Jaarverslag Hogeschool Inholland 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag Hogeschool Inholland 2016"

Transcriptie

1

2 Hogeschool Inholland Stichting Hoger Onderwijs Nederland Jaarverslag 2016 Den Haag, 30 mei 2017

3 Inhoudsopgave 1. Voorwoord Bestuursverslag Verslag van Raad van Toezicht Verslag van College van Bestuur Bestuurlijke verantwoording Onderwijs & Onderzoek Personeel Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement Financiële kerngegevens De financiële verantwoording Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar Continuïteitsparagraaf Studenten Holding Inholland B.V Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Treasurybeleid Notitie Helderheid Tot slot Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december Geconsolideerde staat van baten en lasten Geconsolideerde kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de geconsolideerde balans Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Financiële instrumenten Overzicht verbonden partijen Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht Enkelvoudige balans per 31 december Enkelvoudige staat van baten en lasten Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Gebeurtenissen na balansdatum Bestemming resultaat Overige gegevens Controleverklaring Bijlage Specificatie posten OCW FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO) Specificatie Meerjarig Investeringsprogramma... 94

4 5.4. Gegevens van de rechtspersoon... 97

5 1. Voorwoord Voor Inholland was 2016 het jaar waarin van start werd gegaan met het nieuwe Instellingsplan en vol werd ingezet op de toekomst. Dit jaar is gebruikt om keuzes te maken en stappen richting implementatie van het Instellingsplan te zetten. Zo werd veel energie gestoken in het vertalen van de visie, besturingsfilosofie en andere dragende principes in richtinggevende documenten voor het onderwijs (het zgn. onderwijskompas), de kaderbrief en in navolging daarvan de begroting en tenslotte het Strategisch Personeelsplan - dat randvoorwaarden biedt voor de ontwikkeling van individuele medewerkers en teams. Ook de profilerende thema s worden verder geconcretiseerd. Zo verscheen de visie De Gezonde Samenleving waarmee het thema gezond inhoud krijgt was ook het jaar waarin de prestatieafspraken werden afgerond. We werden positief beoordeeld op de thema s kwaliteit, excellentie en profilering maar kregen een negatief oordeel op het thema studiesucces; er is weliswaar vooruitgang geboekt, maar de eerder geformuleerde ambities konden ondanks grote inspanningen niet worden waargemaakt. In het verslagjaar kwam een einde aan de dalende trend in studiesucces van de voorgaande jaren, nam de tevredenheid van studenten verder toe en werd de herinrichting van de stafafdelingen nader inhoudelijk vormgegeven. Het thema Durf te Leren is niet alleen de titel van het Instellingsplan. Afgelopen jaar is een start gemaakt om dit begrip inhoudelijk te laden. Durf te leren wordt nadrukkelijk genoemd als één van de vijf uitgangspunten die kenmerkend zijn voor onze visie op onderwijs en onze werkwijze als organisatie. Er zijn diverse sessies geweest waarin medewerkers uit alle lagen van de organisatie in kleine kring hun persoonlijke ervaringen deelden: momenten waarop zij zelf durfden te leren een 101 moment. Wat was de situatie, wat maakte dat het een leerervaring werd en hoe kijk je er nu op terug? Via filmpjes en publicaties werden de diverse invalshoeken op basis van persoonlijke belevingen belicht. Het leidt tot mooie gesprekken over wat leren betekent voor onszelf en voor onze studenten en hoe wij onszelf daarin verder kunnen ontwikkelen. Wij willen graag alle collega s bedanken voor de inspanningen van het afgelopen jaar. Zonder jullie inzet, kennis, enthousiasme en doorzettingsvermogen zou de in gang gezette ontwikkeling ondenkbaar zijn geweest. Ook gaat dank uit naar de studenten die op tal van manieren en in uiteenlopende gremia hebben meegedacht over mogelijke verbeteringen in onze hogeschool en in veel gevallen waardevolle feedback leverden. Ook een oprecht woord van dank naar twee leden van de Raad van Toezicht die in 2016 afscheid namen. Koos van der Steenhoven en Lidewey van der Sluis waren vanaf 1 december 2011 als toezichthouder verbonden aan de hogeschool. Zij hebben in de afgelopen roerige jaren steeds weer hun vertrouwen in de nieuwe koers uitgesproken en ons met raad en daad terzijde gestaan. Zij hebben daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan de prestatie van Inholland. Mede dankzij hen staan we er nu goed voor. Jet de Ranitz Huug de Deugd Marcel Nollen Pagina 1 van 97

6 2. Bestuursverslag 2.1. Verslag van Raad van Toezicht De Raad van Toezicht was in 2016 betrokken bij de belangrijkste ontwikkelingen binnen Inholland: het Strategisch Personeelsplan, de kaderbrief, de begroting en het bijbehorende jaarplan voor 2017 en de huisvesting Amsterdam. De Raad van Toezicht verleende goedkeuring aan de jaarrekening 2015, het declaratiereglement, het Strategisch Personeels Plan, de begroting 2017, het CvB jaarplan 2017, het treasury statuut, het auditplan 2016 en de indeling in de WNT bezoldigingsklasse CvB Inholland. De Raad van Toezicht vergaderde vijf keer, waarvan drie keer in Den Haag, eenmaal in Haarlem en eenmaal in Dordrecht. Bij vergaderingen buiten Den Haag wordt de Raad van Toezicht geïnformeerd over specifieke locatieaangelegenheden. In Haarlem heeft de Raad een demonstratie bijgewoond van het nieuwe MBRT Laboratorium; in Dordrecht heeft de Raad een rondleiding door de locatie gehad. De aanwezigheid bij de RvT bijeenkomsten was 92%. De Onderwijscommissie en de Auditcommissie vergaderden elk drie keer. De Remuneratiecommissie kwam enkele keren bij elkaar in verband met de beoordelingen van de bestuurders en de werving en selectie van nieuwe leden van de Raad van Toezicht. In maart heeft de Raad haar eigen functioneren en dat van de individuele leden van de Raad besproken. In maart vond ook een strategisch overleg met het College van Bestuur plaats. De voorzitter van de Raad van Toezicht had daarnaast regelmatig contact met de voorzitter van het College van Bestuur en de voorzitter van de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR). De Raad van Toezicht woonde in september de collegejaaropening in Diemen bij en is periodiek schriftelijk geïnformeerd over specifieke ontwikkelingen. Tot slot voerde een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht tweemaal regulier overleg met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR). Governance Conform de Branchecode Goed Bestuur Hogescholen hanteert de Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland een toetsingskader voor het toezicht waarin wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden door het College van Bestuur. De taakverdeling en werkwijze van de Raad van Toezicht zijn neergelegd in een huishoudelijk reglement waarin tevens de reglementen voor de verschillende commissies zijn opgenomen. De Raad van Toezicht hanteert voorts een profielschets voor de omvang en samenstelling van de Raad van Toezicht en stelt jaarlijks een rooster van aftreden vast. Het toetsingskader, het huishoudelijk reglement (inclusief de commissiereglementen), de profielschets en het rooster van aftreden zijn op de website geplaatst. Conform de branchecode zijn tevens de klokkenluiderregeling, de integriteitscode en de regeling ongewenst gedrag op de website geplaatst evenals een beschrijving van het beleid aangaande risicomanagement. De branchecode geeft heldere richtlijnen over de wijze waarop de onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht geborgd dient te worden. De samenstelling van de Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland wijkt af van de bepaling dat een toezichthouder in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming geen lid van het College van Bestuur was (artikel III.4.2.a). In eerdere jaarverslagen is hierover verantwoording afgelegd. De profielschets is opnieuw besproken bij het ontstaan van vacatures in de Raad. (her) Benoemingen Raad van Toezicht In 2016 hebben dhr. Van der Steenhoven en mevr. Van de Sluis afscheid genomen van de Raad van Toezicht. Conform de richtlijnen in de branchecode is voor beiden een opvolger geworven (in samenwerking met een extern werving- en selectiebureau met een vacaturemelding in een landelijk dagblad) en benoemd. Mevr. Van der Weerdt is per 1 mei toegetreden tot de Raad en tot de Auditcommissie; mevr. Sigaloff is per 1 november toegetreden tot de Raad en tot de Onderwijscommissie. Dhr. Rutten is per 1 april 2016 voor een periode van vier jaar herbenoemd als lid van de Raad van Toezicht en voorzitter van de Auditcommissie. Pagina 2 van 97

7 Strategie (branchecode III.1.5) Tijdens het strategisch overleg met het College van Bestuur is gesproken over de samenwerking tussen de Raad en het College en zijn de eerste ideeën over de huisvesting in Amsterdam besproken. De strategie met betrekking tot onderwijs, onderzoek en valorisatie inclusief de hieraan verbonden risico s waren meerdere malen onderwerp van gesprek in zowel het reguliere overleg van de Raad van Toezicht als in de commissievergaderingen. Horizontale dialoog (branchecode V 2.3) De Raad van Toezicht ziet er op toe dat externe belanghebbenden van de hogeschool betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid en dat dit met hen als stakeholders wordt gecommuniceerd. Het College van Bestuur treedt regelmatig in overleg met mbo-, hbo- en wo-instellingen. Tevens heeft regelmatig overleg plaatsgevonden met een aantal werkveldcommissies. Elke locatie heeft een Raad van Advies waarin regionale werkveld-partners uit het bedrijfsleven en publieke instellingen participeren. De collegeleden participeren samen met de betrokken directeuren in deze raden van advies. Er wordt teruggekoppeld in het wekelijkse overleg van het College van Bestuur, in de bilaterale contacten van de collegeleden met de directeuren en - in geval van samenwerking - met de Raad van Toezicht. Op locatieniveau worden de externe contacten behartigd door de relatiebeheerders en de directeuren. Zij koppelen terug naar de collegeleden die in voorkomende gevallen de Raad van Toezicht informeren. Vanuit de commissies van de Raad van Toezicht Verslag van de Onderwijscommissie De Onderwijscommissie wordt gevormd door mevr. dr. M.F. Andriessen (voorzitter), mevr. prof. dr. L.E.C. van der Sluis (tot 7 april 2016) en mevr. drs. C. Sigaloff (vanaf 1 november 2016). Vanuit het College van Bestuur is de portefeuillehouder Onderwijs aanwezig bij het overleg alsmede het Hoofd Onderwijsbeleid en Juridische Zaken. De aanwezigheid van de leden van de Onderwijscommissie bij de bijeenkomsten was 75% (m.u.v. de vacatureperiode). De commissie bespreekt de rapportages en ontwikkelingen op het terrein van onderwijs en onderzoek en koppelt haar bevindingen mondeling en (via het verslag) schriftelijk terug naar de Raad van Toezicht. Voorafgaand aan de vergadering van de Onderwijscommissie wordt regelmatig een gesprek met medewerkers georganiseerd; op die manier blijft de Onderwijscommissie nauw betrokken bij de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderzoek. In 2016 is gesproken met een voorzitter van de examencommissie en een teamleider. Verslag van de Auditcommissie De Auditcommissie wordt gevormd door mr. H.J. Rutten (voorzitter) (mr. drs. K. van der Steenhoven was voorzitter tot 11 februari) en mw. drs. C. van der Weerdt- Norder per 1 mei De Auditcommissie vergaderde steeds voltallig (m.u.v. de vacatureperiode). De Auditcommissie beoordeelt, voorafgaand aan vergaderingen van de Raad van Toezicht, de financiële rapportages en ontwikkelingen en koppelt haar bevindingen mondeling en (via het verslag) schriftelijk terug naar de Raad van Toezicht. Daarnaast staan regulier op de agenda de volgende onderwerpen: risicomanagement, ICT, fiscaliteiten, treasury en Internal Audit. Vanuit het College van Bestuur is de portefeuillehouder Bedrijfsvoering aanwezig alsmede de instellingscontroller. De accountant is aanwezig bij de bespreking van de jaarrekening en de Managementletter. In 2016 is met de Auditcommissie gesproken over (nieuw)bouwplannen Alkmaar en Amsterdam, instroomcijfers, het jaarverslag 2015, de kaderbrief, de begroting 2017, alsmede de managementletter Verslag van de Selectie-/Remuneratiecommissie De Selectie-/Remuneratiecommissie wordt gevormd door H.W. Breukink (voorzitter), mw. prof. dr. L.E.C. van der Sluis tot/met 7 april 2016 en mw. dr. M.F. Andriessen vanaf 8 april. De Selectie-/Remuneratiecommissie vergaderde steeds voltallig. De commissie beoordeelde het functioneren van de leden van het College van Bestuur over 2016, mede naar aanleiding van de door de collegeleden opgestelde zelfevaluatie en het gevoerde functioneringsgesprek, en stelde een remuneratierapport op. Pagina 3 van 97

8 De opvolging van de twee leden van de Raad die afscheid namen (mr. drs. K. van der Steenhoven en mevr. prof. dr. L.E.C. van der Sluis) was een belangrijke taak van de commissie. Bezoldiging In het licht van de vergrootte ruimte voor bezoldiging van toezichthouders binnen de WNT na aanpassing van de wet (WNT 2) besloot de Raad van Toezicht op 12 december 2016 dat de bezoldiging van de Raad licht verhoogd wordt. De Raad van Toezicht acht dit uitlegbaar gezien de toegenomen zwaarte en verantwoordelijkheid van de opdracht. Zie verdere toelichting in paragraaf 3.9 van de jaarrekening Bezoldiging bestuurders en toezichthouders. Contacten met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR) Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht spreekt tweemaal per jaar met de voltallige HMR over strategische en operationele ontwikkelingen. In 2016 vonden de gesprekken plaats in maart en oktober. Er was tussentijds regelmatig contact tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de HMR. Een belangrijk gespreksthema was de advisering over de benoeming van de nieuwe leden van de Raad van Toezicht, en advisering over de herbenoeming van de leden van het College van Bestuur. Samenstelling van de Raad van Toezicht per 31 december 2016 Mw. dr. M.F. Andriessen (vice-voorzitter) Geboortedatum: Nationaliteit: Nederlandse Functies: bestuurder en adviseur Nevenfuncties: bestuurslid Vereniging Toezichthouders Hogescholen, instellingsauditor NVAO en FIBAA, voorzitter bestuur NVVE, lid Adviesraad VOvA, lid Bestuur Klein Pompeï. (her)benoeming: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019 H.W. Breukink (voorzitter) Geboortedatum: 5 juni 1950 Nationaliteit: Nederlandse Functie: oprichter Development Dialogue, commissaris ING Group, voorzitter Raad van Commissarissen van Nieuwe Steen Investments, lid Raad van Commissarissen van Brink Groep, lid Raad van Toezicht van het Gemeentemuseum in Den Haag. (her)benoeming: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019 Mr. H.J. Rutten Geboortedatum: 20 mei 1958 Nationaliteit: Nederlandse Functie: lid College van Bestuur ROC Midden Nederland Nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Ziekenhuis Tergooi vanaf 1 april 2016, lid DB Economic Board Utrecht, voorzitter Human Capital Agenda Utrecht Region. (her)benoeming: 1 April 2016 tot 1 April 2020 Mevr. drs. C. Sigaloff Geboortedatum: 29 december 1971 Nationaliteit: Nederlandse Functie: Directeur / Voorzitter Kennisland Nevenfunctie: lid Raad van Toezicht Stichting Kriterion Benoeming: 1 november 2016 tot 1 november 2020 Mw. drs. C. van der Weerdt-Norder RA Geboortedatum: 22 februari 1964 Nationaliteit: Nederlandse Functie: Partner Accent Organisatie Advies, lid Raad van Commissarissen Triodos Bank, Binck Bank, Habion en DWS Zorgverzekeraar. Benoeming: 1 mei 2016 tot 1 mei Pagina 4 van 97

9 Samenstelling Onderwijscommissie Mw. dr. M.F. Andriessen (voorzitter) Mw. drs. C. Sigaloff Samenstelling Auditcommissie Mr. H.J. Rutten (voorzitter) Mw. drs. C. van der Weerdt-Norder RA Samenstelling Remuneratiecommissie H.W. Breukink (voorzitter) Mw. dr. M.F. Andriessen Pagina 5 van 97

10 2.2. Verslag van College van Bestuur Bestuurlijke verantwoording Het jaar 2016 vormt het eerste jaar van de werking van het Instellingsplan Durf te leren. Het Instellingsplan gaat uit van een nieuwe sturingsfilosofie waarbij de professionaliteit en het eigenaarschap van docententeams centraal staat. Het primaat ligt bij het onderwijs en het door de opleiding te ontwikkelen en uitvoeren van een onderwijsvisie die aansluit bij de kenmerken van de sector, het beroepenveld waarvoor de opleiding opleidt en de studentgroepen die voor de opleiding kiezen. Inhoudelijk formuleert het Instellingsplan een aantal hoofdthema s die de komende jaren nader uitwerking zullen krijgen. Het betreft onder meer de profilerende thema s duurzaam, gezond en creatief, studiesucces, persoonlijk en dichtbij en diversiteit. In 2016 is een (hernieuwde) start gemaakt met deze thema s binnen het kader van de nieuwe sturingsfilosofie. Het betekent meer eigenaarschap en verantwoordelijk bij de onderwijsteams en een rol voor de stafafdelingen waarbij het accent primair ligt op ondersteunen en faciliteren. De uitgangspunten werken door in verschillende kaderstellende documenten, zoals de kaderbrief en begroting, het strategisch personeelsplan en zullen naar verwachting begin 2017 eveneens worden verwerkt in het vast te stellen Onderwijskompas. Onderstaand worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek, organisatie en personeel in het verslagjaar weergegeven. Prestatieafspraken In november 2012 zijn in het kader van het Besluit experiment prestatiebekostiging hoger onderwijs prestatie afspraken gemaakt met het Ministerie van OCW. Op grond daarvan is bekostiging toegekend. De prestatieafspraken geven de ambitie weer op de profilering van de onderwijsinstelling, maar ook op thema s als uitval en rendement, studenttevredenheid, docentkwaliteit, onderwijsintensiteit en indirecte kosten. Met deze prestatieafspraken heeft Inholland in 2012 het ambitieniveau voor 2016 uitgesproken. In 2016 heeft de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek beoordeeld in hoeverre de prestatieafspraken behaald zijn. Op 24 oktober overhandigde de commissie haar advies aan minister Bussemaker, deze nam het advies vervolgens over. Geconcludeerd werd dat Inholland de prestatieafspraken voor een groot deel heeft gerealiseerd. De commissie is positief over de aspecten kwaliteit, excellentie en de genomen studiesuccesmaatregelen. Expliciet wordt aangegeven dat het onderzoek meerwaarde voor de beroepspraktijk gekregen heeft en dichter bij het onderwijs staat. Bovendien kregen de profilerende thema s de afgelopen jaren vorm en inhoud in de samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en het werkveld waaraan studenten, docenten en lectoren allen een bijdrage leverden. Op het onderdeel studiesucces geeft de commissie aan dat Inholland de goede kant opgaat (er is veel waardering voor de door Inholland ondernomen activiteiten op dit punt) maar omdat de oorspronkelijke ambities niet behaald zijn, werd op dit punt een negatief oordeel gegeven. Flexibilisering deeltijdonderwijs Inholland is in de zomer van 2015 gestart met het project Flexibilisering Deeltijdonderwijs Doel is om passend deeltijdonderwijs maximaal toe te spitsen op de student en het werkveld. Aan het project en subsidietraject (Experiment Leeruitkomsten) nemen diverse deeltijdopleidingen van Inholland deel. Het strategisch belang voor Inholland van flexibilisering is tweeledig: Een (her)positionering van het deeltijdonderwijs van Inholland, met als doel marktaandeel terug te winnen. Ontwikkeling van het flexibel onderwijsconcept met als einddoel dit instellingsbreed te kunnen toepassen. Begin januari 2017 nam het ministerie van OCW een positief besluit over onze aanvraag voor de flexibele deeltijd. Per 1 februari 2017 gaat de pilot van start met de deeltijdopleiding Social Work (SPH en MWD) en Tuinbouw & Agribusiness. Afronding Inholland-Suriname Per 1 oktober 2012 was de Inholland vestiging in Suriname (Inholland Select Studies, ISS) al formeel overgedragen aan de FHR School of Business (FHR). Tot 1 oktober 2016 behield Inholland zorgplicht voor alle studenten die zich voor 1 oktober 2012 hadden ingeschreven. De croho s van de vier Pagina 6 van 97

11 opleidingen van Inholland Select Studies liepen af per 16 maart 2014, waarbij de datum redelijke termijn is vastgesteld op Met ingang van 1 oktober 2016 zijn de betreffende ISS-licenties komen te vervallen voor de opleidingen in Suriname. Op 1 juli 2014 zijn de opleidingen op naam van FHR geaccrediteerd door The International Assembly for Collegiate Business Education, gevestigd in de Verenigde Staten. In de periode tot 1 oktober 2016 is een aantal studenten gestopt met de opleiding. Daarnaast is een deel van de studenten, waarvan het niet meer reëel was dat zij voor 1 oktober 2016 zou kunnen afstuderen, overgestapt naar de nagenoeg identieke opleiding bij FHR. Deze studenten kunnen geen aanspraak meer maken op een Inholland-diploma. Op 27 augustus 2016 werden de laatste Inhollanddiploma s uitgereikt en inmiddels worden alle zaken die samenhangen met de formele afronding van de samenwerking afgerond. Dit krijgt zijn beslag in het voorjaar van Nationale Studenten Enquête 2016 (NSE) De totaalscore van 3,74 maakt duidelijk dat het eerder ingezette herstel aanhoudt. Bijna over de gehele linie is verbetering zichtbaar. Wij hebben de afgelopen jaren Inhollandbreed fors ingezet op het verbeteren van onder andere de informatievoorziening, studiebegeleiding en klachtafhandeling. Uit de scores hierop blijkt dat de inspanningen van de afgelopen jaren vrucht beginnen af te werpen en dat studenten echt verbetering ervaren. De algemene tevredenheid over de studie is ten opzichte van afgelopen jaar gestegen naar een score van 3,7 hiermee is Inholland de sterkste stijger in het hbo. De score van de nieuwe opleiding Business Studies op algemene tevredenheid (Business Studies Den Haag: 4,0) is een enorme opsteker voor alle collega s die zich de afgelopen jaren hebben ingezet om deze opleiding van de grond te krijgen. Ook de toename bij de opleiding Media en Entertainment Management is noemenswaardig. De MEM lag de afgelopen jaren onder vuur en er zijn tal van (soms minder populaire) maatregelen getroffen om een kwaliteitsverbetering door te voeren. Dat hierin de juiste weg is bewandeld blijkt uit de sterk toegenomen tevredenheid van studenten. Er blijven ook verbeterpunten. Met name het feit dat de start van de nieuwe 100% digitale bibliotheek heeft geleid tot een afname van de tevredenheid is jammer. Komend jaar zal meer bekendheid worden gegeven aan de digitale bibliotheek die 24/7 vanaf de laptop beschikbaar is. Tevens wordt bezien of studenten extra ondersteuning nodig hebben om zo optimaal mogelijk gebruik te kunnen maken van de digitale collectie. Strategisch Personeelsplan Succesvolle uitvoering van het Instellingsplan en de daarin geformuleerde richting staat of valt bij de medewerkers. In 2016 is daarom in navolging van het Instellingsplan een Strategisch Personeelsplan (SPP) opgesteld. Hiermee worden de belangrijkste P&O-vraagstukken van Inholland benoemd en worden oplossingsrichtingen gegeven, aansluitend bij de inhoudelijke ambitie van het Instellingsplan en de domein- en staf meerjarenplannen. Het SPP is daarmee de strategische en agenderende leidraad, aan de hand waarvan alle onderdelen van de hogeschool de opdracht krijgen te formuleren op welke wijze personeelsbeleid ingezet wordt om de kwaliteit, ontwikkel- en innovatiekracht en vitaliteit van Inholland sterk te houden. Het SPP geeft ruimte aan domeinen, opleidingen en stafafdelingen en sorteert voor op de strategische ambities en inhoudelijke en operationele aanpak die zij op basis van het SPP zullen formuleren. Kaderbrief Het Instellingsplan vormt de basis voor de kaderbrief Voor het realiseren van de ambities uit het Instellingsplan is het geven van richting en ruimte cruciaal; rekenschap afleggen over de behaalde resultaten hoort daarbij. Het kantelen van de organisatie van rule-based naar principledriven resulteert in minder regels en vergroot de professionele ruimte. Om goed invulling te geven aan deze principes is het nodig de besturing op één lijn te brengen. Dat is de insteek van de Kaderbrief In de Kaderbrief wordt de voorgenomen reallocatie van middelen ten behoeve van de uitvoering van de doelstellingen van domeinen, staven en beleidsmiddelen uiteengezet. Met het nieuwe reallocatiemodel wordt gestreefd naar eenvoud. Dit resulteerde in een compacter budgetteringsmodel dat aansluit op de externe financiering vanuit de rijksbijdrage. Concreet houdt dit in dat de bekostigde inschrijvingen van studenten, bekostigde graden en het collegegeld het uitgangspunt vormen in het budgetmodel. Dit budgetmodel wordt vervolgens voor vier jaar doorgerekend. Door de verandering van een eenjarig model naar een meerjarige variant wordt het mogelijk meerjarig beleid te ontwikkelen en tijdig te anticiperen op toekomstige wijzigingen in het budget en/of langjarige ontwikkelingen in de organisatie. Een ander belangrijk aandachtspunt in de Pagina 7 van 97

