Nota van de Burgemeester

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota van de Burgemeester"

Transcriptie

1 Nota van de Burgemeester Onderwerp Crisisbestrijdingsplan Schiphol, tevens rampbestrijdingsplan Aircraft Fuel Supply BV Portefeuillehouder drs. Th L.N. Weterings Collegevergadering 23 maart Inl~chtingen Fanny de Swarte ( ) Regrctratienummer /'z9 3-3 Inleiding Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBPS) is op een aantal onderdelen gewijzigd. Het gaat om veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan, veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van crises betrokken diensten en organisaties en nieuwe technische kennis en inzichten over de bij crises te nemen maatregelen. Bij de actualisatie zijn specifiek de volgende zaken meegenomen: aanbevelingen vliegtuigcrash TK1951; e nieuw scenario: vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland e nieuwe alarmeringsmatrix nieuw scenario: tankputbrand Aircraf Fuel Supply BV Het nieuwe CBPS, tevens rampbestrijdingsplan Aircraft Fuel Supply BV (AFS) treedt in werking op 1 april 2010 en fungeert als het wettelijk vereiste rampbestrijdingsplan voor de luchthaven. Met het toevoegen van het scenario "tankputbrand AFS" is het Crisisbestrijdingsplan Schiphol tevens wettelijk verplichte rampbestrijdingsplan voor AFS. Het bestaande rampbestrijdingsplan AFS komt daarmee per 1 april 2010 te vervallen. Wettelijke basis De basis voor het Crisisbestrijdingsplan Schiphol, tevens rampbestrijdingsplan AFS ligt in de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo), het Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen (Brl), het Besluit rampbestrijdingsplannen inrichtingen (BRI) en het Besluit risico's en zware ongevallen (Brzo). Het plan is een rampbestrijdingsplan zoals gedefinieerd in onderstaande wetgeving. Wet rampen en zware ongevallen Op basis van artikel 4 Wrzo stelt de burgemeester tenminste éénmaal per vier jaar een rampbestrijdingsplan vast voor rampen en zware ongevallen waarvan plaats, aard en gevolgen voorzienbaar zijn. De burgemeester legt na vaststelling het rampbestrijdingsplan ter toetsing voor aan de Commissaris van de Koningin. Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is het wettelijk voorgeschreven rampbestrijdingsplan. In de Wet veiligheidsregio's, die naar verwachting op 1 oktober 2010 in werking treedt wordt de oude term (rampbestrijdingsplan) aangehouden. Het Crisisbestrijdingsplan behelst echter meer dan wat onder de (wettelijke) definitie van het woord "ramp" valt. Zo vallen bijvoorbeeld ook (ernstige) verstoringen van de openbare orde binnen de werking van het plan.

2 Onderwerp Volgvei 2 Crisisbestrijdingsplan Schiphol Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaadterreinen Het Besluit rampbestrijdingsplannen luchtvaartterreinen schrijft voor dat de burgemeester, na overleg met de exploitant, een rampbestrijdingsplan vaststelt voor vliegtuigongevallen op luchtvaartterreinen en de onmiddellijke omgeving daarvan (art. 2). De burgemeester zendt het rampbestrijdingsplan aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. Besluit rampbestrijdingsplannen inrichtingen (BRI) Op grond van artikel 1 van het Besluit Rampbestrijdingsplannen Inrichtingen (BRI) en artikel 8 van het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) is de burgemeester verplicht om voor het bedrijf Aircraft Fuel Supply BV een rampbestrijdingsplan vast te stellen. Aircraft Fuel Supply BV Met het toevoegen van het scenario "tankputbrand AFS" is het Crisisbestrijdingsplan Schiphol tevens het wettelijk verplichte rampbestrijdingsplan voor AFS. Het bestaande rampbestrijdingsplan AFS komt daarmee per 1 april 2010 te vervallen. Het bedrijf Aircraft Fuel Supply BV verzorgt de opslag en verpomping van vliegtuigbrandstof en het betanken van vliegtuigen op de luchthaven Schiphol. Er zijn twee tankputten bij AFS in gebruik: Tankput Rijk1 en Van Tiendendepot. Het bedrijf AFS is een bedrijf dat valt onder het regime van het Besluit risico's zware ongevallen. Op 10 november 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten op grond van artikel 13 van de Brandweerwet 1985 het bedrijf AFS een procedure te starten voor de aanwijzing van AFS als bedrijfsbrandweerplichtig. Deze procedure is bijna afgerond en een voorstel tot definitieve aanwijzing wordt binnenkort aan het college voorgelegd. Afstemming met andere plannen Het plan is afgestemd op het Crisisplan voor de gemeenten in de regio Kennemerland, alsmede op het Crisisbestrijdingsplan Luchtvaartongevallen Kennemerland. De onderliggende gemeentelijke draaiboeken zijn afgestemd met het CBP Schiphol, alsmede met het Crisisplan. Het betreft het Communicatieplan voor Schiphol en het plan Opvang & Registratie op Schiphol. De afstemming van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol met andere onderliggende en aanverwante plannen, zoals bijvoorbeeld het Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol en het Crisisbestrijdingsplan Luchtvaartongevallen, wordt gewaarborgd in de Stuurgroep Crisisbestrijdingsplan Schiphol. In de vergadering van 9 maart 2010 heeft de Stuurgroep Crisisbestrijdingsplan Schiphol vastgesteld dat het geactualiseerde CBPS en de onderliggende plannen onderling zijn afgestemd. Belangrijkste wijzigingen en doorontwikkeling Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is op een aantal onderdelen gewijzigd. Het gaat om veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan, veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van crises betrokken diensten en organisaties en nieuwe technische kennis en inzichten over de bij crises te nemen maatregelen. Bij de actualisatie zijn specifiek de volgende zaken meegenomen: e aanbevelingen vliegtuigcrash TK1951; e nieuw scenario: vliegtuigongeval buiten de VRK e nieuwe alarmeringsmatrix e nieuw scenario: tankputbrand AFS

3 Onderwerp Volgvei 3 Crisisbestrijdingsplan Schiphol Met het toevoegen van het scenario "tankputbrand AFS" fungeert het Crisisbestrijdingsplan Schiphol tevens als wettelijk rampenbestrijdingsplan voor AFS. Het bestaande rampenbestrijdingsplan AFS komt daarmee per 1 april 2010 te vervallen. Opgemerkt wordt dat het CBP-S uitgaat van een gezamenlijk optreden van de brandweerkorpsen van Schiphol, Kennemerland en Amsterdam Amstelland bij een calamiteit bij AFS. Binnen een half jaar is dit gezamenlijk optreden ook operationeel mogelijk. Na deze actualisatie van het CBPS wordt verder gewerkt aan het opstellen van een scenario "besmette passagiers" en een scenario "ongeval wegtunnel (ZuidtangentIAbdijtunnel)". Daarnaast zullen de bevindingen van het project Vereenvoudiging meldkamers Schiphol en naar aanleiding van de terreuroefening Cactus (2009) worden verwerkt. Tevens zal een draaiboek ambassades worden opgesteld. Naar verwachting wordt het CBPS opnieuw vastgesteld vóór de zomer van In- en externe communicatie Aan het CBPS is een lijst voor verzending toegevoegd. Na vaststelling zal het plan volgens deze lijst worden verspreid. Het CBPS is een openbaar plan en zal ter inzage worden gelegd en op de website van Haarlemmermeer worden geplaatst. Zoals door de burgemeester toegezegd in de Raadsessie van 3 september 2009 over het IOOV-rapport over hulpverlening na de Poldercrash, zal dit eerste vernieuwde crisisbestrijdingsplan ook ter inzage komen te liggen bij de griffie. Besluit Op grond van het voorgaande heb ik besloten om: - in te trekken het Crisisbestrijdingsplan Schiphol d.d. 5 december 2007; - in te trekken het Rampbestrijdingsplan Aircraft Fuel Supply d.d. 1 januari 2008; - vast te stellen het Crisisbestrijdingsplan Schiphol, tevens Rampbestrijdingsplan Aircraft Fuel Supply BV; - het plan in werking te laten treden op l april het plan ter toetsing voor te leggen aan de Commissaris der Koningin - het plan aan te bieden aan de Minister van Verkeer & Waterstaat - deze nota ter informatie te zenden aan de gemeenteraad - deze nota ter informatie te zenden aan het DB van de Veiligheidsregio Kennemerland meester van Haarlemmermeer, *"--- Bijlage(n) Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol, tevens Rampbestrijdingsplan Aircraft Fuel Supply BV is in te zien op kamer R1 10 en voor raadsleden bij de Griffie.

4 Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) (CBP-S = RBP Aircraft Fuel Supply) April 2010, versie 1.0 Voor opmerkingen en aanvullingen kunt u zich wenden tot het Veiligheidsbureau Kennemerland van de Veiligheidsregio Kennemerland (telefoon en vbk@vrk.nl) Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 1

5 Versiebeheer & besluitvormingslijst Crisisbestrijdingsplan Schiphol Versiebeheer Het versiebeheer voor dit plan is als volgt: Datum Versie Wijziging Auteur B. Boon (RBAO) Vastgesteld CBP Schiphol (Kennemerland) Wijziging taskforce M. Spoel Wijziging taskforce II M. Spoel Wijziging brief KMAR M. Spoel (medewerkers actiegebied) Concept scenario besmetting M.Spoel passagier Wijziging brief AAS over CVO M.Spoel Projectgroep Aanpassingen CBP M.Spoel Schiphol Aanpassing VOS M.Spoel Projectgroep Aanpassingen CBP M.Spoel Schiphol Beheergroep Schiphol M.Spoel Aanpassingen nav Beheergroep M.Spoel 17/ Aanpassingen bijlage 1 M.Spoel alarmeringsmatrix en toevoeging scenario AFS C-D Beheergroep Schiphol 18 februari M.Spoel De besluitvormingslijst bij dit plan is als volgt: Besluitvormend/ Vergaderdatum Resultaat adviserend orgaan Beheergroep CBP 18 februari 2010 Akkoord versie. Schiphol Stuurgroep CBP-S 10 maart 2010 Akkoord versie. Nota van Burgemeester 22 maart 2010 Vaststelling burgemeester Besluitvormingslijst Inwerkingtreding Op 1 april 2010 treedt dit CBP Schiphol in werking. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 2

6 Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S), Vervolg Inhoudsopgave Inhoudsopgave Dit crisisbestrijdingsplan behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. Vooraf 0.0 Versiebeheer & besluitvormingslijst 2 Crisisbestrijdingsplan Schiphol 0.1 Inhoudsopgave 3 Deel I Crisisbestrijding op Schiphol 5 I-0 Leeswijzer 5 I-1 Gegevens object 6 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol 8 I-3 Crisisbestrijdingsorganisatie 15 I-3A Crisiscentra: taken en verantwoordelijkheden 16 I-3B Crisiscentra: samenstelling 18 I-3C Crisiscentra: opkomstlocaties 23 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme 24 Deel II Algemene informatie 30 II-0 Leeswijzer 30 II-1 Wettelijke grondslag 31 II-2 Algemeen beleid 32 II-3 Uitwerking, vaststelling en beheer van het 34 crisisbestrijdingsplan II-4 Samenhang met andere plannen 36 Deel III Deelprocessen 37 III-0 Leeswijzer 37 III-1 Standaardprocessen 38 III-2 Schipholspecifieke standaardafspraken 40 Deel IV Scenario s 44 IV-0 Leeswijzer 44 IV-1 Scenariokeuze 45 IV-2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan 47 IV-3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg 50 IV-4 Botsing van treinen op wisselstraat 53 IV-5 Treinbrand op ondergronds station 56 IV-6 Treinbrand in tunnel 58 IV-7 Brand in terminal 61 IV-8 Bomaanslag in terminal 63 IV-9 Aanslag met bomauto voor de terminal 66 IV-10 Vliegtuigkaping 70 IV-11 Gijzeling 72 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 3

7 Inhoudsopgave, Vervolg Inhoudsopgave (vervolg) Hoofdstuk Inhoud Pag. IV-12 Dreiging besmetting - Besmette passagiers die 74 Nederland in willen IV-13 Dreiging besmetting - Besmetting t.g.v. kapotte 77 verpakking IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply 79 IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio 89 Kennemerland Deel V Bijlagen 94 V-0 Leeswijzer 94 V-1 Beslismatrices voor het bepalen van de alarmvorm 95 V-2 Opschaling Brandweer 98 V-3 Opschaling GHOR 99 V-4 Opschaling KMar 100 V-5 Afkortingenlijst 101 V-6 Telefoonlijst 105 V-7 Begrippenlijst 106 V-8 Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan 108 Schiphol V-9 Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply 109 V-10 Verzendlijst 110 V-11 Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten 111 V-12 Procedure luchtruimsluiting 112 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 4

8 I-0 Leeswijzer Deel I Crisisbestrijding op Schiphol Inleiding Dit deel bevat een beschrijving van Schiphol en de wijze waarop de crisisbestrijding daar is geregeld en de crisisbestrijdingsorganisatie is ingericht. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. I-1 Gegevens object 6 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol 8 I-3 Crisisbestrijdingsorganisatie 15 I-3A Crisiscentra: taken en verantwoordelijkheden 16 I-3B Crisiscentra: samenstelling 18 I-3C Crisiscentra: opkomstlocaties 23 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme 24 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 5

9 I-1 Gegevens object Inleiding Voordat nader ingegaan wordt op de inhoud van dit crisisbestrijdingsplan, volgt hier eerst enige achtergrondinformatie over het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol en de daarbinnen gelegen risicovolle en kwetsbare objecten. Schiphol Schiphol is een bedrijventerrein waar tal van activiteiten plaatsvinden, die direct of indirect te maken hebben met het vervoer door de lucht van passagiers en vracht. Het bedrijvencomplex beslaat circa 2500 ha. Op dit terrein zijn circa vijfhonderd bedrijven gevestigd met circa werknemers. Dagelijks passeren circa (trein)passagiers en vele duizenden bezoekers, afhalers en wegbrengers de luchthaven. Risico s Op het terrein van Schiphol is een groot aantal verschillende functies en bedrijven samengebracht. Een gedeelte van de luchthaven heeft een intensieve bebouwing. De gebouwen hebben verschillende functies, zoals open overslag, kantoorfuncties, parkeerplaatsen, horeca, winkels en doorloop voor grote aantallen personen. Risico s op het luchthavengebied strekken verder dan uitsluitend vliegtuigongevallen. Hieronder is een aantal risicofactoren genoemd: De gebouwen In het bijzonder de Terminal is een complex gebouw met ter plaatse veel onbekende mensen. Een brand of explosie in dit gebouw kan grote gevolgen hebben voor de aanwezige mensen en de bedrijfsprocessen. Het transport Er moet onder meer rekening worden gehouden met vliegtuigongevallen en ernstige ongevallen, brand in de spoortunnel, de Schipholtunnel (Rijksweg A4), de Buitenvelderttunnel en de Abdijtunnel (Zuid Tangent). Gevaarlijke stoffen Op de luchthaven is een grote opslag van kerosine voor de vliegtuigen met een daarbij behorend distributiesysteem. Deze inrichting valt onder het Besluit risico's zware ongevallen Tevens worden gevaarlijke stoffen op de luchthaven vervoerd en opgeslagen. Deze kunnen de bron zijn van een calamiteit met of zonder besmettingsgevaar. Besmetting passagiers Vanaf de luchthaven komen en vertrekken veel passagiers. Door de mondiale bestemmingen kunnen eventueel besmette passagiers een wereldwijde pandemie veroorzaken. De luchthaven speelt hierin een belangrijke rol om de verspreiding van eventuele besmetting in te perken. Terrorisme De luchthaven is een mogelijk doelwit voor terroristische dreiging en aanslagen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 6

10 I-1 Gegevens object, Vervolg Impact incident op Schiphol Schiphol is een vitaal economisch knooppunt. Een incident op de luchthaven kan een kettingreactie tot gevolg hebben die effecten heeft tot ver buiten de grenzen van Schiphol. Diensten op Schiphol De politietaken op het luchtvaartterrein op Schiphol worden uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Buiten het luchtvaartterrein worden deze uitgevoerd door de regiopolitie Kennemerland. Schiphol beschikt over een uitgebreide Bedrijfshulpverlening-organisatie (BHV), een bedrijfsbrandweer die deels overheidstaken op Schiphol uitvoert en de Airport Medical Service (AMS), speciaal voor het verrichten van eerste hulp. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 7

11 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol Inleiding Hieronder is de standaard werkwijze bij een crisis op Schiphol kort en bondig weergegeven. Het bevat daarmee de kern van het CBP Schiphol. Werkingssfeer Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) geldt voor GRIP-1 situaties en hoger voor alle incidenten en crises binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol waarbij de gecoördineerde inzet van hulpverleningsdiensten noodzakelijk is. Geografische Afbakening Het werkingsgebied van dit Crisisbestrijdingsplan is geografisch beperkt. De exacte grens is terug te vinden op de kaart die in de bijlage van dit plan is opgenomen. Het werkingsgebied omvat onder meer (maar niet uitsluitend) het luchthavengebied, dat overeenkomt met het luchtvaartterrein 1 waar de KMar rechtskracht heeft. CBP-S voor alle crises Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is van toepassing op alle soorten en verschijningsvormen van crises op het terrein van de openbare orde en fysieke veiligheid alsmede de rechtsorde die zich binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol kunnen voordoen. Crisisbestrijding: multidisciplinair Bestrijding vindt altijd multidisciplinair plaats. Uitsluitend indien de vertrouwelijkheid van de informatie dit vereist kan in een beperktere samenstelling worden overlegd. CBP Schiphol = RBP AFS Volgens de wet dient voor Aircraft Fuel Supply (AFS) een rampbestrijdingsplan te worden opgesteld. Het CBP Schiphol geldt als het RBP AFS. Alarmering Bij een alarmering op Schiphol zijn drie meldkamers betrokken, regiecentrum Schiphol, Meldkamer Koninklijke Marechaussee en het MICK. Bij een melding dat binnenkomt bij het regiecentrum Schiphol alarmeert deze rechtstreeks het MICK (VRK) en de meldkamer van de Koninklijke Marechaussee. Indien de melding binnen komt bij het MICK of de Koninklijke Marechaussee alarmeert deze rechtstreeks de twee andere meldkamers. De meldkamers werken conform de uitvoeringsregeling alarmering en communicatie Schiphol. 1 Cf art 80a lid 2 Luchtvaartwet en art 6 Politiewet. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 8

12 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Standaard uitruk per alarmvorm Voor iedere alarmvorm heeft iedere discipline een standaard uitruk waarbij ten minste één leidinggevende wordt opgeroepen. Deze alarmvormen zijn uitgewerkt in de eigen plannen waarin hulpvraag en hulpaanbod zijn gedefinieerd. Opschaling vindt plaats op grond van de bevindingen/inschatting van de leidinggevende ter plaatse. Alarmering en kwalificatie Onderscheid wordt gemaakt tussen alarmering (= melding) en kwalificatie (ernst, omvang) van een incident. De kwalificatie bepaalt de inzet en daarmee de mate van opschaling (zie onderstaand schema). Schema Standaard Alarmering en Kwalificatie* Alarm Nee Opschalen Nader bericht (binnen 15 minuten) Kwalificatie VOS, middel brand/hulpverlening, etc. Opschalen Ja Kwalificatie Kleine brand/hulpverle ning, ordeverstoring, etc. Niet opschalen Toelichting schema: binnen 15 minuten na alarmering volgt een nader bericht met kwalificatie. Indien geen nader bericht is gegeven, volgt na 15 minuten automatisch opschaling naar de naast hoger gelegen alarmvorm. * Bij de specifieke alarmvorm Vliegtuigongeval Schiphol (VOS) wordt bij VOS 5, VOS 6 of VOS 7 direct gealarmeerd zonder het nader bericht af te wachten. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 1.0 9

13 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Opschaling conform GRIP De opschaling bij incidenten binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol geschiedt conform de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). De bevoegdheid om op te schalen conform GRIP berust bij de Brandweer, GHOR, Politie, KMar, Gemeente. Opschaling: GRIP 3 of 4 Bij een crisis op Schiphol wordt in principe opgeschaald tot maximaal GRIP 3. Indien de burgemeester van Haarlemmermeer besluit tot verdere opschaling tot GRIP 4 dan begeeft de coördinerend burgemeester zich naar Triport II. Afschalen In de herstelfase blijft de coördinatiestructuur intact totdat formeel is afgeschaald. Het hoogst in functie zijnde team bepaalt de wijze en de vorm van afschaling. Afschaling na VOS-alarm 2 t/m 4 Indien vóór het ter plaatse arriveren van de hulpverleningsdiensten blijkt dat een VOS-melding 2 tot en met 4 kan worden teruggeschaald naar VOS 1 of geheel wordt ingetrokken, informeert de AFO de leider van het hoogst gealarmeerde team (Leider CoPI of Leider OT). Deze kan vervolgens besluiten tot afschaling van de GRIP-fase. De eventuele afschaling wordt formeel via het MICK gecommuniceerd. UGS Er bevinden zich in het werkingsgebied van het CBP-S drie uitgangsstellingen (UGS A, UGS B en UGS C). De leidende discipline bij de bestrijding van de calamiteit bepaalt welke uitgangsstelling wordt gebruikt. De eenheden van de betrokken disciplines die na opschaling zijn gealarmeerd, verzamelen op de opgegeven uitgangsstelling. Daar worden de losse eenheden door de commandant UGS geformeerd tot verbanden. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

14 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Schema Leiding/Coördinatie bij incident met opschaling tot en met Operationeel Team Alarm + Kwalificatie* Fysieke Veiligheid Volksgezondheid Openbare orde Rechtsorde Leidende discipline Leidende discipline Leidende discipline Brandweer GHOR KMar/Politie S T P I AFO*/OVD-B AMS/OVD-G OVD-KMAR C O P I HOVD-BRW OvD-G OCPI O T HS-BRW HS-GHOR AC Toelichting: Indien kwalificatie niet duidelijk is, komt de operationele leiding in handen van de brandweer. Na komst PB-AAS in COPI is de PB-AAS voor de HOVD-Brandweer het aanspreekpunt voor wat betreft zaken die van AAS-zijde geregeld moeten worden. De PB-AAS is de bedrijfsdeskundige vanuit de AAS-organisatie in het COPI. * Bij VOS draagt AFO coördinatie over aan HOVD-Brandweer. Bij overige alarmvormen aan OVD-B. AFO treedt in STPI na overdracht op als liaison met de luchthavenbrandweer t.b.v. de (H)OVD-B. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

