Nota van Inlichtingen Definitieve selectie Sluishuis

Transcriptie

1 Nota van Inlichtingen Definitieve selectie Sluishuis Nr. Document Pagina resp. artikel 1. Selectiebrochure Art. 1.3 op p Selectiebrochure Art. 1.3 op p Selectiebrochure Art op p Selectiebrochure paragraaf op p. 17 Vraag De grondprijzen zijn prijspeil 2015 en worden vanaf 1 maart 2017 maandelijks geïndexeerd met de CPI. Kunt u via een rekenvoorbeeld aangeven hoe deze indexatie plaatsvindt? Wordt pas vanaf 1 maart 2017 geïndexeerd, of wordt dan ook de index tussen 2015 en 1 maart 2017 meegenomen? De maximale netto huurprijs van de middensegment huurwoningen betreft 971,- prijspeil 2016 met een maximale jaarlijkse indexering met de CPI. Betekent dit dat deze maximale huurprijs per 1 januari 2017 kan worden geïndexeerd met de CPI tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2017? Worden alle ingezonden stukken door alle jury leden gelezen? Of zijn er documenten die afzonderlijk gelezen worden? Dit in verband met de inhoud en eventuele verwijzingen in de stukken. U vraagt een EPC berekening aan te leveren. Is het correct dat deze berekening enkel de woningen behelst of dienen publieke en/of commerciële functies binnen het plan ook in deze berekening te worden meegenomen? Antwoord De grondprijzen worden per 1 maart 2017 geïndexeerd. Bij nader inzien wordt de CPI-reeks gebruikt van 2015=100, die van 2006=100 is per december 2015 niet meer actueel. Aangezien op of vlak voor de datum van passeren de CPI van die maand nog niet bekend is, wordt de CPI van zes maanden vóór de datum van het passeren van de akte genomen. Ook nemen we als uitgangspunt de CPI van zes maanden voor 1 maart Dus stel 1 december 2017 passeren akte, CPI (2015=100) van juni 2017 is bijvoorbeeld 100,8 en CPI (2015=100) van september 2016 is 99,5 dan is de berekening als volgt: Grondprijs * (100,8/99,5) = geïndexeerde grondprijs. Dit zal worden verwerkt in de definitieve model erfpachtaanbieding onder kopje Grondwaarde. Exact. Waarbij ook hier geldt dat de CPI reeks van 2015=100 gebruikt wordt. Indien na 1 januari 2018 de akte passeert, wordt nog een jaar geïndexeerd. Alle juryleden zullen alle stukken ontvangen. Ja, dat is correct hier wordt gevraagd om een EPCberekening voor de woningen aan te leveren. Het inschrijfformulier is hierop ook aangepast, zie bijlage. 1

2 5. Selectiebrochure Art sub C op p. 19 Om de formule te laten aansluiten met de daaronder staande tekstuele omschrijving moeten twee haakjes aan de formule worden toegevoegd. De formule wordt dan: (1-(EPC inschrijver laagste EPC)) x 5. Zien wij dat correct? 6. Selectiebrochure Pagina 19 In de selectiebrochure op pagina 19 staat een formule die luidt: 1 (EPC inschrijver laagste EPC)*5, waarmee het aantal punten op basis van de EPC wordt bepaald. Op basis van hetgeen hierover beschreven zou deze formule echter moeten zijn: (1 (EPC inschrijver laagste EPC))*5. Klopt dat? 7. Selectiebrochure Art sub C op p. 19 Er dient verplicht te worden aangesloten op het stadswarmtenet ( stadsverwarming). a) Van welke kwaliteitsverklaring kunnen we voor de EPC berekening bij indiening van deze tender uitgaan? b) Kunnen we bij indiening van de omgevingsvergunning van dezelfde kwaliteitsverklaring uitgaan? 8. Selectiebrochure Pagina 6 In de Selectiebrochure wordt op pagina 6 in de grondprijzentabel gesproken van een tarief voor een Hotel drie sterren. Nergens anders in de aangeleverde stukken is er sprake van een beperking van een hotel met een driesterrenkwalificatie. Kan er ook een hotel met een andere kwalificatie worden gevestigd? 9. Selectiebrochure Pagina 16 Onder punt gevraagd om tekeningen, waarbij voor de schaal éénmaal staat aangegeven minimaal 1:500 en verder 1:500. Is het toegestaan voor al deze posities waar staat 1:500 te lezen minimaal 1:500? 10. Selectiebrochure Pagina 16 punt Gevraagd wordt om 4 panelen A0 met de kern van het schetsontwerp, de rest op A3 en A4 formaat. In de beschrijving daaronder wordt alleen de inhoud van de A3 en A4 formaten toegelicht. Dat lijkt juist de kern van de informatie te moeten bevatten. Wat wordt dan op de A0 panelen verwacht? Gaarne een toelichting. Correct, hier had de formule moeten staan: (1-(EPC inschrijver laagste EPC)) x 5 Zie antwoord op vraag 5. Zie bijlage Verklaring Stadswarmtenet Nuon. Voor de erfpachtrechtelijke bestemming hotel, is in de berekening van de grondprijs uitgegaan van de meest gebruikelijke hotelkwalificatie die overeenkomt met drie sterren. Er kan ook een hotel met een andere kwalificatie worden gevestigd. Hiervoor geldt, dat de grondprijs dan nader bepaald wordt aan de hand van de kwalificatie van het hotel, waarbij de grondprijs zoals genoemd in de Selectiebrochure de minimale grondprijs voor hotel betreft. Ja. De invulling van de A0 panelen is vrij te bepalen door inschrijver. De panelen worden gebruikt als toelichting van het plan aan de jury en mag geen nieuwe informatie bevatten die niet al in het A3/A4 boek is opgenomen. 2

