Hogeschool-Universiteit Brussel
|
|
- Alexander ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hogeschool-Universiteit Brussel Campus Stormstraat Stormstraat Brussel Faculteit Economie en Management Studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde Opleiding: Handelsingenieur Islam en economie Hicham CHAMMOUR Master Handelsingenieur Academiejaar
2 Samenvatting 1. Probleemstelling en onderzoeksvraag De titel islam en economie is zeer breed. Het islamitisch financieren is wereldwijd aan het groeien. Islamitische financiële instellingen moeten ook voldoen aan internationaal geldende standaarden. Doordat islamitische banken een verschillende organisatiestructuur hebben van conventionele banken brengt dit problemen met zich mee. Deze meesterproef tracht meer bepaald een antwoord te bieden op de vraag wat de specifieke risico s zijn die islamitische banken lopen en hoe een islamitische bank het Bazel II akkoord kan implementeren. 2. Onderzoeksmethode a. Verantwoording onderzoeksmethode Dit is een meesterproef gebaseerd op literatuur. Er is heel wat literatuur terug te vinden over dit onderwerp. Het ontbreekt niet aan studies en academische werken rond het onderwerp. De meeste literatuur is in het Engels en afkomstig van Arabische auteurs. Doordat het onderwerp ook aan interesse wint in Europese landen en Noord-Amerika zijn er nu meer en meer boeken te vinden van westerse auteurs over dit onderwerp. b. Verzameling en verwerking van de gegevens Er bestaan 2 organisaties die een reeks werken hebben uitgebracht over het functioneren van islamitische financiële instellingen. De IFSB en de AAOIFI trachten internationale standaarden te ontwikkelen voor het islamitisch financieren. Ze bestuderen op een gedetailleerde manier de werking van islamitische financiële instellingen. Deze organisaties bespreken ook alternatieve manieren om te voldoen aan de conventionele eisen van financiële instellingen. De C.E.R.E.I. (Cercle d Etudes et de Recherche en Economie Islamique) zet zich in om het islamitisch financieren te promoten in België. Het is een vereniging professionelen die het islamitisch financieren en de toepassing ervan in België en Europa bestuderen. Ze stellen hun kennis, ervaring en databanken ten dienste van de mensen die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp. Door de verwerking van deze verschillende bronnen wordt getracht om de implementatie van het Bazel II akkoord in een islamitische bank te onderzoeken. 3. Bevindingen en besluiten In het eerste deel werden de drie pijlers van het Bazel II akkoord besproken. De eerste pijler geeft aanbevelingen om de minimale kapitaalvereiste voor krediet-, markt-, en operationele risico s te berekenen. De tweede pijler geeft aanbevelingen voor de toezicht van financiële instellingen. De derde pijler moet de twee eerste pijlers aanvullen en handelt over de marktdiscipline. Pijler drie moet transparantie en stabiliteit bevorderen. Vervolgens werden de basisprincipes van het islamitisch financieren en de financieringsproducten van islamitische banken besproken. De vier basisprincipes van het islamitisch financieren zijn: het verbod op riba, het verbod op gharar, zakat en het verbod op onzedelijke activiteiten. Op basis van deze principes worden er islamitische financieringsproducten ontwikkeld die in drie categorieën worden ingedeeld: 2
3 partnerschapscontracten, ruilcontracten en andere. Partnerschapcontracten worden gekenmerkt door het feit dat winsten en verliezen worden gedeeld door bank en klant. Islamitische banken moeten net zoals conventionele banken rekening houden met krediet-, markt-, liquiditeits-, en operationele risico s. Toch verschilt het risicoprofiel van islamitische banken. Islamitische banken beschikken niet over een hedgingtechnieken of over een goed ontwikkelde secundaire markt. Verder zijn islamitische banken onderhevig aan het rate of return risico, displaced commercial risico, sharia risico en fiduciair risico. Wat betreft de eerste pijler van het Bazel II akkoord en de formule voor kapitaalgeschiktheid werden door de IFSB en de AAOIFI een aantal voorstellen gedaan die rekening houden met de specificiteit van de islamitische banken. Deze voorstellen houden rekening met algemene en specifieke investeringsrekeningen en met specifieke risico s van islamitische banken. De meeste aanbevelingen van het Bazelakkoord in verband met de tweede pijler zijn toepasbaar op islamitische banken. Er moet wel extra aandacht geschonken worden aan de liquiditeitsmanagement bij islamitische banken. De derde pijler brengt ook problemen met zich mee voor islamitische banken omdat er geen uniforme rapportering is. 3
4 Inhoudsopgave 1 Inleiding Probleemstelling Onderzoeksvragen Methodologie Bazel II akkoord Achtergrond Bazel I akkoord Bazel II akkoord Pijler 1: minimale kapitaalvereisten Pijler 2: werking van het toezicht Pijler 3: marktdiscipline Methodes om kredietrisico te berekenen Standaardmethode Internal rating based method of IRB Advanced rating based method Gevolgen van het Bazel II akkoord Kritiek op het Bazel II akkoord Islamitisch financieren Achtergrond Basisprincipes van het islamitisch financieren Verbod op riba Verbod op gharar Verbod op investering in onzedelijke activiteiten Zakat Opmerkingen Islamitische bank Achtergrond Toezicht door de Sharia-raad Contracten Ruilcontracten Partnershapcontracten Andere contracten Rekeningen Transactiedeposito s Investeringsrekeningen Reserverekeningen
5 4.5 Balans van een islamitische bank Belang van aangepaste standaarden Balans van een islamitische bank Risico s in een islamitische bank Achtergrond Kredietrisico Marktrisico Rate of return risico Equity price (aandelenprijs) risico Commodity (basisproduct, grondstof)risico FX rate risico Liquiditeitsrisico Operationeel risico Risico s eigen aan een islamitische bank Displaced commercial risico Fiduciair (vertrouwens) risico Sharia risico Opmerkingen Bazel II in een islamitische bank Instellingen Knelpunten Pijler 1: minimale kapitaalvereisten Kapitaal: Tier 1 en Tier IFSB standaard AAOIFI standaard Andere voorstellen Pijler 2: werking van het toezicht Pijler 3: marktdiscipline Methodes om kredietrisico te berekenen Besluit Referentielijst
6 Figuren Figuur 1: 3 pijlers van het Bazel II akkoord...14 Figuur 2: aandeel financieringsproducten van de nationale bank van Maleisië eind Figuur 3: verschillende islamitische contracten...32 Figuur 4: murabaha-model...33 Figuur 5: ijara-model...34 Figuur 6: salam-model...35 Figuur 7: mudaraba-model...36 Figuur 8: musharaka-model...37 Figuur 9: vier types marktrisico in verschillende islamitische financieringsproducten...47 Tabellen Tabel 1: cijfervoorbeeld Bazel I...12 Tabel 2: risicogewichten standaardmethode...16 Tabel 3: cijfervoorbeeld Bazel II..14 Tabel 4: samenvatting van de verschillende methodes inzake kredietrisico...19 Tabel 5: balans van een islamitische bank...42 Tabel 6: risicoprofiel van een conventionele bank vs. Islamitische bank