15 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Kwalificatie gekoppeld aan GRIP De kwalificatie van een crisis op Schiphol is gekoppeld aan een minimum GRIP-niveau. Kwalificatie GRIP-niveau Teams (minimaal) VOS STPI COPI - OT VOS STPI - COPI - OT - BT Brand ( middel) 1 STPI - COPI Hulpverlening ( middel) 1 STPI - COPI Explosie (groot) 2 STPI - COPI - OT Kaping 3 STPI - COPI - OT - BT Gijzeling 3 STPI - COPI - OT - BT Ordeverstoring 1 STPI - COPI Besmetting 2 STPI - COPI - OT Ongeval Gevaarlijke Stoffen Schiphol Security Incident -- STPI Kwalificatie gekoppeld aan teams In het geval van verhoging van de terreurdreiging komen het Operationeel Team en het Beleidsteam bijeen (zie ook Hoofdstuk I-4) Kwalificatie Matige terreurdreiging Hoge terreurdreiging Teams OT - BT OT - BT Rolverdeling KMar/Politie De KMar en de politie Kennemerland kennen een specifieke, wettelijk geregelde verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol. Wat betreft de taken en bevoegdheden van beide organisaties is een onderscheid gemaakt tussen optreden in het luchthavengebied en het gebied daarbuiten (maar bínnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol). Binnen het luchthavengebied is de KMar op basis van art 6 Politiewet verantwoordelijk voor de politionele taken, daarbuiten de politie Kennemerland. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

16 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg (Zelf)redzaamheid Op Schiphol zijn altijd veel personen (reizigers, werknemers, etc.) aanwezig. Veel van deze mensen beschikken over kennis en vaardigheden die zeer bruikbaar kunnen zijn om de gevolgen van een crisis te beperken. Tegelijkertijd dienen de crisiscentra er rekening mee te houden dat de (zelf)redzaamheid van deze personen mogelijk wordt beperkt door de specifieke omstandigheden die zich op Schiphol voordoen (veel anderstaligen van uiteenlopende nationaliteiten, de afscherming van de Security Restricted Area etc.). Bevriezen vliegverkeer Na een VOS 5,6 of 7 wordt de baancapaciteit op Schiphol direct teruggebracht naar 0. Dat wil zeggen er starten en landen geen vliegtuigen meer op Schiphol. Dit besluit wordt direct na het incident genomen door de AOM in overleg met LVNL. Vliegtuigen die in de laatste fase van de nadering zitten mogen zelf het besluit nemen toch te landen. Vliegtuigen verder van Schiphol vandaan worden verzocht tijdelijk in een holding te wachten op een nieuwe luchthaven van bestemming of wijken direct uit. Indien de crashsite is geïsoleerd met veilige aan- en afvoerroutes voor hulpdiensten is het van belang de baancapaciteit weer geleidelijk op te schroeven. Vanwege de grote mensenmassa s in de terminal kunnen er bij langdurige stilstand van het vliegverkeer openbare orde en veiligheidsissues. Het weer laten vertrekken van vliegtuigen heeft daarom hoge prioriteit. Het CVO zal na het doorlopen van een checklist aan het OT/BT aangeven wanneer de baancapaciteit weer verhoogd kan worden en met hoeveel vliegtuigen per uur. Sluiten luchtruim De burgemeester dan wel het (ministerieel) driehoeksoverleg kan hiertoe een verzoek indienen bij het Departementaal CoördinatieCentrum van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DCC-VENW). Indien mogelijk consulteert de burgemeester vooraf het Beleidsteam. (Procedure Luchtruimsluiting) Zie ook het stroomschema in Bijlage V-8 Stilleggen luchthavenprocessen De burgemeester kan besluiten de luchthavenprocessen stil te leggen. Indien mogelijk wordt hiertoe vooraf het Beleidsteam geconsulteerd. De burgemeester houdt bij zijn besluit rekening met de veiligheid, openbare orde en de bedrijfsbelangen van de luchthaven. In geval de brandweer bij een grote calamiteit (VOS 5, 6 of 7) de dekking voor het overige vliegverkeer niet langer kan waarborgen, kan de CVO besluiten de luchthavenprocessen op operationele gronden stil te leggen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

17 I-2 Belangrijkste kenmerken crisisbestrijding Schiphol, Vervolg Stilleggen Treinverkeer Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn het treinverkeer door de Schiphol spoortunnel stil te leggen of juist zonder stoppen door te laten rijden. De burgemeester kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Calamiteitenbestrijdingsplan Schiphol spoortunnel van ProRail Stilleggen wegverkeer Bij incidenten op Schiphol kan het noodzakelijk zijn om het wegverkeer stil te leggen dan wel om te leiden. De burgemeester van Haarlemmermeer kan hiertoe besluiten. Operationele procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Verkeerscirculatieplan behorend bij het proces Mobiliteit. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

18 I-3-0 Leeswijzer I-3 Crisisbestrijdingsorganisatie Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over de crisisbestrijdingsorganisatie op Schiphol, voor zover afwijkend van wat hierover is opgenomen in het Crisisplan. Inhoud Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. I-3A Crisiscentra: taken en verantwoordelijkheden 16 I-3B Crisiscentra: samenstelling 18 I-3C Crisiscentra: opkomstlocaties 23 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

19 I-3A Crisiscentra: taken en verantwoordelijkheden In dit deel vindt u een beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van Crisiscentra die een rol (kunnen) spelen bij een crisis op Schiphol. Taken en verantwoordelijkheden Schiphol- BT/OT/COPI Taken en verantwoordelijkheden van het Beleidsteam op Schiphol (Schiphol- BT), Operationeel Team (OT) en het Commando Plaats Incident (COPI) zijn conform Crisisplan. CVO Het Commissie Van Overleg (CVO) komt bij elkaar wanneer de reguliere bedrijfsprocessen op Schiphol worden verstoord door een calamiteit. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn beschreven in het Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol (CP-AAS). Afhankelijk van de mate waarin is opgeschaald, krijgt de CVO de informatie vanuit het STPI danwel COPI (tot de komst van de (H)OVD) dan wel OT (na de komst van (H)OVD). STPI Bij een incident op Schiphol wordt ten behoeve van de bronbestrijding altijd* een Schiphol Team Plaats Incident (STPI) gevormd. Het STPI opereert rechtstreeks onder het COPI. In het STPI wordt de inzet van de bij de directe bronbestrijding betrokken diensten afgestemd. Onder aansturing van een COPI kan op meerdere plaatsen** een STPI worden ingericht. In dat geval is het COPI het team dat het incident coördineert en fungeren de STPI s als de ogen en oren van het COPI ter plaatse. Het Schiphol Team Plaats Incident (STPI): is belast met de bronbestrijding. is een overlegstructuur gericht op de coördinatie van de hulpverlening ter plekke. *De leider COPI kan uit oogpunt van een efficiënte crisisbestrijding besluiten het STPI op te laten gaan in het COPI. Dit geldt echter niet - bij vliegtuigincidenten en - bij incidenten waarbij meerdere STPI s actief zijn **Bij meerdere STPI s zijn de taken hetzelfde alleen in de samenstelling zijn de diensten aanwezig maar kunnen de functionarissen vertegenwoordigd zijn door een ander niveau dan beschreven. CSR Prorail heeft een Calamiteitenstaf Rail (CSR) met als taak: het ondersteunen en adviseren van de Algemeen Leider ProRail en het coördineren van de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

20 I-3A Crisiscentra: taken en verantwoordelijkheden, Vervolg Actiecentrum Mobiliteit De KMar heeft een Actiecentrum Mobiliteit waarin partijen met de volgende taken en verantwoordelijkheden bijeen worden gebracht: het coördineren van de uitvoerende activiteiten in de directe omgeving van het crisisgebied; de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn opgenomen in het Verkeerscirculatieplan. Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol Het Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol staat onder leiding van het hoofd RAC dat geleverd wordt door de gemeenten. Naast de gemeente zijn in elk geval Schiphol, KMAR en VRK vertegenwoordigd conform het draaiboek Communicatie CBP-S. Dit team heeft de volgende taken: - voorbereiden en afstemmen communicatieadvies BT - het verzorgen van persvoorlichting - aansturen van de eigen communicatieactiecentra Team Opvang & Registratie Het Teamleidersoverleg Opvang & Registratie heeft tot doel de processen Opvang & Verzorging en Registratie slachtoffers te coördineren. Het teamleidersoverleg wordt voorgezeten door de gemeente Haarlemmermeer en bestaat verder uit een vertegenwoordiger van de AAS en PSH. Andere partijen zoals CRIB, KMar, het NRK, Luchthavenpastoraat en de betrokken airline kunnen worden gevraagd om deel te nemen aan het teamleidersoverleg. In het draaiboek Opvang & Registratie CBP-Schiphol staan de taken en procedures omschreven. Locatie crisisteams: Schiphol (Triport 2), tenzij Het Operationele Team (OT) komt bij GRIP-2, GRIP-3 en GRIP-4 meldingen binnen het werkingsgebied van het CBP-S bijeen op Schiphol (Triport 2), tenzij de specifieke omstandigheden dit feitelijk onmogelijk maken. Dan wordt uitgeweken naar het RCC aan de Zijlweg te Haarlem. Het Beleidsteam (BT) komt bij GRIP-3 en GRIP-4 meldingen binnen het werkingsgebied van het CBP-S eveneens bijeen op Schiphol (Triport 2), tenzij de specifieke omstandigheden dit feitelijk onmogelijk maken. Dan wordt uitgeweken naar het RCC aan de Zijlweg te Haarlem. Luchtvaartgerelateerde incidenten buiten het werkingsgebied van Schiphol maar bínnen de grenzen van de gemeente Haarlemmermeer worden vanuit Schiphol (Triport 2) afgehandeld, tenzij de burgemeester van Haarlemmermeer anders besluit. Burgemeesters van gemeenten anders dan Haarlemmermeer kunnen desgewenst bij luchtvaartgerelateerde ongevallen gebruikmaken van de crisisruimte(n) op Schiphol (Triport 2). Een verzoek daartoe loopt via leider OT. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

21 I-3B Crisiscentra: samenstelling Samenstelling teams en staven Hieronder volgt een overzicht van de samenstelling van de crisiscentra die een rol (kunnen) spelen bij een crisis op Schiphol. BT Het Schiphol BT bestaat uit: De burgemeester; Hoofdofficier van Justitie; Regionaal Commandant Brandweer; Regionaal Geneeskundig Functionaris; Districtscommandant KMar en/of korpschef regiopolitie Kennemerland* (afhankelijk van locatie crisis); Directeur AAS Gemeentesecretaris Adviseur Orde en Veiligheid Communicatieadviseur (gemeente). Op verzoek kan het BT worden aangevuld met: Directeur Prorail; Directeur Luchtvaartmaatschappij; Vertegenwoordiger LVNL; Vertegenwoordiger NCTb; Vertegenwoordiger gemeente/bzk/buza voor communicatie met ambassades Overige. *) Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 6 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de politie Kennemerland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

22 I-3B Crisiscentra: samenstelling, Vervolg OT Het Schiphol OT bestaat uit: Leider OT; Hoofd-stafsectie Brandweer; Hoofd-stafsectie KMAR en/of Politie*; Hoofd-stafsectie GHOR; Hoofd-stafsectie Gemeentelijke Diensten; Hoofd-stafsectie Communicatie; Hoofd-stafsectie Informatiemanagement; Voorlichting AAS; Vertegenwoordiger AAS; Vertegenwoordiger LVNL. Op verzoek wordt het OT aangevuld met: Prorail; Regiopolitie Amsterdam-Amstelland: Regiopolitie Kennemerland; Korps Landelijk Politiediensten; Liaison NCC voor communicatie met ambassades; Vervoerder/afhandelaar ; NCTb (bij terreur(dreiging) ; Overige. *) Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 6 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de politie Kennemerland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

23 I-3B Crisiscentra: samenstelling, Vervolg COPI COPI Schiphol bestaat uit: Leider CoPI; Officieren van Dienst Brandweer, KMAR/Politie*, GHOR; PB-AAS. Op verzoek wordt het COPI aangevuld met: Algemeen Leider ProRail Vertegenwoordiger LFTO (KLPD) Vertegenwoordiger Luchtvaartpolitie (KLPD) Vertegenwoordiger RWS Unit Leider BHV; Vertegenwoordiger luchtvaartmaatschappij/ betrokken bedrijf; Afhandelaar. *) Binnen het luchthaventerrein is de KMar op basis van de art. 6 Politiewet verantwoordelijk voor de politietaken. Het werkingsgebied van het CBP Schiphol is echter groter dan het luchthaventerrein. Omdat op het tijdstip van alarmering en opkomst niet altijd direct duidelijk is of een incident zich op of buiten het luchtvaartterrein voordoet, worden zowel de KMar als de politie Kennemerland gealarmeerd. Indien en zodra er duidelijkheid bestaat over de precieze locatie van een incident wordt bepaald welk korps bevoegd gezag is. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

24 I-3B Crisiscentra: samenstelling, Vervolg CVO De CVO bestaat uit: Airport Manager (AM)(Voorzitter); Airside operations manager (AOM)*; Piket officier Calamiteiten KMar (POCAL) **; Operationeel manager passagiers (OM-PAX); Security Operations Manager (SOM); Team Manager Bagage (TMB); Voorlichter AAS ***; Vertegenwoordiger Luchtvaartmaatschappij of afhandelaar (bij vliegtuigincidenten); Vertegenwoordigers betrokken bedrijven; Medewerker ProRail (op verzoek - bij tunnelincidenten); Operationeel Technisch Manager. *) AOM is voorzitter CVO tot de komst AM **) De Piket officier Calamiteiten KMar (POCAL) is vanuit de CVO tevens liaison voor de regiopolitie Kennemerland, ook in situaties waar politie Kennemerland leidend is. ***) Voorlichter AAS neemt zitting in OT zodra dit wordt ingesteld. STPI Het STPI bestaat uit: AFO*; Bevelvoerder/OVD-B; OVD-KMAR; OVD-G; Unit Leider BHV (bij incident in Terminal). *AFO formeert het STPI en is verantwoordelijk voor de bronbestrijding tot de komst van de (H)OVD-B. Actiecentrum Mobiliteit Het Actiecentrum Mobiliteit bestaat uit: Operationeel Commandant omgeving incident KMar; Twee vertegenwoordigers regionale politie (Kennemerland en Amsterdam- Amstelland); Vertegenwoordiger KLPD; Vertegenwoordiger Rijkswaterstaat; Medewerker ProRail (op verzoek - bij tunnelincident); LSO verkeer (op verzoek); LSO OOV (op verzoek); LSO Brandweer (op verzoek); LSO afzettingseenheid (op verzoek). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

25 I-3B Crisiscentra: samenstelling, Vervolg Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol Het Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol (RAC Schiphol) bestaat uit: Hoofd RAC (voorzitter); woordvoerder Corporate Communications Schiphol Group (CCSG); woordvoerder Koninklijke Marechaussee (KMar); woordvoerder Veiligheidsregio Kennemerland. Coördinator persvoorlichting Liaison OT Het bovenstaande (kern)team wordt afhankelijk van de aard van het incident aangevuld met: woordvoerder ProRail en woordvoerder NS (bij incident spoortunnel); persofficier Openbaar Ministerie (bij ernstige openbare ordeverstoring / kaping/gijzeling); woordvoerder politie Kennemerland; woordvoerder KLPD; woordvoerder LVNL; woordvoerder betrokken airline; woordvoerder NCTb. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

26 I-3C Crisiscentra: Opkomstlocaties Opkomstlocaties crisiscentra Hieronder volgt een overzicht van de opkomstlocaties van de crisiscentra die een rol (kunnen) spelen bij een crisis op Schiphol. Locatie OT/BT Het OT en BT komen bijeen op de hieronder aangegeven locaties. Staf ruimte OT Schiphol CrisisCentrum bij de KMar in Triport 2 Grote commandokamer, overlegruimte OT (1 e ) en stafsectieruimte (1 e ). Actiecentrums conform Crisisplan BT Schiphol CrisisCentrum bij de KMar in Triport 2 Grote vergaderruimte (7 e ) Locatie overige teams/ overlegorganen Het COPI, CVO, Actiecentrum Mobiliteit, Voorlichtingsteam en CSR kennen de volgende opkomstlocaties. Team Locatie COPI Nabijheid incident CVO Gebouw Airside Operationele Dienst, ruimte 1005 Back-up: instructieruimte (Triport 2) Actiecentrum Kleine commandokamer, Triport 2 (1 e ) Mobiliteit RAC Schiphol Triport 2 (7 e ) Perscentrum Triport of Perscentrum Terminal 1 CSR ProRail-gebouw De Ruijterkade 4, Amsterdam Teamleiders Opvang Afhankelijk van incident (locatie opvang) en registratie VOS 5: Panorama restaurants, VOS 6/7: Wildenhorst Zie Draaiboek Opvang en Registratie Schiphol Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

27 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme Inleiding Het Crisisplan bevat de algemene informatie over de manier waarop de crisisorganisatie is ingericht bij (dreiging van) terreur. Voor Schiphol geldt een aantal bijzondere afspraken dat in dit hoofdstuk is uitgewerkt. Alertering Schiphol maakt onderdeel uit van de "Sector Luchthavens" aangesloten op het nationale alertingssysteem van de NCTb. Hierin worden vier niveaus onderscheiden: 1. Basisniveau 2. Lichte dreiging 3. Matige dreiging en 4. Hoge dreiging. Uitgangspunt is dat Schiphol zich structureel minimaal op het niveau 'lichte dreiging' zal bevinden. Het niveau wordt door de minister van Justitie, op voordracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), vastgesteld. Wijziging alerteringsniveau Indien de NCTb daartoe aanleiding ziet, kan zij het Uitvoeringsoverleg Alerteren (UOA) voor de sector Luchthavens bijeenroepen (Triport 2). Het UOA is een afstemmingsoverleg waarin het nut en de noodzaak van het wijzigen van het alerteringsniveau voor de Sector Luchthavens (eventueel Schiphol in het bijzonder) wordt besproken. Het UOA bestaat uit een kernteam, dat afhankelijk van omstandigheden kan worden uitgebreid. Taken NCTb De NCTb beschikt ten behoeve van de uitoefening van haar taken over twee takken, een adviserende taak: Eenheid Bewaken en Beveiligen (EBB) en een operationele taak: Directie Beveiliging Burgerluchtvaart (DBB) NCTb/EBB De EBB heeft tot taak te adviseren. Eventuele maatregelen dienen op basis van de adviezen te worden genomen door de lokale Driehoek. Het betreft het optreden buiten het luchthaventerrein. NCTb/DBB De DBB heeft dwingende bevoegdheden op basis van de Luchtvaartwet (artikelen 37a t/m 37v). Maatregelen zijn niet openbaar. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

28 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg NCTb DBB: maatregelen algemeen Vanuit de Luchtvaartwet en de EU-verordening 2320 is de minister van Justitie bevoegd aanwijzingen te geven aan de exploitant van de luchthaven en de Koninklijke Marechaussee om maatregelen te (doen) treffen bij terreurdreiging. De minister van Justitie heeft deze bevoegdheid gedelegeerd aan de NCTb, Directie Beveiliging Burgerluchtvaart (NCTb DBB). De mogelijk te nemen maatregelen zijn gerelateerd aan het dreigingsniveau en zijn vastgelegd in het risicomanagementmodel Beveiliging Burgerluchtvaart. DBB overlegt met EBB over eventueel te treffen maatregelen die buiten de bevoegdheid van DBB vallen. Het betreft hier maatregelen die Douane, het KLPD en/of de politie Kennemerland kunnen treffen. Met betrekking tot deze maatregelen brengt EBB op de gebruikelijke wijze een advies uit. NCTb DBB: maatregelen binnen het luchtvaartterrein De beveiligingsgerelateerde maatregelen op het luchtvaartterrein (conform definitie Luchtvaartwet art.1 sub g) die noodzakelijk zijn in het kader van de terreurbestrijding, worden opgelegd door de NCTb/DBB aan de KMar, AAS, luchtvaartmaatschappijen en vrachtagenten. NCTb DBB: maatregelen buiten het luchtvaartterrein Tot beveiligingsgerelateerde maatregelen buiten het luchtvaartterrein (conform definitie Luchtvaartwet art.1 sub g) die noodzakelijk zijn in het kader van terreurbestrijding, wordt besloten in de lokale bestuurlijke driehoek. Bij het treffen van maatregelen wordt de lokale bestuurlijke driehoek geacht nadrukkelijk rekening te houden met de adviezen van het Uitvoeringsoverleg Alerteren (UOA) en de Nationale Veiligheidscommissie (NVC). NCTb Toezicht De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) is op Schiphol verantwoordelijk voor toezicht: op het luchtvaartproces, in de terminal in de nabijheid van zones waar vliegtuigbewegingen plaatsvinden. in openbare gebieden zoals terrassen voor toeschouwers, luchthavenhotels, en parkeervoorzieningen. op naar de terminal leidende en openbare toegangswegen, op autoverhuurbedrijven, op standplaatsen voor taxi s en andere landtransportmiddelen en op eventuele op de luchthaven aanwezige hotelvoorzieningen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

29 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Schema opleggen maatregelen Onderstaand schema geeft aan welke instanties maatregelen op kunnen leggen aan disciplines die op Schiphol zijn gevestigd. DOC (defensie) KMar NCTb DBB AAS DCC V&W LVNL Alarmering Indien op rijksniveau wordt besloten om het alerteringsniveau te verhogen (naar minimaal 'matige dreiging'), dan verloopt de alarmering conform onderstaand overzicht. Instantie NCTb DBB NCTb EBB Gemeente KMar Alarmeert KMar AAS DCC Verkeer & Waterstaat (en daarmee LVNL) Regiopolitie Kennemerland CdK Gemeente Haarlemmermeer Voorzitter College Procureurs-Generaal (en daarmee HovJ Haarlem) Leden BT (gemeente, politie, brandweer, GHOR, openbaar ministerie arr Haarlem) Inspectie Verkeer en Waterstaat KLPD (Luchtvaartpolitie) (indien nodig) brandweer en GHOR Gemeente Haarlemmermeer Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

