Uitvoeringsschetsen Accommodaties en Voorzieningen in Deventer. Status: vastgesteld in B&W Datum: 21 augustus 2007

Transcriptie

1 Uitvoeringsschetsen Accommodaties en Voorzieningen in Deventer Status: vastgesteld in B&W Datum: 21 augustus 2007

2 Inhoudsopgave Overzicht kaarten... 3 Lijst van gebruikte afkortingen... 3 Leeswijzer Inleiding... 5 Afbakening... 6 Rollen van de gemeente Bezuinigingsopties... 8 Taakstelling en overwegingen... 8 Bezuinigingsscenario s... 8 Overzicht bezuinigingsopties... 9 Verplaatsing van activiteiten Thematische uitwerking Jongeren Brede school Multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn...18 Civil society Gebiedsgerichte uitwerking Wijk Wijktypering Binnenstad De Hoven Wijk Wijktypering Zandweerd zuid / Zwolse wijk Voorstad centrum Voorstad oost Wijk Wijktypering Rivierenwijk/ Hoornwerk/ Raambuurt/ Knutteldorp/ Bergweide Wijk Wijktypering Keizerslanden Zandweerd noord/ Borgele/ Platvoet Wijk 5a Wijktypering Colmschate noord Wijk 5b Wijktypering Colmschate zuid Buitengebied Wijktypering Diepenveen Schalkhaar Bathmen Lettele/Okkenbroek Hoe verder? Jongeren Brede school Multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn...58 Civil society Maatschappelijk vastgoed Bijlage 1: Financiële achtergrondinformatie bezuinigingsopties Bijlage 2: Kaarten bestaande situatie... 63

3 Overzicht kaarten kaart nr.1 Toekomstbeeld jongerenvoorzieningen kaart nr.2 Toekomstbeeld brede scholen kaart nr.3 Toekomstbeeld multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn kaart nr.4 Toekomstbeeld civil society kaart nr.5 Binnenstad kaart nr.6 De Hoven kaart nr.7 Zandweerd zuid/ Zwolse wijk kaart nr.8 Voorstad centrum kaart nr.9 Voorstad Oost kaart nr.10 Rivierenwijk/ Hoornwerk/ Raambuurt/ Knutteldorp/ Bergweide kaart nr.11 Keizerslanden kaart nr.12 Zandweerd noord/ Borgele/ Platvoet kaart nr.13 Colmschate noord kaart nr.14 Colmschate zuid kaart nr.15 Diepenveen kaart nr.16 Schalkhaar kaart nr.17 Bathmen kaart nr.18 Lettele/ Okkenbroek Kaart nr.19 basisonderwijs Kaart nr.20 voortgezet onderwijs, MBO en HBO Kaart nr.21 culturele instellingen en bibliotheek Kaart nr.22 gezondheidszorg deel I (huisartsen en tandartsen) Kaart nr.23 gezondheidszorg deel II (apotheken, fysiotherapie en verloskundigen) Kaart nr.24 intramurale voorzieningen Kaart nr.25 kinderopvang en peuterspeelzalen Kaart nr.26 buurthuizen en activiteitencentra Kaart nr.27 jongerenvoorzieningen Kaart nr.28 sport en recreatie Lijst van gebruikte afkortingen wsz: woonservicezone wvc: wijkvoorzieningencentrum EHL: Etty Hillesum Lyceum psz: peuterspeelzaal mfa: multifunctionele accommodatie IHP: Integraal huisvestingsplan (onderwijshuisvesting) GAE: Go Ahead Eagles

4 Leeswijzer Voor u ligt de nota Uitvoeringsschetsen accommodaties en voorzieningen in Deventer. Deze uitvoeringsschetsen zijn een uitwerking van kadernota Voorzieningen en accommodaties in Deventer vastgesteld door de gemeenteraad in juni Deze Uitvoeringsschetsen bevat een beschrijving op hoofdlijnen van de gewenste ontwikkelingen ten aanzien van gebouwde voorzieningen op sociaal maatschappelijk terrein. In de inleiding wordt het kader nader beschreven, evenals de afbakening en de rol van de gemeente. Hoofdstuk 2 bevat de achtergrond van de bezuinigingstaakstelling en een overzicht van bezuinigingsopties waarmee de financiële taakstelling ingevuld kan worden. Daarbij wordt een relatie gelegd met de toekomstvisie op accommodaties. De opties voor de bezuinigingen worden in drie delen gepresenteerd, waarbij er sprake is van een oplopende spanning met de wensen voor de toekomst. In hoofdstuk 3 volgt een beschrijving van de verschillende typen accommodaties die we nodig hebben, te weten accommodaties voor jongeren, brede school, multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn en accommodaties voor civil society. In hoofdstuk 4 volgt een gebiedsgerichte uitwerking. Kort wordt een wijktypering gegeven en daarna een uitgebreide toelichting op de gewenste situatie met motivatie en consequenties op hoofdlijnen. In het laatste hoofdstuk wordt aangegeven hoe de uitvoering ter hand wordt genomen. 4