7 1 Inleiding De recente ontwikkelingen van het islamitisch financieren hebben de aandacht gewekt van heel wat internationale organisaties, nationale autoriteiten, beleidsmakers en academici. De sector van het islamitisch financieren is aan het groeien. De islamitische financiële instellingen moeten voldoen aan internationaal geldende standaarden. Islam en economie is een breed onderwerp. In dit werk bekijken we hoe een islamitische bank het Bazel II akkoord kan toepassen. Het islamitisch financieren is een alternatief op een conventioneel financieel systeem. De kenmerken van het islamitisch financieren zijn duidelijk niet gelijk aan de kenmerken van het conventionele systeem. Het islamitisch financieren is gebaseerd op vier basisprincipes. Deze basisprincipes vloeien voort uit de sharia. De sharia, of islamitische wetgeving, is een set van regels die culturele, economische, sociale en politieke aspecten van de islamitische samenleving regelt. De vier basisprincipes zijn het verbod op rente (riba), het verbod op exploitatie van onzekerheid (gharar), religieuze belasting (zakat) en het verbod op onzedelijke activiteiten. In niet-islamitische landen is het ongebruikelijk om te werken zonder rente. De gehele werking van het conventioneel systeem is gebaseerd op rente. De markt van het islamitisch financieren is wereldwijd spectaculair aan het groeien. De activa zijn in 2006 met 30% gestegen en vertegenwoordigen miljard dollar. Volgens onderzoeksbureau Mc Kinsey komt de waarde van de totale markt binnen 2 jaar uit op miljard dollar. Er wordt verwacht dat het aantal niet-moslims dat gebruik maakt van deze vorm van financieren ook groeit. De stijging van het aantal niet-moslims zal niet te wijten zijn aan het geloof, maar wel aan de gunstige en ethische voorwaarden. Het islamitisch financieren groeit van een nichemarkt naar een globale markt. De eerste islamitische banken werden geïntroduceerd in de moslimlanden in het begin van de jaren De belangrijkste centra liggen natuurlijk nog in het Midden-Oosten en Azië, maar Europa lonkt. We vinden Britse banken als HSBC en Lloyds TSB als koplopers. De groeiende moslimgemeenschap in Europa en Noord-Amerika zorgt ervoor dat het islamitisch financieren ook in het Westen aan aandacht wint. In Groot-Brittannië is de eerste islamitische bank geopend in The Islamic Bank of Britain heeft plannen om uit te breiden naar andere Europese landen. Nog in Groot-Brittannië heeft accountantskantoor Deloitte een Sharia-geleerde in dienst genomen in verband met de groei in islamitische financiële instellingen en producten. Verdere ontwikkeling van islamitische financiële producten wordt evenwel belemmerd door de huidige belastingwetgeving in Engeland. Wettelijke belemmeringen komen ook in België voor. In Frankrijk en Nederland bieden sommige banken islamitische diensten aan hun klanten aan. 1.1 Probleemstelling De islamitische financiële instellingen moeten ook voldoen aan internationaal geldende standaarden. Door de eigenheid van het islamitisch financieren gebeurt de toepassing van deze internationale standaarden anders. In dit werk bespreken we de toepassing van het Bazel II akkoord in islamitische banken. Het Bazel II akkoord is een internationale standaard 7
8 voor bankentoezicht. De Bazelcommissie voor Bankentoezicht werd opgericht in 1975 om de standaarden voor het internationaal bankieren te verbeteren en de kansen op een systeemcrisis te verkleinen. Door het feit dat de islamitische banken gebaseerd zijn op andere principes is de organisatiestructuur van een islamitische bank verschillend van die van een conventionele bank. Uit de praktijk blijkt dat bij de verschillende islamitische financieringsproducten de markt-, krediet- en operationele risico s verschillen van die van de conventionele financieringsproducten. Daarnaast zijn er andere risico s die specifiek zijn voor islamitische financiële instellingen. 1.2 Onderzoeksvragen In deze eindverhandeling bekijken we hoe een islamitische bank het Bazel II akkoord kan toepassen. Hiervoor proberen we een antwoord te vinden op een aantal onderzoeksvragen. Omdat conventionele banken verschillen van islamitische banken is het interessant om volgende vraag te stellen : Op welke punten is de implementatie van Bazel II in een islamitische bank verschillend van die van een conventionele bank en wat zijn de oplossingen hiervoor? Verder zijn de risico s die islamitische banken lopen verschillend van die van conventionele banken. Een tweede vraag luidt : Welke zijn de risico s eigen aan een islamitische bank en hoe kan Bazel II geïmplementeerd worden rekening houdend met deze risico s? Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvragen worden twee deelonderzoeksvragen geformuleerd. De eerste vraag betreft de werking van het Bazelakkoord. Daarna bespreken we de basisprincipes van het islamitisch financieren en de werking van een islamitische bank. Op welke basisprincipes steunt het islamitisch financieren en welke financieringsproducten worden door islamitisch banken gebruikt? 1.3 Methodologie Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, maken we gebruik van de bestaande literatuur. Wat betreft de literatuur omtrent Bazel II zijn een reeks interessante boeken voorhanden. Verder kan je op de site van The Bank for International Settlement (BIS) de publicaties over het Bazel II akkoord raadplegen. Het islamitisch financieren wint ook in België aan belang. De C.E.R.E.I. (Cercle d Etudes et de Recherche en Economie Islamique) is een denktank die zich inzet om het islamitisch financieren te promoten in België. Het is een vereniging professionelen die het islamitisch financieren en de toepassing ervan in België en Europa bestuderen. Ze stellen hun kennis, ervaring en databanken ten dienste van de mensen die geïnteresseerd zijn in dit onderwerp. In de moslimwereld bestaan er verschillende organisaties die een reeks werken hebben uitgebracht over het functioneren van islamitische financiële instellingen. De twee belangrijkste zijn de Islamic Financial Services Board (IFSB) en de Accounting and Auditing Organisation for Islamic Fianancial Institutions (AAOIFI). De IFSB en de AAOIFI trachten internationale standaarden te ontwikkelen voor het islamitisch financieren. De publicaties van de IFSB zijn te raadplegen op hun site. De AAOIFI en de IFSB bestuderen op een gedetailleerde manier de werking van islamitische financiële 8
9 instellingen. Deze organisaties bespreken ook alternatieve manieren om te voldoen aan de conventionele eisen van financiële instellingen. De internationale regelgevingen houden geen rekening met de specificiteit van islamitische financiële transacties. Hierop trachten deze gespecialiseerde organisaties een gepast antwoord te vinden. Door een grondige studie van deze verschillende bronnen wordt getracht om de implementatie van het Bazel II akkoord in een islamitische bank te bespreken. Concreet wordt de eindverhandeling als volgt ingedeeld. In het eerste hoofdstuk bespreken we het Bazel II akkoord zodat we een duidelijk idee krijgen van wat dit verdrag inhoudt. In het tweede hoofdstuk bespreken we de basisprincipes van het islamitisch financieren. Dit is belangrijk om de werking van een islamitische bank te begrijpen. In het derde hoofdstuk wordt de werking van een islamitische bank uitgelegd. Hierbij worden de verschillende financieringsproducten besproken die door islamitische banken worden gebruikt. Het vierde hoofdstuk handelt over de risico s waaraan islamitische banken worden blootgesteld. Het vijfde en laatste hoofdstuk bespreekt de implementatie van het Bazel II akkoord in een islamitische bank. 9
10 2 Bazel II akkoord 2.1 Achtergrond Het Bazelcomité op bankentoezicht werd opgericht in 1974 door de centrale bankbestuurders van de G10 (de groep van 10 rijkste landen). De G10, die ondanks de latere toetreding van Zwitserland de naam bleef behouden, wordt vertegenwoordigd door elf industriële landen: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Italië, Zwitserland, Zweden, Canada, Japan en de Verenigde Staten. Aan deze landen heeft het Bazelcomité nog Spanje en Luxemburg toegevoegd. Deze landen hebben een overeenkomst gesloten om elkaar leningen te verstrekken indien de middelen van het Internationaal Monetair Fonds ontoereikend zijn. De leden van de G10 worden vertegenwoordigd door de centrale banken en toezichtorganen van hun land. Voor België zetelen in het Bazelcomité een vertegenwoordiger van de Nationale Bank en een vertegenwoordiger van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA). De rol van het Bazelcomité is, volgens Aernoudt (2005), het bevorderen van de solvabiliteit en de stabiliteit van de financiële sector. De centrale banken van de G10 overleggen en werken samen inzake economische, monetaire en financiële aangelegenheden. Het Bazelcomité wordt belast met toezicht op de gezondheid van de banken. De aanbevelingen van het Bazelcomité zijn juridisch niet bindend. Ze hebben eerder een regelgevend karakter. In vele landen worden deze algemene richtlijnen in wettelijke normen vertaald. Ook de Europese Commissie laat zich inspireren door deze aanbevelingen. De akkoorden worden meestal vertaald in Europese richtlijnen. 2.2 Bazel I akkoord Het Bazelcomité gaat ervan uit dat het kredietrisico één van de belangrijkste risico s is waarmee financiële instellingen worden geconfronteerd. Het publiceerde in 1988 een reglementering op het gebied van kapitaalvereisten voor internationale banken. Deze reglementering werd bekend als het Bazel I akkoord. Het basisidee was dat de banken een kapitaalbuffer moesten aanhouden. Het eigen vermogen dat wordt aangehouden is gelijk aan 8% van de risicogewogen activa. Dit staat bekend als de Cooke-ratio. De Cooke-ratio is een internationaal solventieratio die de verhouding weergeeft tussen het eigen vermogen en de activa. De activa worden gewogen naar hun risico. 10