30 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Informeren overige instanties Afhankelijk van de aard en de ernst van de melding, informeert en stemt de KMar af met de volgende diensten: Regiopolitie Kennemerland Regiopolitie Amsterdam-Amstelland Korps Landelijke Politiediensten (Luchtvaartpolitie, Spoorwegpolitie, DNRI) Openbaar Ministerie (parket Haarlem) Amsterdam Airport Schiphol Gemeente Haarlemmermeer Prorail/NS Inlichtingendiensten/NCTb Ministerie van VenW Regionale brandweer en GHOR Schiphol Security Incident In het geval (1) er indicaties zijn van een niet geverifieerd, security gerelateerd incident; (2) en er onder leiding van de Kmar een onderzoek gaande is naar de aard van de dreiging; kan worden besloten het incidenttype Schiphol Security Incident (SSI) af te geven. Dit betekend dat een STPI wordt geformeerd, hulpverleningsdiensten in gereedheid worden gebracht (op voldoende afstand), waar zij op nadere instructies van de KMar wachten. Deze incidentcode kan (na verificatie) worden opgeheven of overgaan in een alarmvorm van het CBP-S. Opschaling alerteringsniveau (lokale dreiging) Bij een verhoogde dreiging (dus een matige of een hoge dreiging) kan het UOA bij elkaar worden geroepen. Een vertegenwoordiger van de gemeente Haarlemmermeer wordt uitgenodigd voor het UOA. De burgemeester kan op basis van het dreigingsbeeld besluiten het BT (en OT) bij elkaar te roepen. In het BT worden de partijen geïnformeerd over de maatregelen die op het luchthaventerrein zijn ingesteld. Afhankelijk van de bevoegdheden over de te treffen maatregelen en voorzover deze niet treden in de bevoegdheden van de NCTb/DBB - besluit de burgemeester of de (hoofd-)officier van justitie (parket Haarlem) om bepaalde veiligheidsmaatregelen in te stellen. Het UOA adviseert het BT welke maatregelen in en rond het werkingsgebied van het CBP-S kunnen worden getroffen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

31 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Opschaling alerteringsniveau (bovenlokale dreiging) Bij een verhoogde dreiging (dus een matige of een hoge dreiging) kan het UOA bij elkaar worden geroepen. Een vertegenwoordiger van de gemeente Haarlemmermeer wordt uitgenodigd voor het UOA. De burgemeester kan op basis van het dreigingsbeeld besluiten het BT (en OT) bij elkaar te roepen. In het BT worden de partijen geïnformeerd over de maatregelen die op het luchthaventerrein zijn ingesteld. Bij een verhoogde dreiging met bovenlokale uitstraling stelt de NCTb/DBB vast welke maatregelen worden opgelegd. Afhankelijk van de bevoegdheden over de te treffen maatregelen en voor zover deze niet treden in de bevoegdheden van de NCTb/DBB - besluit de burgemeester of de (hoofd-)officier van justitie (parket Haarlem) om bepaalde veiligheidsmaatregelen in te stellen. Het UOA adviseert het BT welke maatregelen in en rond het werkingsgebied van het CBP-S kunnen worden getroffen. Alerteringsniveau (internationale dreiging) Bij een verhoogde dreiging (dus een matige of een hoge dreiging) kan het UOA bij elkaar worden geroepen. Een vertegenwoordiger van de gemeente Haarlemmermeer wordt uitgenodigd voor het UOA. De burgemeester kan op basis van het dreigingsbeeld besluiten het BT (en OT) bij elkaar te roepen. In het BT worden de partijen geïnformeerd over de maatregelen die op het luchthaventerrein zijn ingesteld. Bij een verhoogde dreiging met internationale uitstraling maakt de NCTb de afweging welke maatregelen worden opgelegd. Deze worden besproken in het UOA. Deze maatregelen worden als advies gecommuniceerd naar het BT. Samenstelling lokale driehoek De lokale, bestuurlijke Driehoek Haarlemmermeer is als volgt samengesteld: Burgemeester; Hoofdofficier van Justitie; Districtscommandant Kmar; Korpschef regiopolitie Kennemerland. In geval van verhoogde dreiging kan de burgemeester of de Hoofdofficier de Driehoek bij elkaar roepen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

32 I-4 Aandachtspunten bij (dreiging) terrorisme, Vervolg Samenstelling Uitvoeringsoverleg Alerteren Het kernteam van het Uitvoeringsoverleg Alerteren bestaat uit: Dienst Beveiliging Burgerluchtvaart/NCTb (voorzitter) Vertegenwoordiger AAS KMar Politie Kennemerland (veiligheidscoördinator) Gemeente Haarlemmermeer (adviseur openbare veiligheid) Openbaar Ministerie parket Haarlem Eenheid Bewaken Beveiligen/NCTb Op verzoek wordt het Uitvoeringsoverleg Alerteren aangevuld met derden. Het UOA komt bijeen op Triport II Schiphol. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

33 Deel II Algemene Informatie II-0 Leeswijzer Inleiding Dit deel van het crisisbestrijdingsplan bevat de algemene achtergrondinformatie. Inhoud In dit deel worden de volgende onderwerpen behandeld. Hoofdstuk Inhoud Pag. II-1 Wettelijke grondslag 31 II-2 Algemeen beleid 32 II-3 Uitwerking, vaststelling en beheer van het 34 crisisbestrijdingsplan II-4 Samenhang met andere plannen 36 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

34 II-1 Wettelijke grondslag Wet VR Zodra de Wet Veiligheidsregio s in werking is getreden zal conform deze wetgeving worden gewerkt, waardoor de werkwijze van de WRZO komt te vervallen. RBP = CBP In artikel 17.1 van de Wet op de Veiligheidsregio staat het volgende: Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen, categorieën rampen en luchtvaartterreinen worden aangewezen waarvoor het bestuur van de veiligheidsregio een rampbestrijdingsplan vaststelt. In dat plan worden de maatregelen opgenomen die bij een ramp in die categorieën dan wel op die luchtvaartterreinen moeten worden genomen. Het bedoelde rampbestrijdingsplan is dit Crisisbestrijdingsplan Schiphol. Het crisisbestrijdingsplan behelst zowel rampbestrijding als crisisbeheersing op Schiphol. Crisisbeheersing Crisisbeheersing is het geheel aan maatregelen en voorzieningen die de overheid in samenwerking met andere organisaties treft ter voorbereiding op, ten tijde van (crisis)bestrijding en na afloop van de crisis(bestrijding). Artikel 172 van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde. Op grond van de artikelen 175 en 176 van de Gemeentewet heeft de burgemeester de bevoegdheid noodbevelen te geven of een noodverordening vast te stellen in geval van oproerige beweging, ernstige andere wanordelijkheden, rampen of zware ongevallen, dan wel ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. De Hoofdofficier van Justitie is onder meer belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Hieronder zijn begrepen de daadwerkelijke voorkoming, de opsporing, de beëindiging, de vervolging en de berechting van strafbare feiten. Ontvoering en gijzeling zijn specifieke vormen van het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsbeneming (artt c WvSr). Met de inwerkingtreding van de Wet Terroristische misdrijven op 10 augustus 2004 zijn onder meer artikelen aan het Wetboek van Strafrecht toegevoegd, inhoudende de strafbaarstelling van (de samenspanning tot) het misdrijf wederrechtelijke vrijheidsbeneming gepleegd met een terroristisch oogmerk. In gevolge de regeling BBE dd. 29 juni 2006 is het de minister van Justitie die beslist over de inzet van de BBE. Bij acute terroristische dreiging heeft de minister van Justitie doorzettingsmacht en is hij bevoegd ook op terreinen van andere ministers maatregelen te nemen (zoals stilleggen van trein- of vliegverkeer en/of het staken van telecomverkeer in een bepaalde regio). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

35 II-2 Algemeen beleid Crisisplan Voor incidentbeheersing is het Regionaal Crisisplan voor de gemeenten van Kennemerland opgesteld, afgekort Crisisplan. Onder de term incidentbeheersing valt, rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dit plan is vastgesteld door de burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer. Dit plan is conform wettelijk kader opgesteld. Crisisbestrijdingsplan Schiphol Voor het gebied van de luchthaven Schiphol is een crisisbestrijdingsplan vastgesteld. Dit plan komt in de plaats van een rampbestrijdingsplan voor Schiphol en voldoet aan de eisen die aan een rampbestrijdingsplan worden gesteld. Waar in dit plan wordt geschreven over een Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S), moet tevens worden gelezen: rampbestrijdingsplan Schiphol. Doelstelling crisisbestrijdingsplan Schiphol Het doel van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is het op een gestructureerde wijze ordenen van taken, bevoegdheden en processen van de verschillende bij de bestrijding van de crisis betrokken overheden, diensten en organisaties, aansluitend en aanvullend op het Crisisplan. In het Crisisbestrijdingsplan Schiphol worden alle gemaakte afspraken vastgelegd en gespecificeerd. Inhoud Crisisbestrijdingsplan Schiphol In het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is het geheel van maatregelen opgenomen, voorzover deze afwijken van of aanvullend zijn op het Crisisplan. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

36 II-2 Algemeen beleid, Vervolg Wat niet besproken? In het Crisisbestrijdingsplan Schiphol zijn niet opgenomen de gedetailleerde beschrijving van taken en verantwoordelijkheden van de betrokken disciplines. Tevens zijn de normale, dagelijkse werkprocessen niet opgenomen, tenzij dit noodzakelijk is ter verduidelijking van de coördinatie en de samenwerkingsmomenten. Openbaarheid Dit Crisisbestrijdingsplan Schiphol is een openbaar plan. Een uitzondering op deze openbaarmaking is informatie die krachtens artikel 10 Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) en artikel 25a tweede tot en met vijfde lid achterwege gelaten mag worden. Oefenbeleid Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol dient jaarlijks door de verschillende bestuurlijke en operationele teams en de operationele en gemeentelijke diensten te worden beoefend. Oefeningen vinden plaats in samenwerking en in overleg met AAS, KMar, AMS en de overige partners op Schiphol. De kaders waarbinnen geoefend wordt, worden neergelegd in een Regionaal Opleidings- en Oefenbeleidsplan dat wordt opgesteld en beheerd door het Multidisciplinair Veiligheidsbureau Kennemerland van de Veiligheidsregio Kennemerland. Het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer ziet erop toe dat de oefeningen conform het Regionaal Opleidings- en Oefenbeleidsplan worden georganiseerd. Voor specifiek Schiphol is de uitvoering van de oefeningen op Schiphol belegt in de werkgroep Multidisciplinaire Oefen Keuken (MOK). Het MOK rapporteert aan de beheergroep Schiphol door middel van overzicht van de openstaande actiepunten. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

37 II-3 Uitwerking, vaststelling en beheer van het crisisbestrijdingsplan Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol wordt conform artikel 7 van de Wet Rampen en zware ongevallen door de burgemeester van Haarlemmermeer vastgesteld. Bij de vaststelling wordt de inwerkingtreding vermeldt. Vaststelling & inwerkingtreding Kwaliteitsbewaking en beheer De kwaliteit van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol en de (afstemming met) onderliggende plannen en procedures worden onder verantwoordelijkheid van de burgemeester van Haarlemmermeer - bewaakt in de Beheergroep en Stuurgroep Crisisbestrijdingsplan Schiphol. Het plan wordt formeel beheerd door de beheergroep Schiphol Stuurgroep en beheergroep CBP Schiphol Het beheer van het CBPS, alsmede het opleiden en oefenen van functionarissen is geborgd in de Beheergroep en Stuurgroep CBPS. De verantwoordelijkheid voor het beheer van het plan ligt bij de gemeente Haarlemmermeer en wordt uitgevoerd door het veiligheidsbureau Kennemerland. De volgende partijen zijn in de Beheergroep en Stuurgroep vertegenwoordigd: Gemeente Haarlemmermeer (Voorzitter) Veiligheidsbureau Kennemerland (Beheerder CBP Schiphol) Amsterdam Airport Schiphol Koninklijke Marechaussee district Schiphol Politie Kennemerland Brandweer Kennemerland Brandweer Schiphol GHOR Kennemerland Amsterdam Airport Medical Service ProRail Arrondissementsparket Haarlem Luchtverkeersleiding Nederland KLM (vertegenwoordiger de Luchtvaartmaatschappijen) Provincie Noord-Holland Frequentie & coördinatie actualisatie Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol wordt ten minste éénmaal per twee jaar of zoveel eerder indien daartoe aanleiding is, geactualiseerd. Formeel ligt het beheer bij de beheergroep Schiphol. Het feitelijke beheer en daarmee de coördinatie van de actualisatie is belegd bij het Multidisciplinair Veiligheidsbureau Kennemerland. Het Veiligheidsbureau toetst jaarlijks bij betrokkenen of er aanleiding is tot een tussentijdse actualisatie van het plan. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

38 II-3 Uitwerking, vaststelling en beheer van het crisisbestrijdingsplan, Vervolg Aandachtspunten actualisatie Bij de actualisatie wordt rekening gehouden met: veranderingen die zich in de inrichting of in de omgeving daarvan hebben voorgedaan; veranderingen in de organisatie en taken van bij de bestrijding van crises betrokken diensten en organisaties; nieuwe technische kennis en inzichten over de bij crises te nemen maatregelen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

39 II-4 Samenhang met andere plannen Crisisplan Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol sluit aan op en is een specifieke uitwerking van het Regionaal Crisisplan voor de gemeenten van Kennemerland. Resultaat: samenhangend stelsel Door deze koppeling tussen het Crisisplan en het Crisisbestrijdingsplan Schiphol ontstaat een samenhangend stelsel van planvorming met betrekking tot de voorbereiding van de gemeente op de bestrijding van (voorzienbare) crises. Monodisciplinaire uitwerking Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is een plan op hoofdlijnen voor multidisciplinaire samenwerking. Een hogere mate van detail dient monodisciplinair te worden uitgewerkt in draaiboeken, aanvalsplannen, inzetprocedures en werkinstructies door de operationele diensten. Calamiteitenplan AAS Het Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol (Calamiteitenplan-AAS) is afgestemd met het Crisisbestrijdingsplan Schiphol. Crisisbestrijdin gsplan Luchtvaartonge vallen Voor luchtvaartongevallen buiten het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol is het CBP Luchtvaartongevallen opgesteld Uitgangspunt voor de afstemming van de beiden plannen, is dat ze naadloos in elkaar overgaan. Procedure ambassades Om de informatievoorziening aan en de betrokkenheid van ambassades bij ongevallen op Schiphol zo goed mogelijk te organiseren, is een procedure ambassades opgesteld door het Nationaal Crisis Centrum in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer, het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Koninklijke marechaussee en Schiphol. De gemeente Haarlemmermeer heeft in aanvulling daarop een draaiboek ambassades op Schiphol opgesteld. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

40 Deel III Deelprocessen III-0 Leeswijzer Inleiding Dit deel beschrijft de van toepassing zijnde algemene deelprocessen en de afspraken per deelproces die specifiek ten behoeve van Schiphol zijn gemaakt. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. II-1 Standaardprocessen 38 II-2 Schipholspecifieke standaardafspraken 40 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

41 III-1 Standaardprocessen Overzicht processen Hieronder zijn de deelprocessen benoemd die bij een crisis op Schiphol (kunnen) worden opgestart. Het Crisisplan bevat de algemene uitwerking van de deelprocessen. Deelproces 1 e kwartier 1 e uur 1 e dag Herstelfase Coördinerende discipline ALGEMENE EN ONDERSTEUNENDE PROCESSEN A1: Alarmering van bestuur en X BRW/KMar processen A2: Logistiek -- X X X AAS/BRW* (ramp)bestrijdingspotentieel A3: Verbindingen X X X -- BRW A4: Coördinatie X X X X BRW A5: Verslaglegging -- X X X GEM CLUSTER BRANDWEER: BRON- EN EFFECTBESTRIJDING B1: Bron- en effectbestrijding X X X -- BRW/POL/KMar* B2: Waarschuwen van de bevolking X X X -- BRW B3: Ontsmetten van mensen/dieren -- X X -- BRW B4: Ontsmetten van voertuigen en -- X X -- BRW infrastructuur B5: Redding X X BRW B6: Waarnemen/meten X X X -- BRW B7: Toegankelijk/begaanbaar maken -- X X X BRW CLUSTER GEMEENTE: BEVOLKINGSZORG GM1: Communicatie/Voorlichting -- X X X GEM/OM* GM2: Evacueren X X X X GEM/AAS** GM3: Inzamelen van besmette waren X X GEM GM4: Opvangen/verzorgen -- X X X GEM/AAS* GM5: Registreren van slachtoffers -- X X -- GEM GM6: Uitvaartverzorging X X GEM GM7: Voorziening in primaire X X X X GEM/AAS** levensbehoeften GM8: Schadeafhandeling X X GEM GM9: Milieu X X GEM GM10: Nazorg X X GEM Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

42 III-1 Standaardprocessen, Vervolg Overzicht processen (vervolg) Deelproces 1 e kwartier 1 e uur 1 e dag Herstelfase Coördinerende discipline CLUSTER POLITIE/KMAR: RECHTSORDE EN VERKEER P1: Bewaking & Beveiliging -- X X X POL/KMar/AAS*** P2: Mobiliteit X X X X POL/KMar/KLPD** P3: Ordehandhaving -- X X X POL/KMar* P4: Slachtofferregistratie en X X X POL/KMar* identificatie P5: Interventie -- X X X KMar/POL* P6: Opsporing -- X X X POL/KMar* Vreemdelingenzaken X X X -- KMar/POL* Ceremonieel X X X -- KMar/POL* CLUSTER GHOR: GENEESKUNDIGE HULPVERLENING GH1: Preventieve openbare gezondheidszorg (POG) GH2: Spoedeisende Medische Hulpverlening GH3: Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) X X X X GHOR X X X X GHOR -- X X X GHOR * Afhankelijk van het type en/of locatie van het incident ** Evacueren of het voorzien in primaire levensbehoeften binnen het werkingsgebied van het CBP-S valt onder primaire verantwoordelijkheid van de gemeente Haarlemmermeer. *** Afhankelijk van het gebied (landingsterrein, luchtvaartterrein cf Luchtvaartwet of Security Restricted Area) Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

43 III-2 Schipholspecifieke standaardafspraken Inleiding In deze paragraaf zijn per relevant deelproces de afspraken opgenomen die specifiek bij een crisis op Schiphol van toepassing zijn. Deelproces Standaardafspraken Algemene en ondersteunende processen Beeld-, oordeels-, en Er is per team één informatiecoördinator besluitvorming Alarmering van bestuur Meldkamer KMar alarmeert de en processen crisisbestrijdingsorganisatie (disciplines buiten Schiphol) en geeft de alarmvorm door Regiecentrum/Alarmcentrale AAS alarmeert de diverse onderdelen van AAS (w.o. CVO) Per alarmvorm geldt een standaard eerste inzet (gekoppeld aan het scenario). Verdere opschaling op basis van nader bericht. Logistiek (ramp) Verzorging hulpverleningseenheden: AAS (ism KMar) bestrijdingspotentieel Verbindingen Verbindingen vinden plaats conform de operationele afspraken van de meldkamers AL van ProRail dient telefonisch bereikbaar te zijn Coördinatie Operationele leiding berust in beginsel bij brandweer COPI nabij plaats incident STPI bevindt zich nabij de bron op plaats incident Eerste geneeskundige invulling van het STPI vindt plaats door de medici van AMS en wordt later overgenomen door de 1 e aankomende OVD-G. Aansturing gewondennest door hoofd gewondennest AFO leidt bronbestrijding tot komst (H)OVD De Commandant Uitgangsstelling Amsterdam Airport Schiphol (CUGS AAS) voert het commando tot de komst van de CUGS-B dirigeert op aanwijzing AFO/OVD-B/CUGS-B de hulpdiensten naar de plaats van het incident en coördineert de markering van routes en de begeleiding van hulpdiensten van de UGS naar de plaats van het incident en v.v. Verslaglegging KMar stelt in de commandoruimtes (Triport II) mensen/middelen beschikbaar voor Cedric Schriftelijke verslaglegging wordt opgenomen in Cedric Afspraken in BT, OT, CoPI, CVO, RAC Schiphol en Actiecentrum Mobiliteit worden bijgehouden door verslaglegging Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

44 III-2 Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Inleiding (vervolg) Deelproces Standaardafspraken Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Bron- en effectbestrijding Waarschuwen van de bevolking Redding Toegankelijk/ begaanbaar maken Vrije instroom eenheden: opschaling conform PEL/CIE structuur (IRC-KAA) Vaste uitgangstellingen Bij vliegtuigongevallen creëert VBB overleefbare situatie en start redding Bij vliegtuigongevallen richt overheidsbrandweer zich op redding en bevrijding Bij treinongevallen in spoortunnel worden procedure aarden bovenleiding en tunnelvrij maken gestart Bij niet-vos-alarmeringen is op verzoek een eenheid VBB beschikbaar Waarschuwing door middel van omroepinstallaties AAS en (indien mogelijk) infoscherm nabij Plaza Interne omroepinstallatie via Unitleider BHV Brandweer waarschuwt bewoners binnen het werkingsgebied CBP Schiphol (o.a. IJweg, Hoofdvaart, Schipholdijk) Bij de meeste scenario s wordt uitgegaan van zelfredzaamheid, rekening houdende met de beperkingen ter plaatse (zoals Security Restricted Area) Na een terroristische aanslag vindt redding en hulpverlening plaats tenzij de politiediensten dit in verband met concrete dreiging van meerdere aanslagen niet verantwoord vinden De eenheden van eerste peloton gaan direct ter plaatse, vanaf het 2 e peloton verzamelen de eenheden op de toegewezen UGS (procedure interregionale compagnie) Afhankelijk van de locatie van het incident wordt routering van de hulpdiensten bepaald door KMar, politie of AAS Bij ongevallen in en rond de spoortunnel (inclusief NS-station Schiphol) wordt standaard gebruik gemaakt van UGS A (tenzij AFO/OvD-B anders bepaalt). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

45 III-2 Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Communicatie Evacueren Opvangen en Registratie Uitvaartverzorging Voorzien in primaire levensbehoeften Cluster gemeente: bevolkingszorg Onder leiding van de gemeente Haarlemmermeer wordt een RAC Schiphol ingesteld. Conform Draaiboek Communicatie CBP-S. Eventueel bewoners binnen het werkingsgebied CBP- Schiphol. Verantwoordelijkheid gemeente Bij opvang op luchthavengebied uitvoering AAS onder eindverantwoordelijkheid gemeente Conform Draaiboek Opvang & Registratie CBP-S. Er is op Schiphol een begrafenisondernemer, belast met repatriëring van overleden personen (bij vliegtuigcrash tevens rol bij uitvoering van luchtvaartmaatschappij) Mogelijke locaties voor overleden slachtoffers (OT stemt dit af met de KLPD/RIT): Het mortuarium op Schiphol biedt afhankelijk van bezettingsgraad plaats aan 20 overledenen. Bij 20 overleden slachtoffers kan het Sneeuwvlootgebouw als locatie dienen. (standaardlocatie RIT, naast Post Sloten). Proces voorzien in primaire levensbehoeften vindt plaats onder primaire verantwoordelijkheid van de gemeente Haarlemmermeer Gemeente Haarlemmermeer kan een beroep doen op AAS voor logistieke ondersteuning bij de uitvoering in dit proces. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