12 Kaderbrief (en de begroting) zijn de voorinvesteringen vooruitlopend op het studievoorschot, zoals overeengekomen met het Ministerie van OCW. Wij Inholland In 2012 is Wij-Inholland geïntroduceerd: een podium dat studenten de kans biedt zich met een bijzonder en innovatief onderwijsproject te onderscheiden. Om waarde(n)volle professionals over te dragen aan de arbeidsmarkt maken studenten al tijdens hun studie kennis met de beroepspraktijk. Bij de selectie van de projecten kijkt de jury naar diverse aspecten zoals de multidisciplinaire samenstelling van het projectteam en de maatschappelijke waarde van het desbetreffende project voor de regio. In 2016 werd de award in de wacht gesleept door Bram Sanders, Chris Ramsey, Lucien Fesselet en Will Simmonds van de opleiding Aeronautical Engineering. Met hun studentenproject Drones in de Kas ontwikkelden ze een drone om planten in tuinbouwkassen te controleren op ziektes. Voor tuinders kan dit een uitkomst zijn omdat het nu erg lastig is om vele duizenden planten te controleren; vijf tot 25 procent van de planten gaat nu nog verloren door ziektes, bacteriën, schimmels, schade en andere oorzaken. Corporate Governance Inholland levert een bijdrage aan de uitdagingen in de Randstad, van de kop van Noord-Holland tot de Drechtsteden, met onderwijs voor studenten en professionals en praktijkgericht onderzoek voor de beroepspraktijk. We zijn onderscheidend op de thema s duurzaam, gezond en creatief, en werken daarin samen met het beroepenveld, overheden en maatschappelijke partners. Wij doen dat persoonlijk en dichtbij, vanuit de overtuiging dat voor ons en onze studenten zowel succes als tegenslag de sleutel zijn tot ontwikkeling als professional en als mens. Diversiteit is daarbij een kracht. De missie en visie zijn uitgebreid uitgewerkt in het Instellingsplan Hogeschool Inholland telt in 2016 circa studenten In negen vestigingen verspreid over Noorden Zuid-Holland wordt onderwijs aangeboden op tal van vakgebieden. Inholland kiest voor drie profilerende hoofdthema s: creatief, gezond en duurzaam. De nadruk ligt op het bacheloronderwijs (70 bacheloropleidingen), maar Inholland biedt daarnaast ook zeven masteropleidingen en (in 2016) vier Associate Degree-opleidingen aan. AVAG (Academie Verloskunde Amsterdam Groningen) is een samenwerkingsinstituut op het gebied van Verloskunde. De licentie voor de bacheloropleiding Verloskunde berust bij Hogeschool Inholland; het wetenschappelijk onderzoek is onderdeel van VUmc. Van de opleidingen die Inholland in Suriname aanbood en die in 2012 zijn overgedragen aan de Mr. F.H.R. Lim A Po Stichting, vervielen de licenties per 1 oktober Inholland Academy is het na- en bijscholingsinstituut van Hogeschool Inholland en biedt kennis aan bedrijven, instellingen en individuele cursisten. Met opleidingen, cursussen en trainingen op post-mbo, hbo en post-hbo niveau en tal van maatwerkmogelijkheden worden werkende professionals in de sectoren handel en industrie, techniek, (zakelijke) dienstverlening, media, overheid en non-profit, gezondheidszorg, welzijn en onderwijs bediend. Inholland voldoet aan de Branchecode Goed Bestuur Hogescholen (2013), die vanaf 1 januari 2014 van kracht is voor alle hogescholen in Nederland; daar waar wordt afgeweken (samenstelling van de Raad van Toezicht in relatie tot artikel III.4.2.a van de branchecode) wordt dit gemotiveerd (hoofdstuk 2). In naleving van deze branchecode hechten het College van Bestuur en de Raad van Toezicht veel belang aan het verstrekken van inzicht in de bestuursstructuur en naleving van de code. Statuten en reglementen Inholland maakt deel uit van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland. In de statuten legt Inholland de grondregels en bepalingen van deze stichting vast. In het bestuursreglement zijn de regels voor besturing van de hogeschool vastgelegd. Het Huishoudelijk Reglement van de Raad van Toezicht bevat bepalingen over de taken en bevoegdheden en de samenstelling. Informatie over de leden van de Raad van Toezicht is te vinden in het hoofdstuk Raad van Toezicht. De integriteitscode biedt een handvat waarmee wordt aangegeven wat onder integriteit wordt verstaan. De code wordt geconcretiseerd in een aantal regelingen en reglementen binnen Inholland te weten Klokkenluiderregeling, Regeling vertrouwenspersonen, Reglement Hoor- en adviescommissie personeel Inholland, Klachtenregeling studenten (Studentenstatuut art. 45 en 46), Regeling studeren met een handicap of functiebeperking, Reglement Bruikleen apparatuur, Declaratiereglement en het Pagina 8 van 97

13 Treasurystatuut (herzien in 2016). Daarnaast is externe regelgeving van toepassing waaronder de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, de Branchecode Goed Bestuur Hogescholen en de CAO HBO. De statuten, het bestuursreglement, het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht, de integriteitscode, de klokkenluiderregeling, de regeling vertrouwenspersonen (ongewenst gedrag) en het treasurystatuut zijn te vinden op de website van Inholland. Control De controlfunctie binnen Inholland adviseert het College van Bestuur, domeinen en staven vanuit een breed business perspectief om de besturing, de voorspelbaarheid en de beheersbaarheid te verbeteren. Beheersing van de financiële posities, processen en procedures en facilitering van het primaire proces zijn kerntaken. De belanghebbenden (intern en extern) worden voorzien van de benodigde (plannings)rapportages. De controlfunctie is ingericht naar de organisatieonderdelen: onderwijsinstelling, domeinen en staven en wordt aangestuurd door de instellingscontroller. Control stelt kaders op basis van de uitgangspunten van het College van Bestuur en van geldende wet- en regelgeving en vertaalt dit naar een organisatiebrede P&C-cyclus. Vanaf eind 2015 is een traject gestart om de controlfunctie om te buigen naar business control. In dat kader zijn in 2016 zowel een nieuw hoofd FB&C als een nieuwe instellingscontroller benoemd. Onderwijsaudit Inholland Onderwijsaudit heeft als doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de beheersing van de organisatie, zowel op het gebied van onderwijs en onderzoek (primaire processen) als op het gebied van onderwijsondersteunende processen, door het toetsen van opzet, bestaan en werking van de beheersingsmaatregelen. Dat gebeurt door een onafhankelijke en objectieve beoordeling op basis van een methodische aanpak. Inholland Onderwijsaudit heeft haar eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en onafhankelijkheid van de uit te voeren audit. Zij hanteert hierbij de standaarden van de beroepsorganisatie IIA. Onafhankelijkheid is tevens gewaarborgd door de positionering rechtstreeks onder het College van Bestuur. Dit is formeel vastgelegd in het Auditcharter. Het College van Bestuur bewaakt en draagt actief uit dat het team Inholland Onderwijsaudit haar werkzaamheden onafhankelijk kan uitvoeren en daarover kan rapporteren. Onderwijsaudit werkt primair voor het College van Bestuur en in voorkomende gevallen voor het management en werkt op basis van een Auditjaarplan. De rapportages van de audits zijn bestemd voor de opdrachtgever van de audit. Inholland Onderwijsaudit voert geen financiële en IT-audits uit. De uitgevoerde audits in 2015 tot eind 2016 hadden betrekking op onderwerpen die te maken hebben met aspecten van compliance (examencommissies en borging toetsing), bedrijfsvoering (externe inhuur, informatiebeveiliging), governance (effectiviteit aansturingsmodel Inholland Service Organisatie (ISO), besturingsfilosofie Inholland) en onderwijs (effectiviteit onderwijsteams). Veiligheid Met nieuwe beleidsplannen op het gebied van arbeidsomstandigheden en crisismanagement is dit jaar gewerkt aan de doelstellingen op het gebied van veiligheid zoals verwoord in het integrale beleidsplan veiligheid. Er is voorts uitvoering gegeven aan de plannen door concrete uitwerkingen, trainingsprogramma s en voorlichtingsbijeenkomsten. Veiligheid is een terugkerend agendapunt op de overleggen van de onderwijsteams, vestigingen en het management, op deze manier werkt de organisatie samen aan de doelstellingen. Het ontbreekt op dit moment nog aan systematische monitoring van al deze ontwikkelingen. Door de bestaande informatiebronnen bij elkaar te brengen willen we komend jaar periodiek inzichtelijk maken hoe Inholland er voor staat als het gaat om veiligheid en veiligheidsbeleving. Pagina 9 van 97

14 Bestuur en Toezicht College van Bestuur Het College van Bestuur is het centrale bestuursorgaan van Inholland. De leden hebben een mandaat dat is vastgesteld door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland, het bestuursreglement en het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht is vastgelegd voor welke besluiten goedkeuring nodig is van de Raad van Toezicht. Samenstelling Mw. drs. G.M.C. de Ranitz (voorzitter) Dr. M.J.W.T. Nollen Drs. H. de Deugd Takenpakket Het College van Bestuur heeft een breed takenpakket. Hieronder vallen het vaststellen van strategie, missie en doelstellingen, het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek, het vaststellen van het portfolio in onderwijs en onderzoek, de zorg voor huisvesting en het beheer van financiële, materiële en personele middelen, de zorg voor veiligheid en gezondheid en overige arbeidsomstandigheden in de gebouwen en op de terreinen van Inholland. Het College van Bestuur beschouwt haar bestuurlijke opdracht als collectieve verantwoordelijkheid: collegiaal bestuur is het uitgangspunt. Pagina 10 van 97

15 Portefeuilleverdeling Per Portefeuilles* Regio Jet de Ranitz Voorzitter Marcel Nollen Lid portefeuille Bedrijfsvoering Strategie Strategische communicatie (intern en extern) Externe vertegenwoordiging Hogeschool Medezeggenschap Veiligheidsbeleid Bestuurszaken Financiën & Business Control Facilitaire zaken en vastgoed Holding Human Resource Management ICT, informatiebeleid en informatievoorziening Regio Amsterdam (Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Haarlem) Regio Rotterdam (Rotterdam, Dordrecht, Delft) Huug de Deugd Lid portefeuille Onderwijs & Onderzoek Onderwijs- en Onderzoeksbeleid Kwaliteit, kwaliteitsbeleid, accreditatie en valorisatie Studentzaken Docentenbeleid Internationalisering Onderwijsaudit Regio Den Haag (incl. regio Leiden) Regio Alkmaar (incl. regio Noord-Holland Noord) *In geval van verhindering of afwezigheid van een portefeuillehouder wordt deze naar bevind van zaken vervangen door een van de andere collegeleden. In geval van verhindering van een portefeuillehouder bij een commissievergadering van de Raad van Toezicht, zal deze door de collegevoorzitter worden vervangen. Bezoldiging De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Selectie-/Remuneratiecommissie. De Raad van Toezicht hanteert hierbij de vigerende bezoldigingscode passend binnen de WNT. Voor hogescholen is dat de Regeling bezoldiging topfunctionarissen ocw-sectoren van het Ministerie van OCW, waarbij Inholland is ingedeeld in klasse G. Voor 2016 geldt de regeling die op 10 november 2015 is gepubliceerd in de Staatscourant. Voor de bezoldiging van College van Bestuur en de Raad van Toezicht wordt verwezen naar het hoofdstuk Raad van Toezicht en het hoofdstuk 3.9 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten. Pagina 11 van 97

16 Raad van Toezicht Voor informatie over de Raad van Toezicht wordt verwezen naar hoofdstuk 2 (Verslag Raad van Toezicht). Organisatie per 1 januari 2017 De opleidingen bij Inholland zijn georganiseerd in zes domeinen: Agri, Food & Life Sciences (AFL), Business, Finance & Law (BFL), Creative Business (CRB), Gezondheid, Sport en Welzijn (GSW), Onderwijs & Innovatie (O&I), Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI). Er zijn vijf stafafdelingen: Onderwijsbeleid/JZ (OWB/JZ), Communicatie/HRM (CHR), Facilitaire Zaken/Huisvesting en Vastgoed (FZV), Financiën, Business Control en Centrale Studentenadministratie (FB&C) en Informatievoorziening & Technologie (IVT). Elk domein wordt aangestuurd door een directeur; de vijf stafafdelingen worden aangestuurd door een stafhoofd. De hogeschooldirecteuren hebben ook allen de verantwoordelijkheid voor één van de vestigingen. De verantwoordelijkheden en (gemandateerde) bevoegdheden van de directeuren en stafhoofden zijn vastgelegd in het directiereglement. De directeur/het stafhoofd is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat van eigen domein/vestiging of stafafdeling. De directeuren en stafhoofden sturen vanuit hogeschoolbrede strategische kaders en zijn via het tweewekelijkse directieoverleg (College van Bestuur, directeuren, stafhoofden) mede-initiërend bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van het strategisch beleid. Directeuren en stafhoofden kunnen worden belast met hogeschoolbrede taken en leggen verantwoording af aan het College van Bestuur. Medezeggenschap De Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR) van Inholland speelt een belangrijke rol bij de vaststelling van het beleid van de hele hogeschool door middel van advies- en instemmingsrecht. Er vindt regelmatig overleg plaats met het College van Bestuur over zaken op het gebied van onderwijs, organisatie en financiën. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten over onderwerpen die belangrijk zijn voor werk en studie binnen de hogeschool. Binnen Inholland heeft de HMR instemmingsrecht op zowel de kaderbrief als op de hele begroting. Inholland kent medezeggenschap op verschillende niveaus: op hogeschoolniveau is er de Hogeschool Medezeggenschapsraad; verder zijn er deelmedezeggenschapsraden. Iedere deelmedezeggenschapsraad (DMR) vertegenwoordigt een domein en een vestiging inclusief Werving, Instroom en Relatiemanagement (WIR) en Inholland Serviceorganisatie (ISO) van die vestiging; voor de stafafdelingen is er de deelraad centrale stafafdelingen (OMR). De HMR bestaat uit 20 leden, die voor de helft uit en door het personeel worden gekozen en voor de helft uit en door de studenten. De zittingstermijn is voor beide geledingen drie jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar. De deelmedezeggenschapsraden worden betrokken bij het beleid van hun domein of van de stafafdelingen. Alle deelraden tellen tien leden, behalve de deelraden Verloskunde en Agri, Food & Life Sciences. Deze raden tellen acht leden, waarvan de ene helft studenten en de andere helft medewerkers. De OMR telt vijf personeelsleden. De zittingstermijn voor leden van de deelmedezeggenschapsraden bedraagt eveneens drie jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar. De HMR stelt jaarlijks een uitgebreid jaarverslag op waarin alle behandelde items worden opgesomd. Dit jaarverslag wordt het College van Bestuur en de Raad van Toezicht aangeboden en is via de HMR-site voor alle studenten en medewerkers beschikbaar. In 2016 is het medezeggenschapsreglement geactualiseerd. Het nieuwe reglement is met ingang van 1 september van kracht geworden. Overlegstructuur De overlegstructuur is als volgt georganiseerd: - wekelijks overleg van het College van Bestuur; - tweewekelijks directieoverleg met College van Bestuur, directeuren, stafhoofden en de directeur van de Holding, voorgezeten door de voorzitter van het College van Bestuur; - driemaal per jaar een tweedaagse strategiesessie met directeuren en stafhoofden. Pagina 12 van 97

17 Het Directieoverleg is het voornaamste overlegorgaan voor beleidsvorming op het gebied van onderwijs en onderzoek. Besluitvorming vindt plaats in het Collegeoverleg. Driemaal per jaar vindt een meerdaags strategisch directieoverleg plaats. In 2016 speelde de implementatie van het Instellingsplan en de daaraan gerelateerde stukken (kaderbrief, begroting, strategisch personeelsplan) vanzelfsprekend een belangrijke rol, mede in relatie tot de onderliggende jaarplannen van domeinen, staven en vestigingen. Lokaal cao overleg Inholland In 2016 heeft Inholland vier keer lokaal cao overleg gevoerd met de vakorganisaties. Communicatie naar de stakeholders Inholland werkt samen met grote en kleine bedrijven en instellingen in de publieke sector, (kennis)instellingen, partners in de onderwijsketen en overheden. Studenten leren de beroepspraktijk kennen door stages en vanuit bedrijven en instellingen worden regelmatig gastdocenten geleverd. Via een aantal communicatiemiddelen worden daarnaast contacten onderhouden met stakeholders. Voorbeelden hiervan zijn het jaarverslag, de website en intranet, persberichten en social media. Het College van Bestuur bezoekt de verschillende vestigingen regelmatig om ter plekke contacten te onderhouden op de locatie, woont het overleg met de vestigingsraden van advies bij en overlegt op bestuurlijk niveau in de diverse regio s met mbo-, vo-, hbo- en wo-instellingen. De samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en onderwijs (triple helix) wordt vormgegeven door regelmatige contacten met het ministerie van OCW en de Inspectie, gemeenten, banken, brancheverenigingen en ondernemers. Klachtafhandeling De regeling voor de klachtafhandeling van Inholland is te vinden in hoofdstuk 2.8 van het studentenstatuut, dat via intranet toegankelijk is voor alle studenten. De klachten worden behandeld door de klachtencoördinatoren van de domeinen. Zij zetten de klacht uit bij betrokken personen en zien toe op een adequate en tijdige afwikkeling. De klachten die via andere wegen binnenkomen, waaronder rechtstreeks via het College van Bestuur of de domeindirecteur worden eveneens via de klachtencoördinator afgehandeld, zodat een eenduidige afhandeling wordt geborgd. Bij een gegronde klacht worden adequate maatregelen getroffen om de klacht te verhelpen, alsmede herhaling in de toekomst te voorkomen. Ondanks de correcte en toegankelijke klachtprocedure en grote toewijding van de klachtencoördinatoren werd de klachtbehandeling door studenten relatief laag gewaardeerd in de Nationale Studentenenquête. Hoewel de waardering de laatste jaren wel toeneemt, willen we onze dienstverlening nog verder verbeteren en het aantal klachten verder doen dalen. In de tweede helft van 2016 is daarom een project opgezet: van klachtenmanagement naar relatiemanagement waarmee in de klachtprocedure het motto Persoonlijk & Dichtbij meer geëffectueerd zal worden. In 2017 zullen de bevindingen en aanbevelingen van het project worden geïmplementeerd. De klachten die binnenkomen via de digitale portal worden geregistreerd en doorgeleid naar de desbetreffende klachtencoördinator. Het registratiesysteem KGRS wordt in 2017 vervangen door een nieuw systeem: CRM Dynamics, waardoor de monitoring zal verbeteren. Inholland is zich zeer bewust van het belang van een goede klachtafhandeling en doet er alles aan om de procedures helder en toegankelijk te maken en de studentbelangen zorgvuldig te borgen. Marktactiviteiten: Inholland Academy Zowel door middel van post-initieel als ook deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed aanbod voor een leven-lang-leren. De basis is altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs. Het leven-lang-leren aanbod is daaraan complementair, voor de deeltijdstudent, voor de alumnus en voor de docent die zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen. De verbinding in de driehoek van onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt door uitwisseling op kennis en praktijkrelevantie zorgt voor innovatiekracht in het onderwijs en is randvoorwaardelijk voor kwaliteit. Via de Academy wordt het post-initiële aanbod verzorgd en het aanbod varieert van maatwerk in de vorm van een één- of meerdaagse training tot volwaardige masteropleidingen en alles daartussen. De Inholland Academy is onderdeel van de Holding Inholland B.V.. Jaarverslaglegging (zowel financieel als inhoudelijk) vindt Pagina 13 van 97

18 binnen de Holding plaats. In de jaarrekening (zie verder) van de Stichting zijn de cijfers van de Holding geconsolideerd Onderwijs & Onderzoek Onderwijs Studiesucces Het studiesucces van onze studenten vormt een van de hoofdthema s uit het Instellingsplan Durf te leren. Voorlichting en gerichte begeleiding, zowel voor de poort als tijdens de studie vormen daarbij belangrijke elementen in een aanpak die persoonlijk en dichtbij is. Bovendien is studiesucces niet alleen diplomarendement, wat daarnaast telt is het persoonlijk rendement van studenten. De afgelopen jaren hebben we al fors in gezet op het vergroten van het studiesucces. In het kader van de prestatieafspraken zijn daar afspraken over gemaakt. Er is nadrukkelijk accent gelegd op het terugdringen van het aantal langstudeerders. De inzichten die we daarbij hebben opgedaan worden in de komende tijd breder benut om het studiesucces te stimuleren en langstuderen te voorkomen. Qua studiesucces onderzoek blijven we samenwerken met de partners in de Randstad (G5) en investeren we in eigen onderzoek via het lectoraat Studiesucces. De studiekeuzecheck is het sluitstuk van het studiekeuzeproces van de student voor hij aan de studie begint en de start van de studieloopbaanbegeleiding (SLB) aan onze kant. Uit evaluatie komt naar voren dat studenten tevreden zijn over de organisatie en inhoud van de SKC. De SKC draagt bij aan de verbetering van de zekerheid over de keuze en het beeld van de opleiding bij de student. Kengetallen Samenstelling instromende groep studenten bij Inholland In cohort 2015 is het aantal debutanten dat een bachelor opleiding begon bij Inholland afgenomen. Het aandeel mannen in de instroom nam iets toe tot 46%, terwijl het aandeel met een mbovooropleiding iets daalde tot 34%. De totale populatie daalde in 2016 met 3,8% naar een kleine studenten. De instroomdaling van de afgelopen jaren werkt nog steeds in de hogere jaren door, maar bij de eerstejaars is per oktober 2016 weer een kleine stijging te zien (0,8%). Met name de groep studenten die niet eerder in het hoger onderwijs stond ingeschreven is groter dan vorig jaar (+2,4%, zie kengetallen Vereniging Hogescholen). De opleidingen MEM, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (vorig jaar fixus) en Leraar Basisonderwijs (extra toetsing minder groot struikelblok) zorgden voor de grootste toename van eerstejaars. Door de normalisering van de februari-instroom is de totale instroom echter wat afgenomen. De extreem hoge toestroom vlak vóór de invoering van het leenstelsel (september 2015) zorgde vorig jaar voor een extra hoog aantal februari-instromers, waardoor te verwachten was dat er dit jaar een afname zou plaatsvinden van dit deel van onze instroom. Tabel 1. Samenstelling instroom Hogeschool Inholland Cohort Instroom Man 41% 40% 41% 42% 41% 44% 46% Vrouw 59% 60% 59% 58% 59% 56% 54% Autochtoon 64% 63% 65% 68% 68% 68% 67% n-w allochtoon 27% 28% 25% 24% 24% 24% 25% Pagina 14 van 97

19 w allochtoon 9% 9% 10% 8% 8% 8% 9% Havo 49% 48% 51% 52% 52% 53% 53% Vwo 6% 6% 5% 4% 4% 4% 4% Mbo 37% 38% 32% 36% 36% 37% 34% Buitenlands 5% 5% 6% 5% 5% 4% 5% Overig 4% 3% 6% 2% 3% 2% 4% Bron: 1cijferHO (DUO, feb. 2016); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs bij Inholland. Uitval, switch en diplomarendement In het kader van het vergroten van het studiesucces is het streven om de groep studenten, die zich voortijdig uitschrijft bij de opleiding (switch) of onderwijsinstelling (uitval) te verkleinen. Daarnaast is het doel een toename te realiseren van het aandeel studenten, dat binnen de gestelde tijd hogeschool Inholland met een diploma (rendement) verlaat. Figuur 2 geeft een overzicht van de ontwikkeling van deze drie indicatoren van de afgelopen cohorten. Figuur 2. Ontwikkeling studiesucces studenten Inholland 70% 60% 52% 50% 40% 30% 20% 38% rendement na 5 jaar uitval na 1 jaar switch na 1 jaar 10% 0% % Cohort Bron: 1 -cijfer HO (DUO)/Peoplesoft Inh, jan Op basis van: voltijd bac debutanten in het hoger onderwijs bij Inholland. Het diplomarendement veert verder op na een langere periode van daling en is gestegen ten opzichte van cohort 2010 (+3 procentpunten). Bijna 52% van de her-inschrijvers van cohort 2011 ontving een diploma na 4 jaar. Het aandeel studenten dat de onderwijsinstelling verliet na één jaar werd weer een fractie hoger ten opzichte van cohort 2014 (38%). Het aandeel studenten dat binnen hogeschool Inholland wisselde tussen opleidingen (switch) daalde een fractie tot ruim 7% procent. Pagina 15 van 97

