatie van het CBS over de bevolkingsopbouw naar leeftijd en gemeenten. Op basis van deze prognoses moet ook in het mbo rekening worden gehouden met een daling vanaf het schooljaar Voor het schooljaar is sprake van een toename van 21 leerlingen. De gerealiseerde leerlingaantallen van 2015 en en de geprognosticeerde leerlingaantallen voor de jaren staan in onderstaande tabel weergegeven. 56

57 Prognose MBO Prognose MBO-leerlingen (maart ) Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar ,9% ,7% ,2% ,5% ,8% ,0% ,8% ,2% ,0% Prognose o.b.v. werkelijke MBOleerlingen per Mutatie 3- en 4-jarig niveau 4 Opleiding Food Totaal MBO-leerlingen Mutatie t.o.v. voorgaand jaar Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar ,9% ,0% ,3% ,3% ,7% ,8% ,6% ,9% ,9% Personele bezetting Voor de personele lasten is de formatie voor het schooljaar en de daarbij behorende loonsom als uitgangspunt genomen. Dit is inclusief verwachte inzet van externe medewerkers. Voor zover in het schooljaar sprake is van inzet van formatie op basis van additionele bekostiging, komt deze inzet te vervallen als de bekostiging wordt beëindigd. In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van een jaarlijkse loonkostenstijging voor periodieke verhogingen op grond van het carrièrepatroon van de medewerkers. Daarnaast wordt aangenomen dat de jaarlijkse stijging van de premies voor sociale lasten minimaal zullen zijn. De pensioenpremie gaat wel stijgen in de komende jaren. In de begroting 2017 is rekening gehouden met een stijging van 2,0%. Ook voor 2018 wordt een verdere stijging voorzien. De ontwikkeling van het aantal leerlingen, de gevolgen voor de bekostiging en de exploitatie worden in de meerjarenbegroting inzichtelijk gemaakt. Daarnaast heeft Terra een flexibele formatie van 14,83% (ultimo oktober bedraagt deze 78 fte). Deze flexibele formatie, in combinatie met het natuurlijk verloop, maakt tijdig bijsturen in de formatie mogelijk. Het is noodzakelijk om de ingeslagen weg, om te komen tot een kwalitatief meerjaren formatieplan, verder in te gaan. Het komende jaar zullen hiervoor de nodige keuzes moeten worden gemaakt. De strategische personeelsplanning helpt bij het maken van deze keuzes. In november is gestart met een pilot project op de vestigingen in Emmen. De planning van deze pilot loopt tot mei Na evaluatie van deze pilot wordt de strategische personeelsplanning ook gefaseerd ingevoerd bij de andere vestigingen van Terra. Verwacht wordt dat dit dan nog twee jaar in beslag neemt. De ontwikkeling van de nieuwe organisatiestructuur is nog niet afgerond en wordt in 2017 voortgezet. Begin 2017 wordt de 2e management laag (afdelingsdirecteuren) ingevuld. Omdat, na het invullen van de vacatures, sprake kan zijn van (her)plaatsing van medewerkers, zijn er extra middelen nodig om de kosten, die dat met zich meebrengt, op te vangen. Deze kosten zijn in de begroting opgenomen. De bijdrage aan Onderwijsgroep Noord voor de kosten van College van Bestuur, bestuursbureau en instellingsoverstijgende kosten blijft gehandhaafd op 6,75% van de baten. 57

58 Samenvattend overzicht kengetallen KENGETALLEN stand per werkelijk 2017 begroot 2018 prognose 2019 prognose Onderwijsgevend personeel (fte) 424,17 417, Directie en beheerspersoneel (fte) 105,83 93, Totale personele bezetting (fte) 530,01 510, VMBO LWOO/PRO BOL BBL Totaal leerlingen BALANS BALANS per (x 1.000) ACTIVA VASTE ACTIVA werkelijk 2017 begroot 2018 prognose 2019 prognose Materiële vaste activa TOTAAL VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vorderingen Liquide middelen TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserves VOORZIENINGEN LANGLOPENDE SCHULDEN KORTLOPENDE SCHULDEN TOTAAL PASSIVA

59 RATIO S Solvabiliteit 1 0,57 0,59 0,60 0,60 Solvabiliteit 2 0,62 0,63 0,64 0,64 Liquiditeitsratio - current ratio 1,37 1,43 0,93 0,46 Liquiditeitsratio - quick ratio 1,33 1,38 0,88 0,40 Huisvestingsratio 0,13 0,11 0,12 0,11 Weerstandsvermogen 0,59 0,61 0,63 0,64 Rentabiliteit -0,06-0,00 0,01 Solvabiliteit 1 van Terra bedraagt per ultimo 0,57 en solvabiliteit 2 bedraagt per ultimo 0,62. Daarmee wordt zowel aan de eigen minimumnorm, zoals verwoord in het Treasurystatuut, als aan de solvabiliteitsnorm van de onderwijsinspectie voldaan (< 0,3). De verwachting is dat de solvabiliteit in de komende jaren op een vergelijkbaar niveau blijft. Dat betekent dat versterking van het vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is. De liquiditeitspositie van Terra is ruim voldoende voor de normale bedrijfsvoering en biedt ook ruimte voor de geplande investeringen. De liquiditeitsratio bedraagt per ultimo 1,37 (signaleringswaarde < 0,5). De investering voor de nieuwbouw voor de vestigingen Terra Emmen is in de meerjarenbegroting verwerkt. Het gaat om een totale investering van 19,0 miljoen (gebouw en inventaris). Beoogd wordt deze investering voor een deel uit eigen middelen en voor een deel extern te financieren. Hierbij wordt voorlopig uitgegaan van een externe financiering van 8,0 miljoen. In het meerjaren kasstroomoverzicht in de begroting 2017 is deze externe financiering, verspreid over de jaren 2019 en 2020, meegenomen. Het weerstandsvermogen is het eigen vermogen, inclusief het resultaat voor het jaar, uitgedrukt in een percentage van de totale baten in een jaar, inclusief de financiële baten en exclusief de buitengewone baten. Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre de instelling in staat is om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Het weerstandsvermogen van Terra ligt ver boven de signaleringswaarde van < 0,05 De rentabiliteit geeft het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering weer in een percentage van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering, inclusief de rentebaten. Dit kengetal geeft aan of er winst of verlies is gemaakt met de beschikbare baten. De signaleringswaarden zijn: 3-jarig < 0 2-jarig < -0,05 1-jarig < -0,10 Door het negatieve resultaat over is er sprake van een negatieve rentabiliteit. Voor de komende jaren is sprake van geen tot een laag resultaat. De rentabiliteit is dan nul of positief. De huisvestingsratio zijn de huisvestingslasten + de afschrijvingen op gebouwen en terreinen, uitgedrukt in een percentage van de totale lasten. De signaleringsgrens voor het mbo is > 0,15. 59

60 STAAT VAN BATEN EN LASTEN Staat van Baten en Lasten (x 1.000) BATEN werkelijk 2017 begroot 2018 prognose 2019 prognose Rijksbijdragen Overige Overheidsbijdragen College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten TOTAAL BATEN LASTEN Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële baten en lasten NETTO RESULTAAT De begrote en geprognosticeerde cijfers voor de jaren 2017 tot en met 2019 zijn ontleend aan de (meerjaren) begroting Deze begroting is vastgesteld door het College van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Rijksbijdragen Externe factoren Het aantal leerlingen in het voedingsgebied neemt jaarlijks af. Per 1 oktober is er voor het eerst sprake van een leerling daling, waardoor ook de bekostiging daalt. Door de T-2 bekostigingssystematiek bij het MBO wordt bekostiging ontvangen dat hoort bij een hoger leerlingaantal. Nieuw beleid In het MBO worden steeds meer prestatie afhankelijke componenten toegevoegd aan de budgetten. Dit geldt al langere tijd voor de VSV cijfers. Nieuw is de ontwikkeling van de prestatie indicator studiesucces en de kwaliteit BPV. Deze middelen kennen we toe op basis van de T-1 systematiek. Voor een extra kwaliteitsverbetering van de BPV zijn extra middelen beschikbaar. Terra heeft daarvoor een plan ingediend. Op basis van tevredenheid student en op basis van tevredenheid praktijkbegeleider worden de middelen wel of niet toegekend. Op basis van dit plan zijn nog geen middelen in de begroting opgenomen (T-1 systematiek). Voor het berekenen van de normatieve bekostiging wordt gebruik gemaakt van de laatst bekende, door de Ministeries van OCW en EZ verstrekte bekostigingsinformatie. Voor de ontwikkeling van de rijksbijdragen in de komende jaren wordt uitgegaan van de informatie die beschikbaar is in de rijksbegroting en aanvullende informatie daarover van de VO-Raad, MBO- Raad en AOC-Raad. Voor de berekening van de rijksbijdragen en de overige subsidies voor het vmbo worden de geprognosticeerde leerlingenaantallen per 1 oktober van het schooljaar gehanteerd. Daarbij wordt uitgegaan van dezelfde verhouding tussen de onderscheiden typen leerlingen als geldt op 1 oktober. Ondanks het feit dat de bekostiging per leerling stijgt, daalt de bekostiging voor het vmbo ten opzichte van door afname van het aantal leerlingen. Vanaf 2015 is de rijksbijdrage voor het mbo gebaseerd op de nieuwe prijsfactoren die, in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken, het kenniscentrum beroepsonderwijs en bedrijfsleven en de AOC s, zijn toegekend aan de opleidingsprofielen. De vastgestelde 60

61 nieuwe prijsfactoren doen meer recht aan de kostenverhoudingen tussen opleidingen. De ontwikkeling van de MBO-bekostiging kent meer onzekerheden dan de ontwikkeling van de VO-bekostiging. Bij het MBO is sprake van een macrobudget en een verdeelmodel. Voor de AOC s hebben een deel van de ontwikkelingen betrekking op het gehele macrobudget, dus voor de ROC s en AOC s samen, en een deel betrekking op het AOC-macrobudget (van het Ministerie van EZ). In 2017 is sprake van een daling van de bekostiging, ten opzichte van. Dit als gevolg van bezuinigingen door de overheid (macrokader is naar beneden bijgesteld). Daar komt het effect van de leerlingenmutatie nog bovenop. Ondanks de positieve resultaten in de meerjarenbegroting blijft het belangrijk dat de aandacht in de komende jaren uit blijft gaan naar de vaste kosten zoals afschrijvingslasten en huisvestingslasten omdat deze, bij een dalend aantal leerlingen, steeds zwaarder op de exploitatie gaan drukken. Afschrijvingslasten Bij de afschrijvingslasten wordt uitgegaan van de aanwezige activa in september, de op dat moment in uitvoering zijnde investeringen en de voor 2017 en volgende jaren begrote investeringen. Bij de begrote investeringswensen worden de afschrijvingslasten gerekend vanaf het verwachte moment van aanschaf of ingebruikname. Er is een besluit genomen tot vervangende nieuwbouw voor de twee vestigingen in Emmen. De beoogde locatie, Langgrafweg, is om moverende redenen geen geschikte locatie gebleken. Er vindt nu nieuw onderzoek plaats over de geschikte locatie. Naar verwachting zal dit op 1 maart 2017 bekend zijn. Afhankelijk van de gekozen locatie zal de ingebruikname van de nieuwbouw gepland worden voor augustus 2019 respectievelijk augustus Er ligt een voorgenomen besluit door de regiodirecteuren om de bouw mogelijk te maken van sportvoorzieningen voor Terra Meppel VO, met een realisatie in Dit onder voorbehoud van goedkeuring door het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Voor de planning van toekomstige investeringen en onderhoud van de gebouwen is opdracht gegeven voor een nul-meting en het opstellen van een strategisch huisvestingsplan. De werkzaamheden hiervoor zullen in de loop van 2017 worden afgerond. Deze nul-meting en het strategisch huisvestingspaln spelen een grote rol bij de bepaling van het benodigde bedrag voor het onderhoud en de overige investeringen voor 2017 en verdere jaren. In afwachting van de resultaten van dit onderzoek wordt er minimaal geïnvesteerd in Op basis van het strategische huisvestingsplan zal nieuw beleid worden ontwikkeld voor investeringen en onderhoud. De huidige boekwaarde van de huidige gebouwen in Emmen wordt in de komende jaren, tot de ingebruikname van de nieuwbouw, versneld afgeschreven tot nul. Dit is in de begroting en meerjarenbegroting verwerkt. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Bij het afstoten van de beide gebouwen wordt een opbrengst verwacht. Deze opbrengst is niet meegenomen in de meerjarenbegroting in verband met de onzekerheid over de hoogte van het bedrag. Hierdoor kunnen de meerjarenresultaten, vanaf 2020, nog stijgen. Overige lasten In de begroting 2017 zijn hogere bedragen opgenomen voor scholing en innovatie. Dit hangt samen met de invoering van de teamgestructureerde organisatie en de ambities vanuit het strategisch beleidsplan. Meerjaren kasstroomoverzicht Het beeld van het meerjaren kasstroomoverzicht in de begroting 2017 laat zien dat er sprake is van voldoende liquide middelen. In het kasstroomoverzicht is rekening gehouden met extra financiering van maximaal 8,0 miljoen, op te nemen in de jaren 2019 en Voor 2019 staat in onderstaand overzicht een opnamen van 1,2 miljoen. Wanneer het voor de liquiditeit noodzakelijk is, kan dit bedrag worden verhoogd. Deze externe financiering zal worden aangetrokken conform de vereisten die worden gesteld in de regeling Beleggen, lenen en derivaten OCW. 61

62 MEERJAREN KASSTROOMOVERZICHT Meerjaren kasstroomoverzicht (bedragen in x 1.000) KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Saldo exploitatie Afschrijvingen Vrijval investeringssubsidies Mutatie voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen TOTAAL KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN (Des)investeringen materiele activa TOTAAL KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Mutatie kredietinstellingen (aflossingen) Mutatie kredietinstellingen (nieuwe leningen TOTAAL KASSSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Beginstand liquide middelen Mutatie EINDSTAND LIQUIDE MIDDELEN Risicoanalyse INTERN RISICOBEHEERSINGS- EN CONTROLESYSTEEM Bij Onderwijsgroep Noord is een aanvang gemaakt met de implementatie van een dynamisch risicomanagementsysteem voor de gehele organisatie. In is met name aandacht gegeven aan de ontwikkeling en versterking van de PDCA-cyclus. De (meerjaren) begroting 2017 heeft een andere opzet gekregen en de opbouw van de begroting is verbeterd. Hierdoor kunnen (de effecten van) een aantal risico s beter in kaart worden gebracht en nemen de mogelijkheden voor een goede risicobeheersing toe (bv effect van afnemende leerlingen aantallen). Ook is gestart met het strategische huisvestingplan en strategische personeelsplan. Er wordt daarmee eerst aandacht besteed aan een goed fundament voor de verdere ontwikkeling van het risico-managementsysteem en daarmee is de basis verder op orde gebracht. In 2017 zal het risico-managementsysteem zelf weer verder worden ontwikkeld. Belangrijke aandachtspunten zijn o.a.: - krimp van het aantal leerlingen; - ontwikkelingen t.a.v. personeel; - huisvesting; - kwaliteit van de opleidingen; - ontwikkelingen in bekostiging. Om bovengenoemde risico s te beheersen worden verschillende instrumenten ingezet zoals de eerder genoemde ontwikkeling van het strategisch personeelsplan en het strategisch huisvestingsplan. Hierbij worden zowel de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van huisvesting en personeel in beeld worden gebracht en wordt inzichtelijk gemaakt waar op korte of langere termijn knelpunten gaan ontstaan. Er kan dan geanticipeerd worden op deze risico s. De effecten zijn, voor zover op dit moment beschikbaar, meegenomen in de meerjarenbegroting. RAPPORTAGE TOEZICHTHOUDEND ORGAAN Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt, laat de Raad zich informeren over de belangrijke ontwikkelingen en grote beleidsvraagstukken zodat de Raad haar toezichthoudende rol goed kan vervullen. Bij deze thema s denkt de Raad van Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft tevens adviezen (zie ook het verslag van de Raad van Toezicht). 62