5 1. Inleiding Het is de ambitie van de gemeente Deventer om binnen het sociale domein samen met inwoners en instellingen te bouwen aan wijken en dorpen waar het prettig leven is. Dit is in het najaar van 2004 vastgesteld in de Sociale Structuurvisie. De gemeente heeft hiervoor een aantal uitgangspunten opgesteld: Eigen initiatief en verantwoordelijkheid van burgers en instellingen; Gebruik maken van de kracht van de stad; Versterking van de regierol van de gemeente, zowel op beleids- als uitvoeringsniveau; Minder beleid, meer doen. Om richting te geven aan de inzet van capaciteit en middelen is bovendien een aantal prioritaire thema s benoemd: Jeugd en onderwijs Binden van het economisch en creatief potentieel aan Deventer; Zorgvragers (ouderen, gehandicapten e.d.) in stad en dorp; Samenhang in voorzieningen met de ruimtelijke, economische en veiligheidspijler; Bevorderen van sociaal burgerschap. Deze thema s zijn verder uitgewerkt in het Sociaal Programma Voor het accommodatiebeleid zijn 2 sporen van bijzonder belang: het ontwikkelen van een gebiedsgericht aanpak uit het thema jeugd en onderwijs zelfstandig wonen uit het thema zorgvragers; Als eerste stap in de ontwikkeling van accommodatiebeleid is vervolgens onderzoek gedaan naar de huidige situatie omtrent voorzieningen en accommodaties. Dit is gespiegeld aan de veranderingen in vraagpatronen en maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, extramuralisering, dagarrangementen voor kinderen en jeugd, individualisering en ondersteuning van kwetsbare burgers. Hieruit zijn acht aanbevelingen geformuleerd waarmee de accommodaties en voorzieningen toekomstbestendig kunnen worden gemaakt. De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport de Hardware van Deventer, sociale pijler op weg naar de toekomst. Het onderzoeksrapport en de standpunten van de gemeenteraad over de aanbevelingen vormen tezamen de kadernota accommodatiebeleid, vastgesteld op 28 juni Deze uitvoeringsschetsen zijn een verdere uitwerking hiervan. Hierin geven wij een beschrijving op hoofdlijnen van de gewenste ontwikkelingen ten aanzien gebouwde voorzieningen op sociaal maatschappelijk terrein. De tekst wordt ondersteund door kaartmateriaal. De wensbeelden voor de toekomst zijn geïntegreerd in de tekst. In bijlagen 2 is de huidige situatie opgenomen. De schetsen moeten vooral gelezen worden als richtinggevende uitspraken aan toekomstige ontwikkelingen. Sommige ontwikkelingen kunnen al redelijk concreet omschreven worden, andere slechts globaal. Ontwikkelingen die op korte termijn moeten plaatsvinden staan er concreet in. Indien de realisatie op middellange en lange termijn beoogd is, is de beschrijving veel algemener van aard. Steeds is aangegeven of we de ontwikkeling op de korte of langere termijn willen realiseren. Ten aanzien van alle ontwikkelingen geldt dat de realisatie onder voorbehoud is van voldoende financiële middelen, medewerking van betrokken partijen, politiek en bestuurlijk draagvlak en draagvlak onder bewoners (indien van toepassing). Tevens geven we inzicht in de manier waarop de taakstellende bezuiniging ter grootte van ingevuld zou kunnen worden, en wat de consequenties hiervan zijn. Om de taakstelling in volle omvang te halen moeten er keuzes gemaakt worden, die veelal pijnlijk zijn voor de vele gebruikers van de betreffende accommodaties. Zoveel mogelijk geven we oplossingen en alternatieven aan voor knelpunten die door sluiting van accommodaties ontstaan. De uitvoering van bezuinigingen zal leiden tot het sluiten van bepaalde accommodaties. Daarbij is het onvermijdelijk dat bepaalde activiteiten verplaatst moeten worden naar alternatieve locaties. Wij denken de benodigde ruimte te kunnen vinden in sportaccommodaties, speeltuinverenigingen, kerken en moskeeën, (brede) scholen, accommodaties voor zorg en welzijn. In de uitvoeringsschetsen per wijk 5

6 staan mogelijke alternatieve locaties voor civil society opgesomd. In veel gevallen is de beschikbaarheid en toegankelijkheid van deze alternatieven nog niet tot in detail onderzocht. Afhankelijk van de uitkomsten van de discussies met externe partijen en de gemeenteraad kan dit verder opgepakt worden. Het vinden van alternatieve locaties achten wij primair een verantwoordelijkheid van de organisatoren van de betreffende activiteiten. Wel zal de gemeente waar mogelijk meedenken en zoeken. Afbakening De uitvoeringsschetsen zijn in eerste instantie functioneel, thematisch georiënteerd. Het is geen investeringsplanning, zoals het Integraal huisvestingsplan voor onderwijshuisvesting (IHP). Hoewel waar mogelijk financiële consequenties zijn aangeven, is het voor deze schetsen van ondergeschikt belang welke partij ontwikkelt en/of investeert, en hoe dit verder geregeld wordt. Dat zal per project verder uitgezocht en georganiseerd moeten worden. De uitvoeringsschetsen beperken zich tot gebouwde voorzieningen. De ontwikkelingen en ambities ten aanzien van voorzieningen in termen van personeel en/of formatie moeten in een later stadium opgepakt worden. Thematische afbakening vindt plaats op basis van de geprioriteerde thema s zoals vastgesteld in de accommodatienota; accommodaties voor oudere jeugd, brede school, multifunctionele accommodaties voor zorgvragers en ruimte voor civil society. De schetsen richten zich niet primair op sportvoorzieningen, vestiging van gezondheidszorginstellingen, cultuur en kinderopvang. Alleen waar evidente relaties liggen die van invloed zijn op de gewenste ontwikkeling wordt dit in de schetsen aangestipt. (In inventariserende zin zijn de betreffende voorzieningen wel opgenomen in de bijlage 2: kaart nr. 19 t/m nr. 28). De stedelijke cultuurvoorzieningen blijven volledig buiten beschouwing. Beleidsontwikkelingen accommodaties voor cultuur (Filmhuis, Theater Bouwkunde, musea) worden opgenomen in de nog vast te stellen nota Investeren in Cultuur. Ook de wens voor een decentrale vestiging van bibliotheek en cultuureducatie in Deventer Oost wordt daarin meegenomen. Kinderopvang (kinderdagopvang en buitenschoolse opvang) en peuterspeelzalen worden hier niet afzonderlijk behandeld, maar wel meegenomen als onderdeel van brede school ontwikkelingen of de realisatie van wijkvoorzieningencentra. Het beleid voor sportaccommodaties in vastgelegd in de sportnota Deventer in Beweging uit 1998 en de actualisatie van de sportnota uit In deze uitvoeringsschetsen worden ontwikkelingen met betrekking tot sportaccommodaties niet afzonderlijk behandeld. Wel krijgen sportaccommodaties een functie in het bieden van ruimte voor de civil society. In overleg met besturen van sportverenigingen kan van geval tot geval bekeken worden welke ruimten geschikt zijn, of kunnen worden gemaakt, voor activiteiten van de civil society. Ook ligt het voor de hand in de toekomst multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties meer te stimuleren en ruimtelijk te faciliteren. De uitwerking hiervan zal worden opgenomen in een update van de sportnota die wordt verwacht in De planning en investeringen in de huisvesting van het basisonderwijs en binnensportvoorzieningen (gymen sportzalen) zijn opgenomen in het IHP. Die planning wordt hier niet herhaald. Wel worden beide op elkaar afgestemd, zodat ontwikkelingen op elkaar aansluiten en waar mogelijk versterken (met name brede school ontwikkeling). Ontwikkelingen die voortkomen uit de herstructureringsprocessen in de Rivierenwijk en Keizerslanden zijn input voor deze uitvoeringsschetsen. Voor zover de ontwikkelingen met betrekking tot voorzieningen en accommodaties in die gebieden nu bekend zijn, zijn ze opgenomen in de schetsen. Voor Keizerslanden, waar diverse accommodatieontwikkelingen op elkaar afgestemd moeten worden, vindt afstemming plaats met het Woonbedrijf ieder1. Rollen van de gemeente In het accommodatiebeleid heeft de gemeente, afhankelijk van het beleidsterrein, verschillende rollen en sturingsmogelijkheden. Op alle terreinen heeft de gemeente de rol van beleidsregisseur op basis van vastgestelde beleidskaders. Dat houdt in alle gevallen in dat de gemeente partijen stimuleert en 6