46 III-2 Schipholspecifieke standaardafspraken, Vervolg Inleiding (vervolg) Deelproces Standaardafspraken Cluster politie/kmar: rechtsorde en verkeer Bewaking & Safety gaat voor security. beveiliging De NCTb/DBB kan veiligheidsmaatregelen afkondigen die effect kunnen hebben op de hulpverlening Mobiliteit Geregeld vanuit het Actiecentrum Mobiliteit Er gelden specifieke afspraken met Rijkswaterstaat (afkruisen A4/A9/A5) Er is een verkeerscirculatieplan De UGS wordt altijd opgegeven Afzetting van rampterrein / plaatsen afzettingen valt binnen proces ordehandhaving Op airside is altijd rijroute uitgezet (tbv vrije instroom). Hulpverleningsdiensten worden begeleid in het landingsterrein Voor aan en afvoer van hulpverleningsvoertuigen kan gebruik worden gemaakt van de Zuid-Tangent (i.o.m Connexxion) Opsporing Coördinatie KMar/POL/KLPD (afhankelijk van locatie incident) Onderzoek wordt zodanig verricht dat daadwerkelijke hulpverlening niet in gevaar komt Slachtofferregistratie Overleden slachtoffers kunnen worden overgebracht en identificatie naar het Sneeuwvlootgebouw (naast Post Sloten) Ceremonieel Standaardafspraken: bij staatsbezoeken en kleine bezoeken met ceremonieel coördinatie RMC West en Koninklijk Huis. Contacten lopen via KMar. Vreemdelingenzaken Standaardafspraken: Schiphol is een Schengenbuitengrens, hierdoor gelden bijzondere afspraken. Coördinatie grenspassage door KMar. Cluster GHOR: geneeskundige hulpverlening Spoedeisende Medische Airport Medical Services verleent eerste hulpverlening Hulpverlening tot aan de komst van de eerste ambulance. AMS start de Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) Preventieve openbare gezondheidszorg (POG) spoedeisende medische hulpverlening. Bij uitvoering van dit proces betrekken AAS en de gemeente Haarlemmermeer PSH. Conform deelplan PSHOR. Voor (mogelijke) besmetting passagiers wordt gewerkt conform draaiboek WPG Schiphol. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

47 Deel IV Scenario s IV-0 Leeswijzer Inleiding Dit deel bevat een beschrijving en uitwerking van de scenario s die aan het Crisisbestrijdingsplan Schiphol ten grondslag liggen. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. IV-1 Scenariokeuze 45 IV-2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan 47 IV-3 Runway Incursion 50 IV-4 Botsing van treinen op wisselstraat 53 IV-5 Treinbrand op ondergronds station 56 IV-6 Treinbrand in tunnel 58 IV-7 Brand in terminal 61 IV-8 Bomaanslag in terminal 63 IV-9 Aanslag met bomauto voor de terminal 66 IV-10 Vliegtuigkaping 70 IV-11 Gijzeling 72 IV-12 Dreiging besmetting - Besmette passagiers die 74 Nederland in willen IV-13 Dreiging besmetting - Besmetting t.g.v. kapotte 77 verpakking IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply 79 IV-15 Vliegtuigongeval buiten VRK 89 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

48 IV-1 Scenariokeuze Inleiding In dit deel zijn de scenario s uitgewerkt die ten grondslag liggen aan het Crisisbestrijdingsplan Schiphol. De scenario s zijn zo beschreven dat zij een beeld geven van de ontwikkeling en het verloop van het incident. De scenariobeschrijvingen zijn gericht op de inzet van de operationele hulpdiensten (brandweer, KMar, GHOR en Gemeente). Uitgangspunten scenariokeuze Uitgangspunt bij het ontwerpen van de scenario s is dat er sprake moet zijn van redelijkerwijs te verwachten ongevallen (zogenaamde realistische scenario s). Een ongeval wordt beschouwd als realistisch als het soort ongeval zich (gemiddeld) minimaal eenmaal per vijf jaar in Europa voordoet. De lijst met scenario s is geen uitputtende lijst van mogelijke incidenten op Schiphol. De opgenomen scenario s zijn de incidenten waar de hulpverleningsdiensten op en rond Schiphol zich met prioriteit op wensen voor te bereiden. Beschrijving scenario De scenario s zijn beschreven volgens het volgende stramien: Begingebeurtenis Eerste kwartier Eerste uur Eerste dag Herstelfase. Per scenario is aangegeven: Het te verwachten slachtofferbeeld De benodigde (eerste) inzet van de hulpverleningsdiensten (operationele prestaties) Uitwerkingsniveau De scenario s zijn zodanig uitgewerkt dat ze de gebruikers van dit plan in korte tijd een beeld geven van de te verwachten ontwikkeling van het incident en de benodigde inzet om (de gevolgen van) het incident adequaat te bestrijden. Drie scenario s zijn summier uitgewerkt vanwege het confidentiële karakter (Vliegtuigkaping, Gijzeling) dan wel omdat het nader wordt uitgewerkt in een specifiek rampbestrijdingsplan (Brand AFS). Terrorisme De toegenomen dreiging van terroristische aanslagen heeft ertoe geleid dat in het Crisisbestrijdingsplan Schiphol terreurscenario s zijn opgenomen. Voor de terreurscenario s is gekozen voor een bomaanslag in en nabij de terminal. Terroristische aanslagen hebben per definitie een onvoorspelbaar karakter. Een duidelijke trend is niet te geven. Om die reden kan uitdrukkelijk niet worden uitgesloten dat een werkelijke aanslag een ander en/of groter beroep doet op de hulpverleningsdiensten dan in dit plan aangegeven. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

49 IV-1 Scenariokeuze, Vervolg Maatscenario Het maximale scenario in dit plan is een vliegtuigcrash. De hulpvraag is groter dan het regionaal vastgestelde hulpniveau. Dit geldt met name voor de geneeskundige hulpverlening. Indien in korte tijd meer dan 64 ambulances nodig zijn, kan hierin niet worden voorzien en zal met de wel beschikbare middelen naar beste vermogen hulp moeten worden verleend. Een vergelijkbare problematiek doet zich voor bij het scenario aanslag met bomauto voor de terminal. Dit terroristische scenario wordt echter niet als maatgevend beschouwd. De hulpvraag bij de overige scenario s blijft binnen de beschikbare capaciteit. Relativering scenario s De realiteit houdt zich slechts zelden aan een vooraf opgesteld scenario. Om deze reden moeten de scenario s inclusief de slachtofferaantallen - in dit plan niet als absolute grootheden worden gezien. De scenario s bieden de hulpverleningsdiensten echter wel een verantwoorde basis om zich voor te bereiden op incidenten die zich op en rond de luchthaven Schiphol kunnen voltrekken. Algemene opmerking vooraf Ieder incident van een zekere omvang veroorzaakt verstoring van de dagelijkse gang van zaken. Dit geldt zeker ook voor de processen op en rond Schiphol. Vanwege de leesbaarheid van de scenario s is de verstoring van de normale gang van zaken niet telkens beschreven. Toelichting scenario Vliegtuigongeval Buiten de VRK Het scenario Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland geeft aan hoe de Veiligheidsregio Kennemerland en Schiphol, zullen omgaan bij de hulpvraag bij het neerstorten van een verkeersvliegtuig in Nederland en daarbuiten (internationale wateren). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

50 IV-2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan Begingebeurtenis Een vliegtuig met 500 inzittenden crasht tijdens de landing op of nabij de landingsbaan. Het vliegtuig vliegt in brand en breekt mogelijk in stukken. Eerste kwartier De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met alarmvorm VOS 7. De luchthavenbrandweer is snel ter plaatse en blust de brand of houdt deze tenminste onder controle. Een groot deel van de inzittenden slaagt erin het vliegtuig, meer of minder gewond, zelf of met hulp van medepassagiers te verlaten. Aan boord bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerst aankomende eenheden van brandweer, ambulancedienst en KMar starten met onderlinge coördinatie, waarna de hulpverlening wordt opgestart. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan gebruikt door het Mobiliteitscentrum (waarborgen aan-/afvoerroutes). De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer is tijdelijk stilgelegd. De AFO geeft de kwalificatie door aan het AC/S (nader bericht; bevestiging alarmvorm of op-/afschalen). Bron-effectbestrijding: VBB + 1 CIE Coördinatie: STPI vormt zich bij het incident zsm Alarmering van bestuur en processen - GRIP 3 gealarmeerd - Nader bericht (monodisciplinair) Eerste uur Ongedeerde en (licht)gewonde passagiers worden door de KMar verzameld, door AAS vervoerd naar de opvanglocatie Wildenhorst en opgevangen en geregistreerd door de gemeente. De gearriveerde geneeskundige hulpverleners zorgen voor triage van de slachtoffers en het stabiliseren van de T1 en T2 slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. De brandweer richt zich op het redden van de gewonde personen in het vliegtuig. De afhalers in de terminal willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. De bereikbaarheid van het incident voor de hulpdiensten wordt geregeld door de C-UGS. Het vliegverkeer is weer opgestart en de verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

51 IV-2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan, Vervolg Eerste dag Een tweede groep verwanten komt aan op de luchthaven. Alle gewonden zijn uit het toestel bevrijd. De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun onderdanen. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het onderzoek naar de oorzaak van de crash is in volle gang. De crisis trekt wereldwijde media-aandacht. Herstelfase De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door. Evenals het onderzoek naar de oorzaak van de crisis. Na afloop van de onderzoeken op de crisislocatie wordt het gebied opgeruimd en weer in gebruik genomen voor het vliegverkeer. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 125 Te hospitaliseren T1 75 Te hospitaliseren T2 113 Lichtgewonden T3 187 Bron: Leidraad vliegtuigongevallen op luchthavengebied. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

52 IV-2 Vliegtuigongeval op of nabij de landingsbaan, Vervolg Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag VOS7 1 compagnie 3 groepen VBB OVD-B HOVD AFO PB-AAS 75 ambulances 5 OVD-G CGV 4 GNK 5 MMT Zirop 3 regio ZH + VUMC PSHOR Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 surveillance auto s algemeen 5 surveillance auto s verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

53 IV-3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg Begingebeurtenis Bij het passeren van een baankruising botst een landende Boeing 747 met 500 passagiers en crew aan boord op een gesleepte Boeing 747 met 2 werknemers aan boord. Het landende vliegtuig schuift nog ongeveer 1 km door over de baan, laat een spoor van onderdelen en brandstof achter en vliegt in brand. Het gesleepte vliegtuig komt ondersteboven tot stilstand. Het crisisgebied is uitgestrekt. Het vliegverkeer is tijdelijk stilgelegd. Eerste kwartier De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met alarmvorm VOS 7. De luchthavenbrandweer rukt uit met drie groepen vliegtuigbrandbestrijding. De eerst aankomende groep richt op het grootste deel van het landende vliegtuig. De brand is binnen 3 minuten onder controle of gedoofd. De twee andere groepen worden ingezet op aanwijzing van de Airport Fire Officer. Ongedeerde en gewonde passagiers die kunnen lopen of geholpen worden, verlaten het vliegtuig. Aan boord bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerst aankomende eenheden van brandweer, ambulancedienst en KMar starten met onderlinge coördinatie, waarna de hulpverlening wordt opgestart. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan (waarborgen aan- /afvoerroutes). De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. De AFO geeft de kwalificatie door aan het AC/S (nader bericht; bevestiging alarmvorm of op-/afschalen) Eerste uur Het optreden van de hulpdiensten is primair gericht op het toestel met passagiers aan boord. Ongedeerde en (licht)gewonde passagiers worden door de KMar verzameld en door AAS vervoerd naar de opvanglocatie. De gearriveerde geneeskundige hulpverleners zorgen voor triage van de slachtoffers en het stabiliseren van de T1 en T2 slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. De brandweer richt zich op het redden van de gewonde personen in het vliegtuig. De afhalers in de terminal willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. De bereikbaarheid van het incident voor de hulpdiensten wordt conform het deelproces coördinatie - geregeld door de C-UGS. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

54 IV-3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg, Vervolg Eerste dag Alle gewonden zijn uit het toestel bevrijd. De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun onderdanen. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het onderzoek naar de oorzaak van de crash is in volle gang. Het vliegverkeer is opgestart en de verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. Er is wereldwijde media-aandacht. Herstelfase De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door. Evenals het onderzoek naar de oorzaak van de crisis. Wegens de uitgestrektheid van het crisisgebied duurt het lang voordat het onderzoek ter plaatse kan worden afgesloten en het terrein kan worden vrijgegeven. Dit heeft gedurende langere tijd gevolgen voor de afwikkeling van het vliegverkeer op Schiphol. Na het vrijgeven van de locatie, wordt het gebied opgeruimd en weer in gebruik genomen voor het vliegverkeer. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 440 Te hospitaliseren T1 8 Te hospitaliseren T2 39 Lichtgewonden T3 13 Het slachtofferbeeld is gevormd op basis van de vliegtuigongevallen in Tenerife (1977) en Linate (2001). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

55 IV-3 Runway Incursion met ongeval tot gevolg, Vervolg Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag VOS7 1 compagnie 3 groepen VBB OVD-B HOVD AFO PB-AAS 75 ambulances 5 OVD-G CGV 4 GNK 5 MMT Zirop 3 regio ZH + VUMC PSHOR Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 surveillance auto s algemeen 5 surveillance auto s verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

56 IV-4 Botsing van treinen op wisselstraat Begingebeurtenis Op de wisselstraat nabij het ondergrondse station komen twee treinen met elkaar in botsing. De ene trein raakt de andere in de flank. Ten minste één van de treinen heeft een lage snelheid. Er breekt geen brand uit. Eerste kwartier De melding (TIS 3.4) komt via de KLPD DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie KLPD) binnen bij de KMar. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten met de alarmvorm grote hulpverlening. Ongedeerde en gewonde passagiers die kunnen lopen of geholpen worden, verlaten de trein en gaan naar het station. Een aantal van hen loopt door de tunnel op zoek naar een nooduitgang. Aan boord van de trein bevinden zich beknelde, zwaargewonde en overleden passagiers. De eerste voertuigen van brandweer, ambulancedienst en KMar komen ter plaatse en vangen de reizigers op het station op. De procedure tunnel treinvrij maken uit het calamiteitenbestrijdingsplan van ProRail wordt in gang gezet. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Eerste uur De brandweer stelt de procedure "aarden bovenleiding" in werking. Als deze is afgerond begint de brandweer samen met de ambulanceverpleegkundigen met de redding van de beknelde en ernstig gewonde slachtoffers. Er wordt een gewondennest ingericht. Alle ambulante passagiers zijn verwijderd van de plaats van het ongeval. Een groot aantal van hen heeft de reis vervolgd. Een aantal passagiers wordt nog opgevangen en ontvangt zo nodig lichte medische verzorging. Hen wordt de gelegenheid gegeven zich te laten registreren. Er is veel media-aandacht. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over verwanten. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. ProRail neemt maatregelen om de gestrande treinen met reizigers aan boord uit de tunnel te halen conform procedure Tunnel treinvrij maken. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza. NS zetten bussen in. Op de wegen van en naar Schiphol ontstaat grote verkeersdrukte. Eerste dag De beknelde en ernstig gewonde passagiers zijn uit de trein bevrijd en ontvangen medische hulp. De overleden passagiers worden voor identificatie overgebracht naar een locatie, zo mogelijk het mortuarium op Schiphol. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. De relaties worden geïnformeerd. Het onderzoek naar de oorzaak van de botsing is in volle gang. De treinloop is in de loop van de dag weer gedeeltelijk op gang gekomen. De verkeerssituatie rond Schiphol is grotendeels genormaliseerd. Het ongeval trekt voornamelijk nationale media-aandacht. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

57 IV-4 Botsing van treinen op wisselstraat, Vervolg Herstelfase De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp loopt door. Na afloop van het onderzoek op de locatie van de crisis, worden de wrakken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 3 Te hospitaliseren T1 10 Te hospitaliseren T2 20 Lichtgewonden T3 20 Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag Peloton HV + HV-container AFO PB-AAS OVD-B HOVD 1 GNK-C 25 ambulances 2 OVD-G 7-13 ziekenhuizen PSHOR Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

58 IV-4 Botsing van treinen op wisselstraat, Vervolg Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voorzover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Acties Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en processen Effect- en bronbestrijding AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen meer in tunnel plaatsvinden. ProRail beoordeelt of tunnel treinvrij is. ProRail-procedure Tunnel treinvrij maken Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

59 IV-5 Treinbrand op ondergronds station Begingebeurtenis In, op of onder een trein die zich bevindt in het ondergrondse station, wordt brand ontdekt. De brand kan niet met de ter plaatse beschikbare blusmiddelen worden geblust. Eerste kwartier De brandmelding (TIS 2.4) komt via de KLPD DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie KLPD) en/of het brandmeldsysteem in het station via het regiecentrum van de alarmcentrale AAS binnen bij de KMar. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten met alarmvorm middelbrand. Alle passagiers zijn in staat om de trein te verlaten. Het station wordt ontruimd. Enkele tientallen passagiers hebben ademhalingsproblemen of ander licht letsel opgelopen tijdens de ontvluchting. De bemanning van de eerste tankautospuit van de brandweer komt ter plaatse. De brandweer stelt zo nodig de procedure "aarden bovenleiding" in werking. Als de bovenleiding spanningsloos is en geaard begint de brandweer met de bluswerkzaamheden. In verband met de rookontwikkeling wordt Schiphol Plaza ontruimd. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Eerste uur De brand is na een half uur geblust. De passagiers met ademhalingsproblemen of verwondingen ontvangen medische hulp. Zij worden geregistreerd. De meeste andere reizigers vervolgen hun weg. ProRail neemt maatregelen om in overleg met de OVD gestrande treinen uit de tunnel te halen cf procedure Tunnel treinvrij maken. Het overige treinverkeer is gestaakt en de bovenleiding is spanningsloos. Er is veel media-aandacht. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza en verstoring van de Schipholprocessen. Eerste dag Het onderzoek naar de oorzaak van de brand is in volle gang. De treinloop is in de loop van de dag weer gedeeltelijk op gang gekomen. De verkeerssituatie rond Schiphol is grotendeels genormaliseerd. Het ongeval trekt voornamelijk nationale media-aandacht. Herstelfase De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de crisis loopt door. Na afloop van het onderzoek op de crisislocatie, worden de wrakken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd. NS vervoert gedurende de tijd dat het station onbruikbaar is de passagiers met bussen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

60 IV-5 Treinbrand op ondergronds station, Vervolg Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 0 Te hospitaliseren T1 0 Te hospitaliseren T2 2 Lichtgewonden T3 50 Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag 1 Peloton 1 HV 1 AFO 1 PB-AAS 1 OVD-B 1 HOVD 5 ambulances 1 OVD-G Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Acties Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en processen Effect- en bronbestrijding AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen meer in tunnel plaatsvinden. ProRail beoordeelt of tunnel treinvrij is. Procedure Tunnel treinvrij maken Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

61 IV-6 Treinbrand in tunnel Begingebeurtenis Terwijl de trein in de tunnel rijdt wordt een kleine brand ontdekt. Passagiers trekken aan de noodrem en de trein stopt in de tunnel. In de trein zitten op dat moment 800 passagiers. Eerste kwartier De conducteurs op de trein gaan op zoek naar de reden van het gebruik van de noodrem. Zij ontdekken binnen 2 minuten dat er brand is uitgebroken in een treinstel. Via het omroepsysteem wordt reizigers gevraagd de trein te verlaten via de deuren. De brandmelding (TIS 2.4) komt via KLPD DOC (Dienst Ondersteuning & Communicatie KLPD) binnen bij de KMar. Deze alarmeert de hulpverleningsdiensten met alarmvorm grote brand. De hulpdiensten rukken uit naar de in de buurt van de brandende trein gelegen nooduitgangen en tunneluitgang. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Passagiers verlaten de trein en lopen de tunnel in op zoek naar een nooduitgang. De brand ontwikkelt zich relatief langzaam door de brandvertragende materialen die onder meer in het interieur zijn gebruikt. Na een kwartier staat het gehele treinstel in brand. Dit leidt tot behoorlijke rookontwikkeling. De meeste passagiers hebben reeds de nooduitgangen bereikt. Een vijftal minder valide passagiers kan de trein niet tijdig verlaten. Enkele tientallen passagiers uit het brandende treinstel hebben last van ademhalingsmoeilijkheden. Ook komen enkele vluchtende passagiers ten val bij het verlaten van de trein en worden mensen onder de voet gelopen. Er is sprake van grote onrust onder de passagiers van de trein. Eerste uur De hulpdiensten hebben de plaats van het incident bereikt. De brandweer stelt de procedure "aarden bovenleiding" in werking. ProRail neemt in overleg met de OVD maatregelen om gestrande treinen uit de tunnel te halen conform procedure Tunnel treinvrij maken. Het treinverkeer is gestaakt. De brandweer start met blussen. Passagiers die zich nog in of nabij de trein bevinden, zijn overleden. Enkele tientallen passagiers die via de nooduitgangen zijn ontsnapt, kampen met ademhalingsproblemen. Ook zijn er mensen met verwondingen (wonden, breuken). De opvang van passagiers is gestart. De gewonden en zij die aangeven dit te willen, worden geregistreerd. Er is grote media-aandacht en er komen veel verzoeken om informatie binnen. Het treinverkeer van en naar Schiphol is stilgelegd. Passagiers kunnen vanaf Schiphol niet per trein worden aan- of afgevoerd. Dit leidt tot grote drukte op Plaza en verstoring van de Schipholprocessen. Op de wegen van en naar Schiphol ontstaat een chaotische situatie. De brand is inmiddels onder controle. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

62 IV-6 Treinbrand in tunnel, Vervolg Eerste dag De brand is geblust. De dodelijke slachtoffers zijn geborgen. Met de identificatie is een begin gemaakt. De tunnel is buiten dienst. Er is geen treinverkeer van en naar Schiphol mogelijk. Rond Schiphol is er nog steeds sprake van een chaotische verkeerssituatie. Er is internationale mediaaandacht voor het incident. Het onderzoek naar de oorzaak van het incident loopt. De Schipholprocessen worden geleidelijk opgestart. De problematische aan- en afvoer van passagiers leidt wel tot ernstige vertragingen. Herstelfase De hulpdiensten zijn volledig afgeschaald. Het onderzoek naar de oorzaak van de crisis loopt door. Na afloop van het onderzoek op de locatie van het incident, worden de wrakstukken afgevoerd. Dit kan enkele dagen duren. Het spoor wordt gerepareerd. Zodra de reparatiewerkzaamheden zijn afgerond, komt de treinenloop weer op gang. De tunnelbuis is gedurende enkele dagen niet bruikbaar. Voor het transport van passagiers en werknemers van en naar Schiphol moet worden bussen ingezet. Het identificatieproces is afgerond. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 5 Te hospitaliseren T1 6 Te hospitaliseren T2 14 Lichtgewonden T3 47 Gebaseerd op Calamiteitenmatrix-HSL (Project Railplan, scenario B3 (brand in meerdere bakken (1 treinstel) of brand die tot stop leidt of uitslaand is). Dit betreft de aantallen slachtoffers die volgens de Calamiteitenmatrix zullen optreden bij een treinstel met 400 reizigers. Het scenario gaat uit van 800 reizigers. De waarden van een treinstel met 400 reizigers wordt aangehouden, omdat wordt uitgegaan van zelfredzaamheid en een snelle detectie van en interventie bij brand. De brandpreventieve eisen in de HSLtunnel (15 minuten veilig leefklimaat om mensen voldoende ontsnappingstijd te geven) zijn anders dan die destijds aan de Schipholspoortunnel gesteld zijn, maar daar staat weer een hoger aantal nooduitgangen in de Schipholtunnel tegenover. N.B. De doden zullen met name vallen onder hen die niet tijdig het brandende treinstel kunnen verlaten (minder valide personen). Verwondingen ontstaan door inademen rook, ten val komen, verdrukt worden of onder de voet gelopen worden. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

