Voorontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Voorontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning OMGEVINGSLOKET Paul KIEKENS Afdeling Milieuvergunningen Stefaan VAN ROSSUM Ruimte Vlaanderen

2 Toepassingsgebied omgevingsvergunning 1. de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen 2. de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten 3. de verkaveling van gronden Als 1 en 2 onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, is aparte indiening onmogelijk. Omgevingsvergunningsdecreet wordt toegepast met inachtneming van de doelstellingen, beginselen, verplichtingen en beoordelingscriteria vastgesteld in de VCRO en titel V DABM.

3 Schema integratie OMGEVINGSVERGUNNINGSDECREET INTEGRATIE PROCEDURES VCRO DABM Titel IV Vergunningen Titel V: Exploitatie van inrichtingen en activiteiten en erkenningen

4 Uitgangspunten bevoegde overheid Decentralisatie van beslissingsbevoegdheden van provincies naar gemeenten door declassering in twee fasen van inrichtingen van de klasse 1 naar de klasse 2 (in een eerste fase: circa 5.000; in een tweede fase aantal afhankelijk van resultaat van een TWOLstudie). Niet de aanvrager, maar de aard en de omvang van het project zijn de bepalende factoren bij de toewijzing; Ook wijzigingen van een project zijn voor dezelfde bevoegde overheid

5 Bevoegde overheid in eerste aanleg de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar: Vlaamse projecten; exploitatie van mobiele of verplaatsbare inrichtingen en activiteiten die zich uitstrekken over twee of meer provincies. de deputatie: 1ste klasse inrichtingen die niet voorkomen op de lijsten van gemeentelijke of Vlaamse projecten noch er een onderdeel van zijn; provinciale projecten; exploitatie van mobiele of verplaatsbare inrichtingen en activiteiten die zich uitstrekken over twee of meer gemeenten.

6 Bevoegde overheid in eerste aanleg het college van burgemeester en schepenen: gemeentelijk projecten; alle andere gevallen dan deze waarvoor de VR of de deputatie bevoegd is.

7 Vlaamse projecten (1) Wegen: a) hoofdwegen b) primaire wegen categorie I en II c) secundaire wegen categorie I en II; Spoorwegen: a) openbare spoorwegen voor het personen- en goederenvervoer met inbegrip van de perrons; b) tram, metro en andere geleide openbaar vervoerssystemen met inbegrip van de perrons; Luchthaveninfrastructuur van de luchthavens Brussels Airport (Zaventem), Antwerpen-Deurne, Oostende-Brugge en Kortrijk-Wevelgem: a) verhardingen voor het vliegverkeer; b) gebouwen voor het onthaal van passagiers en de verwerking van bagage; c) parkeergebouwen en parkings;

8 Vlaamse projecten (2) Waterwegen: a) waterwegen en onbevaarbare waterlopen van de 1e categorie b) overstromingsgebieden binnen het stroomgebied van waterwegen en onbevaarbare waterlopen van de 1e categorie c) Watergebonden bedrijventerreinen langs waterwegen Natte en droge infrastructuur zeehandelshavens van Oostende, Zeebrugge, Gent en Antwerpen Versterking van de zeewering (Masterplan Kustveiligheid) Monostortplaatsen baggerspecie van bevaarbare en onbevaarbare waterlopen met een minimale capaciteit van m³;

9 Vlaamse projecten (3) Infrastructuur van bedrijventerreinen, opgenomen in een gewestelijk RUP, opgemaakt in uitvoering van punten 6. en 7. van de beslissing van de VR van 23 april 2004 inzake het ENA; Kerncentrales en installaties voor de berging en verwerking van splijtstoffen Productie van elektriciteit: a) Installaties die aantakken op netwerken die een transmissiefunctie hebben en beheerd worden door de hoogspanningsnetbeheerder b) Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie binnen de grenzen van de zeehavengebieden Transmissienet en het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit;

10 Vlaamse projecten (4) Opsporen en winnen van koolwaterstoffen Opsporen van potentiële opslagcomplexen voor CO2 Geothermische projecten vanaf een diepte van 500 meter Waterwinning voor de openbare watervoorziening en het transport van water naar het openbaar distributienet Afvoeren en zuiveren van hemel-, oppervlakte- en afvalwaters in functie van de bovengemeentelijke saneringsopdracht Vervoer via pijpleiding van vloeibare stoffen en gassen, andere dan afvalwater, hemelwater en water naar het openbare distributienet;