11 Aernoudt (2005, p.33) bespreekt de verschillende soorten kapitaal onder het Bazel II akkoord. Om het eigen vermogen te definiëren, maakt Bazel I een onderscheid tussen Tier 1 (kernkapitaal) en Tier 2 (suppletoire kapitaal) kapitaal. Tot de eerste categorie behoren aandelen en reserves. In het akkoord wordt niettemin gestipuleerd dat het Tier 1 kapitaal 4% van het risicogewogen actief moet bedragen. Tot de tweede categorie behoren verborgen reserves en herwaarderingsmeerwaarden. Vaak worden daar algemene provisies, hybride kapitaalinstrumenten en achtergestelde schulden aan toegevoegd. Het totale kapitaal (Tier 1 + Tier 2) moet 8% van de gewogen activa bedragen en het Tier 2 kapitaal mag nooit groter zijn dan het Tier 1 kapitaal. Voor de activa worden wegingen toegekend aan de verschillende categorieën. Men gaat niet aan alle activa hetzelfde gewicht toekennen, want sommige verrichtingen zijn risicovoller dan andere. De activa worden onderverdeeld in vier verschillende categorieën: Voor kredieten aan de overheid is er geen risico en is de wegingscoëfficiënt gelijk aan 0%. Kredieten aan banken krijgen een wegingscoëfficiënt van 20%. Ze zijn risicovoller dan kredieten aan de overheid en minder risicovol dan kredieten aan privéinstellingen. Door hypotheek gewaardeerde kredieten worden gewogen aan 50%. Kredieten aan privé-instellingen krijgen een wegingscoëfficiënt van 100%. De Cooke-ratio kan als volgt worden weergegeven: Tier 1 + Tier 2 = > 8% RWA Met RWA: Risico Weighted Assets of risicogewogen actief Ter illustratie wordt een cijfervoorbeeld gegeven: Eigen vermogen van de bank: Tier 1 kapitaal: 400 miljoen Tier 2 kapitaal: 200 miljoen Activa van de bank: Kredieten aan overheid Interbancaire kredieten Hypotheek Krediet aan privé-instellingen : 4000 miljoen : 3000 miljoen : 2000 miljoen : 5000 miljoen Met een totaal vermogen van 600 miljoen heeft de bank een uitstaand vermogen van 14 miljard. Op het eerste zicht lijkt de Cooke-ratio gelijk aan 4,3%. Maar de activa moeten nog gewogen worden. Dit wordt verder uitgewerkt in onderstaande tabel. 11
12 Tabel 1: cijfervoorbeeld Bazel I uitstaand (in miljoenen) wegingscoëffiënt gewogen activa Kredieten aan overheid Interbancaire kredieten Hypotheek Krediet aan privéinstellingen totaal Na weging van de activa bedraagt de ratio 9,09%. De minimumnorm van 8% wordt behaald. Aan de eis voor het kernkapitaal wordt ook voldaan. Het Bazel I akkoord moest de stabiliteit en de gezondheid van financiële instellingen garanderen. Door een gestandaardiseerde aanpak toe te passen op alle internationale banken werden de concurrentiële ongelijkheden tot een minimum beperkt. Het Bazel I akkoord groeide in meer dan 100 landen uit tot referentie. De regelgeving werd omgezet in nationale wetgevingen. In alle landen van de Europese Unie werd het akkoord toegepast. Het werd zelfs uitgebreid naar alle kredietinstellingen en was niet enkel van toepassing op internationaal actieve banken. De voornaamste reden voor het succes van dit akkoord was te wijten aan haar eenvoud: er werd enkel rekening gehouden met het kredietrisico en de weging van de activa was gemakkelijk te berekenen. Volgens Aernoudt (2005, p.38) evolueerde de gemiddelde Cooke-ratio van 9,8% naar 11,2%. Het doel van het Bazelakkoord werd bereikt, namelijk de gezondheid en de stabiliteit van de banksector verhogen. Ondanks het succes kende het Bazel I akkoord heel wat kritiek. Ten eerste werd de overdreven vereenvoudiging van de risicocategorieën bekritiseerd. Er kwamen opmerkingen op het feit dat het akkoord geen rekening hield met de solvabiliteit van de kredietaanvrager. Alle bedrijven krijgen eenzelfde risicogewicht, terwijl sommige ondernemingen stabieler zijn dan andere. Zo moest een bank eenzelfde percentage eigen middelen reserveren voor de toekenning van een krediet aan een zwakke, weinig solvabele onderneming als aan een multinational met een rating AA waar de kans op niet-terugbetaling significant kleiner was. Ten tweede werd het Bazel I akkoord bekritiseerd omdat het enkel rekening hield met het kredietrisico. In 1996 werd het akkoord uitgebreid door het marktrisico te integreren. Hiertegen moest ook een bepaald kapitaal worden aangehouden. Banken konden onder strikte voorwaarden dat risico bepalen en wegen op basis van interne modellen. De hevigste kritiek werd geuit op de lineaire benadering van het risico. Het zette banken aan om meer risico s te nemen. Hogere risicokredieten hebben eenzelfde kost als het verlenen aan minder risicovolle ondernemingen, terwijl er hogere risicopremies en hogere rendementen uit kunnen voortvloeien. Dit betekent dat banken meer kredieten konden uitgeven aan risicovolle privéondernemingen. Het gewicht van die laatste in de 12
13 risicoportefeuille is even groot als dat van risicoloze ondernemingen. Als gevolg hiervan kon de rendabiliteit toenemen, maar tegelijkertijd kwam de gezondheid van het banksysteem in gevaar (De Cock, p.45). 2.3 Bazel II akkoord Als antwoord op de tekortkomingen van het Bazel I akkoord werd het Bazel II akkoord opgesteld. In dit akkoord wordt er ook aandacht geschonken aan operationele risico s. Bazel II is een internationaal akkoord tussen banken. Het akkoord regelt het solvabiliteitstoezicht op internationaal opererende banken en moet voorkomen dat banken in financiële problemen raken. De regels van Bazel II schrijven voor dat banken moeten kunnen aantonen dat zij voldoende kapitaal hebben om de risico s die zij lopen af te dekken. Het gaat hierbij om kapitaalreserves voor krediet-, markt- en operationele risico s. De reserves zijn een buffer van eigen vermogen voor de dekking van onverwachte verliezen. Verder wordt de kwaliteit van de klant weergegeven door een rating. Een grote en goed beheerde onderneming krijgt een betere rating als een meer risicovolle onderneming. We vatten de 3 belangrijkste categorieën van risico s samen. Deze risico s zijn uitermate belangrijk voor het Bazel II akkoord: Het marktrisico wordt gedefinieerd als de kans op verliezen in balans- en buitenbalansposten ten gevolge van beweging in de marktrisicofactoren. Deze factoren zijn vooral de rentevoeten, grondstoffen, aandelen en wisselkoersen. Het operationele risico is de kans op verliezen die kunnen ontstaan door het falen van interne controles, onderbreking of storing in de systemen en procedures, frauduleuze handelingen, menselijke fouten, brand, Banken moeten dus ook informatie verzamelen over hun interne processen. Het kredietrisico heeft betrekking op de niet-terugbetaling van de kredietnemer. Dit kan vermeden worden door een aangepaste kredietpolitiek toe te passen. Aernoudt (2005) onderscheidt nog een vierde categorie die van toepassing is op banken, namelijk het liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat men loopt om zonder liquiditeiten te blijven. Het liquiditeitsrisico is het gevolg van de kredietpolitiek en wordt bestreden door een minimumkapitaalvereiste in te voeren. 13
