HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken.

Transcriptie

1 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. In dit blok zullen de belangrijkste basistechnieken aan bod komen. Het is van groot belang deze technieken vroegtijdig in het seizoen en op jonge leeftijd op juiste manier aan te leren. De reden hiervoor ligt voor de hand. Alle andere technische elementen worden gebaseerd op een juiste uitvoering van de basis technieken en deze basis technieken houden het grootste deel van het spel in (in balbezit). Daarom is het ook verstandig de hieronder besproken punten, gedurende het seizoen zo vaak als mogelijk te herhalen en te corrigeren als er op dit vlak fouten worden gemaakt. Ik heb in dit blok aandacht gegeven aan Aannemen, Lopen met de bal en Passing. Ook de volgorde van deze punten is belangrijk, omdat dit ook de meest voorkomende volgorde is die in het spel voorkomt (hoewel met de nieuwe regels, lopen met de bal wel vaker als eerste aan bod komt). Voor we beginnen met de basis technieken, zijn de volgende punten belangrijk om te controleren bij de spelers. Vasthouden van de stick: Bij het vastpakken van de stick is vooral de linker hand heel belangrijk! Deze hand gebruik je namelijk om de haak te draaien en alleen met een goede grip kan je dit zo snel en makkelijk mogelijk doen. Deze hand kan (voor de meeste technieken) zonder de stick los te laten, altijd aan de stick blijven. Laat de spelers rechtop staan en op borsthoogte de steel van de stick vastpakken, zodat de haak recht omhoog wijst. De pols van de linker hand moet hol zijn en de knokkels en eerste vingerkootjes wijzen ook omhoog. Als de rechter hand daarna gemakkelijk en wat lager op de stick wordt gezet, kan de speler de stick op de grond zetten. Het moet nu eenvoudig zijn om de forehand en backhand te gebruiken. Daarna is het goed je spelers uit te leggen dat de linker hand vast blijft aan de stick en de rechter hand dient om de stick te sturen. Die rechterhand in als het ware een kokertje waarin de stick kan draaien. Als de spelers hier moeite mee hebben kan je ze het kartonnen kokertje van een toiletrol laten meenemen naar de training, die schuif je om de grip en laat ze deze met de rechter hand vast houden. Het karton mag niet kapot gaan, zodat ze dus de rechter hand maar heel licht op de stick hebben en alleen maar gebruiken om te sturen. Aannemen:. Frontaal, forehand. Bij het aannemen is het heel belangrijk dat de spelers de bal zo snel mogelijk op een positie kunnen neer leggen, vanwaar ze een vervolgactie kunnen maken. Daarom begint de aanname al als de bal onderweg is en moet de speler zich proberen op te stellen (positioneren) zodat hij de bal altijd voor de rechter voet kan aannemen (zie bal in het plaatje hieronder). Als het te moeilijk is de aanname gelijk in beweging te oefenen, dan kan je hier kort vanuit stilstand me beginnen en neem dan gelijk de stand van de voeten mee! Belangrijk is dat de neuzen van de schoenen naar voren wijzen (naar de bal) en dat de voeten naast elkaar staan (schouderbreedte). Dat laatste lijkt misschien gek, maar als je met de voeten naast elkaar aanneemt (stil staand), kan je direct uitstappen en een pass spelen. Dit komt de handelingssnelheid ten goede! Bovendien zijn ballen die op de linker voet worden gespeeld en waarbij geen tijd meer is om een goede positie te kiezen, eenvoudiger te stoppen, omdat het linker been niet in de weg staat (groene B.A. Ophof.

2 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. pijl). Vanuit de loop aannemen spreekt voor zich, dan staan de voeten nooit naast elkaar. Naast de positie van de bal en de stand van de voeten is de stick natuurlijk nog een belangrijk onderdeel. Om zo snel mogelijk een vervolgactie te maken na de aanname is het belangrijk dat de bal op de grond blijft en niet opspringt. Daarom moet de spelers worden aangeleerd een dakje te maken met de stick. Dat is het makkelijkst door de stick redelijk rechtop te houden met de linker hand over de rechter hand. Het voordeel van de stick rechtop te houden is dat stuiterende ballen makkelijker te stoppen zijn en dat tijdens de aanname eenvoudig over de bal naar voren te kijken is. Voor aanwijzingen bij de linker over de rechter hand kan je het beste de hoek van de stick ten opzichte van de grond gebruiken of dat de rechter elleboog meer gebogen moet zijn dan de linker. Hieronder zie je de Duitse speler nr. 9 (Christopher Zeller). Zijn balpositie is perfect, de stick is mooi rechtop, alleen de linker hand kan nog iets verder over de rechter, zodat de bal niet opspringt (dakje). B.A. Ophof. 2