11 Vlaamse projecten (5) Bovengrondse opslag van koolwaterstoffen van m³ of meer; Ondergrondse opslag van koolwaterstoffen meer dan m³ Afvalverbrandingsinstallaties met een capaciteit van meer dan ton/jaar; Als bovenlokaal netwerk functionerende, al dan niet draadloze communicatienetwerken in functie van radiocommunicatie, telefoonverkeer, televisie, internet of andere; Gebouwen of gebouwencomplexen, als de totale bruto vloeroppervlakte van het deel met de functies recreatie, handel, kantoren en diensten m² of meer bedraagt; Golfterreinen met 18 of meer holes;

12 Provinciale projecten (1) Bovenlokale fietspaden Waterinfrastructuur: a) onbevaarbare waterlopen van de 2e en 3e categorie: b) overstromingsgebieden binnen het stroomgebied van de waterloop van de 2e of 3e categorie, specifiek bedoeld voor het ophouden van water dat moet afvloeien via die waterloop; Windturbines vanaf 2 MW Golfterreinen met 9 of meer holes en minder dan 18 holes

13 Provinciale projecten (2) Recreatie: a) provinciale recreatieve domeinen b) motorcrossterreinen Gebouwen of gebouwencomplexen, indien de totale bruto vloeroppervlakte van het deel met de functies recreatie, handel, kantoren en diensten meer dan m² en minder dan m² bedraagt, in buitengebied of kleinstedelijk gebied; Infrastructuur van bedrijventerreinen, die volgens een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zijn aangeduid binnen een bijzonder of specifiek economisch knooppunt; Ontginningsgebieden

14 Procedures eerste aanleg Gewone vergunningsprocedure. altijd openbaar onderzoek; in bepaalde gevallen advies omgevingsvergunningscommissie. Vereenvoudigde vergunningsprocedure. nooit openbaar onderzoek; nooit advies omgevingsvergunningscommissie; voorbehouden voor: - beperkte veranderingen van ingedeelde inrichtingen; - tijdelijke inrichtingen of activiteiten; - vergunningsplicht na wijziging indelingslijst; - alle andere soorten projecten die door de VR zullen worden aangewezen.

15 Vereenvoudigde procedure Indienen bij CBS/dep/VR (beveiligde zending) Onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid (max. 30 dagen). Startdatum procedure * Stilzwijgend ontvankelijk en volledig na 30 dagen * Geen openbaar onderzoek Geen omgevingsvergunningscommissie Soms adviezen vragen Beslissing binnen 60 dagen na * Geen beslissing = weigering 35 dagen wachttermijn voor gebruik van vergunning

16 Gewone procedure Onderzoek ontvankelijkheid en volledigheid: zie vereenvoudigde procedure Altijd openbaar onderzoek Soms omgevingsvergunningscommissie / soms adviezen Beslissing binnen 105 of 120 dagen na * 105 als geen OV-commissie 120 als OV-commissie Automatisch verlengd met 60 dagen als Tweede openbaar onderzoek Administratieve lus Tussenkomst gemeenteraad (wegen) Geen beslissing = weigering 35 dagen wachttermijn voor gebruik van vergunning

17 Vergelijking termijnen met andere lidstaten Eerste aanleg Vlaanderen Nederland Frankrijk England/ Wales Geïntegreerde vereenvoudigde procedure Geïntegreerde gewone procedure Niet-geïntegreerde procedure stedenbouw Niet-geïntegreerde procedure milieuvergunning 60 d 8 weken (verlengbaar met 6 weken) 120 d (beperkt verlengbaar met 60 d) 6 maanden (verlengbaar met 6 weken) nvt nvt 3 maanden 8 weken voor kleine zaken 13 weken voor grotere zaken 16 weken voor aanvragen met MER nvt nvt nvt nvt 8 tot 12 maanden (orde termijnen) voor de zwaarste en meest vervuilende industrie ; En 5 maanden voor de andere nvt nvt 3 maanden (zonder openbaar onderzoek) en 4 maanden (met openbaar onderzoek) (verlenging termijn mogelijk volgens overeenkomst)

18 Wijziging van aanvraag in loop van procedure Twee soorten: Wijzigingen van het voorwerp van de aanvraag die voldoen aan de volgende voorwaarden: de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het leefmilieu of de goede ruimtelijke ordening; de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend; de wijzigingen brengen geen schending van de rechten van derden met zich mee. Wijzigingen van het voorwerp van de aanvraag die niet voldoen aan de voormelde voorwaarden: de bevoegde overheid kan, op verzoek van de vergunningsaanvrager, een tweede openbaar onderzoek organiseren waarbij ze de adviezen een tweede keer inwint

19 Administratieve lus Als de bevoegde overheid vaststelt dat een onregelmatigheid werd begaan die kan leiden tot een vernietiging van de beslissing, kan ze de onregelmatigheid herstellen. Ze kan in voorkomend geval een tweede openbaar onderzoek organiseren of de adviezen een tweede keer inwinnen.