14 Bazel II kapitaal akkoord Minimum kapitaaleisen Inschatting noodzakelijke regels Werking van het toezicht Interne inschatting van bank Marktdiscipline Inschatting door de markt Kapitaalbeslag voor : Kredietrisico Marktrisico Operationeel risico Beoordeling toezichthouder op alle vormen van risico Informatie vrijgeven en stabiliteit bevorderen Solvabiliteitseis Risico management Transparantie Figuur 1: 3 pijlers van het Bazel II akkoord Pijler 1: minimale kapitaalvereisten In de eerste pijler worden de minimale kapitaalvereisten voor de drie verschillende risico s bepaald: marktrisico, kredietrisico en operationele risico. Het Bazel II akkoord is nog steeds gebaseerd op het Cooke-ratio. Doordat er ook andere risico s in acht worden genomen bij het wegen van de activa spreekt men van McDonough ratio of BIS II ratio. Het BIS II ratio wordt als volgt berekend en moet steeds groter zijn dan 8%. Tier 1 + Tier 2 + Tier 3 = RWA + 12,5 Cmr + 12,5 Cor > 8% Met : Tier 1 kapitaal Tier 2 kapitaal Tier 3 kapitaal RWA Cmr Cor : hetzelfde als bij de Cooke-ratio : hetzelfde als bij de Cooke-ratio : achtergestelde leningen met een looptijd van 2 jaar, deze is gelimiteerd tot 250% van het Tier 1 kapitaal : Risico Weighted Assets of risicogewogen actief, dit blijft hetzelfde als bij de Cooke-ratio : kapitaalvereisten voor het marktrisico : kapitaalvereisten voor het operationeel risico De Bazel II-norm kan men dus zien als: Het maximum totaal volume risicogewogen activa wordt bepaald door de kapitaalsvereisten voor markt- en operationeel risico te 14
15 vermenigvuldigen met 12,5 en deze te tellen bij de risicogewogen activa voor kredietrisico (Aernoudt, 2005, blz. 43) Pijler 2: werking van het toezicht De tweede pijler handelt over de supervising review of de werking van het toezicht. De financiële instellingen moeten zorgen voor goede interne processen om de geschiktheid van het kapitaal te kunnen beoordelen op basis van een grondige evaluatie van de risico s. De instellingen moeten samen met de toezichthouders het gewenste kapitaalniveau bepalen voor de instelling. De bank zelf heeft de verantwoordelijkheid over de hoogte van het kapitaal. Toch wordt er een belangrijke rol weggelegd voor de toezichthouders. Deze is groter als de financiële instellingen gebruik maken van interne ratingmodellen. De toezichthouder kan overgaan tot een hogere kapitaalvereiste dan wat voorgeschreven wordt door het akkoord. Het is belangrijk dat er voldoende dialoog is tussen de instelling en de toezichthouder (Aernoudt, 2005, p.41). Binnen de tweede pijler werden door het Bazelcomité (2006) vier principes opgesteld: De toezichthouders moeten zo snel mogelijk ingrijpen als de hoeveelheid kapitaal onder de minimale kapitaalvereisten ligt. De banken moeten meer kapitaal aanhouden dan de wettelijke minimale kapitaalvereisten. De toezichthouders moeten de interne strategieën en procedures beoordelen. Banken moeten gebruik maken van geschikte methoden om risico s te bepalen en goede strategieën ontwikkelen om minimale kapitaalvereisten na te komen Pijler 3: marktdiscipline Het Bazel II akkoord integreert ook een geheel nieuw onderwerp, namelijk de marktdiscipline. Deze pijler moet zorgen voor transparantie en stabiliteit. Financiële instellingen moeten informatie vrijgeven die externe partijen toelaten om het risicoprofiel en kapitalisatieniveau van de banken te beoordelen. Het Bazelcomité geeft niet aan hoe de supervisor het vrijgeven van informatie moet aanmoedigen of wat de impact van de markt zal zijn op het risicoprofiel van de bank. Er bestaan verschillende vormen van marktdiscipline. Volgens De Cock (2007, p.9) volstaat marktdiscipline alleen niet om het bankwezen onder controle te houden. Toch kan het dienen als een nuttig complement bij het bankentoezicht. 2.4 Methodes om kredietrisico te berekenen Als antwoord op de kritiek op Bazel I worden de risicowegingen beter afgestemd op het risiconiveau van leningen en andere activa. Verder wordt de risicometing verfijnd en aangepast aan het risicoprofiel van de kredietnemer. 15
16 Er worden drie methoden voorgesteld om de minimale kapitaalvereisten voor kredietrisico te berekenen. Deze drie methoden worden kort toegelicht Standaardmethode Deze methode leunt het best aan bij het Bazel I akkoord. Voor deze methode maakt men gebruik van externe ratings. Op basis hiervan wordt de 8% minimale kapitaalvereiste aangepast aan het risicoprofiel van de kredietnemer. De externe rating gebeurt door gespecialiseerde bedrijven. De twee bekendste en belangrijkste Credit Rating Agencies (CRA) zijn Standard en Poor s en Moody s. Daarnaast bestaan nog kleinere CRA s zoals Fitch en een verzameling onbeduidende agencies. Hoewel rating onomstreden is, wordt die niet gespaard van kritiek. Een eerste kritiek is het feit dat ratings in Europa minder worden gebruikt dan in de Verenigde Staten. Waar geen externe ratings bestaan, blijft de risicoweging 100%. Het gevolg is dat uitermate kredietwaardige Europese ondernemingen ook 8% eigen vermogen moeten voorzien. Deze ondernemingen moeten overwegen of ze voor een externe rating opteren of niet. Hier ligt één van de zwaktes van Bazel II. Als de onderneming weet dat het een slechtere rating krijgt als het overgaat naar een externe rating, zal die niet opteren voor ratingbureaus. Zo wordt de kans verhoogd om een lening te verkrijgen. (De Cock, 2007, p.37) Boot (2005) beschrijft in zijn werk drie punten van kritiek op CRA s: CRA s hebben eigen belangen die mogelijk zwaar zullen doorwegen en tot ongewenst gedrag leiden. CRA s hebben een zekere exclusiviteit gekregen. CRA s kunnen ten onder gaan aan hun eigen succes en huiverig worden om ratings bij te sturen. Onderstaande tabel wordt gebruikt om de risicogewichten toe te kennen. Men leidt af uit de onderstaande tabel dat het voor ondernemingen met een rating lager dan B- gunstiger is om geen externe rating aan te vragen. De risicoweging daalt van 150% naar 100%. Tabel 2: Risicogewichten standaardmethode 16 lager dan B- AAA tot AA- A+ /m BBB+ t/m BB+ t/m B+ t/m zonder Categorie/rating A- BBB- BB- B- rating overheden banken banken(korte termijn;minder dan drie jaar) ondernemingen Bron: Aernoudt, 2005, p. 44
17 Voor kleine en middelgrote ondernemingen kan het gewicht verlaagd worden van 100% naar 75 %. Hiervoor moeten deze ondernemingen voldoen aan een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden worden kort beschreven door Aernoudt (2005, p.47): Lage waarde van het uitstaand product: het geleend bedrag moet kleiner zijn dan EUR Oriëntatie: de kredietnemer is een KMO of een individuele persoon Granulariteit: de kredietportefeuille is voldoende gediversifieerd Product: de krediet moet opgenomen worden onder de vorm van een kredietlijn, een persoonlijke lening of een financiering Kredieten die gewaarborgd worden door een hypotheek op een residentieel goed dat wordt bewoond of verhuurd door de kredietnemer krijgen een lager gewicht gelijk aan 35%. In onderstaande tabel wordt een vereenvoudigd voorbeeld gegeven. We gaan verder op het voorbeeld gegeven voor het Bazel I akkoord. We nemen aan dat: Kredieten aan de overheid bestaan uit de helft AAA begunstigden en de andere helft minder kredietvaardige overheden (BB+BB-). Interbancaire kredieten zijn alle AAA. Hypotheek zijn op residentiële woningen. Krediet aan privé-instellingen waarvan 3500 milj. aan KMO s en retail waar geen rating beschikbaar is. Overige 1500 milj. Gecatalogeerd als A+A-. Kredieten overheid Interbancaire kredieten aan Tabel 3: cijfervoorbeeld Bazel II uitstaand (in miljoenen) rating wegingscoëffiënt gewogen activa 4000 waarvan overheid AAA 0 0 overheid BB+BB waarvan lange termijn 1500 AAA korte termijn 1500 AAA Hypotheek Krediet aan privéinstellingen 5000 waarvan KMO's corporate geen corporate geen corporate A+A totaal De ratio eigen vermogen bedraagt nu 8,60%. 17