20 Langstudeerders Vanaf 2014 heeft Inholland ingezet op reductie van het aantal langstudeerders met een ger ichte en projectmatige aanpak waarbij ook onderzoek wordt gedaan naar de effecten van de interventies. We hebben zicht op wat werkt, domeinen hebben hierdoor van elkaar geleerd en een volgende verbeterslag gemaakt. Het geheel is beschreven in het boekje Langstuderen. Op het juiste spoor. De daling van het aantal langstudeerders die vorig jaar was ingezet heeft zich in 2016 voortgezet. Van de langstudeerders op 1 oktober 2015 heeft 48,8% Inholland verlaten. 70,3% daarvan met diploma (29,7% zonder diploma). Wie zonder diploma de onderwijsinstelling heeft verlaten is onder meer jobcoaching aangeboden ter begeleiding naar de arbeidsmarkt. Er is een intensief programma studiesucces opgezet dat wordt gekenmerkt door de volgende elementen: - Intensivering van de voorlichting vanaf Evaluatie en bijstelling van de Studiekeuzecheck - Een steviger accent op de begeleiding in de zgn. eerste honderd dagen: meer structuur en een herkenbare inhoud (binding) - Begeleiding en monitoring van studenten passend bij de fase waarin de student zich bevindt, met extra inzet op studenten die het risico lopen sterke vertraging op te lopen en langstudeerder te worden. - Het voorzetten van activiteiten gericht op het terugdringen van het aantal langstudeerders. Er is tevens besloten tot voortzetting van het hogeschoollectoraat studiesucces. Dit lectoraat levert een bijdrage aan toename van kennis en toepassing van bewezen interventies op het gebied van studiesucces. Tot slot is sterk ingezet op de ontwikkeling en ondersteuning van de onderwijsteams als eigenaar van het onderwijs. De ruimte voor teams wordt vergroot en de teams worden ondersteund met informatie over de eigen onderwijsresultaten, met name op het gebied van studiesucces. Het bevorderen van professionele en zelfverantwoordelijke teams vormt een essentieel onderdeel van ons professionaliseringplan. Daarnaast ondersteunt onze inzet op professionalisering de opdracht die we als hogeschool hebben om een zeer diverse studentenpopulatie het onderwijs te geven dat aansluit bij de specifieke kenmerken en behoeften van studenten. Tabel ontwikkeling percentage langstudeerders Flexibilisering Een van de doelstellingen binnen het Instellingsplan Durf te leren is om flexibel onderwijs aan te bieden aan specifieke doelgroepen. Voor het deeltijdonderwijs heeft de minister de mogelijkheid gegeven om via een subsidietraject deel te nemen aan pilots flexibilisering. Inholland heeft aangegeven deel te willen nemen met een aantal deeltijdopleidingen. Doel is om onderwijs aan te bieden op basis van leeruitkomsten, met een programma dat in overleg met studenten wordt vormgegeven en niet op basis van een vooraf vaststaand lineair onderwijsprogramma. Het onderwijs wordt hierdoor afgestemd op de leef- en werksituatie van de student. De student kan eerder Pagina 16 van 97

21 gerealiseerde leeropbrengsten inzetten binnen de opleiding middels validering. Andere kenmerken zijn de inzet van werkplekleren en de ondersteuning van het leren met ict (online leren). Samenwerking met het werkveld is voorwaardelijk en onmisbaar bij de ontwikkeling en het vormgeven van het onderwijs. Om de pilots te realiseren is er een projectgroep per domein en een Inhollandbrede project- en regiegroep gevormd voor het creëren van de randvoorwaarden. Mede vanwege het feit dat de Inholland aanvraag in eerste instantie niet werd gehonoreerd en omdat het traject zowel vernieuwend als strategisch van groot belang is, is einde 2016 de projectstructuur versterkt en de governance van het project aangescherpt. Een aantal domeinen heeft het afgelopen jaar de voorbereidingen getroffen en het curriculum voor een belangrijk deel ontwikkeld. Hiervoor is per opleiding, in samenwerking met het werkveld, een onderwijsvisie ontwikkeld en vertaald naar een opleidingsspecifiek onderwijsconcept. Dit onderwijsconcept is vertaald naar eenheden van leeruitkomsten, de leerwegonafhankelijke toetsing, de wijze waarop eerder behaalde leeropbrengsten worden gevalideerd, het werkplekleren en de inzet van ict (de DLWO). De goedkeuring om te starten is einde 2016 toegekend. In het voorjaar van 2017 zal Inholland aangeven met welke flexibele deeltijdopleidingen uiterlijk per september 2017 daadwerkelijk zal starten. Per februari 2017 starten al de flexibele opleidingen Social Work (SPH en MWD) en Tuinbouw & Agribusiness. Externe Kwaliteitszorg en accreditatie In 2016 is accreditatie verkregen voor de opleidingen: - Sport en Bewegen/Sportkunde - Toegepaste Wiskunde - 18 Tweedegraads Lerarenopleidingen In het Instellingsplan is de ambitie geformuleerd om op standaarden 1 en 4 van het uitgebreide accreditatiekader het oordeel goed te behalen in lijn met de visie dat elke opleiding een goede en gedragen onderwijsvisie moet hebben. Standaard 1 betekent: de beoogde leerresultaten passen bij het niveau en de oriëntatie van de opleiding en zijn afgestemd op de verwachtingen van het beroepenveld, het vakgebied en op internationale eisen. Standaard 4 betekent: de vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde leerresultaten te bereiken. Twaalf van de in 2016 geaccrediteerde opleidingen behaalden op deze beide standaarden het oordeel goed. Daarmee is 43% van alle Inholland opleidingen in 2016 met een goed op deze standaarden geaccrediteerd. Dit is een teken van de stijgende kwaliteit aan de hogeschool. Visitaties hebben plaatsgevonden bij de opleidingen: - Communicatie - Mondzorgkunde De verwachting is dat beide opleidingen zullen worden geaccrediteerd. Voor de opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling (voorheen Bouwmanagement en Vastgoed) heeft de NVAO een verlengde accreditatieperiode toegekend. Voor de opleidingen Media en Entertainment Management en Commerciële Economie heeft Inholland in het najaar 2016 een midtermreview laten uitvoeren. Deze panelrapportages laten een positief resultaat zien en zullen begin 2017 aan NVAO en vervolgens aan OCW worden aangeboden. Portfolio-ontwikkelingen In 2016 heeft de hogeschool groen licht gekregen voor de Associate Degree opleiding, afgekort AD opleiding, Tuinbouwmanagement en AD opleiding ICT-servicemanagement. De aanvraag voor de AD opleiding Business Studies Logistiek is in behandeling bij de NVAO. Opleidingscommissies Mede met het oog op de inwerkingtreding van de Wet Versterking Bestuurskracht heeft Inholland ingezet op de versterking van de opleidingscommissies binnen de hogeschool. In 2016 is de faciliteitenregeling voor studentenleden van de opleidingscommissies aangepast en is de opleidingsstructuur voor de opleidingscommissies versterkt. In 2016 heeft het College van Bestuur twee maal in werksessies overlegd met de voorzitters van de opleidingscommissies om te inspireren, Pagina 17 van 97

22 de voortgang van de ontwikkeling te bespreken en knelpunten te inventariseren. De resultaten van dat overleg zijn ook besproken in het Directeurenoverleg en het CvB. Onderzoek In 2016 heeft Inholland de ingezette focus op het versterken van het praktijkgericht onderzoek gecontinueerd. Verbinding met en bijdrage aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs en valorisatie van kennis naar beroepspraktijk zijn daarbij de belangrijkste doelstellingen. Profilering zorgt daarbij voor scherpte en richting. Profilering: duurzaam, gezond en creatief De profilerende thema s uit het Instellingsplan Durf te leren, duurzaam, gezond en creatief, zijn in 2016 leidend geweest voor de doorontwikkeling van de onderzoeksagenda s. Op basis van de bestaande agenda s is er door de onderzoeksgroepen gewerkt aan aanscherping maar ook verdere verbinding met andere onderzoeksagenda s. De vragen uit de samenleving staan daarbij centraal en zorgden in 2016 voor nieuwe initiatieven: Inholland Health & Technology Centre In mei 2016 is het Inholland Health & Technology Centre gelanceerd. Dit centrum doet onderzoek naar de brede ethische en maatschappelijke vraagstukken achter technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het IHTC is ontstaan vanuit de Inholland-domeinen Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI) en Gezondheid, Sport en Welzijn (GSW) en is onderdeel van de visie De Gezonde Samenleving die uitwerking geeft aan het thema gezond. Het toepassen van technologie in de zorg, met name op het gebied van ehealth, is een nog redelijk onontgonnen terrein met veel potentieel. Het IHTC is opgericht om de cross-over te maken tussen verschillende expertises, en faciliteert verbinding en samenwerking tussen de verschillende opleidingen en disciplines van de hogeschool, maar ook tussen de hogeschool, het werkveld en onderzoeksinstellingen. Food for the future Hogeschool Inholland tekende in september samen met andere onderwijsinstellingen in het Rotterdamse stadhuis een convenant om samen te werken op het gebied van onderwijs in de foodsector in de Rotterdamse regio. Dit gebeurde in aanwezigheid van diverse officials van de Europese Unie, Rijksoverheid en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Door nieuwe technologische ontwikkelingen, een veranderende marktvraag en de wens om meer duurzaam te produceren veranderen de arbeidsbehoefte en benodigde vaardigheden van bedrijven in de foodsector. Met de nieuwe samenwerking Food for the future bereiden de onderwijsinstellingen zich voor op de toekomst zodat het onderwijs aansluit op de veranderende arbeidsbehoeftes van het bedrijfsleven in de foodsector. Onderzoek op de kaart Dag van het onderzoek Op 22 juni vond de dag van het onderzoek plaatst. Startend vanuit de strategische driehoek van Mark Moore s Publieke Waarde (Public Value) model ging het gesprek over het creëren van publieke waarde via onderzoek. Praktijkgericht onderzoek inspireert is de titel van de bundel die gelijktijdig is verschenen. De bundel bevat 12 aansprekende voorbeelden van Inholland onderzoek. Ook werd de Onderzoeksprijs 2016 en de Publieksprijs uitgereikt. De juryprijs ging naar het onderzoek van Harmen Bijwaard en Geert de Vries, dat zich richtte op stralingsdoses in ziekenhuizen. Bob Götte kreeg de Publieksprijs voor het peerreviewproces voor studenten van de opleiding Communicatie dat hij ontwikkelde. Onderzoek met impact Op 25 augustus presenteerde de Vereniging Hogescholen de landelijke hbo onderzoeksagenda Onderzoek met impact, met daarin twee Inholland projecten als voorbeeld. Onderzoek met impact wordt binnen Inholland gebruikt om de profilering verder aan te scherpen. Symposium Smart Work Wat heeft de toekomst in petto voor professionals? Tijdens het Symposium Smart Work op woensdag 21 september gaven sprekers theoretische en praktijkgerichte antwoorden op deze vraag. De middag Pagina 18 van 97

23 bij Inholland Den Haag werd georganiseerd door de opleiding Business Studies en het Business Research Centre (BRC). Tijdens het symposium werd ingegaan op de vraag welke veranderingen in het werk aanstaande zijn als gevolg van digitalisering. Over welke competenties moet de medewerker van de nabije toekomst beschikken om succesvol op de arbeidsmarkt te zijn? Wat verandert nu daadwerkelijk in het werk van bijvoorbeeld docenten en HRM-medewerkers en welke vaardigheden dienen aankomende studenten te hebben wanneer zij afgestudeerd zijn? De docent als held Babs van Teylingen-Geerlings, research fellow bij het Inholland-lectoraat Strategic Development in Creative Business, schreef voor het vakblad THEMA Hoger Onderwijs een artikel over haar onderzoeksproject De docent als held, waarvoor ze de veranderende rol van docenten onderzocht en de vraag adresseert of docenten klaar zijn voor de toekomst. WHEELS Een samenwerkingsverband met onder meer het Inholland Health & Technology Centre en lectoraat Kracht van Sport kreeg op 15 december een RAAK-publiek-subsidie toegewezen voor het onderzoeksproject WHEELS. Deze WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study heeft tot doel een online leefstijlprogramma en begeleidingstraject te ontwikkelen voor rolstoelgebruikers. Lectoren In 2016 vonden er twee lectorale redes plaats. Marije Baart de la Faille-Deutekom, lector Kracht van Sport aan Hogeschool Inholland en de Hogeschool van Amsterdam hield op donderdag 21 april jaar haar lectorale rede in Felix Meritis in Amsterdam. Baart de la Faille-Deutekom maakt met praktijkgericht onderzoek de waarde van sport inzichtelijk en wil het sport- en beweeggedrag in de samenleving bevorderen. De robots komen? Dat was de titel van de lectorale rede van Cock Heemskerk, lector Robotica, die hij uitsprak op 24 november. Het is een heel actuele vraag. Voor de toehoorders van de rede van Heemskerk in het AFAS Stadion in Alkmaar die werden begroet door robots was het antwoord duidelijk: ja, ze zijn er al! De middag gaf een voorproefje van Heemskerks voornemen om met het lectoraat Robotica de meerwaarde van robots aan te tonen in de zorg en agrarische sector. Kwaliteitszorg onderzoek Op 28 november is de onderzoeksgroep Onderzoek en Innovatie gevisiteerd door een externe commissie. Het oordeel van de commissie was positief. De onderzoeksgroep is op alle vijf BKO standaarden als voldoende beoordeeld. Op 15 december vond de midterm evaluatie van de onderzoeksgroepen van GSW plaats. Het panel oordeelde positief over kwaliteit van de onderzoeksgroepen en signaleerde veel potentie voor verdere groei. Pagina 19 van 97

24 Internationalisering: Mobiliteit, Internationale Projecten, Partnerschappen, Internationaal Onderwijs Mobiliteit Hieronder zijn gegevens opgenomen met betrekking tot internationale mobiliteit en beurzen. Uitgaande mobiliteit Erasmus+ programma Buiten Europa Studie Stage staf De volgende aantallen zijn gerealiseerd binnen het Erasmus+ programma: 245 studenten voor studie aan een Europese partnerinstelling, 39 studenten voor een stage in Europa en 14 stafleden. Buiten Europa hebben 66 studenten een studie aan een partnerinstelling gevolgd, 63 een stage afgerond en één docent gastlessen verzorgd. Het Erasmus+ programma betreft in termen van subsidie (call ) een bedrag van Beurzen Aantal Bedrag in EUR IMF-beurzen kennisbeurzen VSB-beurzen In 2016 werden in totaal 148 toegekende IMF-beurzen uitbetaald voor een totaal toegekend bedrag van , ontvingen 51 studenten een kennisbeurs voor een totaal toegekend bedrag van en hebben zeven kandidaten een VSB-beurs ontvangen voor een totaal toegekend bedrag van Inkomende mobiliteit Exchange studenten Docenten In 2016 waren er 242 inkomende exchangestudenten voor studie aan een van de exchangeprogramma s die Inholland biedt en 29 docenten (individuele teaching staff uitwisselingen en deelname aan International Weeks). Stijging / Daling In vergelijking met is sprake van een stijging van 18% en 4% voor respectievelijk uitgaande en inkomende studentmobiliteit en een stijging van 50% en daling van 6% voor Pagina 20 van 97

25 respectievelijk uitgaande en inkomende docentmobiliteit. Het aantal uitgekeerde IMF beurzen steeg met 10%, het aantal toegekende kennisbeurzen steeg met 25%. Partnerinstellingen Het EU partnernetwerk bestaat uit 177 instellingen (t.o.v. 180 in ) en het non-eu netwerk uit 34 instellingen (t.o.v. 47 in ). Internationale opleidingen In werden zes internationale Engelstalige opleidingsprogramma s aangeboden: Aeronautical Engineering, International Business Innovation Studies, Mathematical Engineering, International Media and Entertainment Management, International Music Management, Tourism and Recreation Management Deze opleiding hadden samen een instroom van 415 studenten. Er werden in totaal 1780 studenten opgeleid aan deze opleidingen. Highlights uit drie domeinen Internationalisering bij Bachelor Medische Beeldvorming & Radiotherapeutische Technieken en Master Medical Imaging & Radiation Oncology MBRT/MIRO is sterk internationaal georiënteerd vanwege de toenemende snelheid en uitgebreidheid van de continue ontwikkeling binnen de betreffende werkvelden (radiologie, echografie, nucleaire geneeskunde en radiotherapie) en vanwege nieuwe technieken, optimalisatie van behandelingen e.d. Daarbij is er sprake van wijzigende samenstelling van de bevolking met een verschuiving in de verhouding ouderen - en jongeren en een toename van het aandeel nietwesterse allochtonen. Verder is er sprake van een toenemende toegankelijkheid tot mondiale bronnen, ideeën en ontwikkelingen op het terrein van medische beeldvorming en radiotherapie. Internationaal aanbod en exchange MBRT is actief in een Erasmus netwerk met 17 partners (ERG), MBRT is al jaren grootste zender en ontvanger van studenten MIRO organiseert verschillende internationaal georiënteerde hands-on courses op het gebied van radiotherapie Internationale samenwerking MBRT/MIRO is affilliate member van de EFRS (European federation of radiography societies) educational wing, participatie in MT hiervan MBRT/MIRO is mede auteur van EQF levels 6 en 7 voor radiographers in opdracht van EFRS Participatie in ECARRSA, internationale researchgroep radiographers Contact met Malta University en de daarop geïntensiveerde samenwerking moeten het op termijn mogelijk maken om het international cursusaanbod op het gebied van radiotherapie verder uit te breiden. Bezoek van Finse delegatie aan opleiding. Teruggevraagd om te presenteren bij congres Internationalisation@home Tweedejaars studenten zijn buddy-studenten voor incoming Erasmusstudenten MBRT Stimuleert bezoek aan internationale congressen, ieder jaar vertrekt een grote groep studenten naar ECR in Wenen (groot radiologiecongres) Verplicht Engelstalige literatuur die wordt verwerkt in projecten Wereldwijde netwerken bij Techniek, Ontwerpen & Informatica Het Domein TOI heeft een MoU ondertekend met een Braziliaanse Hogeschool (FATEC São José dos Campos) waarbij het composieten onderzoek leidend is. Bij verschillende Chinese Universiteiten zijn er workshops verzorgd door Inholland docenten: HEBUST (Hebei University of Science and Technology), HIT (Harbin Institute of Technology) en NPU (Northwestern Polytechnical University) (AE en Informatica). Het Build environment cluster is in oktober op werkweek in Harbin University of Commerce geweest. In februari heeft een groep studenten uit Harbin en Xi an bij Inholland een maatwerkprogramma gevolgd. Een bezoek aan CPUIT (Cape Peninsula University of Pagina 21 van 97

26 Technology, Cape Town) door drie MT-leden was het startpunt van een brede en strategische samenwerking. Europese subsidies voor Business, Finance & Law Het domein BFL heeft onder Erasmus+ KA107 subsidie ontvangen voor mobiliteit met partnerlanden (Rusland, Georgië en Oekraïne). Ook neemt het domein deel aan een project met Indonesië in het kader van capaciteitsopbouw. Dit project wordt tevens gefinancierd door de Europese Commissie Personeel In 2016 is het Strategisch Personeelsplan (SPP) vastgesteld. Dit plan vormt de strategische en agenderende leidraad voor ontwikkelingen op organisatorisch en personeelsgebied. Naast dit SPP blijft er onverminderd aandacht voor de professionalisering van het onderwijzend en ondersteunend personeel. Teamontwikkeling Er heeft een evaluatie van Pitstop, ondersteuning voor teamontwikkeling, plaatsgevonden. De uitkomsten zijn input geweest voor de vormgeving van het vervolg: Teamfocus. Onderscheidend is het verplichtende en resultaatgerichte karakter: teamontwikkeling is een continu proces waaraan door elk team voortdurend gewerkt moet worden. Dat wordt gedaan door elk team input te geven op een aantal indicatoren: NSE, MTO, aantal langstudeerders e.d. Vervolgens gaat elk team aan de slag met een teamscan die inzicht geeft in de ontwikkelpunten van een team. De scores op de indicatoren en de teamscan zijn input voor een door het team op te stellen verbeterplan. In het verbeterplan staat duidelijk wat de acties binnen het team zijn en welke resultaten daaraan gekoppeld worden. Eind 2015 is deze werkwijze gestart met zes onderwijsteams. Vervolgens is de werkwijze verder aangescherpt en vanaf de zomer 2016 is elk domein gevraagd twee teams aan te leveren. Sinds september 2016 zijn er negen teams aangemeld. Inholland heeft circa 70 onderwijsteams. Onderwijsleiderschapstrajecten Eén van de speerpunten in het professionaliseringsplan is leiderschapsontwikkeling. In het plan wordt onze visie op leiderschap beschreven en wordt het vier R-en model (richting, ruimte, resultaat, rekenschap) gevolgd zoals dat in het Instellingsplan is genoemd. Besloten is om het huidige leiderschapstraject jaarlijks te starten voor nieuwe teamleiders in het onderwijs en de ondersteuning; deze is met 14 teamleiders weer gestart in september De leergang is aangepast aan het Instellingsplan en de recente ontwikkelingen. In 2016 is gestart met de Management Dilemma s voor teamleiders. Deze worden eens per twee maanden georganiseerd, een dagdeel in de noordelijke regio en een dagdeel in de zuidelijke regio. In 2016 hebben deze plaatsgevonden in mei, oktober en december. De insteek is de problematiek en dilemma s die de teamleiders inbrengen. In Management Dilemma s biedt Inholland teamleiders een platform om hun dilemma's concreet en tastbaar te maken en elkaar ruggensteun te bieden hoe hiermee omgegaan kan worden. Dat wordt gedaan langs hele praktische werkvormen en er wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring van collega s. De overige producten en instrumenten die in het professionaliseringsplan genoemd staan worden de komende jaren vormgegeven en georganiseerd. Basis Kwalificatie Examinering (BKE)/Senior Kwalificatie Examinering (SKE) Alle docenten die eindverantwoordelijk zijn voor één of meer fasen van de toetscyclus werken aan de BKE certificering. Docenten die een rol hebben in toetsbeleid, ontwikkeling of in het begeleiden van collega s bij het maken van toetsen volgen aansluitend de SKE. In 2016 zijn de BKE en de SKE reguliere onderdelen van het professionaliseringsaanbod geworden. Pagina 22 van 97

27 Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheden (BDB) De BDB behoort in 2016 tot het reguliere aanbod voor zowel nieuwe als zittende docenten zonder didactische bekwaamheid. Per september 2016 wordt de BDB voor nieuwe docenten uitgevoerd door het domein O&I in samenwerking met een externe partij. De BDB is doorontwikkeld tot een blended leertraject (combinatie van face to face en ondersteuning door een digitale leeromgeving). Hiermee is de BDB voor docenten een goed voorbeeld hoe ict ondersteunend is aan het onderwijs. Ook is de werkplekbegeleider geïntroduceerd. Hiermee wil Inholland de aansluiting tussen het traject en de werkplek verstevigen. Een ander effect dat wordt beoogd is het vergroten van de betrokkenheid van de opleiding bij de BDB. Gezondheid Vitaliteit Inholland organiseert in schooljaar drie vitaliteitsdagen, die op alle locaties in het teken staan van gezond werken en leven. Op 4 oktober 2016 heeft een succesvolle eerste vitaliteitsdag op alle Inholland vestigingen plaatsgevonden. Naast de mogelijkheid tot een sportieve inzet van de medewerkers op fietssimulatoren en tijdens lunchwandelingen, zijn ook veel van de aangeboden workshops druk bezocht. In totaal hebben 177 medewerkers meegedaan aan meerdere workshops en lunchwandelingen en 140 medewerkers hebben gebruik gemaakt van de fiets-simulator. De workshops gaven een impressie van de inhoud van diverse (groeps)trainingen die aangeboden worden in de Livvit gids van het Zilveren Kruis, bijvoorbeeld over mindfulness en een gezonde balans tussen werk en privé. Ook hebben 58 collega s zich opgegeven voor een in het kader van vitaliteit aangeboden loopbaanassessment. Ziekteverzuim Op het terrein van verzuim zijn door Inholland een aantal initiatieven genomen om het ziekteverzuim structureel naar beneden te krijgen, waaronder een pilot bij het domein CRB (ziekteverzuim van 8,4% naar 4%). Het ziekteverzuim is permanent een gespreksonderwerp met de directeuren en stafhoofden. Het verzuim is in 2016 wederom afgenomen. Verzuim%* Ziekteverzuim 5,5 5,9 5,6 5,4 4,6 * Betreft het gewogen ziekteverzuim over het gehele kalenderjaar. Personele samenstelling Aantal contracten voltijd/deeltijd en verhouding bepaalde en onbepaalde tijd. In onderstaande tabellen worden de fte s en aantallen contracten op peildatum 31 december 2016 weergegeven: Naar man/vrouw en fte/aantal FTE Man FTE Vrouw FTE M+V FTE M+V Aantal Man Aantal Vrouw Aantal M+V Aantal M+V Deeltijd Voltijd Omvang Dienstverband AOK Aard van dienstverbanden Onbepaalde Tijd Bepaalde Tijd Bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd Totaal Tijdelijke uitbreiding * Stagiair * Wordt niet meegenomen in totaal aard dienstverbanden, omdat dit een uitbreiding is op de AOK van de medewerker Pagina 23 van 97

