Blok 1. situatie 1. situatie 2. situatie 4. situatie 3

Transcriptie

1 Blok. - Het duel : verdedigend De wijze van verdedigen wordt forehand channeling genoemd en op alle posities in het veld gespeeld; 4 voorbeeldsituaties op de tekening Loop zo op je tegenstander af, dat je hem op je sterke forehand verdedigt (en hij naar zijn eigen zwakke backhandkant gaat lopen) Houd je stick in alleen je linkerhand (met het blad boven) en steek hem naar de bal uit (Het haakje van) je stick kan net niet bij de bal (dan is er wel druk op de bal, maar je bent buiten de fysieke ruimte van je tegenstander) 4 Wanneer je de tegenstander op de juiste wijze bent benaderd, moet je met dezelfde snelheid (en in dezelfde richting) met hem meelopen, voordat je probeert de bal af te pakken (zie tekening) situatie situatie situatie 4 situatie

2 Blok Blok. - Uitverdedigen over de vleugels Uitverdedigen over de buitenkanten of vleugels levert veel minder risico op dan door het midden; op de tekening voorbeelden: een situatie op links en één op rechts. De voorbeelden beginnen met een doorgeschoten of terugspeelbal op de verdediging (a) Speel de bal zo snel mogelijk naar de vleugelverdediger, die zich naar buiten en achteren aanbiedt (b) (deze kan vervolgens het spel over zijn vleugel via de middenvelder of spits opbouwen Als deze vleugelverdediger niet vrij staat (of loopt), drijf je de bal naar buiten: hou balcontact Na je pass op de vleugelverdediger, moet je rugdekking geven (zie loopweg a op de tekening) 4 Als je de vleugelspits in een keer aan kunt spelen, is dat beter dan de vleugelverdediger (zie situatie op de tekening links). - Uitspelen overtal : Dit betreft een algemeen principe, dat verdediger binden wordt genoemd Wanneer er geen medespeler vrijstaat en je drijft de bal op, moet je doorlopen tot net buiten het bereik van je tegenstander; daar speel je de bal af De pass naar links is breed, naar rechts schuin naar voren Na je pass loop je meteen door, weer vrij 4 Een dieptepass is beter dan een breedtepass 5 De moeilijkst te verdedigen pass gaat vlak langs de linkervoet van de verdediger (situatie ) situatie links situatie rechts rechtsvoor c linksvoor rechtsmidden b b links achter a centrale verdediger a a c b d centrale verdediger situatie situatie 4 5

3 Blok Blok.4 - Diepte maken aan de balkant Het gaat hier om een algemene afspraak in de spelopbouw (dus op het middenveld en in de aanval) De speler voor de bal biedt zich recht voor de bal aan (en niet schuin), zodat er altijd in de diepte kan worden gespeeld Bied je zo laat mogelijk aan, zodat de ruimte voor de dieptepass zo lang mogelijk vrij blijft.5a - De strafcorner / Aanvallend: het rechtstreekse schot en de rebound Bij de D- en C-jeugd bevinden we ons in de overgang van de stop met de (gewone) forehand naar de technisch moeilijke, met de omgekeerde stick. De jonge D-jeugd stopt de bal met de forehand, geeft deze een tikje en, óf de speler die stopt, óf een andere, slaat op doel. Pas wanneer de stop met de omgekeerde stick voldoende is getraind en wordt beheerst, kan deze worden toegepast in de wedstrijd. De rebound wordt door 4 of 5 spelers verzorgd, zoals in de tekening aangegeven Het voortikje na de stop moet rechts naar voren worden gespeeld De slag op doel goed plaatsen, is belangrijker dan zo hard mogelijk schieten De reboundspelers moeten laag klaarstaan met hun stick op de grond 4 De rebound óf in één beweging met een veegslag scoren, of eerst stoppen en pushen