18 2.4.2 Internal rating based method of IRB Voor de IRB ontwikkelen en gebruiken banken een eigen intern rating model. De modellen worden onderworpen aan een wettelijke toezichthouder. In België is dit de Bankcommissie (de CBFA). Het voorgesteld model moet goedgekeurd worden. De CBFA zal het interne ratingsysteem enkel goedkeuren als het risicoprofiel voldoende in kaart wordt gebracht en het intern ratingsysteem voldoende diversifieert in functie van de risicocategorie. Aan de hand van dit model wordt een risicogewicht toegekend. Om dergelijke modellen op te bouwen zijn er hoge ontwikkelingskosten nodig. Enkel grote banken kunnen dit systeem toepassen. Verder wordt een intern ratingsysteem enkel toegepast op financiële instellingen die beschikken over vijf jaar historische data om de probability of default (PD) in te schatten (Heffernan, 2005). De IRB toepassen is een motief om een zo geavanceerd mogelijk kredietwaardigheidsysteem op te bouwen. Anders kan het competitief voordeel verloren gaan aan de banken die in staat zijn om hun risico s beter te controleren en bijgevolg kapitaal te verminderen. Voor het bepalen van dit ratingsysteem wordt er rekening gehouden met de volgende vier elementen (Basle Committee on Banking Supervision, 2006): PD De Probability of Default (PD) is de kans op faling. De kans op faling wordt uitgedrukt als een percentage en wordt weergegeven door de rating van de tegenpartij, de looptijd van het krediet en de economische toestand. Deze percentage geeft weer hoe groot de kans is dat de tegenpartij failliet gaat. De PD is groter als de looptijd lang is, als de rating slecht is en als we in een periode van economische recessie zitten. Per kredietnemer zal er een schatting gemaakt worden van de kans op niet-terugbetaling. Dit is het belangrijkste element van de IRB. LGD LGD staat voor Loss Given Default. Dit is het verlies bij faling. Hierbij verstaan we de grootte van het waarschijnlijke verlies op de lening uitgedrukt in een percentage van de lening. De bank berekent het economisch verlies op de betreffende lening. Hierbij wordt rekening gehouden met de zekerheden en de kosten die worden gemaakt om het verloren geld te recupereren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een bevoorrecht krediet (senior credit) en een ondergeschikt krediet (subordinated credit). De omvang van het verlies op het bevoorrechte krediet wordt geschat op 45% van het uitstaande bedrag. Voor een ondergeschikt krediet wordt die geschat op 75%. Bij de basis IRB-methode wordt de LGD bepaald door de toezichthouders. 18
19 EAD EAD is de afkorting voor Exposure At Default. Dit is het totale kredietbedrag uitgedrukt in de relevante munteenheid op het ogenblik van faling. De omvang van de uitstaande vordering wordt bepaald aan de hand van de grootte en de looptijd van het krediet. Ook de EAD wordt in de basis IRB-methode bepaald door de toezichthouders. In de meeste gevallen is de omvang van de EAD gelijk aan de nominale waarde van de kredietfaciliteit. Maturity Het vierde element is de maturity of looptijd. De resterende looptijd wordt in rekening gebracht. Deze wordt net zoals de LGD en EAD door de toezichthouders bepaald. Het minimum vereiste kapitaal wordt bepaald door deze 4 elementen. Aangezien enkel de probability of default door de bank moet worden bepaald, maakt men voor de andere elementen gebruik van een benchmark. Vereist kapitaal= PD Bench (EAD,LGD,M) Advanced rating based method De advanced rating based methode of de geavanceerde IRB-methode is een variante op de basisversie. De financiële instellingen maken gebruik van een intern ratingsysteem met als grootste verschil dat naast de PD ook de andere risicofactoren door de bank zelf worden bepaald. De financiële instelling moet dus de probability of default, de loss given default, de exposure at default en de maturity zelf bepalen. Als de banken deze methode willen gebruiken, moeten ze voor de inschatting van LGD en EAD minstens over zeven jaar historische data beschikken (Heffernan, 2005). Tabel 4: Samenvatting van de verschillende methodes inzake kredietrisico Methode Standaardbenadering IRB Geavanceerde IRB Rating Extern Intern Intern PD schatting Geen Eigen schatting Eigen schatting EAD schatting Geen Toezichthouder Toezichthouder LGD schatting Geen Toezichthouder Eigen schatting Looptijd Niet relevant Toezichthouder Eigen schatting Bron: Aernoudt, 2005, p Gevolgen van het Bazel II akkoord Men kan de exacte gevolgen van de invoering van dit akkoord niet onmiddellijk aangeven. Het impact zal pas binnen tien jaar duidelijk worden. Voor exacte besprekingen moeten we dus wachten tot Er moet echter worden op gewezen dat Bazel II niet losgezien mag worden van andere factoren van de veranderende financiële landschap. 19
20 De belangrijkste vraag die wordt gesteld is of het nu moeilijker of gemakkelijker wordt voor individuele ondernemingen om een krediet te verkrijgen? Grote, solvabele ondernemingen met een hogere rating zullen gemakkelijker aan kredieten geraken. Dit betekent niet dat er geen leningen meer worden toegekend aan KMO s of starters. De markt verplicht immers de banken om flexibel te zijn. Wat duidelijk is, is dat het risicoprofiel van ondernemingen zeer belangrijk wordt. Het bepaalt niet enkel of er een krediet wordt toegekend, maar vooral aan welke voorwaarden het wordt toegekend. Een onderneming die een hoge rating heeft, kan gemakkelijker de gewenste kredieten krijgen tegen marktgunstige voorwaarden. Het Bazelakkoord is niet de enige factor die een rol speelt bij het volume van kredieten aan ondernemingen. De vraagzijde, die wordt bepaald door de conjunctuur en aanbod in alternatieve financieringsvormen, mogen we niet verwaarlozen. Door het feit dat kleinere banken een beroep doen op de standaardmethode, zou de kredietpolitiek van grotere banken kunnen verschillen van die van kleinere banken. De grotere banken worden door de markt gedwongen om over te gaan tot de IRB-methode. Dit kan zorgen voor een grotere impact van het Bazelkader. (Aernoudt, 2005, p.72) Verder stelt Aernoudt (2005, p.68) dat de impact op de minimale kapitaalvereiste afhangt van de gebruikte methode om het kredietrisico in rekening te brengen. Hij bespreekt de derde impactstudie van het Bazelcomité. Hierin wordt gesteld dat de minimale kapitaalvereiste voor het kredietrisico daalt. De banken moeten nog rekening houden met een kapitaaleis voor het operationele risico. Echter deze extra kapitaaleis wordt voor grote banken bijna volledig gecompenseerd door de afname van de kapitaaleis voor kredietrisico. Voor kleinere banken wordt het zelfs meer dan volledig gecompenseerd. Een ander gevolg op het invoeren van het Bazel II akkoord is dat de relatie met de bankier of met de bankdirecteur niet kunnen worden geïntegreerd in het risicomodel. Het speelt dus geen dominante factor meer bij de kredietbeslissing. 2.6 Kritiek op het Bazel II akkoord Bazel II tracht een antwoord te bieden op de tekortkomingen van het eerste Bazelakkoord. Net zoals het Bazel I akkoord blijft het Bazel II akkoord niet gespaard van kritiek. In zijn werk beschrijft Hall (2004) een aantal kritieken op de 3 pijlers van het akkoord. Voor de eerste pijler houdt de gestandaardiseerde methode geen rekening met de correlatie tussen de verschillende risico s. Verder zou er blijvende onenigheid zijn voor het schatten van risico s voor bepaalde kredieten. Hall (2004) stelt dan weer dat de tweede pijler niet exhaustief genoeg is. Deze had ook informatie moeten bevatten over hoe men in een vroeg stadium dient in te grijpen en hoe de toezichthouders de doelstellingen kunnen behalen. Pijler 3 gaat volgens Hall (2004) niet ver genoeg. Marktdiscipline zal niet beginnen spelen door enkel vrijgeven van informatie. Het comité had de banken moeten verplichten om een zekere proportie achtergestelde schulden uit te geven. Dit zou zorgen voor onverzekerde bankcrediteurs, deze zullen een financiële motivatie hebben om banken in de gaten te houden en de kredietpolitiek aan banden te leggen. 20