7 enthousiasmeert voor ontwikkelingen die de gemeente wenselijk acht, zoals samenwerking in het kader van WMO, Wonen zorg en welzijn en brede scholen. Hieraan gerelateerd wil de gemeente het multifunctioneel gebruik van gebouwen bevorderen. Dit is goed voor de burgers - want die krijgen gemakkelijker toegang tot diverse diensten en voorzieningen - evenals voor de instellingen, omdat zij efficiënter gebruik kunnen maken van beschikbare ruimten en hun aanbod beter op elkaar af kunnen stemmen. Soms beperkt de regierol zich tot vestigingsbeleid en spreiding van voorzieningen, zoals in de kinderopvang, de (gezondheids-)zorg en het voortgezet onderwijs. Inhoudelijk bemoeit de gemeente zich daar niet mee, maar via bestemmingsplannen en eventueel vrijstellingsprocedures kan de gemeente de vestiging en spreiding van voorzieningen faciliteren. In andere gevallen gaat die rol veel verder, namelijk de actieve bemoeienis met investeringen in huisvesting. Dit is het geval op het gebied van welzijn, sportaccommodaties en cultuurvoorzieningen. De gemeente kan op deze terreinen investeringssubsidies beschikbaar stellen. Voor het basisonderwijs is er zelfs een wettelijke verplichting om te zorgen voor voldoende huisvesting. Op een enkel beleidsterrein, zoals welzijn, verzorgt de gemeente zelfs de inhoudelijke aansturing: het opdrachtgeverschap via subsidieverlening. 7

8 2. Bezuinigingsopties Taakstelling en overwegingen Bij de bezuinigingen van 2003 en 2004 is besloten in totaal structureel te bezuinigen op accommodaties ( structureel per , oplopend tot per ) daarvan is gerealiseerd in verband de sluiting van speeltuinvereniging Het Hoornwerk. Voor het overige deel geldt dat de taakstelling per 1 januari 2007 nog niet gerealiseerd kan worden, omdat de uitvoeringsschetsen nog niet gereed zijn. Voor zowel 2007 en 2008 is daarom een bedrag beschikbaar gesteld van , waarmee de realisatie gefaseerd een jaar is uitgesteld. De resterende taakstelling is per en per Uit het onderzoeksrapport van Radar de Hardware van Deventer, sociale pijler op weg naar de toekomst blijkt dat Deventer relatief erg veel vierkante meters heeft voor civil society. Dit rechtvaardigt een besparing op gesubsidieerde gebouwde voorzieningen ( de stenen ). Gelijktijdig moeten de bezuinigingen in het teken staan van de toekomst van onze accommodaties. Er is een tekort aan accommodaties voor jeugdigen, en bestaande accommodaties zijn nog onvoldoende ingericht om in op de groeiende vraag naar diensten op het terrein van wonen, zorg en welzijn en dagarrangementen voor jeugdigen en hun ouders te kunnen voorzien. Kortom de bezuiniging kan alleen op verstandige wijze worden ingevuld als duidelijk is welke accommodaties we voor de toekomst nodig hebben. Bij de concrete invulling van de bezuinigingen moeten we ons afvragen waar onze visie op accommodaties botst met de financiële taakstelling. Duidelijk is in ieder geval dat het financiële kader geen ruimte laat om de transformatie van stenen naar mensen in welzijn in gang te zetten. Om tot de lijst van bezuinigingsopties te komen zijn de volgende criteria gehanteerd: spreiding functionaliteit kwaliteit beheersmogelijkheden bereikbaarheid en toegankelijkheid bezetting sociale cohesie financiële opbrengst beschikbaarheid en toegankelijkheid van alternatieve locaties Er is geen rangorde tussen de criteria. De conclusie of een bepaalde accommodatie moet sluiten of niet betreft steeds een afweging tussen verschillende criteria waarbij niet op voorhand is aan te geven welk criterium de doorslag geeft. In de lijst van bezuinigingsopties hieronder staat geen toelichting of motivering welk criterium de doorslag geeft, daarvoor verwijzen we naar de gebiedsgerichte uitwerking, zodat de motivering in de juiste context blijft staan. Bij elke bezuinigingsoptie is aangegeven waar in de tekst u de motivering kunt terugvinden. Bezuinigingsscenario s De invulling van de bezuinigingen kan op verschillende manieren plaatsvinden. Dat beschrijven we hier. (zie ook bijlage 1 voor meer financiële achtergrond informatie). Indien een gebouw een functiewijziging ondergaat van een gesubsidieerde functie naar een marktgerelateerde functie (bijv. wonen, kinderopvang of zorg) is het duidelijk dat er een besparingsmogelijkheid optreedt. Het volledige subsidiebedrag dat beschikbaar was voor die accommodatie kan dan bezuinigd worden. Indien een gesubsidieerde accommodatie (bijv. een buurthuis) nodig blijft voor andere gesubsidieerde functies (bijv. brede school of een jongerencentrum) of als er sprake is van verplaatsing van functies van het ene gebouw naar het andere, dan zijn er grofweg twee scenario s hoe hier mee om te gaan: 8