3 11. Selectiebrochure Pagina 17 Schetsmaquette met vorm en grondplan die past in de bestaande maquette die staat in de Openbare Bibliotheek, Diemerparklaan 79, A.087 GN Amsterdam. De schaal van die maquette is 1:1000. Welke afmetingen heeft de vorm? Welke afmetingen dient het geleverde maquetteonderdeel van het Sluishuis te hebben om op de maquette geplaatst te worden? 12. Kunt u aangeven wat de afmetingen dienen te zijn van het inzetstuk van de gevraagde maquette? De afmetingen betreffen de lengte, breedte en de maat t.o.v. het NAP van de bovenkant van de bestaande maquette ter plaatse van het inzetstuk. 13. Selectiebrochure Pagina 19/20 Onder punt wordt de puntentelling van het optiebod uitgelegd, waarbij een afronding geldt op hele getallen. Mogen we ervan uitgaan dat de afronding op hele getallen plaatsvindt op basis van kleiner dan 0,5 en groter of gelijk aan 0,5? Waarom wordt de bieding wel op deze manier op afgerond en de EPC puntentelling niet? 14. Selectiebrochure Pagina 23 Onder het voorlaatste punt genoemd dat het VO en DO (na selectie) dient te voldoen aan het schetsontwerp inclusief de vijf genoemde hoofdpunten/karakteristieken van het ontwerp. Wat wordt bedoeld met deze vijf hoofdpunten? Waar staan die beschreven of wie 15. Nota van inlichtingen d.d Tweede mededeling op p. 1 formuleert deze hoofdpunten? Er staat in de Nota van inlichtingen dat de éénmalige vergoeding voor de extra stichtingskosten bij uiteindelijke uitgifte in erfpacht geheel verrekend wordt met de totale grondwaarde van het plan. Bovenaan op p. 7 van de Selectiebrochure staat uitbetaald, zij het in (destijds) twee termijnen. Kunnen we er vanuit gaan, dat ook indien niet wordt gekozen voor afkoop van de erfpacht, de éénmalige vergoeding voor de extra stichtingskosten bij uiteindelijke uitgifte in erfpacht wordt uitbetaald? Het maquette-onderdeel dient de grootte te hebben van het uit te geven kavel boven waterniveau. Dus inclusief steigers en toegangsbrug. Zie antwoord vraag 11. Afronding kleiner dan 0,5 naar beneden en groter dan 0,5 naar boven. Bij nader inzien geldt bij de te behalen punten voor het optiebod eveneens een afronding op gehele getallen. Deze vijf cruciale hoofdpunten dient de inschrijver zelf in het ontwerp en de toelichting op het schetsontwerp mee te nemen, zie hiervoor pagina 16 van de Selectiebrochure laatste bullit. Ja, ook bij afkoop worden de excessieve stichtingskosten Sluishuis in mindering gebracht op de grondwaarde. Zie tevens de mededeling A. van de opdrachtgever. 3

4 16 Nota van inlichtingen d.d Nota van inlichtingen d.d Nota van inlichtingen d.d Sub 3 op p. 3 Sub 8 op p. 4 Vraag 8 Hier staat: Ieder ingezonden ontwerp dient een eigen berekening mee te leveren met de daarbij behorende uitgangspunten. Dat vinden wij echter niet terug in de Selectiebrochure (art. 3.1) bij de bij de Definitieve selectie in te dienen documenten. Kunt u hierover duidelijkheid verschaffen? a) Hier staat dat in eerste instantie wordt uitgegaan van de maximale afmetingen van varende woonschepen. Hoe moeten we in eerste instantie interpreteren? b) Wat is de kavelprijs indien de kavel voor een veel kleiner varend woonschip is bedoeld? c) Een waterkavel van 280 m2 betekent een grondprijs van exclusief BTW. Daarbij komen o.a. nog de kosten van steigers, aansluitkosten e.d.. Geraadpleegde makelaar vindt dit erg hoog. Hoe kijkt u daar tegen aan? In dit antwoord staat dat wil zeggen 2,5 m op de koppen en 1,5 m aan beide langszijden.. a. Op grond van welke wet- en/of regelgeving is de 2,5 meter op de koppen (in het totaal dus 5 meter extra t.o.v. de maximale lengte van het af te meren schip) bepaald? Selectie Sluishuis, IJburg, Steigereiland Noord, Amsterdam Vragen d.d. 13 mei 2016 behorende bij de definitieve selectie b. Op grond van welke wet- en/of regelgeving is de 1,5 meter aan beide langszijden (in het totaal dus 3 meter extra t.o.v. de maximale breedte van het af te meren schip) bepaald? c. Geldt deze extra ruimte ook indien de schepen niet haaks maar evenwijdig aan de steiger worden afgemeerd? En zo ja, op grond van welke wet- of regelgeving? Klopt, op pagina 15 van de Selectiebrochure had moeten staan onder Aan te leveren stukken, onderdeel Schetsontwerp, - Berekening waterveiligheid. Onderaan deze NVI treft u voor de volledigheid een overzicht van wat verwacht wordt bij de indiening van de inschrijving voor de definitieve selectie. a. Uitgangspunt is dat de maximale ruimte wordt gebruikt voor de ligplaats; sommige ligplaatsen zijn iets kleiner, dat is afhankelijk van uw plan. b. Er wordt bij de bepaling van de grondprijzen uitgegaan van een waterkavel van 280 m2. c. De grondprijzen zijn marktconform. a. Deze maten zijn indicatief en bepaald aan de hand van een stedenbouwkundige inpassing van de varende woonschepen. b. De afstand tussen naast elkaar liggende varende woonschepen is minimaal 3 meter, op grond van de brandweereisen (overslag). c. Direct aan de steiger afmeren mag. 4