De solvabiliteitsratio van het Nederlandse bankwezen
De onrust op de financiële markten heeft tot verscherpte aandacht geleid voor de solvabiliteit van banken, de mate waarin hun vermogen de mogelijke verliezen op (risicogewogen) activa dekt en een voldoende
Nadere informatieHerstructurering van swaps Hoe bereik je een Win/Win? 17 mei 2017
Herstructurering van swaps Hoe bereik je een Win/Win? 17 mei 2017 Swapcontracten 1 Typische kenmerken o.a: - geen onderpand - break clausules Gelijkwaardigheid? Bank is calculation agent Cross default
Nadere informatieToenemende concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt
Toenemende concurrentie op de Nederlandse hypotheekmarkt FEBRUARI 2016 www.dmfco.nl Met de toenemende beleggingen van Nederlandse pensioenfondsen in Nederlandse hypotheken kent de hypotheekmarkt nu drie
Nadere informatieNIBE-SVV, 2013 OEFENEXAMEN ALGEMENE OPLEIDING BANKBEDRIJF
NIBE-SVV, 2013 OEFENEXAMEN ALGEMENE OPLEIDING BANKBEDRIJF 1. Bij welke activiteit handelt een bank NIET op de financiële markten? A. Bij activiteiten uit hoofde van de transformatiefunctie. B. Bij activiteiten
Nadere informatieUniforme brief aan de kredietinstellingen en de beursvennootschappen
Prudentieel beleid PPB Brussel, 3 juni 2005 PPB/56 Uniforme brief aan de kredietinstellingen en de beursvennootschappen Geachte mevrouw, Geachte heer, Op 26 juni 2004 heeft het Bazelcomité een document
Nadere informatiezorg financiering in 2014 en verder Anja van Balen Sector Banker Zorg ABNAMRO
zorg financiering in 2014 en verder Anja van Balen Sector Banker Zorg ABNAMRO Financiering in een reguliere bancaire omgeving Miti ganten Jaar verslag Basel 3 kosten van financiering Basel 3 Wat houdt
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst) (2014/908/EU)
16.12.2014 L 359/155 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 12 december 2014 betreffende de gelijkwaardigheid van de toezicht- en reguleringsvereisten van bepaalde derde landen en grondgebieden ten behoeve
Nadere informatieJa, hier ben ik mee bekend. Voor mijn reactie op dit bericht verwijs ik naar de antwoorden op de onderstaande vragen.
2015Z03278 Vragen van de leden Aukje de Vries en Van der Linde (beiden VVD) aan de ministers van Financiën en voor Wonen en Rijksdienst over het bericht "ABN AMRO CFO: Nieuwe kapitaalbodems kunnen buffer
Nadere informatiebankfinanciering / bedrijfswaardering
bankfinanciering / bedrijfswaardering Masterclass Internationaal ondernemen in de tuinbouw 4 November 2015 H.A.Rijken 1 MKB financiering: bankiersperspectief 1 Relatieve kredietwaardigheid in het MKB 2
Nadere informatieDefinitieve richtsnoeren
EBA/GL/2017/03 11/07/2017 Definitieve richtsnoeren betreffende de koers voor de omzetting van vreemd vermogen in eigen vermogen bij een bail-in 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status van deze
Nadere informatieDe bank is zelf nog altijd het beste financieringsalternatief voor het MKB
De bank is zelf nog altijd het beste financieringsalternatief voor het MKB Seminar alternatieve financieringsvormen MKB Modulair MBA Nyenrode ism LLTB 1 juli 2014, Breukelen H.A. Rijken Vrije Universiteit
Nadere informatieDe premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd:
Welke zekerheden en garanties werden er ingebouwd in de groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de lokale besturen? De premies die de tijdelijke handelsvennootschap
Nadere informatieIslamitisch bankieren en toezicht
Islamitisch bankieren is een groeimarkt wereldwijd. Ook in Nederland neemt de potentiële vraag toe en hebben diverse financiële ondernemingen interesse getoond. Islamitisch bankieren voldoet aan de zogenoemde
Nadere informatieDefinitieve richtsnoeren
EBA/GL/2017/02 11/07/2017 Definitieve richtsnoeren inzake het onderlinge verband tussen de volgorde van afschrijving en omzetting volgens BRRD en CRR/CRD 1. Nalevings- en rapportageverplichtingen Status
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
27.12.2017 Publicatieblad van de Europese Unie L 345/27 VERORDENING (EU) 2017/2395 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft
Nadere informatieAfdeling 1. Algemene bepalingen, definities en toepassingsgebied
1. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN XX-XX-2013. Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België op het eigen vermogen van de instellingen voor elektronisch geld
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie
Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%
Nadere informatieStrategische review 2013-2017. 14 mei 2013
Strategische review 2013-2017 14 mei 2013 Samenvatting Duidelijke keuze voor positionering als gespecialiseerde, onafhankelijke wealth manager Ons doel is behoud en opbouw van vermogen voor klanten Wij
Nadere informatieEUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2018) 1674 final
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.03.2018 C(2018) 1674 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Staatssteun SA.48350 (2017/N)
Nadere informatieKrediet en risico. Risicoprofiel van de onderneming. 1. Wat is de betekenis van krediet? 2. Hoe komt een krediet tot stand? 3. Wat is kredietrisico?
Krediet en risico Risicoprofiel van de onderneming 1. Wat is de betekenis van krediet? Van Dale: krediet = vertrouwen dat gesteld wordt in het vermogen tot betalen van een persoon of een onderneming, bereidwilligheid
Nadere informatie1) Toelichting op de componenten waaruit de rentevergoeding bestaat. De gevraagde rentevergoeding op de lening bestaat uit twee componenten.
Bijlage: Beoordelingssysteem ratingcategorie en rentetarief Algemeen Deze bijlage geeft uitleg over de opbouw van de rentevergoeding welke gevraagd wordt over de verstrekte lening. Vervolgens wordt toegelicht
Nadere informatieAMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken
23.11.2017 A8-0255/ 001-001 AMENDEMENTEN 001-001 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Peter Simon A8-0255/2017 Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 291/84 VERORDENING (EU) 2017/1989 VAN DE COMMISSIE van 6 november 2017 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen
Nadere informatiePraktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018
Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018 - De verzekeringsmakelaars die hun beroepsactiviteiten uitoefenen in één of meerdere levensverzekeringstakken. - De andere verzekeringstussenpersonen
Nadere informatieBNG Bank draagt bij aan oplossing maatschappelijke uitdagingen
P ERSBERICHT H ALFJAARCIJFERS 2016 BNG Bank draagt bij aan oplossing maatschappelijke uitdagingen Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bngbank.nl Duurzaamheid belangrijk deel van de strategie
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en)
Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 5 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0360 (COD) 8855/17 LIMITE PUBLIC EF 89 ECOFIN 330 CCG 11 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap
Nadere informatieSyllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A
Syllabus en voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Modules: Bedrijfsdoelstellingen & kengetallen Financiële administratie Kosten & prijzen Bedrijfsvorm & wetgeving EBC*L International,
Nadere informatieGOF. Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen
Belgische gedragscode voor veiliger gsm-gebruik door jonge tieners en kinderen Voorwoord In februari 2007 ontwikkelden de Europese mobiele providers en content providers een gezamenlijke structuur voor
Nadere informatieOnderzoek naar de hypothecaire kredietverstrekking en de erkenningsvoorwaarden bij een aantal erkende kredietmaatschappijen.