4 Blok Blok.5B - De strafcorner / Verdedigend: de - uitloop Deze basisuitloop bij de verdedigende strafcorner wordt - genoemd, omdat vanuit het gezichtspunt van de keeper er spelers links en rechts staan van een denkbeeldige lijn (gestippeld getekend) van doel naar kop cirkel Speler zet druk op het schot op de kop cirkel (stick alleen bovenaan vasthouden in de rechterhand) Spelers en 4 lopen uit tot naast de strafbalstip en verdedigen de rebound, of lopen door wanneer er een variant wordt gespeeld aan hun kant van de cirkel Speler is de lijnstopper 4 Bij het rechtstreekse schot moeten de reboundspelers en 4 naar de keeper draaien 5 De reboundspelers moeten de bal naar buiten drijven en zo snel mogelijk een zich terug aanbiedende speler van de middenlijn aanspelen (zie tekening) 6 Ook de eerste uitloper, moet, wanneer hij de bal in bezit krijgt, proberen een teamgenoot op of rond de middenlijn aan te spelen.6 - Schakelen bij balverlies In het algemeen geldt het volgende principe: in balbezit het veld (in de lengte en breedte) zo groot mogelijk maken, bij balverlies (ook weer in de lengte en breedte) zo klein mogelijk maken Bij balverlies moet je aan de binnenkant van je tegenstander (en daar je tackle back lopen) en achter de bal komen De vrije verdediger moet onmiddellijk tussen de bal en het doel rugdekking geven Bij balverlies zo snel mogelijk druk op de bal(bezitter) geven vrije verdediger voorstopper 8 9

5 Blok Blok.7 - Uitverdedigen in de kom Er is sprake van een kom, omdat de 4 verdedigers ten opzichte van elkaar de afbeelding van een kom vormen bij het uitslaan (en uitverdedigen) De niet-balbezittende verdediger in het centrum staat iets achter de balbezittende De vleugelverdedigers bieden zich, vrij van de zijlijn, bij de -meterlijn aan, rechts iets verder naar voren of hoger dan links Uitverdedigen over rechts heeft voorkeur boven links, want is de sterke kant van de balbezittende ploeg en tegelijkertijd de zwakke van de verdedigende 4 Wanneer je een vleugelverdediger hebt aangespeeld (a), moet je in het centrum in de breedte mee schuiven (rugdekking geven: a en b op de tekening), zodat er kan worden teruggespeeld (pass c) 5 In de verdere spelopbouw moet de middenvelder zich aan de binnenkant van het veld en de vleugelspits zich aan de buitenkant aanbieden (passmogelijkheden a, b) 6 De verdedigers in het centrum mogen voor het doel uitverdedigen (pass b) als de spits van de tegenstander er niet tussen kan komen.8 - Aansluiten en meeschuiven Een tactische vuistregel, die over het gehele veld geldt: aan de balkant aansluiten (rugdekking geven door in de lengte ven het veld mee te gaan, op de tekening), aan de helpkant mee schuiven (door in de breedte van het veld naar de balkant mee te gaan, op de tekening). Dit heeft zowel in balbezit voordelen (rugdekking en terugspelen) als bij balverlies (de zone achter de bal wordt direct verdedigd) Achter de balbezitter moet je aansluiten, rugdekking geven; dit is de helpspeler Aan de andere kant van het veld moet je in de breedte mee schuiven Als de balbezitter vastloopt, moet hij de bal terugspelen naar de helpspeler 4 Deze helpspeler moet de bal breed naar de andere kant van het veld spelen, waar ruimte is om aan te vallen b a helpkant balkant c a a b b 0

