Informatie over groep 1 en 2. Basisontwikkeling op de Sprenge

Transcriptie

1 Informatie over groep 1 en 2. Basisontwikkeling op de Sprenge Op de Sprenge, een school met 3 locaties, werken we in de kleutergroepen volgens de principes van basisontwikkeling. Deze vorm van onderwijs is uitgewerkt door Frea Janssen-Vos. Het ontwikkelingsgericht werken, dat hieraan ten grondslag ligt, houdt in dat de leerlingen zoveel mogelijk de leerstof krijgen aangeboden waar ze in hun ontwikkeling aan toe zijn. De eerste voorwaarde voor een kind om tot leren te komen, is dat het zich VEILIG moet voelen. Dit bereiken we door: *een vast dagritme/ weekritme aan te bieden *vaste gedragsregels: met respect naar elkaar en naar de leerkracht *een klaslokaal dat zodanig is ingericht, dat de leerlingen zelfstandig kunnen handelen. Ze kunnen zelf materialen pakken en deze ook weer opruimen. Als een kind zich veilig voelt, ligt er niets meer in de weg en wordt het nieuwsgierig. Dan breekt de tijd aan om zich verder te ontwikkelen en nieuwe vaardigheden te leren. Veel ervaringen opdoen op eigen niveau geeft zelfvertrouwen en zin om nieuwe dingen te ontdekken. 1

2 SPELACTIVITEITEN Spelen is de voornaamste manier waarop kleuters leren. Kinderen spelen automatisch en ontdekken op deze manier de wereld. Eerst naast elkaar, zonder regels en afspraken. Het materiaal wordt onderzocht en uitgeprobeerd. De leerkracht gaat spel uitlokken en langzamerhand ontstaat er een spel met elkaar en met afspraken. Er wordt steeds meer taal gebruikt, wat ook weer een stukje ontwikkeling is. De spelsituaties worden aangepast aan het THEMA, waaraan een aantal weken gewerkt wordt. Zo kan er met Sinterklaas een werkplaats van de Pieten zijn of er kan een winkel gemaakt worden waar cadeautjes verkocht worden. Er wordt dan al spelend gerekend met geld of er worden boodschappenbriefjes geschreven. De leerlingen zijn daardoor zeer betrokken en hun handelen heeft voor hen een echte betekenis. 2

3 CONSTRUCTIEVE EN BEELDENDE ACTIVITEITEN Al bouwend of knutselend krijgen de leerlingen steeds meer inzicht in hoe iets gemaakt kan worden. Het leuke van een kleuter is, dat als er iets omvalt of instort hij/zij blijmoedig opnieuw begint. Een bouwwerk van blokken wordt gaandeweg steeds steviger en groter. Eigen plakwerken worden steeds mooier en logischer. Eerst wordt er geëxperimenteerd met verschillende materialen en later wordt er vooraf een plan bedacht wat er gemaakt gaat worden. Rekenvaardigheden zijn hierbij ook al nodig, want je moet bijvoorbeeld kunnen tellen. De kinderen denken en handelen steeds logischer en begrippen als hoog-laag, licht-zwaar, kort-lang, breed-smal worden al spelend geoefend. GESPREKSACTIVITEITEN Hierbij is vooral de rol van de leerkracht belangrijk, omdat zij het gesprek een bepaalde sturing geeft. Zij houdt de rode draad van een verhaal vast, leert gevoelens te beschrijven, plaatst belevenissen in de juiste tijdsvolgorde en gebruikt nieuwe woorden. Uitgangspunt is dat een paar keer per week in een kleine kring gesprekjes worden gevoerd naar aanleiding van een boek of opdracht, waarbij de leerlingen beter geconcentreerd zijn en vaker een beurt krijgen. De kinderen zijn betrokken, er groeit zelfvertrouwen en de taalontwikkeling wordt gestimuleerd. 3

4 LEES-SCHRIJFACTIVITEITEN Dit zijn binnen het spel opgenomen activiteiten, zoals het schrijven van een verlanglijstje, een boodschappenbriefje of bijvoorbeeld een felicitatie aan mama of papa. De leerlingen schrijven krabbels alsof er echt wat staat en dat doen ze met volle overtuiging. Maar ze laten ook de leerkracht belangrijke dingen schrijven, bijvoorbeeld aan mama. Als mama de brief ontvangt en voorleest ontdekken ze dat er hetzelfde gelezen wordt als hetgeen zij samen met de juf hebben opgeschreven. Ze ervaren dat er letters zijn die steeds weer terugkomen en gaan steeds vaker vragen om echte letters. Verder zijn er boeken, boeken en boeken. De leerlingen ontdekken, dat een geschreven tekst steeds hetzelfde is, wie het ook leest, waardoor ze nieuwsgierig worden naar het lezen. 4