28 In onderstaande tabel wordt de totale personeelsformatie (fte), gesplitst naar onderwijzend personeel en ondersteunend personeel op peildatum 31 december 2016 zichtbaar: Onderwijs Ondersteuning Totaal Onderwijzend personeel Ondersteunend en Beheerspersoneel Begroot Mochten externe of interne ontwikkelingen onverhoopt leiden tot een ontslag dan wordt een zo zorgvuldig mogelijk traject doorlopen met de betreffende medewerker en indien nodig vakorganisaties en/of medezeggenschap. Vanuit de stafdienst HRM wordt het gehele traject van werving tot pensioen bewaakt, waarbij ook aandacht is voor de periode na ontslag. Het beleid van Inholland is er op gericht om zoveel mogelijk medewerkers van werk naar werk te begeleiden. Dit is in het kader van goed werkgeverschap en bovendien wordt hiermee het aantal uitkeringen zoveel mogelijk beperkt Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement Inholland is een open organisatie, onderdeel van het maatschappelijke bestel en graag bereid om verantwoording af te leggen over de realisatie van de doelstellingen. De beheersorganisatie waarborgt de kwaliteit van deze verantwoording. Het management control systeem van Inholland heeft tot doel het mede inrichten en verbeteren van de beheersorganisatie. Concrete beheersingsmaatregelen worden vormgegeven en onderbouwd vanuit de risico s die worden onderkend bij de realisatie van de doelstellingen en belangrijke interne en externe veranderingen. Hieraan wordt geregeld aandacht gegeven binnen de planning- en control cyclus. De beheersorganisatie is er op gericht de doelstellingen van de organisatie effectief en efficiënt te bereiken. Concreet waarborgt het onder meer een doelmatige en doeltreffende besteding van de van rijkswege ontvangen vergoedingen, ontvangen subsidies en de ontvangen collegegelden. Een ondersteunend systeem van risicomanagement maakt deel uit van het management control systeem. Planning- en controlsystematiek Inholland werkt met een meerjarig Instellingsplan waarvan de voortgang wordt bewaakt. In 2016 is een nieuw Instellingsplan Durf te leren vastgesteld voor de komende jaren. Voor ieder collegejaar wordt in het verlengde van het Instellingsplan een jaarplan vastgesteld. Het jaarplan bestaat uit een begroting en de plannen van de organisatorische eenheden - domeinen en staven - waarin concrete en meetbare (onderwijs-)doelstellingen zijn vastgelegd. De doelstellingen zijn per domein opgenomen in dashboards. De voortgang wordt door middel van deze dashboards gevolgd. Omdat een aantal indicatoren slechts op jaarbasis gemeten worden, zijn deze indicatoren doorvertaald naar indicatoren met een kortere cyclus waarop eenvoudiger tussentijds de vorderingen zichtbaar gemaakt worden. De realisatie van de doelstellingen wordt per triaal besproken in triaalgesprekken tussen het College van Bestuur en directeuren en stafhoofden. Het College van Bestuur bespreekt deze rapportages eveneens met de Raad van Toezicht. De administratieve organisatie borgt daarbij de doelmatigheid en rechtmatigheid van de inzet van de (financiële) middelen. Scheiding publiek en privaat Inholland heeft in overeenstemming met wet- en regelgeving een scheiding aangebracht tussen de publieke en de private activiteiten. De private activiteiten worden uitgevoerd door de werkmaatschappijen van Holding Inholland B.V. De planning- en control systematiek voor de Holding Inholland B.V. is gelijk aan die van Inholland. In de jaarrekening van de Stichting zijn zowel de Pagina 24 van 97

29 enkelvoudige cijfers (zonder privaat) en de geconsolideerde cijfers ( publiek en privaat) opgenomen. Inholland heeft geen onderwijsprogramma s uitbesteed aan private organisaties. Risicomanagement Analyses op hogeschoolbrede risico s zoals financiële risico s, risico s op het gebied van organisatie en sociale veiligheid, risico s op het gebied van wet- en regelgeving worden geïntegreerd in een risicorapportage. Het College van Bestuur rapporteert over de interne risicobeheersing en controlesystemen aan de Raad van Toezicht, via haar Auditcommissie. Inholland heeft het risicomanagementproces tevens geïntegreerd in de planning- en control systematiek. In de jaarplannen is een risicoanalyse opgenomen en de directeuren rapporteren per triaal over de risico s en beheersmaatregelen aan het College van Bestuur. Aanscherping van de verbeterinitiatieven wordt in de triaalgesprekken besproken Financiële kerngegevens Verhouding publiek/private inkomsten Inholland is een publieke onderwijsinstelling en is daarmee grotendeels afhankelijk van bekostiging door de overheid. Wij streven ernaar voor ons onderzoek en delen van het onderwijs externe middelen aan te trekken uit private en semi-private bronnen, door in te zetten op triple helix samenwerking. Een deel van de middelen die hiermee worden aangetrokken betreffen in-natura bijdragen. De omzet van Inholland is ten opzichte van 2015 gedaald. bedrag x Werkelijk 2016 EUR % van de omzet 2016 Werkelijk 2015 EUR % van de omzet 2015 Rijksbekostiging % % Collegegelden 49 22% 51 22% Overige omzet 15 6% 13 5% Totaal omzet % % Solvabiliteit Inholland streeft, net als het ministerie van OCW, naar een solvabiliteit van minimaal 30%. De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 45,9%. Dit solvabiliteitspercentage is gebaseerd op de geconsolideerde cijfers per ultimo Pagina 25 van 97

30 De financiële verantwoording In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste kerncijfers opgenomen waarbij als vergelijking de cijfers opgenomen zijn zoals deze waren vastgelegd in de begroting voor het jaar 2016 en de werkelijke cijfers van 2015: Werkelijk 2016 Begroot Werkelijk 2015 Totaal activa (in ) Totale omzet (in ) Totale bekostiging in % van de omzet 71,8% 71,7% 72,7% Solvabiliteit 45,9% 47,0% 45,4% Totale Investeringen in boekjaar (in ) 17,3 23,4 5,7 Totaal aantal studenten Gemiddelde lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten per interne fte Totale ratio intern fte personeel / studenten 1:14,5 1:14,4 1:16, Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar In onderstaand overzicht is het verkorte geconsolideerde kasstroomoverzicht opgenomen Bedrag x Realisatie Realisatie Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen Pagina 26 van 97

31 Realisatie 2016 Realisatie 2015 toelichting x x Activa Vaste activa Vorderingen (a) Effecten (b) 0 0 Liquide middelen (b) Passiva Eigen vermogen (c) Minderheidsbelang derden Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden (d) (e) Kerncijfers Current ratio (a+b)/(d) 1,37 1,53 Solvabiliteit (c ) / (e) 45,9% 45,4% Werkkapitaal (a+ b) (d) Current ratio De current ratio is gedaald wat betekent dat de liquiditeit van Inholland lager is ten opzichte van vorig jaar. Hiermee wordt de mate aangegeven waarin de verschaffers van het kort vreemd vermogen uit de vlottende activa kunnen worden betaald. Solvabiliteit De solvabiliteit ad 45,9% blijft boven de norm van het ministerie van OCW van 30%. Werkkapitaal Door het plegen van diverse investeringen is het werkkapitaal gedaald ten opzichte van Onderstaand is de geconsolideerde staat van baten en lasten samengevat. Pagina 27 van 97

32 Realisatie Begroting Realisatie x x x Baten Rijksbijdragen Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden College-, cursus-,les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Intern budget Totaal baten Lasten Personeels lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo Baten & Lasten (2.862) (6.277) Financiële baten en lasten (1.276) (1.672) (1.111) Resultaat (4.138) (7.949) Belastingen (197) 0 (129) Resultaat Deelneming Resultaat na belastingen (4.335) (7.949) Resultaat aandeel van derden (305) 0 (165) Nettoresultaat (4.640) (7.949) Buitengewoon resultaat Totaal resultaat (4.640) (7.949) Het resultaat ten opzichte van de begroting is 3,3 mln. hoger. De rijksbijdragen zijn lager dan in 2015 door een lager aantal studenten (t-2 effect). Ten opzichte van de begroting zijn de rijksbijdragen circa 3,0 mln. hoger. Dit wordt verklaard door een additionele bijdrage ter compensatie van de stijgende loonkosten en de korting op het macrobudget. De collegegelden zijn gedaald ten opzichte van 2015 door afname van het aantal studenten. De personele lasten zijn 4 mln. hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door extra loonkosten vanuit het loonruimteakkoord en de inzet van externe medewerkers voor diverse projecten. Pagina 28 van 97

33 Door het uitblijven van investeringen liggen de afschrijvingen lager dan begroot en zijn tevens lager ten opzichte van Bovendien liep de afschrijvingstermijn voor veel activa af. Een deel van de uitgebleven investeringen worden begin 2017 gerealiseerd. Hieronder een overzicht van het resultaat over 2016 exclusief de incidentele baten en lasten. Bedragen x Bijzondere posten in het resultaat Realisatie Begroot Realisatie Resultaat Jaarrekening Vorming reservering Composietenlab Vorming reservering bouwkundige aanpassingen brandveiligheid Vrijval reorganisatievoorziening Eindafrekening overname PABO Dordrecht / Hogeschool Rotterdam Schattingswijziging WW/BW-voorziening Vorming voorziening WW/BW SOP Vorming reservering / voorziening WW/BW VSO's Resultaat aangepast voor bijzondere posten Continuïteitsparagraaf De continuïteitsparagraaf geeft inzicht in het gevoerde en toekomstige beleid en de gevolgen daarvan voor de financiële positie. Hogeschool Inholland stelt elk jaar een meerjarenprognose op waarmee de organisatie inzicht krijgt in het te verwachten exploitatieresultaat in de komende jaren en de ontwikkeling van de vermogenspositie. De meerjarenprognose maakt deel uit van de P&C cyclus van Hogeschool Inholland. De Raad van Toezicht heeft de begroting 2017 en de meerjarenraming vastgesteld. De continuïteitsparagraaf is opgebouwd uit de Gegevensset (A) en de Overige Rapportages (B). A. Gegevensset De meerjarenprognose is gebaseerd op de standaardindeling van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De meerjarenbegroting gaat uit van de werkelijke geconsolideerde balansposities ultimo 2016 en het werkelijke resultaatoverzicht over In de gegevensset wordt uitgegaan van de geconsolideerde cijfers van Hogeschool Inholland waarbij voor de komende jaren ( ) de balansposities en het resultaatoverzicht van de Holding BV in dezelfde lijn als in 2016 zijn meegenomen. De Raad van Toezicht heeft de enkelvoudige cijfers goedgekeurd in haar vergadering van februari Pagina 29 van 97

34 A1. Kengetallen Kengetal T-1 Realisatie T+1 T+2 T+3 T+4 T+5 T Personele bezetting in FTE Bestuur / management * Onderwijzend personeel (OP) Ondersteunend personeel (OOP) Aantal inschrijvingen van studenten Onderwijzendpersoneel/Totaal 62% 63% 62% 61% 62% 62% 63% 63% * College van Bestuur, domeinen directeuren en stafhoofden Toelichting op de kengetallen: De OP-formatie is op basis van een ratio afhankelijk van de omvang van de bekostigde studenten populatie bepaald. Inholland heeft de afgelopen jaren extra investeringen gerealiseerd voor de onderwijskwaliteit. De extra uitgaven komen, vooruitlopend op de opbrengsten van het studievoorschot vanaf 2018, ten goede aan het onderzoek en onderwijs. De impuls in het onderwijs is terug te vinden in de verhoging van de docent/student ratio (reeds ingezet in 2015) en de intensievere begeleiding van studenten in verband met de beoogde verbetering van het studiesucces en vermindering van het aantal langstudeerders. Voor 2018 wordt een kleine daling van het aantal bekostigde inschrijvingen voorzien. Hierdoor is in 2017 en 2018 een daling van het OP opgenomen. Dit zijn de enige jaren waarin het OP daalt. In de overige jaren neemt het OP toe. De afname in 2017 en 2018 zal door middel van natuurlijk verloop gerealiseerd moeten worden waarbij dit niet ten laste van de kwaliteit van het onderwijs moet gaan. De in 2017 formatie OOP, bestaande uit begrote formatie OOP van 680 fte en werkelijke formatie OOP 2016 van 12 fte voor Holding BV, is in de daar op volgende jaren vooralsnog constant gehouden. Inholland streeft een gezonde verhouding van het OP:OOP na. Mede door het niet laten groeien van de OOP formatie ontwikkelt de verhouding OP:OOP zich positief van 62% OP in 2015 tot 63% in Inholland verwacht de komende jaren een jaarlijks langzame groei in de instroom van studenten. De studentenpopulatie in het eerste studiejaar neemt hierdoor jaarlijks toe. Echter in de hogere studiejaren bevinden zich cohorten met een groter volume aan studenten die komende jaren uitstromen. Hierdoor laat de totale populatie een jaarlijkse afname zien tot en met het jaar Hierdoor wordt vanaf 2020 pas het positieve effect van de langzame groei zichtbaar in de totale populatie. Pagina 30 van 97

35 A2. Balans (geconsolideerd) BALANS T-1 Realisatie T+1 T+2 T+3 T+4 T+5 T+6 (bedragen x 1.000) ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële VA Materiële VA * Financiële VA TOTAAL VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen (a) Liquide Middelen (b) TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) TOTAAL EIGEN VERMOGEN (c) VOORZIENINGEN (d) LANGLOPENDE SCHULDEN KORTLOPENDE SCHULDEN (e) TOTAAL PASSIVA (f) * Het vraagstuk rondom de herhuisvesting in Amsterdam bevindt zich nog in een verkende fase. Derhalve is dit niet verwerkt in de meerjarenprognose. Plannen ten aanzien van nieuw- of verbouw zullen zorgvuldig worden afgewogen, waarbij de meest actuele trends in het hoger onderwijs worden meegenomen. FINANCIELE KENGETALLEN Gemiddelde T-1 Realisatie T+1 T+2 T+3 T+4 T+5 T+6 HBO Solvabiliteit I 46% 46% 46% 45% 47% 48% 50% 51% 53% Solvabiliteit II 52% 54% 54% 52% 53% 53% 53% 54% 56% Liquiditeit (current ratio) 1,10 1,53 1,37 1,24 1,29 1,29 1,30 1,37 1,47 Rentabiliteit 6,00 7,41-2,05-3,99 1,01-0,09-0,14 2,05 2,92 Debt Service Coverage * 5,47 2,04 1,81 3,60 3,21 3,59 4,71 2,56 * o.b.v. enkelvoudige cijfers Toelichting op de balans: De materiele vaste activa nemen af doordat de reguliere investeringen zich de afgelopen jaren ruim onder het niveau van een ideaal complex bevonden en anderzijds liep de afschrijvingstermijn voor veel activa af. De vorderingen blijven op een constant niveau rond de 25 mln. Dit betreffen voornamelijk studentdebiteuren door de vorderingen op collegegelden bij het maandelijks betalen in termijnen en is tevens afhankelijk van de studentenaantallen. Gezien het ruim aanwezige eigen vermogen biedt dit mogelijkheden om meer middelen in het onderwijs te investeren wat in de bedrijfsvoering leidt tot een negatief resultaat in Deze bewuste keuze is afgestemd met stakeholders. De voorzieningen dalen door de onttrekking van de WW- en BW voorziening. De langlopende schulden nemen af doordat er jaarlijks op de langlopende leningen afgelost wordt. Deze leningen zijn in de MJP niet opgenomen als herfinanciering aangezien de resterende liquide middelen afdoende zijn. De kortlopende schulden bestaan uit vele kleine posten zoals de crediteuren en verplichtingen vanuit belastingen, maar het grootste onderdeel wordt gevormd vanuit de vooruit ontvangen collegegelden. Pagina 31 van 97

36 A3. Staat/raming van baten en lasten (geconsolideerd) EXPLOITATIE T-1 Realisatie T+1 T+2 T+3 T+4 T+5 T+6 (bedragen x 1.000) BATEN Rijksbijdragen Rijksbijdragen (vanuit w et Studievoorschot) Collegegelden Baten w erk i.o.v. derden Overige baten TOTAAL BATEN LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen* Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële baten en lasten Saldo buitengew one baten en lasten TOTAAL RESULTAAT * Het vraagstuk rondom de herhuisvesting in Amsterdam bevindt zich nog in een verkennende fase. Derhalve is dit niet verwerkt in de meerjarenprognose. Plannen ten aanzien van nieuw- of verbouw zullen zorgvuldig worden afgewogen, waarbij de meest actuele trends in het hoger onderwijs worden meegenomen. De meerjarenraming laat in 2017 een geconsolideerd resultaat zien van 8,6 miljoen negatief. Dit is het gevolg van een bewuste keuze om extra te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Dit is afgestemd met de stakeholders. De rijksbijdrage, exclusief de middelen uit het studievoorschot, is dalende van 166 mln. in 2016 tot het laagste niveau van 150 mln. in 2020 bereikt is. Vanaf 2021 stijgt de rijksbijdrage weer. In 2017 is rekening gehouden met een derving in verband met het niet behalen van de rendementsdoelstelling uit de prestatieafspraken ten bedrage van -/- 1,75 mln. Vanaf 2018 is het effect van het studievoorschot zichtbaar. Deze opbrengsten lopen op van 6,4 mln. in 2018 tot 16,5 mln. in De effecten zijn berekend op basis van de verwachtingen van de Vereniging Hogescholen. Hierbij wordt het procentuele aandeel dat Inholland heeft in de totale rijksbijdrage voor het HO afgezet tegenover de raming van de Vereniging Hogescholen voor het studievoorschot in het HO om zo het Inholland deel te berekenen. De collegegelden houden gelijke tred met de ontwikkeling van de studentenaantallen. De loonkosten zijn gerelateerd aan de omvang van de formatie. De OP formatie neemt door een daling van de bekostigde inschrijvingen in 2018 af met 48 fte. Hierdoor dalen de personele lasten. Tevens nemen de strategische beleids- en projectgelden af in 2018 met als gevolg dat de personele lasten ook afnemen. De afschrijvingen worden mede bepaald door toekomstige investeringen. De meerjarenprognose geeft inzicht in hoe beleidskeuzes uit voorgaande jaren doorwerken in de toekomstige financiële positie. Aangezien de praktijk weerbarstig is, zal de realisatie van de meerjarenprognose altijd afwijken. De meerjarenprognose gaat uit van ongoing business. Toekomstige, nog niet genomen, strategische keuzes waaronder nieuwbouw zijn niet in dit model verwerkt. De meerjarenprognose draagt bij aan het maken van afwegingen omtrent de wenselijkheid van nieuw of aangepast beleid ten behoeve van de financiële gezondheid van de hogeschool. Voorafgaand aan strategische keuzes zullen verschillende impact berekeningen gemaakt worden. Aangezien de instroom van studenten een belangrijke maar tevens een onzekere factor is, zijn er in de meerjarenprognose meerdere scenario s uitgewerkt. Deze scenario s geven op basis van de verwachte instroom groei of daling een doorrekening van de mogelijke financiële gevolgen, inclusief een beeld van verwachte gevolgen voor de personele ontwikkeling. Daarbij zijn de benodigde maatregelen bij de door het bestuur geconstateerde risico s en onzekerheden opgenomen. Pagina 32 van 97

37 B1. Aanwezigheid van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Analyses van hogeschoolbrede risico s zoals financiële risico s, risico s op het gebied van organisatie en sociale veiligheid, risico s op het gebied van wet- en regelgeving worden geïntegreerd in een risicorapportage. Het College van Bestuur rapporteert over de interne risicobeheersing en controlesystemen aan de Raad van Toezicht en zijn Auditcommissie. Inholland heeft het risicomanagementproces tevens geïntegreerd in de planning- en control systematiek. In de jaarplannen is een risicoanalyse opgenomen en de directeuren rapporteren per triaal over de risico s en beheersmaatregelen aan het College van Bestuur. B2. Risico s en onzekerheden Het risicomanagementsysteem van Inholland is onderdeel van de planning & control-cyclus (P&C). Dat betekent dat in de planning nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de risico s die het realiseren van de plannen en doelstellingen in gevaar zouden kunnen brengen. Deze risico s kunnen afkomstig zijn van zowel externe als interne ontwikkelingen. Dit gebeurt in de jaarplannen van de domeinen en staven, maar ook in, daarvan afgeleide, team-, opleidings- en projectplannen. Indien noodzakelijk en mogelijk worden mitigerende maatregelen getroffen om de kans of de impact van het optreden van een risico te verkleinen. Vervolgens wordt in de verantwoording over de realisatie van de plannen, de triaalrapportage, wederom stilgestaan bij de risico s. Risicobereidheid Het imago van Inholland is nog altijd kwetsbaar. Negatieve publiciteit kan dat broze imago verder aantasten, hetgeen kan leiden tot een dalende studenteninstroom. Een dergelijk risico is zeer ongewenst. Op risico s die het imago kunnen schaden, zoals fraude, een lage score op NSE of kwaliteit van het onderwijs wordt daarom actief gestuurd om het risico te voorkomen en beleid ingezet om de tevredenheid en de kwaliteit te verbeteren. Tegelijkertijd is het van belang dat Inholland een duidelijk en herkenbaar profiel uitdraagt dat studenten aantrekt en medewerkers bindt. Dit doen wij via profilering op de thema s gezond, duurzaam en creatief, inzetten op diversiteit en werken vanuit een randstedelijk perspectief. In het Instellingsplan en in de jaarplannen van de domeinen en staven is dit nader uitgewerkt. Het maken van keuzes ten aanzien van de koers van de organisatie brengt per definitie risico s mee. Wij geloven in de uitgezette koers en zien deze koers als belangrijke beheersmaatregel op het risico op een dalende studenteninstroom. Mede op basis van bovengenoemde ontwikkelingen zijn onderstaande risico s en bijbehorende maatregelen in kaart gebracht: Studentenaantallen/instroom In 2016 is de instroom gestabiliseerd. De ontwikkeling per opleiding is divers. Bij sommige opleidingen is groei noodzakelijk om kostendekkend en hoogwaardig onderwijs te kunnen verzorgen, dan wel overdracht of afbouw. Gebeurtenissen die in de pers komen kunnen het imago van Inholland beschadigen, met negatieve effecten op de studentenaantallen (instroom) en docenten. In de begroting 2017 zijn middelen gereserveerd voor instroom bevorderende activiteiten. In het Instellingsplan zijn focuspunten benoemd waarop gestuurd wordt en rekenschap wordt afgelegd ter versterking van het imago door boeien en binden. Kwaliteit personeel / medewerkerstevredenheid werkdruk Het risico op dalende prestaties van docenten als gevolg van de ervaren werkdruk, met als gevolg een hoog ziekteverzuim, hoger verloop en lagere studenttevredenheid. Via teamontwikkeling en professionalisering geeft Inholland invulling aan het beleid om de werkdruk te verminderen en de docenten de ondersteuning te geven die nodig is voor het uitvoeren van hun taak. Innovatiekracht Het risico dat de organisatie niet in staat is om de hoeveelheid noodzakelijke verbeterprojecten tijdig uit te voeren, met als gevolg een vertraging in de verbetering van kwaliteit en tevredenheid. Mede vanwege dit risico is een deel van de beleidsgelden in de begroting gedecentraliseerd, zodat domeinen in een eerder stadium weten over welke middelen zij beschikken en hoe zij deze zo effectief mogelijk kunnen inzetten. Projecten zullen vanaf de start worden gemonitord, zodat kan worden Pagina 33 van 97