6 Blok Blok.9 - Aanbieden en meenemen Er bestaan twee vormen van aanbieden en aannemen: gesloten (met de tenen naar de eigen achterlijn gericht) en open (moeten de tenen naar de achterlijn van de tegenstander gericht) Vraag de bal aan de andere kant van je tegenstander (zie voorbeelden op de tekening) Geef met je stick aan waar je de bal wilt hebben Als je niet vrij staat, moet je een schijnbeweging maken, door eerst een andere kant op te lopen (zie tekening).0 - De strafbal aanvallend Wijs direct aan het begin van het seizoen spelers aan die de strafbal nemen in de wedstrijd en laat deze er regelmatig op trainen. Kies hiervoor koele kikkers Het staat vast wie in de wedstrijd de strafbal neemt, maar ook wie tweede is (voor het geval de eerste op de bank zit) Wanneer je (om welke reden dan ook) de strafbal niet wilt nemen, geef je de bal aan de tweede aangewezene gesloten open

7 Blok Blok. - De taak van de vrije verdediger De vrije verdediger speelt ingeschoven, dat wil zeggen voor de verdediging en achter het middenveld (). Echter, wanneer de bal bij een spits van de tegenstander is, geeft hij rugdekking aan de betreffende verdediger (speelt hij achter de verdediging) Als vrije verdediger speel je tussen je verdedigers en middenvelders, en wel zó, dat je tussen de bal en het doel staat; je geeft rugdekking aan je middenvelders () Wanneer de bal bij één van de spitsen van de tegenpartij is, geef je rugdekking aan je teamgenoot, die hem verdedigt (situaties en 4) In balbezit ben je de extra en vrije speler op het middenveld voor het spel verdelen en verleggen. - Uitverdedigen via het middenveld Uitverdedigen via een middenvelder geeft meer risico, dan uitverdedigen via een vleugelverdediger. Herhaal onderwerp.9: aanbieden en aannemen. Tevens betreft het hier een uitbreiding van onderwerp.7: uitverdedigen via de vleugels Vraag als middenvelder de bal aan de andere kant van je tegenstander; dus open aannemen kan als je tegenstander je aan de binnenkant verdedigt (situatie ), gesloten als hij achter je staat (situatie ) Als je vleugelverdediger opkomt langs de zijlijn, kun je die (het liefst met een kaats) de bal meegeven (situatie ) Als je als middenvelder niet vrij staat, kun je vrijlopen, door eerst in de tegenovergestelde richting een schijnbeweging te maken vrije verdediger situatie situatie situatie 4 4 5

8 Blok Blok. - Spel verleggen op het middenveld Herhaal de onderwerpen.8: aansluiten en meeschuiven en.: de taak van de vrije verdediger Centraal op het middenveld zijn de middenmidden en ingeschoven vrije speler beschikbaar om de bal van de ene naar de andere vleugel te verleggen Als de aanval vastloopt, leg je de bal terug op de helpspeler (A), die achter je is aangesloten (rugdekking geeft) Deze helpspeler verlegt de bal naar de midden midden of vrije verdediger (B) Deze midden midden of vrije verdediger speelt de bal zo snel mogelijk naar de andere vleugel (C) 4 Wanneer de vrije verdediger is ingeschoven, kan de middenmidden vóór de rechts- en linksmidden gaan spelen.4 - De aanval door het centrum In het algemeen geldt: de aanval door het centrum geniet de voorkeur (is de kortste weg naar het doel van de tegenpartij) Bied je naar binnen toe aan, als daar ruimte is (loopweg a op de tekening) Drijf, als het kan, op de helft van de tegenpartij, de bal van buiten naar binnen, naar het doel van de tegenpartij (loopweg op de tekening) Probeer de bal, als daar ruimte voor is, binnendoor te spelen (dit is een herhaling van onderwerp.4: diepte maken aan de balkant) (pass 5) 4 Om ruimte te maken aan de binnenkant, kun je eerst naar buiten aanbieden, en vervolgens naar binnen (loopweg b) C A vrije verdediger of midden midden B 4 5 a b 6 7