63 5.5 Treasury Stichting AOC Terra handelt binnen de kaders van het treasurystatuut. Dit statuut is gebaseerd op de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. Doel van het treasurystatuut is om het primaire proces van Terra te ondersteunen. Met het beheer van financiële posities en financiële stromen streeft Terra er naar de kosten en risico s te minimaliseren en de opbrengsten te maximaliseren. Het treasurystatuut is verankerd in de administratieve organisatie. Terra heeft het Treasurystatuut in gewijzigd naar aanleiding van de nieuwe regeling Beleggen, lenen en derivaten OCW, welke de oude regeling Beleggen en Belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 vervangt. Het statuut is opgesteld in overeenstemming met artikel 10 van de nieuwe regeling Beleggen, lenen en derivaten OCW. Het statuut is vastgesteld door de raad van toezicht. Het financieel beleid wordt gevoerd in lijn met de regeling. Terra heeft per einde de beschikking over 16,6 miljoen aan liquide middelen. De liquide middelen zijn direct opvraagbaar en risicoloos weggezet bij gezonde en solide Nederlandse banken, conform het treasurystatuut. Daarnaast heeft Terra 12,2 miljoen aan langlopende leningen uitstaan. Hierop wordt jaarlijks 1,1 miljoen afgelost. Voor de afdekking van het renterisico is in 2005 een swap aangetrokken. Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan (zie voor verdere toelichting de paragraaf financiële instrumenten). Er zijn in geen nieuwe leningen aangetrokken en gedurende heeft Terra geen beleggingen uitstaan. Het saldo van liquide middelen is in toegenomen met ca. 2,8 miljoen; van 13,9 miljoen begin tot 16,6 miljoen per eind. Over het jaar is er steeds voldoende saldo op de betaalrekening aangehouden om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Het saldo op direct opvraagbare spaarrekeningen bedraagt per eind 15,8 miljoen. FINANCIËLE INSTRUMENTEN Algemeen Terra maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die Terra blootstellen aan markt- en/of kredietrisico s. Dit betreft financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Terra handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan Terra verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Kredietfaciliteit ABN AMRO Bank Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen die gedurende de looptijd minder wordt, waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen maar is ultimo 6,7 miljoen. 20-jarige roll-over lening van 16,2 miljoen Stand van de lening per 31 december is 6,7 miljoen De einddatum van de lening is 2 november 2025 Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55 15-jarige rente swap van 16,2 miljoen Stand van de swap per 31 december is 7,4 miljoen De einddatum van de swap is 1 november 2020 Vaste rente van 3,9% Verwacht wordt dat de swap per balansdatum tot het einde van de looptijd, naar beste inschatting, niet effectief zal zijn. De huidige ineffectieve swap is gewaardeerd als kortlopende schuld op basis van de huidige waarde van de swap en daarmee beste inschatting van management per ultimo verslagjaar. 63

64 Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. Het verschil in waarde van deze ineffectiviteit tussen ultimo 2015 en ultimo wordt meegenomen als last in de exploitatie.in is sprake van een negatieve aanpassing van Het afsluiten van de nieuwe swap in 2008 kende een effect van , welke gedurende de resterende looptijd wordt gealloceerd naar de Staat van baten en lasten. Voor gaat het om een vrijval van Kredietfaciliteit ING Bank Terra heeft bij de ING Bank een langlopende lening van 6,0 miljoen met een vaste rente van 2,00% per jaar. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaren waarvan de rentevaste periode 5 jaren bedraagt. De hoofdsom van deze langlopende schuld was aanvankelijk 6,0 miljoen, maar is ultimo 5,5 miljoen. In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Deze lening is ultimo nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). ING Rentevastlening van 6,0 miljoen. De rentevastperiode bedraagt 60 maanden De stand van de lening per 31 december is 5,5 miljoen. De einddatum van de rentevastlening is 1 april De rentevastperiode bedraagt 60 maanden. De vaste rente bedraagt 2,00% per jaar. Roll-over lening ad 8,0 miljoen De einddatum van de lening is 1 januari 2018 Deze lening is ultimo nog niet opgenomen Rente op basis van 3-maands Euribor met een opslag van 1,30% Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. 5.6 Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie Naar aanleiding van de notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie moet, met ingang van het verslagjaar 2003, aanvullende informatie in het jaarverslag worden opgenomen. Deze informatie wordt onderstaand weergegeven. Uitbesteding van bekostigd onderwijs Uitbesteding van bekostigd onderwijs vindt op zeer beperkte schaal plaats. Voor het schooljaar gaat het hierbij om achtentwintig leerlingen in het VMBO die geplaatst zijn bij een Ortho-Pedagogisch Didactisch Centrum (OPDC). De kosten hiervan bedragen Terra participeert, tezamen met een aantal instellingen voor voortgezet onderwijs, in het bestuur van dit OPDC. Bedragen uit de rijksbijdrage die gemoeid zijn met investeringen in private activiteiten Evenals in voorgaande jaren zijn geen rijksgelden aangewend voor investeringen in private activiteiten. Bedragen uit de rijksbijdrage die gemoeid zijn met het voeden van een fonds voor les- en cursusgelden Evenals in voorgaande jaren heeft Terra geen fonds voor les- en cursusgelden. Deelnemers die relatief snel na 1 oktober zijn uitgeschreven Gedurende de maand oktober zijn negen BOLstudenten en vier VMBO-studenten uitgeschreven. De reden van uitschrijving was: Liquiditeitsrisico Terra bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Terra steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder 64

65 BOL BBL VMBO Totaal Studiegebonden factoren (verkeerde keuze) Inschrijving bij een andere onderwijsinstelling Persoonsgebonden, geen invloed op oorzaak wel opvang (ziekte/problemen thuis) Persoonsgebonden, geen invloed op oorzaak (verhuizen) Verzorgen van onderwijs in geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs Bij Terra is geen sprake geweest van geïntegreerde trajecten educatie-beroepsonderwijs. Deelnemers die gedurende het schooljaar van opleiding/leerweg veranderen Aangezien het schooljaar nog niet is beëindigd, kan geen volledig beeld worden gegeven van de zogenaamde omzwaaiers. Gedurende de maand oktober betreft het de volgende mutaties: Wijziging van leerweg Van BOL naar BBL 2 Van KL naar GL 1 Van hgl naar GL 1 Wijziging van opleiding/crebo Van naar (BOL) 1 Van naar (BBL) 1 Deelnemers die relatief snel na 1 oktober zijn ingeschreven Hoewel de notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie deze informatie niet voorschrijft, zijn wij van mening dat dit nadrukkelijk moet worden geplaatst naast bovenvermelde gegevens. Tenslotte zijn ouders en studenten vrij in hun keuze van het soort onderwijs (leerweg, sector en niveau) en van de onderwijsinstelling. Er is sprake van zeven nieuw ingeschreven studenten gedurende de maand oktober. Instellingen en organisaties waarvoor maatwerktrajecten zijn georganiseerd Bij Terra zijn in vijf maatwerktrajecten gestart. Bij deze maatwerktrajecten zijn zesenvijftig BBLstudenten betrokken. Van deze zesenvijftig studenten zijn drieëntwintig studenten werkzaam bij sociale werkvoorzieningsschappen, negentien studenten werkzaam bij gemeentelijke overheden en dertien studenten bij overige instellingen. Wijziging van niveau Van niveau 3 naar niveau 2 1 Van niveau 3 naar niveau 4 1 Van niveau 4 naar niveau 2 1 Van niveau 4 naar niveau

66 DEEL 2 JAARREKENING Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerde staat van baten en lasten over Geconsolideerd kasstroomoverzicht over Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Enkelvoudige jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten Verbonden partijen WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 66

67 67 JAARVERSLAG

68 Geconsolideerde balans per 31 december (na resultaatbestemming) Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Financiële vaste activa 0 0 Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva

69 Geconsolideerde staat van baten en lasten over Begroting Baten 3.1 Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Netto resultaat

70 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2015 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: afschrijvingen vrijval uit investeringssubsidies mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: voorraden vorderingen schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.2 Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten 2.3 Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Stand per 1 januari Mutatie boekjaar Stand per 31 december

71 Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening Algemene toelichting Activiteiten Terra is een opleidingscentrum dat VMBO- en MBO-onderwijs op het gebied van groen, voeding, dier, natuur & milieu aanbiedt in Noord-Nederland. Het onderwijs wordt aangeboden op vestigingen in Assen, Eelde, Emmen, Groningen, Meppel, Oldekerk, Winschoten, Winsum en Wolvega. Continuïteit De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de stichting. Vestigingsadres, rechtsvorm en inschrijfnummer kamer van koophandel Terra is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Stichting AOC Terra is feitelijk gevestigd aan de Hereweg 101, Postbus 17, 9700 AA te Groningen en is ingeschreven bij het handelsregister onder nummer Groepsverhoudingen Stichting AOC Terra wordt als gevolg van 100% zeggenschap meegeconsolideerd in de jaarrekening van Stichting Onderwijsgroep Noord. Stichting AOC Terra is 100% aandeelhouder van TerraRijschool BV. Deze BV wordt meegeconsolideerd in de jaarrekening van Stichting AOC Terra. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen: - Inschatting van de levensduur van activa. - Inschattingen in het kader van personele voorzieningen. Consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van Terra samen met haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Terra direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Deelnemingen waarop geen overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend (geassocieerde deelnemingen) worden niet betrokken in de consolidatie. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de Groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep. De in de consolidatie begrepen vennootschappen zijn: TerraRijschool B.V., Groningen (100%); Toepassing van artikel 2:402 B.W. Aangezien de winst-en-verliesrekening over van Terra in de geconsolideerde jaarrekening is verwerkt, is (in de enkelvoudige jaarrekening) volstaan met weergave van een beknopte winst-en-verliesrekening in overeenstemming met artikel 2:402 BW. Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Terra of de moedermaatschappij van Terra en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. 71

72 Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Algemene grondslagen Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelsel- en schattingswijzigingen zoals opgenomen in de desbetreffende paragrafen. Tot 1 januari werden de in het boekjaar vrijgevallen investeringssubsidies die betrekking hebben op een deel van de afschrijvingslasten, verantwoord als bate bij de Overige subsidies OCW/EZ en de Overige overheidsbijdragen en -subsidies. Vanaf worden deze baten gesaldeerd met de afschrijvingen. De vergelijkende cijfers over 2015 zijn dienovereenkomstig aangepast. Operationele leasing Bij Terra zijn er leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij Terra ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen, waaronder derivaten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze derivaten worden door de instelling niet gesepareerd van het basiscontract en derhalve in overeenstemming met het basiscontract verwerkt. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is de reële waarde. Na eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument hangt af van de vraag of er hedge-accounting wordt toegepast. Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen. Doordat kostprijs hedge-accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-enverliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge-accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedgeaccounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt. Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat er geen sprake is van overhedges. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Grondslagen voor waardering van activa en passiva Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er 72

73 wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar betreffende paragraaf. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie Apparatuur, machines en installaties Meubilair Hard- en software 30 jaar 10 jaar 4-10 jaar jaar 3 jaar Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd, indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit ontvangen investeringssubsidies) en vallen jaarlijks vrij ten gunste van de rijksbijdragen danwel de overige overheidsbijdragen. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen wordt geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. De kosten worden rechtstreeks in de resultatenrekening verantwoord. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt ervan uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Terra in deze situatie geheel of gedeeltelijk instaat voor de schulden van de deelneming, dan wel het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt hiervoor een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. Als resultaat wordt verantwoord het bedrag waarmee de boekwaarde van de deelneming sinds de voorafgaande jaarrekening is gewijzigd als gevolg van het door de deelneming behaalde resultaat. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Als resultaat wordt in aanmerking genomen het in het verslagjaar gedeclareerde dividend van de deelneming, waarbij niet in contanten uitgekeerde dividenden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde (zie verder de paragraaf Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa ); afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-enverliesrekening. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogte van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom-genererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroom-genererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Een bijzonder-waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst-en-verliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroom-genererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroom-genererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. 73

74 Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroom-genererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom-genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardevermindering voor het actief (of kasstroom-genererende eenheid) zou zijn verantwoord. Voorraden De voorraden betreffen de laptops die aan de leerlingen in bruikleen worden gegeven en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFO-methode ( first in, first out ) of lagere opbrengstwaarde. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de laptops vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-enverliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden, een voorziening ambtsjubilea, een voorziening langdurig zieken en een voorziening seniorenverlof. Algemeen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,356% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de gemiddelde verplichting in de afgelopen vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De voorziening seniorenverlof is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen. Langlopende schulden Langlopende schulden worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieverentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Bij vervroegde aflossingen wordt de in rekening gebrachte boeterente verwerkt in de winst- en verliesrekening als financiële baten en lasten. Voor alle langlopende leningen zijn zakelijke zekerheidstellingen verstrekt. 74

75 De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Grondslagen voor bepaling van het resultaat Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Baten werk in opdracht van derden Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Overige baten Onder overige bedrijfsopbrengsten worden resultaten verantwoord die niet rechtstreeks samenhangen met de levering van diensten in het kader van de normale, niet-incidentele bedrijfsactiviteiten. Deze opbrengsten worden toegerekend aan de verslagperiode in overeenstemming met de inhoud van de overeenkomst. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Pensioenen Stichting AOC Terra is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP. ABP is een bedrijfstakpensioenfonds met een toegezegde pensioenregeling (multi-employer defined benefit-regeling). Gezien het feit dat de pensioenregeling een multi-employer regeling betreft is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling (defined contribution-regeling) verantwoord. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van gereedheid voor ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en in uitvoering en vooruitbetaling wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de overige baten respectievelijk onder overige lasten. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. 75

76 Toelichting op de geconsolideerde balans 1.2 Materiële vaste activa Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve Boekwaarde 1 januari afschrijvingen 1 januari 31 december afschrijvingen 31 december en waarde- en waardeverminderingen verminderingen 1 januari 31 december Gebouwen en terreinen * Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa Materiële vaste activa Vooruitontvangen investeringssubsidies Materiële vaste activa *Het bedrag afschrijving gebouwen en terreinen bestaat uit afschrijvingen van gebouwen 2,6 miljoen en het bedrag van de waardevermindering van het terrein Langgrafweg 2,0 miljoen. De waardevermindering opgenomen onder de post bedrijfsgebouwen ten bedrage van 2,0 miljoen is het gevolg van een nieuw uitgevoerde externe taxatie van de grondpositie te Emmen. Het bedrag van de waardevermindering is bepaald op basis van de verwachte opbrengstwaarde van de activa op een actieve markt. De waardevermindering is ten laste gebracht van de staat van baten en lasten over het kalenderjaar. Zie voor nadere duiding eveneens de toelichting bij afschrijvingen in paragraaf Het bedrag aan investeringen bij Gebouwen en terreinen omvat tevens een bedrag van 0,1 miljoen uit de bij in uitvoering en vooruitbetalingen vermelde desinvesteringen. Het restant van het bedrag is ten laste van de exploitatie gebracht. Het betreft hier de voorbereidingskosten van de nieuwbouw aan de Langgrafweg in Emmen. De boekwaarde van de materiële vaste activa (exclusief de investeringssubsidies) is ten opzichte van 2015 afgenomen met een bedrag van 4,7 miljoen. Inclusief de investeringsssubsidies bedraagt de afname 4,4 miljoen. Gebouwen en terreinen: In is voor een relatief klein bedrag geïnvesteerd in gebouwen en terreinen. Het gaat hierbij om aanpassingen van enkele lokalen bij Terra Wolvega VO en de renovatie van het parkeerterrein bij Terra Groningen MBO. De totale afschrijvingslast voor gebouwen in bedraagt 2,6 miljoen. In zijn geen desinvesteringen gedaan. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Inventaris en apparatuur: Alle vestigingen van Terra hebben in meer of mindere mate geïnvesteerd in inventaris. Er is in totaal voor 0,6 miljoen geïnvesteerd. De desinvesteringen die zijn gedaan in hadden een aanschafwaarde van 0,5 miljoen. De boekwaarde van deze desinvesteringen was De totale afschrijvingslast van de inventaris en apparatuur voor is 1,5 miljoen. Van de investeringen heeft 0,28 miljoen betrekking op ICTapparatuur en 0,25 miljoen heeft betrekking op machines en apparatuur. Voor het overige is sprake van investeringen in school- en kantoormeubilair en transportmiddelen. Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa: Het betreft hier een perceel grond aan Het Vledder in Meppel. Vooruitontvangen investeringssubsidies: De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen en de overige overheidsbijdragen en -subsidies. In verband met de vervangende nieuwbouw voor de vestigingen in Emmen werd de boekwaarde op de bestaande gebouwen in Emmen, met ingang van het jaar 2014, over de resterende gebruiksjaren tot april 2018 versneld afgeschreven; 0,46 miljoen per jaar. Omdat de bouw op de geplande locatie niet doorgaat, schuift de datum van vermoedelijke ingebruikname op. Op dit moment wordt uitgegaan van een ingebruikname in augustus De afschrijvingen zijn opnieuw berekend over de nieuwe looptijd van 1 januari tot augustus Uitgangspunt voor de herberekening is de boekwaarde van de betreffende gebouwen per Deze boekwaarde wordt afgeschreven over de resterende looptijd; 0,25 miljoen per jaar. Dit bedrag is opgenomen in het totaalbedrag van de aangegeven afschrijvingen. Voor het kalenderjaar betekent dit een verlaging van de afschrijving van 0,21 miljoen. De bedrijfsgebouwen en -terreinen dienen als zekerheid voor de hypothecaire leningen zoals die zijn verstrekt door ABN AMRO bank en ING Bank. Zie hiervoor ook de toelichting bij paragraaf 2.3 Langlopende schulden. 76