Vlaamse overheid Inspectie RWO Afdeling Toezicht Financiële toezichthouders en cel Financiële controle Onderzoek naar de hypothecaire kredietverstrekking en de erkenningsvoorwaarden bij een aantal erkende
Nadere informatie10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS
10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS Wat is er veranderd? Banken moeten aanzienlijk strengere regels volgen Na de crisis zijn er duizenden pagina s wetgeving gekomen om in de toekomst het risico op een crisis
Nadere informatieSTAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN
C.D.V. - D. 135/D/COR1 STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (Belgische toezichthouder inzake verzekeringen) betreffende
Nadere informatieGereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur
Gereglementeerde informatie* Brussel, Parijs, 10 oktober 2011 5.30u Gewijzigde versie 10 oktober 2011, 11uur De Belgische, Franse en Luxemburgse nationale overheden verlenen Dexia aanzienlijke steun bij
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN
COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Prudentieel Toezicht Brussel, 15 april 1996 CIRCULAIRE Dl 96/2 AAN DE KREDIETINSTELLINGEN Geachte mevrouw, Geachte heer, Betreft : Tenuitvoerlegging van het reglement
Nadere informatieUitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie. Financial Forum Gent, 29 mei 1
Uitdagingen voor een financiële sector ten dienste van mens en economie Financial Forum Gent, 29 mei 1 Agenda 19.00u. Welkomstwoord 19.15u. Presentatie door Michel Vermaerke, Gedelegeerd Bestuurder Febelfin
Nadere informatieDOOHHQYRRU0RVOLPVEHVWHPG]RX]LMQ.(suggestie: zorg dat je bruto inkomen de komende jaren
6XJJHVWLHVQDDUDDQOHLGLQJYDQGHYHUNHQQHQGHDQDO\VHdeel I: De Nederlandse Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) DNB hebben een verkennende analyse over Islamitisch financieren gepubliceerd.
Nadere informatieAddendum bij prospectus 18 december Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen
Addendum bij prospectus 18 december 2017 Zwitserleven Institutionele Beleggingsfondsen 18 juni 2018 Inhoudsopgave 1 Wijziging Hoofdstuk 8 - Risicofactoren en risicomanagement, paragraaf 8.4.3 Tegenpartijrisico
Nadere informatieSolvency II: Impact op Financiële instellingen
Solvency II: Impact op Financiële instellingen Op weg naar een risico georiënteerde financiële branche Eye on Insurance 9 December 2009 Niek Hoek Agenda Belang risico management voor financiële instellingen
Nadere informatieImplementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG
Implementatie Regeling beheerst beloningsbeleid Wft 2011 bij BNG Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bng.nl Vastgesteld door de Raad van Bestuur op en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen
Nadere informatieEUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID)
EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID) EEN BETERE BESCHERMING VAN DE BELEGGER INHOUD MEER TRANSPARANTIE VOOR BELEGGINGSDIENSTEN 3 DE VOORNAAMSTE THEMA S 4 VOORDELEN
Nadere informatieDe belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:
De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de FOD Economie waarschuwen voor formules voor hypothecaire kredieten met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten De FSMA
Nadere informatieControleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van
Nadere informatieVragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de minister van Financiën over het bericht Bank is voortaan vaag over kapitaaleis. (ingezonden 1 februari 2017)
2017Z01442 Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de minister van Financiën over het bericht Bank is voortaan vaag over kapitaaleis. (ingezonden 1 februari 2017) 1 Bent u bekend met het bericht Bank is
Nadere informatieNieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 776 Brief van de minister van Financiën Aan de Voorzitter
Nadere informatieM1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
2004O0013 NL 22.12.2004 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van
Nadere informatieDelhaize Groep NV Osseghemstraat 53 1080 Brussel, België Rechtspersonenregister 0402.206.045 (Brussel) www.delhaizegroep.com
Delhaize Groep NV Osseghemstraat 53 1080 Brussel, België Rechtspersonenregister 0402.206.045 (Brussel) www.delhaizegroep.com BIJZONDER VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR OPGESTELD IN UITVOERING VAN DE ARTIKELEN
Nadere informatieCirculaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen
Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen
Nadere informatieInvesteer nu in een duurzame toekomst.
Investeer nu in een duurzame toekomst. Investeer in de groei van Bij werkt uw geld aan een duurzame samenleving waarin levenskwaliteit centraal staat. U kunt daaraan bijdragen door certificaten van aandelen
Nadere informatieBâloise Vie Luxembourg (LPS) Infographic. Overview. uitgave 2018
Bâloise Vie Luxembourg (LPS) Infographic Overview uitgave 2018 Kerncijfers per 31/12/2017 > Bâloise Vie Luxembourg Focus op het vrije verkeer van diensten (VVD) voor aan fondsen gekoppelde levensverzekeringsproducten.
Nadere informatieVeranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken
Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen
Nadere informatieSamenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s
Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische
Nadere informatieSAMENVATTING. Toepasselijk recht. Op het aanbod is Nederlands recht van toepassing. Rechten verbonden aan de certificaten van aandelen
SAMENVATTING Dit hoofdstuk is een samenvatting (de Samenvatting) van de essentiële kenmerken en risico s met betrekking tot de Uitgevende instelling(stichting administratie kantoor aandelen Triodos Bank),
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieFinancieren anno 2015 BDO M&A - Debt Advisory Strategisch financieringsadvies
Financieren anno 2015 BDO M&A - Debt Advisory Strategisch financieringsadvies drs. Roel van der Sar RC RV Manager Corporate Finance Debt Advisory Introductie drs. Roel van der Sar RC RV Senior Manager
Nadere informatieDe kosten van ongeborgde financiering voor woningcorporaties
De kosten van ongeborgde financiering voor woningcorporaties Finance Ideas 24 november 2011 Nieuwe financiële realiteit voor woningcorporaties Woningcorporaties maken zich klaar voor een nieuwe realiteit
Nadere informatieRichtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule
EIOPA-BoS-14/174 NL Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +
Nadere informatieDe kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE
De kracht van een pertinente en duurzame strategie PERSCONFERENTIE 23.02.2018 Nettoresultaat stijgt met 13% +13% 606 m 2 Solvabiliteit (na dividend) duurzaam op hoog niveau Common Equity Tier 1 Basel III
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
2.6.2015 L 135/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/850 VAN DE COMMISSIE van 30 januari 2015 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 241/2014 tot
Nadere informatieUitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009
Uitkomsten DNB macro-stresstest zomer 2009 Stresstesting wordt door DNB al een aantal jaren gebruikt als instrument voor het financiële stabiliteitsbeleid en het prudentiële toezicht. Deze zomer is opnieuw
Nadere informatieEffectenleningen en cessies-retrocessies van effecten
Circulaire _2009_29 dd. 30 september 2009 Effectenleningen en cessies-retrocessies van effecten Toepassingsveld: Verzekeringsondernemingen onderworpen aan de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle
Nadere informatieA8-0255/2 AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie
23.11.2017 A8-0255/2 Amendement 2 Roberto Gualtieri namens de Commissie economische en monetaire zaken Verslag A8-0255/2017 Peter Simon Overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering
Nadere informatieCOUNTRY PAYMENT REPORT 2015
COUNTRY PAYMENT REPORT 15 Het Country Payment Report is ontwikkeld door Intrum Justitia Intrum Justitia verzamelt informatie bij duizenden bedrijven in Europa en krijgt op die manier inzicht in het betalingsgedrag
Nadere informatieWERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement
Nadere informatieMarktrisico Non-life risico Tegenpartij kredietrisico Operationeel risico Correlatie effecten totaalniveau 500,0% 400,0% 300,0% 200,0% 100,0% 0,0%
Aan: Van: Directie, XYZ verzekeraar Arcturus Datum: 25 oktober 2010 Betreft: Rapportage QIS 5 op basis boekjaar 2009 (FICTIEF) Management Samenvatting DNB heeft in augustus 2010 verzekeraars gevraagd om
Nadere informatiePERSBERICHT. Propertize op koers met afbouw. Utrecht, 3 juli 2015
PERSBERICHT Propertize op koers met afbouw Utrecht, 3 juli 2015 Propertize heeft op 3 juli 2015 zijn Jaarverslag 2014 gepubliceerd. Uit de cijfers blijkt dat de netto omvang van de portefeuille aan vastgoedfinancieringen
Nadere informatieEMPEN C REDIT L INKED N OTE
EMPEN C REDIT L INKED N OTE per juli 2011 Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico Profiteer van een aantrekkelijke rente met een beperkt risico De Europese rente staat momenteel op
Nadere informatieBâloise Vie Luxembourg (LPS) Infographic Overview. uitgave 2016
Bâloise Vie Luxembourg (LPS) Infographic Overview uitgave 2016 Kerncijfers per 31/12/2015 > De Baloise-groep De Baloise-groep werd opgeicht in het Zwitserse Bazel en is een Europese aanbieder van verzekerings-
Nadere informatieBankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE
Bankverzekeren, klantentevredenheid, inkomstendiversifiëring: de kracht van een pertinent businessmodel PERSCONFERENTIE 10.08.2018!1 Uitdagende macro-economische omgeving 1. Historisch lage rentevoeten
Nadere informatieHigh Yield Bonds: de kameel van de bond markt?