3 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. 2. Zijwaarts (v.a. rechts), forehand. Alle ballen vanaf de zijkant worden eigenlijk altijd in de loop aangenomen, anders had de speler beter zijn lichaam kunnen draaien zodat hij frontaal op de bal staat. Daarom is timing heel belangrijk en is het doel van de aanname om niet stil te staan en de bal weer zo snel mogelijk voor de rechter voet te positioneren. Let erop dat de voeten al in de looprichting (rode pijl in plaatje hieronder) staan van de speler die de bal gaat aannemen en dat de stick weer een dakje over de bal maakt (nu moet de linker elleboog dus bijna gestrekt zijn). De bal wordt naast de rechter voet aangenomen en snel daarna naar de uitgangspositie voor de rechter voet gebracht. 3. Zijwaarts (v.a. links), forehand. De laatste aanname die ik hier bespreek is als de speler wordt aangespeeld vanaf zijn linker kant. Ook deze aanname wordt vaak in de loop toegepast, maar komt ook wel voor als spelers stil staan en de vervolgactie naar rechts willen maken (denk aan de kom). Belangrijk is weer dat de bal snel voor de rechter voet ligt, om een vervolgactie te maken! De ontvangende speler past zijn snelheid aan om niet voorbij de bal te lopen en raakt de bal voor het eerst vanaf voor de linker voet (deze mag iets uitstappen naar de bal toe). De bedoeling is weer om de bal voor de rechter voet te controleren en daarom moet een korte afstand voor het lichaam worden overbrugd waar contact met de bal is. Dit lukt het beste als de bal voor het lichaam langs wordt begeleid (met slappe armen wordt het eerste contact gemaakt en de bal begeleid naar voor de rechter voet, waar de armen steeds sterker worden). B.A. Ophof. 3

4 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. Lopen met de bal. Dit is een van de belangrijkste onderdelen van het spel! Lopen met de bal moet namelijk iedereen kunnen, de keeper uitgezonderd. Helemaal met de nieuwe regels, die vanaf dit seizoen worden ingevoerd, wordt dit onderdeel nog belangrijker. Ik wil weer beginnen met het doel van lopen met een bal namelijk: het spel veranderen en zo snel mogelijk een vervolgactie kunnen maken. Wat wordt bedoeld met het spel veranderen???? Neem als voorbeeld het vrijlopen van een medespeler zonder bal. Als hij niet beweegt, zal de verdediger van de tegenpartij een makkelijke taak hebben om de medespeler zonder bal te verdedigen. Gaat hij nou in de breedte van het veld heen en weer lopen of komt hij voor de verdediger, dan heeft hij de spelsituatie veranderd en kan hij worden aangespeeld! Spel onveranderd, Fout. Spel veranderd, Goed. De balbezitter kan ook het spel veranderen door te gaan lopen met de bal. Een voorbeeld: de balbezitter kan een stilstaande medespeler niet bereiken en besluit zelf het spel te veranderen om hem wel aan te spelen. Hij loopt op, zodat hij daarna de medespeler over de linker voet van de verdediger (uit de loop) kan aanspelen. In het voorbeeld Hiernaast, wordt de verdediger gebonden. Binden = het opzoeken van de verdediger van je medespeler, zodat je medespeler vrij komt (de kern van 2:!). B.A. Ophof. 4

5 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. Technisch zijn er ook een aantal belangrijke punten. Want hierboven is maar een onderdeel van het doel besproken: het veranderen van de spelsituatie. De vervolgactie is natuurlijk minstens zo belangrijk en daarvoor geld een belangrijk uitgangspunt: de bal voor de rechter voet! Als je de bal voor de rechter voet voert, kan je er alle kanten mee op en kan je de meeste pass- en passeertechnieken gebruiken. Daarom heb ik hieronder een voorbeeld van de man die dit het beste ter wereld beheerst.. Zoals in het linker plaatje is te zien (hoewel de bal net weggespeeld is) drijft Teun de bal ver voor zijn lichaam, zodat zijn knieën ruimte hebben om snel te lopen. Daarbij komt nog dat hij ook makkelijker over de bal naar voren kan kijken. Op het rechter plaatje kan je zien dat de bal voor de rechter voet ligt (kijk maar naar de stand van de rechter voet, de neus van de schoen wijst naar de bal). Maar misschien nog wel mooier aan deze foto is dat de linker elleboog van Teun, helemaal uit het lichaam steekt (bovenarm is bijna horizontaal aan de schouder). Passing.. Push. Pushen is de snelste passtechniek en daarom ook een van de effectiefste. Vooral voor passes korter dan 25m (< D-categorie = 5 a 20 m) kan je het beste je spelers stimuleren te pushen. Het is ook de eenvoudigste techniek om uit de loop toe te passen en aangezien we graag dynamisch hockey zien, is het belangrijk deze techniek tot in de puntjes te beheersen. Let op bij het aanleren, dat je zoveel mogelijk vormen oefent vanuit de loop en iedere keer met het rechter been voor. De bal wordt door middel van de hefboom werking van de handen aan de stick, van voor het rechter been weggeduwd en nagewezen. Een lichte verplaatsing van het gewicht naar het rechter been gaat eigenlijk automatisch, maar als spelers na het pushen overhellen naar de linker kant, kan je ze nog meegeven het gewicht wat meer achter de bal te houden, zodat ze meer snelheid aan de bal kunnen geven. B.A. Ophof. 5