77 1.4 Voorraden Gebruiksgoederen Voorraden Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen In is voor een bedrag van in laptops geïnvesteerd en voor gedesinvesteerd. Bij de desinvesteringen gaat het om laptops die niet meer werken of vanwege een andere oorzaak niet meer te gebruiken zijn. De laptops worden aan leerlingen in bruikleen gegeven en vervangen deels de boeken. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de laptops vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in Vorderingen Debiteuren OCW/EZ Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen Personeel Overige vorderingen Vooruitbetaalde kosten Verstrekte voorschotten Overige Overlopende activa Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. De vorderingen zijn per ulitimo 0,4 miljoen lager dan per ultimo De hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Het debiteurensaldo is lager omdat vorderingen op Samenwerkingsverbanden, die per periode worden betaald maar waarvan de totale vordering is opgenomen, zijn gesaldeerd met de overige overlopende passiva. De vordering van 2015 op het Ministerie van Economische Zaken is afgewikkeld. De vordering op groepsmaatschappijen is lager dan in Het gaat hierbij om saldering van vorderingen en schulden van de verschillende stichtingen die vallen onder Onderwijsgroep Noord. Dit verschilt per jaar (zie ook paragraaf 2.4.5). De vordering op Studenten/deelnemers/cursisten is lager omdat de facturering via WIS collect wordt gedaan. Hierbij is ook de mogelijkheid van ideal betaling, waardoor facturen direct kunnen worden betaald. Bij facturering via WIS collect wordt er pas een vordering opgenomen op het moment dat de leerling of ouder de keuze maakt de bijdrage te gaan betalen. De vordering op overige overheden is hoger omdat er voor nieuwe projecten van TerraStart meer is gefactureerd. De overige vorderingen betreffen vorderingen op personeel. De overlopende activa bestaat uit vooruitbetaalde kosten en overige vorderingen. Er is per ultimo sprake van meer vooruitbetaalde kosten. Facturen die o.a. betrekking hebben op de huur gebouwen van januari, schoolreizen in 2017 en licentiekosten voor 2017 zijn eerder ontvangen en dus ook eerder betaald. De overige overlopende activa heeft betrekking op de balanspositie van het derivaat dat door Terra is afgesloten. Van deze positie valt jaarlijks een bedrag vrij tot het einde van de looptijd. De voorziening voor oninbaarheid is toegenomen ten opzichte van De voorziening wordt bepaald op basis van de facturen die zijn ondergebracht bij een incassobureau. Het incassobureau heeft in voor Terra geïnd en er is in voor aan vorderingen afgeboekt ( ). Om de voorziening weer op het niveau van de vermoedelijk oninbare facturen te brengen was een dotatie nodig van Deze dotatie is lager dan in 2015 ( ). 77

78 1.7 Liquide middelen Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen Liquide middelen Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2.1 Eigen vermogen Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per 1 januari 31 december Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Eigen vermogen Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Terra' Bestemmingsreserves 'Tractorsimulatie' Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve 'Stichting AOC Terra' Bestemmingsreserve (privaat) Bestemming van het exploitatiesaldo Statutaire winstbestemming: In de statuten van de stichting is geen artikel opgenomen aangaande de winstbestemming. Bestemming exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo van is, conform het besluit van het College van Bestuur, van verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. 1 januari 1 januari 2015 Onttrekking Algemene Reserve Dotatie Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig AOC Terra' (publiek) Onttrekking Bestemmingsreserves 'AOC Terra' (privaat) Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op 37,1 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van 31,8 miljoen en bestemmingsreserves van tezamen 5,3 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de algemene reserve als publiek vermogen wordt aangemerkt. De bestemmingsreserves behoren voor een bedrag van 4,3 miljoen tot het publiek vermogen en voor een bedrag van 0,97 miljoen tot het privaat vermogen. De resultaten van TerraNext Markt en TerraStart worden ten laste of ten gunste van het privaat vermogen gebracht. Terra heeft in TerraRijschool BV opgericht. Bij TerraRijschool zijn de rijlessen voor het behalen van een tractorrijbewijs ondergebracht. In zijn de activiteiten opgestart en is sprake van aanloopkosten. Ook is er in alleen nog sprake van rijlessen op een tractor. Zodra echter de tractorsimulator gereed is, worden de rijlessen in de simulator en op de tractor gecombineerd. In is sprake van een negatief resultaat van Dit resultaat is ten laste van het privaat vermogen gebracht. Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. De publieke bestemmingsreserve Toekomstbestendig Terra is gevormd omdat Terra in de komende jaren te maken krijgt met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen. De publieke bestemmingsreserve Tractorsimulatie is gevormd voor het ontwikkelen van een mobiele tractorsimulator waarmee lessen kunnen worden verzorgd gericht op het behalen van het nieuw in te voeren T-rijbewijs. 78

79 Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Terra heeft op grond hiervan een private bestemmingsreserve gevormd ten laste van de Algemene Reserve. De private Bestemmingsreserve Stichting AOC Terra is ontstaan nadat onderwijsinstellingen, met ingang van 1994, een jaarrekening dienden op te stellen waarin alle baten en lasten werden verantwoord. Tot en met 1993 was uitsluitend sprake van een verantwoording van de ontvangen en bestede rijkssubsidie. Als gevolg hiervan zijn de vermogens van de diverse vestigingen, tot en met 1993 ontstaan uit private activiteiten, ingebrachte in het vermogen van Terra. Indien private activiteiten van Terra, nu en in de toekomst, leiden tot een verlies, dan wordt dat verlies ten laste van deze private bestemmingsreserve gebracht en niet ten laste van het publieke vermogen. 2.2 Voorzieningen Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per Kortlopende Langlopende 1 januari 31 december deel < 1 jaar deel > 1 jaar Personeelsvoorzieningen - Wachtgeld Langdurig zieken Seniorenverlof Ambtsjubilea Voorzieningen De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen per individuele (voormalige) medewerker. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,356% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo. De voorziening langdurig zieken is voor bestaande verplichtingen tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend, geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden ter verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Het bedrag van de dotatie heeft betrekking op nieuwe verplichtingen. De vrijval is ontstaan door een iets te hoog opgenomen bedrag in het tweede kwartaal. De voorziening seniorenverlof is een voorziening voor de verplichting voor nog op te nemen verlof die ontstaat bij toekomstige deelname van medewerkers aan deze regeling en de verplichting aan huidige deelnemers aan de regeling voor de komende vijf jaar. Deze voorziening is alleen opgenomen voor medewerkers die niet onder de overgangsregelingen vallen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de gemiddelde verplichtingen in de afgelopen vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. 2.3 Langlopende schulden Aflossings- Stand per Aangegane verplichting Stand per Looptijd Looptijd Rente 1 januari leningen december > 1 jaar > 5 jaar voet % ABN-AMRO Bank N.V variabel ING Bank N.V , Kredietinstellingen Langlopende schulden Het verloopoverzicht toont het verloop van het langlopende deel van de leningen. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Lening 1 is een lening op roll-over basis van met een looptijd van 20 jaren. Per 1 november 2005 is van deze lening een bedrag van opgenomen en per 1 december 2009 het restant van De rente is gebaseerd op één-maands Euribor vermeerderd met een opslag van 0,55% en wordt berekend over het opgenomen bedrag. Het renterisico voor lening 1 is middels een renteswap afgedekt vanaf 1 november 2005 tot 2 november 2020 op het niveau van 3,90%. Met betrekking tot lening 1 zijn de volgende zakelijke zekerheidstellingen verstrekt:. Eerste recht van hypotheek op de onroerende zaken in eigendom bij Terra, met uitzondering van de onroerende zaken die bij lening 3 in hypotheek zijn gegeven;. Eerste pandrecht op alle zaken, waardepapieren en effecten die de financier, of een derde voor haar uit welken hoofde ook, van of voor Terra onder zich heeft of krijgt, aandelen in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer die de financier onder haar beheer heeft of krijgt, en alle bestaande en toekomstige vorderingen van Terra op de financier uit welke hoofde ook.. Een negatieve verklaring met belofte betreffende de activa van Terra welke niet zonder voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de financier geheel of gedeeltelijk mogen worden vervreemd, ten behoeve van derden belast, noch het aangaan van een verbintenis jegens derden tot vervreemden of belasten. Lening 2 is een rentevastlening voor een bedrag van 6,0 miljoen met een vaste rente van 2,00% per jaar. Deze rentevastlening loopt tot uiterlijk 1 april De rentevastperiode bedraagt 60 maanden. Voor deze lening zijn de volgende zekerheden verstrekt:. Recht van eerste hypotheek voor de hoofdsom, vermeerderd met 40% voor rente en kosten, op de onroerend zaken in eigendom bij Terra, met uitzondering van de onroerende zaken die bij lening 1 in hypotheek zijn gegeven;. Verstrekking tot zekerheid van het pandrecht op de roerende zaken die behoren tot de in onderpand gegeven onroerende zaken;. Afgifte van een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring. 79

80 In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar. Deze lening is ultimo nog niet opgenomen. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is voor 16,2 miljoen een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen die gedurende de looptijd minder wordt, waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen maar is ultimo 6,7 miljoen. 2.4 Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren OCW/EZ Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet-geoormerkt Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige Overlopende passiva De kortlopende schulden zijn ten opzichte van ultimo 2015 toegenomen met 1,2 miljoen. Het crediteurensaldo is lager dan per ultimo Het saldo is echter afhankelijk van het moment van factureren en betalen en verschilt per jaar. Ultimo 2015 was sprake van een aantal projectafrekeningen met deelnemende onderwijsinstellingen. De schulden aan groepsmaatschappijen zijn hoger dan ultimo Het gaat hierbij om saldering van vorderingen en schulden van de verschillende stichtingen die vallen onder Onderwijsgroep Noord. Dit verschilt per jaar (zie ook paragraaf 1.5.3) De belastingen en sociale premies en schulden terzake van pensioenen zijn zijn nagenoeg gelijk aan ultimo vorig jaar. De overlopende passiva zijn toegenomen met bijna 1,6 miljoen per ultimo. De vooruitontvangen subsidies van OCW/EZ zijn toegenomen met ruim 1,2 miljoen. De geoormerkte subsidies zijn nagenoeg gelijk gebleven, maar de niet-geoormerkte subsidies zijn toegenomen. De toename bestaat voornamelijk uit subsidies voor de kwaliteitsafspraken (prestatiedeel en studiewaarde) en een nieuwe subsidie uit de Regionale Investerings Fondsen. Met de besteding van deze subsidies moet nog een start worden gemaakt. Tevens zijn er minder middelen uit projectsubsidies ingezet in. Dit laatste wil niet zeggen dat de projecten niet zijn uitgevoerd, maar dat kosten voor eigen rekening zijn genomen. Het bedrag van de vooruitontvangen termijnen is ultimo hoger dan ultimo De oorzaak hiervan is de mogelijkheid om de vrijwillige bijdrage voor de leerlingdevices in één keer te betalen in plaats van in vier termijnen. Van het ontvangen bedrag wordt jaarlijks een vierde deel ten gunste van het resultaat geboekt. Daarnaast is het bedrag aan voorgefactureerde schoolreizen hoger dan vorig jaar. De overige overlopende passiva zijn toegenomen met 0,2 miljoen ten opzichte van ultimo De overige overlopende passiva bestaan o.a. uit bijdragen van derden voor projecten 0,49 miljoen (2015 0,53 miljoen) en bijdragen van de samenwerkingsverbanden 1,05 miljoen (2015 0,78 miljoen), waarvan de besteding over een langere periode plaatsvind. Tevens is hierin een bedrag voor de ineffectiviteit van de renteswap van 0,56 miljoen (2015: 0,59) opgenomen. De ineffectiviteit wordt jaarlijks berekend op basis van een opgave van de ABN AMRO Bank. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar. Financiële instrumenten Algemeen Terra maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die Terra blootstellen aan markt- en/of kredietrisico s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Terra handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan Terra verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. 80

81 Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Terra heeft bij de ABN AMRO Bank een langlopende schuld van 16,2 miljoen met een variabele rente die afhankelijk is van de 1-maands Euribor. Om het renterisico te beperken is een renteswap afgesloten met een initiële onderliggende waarde van 16,2 miljoen die gedurende de looptijd minder wordt., waardoor Terra over de totale lening een vast rentepercentage betaald. De hoofdsom van de langlopende schuld was aanvankelijk 16,2 miljoen maar is ultimo 6,7 miljoen. Terra heeft bij de ING Bank een langlopende lening van 6,0 miljoen met een vaste rente van 2,00% per jaar. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaren waarvan de rentevaste periode 5 jaren bedraagt. De hoofdsom van deze langlopende schuld was aanvankelijk 6,0 miljoen, maar is ultimo 5,5 miljoen. In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Deze lening is ultimo nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). Terra maakt gebruik van renteswaps om de renterisico s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen. Doordat kostprijshedge-accounting wordt toegepast en het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, dient de cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, als overlopende post in de balans opgenomen te worden, totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-enverliesrekening. Indien afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor hedge accounting, maar het financiële instrument niet wordt verkocht, wordt ook de hedge accounting beëindigd. Dan dient het financiële instrument tegen kostprijs of lagere marktwaarde te worden verwerkt. Terra documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Lening ABN AMRO Bank 20-jarige roll-over lening ad 16,20 miljoen Stand van de lening per 31 december is 6,7 miljoen De einddatum van de lening is 2 november 2025 Rente op basis van 1-maands Euribor met een opslag van 0,55 Swap 15-jarige rente swap ad 16,20 miljoen Stand van de swap per 31 december is 7,4 miljoen De actuele waarde van de swap bedroeg per ,22 miljoen negatief De actuele waarde van de swap bedraagt per ,97 miljoen negatief De einddatum van de swap is 1 november 2020 Vaste rente van 3,9% per jaar Verwacht wordt dat de swap per balansdatum tot het einde van de looptijd, naar beste inschatting, niet effectief zal zijn. De huidige ineffectieve swap is gewaardeerd als kortlopende schuld op basis van de huidige waarde van de swap en daarmee beste inschatting van management per ultimo verslagjaar. Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in De hedge-relatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. Het verschil in waarde van deze ineffectiviteit tussen ultimo 2015 en ultimo wordt meegenomen als last in de exploitatie.in is sprake van een negatieve aanpassing van Het afsluiten van de nieuwe swap in 2008 kende een effect van , welke gedurende de resterende looptijd wordt gealloceerd naar de Staat van baten en lasten. Voor gaat het om een vrijval van Leningen ING Bank 10-jarige rentevastlening ad 6,0 miljoen. De rentevastperiode bedraagt 60 maanden. Stand van de lening per 31 december is 5,5 miljoen De einddatum van de lening is 1 april 2025 Vaste rente van 2,0% per jaar Roll-over lening ad 8,0 miljoen De einddatum van de lening is 1 januari 2018 Deze lening is ultimo nog niet opgenomen Rente op basis van 3-maands Euribor met een opslag van 1,30% Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). Liquiditeitsrisico Terra bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor Terra steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. 81