9 1. De beschikbare subsidie uit de oude situatie wordt volledig bezuinigd en de huur/exploitatielasten voor de nieuwe situatie moeten door de nieuwe exploitant/gebruikers opgebracht worden. Indien deze nieuwe gebruiker of exploitant de middelen zelf niet of onvoldoende heeft, dan moeten de financiële consequenties t.z.t. opnieuw in besluitvorming worden gebracht. 2. De bezuinigingsomvang per accommodatie wordt mede bepaald door te anticiperen op de exploitatie in de nieuwe situatie. De te verwachten exploitatiekosten worden dan in feite in mindering gebracht op de huidige subsidies voor de exploitatie. Scenario 2 heeft als voordeel dat er later geen of minder financiële claims bij de gemeente worden neergelegd. Nadeel is dat de exploitatie in de nieuwe situatie veelal complex is en moeilijk op voorhand in te schatten. In een multifunctioneel gebouw weet men immers nooit te voren precies welke gebruikers er zullen zijn, hoeveel ruimte zij afnemen, welke financiële middelen zij hiervoor meebrengen en wat dit betekent voor de exploitatie. Het is daarom zuiverder om bij functiebeëindiging of -wijziging eerst alle subsidiemiddelen terug te halen en vervolgens, als de exploitatie van het nieuwe gebouw bekend is, de financiële consequenties daarvan op de eigen merites te beschouwen en daarover indien noodzakelijk opnieuw een besluit te nemen. Dit betekent in praktijk dat indien voor het eerste scenario gekozen wordt dit zeer waarschijnlijk in een later stadium leidt tot tekorten in de exploitatie van multifunctionele gebouwen. In welke mate de rekening daarvan bij de gemeente wordt neergelegd is op dit moment moeilijk in te schatten. Een belangrijk onderdeel van de exploitatiekosten wordt gevormd door de personeelkosten voor beheer (de beheerders). Naar de toekomst toe zijn er risico s in het beheer en de exploitatie. De kosten kunnen stijgen vanwege ruimere openstelling (van s morgens vroeg tot s avonds laat, 7 dagen per week), toegenomen schaalgrootte en grotere diversiteit in het aanbod van voorzieningen, diensten en activiteiten. Bovendien moet in ogenschouw genomen worden dat er op dit moment in de gemeente een tekort bestaat aan beheerders in diverse buurtaccommodaties. Gelet hierop is het erg belangrijk bij multifunctionele accommodaties de exploitatie (ook voorafgaand aan de ingebruikname) goed in beeld te houden. Indien nieuwe exploitatiewijzen financiële consequenties voor de gemeente, zal dit apart ter besluitvorming worden voorgelegd. Verder wordt opgemerkt dat de personeelskosten in accommodaties veelal verschillend van aard zijn. In sommige gevallen is het beheer van de inhoudelijke werkzaamheden strikt gescheiden en betreffen de personeelskosten uitsluitend beheerderfuncties. Dit is met name bij activiteitencentra van Raster het geval. In andere gevallen betreffen de personeelskosten in feite welzijnswerkers die bijvoorbeeld ondersteuning bieden aan de gebruikersgroepen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de SOBD. Indien de personeelskosten uitsluitend bedoeld zijn voor beheer, dan zijn deze betrokken in de bezuinigingsscenario s (zie hieronder). Indien de kosten betrekking hebben op welzijnswerkers zijn deze volledig buiten beschouwing van de bezuinigingen gelaten, omdat een eventuele bezuiniging op die kosten fundamenteel strijdig is met het uitgangspunt uit de accommodatienota van stenen naar mensen in welzijn. Gelet op het bovenstaande zijn twee scenario s voor de bezuinigingen in onderstaand overzicht opgenomen: 1) de volledige subsidie op de exploitatie bezuinigen en 2) bij de bepaling van het bezuinigingsbedrag rekening houden met de nieuwe exploitatiesituatie. De te bezuinigen bedragen zijn dan uiteraard veel lager. U vindt deze scenario s (indien van toepassing) terug in de tweede en derde kolom in het overzicht hieronder. Overzicht bezuinigingsopties De tabel is in drieën gesplitst. Het eerste deel achten wij niet strijdig met de visie op accommodaties (hoewel het natuurlijk per definitie afbreuk doet aan de ambitie van stenen naar mensen in welzijn ). In het tweede deel van de tabel geven wij opties voor bezuinigingen die enigszins op gespannen voet staan met de toekomstvisie. In het derde deel staan opties waarmee weliswaar aan de taakstelling voldaan kan worden, maar die in het licht van de toekomstvisie op accommodaties (uit sociale structuurvisie) ons inziens zeer kritisch bezien moeten worden. Zoals eerder gezegd beperken we ons hier tot het benoemen van de bezuinigingsopties zonder motivering. Voor de motivering verwijzen we naar de gebiedsgerichte uitwerking. Wel is beschreven waar spanning ontstaat met de toekomstvisie op accommodaties. Uitgebreidere financiële informatie per bezuinigingsoptie (onder beheer- en personeelskosten) is opgenomen in bijlage 1. 9

10 Deel 1: Bezuinigingsopties niet strijdig met de toekomstvisie op accommodaties Beschrijving Scenario 1) bezuiniging zonder rekening te houden met toekomstige exploitatie SOBD, sluiting pand Assenstraat, besparing op subsidie voor directe huisvestingslasten. Worden ondergebracht in een stedelijke functie. Overige subsidiemiddelen worden, conform de integratienota, toegevoegd aan het budget integratiebevorderende activiteiten. Tai Hori, besparing op subsidie voor huisvestingslasten (huur van gebouw). Is in feite al gerealiseerd, maar nog niet afgeboekt op taakstelling. Overige subsidiemiddelen zijn, conform de integratienota, toegevoegd aan het budget integratiebevorderende activiteiten. Beëindiging financiering activiteitencentrum De Zandbank, functiewijziging: woningen of kindercentrum. Wegens huidige exploitatietekorten is er geen besparing op subsidie mogelijk Verplaatsing van de Venen en de Bron naar nieuwe WVC Rivierenwijk. Twee besparingsscenario s. Bij scenario 1 zijn er financiële consequenties voor de exploitatie in het nieuwe WVC die tzt opnieuw ter besluitvorming moeten worden voorgelegd. Verplaatsing van functies van de Elegast, naar Humanitas en nieuwe WVC Keizerslanden. Twee besparingsscenario s. Bij scenario 1 zijn er financiële consequenties voor de exploitatie in de nieuwe situatie die tzt opnieuw ter besluitvorming moeten worden voorgelegd. Per Per Per Na 2010 Scenario 2) bezuiniging rekeninghoudend met toekomstige exploitatie datum p nvt p Na 2010 p Na 2010 p Totaal van de bezuinigingen deel Deel 2: Bezuinigingsopties die enigszins op gespannen voet staan met de toekomstvisie op accommodaties Beschrijving Scenario 1) bezuiniging zonder rekening te houden met toekomstige exploitatie Lantaarn, Andriessenplein: functiewijziging naar kindercentrum 10 Scenario 2) bezuiniging rekeninghoude nd met toekomstige exploitatie datum Verwijzing Verwijzing p. 43

11 Er is hier dan geen mogelijkheid meer voor bewonersgroepen om ruimte te huren. Er zijn weinig alternatieven voorhanden. Rielerhuus: functiewijziging naar brede school. De nieuwe financiering loopt via nieuwe (deels tijdelijke) geldstromen, waardoor de exploitatiesubsidie voor het Rielerhuus beëindigd kan worden. Op termijn kan een financieel knelpunt in de exploitatie ontstaan. Voorstad-Centrum: functiewijziging naar brede school. Twee bezuinigingsscenario s. Bij scenario 1 moeten de middelen voor exploitatie in de nieuwe situatie worden opgebracht door de nieuwe gebruikers. In de Uitvoeringsschetsen is voorzien dat het pand een functie krijgt in het kader van de brede school. De haalbaarheid hiervan is financieel en inhoudelijk nog onzeker. 2) Het bedrag in scenario 2 betreft een geschat voordeel a.g.v. efficiënter ruimtegebruik en betere bezetting van het pand p p. 29 Per Per Per Reeds gerealiseerd (Hoornwerk) Totaal van de bezuinigingen deel 2 ======================================= Totaal van de bezuinigingen deel 1 Totaal van de bezuinigingen deel 2 Totaal deel 1 en ========== ======== Deel 3: Bezuinigingsopties die duidelijk op gespannen voet staan met de toekomstvisie op accommodaties Beschrijving Scenario 1) bezuiniging zonder rekening te houden met toekomstige exploitatie Het Enkhuis: beëindigen van de subsidie. Twee bezuinigingsscenario s. Bij scenario 1 wordt het volledige bedrag aan subsidie voor het Enkhuis bezuinigd. Dit betekent sluiting van het Enkhuis. Scenario 2 gaat uit van een overname van het pand door Rentree met behoud van een beperkt budget voor exploitatie van een ontmoetingsfunctie voor de buurt. De haalbaarheid hiervan is nog onzeker. Scenario 1, en in iets mindere mate scenario 2 zijn mogelijk strijdig met de toekomstvisie omdat de ruimte in de toekomst eigenlijk nog nodig is voor buurtactiviteiten (evt. gecombineerd met brede 11 Scenario 2) bezuiniging rekeninghoude nd met toekomstige exploitatie datum Verwijzing p. 30