5 19. Nota van inlichtingen d.d Nota van inlichtingen d.d Vraag 2 Sub 28 op p. 9 In het antwoord op vraag 2 staat Op de plek kan een varend woonschip naar keuze worden ingevaren. a. Ons inziens is het antwoord niet volledig c.q. onjuist. Moet er niet voor het varend woonschip een ligplaatsvergunning met gedoogbeschikking aangevraagd en verkregen worden; of zelfs een omgevingsvergunning? b. Heeft de gemeente Welstandbeleid vastgesteld voor de op deze locatie af te meren varende woonschepen? i. Zo ja, graag het vastgestelde document verstrekken. ii. Zo neen, wordt er alsnog beleid vastgesteld de komende tijd? N.a.v. een vraag van een andere inschrijver om de datum van inschrijving te verplaatsen naar bijvoorbeeld 1 oktober i.v.m. de vakantieperiode, is de datum van indiening gewijzigd van vrijdag 19 augustus naar maandag 22 augustus. Dat is de eerste werkdag na de bouwvak van regio noord en is in de bouwvak van regio zuid. Dat is o.a. lastig i.v.m. besluitvorming bij partners/afnemers bij deze opgave en door derden te produceren documenten. Zou u nogmaals willen overwegen om de datum van inschrijving te verplaatsen naar bijvoorbeeld 1 oktober 2016? Dit komt de kwaliteit haalbaarheid van de inschrijving ten goede. a. Klopt, dit staat ook in de bouwenvelop pagina 19, 3e alinea. In principe is een omgevingsvergunning vereist, dan wel, in uitzonderlijke gevallen, slechts een ligplaatsvergunning met een gedoogbeschikking. Gezien het publiekrechtelijke karakter van uw vraag verwijzen wij u naar de vergunning verlener. In dat kader wijzen wij tevens op het door B&W vastgestelde Gedoogkader Woonboten BD b. Er is een Beleidsnotitie woonboten en oevergebruik Stadsdeel Oost, vastgesteld op 25 juni 2013 (zie bijlage). Hierin staat dat een aanvraag voor een vervangings- of verbouwingsvergunning wordt geweigerd indien het uiterlijk of de plaatsing van de woonboot waarop de aanvraag betrekking heeft, op zichzelf beschouwd of in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand. Voor varende woonschepen geldt dat nietauthentieke opbouwen niet zijn toegestaan, tenzij deze naar het oordeel van de Commissie passend zijn bij het beeld van het schip. De uiterlijke datum van inschrijving wordt in afwijking van de Selectiebrochure gewijzigd naar 22 september Zie hiervoor de aangepaste planning van de selectie in Mededeling B en C in deze NVI. Alle data in de Optieovereenkomst, Model Erfpachtaanbieding en de Indicatieve Planning zullen hierop worden aangepast, de data schuiven mee. Dit zal in de stukken worden verwerkt vóór het ondertekenen van de Optieovereenkomst. 5