82 G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13,lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Omschrijving Toewijzing Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden Kenmerk Datum de toewijzing t/m in t/m ultimo Landelijke agenda en authentiek Landelijke agenda en authentiek onderwijs (MIP) Subsidie Zij-instroom Subsidie Zij-instroom Studieverlof BVE Studieverlof BVE Studieverlof BVE Studieverlof BVE Studieverlof BVE Studieverlof VO Studieverlof VO Totaal Als in de kolom 'saldo nog te besteden ultimo ' nog een saldo, anders dan '0' staat aangegeven, is de prestatie conform de subsidiebeschikking nog niet geheel uitgevoerd of afgerond. G2 G2-A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving Toewijzing Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Te verrekenen Kenmerk Datum de toewijzing 1-1- t/m in t/m ultimo Schoolmaatschappelijk werk Totaal G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving Toewijzing Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden Kenmerk Datum de toewijzing 1-1- t/m in t/m ultimo Schoolmaatschappelijk werk MBO RIF DCO Food Focus Overgangsbekostiging LGF Groene tractor simulatie Regionaal investeringsfonds MBO Regionaal investeringsfonds MBO RIF Totaal G3 Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving Toewijzing Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden Kenmerk Datum de toewijzing 1-1- t/m in t/m ultimo Inh. cursusgeld MBO Overgangsbekostiging MBO Rijksbijdrage MBO Rijksbijdrage VMBO Wachtgeld Prestatiebox VSV MBO vast Prestatiebox VSV MBO variabel Prestatiebox VSV MBO vast Prestatiebox VSV MBO variabel Prestatiebox VSV MBO vast School EX Nieuwkomers VO

83 G3 Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI JAARVERSLAG (vervolg) Omschrijving Toewijzing Bedrag van Saldo Ontvangen Lasten Totale kosten Saldo nog te besteden Kenmerk Datum de toewijzing 1-1- t/m in t/m ultimo Maatwerkbekostiging BEK-BPR Maatwerkbekostiging BEK-BPR Maatwerkbekostiging BEK-BPR Aanvullende bekostiging na- en bijscholing Voorziening leermiddelen minimagazinnen Prestatiesubsidie VSV VO variabel Prestatiesubsidie VSV VO vast Prestatiesubsidie VSV VO variabel Prestatiesubsidie VSV VO vast Prestatiesubsidie VSV VO variabel Prestatiebox VO Kwaliteitsafspraken MBO Kwaliteitsafspraken MBO Kwaliteitsafspraken MBO Kwaliteitsafspraken Excellentie Kwaliteitsafspraken Excellentie Totaal

84 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen bedraagt De huurverplichtingen met een looptijd van één tot vier jaar bedragen (< jaar ; 2-5 jaar ). De huurverrplichtingen met een looptijd van één tot vijf jaarbedragen (huur van de multifunctionals; zie onderstaande tabel Konica Minolta). Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo belopen de geldelijke verplichtingen Dit bedrag heeft betrekking op inventaris en apparatuur , ICT apparatuur en verbouwingskosten Terra heeft een perceel grond in Meppel verkocht aan een projectontwikkelaar. De verkoopprijs, alsmede de datum van feitelijke levering, zijn afhankelijk van de planologische mogelijkheden en de beschikbaarheid van een bouwvergunning voor de betreffende projectontwikkelaar. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken, kantoorartikelen, computerapparatuur, multifunctionals en uitzendkrachten. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te Europese boven gaan. aanbestedingen Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen: Contractant Goed of dienst Einddatum contract Totale Verplichting Verplichting Verplichting verplichting < 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar Scholten Awater Computers 1 maart 2019 P.M. P.M. P.M. 0 Maetis Arbo diensten 31 december 2017 P.M. P.M. P.M. Iddink Schoolboeken 1 april 2019 P.M. P.M. P.M. 0 E.ON via Hellemans Co Elektriciteit 1 januari 2017 P.M. P.M. P.M. 0 Eneco via Hellemans CoGas 1 januari 2017 P.M. P.M. P.M. 0 USG People Inhuur uitzendkrachten 31 juli 2018 P.M. P.M. P.M. 0 Deli XL Kantine inkopen 1 oktober 2017 P.M. P.M. P.M. 0 Staples Kantoorartikelen 1 april 2017 P.M. P.M. P.M. 0 NNRD Afval en reiningdiensten 31 januari 2022 P.M. P.M. P.M. 0 Konica Minolta Multifunctionals 1 februari Axians Draadloos netwerk 1 april Groot Haar + Orth Reclame-activiteiten 1 april 2017 P.M. P.M. P.M. 0 Asito Schoonmaak 30 april 2026 P.M. P.M. P.M. 0 Amlin + Raetshagen Verzekeringen gebouwen 31 december 2017 P.M. P.M. P.M. 0 Tractorsimulator 4 tractorsimulatoren 31 oktober Tractorsimulator onderh dienst 1 januari Daar waar P.M. is opgenomen betreft het in alle gevallen raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan. Konica Minolta heeft de huur van de multifunctionals die de stichtingen moeten betalen voor 4 jaar bij een lease maatschapppij ondergebracht. Onderwijsgroep Noord is zelf als stichting niet aanbestedingsplichtig en lift mee op de aanbestedingen van AOC Terra, Dollard College en rsg de Borgen. Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar of ander relevant jaar. Garanties Stichting AOC Terra heeft een verplichting jegens het Waarborgfonds BVE waarbij sprake is van een latente claim van 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage. In het geval het Waarborgfonds BVE niet aan haar verplichtingen kan voldoen, kan de Stichting AOC Terra worden aangesproken tot het maximum van deze claim. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting AOC Terra hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Gerechtelijke procedures Er is bij Terra sprake van twee geschillen met medewerkers. In beide geschillen is geen sprake van een rechtzaak. In één geschil is sprake van onderhandelingen tussen advocaten over een vaststellingsovereenkomst. Hierbij gaat het op dit moment om een bedrag van Er is nog geen overeenstemming en er is nog geen vaststellingsovereenkomst getekend. Bij het tweede geschil is het nog niet tot onderhandeling gekomen. In dit geval is er dus nog geen bedrag te bepalen. Vordering op het Ministerie van Economische Zaken Terra heeft een vordering van op het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wegens in mei 1992 betaald vakantiegeld over de maanden juni en juli 1991 en de in 1996 betaalde IZK/IBIZA april tot en met december

85 De vordering op het Ministerie van Economische Zaken betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering wordt verrekend indien Stichting AOC Terra ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activum. Kredietfaciliteit Terra heeft de beschikking over een krediet in rekening-courant bij de bank tot een bedrag van Van deze kredietfaciliteit was ultimo geen gebruik gemaakt. De hiervoor verstrekte zekerheden zijn vermeld bij de toelichting behorende bij de balans onder de langlopende schulden. In 2015 is bij de ING Bank een lening op roll-over basis van afgesloten ten behoeve van de voorgenomen nieuwbouw in Emmen. Deze lening heeft een looptijd tot uiterlijk 1 januari 2018 en de rente is gebaseerd op het 3-maands EURIBOR tarief met een opslag van 1,3% per jaar. De rente wordt berekend over het opgenomen bedrag. Deze lening is ultimo nog niet opgenomen. Over het niet opgenomen bedrag wordt een bereidstellingsprovisie in rekening gebracht van 0,1% per kwartaal (0,4% per jaar). Fiscale eenheid Stichting AOC Terra vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Op grond van de Invorderingswet zijn de individuele stichtingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde belasting. Regeling Duurzame Inzetbaarheid De regeling duurzame inzetbaarheid is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen afspraken te maken die hen helpen om ook op langere termijn het werk goed, gezond en met plezier te blijven doen. Eigen verantwoordelijkheid en keuze van de werknemer staan daarbij voorop. De werknemer heeft recht op een persoonlijk (basis)budget van 50 uur ten behoeve van zijn duurzame inzetbaarheid. Indien de werknemer gebruik maakt van seniorenverlof dan wel van één van de overgangsregelingen, dan vervalt het recht op het persoonlijk budget. Aangezien deze uren niet kunnen worden gespaard is ultimo boekjaar geen sprake van een saldo te waarderen verlofuren. 85

86 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten 3.1 Rijksbijdragen Begroting Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW/EZ Rijksbijdragen Rijksbijdrage EZ Rijksbijdrage OCW/EZ Geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidies Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies EZ De rijksbijdragen zijn met 1,0 miljoen gestegen ten opzichte van De toename van de Rijksbijdrage EZ bedraagt 0,4 miljoen. De toename bestaat uit een verhoging van de bijdrage per leerling en een toename van het aantal leerlingen (VO +49 en MBO +62; 1 okt 2015 t.o.v. 1 okt 2014). De Overige subsidies EZ zijn toegenomen met 0,6 miljoen. De geoormerkte subsidies zijn per saldo gedaald met 0,1 miljoen als gevolg van het eindigen van een aantal geoormerkte subsidies in Voor 2015 ging het om een bedrag van 1,4 miljoen. Deze daling wordt nagenoeg geheel gecompenseerd door een aantal nieuwe (meerjarige) subsidies in. Besteding van de geoormerkte subsidies vindt plaats op basis van personele inzet en gemaakte kosten. De niet-geoormerkte subsidies zijn toegenomen met 0,6 miljoen. Voor VSV zijn prestatiesubsidies ontvangen, de bijdrage per leerling van de Prestatiebox VO is verhoogd en de rijksbijdrage Kwaliteitsafspraken MBO is toegenomen. Bij de rijksbijdrage Kwaliteitsafspraken is sprake van een aanvullende subsidie en deze wordt op dezelfde wijze ingezet als een geoormerkte subsidie, dat wil zeggen dat besteding plaatsvind op basis van personele inzet en gemaakte kosten. Ten opzichte van de begroting is 2,0 miljoen meer rijksbijdrage ontvangen dan begroot. De rijksbijdrage EZ komt 0,7 miljoen hoger uit dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met een indexering. De indexering komt hoger uit dan was ingeschat. De overige subsidies EZ zijn per saldo 1,3 miljoen hoger dan begroot. De geoormerkte subsidies komen 1,3 miljoen hoger uit door de besteding van de subsidies met betrekking tot de MIP, de tractorsimulator en de RIF Westerkwartier. De niet-geoormerkte subsidies komen 0,3 miljoen hoger uit. Dit komt voornamelijk door de besteding van de bijdrage voor de kwaliteitsafspraken MBO en de ontvangen prestatiesubsidie voor de VSV. In voorgaande jaren werden onder de overige subsidies OCW/EZ de, in het kader van de onderwijsbekostiging, in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies verantwoord die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van wordt deze bate gesaldeerd met de afschrijvingen. De vergelijkende cijfers van 2015 zijn dienovereenkomstig aangepast. 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies Begroting Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige overheidsbijdragen en -subsidies De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn nagenoeg gelijk aan De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn lager dan begroot. In de begroting was rekening gehouden met investeringssubsidies voor. Deze worden vanaf anders verwerkt (zie volgende alinea). In is sprake van een bijdrage voor muziekonderwijs Wolvega en een bijdrage voor een cultuurtraject in Meppel. Met beide bedragen was in de begroting geen rekening gehouden. In voorgaande jaren werden bij de overige overheidsbijdragen en -subsidies de, in het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de huisvesting, in het verleden ontvangen en in het boekjaar vrijgevallen subsidies verantwoord die aangewend zijn voor het doen van investeringen. Met ingang van wordt deze bate gesaldeerd met de afschrijvingen. De vergelijkende cijfers van 2015 zijn dienovereenkomstig aangepast. 86

87 3.3 College-, cursus-, les- en examengelden Begroting Cursusgelden sector BVE College-, cursus-, les- en examengelden De ontvangen cursusgelden worden afgedragen aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Deze afdracht wordt verantwoordt onder de overige lasten. Het gaat hierbij om het wettelijk cursusgeld voor BBL-leerlingen van 18 jaar en ouder. De ontvangsten in zijn lager dan begroot, maar hoger dan in Er zijn in aan 275 studenten facturen gestuurd (2015: 318). Het aantal studenten is lager. Er is echter sprake van meer studenten in niveau 3/4, waardoor de ontvangsten in hoger uitkomen dan in Baten werk in opdracht van derden Begroting Contractonderwijs Baten werk in opdracht van derden De baten uit niet bekostigd onderwijs, uitgevoerd door TerraNext Markt en TerraStart, zijn iets lager dan in 2015, maar wel hoger dan begroot. Eind 2015 is TerraStart begonnen met het op projectbasis aanbieden van contractonderwijs via Gemeenten. Dit is in verder uitgebouwd. Dit heeft (nog) niet de omzet kunnen genereren die is weggevallen door de gewijzigde regelgeving, waardoor de omzet lager uitkomt dan in De omzet is echter wel hoger dan begroot. 3.5 Overige baten Begroting Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige Overige baten In totaal zijn de overige baten in 0,2 miljoen lager dan in De verhuur is hoger dan in 2015 door verhuur van terreinen in Emmen, waarvan in eerdere jaren geen sprake was. De baten voor detachering personeel zijn lager. In 2015 was sprake van tripartite overeenkomsten met RENN4 en de nieuwe Samenwerkingsverbanden. De bijdrage van RENN4 was eenmalig. Het bedrag dat via de Samenwerkingsverbanden wordt ontvangen wordt in de komende jaren afgebouwd. Dit verschilt echter per samenwerkingsverband. De ouderbijdragen zijn lager dan in 2015 en ook lager dan begroot. De vrijwillige (ouder)bijdrage wordt vanaf geïnd via WIS collect. Dit betekent dat het verzoek om een bijdrage digitaal wordt verstuurd en niet meer via een factuur. De opbrengst wordt gerealiseerd op het moment dat de ouders/verzorgers/leerling een keuze van de te betalen bijdrage(n) hebben gemaakt en niet meer op het moment van het aanmaken van de factuur. Daar staat tegenover dat er geen voorziening voor niet betaaalde facturen nodig is voor deze bijdragen. De post overige komt iets hoger uit dan in Dit komt voornamelijk door de opbrengsten van de TerraRijschool in. De bijdrage van de samenwerkingsverbanden ( ) en de kantine opbrengsten ( ) zijn hoger, maar daar staat een lagere bijdrage uit verhuur inventaris ( ) en een aantal overige bijdragen ( ) tegenover. Besteding van de bijdrage van het samenwerkingsverband vindt plaats op basis van personele inzet en gemaakte kosten. De bijdrage van de Samenwerkingsverbanden in het bedrag van de overige opbrengsten bedraagt 0,73 miljoen (2014: 0,65 miljoen). De verhuur inventaris is lager omdat in 2015 de eenmalige betaling van de vrijwillige ouderbijdrage op laptops in zijn geheel ten gunste van het resultaat is geboekt. Vanaf wordt deze bijdrage als een vooruitbetaling opgenomen en wordt er jaarlijks een evenredig bedrag ten gunste van het resultaat geboekt. Ook de leerlingen van het Groene Lyceum zijn de lenovo laptops gaan gebruiken in plaats van een gewone laptop. Dus ook deze bijdrage is lager dan in voorgaand jaar. 87

88 In de overige baten zijn vanaf ook de baten van de TerraRijischool opgemomen. Het gaat hierbij om een bedrag van TerraRijschool BV verzorgt theorie en praktijklessen met betrekking tot het opleiden voor een trekker rijbebewijs (Trijbewijs). Deze activiteiten zijn in het tweede halfjaar van gestart. De opbrengsten betreffen dus een periode van een half jaar. De activeiteiten zijn gestart vooruitlopend op de oprichting van de BV en in die periode ondergebracht bij TerraNext. De opbrengsten zijn echter wel ten gunste van TerraRijschool geboekt. Ten opzichte van de begroting zijn de overige baten 0,5 miljoen hoger. De opbrengst voor verhuur is hoger dan begroot door een huuropbrengst voor terreinen in Emmen. Dit was bij het opmaken van de begroting nog niet bekend. In zijn meer medewerkers gedetacheerd dan waar bij het maken van de begroting rekening is gehouden. De begroting wordt gemaakt op basis van de informatie die bekend is bij het opmaken van de formatiebegroting. Over het algemeen is er sprake van jaar contracten en is pas aan het einde van het schooljaar bekend of deze worden voortgezet. De post overige is hoger dan begroot en dit is voornamelijk het gevolg van een hogere bijdrage van de Samenwerkingsverbanden. De opbrengst wordt geboekt op basis van de benodigde inzet van personeel en eventuele andere kosten die uit deze bijdrage betaald kunnen worden. In zijn meer middelen van de Samenwerkingsverbanden ontvangen dan voorheen. Daardoor kan de inzet ook hoger zijn. In is voor het eerst sprake van baten uit TerraRijschool BV. Het gaat hierbij om een bedrag van In de begroting was hier geen rekening mee gehouden. 4.1 Personeelslasten Begroting Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 2015 Onderwijsgevend personeel 453,1 459,4 Directie en Onderwijsondersteunend personeel 107,6 100,0 Totaal (exclusief inhuur) 560,7 559,4 Er is geen sprake van medewerkers buiten Nederland De personeelslasten zijn gestegen ten opzichte van De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij Terra zijn gestegen met 1,08 miljoen. De stijging is voornamelijk het gevolg van de CAO-verhoging van 3,0% per 1 januari. Daarnaast is er sprake van een kleine stijging van de sociale lasten. De pensioenpremies zijn iets lager dan in In eerste instantie was sprake van een lager premiepercentage, maar per april is de premie weer verhoogd. De overige personele lasten zijn, ten opzichte van 2015, toegenomen met 2,37 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van het opnemen van een voorziening seniorenverlof. De dotaties personele voorzieningen zijn 1,48 miljoen hoger dan in Het totaal van de dotaties personele voorzieningen bestaat uit de volgende bedragen: - dotatie voorziening wachtgeld (2015: ) - dotatie voorziening langdurig zieken (2015: dotatie van en vrijval van ) - dotatie voorziening seniorenverlof (2015: 0) - dotatie voorziening ambtsjubilea (2015: ) 88