5 REKEN-WISKUNDEACTIVITEITEN Bovenstaande woorden breng je niet zo gauw in verband met kleuteronderwijs. Toch zijn kleuters daar erg druk mee bezig binnen hun spel. In een schoenenwinkel wordt namelijk druk gemeten, de maten worden opgeschreven en er moet betaald worden. Hoeveel pepernoten heeft Zwarte Piet en hoeveel kinderen zijn er? Is er voor iedereen genoeg? Over 6 dagen ben ik jarig, dan ben ik 1 jaar ouder. Geen 4 maar 5 jaar. Iedereen wil evenveel drinken, hoeveel is dat dan? Er zijn eindeloos veel voorbeelden, waardoor leerlingen grip krijgen op hoeveelheden, inhoud en gewicht. Allemaal binnen hun eigen belevingswereld. Muzikale activiteiten: Creativiteit, spontaniteit, bewegen en ontspannen komen bij de muzikale activiteiten aan bod. Er worden liedjes gezongen, nieuwe liedjes aangeleerd en muziekinstrumenten gebruikt. De bedoeling is om het gevoel van ritme, klank, gehoor, beweging e.d. uit te diepen en te verfijnen. Er wordt ook een beroep gedaan op de ontwikkeling van het geheugen. We besteden ook aandacht aan dansen. Dit kan het vrij bewegen op muziek zijn of het dansen van volksdansjes. 5

6 Bewegingsactiviteiten: In het bewegingsonderwijs willen we de kinderen, binnen hun eigen mogelijkheden, ervaringen laten opdoen met de verschillende vormen van de diverse betekenisgebieden. We proberen die ervaringen te verbeteren, uit te breiden en eigen te maken. De diverse betekenisgebieden zijn: springen (rechtstandig, steunend), zwaaien (zittend, hangend, steunend), balanceren, mikken, jongleren (een reeks handelingen die achter elkaar worden uitgevoerd), inblijven en uitmaken (tikspelen), passeren en onderscheppen (lummelen). Op maandagochtend starten we met een gymles in de grote gymzaal. Het zou fijn zijn als de kinderen elke maandag een gymtas meenemen met een korte broek, t-shirt en gymschoenen. (het liefst zonder veters en zonder zwarte zolen). Controleert u ook of de schoenen niet te glad zijn. Omdat we met deze activiteit starten, is het prettig als de ouders even helpen met omkleden. In sportieve kleding naar school komen is handig. In de wintermaanden kunnen we vanaf 9.30 uur ook op vrijdag gebruik maken van de grote gymzaal. We laten dat afhangen van het programma van die dag. Op alle andere dagen van de week gaan we als het slecht weer is naar het speellokaal om te klimmen en te klauteren, spelletjes te doen of te dansen. In de herfst en winter kunt u de gymschoenen dus dagelijks mee naar school geven. Als het mooi weer is, gaan de kinderen naar buiten en daar is veel gelegenheid voor bewegingsactiviteiten. 6

7 SOCIALE VAARDIGHEDEN In bovengenoemde activiteiten is de sociale ontwikkeling een heel belangrijk aspect. Dit is iets wat iedere dag terugkeert en waar heel veel aandacht aan wordt besteed. Binnen de hele school worden vier basisregels toegepast. Iedere maand staat een regel centraal in de hele school. De basisregels op onze school zijn: We vertrouwen elkaar - We houden ons aan regels en afspraken. - We zijn eerlijk tegen elkaar. 7

8 We hebben respect voor elkaar - Gewoon praten is oké. - We lachen met elkaar en niet om elkaar. - Pesten dat doen we niet. - Je geeft geen duw of trap, ook al is het voor de grap. We leren met elkaar en we leren van elkaar - Iedereen hoort erbij. - Samen spelen, samen delen. t Kan met twee maar ook met velen. - We blijven van elkaars spullen af. Wil je iets lenen van mij, dan vind ik dat je het vragen moet. We helpen elkaar en zoeken samen naar oplossingen - Als iets niet lukt mag ik een ander vragen om mij te helpen. - Denk na. voor je iets zegt of doet. - Als je een probleem hebt met iemand: stop. denk na.. doe. - Als ik een probleem heb met een ander kan ik de juf/meester vragen mij te helpen. 8