6 21. Nota van inlichtingen d.d Nota van inlichtingen d.d Inschrijfformulier Definitieve selectie Vraag 1 In het antwoord op vraag staat Hier is extra ruimte voor bijvoorbeeld steigers, een ontmoetingsruimte of een drijvende tuin. a. Zijn (drijvende) steigers met ligplaatsen voor kleine pleziervaartuigen en/of boten van passanten toegestaan? Zo ja, zijn er minimale en maximale afmetingen vastgesteld voor deze vaartuigen / boten? b. Wordt met een ontmoetingsruimte een overdekte of niet overdekte ruimte bedoeld? c. Is een drijvende, gebouwde (horeca-)voorziening mogelijk op het deel van de zoekruimte varende woonschepen aangegeven met (-lp)? Vraag 18 In het antwoord staat dat het gebouw binnen 36 maanden na ingangsdatum erfpachtrecht moet zijn opgeleverd. Welke termijn (in maanden) heeft de gemeente voor ogen voor de waterkavels? p. 2 Hier staat dat het (door Inschrijver op het Inschrijfformulier ingevulde) programma als minimumprogramma in de Optieovereenkomst wordt opgenomen. Hoe moeten we dat interpreteren? Betekent dit bijvoorbeeld dat indien bij de Definitieve selectie bijvoorbeeld m2 kantoor is voorzien, en er wordt besloten om die kantoor m2 s niet te realiseren danwel om te zetten in wonen, dat er in beide situaties voor m2 kantoor een grondprijs moet worden betaald? In de Selectiebrochure staat op p. 5 dat de grondwaarde wordt bepaald op basis van het te realiseren programma. In artikel 3.1 van de Optieovereenkomst staat m2 bvo als minimaal programma en niet het programma dat op het Inschrijfformulier wordt ingevuld. Bent u bereid om deze tekst van het Inschrijfformulier hierop aan te passen? a. Nee, de bouwenvelop voorziet in steigers voor varende woonschepen. De bestemming ligplaats voor pleziervaartuigen en/of passanten boten past niet binnen de huidige Natuurwet Natura Er wordt nog onderzocht of dit wellicht in de toekomst mogelijk is. b. Hier wordt een niet overdekte / open ruimte bedoeld. c. Nee, dit is niet mogelijk. Binnen dezelfde termijn als het gebouw Sluishuis. Het door de inschrijver ingevulde programma vormt het minimum programma, dat wordt vastgelegd in de optieovereenkomst. De tekst in artikel 3.1 van de Optieovereenkomst zal hierop worden aangepast naar: Het op het terrein te ontwikkelen Bouwprogramma dient te omvatten een gebouw met een minimaal programma zoals opgenomen bij de Inschrijving van de ontwikkelaar. De tekst van het Inschrijfformulier is hierop ook aangepast. De zin Na het verlenen van een optie mag dit programma wijzigen., wordt aangevuld met: waarbij het opgegeven programma als minimum wordt aangehouden bij de berekening van de grondwaarde. 6

7 24. Inschrijfformulier Definitieve selectie p. 1 Gevraagd wordt om het aantal m2 bvo Detailhandel op te geven. Detailhandel is echter niet toegestaan cf. het vigerende bestemmingsplan onder bestemming Gemengd-3. Kunt u hierover duidelijkheid verschaffen? 25. Indicatieve planning Op p. 7 van de Model erfpachtaanbieding staat dat als uiterlijke datum van ingang van het erfpacht geldt: 3 maanden na acceptatie erfpacht. Uitgaande van acceptatie erfpacht op (24 maanden na ondertekening optieovereenkomst) betekent dat In de indicatieve planning is november 2018 aangegeven. Hiervoor zou een bandbreedte van 3 maanden kunnen worden opgenomen. Bent u bereid de indicatieve planning hierop aan te passen? 26. Indicatieve planning Start bouw is cf. 6a van de Model erfpachtaanbieding uiterlijk zes maanden na ingangsdatum erfpacht. Uiterlijke ingangsdatum erfpacht is drie maanden na acceptatie erfpacht. Bent u bereid de indicatieve planning hierop aan te passen? Start bouw bevindt zich dus binnen een bandbreedte tussen 0 en 6 maanden na ingangsdatum erfpacht. 27 Indicatieve planning In deze planning staat een bouwtijd van 2 jaar na accepteren erfpachtaanbieding. Dat is niet realistisch bij deze opgave en niet in overeenstemming met de overige selectiedocumenten. Wij hebben begrepen dat bij het oude ontwerp van de vorige tender de bouwtijd werd ingeschat tussen de 37 en 46 maanden, exclusief de realisatie van de benodigde bouwkuip. Tijdsduur realisatie bouwkuip nog n.t.b. Overigens moet de bouwtijd worden gerelateerd t.o.v. het uiterste moment van start bouw, welke weer is gekoppeld aan de ingangsdatum van de erfpacht (6 maanden, zie 6a van Model erfpachtaanbieding) i.p.v. ten opzichte van acceptatiedatum erfpachtaanbieding. Ingangsdatum erfpacht is uiterlijk 3 maanden na acceptatie erfpacht, zie p. 7 van Model erfpachtaanbieding. Bent u bereid de Detailhandel is conform het bestemmingsplan niet mogelijk. Deze regel in het inschrijfformulier dient te worden verwijderd. Ja, dit zal te zijner tijd in de indicatieve planning, die bij de Optieovereenkomst wordt gevoegd worden aangepast. Ja, dit zal te zijner tijd in de indicatieve planning, die bij de Optieovereenkomst wordt gevoegd worden aangepast. Zoals aangegeven is een indicatie van de bouwtijd in de indicatieve planning opgenomen. In de aanbieding is echter 36 maanden opgenomen als bouwtijd (na ingangsdatum recht). Wij zijn bereid deze termijn te verlengen naar 42 maanden. Ook zal de indicatieve planning hierop worden aangepast. 7