20 Projectvergadering de initiatiefnemer kan, eenmaal een realistische projectstudie voorhanden, ter voorbereiding van zijn vergunningsaanvraag verzoeken om een projectvergadering met de bevoegde overheid en de adviesinstanties; derden kunnen worden toegelaten; de projectvergadering beoogt de procedurele afstemming tussen de betrokken overheden en de eventueel nodig geachte bijsturingen van het project; de VR kan nadere regels bepalen en het toepassingsgebied beperken.

21 Laatste administratieve aanleg Kenmerken devolutief effect van het beroep & beslissing ondeelbaar vergunningsaanvraag wordt opnieuw in haar totaliteit onderzocht; wijzigingen aan de vergunningsaanvraag zijn mogelijk, mits de rechten van derden niet worden geschonden; toepassing van de administratieve lus.

22 Laatste administratieve aanleg Wie kan beroep indienen? de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant; het betrokken publiek: personen die gevolgen van het project ondervinden of waarschijnlijk ondervinden of belanghebbende zijn bij de besluitvorming (steeds met inbegrip van de milieuverenigingen); het college van burgemeester en schepenen & de leidend ambtenaar van de adviesinstanties: voor zover ze tijdig advies hebben verstrekt of als ze ten onrechte niet om advies zijn verzocht; de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie & de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.

23 Laatste administratieve aanleg Beroepstermijn: steeds 30 dagen, andere aanvangsdatum: de dag na de datum van betekening van de beslissing voor de personen aan wie de beslissing wordt betekend; de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste aanleg stilzwijgend wordt geweigerd; de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

24 Laatste administratieve aanleg Schorsende werking van het beroep: het beroep (inclusief het beroep van een derde belanghebbende) schorst de uitvoering van de beslissing tot de betekening van de definitieve beslissing; uitzondering, het beroep is niet schorsend ten aanzien van de vergunning voor: de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die tijdig werd aangevraagd; de exploitatie na een proefperiode; de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

25 Laatste administratieve aanleg Behandeling ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek: om ontvankelijk te zijn moet de beroepsindiener gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift bezorgen aan: de vergunningsaanvrager behalve als hijzelf het beroep instelt; de deputatie als die in eerste administratieve aanleg zelf de beslissing heeft genomen; het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf beroep heeft ingesteld.

26 Laatste administratieve aanleg adviesverlening: advisering door: de gemeente, de adviesinstanties en in bepaalde gevallen de omgevingsvergunningscommissie; indien de omgevingsvergunningscommissie advies geeft, hebben derde belanghebbenden het recht om door de commissie gehoord te worden. bevoegde overheid: de deputatie indien het een beroep betreft tegen een beslissing van het CBS; de VR indien het een beroep betreft tegen een beslissing van de deputatie.

27 Laatste administratieve aanleg Beslissingstermijnen 120 dagen als de aanvraag in eerste administratieve aanleg overeenkomstig de gewone vergunningsprocedure behandeld werd; 60 dagen als de aanvraag in eerste administratieve aanleg overeenkomstig de vereenvoudigde vergunningsprocedure behandeld werd; aanvang termijnen: de dag na de datum van ontvankelijk en volledig verklaring v/h beroep, bij ontstentenis de dertigste dag na de datum waarop het beroep werd ingediend. Indien meerdere beroepen, worden deze samengevoegd en vangt de termijn aan de dag nadat het laatst ingediende beroep ontvankelijk en volledig werd verklaard, bij ontstentenis de dertigste dag na de datum waarop het laatst ingediende beroep werd ingediend.