9 ORGANISATIE: ( hoe ziet een dag er globaal uit?) Inloop Vanaf vijf over half negen s morgens gaat de deur open. Alle kleuters werken eerst aan hun tafel aan een inloop werkje. De materialen voor een opdrachtje liggen al klaar op de tafels. (tekenen/kleuren, verven,werkbladen,vouwwerkjes, enz.) Veel kinderen vinden het fijn als ze even op weg geholpen worden door hun ouders. Als de ouders weg zijn, gaat de leerkracht langs alle kinderen en geeft extra begeleiding aan een groepje kinderen. De kinderen van groep 2 werken aan een taakje. Deze taakjes worden op een zogenaamd takenbriefje ingekleurd. Dit duurt ongeveer 20 tot 30 minuten. Daarna gaan we in de kring: -We bespreken de taakjes. -We behandelen de dag-ritmekaarten. -De leerkracht leest een boek voor, leert een gedichtje aan. -We zingen liedjes. -We behandelen verschillende taal/rekenspelletjes. Speelwerktijd Er zijn kinderen die kiezen (met behulp van het kiesbord) voor de gemeenschappelijke hoeken (bijv. de huishoek, bouwhoek, leeshoek, enz.). Een andere groep gaat zelfstandig spelen en werken aan een tafel. Eten en drinken: Geeft u niet te veel eten mee! Het is een tussendoortje. Wij zien graag verstandig snoepgoed als appels, bananen, mandarijnen, druiven, enz. Het liefst geen zoetigheid (frisdrank met prik, koek/cake en dergelijke). 9

10 GOED GEDAAN: Rekening houden met anderen, weten hoe het hoort, samen spelen en samen problemen oplossen. Als ouder en leerkracht spreken wij de kinderen er dagelijks op aan. De methode: Goed gedaan brengt structuur aan in de sociaal-emotionele ontwikkeling de kinderen. Door begrijpelijke uitleg en verschillende spelsituaties oefenen de kinderen hun sociale vaardigheden. Na elke les krijgen de kinderen een begeleidende brief mee naar huis, zodat u thuis gemakkelijk kunt inspelen op het behandelde onderwerp. Extra ondersteuning: De ontwikkeling van een kind verloopt niet altijd volgens de verwachtingen. Soms is er extra ondersteuning nodig. Om de kinderen goed te kunnen volgen in hun ontwikkeling wordt er regelmatig geobserveerd en wordt er twee keer per jaar getoetst. (Cito leerlingvolgsysteem). Een toets voor ordenen en een toets voor taal. Indien nodig zal de leerkracht samen met de interne begeleider extra hulp opstarten. Stagiaires: Een aantal weken per jaar zijn er stagiaires van de PABO Arnhem/Zwolle of van ROC AVENTUS te Apeldoorn aanwezig. 10

11 EXCURSIES: Naar aanleiding van bepaalde thema's gaan we met de groep af en toe op excursie. U krijgt hierover altijd bericht. Vaak wordt ouders gevraagd zo n excursie te begeleiden. Het behoeft natuurlijk geen extra vermelding dat u altijd contact met ons kunt opnemen om over uw kind te praten. Het liefst na schooltijd. Anderzijds zullen wij, indien wij problemen bij uw kinderen signaleren, contact met u opnemen. Twee keer per jaar wordt u uitgenodigd voor een 10 minuten gesprek. Het derde gespreksmoment is facultatief. Ouders of leerkrachten kunnen initiatief nemen voor een gesprek aan het eind van een schooljaar SAMENGEVAT De leerkracht houdt de leerlingen nauwlettend in de gaten, zodat het aanbod prikkelend en op niveau blijft. Zowel op cognitief, sociaal als motorisch gebied ontwikkelen de leerlingen zich binnen een spelsituatie, waarbij de leerkracht een sturende rol heeft. Daarnaast zorgt de leerkracht voor voldoende uitdagende activiteiten die op dat moment ook actueel zijn. Leerkrachten groep 1-2 van o.b.s. de Sprenge 11