8 indicatieve planning hierop aan te passen? 28. Bouwenvelop p. 9 Het heeft de uitstraling van één groot volume. Uitgangspunt is een gebouw van maximaal 86x86 meter. a) Zijn er verplichte rooilijnen? Zo ja, tot welke hoogte dienen deze bebouwd te worden? b) En moet de volledige omtrek van de rooilijnen worden bebouwd? 29. Bouwenvelop p. 9 Uitgangspunt is een gebouw van 36 meter hoog. a) Is er een marge / afwijking / hoogte-accent t.o.v. deze hoogtemaat toegestaan? b) Hoe zit dit i.r.t. dakranden, liftopbouwen, techniek e.d.? 30. Bouwenvelop p. 9 Het gebouw kan in hoogte variëren maar een substantieel deel van het gebouw moet de maximale bouwhoogte halen. Kan de term substantieel meetbaar gemaakt worden? 31. Bouwenvelop p. 13 In het sluishuis is een sportvoorziening mogelijk. Kunt u nader duiden wat u onder deze sportvoorziening verstaat? 32. Bouwenvelop p. 13 Varende woonschepen De steigers bieden extra ruimte voor gemeenschappelijke activiteiten van bewoners van de varende woonschepen. Kunt u aangeven of dat aanvullende voorzieningen op de steigers kunnen worden gerealiseerd t.b.v. de gemeenschappelijke activiteiten en andere facilitaire voorzieningen? 33. Bouwenvelop p. 16 Gesignaleerd wordt dat windhinder een issue is en dat windgevaar kan optreden. Kunnen wij het globale windonderzoek ontvangen, zodat wij hierop kunnen anticiperen bij het ontwerp? a. Nee b. Nee. Zie het bestemmingsplan. Als peil wordt het aangrenzend maaiveld (dijkniveau) aangemerkt. Dit is ter beoordeling aan de deskundigen jury. In de bestemmingsplanomschrijving staat sport en in de bouwregels wordt dat nader gespecifieerd tot sportvoorziening. Er staat hierover niets in de toelichting van het bestemmingsplan. Men kan uitgaan van de algemene interpretatie van het begrip sport, bijvoorbeeld gymzaal of sportschool. Pas in een concreet geval kan dit worden beoordeeld. Dit kan zolang het binnen het bestemmingsplan past en ondersteunend is aan de functie Wonen. In 2004 is een globaal windhinderonderzoek gedaan dat zal worden toegezonden. 8

9 34. Bouwenvelop p. 16 Onder Windhinder staat dat bij de selectie een windhinderonderzoek wordt gevraagd. Dat vinden wij echter niet terug in de Selectiebrochure (art. 3.1) bij de bij de Definitieve selectie in te dienen documenten. Kunt u hierover duidelijkheid verschaffen? 35. Bouwenvelop p. 16 Onder kop Windhinder wordt gesproken van een reeds bestaand globaal windonderzoek. Kan dat onderzoek ter beschikking worden gesteld? Tevens wordt gesteld: Bij de selectie wordt een windhinderonderzoek gevraagd op basis van de norm NEN In de selectiebrochure wordt dit onderzoek bij de in te dienen stukken echter niet genoemd. Klopt het dat bedoeld wordt dat na de selectie een windhinderonderzoek gevraagd zal worden en dat dit dus niet meegeleverd behoeft te worden bij de indieningsstukken? 36. Bouwenvelop p. 16 Er wordt gesignaleerd dat er een tweede vluchtweg noodzakelijk is naast de brugverbinding. Waar ligt de zoekruimte voor deze tweede vluchtweg? 37. Bouwenvelop p. 16 paragraaf Brandweer U stelt: Additionele brandpreventieve / brandbeperkende maatregelen die als doel hebben de veiligheid van de bewoners te vergroten, zijn een pre. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan woningsprinklers. Kunt u aangeven waarom additionele brandpreventie een pre is? Volstaat het voldoen aan het bouwbesluit op dit onderdeel? 38. Bouwenvelop p. 19 Op p. 19 staat dat dat voor het gebouw en de steigers een watervergunning noodzakelijk is van RWS en Waternet. Getoetst wordt o.a. of het ontwerp geen effect heeft op de waterkwantiteit. Kunnen wij er vanuit gaan dat deze toetsing reeds heeft plaatsgevonden? Het gebouw zal naar wij aannemen altijd invloed hebben op de waterkwantiteit. Dit is een fout en moet wel worden meegeleverd. Zie hieronder de definitieve lijst voor aan te leveren stukken in de definitieve selectie. Het globale onderzoek wordt toegezonden. Er moet wel een windhinderonderzoek worden meegeleverd voor de definitieve selectie. Zie antwoorden op vraag 33 en 34. Het hele vlak is zoekgebied voor de tweede vluchtweg en is afhankelijk van uw ontwerp. Het geheel dient te voldoen aan de brandweereisen. Het bouwbesluit is de minimale eis. Additionele brandpreventie is een pré vanwege het solitaire karakter van het gebouw (in het water) en het flinke formaat van het gebouw met dit programma. De invloed is nihil, gezien het totale wateroppervlak van het IJmeer. Er is een toetsing geweest bij de vergunningaanvraag door RWS; in de voorbereiding is door RWS geen voorbehoud gemaakt. 9