9 Blok Blok.5 - De strafcorner aanvallend: varianten Herhaal onderwerp.5 A: de aanvallende strafcorner (rechtstreeks schot en rebound).train en speel in de wedstrijd een beperkt aantal varianten ( of ). Varianten, die beginnen vanaf de kop van de cirkel naar links, hebben het meeste rendement/succes. Zie voorbeelden op de tekening Als de eerste uitloper helemaal doorloopt naar de slagman, kun je naar links afspelen en van daar op doel schieten (a en b) Ook kun je een -tje om de eerste uitloper heen spelen (a, b en c) Verder is er de mogelijkheid terug te spelen op de aangever, die (vanaf de positie waar hij ook de rebound neemt) de bal in een keer op het doel flatst (a, b en c).6 - De platte driehoek-verdediging (en interceptie) Deze term wordt gehanteerd, omdat tussen de bal(bezittende tegenstander), de niet-balbezittende tegenstander en de verdediger van deze laatste een platte driehoek bestaat (zie tekening). Hierdoor staat de verdediger dichter bij de bal dan zijn directe tegenstander én, tegelijkertijd, dichter bij zijn eigen doel dan zijn directe tegenstander. Aan de balkant verdedigt hij kort naast zijn man, aan de helpkant komt hij naar binnen (naar de as) Aan de kant waar de bal is, verdedig je kort naast je tegenstander (aan de binnenkant)(a) Aan de kant waar de bal niet is, verdedig je op ruime afstand aan de binnenkant van je tegenstander (B) Ga zo staan, dat je de balbezitter over je ene schouder kunt zien en de tegenstander, die je moet verdedigen, over je andere schouder 4 Ga zo staan, dat je de pass kunt onderscheppen, wanneer je tegenstander wordt aangespeeld A B c b b vrije verdediger a b a b a 8 balkant helpkant 9

10 Blok Blok.7 - Uitverdedigen: van kom naar ruit Herhaal onderwerp.7: uitverdedigen in de kom en.: de taak van de vrije verdediger. Wanneer de bal bij het uitverdedigen naar een middenvelder wordt gespeeld, moet de vrije verdediger inschuiven, dat wil zeggen, gaat de formatie van de kom over naar de zogenaamde ruit (de nieuwe formatie waarin de 4 verdedigers ten opzichte van elkaar staan) Op het moment dat een verdediger de bal naar een middenvelder speelt, gaat de vrije verdediger tussen de verdedigers en de middenvelders spelen In balbezit kan hij het spel verleggen Bij balverlies stelt hij zich op tussen de bal en zijn eigen doel.8 - Spelen met 4 spitsen Er kan meer aanvalskracht worden ontwikkeld (bijvoorbeeld bij achterstand) door met 4 spitsen te spelen. Stel in het centrum een diepe en een hangende spits op. Herhaal onderwerp.4: diepte maken aan de balkant, voor de diepe centrumspits. In de achterhoede wordt op gespeeld (zonder vrije verdediger) De diepe aanvaller in het centrum biedt zich aan op de vleugel waar de bal in de aanval is (loopweg ) Wanneer dat gebeurt, neemt de hangende centrale spits zijn plaats over (loopweg ) Loop zo laat mogelijk in de diepte naar de balkant, zodat de ruimte voor de dieptepass zolang mogelijk vrij blijft diepe spits 4 linkerspits hangende spits 0

11 Blok Blok.9 - Postitiespel in de cirkel bij de aanval buitenom Omdat er in de cirkel weinig tijd en ruimte is, en er dus snel gehandeld moet worden, zijn vaste afspraken met betrekking tot het positiespel noodzakelijk Wanneer de bal langs de achterlijn op rechts of links de cirkel in wordt gedreven, moeten de volgende posities worden bezet: recht achter de balbezitter loopt de helpspeler (positie ), voor de eerste paal, naast de strafbalstip biedt zich een aanvaller aan (positie ), en bij de tweede paal (positie op de tekening) Speel de voorzet met een veegslag of flats op het doel, of controleer de bal eerst en push hem dan op doel Bij de aanval over rechts moet je bij de tweede paal dichter bij de achterlijn gaan staan, dan bij de aanval over links, om de voorzet op je forehand te krijgen aangespeeld.0 - De vrije slag en de inslag Hoe groter de afstand waarover de inslag en vrije slag worden genomen, des te groter de kans op balverlies (des te groter het risico). Door een speler op minimale afstand op te stellen, kan er óf kort, óf lang worden gespeeld Neem de inslag of vrije slag zo snel mogelijk Speel de bal kort, over één meter, wanneer een pass over grotere afstand risico op balverlies geeft Speel wel de bal met (veel) risico, als je daarmee een scoringskans krijgt kort lang