12 school/opvang faciliteiten). Er zijn dan middelen voor beheer en exploitatie nodig. Ook de exploitatie van de huidige jongerenruimte komt in beide scenario s in gevaar. De Fontein: Sluiting van De Fontein. Twee bezuinigingsscenario s. Bij scenario 1 wordt het volledige bedrag aan subsidie voor de Fontein bezuinigd. Dit betekent sluiting van de Fontein. In scenario 2 gaat de Fontein ook dicht, maar kan het personeel elders in multi-functionele gebouwen ingezet worden. De Fontein is een goed draaiend activiteitencentrum en kan in de toekomst een belangrijke functie krijgen in de brede school. Een bezuiniging is daarom eigenlijk niet wenselijk. De gewenste realisatie van aan jongerenruimte in de Fontein wordt hiermee waarschijnlijk onmogelijk (is afhankelijk van functionele herbestemming). Het herplaatsen van de vele activiteiten waarschijnlijk tot lastige knelpunten leiden. Het pand is moeilijk te herbestemmen voor andere doeleinden. Per Per Per Totaal van de bezuinigingen deel p Totaal deel 1, 2 en Verplaatsing van activiteiten Bij het sluiten van accommodaties is het onvermijdelijk dat bepaalde activiteiten verplaatst moeten worden naar alternatieve locaties. Wij denken de benodigde ruimte te kunnen vinden in sportaccommodaties, speeltuinverenigingen, kerken en moskeeën, (brede) scholen, accommodaties voor zorg en welzijn. In de uitvoeringsschetsen per wijk staan mogelijke alternatieve locaties voor civil society opgesomd. In veel gevallen is de beschikbaarheid en toegankelijkheid van deze alternatieven nog niet tot in detail onderzocht. Afhankelijk van de uitkomsten van de discussies met externe partijen en de gemeenteraad kan dit verder opgepakt worden. Het vinden van alternatieve locaties achten wij primair een verantwoordelijkheid van de organisatoren van de betreffende activiteiten. Wel zal de gemeente waar mogelijk meedenken en zoeken. 12

13 Kaartnr. 1 Toekomstbeeld Jongerenvoorzieningen 13

14 3. Thematische uitwerking In dit hoofdstuk worden kort de verschillende typen accommodaties beschreven die we in de toekomst nodig hebben, geordend op de vier hoofdthema s jongeren, brede scholen, multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn en accommodaties voor civil society. Tevens is fasering aangegeven waarbij de ontwikkelingen tot 2010 als realistisch worden aangemerkt en ambities na 2010 als weliswaar gewenst maar minder realistisch omdat het vooruitzicht op benodigde middelen en/of samenwerkingsverbanden nog ontbreekt. Jongeren Zie kaart nr.1 Jongerenvoorzieningen Hieronder vallen accommodaties op wijk en stedelijk niveau primair voor de groep jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een jongerencentrum en een jongerenruimte. Een jongerencentrum is een afzonderlijke accommodatie van ongeveer 400 m2, dat minimaal 5 dagdelen per week geopend is. Een jongerenruimte is een ruimte van ongeveer 150 m2 binnen een andere accommodatie. Een jongerenruimte kan eventueel ook voor andere doeleinden worden gebruikt, maar is primair jongerenruimte. Op dit moment worden vier jongerenorganisaties - Walhalla, the Base (beide wijk1), Don Bosco (wijk 3) en the Mall (wijk 5) gesubsidieerd om inlopen en jongerenactiviteiten in hun jongerencentrum te organiseren. Daarnaast zijn er binnen het reguliere aanbod van Raster drie ruimten waar inloopactiviteiten plaatsvinden, namelijk in De Venen, Voorstad centrum en het Enkhuis. De omvang van de activiteiten verschilt per locatie, maar in zijn algemeenheid kan gesteld worden dat deze ruimten niet als volwaardige jongerenruimten aangemerkt kunnen worden. Onze ambitie is minimaal 1 jongerencentrum te realiseren in elke wijk (1 jongerencentrum per ca inwoners), inclusief de daarbij behorende ondersteuning. Daarnaast willen we meer jongerenruimten realiseren (1 per inwoners). Hoewel er vanaf 2007 beperkt extra middelen beschikbaar komen voor een nieuw jongerencentrum in wijk 2 of 4, zijn we er ons van bewust dat de middelen nog ernstig tekort schieten voor het realiseren van deze hoge ambitie. Bij de realisatie van nieuwe jongerencentra en -ruimten sluiten we zoveel mogelijk aan bij bestaande initiatieven en maken gebruik van kansen die zich voordoen. Tevens is diversiteit in voorzieningen gewenst, vanwege de grote verscheidenheid in wensen en behoeften van de doelgroep. Hieronder de belangrijkste ontwikkelingen en ambities. Zie voor uitgebreidere omschrijvingen en condities waaronder de ontwikkelingen plaats kunnen vinden hoofdstuk 4. Ontwikkelingen tot 2010 Ambities na 2010 Nieuw jongerencentrum wijk 2 of 4 Jongerenruimte Zandweerd zuid. Jongerencentrum Binnenstad, handhaven twee Jongerenruimte Voorstad-oost/ Go Ahead Eagles huidige voorzieningen of samenvoeging op 1 nieuwe locatie Jongerenruimte Fontein Extra jongerenruimte Vijfhoek Jongerenruimte Schalkhaar Jongerenruimte Diepenveen 14

