Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas"

Transcriptie

1 Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas Regioproces Noord-Brabant en Gelderland Deltaprogramma Rivieren 17 december 2013 Bijlage 2 Kaarten en Tabellenboek

2 Funenpark 1-D 1018 AK Amsterdam / NL bureau@strootman.net T. +31(0) F. +31(0) Jan van Beaumontstraat RN Gouda The Netherlands T. +31 (0) F. +31 (0) info@acaciawater.com In opdracht van:

3 Bijlage 2 Kaarten en Tabellenboek INHOUD 1. Maatregelenpakket Voorkeurstrategie: kaart + overzichtstabel 2. Alle beschikbare maatregelen voor rivierverruiming en dijkversterking: kaart + tabel met onderbouwing 3. Kaart gebiedsvisie 4. Meekoppelkansen: kaart + overzichtstabel

4 1. Maatregelenpakket Voorkeursstrategie Maatregelen Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Hoofdkeuzen Grote ingrijpende maatrgelen Aanvullende keuzen Maatregel Volgnr. Type Weerdvergravingen traject 7 uit de IVM studie 2 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 1 27 Uiterwaardproject Hoogwatergeul Grave 45 Nevengeul / Hoogwatergeul Natuurvriendelijke oevers Keent-Loonse waard (NURG) 10 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 2 27 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 3 27 Uiterwaardproject Weerdvergravingen Traject 8 uit de IVM studie 19 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 4 27 Uiterwaardproject Integrale dijkverhoging met 30 cm 55 Dijkverhoging/versterking Retentie Kraaijenbergsche Plassen 5 Groene rivier / retentie / Rivierkering Retentie Keent 7 Groene rivier / retentie / Rivierkering Dijkverlegging Bokhoven 26 Dijkverlegging Zomerbedverbreding Bergsche Maas 53 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 223/225 (Bokhoven/Well) tot 250 (Geertruidenberg) 58 Dijkverhoging/versterking Knooppunt en uiterwaarden Ravenstein 54 Uiterwaardproject Nevengeul Goudenham 12 Nevengeul / Hoogwatergeul Open maken afgedamde Maasmeander Alem 17 Groene rivier / retentie / Rivierkering

5 Voorlopig maatregelenpakket voorkeurstrategie bedijkte Maas Noord-Brabant en Gelderland - buitendijkse rivierverruimende maatregelen - 30 cm dijkophoging 1. Hoofdkeuze Legenda 2 maatregelen in de concept voorkeurstrategie maatregelen dijken integrale dijkverhoging 30cm 2. Grote ingrepen Voorkeurstrategie kwetsbare locaties (geen dijkverhoging) - twee retentiegebieden - een dijkverlegging - lokale extra dijkophoging extra dijkverhoging maatregelen rivierverruiming - op drie locaties 3. Aanvullende keuzen retentie dijkverlegging uiterwaardvergraving zomerbedverbreding nevengeul/ hoogwatergeul