12 Blok Blok. - Het verdedigen op de linksachterpositie Herhaal onderwerp.: het duel verdedigend en.: de taak van de vrije verdediger. Vooral op linksachter is rugdekking door de vrije verdediger van essentieel belang. Aangezien de linkervleugelverdediger zijn aanvaller op de forehand verdedigt, komt de ruimte binnendoor naar het doel vrij (zie onderwerp., situatie ) Als linksachter, maar ook als linksmidden dwing je (zie aanlooplijn op de tekening) je directe tegenstander jou over je forehand of sterke kant De vrije verdediger geeft je, zo kort mogelijk, rugdekking (loopweg ) Wanneer je als linksachter of linksmidden bij je tegenstander bent, loop je eerst met hem mee (op dezelfde snelheid), voordat je probeert de bal te veroveren 4 Wanneer je gepasseerd wordt, geef je weer rugdekking aan de vrije verdediger (loopweg ). - Uitverdedigen uit de hoeken van het veld Door het gebrek aan ruimte zijn de hoeken van het veld de meest kwetsbare zones om uit te verdedigen, wanneer de tegenpartij veel druk zet. Herhaal onderwerp.0: de vrije slag en de inslag Neem de inslag zo snel mogelijk De vrije verdediger speelt de bal naar de vleugelverdediger, die op meter van de bal staat opgesteld Vervolgens slaat de vrije verdediger de bal langs de lijn naar de vleugelspits; de vleugelmiddenvelder laat de bal onder zijn stick doorrollen (schijnaanname)(pass ) 4 Een andere mogelijkheid is de bal, nadat die meter is gespeeld, naar achter te pushen en dan voor het doel langs te spelen; dit kan natuurlijk alleen als de centrumspits van de tegenpartij die pass niet kan onderscheppen (pass en ) linksachter 4 5

13 Blok Blok. - Het duel : aanvallend Breng je tegenstander altijd in beweging, wanneer je hem wilt passeren Loop niet recht op de verdediger af met de bal, maar dreig hem te passeren door om het bereik van zijn stick heen te lopen Wanneer de verdediger niet meestapt, moet je versnellen (), als hij wel meestapt, kap je de bal naar de andere kant en versnel je daar () Loop eerst recht op de verdediger af en buig pas af als je hem tot halverwege bent genaderd (situatie ).4 - Het bezetten van de diepe zones (op de achterlijn) Herhaal onderwerp.9: positiespel in de cirkel bij de aanval buitenom. Het bezetten (door bij voorkeur) de centrumspits van de positie in de cirkel op de achterlijn (zie tekening) geeft in een volle cirkel veel dreiging, omdat deze zich achter de verdediging positioneert In een volle cirkel biedt de centrumspits (of andere speler) zich aan op de achterlijn bij het aangeefpunt van de strafcorner en met zijn rug naar de achterlijn Wanneer hij de bal krijgt aangespeeld (pass ), moeten de volgende posities worden bezet: de helpspeler recht achter de bal, een speler naast de strafbalstip en voor de eerste paal, en een speler diep voor de tweede paal (zie de tekening bij.9) De positie bij de tweede paal is bij de aanval over rechts dieper dan bij de aanval over links, om de bal in de forehand te krijgen aangespeeld 4 Wanneer ruimte in de cirkel ontstaat, omdat één of meer verdedigers met de centrumspits meegaan, kan de bal op de tip-in worden gespeeld (pass ) situatie situatie situatie 6 7