High Yield Bonds: de kameel van de bond markt? 1. In veel beleggingsportefeuilles komen high yield bonds voor. Er zijn beleggers die er van uitgaan dat het dan gaat om gewone bedrijfsobligaties die een
Nadere informatieBasel III. nota. info
info nota Basel III Basel Committee on Banking Supervision Wat? Het Baselcomité werd in 1974 opgericht door de gouverneurs van 10 centrale banken, waaronder de Belgische. Aanleiding was het faillissement
Nadere informatieCONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN DE VOORZITTER
CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN DE VOORZITTER Brussel, 2 ê. J3. Dt O. ref. : Dienst Hypothecaire Kredieten / C A. Mettepenningen - S 02/737.07.63 Betreft : Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair
Nadere informatie02016Y0312(02) NL
02016Y0312(02) NL 21.09.2018 004.001 1 Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn
Nadere informatieDexia. Resultaten van het 3 e kwartaal van /11/2016
Dexia Resultaten van het 3 e kwartaal van 2016 17/11/2016 Een gunstigere financiële omgeving dan in de vorige kwartalen Voortzetting van het soepele monetaire beleid, in een context van zwakke groei Stabilisering
Nadere informatieSTUDIE (F)050908-CDC-455
Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS STUDIE
Nadere informatieSchiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013
Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol
Nadere informatieRichtsnoeren inzake aanvullend vermogen
EIOPA-BoS-14/167 NL Richtsnoeren inzake aanvullend vermogen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. + 49 69-951119-19; email: info@eiopa.europa.eu
Nadere informatieCommissie economische en monetaire zaken ONTWERPVERSLAG. over betere toegang tot financiering voor kmo's (2012/2134(INI))
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie economische en monetaire zaken 2012/2134(INI) 19.9.2012 ONTWERPVERSLAG over betere toegang tot financiering voor kmo's (2012/2134(INI)) Commissie economische en monetaire
Nadere informatie3. Kerncijfers en resultaten 2018 GRI 102-7, 103-2, 103-3, 201-1, FS 6
3. Kerncijfers en resultaten 218 GRI 12-7, 13-2, 13-3, 21-1, FS 6 3.1 Financiële resultaten nettowinst & Return on Equity (in miljoen euro en %) taksen en bijdragen aan overheid, toezichthouders en beroepsverenigingen
Nadere informatieIn economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:
Hoofdstuk 4 Monetair beleid gaat over de nationale munt, valuta en bankieren. Monetair beleid wordt bepaald door de centrale bank. Fiscaal beleid gaat over overheidsuitgaven en belastingheffing. Samen
Nadere informatieCorporate Governance Charter
Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieFinancieel Management
3de bach TEW Financieel Management samenvatting : hoorcolleges aangevuld uit boek Q www.quickprinter.be uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen 162 6,00 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be
Nadere informatieRichtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen
EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +
Nadere informatieGlobal Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014
Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen
Nadere informatieNadere uitwerking van het treasurystatuut voor het verstrekken van leningen en garantie aan derden, inclusief toelichting (januari 2010).
Nadere uitwerking van het treasurystatuut voor het verstrekken van leningen en garantie aan derden, inclusief toelichting (januari 2010). 1. Algemeen 1.1 De gemeente Eindhoven gaat alleen over tot het
Nadere informatieRichtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07
Bijlage Circulaire NBB_2018_07 RICHTSNOEREN BETREFFENDE DE UNIFORME OPENBAARMAKING VAN EBA/GL/2018/01 16/01/2018 Richtsnoeren betreffende de uniforme openbaarmaking uit hoofde van artikel 473 bis van Verordening
Nadere informatieMPC PRIVATE EQUITYFONDS
MPC PRIVATE EQUITYFONDS GLOBAL 8 CV GRONINGEN Financieel verslag 2011 MPC Private Equityfond Global 8 CV Groningen JAARVERSLAG Hierbij bieden wij u het jaarverslag 2011 aan van MPC Private Equityfonds
Nadere informatieOverzicht standaard risicoprofielen. November 2016
Overzicht standaard risicoprofielen November 2016 Standaard risicoprofielen Beleggingsadvies Risicoprofielen Cautious Conservative Core Growth Max Growth Min Target Max Min Target Max Min Target Max Min
Nadere informatieResultaten flitsevaluatie kredietreclame. 1. Naleving van de regelgeving
Resultaten flitsevaluatie kredietreclame 1. Naleving van de regelgeving In de onderzoeksperiode is op twee momenten een aantal reclame-uitingen en kredietprospectussen inhoudelijk beoordeeld. Op het eerste
Nadere informatieONTWERP 18.5.2006 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over de herziening van de methode waarmee de referentiepercentages worden vastgesteld
NL ONTWERP 18.5.2006 MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over de herziening van de methode waarmee de referentiepercentages worden vastgesteld 1. REFERTIE- DISCONTERINGSPERCTAGES In het kader van het toezicht
Nadere informatieDoe veilig zaken het is gedekt!
Doe veilig zaken het is gedekt! Vooruitgang brengt altijd risico s met zich mee Frederick B. Wilcox Waar ligt u s nachts wakker van? Zorgen over niet betaald worden? Geen bankkrediet verkrijgen? Cashflow
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt
Nadere informatieInhoud. Voorwoord Samenvatting ESRB Jaarverslag 2013 Inhoud 3
Jaarverslag 2013 Jaarverslag 2013 Inhoud Voorwoord... 4 Samenvatting... 5 ESRB Jaarverslag 2013 Inhoud 3 Voorwoord Mario Draghi Voorzitter van het Europees Comité voor Systeemrisico s Het doet mij veel
Nadere informatieVERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER
VERKLARING OMTRENT MENSENRECHTENBELEID VAN UNILEVER Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven alleen succesvol kunnen zijn in maatschappijen waarin mensenrechten beschermd en gerespecteerd worden. Wij erkennen
Nadere informatieMichiel Verbeek, januari 2013
Michiel Verbeek, januari 2013 1 2 Eens of oneens? De bankiers zijn schuldig aan de kredietcrisis. De huidige economische crisis is het gevolg van de kredietcrisis van 2008. Als een beurshandelaar voor
Nadere informatieDexia. Jaarresultaten /03/2018 Presentatie aan de pers
Dexia 01/03/2018 Presentatie aan de pers Een dynamisch beheer om de uitvoering van het geordende resolutieplan veilig te stellen (1/2) Verkleining van de voetafdruk van de Groep Daling van het balanstotaal
Nadere informatieGlobal Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013
Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen
Nadere informatieBrussel, 22 november 2006 112206 Advies Europees beleid intellectuele eigendommen Advies Europees beleid met betrekking tot intellectuele eigendommen
Brussel, 22 november 2006 112206 Advies Europees beleid intellectuele eigendommen Advies Europees beleid met betrekking tot intellectuele eigendommen 1. Inleiding De SERV werd op 3 november 2006 om advies
Nadere informatieObligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie
Obligaties een financieringsinstrument en een beleggingscategorie Mr A. van Dijk RBA 1 Inleiding Wat zijn obligaties? Kenmerken Rendement Risico Obligatiesoorten 2 Kenmerken van Obligaties Vordering Vaste
Nadere informatiePERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro
PERSBERICHT Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro Op 19 oktober 2008 is bekend gemaakt dat ING haar kapitaal verder heeft versterkt met behulp van de Nederlandse overheid. De solvabiliteit,
Nadere informatie