6

7

8

9

10

11

12

13

14 2. Alle beschikbare maatregelen voor rivierverruiming en dijkversterking Hoofdkeuzen Grote ingrijpende maatrgelen Aanvullende keuzen Maatregelen Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Maatregel Volgnr. Type Weerdvergravingen traject 7 uit de IVM studie 2 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 1 27 Uiterwaardproject Hoogwatergeul Grave 45 Nevengeul / Hoogwatergeul Natuurvriendelijke oevers Keent-Loonse waard (NURG) 10 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 2 27 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 3 27 Uiterwaardproject Weerdvergravingen Traject 8 uit de IVM studie 19 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 4 27 Uiterwaardproject Integrale dijkverhoging met 30 cm 55 Dijkverhoging/versterking Retentie Kraaijenbergsche Plassen 5 Groene rivier / retentie / Rivierkering Retentie Keent 7 Groene rivier / retentie / Rivierkering Dijkverlegging Bokhoven 26 Dijkverlegging Zomerbedverbreding Bergsche Maas 53 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 223/225 (Bokhoven/Well) tot 250 (Geertruidenberg) 58 Dijkverhoging/versterking Knooppunt en uiterwaarden Ravenstein 54 Uiterwaardproject Nevengeul Goudenham 12 Nevengeul / Hoogwatergeul Open maken afgedamde Maasmeander Alem 17 Groene rivier / retentie / Rivierkering Maatregelen niet in Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas In de maatregeltabel is in de laatste drie kolommen informatie over hydraulische en kostenefficiëncy opgenomen. Deze moet als volgt begrepen worden. In de middelste van de drie kolommen staat de daling van de waterstand aangegeven die met een bepaalde maatregel wordt bereikt. Dit is de maximale daling op één plaats langs de rivier. In de bovenstaande grafiek is dat met cijfer 1 weergegeven. Omdat rivierverruimingsmaatregelen vaak een behoorlijk lengte-effect hebben, is de maximale daling alleen geen goed beoordelingsaspect. Door de waterstandslijnen met en zonder een maatregel te vergelijken, kan de oppervlakte van de daling in lengterichting van de rivier in beeld gebracht worden. Dit leidt tot de genoemde m2 in de eerste kolom. In de bovenstaande grafiek is dat met cijfer 2 weergegeven. Door de totale kosten van een maatregel te delen door het aantal m2, wordt een indruk verkregen van de kostenefficiëncy. In de derde kolom staat daarom aangegeven wat de kosten per m2 waterstandsdaling zijn in duizenden euro s. Parkeren Overlap Maatregel Volgnr. Type Dijkverlegging Overasselt ** 4 Dijkverlegging Nevengeul Megen 31 Uiterwaardproject Nevengeul Macharen 32 Uiterwaardproject Nevengeul Koornwaard 34 Nevengeul / Hoogwatergeul Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 166 (Katwijk) tot km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) 56 Dijkverhoging/versterking Dijkverlegging Kraaijenbergse plassen ** 1 Dijkverlegging Nevengeul Keent-Loonse waard 9 Nevengeul / Hoogwatergeul Nevengeul Lithse ham 16 Nevengeul / Hoogwatergeul Dijkverlegging Alem 18 Dijkverlegging NVO Empelse waard 22 Overig Hydraulisch obstakel A2 + spoor + oude rijksweg 49 Hydraulisch obstakel Retentie Overasselt 6 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 7 3 Zomerbedmaatregel Hoogwatergeul Loonse weerd 52 Nevengeul / Hoogwatergeul Hoogwatergeul Niftrik 29 Nevengeul / Hoogwatergeul Retentiegebied Hernen 43 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 8 20 Zomerbedmaatregel Dijkverlegging Moordhuizen 42 Dijkverlegging Koornwaard (QS) 21 Uiterwaardproject Dijkverlegging Hedel * 25 Dijkverlegging Dijkverlegging Hoenzadriel * 38 Dijkverlegging Dijkverlegging Drongelen * 50 Dijkverlegging Zomerverdieping Bergsche Maas 51 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) tot 223/225 (Bokhoven/Well) 57 Dijkverhoging Nevengeul Heumen 46 Nevengeul / Hoogwatergeul Combinatiemaatregel Heumen 47 Overig Uiterwaarden project Keent 8 Uiterwaardproject Hydraulisch obstakel spoor Ravenstein 44 Hydraulisch obstakel Nevengeul Diedense uiterdijk 11 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Maasbommel 13 Overig Nevengeul Hemelrijkse waard 14 Nevengeul / Hoogwatergeul Uiterwaarden Hemelrijkse Waard 15 Uiterwaardproject Nevengeul Maasdriel Noord 35 Nevengeul / Hoogwatergeul Hydraulisch obstakel A2 23 Hydraulisch obstakel Nevengeul Hedel 36 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Henriette waard 24 Overig Weerdverlagingen pakket 5 27 Uiterwaardproject Nevengeul Ammerzoden 37 Nevengeul / Hoogwatergeul * Deze dijkverleggingen zijn mogelijk nodig om het doelbereik te halen. Dit hangt af van de rekenkundige onzekerheden rondom maatregel 53, zomerbedverbreding Bergsche Maas. Als de effectiviteit van de zomerbedverbreding tegenvalt, zijn deze dijkverleggingen toch nodig ** Deze dijkverleggingen zijn niet nodig om het doelbereik binnen de regio bedijkte Maas te halen. Mogelijk dat na afstemming met de regio onbedijkte Maas, deze toch in aanmerking komen om op te nemen in de VKS.

15 Legenda 2 maatregelen in de concept voorkeurstrategie Alternatieven: RVR+ primaire kering dijk met pipingopgave stuw 245 rivierkilometer maatregelen dijken verzwaring binnendijks verzwaring buitendijks (afhankelijk van hoogteligging binnendijkse bebouwing is binnendijkse oplossing mogelijk) maatwerk kwetsbare locatie (geen dijkverhoging) maatregelen uit blokkendoos rivieren retentie dijkverlegging uiterwaardeproject zomerbedmaatregel nevengeul/ hoogwatergeul hydraulisch obstakel natuurvriendelijke oever RVR + rivierveruiming in winterbed dijkverlegging maatregelen vanuit de visie contour t.b.v. vergraven uiterwaarden op basis van profiel gekanaliseerde Maas aanvullende ruimte voor vergraving uiterwaarden op basis van van visie aanvullende ruimte voor vergraving uiterwaarden op basis van oude meanders `