89 De kosten van personeel niet in loondienst zijn 0,96 miljoen hoger dan in Hiervan is de bijdrage aan Onderwijsgroep Noord 0,2 miljoen hoger als gevolg van een hogere omzet en de kosten van inhuur van personeel zijn 0,7 miljoen hoger als gevolg van het vervangen van het vaste personeel door externe medewerkers. Het gaat hierbij om vervanging bij ziekte en vast personeel dat is ingezet op projecten. Daarnaast was er op een aantal vestigingen extra ondersteuning nodig in verband met de transitie. Vanaf is de TerraRijschool actief. TerraRijschool heeft zelf geen personeel in dienst. Al het personeel dat nodig is voor de verschillende activiteiten wordt ingehuurd. Voor gaat het om een bedrag van De post overige is iets lager dan in 2015 en is het gevolg van lagere kosten voor woon-werkverkeer en een lagere kosten voor studietoelagen. De personeelslasten zijn 2,78 miljoen hoger dan begroot. De bruto lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij Terra zijn 0,5 miljoen lager dan begroot, omdat een aantal kosten waarmee rekening was gehouden in de begroting niet zijn gemaakt. De sociale lasten zijn hoger dan begroot ( 0,15 miljoen) als gevolg van de stijging van de premiepercentages. Ook de pensioenpremies zijn hoger dan begroot ( 0,1 miljoen). Bij het opmaken van de begroting is rekening gehouden met een verlaging van het premiepercentage. Per 1 april is echter toch weer sprake van een premiestijging. De overige personele lasten zijn 1,9 miljoen hoger dan begroot. De dotaties personele voorzieningen zijn 1,96 miljoen hoger dan begroot. Met betrekking tot de wachtgeldvoorziening zijn meer medewerkers, al dan niet met een regeling, vertrokken. In deze post zijn ook de bedragen voor de WW opgenomen (Terra is eigen risico drager). Bij het opmaken van de begroting is een inschatting gemaakt voor de toename van de voorziening langdurig zieken. Er was echter een hogere dotatie nodig omdat bij een aantal langdurig zieken geen uitkering is toegekend, waardoor er sprake is van een langere ziekteperiode. De voorziening seniorenverlof is in voor het eerst opgenomen op basis van afspraken in de CAO-MBO. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. Het gaat hierbij om toekomstige verplichtingen aan medewerkers. Met betrekking tot de voorziening ambtsjubilea is sprake van meer uitkeringen dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. De bijdrage dienstverlening aan Onderwijsgroep Noord is 0,05 miljoen hoger dan begroot. Dit als gevolg van een hogere omzet dan waar bij de opstelling van de begroting rekening is gehouden. De kosten voor inhuur van personeel zijn hoger dan begroot ( 1,15 miljoen). De vervanging wegens ziekte en medewerkers die op projecten worden ingezet zijn vervangen door tijdelijk personeel, veelal uitzendkrachten. Ook is er in sprake van een aantal interim medewerkers omdat door wijzigingen in de organisatie op sommige plaatsen extra inzet nodig was. Voor de activteiten van TerraRijschool is ook personeel ingehuurd. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer Deze kosten waren niet in de begroting opgenomen. De post overige is nagenoeg gelijk aan de begroting. Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om financiële buffers te hebben: extra geld voor tijden dat het financieel slechter gaat. De pensioenregels schrijven voor dat de beleidsdekkingsgraad van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) 128% moet zijn. Daarnaast is ook wettelijk bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet langer dan vijf jaren onder de 104,2% mag liggen. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend uit de dekkingsgraden, de verhouding tussen de bezittingen en verplichtingen, in een periode van twaalf maanden. Ultimo bedroeg de beleidsdekkingsgraad van het ABP 96,6%. Wet Normering Topinkomens De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten. 4.2 Afschrijvingen Begroting Materiële vaste activa Toerekening investeringssubsidies Waardeverminderingen materiële vaste activa Afschrijvingen De afschrijving op de materiële vaste activa is 0,05 miljoen hoger dan in Dit komt voornamelijk door hogere afschrijvingen op gebouwen. In is sprake van een extra afschrijvingslast voor de gebouwen in Olderkerk. Als gevolg van een update in de administratiesotware, enige jaren geleden, zijn de gegevens van de gebouwen Oldekerk niet correct overgezet. Hierdoor is er in voorgaande jaren te weinig afgeschreven en is het saldo, bij de afloop van de levensduur, in in één keer ten laste van het resultaat gekomen. Daarnaast is er in de afgelopen jaren minder geïnvesteerd in verbouwingen in Emmen vanwege de geplande nieuwbouw daar. Ook op de overige vestigingen sprake van lagere investeringen omdat wordt gewacht op de resultaten van de nul-meting en het strategisch huisvestigingsplan. 89

90 De afschrijvingen zijn 0,2 miljoen lager dan begroot door aanpassing van de afschrijvingstermijnen van de gebouwen in Emmen. De geplande nieuwbouw wordt later in gebruik genomen. Ook zijn investeringen later gedaan dan waar vooraf rekening mee is gehouden. Ook met de extra afschrijvingskosten van Oldekerk was geen rekening gehouden. De in het boekjaar vrijgevallen investeringssubsidies die betrekking hebben op een deel van de afschrijvingslasten werden in voorgaande jaren verantwoord bij de Overige subsidies OCW/EZ en de Overige overheidsbijdragen en -subsidies. Vanaf worden deze baten gesaldeerd met de afschrijvingen. De vrijval is aangepast voor zover deze betrekking hebben op de gebouwen in Emmen. Deze aanpassing is gedaan omdat de ingebruikname van de nieuwbouw is later wordt dan verwacht. Ten laste van het resultaat van het boekjaar is een bijzondere waardevermindering gebracht van 2,0 miljoen. Dit houdt verband met een nieuw uitgevoerde taxatie van de grondpositie te Emmen. Zie voor nadere duiding eveneens de toelichting bij gebouwen en terreinen van de materiele vaste activa in paragraaf Huisvestingslasten Begroting Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Huisvestingslasten De huisvestigingslasten zijn nagenoeg gelijk aan 2015 De kosten voor huur zijn hoger door verhoging van de huurprijzen. Er is geen sprake van wijzigingen in gehuurde locaties. De kosten van verzekeringen zijn iets lager in vergelijking met De kosten van onderhoud zijn iets lager doordat er minder kosten zijn gemaakt voor zowel groot onderhoud als klein onderhoud van de gebouwen en de onderhoudsabonnementen. In 2015 was sprake van extra terreinonderhoud. De kosten van energie en water zijn hoger dan in Zowel de kosten voor gas als de kosten voor elektra zijn toegenomen. Er is sprake van bijbetaling bij de afrekeningen en hogere voorschotbedragen. De kosten voor water zijn daarentegen afgenomen. Hier is sprake van restituties bij afrekening en lagere voorschotbedragen. De schoonmaakkosten zijn afgenomen ten opzichte van Dit is het gevolg van nieuwe contracten voor zowel de schoonmaak als de afvalverwerking. De heffingen zijn nagenoeg gelijk aan 2015 en bestaan voornamelijk uit kosten van de OZB, rioolheffing en de Zuiveringsheffing. De huisvestingslasten zijn iets hoger ( 0,08 miljoen) dan het bedrag dat is begroot. De kosten voor huur zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. De kosten van verzekeringen zijn lager dan begroot, omdat in de begroting ook rekening was gehouden met taxatiekosten. Er zijn echter geen taxaties geweest in De kosten van onderhoud zijn hoger dan begroot. Omdat de nieuwbouw aan de Langgrafweg in Emmen op die lokatie niet doorgaat, zijn de voorbereidingskosten die tot nu toe zijn gemaakt in ten laste van het resultaat gebracht. Het gaat hierbij om een bedrag van De kosten voor energie en water zijn lager dan begroot. Er is sprake van lager verbruik, dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. De schoonmaakkosten zijn lager dan begroot. Voor zowel de schoonmaak als de afvalverwerking zijn nieuwe contracten afgesloten, waardoor de kosten lager uitkomen. De heffingen zijn lager dan begroot. Bij het opmaken van de begroting zijn stijging van de kosten van de OZB, rioolheffing, de zuiveringsheffing, etc te hoog ingeschat. 4.4 Overige lasten Begroting Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten

91 De overige lasten zijn met 0,7 miljoen gestegen ten opzichte van De adminstratie- en beheerslasten zijn 0,2 miljoen lager dan in In 2015 is een nieuwe huisstijl ingevoerd en dit heeft in 2015 extra kosten met zich meegebracht. Daarnaast zijn de kosten voor informaticavoorzieningen lager. De kopieerkosten, kosten externe adviseurs en kosten transitie zijn hoger dan in Ook is sprake van extra kosten door de activiteiten van TerraRijschool BV, die in 2015 nog niet bestond. Het gaat hierbij om een bedrag van ongeveer De kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn 0,9 miljoen hoger dan in Er is in sprake van hogere kosten voor onderwijskundige projecten. Deze onderwijskundige projecten worden bekostigd uit de ontvangen projectsubsidies. Tegenover de kosten staat een zelfde bedrag aan opbrengsten die zijn opgenomen bij de baten. De kosten voor praktijkleren zijn veel lager. Door het stoppen van de bekostiging voor praktijkleren zijn de kosten hiervoor beperkt tot het hoogst noodzakelijke. De kosten van de TerraRijschool, die in deze post zijn opgenomen, bedragen Dit bedrag bestaat uit huur ( ), onderhoud ( 6.253) en brandstof ( 6.990) voor de trekkers en kippers, kosten van examens ( ), boeken t.b.v. theorie- en praktijklessen ( 3.135) en overig lesmateriaal ( 2.501). De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op debiteuren. De dotatie is lager omdat de vrijwillige (ouder)bijdrage in via WIS collect wordt geïnd en niet meer aan alle ouders wordt gefactureerd. In 2015 zijn een groot aantal oude vorderingen alsnog afgeboekt omdat deze oninbaar werden geacht. Na bepaling van de vermoedelijk oninbare vorderingen op debiteuren, was een lager bedrag nodig om de voorziening weer op peil te brengen. De post overige is iets hoger dan in Het betreft hier de inkoopkosten van de kantine. Hier staan echter ook opbrengsten tegenover. De overige lasten zijn 1,8 miljoen hoger dan begroot. Een deel van deze hogere lasten, ongeveer 0,07 miljioen, is het gevolg van de activiteiten uit de nieuw opgerichte TerraRijschool BV. Hier is in de begroting geen rekening mee gehouden. De administratie- en beheerslasten zijn 0,13 miljoen lager dan begroot. Er is sprake van hogere kosten voor drukwerk en formulieren, kopiëren, abonnementen, contributies, informaticavoorzieningen, portokosten, verzekeringen, PR- activiteiten, representatiekosten, vergaderkosten, accountantskosten, juridische ondersteuning, kosten externe adviseurs en reis- en verblijfkosten. Daarnaast zijn minder kosten gemaakt voor telecommunicatie, personeelsvoorziening, Arbo, toelatingsonderzoeken en bij-,her- en nascholing. De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn 1,82 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de kosten voor onderwijskundige projecten. Deze zijn 1,59 miljoen hoger dan begoot. Bij het project voor de tractorsimulator is sprake van hogere externe kosten dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. Daarnaast is er sprake van hogere kosten voor de aanschaf van klein inventaris, van onderhoud van inventaris, van onderhoud en brandstof van vervoermiddelen. Ook de kosten van leermiddelen en lesmaterialen zijn hoger dan begroot. Daarentegen zijn de kosten van boeken, praktijkleren, uitbesteding onderwijs, onderwijsinnovatie en waardevermindering leermiddelen lager dan begroot. De dotatie overige voorzieningen is hoger dan begroot. Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van een lagere dotatie omdat de vrijwillige bijdrage via WIS collect wordt geïnd. Er zijn echter meer facturen naar het incassobureau gegaan dan verwacht, waardoor een hogere dotatie nodig is om de voorziening weer op peil te brengen. Accountant Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Honorarium overige controles Honorarium fiscale adviezen Honorarium overige dienstverlening Accountantslasten Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de stichting en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort. Deze honoraria hebben betrekking op het onderzoek van de jaarrekening over het boekjaar, ongeacht of de werkzaamheden reeds gedurende het boekjaar zijn verricht. Het honorarium dienstverlening heeft betrekking op advies dat is gevraagd met betrekking tot de nieuwbouw in Emmen en externe projecten. 5 Financiële baten en lasten Begroting Rentebaten Rentelasten Ineffectiviteit derivaten Financiële baten en lasten

92 De rentebaten zijn lager dan in Er is sprake van een toename van de voorraad liquide middelen, maar door een lagere (en in sommige gevallen geen) rentevergoeding komen de rentebaten lager uit. De rentebaten zijn ook lager dan begroot omdat de renteverlaging groter is dan waarmee bij het opstellen van de begroting rekening is gehouden. De leningen nemen jaarlijks af met het bedrag van de aflossing; de rentelasten nemen daardoor ook af. Er is in geen sprake van nieuwe (opgenomen) leningen. Bij de huidige lening van de ABN AMRO Bank is het risico van rentestijging middels een renteswap afgedekt tot het jaar De rente is gebaseerd op basis van 1-maands Euribor. De rentelasten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. Terra heeft in 2005 gekozen om het risico van een rentestijging af te dekken door middel van een renteswap. Het verschil tussen de lening en de swap is ontstaan door een extra aflossing op de lening in De hedgerelatie is voor een deel ineffectief als gevolg van de over-hedging die hierdoor is ontstaan. De waarde van deze ineffectiviteit wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld. De last van de ineffectiviteit voor bedraagt nog geen Als gevolg van een nieuwe berekeningswijze was de last van de ineffectiviteit van de renteswap in 2015 hoger. De nieuwe berekeningswijze doet meer recht aan de werkelijke waarde van de ineffectiviteit in relatie tot de resterende looptijd van de renteswap. Voor de ineffectiviteit wordt geen bedrag in de begroting opgenomen. 92

93 ENKELVOUDIGE JAARREKENING JAARVERSLAG Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten Verbonden partijen WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 93

94 Balans per 31 december (na resultaatbestemming) Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4 Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva

95 Staat van baten en lasten over Begroting Baten 3.1 Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Lasten 4.1 Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Netto resultaat