38 bijgestuurd als een project uit de planning loopt. Bij onderwijsinstellingsbrede projecten is de regie centraal belegd. Informatievoorziening Het risico dat als gevolg van vertraging van het project BI Next Level, belangrijke informatie niet of niet tijdig voorhanden is. Tijdige beschikbaarheid van informatie is van groot belang voor de besluitvorming en sturing binnen de organisatie. Het project heeft als doel om de ontsluiting te verbeteren. In de transitiefase zal worden geborgd dat oude systemen blijven gehandhaafd totdat onomstotelijk vaststaat dat de nieuwe systemen stabiel en betrouwbaar zijn. (Informatie)veiligheid Het risico op issues ten aanzien van (informatie)veiligheid en privacy. Vanuit ict worden diverse maatregelen getroffen om de kwaliteit van de informatiebeveiliging te borgen, bijvoorbeeld het project Zorgvuldig en veilig toetsen (ZVT) Studenten De ontwikkeling van de studentenaantallen in het afgelopen jaar is als volgt: Studentenaantal per 1 oktober 2015 (peildatum) Studentenaantal per 1 oktober 2016 (peildatum) Voor de verdeling van deze aantallen wordt verwezen naar onderstaande tabellen. Het gaat hierbij om de inschrijvingen per peildatum 1 oktober, weergegeven per domein en vestiging. De gebruikte terminologie: Een inschrijving (van een student op een opleiding) is een registratie waarvoor geldt dat op de wettelijke peildatum aantoonbaar aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan. De hier gepresenteerde aantallen zijn gebaseerd op de interne registraties van Inholland (in PeopleSoft en Infofinder), vastgelegd in een fotobestand uit december Voor landelijke overzichten van inschrijvingen bij hbo-instellingen gelden vaak iets afwijkende definities, waardoor andere aantallen worden weergegeven. Deze zijn op de website van de Vereniging Hogescholen gepubliceerd en daar terug te vinden met bijbehorende definities. De Inhollandpopulatie bestaat uit Bachelor-, Associate Degree en Masterstudenten. Cursisten en exchange-studenten uit het buitenland worden niet als inschrijving meegerekend. Bij het overzicht Inschrijvingen wordt het totaal aan nieuwe inschrijvingen en herinschrijvingen opgenomen. Nieuwe inschrijvingen zijn inschrijvingen waarvoor geldt dat de student in het vorig studiejaar niet voor dezelfde opleiding ingeschreven stond bij Inholland. Een student is een herinschrijver als deze in het vorige studiejaar bij dezelfde opleiding stond ingeschreven. De aantallen zijn ingedeeld naar de verschillende domeinen en daarna naar vestigingen van Inholland, waarbij Verloskunde als samenwerkingsinstituut met het VUmc apart genoemd wordt. Voor aanvullende informatie over onderstaande getallen wordt verwezen naar paragraaf Pagina 34 van 97

39 Inschrijvingen per domein Ad/Bachelors per domein Peildatum Peildatum Agri, Food en Life Sciences Business, Finance & Law Creative Business Gezondheid, Sport en Welzijn Onderwijs en Innovatie Techniek, Ontwerpen en Informatica Verloskunde Subtotaal Inholland Ad/Bachelors Masters per domein Gezondheid, Sport en Welzijn Onderwijs en Innovatie Subtotaal Inholland Masters Totaal Inholland Bachelors+Masters Inschrijvingen per vestiging en totaal Per vestiging Inholland Peildatum Peildatum Alkmaar Amsterdam (incl. Amstelveen en Diemen, excl. AVAG) Delft Den Haag Dordrecht Haarlem Rotterdam AVAG (Amsterdam en Groningen) Totaal Inholland Bachelors + Masters Instroom 2016 nader bekeken Het aantal nieuwe inschrijvingen (7.930) is iets gedaald ten opzichte van vorig jaar met als voornaamste oorzaak de februari doorstroom. Bij deze telling worden omzwaaiers (degenen die vorig jaar al bij Inholland studeerden maar van opleiding zijn geswitched) meegenomen als nieuwe inschrijving, omdat ze nieuw zijn op opleidingsniveau. Pagina 35 van 97

40 Nieuwe inschrijvingen Peildatum Peildatum Eerstejaars inschrijvingen (incl. omzwaaiers) Hogerejaars inschrijvingen (incl. omzwaaiers) Februari doorstroom Totaal nieuwe inschrijvingen De totale populatie daalde in 2016 met 3,8% naar een kleine studenten. De instroomdaling van de afgelopen jaren werkt nog steeds in de hogere jaren door, maar bij de eerstejaars is per oktober 2016 weer een kleine stijging te zien (0,8%). Met name de groep studenten die niet eerder in het hoger onderwijs stond ingeschreven is groter dan vorig jaar (+2,4%, zie kengetallen Vereniging Hogescholen). De opleidingen MEM (opnieuw geaccrediteerd en positief beoordeeld), Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (vorig jaar fixus) en Leraar Basisonderwijs (extra toetsing niet meer zo n groot struikelblok) zorgden voor de grootste toename van eerstejaars. Door de normalisering van de februari-doorstroom is de totale instroom echter wat afgenomen. De hoge toestroom vlak vóór de invoering van het leenstelsel (september 2015) zorgde vorig jaar voor een extra hoog aantal februari doorstromers, waardoor te verwachten was dat er dit jaar een afname te zien zou zijn van dit deel van onze instroom. Opgave aantallen studenten en vergoedingen Profileringsfonds 2016 Aantal EER-studenten dat in 2016 een tegemoetkoming heeft ontvangen Sub-totaal van de in 2016 aan EERstudenten verstrekte vergoedingen Aantal niet-eerstudenten dat in 2016 een tegemoetkoming heeft ontvangen Sub-totaal van de in 2016 aan niet EER-studenten verstrekte vergoedingen Grand totaal van de in 2016 verstrekte vergoedingen Holding Inholland B.V. Realisatie 2016 X Realisatie 2015 X Eigen vermogen Balans totaal Totale omzet Resultaat Alle private activiteiten van Hogeschool Inholland zijn ondergebracht in de Holding Inholland B.V. Holding Inholland B.V.: heeft een private functie en beschikt over eigen, private middelen; Pagina 36 van 97

41 is maatschappelijk betrokken en speelt flexibel in op actuele ontwikkelingen in de samenleving en vertaalt deze naar activiteiten; versterkt de relatie met beroepenveld van Inholland; richt zich met Inholland Academy (Contractgroep Inholland) op niet door het rijk bekostigde activiteiten en speelt een rol op de markt van contractonderwijs; richt zich met Inholland Academy (Contractgroep Inholland) op het aanbieden van Leven Lang Leren voor studenten en alumni van Inholland en voor bedrijven in de regio; richt zich met HBO Services op bemiddeling, detachering en payrolling van docenten en ondersteuning voor Inholland en Inholland Academy. Holding Inholland B.V. bestaat uit Inholland Academy (Contractgroep Inholland), HBO Services, Inholland Zakelijke Dienstverlening en Inholland Select Studies. De afzonderlijke werkmaatschappijen hebben verschillende activiteiten en hierom ook ieder een eigen strategie om de uiteindelijke doelstellingen van de Holding te behalen. De kosten van de hogeschool worden bij de Holding tegen integrale kostprijzen in rekening gebracht De omzet van de Holding is in 2016 gestegen ten opzichte van Dit is gerealiseerd door een stijging in omzet bij HBO Services en bij Inholland Academy. De omzet van de overige werkmaatschappijen, Inholland Select Studies en Inholland Zakelijke Dienstverlening, is qua omzet niet materieel Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Per 1 september 2008 is de stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen opgericht. De Academie voor Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, Stichting KVV en Inholland nemen deel in AVAG. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor Ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, onder meer via het jaarverslag. De rijksbijdrage en collegegelden worden ontvangen bij Inholland en zijn als zodanig verwerkt in de baten. Het personeel is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord onder de loonkosten. Het saldo wordt verrekend met AVAG. In de exploitatie van Inholland is dit saldo resultaatneutraal verantwoord. Pagina 37 van 97

42 Realisatie 2016 Realisatie 2015 X X Baten Rijksbijdragen OC&W Collegegelden Overige baten 25 0 Totaal baten Lasten Personele lasten Overige instellingslasten Totaal lasten Te verrekenen met AVAG Treasurybeleid Hogeschool Inholland is een organisatie met taken die voornamelijk uit publieke middelen worden gefinancierd. De treasury-activiteiten worden afgestemd op dit gegeven en alle handelingen zijn zoveel mogelijk risicomijdend. Maatschappelijk verantwoord en duurzaamheid zijn belangrijk uitgangspunten met betrekking tot het beleid van Inholland. Treasury-activiteiten en alle overige handelingen binnen het treasury-beleid zullen aan deze uitgangspunten worden getoetst. Het Treasury-statuut geeft richting aan en randvoorwaarden voor de uitoefening van de treasurytaken. Het treasury-statuut is mede gebaseerd op de aanschrijving van de Minister van OCW, waarmee bedoeld wordt de meest recente regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, houdende regels voor onderwijsinstellingen omtrent het uitzetten van gelden, het aangaan van leningen en het aangaan van verbintenissen voor financiële derivaten. In deze regeling wordt een kader gesteld, waarbinnen de instellingen voor onderwijs en onderzoek hun financierings- en beleggingsbeleid zullen inrichten en organiseren. Een belangrijk uitgangspunt van deze regeling is het bevorderen en transparant maken van een solide beleggings- en beleningsbeleid, zonder de beschikkingsmacht van de door het ministerie van OCW bekostigde instellingen aan te tasten. Daarnaast schrijft de regeling voor om risicomijdend te beleggen; directe beleggingen in aandelen of daarvan afgeleide producten zijn daarom niet toegestaan. Uitgaande van het treasurystatuut wordt in het treasury-plan op jaarbasis de beoogde realisatie van de treasury-taken beschreven. In 2016 is binnen de kaders van het treasury-statuut frequent overleg gevoerd tussen het College van Bestuur en de treasurer. Besproken zijn onder andere de mogelijkheden binnen de financiële markten met betrekking tot de credit gelden van de Hogeschool Inholland, de financiering van huisvestingsplannen en de gevolgen van de omvang en samenstelling van de studentenpopulatie in samenhang met de gevolgen van het leenstelsel, alsmede het stabiel houden van de investeringen in de onderwijsfaciliteiten en het renterisico. In het afgelopen kalenderjaar is geheel conform deze uitgangspunten gehandeld. In het kader van de renterisico s heeft Hogeschool Inholland in het verleden een aantal producten afgesloten, waardoor structurele renterisico s tot en met 2013 voor ruim 50% waren afgedekt. Vanaf het kalenderjaar 2014 ligt dit percentage rond de 30%, waarna het in 2016 daalde tot onder de 25%. Aangezien de invulling van de huisvestingssituatie een belangrijk onderdeel is binnen de lange termijn financieringsbehoefte, heeft de vertraging met betrekking tot de concretisering van de plannen in de regio Groot Amsterdam invloed op de financieringsbehoefte. Mede hierdoor is de totale toekomstige Pagina 38 van 97

43 financieringsbehoefte nog niet bekend. De beheersing van het lange termijn renterisico hebben wij gekoppeld aan het vraagstuk van de totale financieringsbehoefte. Op de korte termijn is de rentestand ruim onder de gehanteerde rekenrente. Inholland heeft geen contractuele verplichtingen tot kasstortingen met de banken ter garantstelling bij negatieve waardes. Op balansdatum 31 december 2016 bedroeg de solvabiliteitsmarge op basis van de enkelvoudige cijfers 46,7% en ligt deze boven de doelstelling van het Ministerie van OCW van 30%. Inholland heeft de Debt Service Coverage Ratio berekend volgens de door de banken/financiële instellingen waar Inholland zaken mee doet. Onder Debt Service Coverage Ratio wordt verstaan: EBITDA van het afgesloten boekjaar/ jaarlijkse bruto rentelasten plus aflossingen in het afgesloten boekjaar. Met EBITDA wordt bedoeld: nettowinst, gecorrigeerd voor (i) aandeel resultaat derden, (ii) resultaat deelnemingen, (iii) belastingen, (iv) bijzondere lasten/baten (inclusief eventuele resultaten uit hoofde van de verkoop van onroerende zaken, (v) het netto resultaat uit financiële lasten en financiële baten, (vi) afschrijvingen en (vii) jaarlijkse verplichtingen van de operationele lease. Onder aflossingen wordt verstaan: aflossingen van alle rentedragende schulden, waaronder begrepen betaalde termijnen uit hoofde van operationele lease. Op balansdatum 31 december 2016 bedroeg de Debt Service Coverage Ratio 2,04 waarmee deze ruim hoger ligt dan de door de banken/financiële instellingen voor 2016 vastgestelde norm. DSCR per 31 december 2016 (gebaseerd op enkelvoudige cijfers) 2016 Realisatie Norm Debt service coverage ratio Rabobank 2,04 0,9 Debt service coverage ratio BNG 2,04 1, Notitie Helderheid Uitbesteding van onderwijs aan bekostigde hogeschool In 2016 heeft geen uitbesteding van onderwijs aan een bekostigde hogeschool plaatsgevonden. Uitbesteding van onderwijs aan een private entiteit In 2016 heeft geen uitbesteding van onderwijs aan een private entiteit plaatsgevonden. Uitwisselingsovereenkomsten buitenlandse instellingen Hogeschool Inholland heeft in het collegejaar met 211 buitenlandse partnerinstellingen bilaterale samenwerkingsovereenkomsten getekend. In het betreffende collegejaar hebben 242 buitenlandse studenten bij Inholland les gevolgd. Daarnaast hebben 447 studenten les gevolgd aan een van de buitenlandse partnerinstellingen. Pagina 39 van 97

44 Maatwerktrajecten Inholland heeft met de volgende bedrijven maatwerktrajecten afgesloten. Het aantal daarbij betrokken studenten in het collegejaar en is vermeld. Naam bedrijf Naam opleiding Aantal studenten Aantal studenten Albert Heijn Small Business and Retail Management 3 3 Slagerij J.J.W. van Schip Small Business and Retail Management 1 1 Totaal Tot slot Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur in haar vergadering van 30 maart 2017 en goedgekeurd door de Raad van Toezicht in haar vergadering van 11 mei College van Bestuur Inholland Mw. drs. G.M.C. de Ranitz, voorzitter Drs. H. de Deugd, lid Dr. M.J.W.T. Nollen, lid Pagina 40 van 97

45 3. Jaarrekening 3.1. Geconsolideerde balans per 31 december 2016 (na resultaatverdeling) Activa Realisatie Realisatie EUR EUR Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Vaste activa, totaal Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Vlottende activa, totaal Activa, totaal Passiva Eigen vermogen Aandeel van derden Groepsvermogen Eigen vermogen, totaal Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Passiva, totaal Pagina 41 van 97

46 3.2. Geconsolideerde staat van baten en lasten 2016 Baten Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Rijksbijdragen Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten (1.276) (1.672) (1.111) Resultaat (4.138) (7.949) Belastingen (197) 0 (129) Resultaat deelneming Resultaat na belastingen (4.335) (7.949) Resultaat aandeel van derden (305) 0 (165) Nettoresultaat (4.640) (7.949) Buitengewoon resultaat Totaal resultaat (4.640) (7.949) Pagina 42 van 97

47 3.3. Geconsolideerde kasstroomoverzicht 2016 Realisatie Realisatie EUR EUR Kasstromen uit operationele activiteiten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (2.862) Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat Aanpassingen voor afschrijvingen Toename (afname) van voorzieningen (2.750) (15.186) Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat, totaal Veranderingen in werkkapitaal Afname (toename) van kortlopende vorderingen (490) 395 Toename (afname) van kortlopende schulden (1.494) Veranderingen in werkkapitaal, totaal (1.984) Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest (1.347) (1.221) Ontvangen dividenden Betaalde winstbelasting (197) (129) Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstromen uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriële vaste activa (222) (6) Investeringen in materiële vaste activa (17.314) (5.743) Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 0 Kasstroom uit investeringsactiviteiten (17.536) (5.749) Kasstromen uit financieringsactiviteiten Toename langlopende schulden 0 0 Aflossing langlopende schulden (3.979) (3.604) Betaalde dividenden (600) 0 Kasstroom uit financieringsactiviteiten (4.579) (3.604) Toename (afname) van liquide middelen (15.662) Pagina 43 van 97

48 3.4. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Juridische vorm en voornaamste activiteiten De juridische naam van de organisatie is Stichting Hoger Onderwijs Nederland, ook wel Hogeschool Inholland genoemd. De organisatie is een stichting; de voornaamste activiteiten bestaan uit het bevorderen van hoger onderwijs. Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld op basis van historische uitgaafprijzen. Tenzij anders vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. De jaarrekening is opgesteld in euro s, afgerond op bedragen x tenzij anders vermeld. Waarderingsgrondslagen en vergelijkende cijfers De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, tenzij anders vermeld onder stelselwijziging, ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. De rubricering van diverse posten in de jaarrekening is gewijzigd voor het vergroten van het inzicht. De vergelijkende cijfers over het voorgaande jaar zijn omwille van vergelijkbaarheid dienovereenkomstig aangepast. Waarderingsgrondslagen Consolidatie In de consolidatie zijn opgenomen de entiteiten die behoren tot de economische groep van de Stichting en waarover de Stichting overheersende zeggenschap uitoefent. Dit betreft hier Holding Inholland B.V. (inclusief haar geconsolideerde deelnemingen). De jaarrekening van de Holding Inholland B.V. (inclusief haar geconsolideerde deelnemingen) is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening wordt op basis van integrale consolidatie opgemaakt. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Verbonden partijen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in paragraaf 4.8, evenals de deelnemingen, worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Schattingswijziging Met ingang van 2016 hebben wij de berekeningswijze van de voorziening werkloosheidsbijdragen aangepast ten einde een reëlere schatting te maken van de lopende verplichtingen uit hoofde van de werkloosheidsbijdragen van ex-medewerkers en de hieraan gerelateerde kosten per balansdatum. Deze schattingswijziging leidt tot een belangrijke verbetering van het inzicht. Hierdoor worden de effecten van het door Inholland begeleiden bij het vinden van ander werk of het vinden van een alternatief teneinde uit de uitkeringssituatie te komen zichtbaar. De schattingswijziging heeft een effect van circa 3,2 mln. op de personele voorzieningen en de mutatie personele voorzieningen. Pagina 44 van 97

49 Vergelijkende cijfers In overeenstemming met artikel 2:363 lid 5 BW zijn de bedragen van het voorafgaande jaar ter wille van de vergelijkbaarheid herzien en de afwijkingen ten gevolge van de herziening bij de afzonderlijke toelichtingen aangegeven. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen, langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige kortlopende schulden. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is reële waarde. Na de eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst- en verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst- en verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een nietfinancieel actief past de onderneming de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst- en verliesrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst- en verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winsten verliesrekening. Voor hedging vindt generieke documentatie plaats in het treasurystatuut. Jaarlijks wordt de effectiviteit van de hedgerelaties getoetst door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. De effectiviteitstoets vindt plaats door vergelijking van kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie. Indien sprake is van een overhedge wordt de hiermee samenhangende waarde op basis van de kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Kostprijs Hedge Accounting 2016 Voor het kalenderjaar 2016 maakt Inholland gebruik van hedge accounting, waarbij gebruik wordt gemaakt van het, voor het verslagjaar geldende, kostprijs hedge accounting model. Dit model voorziet in de mogelijkheid om hedging instrumenten te waarderen op kostprijs, in overeenstemming met de Pagina 45 van 97

50 waardering voor de herziening van deze standaard en daarmee in lijn met voorgaande verslagjaren en daarmee te voldoen aan de vereisten die binnen Richtlijn 290 worden gegeven om hedge accounting te kunnen toepassen. Inholland gebruikt interest rates swaps om zich in te dekken in veranderingen in de rente die wordt betaald op de variabel rentende financieringen. Dit gebeurt zowel voor reeds lopende financieringen als ook toekomstige financieringen. Het afdekken van dit risico is in lijn met het opgestelde en door het College van Bestuur goedgekeurde treasury beleid. Om de rente-exposure te verruimen of te verkrappen mogen traditionele en off balance instrumenten worden ingezet, waarbij gesteld is dat deze rente-instrumenten alleen defensief ingezet mogen worden. Voor hedge accounting doeleinden is het risico van veranderingen in de variabele interest die wordt betaald op financieringen als afgedekte positie aangewezen. De afgesloten al lopende en toekomstige financieringen evenals hoogst waarschijnlijke toekomstige financieringen zijn aangemerkt als afgedekte positie. Alle interest rate swaps die Inholland heeft afgesloten zijn als hedging instrument aangewezen, voor zover deze het hiervoor genoemde variabele rente risico afdekken. Inholland zal minimaal voor elke verslaggeving periode de effectiviteit van de hedge relaties testen middels het vergelijken van de kritische parameters, die de waarde van de instrumenten het meest significant beïnvloeden. Indien ineffectiviteit wordt vastgesteld, dan zal deze ineffectiviteit in de winsten verliesrekening worden verwerkt. Op het moment van aangaan van de hedge wordt deze effectief geacht omdat aan de volgende criteria is voldaan: looptijd van de swaps overeenkomst korter of gelijk is aan de looptijd van de leningen; de hoofdsom (notional) of onderliggende waarde van de swapovereenkomst ( 7.8 mln.) is gelijk aan (of lager dan) de hoofdsom van de afgedekte positie ( 15.9 mln.) ( principal of wel de langlopende lening); vervaldatum; Timing van de cashflows (rentebetaling en renteontvangst) is voor de bovenbedoelde swaps en leningen gelijk; rente termijnen/rentefixatiedata en prijsgrondslagen zijn voor de bovenbedoelde swaps en leningen gelijk. Omdat de overeenkomsten gedurende de looptijd in principe niet gewijzigd worden, wordt verondersteld dat de hedge effectief blijft voor de gehele looptijd van het contract. Jaarlijks evalueren wij of de bij inceptie van de overeenkomsten de van toepassing zijnde criteria nog steeds van toepassing zijn en ongewijzigd zijn gedurende het verslagjaar. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafprijs minus afschrijvingen. Het betaalde gebruiksrecht/eigendom in verband met het gebruik van software wordt geactiveerd en in drie jaar ten laste van het resultaat gebracht. Bedragen boven de worden geactiveerd. Alle andere (software) licenties worden beschouwd als vooruitbetalingen en gedurende de looptijd als vooruitbetaalde kosten onder de vorderingen opgenomen. Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen, verbouwingen De gebouwen en terreinen waarvan het economische claimrecht door het ministerie van OCW op 31 december 1993 is overgedragen aan Inholland, zijn in de balans opgenomen tegen de bruto deelnamesom die door het ministerie is vastgesteld. Gebouwen en terreinen verkregen na 31 december 1993 worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van de jaarlijkse afschrijvingen. Onder de post verbouwingen worden investeringen opgenomen die te maken hebben met uitbreiding of wijziging van de bestemming van bestaande gebouwen. Verbouwingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. Afschrijvingen vinden plaats in 10 jaar. Pagina 46 van 97

51 Op de gebouwen, die tot en met 2000 in gebruik genomen zijn, wordt lineair in 30 jaar afgeschreven. Voor gebouwen die na 2000 in gebruik genomen zijn, wordt een onderverdeling gemaakt in investeringsgroepen. Casco 60 jaar Afbouw 30 jaar Inbouwpakket 15 jaar Technische installaties 15 jaar Terreinvoorzieningen op sportterreinen 10 jaar, overige 30 jaar. Op grond wordt niet afgeschreven. Gebouwen in aanbouw (geen afschrijving) Zolang een gebouw niet is opgeleverd, worden investeringsfacturen op het moment dat deze worden ontvangen opgenomen onder vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa. Op het moment van oplevering vindt er een overboeking plaats naar de post gebouwen. Inventaris en apparatuur De aankoop van inventaris in gebouwen die niet aard- en nagelvast zijn, worden geactiveerd onder inventaris. Hieronder vallen ook infrastructurele voorzieningen zoals netwerkbekabeling en de telefooncentrales. Inventaris wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is 7 jaar. Afwijking is toegestaan als de economische levensduur daadwerkelijk korter is. De grens voor activeren is per investering. Onder de post apparatuur worden die investeringen opgenomen die geen inventaris zijn en die betrekking hebben op ICT-investeringen, audiovisuele middelen en andere technische gebruiksapparatuur in het onderwijs. Apparatuur wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn varieert van twee tot zes jaar. De grens voor activeren is per investering. Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de organisatie garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten. Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom-genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere Pagina 47 van 97

52 waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde per 1 januari van het boekjaar. De opbrengstwaarde is vastgesteld met behulp van de bepalingen van de actieve markt. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt voor de contant making van de kasstromen een marktconforme disconteringsvoet gehanteerd. Een bijzondere waardeverminderingsverlies wordt direct, als deze naar verwachting duurzaam is, als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Ook voor financiële vaste activa beoordeelt de instelling op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de instelling de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt. Bij een investering in eigenvermogensinstrumenten op kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de actuele vermogenskostenvoet voor een soortgelijk financieel actief. Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt slechts teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief waarneembaar is. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Er wordt een voorziening opgenomen voor mogelijke oninbaarheid van deze vorderingen: Hierbij wordt de volgende grondslag gehanteerd: Vordering 3 - < 6 maanden 50% Vordering 6 - < 9 maanden 75% Vordering 9 maanden 100% Afwijking van deze grondslag is mogelijk indien uit statistische toetsing van individuele posten blijkt dat de getroffen voorziening geen getrouw beeld geeft van het aanwezige inningsrisico. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur zijn aangebracht. Pagina 48 van 97