15 Kaartnr. 2 Toekomstbeeld Brede school 15

16 Brede school Zie kaart nr.2 Brede scholen Een brede school is in de eerste plaats een samenwerkingsverband in een gebied, waarbij het gaat om clustering van onderwijs en tenminste twee andere functies. Een brede school hoeft daarom niet fysiek in één gebouw te worden ondergebracht. Het bij elkaar onderbrengen van diverse voorzieningen vergemakkelijkt de samenwerking vaak wel. Bovendien heeft het voor ouders en kinderen het voordeel dat de diverse diensten op één plek georganiseerd worden. We spreken van een Wijkvoorzieningencentrum (WVC) wanneer brede school deelnemers samen onder één dak gehuisvest zijn (bij voorkeur in een nog breder samenwerkingsverband). Het is onze ambitie in eerste instantie in elke wijk een brede school te realiseren en in tweede instantie in elk voedingsgebied. Voor de wijken in het stedelijk gebied streven we op de lange termijn naar een maximum variant in de vorm van een WVC. Onlangs hebben wij de indeling in voedingsgebieden gewijzigd. Ons voorstel is 12 voedingsgebieden te hanteren (zie ook kaart 2) 1. In vier van deze gebieden functioneert al enige tijd een brede school. Het is onze ambitie in schooljaar 2006/2007 dit aantal met twee uit te breiden. Daarna is het onze bedoeling het aantal gestaag te laten groeien mits de beschikbare middelen dit toe laten en er voldoende initiatief van onderop is. In dit verband is het van belang om te melden dat elke school vanaf 1 augustus 2006 verplicht is kinderen tussen de middag op te vangen en vanaf 1 augustus 2007 ook voor en na schooltijd. Scholen ontvangen hiervoor extra rijksmiddelen. De functies die in een brede school ondergebracht kunnen worden zijn: educatieve en ontplooiende activiteiten vormende en sociaal culturele activiteiten informatie, advies en bewonersondersteuning signalering en behoefte-inventarisatie kinderopvang en buitenschoolse opvang vrije tijd, recreatie en cultuur Bij de ontwikkeling van (nieuwe) brede scholen wordt prioriteit gegeven aan: van diensten in het kader van tijdenbeleid/dagarrangementen: voorzieningen die het voor ouders gemakkelijker maken om zorg voor het gezin met werken te combineren Het bieden van gelijke ontwikkelingskansen voor kinderen. Dit zal zich vooral concentreren in achterstandwijken. Het eigen initiatief van partijen. Hieronder de belangrijkste ontwikkelingen en ambities. Zie voor uitgebreidere omschrijvingen en condities waaronder de ontwikkelingen plaats kunnen vinden hoofdstuk 4. Ontwikkelingen tot 2010 Ambities na 2010 Brede school Voorstad oost (Windroos/Rielerhuus) Brede school Binnenstad Brede school De Enk, locatie Mozaiek/ Brede school De Hoven activiteitencentrum Voorstad-centrum/ speeltuin Kindervreugd WVC/brede school Rivierenwijk Brede school Zandweerd WVC/brede school Keizerslanden WVC/brede school Borgele Brede school Andriessenplein Brede school Colmschate zuid Brede school Schalkhaar Brede school Diepenveen Brede school Bathmen 1 Ten aanzien van de voedingsgebieden wordt opgemerkt dat de positie van Knutteldorp als onderdeel van het voedingsgebied Rivierenwijk nog ter discussie staat. In het Op overeenstemming gericht overleg is afgesproken dat de schoolbesturen hun oordeel hierover geven na een nieuwe analyse van gegevens over leerlingstromen (postcode onderzoek). 16

17 Kaartnr. 3 Toekomstbeeld Mfa zorg/welzijn 17

18 Multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn Zie kaart nr.3 Multifunctionele accommodaties voor zorg en welzijn In de kader nota Voorzieningen en accommodaties in Deventer van 28 juni 2006 is aanbevolen om - in de lijn met de visie Wonen, Zorg en Welzijn - op gebiedsniveau te komen tot woonservicezones. Deventer is ingedeeld in de volgende woonservicezones: Stadswijken Dorpen Kernen 1. Binnenstad, Raambuurt en Knutteldorp 10. Bathmen 13. Lettele 2. De Hoven 11. Diepenveen 14. Okkenbroek 3. Zandweerd 12. Schalkhaar 4. Borgele / Platvoet 5. Driebergenbuurt / Rode Dorp / Voorstad / Bekkumer 6. Keizerslanden / Tuindorp / Ziekenhuisbuurt 7. Rivierenwijk / Deltabuurt / Hoornwerk 8. Colmschate noord: a. het Oostrik / Douwel / Blauwenoord b. Vijfhoek 9. Colmschate zuid / Snippeling Het streven is om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Daarvoor is het nodig dat er een op de behoefte van de doelgroep afgestemd aanbod aan (aangepaste) woningen is. Daarnaast wordt er een veelzijdig pakket aan diensten geboden. Deze lopen uiteen van echte zorg- tot service- en comfortdiensten. Mensen kunnen op een voor hen makkelijke bereikbare locatie terecht voor allerhande commerciële en (semi-)publieke voorzieningen. Een belangrijk deel van deze voorzieningen wordt aangeboden vanuit wijk- of buurtgebonden centra, waarin functies voor zorg, advies en recreatie worden geboden en die als uitvalsbasis kunnen dienen voor individuele dienstverlening. Deze wijk- of buurtgebonden centra noemen wij multifunctionele accommodaties (mfa) voor zorg en welzijn. De concrete uitwerking van de multifunctionele accommodaties zal plaatsvinden bij de ontwikkeling van de woonservicezones in Deventer. Er wordt gestart met een pilot met 3 zones, te weten Bathmen, Rivierenwijk en Keizerslanden. Deze pilots starten eind 2006 en worden medio 2008 afgerond. Het is op dit moment nog niet goed mogelijk om voor iedere woonservicezone een concrete ruimtelijke en financiële vertaling te maken. In de uitvoeringsschetsen worden wel panden aangewezen welke kansrijk zijn voor de verdere ontwikkeling van mfa s in relatie tot woonservicezones. Hieronder de belangrijkste ontwikkelingen en ambities. Zie voor uitgebreidere omschrijvingen en condities waaronder de ontwikkelingen plaats kunnen vinden hoofdstuk 4. Ontwikkelingen tot 2010 Ambities na 2010 Mfa zorg/welzijn St. Jurriën Mfa zorg/welzijn Grote en Voorster Mfa zorg/welzijn St. Josef Mfa zorg/welzijn Hovenhuus Mfa zorg/welzijn WVC Rivierenwijk Mfa zorg/welzijn Boxbergerweg Mfa zorg/welzijn Hoorwerk Mfa zorg/welzijn Voorstad centrum Mfa zorg/welzijn Humanitas Mfa zorg/welzijn Raambuurt Mfa zorg/welzijn Graaf Florishof Mfa zorg/welzijn Bloemendal/ De Schalm Mfa zorg/welzijn Spikvoorde Mfa zorg/welzijn PW Jansen Mfa zorg/welzijn Park Braband/Haarhuus, Mfa zorg/welzijn Huize Salland Schalkhaar Mfa zorg/welzijn Dijkhuis/centrum Plan, Bathmen Mfa zorg/welzijn De Kuip Mfa zorg/welzijn Sparrenheuvel/Hof van Salland, Diepenveen Mfa zorg/welzijn De Spil, Lettele Mfa zorg/welzijn Noaberhuus / Ons Centrum, Okkenbroek 18