63 IV-6 Treinbrand in tunnel, Vervolg Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag 1 AFO 1 PB-AAS 1 OVD-B 1 HOVD 1 compagnie 1 GNK-C* 14 ambulances 2 OVD-G* 1-6 ziekenhuizen PSHOR Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied *: als (gewonde) passagiers via meerdere uitgangen de tunnel verlaten is inzet van een 2e GNK-C (opbouw extra gewondennest) noodzakelijk op basis van de spreiding van de passagiers. In dat geval wordt ook een 3e OVD-G ingezet. Als slechts 1 uitgang wordt gebruikt, kan worden volstaan met het bovenstaande inzetmodel. Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voorzover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Deelproces Acties Algemene en ondersteunende processen Alarmering van bestuur en processen Effect- en bronbestrijding AL van ProRail stelt vast dat er geen treinbewegingen meer in tunnel plaatsvinden. ProRail beoordeelt of tunnel treinvrij is. Procedure Tunnel treinvrij maken Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

64 IV-7 Brand in terminal Begingebeurtenis In een technische ruimte ontstaat brand. Deze wordt aanvankelijk niet ontdekt. De brand verspreidt zich via doorgangen van leidingen. Eerste kwartier De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd met alarmvorm grote brand. De brandweer rukt uit. De BHV-organisatie van AAS ontruimt in samenwerking van de KMar de omgeving van de brand. De brandweer begint met een eerste verkenning en maakt een start met de incidentbestrijding. De KMar richt zich op het uitvoeren van het circulatieplan (waarborgen aan- /afvoerroutes) vanaf UGS-A. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Eerste uur Een gedeelte van de terminal is ontruimd. Aan enkele mensen met ademhalingsproblemen wordt medische hulp verleend. Er worden geen extra ambulances opgeroepen. De brand wordt geblust. De aan- en afvoervoer van passagiers is problematisch. Afhankelijk van de plaats van de brand, worden delen van het terminalcomplex tijdelijk gesloten, waaronder mogelijk het treinstation. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. Er is veel mediabelangstelling. Eerste dag De hulpverleningsdiensten zijn afgeschaald. Justitieel onderzoek naar de oorzaak van de brand is ingesteld. De terminal is grotendeels weer in gebruik. De aan- en afvoer van passagiers verloopt zo goed als normaal. Herstelfase De luchthaven herstelt de schade na het vrijgeven van de locatie. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 0 Te hospitaliseren T1 0 Te hospitaliseren T2 0 Lichtgewonden T3 10 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

65 IV-7 Brand in terminal, Vervolg Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag Grote Brand 1 Peloton 1 HW of HV 1 AFO 1 PB-AAS 1 OVD-B 1 HOVD (op verzoek) eenheid VBB 5 ambulances 1 OVD-G Hoofd RAC Medewerkers RAC 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

66 IV-8 Bomaanslag in terminal Begingebeurtenis Er wordt een aanslag gepleegd met behulp van in tassen meegebrachte explosieven op een of meerdere plaatsen in het voor publiek toegankelijke deel van de terminal. De straal waarin slachtoffers vallen en schade wordt aangebracht is relatief beperkt. Eerste kwartier De BHV-organisatie van de luchthaven ontruimt, in samenwerking met de KMar, het voor publiek toegankelijke deel van de terminal en eventueel andere getroffen gebouwen. De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd op basis van alarmvorm Explosie. Er wordt begonnen met redding en hulpverlening. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse schalen volledig op en vormen een STPI. Omdat de mogelijkheid bestaat dat nog meer explosieven tot ontploffing worden gebracht, onderzoekt de KMar de rest van het gebouw en de omgeving. Indien uit dit onderzoek blijkt dat er inderdaad risico is op nog een bomaanslag, trekken de hulpdiensten zich op aangeven van de KMar terug. De KMar 'bevriest' in dat geval de situatie in afwachting van experts. De brandweer en het ambulancepersoneel verlenen in het veilige gebied hulp aan de slachtoffers. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer wordt zo nodig stilgelegd overeenkomstig de procedure Luchtruimsluiting. Eerste uur De hulpdiensten schalen volledig op (Zeer grote brand/ hulpverlening). De omgeving van de explosies wordt afgesloten voor publiek. Ambulante slachtoffers worden in een nader te bepalen locatie opgevangen en ontvangen medische en psychosociale hulp. Zij worden geregistreerd. Ernstiger gewonde slachtoffers worden verzorgd in een gewondennest en vervoerd naar ziekenhuizen. De brandweer en geneeskundige hulpverleners zijn bezig met redding en hulpverlening. De KMar stelt een sporenonderzoek in op de plaats van het delict. Het luchthavenproces is geheel ontregeld. De op de luchthaven aanwezige mensen willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

67 IV-8 Bomaanslag in terminal Vervolg Eerste dag De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie ondergebracht in het Sneeuwvlootgebouw naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun onderdanen. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet-beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart (indien het stilgelegd is geweest). De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De crisis trekt wereldwijde media-aandacht. Opmerking: Bij dit scenario zal de minister van Justitie via NCTb/DBB veiligheidsmaatregelen afkondigen. Deze kunnen een belemmering vormen voor de hulpverlening Er moet rekening worden gehouden met een verhoogde dreiging in het hele land en daarmee samenhangend een verhoogde staat van paraatheid. Dit heeft consequenties voor het beschikbare hulppotentieel. De GHOR kan in dat geval niet rekenen op integrale uitvoering van het ambulance bijstandsplan. Herstelfase De slachtoffers worden gerepatrieerd. Het identificatieproces loopt nog door. In verband met het justitieel onderzoek duurt het lang voordat de locatie kan worden vrijgegeven. Dit heeft gedurende langere tijd gevolgen voor de afwikkeling van het vliegverkeer op Schiphol. Na het vrijgeven van de locatie, wordt de schade hersteld. Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 15 Te hospitaliseren T1 20 Te hospitaliseren T2 30 Lichtgewonden T3 40 Opmerking: bij een meervoudige gelijktijdige aanslag kan dit aantal slachtoffers ook tegelijkertijd elders in de terminal vallen het slachtofferaantal gaat uit van directe redding en start geneeskundige behandeling. Indien de hulpinzet wordt vertraagd door (dreiging) meerdere aanslagen, stijgt het aantal T1- en T2-slachtoffers. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

68 IV-8 Bomaanslag in terminal, Vervolg Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Noot: Het slachtofferbeeld komt overeen met een hulpvraag tussen VOS 5 en VOS 6. Gelet op het soort incident en de mogelijkheid van meerdere aanslagen wordt ingezet conform VOS 6- alarm. Indien gelijktijdig meerdere aanslagen plaatsvinden wordt direct opgeschaald tot een hulpverleningsinzet conform VOS 7. De verwijzing naar VOS is noodzakelijk, omdat de hulpvraag van de GHOR afwijkt tussen zeer grote hulpverlening/brand en VOS; de inzet van Brandweer en KMar is gelijk bij beide alarmvormen. Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag conform VOS6 1 AFO 1 PB-AAS 1 compagnie OVD-B HOVD 50 ambulances 5x OvD-G CGV 2 GNK-C 3 MMT Zirop 3 Regio ZH + VUMC Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voorzover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Bronbestrijding Deelproces Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Inzet brandweer tenzij KMar bepaalt dat sprake is van onveilige situatie Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

69 IV-9 Aanslag met bomauto voor de terminal Begingebeurtenis Een auto met explosieven wordt op de voorrijweg van de vertrekhal tot ontploffing gebracht. Er ontstaat grote schade aan het gebouw. De ruiten van de gebouwen in de omgeving sneuvelen. Mensen in de directe omgeving van de explosie overlijden. Een groot aantal mensen loopt verwondingen op door rondvliegend glas en vallende voorwerpen. De straal waarin slachtoffers vallen en schade wordt aangebracht is relatief groot. Eerste kwartier De BHV-organisatie van de luchthaven ontruimt, in samenwerking met de KMar, het voor publiek toegankelijke deel van de terminal en andere getroffen gebouwen. De hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd op basis van de alarmvorm Explosie. Er wordt begonnen met redding en hulpverlening. De leidinggevenden van de hulpdiensten ter plaatse vormen een STPI. Omdat de mogelijkheid bestaat dat nog meer explosieven tot ontploffing worden gebracht, onderzoekt de KMar de rest van het gebouw en de omgeving. Indien uit dit onderzoek blijkt dat er inderdaad risico is op nog een bomaanslag, trekken de hulpdiensten zich op aangeven van de KMar terug. De KMar 'bevriest' in dat geval de situatie in afwachting van experts. De brandweer en het ambulancepersoneel verlenen in het veilige gebied hulp aan de slachtoffers. De CVO van de luchthaven komt bijeen en neemt de eerste coördinerende maatregelen. Het vliegverkeer wordt zo nodig stilgelegd overeenkomstig de procedure Luchtruimsluiting. Eerste uur De omgeving van de explosies wordt afgesloten voor het publiek. De hulpdiensten schalen volledig op (zeer grote brand/hv). Ambulante slachtoffers worden in en nader te bepalen locatie opgevangen en ontvangen medische en psychosociale hulp. Zij worden geregistreerd. De brandweer en geneeskundige hulpverleners zijn bezig met redding en hulpverlening. Ernstiger gewonde slachtoffers worden verzorgd in een gewondennest en vervoerd naar ziekenhuizen. De KMar stelt een sporenonderzoek in op de plaats van het delict. Het luchthavenproces is geheel ontregeld. Na vrijgave van het onderzochte gebied en afhankelijk van de locatie van de aanslag kunnen (delen van) de Schipholprocessen weer worden opgestart. De op de luchthaven aanwezige mensen willen informatie. Ook beginnen mensen te bellen voor informatie over hun verwanten. Er is grote media-aandacht. Rond Schiphol wordt getracht met het Verkeerscirculatieplan SPL een verkeerschaos te voorkomen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

70 IV-9 Aanslag met bomauto voor de terminal, Vervolg Eerste dag De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. De overleden slachtoffers worden voor identificatie overgebracht naar het Sneeuwvlootgebouw, naast brandweerpost Sloten. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun onderdanen. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart (indien dit eerder was stilgelegd). De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De ramp trekt wereldwijde media-aandacht. Herstelfase De ongedeerden en lichtgewonden zijn met hun relaties herenigd. De zwaargewonden zijn naar ziekenhuizen overgebracht. Het identificatieproces loopt nog door. Er is een voorlopige lijst van slachtoffers. Relaties in Nederland worden geïnformeerd. De ambassades van de landen van herkomst van buitenlandse passagiers zijn door het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte gesteld van de verblijfplaats en toestand van hun onderdanen. Er wordt overleg gepleegd over repatriëring. Het justitieel onderzoek is in volle gang. De niet-beschadigde compartimenten van de terminal worden afgescheiden van de getroffen gebieden. Daarna wordt het vliegverkeer weer opgestart. De verkeerssituatie rond Schiphol is genormaliseerd. De crisis trekt wereldwijde media-aandacht. Opmerking: Bij dit scenario zal de minister van Justitie via NCTb/DBB maatregelen afkondigen. Deze kunnen een belemmering vormen voor de hulpverlening. Er moet rekening worden gehouden met een verhoogde dreiging in het hele land en daarmee samenhangend een verhoogde staat van paraatheid. Dit heeft consequenties voor het beschikbare hulppotentieel. De GHOR kan in dat geval niet rekenen op integrale uitvoering van het ambulance bijstandsplan. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

71 IV-9 Aanslag met bomauto voor de terminal, Vervolg Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden 30 Te hospitaliseren T1 en T2 200 Lichtgewonden T3 200 Opmerking: op grond van de wereldwijde casuïstiek is geen betrouwbare schatting te maken van het aantal slachtoffers. In dit crisisbestrijdingsplan wordt van de bovenstaande aantallen uitgegaan. Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Noot: Het slachtofferbeeld komt overeen met een hulpvraag tussen VOS 5 en VOS 6. Gelet op het soort incident en de mogelijkheid van meerdere aanslagen wordt ingezet conform VOS 6- alarm. Indien gelijktijdig meerdere aanslagen plaatsvinden wordt direct opgeschaald tot een hulpverleningsinzet conform VOS 7. De verwijzing naar VOS is noodzakelijk, omdat de hulpvraag van de GHOR afwijkt tussen zeer grote hulpverlening/brand en VOS; de inzet van Brandweer en KMar is gelijk bij beide alarmvormen. Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag conform VOS6 1 AFO 1 PB-AAS 1 compagnie OVD-B HOVD 50 ambulances 5x OvD-G CGV 2 GNK-C 3 MMT Zirop 3 Regio ZH + VUMC Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

72 Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voorzover toepasselijk en afwijkend van het Crisisplan. Bronbestrijding Deelplan Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Inzet brandweer tenzij KMar bepaalt dat sprake is van onveilige situatie Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

73 IV-10 Vliegtuigkaping De gezagvoerder van een Boeing 747, bezig aan een intercontinentale vlucht, meldt via instelling van alternatieve transpondercode dat het toestel is gekaapt en op Schiphol gaat landen. De LVNL waarschuwt de KMar, DCC (Verkeer en Waterstaat) en de Airside Operations Manager (AOM). Eerste kwartier De alarmering wordt doorgezet naar nationaal en lokaal niveau. Diverse specialistische eenheden starten hun processen en rijden richting Schiphol. Het STPI formeert zich op een veilige locatie (ergens in de nabijheid van het gekaapte toestel) op aangeven van de KMar. Eerste uur Het gebied rond het gekaapte en geparkeerde toestel is ontruimd en afgezet. Hulpverleningseenheden verzamelen zich op een door de AOM aangegeven en door de KMar goedgekeurde locatie en blijven stand-by. Onderhandelingen worden gestart. Na tussenkomst van de minister van Justitie arriveren de leden van de Dienst Speciale Interventies (DSI) en stellen zich in de directe omgeving van het vliegtuig op. Enkele tussentijds vrijgelaten passagiers worden opgevangen. Omdat zij kunnen beschikken over relevante informatie worden zij zo snel mogelijk gehoord. Interventie (Deze fase treedt in indien de onderhandelingen niet tot een uitkomst leiden). De interventie kan op willekeurig welk moment worden gepleegd en wordt uitgevoerd door leden van de Dienst Speciale Interventies (DSI). De hulpverleningsdiensten bieden direct de noodzakelijke hulp. Aandachtspunten hierbij zijn: de slachtoffers en daders dienen gescheiden te worden/blijven de hulpverleningseenheden treden tijdens de interventie op onder bevel van een Chef Interventie Herstelfase De slachtoffers zijn opgevangen en herenigd met hun familieleden. Het strafrechtelijk onderzoek is in volle gang. De processen op Schiphol zijn genormaliseerd. Begingebeurtenis Slachtofferbeeld Het is niet mogelijk een realistische raming te maken van het aantal fysieke slachtoffers. Wél kan op voorhand worden aangegeven dat er een groot beroep zal worden gedaan op de psychosociale hulpverlening. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

74 IV-10 Vliegtuigkaping, Vervolg Operationele prestaties De duur van een kaping is vooraf niet aan te geven. De bij de crisis betrokken (hulpverlenings)eenheden dienen rekening te houden met een langere periode (tot enkele dagen) waarin zij stand-by moeten zijn. Discipline Brandweer GHOR Gemeente KMar KMar/politie Hulpvraag AFO 1 PB-AAS OVD-B HOVD 1 peloton 1 groep VBB 1 GNK-C 5 ambulances 1 OVD-G PSHO inzet Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Dienst Speciale Interventies, pelotons Mobiele Eenheid 1 OCPI/OVD-P (bij inzet politie) Deelplannen Hieronder volgt het schema van de deelplannen voor zover toepasselijk en afwijkend van standaardprocedures/crisisplan regio Kennemerland. Deelplan Acties Cluster brandweer: bron- en effectbestrijding Toegankelijk/begaanbaar maken UGS vast te stellen door KMar Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

75 IV-11 Gijzeling Na een mislukte overval op een waardetransport slaan de overvallers op de vlucht en gijzelen daarbij enkele personen. De melding van overval en gijzeling komt binnen bij het beveiligingsbedrijf, dat de melding doorgeeft aan Alarmcentrale/Regiecentrum AAS. Eerste kwartier Na verificatie van de alarmering wordt de alarmering doorgezet naar lokaal en nationaal niveau. Overleg tussen KMar, brandweer en AAS afwachten. Diverse specialistische eenheden starten hun processen en begeven zich naar Schiphol. De hulpverleningsdiensten vormen een STPI bij een locatie in de buurt van het object waar de overvallers en de gijzelaars zich bevinden. Eerste uur Het gebied rond het object is ontruimd en afgezet. Hulpverleningseenheden verzamelen zich op een door de AOM aangegeven en door de KMar goedgekeurde locatie en blijven stand-by. Onderhandelingen worden gestart. Na tussenkomst van de minister van Justitie arriveren de leden van de Dienst Speciale Interventies (DSI). Zij stellen zich met BSB KMar in de directe omgeving van het object op. Enkele tussentijds vrijgelaten passagiers worden opgevangen. Omdat zij kunnen beschikken over relevante informatie worden zij zo snel mogelijk gehoord. Interventie (Deze fase treedt in indien de onderhandelingen niet tot een uitkomst leiden). De interventie kan op willekeurig welk moment worden gepleegd en wordt uitgevoerd door de Dienst Speciale Interventies en BSB KMar. De hulpverleningsdiensten bieden direct de noodzakelijke hulp. Aandachtspunten hierbij zijn: de slachtoffers en daders dienen gescheiden te worden/blijven de hulpverleningseenheden treden tijdens de interventie op onder bevel van een Chef Interventie. Herstelfase De slachtoffers zijn opgevangen en herenigd met hun familieleden. Het strafrechtelijk onderzoek is in volle gang. De processen op Schiphol zijn genormaliseerd. Begingebeurtenis Slachtofferbeeld Het is niet mogelijk een realistische raming te maken van het aantal slachtoffers. Aangenomen wordt dat het gaat om een klein aantal. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

76 IV-11 Gijzeling, Vervolg Operationele prestaties De duur van een gijzeling is vooraf niet aan te geven. De bij de crisis betrokken (hulpverlenings)eenheden dienen rekening te houden met een langere periode (tot enkele dagen) waarin zij stand-by moeten zijn. Discipline Brandweer GHOR Gemeente KMar KMar/politie Hulpvraag 1 TS AFO 1 PB-AAS OVD-B 3 ambulances 1 OVD-G Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Onderhandelaars Dienst Speciale Interventies, pelotons Mobiele Eenheid 1 OCPI/OVD-P (bij inzet politie) Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

77 IV-12 Dreiging besmetting Besmette passagier(s) die Nederland in willen Begingebeurtenis Een intercontinentale vlucht met aan boord 400 passagiers landt op Schiphol. De gezagvoerder van het vliegtuig meldt aan de verkeerstoren dat een passagier aan boord zeer ernstig ziek is geworden en bij aankomst op het vliegveld met spoed per ambulance vervoerd dient te worden naar het ziekenhuis. De gezagvoerder meldt tevens dat rekening moet worden gehouden met een ernstige overdraagbare ziekte. De verkeerstoren alarmeert, gezien het vertrekpunt van het vliegtuig (een besmette kring waar sinds enige tijd een ernstige, respiratoir overdraagbare ziekte heerst) de AOM. De AOM zet het door naar Airport Medical Services en informeert op basis van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) dienstdoende arts infectieziektebestrijding van GGD Kennemerland als de aangewezen instantie. De arts infectieziekten waarschuwt vervolgens de directeur van GGD Kennemerland. Eerste kwartier Na de melding aan GGD Kennemerland wordt door de directeur van deze GGD de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer op de hoogte gesteld. De burgemeester van Haarlemmermeer besluit als bevoegd gezag op grond van de WPG geen risico te nemen en de passagiers in het vliegtuig na landing in quarantaine te plaatsen. Het draaiboek WPG Schiphol treedt in werking. Het vliegtuig wordt naar een Emergency Location begeleid door Airside Operations. Tevens wordt het calamiteitenhospitaal geïnformeerd dat de patiënt naar Utrecht zal worden gebracht voor behandeling onder strikte isolatie. Ambulancevervoer is aangevraagd. De leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten vormen ter plaatse een STPI. Eerste uur De patiënt is naar het Calamiteitenhospitaal gebracht. De Landelijke Autoriteit Infectieziekten is gealarmeerd. Deze zal het Outbreak Management Team (OMT) bijeenroepen voor medisch advies. GGD Kennemerland adviseert over verder te nemen beschermende maatregelen. Onder de in quarantaine geplaatste personen is sprake van behoorlijke onrust. Eerste dag Door de gemeente Haarlemmermeer is een quarantaineruimte ingericht. De vliegtuigpassagiers en bemanningsleden worden met autobussen naar deze locatie vervoerd. De quarantainelocatie wordt bewaakt door de politie. GGD Kennemerland monitort de passagiers op symptomen van de ziekte. Een gemeentelijke crisisstaf is ingericht (BT en OT). De media zijn op de hoogte van het besmettingsgeval en het in quarantaine plaatsen van de passagiers. Ook internationaal is veel belangstelling voor het incident. Monstermateriaal is afgenomen van de patiënt en verstuurd naar een laboratorium voor analyse. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

78 IV-12 Dreiging besmetting Besmette passagier(s) die Nederland in willen, Vervolg Herstelfase De passagiers worden zoveel mogelijk onder thuisquarantaine geplaatst. Enkele secundaire besmettingsgevallen zijn opgetreden. Alle personen die symptomen vertonen zijn per ambulance voor behandeling naar het Calamiteitenhospitaal gebracht. Als na 3 weken geen symptomen zijn opgetreden bij de in quarantaine gehouden passagiers wordt de quarantaine opgeheven. De epidemie heeft mogelijk gevolgen voor het vliegverkeer indien de WHO Nederland (of een deel daarvan) aanwijst als besmette kring. Slachtofferbeeld Het aantal besmette personen, patiënten en eventueel doden bij infectieziekteuitbraken is in de praktijk afhankelijk van vele factoren, waaronder de ziekte (morbiditeit, mortaliteit, besmettelijkheid, wijze van overdracht e.d.), alertheid van de gezagvoerder en hulpdiensten en de maatregelen die zijn genomen (snelle isolatie, quarantaineplaatsing, uitvoering monitorringonderzoek e.d.). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