96 Toelichting op de balans 1.3 Financiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Desinvesteringen Resultaat Boekwaarde 1 januari en verstrekte en afgeloste deelnemingen 31 december leningen leningen Andere deelnemingen Financiële vaste activa In heeft Terra de TerraRijschool BV opgericht. In deze BV zijn de activiteiten ondergebracht met betrekking tot het trekkerrijbewijs. 1.5 Vorderingen Debiteuren OCW/EZ Groepsmaatschappijen Andere deelnemingen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen Personeel Overige vorderingen Vooruitbetaalde kosten Verstrekte voorschotten Overige Overlopende activa Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. De vorderingen zijn per ulitimo 0,4 miljoen lager dan per ultimo De hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Het debiteurensaldo is lager omdat vorderingen op Samenwerkingsverbanden, die per periode worden betaald maar waarvan de totale vordering is opgenomen, zijn gesaldeerd met de overige overlopende passiva. De vordering van 2015 op het Ministerie van Economische Zaken is afgewikkeld. De vordering op groepsmaatschappijen is lager dan in Het gaat hierbij om saldering van vorderingen en schulden van de verschillende stichtingen die vallen onder Onderwijsgroep Noord. Dit verschilt per jaar (zie ook paragraaf 2.4.5). De vordering op een deelneming betreft een vordering op de TerraRijschool BV. De vordering op Studenten/deelnemers/cursisten is lager omdat de facturering via WIS collect wordt gedaan. Hierbij is ook de mogelijkheid van ideal betaling, waardoor facturen direct kunnen worden betaald. Bij facturering via WIS collect wordt er pas een vordering opgenomen op het moment dat de leerling of ouder de keuze maakt de bijdrage te gaan betalen. De vordering op overige overheden is hoger omdat er voor nieuwe projecten van TerraStart meer is gefactureerd. De overige vorderingen betreffen vorderingen op personeel. De overlopende activa bestaat uit vooruitbetaalde kosten en overige vorderingen. Er is per ultimo sprake van meer vooruitbetaalde kosten. Facturen die o.a. betrekking hebben op de huur gebouwen van januari, schoolreizen in 2017 en licentiekosten voor 2017 zijn eerder ontvangen en dus ook eerder betaald. De overige overlopende activa heeft betrekking op de balanspositie van het derivaat dat door Terra is afgesloten. Van deze positie valt jaarlijks een bedrag vrij tot het einde van de looptijd. De voorziening voor oninbaarheid is toegenomen ten opzichte van De voorziening wordt bepaald op basis van de facturen die zijn ondergebracht bij een incassobureau. Het incassobureau heeft in voor Terra geïnd en er is in voor aan vorderingen afgeboekt ( ). Om de voorziening weer op het niveau van de vermoedelijk oninbare facturen te brengen was een dotatie nodig van Deze dotatie is lager dan in 2015 ( ). 96

97 1.7 Liquide middelen Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen Liquide middelen Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2.1 Eigen vermogen Saldo Resultaat Overige mutaties Stand per 1 januari 31 december Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve (privaat) Eigen vermogen Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Terra' Bestemmingsreserves 'Tractorsimulatie' Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve 'Stichting AOC Terra' Bestemmingsreserve (privaat) Bestemming van het exploitatiesaldo Statutaire winstbestemming: In de statuten van de stichting is geen artikel opgenomen aangaande de winstbestemming. Bestemming exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo van is, conform het besluit van het College van Bestuur, van verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per verwerkt Onttrekking Algemene Reserve Dotatie Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig AOC Terra' (publiek) Onttrekking Bestemmingsreserves 'AOC Terra' (privaat) Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op 37,1 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van 31,8 miljoen en bestemmingsreserves van tezamen 5,3 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de algemene reserve als publiek vermogen wordt aangemerkt. De bestemmingsreserves behoren voor een bedrag van 4,3 miljoen tot het publiek vermogen en voor een bedrag van 1,02 miljoen tot het privaat vermogen. De resultaten van TerraNext Markt en TerraStart worden ten laste of ten gunste van het privaat vermogen gebracht. Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. De publieke bestemmingsreserve Toekomstbestendig Terra is gevormd omdat Terra in de komende jaren te maken krijgt met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen. De publieke bestemmingsreserve Tractorsimulatie is gevormd voor het ontwikkelen van een mobiele tractorsimulator waarmee lessen kunnen worden verzorgd gericht op het behalen van het nieuw in te voeren T-rijbewijs. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Terra heeft op grond hiervan een private bestemmingsreserve gevormd ten laste van de Algemene Reserve. De private Bestemmingsreserve Stichting AOC Terra is ontstaan nadat onderwijsinstellingen, met ingang van 1994, een jaarrekening dienden op te stellen waarin alle baten en lasten werden verantwoord. Tot en met 1993 was uitsluitend sprake van een verantwoording van de ontvangen en bestede rijkssubsidie. Als gevolg hiervan zijn de vermogens van de diverse vestigingen, tot en met 1993 ontstaan uit private activiteiten, ingebrachte in het vermogen van Terra. Indien private activiteiten van Terra, nu en in de toekomst, leiden tot een verlies, dan wordt dat verlies ten laste van deze private bestemmingsreserve gebracht en niet ten laste van het publieke vermogen. 97

98 2.4 Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren OCW/EZ Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ niet-geoormerkt Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige Overlopende passiva De kortlopende schulden zijn ten opzichte van ultimo 2015 toegenomen met 1,3 miljoen. Het crediteurensaldo is lager dan per ultimo Het saldo is echter afhankelijk van het moment van factureren en betalen en verschilt per jaar. Ultimo 2015 was sprake van een aantal projectafrekeningen met deelnemende onderwijsinstellingen. De schulden aan groepsmaatschappijen zijn hoger dan ultimo Het gaat hierbij om saldering van vorderingen en schulden van de verschillende stichtingen die vallen onder Onderwijsgroep Noord. Dit verschilt per jaar (zie ook paragraaf 1.5.3) De belastingen en sociale premies en schulden terzake van pensioenen zijn zijn nagenoeg gelijk aan ultimo vorig jaar. De overlopende passiva zijn toegenomen met bijna 1,6 miljoen per ultimo. De vooruitontvangen subsidies van OCW/EZ zijn toegenomen met ruim 1,2 miljoen. De geoormerkte subsidies zijn nagenoeg gelijk gebleven, maar de niet-geoormerkte subsidies zijn toegenomen. De toename bestaat voornamelijk uit subsidies voor de kwaliteitsafspraken (prestatiedeel en studiewaarde) en een nieuwe subsidie uit de Regionale Investerings Fondsen. Met de besteding van deze subsidies moet nog een start worden gemaakt. Tevens zijn er minder middelen uit projectsubsidies ingezet in. Dit laatste wil niet zeggen dat de projecten niet zijn uitgevoerd, maar dat kosten voor eigen rekening zijn genomen. Het bedrag van de vooruitontvangen termijnen is ultimo hoger dan ultimo De oorzaak hiervan is de mogelijkheid om de vrijwillige bijdrage voor de leerlingdevices in één keer te betalen in plaats van in vier termijnen. Van het ontvangen bedrag wordt jaarlijks een vierde deel ten gunste van het resultaat geboekt. Daarnaast is het bedrag aan voorgefactureerde schoolreizen hoger dan vorig jaar. De overige overlopende passiva zijn toegenomen met 0,2 miljoen ten opzichte van ultimo De overige overlopende passiva bestaan o.a. uit bijdragen van derden voor projecten 0,49 miljoen (2015 0,53 miljoen) en bijdragen van de samenwerkingsverbanden 1,05 miljoen (2015 0,78 miljoen), waarvan de besteding over een langere periode plaatsvind. Tevens is hierin een bedrag voor de ineffectiviteit van de renteswap van 0,56 miljoen (2015: 0,59) opgenomen. De ineffectiviteit wordt jaarlijks berekend op basis van een opgave van de ABN AMRO Bank. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar. 98

99 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum. 99

100 Toelichting op de staat van baten en lasten 3.5 Overige baten Begroting Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige Overige baten In totaal zijn de overige baten in 0,2 miljoen lager dan in De verhuur is hoger dan in 2015 door verhuur van terreinen in Emmen, waarvan in eerdere jaren geen sprake was. De baten voor detachering personeel zijn lager. In 2015 was sprake van tripartite overeenkomsten met RENN4 en de nieuwe Samenwerkingsverbanden. De bijdrage van RENN4 was eenmalig. Het bedrag dat via de Samenwerkingsverbanden wordt ontvangen wordt in de komende jaren afgebouwd. Dit verschilt echter per samenwerkingsverband. De ouderbijdragen zijn lager dan in 2015 en ook lager dan begroot. De vrijwillige (ouder)bijdrage wordt vanaf geïnd via WIS collect. Dit betekent dat het verzoek om een bijdrage digitaal wordt verstuurd en niet meer via een factuur. De opbrengst wordt gerealiseerd op het moment dat de ouders/verzorgers/leerling een keuze van de te betalen bijdrage(n) hebben gemaakt en niet meer op het moment van het aanmaken van de factuur. Daar staat tegenover dat er geen voorziening voor niet betaaalde facturen nodig is voor deze bijdragen. De post overige is lager dan in De bijdrage van de samenwerkingsverbanden ( ) en de kantine opbrengsten ( ) zijn hoger, maar daar staat een lagere bijdrage uit verhuur inventaris ( ) en een aantal overige bijdragen ( ) tegenover. Besteding van de bijdrage van het samenwerkingsverband vindt plaats op basis van personele inzet en gemaakte kosten. De bijdrage van de Samenwerkingsverbanden in het bedrag van de overige opbrengsten bedraagt 0,73 miljoen (2014: 0,65 miljoen). De verhuur inventaris is lager omdat in 2015 de eenmalige betaling van de vrijwillige ouderbijdrage op laptops in zijn geheel ten gunste van het resultaat is geboekt. Vanaf wordt deze bijdrage als een vooruitbetaling opgenomen en wordt er jaarlijks een evenredig bedrag ten gunste van het resultaat geboekt. Ook de leerlingen van het Groene Lyceum zijn de lenovo laptops gaan gebruiken in plaats van een gewone laptop. Dus ook deze bijdrage is lager dan in voorgaand jaar. Ten opzichte van de begroting zijn de overige baten 0,5 miljoen hoger. De opbrengst voor verhuur is hoger dan begroot door een huuropbrengst voor terreinen in Emmen. Dit was bij het opmaken van de begroting nog niet bekend. In zijn meer medewerkers gedetacheerd dan waar bij het maken van de begroting rekening is gehouden. De begroting wordt gemaakt op basis van de informatie die bekend is bij het opmaken van de formatiebegroting. Over het algemeen is er sprake van jaar contracten en is pas aan het einde van het schooljaar bekend of deze worden voortgezet. De post overige is hoger dan begroot en dit is voornamelijk het gevolg van een hogere bijdrage van de Samenwerkingsverbanden. De opbrengst wordt geboekt op basis van de benodigde inzet van personeel en eventuele andere kosten die uit deze bijdrage betaald kunnen worden. In zijn meer middelen van de Samenwerkingsverbanden ontvangen dan voorheen. Daardoor kan de inzet ook hoger zijn. 4.1 Personeelslasten Begroting Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen Personeelslasten Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen

101 Begroting Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) 2015 Onderwijsgevend personeel 453,1 459,4 Directie en Onderwijsondersteunend personeel 107,6 100,0 Totaal (exclusief inhuur) 560,8 559,4 Er is geen sprake van medewerkers buiten Nederland De personeelslasten zijn gestegen ten opzichte van De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij Terra zijn gestegen met 1,08 miljoen. De stijging is voornamelijk het gevolg van de CAO-verhoging van 3,0% per 1 januari. Daarnaast is er sprake van een kleine stijging van de sociale lasten. De pensioenpremies zijn iets lager dan in In eerste instantie was sprake van een lager premiepercentage, maar per april is de premie weer verhoogd. De overige personele lasten zijn, ten opzichte van 2015, toegenomen met 2,37 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van het opnemen van een voorziening seniorenverlof. De dotaties personele voorzieningen zijn 1,48 miljoen hoger dan in Het totaal van de dotaties personele voorzieningen bestaat uit de volgende bedragen: - dotatie voorziening wachtgeld (2015: ) - dotatie voorziening langdurig zieken (2015: dotatie van en vrijval van ) - dotatie voorziening seniorenverlof (2015: 0) - dotatie voorziening ambtsjubilea (2015: ) De kosten van personeel niet in loondienst zijn 0,92 miljoen hoger dan in Hiervan is de bijdrage aan Onderwijsgroep Noord 0,2 miljoen hoger als gevolg van een hogere omzet en de kosten van inhuur van personeel zijn 0,7 miljoen hoger als gevolg van het vervangen van het vaste personeel door externe medewerkers. Het gaat hierbij om vervanging bij ziekte en vast personeel dat is ingezet op projecten. Daarnaast was er op een aantal vestigingen extra ondersteuning nodig in verband met de transitie. De post overige is iets lager dan in 2015 en is het gevolg van lagere kosten voor woon-werkverkeer en een lagere kosten voor studietoelagen. De personeelslasten zijn 2,78 miljoen hoger dan begroot. De bruto lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij Terra zijn 0,5 lager dan begroot. De sociale lasten zijn hoger dan begroot ( 0,15 miljoen) als gevolg van de stijging van de premiepercentages. Ook de pensioenpremies zijn hoger dan begroot ( 0,1 miljoen). Bij het opmaken van de begroting is rekening gehouden met een verlaging van het premiepercentage. Per 1 april is echter toch weer sprake van een premiestijging. De overige personele lasten zijn 1,8 miljoen hoger dan begroot. De dotaties personele voorzieningen zijn 1,96 miljoen hoger dan begroot. Met betrekking tot de wachtgeldvoorziening zijn meer medewerkers, al dan niet met een regeling, vertrokken. In deze post zijn ook de bedragen voor de WW opgenomen (Terra is eigen risico drager). Bij het opmaken van de begroting is een inschatting gemaakt voor de toename van de voorziening langdurig zieken. Er was echter een hogere dotatie nodig omdat bij een aantal langdurig zieken geen uitkering is toegekend, waardoor er sprake is van een langere ziekteperiode. De voorziening senorenverlof is in voor het eerst opgenomen op basis van afspraken in de CAO-MBO. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. Het gaat hierbij om toekomstige verplichtingen aan medewerkers. Met betrekking tot de voorziening ambtsjubilea is sprake van meer uitkeringen dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. De bijdrage dienstverlening aan Onderwijsgroep Noord is 0,05 miljoen hoger dan begroot. Dit als gevolg van een hogere omzet dan waar bij de opstelling van de begroting rekening is gehouden. De kosten voor inhuur van personeel zijn hoger dan begroot ( 1,11 miljoen). De vervanging wegens ziekte en medewerkers die op projecten worden ingezet zijn vervangen door tijdelijk personeel, veelal uitzendkrachten. Ook is er in sprake van een aantal interim medewerkers omdat door wijzigingen in de organisatie op sommige plaatsen extra inzet nodig was. De post overige is nagenoeg gelijk aan de begroting. 101

102 Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om financiële buffers te hebben: extra geld voor tijden dat het financieel slechter gaat. De pensioenregels schrijven voor dat de beleidsdekkingsgraad van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) 128% moet zijn. Daarnaast is ook wettelijk bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet langer dan vijf jaren onder de 104,2% mag liggen. De beleidsdekkingsgraad wordt berekend uit de dekkingsgraden, de verhouding tussen de bezittingen en verplichtingen, in een periode van twaalf maanden. Ultimo bedroeg de beleidsdekkingsgraad van het ABP 96,6%. Wet Normering Topinkomens De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten. 4.4 Overige lasten Begroting Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Overige lasten De overige lasten zijn met 0,6 miljoen gestegen ten opzichte van De adminstratie- en beheerslasten zijn 0,2 miljoen lager dan in In 2015 is een nieuwe huisstijl ingevoerd en dit heeft in 2015 extra kosten met zich meegebracht. Daarnaast zijn de kosten voor informaticavoorzieningen lager. De kopieerkosten, kosten externe adviseurs en kosten transitie zijn hoger dan in De kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn 0,8 miljoen hoger dan in Er is in sprake van hogere kosten voor onderwijskundige projecten. Deze onderwijskundige projecten worden bekostigd uit de ontvangen projectsubsidies. Tegenover de kosten staat een zelfde bedrag aan opbrengsten die zijn opgenomen bij de baten. De kosten voor praktijkleren zijn veel lager. Door het stoppen van de bekostiging voor praktijkleren zijn de kosten hiervoor beperkt tot het hoogst noodzakelijke. De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op debiteuren. De dotatie is lager omdat de vrijwillige (ouder)bijdrage in via WIS collect wordt geïnd en niet meer aan alle ouders wordt gefactureerd. In 2015 zijn een groot aantal oude vorderingen alsnog afgeboekt omdat deze oninbaar werden geacht. Na bepaling van de vermoedelijk oninbare vorderingen op debiteuren, was een lager bedrag nodig om de voorziening weer op peil te brengen. De post overige is iets hoger dan in Het betreft hier de inkoopkosten van de kantine. Hier staan echter ook opbrengsten tegenover. De overige lasten zijn 1,7 miljoen hoger dan begroot. De administratie- en beheerslasten zijn 0,14 miljoen lager dan begroot. Er is sprake van hogere kosten voor drukwerk en formulieren, kopieren, abonnementen, contributies, informaticavoorzieningen, portokosten, verzekeringen, PR- activiteiten, representatiekosten, vergaderkosten, accountantskosten, juridische ondersteuning, kosten externe adviseurs en reis- en verblijfkosten. Daarnaast zijn minder kosten gemaakt voor telecommunicatie, personeelsvoorziening, Arbo, toelatingsonderzieken en bij-,her- en nascholing. De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn 1,77 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de kosten voor onderwijskundige projecten. Deze zijn 1,59 miljoen hoger dan begoot. Bij het project voor de tractorsimulator is sprake van hogere externe kosten dan waar bij het opmaken van de begroting rekening is gehouden. Daarnaast is er sprake van hogere kosten voor de aanschaf van klein inventaris, van onderhoud van inventaris, van onderhoud en brandstof van vervoermiddelen. Ook de kosten van leermiddelen en lesmaterialen zijn hoger dan begroot. Daarentegen zijn de kosten van boeken, praktijkleren, uitbesteding onderwijs, onderwijsinnovatie en waardevermindering leermiddelen lager dan begroot. De dotatie overige voorzieningen is hoger dan begroot. Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van een lagere dotatie omdat de vrijwillige bijdrage via WIS collect wordt geïnd. Er zijn echter meer facturen naar het incassobureau gegaan dan verwacht, waardoor een hogere dotatie nodig is om de voorziening weer op peil te brengen. 102