19 Kaartnr. 4 Toekomstbeeld civil society 19

20 Civil society Zie kaart nr.4 Civil society Onder ruimte voor civil society wordt verstaan: ruimte voor sociaal culturele activiteiten veelal georganiseerd door vrijwilligers(organisaties) en bewonersgroepen, ruimte om te vergaderen voor buurtbewoners en soortgelijke activiteiten. Ook in de toekomst zal voor dit doel ruimte nodig zijn. Wel zal er naar verwachting een verandering optreden in het type activiteiten: sociaal-culturele activiteiten zullen nog steeds worden georganiseerd, hetzij door bewoners/vrijwilligers hetzij door professionals. Men kan denken aan activiteiten vanuit het verenigingsleven (koren, toneel etc), cursusachtige activiteiten en eenmalige thema- of buurtbijeenkomsten. Vermoedelijk neemt de vraag naar algemene inloop en ontmoeting verder af. Dit terwijl veel huidige buurthuizen primair zijn ingericht op die algemene inloop. Het hoeft geen betoog dat dit kostenverhogend en inefficiënt werkt. Sociale samenhang en ontmoeting tussen groepen en individuen zal in de toekomst steeds meer tot stand komen tijdens allerlei activiteiten dan via de openstelling van een algemene ontmoetingsruimte. Voor de civil society worden geen afzonderlijke accommodaties meer opengesteld. Ruimte hiervoor moet gevonden worden in andere accommodaties, zoals brede scholen, centra voor zorg en welzijn, bibliotheken, sportaccommodaties, kerken, moskeeën, et cetera, die veel meer dan tot op heden multifunctioneel gebruikt zullen gaan worden. In praktijk betekent dit dat een aantal bestaande buurthuizen en activiteitencentra functioneel wordt herbestemd voor brede scholen of mfa s voor zorg en welzijn. Ten aanzien van accommodaties voor zelforganisaties van migranten is er een duidelijke relatie met de Integratienota. Uit de integratienota komt voort dat er in de toekomst geen subsidie beschikbaar wordt gesteld voor eigen accommodaties en personeel van deze zelforganisaties. De activiteiten moeten onderdak vinden in bestaande algemene accommodaties, in die zin gelijkgesteld aan alle andere activiteiten van de civil society. Voor het personeel bij zelforganisaties geldt een soortgelijke lijn. Nu nog krijgen sommige organisaties subsidie voor eigen professionele ondersteuning. In de toekomst wordt deze subsidie losgekoppeld van de zelforganisaties en stedelijk ondergebracht en ingezet ten behoeve van de ondersteuning van migrantenorganisaties. Voor adviesraden en stedelijk opererende organisaties voor belangenbehartiging bestaat al geruime tijd de wens om geschikte huisvesting te vinden. Sommigen hebben nu onderdak, anderen niet. Met de voorgestelde sluiting van het SOBD groeit het aantal organisaties voor belangenbehartiging dat ruimte zoekt. Een gezamenlijk gebouw, met gedeelde kantoorruimte en vergaderfaciliteiten zou een oplossing kunnen zijn, mist het gebruik van ruimten in principe niet exclusief is voor 1 partij. Of dit haalbaar is, en hoe de eigen identiteit van verschillende deelnemers behouden kan worden, moet nog verder onderzocht worden. Er is nog geen geschikte locatie voorhanden. Deze ontwikkeling kan aanzienlijke investeringskosten met zich meebrengen en kan mogelijk ook leiden tot een hogere vraag naar structurele subsidies. In 2007 krijgt het expertisecentrum van de eenheid Ruimte en Samenleving een zoekopdracht om geschikte huisvesting te vinden. Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen en ambities ten aanzien van gebouwde voorzieningen. Zie voor uitgebreidere omschrijvingen en condities waaronder de ontwikkelingen plaats kunnen vinden hoofdstuk 4. Ontwikkelingen tot 2010 Ambities na 2010 Sluiting SOBD Bezuiniging Venen/Bron, in relatie tot WVC Bezuiniging op exploitatie Fermerie Bezuiniging Elegast, in relatie tot WVC Sluiting Zandbank Herontwikkeling gebouw Masohi Bezuiniging op exploitatie Enkhuis Functiewijziging Rielerhuus Bezuiniging op exploitatie Voorstad centrum Milieucentrum/kinderboerderij Functiewijziging Lantaarn Bezuiniging op exploitatie Fontein Herontwikkeling Haarhuus Gezamenlijke huisvesting adviesraden 20

21 4. Gebiedsgerichte uitwerking De wijktypering geeft een indruk van de wijk. Vervolgens beschrijven we per deelgebied de gewenste ontwikkelingen met motivaties en consequenties op hoofdlijnen. De nummers verwijzen steeds naar de bijbehorende kaarten. Wijk 1 Wijktypering (deels ontleend aan wijkprogramma ) Wijk 1 bestaat uit twee wijkdelen, te weten de binnenstad en de Hoven. In de binnenstad zijn vijf deelbuurten te onderscheiden (Centrum, Bergkwartier, Noordenbergkwartier, Noordenbergsingel en Singels). Demografische gegevens De binnenstad telt ongeveer bewoners en heeft relatief veel jonge bewoners. De groep van 20 t/m 29 jaar beslaat 22% van de totale binnenstadpopulatie (bijna 1 op 4). Ongeveer 1 op de 10 inwoners is 65+. De aanwezigheid van het Groot en Voorster-tehuis is een belangrijke verklaring voor de grootte van deze groep. Opvallend is het aantal alleenwonenden, met 34% is dat het hoogste percentage alleenwonenden van heel Deventer. Verder bestaat de binnenstad uit 17% allochtonen. Het nog lagere aandeel allochtonen in de Hoven van 8% brengt het gemiddelde van de wijk op 14%. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden is in de binnenstad ,-- (gemiddeld Deventer ,-). Het aantal kinderen uit de binnenstad dat vanuit het basisonderwijs doorstroomt naar HAVO/VWO is hoog, namelijk 59%. Leefbaarheid, veiligheid en sociale samenhang Opvallend voor wijk 1 is de lage verhuisbereidheid. Bewoners zijn erg gehecht aan hun buurt. De binnenstad scoort de laagste cijfers als het gaat om leefbaarheid en veiligheid van heel Deventer, vooral op het punt van verloedering en overlast. Deze hoge onveiligheidsgevoelens en de lage scores met betrekking tot leefbaarheid hebben een correlatie met de stedelijke functies die binnenstad heeft. De binnenstad scoort laag op het punt van sociale cohesie. Bewoners lijken meer te kiezen voor het wonen in een aantrekkelijke, historische binnenstad dan dat er belang wordt gehecht aan sterke onderlinge contacten en netwerken in de buurt. Anders gezegd, bewoners kiezen mogelijk ook voor de anonimiteit van de binnenstad. Voorzieningenniveau In algemene zin beschikt de binnenstad, met zijn stedelijke functie, over een goed voorzieningenniveau. In de binnenstad heeft men echter weinig niet-commerciële ontmoetingsplekken voor jong en oud. Binnenstad Nr. 1 Jongerencentrum Binnenstad De Binnenstad heeft volgens de normen uit de accommodatienota niet voldoende inwoners voor een volwaardig jongerencentrum, maar een jongerencentrum in de Binnenstad krijgt een stedelijk functie, waardoor die norm niet van toepassing is. Er worden twee mogelijkheden nader onderzocht: Het handhaven van de jongerenorganisaties op de huidige 2 locaties (the Base aan de Brink en Walhalla aan Achter de Muren/Zandpoort). De samenvoeging van deze jongerenorganisaties op één locatie in het centrum eventueel samen met studentenorganisaties. Concreet wordt de locatie Brink 21 (opnieuw) onderzocht. Het voordeel van samenvoeging is dat dit een groter centrum oplevert, dat door meerdere groepen te gebruiken is, wat de efficiency in het ruimtegebruik bevordert. 21