53 De bestemmingsfondsen zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door derden zijn aangebracht. Minderheidsbelang derden Het minderheidsbelang derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de nettovermogenswaarde, zoveel mogelijk bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen van de organisatie. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Een voorziening is gevormd indien op balansdatum verplichtingen bestaan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De verplichting is een beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers. In de voorziening voor verlieslatende contracten (leegstandsvoorziening) zijn de huur- en servicekosten tot en met einde contractduur opgenomen van panden die niet meer gebruikt worden. Daarnaast zijn eventuele sloop- en schoonmaakkosten meegenomen in de berekening. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met eventuele toekomstige huuropbrengsten. De voorziening wordt berekend op basis van de nominale waarde ultimo verslaggevingsjaar. De reorganisatievoorziening wordt gevormd op basis van realistische inschattingen met gemiddelde loonkosten, rekening houdende met maximale aanspraak op WW/BW. De voorziening wordt berekend op basis van nominale waarde. De voorziening werkloosheidsbijdragen is tegen contante waarde gewaardeerd. Grondslagen voor bepaling van het resultaat De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Opbrengstverantwoording De rijksbijdragen worden opgenomen conform de door het ministerie van OCW vastgestelde toekenning en tijdsevenredig toegerekend aan het exploitatiejaar. De collegegelden worden ten gunste van het resultaat verantwoord naar rato van de voortgang van het collegejaar. De cursusresultaten uit hoofde van contractactiviteiten worden verantwoord naar rato van de looptijd van de cursus. De verantwoording van de overige opbrengsten uit het verlenen van diensten (w.o. detachering, verhuur ruimte) geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Subsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd Pagina 49 van 97

54 exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt overeenkomstig de RJ in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor Inholland voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het ABP Pensioenfonds bedraagt per 31 december ,6%. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Pagina 50 van 97

55 3.5. Toelichting op de geconsolideerde balans Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa, toelichting Immateriële vaste activa, posten Concessies, vergunningen en intellectuele eigendommen Totaal immateriële vaste activa Stand aan het begin van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen (7.988) (7.988) Immateriële vaste activa Verloop gedurende de periode Investeringen Desinvesteringen (1.081) (1.081) Afschrijvingen (80) (80) Afschrijving op desinvesteringen Mutatie gedurende de periode Stand aan het eind van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen (6.987) (6.987) Immateriële vaste activa Onder vergunningen en intellectuele eigendommen worden onder andere verstaan de rechten om gebruik te maken van generieke bedrijfsapplicaties (met name licenties). In 2016 is er voor 0,2 mln. geïnvesteerd in nieuwe licenties. De desinvesteringen betreffen buitengebruikstellingen van activa die reeds volledig waren afgeschreven en per heden niet meer in gebruik zijn. Pagina 51 van 97

56 Materiële vaste activa Materiële vaste activa, toelichting Materiële vaste activa, posten Gebouwen Terreinen Inventaris en apparatuur Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa Stand aan het begin van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen ( ) 0 ( ) ( ) Materiële vaste activa Verloop gedurende de periode Investeringen Desinvesteringen (419) (419) Afschrijvingen (10.801) (4.335) (15.136) Afschrijving op desinvesteringen Mutatie gedurende de periode (9.528) Stand aan het eind van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen ( ) 0 ( ) 0 ( ) Materiële vaste activa De investeringen in gebouwen betreffen voornamelijk onderhoud van panden op diverse locaties. De gebouwen zijn bezwaard met hypotheken. Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa bestaat voor 7,7 mln. uit de kosten voor renovatie van locatie Alkmaar. De renovatie zal naar verwachting medio 2017 worden afgerond en worden de investeringen geactiveerd en afgeschreven. De investeringen in inventaris en apparatuur betreffen voornamelijk vervanging van ict-apparatuur ( 1,9 mln.) en ict projecten ( 2,0 mln.). Verzekerde en WOZ-waarde gebouwen en terreinen x Bedrag Peildatum 1. WOZ-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen In bovenstaande tabel gaan wij uit van de WOZ-waarde per de laatst geaccordeerde datum. Onafhankelijke taxateurs bepalen de verzekerde waarde van de panden en inventaris middels een gedeeltelijk roulerende systematiek over alle panden. De verzekerde waarde van de gebouwen per balansdatum is gebaseerd op de meest recente taxatierapporten. Pagina 52 van 97

57 Vlottende activa Realisatie Realisatie EUR EUR Vorderingen, toelichting Debiteuren Andere deelnemingen Personeel Studenten, deelnemers en cursisten Overige vorderingen Subtotaal vorderingen Overlopende activa, toelichting Belastingen en premies sociale verzekeringen Vooruitbetaalde kosten Te ontvangen interest 5 22 Overige overlopende activa Overlopende activa Voorziening wegens oninbaarheid vorderingen (2.436) (2.476) Vorderingen, totaal Liquide middelen, toelichting Tegoeden op bankrekeningen Liquide middelen Vlottende activa, totaal Debiteuren In december 2015 was voor circa 2,3 mln. meer gefactureerd dan in december 2016 met een ouderdom < 30 dagen waardoor de debiteurenpositie ultimo 2015 hoger is dan in Van het openstaande studentdebiteurenpositie heeft 17,1 mln. betrekking op de periode januari tot en met augustus Dit bedrag is ook verantwoord onder de kortlopende schulden. De overige vorderingen van 1,3 mln. betreft het te ontvangen bedrag van Hogeschool Rotterdam inzake gedetacheerde medewerkers. De overige overlopende activa hebben voor 0,6 mln. (ultimo 2015; 0,3 mln.) betrekking op nog te factureren bedragen inzake contractactiviteiten. De voorziening wegens oninbaarheid heeft betrekking op de vordering debiteuren en studenten, deelnemers en cursisten. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan 1 jaar. Liquide middelen Inholland heeft een kredietfaciliteit van 12,5 mln. bij de BNG bank waar geen gebruik van is gemaakt. Alle liquide middelen staan ter directe beschikking van de stichting. Pagina 53 van 97

58 Eigen vermogen Algemene reserve Eigen vermogen, toelichting Eigen vermogen, posten Bestemmingsreserve publiek Groepsvermogen Aandeel van derden Totaal eigen vermogen Eigen vermogen, begin periode Resultaat verslagperiode 0 (4.640) (4.640) 305 (4.335) Overige mutaties verslagperiode (2.760) 0 (294) (294) Eigen vermogen, einde periode In 2016 heeft op grond van RJ 150 een aanpassing plaatsgevonden in de algemene reserve per 1 januari De achtergrond van de correctie van 1,1 mln., hoger dan de algemene reserve zoals verantwoord in de jaarrekening over verslagjaar 2015, wordt nader toegelicht bij de voorzieningen. Een nadere specificering van de componenten van het eigen vermogen zijn als volgt: Eigen Vermogen, specificatie Eigen vermogen, begin van de periode Resultaat verslagperiode Overige mutaties verslagperiode Eigen vermogen, einde van de periode Algemene reserve Algemene reserve Totaal Bestemmingsreserve (publiek) Onderwijs algemeen (4.640) (2.760) Totaal (4.640) (2.760) Algemene reserve In de afgelopen jaren heeft Inholland positieve financiële resultaten gepresenteerd. De positieve resultaten uit afgelopen jaren vormen een solide buffer om de nu noodzakelijke maatregelen op het gebied van onderwijs in uitvoering te nemen. Bestemmingsreserve publiek Tegelijkertijd heeft het hbo met minister Bussemaker afspraken gemaakt om vooruitlopend op de studievoorschotmiddelen een impuls te geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Deze middelen worden vanaf 2018 verwacht. Binnen Inholland wordt hieraan voldaan via extra investeringen in diverse plannen en maatregelen om het studiesucces en de studenttevredenheid te vergroten. Deze noodzakelijke impuls zal met de huidige voorgenomen investeringen leiden tot een exploitatietekort van 8,6 mln. in Overige mutaties verslagperiode Het verlies over 2016 is onttrokken aan de bestemmingsreserve. De bestemmingsresultaat ultimo 2016 is vastgesteld op 8,6 mln., zijnde het begrote verlies voor Per saldo betekent dit een mutatie van 2,7 mln. die verwerkt is als overige mutatie verslagperiode. In de overige mutaties verslagperiode is ook het aandeel van derden in de dividenduitkering van HBO Services gedurende verslagjaar verwerkt. Pagina 54 van 97

59 Voorzieningen Voorzieningen, toelichting Voorzieningen, posten Personele voorzieningen Voorziening voor verlieslatende contracten Totaal voorzieningen Voorzieningen, begin van de periode Dotaties Onttrekkingen (6.195) (807) (7.002) Vrijval (9.000) 0 (9.000) Oprenting en/of verandering disconteringsvoet Voorzieningen, einde van de periode Bedrag looptijd maximaal 1 jaar Bedrag looptijd meer dan 1 jaar Met ingang van 2016 wordt de voorziening werkloosheidsbijdragen tegen de contante waarde (ultimo vorig jaar tegen de nominale waarde) gewaardeerd. Een waardering tegen de contante waarde leidt tot een belangrijke verbetering van het inzicht, omdat de voornoemde voorziening een overwegend langlopend karakter heeft. Het effect is retrospectief verwerkt. Dit betekent dat: - herrekening heeft plaatsgevonden van het eigen vermogen aan het eind van het voorgaande boekjaar op basis van de gewijzigde grondslagen; - het verschil tussen het eigen vermogen aan het eind van het voorgaande boekjaar vóór en ná herrekening (het zogenaamde cumulatieve effect ) is verwerkt als een rechtstreekse mutatie in het eigen vermogen aan het begin van het huidig boekjaar. Het cumulatieve (positief) effect is verwerkt ten gunste van de algemene reserve van de stichting. Het eigen vermogen ultimo vorig jaar op basis van de gewijzigde grondslagen bedraagt 129,4 mln. Het cumulatieve positief effect bedraagt 1,1 mln. en is als een rechtstreekse vermogensmutatie verwerkt. De wijziging heeft daarnaast effect op de stand van de personele voorzieningen ( 1,1 mln. lager) per ultimo vorig boekjaar en de mutatie personele voorzieningen (idem). Pagina 55 van 97

60 Een nadere specificering van de componenten van de personele voorzieningen zijn als volgt: Voorzieningen, spec. Uitsplitsing personele voorzieningen, verloopoverzicht WWbijdragen Verlofsparen en sabbatical leave Eigen risico WAO Jubileumuitkering Langdurig zieken Sociaal beleid, REO en rechtpositioneel Overige personele voorzieningen Totaal personele voorzieningen Voorzieningen, begin per Dotaties Onttrekkingen (4.109) 0 (97) (157) (1.638) (194) 0 (6.195) Vrijval (8.100) (900) (9.000) Oprenting en/of verandering disconteringsvoet Voorzieningen, einde per Bedrag looptijd max. 1 jaar Bedrag looptijd > 1 jaar Werkloosheidsbijdragen (wettelijke- & bovenwettelijke WW) Tot 2001 vielen medewerkers van onderwijsinstellingen onder wachtgeldregelingen. Vanaf 2001 vallen deze onder de toepassing van de werkeloosheidswet (WW). Omdat de WW in bijna alle gevallen (veel) lager uitvalt dan de vroegere wachtgeldregelingen, is de zogenaamde bovenwettelijke regeling in het leven geroepen. Deze bovenwettelijke regeling bestaat uit een aanvullende uitkering en een aansluitende uitkering. Deze bovenwettelijke uitkering is om het uitkeringsniveau van de vroegere wachtgeld zoveel mogelijk te handhaven. Inholland valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijsen Overheidswerkgevers. Inholland is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO). Dit houdt in dat Inholland zelf de WW-uitkeringen en ook de Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen van de (oud) medewerkers bekostigt voor zolang deze medewerkers recht hebben op de uitkering. Deze voorziening dient ter dekking van de ingeschatte kosten van (boven-) wettelijke werkloosheidsuitkeringen en de pensioenpremies voor oud medewerkers. Het schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de procentuele benutting van de uitkeringsperiode. De vrijval als gevolg van de schattingswijziging totaal 3,2 mln. maakt onderdeel uit van de totale vrijval ad 8,1 mln. Verlofsparen en sabbatical leave Op grond van de CAO HBO hebben de medewerkers van Inholland, indien zij voldoen aan de hiervoor geldende voorwaarden, recht op extra verlofuren (de zogenaamde DI-uren). Deze uren kunnen door de medewerkers voor specifieke, in de cao bepaalde, doeleinden worden ingezet. Door het ontbreken van een centraal verlofregistratie kunnen we geen betrouwbare schatting maken van de resterende DI uren per balansdatum. Daarnaast stuurt Inholland op zakelijke inzet van deze uren waardoor de omvang van de voorziening naar ons inzien gering zal zijn. Eigen risico WGA Inholland is eigenrisicodrager geworden voor de WAO. Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor de WAO-verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die na 1 januari 2001 in de WAO zijn terechtgekomen. Conform de regels voor het eigenrisico dragerschap, heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen. Dat risico is Pagina 56 van 97

61 via een verzekeringspolis afgedekt. Het schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de uitstapkans. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (0,8%). Jubileumuitkering De werkgever kent de werknemer, volgens de CAO-voorwaarden, bij het bereiken van een 25-jarig, een 40-jarig en een 50-jarig ambtsjubileum een gratificatie toe ter grootte van respectievelijk 50%, 100% en 100% van zijn inkomen per maand. De rechten die elke werknemer opbouwt ten aanzien van deze uitkeringen zijn opgenomen in een voorziening. Het schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de vertrekkans. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (1,7%). Langdurig zieken Op balansdatum heeft Inholland verplichtingen staan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte. Voor deze verplichtingen is een voorziening opgenomen berekend uiterlijk tot twee jaar na de eerste ziekmelding. De verplichting is gebaseerd op feitelijke gegevens waarbij het maximale risico voor Inholland wordt berekend. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (0,8%). Sociaal beleid, reorganisatie (REO) en rechtspositioneel De reorganisatie is in 2015 formeel afgerond. De nagekomen kosten van de reorganisatie zijn gedurende het verslagjaar onttrokken aan deze voorziening. De voorziening was gewaardeerd tegen nominale waarde. Overige personele voorzieningen Werktijdvermindering Senioren Ten aanzien van de werktijdvermindering senioren hebben we de kosten voor de werknemers die hiervan gebruik maken per ultimo 2016 voorzien voor de duur van de regeling. Voor werknemers die: - in het verslagjaar al aan alle criteria (leeftijd en aantal dienstjaren) voldoen om in aanmerking te komen voor gebruikmaking van de regeling werktijdvermindering senioren en nog niet hebben aangegeven hier gebruik van te maken; en - in het verslagjaar aan één of geen van beide criteria (leeftijd of dienstjaren) voldoen om in aanmerking te komen voor gebruikmaking van de regeling werktijdvermindering senioren, maar binnen vijf jaar aan beide criteria zullen voldoen, zou een inschatting moeten worden gemaakt of zij in de nabije toekomst alsnog van de regeling gebruik zullen gaan maken. Per ultimo 2016 hebben we voor deze twee categorieën geen voorziening opgenomen, omdat wij van oordeel zijn dat wij het risico c.q. de verplichting niet op een betrouwbare wijze kunnen inschatten. Voorziening voor verlieslatende contracten Dit betrof de voorziening voor leegstand van het voormalig bedrijfspand in Hoofddorp. De werkelijk in rekening gebrachte huursommen gedurende het verslagjaar zijn onttrokken aan de voorziening. Pagina 57 van 97

62 Langlopende schulden Langlopende schulden, verloopoverzicht Langlopende schulden, posten Schulden aan kredietinstellingen Totaal langlopende schulden Stand langlopend deel, begin van de periode Stand kortlopend deel, begin van de periode Stand totale schuld, begin van de periode Aangegane leningen in de verslagperiode 0 0 Aflossing in de verslagperiode (4.354) (4.354) Stand totale schuld, einde van de periode Stand kortlopend deel, einde van de periode Stand langlopend deel, einde van de periode Bedrag looptijd vanaf 1 tot en met 5 jaar Bedrag looptijd meer dan 5 jaar Effectieve rentevoet in de verslagperiode Een nadere specificering van de schulden aan kredietinstellingen is als volgt: Langlopende schuld aan een kredietinstelling, spec. Nummer lening Stand aan het begin van de periode Schuld langlopend deel Schuld kortlopend deel Stand totale schuld Verloop gedurende de periode Aangegane leningen Aflossingen Stand aan het eind van de periode Stand totale schuld Schuld kortlopend deel Schuld langlopend deel BNG FRL BNG BNG Rabo Rabo Rabo Totaal Pagina 58 van 97

63 Stand aan het eind van de periode Langlopende schuld aan een kredietinstelling, spec. Nummer lening Bedrag looptijd 1-5 jaar Bedrag looptijd > 5 jaar Rente Rente vast/ variabel Einddatum looptijd lening Renterisico afgedekt Marktwaarde renteswap BNG FRL var.+1,75% Variabel Ja (55) BNG ,73% Vast Nee 0 BNG ,73% Vast Nee 0 Rabo var.+0,65% Variabel Ja (183) Rabo var.+0,65% Variabel Ja (229) Rabo var.+0,65% Variabel Ja (1.114) Totaal (1.581) In het kader van het risicomijdend beleggen en belenen maakt Inholland gebruik van renteswaps en een rentecap. Het renterisico betreft de verandering van het renteresultaat als gevolg van een stijging of daling van de geld- en/of kapitaalmarktrente. De swaps worden ingezet om de variabele rente af te dekken met een vaste rente. De rentecap is erop gericht om het gemiddelde rentepercentage te beheersen. De swaps en cap zijn gekoppeld aan de langlopende leningen van de Rabobank en BNG waarbij de maximale looptijd van een van de swaps tot 1 april 2029 loopt. Pagina 59 van 97

64 Kortlopende schulden Kortlopende schulden toelichting Realisatie Realisatie EUR EUR Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden (kortlopend) Kortlopende schulden exclusief overlopende passiva, subtotaal Overlopende passiva, toelichting Vooruitontvangen college-, cursus-, lesen examengelden Vooruitontvangen subsidies OCW / EZ Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen bedragen Vakantiegeld en vakantiedagen Te betalen interest Overige overlopende passiva Overlopende passiva Kortlopende schulden, totaal De kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan één jaar. Overige overlopende passiva Ultimo 2015 waren tweetal incidentele reserveringen opgenomen voor de kosten inzake verhuizing van het Composietenlaboratorium en bouwkundige aanpassingen aan diverse panden in het kader van brandveiligheid. Voor het overzicht geoormerkte subsidies OCW / EZ (model G) wordt verwezen naar de tabel Model G - Geoormerkte subsidies OCW / EZ op de volgende pagina s. Pagina 60 van 97

65 Model G G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule Model G Verantwoording Subsidies Hogeschool Inholland (Bedragen x 1.000) Omschrijving Toew ijzing Kenmerk Datum Bedrag toew ijzing EUR Ontvangen t/m 2016 EUR Prestatie afgerond? Ja/Nee Lerarenbeurs voor scholing ( ) ; 804AO Nee Lerarenbeurs voor scholing ( ) ; 804AO Ja Educatieve minor beroepsonderw ijs MUO-2014/38061U; 804AO Nee MIP Know ledge for Impact DGA-AK/ Nee Praktijkleren DGA-AK/ Nee Totaal G2 Subsidies met verrekeningsclausule G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar 2016 Omschrijving Toew ijzing Kenmerk Datum Bedrag toew ijzing EUR Ontvangen t/m verslagjaar EUR Totale kosten EUR Te verrekenen EUR Bouw impuls TRCDKI/2009/2246; Totaal Pagina 61 van 97

66 G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toew ijzing Omschrijving Kenmerk Datum Bedrag toew ijzing EUR Saldo EUR Ontvangen in verslagjaar EUR Lasten in verslagjaar EUR Totale kosten per EUR Saldo nog te besteden per EUR Lectoraat Green Biotechnology(Groene+ Lectoraten2012) ; GPL OVP Groene tafel 2014 DGA-AK/ ; Lectoraat Sociale Innovatie GPL1405MFISU; GPL Flexibel hoger onderw ijs voor volw assenen zaaknummer ; 705BO Totaal Pagina 62 van 97

67 3.6. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Huurcontracten De huurcontracten zijn opgenomen in onderstaande tabel en te verdelen in 2 categorieën: Huurcategorie < 1jr < 5 jr > 5 jr. Studentenhuisvesting Huisvesting onderwijs/ondersteuning Totaal Bankgaranties Per ultimo verslagjaar bestaan de volgende bankgaranties: Huurovereenkomsten; bedrag 0,2 mln. Investeringsverplichtingen Ultimo verslagjaar zijn er geen investeringsverplichtingen aangegaan. Eigenrisico dragerschap Wet Arbeidsongeschiktheid Conform de regels voor het eigenrisico-dragerschap heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat Inholland aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit risico is middels een verzekeringspolis afgedekt. Werktijdvermindering Senioren Ten aanzien van de werktijdvermindering senioren hebben we de kosten voor de werknemers die hiervan gebruik maken per ultimo 2016 voorzien voor de duur van de regeling. Voor werknemers die: - in het verslagjaar al aan alle criteria (leeftijd en aantal dienstjaren) voldoen om in aanmerking te komen voor gebruikmaking van de regeling werktijdvermindering senioren en nog niet hebben aangegeven hier gebruik van te maken; en - in het verslagjaar aan één of geen van beide criteria (leeftijd of dienstjaren) voldoen om in aanmerking te komen voor gebruikmaking van de regeling werktijdvermindering senioren, maar binnen vijf jaar aan beide criteria zullen voldoen, zou een inschatting moeten worden gemaakt of zij in de nabije toekomst alsnog van de regeling gebruik zullen gaan maken. Per ultimo 2016 hebben we voor deze twee categorieën geen voorziening opgenomen, omdat wij van oordeel zijn dat wij het risico c.q. de verplichting niet op een betrouwbare wijze kunnen inschatten. Duurzaam inzetbaarheid Door het ontbreken van een centraal verlofregistratie kunnen we geen betrouwbare schatting maken van de resterende DI uren per balansdatum. Daarnaast stuurt Inholland op zakelijke inzet van deze uren waardoor de omvang van de voorziening naar ons inzien gering zal zijn. Zekerheidsstelling De financiering is geborgd doordat een drietal panden in onderpand zijn ondergebracht bij de financiers als zekerheid. Belastingen De fiscale eenheid vennootschapsbelasting bestaat ultimo verslagjaar uit de volgende vennootschappen: Holding Inholland B.V. (moeder); Commerciële hbo-opleidingen Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Select Studies); Zakelijke Dienstverlening B.V.; Contractgroep Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Academy); Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. Pagina 63 van 97

68 HBO Services B.V. is voor 51% in handen van de Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. en maakt om die reden geen onderdeel uit van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Per 31 december 2015 is een bedrag van 3,1 mln. aan mogelijke compensabele verliezen komen te vervallen door het verstrijken van de verliesverrekeningstermijn. Per 1 januari 2016 bedraagt een totaal van 1,7 mln. als beperkt voorwaarts te compenseren verlies met toekomstige winsten van de fiscale eenheid. De fiscale eenheid Holding Inholland B.V. verwacht over 2016 een belastbaar bedrag te hebben van nihil (na verliesverrekening ad ). Dit houdt in dat er ultimo ,8 mln. aan beperkt voorwaarts te compenseren verlies resteert. Omdat het gezien de marktomstandigheden onzeker is of deze verliezen in de toekomst gecompenseerd kunnen worden, is er geen actieve latentie opgenomen in de jaarrekening. Er zijn definitieve aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd tot en met het jaar De aangifte vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid voor 2016 zal kort na het definitief worden van de jaarrekening 2016 worden ingediend bij de belastingdienst Financiële instrumenten Hogeschool Inholland maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die Hogeschool Inholland blootstellen aan met name renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Ter beheersing van deze risico s heeft Hogeschool Inholland treasury-beleid opgesteld met als doel de risico s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de hogeschool te beperken. Hogeschool Inholland zet afgeleide financiële instrumenten zoals interest rate swaps in om de risico s te beheersen. Afgeleide instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden en/of speculaties. Kredietrisico De vorderingen op de collegegelden van de studenten van Hogeschool Inholland vormen het belangrijkste kredietrisico. Door een actief beheer van de incasso van de door studenten afgegeven machtigingen wordt dit risico beheerst. Renterisico Hogeschool Inholland loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en de herfinanciering van bestaande financieringen. Met betrekking tot vorderingen en schulden met een variabele rente loopt Hogeschool Inholland risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. De vorderingen en schulden met vast rentende afspraken, zoals vast rentende leningen, veroorzaken een reële waarde risico. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken heeft Hogeschool Inholland afgeleide rente-instrumenten afgesloten. Het renterisico op langlopende leningen wordt beheerst door te streven naar een gemiddelde rentevoet. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken zijn, binnen de mogelijkheden van het treasury-statuut, afgeleide rente-instrumenten afgesloten. Onderstaande tabel toont de afgesloten producten. Portefeuille overzicht rentederivaten Overzicht per ultimo verslagjaar Transactie nummer Type Tegenpartij Nominaal Pro resto Ingangsdatum Einddatum Marktwaarde Swap Rabobank Swap Rabobank Swap BNG Totaal Pagina 64 van 97