103 WNT-verantwoording Stichting AOC Terra Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting AOC Terra van toepassing zijnde regelgeving: WNT-maximum voor het onderwijs; klasse E. Het bezoldigingsmaximum in voor Stichting AOC Terra is Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt met ingang van 1 januari voor de eerste 12 kalendermaanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief. De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht zijn bestuurder respectievelijk toezichthouder van Onderwijsgroep Noord als geheel. Voor de volledigheid is in onderstaande WNT verantwoording de totale bezoldiging van deze functionarissen opgenomen. De vermelde gegevens hebben betrekking op de WNT-entiteiten Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting Agrarischopleidingscentrum Terra, Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen. Op deze functionarissen is klasse F (8-4-5) van toepassing met een bezoldigingsmaximum van Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13 e maand van de functievervulling bedragen x 1 A.A. Berendsen A.G. Wennink A.H. van Hoorn M.J. Oostland M.E. de Ruijter A.D. Bloem Functiegegevens Voorzitter CvB Lid CvB Regiodirecteur Regiodirecteur Regiodirecteur Regiodirecteur Aanvang en einde functievervulling in 1/1-31/12 1/1-31/12 1/8 31/12 1/8 31/12 1/8 31/12 1/8 31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 Gewezen topfunctionaris? Nee Nee Nee Nee Nee Nee (Fictieve) dienstbetrekking? Nee Nee Nee Nee Nee Nee Individueel WNT-maximum Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal /- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Verplichte motivering indien overschrijding Overgangsrecht van n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Gegevens 2015 Geen topfunctionaris volgens de WNT Aanvang en einde functievervulling in /1-31/12 1/8-31/ Omvang dienstverband 2015 (in fte) 1,0 1, Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking kalendermaand 1-12 Geen sprake van leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in, voor 2015 eveneens niet van toepassing. 103

104 2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking Geen sprake van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionaris met of zonder dienstbetrekking in, voor 2015 eveneens niet van toepassing. 3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden. 104

105 WNT-verantwoording Raad van Toezicht Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Onderwijsgroep Noord van toepassing zijnde regelgeving: WNT-maximum voor het onderwijs; klasse F (8-4-5). Het bezoldigingsmaximum in voor Onderwijsgroep Noord is Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt met ingang van 1 januari voor de eerste 12 kalendermaanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief. 1. Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13 e maand van de functievervulling. (zie aparte overzichten) 1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking (n.v.t.) 1c. Toezichthoudende topfunctionarissen bedragen x 1 E.M. Pastoor- Meuleman H. Holman F. Migchelbrink T. Wagenaar E. van Zuidam M. Krijnsen K.J. Roffel Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1 31/5 1/1 31/12 1/1 31/12 1/ /5 31/12 Individueel WNT-maximum Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal /- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Verplichte motivering indien overschrijding n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Gegevens 2015 Aanvang en einde functievervulling in /1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 1/1 31/12 n.v.t. Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking (n.v.t.) 3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT (n.v.t.) 105

106 Verbonden Partijen Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Art. 2:403 Deelname Consolidatie vorm zetel activiteiten Vermogen jaar BW 31 december Ja/Nee % Ja/Nee Stichting Onderwijsgroep Noord stichting Groningen nee 0 nee Stichting Dollard College stichting Groningen nee 0 nee Stichting rsg de Borgen stichting Groningen nee 0 nee Naam Onschrijving doelstelling Samenstelling Bestuur en directie Stichting Onderwijsgroep Noord Onderwijs mw. A.A. Berendsen en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur) Stichting Dollard College Onderwijs mw. A.A. Berendsen en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur) Stichting rsg de Borgen Onderwijs mw. A.A. Berendsen en drs. A.G. Wennink MBA (College van Bestuur) Stichting AOC Terra maakt samen met Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang. 106

107 DEEL 3 OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum 107

108 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Agrarisch Opleidingscentrum Terra Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening van Stichting Agrarisch Opleidingscentrum Terra te Groningen gecontroleerd. Naar ons oordeel: geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Agrarisch Opleidingscentrum Terra op 31 december en van het resultaat over in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ. De jaarrekening bestaat uit: de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december ; de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over ; en de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de paragraaf Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Agrarisch Opleidingscentrum Terra, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Newtonlaan 205, 3584 BH Utrecht, Postbus 85096, 3508 AB Utrecht T: , F: , PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK ), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK ) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam. 108

109 Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: het bestuursverslag; de overige gegevens. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving en paragraaf Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht voor de jaarrekening Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het College van Bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het College van Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het College van Bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het College van Bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het College van Bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het College van Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor 109

110 gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten in de jaarrekening. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring. Utrecht, 29 juni 2017 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door prof. dr. P.W.A. Eimers RA 110

111 Bijlage bij de controleverklaring Wij hebben deze accountantscontrole professioneel-kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: het identificeren en inschatten van de risico s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het College van Bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; het vaststellen dat de door het College van Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle of beoordeling van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was. Wij communiceren met de Raad van Toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. 111

112 Wij bevestigen aan de Raad van Toezicht dat wij de relevante ethische voorschriften over onafhankelijkheid hebben nageleefd. Wij communiceren ook met de Raad van Toezicht over alle relaties en andere zaken die redelijkerwijs onze onafhankelijkheid kunnen beïnvloeden en over de daarmee verband houdende maatregelen om onze onafhankelijkheid te waarborgen. 112

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord 1 identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord I Zijn wie je bent. Dat is geluk. I Erasmus 2 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs 'Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie

Nadere informatie

Strategisch beleid Terra BEWUST, BEKWAAM, BETEKENISVOL

Strategisch beleid Terra BEWUST, BEKWAAM, BETEKENISVOL Strategisch beleid Terra 2015-2019 BEWUST, BEKWAAM, BETEKENISVOL Zijn wie je bent. Dat is geluk. ERASMUS 2 In dit strategisch beleid beschrijven wij de richting waarin Terra zich de komende jaren ontwikkelt.

Nadere informatie

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol Bewust, bekwaam, betekenisvol INHOUD VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR 3 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 5 1. ORGANISATIE 8 1.1 TERRA 8 1.2 IDENTITEIT, VISIE, MISSIE EN BESTURINGSFILOSOFIE 11 1.3 STRATEGISCHE BELEIDSDOELEN

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

Jaarverslag Dollard College

Jaarverslag Dollard College Jaarverslag Dollard College 2016 Bewust, bekwaam, betekenisvol 1 2 Inhoudsopgave Voorwoord College van Bestuur >> 4 Verslag Raad van Toezicht >> 7 HOOFDSTUK 1 - Organisatie 1.1 Dollard College 11 1.2 De

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Jaarverslag. ontdek je talent op rsg de borgen!

Jaarverslag. ontdek je talent op rsg de borgen! Jaarverslag 2016 ontdek je talent op rsg de borgen! Inhoudsopgave Voorwoord College van Bestuur 3 Verslag Raad van Toezicht 6 Hoofdstuk 1 - Organisatie 10 1.1 rsg de Borgen 11 1.2 Organogram 11 1.3 Identiteit,

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK

SCHOOLONTWIKKELPLAN SAMEN UNIEK SCHOOLONTWIKKELPLAN 2017-2021 SAMEN UNIEK Instemming van de medezeggenschapsraad: 23 januari 2017 1 Inhoud 1. Voorwoord... 3 2. Missie... 4 3. Visie... 4 4. Zes pijlers... 5 5. Kernwaarden en ambities...

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: Deskundigheid Noorderpoort Lid Raad van Toezicht Sociale domein 1. ORGANISATIE Noorderpoort Noorderpoort bereidt jongeren en volwassenen voor op hun rol in de

Nadere informatie

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT

TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT PROFIELSCHETS TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ORGANISATIEONTWIKKELING EN HRM SPECIFIEK PROFIEL: EXPERTISE IN ONDERNEMERSCHAP (BEDRIJFSLEVEN) OPENBARE SCHOLENGROEP VLAARDINGEN

Nadere informatie

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018

Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Directiestatuut van de stichting Voortgezet Montessori Onderwijs Nijmegen en Groesbeek e.o. Herziene versie, 1 februari 2018 Preambule Dit reglement is een directiestatuut in de zin van artikel 32 van

Nadere informatie

Profielschets leden van de raad van toezicht

Profielschets leden van de raad van toezicht Profielschets leden van de raad van toezicht Competentieprofiel voor de raad van toezicht behorend bij de statuten van Stichting Confessioneel Onderwijs Leiden 23 mei 2016 Preambule In het licht van good

Nadere informatie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie Strategisch koersplan 2019-2023 Onderwijs met Ambitie Inhoud Inleiding...3 1. Waar laten we ons door leiden?...4 2. Waar staan we voor? 3. Waar kiezen we voor?... 6 Speerpunt 1: School en kind...6 Speerpunt

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord College van Bestuur blz. 2 Raad van Toezicht blz Onderwijsgroep Noord a) Organisatie blz. 9 b) Bedrijfsvoering blz.

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord College van Bestuur blz. 2 Raad van Toezicht blz Onderwijsgroep Noord a) Organisatie blz. 9 b) Bedrijfsvoering blz. INHOUDSOPGAVE Voorwoord College van Bestuur blz. 2 Raad van Toezicht blz. 5 1. Onderwijsgroep Noord a) Organisatie blz. 9 b) Bedrijfsvoering blz. 13 2. Stichting Onderwijsgroep Noord a) Beleid blz. 17

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle Ontdek je wereld Koersplan 2019-2023 THUIS IN DE WERELD Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle 013-530 25 48 info@edu-ley.nl www.edu-ley.nl Betekenis geven aan ambities Missie: Waar staan onze scholen voor? Edu-Ley

Nadere informatie

Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL

Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL Functieprofiel TWEE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT RIJN IJSSEL Rijn IJssel Rijn IJssel is een school voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in de regio Arnhem. We bieden jongeren en volwassenen

Nadere informatie

Reglement intern toezicht

Reglement intern toezicht Reglement intern toezicht De raad van toezicht van de Stichting Scala College en Coenecoop College besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 2 lid 1

Nadere informatie

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA

Profiel Raad van Toezicht. Stichting de Woonmensen/ KWZA Profiel Raad van Toezicht Stichting de Woonmensen/ KWZA KP 14 november 2012 1 Inleiding Uitgangspunt voor de bezetting van de Raad van Toezicht is, dat deze bestaat uit generalisten die gezamenlijk een

Nadere informatie

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD bezoekadres Stationsstraat 29 a 9401 KW Assen postadres Postbus 479 9400 AL Assen telefoon (0592) 30 84 58 fax (0592) 33 15 35 e-mail info@ypsylon.nl KvK Friesland 56.48.77.54 www.ypsylon.nl Functieprofiel

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Wervingsprofiel Lid Raad van Toezicht 19 juli 2019 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Kadernotitie professionalisering

Kadernotitie professionalisering Kadernotitie professionalisering 2015-2020 Colofon Uitgave : ZAAM interconfessioneel voortgezet onderwijs Voorgenomen besluit College van Bestuur : 31 maart 2015 Instemming GMR : 24 april 2015 Vastgesteld

Nadere informatie

Functieprofiel Bestuurslid IEKC Lichtenvoorde

Functieprofiel Bestuurslid IEKC Lichtenvoorde Functieprofiel Bestuurslid IEKC Lichtenvoorde Inhoudsopgave 1. IEKC (Integraal Educatief Kind Centrum) Lichtenvoorde... 2 1.1 De structuur... 2 1.2 De organisatie van het IEKC... 3 1.3 Ambitie, visie en

Nadere informatie

Niets uit dit profiel mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Leeuwendaal gereproduceerd worden

Niets uit dit profiel mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Leeuwendaal gereproduceerd worden Profiel Lid Raad van Toezicht met onderwijs profiel 18 december 2015 Opdrachtgever Hogeschool Van Hall Larenstein Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, senior adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

LID RAAD VAN TOEZICHT

LID RAAD VAN TOEZICHT FUNCTIEPROFIEL LID RAAD VAN TOEZICHT STICHTING VOOR KATHOLIEK PRIMAIR ONDERWIJS AMERSFOORT E.O. Inhoudsopgave 1 Stichting voor Katholiek Primair Onderwijs Amersfoort e.o. 3 De organisatie 3 De missie en

Nadere informatie

Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel

Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel Landstede Groep Lid Raad van Toezicht met onderwijskundig profiel Organisatie Landstede Groep) is een onderwijsorganisatie die voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en onderwijs voor volwassenen

Nadere informatie

Onderwijs met een hart. Strategische agenda

Onderwijs met een hart. Strategische agenda Onderwijs met een hart Strategische agenda 2014-2018 1 Strategische agenda 2014-2018 Inhoud Onze missie 4 Onze kernwaarden 5 Onze identiteit 5 Maatschappelijke ontwikkelingen 6 Professionalisering 6 Passend

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol Bewust, bekwaam, betekenisvol INHOUD VOORWOORD COLLEGE VAN BESTUUR EN REGIODIRECTIE 3 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 4 1 ORGANISATIE 7 1.1 TERRA 7 1.2 IDENTITEIT, VISIE, MISSIE EN BESTURINGSFILOSOFIE 8 1.3

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

LID COLLEGE VAN BESTUUR

LID COLLEGE VAN BESTUUR AANGEPAST FUNCTIEPROFIEL LID COLLEGE VAN BESTUUR DRENTHE COLLEGE Inhoudsopgave 1 Drenthe College 3 De organisatie 3 De missie 3 De thema s 3 2 Lid College van Bestuur 5 Plaats in de organisatie 5 Taken

Nadere informatie

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord

Toekomstgericht, professioneel, verbonden. Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord Toekomstgericht, professioneel, verbonden Strategisch Beleidsplan OSG Schoonoord 2017 2021 2 / 7 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 Missie, Visie en Kernwaarden 3 2.1 Missie 3 2.2 Visie 4 2.3 Kernwaarden 4

Nadere informatie

PROACTIEF TOEZICHT VOBO

PROACTIEF TOEZICHT VOBO PROACTIEF TOEZICHT VOBO Concept Door: Raad van Toezicht Voortgezet Onderwijs Best Oirschot PROACTIEF TOEZICHT VOBO 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Toezichtvisie Vobo... 4 Doel van de Raad van Toezicht Vobo...