79 IV-12 Dreiging besmetting Besmette passagier(s) die Nederland in willen, Vervolg Operationele prestaties De operationele prestaties zijn afhankelijk van de ziekte waarmee men te maken heeft. Quarantaine is een zeer zware maatregel die niet lichtzinnig kan worden genomen. Er dient een zeer sterk vermoeden te zijn dat de patiënt lijdt aan een ziekte die een potentiële bedreiging vormt voor de volksgezondheid. Het incident vraagt in eerste instantie van de KMar en - na verplaatsing van de passagiers - van de politie een grote inspanning. Tevens zal een groot beroep worden gedaan op GGD Kennemerland en de GHOR ten aanzien van de medische controle van mogelijke contacten (alle inzittenden van het vliegtuig, inclusief personeel). Discipline Brandweer GHOR GGD Gemeente KMar/politie Hulpvraag AFO 1 PB-AAS OVD-B 1 TS 2 ambulances OVD-G Proces POG Dienstdoende arts infectieziekten Hoofd RAC Schiphol Hoofd O & V Hoofd CRIB Locatiemanagers Woordvoerders Medewerkers RAC, O&V en CRIB 7 leidinggevenden 3 Surveillance eenheden algemeen 5 Surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

80 IV-13 Dreiging besmetting - Besmetting tgv een kapotte verpakking Begingebeurtenis Een Cityhopper met aan boord 100 passagiers landt op Schiphol. Tijdens de vlucht is er vermoedelijk een verpakking met een gevaarlijke stof gaan lekken. Tientallen passagiers klagen over een zoetige stank. De passagiers raken geagiteerd, en klagen over hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid en irritatie van de ogen. De gezagvoerder meldt aan de verkeerstoren dat in de NOTOC (Notification to the Captain) van veel verschillende gevaarlijke stoffen melding wordt gemaakt, o.a. boterzuur, MMA en benzeen (5 liter verpakkingen). De verkeerstoren alarmeert Airport Medical Services en de AOM. AMS geeft de melding door aan de KMar die vervolgens de brandweer en GHOR Kennemerland alarmeert. Eerste kwartier De GHOR alarmeert de GAGS en de brandweer de AGS. Er worden ambulances en een OVD-G ter plaatse gevraagd. Airside Operations begeleidt het vliegtuig naar een platform op een afgelegen deel van de luchthaven. De KMar zet het gebied rond het toestel af. Eerste uur De leidinggevenden van de hulpdiensten vormen ter plaatse een STPI. De brandweer richt zich op het brongebied conform procedure Ongeval Gevaarlijke Stoffen. De brandweer verricht op basis van informatie in de NOTOC metingen en onderzoekt welke verpakking lekt. Vervolgens wordt de GHOR over de bevindingen geïnformeerd. De GHOR coördineert de effectbestrijding en de afhandeling van getroffenen. Passagiers met ernstige klachten of passagiers met klachten die tot een gevoelige groep behoren (zoals mensen met hart- en/of longaandoeningen, astma, kinderen, ouderen, zwangeren) worden door ambulancepersoneel onderzocht en eventueel vervoerd naar het ziekenhuis. Passagiers met lichte of geen klachten worden door AAS met bussen vervoerd naar een vooraf bepaalde opvanglocatie. Omdat zich nog klachten kunnen ontwikkelen moeten de passagiers daar geobserveerd worden door ambulancepersoneel totdat de GHOR op basis van de NOTOC uitsluit dat er stoffen aanwezig waren die een type II inhalatoire intoxicatie kunnen veroorzaken. Passagiers zonder klachten mogen dan naar huis. Eerste dag Het incident is onder controle. Het vliegtuig moet worden ontsmet. Mogelijk is er sprake van enkele ziekenhuisopnames. Herstelfase Vervolg gezondheidsonderzoek kan aan de orde zijn. Dit op basis van de aard en de gevolgen van de besmetting. Tot vervolg onderzoek wordt in het BT besloten. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

81 IV-13 Dreiging besmetting - Besmetting tgv een kapotte verpakking, Vervolg Slachtofferbeeld Het slachtofferbeeld is als volgt: Status Aantal Doden Geen Te hospitaliseren T1 en T2 2 Lichtgewonden T3 20 Operationele prestaties Naar aanleiding van de eerste beeldvorming dan wel het verloop van het incident zal gedurende de bestrijding worden opgeschaald. De bestrijding van het incident vraagt van de hulpdiensten uiteindelijk de volgende inzet: Brandweer GHOR Gemeente KMar Discipline Hulpvraag AFO OVD-B AGS 1 TS GNK 1 OVD-G 3 ambulances 1 GAGS 1 POCAL 1 OVD-KMar 2 koppels APD 15 medewerkers afzetting Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

82 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply Inleiding In dit hoofdstuk wordt het scenario tankputbrand op Aircraft Fuel Supply (AFS) beschreven. Dit scenario is maatgevend voor de inzet van personeel, materieel en middelen (waaronder schuimvormendmiddel en capaciteit bluswater). Het betreft hier een uitgebreider beschreven multidisciplinair scenario aangezien voor AFS een rampbestrijdingsplan moet worden opgesteld. Door dit scenario op te nemen in CBP Schiphol wordt hieraan voldaan. Voor het CBP Schiphol kan ook CBP AFS gelezen worden. CBP Schiphol = RBP AFS Het betreft hier een uitgebreider beschreven multidisciplinair scenario aangezien voor AFS een rampbestrijdingsplan moet worden opgesteld. Door dit scenario op te nemen in CBP Schiphol wordt hieraan voldaan. Voor het CBP Schiphol kan ook Rampbestrijdingsplan AFS gelezen worden. Toelichting Aircraft Fuel Supply B.V. (AFS) verzorgt de opslag en verpomping van vliegtuigbrandstof en het betanken van vliegtuigen op de luchthaven Schiphol. AFS ontvangt vliegtuigbrandstof via twee ondergrondse transportleidingen. De brandstof wordt opgeslagen in 10 tanks en kan vervolgens worden verpompt via een ondergronds leidingnet naar hydranten op het platform van Schiphol. Daarnaast vindt op beperkte schaal betanking van vliegtuigen plaats vanuit tankauto s, die worden gevuld op het, naast AFS gelegen, Jetplein. Er zijn momenteel twee tankputten bij AFS in gebruik: Tankput Rijk 1 en het Van Tiendendepot. Voor dit scenario is uitgegaan van een incident in tankput Rijk 1. In de bijlage V-9 is een kaart met de contouren van AFS opgenomen. Afhankelijk van het weerbeeld zal UGS-A of UGS-B de uitgangstelling zijn. Locatie Adres: Oude Vijfhuizerweg 6, 1118 LV Luchthaven Schiphol Tankput Rijk 1: opslagtanks T-106 t/m T-109; Capaciteit: 6700m³ per tank (max. 4 tanks) Soort opslag: Bovengronds, cone roof Ten noordwesten van AFS bevindt zich, op ca. 700 meter, het Terminalcomplex van Schiphol. Kerosine Stofnaam: Kerosine (Jet A-1), een ontvlambare vloeistof, VN 1223 Temperatuur en druk: omgevingstemperatuur en omgevingsdruk Dichtheid: 0,8 kg/l Vlampunt: > 38 C Tijdsduur uitstroom: enkele minuten Brandoppervlakte: 4.540m² Bronsterkte: ca. 200kg/s Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

83 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Bedrijfsbrandweer AFS heeft met de Fire Brigade AAS (FB AAS) een overeenkomst waarin vermeld staat dat FB AAS wordt ingezet indien er een incident plaatsvindt bij AFS. De bedrijfsbrandweer dient binnen zes minuten na melding ter plaatse te zijn. FB AAS vervult de rol van bedrijfsbrandweer AFS. De bedrijfsbrandweer AFS dient binnen zes minuten na melding ter plaatse te zijn. Deze bestaat uit 6 brandwachten en een bevelvoerder. De hieraan ten grondslag liggende aanwijsbeschikking treedt vanaf februari 2010 in werking, de bedrijfsbrandweer dient operationeel te zijn vanaf Voorzieningen AFS heeft een intern alarmeringssysteem. In alle controlekamers is een mobilofoon aanwezig, waarmee in geval van een calamiteit de verantwoordelijke AFS-functionarissen kunnen worden gewaarschuwd. De leiding van de BHV-organisatie berust bij Unitleider BHV. Alle operators zijn gecertificeerd BHV-ers en worden via een oproep van de procesoperator via de mobilofoon gealarmeerd. Alle afsluiters en schakelaars worden door de operator bediend. Brandmeld-/ontruimingsalarminstallaties/ noodstopinstallaties: Branddetectie- en alarmeringssysteem voor detectie/ lokalisatie brand in gebouwen; Noodstopsysteem op de depots van AFS en bij de brandstofhydranten op de luchthaven om brandstofverpompingen te stoppen; Handbrandmeldsysteem op de depots van AFS. Bluswatervoorziening: Sprinklersysteem op alle verticaal staande Jet A-1 tanks, ten behoeve van koeling tijdens tank(put)branden; Bluswaterleidingnet op het Rijk 1-depot en separaat bluswaternet op het Van Tiendendepot; Handblusmiddelen op alle locaties; Verspreid op het terrein AFS zijn ca. 30 bovengrondse brandkranen aangesloten op het bluswaternet (capaciteit 2000l/ minuut). Schuimvormend middel: AFS beschikt zelf over 9,5m³ svm op voorraad; AFS heeft een contract gesloten met een aantal olieopslagterminals in het westelijke havengebied van Amsterdam voor toevoer extra benodigd svm; Brandweer Schiphol beschikt ook over svm (per crashtender ca. 800l). Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

84 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Voorzieningen (vervolg) Overige voorzieningen: Elke E&I-ruimte (Electra- en instrumentatieruimte) heeft een aparte UPS, bestaande uit batterijpakketten die maximaal 2 uur kunnen voorzien in elektriciteit. Bij stroomuitval is geen gebruik van de stationaire bluswatervoorzieningen mogelijk; Op Schiphol-Rijk is een hemelwaterriool en een olie-/waterriool aanwezig; Milieubeschermende materialen/ maatregelen: absorbers, procedure kerosinelekkage, mogelijkheid om deskundig bedrijf in te huren; EHBO-middelen en een behandelruimte; Veiligheidstrailer Rijk 1 met brandblus- en calamiteitenbestrijdingsmiddelen. Start scenario Op de volgende pagina start het scenario met de begin gebeurtenis. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

85 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Begin gebeurtenis Door het falen van één van de opslagtanks, gelegen op het Rijk 1-depot, stroomt de volledige tankput binnen enkele minuten vol met kerosine (Jet A- 1). Door ontsteking van de brandstof ontstaat een brand. Het Scenario zal zich binnen een kwartier (kunnen) ontwikkelen tot een tankputbrand. Eerste kwartier De alarmering is gestart met de melding brand op AFS, welke binnenkomt bij de controlekamer van AFS (melding noodstopsignalering, handbrandmelding of via intercominstallatie). De CVO is gestart en behandelt operationele processen op de luchthaven. Het bedrijf AFS start conform het bedrijfsnoodplan maatregelen milieuzorg en sluit aan bij het gemeentelijk proces milieuzorg. Eerste eenheden: eenheid VBB, 1 TS, (AFO), HV, OVD Effecten brongebied: Brandoppervlakte: 4.540m² Bronsterkte: ca. 200kg/s Effecten in de omgeving: Brand Explosie Toxische wolk 1 kw/m² 238 meter X X 3 kw/m² 155 meter X X 10 kw/m² 98 meter X X Rook X X Overlast tot tientallen kilometers De fysische effecten worden uitgedrukt in intensiteit van warmtestraling, weergegeven in Kilowatt per m². De afstanden gelden vanaf het midden van de tankput. Proces Alarmering van bestuur en processen Waarnemen en meten Toelichting 1. AFS alarmeert RC AAS en eigen bedrijfsnoodorganisatie; 2. De melding komt via het RC, welke brandweer Schiphol alarmeert, binnen bij de meldkamer(s) van de overheidshulpdiensten, deze verzorgen de operationele dooralarmering; 3. CBP-Schiphol van toepassing verklaren en minimaal GRIP 3 afkondigen; 4. Scenario Tankputbrand Rijk 1 te AFS van toepassing verklaren en daaraan gekoppelde opschaling; 5. De leidinggevende(n) van de overheidshulpdienst(en) bepalen daarna in overleg met de AFO op basis van de aangetroffen situatie zo snel mogelijk het definitieve opschalingsniveau. ROGS bepaalt de inzet voor deze taken. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

86 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Eerste kwartier (vervolg) Proces Toelichting Bron- en effectbestrijding Bovenwinds aanrijden en benaderen; Brandweer Schiphol treedt op als bedrijfsbrandweer AFS en doet eerste inzet. Redding Het is niet waarschijnlijk dat er door dit incident slachtoffers vallen. Enerzijds omdat de ontwikkeling tot volledige tankputbrand ca. 15 minuten duurt, anderzijds omdat de warmtestralingeffecten tot de grens van de inrichting reiken; Mogelijk zijn er wel enkele dodelijke/ niet te redden slachtoffers, die bij de bewuste tankput aan het werk waren; Aanwezige werknemers AFS en werknemers contractors op de inrichting ca. 30, ontruiming conform bedrijfsnoodplan; Bij meldkamer dienstgebouw AFS is bekend hoeveel personen op terrein aanwezig zijn; AFS beschikt over unitleider BHV. Mobiliteit Communicatie Waarschuwen van de bevolking Actiecentrum Mobiliteit wordt geactiveerd. Communicatie over: Zichtbaarheid van het incident (grote rookontwikkeling); Stilleggen vliegverkeer Schiphol; Luchtverontreiniging; Overlast buurbedrijven. Afhankelijk van de windrichting kan het noodzakelijk zijn omliggende bedrijven te ontruimen of ventilatie uit te laten zetten. Hiervoor kunnen de WAS-palen worden geactiveerd. De WAS-palen in de directe omgeving van AFS: WAS-paal 20: ten westen van AFS; WAS-paal 21: ten oosten van AFS; WAS-paal 23: ten zuidzuidwesten van AFS; WAS-paal 206*: ten zuidoosten van AFS. E.e.a. conform de procedure Waarschuwen bevolking van de VRK. * aansturing door RAC Amsterdam & omstreken Na eerste kwartier Na het eerste kwartier blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

87 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Eerste uur De brand heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een volledige tankputbrand. De inzet van de brandbestrijdings richt zich op het voorkomen van brandoverslag naar andere opslagtanks als gevolg van warmtestraling. Buiten de inrichting kan rookontwikkeling het vliegverkeer hinderen, wat zal leiden tot het stilleggen van het vliegverkeer op de landingsbanen die hiervan hinder ondervinden. Daarnaast kan de rook bij omliggende bedrijven, bebouwing en terminals van Schiphol tot overlast en ontruiming leiden. Proces Spoedeisende Medische Hulpverlening Preventieve Openbare Gezondheidszorg Bron- en effectbestrijding Waarnemen en meten Communicatie Toelichting Inzet ambulances in verhouding tot het aantal slachtoffers; Mogelijk letsel a.g.v. inademing rook. Inzet GAGS Inzet door zowel brandweer Schiphol als overheidsbrandweer; Voorbereiding blussing tankputbrand door overheidsbrandweer in gang zetten (logistiek regelen); Koeling objecten binnen 10 kw/m²-contour om instorting en secundaire branden tegen te gaan; Inzet van brandweerpersoneel in beschermende kleding is alleen mogelijk buiten de 3 kw/m²contour; Het gebied binnen de 1 kw/m²-contour wordt als onveilig beschouwd voor onbeschermde personen; Warmtestraling heeft buiten de inrichting geen schadelijke effecten op woningen en bedrijven, aangezien zich binnen de invloedsfeer van de inrichting geen woningen en bedrijven bevinden. Meetploegen onder leiding van LMPO, meten op CO, NOx; RIVM alarmeren via meldpunt VROM voor het nemen van luchtmonsters; Beleidsondersteunend team milieu-incidenten (BOT-MI) alarmeren voor ondersteuning; Waternetbeheerder/ Rijkswaterstaat alarmering i.v.m. lozing bluswater op riool en/of oppervlaktewater. Het Regionaal Actiecentrum Communicatie is operationeel. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

88 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Eerste uur (vervolg) Proces Toelichting Mobiliteit Actiecentrum Mobiliteit wordt opgestart ivm rook Overige processen overlast snelwegen. Ordehandhaving; Bewaken en beveiligen; Registreren van slachtoffers; Psychosociale hulpverlening; Logistiek (ramp)bestrijdingspotentieel; Opsporing; Milieuzorg. Na eerste uur Na het eerste uur blijven, zo lang als nodig, voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Eerste dag De voorbereidingen ten behoeve van de blussing van de tankput zijn in volle gang. Alvorens de blussing te kunnen aanvangen, dient de totale benodigde hoeveelheid schuimvormendmiddel (svm) beschikbaar te zijn. Binnen vier uur zijn de middelen geregeld conform de samenwerkingsovereenkomst AYMA. Ook dient de benodigde hoeveelheid bluswater geborgd te zijn. De brandweerinzet is tweeledig: 1. koeling omliggende tanks/ installaties om uitbreiding van de tankputbrand te voorkomen; 2. blussing van het brandend tankputoppervlak. Aandachtspunt betreft het tijdig wegpompen van het bluswater in de tankput, om te voorkomen dat deze overstroomt. Koeling omliggende opslagtanks Rijk 1 3 overige opslagtanks Automatische koelwatervoorziening bovenop tank, middels sproeikoppen Andere kritische Afscherming kan middels verplaatsbare hydroshields installaties of installatiedelen binnen de 10 kw/m²-contour Pompcapaciteit Rijk m³ per uur (312m³ per uur nodig) Pompcapaciteit Van 1260m³ tiendendepot (T-210 t/m T-206) Voor een effectieve koeling van aangestraalde tanks dient de koelwatercapaciteit minimaal 1000./uur per strekkende meter tankomtrek (ca. 1 l/m²/min per aangestraald oppervlak) te zijn. Voor aangestraalde installaties/ installatieonderdelen dient de koelwatercapaciteit ten minste 10l/m2/min per aangestraald oppervlak. te zijn Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

89 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Eerste dag (vervolg) Blussing tankput Rijk 1 Bluswatercapaciteit 48m³/ minuut (40,86m³/minuut nodig) Svm 24,5m³ (mengverhouding 1%, blustijd 60 minuten) Totaal blussing 2850m³ water en 86m³ svm Proces Toelichting Opvang en Start is afhankelijk van aantal ongedeerden. Verzorging Milieuzorg Inschatten/ bepalen risico s voor het milieu Het nemen van maatregelen om het milieu te beschermen Zo nodig inschakelen van specialisten Conform deelplan milieu Nafase In geval van slachtoffers, psychosociale hulpverlening bieden aan deze slachtoffers, die zowel in directe als indirecte zin bij het incident betrokken zijn geweest Na de eerste dag Na de eerste dag blijven, zo lang als nodig, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Aandachtspunt betreft de gevolgen van dit incident voor de doorgang van het vliegverkeer op de luchthaven. Een ernstige calamiteit bij AFS zal er zeer waarschijnlijk toe leiden dat er namelijk minder kerosine beschikbaar is. Herstelfase Voor de herstelfase geldt dat de plaats van het incident wordt vrijgegeven door de brandweer, middels het sein veilig. Dit gebeurt in afstemming met de Kmar in verband met eventueel onderzoek. De CVO handelt conform het bedrijfsnoodplan met als doel herstel bedrijfsprocessen. De volgende processen lopen door: Nazorg (indien er toch sprake is van slachtoffers); Milieuzorg. Slachtofferbeeld Het is niet waarschijnlijk dat er door dit incident slachtoffers vallen, anders dan de mogelijk enkele werknemers die bij de bewuste tank(put) aan het werk waren. Zij zijn zeer waarschijnlijk direct dodelijk gewond geraakt, dan wel niet meer te redden. GRIP 3 Bij het scenario tankputbrand wordt er opgeschaald naar GRIP 3. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

90 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg Operationele inzetbehoefte De operationele inzet behoefte bij dit scenario is: Discipline Bedrijfsbrandweer (FB AAS) Brandweer Hulpvraag Eenheid VBB van post Rijk treedt op als bedrijfsbrandweer AFS Primaire inzet: 2 TS, (AFO), HV, OVD (n.b. 1 e TS betreft feitelijk eenheid VBB post Rijk, 2 e TS 341 indien niet elders ingezet) GHOR Gemeente Kmar Opschaling scenario o.b.v. nader bericht (zeer grote brand): 1 PEL brand (incl. extra TS) incl. OVD, HOVD en ROGS/ AGS Eventueel verdere opschaling 2 ambulances OvD-G GAGS CGD 2 leidinggevenden (incl. OvD-P) 3 surveillance eenheden algemeen 5 surveillance eenheden verkeer 15 medewerkers actiegebied Aanvulling AYMA (m.i.v ): inzet schuimblussing Bedrijfsbrandweer (FB AAS) Brandweer Levert 2 functionarissen t.b.v. interregionaal inzetvoorstel VRK/ VRAA Interregionaal inzetvoorstel VRK/ VRAA t.b.v. 2 units AYMA Doel inzet Het blussen van de tankputbrand en voorkomen van herontsteking; alsmede koeling van de omliggende tanks om uitbreiding van het incident te voorkomen is de eerste inzet van de bedrijfsbrandweer. Mocht deze inzet niet slagen, wordt gebruikt gemaakt van het samenwerkingsovereenkomt AYMA. De inzet van AYMA is binnen vier uur operationeel. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