69 In onderstaande tabel een overzicht van de overige voorwaarden per swap: Transactie nummer Type Tegenpartij Pro resto Vaste intrest/ Capniveau Variabele rente Spread Rente looptijd Swap Rabobank - 3,855% Euribor 0,00% Swap Rabobank ,08% Euribor 0,00% Swap BNG ,87% Euribor 0,00% 3 maanden 3 maanden 3 maanden Het renterisico kan worden weergegeven door de leningen in te delen naar rentevervaldatum. Bedrag < 1 jaar Verstrekte vastrentende leningen - - Financiële vaste activa - - Opgenomen vastrentende leningen Opgenomen variabel leningen Langlopende leningen (excl. lease en liquiditeitsbegroting) Per saldo Afgeleide instrumenten Per saldo rentepositie Een groot deel van de leningen van Inholland heeft een variabele rente die gebaseerd is op de driemaands Euribor tarieven. Deze leningen, alsmede de afgeleide instrumenten, hebben een rentevervaldatum korter dan een jaar en worden daarom in bovenstaande tabel ingedeeld in de kolom korter dan een jaar. Bovenstaande betekent concreet dat indien de rente per 1 april 2017 met 1% zou stijgen en alle andere variabelen constant blijven, de rentelast in 2017 met 0,3 mln. zal stijgen. In deze tabel zijn leningen opgenomen met een looptijd tot 25 jaar. De leningen hebben een aflopende nominale waarde. Ook voor de afgeleide instrumenten geldt dat deze een aflopende waarde hebben na de periode van 1 jaar. In bovenstaande tabel is de mate waarin het renterisico aanwezig is na 1 jaar niet weergegeven. Liquiditeitsrisico Door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen wordt de liquiditeitspositie gemonitord. Er wordt op toegezien dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde voorwaarden lening-convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan. Pagina 65 van 97

70 3.8. Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Holding Inholland B.V. Juridische vorm BV Statutaire zetel Rotterdam Code activiteiten 1 / 4 Eigen vermogen ultimo verslagjaar Exploitatiesaldo verslagjaar (254) Omzet verslagjaar Verklaring art. 2:403 BW N Consolidatie (ja/nee) J Deelneming beëindigd (ja/nee) N Deelnamepercentage (in %) 100% Deelnemingen van Holding Inholland B.V. Naam Plaats Aandeel Aandeel Commerciële HBO-opleidingen Inholland B.V. Rotterdam 100% 100% (Inholland Select Studies) Contractgroep Inholland B.V. Alkmaar 100% 100% (Inholland Academy) Zakelijke dienstverlening B.V. Diemen 100% 100% Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. Diemen 100% 100% HBO Services B.V. Rotterdam 51% 51% Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming) Juridische vorm Statutaire zetel Code activiteiten Stg. Sl Verloskunde Amsterdam Stichting Amsterdam 4 Groningen Kenniscentrum voeding en groen Coöperatie Den Haag 4 Toelichting code activiteiten: 1 = contractonderwijs; 2 = contractonderzoek; 3 = onroerende zaken; 4 = overig. Holding Inholland B.V. Inholland is voor 100% eigenaar van Holding Inholland B.V. In deze vennootschap zijn de private activiteiten van Inholland ondergebracht. De activiteiten bestaan voor 33% uit contractonderwijs (code 1) en voor 67% uit overige zaken (code 4). Pagina 66 van 97

71 Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Per 1 september 2008 is de stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) opgericht. AVAG verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, Stichting KVV en Inholland nemen deel in AVAG. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor het ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan het ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag. Kenniscentrum voeding en groen Dit kenniscentrum betreft een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Inholland en Stichting Wellant. Het samenwerkingsverband heeft de volgende doelstellingen: de ondersteuning van de door leden aangeboden groene opleidingen; het bereiken van nieuwe doelgroepen jongeren voor groene opleidingen en het realiseren van instroom in het groene onderwijs, vanuit de Randstad en te beginnen in Amsterdam; de bevordering van de doorlopende leerlijnen tussen de door de leden, alsmede Wageningen UR, aangeboden opleidingen. Transacties verbonden partijen De transacties ten aanzien van onder andere omzet, managementvergoeding, rente tussen de instelling en de met haar verbonden partijen zijn: Realisatie 2016 Realisatie 2015 Holding Inholland B.V Stg. Sl Verloskunde Amsterdam Groningen (4.660) (5.085) Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen op niet zakelijke grondslag voorgedaan. Pagina 67 van 97

72 3.9. Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten Overheidsbijdragen Overheidsbijdragen, toelichting Rijksbijdragen, toelichting Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Rijksbijdragen OCW/EZ, toelichting Rijksbijdragen OCW Rijksbijdrage EZ Rijksbijdragen OCW/EZ Overige subsidies OCW/EZ, toelichting Overige subsidies OCW Overige subsidies EZ Overige subsidies OCW/EZ Rijksbijdragen Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden, toelichting Overige overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden, toelichting Overige overheden Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden Rijksbijdragen De rijksbijdrage wordt vastgesteld op basis van het bekostigde studentenaantal van twee jaar geleden. De rijksbijdrage valt lager uit dan de begroting vanwege een korting van het macrobudget en de loon- en prijscompensatie. De rijksbijdrage voor AVAG ( 8,8 mln.) is verantwoord in het totaal van de ontvangen rijksbijdragen door Inholland. Overheidsbijdragen en subsidies In 2016 is 0,6 mln. meer aan subsidies van gemeenten en provincies ontvangen (verdeeld over de verschillende organisatieonderdelen van Inholland) dan begroot. Pagina 68 van 97

73 Overige baten Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Overige baten, toelichting College- en examengelden, toelichting Collegegelden sector hbo Examengelden Totaal college-, cursus-, les- en examengelden Baten in opdracht van derden, toelichting Contractonderwijs Baten werk in opdracht van derden Overige baten, toelichting Verhuur Detachering personeel Schenking Studentenbijdragen Verkoop van onderwijsmateriaal Overige Overige baten Collegegelden De daling van de opbrengst collegegelden wordt veroorzaakt door afname van de studentaantallen in collegejaar en In de opbrengst zijn tevens de collegegelden voor AVAG ( 0,8 mln.) verantwoord. Overige baten De overige baten zijn in totaal 3,0 mln. hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk verklaard door de afrekening met Hogeschool Rotterdam, die verantwoord staat onder de post Detachering personeel. Pagina 69 van 97

74 Personeelslasten Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Lasten, toelichting Personeelslasten Lonen, salarissen, sociale laten en pensioenlasten, uitsplitsing Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Overige personele lasten, uitsplitsing Dotaties personele voorzieningen (2.890) (4.761) (12.118) Lasten personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten Uitkeringen die personeelslasten verminderen (755) (128) (498) Personeelslasten De lonen en salarissen zijn hoger dan begroot en hoger dan in 2015 door het loonruimteakkoord. Het personeel van AVAG is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord onder de loonkosten ( 4,8 mln.). De post Personeel niet in loondienst is hoger dan in 2015 door inzet van externen bij diverse beleidsprojecten. Gemiddeld aantal werknemers Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt in 2016: (2015: 2.272). Alle medewerkers zijn werkzaam in Nederland. Pagina 70 van 97

75 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders (x 1,00) De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), kortweg: Wet normering topinkomens, is in 2013 in werking getreden. Het doel van deze wet is het tegengaan van bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi) publieke sector. In de WNT worden inkomens en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke taak, genormeerd en openbaar gemaakt. Door het ministerie van OCW is binnen het kader van de WNT de Regeling bezoldiging topfunctionarissen ocw-sectoren vastgesteld. Volgens de weging van de complexiteit van de instelling in deze regeling is Inholland ingedeeld in klasse G. Voor 2016 geldt de regeling die op 10 november 2015 is gepubliceerd in de Staatscourant. Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Hogeschool Inholland is Dit geldt naar rato van de duur en/of omvang van het dienstverband. Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt met ingang van 1 januari 2016 voor de eerste twaalf kalendermaanden een afwijkende normering, zowel voor de duur van de opdracht als voor het uurtarief. Het bezoldigingsmaximum voor leden en voorzitter raad van toezicht bedraagt 10% respectievelijk 15% van het voor de hbo-sector geldende bezoldigingsmaximum, te weten Het WNT-maximum voor ontslagvergoedingen voor 2016 is Pagina 71 van 97

76 1. Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. bedragen x 1 GMC de Ranitz MJWT Nollen H de Deugd Functiegegevens Voorzitter College van Lid College van Bestuur Lid College van Bestuur Aanvang en einde functievervulling in /1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 1,00 1,00 Gewezen topfunctionaris? nee nee nee (Fictieve) dienstbetrekking? ja ja ja Individueel WNT-maximum Beloning Nabetaling beloning over Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal /- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Verplichte motivering indien overschrijding De bezoldiging ligt in 2016, mede als gevolg van de nabetaling over 2015, boven het bezoldigingsmaximum van Daardoor vallen betrokkenen in 2016 onder het overgangsrecht voor de WNT2. Gegevens 2015 Aanvang en einde functievervulling in /1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 1,00 1,00 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Correctie in juni 2016 als gevolg van maximale bezoldiging De bezoldiging (exclusief nabetaling 2015) vloeit voort uit afspraken die dateren van voor inwerkingtreding van sectorale regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren. In juni 2016 heeft een nabetaling plaatsgevonden over 2015 voor alle drie de leden van het College van Bestuur. Als gevolg van de aftopping pensioengevend salaris tot een maximum van per 1 januari 2015 heeft het voltallige bestuur, vanuit de gemaakte afspraken in hun arbeidsovereenkomst, nog recht op een nabetaling tot hun contractueel vastgestelde bezoldigingsgrens, die per abuis in 2015 niet is doorgevoerd. Dit is geaccordeerd door de Raad van Toezicht. Met deze nabetaling over 2015 in 2016 komen de voorzitter en beide leden van het College van Bestuur vanaf 2015 in het overgangsrecht voor de WNT2. Dit is tevens in het jaarverslag 2015 toegelicht. Als gevolg van de nabetaling is in 2016 abusievelijk aan één bestuurder 481 teveel uitbetaald. Voor deze onverschuldigde betaling is ultimo 2016 onder de post Overige vorderingen een vordering opgenomen op de bestuurder en is betreffende het bedrag verrekend met het salaris van mei Door de externe accountant is in het kader van de controle van de jaarrekening 2016 getoetst of de nabetaling in 2016 in overeenstemming is met het overgangsrecht WNT2. Dit is het geval. Pagina 72 van 97

77 1c. Toezichthoudende topfunctionarissen. bedragen x 1 H.W. Breukink M.F. Andriessen E.C. van der Sluis K. v.d. Steenhoven H.J. Rutten C.J. van der Weerdt C.L. Sigaloff Functiegegevens Voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid Aanvang en einde functievervulling in /1-31/12 1/1-31/12 1/1-7/4 1/1-10/2 1/1-31/12 1/5-31/12 1/11-31/12 Individueel WNT-maximum Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal /- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Verplichte motivering indien overschrijding Gegevens 2015 Aanvang en einde functievervulling in /1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 nvt nvt Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging De honorering van de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht ligt onder de voor hen gestelde norm van WNT2. 2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking. Deze categorie is in 2016 voor Inholland niet van toepassing. 3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT. Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2016 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum van hebben ontvangen. Er is in 2016 aan één medewerker van Inholland een ontslaguitkering wegens einde dienstverband betaald die op grond van de WNT dient te worden vermeld. De verklaring voor deze overschrijding is dat met de medewerker in 2016 een beëindigingsregeling werd uitgevoerd uit Het betrof een regeling met een lid van de toenmalige directie Directeur Control - in het kader van de reorganisatie Daarbij ging het om een organisatiestructuurwijziging waarbij bepaalde directiefuncties vervielen. Pagina 73 van 97

78 3a. Bezoldiging en/of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen 1 ) bedragen x 1 Programmamanager huisvesting Aanvang en einde functievervulling 1/1-30/4 in 2016 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 WNT-drempelbedrag bezoldiging - Beloning 2016 Belastbare onkostenvergoedingen - Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging - Verplichte motivering indien overschrijding N.V.T. WNT-drempelbedrag ontslaguitkering Totaal overeengekomen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband Waarvan betaald in Verplichte motivering Voorgaande functie In 2016 werd een beëindigingsregeling uitgevoerd uit Het betrof een regeling met een lid van de toenmalige directie in het kader van de reorganisatie Het betrof een organisatiestructuurwijziging waarbij bepaalde directiefuncties vervielen. Directeur Control Gegevens 2015 Functie(s) in 2015 Programmamanager huisvesting Aanvang en einde functievervulling 1/1-31/12 in 2015 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 Beloning - Belastbare onkostenvergoedingen - Beloningen betaalbaar op termijn - Totaal bezoldiging ) Alleen de ontslaguitkering overschrijdt het WNT-maximum. Overige bezoldigingsgegevens behoeven niet te worden vermeld Pagina 74 van 97

79 Declaraties College van Bestuur Op basis van artikel 3j van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs dient Inholland vanaf het verslagjaar 2011 inzicht te geven in de declaraties van de individuele leden van het College van Bestuur. Met opname van onderstaand overzicht wordt hieraan voldaan. Overzicht verantwoording bestuurskosten en declaraties Bestuursleden 2016 Bestuurskosten die voor vergoeding in aanmerking komen en in het bestuursverslag w orden verantw oord Naam G.M.C. de Ranitz M.J.W.T. Nollen H. de Deugd CvB Gezamenlijk Totalen Functie Voorzitter portefeuillehouder portefeuillehouder Bedrijfsvoering Onderw ijs en Onderzoek 1 Reiskosten binnenland Reiskosten buitenland Representatiekosten Overige kosten Totaal Format conform Brief VvH kenmerk ond. Hogeschool Inholland heeft een declaratiereglement welke van toepassing is voor alle medewerkers van Inholland (inclusief de drie leden van het College van Bestuur) De voorzitter van de Raad van Toezicht beoordeelt en fiatteert de declaraties van het college. Vervoerskosten: Aan twee leden van het College van Bestuur is een leaseauto ter beschikking gesteld. De totale kosten in 2016 voor de twee leaseauto's waren Aan de voorzitter van het College van Bestuur is door Inholland een NS businesscard ter beschikking gesteld voor reiskosten woon-werk, reizen tussen de locaties van Inholland en overige dienstreizen. De totale kosten voor het gebruik van deze NSbusiness card waren voor Vaste onbelaste onkostenvergoeding: Conform reglementen van Hogeschool Inholland was tot 1 september 2016 sprake van een onbelaste vaste onkostenvergoeding, welke was aangewezen onder de werkkostenregeling, en opgenomen onder "4. "Overige kosten". Per 1 september 2016 geldt alléén nog declaratie van kosten met originele betaalbewijzen. Pagina 75 van 97

80 Afschrijvingen Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa, toelichting Afschrijvingen op immateriële vaste activa Afschrijvingen op materiële vaste activa Afschrijvingen De afschrijvingslasten zijn, zowel in relatie tot vorig jaar als in relatie tot de begroting gedaald door het uitblijven van investeringen. In de begroting van de afschrijvingen is hier echter wel rekening mee gehouden. Overige instellingslasten Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Huisvestingslasten, toelichting Huurlasten Verzekeringslasten Onderhoudslasten Lasten voor energie en water Schoonmaakkosten Belastingen en heffingen Dotatie onderhoudsvoorziening Overige Huisvestingslasten Overige lasten, toelichting Administratie- en beheerslasten Inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Dotatie overige voorzieningen (41) 0 (163) Overige Overige lasten Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn 3,0 mln. lager dan Dit wordt veroorzaakt door een getroffen reservering in 2015 voor de verhuizing van het Composietenlab en kosten brandveiligheid voor diverse panden. Voor de locatie in Amsterdam zijn in 2016 minder vierkante meters gehuurd dan begroot waardoor de huurlasten lager uitvallen ten opzichte van begroting. Overige lasten De overige overige instellingslasten zijn hoger dan in 2015 door hogere uitgaven voor media en studentenwerving. Het te verrekenen bedrag met AVAG over 2016 ( 4,6 mln.) is verantwoord onder de posten Huurlasten, Administratie- en beheerslasten en de Overige Overige instellingslasten. Pagina 76 van 97

81 Accountantshonoraria Realisatie Realisatie EUR EUR Separate specificatie kosten instellingsaccountant Accountantshonoraria, onderzoek van de jaarrekening Accountantshonoraria, andere controleopdrachten Accountantshonoraria, adviesdiensten op fiscaal 0 4 terrein Accountantshonoraria, andere nietcontrolediensten 0 52 Accountantshonoraria Financiële en overige baten en lasten Financiële en overige baten en lasten, toelichting Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Financiële baten en lasten, toelichting Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten (1.347) (1.732) (1.221) Financiële baten en lasten (1.276) (1.672) (1.111) Belastingen (197) 0 (129) Resultaat deelnemingen Resultaat aandeel van derden (305) 0 (165) Buitengewoon resultaat De werkelijke rentelasten in 2016 zijn lager dan begroot; dit wordt veroorzaakt doordat de werkelijke rekenrente op leningen (1%) lager ligt dan de rekenrente waarmee begroot is (3%) Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht In 2016 heeft een kleindochter van Inholland (HBO Services B.V.), welke integraal wordt geconsolideerd in de jaarrekening van de stichting, dividend uitgekeerd van 0,6 mln. Dit bedrag is verantwoord als betaalde dividenden onder de rubriek kasstromen uit financieringsactiviteiten. Als 51% aandeelhouder van HBO Services B.V. heeft Participatiemaatschappij B.V. 0,3 mln. dividend ontvangen. Dit bedrag is verantwoord als ontvangen dividenden onder de rubriek kasstromen uit operationele activiteiten. Pagina 77 van 97

82 3.11. Enkelvoudige balans per 31 december 2016 (na resultaatverdeling) Activa Realisatie Realisatie EUR EUR Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa, totaal Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Vlottende activa, totaal Activa, totaal Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Passiva, totaal Pagina 78 van 97

83 3.12. Enkelvoudige staat van baten en lasten 2016 Baten Realisatie Begroting Realisatie EUR EUR EUR Rijksbijdragen Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo Baten & Lasten (3.613) (6.385) Financiële baten en lasten (1.281) (1.597) (1.122) Resultaat (4.894) (7.982) Belastingen Resultaat Deelneming (66) Resultaat na belastingen (4.640) (7.949) Resultaat aandeel van derden Nettoresultaat (4.640) (7.949) Buitengewoon resultaat Totaal resultaat (4.640) (7.949) Pagina 79 van 97

84 3.13. Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro s, afgerond naar tenzij anders vermeld. In de toelichting op de enkelvoudige balans en staat van baten en lasten wordt met uitzondering van de post financiële vaste activa en het eigen vermogen, verwezen naar de toelichting bij de geconsolideerde balans en de staat van baten en lasten. Materiële vaste activa Materiële vaste activa, toelichting Materiele vaste activa, posten Gebouwen Terreinen Inventaris en apparatuur Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa Totaal materiele vaste activa Stand aan het begin van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen ( ) 0 ( ) 0 ( ) Materiële vaste activa Verloop gedurende de periode Investeringen Desinvesteringen 0 Afschrijvingen (10.801) (4.335) (15.136) Afschrijving op desinvesteringen 0 Mutatie gedurende de periode (9.528) Stand aan het eind van de periode Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen ( ) 0 ( ) 0 ( ) Materiele vaste activa Financiële vaste activa Financiële vaste activa, toelichting Financiële vaste activa, posten Deelnemingen in groepsmaatschappijen Totaal financiële vaste activa Financiële vaste activa, begin per Aandeel in resultaat deelnemingen Financiële vaste activa, einde per Pagina 80 van 97

85 Vlottende activa Realisatie Realisatie EUR EUR Vorderingen, toelichting Debiteuren Groepsmaatschappijen Personeel Studenten, deelnemers en cursisten Overige vorderingen Subtotaal vorderingen Overlopende activa, toelichting Vooruitbetaalde kosten Te ontvangen interest 0 22 Overige overlopende activa Overlopende activa Voorziening wegens oninbaarheid vorderingen (2.200) (2.271) Vorderingen, totaal Liquide middelen, toelichting Tegoeden op bankrekeningen Liquide middelen Vlottende activa, totaal Voorzieningen Voorzieningen, toelichting Voorzieningen, posten Personele voorzieningen Voorziening voor verlieslatende contracten Totaal voorzieningen Voorzieningen, begin van de periode Dotaties Onttrekkingen (6.186) (807) (6.993) Vrijval (9.000) 0 (9.000) Oprenting en/of verandering disconteringsvoet Voorzieningen, einde van de periode Bedrag looptijd maximaal 1 jaar Bedrag looptijd meer dan 1 jaar Pagina 81 van 97

86 Een nadere specificering van de componenten van de personele voorzieningen zijn als volgt: Voorzieningen, spec. Uitsplitsing personele voorzieningen, verloopoverzicht WWbijdragen Verlofsparen en sabbatical leave Eigen risico WAO Jubileumuitkering Langdurig zieken Sociaal beleid, REO en rechtpositioneel Overige personele voorzieningen Totaal personele voorzieningen Voorzieningen, begin per Dotaties Onttrekkingen (4.109) 0 (97) (157) (1.629) (194) 0 (6.186) Vrijval (8.100) (900) (9.000) Oprenting en/of verandering disconteringsvoet Voorzieningen, einde per Bedrag looptijd max. 1 jaar Bedrag looptijd > 1 jaar Kortlopende schulden Kortlopende schulden toelichting Realisatie Realisatie EUR EUR Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden (kortlopend) 14 0 Kortlopende schulden exclusief overlopende passiva, subtotaal Overlopende passiva, toelichting Vooruitontvangen college-, cursus-, lesen examengelden Vooruitontvangen subsidies OCW / EZ Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen bedragen Vakantiegeld en vakantiedagen Te betalen interest Overige overlopende passiva Overlopende passiva Kortlopende schulden, totaal Pagina 82 van 97

87 3.14. Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die hier vermeld zouden moeten worden Bestemming resultaat Realisatie Begroting Realisatie 2016 ( X 1.000) 2016 ( X 1.000) 2015 ( X 1.000) Toevoeging / onttrekkingen aan algemene reserve Toevoeging / onttrekkingen aan (4.640) (8.000) bestemmingsreserve Resultaat (4.640) (7.948) Het negatief resultaat over 2016 is overeenkomstig onttrokken aan de reserves. College van Bestuur Inholland Mw. drs. G.M.C. de Ranitz, voorzitter Drs. H. de Deugd, lid Dr. M.J.W.T. Nollen, lid Raad van Toezicht Inholland Mw. dr. M.F. Andriessen (vice-voorzitter) H.W. Breukink (voorzitter) Mw. drs.c. Sigaloff Mw. drs. C. van der Weerdt-Norder RA Mr. H.J. Rutten Pagina 83 van 97

88 4. Overige gegevens 4.1. Controleverklaring De verklaring is opgenomen op de volgende pagina s. Pagina 84 van 97

89 Pagina 85 van 97

90 Pagina 86 van 97

91 Pagina 87 van 97

92 Pagina 88 van 97

93 Pagina 89 van 97

94 Pagina 90 van 97

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering

Raad van Toezicht. Profielschetsen. Lid portefeuille onderwijs. Lid portefeuille bedrijfsvoering Raad van Toezicht Profielschetsen Lid portefeuille onderwijs Lid portefeuille bedrijfsvoering Vastgesteld door de Raad van Toezicht Oktober 2018 Algemeen biedt onderwijs voor studenten en professionals

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. Inholland 2014-2010 Jaarverslag Inholland 2014-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver

Jaarverslag 2014. Inholland 2014-2010 Jaarverslag Inholland 2014-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver Jaarverslag Inholland 2014 Jaarverslag Inholland 2014 Jaarverslag Inholland 2014 Jaar verslag Inholland 2014 Jaarverslag Inholland 2014 Jaarverslag Inholland 2014 Jaarvers Inholland 2014 Jaarverslag Inholland

Nadere informatie

Jaarverslag Inholland Haarlem, 31 mei Inhoudsopgave. Page 1 of 115

Jaarverslag Inholland Haarlem, 31 mei Inhoudsopgave. Page 1 of 115 Haarlem, 31 mei 2018 Inhoudsopgave Page 1 of 115 1 Voorwoord...3 2 Bestuursverslag...4 2.1 Verslag van de Raad van Toezicht...4 2.2 Verslag van College van Bestuur...8 2.2.1 Bestuurlijke verantwoording...8

Nadere informatie

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader

Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool Toezichtkader 1 Raad van Toezicht De Haagse Hogeschool 2 INLEIDING 3 De Raad van Toezicht van De Haagse Hogeschool formuleert in dit de inhoudelijke uitgangspunten van zijn toezicht en de manier waarop hij daaraan invulling

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN ALGEMEEN Artikel 1. Algemene bepalingen 1. Dit reglement is het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 15 van de statuten van

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT 140331 ALGEMEEN

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT 140331 ALGEMEEN Reglement Raad van Toezicht Stichting Hogeschool Leiden ALGEMEEN Artikel 1. Algemene bepalingen 1. Dit reglement is het Huishoudelijk Reglement van de Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 15 van de Statuten

Nadere informatie

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1 Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1 De statuten van Ymere geven aan dat de raad van commissarissen kan besluiten tot het instellen van vaste en ad hoc commissies, en dat deze commissies

Nadere informatie

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES November 2006 1 GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES PRINCIPES I. Naleving en handhaving van de code Het bestuur 1 en de raad van commissarissen zijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015 Governancestructuur WonenBreburg januari 2012, geactualiseerd augustus 2015 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Bestuur 3 2.1 Taak en werkwijze 3 2.2 Rechtspositie en bezoldiging bestuur 4 2.3 Tegenstrijdige belangen

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Onderwijsstichting Esprit Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit Visie en Toezicht Conform artikel 2 lid 2 van

Nadere informatie

Reglement intern toezicht

Reglement intern toezicht Reglement intern toezicht De raad van toezicht van de Stichting Scala College en Coenecoop College besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 2 lid 1

Nadere informatie

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur

Directiestatuut CSG. Artikel 1. Taakverdeling en structuur Directiestatuut CSG Artikel 1. Taakverdeling en structuur 1. De directeur-bestuurder oefent in de rol van bestuur van de stichting de hem bij of krachtens wettelijk voorschrift, statuten of het Reglement

Nadere informatie

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1

Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1 Reglement commissies raad van commissarissen Ymere 1 De statuten van Ymere geven aan dat de raad van commissarissen kan besluiten tot het instellen van commissies, en dat deze commissies functioneren op

Nadere informatie

Reglement College van Bestuur IJsselgroep

Reglement College van Bestuur IJsselgroep Reglement College van Bestuur IJsselgroep Vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d. 12 maart 2014 0. Inleiding In de statuten d.d. 19 december 2009 van de Stichting IJsselgroep Educatieve Dienstverlening

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. Raad van Commissarissen Het bestuur De financiële verslaggeving en de positie van de externe accountant...