Nadere informatie

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol

JAARVERSLAG Bewust, bekwaam, betekenisvol Bewust, bekwaam, betekenisvol Inhoud Verslag van de Raad van Toezicht 3 Voorwoord College van Bestuur 6 1. ORGANISATIE 1.1 Terra 7 1.2 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie 9 1.3 Strategische

Nadere informatie

Samen werken, samen ontwikkelen

Samen werken, samen ontwikkelen Samen werken, samen ontwikkelen Strategisch beleid ROOBOL 2015-2019 Willem Wouda/ Reiny Kas Siderius SAMENVATTING Het strategisch beleidsplan 2015-2019 bevat de missie en visie van Stichting ROOBOL. De

Nadere informatie

Managementsstatuut 22.09 6.5

Managementsstatuut 22.09 6.5 Managementsstatuut 22.09 6.5 Artikel 1. In dit statuut wordt verstaan onder: a. managementstatuut: een reglement met taken en bevoegdheden van het college van bestuur en de van bestuurswege gemandateerde

Nadere informatie

GMR SVOL. Jaarverslag Vastgesteld en ondertekend door de leden in de GMR-vergadering van 14 juni 2018

GMR SVOL. Jaarverslag Vastgesteld en ondertekend door de leden in de GMR-vergadering van 14 juni 2018 GMR SVOL Jaarverslag 2017 2018 Vastgesteld en ondertekend door de leden in de GMR-vergadering van 14 juni 2018 Hoofdstuk 1 De visie en missie blz. 1 Hoofdstuk 2 De besproken thema s blz. 2 Hoofdstuk 3

Nadere informatie

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda

Onderwijs met een hart. 1 Strategische agenda strategie agenda Onderwijs met een hart Strategische agenda 2014-2018 1 Strategische agenda 2014-2018 strategie agenda 2014-2018 1 17-07-2014 13:31:06 Onderwijs met een hart In deze brochure presenteren wij als Onderwijsgroep

Nadere informatie

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR

Profiel. Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT. Stichting BOOR Profiel Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën & ICT Stichting BOOR 1 Stichting BOOR Lid Algemeen Bestuur met het aandachtsgebied financiën en ICT Organisatie BOOR verzorgt het openbaar

Nadere informatie

Profiel. Vanboeijen. Twee leden raad van toezicht

Profiel. Vanboeijen. Twee leden raad van toezicht Profiel Vanboeijen Twee leden raad van toezicht 1 Vanboeijen Twee leden raad van toezicht Organisatie Vanboeijen biedt overwegend in Drenthe zorg en ondersteuning aan ruim 700 kinderen, jongeren, volwassenen

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht FUNCTIEPROFIEL Lid Raad van Toezicht met financiële expertise Samen leren, samen leven! PublicSpirit drs. Marylin E.A. Demers senior consultant Amersfoort, maart 2019 1 van 5 Organisatie & context Stichting

Nadere informatie

Beroepscollege Parkstad Limburg sectordirecteur Brandenberg

Beroepscollege Parkstad Limburg sectordirecteur Brandenberg School- en functieprofiel Beroepscollege Parkstad Limburg sectordirecteur Brandenberg cao-vo schaal 13 Versie 25 oktober 2018 Sollicitatieprocedure Informatie: Neem contact op met Miriam Valk-Koenders,

Nadere informatie

Situatie- en profielschets SKO West- Friesland

Situatie- en profielschets SKO West- Friesland Situatie- en profielschets SKO West- Friesland Werving en selectie 2 leden raad van toezicht Hoorn, juli 2015 Marja de Kruif, senior adviseur Samen inspirerend lerend de toekomst in 1 Wie zijn wij? De

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN Inhoudsopgave Preambule 2 0. Definities 2 1. Status en werkingsduur 3 2. Vergaderingen 3 3. Informatievoorziening 3 4. Evaluatie 4 5. Taakverdeling 4 6. Commissies

Nadere informatie

Toezichtvisie Raad van Toezicht. september 2018

Toezichtvisie Raad van Toezicht. september 2018 Toezichtvisie Raad van Toezicht september 2018 Inleiding In dit document is de visie op toezicht door de Raad van Toezicht (RvT) van s Heeren Loo vastgelegd. Hoe zien wij onze rol en welke uitgangspunten

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Profiel Strategisch HR adviseur 8 december 2015 Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Voor meer informatie over de functie Erik Frieling, adviseur Leeuwendaal Telefoon (070) 414 27 00 evt. mobielnummer

Nadere informatie

Professioneel statuut

Professioneel statuut Professioneel statuut Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs Groningen (SCSOG) Besproken en vastgesteld in het BMT op 5 februari 2019. Besproken in de GMR op 18 maart 2019., 19 maart 2019 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Reglement van de Raad van Toezicht

Reglement van de Raad van Toezicht Van de besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 11 lid 4 van de statuten van de stichting tot vaststelling van het onderstaande Reglement van de Raad

Nadere informatie

Overleg met de Toezichthouder

Overleg met de Toezichthouder Overleg met de Toezichthouder Handreiking Goede Medezeggenschap Handreiking goede medezeggenschap Overleg met de toezichthouder Inleiding Deze handreiking goede medezeggenschap is onderdeel van een reeks

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College Profiel & Selectieprocedure Directeur-bestuurder Stellingwerf College juni 2016 Onze school Het Stellingwerf College, een openbare school voor vmbo, mavo, havo, vwo en verrijkt en versneld vwo in Oosterwolde

Nadere informatie

Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân

Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân Vacatures Raad van Toezicht CVO Noord-Fryslân Inleiding CVO Noord-Fryslân is een Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het noorden van Friesland. De Vereniging bestaat uit drie scholen: Christelijk

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver

Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver Vacature Pedagogisch begeleider (1,0 fte) BC Broekhin Swalmen-Reuver (S08 CAO-VO) Aanleiding: Per 1 september 2018 zijn we op zoek naar een pedagogisch begeleider voor de locatie Swalmen en Reuver. Informatie:

Nadere informatie

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

Samen voor onderwijs in Apeldoorn Samen voor onderwijs in Apeldoorn toelichting samenwerking AVOO en Veluwse Onderwijsgroep bijlage bij het convenant tussen gemeente Apeldoorn, De Veluwse Onderwijsgroep en AVOO (i.v.m. de personele unie

Nadere informatie

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs! In ons onderwijs staat de mens centraal, of het nu gaat om studenten of medewerkers, om ouders of werknemers uit het bedrijfsleven, jongeren of volwassenen. Wij zijn

Nadere informatie

Leren voor later. van selfie naar samen. Koersplan SGRv&

Leren voor later. van selfie naar samen. Koersplan SGRv& Leren voor later van selfie naar samen Koersplan SGRv& 2018-2022 De kracht van co-creatie voorwoord Medio 2016 heeft een groep docenten van onze scholen zich gebogen over de midterm review voor koersplan

Nadere informatie

Zwolle, 21 oktober Profielschets. voorzitter college van bestuur

Zwolle, 21 oktober Profielschets. voorzitter college van bestuur Zwolle, 21 oktober 2017 Profielschets voorzitter college van bestuur Organisatie Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio (OOZ) is een stichting met 40 scholen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs.

Nadere informatie

Reglement voor de raad van toezicht

Reglement voor de raad van toezicht Reglement voor de raad van toezicht Stichting V.O. Amsterdam-Zuid Versie 1.0 11 juli 2019 Stichting V.O. Amsterdam-Zuid Jan van Eijckstraat 47 1077 LH AMSTERDAM www.svoaz.nl info@svoaz.nl 020 676 3868

Nadere informatie

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado

Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Profiel leden Raad van Toezicht vereniging Ingrado Vastgesteld tijdens Algemene Vergadering 18 april 2019 2 1. Inleiding Ingrado is een landelijke opererende vereniging waarvan de gemeenten en de RMC-regio

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

STRATEGISCH BELEIDSPLAN STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2016 2020 Strategisch beleidsplan PCO Gelderse Vallei Inleiding Voor u ligt het strategische beleidsplan (SBP) 2016 tot en met 2020. Bij het tot stand komen van dit SBP is als eerste

Nadere informatie

Vacaturetekst. werving en selectie. Twee leden Raad van Toezicht INOS. Breda

Vacaturetekst. werving en selectie. Twee leden Raad van Toezicht INOS. Breda Vacaturetekst werving en selectie Twee leden Raad van Toezicht INOS Breda Hengelo (o), 14 november 2018 1 Inhoudsopgave 1.Informatie over het INOS 3 Algemene informatie 3 Kernwaarden 3 Strategisch Beleidsplan

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2015 VOORWOORD Ontwikkeling en herijking. Dat zijn misschien wel de meest kenmerkende woorden voor onze Stichting

Nadere informatie

Schoolplan

Schoolplan Schoolplan 2015-2019 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Terra... 4 2.1. Onze Missie... 4 2.2 Onze Visie op Leren... 4 2.3 Onze kernwaarden... 5 2.4 Onze ambitie... 5 2.5 Wettelijke opdracht... 6 3. Korte terugblik

Nadere informatie

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland

DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE. ROC van Flevoland DIRECTEUR BEDRIJFSVOERING MBO-COLLEGE ALMERE ROC van Flevoland ROC van Flevoland Het Regionaal Opleidingen centrum van Flevoland behoort tot een van de ruim 40 ROC s van ons land. Inspelend op de veranderende

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Vastgesteld door de Raad van Toezicht van SGR op 14 april 2015 Inleiding Vanaf 2011 zijn bij de SGR de functies van bestuur en intern toezicht gescheiden. Deze functiescheiding

Nadere informatie

Samenstelling Raad van Toezicht Biblionet Groningen

Samenstelling Raad van Toezicht Biblionet Groningen Datum Onderwerp 7 december 2012 Profiel Raad van Toezicht Memo Samenstelling Raad van Toezicht Biblionet Groningen Voor de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt uitgegaan van: 1. Profiel Raad van

Nadere informatie

VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT COSIS NOVO & PROMENS CARE

VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT COSIS NOVO & PROMENS CARE PROFIEL @ VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT COSIS NOVO & PROMENS CARE voor meer informatie over de functie: dhr. mr. E.G. Martinus, Bestuurssecretaris, telefoon (088) 878 98 03 of 06 207 441 66 ORGANISATIE

Nadere informatie

Beschrijving van organisatie en vacature

Beschrijving van organisatie en vacature Beschrijving van organisatie en vacature Werving en selectie regiodirecteuren en afdelingsdirecteuren Stap in de wereld van Terra Maart 2017 Sanne Lohman en Judith Meulenbrug Inleiding Dit document is

Nadere informatie

klein, veilig, ondernemend

klein, veilig, ondernemend klein, veilig, ondernemend Talent optimaal ontwikkelen door uitdagend onderwijs op maat. Locatieplan 2013-2016 16-05-2013 1 Inhoud 1 Inleiding p. 3 2 Visie en ambities p. 3 3 Onderwijs p. 4 4 Personeel

Nadere informatie

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN Op weg naar 2020 Dit is het verhaal van de NUOVO scholengroep. Verantwoordelijk voor voortgezet onderwijs aan ruim 5.000 leerlingen in de stad Utrecht. Tien openbare scholen bieden samen een breed aanbod:

Nadere informatie

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen

WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK. Toezichtkader Bibliotheek Velsen Vastgesteld nov 2017 WAARDE(N)VOL TOEZICHT IS MENSENWERK Toezichtkader Bibliotheek Velsen 2017-2020 AANLEIDING TOEZICHTKADER Niets duurt voort, behalve verandering Heraclitus Voor je ligt het tussentijdse

Nadere informatie

Intern toezichtkader PVO Walcheren

Intern toezichtkader PVO Walcheren Intern toezichtkader PVO Walcheren Februari 2015, intern toezichtkader stichting PVO Walcheren Pagina 1 Voorwoord Dit toezichtkader is tot stand gekomen in het kader van de vorming van het nieuwe samenwerkingsverband

Nadere informatie

Informatiesessie Tractorsimulator Terra

Informatiesessie Tractorsimulator Terra Informatiesessie Tractorsimulator Terra Hartelijk welkom Meindert Jan Oostland (directeur Terra) Chris Kesting (werkgroepleider Programma Eisen en Wensen) Derk-Evert Waalkens (werkgroepleider Rijopleiding)

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan 2015-2019. Bewust, Bekwaam, Betekenisvol. Bewust, Bekwaam, Betekenisvol

Strategisch beleidsplan 2015-2019. Bewust, Bekwaam, Betekenisvol. Bewust, Bekwaam, Betekenisvol Strategisch beleidsplan 2015-2019 Bewust, Bekwaam, Betekenisvol Bewust, Bekwaam, Betekenisvol I Zijn wie je bent. Dat is geluk. I Erasmus 4 In dit strategisch beleidsplan beschrijven wij de richting waarin

Nadere informatie

Profielschets. Teamleider vwo bovenbouw

Profielschets. Teamleider vwo bovenbouw Profielschets Teamleider vwo bovenbouw Rotterdam, 2016 Profielschets Teamleider vwo bovenbouw (LD) Libanon Lyceum Omvang: 1,0 fte met een beperkte lesgevende taak. Vooraf Het Libanon Lyceum in Rotterdam

Nadere informatie

Jaarplan VTOI

Jaarplan VTOI Jaarplan VTOI 2016 1 Jaarplan 2016 Inleiding: de kracht van professioneel toezicht 2016 is het jaar waarin het beleidsplan 2013 2016 zijn laatste jaar ingaat en vooruit wordt gekeken naar de volgende stappen

Nadere informatie

Profielschets Raad van Toezicht Augustus 2014

Profielschets Raad van Toezicht Augustus 2014 Profielschets Raad van Toezicht Augustus 2014 Profielschets Raad van Toezicht Woningbouwvereniging Helpt Elkander Nuenen Algemeen profiel Raad van Toezicht Het hoofddoel van de RvT is toezicht te houden

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. Woningcorporaties

Nadere informatie

Managementstatuut VO - PO

Managementstatuut VO - PO Managementstatuut VO - PO Versie 10-10-2017 1 Basis Wet en regelgeving Statuten art. 6 lid 3 WVO art. 32c / WPO art. 31 CAO-VO / CAO-PO Archief CvB CA 1.0 Van toepassing op/voor Gehele scholengroep Over-

Nadere informatie

Profiel. Strategisch beleidsadviseur HRM. 29 april 2016. Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden

Profiel. Strategisch beleidsadviseur HRM. 29 april 2016. Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden Profiel Strategisch beleidsadviseur HRM 29 april 2016 Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden Voor meer informatie over de functie Erik Frieling, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs

Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs SAMENVATTING Toekom(st)room LOB Een stroompunt loopbaangericht onderwijs Advies over hoe LOB na 5 jaar Stimulering LOB verder moet. Utrecht, 1 december 2014 ACHTERGROND Van studie kiezen naar loopbaan

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen

Profielschets Raad van Commissarissen Profielschets Raad van Commissarissen Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 18 maart 2009 en laatstelijk gewijzigd in 2014. 1. Doel profielschets 1.1 Het doel van deze profielschets is om uitgangspunten

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Aandachtgebieden financiën, bedrijfsvoering en vastgoed

Lid Raad van Toezicht Aandachtgebieden financiën, bedrijfsvoering en vastgoed Vacature Lid Raad van Toezicht Aandachtgebieden financiën, bedrijfsvoering en vastgoed Stichting De Waalboog Nijmegen 13 maart 2019 1 Stichting De Waalboog Stichting De Waalboog is één van de grote Nijmeegse

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool

Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool Voor elk kind dat met plezier naar zijn eigen hoogte klimt Strategisch beleidsplan Herman Broerenschool www.hermanbroeren.nl Periode 2018-2022 Roermond, 1 augustus 2018 Voorwoord Voor u ligt het strategisch

Nadere informatie

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering Raad van Toezicht Profielschetsen Lid portefeuille onderwijs Lid portefeuille bedrijfsvoering Vastgesteld door de Raad van Toezicht Oktober 2018 Algemeen biedt onderwijs voor studenten en professionals

Nadere informatie

Profiel. Hoofd P&O (0,6-1 fte) 22 december Opdrachtgever Stichting Proceon

Profiel. Hoofd P&O (0,6-1 fte) 22 december Opdrachtgever Stichting Proceon Profiel Hoofd P&O (0,6-1 fte) 22 december 2017 Opdrachtgever Stichting Proceon Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, adviseur Leeuwendaal Telefoon (088) 00 868 00 Voor sollicitatie www.leeuwendaal.nl

Nadere informatie

Schoolleider tussen functie en beroep

Schoolleider tussen functie en beroep Schoolleider tussen functie en beroep Resultaten van twee enquête-onderzoeken onder schoolleiders en bestuurders 2015 September 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Schoolleider tussen functie en beroep...

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo

Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo. 25 november 2018/definitieve versie/toezichtkader/raad van Toezicht Stichting Bravoo 1 Toezichtkader Raad van Toezicht Stichting Bravoo 2 3 1 Inleiding De Raad van Toezicht van Stichting Bravoo houdt als intern toezichthouder integraal toezicht op de gang van zaken binnen de stichting

Nadere informatie

Raad van Toezicht Quickscan en checklist

Raad van Toezicht Quickscan en checklist Raad van Toezicht Quickscan en checklist Stade Advies BV Kwaliteit van samenleven Quickscan Raad van Toezicht (0 = onbekend; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed; 5 = uitstekend) 1. Hoe

Nadere informatie

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019 Stichting H 3 O 1 Bijzonder Wat is het bijzondere van H 3 O? Waarin onderscheidt H 3 O zich, wat maakt het verschil? En wat wil H 3 O waarmaken?

Nadere informatie