16 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 46 Nevengeul Heumen (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 2, deze is effectiever en past beter in de visie) - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een laagte in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. Waterrecreatie dichter bij kern. - Kosteneffectiviteit is slecht 145 Keuro / m Combinatie maatregel Heumen (2,1,5) is niet opgenomen omdat 2, 1 en 5 al afzonderlijk zijn opgenomen) - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. Waterrecreatie dichter bij kern Weerdvergravingen traject 7 uit de IVM studie - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Diverse meekoppelkansen: Grave,scheepswerf en betonfabriek (7,9); project Meer Maas (10,13,14) - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is relatief goed/gemiddeld 25 Keuro/m2 toepassen (1) Hoogwatergeul Grave -Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een laagte in het landschap. -Meekoppelkans: het kroonwerk van Grave als onderdeel van de historische verdedigingswerken weer zichtbaar maken (21). -Kosteneffectiviteit is gemiddeld: 31 Keuro/m2 toepassen (1-2) 381-2, Verhogen dijken met 30 cm (0 cm bij kwetsbare plekken) Past in de visie: karakteristieken van de dijktrajecten blijven gehandhaafd en de onderlingen contrasten blijven bestaan - (beperkte) mogelijkheden voor het aanbrengen van fiets- en wandelroutes. - Werk met werk: combineren met pipingopgave op de korte termijn. - Kostenefficientie is niet precies bekend maar naar verwachting beter dan RvdR maatregel die "goed" scoren. toepasbaar op alle trajecten behalve kwetsbare. (1) 1 Dijkverlegging Kraaijenbergsche plassen - de rivierverruiming levert de nodig waterstanddaling op, ook richting bovenstrooms - Waterschap Aa en Maas wijst op mogelijke stabiliteitsproblemen nieuwe dijk vlak langs Kraaijenbergsche plassen. Uitvoering duur toepassen heeft voorkeur als kosten teruggebracht door mogelijke stablitietsproblemen en omdat nieuwe dijk eerst aangelegd moet worden voordat bestaande kan worden afgegraven. kunnen worden (3) Dit vraagt veel grondaanvoer. - Kosteneffectiviteit is slecht 59 Keuro/m , Retentie Kraaijenbergsche Plassen - Waterstandsverlagend effect op plaatsen, waar met andere rivierverruimende maatregelen niet of lastig waterstandsverlaging kan worden bereikt, en waar dijkverhoging ongewenst is. - mogelijk kansen voor vergroten van natuur- en recreatiegebied - Slechte kosteneffectiviteit 46 Keuro/m2. - Combineren oude Hogendijk met nieuwe forse dijk is lastige ontwerpopgave. - Aanwezige bebouwing en bewoning. toepasen is acceptabel vanwege RvdR-voordelen. Landschappelijke inpassing in gebied lijkt mogelijk. Bewoners en bebouwing zijn echter belangrijk punt van aandacht (3-4) Retentie Overasselt - Is van de retentiegebieden langs de Bedijkte Maas het meest bovenstrooms gelegen dus hydraulisch gunstig, - Is relatief groot van omvang en daardoor (kosten)effectief - Nieuwe dijken doen door hun grootte afbreuk aan de subtiele overgangen in het landschap. De waarde van deze overgangen is beleidsmatig onderschreven door de aanduiding Waardevol Landschap in het komgebied naast het als EHS gebied beschermde rivierduin. - Bezwaar van gemeenten Heumen en Wijchen en provincie Gelderland vanwege de grote negatieve landschappelijke effecten ivm hoge dijken en de negatieve effecten op bestaand landgebruik bijv. sanering van tientallen woningen/bedrijven. - Grenst niet aan de uiterwaarden waardoor in- en uitlaat realiseren leidt tot complicaties: hoogwater(schier)eiland Overasselt/Nederasselt, kruising provinciale weg toepassen is erg problematisch vanwege vanwege maatschappelijke en ruimtelijke gevolgen (kwaliteit, landschap, natuur, landbouw) (5) Dijkverlegging Overasselt - het betreft een relatief kleine verlegging met substantiële hydraulische effectiviteit in het gebied benedenstrooms van Katwijk/Heumen waar een grote hoogwaterveiligheidsopgave geldt. - aantasting kronkelend karakter historische dijktracé toepassen vanwege RvdR-voordelen en relatief gering impact op omgeving (3) Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