6 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. Fout Goed 2. Slag. Voor passes langer dan 25m is de beste techniek de slag. De zwaaibeweging van de stick, gecombineerd met een flexibele polsbeweging is de basis van de slag. Een veel voorkomende fout is dat er met een grote krul in de achterzwaai, een andere zwaai naar achter wordt gemaakt dan waneer de stick weer naar voren wordt terug bewogen. De meeste controle over de slag komt uit een gelijke zwaai naar achter als naar voren en een goede controle over de polsen. Neem als uitgangspunt dat de achterzwaai niet veel hoger mag komen (de haak v.d. stick) dan je schouders, liever zelfs nog wat lager. Op het hoogste punt van de achterzwaai, waar de terugweg naar de bal wordt ingezet, zullen de polsen net iets voor de stick uit bewegen. Hoewel dit maar en klein stukje is, kan dat worden gebruikt om veel snelheid aan de bal te geven. Vlak voor het raken van de bal, moet je als het ware je polsen iets ontspannen, waardoor het stickblad weer in het verlengde van je linker arm komt. Als het blad precies op dat moment de bal raakt, kan je de meeste snelheid aan de haak van de stick en dus de bal geven. Probeer ook met deze techniek weer zo veel mogelijk oefenvormen vanuit de loop te doen. Net als met de Push met het rechter been voor en het gewicht weer achter de bal B.A. Ophof. 6

7 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. (rechter been). De balpositie mag ten opzichte van de push, iets verder naar buiten het lichaam, om een grotere zwaai te kunnen maken. Wel weer heel belangrijk, zoals bij de push, is het nawijzen van de bal! Slaan met het linker been voor en een kruispas, verdient minder aandacht op de trainingen. Deze manier van slaan veroorzaakt dat je stil staat en meer tijd en ruimte nodig hebt om de techniek toe te passen. Dus ook met afronden op de goal, wat in heel veel oefeningen gebeurt, altijd de aanwijzing geven om met het rechter been voor te schieten. Hieronder op de foto zie je de slag met het rechter been voor. Het gewicht van de speelster, helt iets te veel over naar de rechter kant, waarschijnlijk omdat ze naar haar linker kant wil slaan. Als ze net iets verder haar gewicht verplaatst, heeft ze ook meer gewicht achter de bal en kan ze harder slaan. Daarnaast maakt ze gebruik van een verkorte grip, probeer je spelers eerst met de dubbele v-grip te leren slaan. Dubbele v-grip = handen bij elkaar (hoog aan de stick), als je de haak voor je op de grond zet, wijzen beide v-tjes tussen duim en wijsvinger (daar waar je duim in je handrug komt) naar je rechter schouder. B.A. Ophof. 7

8 HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. Balpositie: 3. Flats. Over de flats kan ik kort zijn. Niet trainen, behalve in de kom achterin met rondspelen is het een redelijke techniek. Verder op het veld nergens toepassen. Het duurt te lang, in ieder geval net zo lang als de normale slag en die techniek gaat veel harder. Je kan de flats ook niet uit de loop spelen. De backhandflats daarentegen is wel handig, omdat het de enige passtechniek van de backhandkant is die redelijk wat snelheid heeft en niet vaak mislukt (zoals het geduw met je haakje vaak wel fouten oplevert). Balpositie wel weer voor de rechter voet, handen uit elkaar houden en diep door de knieën buigen om laag bij de grond te komen. Maak een korte achterzwaai (+/- 50cm) en de platte kant van de stick moet omhoog wijzen. Voor langere afstand komen de handen dichter bij elkaar en is er meer beweging in de polsen (wel een grotere fout marge!). Met een backhandflats kun je in sommige situatie snel problemen oplossen. Slot: Basis techniek is het belangrijkste van het hockeyspel, blijf het veelvuldig herhalen! Goede spelers beheersen juist dit onderdeel tot in de puntjes. B.A. Ophof. 8