22 kaart nr.5 Binnenstad Voor 2010, onder voorbehoud van medewerking en draagvlak bij diverse partijen, en benodigde exploitatie- en investeringsmiddelen. Ten aanzien van de samenvoegingoptie kan worden opgemerkt dat het pand in eigendom is van de gemeente, maar langjarig verhuurd aan Saxion Hogeschool. Het beheer is in handen van de stichting Brink 21. Medewerking van diverse partijen is vereist om het plan te kunnen realiseren. Een eerdere poging om hier een jongerencentrum te realiseren stuitte op weerstand vanuit de studenten en Saxion. Ook is nog niet bekend of de eigenaar van het pand van The Base (de christelijk gereformeerde kerk) steun verleent aan een verhuizing. Onduidelijk is dus nog in hoeverre het plan nu op voldoende draagvlak van diverse partijen kan rekenen. De huidige bestemming is wonen en wonen/horeca. Op voorhand zijn geen grote knelpunten te verwachten t.a.v. de vergunningverlening voor de exploitatie. Het huidige onderkomen van Walhalla (Achter de Muren Zandpoort) is van de gemeente. De functie van het pand is moeilijk te wijzigen. Huidige bestemming is kantoren. In geval van samenvoeging is nog onduidelijk wat de exploitatiekosten zullen zijn en of dit past in huidige (subsidie)budgetten. Walhalla en The Base ontvangen een subsidie uit middelen van het Sociaal Programma t/m Evenmin is er duidelijkheid over eventuele investeringskosten. De jongerenorganisaties zelf zijn primair verantwoordelijk voor het vinden van geschikte huisvesting, de gemeente kan hen hierin ondersteunen. Nr. 2 Brede school Binnenstad van een brede school voor de Binnenstad, waarin de basisscholen de Windroos, de Deventer Leerschool en de Hagenpoort zouden kunnen samenwerken met de Leeuwenkuil en eventueel andere partijen. Het is onze ambitie om in elk voedingsgebied een brede school te realiseren, dus ook in de binnenstad. De benodigde samenwerkingsverbanden ontbreken nog, er is nog geen ontwikkeling onderop om dit te mogelijk te maken. 22

23 De realisatie van een brede school ontwikkeling wordt voorzien na 2010, dit onder andere i.v.m. het ontbreken van de ontwikkeling van onderop. In overleg met de desbetreffende besturen/directies kan de bereidheid tot samenwerking onderzocht worden en kan geïnventariseerd worden welke aanbod op termijn gewenst is. In de Binnenstad is sprake van ruimtegebrek voor functies als onderwijs en brede school activiteiten, er is m.n. gebrek aan ruimte voor buitenschoolse opvang en kinderopvang. De beschikbaarheid van nieuwe ruimten zou de ontwikkeling van een brede school kunnen bevorderen. Op dit moment is er echter geen zicht op extra ruimte c.q. m2. Nr. 3 Mfa zorg/welzijn het Groote en Voorster Vanuit het het Groote en Voorster kunnen zorg- en welzijnsdiensten geleverd worden ten behoeve van de woonservicezone Binnenstad. Het Groote en Voorster is onderdeel van zorggroep Solis. Solis wil zich meer gaan richten op de buurt/wijk om verkeer tussen haar voorzieningen en de buurt op gang te brengen. Dit kunnen alle functies/voorzieningen zijn die het concept wijkcentrum of woonservicezone versterken. Deze opvatting heeft Solis voor al haar voorzieningen die in deze uitvoeringsschetsen worden genoemd, maar zal niet telkens in dit stuk herhaald worden. De Fermerie kan een rol vervullen in het leveren van welzijnsdiensten voor de Binnenstad (zie ook omschrijving bij de civil society, Fermerie), hiervoor moeten dan wel financiële middelen beschikbaar zijn. De keuze voor het Groote en Voorster is gemaakt omdat dit de enige locatie in de Binnenstad is van waaruit zorgdiensten geleverd kunnen worden. De realisatie zal worden meegenomen in de ontwikkeling van woonservicezones in Deventer en wordt voorzien na Het Groote en Voorster is in 2005 na een ingrijpende vernieuwbouw geopend. Onderzocht moet worden of er o.a. ontmoetingsactiviteiten voor ouderen gerealiseerd kunnen worden c.q. aan welke activiteiten en diensten ouderen en zorgvragers in het centrum hebben. Nr. 4 Fermerie De buurtvereniging behoudt in ieder geval subsidie voor de uitvoering van activiteiten. De overige middelen voor beheer- en huurkosten blijven beschikbaar, maar onderzocht wordt of het beheer en onderhoud gewijzigd moet worden en of de budgetten van beheer (huurkosten) anders ingezet moeten worden. Bij de uitvoering van de Uitvoeringsschetsen zal onder andere in overleg gekeken worden naar een sluitende exploitatie. Op basis hiervan zullen de financiële consequenties worden bezien. In overleg met de buurtvereniging, Rentree, Solis en eventueel andere belangstellenden zal onderzocht worden of er voldoende diensten of activiteiten ontwikkeld kunnen worden, met name in het kader van de WMO/thema zorgvragers, waarmee de maatschappelijke functie van de Fermerie behouden blijft. Dit tevens voor de behoefte vanuit het thema civil society. Daarbij wordt tevens onderzocht of het afstoten (verkopen) van het gebouw kan bijdragen aan een verbetering van het gebruik, beheer en onderhoud van de Fermerie. Bij de uitvoering van de schetsen zal een beheer- en exploitatieplan opgesteld worden. Op basis hiervan moet bezien worden wat een passende oplossing is in organisatorische en financiële zin. per Gemeente is eigenaar van het pand. De buurtvereniging Noordenbergkwartier huurt het en is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer en exploitatie. Afhankelijk van de keuzes moet voor diverse activiteiten (o.a. toneelclub, twee koren, schaakclub, schildersgroep) een ander onderkomen gezocht worden. Mogelijkheden: Leeuwenkuil, Latijnse school, Groote en Voorster, Saxion Hogeschool. Onderzocht zal worden of er een constructie denkbaar is waarmee de maatschappelijke functie behouden kan blijven. Als dat niet lukt, is een functiewijziging naar wonen en/of kinderopvang 23