28 Laatste administratieve aanleg de beslissingstermijnen worden van rechtswege eenmalig met dertig dagen verlengd in de volgende gevallen: als een nieuw openbaar onderzoek georganiseerd wordt; als toepassing wordt gemaakt van de administratieve lus; als de gemeenteraad nog wordt samengeroepen om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen. dwingende termijnen: indien geen beslissing wordt genomen, is het beroep afgewezen en wordt de bestreden beslissing als definitief aanzien.

29 Rapportage naleving beslissingstermijnen De vergunningverlenende overheden rapporteren jaarlijks via de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement over de naleving van de beslissingstermijnen voor vergunningsaanvragen en beroepen. De rapportage door de gemeenten en de provincies gebeurt via de Vlaamse Regering volgens het model en op de wijze die door haar worden bepaald.

30 Wijzigingsbepalingen TITEL III - DABM Betrokkenheid v/d werknemers en hun organisaties de VR bepaalt de informatie die door de vergunningverlenende overheid, de exploitant of de milieucoördinator aan het CPBW, bij ontstentenis hiervan aan de vakbondsafvaardiging of de werknemers, ter beschikking moet worden gesteld; de VR kan nadere regels uitvaardigen met het oog op overleg binnen de onderneming over de bedrijfsinterne milieuzorg.

31 Wijzigingsbepalingen TITEL III - DABM Milieucoördinator de VR wijst de inrichtingen van de 2 de klasse aan waarvoor de exploitant een milieucoördinator moet aanstellen; uitbreiding takenpakket: de milieucoördinator verleent zijn medewerking en reikt informatie aan bij de uitvoering van de evaluaties.

32 Wijzigingsbepalingen Titel IV DABM en het Natuurdecreet Milieueffectrapport en passende beoordeling (artikel 36ter Natuurdecreet) MER en de passende beoordeling zijn niet vereist bij hervergunning en bij omzetting van een milieuvergunning van bepaalde naar onbepaalde duur. Uitzondering: het voorwerp van de aanvraag heeft betrekking op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben. Onder fysieke ingreep in het leefmilieu wordt verstaan: de verdere uitvoering van ontginningswerken, reliëfwijzigingen, opvullen van putten en stortplaatsen, bronbemaling, ontbossing, ed. Omgevingsveiligheidsrapport OVR is niet vereist bij hervergunning.

33 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Uitgangspunten nieuwe titel V titel V op basis van een aantal niet-procedurele bepalingen van het Milieuvergunningsdecreet en van de bestaande titel V milieuvoorwaarden van het DABM; samengaan van continuïteit en vernieuwing; verdere uitbouw v/h DABM tot een milieuwetboek.

34 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Inhoud vergunnings- en meldingsplicht; algemene en sectorale milieuvoorwaarden; voorwaarden tegen bepaalde vormen van hinder en risico s afkomstig van niet-ingedeelde inrichtingen en activiteiten; evaluaties; erkenning van personen/instellingen voor het uitvoeren van milieuopdrachten.

35 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Doelstellingen: de mens en het milieu beschermen tegen onaanvaardbare risico s en hinder afkomstig van de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten; milieu: de atmosfeer, de bodem, het water, de flora, de fauna en overige organismen andere dan de mens, de ecosystemen, de landschappen en het klimaat; de bescherming geldt eveneens ten aanzien van personen die zich binnen de inrichting bevinden en die niet dezelfde bescherming als de werknemers op basis van de welzijnswet genieten; het aanmoedigen van processen van permanente verbetering bij de exploitatie van ingedeelde inrichtingen en activiteiten;

36 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Enkele nieuwe definities inrichting en activiteit versus ingedeelde inrichting en activiteit inrichting en activiteit: bedrijven, werkplaatsen, opslagplaatsen, installaties, machines en toestellen, werken en handelingen als omschreven in de indelingslijst; ingedeelde inrichting en activiteit: 1. één inrichting of activiteit of, in voorkomend geval, meerdere inrichtingen of activiteiten die voor hun exploitatie als een samenhangend technisch geheel moeten worden beschouwd; 2. de aanhorigheden ervan die onlosmakelijk met de exploitatie zijn verbonden; 3. op een bepaalde locatie.

37 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM de technische samenhang tussen de verschillende inrichtingen en activiteiten is het bepalend criterium bij de vaststelling van de ingedeelde inrichting of activiteit, het eigendomsstatuut van de verschillende inrichtingen doet daar geen afbreuk aan; mobiele of verplaatsbare inrichtingen en activiteiten: inrichtingen en activiteiten die, al dan niet binnen een vergunde inrichting, op verschillende plaatsen kunnen worden ingezet; (bv. afvalverwerking op binnenschepen).