10 39. Bouwenvelop p. 19 paragraaf Bouwlogistiek Naast de bouwkavel is in het verleden door de gemeente Amsterdam de waterbodem opgehoogd tot 30 cm onder waterniveau. Na extra ophoging door de ontwikkelaar zal dit terrein als bouwopslag gebruikt kunnen worden. De grenzen van het bouwterrein staan in de bijlage. Kunt u specifiek aangeven welk deel van het werkterrein is opgehoogd tot 30 cm onder waterniveau? 40. Bouwenvelop p. 19 Hier staat Vanwege de veiligheid dient de brug afgesloten te worden te worden voor scheepvaart en vaarrecreatie. Wij gaan er van uit dat er alleen gedoeld wordt op de brug tussen het Sluishuis en de Haringbuisdijk. Is dat juist? 41. Bouwenvelop p. 24 Hier staat Bouwenvelop Sluishuis is inmeting waterdiepte opgenomen. Van welke datum (data) is (zijn) deze gegevens? 42. Bouwenvelop Is ter plaatse van het werkterrein in opdracht van de gemeente geotechnisch grondonderzoek uitgevoerd en zo ja, kan dit beschikbaar worden gesteld? 43. Bouwenvelop Hoe wordt binnen het project omgegaan met nieuwe documentatie/inzichten die in het kader van WTI2017 beschikbaar komen? Voorbeeld: specifiek de Leidraad Kunstwerken van 2003 wordt van toepassing verklaard. Een nieuwe versie van deze leidraad staat eind dit jaar gepland. Daarnaast is er recent een schematiseringshandleiding faalmechanisme overslag en/of overloop voor kunstwerken opgesteld. Zie bijgevoegde inmeting. Ja, dit is juist. September Zie bijlage. WTI 2017 (echter WBI 2017 geworden) is het nieuwe instrumentarium om een primaire waterkering of waterkerende constructie te toetsen. In geval van Sluishuis moet een nieuw ontwerp worden gemaakt. Het WBI 2017 mag derhalve niet als ontwerpinstrumentarium worden gebruikt. Daarom is ook in de vraagspecificatie het OI2014 (Ontwerpinstrumentarium 2014) opgenomen. Van het OI2014 zal in najaar 2016 een nieuwe versie verschijnen. Deze mag wel worden toegepast voor dit ontwerp zoals de nieuwe Leidraad Kunstwerken als die op tijd wordt gepubliceerd. De Schematiseringshandleiding faalmechanismen overslag en/of overloop voor kunstwerken is ook opgesteld in het kader van WBI 2017 en derhalve niet toepasbaar op het ontwerp van het Sluishuis. 10

11 44. Bouwenvelop p. 13 Bij de 4e bullit staat dat short stay niet is toegestaan, terwijl dat wel past binnen het vigerende bestemmingsplan onder bestemming Gemengd-3 (zie 5.1 sub a van regels, daar is short stay expliciet benoemd als onderdeel van wonen). Kunt u hierover duidelijkheid verschaffen? 45. Bouwenvelop Heeft gemeente recent een onderzoek laten verrichten naar de samenstelling / kwaliteit van het slib (de waterbodem)? a. Zo ja, dit rapport graag ter beschikking stellen. b. Zo neen, geeft de Gemeente de garantie dat de samenstelling / kwaliteit van het slib zodanig is dat deze geschikt is voor de beoogde bestemming? c. Zo neen, geeft de Gemeente de garantie dat de samenstelling / kwaliteit van het slib zodanig is dat er indien er gebaggerd moet worden er bij de verwerking en stort sprake is van schone grond? 46. Mag er op het deel van de zoekruimte varende woonschepen aangegeven met geen woonschepen een bovengronds bouwwerk gemaakt worden t.b.v. de toegang naar de drijvende steiger en nutsvoorzieningen voor de varende woonschepen? 47. Bouwenvelop Kunt u aangeven welke Welstandscriteria op deze locatie van toepassing zijn? De bestemming staat inderdaad short stay toe. In welke gevallen een short stay vergunning nodig is staat in de Beleidsnotitie short stay (2014). Op basis van het short stay beleid worden er in de stad geen nieuwe woningen meer toegestaan. Er zijn momenteel genoeg short stay woningen. a. Er zijn op deze locatie geen milieukundige onderzoeken uitgevoerd, voor meer informatie verwijzen wij door naar de bodemkwaliteitskaart. b. Nee, deze garantie geeft de gemeente niet. Advies is om benodigde onderzoeken uit te laten voeren. c. Nee, deze garantie geeft de gemeente niet. Advies is om benodigde onderzoeken uit te laten voeren. Ja, dat mag, zie ook de voorwaarden in het bestemmingsplan. Welstandsnota de schoonheid van Amsterdam zijn van toepassing, Voor het Sluishuis zijn criteria onder hoofdstuk 8.9 de IJlanden en voor de steigers zijn criteria in hoofdstuk 7, steigers en watertrappen. Het stadsdeel Oost heeft de Beleidsnotitie, woonboten en oevergebruik, opgesteld, zie ook antwoord vraag 19. Het sluishuis zal waarschijnlijk afwijken van de gebiedscriteria, in dat geval zal de Welstandscommissie toetsen op de algemene criteria. 11