Inhoudsopgave: 1. Raad van Commissarissen Het bestuur De financiële verslaggeving en de positie van de externe accountant... GOVERNANCESTRUCTUUR Inhoudsopgave: 1. Raad van Commissarissen... 2 2. Het bestuur... 3 3. De financiële verslaggeving en de positie van de externe accountant... 4 1 Governancestructuur Woningstichting

Nadere informatie

Nader in te vullen. Zie voor een inhoudsopgave de bijgevoegde leeswijzer en toelichting.

Nader in te vullen. Zie voor een inhoudsopgave de bijgevoegde leeswijzer en toelichting. BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN Preambule Nader in te vullen. Zie voor een inhoudsopgave de bijgevoegde leeswijzer en toelichting. I. Naleving en handhaving van de code I.1 Het college van bestuur

Nadere informatie

COMPLIANCY BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN. Preambule

COMPLIANCY BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN. Preambule COMPLIANCY BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN Preambule De Vereniging Hogescholen heeft in februari 2006 de Branchecode governance vastgesteld met als doel een volgende stap te zetten in de ontwikkeling

Nadere informatie

1 Voorwoord 5. 2 Verslag van Raad van Toezicht 7. 3 Verslag van College van Bestuur 11

1 Voorwoord 5. 2 Verslag van Raad van Toezicht 7. 3 Verslag van College van Bestuur 11 Inhoudsopgave Jaarverslag 2014 1 Voorwoord 5 2 Verslag van Raad van Toezicht 7 3 Verslag van College van Bestuur 11 3.1 Bestuurlijke verantwoording 11 3.2 Nieuwsoverzicht 19 3.3 Onderwijs 33 3.4 Personeel

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Hoeveel leden telt uw intern toezicht? 2. Wat

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT ROC MONDRIAAN Inhoudsopgave Preambule 2 0. Definities 2 1. Status en werkingsduur 3 2. Vergaderingen 3 3. Informatievoorziening 3 4. Evaluatie 4 5. Taakverdeling 4 6. Commissies

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Toezichtkader Raad van Toezicht SGR Vastgesteld door de Raad van Toezicht van SGR op 14 april 2015 Inleiding Vanaf 2011 zijn bij de SGR de functies van bestuur en intern toezicht gescheiden. Deze functiescheiding

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016

VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 VISIE OP TOEZICHT Vastgesteld door Raad van Commissarissen op 15 september 2016 Woningcorporaties staan voor het huisvesten van mensen met een bescheiden inkomen en voor kwetsbare groepen. Woningcorporaties

Nadere informatie

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland

Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Bestuursreglement samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland Artikel 1 Begripsbepalingen In dit bestuursreglement wordt verstaan onder: a. statuten: de statuten van de Stichting

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 11 december 2014 INLEIDING Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 12 lid 5 en 12 van

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

COMPLIANCE BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN 2014

COMPLIANCE BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN 2014 COMPLIANCE BRANCHECODE GOED BESTUUR HOGESCHOLEN 2014 1. INLEIDING De Branchecode goed bestuur hogescholen bepaalt dat het college van bestuur en de raad van toezicht verantwoordelijk zijn voor de inrichting

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht ter uitvoering van artikel 14, lid 3, van de statuten van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs te Ermelo Begrippen In dit reglement wordt onder Raad verstaan

Nadere informatie

Reglement Raad van toezicht

Reglement Raad van toezicht Reglement Raad van toezicht Meerwegen scholengroep Stichting PCVOE Versie 1.1 Vastgesteld door de Raad van Toezicht op: 18 december 2017 Preambule Dit Reglement Raad van Toezicht is opgesteld conform de

Nadere informatie

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs

Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Toezichtkader Raad van toezicht van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs Inleiding. Vanaf 1 augustus 2011 zijn bij De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal

Nadere informatie

Twee leden Raad van Toezicht Zuyd Hogeschool

Twee leden Raad van Toezicht Zuyd Hogeschool Twee leden Raad van Toezicht Zuyd Hogeschool Met het oog op het verstrijken van de maximale benoemingstermijn van twee leden van de Raad van Toezicht, ontstaan per 1 januari 2016 twee vacatures. Complementair

Nadere informatie

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari

TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE. 8 februari TOEZICHTSVISIE RAAD VAN TOEZICHT NOVA COLLEGE 8 februari 2017 1 Inleiding In deze toezichtvisie geven wij als de Raad van Toezicht van het Nova College aan waarom wij toezicht houden, wat we daarmee willen

Nadere informatie

Reglement van de Raad van Toezicht

Reglement van de Raad van Toezicht Van de besluit gelet op richtlijn 23 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 en artikel 11 lid 4 van de statuten van de stichting tot vaststelling van het onderstaande Reglement van de Raad

Nadere informatie

Jaarverslag 2017 Raad van Toezicht Coloriet

Jaarverslag 2017 Raad van Toezicht Coloriet Jaarverslag 2017 Raad van Toezicht Lelystad, mei 2018 Postadres T 0320 290 500 Middenweg 5 Postbus 577 info@coloriet.nl @ 8232 JT Lelystad 8200 AN Lelystad www.coloriet.nl Inleiding Voor u ligt het jaarverslag

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij

DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE. Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT. bij DE VROEDT & THIERRY E X E C U T I V E S E A R C H POSITIE SPECIFICATIE Voor de positie van LID RAAD VAN TOEZICHT bij ROC van Amsterdam - Flevoland 2 DE ORGANISATIE Het ROC van Amsterdam Het ROC van Amsterdam

Nadere informatie

Jaarverslag Inholland 2015. Hogeschool Inholland. Stichting Hoger Onderwijs Nederland. Jaarverslag 2015. Den Haag, 29 juni 2016.

Jaarverslag Inholland 2015. Hogeschool Inholland. Stichting Hoger Onderwijs Nederland. Jaarverslag 2015. Den Haag, 29 juni 2016. Hogeschool Inholland Stichting Hoger Onderwijs Nederland Jaarverslag 2015 Den Haag, 29 juni 2016 Pagina 1 van 180 Inhoudsopgave 1. Voorwoord... 3 2. Verslag van Raad van Toezicht... 5 3. Verslag van College

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Wervingsprofiel Lid Raad van Toezicht 19 juli 2019 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE STICHTING HOGER ONDERWIJS NEDERLAND / HOGESCHOOL INHOLLAND

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE STICHTING HOGER ONDERWIJS NEDERLAND / HOGESCHOOL INHOLLAND HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE STICHTING HOGER ONDERWIJS NEDERLAND / HOGESCHOOL INHOLLAND Algemene bepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. de stichting:

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019)

Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Pagina 1 van 5 Reglement Raad van Toezicht Stichting Gereformeerde Scholengroep Januari 2015 (en tekstuele update maart 2019) Artikel 1. Algemeen De Raad van Toezicht van de Stichting Gereformeerde Scholengroep,

Nadere informatie

Toezicht- en toetsingskader

Toezicht- en toetsingskader Toezicht- en toetsingskader Woonstichting Hulst hecht veel waarde aan goed bestuur (governance). Het doel van governance is het scheppen van waarborgen voor realisatie van de (maatschappelijke) doelstellingen,

Nadere informatie

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG

VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VOORBEELDMODEL CHECKLIST VERANTWOORDING RAAD VAN TOEZICHT IN HET JAARVERSLAG VERENIGING VAN TOEZICHTHOUDERS IN ONDERWIJSINSTELLINGEN VTOI januari 2016 Checklist verantwoording RvT in het jaarverslag Pagina

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht 2014

Reglement Raad van Toezicht 2014 2014 pagina 2 van 6 I Algemeen De Raad van Toezicht functioneert binnen de kaders van de Wet, de Statuten en het bestuurs- en beheersreglement. De Branchecode Goed Bestuur Hogescholen vormt een belangrijk

Nadere informatie

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018 DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM Reglement Raad van Toezicht november 2018 Vastgesteld door de RvT in de vergadering van 19 november 2018 Inleiding Binnen de Stichting Dierenopvangcentrum Amsterdam II (Stichting)

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V. Dit Reglement is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen van Telegraaf Media Groep N.V. op 17 september 2013. 1. Inleiding De Auditcommissie is een

Nadere informatie

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO

Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Uitkomsten CFO-bijeenkomst Prestatieafspraken in het HBO Eind september ging Deloitte met CFO s uit het hoger onderwijs in gesprek over de uitdagingen om de prestatieafspraken te realiseren, ook al is

Nadere informatie

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden: Concretisering Code Goed Bestuur voor Onderwijs Primair Inleiding De leden van de PO-Raad hebben in 2010 de Code Goed Bestuur vastgesteld als leidraad voor goed bestuur in het primair onderwijs. Het bestuur

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht

Toetsingskader Raad van Toezicht Toetsingskader Raad van Toezicht Taak en werkwijze De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en op de directeuren van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en het Koninklijk

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Informatieprotocol. Datum: 27 april 2010 Raad van toezicht Raad van bestuur

Informatieprotocol. Datum: 27 april 2010 Raad van toezicht Raad van bestuur Informatieprotocol Datum: 27 april 2010 Aan: Raad van toezicht Van: Raad van bestuur Kenmerk: II-1.1/10.78.1n 1. Inleiding De RvT en de RvB van de St. Anna Zorggroep achten het van belang dat de RvT tijdig

Nadere informatie

Versie Reglement voor de Auditcommissie Woonstichting Stek

Versie Reglement voor de Auditcommissie Woonstichting Stek Reglement voor de Auditcommissie Woonstichting Stek Vastgesteld tijdens de vergadering van de Raad van Commissarissen op 17 12 2018 Artikel 1 - Status en inhoud reglement 1. Dit reglement is opgesteld

Nadere informatie

HANDLEIDING BIJ HET OPSTELLEN VAN REGLEMENTEN VOOR TOEZICHT EN BESTUUR

HANDLEIDING BIJ HET OPSTELLEN VAN REGLEMENTEN VOOR TOEZICHT EN BESTUUR HANDLEIDING BIJ HET OPSTELLEN VAN REGLEMENTEN VOOR TOEZICHT EN BESTUUR Inleiding In deze handleiding wordt toegelicht hoe aan de hand van de Governancecode woningcorporaties reglementen voor bestuur en

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor een scheiding

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs

Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor het bevoegd gezag van scholen en scholengemeenschappen in het voortgezet

Nadere informatie

Reglement remuneratiecommissie Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland

Reglement remuneratiecommissie Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland Reglement remuneratiecommissie Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Stromenland HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Doel en reikwijdte reglement 1. Dit reglement geeft nadere invulling van samenstelling

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden

Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden Toezichtkader Stichting Christelijke Onderwijs Groep Vallei & Gelderland- Midden Tevens zijnde Toezichtkader voor: Raad van Toezicht Stichting Contractonderwijs COG Raad van Toezicht Beheersstichting COG

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015 Algemeen Mede naar aanleiding van de kredietcrisis en de Europese schuldencrisis in 2011 is een groot aantal codes,

Nadere informatie

Jaarverslag Inholland Haarlem, 29 mei Page 1 of 115

Jaarverslag Inholland Haarlem, 29 mei Page 1 of 115 Haarlem, 29 mei 2019 Page 1 of 115 Inhoudsopgave 1 Voorwoord...3 2 Bestuursverslag...4 2.1 Verslag van de Raad van Toezicht...4 2.2 Verslag van College van Bestuur...8 2.2.1 Bestuurlijke verantwoording...8

Nadere informatie

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Jaarverslag. Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Jaarverslag Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 2015 VOORWOORD Ontwikkeling en herijking. Dat zijn misschien wel de meest kenmerkende woorden voor onze Stichting

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht CHE

Toetsingskader Raad van Toezicht CHE Toetsingskader Raad van Toezicht CHE Visie op Toezicht CHE De Raad van Toezicht (RvT) van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) ziet toe op de ontwikkeling en uitvoering van strategie en beleid door het

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Inholland 2013-2010 Jaarverslag Inholland 2013-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver

Jaarverslag 2013. Inholland 2013-2010 Jaarverslag Inholland 2013-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver Jaarverslag Inholland 2013 Jaarverslag Inholland 2013 Jaarverslag Inholland 2013 Jaar verslag Inholland 2013 Jaarverslag Inholland 2013 Jaarverslag Inholland 2013 Jaarvers Inholland 2013 Jaarverslag Inholland

Nadere informatie

Subsector overig. Subsector overig

Subsector overig. Subsector overig Subsector overig Samenvatting... Grote subsector... 2 Veel switchende studenten... 3 Hoge uitval onder mbo ers... 4 Hoog wo-diplomarendement... 4 Minste studenten van hbo naar wo... 4 8 accreditaties na

Nadere informatie

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk: Managementstatuut Zoals vastgesteld Geldig tot uiterlijk: 01-01-2017 Managementstatuut Stichting Invitare Openbaar Onderwijs Zoals: - 26 januari 2016 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. - 23 maart 2016

Nadere informatie

Toetsingskader Raad van Toezicht

Toetsingskader Raad van Toezicht Toetsingskader Raad van Toezicht Taak en werkwijze De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur en op de directeuren van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en het Koninklijk

Nadere informatie

Verder dan 1 mei 2015

Verder dan 1 mei 2015 4.2.2 Governance Tabel 20. Resultaten maatregelen governance Overzicht resultaten maatregelen uit het rapport 'In het publiek belang' Verder dan 1 mei 2015 Governance 2.1 - Instellen rvc + * * + + + +

Nadere informatie

Reglement auditcommissie SOR

Reglement auditcommissie SOR Datum 12-5-2016 Reglement auditcommissie SOR SOR Botersloot 175, 3011 HE Rotterdam Postbus 22260, 3003 DG Rotterdam T (010) 444 55 55 F (010) 404 80 26 E info@sor.nl www.sor.nl ARTIKEL 1. VASTSTELLING

Nadere informatie

Toezicht en toetsingskader raad van toezicht van Stichting Stenden Hogeschool

Toezicht en toetsingskader raad van toezicht van Stichting Stenden Hogeschool Toezicht en toetsingskader raad van toezicht van Stichting Stenden Hogeschool De statuten van stichting Stenden Hogeschool voorzien in de raad van toezicht-structuur. Het college van bestuur bestuurt de

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer

Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer Toezichtkader Montessori Vereniging Haarlemmermeer Inhoud Inleiding... 3 Wat houdt het (intern) toezicht in?... 4 Werkwijze toezichthoudende deel van het bestuur/ toezichtkader... 6 1. Openbare identiteit...

Nadere informatie

Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang

Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang Reglement voor de Audit Commissie Woonstichting Vooruitgang Pagina 1 van 5 Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte reglement 1) Dit reglement is vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van de Raad van

Nadere informatie

toezicht en toetsing - Raad van Commissarissen Stadgenoot; pagina 1 van 6

toezicht en toetsing - Raad van Commissarissen Stadgenoot; pagina 1 van 6 TOEZICHT EN TOETSING 2014 Raad van Commissarissen Stadgenoot Het toezichtskader Het toezichtskader beschrijft op hoofdlijnen het speelveld en de taken van de corporatie en omvat het geheel van spelregels

Nadere informatie

Bijlage D. Reglement Auditcommissie

Bijlage D. Reglement Auditcommissie Bijlage D Reglement Auditcommissie Vastgesteld op: 14 mei 2018 Artikel 1 - Status en inhoud reglement 1. Dit reglement is opgesteld ter uitwerking van en in aanvulling op het reglement van de RvC en de

Nadere informatie

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting

1. Positionering Raad van Toezicht in de stichting Reglement Raad van Toezicht Stichting GGNet, opgemaakt op grond van artikel 24 van de statuten van GGNet en in onderstaande vorm vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht d.d. 9 september

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen

REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen REGLEMENT VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN SOURCE GROUP N.V. (de Vennootschap ) Vastgesteld door de raad van commissarissen Versie 1.1 dd. 15 januari 2014 Artikel 1 - Algemene taak 1.1 De raad van commissarissen

Nadere informatie

Auditcommissie Reglement 2016

Auditcommissie Reglement 2016 Auditcommissie Reglement 2016 Woningstichting Het Grootslag Versie 2.0 Vastgesteld door de RvC 15 april 2016 Inhoud Doelstelling van de auditcommissie... 3 1. Doelstelling... 3 1.1 Ondersteuning... 3 1.2

Nadere informatie

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist

Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Instruerend Bestuur Quickscan en checklist Stade Advies BV Kwaliteit van samenleven Quickscan Instruerend Bestuur (0 = onbekend; 1 = slecht; 2 = onvoldoende; 3 = voldoende; 4 = goed; 5 = uitstekend) 1.

Nadere informatie

Ter wille van de duidelijkheid worden enkele in de Statuten opgenomen bepalingen geheel of gedeeltelijk herhaald.

Ter wille van de duidelijkheid worden enkele in de Statuten opgenomen bepalingen geheel of gedeeltelijk herhaald. Reglement Raad van toezicht BiSC Inleiding De Statuten van BiSC, een Stichting met als doel de ondersteuning en bevordering van het bibliotheekwerk in de provincie Utrecht, voorzien in de Raad van toezicht.

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers April 2017 Inhoud 1 Het algemene beeld 2 2 Start van de studie: uitvallers 4 3 Start van de studie: wisselaars 5 4 Afsluiting van de studie: studiesucces

Nadere informatie

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis. BESTUURSREGLEMENT Vastgesteld door het bestuur op 6 mei 2015. Hoofdstuk I. Algemeen. Artikel 1. Begrippen en terminologie. Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten

Nadere informatie

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree

Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Reglement voor de Raad van Commissarissen van Rentree Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte reglement 1. Dit reglement is vastgesteld en goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Commissarissen d.d.

Nadere informatie

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1

E. (Edward) Moolenburgh Directeur. VBS, september VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 E. (Edward) Moolenburgh Directeur VBS, september 2018 VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 1 INHOUD VBS Verbindend voor diversiteit in onderwijs 2 1. Dit formulier is bedoeld om te checken of een

Nadere informatie

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht

Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht. Auteur Raad van Toezicht Auteur Raad van Toezicht Inlichtingen Sandra Vermuelen, secretaris RvT Sandra.vermeulen@hu.nl Datum 23 mei 2017 Toezichtvisie, toezichtkader en toetsingskader van de Raad van Toezicht Versie Vastgesteld

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre

Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Reglement Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Versie 12 december 2017 Versieblad Versie 1.0 2.0 3.0 3.1 4 Status Definitief Datum 24-11-2014 4-12-2014 9-12-2014 15-11-2017 12-12-2017 Wijzigingen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver

Jaarverslag 2012. Inholland 2012-2010 Jaarverslag Inholland 2012-2010aarverslag Inholland 2010 Jaarver Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaar verslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarverslag Inholland 2012 Jaarvers Inholland 2012 Jaarverslag Inholland

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2015 RAAD VAN TOEZICHT

JAARVERSLAG 2015 RAAD VAN TOEZICHT JAARVERSLAG 2015 RAAD VAN TOEZICHT 2 JAARVERSLAG 2015 RAAD VAN TOEZICHT Inhoudsopgave 1. Samenstelling Raad van Toezicht... 3 2. Rooster van aan- en aftreden... 3 3. Hoofd- en nevenfuncties van de leden

Nadere informatie

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel. 0521 59 49 44 Email: info@talentwesterveld.nl Website: www.talentwesterveld.nl REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR Werkveld: Organisatie Beleidslijn:

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: de stichting); REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting"); in aanmerking genomen het volgende: A) de statutaire

Nadere informatie

Reglement Auditcommissie

Reglement Auditcommissie Vaststelling Raad van Toezicht: 24 mei 2018 Pagina 1 van 7 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Samenstelling auditcommissie 3 3. Doelstelling auditcommissie 3 4. Bevoegdheden auditcommissie 3 5. Taken, werkwijze

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT

HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT HOOFDSTUK 8 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT INLEIDING Sinds 24 oktober 2011 is het Raad van Toezichtmodel bij de Meerwaarde operationeel. De dagelijkse leiding is vanaf die datum in handen van een eenhoofdig

Nadere informatie

Stichting Certificatie Asbest Ascert. 2 Leden Raad van Toezicht portefeuille juridisch en financiën

Stichting Certificatie Asbest Ascert. 2 Leden Raad van Toezicht portefeuille juridisch en financiën Stichting Certificatie Asbest Ascert 2 Leden Raad van Toezicht portefeuille juridisch en financiën Stichting Ascert 2 Leden Raad van Toezicht Stichting Ascert heeft als doel het bevorderen dat asbest in

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen

Profielschets Raad van Commissarissen Profielschets Raad van Commissarissen Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 18 maart 2009 en laatstelijk gewijzigd in 2014. 1. Doel profielschets 1.1 Het doel van deze profielschets is om uitgangspunten

Nadere informatie

Definitieve versie 6 maart 2017 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT

Definitieve versie 6 maart 2017 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT UNIVERSITEIT UTRECHT De cursief gedrukte tekst is overgenomen uit de relevante wetgeving. Artikel 1 Inleiding 1. Dit reglement heeft betrekking op de Raad van Toezicht (de Raad

Nadere informatie

Reglement Auditcommissie WormerWonen

Reglement Auditcommissie WormerWonen Reglement Auditcommissie WormerWonen Vastgesteld in de Auditcommissie van WormerWonen Ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht op 29 oktober 2014 14 oktober 2014 1 1. INHOUD 1. Doelstelling

Nadere informatie

Toezichthouder Aandachtsgebied kwaliteit en veiligheid

Toezichthouder Aandachtsgebied kwaliteit en veiligheid Profiel Toezichthouder Aandachtsgebied kwaliteit en veiligheid 21 december 2017 Opdrachtgever Voor meer informatie over de functie Lidewij Geertsma, adviseur Leeuwendaal Telefoon (088) 00 868 00 0629004723

Nadere informatie