91 IV-14 Tankputbrand op Aircraft Fuel Supply, Vervolg AYMA Voor de bestrijding van tankbranden en tankputbranden van grote omvang participeert AFS in een samenwerkingsverband tussen een aantal olieterminals in het Westelijk Havengebied van Amsterdam (AMAS). AMAS op haar beurt participeert in een samenwerkingsverband met de Veiligheidsregio s Amsterdam-Amstelland en Kennemerland: AYMA. Momenteel (januari 2010) werken organisaties aan operationalisatie van deze overeenkomst. In het 3e kwartaal van 2010 dient AYMA operationeel te zijn. In de 'Samenwerkingsovereenkomst brandbestrijdingsorganisatie AYMA' is onder andere opgenomen dat AMAS verantwoordelijk is voor aanschaf, beheer en onderhoud van het bestrijdingsmaterieel en zorg draagt voor adequate inzetplannen. Veiligheidsregio Kennemerland en Brandweer Amsterdam- Amstelland zijn verantwoordelijk voor het leveren van opgeleid en geoefend personeel. De samenwerkende organisaties zijn in staat om een incident dat de kenmerken heeft van het maatgevende scenario te kunnen bestrijden. Dit scenario betreft een tankputbrand met een oppervlakte van maximaal m2. Wat betreft AFS zal het scenario Aircraft Fuel Supply Tankputbrand deel uit maken van het op te stellen AYMA-inzetplan AFS. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

92 IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland Inleiding In dit hoofdstuk wordt het scenario Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland beschreven. Het scenario is bedoeld om te gebruiken bij: - Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland binnen Nederland# - Vliegtuigongeval op internationaal gebied (buiten Nederland) met bestemming of vertrek Schiphol. #Voor een vliegtuigongeval (luchtvaartongeval) in Kennemerland wordt het CBP Luchtvaartongevallen gebruikt. Uitleg verschillende varianten in het scenario Door de ligging van Schiphol ten opzichte van andere Veiligheidsregio s en de wettelijke verplichtingen, waaronder de annex 14 verplichte VBB bijstand 1 kilometer voor de baankop en het op verzoek leveren van VBB hulpverlening met een maximale aanrijtijd van 45 minuten. Hierdoor zijn de volgende varianten te onderscheiden: 4 Kaart Scenario s Vliegtuigongeval 4 VR N-H-N 3 VR Za-Wa VRK VR A-A VR H-M 3 V NL VRU 3 4 Dekkingsgebied VBB (annex 14) >1 KM voor baankop 4 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

93 Locatie / variant Regio verantwoordelijk Plan Alarmvorm Opschaling / Bijstand 1 VRK CBP-Schiphol VOS 1-7 Conform CBP-S, IRC- KAA 2 VRK CBP-LO (Luchtvaartongeval) LO in Kennemerland Conform CBP-L, IRC-KAA 3 Andere regio (Binnen 45 min aanrijtijd VBB) CBP-Schiphol Scenario Vliegtuigongeval LO buiten Kennemerland met bijstand GRIP 2 Schiphol, Bijstand VBB, binnen 45 min aanrijtijd 4 Andere regio / zee (Buiten 45 min aanrijtijd VBB) buiten VRK CBP-Schiphol Scenario Vliegtuigongeval buiten VRK 5 VRK CBP-Schiphol en CBP-LO 6 VR A-A RBP-Vliegtuigongeval Afspraken Int. Reg. Samenwerking LO buiten Kennemerland zonder bijstand VOS 1-7 LO in A-A GRIP 2 Schiphol, Geen bijstand VBB Conform-L / proces CBP-S, Verplichte bijstand VBB, IRC- KAA GRIP 2 Schiphol, Verplichte bijstand VBB, IRC-KAA Opkomstlocatie GRIP 2 Schiphol De opkomstlocatie bij GRIP 2 Schiphol is Triport II op Schiphol. Proces opvang en registratie relaties op Schiphol Indien er relaties op Schiphol zijn van het vliegtuigongeval worden deze conform het CBP Schiphol opgevangen. Format- Vliegtuiggegevens In alle varianten van het scenario is er een informatie behoefte met betrekking tot vliegtuiggegevens. Hiervoor is een Format- Vliegtuiggegevens opgesteld. Amsterdam Airport Schiphol (AAS) heeft binnen 45 minuten na het vliegtuigongeval de inspanningsverplichting om een Format- Vliegtuiggegevens te verstrekken aan de Veiligheidsregio brongebied. Dit format bevat: - Vliegtuigtype - Vluchtnummer - Vliegtuigmaatschappij - Vliegtuigregistratie - Bestemming - Herkomst (vertrek) - Persons on board (aantal passagiers + bemanning aan boord) - Cargo / vrachtlijst (dangerous goods) - Notoc (Notification to the captain) Nadere informatie volgt zodra het OT Kennemerland actief is. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

94 IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg Belangrijke mededeling Indien het verongelukte vliegtuig geen bestemming of herkomst Schiphol heeft kan AAS geen format-vliegtuiggevens verstrekken aan de Veiligheidsregio met het brongebied. In dat geval tracht AAS te achterhalen wie de vertegenwoordiger is van de betreffende vliegtuigmaatschappij. Begin gebeurtenis Een vliegtuig verongelukt in Nederland. De veiligheidsregio met het brongebied# neemt contact op met Meld-, Infomatie Coördinatiecentrum Kennemerland (MICK). Deze start het scenario: Vliegtuigongeval buiten de VRK. # Voor veiligheidsregio brongebied kan ook buitenlandse mogendheid gelezen worden. 1e kwartier Veiligheidsregio brongebied heeft het MICK benaderd. Indien het vliegtuigongeval ligt binnen 45 minuten aanrijtijd, wordt namens de Veiligheidsregio brongebied het verzoek gedaan aan AAS om Hulpverlening VBB. Het MICK kondigt GRIP 2 Schiphol af en stuurt een Liaison VRK naar de Veiligheidsregio brongebied. Na alarmering door het MICK start AAS met de inspanningsverplichting te komen met een format-vliegtuiggegevens. Dit wordt gedaan door het CVO. Het CVO biedt het format-vliegtuiggegevens binnen 45 minuten aan zodra dit beschikbaar is aan het betreffende OT van de Veiligheidsregio brongebied of het OT Kennemerland zodra dit actief is. Effecten op Schiphol: Scenario Vliegtuigongeval buiten VRK opgestart (GRIP 2) Relaties op Schiphol (Internationale) pers met vragen Proces Op- en afschaling Toelichting 1. Veiligheidsregio brongebied neemt contact op met het MICK (Meldkamer Kennemerland) 2. MICK start scenario vliegtuigongeval buiten de VRK, alarmeert GRIP 2 Schiphol en de AOV. Haarlemmermeer (deze informeert de burgemeester). 3. MICK informeert Regiecentrum AAS. Regiecentrum informeert en alarmeert intern AAS. 4. MICK stuurt een liaison VRK naar de veiligheidsregio brongebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

95 IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg 1e kwartier (vervolg) Proces Toelichting Communicatie Het RAC Schiphol wordt gealarmeerd. Informatiemanagement Opvang & registratie Het format vliegtuiggegevens wordt binnen de tijd van inspanningsverplichting aangeleverd door het CVO aan het OT Kennemerland. De leider OT draagt zorg om het format vliegtuiggegevens door te geven aan de veiligheidsregio brongebied. De liaison VRK ondersteunt dit proces. Zolang het OT nog niet geformeerd is heeft het CVO de bevoegdheid te starten met de opvang. Het CVO stelt het MICK en de AOV Haarlemmermeer op de hoogte. 1 e uur De veiligheidsregio brongebied heeft binnen 45 minuten de formatvliegtuiggegevens doorgezonden gekregen door het MICK. De leider OT heeft contact gehad met de Veiligheidsregio brongebied en zal zorg dragen voor de verdere informatieoverdracht tussen de Veiligheidsregio s. Proces Communicatie Informatiemanagement Opvang & verzorging Toelichting Het voorlichtingsteam Schiphol staat in contact met de Veiligheidsregio brongebied. Het OT Kennemerland staat in contact met de Veiligheidsregio brongebied, de liaison VRK ondersteunt hierin. Zodra het OT Kennemerland actief is, ligt de formele verantwoordelijkheid voor het proces opvang & verzorging Schiphol bij de gemeente Haarlemmermeer. 1 e dag De eerste dag blijven, zo lang als nodig is, alle voorgaande processen en activiteiten aan de orde. Prognose tijdsduur incident voor Schiphol: 6 uur Proces Communicatie Opvang & verzorging Op- en afschaling Toelichting Het inlichten van relaties wordt afgestemd door het voorlichtingsteam Schiphol, OT Bronregio en OT Kennemerland. OT Kennemerland en OT Bronregio maken afspraken over de opvang en verzorging van relaties. De leider OT Kennemerland is bevoegd om af te schalen naar behoefte in personeel. Dit gebeurt in afstemming met het CVO. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

96 IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland, Vervolg Herstelfase Uitgangspunt van herstel is dat de VRK en Schiphol terug gaan naar hun reguliere bedrijfsvoering. Proces Op- en afschaling Onderzoek Toelichting De Leider OT is bevoegd om af te schalen en stelt daar alle betrokken partijen van op de hoogte. Het OT maakt afspraken over een procesplan over hoe wordt omgegaan met externe en interne onderzoeken. GRIP 2 Het operationeel team van Kennemerland staat in contact met het operationeel team van de Veiligheidsregio brongebied. Operationele inzetbehoefte De operationele inzetbehoefte voor dit scenario is: VBB op verzoek, indien vliegtuigongeval binnen 45 minuten aanrijtijd Operationeel team (GRIP 2) CVO Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol Actiecentrum Opvang & Registratie (Teamleidersoverleg) Doel inzet De veiligheidsregio brongebied voorzien van één kanaal voor het halen van informatie (format-vliegtuiggevens). Daarnaast één kanaal voor het verzoek VBB bijstand en hulpverlening. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

97 Deel V Bijlagen V-0 Leeswijzer Inleiding Dit deel bevat de bijlagen bij het Crisisbestrijdingsplan Schiphol Inhoud Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Inhoud Pag. V-1 Beslismatrices voor het bepalen van de alarmvorm 95 V-2 Opschaling Brandweer 98 V-3 Opschaling GHOR 99 V-4 Opschaling KMar 100 V-5 Afkortingenlijst 101 V-6 Telefoonlijst 105 V-7 Begrippenlijst 106 V-8 Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan 108 Schiphol V-9 Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply 109 V-10 Verzendlijst 110 V-11 Besluitvormingsprocedure scenario infectieziekten 111 V-12 Procedure luchtruimsluiting 112 Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

98 V-1 Beslismatrices voor bepalen van de alarmvorm Al naar gelang de aard en de plaats van het incident wordt een uitrukvoorstel gebruikt om voor een incident de hulpdiensten te alarmeren. Het uitrukvoorstel is een indeling van de situatie door de verantwoordelijke kolom. Op basis van deze indeling komen materieel en personeel van de hulpdiensten ter plaatse of deze begeven zich naar de uitgangsstellingen. Op basis van het alarm en de kwalificatie komen materieel en personeel van de hulpdiensten ter plaatse of deze begeven zich naar de uitgangsstellingen. Aanvullend aan een alarmvorm gebruiken de hulpdiensten van de overheid de GRIP- kwalificatie. De GRIP- kwalificatie regelt opschaling op operationeel niveau op de plaats van het incident en daarnaast op bestuurlijk niveau van gemeente tot waar nodig zelfs landelijk. In onderstaand overzicht vindt u de gebruikte alarmvormen die op Schiphol gebruikt worden. De hulpdiensten hebben op basis van onderstaande beslismatrices de bijbehorende hulpvraag op monodisciplinair niveau vastgelegd en vertaald in inzetvoorstellen. Standaardmatrix De incidenten op Schiphol zijn gekoppeld aan een vastgestelde standaard alarmvorm en kennen een bijbehorend standaard uitrukbericht voor de hulpverleningsdiensten. De matrix bevat tevens een verwijzing naar het minimum GRIPcoördinatieniveau. Op basis van het standaard uitrukbericht past brandweer Schiphol al dan niet verzwaarde inzetvoorstellen toe (op objectniveau). Dit staat los van de (later) vast te stellen kwalificatie van de alarmvorm. Opmerkingen bij de tabel 1. Indien het een bevestigde brand of rookontwikkeling in de Terminal betreft is op een kleine brand minimaal het uitrukvoorstel Middel Brand van toepassing. 2. Bij brand, Hulpverlening en OGS kan buiten de alarmvormen verdere opschaling in middelen en personeel mogelijk zijn door middel van bijvoorbeeld de inzet van een compagnie. Processtappen: 1. Melding komt binnen bij alarmcentrale: Alarmering wordt gecommuniceerd Voorbeeld Alarmering 2. Situatie ter plaatse wordt gekwalificeerd (en eventuele opof afschaling) door middel van alarmvorm Kwalificatiemogelijkheden: Omschrijving aard incident de alarmvormen Brand Brand + lokatie o Kleine Brand o Middel Brand o Grote Brand o Zeer Grote Brand Hulpverlening Aanrijding + lokatie o Kleine Hulpverlening o Middel Hulpverlening o Grote Hulpverlening o Zeer Grote Hulpverlening Ongeval Gevaarlijke Stoffen (OGS) Pallet met gevaarlijke stoffen lekt + lokatie o OGS- Klein o OGS- Middel o OGS Groot o OGS Zeer groot Explosie Ontploffing + lokatie o Kleine Explosie o Grote Explosie of o Alarmvormen zoals vermeld bij hulpverlening, Brand of SSI (Niet) geverifieerd security gerelateerd incident Verdacht pakketje + lokatie Of verdacht gedrag + lokatie Of Bommelding + lokatie 3. Bijbehorend GRIP- niveau wordt afgegeven Minimaal GRIPniveau 0 Tenzij 1 HOVD 2 Anders 3 besluit o Schiphol Security Incident (SSI) 0 Kaping Mogelijk kaping in toestel x Gijzeling Mogelijk gijzeling in toestel x Ordeverstoring Grote vechtpartij + lokatie o Voorwaarschuwing Ordeverstoring o Ordeverstoring Infectieziekte passagier mogelijk besmette passagier in toestel x o Voorwaarschuwing Kaping o Kaping o Voorwaarschuwing Gijzeling o Gijzeling o Mogelijk Besmettingsgevaar o Besmettingsgevaar Klein o Besmettingsgevaar Groot Tenzij HOVD Anders besluit Tenzij HOVD Anders besluit Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

99 Alarmering bij incidenten en calamiteiten met vliegtuigen Voor (mogelijke) ongevallen met vliegtuigen op Schiphol zijn er de VOS- alarmvormen. VOS betekent Vliegtuig Ongeval Schiphol. VOS- alarmvormen worden door de luchthaven afgekondigd. Bij VOS 1 wordt de Veiligheidsregio in alle gevallen geïnformeerd, bij VOS 2 en hoger wordt de Veiligheidsregio altijd gealarmeerd. Processtappen: Omschrijving aard incident Incident, ongeval of voorwaarschuwing dat/ die is af te handelen met eigen potentieel Schiphol Incident waarbij externe hulpdiensten nodig zijn Incident waarbij externe hulpdiensten nodig zijn Incident waarbij externe hulpdiensten nodig zijn Ernstig ongeval/ crash/ externe hulpdiensten zijn nodig Ernstig ongeval/ crash/ externe hulpdiensten zijn nodig Ernstig ongeval/ crash/ externe hulpdiensten zijn nodig 1. Melding komt binnen bij alarmcentrale: Alarmering wordt gecommuniceerd Voorbeeld Alarmering info over situatie Pan pan call* bij alle soorten vliegtuigen onafhankelijk van aantal passagiers May day call* bij vliegtuigen met vracht of < 20 mensen aan boord May day call* bij vliegtuigen met 20 mensen aan boord < 250 May day call* bij vliegtuigen met 250 mensen aan boord Ongeval bij vliegtuigen met Vracht of < 20 mensen aan boord Ongeval bij vliegtuigen met 20 aantal mensen aan boord < 250 Ongeval bij vliegtuigen met Aantal mensen aan boord Situatie ter plaatse wordt gekwalificeerd (en eventuele op- of afschaling) door middel van alarmvorm Kwalificatiemogelijkheden: de alarmvormen VOS 1 0 VOS 2 2 VOS 3 2 VOS 4 2 VOS 5 3 VOS 6 3 VOS Bijbehorend GRIP- niveau wordt afgegeven Minimaal GRIPniveau * PAN PAN is het in de radiotelefonie (met name de scheepvaart en de luchtvaart) gebruikelijke signaal voor spoedoproepen maar niet voor ernstig en onmiddellijk gevaar, zoals levensbedreigende gevallen. Voor levensbedreigende gevallen (ernstig en onmiddellijk gevaar) wordt het signaal 'MAY DAY' gebruikt. Om misbruik te voorkomen en de hulp zo snel en efficiënt mogelijk ter plaatse te krijgen is het gebruik van 'PAN PAN' en MAY DAY aan bepaalde protocollen en regels onderworpen. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

100 Alarmering bij incidenten en calamiteiten in de Schipholspoortunnel ProRail werkt met voor Prorail interne alarmvormen conform de matrix TreinIncidentScenario s. Deze interne TIS- alarmvormen alleen binnen Prorail gehanteerd. De meldkamers werken conform de vastgestelde procedures en stellen elkaar op de hoogte van de alarmvorm TIS en/of een verandering daarvan. De professionele hulpdiensten kwalificeren de situatie in de Schipholspoortunnel conform de reguliere alarmvormen. Processtappen: Omschrijving aard incident Verstoring Treindienst ((deels) geen treinverkeer mogelijk) 1. Melding komt binnen bij alarmcentrale: Alarmering wordt gecommuniceerd Voorbeeld Prorail Alarmering Verstoring + lokatie 2. Alarmering wordt binnen ProRail gekwalificeerd (en eventuele op of afschaling) door middel van alarmvorm Kwalificatiemogelijkheden ProRail: de alarmvormen TIS 1.1 (zeer beperkt) TIS 1.2 (beperkt) TIS 1.3 (ernstig) TIS 1.4 (zeer ernstig) Brand Brand + lokatie TIS 2.2 (beperkt) TIS 2.3 (ernstig) TIS 2.4 (zeer ernstig) Aanrijding & botsing Ontsporing met slachtoffers Verdacht gedrag, bommelding, bomvinding, bomexplosie Aanrijding + lokatie bommelding + lokatie TIS 3.1 (zeer beperkt) TIS 3.2 (beperkt) TIS 3.3 (ernstig) TIS 3.4 (zeer ernstig) TIS 5.1 (zeer beperkt) TIS 5.3 (ernstig) TIS 5.4 (zeer ernstig) 3. Situatie ter plaatse wordt gekwalificeerd (en eventuele op- of afschaling) door middel van alarmvorm Kwalificatiemogelijkheden: de alarmvormen o Mogelijk Voorwaarschuwing o Ordeverstoring of o Ordeverstoring o Kleine Brand o Middel Brand o Grote Brand o Zeer Grote Brand o Kleine Hulpverlening o Middel Hulpverlening o Grote Hulpverlening o Zeer Grote Hulpverlening o Kleine Explosie o Grote Explosie of o Alarmvormen zoals vermeld bij hulpverlening, Brand of SSI 4. Bijbehorend GRIP- niveau wordt afgegeven Minimaal GRIP- niveau Zie standaardmatrix Zie standaardmatrix Zie standaardmatrix Zie standaardmatrix Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

101 V-2 Opschaling Brandweer Opschaling Brandweer Conform procedures. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

102 V-3 Opschaling GHOR Opschaling GHOR De GHOR hanteert ten behoeve van de interne opschaling een systematiek van eerste en tweede melding. De eerste inzet is per alarmvorm/scenario bepaald. De tweede inzet wordt bepaald aan de hand van de informatie uit het STPI op Schiphol en is gerelateerd aan het aantal slachtoffers (T1 en T2). Onderstaand overzicht geeft de inzet weer. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

103 V-4 Opschaling KMar/Politie Opschaling KMar/Politie Conform procedures. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

104 V-5 Afkortingenlijst Lijst Onderstaand volgen specifieke afkortingen voor het CBP Schiphol: A A/AO AAS AC/S AC (KMar) AFO AGS A/SEC AIVD AM AMS AL AOE AOM AOV APD A/PS A/SEC B BBE BGM BHV BMI BRW BSB BT C CBP-S CdK Cdt CHOP CNS COPI CPA CP-AAS CR CSR CUGS CVO D DBB DC DCC (VENW) DIR DKMarSpl DNRI DSI = Aviation/Airside Operations = Amsterdam Airport Schiphol = Alarmcentrale Schiphol = Algemeen Commandant Koninklijke Marechaussee = Airport Fire Officer = Adviseur Gevaarlijke Stoffen = Airport Security = Algemene Inlichtingen en Veiligheids Dienst = Airport Manager (Voorzitter CVO) = Airport Medical Service = Algemeen Leider (Prorail) = Arrestatie- en Ondersteuningseenheden (onderdeel KMAR/regiokorpsen) = Airside Operations Manager = Adviseur Openbare Orde en Veiligheid = Algemene Politiedienst (KMar) = Aviation/Passenger Services = Aviation/Security = Bijzondere Bijstandseenheden = Burgemeester = Bedrijfs Hulp Verlening = Brandmeldinstallatie = Brandweer = Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten = Beleidsteam = Crisisbestrijdingsplan Schiphol = Commissaris van de Koningin = Commandant = Chef operatiën = Calamiteiten Netwerk Schiphol = Commando Plaats Incident = Centrale Post Ambulancevervoer = Calamiteitenplan Amsterdam Airport Schiphol = Central Reporting Room (AAS) = Calamiteiten Staf Rail = Commandant Uitgangsstelling = Commissie van Overleg = Directie Beveiliging Burgerluchtvaart (onderdeel van NCTb) = Districts commandant = Departementaal Coördinatiecentrum (Verkeer & Waterstaat) = Directeur = District Koninklijke Marechaussee Schiphol = Dienst Nationale Recherche en Informatie = Dienst Speciale Interventies Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

105 V-5 Afkortingenlijst, Vervolg Lijst (vervolg) E EBB EHBO ERC G GAGS GGD GHOR GMS GNK-C GRIP H HOVD-B HOvJ HSGHOR HV HW I IvP IVW K KLM KLPD KMar L LOCC LHP LSO LVNL M ME MICK Min.BZK MMT MIJ N NCC NCTb NOTOC Nr NS = Eenheid Bewaken en Beveiligen (onderdeel van NCTb) = Eerste Hulp bij Ongelukken = Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie = Gezondheidkundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen = Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst = Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen = Geïntegreerd Meldkamer Systeem = Geneeskundige Combinatie = Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure = Hoofdofficier van Dienst (Brandweer) = Hoofdofficier van Justitie = Hoofd Sectie GHOR = Hulpverleningsvoertuig = Hoogwerker = Inspecteur van Politie (=OVD-P) = Inspectie Verkeer en Waterstaat = Koninklijke Luchtvaartmaatschappij = Korps Landelijke Politie Diensten = Koninklijke Marechaussee = Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum = Luchthavenpastoraat = Liason = Luchtverkeersleiding Nederland = Mobiele Eenheid = Meld, informatie en Coördinatiecentrum Kennemerland = Ministerie / minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties = Mobiel medisch team = Maatschappij = Nationaal CrisisCentrum = Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding = Notification to the Captain = Nummer = Nederlandse Spoorwegen Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