12 48. Kunt u een gedetailleerde digitale tekening leveren van de omgeving van het Sluishuis? De omgeving betreft het gehele Steigereiland en de Enneus Heermabrug. 49. Er zijn twee Notities Waterstaatkundige Veiligheid Sluishuis toegevoegd; 8 november 2015; resp. 15 maart Wij gaan ervan uit dat de Notitie van 15 maart 2016 geldt en dat die van 8 november vervalt. Is dat juist? 50. Is het mogelijk om het volledige gebied aangeduid als zoekruimte Sluishuis (90x100) te benutten voor bebouwing/ parkeerbak? Dus alles onder NAP = bovenzijde dijklichaam. Planologisch gezien lijkt dit weinig belemmeringen op te leveren. 51. Optieovereenkomst Art 2.2 op p Model 6c op. Erfpachtaanbieding Model Erfpachtaanbieding p. 10/11 Is datum ondertekening optieovereenkomst gelijk aan datum van definitieve gunning? In de Model erfpachtaanbieding staat een bouwtijd van 24 maanden na ingang erfpacht. Dat is niet realistisch bij deze opgave. Wij hebben begrepen dat bij het oude ontwerp van de vorige tender de bouwtijd werd ingeschat tussen de 37 en 46 maanden, exclusief de periode tussen datum van ingang van het erfpachtrecht en start realisatie bouwkuip en exclusief de realisatie van de benodigde bouwkuip. Hoe gaat u hiermee om? Bent u bereid om de Projectontwikkelaarsregeling te verlengen, zie voorgaande opmerkingen over de planning en bouwtijd? Mogelijk is dat zelfs de maximale verlenging naar 4 jaar, gezien de complexiteit van de opgave, niet voldoende zal zijn. Hoe gaat u daarmee om? Ja, dat is mogelijk, zie bijlage. Klopt, zie bijlage bij NVI 17 maart 2016 vraag 3. Dit mag niet volgens het bestemmingsplan. De maximale lengte en breedte van (parkeer)gebouwen mag niet meer dan 86 meter bedragen. Dus niet 90x100m maar max. 86x86m. Zie ook: 3.M1102BPGST-VG01/r_NL.IMRO.0363.M1102BPGST- VG01.html#_5_Gemengd-3blok123 Dat is inderdaad de uiterlijke datum van definitieve gunning. Zie het antwoord op vraag 27. Verlenging van de projectontwikkelaarsregeling is aan de orde indien de complexiteit van de bouwopgave zodanig is, dat de realisering van het gebouw niet binnen een bouwtijd van circa 24 maanden mogelijk is. Afhankelijk van de bouwtijd kan de regeling tot maximaal 4 jaar verlengd worden. 12

13 54. Model Erfpachtaanbieding 55. Model Erfpachtaanbieding Is het juist dat er twee gescheiden erfpachtaanbiedingen (Sluishuis en Waterkavels) komen? Wordt er bij de erfpachtaanbieding voor de waterkavels rekening gehouden met een latere (dan voor het Sluishuis) ingangsdatum voor de erfpachtovereenkomst, omdat de voorbereidings- en bouwtijd van de voorzieningen voor de waterkavels aanzienlijk korter is dan voor het Sluishuis en de waterkavels pas door de (uiteindelijke) erfpachter in gebruik genomen kunnen worden als het Sluishuis nagenoeg gereed is? 56. Op de lijnenkaart en het Kadaster zijn binnen de zoekruimte 2 transformatorruimtes te zien. Dient met deze twee ruimtes rekening te worden gehouden, en zo ja wat zijn de uitgangspunten? 57. Wat wordt er verstaan onder het bouwrijp opleveren door de gemeente van de waterkavel(s)? 58. Is het genoemde werkterrein in de stukken vrijgesteld van precario? 59. Kunt u bevestigen dat alleen de penvoerder in het consortium contractspartij wordt voor de gemeente Amsterdam? 60. Is er nog een extra vragenronde mogelijk? Nee. 61. Kunt u een 3D-model van de omgeving van het Sluishuis ter beschikking stellen? De omgeving betreft het gehele Steigereiland en de Enneus Heermabrug. Nee. Wanneer de inschrijver opteert voor een integrale ontwikkeling van Sluishuis en Waterkavels krijgt de inschrijver een erfpachtaanbieding voor beide delen, waarbij het meest gunstige fiscale regime van de uitgiftes leidend is. Wanneer u opteert voor alleen de ontwikkeling van Sluishuis dan geldt, dat alleen Sluishuis aan de winnende inschrijver in erfpacht wordt uitgegeven. De waterkavels zullen dan op een door de gemeente te bepalen tijdstip, wijze en voorwaarden in erfpacht worden uitgegeven. Nee, als u opteert voor een integrale ontwikkeling van Sluishuis en Waterkavels geldt er één ingangsdatum. Deze zijn ontstaan vanuit het oude plan en zijn niet meer actueel. Het waterkavel wordt geleverd in de staat zoals het er nu bij ligt. Nee, werkterrein verhuren we voor 26,- per m2 per jaar. Nee, de penvoerder vertegenwoordigt de andere partijen in de combinatie. Alle partijen in de combinatie worden contractspartij. 13