14 Blok Blok.5 - De lange corner (rechts en links) De lange corner is het meest dreigend, wanneer de bal zo snel mogelijk in de doelmond wordt gespeeld. Dit moet óf rechtstreeks gebeuren (met een geslagen bal), óf indirect met een korte combinatie (driehoekspel). Plaats een speler met een goede, vlakke slag achter de bal. Het is overigens verstandig de lange corner te trainen om de gemaakte afspraken te visualiseren. De lange corner op rechts (zie tekening) is (gespiegeld) identiek aan die op links De twee spelers (B en C) die op 5 meter afstand staan bij de lange corner (zie tekening) lopen (zoals aangegeven) weg Als er ruimte ontstaat, wordt de bal of naar D gespeeld (), die de cirkel indrijft, of door speler D heen naar speler E op de tip-in () F loopt naar de tweede paal voor de doorgeschoten bal 4 G (de ingeschoven vrije verdediger) gaat de cirkel in voor de afvallende bal 5 Wanneer er geen ruimte ontstaat voor een pass op D of E, wordt B bij de achterlijn aangespeeld; C geeft rugdekking en D gaat naar de achterlijn (korte combinatie met driehoekje); B kan terugspelen op A (a) (kaats), of spelen langs de achterlijn op D (b), of op de helpspeler C.6 - Positiewissels in de aanval (in de breedte) Herhaal onderwerp.4: diepte maken aan de balkant. Bij deze breedteswitch wordt eerst door de vleugelspits ruimte gecreëerd, waarin vervolgens de centrumspits zich (in de diepte) aanbiedt Om ruimte op de vleugel te krijgen (voor een dieptepass), biedt eerst de vleugelspits zich naar binnen aan; vervolgens gaat de centrumspits diep (aan de balkant); pass wordt gespeeld (zie tekening) Wanneer de linksachter niet met de rechtsvoor meegaat, die naar binnen loopt, kan deze spits binnendoor worden aangespeeld en met de centrumspits door het midden een aanval opzetten (pass ) A a b B D C E F G centrum spits rechter spits 8 9

15 Blok Blok.7 - Druk op de bal in de hoeken van het veld Wanneer de tegenpartij uitverdedigt in de hoeken van het veld, moeten alle drie de spitsen in de breedte van het veld naar de bal toe meeschuiven; de vleugelspits aan de balkant zet druk op de bal (5 meter afstand), de centrumspits zet de pass achterlangs dicht en de spits van de helpkant de pass tussen de beide andere aanvallers De vleugelmiddenvelder en de vleugelverdediger aan de balkant komen een paar meter voor hun man Wanneer je als verdedigende partij de bal verovert, moet je zo snel mogelijk de spits bij de cirkel aanspelen.8 - De vrije slag op de kop van de cirkel Vergelijk onderwerp.5: de lange corner. Maak ook met betrekking tot de vrije slag aan de rand van de cirkel een (beperkt) aantal vaste afspraken over posities en varianten. Laat de vrije slag nemen door een speler met een goede, vlakke slag Speel de bal het liefst (met een slag of flats) naar de tweede paal voor de tip-in De twee spelers op de kop van de cirkel belemmeren het zicht van de verdedigers, laten de bal lopen en draaien, na de slag, naar het doel (zie tekening) De spelers in de doelmond bij de palen verzorgen de (eventuele) rebound 4 De spelers op de kop van de cirkel kunnen beiden een variant spelen; de linker laat de kort gespeelde bal slippen en slaat met de backhand op doel, of 5 Kaatst de bal terug op de aangever, die de cirkel inloopt en op doel schiet 6 De speler rechts neemt de bal op de hoge backhand aan, laat de bal slippen en schiet met de forehand op doel centrum spits rechter spits 0