106 V-5 Afkortingenlijst, Vervolg Lijst (vervolg) O OCOI OCPI OGS OGS-proc. OL OM OMT OOV OT OVD-B OVD-G OVD-KMar OVD-P OVJ P PB-AAS PC PCC POCAL POG POL PSHOR R RAC Schiphol RCC RBT RBW RCC RCVD RGF RIT ROGS RWS S SE SHC SIGMA Sitrap Stas STPI SOM = Operationeel commandant omgeving incident = Operationeel commandant plaats incident = Officier Gevaarlijke Stoffen = Ongevallen Gevaarlijke Stoffen-procedure = Operationeel Leider = Openbaar Ministerie = Outbreak Management Team = Openbare Orde en Veiligheid = Operationeel Team = Officier van Dienst Brandweer = Officier van Dienst Geneeskundig = Officier van Dienst KMar = Officier van Dienst Politie = Officier van Justitie = Piket functionaris Brandweer Schiphol = Pelotonscommandant = Provinciaal Coördinatie Centrum = Piket officier calamiteiten (KMar) = Preventieve Openbare Gezondheidszorg = Politie = Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen = Regionaal Actiecentrum Communicatie Schiphol = Regionaal Crisis Centrum = Rail Beleids Team = Regionale Brandweer = Regionaal Coördinatie Centrum = Regionaal Commandant van Dienst = Regionale Geneeskundige Functionaris = Rampen Identificatieteam = Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen = Rijkswaterstaat = Surveillance Eenheid = Security Handling Committee = Snel Inzetbare Groep Ter Medische Assistentie = Situatierapport = Staatssecretaris (doorgaans: staatssecretaris Verkeer en Waterstaat) = Schiphol Team Plaats Incident = Security Operations Manager Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

107 V-5 Afkortingenlijst, Vervolg Lijst (vervolg) T TIS TMB TS U UE&OO UGS A UGS B UGS C UI UIM UL UOA = Trein Incident Scenario = Team Manager Bagage = TankautoSpuit = Unit Expertise & Operationele Ondersteuning (onderdeel DSI) = Uitgangsstelling A = Uitgangsstelling B = Uitgangsstelling C = Unit Interventie (onderdeel DSI) = Unit Interventie Mariniers (onderdeel DSI) = Unitleider = Uitvoeringsoverleg Alerteren V VBB VBK VenW VL VRK VOS W WPG WRZO WVD WVR Z ZKHS = Vliegtuig Brand Bestrijding = Veiligheidsbureau Kennemerland (onderdeel HDK) = Ministerie van Verkeer en Waterstaat = Verkeersleiding = Veiligheidsregio Kennemerland = Vliegtuig Ongeval Schiphol = Wet Publieke Gezondheid = Wet Rampen en Zware Ongevallen = Waarschuwings- en Verkenningsdienst = Wet Veiligheidsregio s = Ziekenhuis Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

108 V-6 Telefoonlijst Lijst De telefoonlijst is confidentieel en wordt daarom niet verspreid. De betrokken meldkamers, alarmcentrales, actiecentra en diensten zijn in het bezit van de telefoonlijst. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

109 V-7 Begrippenlijst Lijst Onderstaand volgen de gebruikte begrippen en hun betekenis. Airside Operations Office Zie Havendienst Airside (gebied) Dat gedeelte van het luchthavengebied voor Schiphol dat gebruikt wordt voor het starten, landen, opstijgen, taxiën, slepen, parkeren en afhandelen van vliegtuigen. Actiecentrum De plaats van waaruit een dienst of organisatie de eigen bijdrage aan de rampenbestrijding regelt. Actiegebied Een door de Airside Operations Manager ingesteld en afgebakend gebied op de plaats van het voorval/ongeval, waarbinnen de leiding van de uitvoering is gedefinieerd en autorisatie is vereist voor betreding van dit gebied. Afhandelen De werkzaamheden, die in en rond een vliegtuig moeten worden verricht na aankomst op een luchthavengebied, of voor vertrek van het luchthavengebied. Beheergroep CBP-Schiphol Groep samengesteld uit vertegenwoordigers van de direct bij de crisisbestrijding op Schiphol betrokken disciplines. De beheergroep is o.a. verantwoordelijk voor het beheer van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol en speelt een toezichthoudende rol bij de evaluatie van crises en oefeningen. Bijstand Het optreden van de luchthavenorganisatie buiten het luchthavengebied of buiten de primaire eigen verantwoordelijkheid Bijstand (verplicht) Het optreden van de calamiteitenorganisatie Amsterdam Airport Schiphol buiten het luchthavengebied en binnen het werkingsgebied van het Crisisbestrijdingsplan Schiphol (zie overzichtskaart). Commissie van overleg (CVO) De Commissie van Overleg komt direct na melding incident bijeen en zorgt voor de eerste coördinatie. Na opschaling tot COPI wordt de CVO een actiecentrum. Havendienst Het bedrijfsonderdeel van de exploitant dat is belast met het dagelijks toezicht op de goede orde en veiligheid op het airside gebied. Havenmeester Een persoon, in dienst van de exploitant van een luchthavengebied, belast met de dagelijkse uitvoering van het toezicht op het luchthavengebied en in het bijzonder met het toezicht op de veiligheid en de goede orde daarop. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

110 V-7 Begrippenlijst, Vervolg Lijst (vervolg) Landingsterrein Het gedeelte van een luchthavengebied, met uitzondering van platforms, dat bestemd is voor het opstijgen, het landen en het taxiën van luchtvaartuigen en is begrenst door een rode klaringslijn. Landside (gebied) Die gedeelten van het luchthavengebied, die geen deel uitmaken van het terminal- of airsidegebied en voor het publiek toegankelijk is. Luchthavengebied Een terrein, dat is ingericht voor het opstijgen en het landen van alsmede de daarmede verband houdende bewegingen op dat terrein van luchtvaartuigen. Terminologie van ministerie van Justitie. Luchthavengebied Schiphol komt overeen met Luchthaventerrein Schiphol. Luchtvaartterrein Een op basis van de Luchtvaartwet aangewezen terrein ingericht voor het opstijgen en landen van luchtvaartuigen. Terminologie van ministerie van Verkeer en Waterstaat. Luchthaventerrein Schiphol komt overeen met Luchthavengebied Schiphol. Security Restricted Area De om beveiligingsredenen beperkt toegankelijke zone. Dit is de zone aan de luchtzijde waarvan de toegang wordt gecontroleerd teneinde de veiligheid van de burgerluchtvaart te waarborgen. Dergelijke zones zijn onder meer alle voor vertrek van passagiers bestemde zones gelegen tussen de controleposten en het vliegtuig, het platform, bagageafhandelingsruimten, vrachtloodsen, postcentra en schoonmaaken cateringbedrijven die gelegen zijn aan de luchtzijde. Schiphol Team Plaats Incident Overlegstructuur nabij de plaats van het incident van leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten die direct zijn betrokken bij de bronbestrijding. Terminal Het gebouwencomplex (van de voorgevel van het Stationsgebouw t/m de aviobruggen aan de pieren inclusief Skyport), speciaal ingericht met alle benodigde faciliteiten en personeel voor de afhandeling van vertrekkende en aankomende passagiers met hun bagage, recreanten en bezoekers. Uitgangsstelling Vastgesteld melding- en opvangpunt voor externe hulpdiensten en/of personen die betrokken zijn bij de afhandeling van een calamiteit. Veiligheidsregio Kennemerland (geografisch gebied) Het gebied van de 9 gemeenten van Kennemerland waarin de hulpdiensten met elkaar samen werken voor crisisbestrijding. Veiligheidsregio Kennemerland (organisatie) De organisatie zet zich in voor de gezondheid en veiligheid van de inwoners van haar werkgebied, het omvat de GGD Kennemerland en Regionale Brandweer Kennemerland, onder de VRK valt het multidisciplinaire Veiligheidsbureau Kennemerland. Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

111 V-8 Kaart werkingsgebied Crisisbestrijdingsplan Schiphol Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

112 V-9 Overzichtskaarten Aircraft Fuel Supply Overzichtskaart omgeving AFS (straal 1,5 km) Overzichtskaart AFS Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie

Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S)

Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Het plan voor Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Schiphol (CBP-S = RBP Aircraft Fuel Supply) 7 juni 2012, versie 1.7 CBP Schiphol 1.7 treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S)

Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Crisisbestrijdingsplan Schiphol (CBP-S) Het plan voor Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Schiphol (RBP AFS valt onder het CBP-S) 4 december 2013 Versie 1.9 CBP Schiphol versie 1.9 treedt inwerking op

Nadere informatie

Reageren op calamiteiten De inzet van brandweer op de luchthaven Schiphol. Marijn Ornstein 14 Oktober 2013

Reageren op calamiteiten De inzet van brandweer op de luchthaven Schiphol. Marijn Ornstein 14 Oktober 2013 Reageren op calamiteiten De inzet van brandweer op de luchthaven Schiphol Marijn Ornstein 14 Oktober 2013 INHOUD Intro Partners in veiligheid Safety binnen Schiphol Veiligheidsketen en activiteiten SEF

Nadere informatie

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland Inclusief rampbestrijdingsplannen voor Aircraft Fuel Supply & KLM Engineering & Maintenance Crisisbestrijdingsplan Schiphol versie 2.0 van

Nadere informatie

IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland

IV-15 Vliegtuigongeval buiten Veiligheidsregio Kennemerland Kennemerland Inleiding In dit hoofdstuk wordt het scenario Vliegtuigongeval buiten de Veiligheidsregio Kennemerland beschreven. Het scenario is bedoeld om te gebruiken bij: - Vliegtuigongeval buiten de

Nadere informatie

Ontwerp CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland

Ontwerp CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL van de Veiligheidsregio Kennemerland Ontwerp CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland Inclusief rampbestrijdingsplannen voor Aircraft Fuel Supply & KLM Engineering & Maintenance Ontwerp Crisisbestrijdingsplan Schiphol

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Nota van B&W. In deze nota:

Nota van B&W. In deze nota: gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Nota Opleiden en Oefenen voor Crisisbeheersing 2009 Portefeuillehouder drs. Th.L.N. Weterings Collegevergadering 10 maart 2009 Inlichtingen J.J.M. De Schepper

Nadere informatie

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland DEEL I (ALGEMEEN) Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol deel I een openbaar document. Gehele of gedeeltelijke overname of reproductie van de

Nadere informatie

Evaluatie. VOS Groot Schiphol GRIP 3 23 februari 2017

Evaluatie. VOS Groot Schiphol GRIP 3 23 februari 2017 Evaluatie VOS Groot Schiphol GRIP 3 23 februari 2017 Veiligheidsbureau Kennemerland Versie : 1.0 Status : definitief (na aanbieding burgemeester Weterings en vervolgens TO) TO : 17 mei 2017 1. INLEIDING

Nadere informatie

Deel I Crisisbestrijdingsorganisatie 0. Overzicht

Deel I Crisisbestrijdingsorganisatie 0. Overzicht Deel I Crisisbestrijdingsorganisatie 0. Overzicht Inleiding De operationele aspecten van de crisisbestrijding worden beschreven. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Hoofdstuk Onderwerp Pagina

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

De oefening werd georganiseerd door de Veiligheidsregio Kennemerland, ProRail en Schiphol.

De oefening werd georganiseerd door de Veiligheidsregio Kennemerland, ProRail en Schiphol. Oktober 2015 OPERATIONELE COPI-OEFENING IN SCHIPHOL SPOORTUNNEL In de nacht van zaterdag 19 op zondag 20 september was de spoortunnel van Schiphol tijdelijk afgesloten wegens een 'treinbrand'. Het ging

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland DEEL I (ALGEMEEN) Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol deel I een openbaar document. Gehele of gedeeltelijke overname of reproductie van de

Nadere informatie

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland

CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland CRISISBESTRIJDINGSPLAN SCHIPHOL Veiligheidsregio Kennemerland DEEL I (ALGEMEEN) Het Crisisbestrijdingsplan Schiphol deel I is een openbaar document. Gehele of gedeeltelijke overname of reproductie van

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Crisisplan Kennemerland

Nota van B&W. Onderwerp Crisisplan Kennemerland Onderwerp Crisisplan Kennemerland Nota van B&W Portefeuille mr. B. B. Schneiders Auteur Het college van burgemeester en wethouders, Telefoon 4489 E-mail: jvdhoek@haarlem.nl PD/VHT Reg.nr. 2007/190051 bijlage

Nadere informatie

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph.

Nota van B&W. gemeente Haarlemmermeer. Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph. gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Organisatie en aanpak terrorismebestrijding Schiphol Portefeuilehouder mr. A.Ph. Hertog Collegevergadering 26 april 2005 inlichtingen Herman Kroes (023 567

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Johan Haasjes Vakspecialist Expertise Veiligheidsregio Groningen Versie 1.5 16 april 2014 (definitief) Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De opschalingsniveaus

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Rollen van Schiphol, Kennemerland en Zaanstreek Waterland bij een crash in VR Zaanstreek- Waterland. René Verjans- Safety, Environment & Fire Brigade

Rollen van Schiphol, Kennemerland en Zaanstreek Waterland bij een crash in VR Zaanstreek- Waterland. René Verjans- Safety, Environment & Fire Brigade Rollen van Schiphol, Kennemerland en Zaanstreek Waterland bij een crash in VR Zaanstreek- Waterland René Verjans- Safety, Environment & Fire Brigade Inhoud Indruk verhouding CTR/ Vliegroutes en Veiligheidsregio

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Van aswolk tot vliegtuigcrash

Van aswolk tot vliegtuigcrash Van aswolk tot vliegtuigcrash Seminar Rol van de Gemeente bij een Ramp drs. Th.L.N. Weterings, burgemeester Haarlemmermeer 29-2-2016 1 Onderwerpen 15 jaar burgemeester in regio Kennemerland Verschillende

Nadere informatie

Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens. Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal

Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens. Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal Plan Noodsituaties Infectieziektebestrijding Havens Behorende bij het IncidentBestrijdingsplan Noordzeekanaal Versienummer: 1.0 Vastgesteld: 3 juni 2013 Versiebeheer Datum Wijziging Reden wijziging Gewijzigd

Nadere informatie

Het dagprogramma was opgebouwd vanuit de thema s Lucht, Weg en Water.

Het dagprogramma was opgebouwd vanuit de thema s Lucht, Weg en Water. Juni 2016 TERUGBLIK NETWERKDAG GHOR Vrijdag 27 mei vond de landelijke GHOR netwerkdag plaats in Kennemerland. Deze dag, georganiseerd door GGD Kennemerland en GGD GHOR Nederland, werd door circa 140 personen

Nadere informatie

Maatscenario s voor operationeel leidinggevenden in de veiligheidsregio

Maatscenario s voor operationeel leidinggevenden in de veiligheidsregio Handreiking Crisisbeheersing op luchthavens Maatscenario s voor operationeel leidinggevenden in de veiligheidsregio In september 2011 verscheen de nieuwe Handreiking Crisisbeheersing op luchthavens, een

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015 CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015 VASTGESTELD DOOR AB 16 FEBRUARI 2015 INGANGSDATUM 1 APRIL 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 4 1. Crisisbeheersing... 7 1.1. Kaders... 7 1.2.

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Zuid

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave: Inleiding... 2 1 Motorkapoverleg (MKO)... 2 2 Commando Plaats Incident (CoPI)... 2 2.1 Taken... 3 2.2 Bemensing...

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing

Nadere informatie

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave Rampenplan gemeente Heerhugowaard Inhoudsopgave Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 0. Inhoudsopgave Inhoud Dit document bevat de volgende onderwerpen. DEEL A RAMPENPLAN:

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 9 Justitie algemeen 9 Justitie algemeen Voor terrorisme zie Bestuurlijke Netwerkkaart terrorisme versie 2018 Crisistypen gijzelingen, extremisme

Nadere informatie

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer VERSIEBEHEER Vers i e Datum Auteur 0. 1 25-08- 2007 GAV 0.2 10-09-2007 ME, GAV 0. 3 11-10- 2007 GAV 0. 4 19-10-

Nadere informatie

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Deze samenvatting is een verkorte en bewerkte versie van de conceptversie van de Wet op de Veiligheidsregio s (werktitel). Het betreft geen interpretatie of

Nadere informatie

Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol. convenant Schiphol Airport Authority

Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol. convenant Schiphol Airport Authority Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol convenant Schiphol Airport Authority Nieuwe werkwijze toezicht rond Schiphol Vanaf 1 februari 2010 werkt de overheid voor enkele controle- en toezichtstaken samen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 9 Justitie algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 9 Justitie algemeen 9 Justitie algemeen Voor terrorisme zie Bestuurlijke Netwerkkaart terrorisme versie 2015 Crisistypen gijzelingen, extremisme

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

Bestuurlijk Twente Airport

Bestuurlijk Twente Airport Bestuurlijk Twente Airport Voor u ligt het rampbestrijdingsplan voor Twente Airport, Vliegveldstraat 100-C94 te Enschede. In dit hoofdstuk wordt het kader geschetst waarbinnen de diverse plannen plaatsvinden

Nadere informatie

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; Gelet op: de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder afdeling 10:1:2; artikel 33 tot en met 33d van de Wet gemeenschappelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 254 Besluit van 24 juni 2010, houdende wijziging van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Evaluatie. Dreiging internationale trein Hoofddorp / Schiphol GRIP 2 22 maart 2016

Evaluatie. Dreiging internationale trein Hoofddorp / Schiphol GRIP 2 22 maart 2016 Evaluatie Dreiging internationale trein Hoofddorp / Schiphol GRIP 2 22 maart 2016 Veiligheidsbureau Kennemerland Versie : 1.0 Status : Definitief TO : 19 mei 2016 1. INLEIDING Aanleiding Op dinsdag 22

Nadere informatie

Rampbestrijdingsplan Lelystad Airport

Rampbestrijdingsplan Lelystad Airport Rampbestrijdingsplan Lelystad Airport RBP LA V1.0 Pagina 1 van 23 10-09-2018 Nooit zonder toestemming de landingsbaan oprijden of betreden. Gebruik bij oprijden Airside alleen oranje zwaailamp. Gebruik

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Incident- en Rampbestrijdingsplan

Incident- en Rampbestrijdingsplan Incident- en Rampbestrijdingsplan. Groningen Airport Eelde Versie 0.13 12 september 2017 1 BELANGRIJK: Voor alle situaties geldt: ga NIET de baan op voor de On Scene Commander (OSC) of Commandant Uitgangsstelling

Nadere informatie

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Datum 18 december 2014 Versie 1.0 Status Definitief Auteur Pieter Benschop, hoofd veiligheidsbureau

Nadere informatie

Coördinatieplan Uitval Gasvoorziening

Coördinatieplan Uitval Gasvoorziening Coördinatieplan Uitval Gasvoorziening Veiligheidsregio Brabant-Noord Versie : 1.0, d.d. 14 oktober 2014 Vastgesteld : Veiligheidsdirectie d.d. 17 november 2014 Inwerking per : 1 maart 2015 Toetsen op herziening

Nadere informatie

GR Pop crisissituaties

GR Pop crisissituaties GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Hulpverlening op maat De Friese samenleving kenmerkt zich door veerkracht. Burgers, bedrijven en instellingen redden zichzelf en helpen elkaar waar mogelijk.

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Crisis besluit vorming / GRIP

Crisis besluit vorming / GRIP Crisis besluit vorming / GRIP Deze app beschrijft de crisisbesluitvormings structuur (GRIP-procedure) gezien vanuit standpunt OvD-P en SGBO/Actiecentrum politie. Bronnen: Infopunt Veiligheid/IFV Reacties

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Coördinatieplan Autosnelwegen

Coördinatieplan Autosnelwegen Coördinatieplan Autosnelwegen Veiligheidsregio Brabant-Noord versie 3.0 Versie : 3.0, d.d. 29 september 2015 Vastgesteld : Veiligheidsdirectie d.d. 19 oktober 2015 Inwerking per : 1 december 2015 Toetsen

Nadere informatie

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Beschrijving GRIP 0 t/m 4 RCP pocket Beschrijving GRIP 0 t/m 4 GRIP GRIP 0 Kenmerken incident Normaal dagelijkse werkwijzen van de hulpdiensten Afstemming in motorkapoverleg Dreigingsfase Preparatiestaf Aanwijzingen voor het ontstaan

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Veiligheidsregio Zeeland Vijf V s van Veiligheid Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GRIP Zeeland (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Voorkomen Wij signaleren risico

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017 Fractie CDA Tubbergen t.a.v. mevrouw H. Berninig-Everlo Postbus 30 7650 AA Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17 november 2017 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders Gecoördineerde afstemming communicatie bij sociale calamiteiten Inleiding Sinds de transitie van WMO-voorzieningen en jeugdzorg is de gemeente verantwoordelijk

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 20 november 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 20 november 2018 ONDERWERP Concept Beleidsplan Risico- en Crisisbeheersing 2019-2022 en Concept Regionaal Risicoprofiel SAMENVATTING De Wet veiligheidsregio s bepaalt op grond van artikel 14 en 15 dat het bestuur van de

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem B & W-nota Portefeuille mr. J.J.H. Pop Auteur P. Abma Telefoon 023 5114489 E-mail: pabma@haarlem.nl PD/Veiligheid/2005/547

Nadere informatie

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Partijen A. De Veiligheidsregio Twente, de Veiligheidsregio IJsselland, de Veiligheidsregio Noord- en Oost

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 50, 7, 39 Wet veiligheidsregio's juncto Besluit informatie inzake rampen en crises

maatregel instantie wettelijke basis toelichting 1a. art. 50, 7, 39 Wet veiligheidsregio's juncto Besluit informatie inzake rampen en crises Spoorvervoer ongevalsbestrijding Zie over de incidentenorganisatie spoor Kamerstukken II 2010/11, 29 984, nr. 255 en 261, Kamerstukken II 2011/12, 29 984, nr. 271, en Calamiteitenplan Rail, ProRail, september

Nadere informatie

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland versie 3.0 28 sep 2011 definitief i Versie- en wijzigingsbeheer Opsteller Projectleider Regionaal Crisisplan

Nadere informatie

Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s. Niek Mestrum Manon Ostendorf

Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s. Niek Mestrum Manon Ostendorf Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio s Niek Mestrum Manon Ostendorf Doel van deze presentatie Deel 1 (Niek): Wat staat er nu exact in de Wet veiligheidsregio s Waarom staat dit er zo

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht BIJLAGE A. bij VOORSTEL Convenant RTV-Utrecht Agendapunt 2013.03.25/07 Convenant calamiteitenzender RTV Utrecht 1 Versie februari 2013 1 Radio Rood - Moritz Ebinger, Museum Boijmans Van Beuningen Bijlage

Nadere informatie