38 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Hinder en risico s 1. hinder en risico s als gevolg van de directe of indirecte inbreng van stoffen, trillingen, warmte, licht of geluid in lucht, water of bodem die de gezondheid van de mens of de milieukwaliteit kunnen aantasten; 2. risico s op ongevallen als gevolg van de exploitatie en de gevolgen daarvan voor de gezondheid van de mens en het leefmilieu; 3. risico s en hinder door uitputting van hernieuwbare en niethernieuwbare hulpbronnen, de verspilling van materialen en energie in het algemeen alsook de schadelijke gevolgen voor de mens en het milieu, verbonden aan het materiaalgebruik en - verbruik; 4. mobiliteitshinder.

39 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Milieuvoorwaarden afstemming tussen milieuvoorwaarden: algemene milieuvoorwaarden (titel V): basis; sectorale milieuvoorwaarden (titel V): a) vullen de algemene milieuvoorwaarden aan of stellen bijkomende eisen; b) kunnen strenger zijn dan de algemene milieuvoorwaarden; c) kunnen afwijken in minder strenge zin dan de algemene milieuvoorwaarden in de gevallen door de Vlaamse Regering bepaald.

40 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM bijzondere milieuvoorwaarden (omgevingsvergunning): a) vullen de algemene en sectorale milieuvoorwaarden aan of stellen bijkomende eisen; b) kunnen strenger zijn dan de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, behalve indien andersluidend bepaald door de VR; c) kunnen in minder strenge zin afwijken van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden in de gevallen door de VR bepaald. Algemeen principe: bijzondere milieuvoorwaarden hebben in principe voorrang op algemene en sectorale milieuvoorwaarden, sectorale milieuvoorwaarden hebben voorrang op algemene milieuvoorwaarden.

41 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM doorwerking van nieuwe algemene en sectorale milieuvoorwaarden op de bestaande voorwaarden: nieuwe algemene en sectorale milieuvoorwaarden zijn al dan niet na afloop van een overgangstermijn van toepassing op de eerder vergunde en gemelde ingedeelde inrichtingen en activiteiten en bijgevolg overrulen zij de bestaande bijzondere voorwaarden; uitzondering: de strengere bijzondere milieuvoorwaarden uit lopende vergunning of uit een beslissing voor een ingedeelde inrichting of activiteit van de derde klasse blijven gehandhaafd.

42 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM Inhoud van de milieuvoorwaarden: moeten zijn gebaseerd op de beste beschikbare technieken; bij de vaststelling wordt voor een geïntegreerde aanpak gezorgd en wordt een hoog niveau van bescherming van de mens en het milieu gewaarborgd. bij de vaststelling wordt rekening gehouden met: a) de geldende milieukwaliteitsnormen, met inbegrip van de bijzondere milieukwaliteitsnormen; b) de bestaande toestand van het milieu ; c) de ligging van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of nabij gebieden die een bijzondere bescherming behoeven of hindergevoelige objecten;

43 Wijzigingsbepalingen TITEL V - DABM d) het feit dat de hinder en de risico s afkomstig van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten moet worden beperkt tot een aanvaardbaar niveau; algemene of sectorale milieuvoorwaarden kunnen tot doel hebben de schade ongedaan te maken die de exploitatie van de inrichting of de activiteit aan het milieu heeft toegebracht; algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen bestaan uit verbods- en afstandsregels; ter bevordering van het innovatief handelen primeren doelvoorschriften op middelenvoorschriften.

44 Overgangsbepalingen TITEL V - DABM Aanvragen om vergunning of erkenning ingediend voor de inwerkingtreding van het decreet worden afgehandeld op basis van de procedure die geldig was op de datum van indiening. De bevoegde overheid kan beslissen om de vergunning onmiddellijk voor onbepaalde duur te verlenen. De milieuvergunningen die nog geldig zijn, blijven geldig voor de vastgestelde duur, met behoud van de toepassing van artikel 43 en 44 van het MVGD. Bestaande uitvoeringsbesluiten blijven geldig tot zij door andere worden vervangen.

45 Overgangsbepalingen TITEL V - DABM Inwerkingtreding van het decreet Het decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum. Deze datum valt minstens een jaar na de datum van goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering waarmee de datum van inwerkingtreding wordt vastgelegd.