14 Mededelingen opdrachtgever A. Erfpachtaanbieding Sluishuis en waterprogramma Als er geopteerd wordt voor het integraal ontwikkelen van Sluishuis met een waterprogramma dan zal dit samen in één erfpachtaanbieding worden verwerkt. Uit nader fiscaal onderzoek is gekomen dat de waterkavels voor de varende woonschepen naar hun aard geen bebouwing vormen in de zin van de btw regelgeving en deze percelen onder het regime van de overdrachtsbelasting vallen. De ontwikkelaar voorziet in alle kadevoorzieningen en steiger ed. voor de waterkavels, waardoor de onroerende zaak niet als fiscaal bouwterrein (in de zin van artikel 11 lid 4 Wet OB) kan worden aangemerkt en van een btw vrijgestelde uitgifte van die percelen sprake is. Grondwaarde en excessieve kosten Sluishuis: In de bij de optieovereenkomst definitief op te stellen model-erfpachtaanbieding wordt het nieuwe kopje Eenmalige vergoeding extra stichtingskosten gewijzigd in Excessieve stichtingskosten met de onderstaande tekst: De grondwaarde van het Sluishuis zal residueel worden bepaald op basis van de genormeerde grondprijzen volgens de in de Selectiebrochure opgenomen tabel, het voorgenomen programma en vervolgens verminderd met excessieve stichtingskosten voor onder meer het treffen van geluidsmaatregelen, voor eigen rekening en risico ontwikkelen, engineren en realiseren van de kering, aanvaarbescherming, brug inclusief aansluitingen op de Haringbuisdijk, het bouwen in het water, het op diepte brengen van de kavel en kosten voor onvoorzien. Het bedrag van deze excessieve stichtingskosten voor uitsluitend Sluishuis is vastgesteld op exclusief BTW, prijspeil Dit bedrag wordt net als de grondprijzen per 1 maart 2017 geïndexeerd met CPI alle huishoudens 2015=100. Direct bij notariële vestiging van het erfpachtrecht wordt dit bedrag in mindering gebracht op de grondwaarde. Op basis van die grondwaarde wordt de canon bepaald. Waterkavels varende woonschepen: De grondprijzen zijn residueel bepaald en zijn opgenomen in de grondprijzentabel in de Selectiebrochure. In deze grondprijzen is meegenomen dat inschrijver alle benodigde steiger(s) en aansluitingen voor eigen rekening en risico ontwikkelt, engineert en realiseert. De grondprijs voor de waterkavels wordt dus niet verlaagd met een bedrag aan excessieve stichtingskosten. De Model erfpachtaanbieding zal op het bovenstaande worden aangepast bij het definitief opmaken van de stukken ter ondertekening van de optieovereenkomst. 14

15 B. Selectiebrochure; Wijziging uiterlijke inschrijfdatum, Aan te leveren stukken De tabel op pagina 15 van de Selectiebrochure dient te worden vervangen door de onderstaande tabel. Definitieve selectie: aanleveren uiterlijk 22 september 2016, uur. 1. Digitaal via onder vermelding van Selectie Sluishuis én 2. Afgeven panelen en maquette bij Grond & Ontwikkeling, Weesperplein 8, 1018 XA Amsterdam, ter attentie van Y. de Roos. Aan te leveren stukken: - Ingevuld Inschrijfformulier Definitieve Selectie (zie bijlage 3) - Mijlpalenplanning - Schetsontwerp inclusief (zie 3.1.3) o vier panelen A0 formaat o ontwerp in A3 o beschrijving architectonisch beeld en visie (maximaal drie A3), o toelichting op schetsontwerp (maximaal zes A4) o maquette 1: Visie op integrale duurzaamheid (maximaal vier A4) - Berekening waterveiligheid - EPC berekening van de woningen - Windonderzoek op basis van norm NEN

16 C. Selectiebrochure; aangepaste planning op pagina 10 luidt: Datum Activiteit 22 april Start definitieve selectie 13 mei Gelegenheid tot stellen schriftelijke vragen (4 weken) 27 mei Beschikbaar vraag- en antwoorddocument 22 september Sluitingsdatum inschrijving definitieve selectie (21 weken) 13 oktober Presentatie inschrijvers 11 november Berichtgeving aan Inschrijvers over uitslag voorlopige gunning 2 december Screening partij Bibob 5 december Toezending Optieovereenkomst 12 december Ondertekening Optieovereenkomst D. Bijlagen bij deze Nota van Inlichtingen d.d. 27 mei Globaal Windhinderonderzoek Inschrijfformulier Definitieve selectie versie 27 mei Inmeting waterdiepte september 2015 in dwg - Gegevens Geotechnisch onderzoek - Tekening GBKN Sluisbuurt in dwg - Beleidsnotitie woonboten en oevergebruik Stadsdeel Oost, 25 juni Verklaring Stadswarmtenet Nuon 16