17

18 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 27 traj 1 Weerdvergravingen op basis van eerste fase regioprocessen DPR - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Diverse meekoppelkansen: Grave,scheepswerf en betonfabriek (7,9); project Meer Maas (10,13,14) - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is relatief goed 26 Keuro/m2 toepassen (1) Retentie Keent - Grote hydraulische effectivieit (~3000 m2) - Waterstandsverlagend effect op plaatsen, waar met andere rivierverruimende maatregelen niet of lastig waterstandsverlaging kan worden bereikt, en waar dijkverhoging ongewenst is. - Ligt in relatief leeg gebied binnen de voormalige Beerse Overlaat en sluit geheel aan op uiterwaard - Nieuwe dijken zijn grote dijken op maasdijkhoogte, wat een forse ingreep is met impact op leefbaarheid in het gebied. - De maatregel heeft aanzienlijke impact op gebruikers/bewoners, dit vraagt voorwaarden - Slechte kosteneffectiviteit 42 Keuro/m2 toepassen is acceptabel vanuit RvdR-voordelen hier en elders langs de Maas ondanks de relatief hoge kosten. Landschappelijke inpassing vraagt nodige aandacht net zoals gebruikers/bewoners. (4) Zomerbed verbreding traject 7 van de IVM-studie - relatief groot hydraulisch effect (~5000 m2 en max verlaging 17 cm) - Bij zomerbedverbreding worden één of beide oevers van het zomerbed weggegraven waardoor het winterbed smaller wordt en de gelaagde opbouw van het winterbed vermindert of verdwijnt. - Zomerbedverbreding leidt mogelijk tot vaardiepte-problemen bij laag water - RWS maakt om morfologische, nautische en onderhoudsredenen bezwaar. De nadelen van zomerbedverbreding zijn in het algemeen minder bezwaarlijk dan bij zomerbedverdieping. Toepassing beperken (3-4) Natuurvriendelijke oevers Keent- Loonse waard (NURG) -Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander en een hoge uiterwaard in het landschap. Wordt deels al uitgevoerd. -Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. -Kosteneffectiviteit lijkt goed (19 Keuro/m2), nader onderzoek hiernaar nog nodig, vanwege het feit dat een deel van de maatregel al uitgevoerd wordt toepassen (1-2) Uiterwaarden project Keent (Is niet meegenomen in het doelbereik omdat deze maatregel overlapt met 27) Wordt deels al uitgevoerd. - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander en een hoge uiterwaard in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is slecht 115 Keuro / m , Nevengeul Loonse Waard - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie. - kosteneffectiviteit is slecht 76 Keuro/m2 - waterstandsdalend effect is zeer beperkt: max 0.5 cm toepassen, past in verschillende principes maar kosteneffectiviteit slecht (3-4) 103-0,5 76 Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

19

20 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 56 Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 166 (Katwijk) tot km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) - Kansen voor natuurlijke gradienten en recreatieve fiets- en wandelroutes. Lokaal doen zich kansen voor. - Werk met werk: combineren met pipingopgave op de korte termijn. -Kostenefficientie is niet precies bekend, maar naar verwachting beter dan RvdR maatregel die "goed" scoren toepasbaar maar doet afbreuk aan RvdR-principes. Relatief goedkoop bovenop 30 cm (3) 52 Hoogwatergeul Loonse Weerd past bij RvdR - Landschappelijk slecht, doorsnijdt het patroon van kommen en oeverwallen. - Bezwaar van de omliggende gemeenten vanwege de grote negatieve landschappelijke effecten ivm hoge dijken en de negatieve effecten op bestaand landgebruik bijv. sanering van woningen. Is bovendien niet voortgekomen uit de fase Kansrijke strategieën zoals die samen met de regio is ontwikkeld. - Slechte kosteneffectiviteit 67 Keuro/m2 toepassen is erg problematisch vanwege gebiedskarakteristiek (5) Hoogwatergeul Niftrik past bij RvdR - Landschappelijk slecht, doorsnijdt het patroon van kommen en oeverwallen. - Bezwaar van de omliggende gemeenten vanwege de grote negatieve landschappelijke effecten ivm hoge dijken en de negatieve effecten op bestaand landgebruik bijv. sanering van woningen. Is bovendien niet voortgekomen uit de fase Kansrijke strategieën zoals die samen met de regio is ontwikkeld. - Slechte kosteneffectiviteit 55 Keuro/m2 toepassen is erg problematisch vanwege gebiedskarakteristiek (5) , Uiterwaarden Ravenstein - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Meekoppelkans: de Heus (24) amoveren veevoederfabriek en herontwikkelen waterfront Ravenstein. Uitgraven historische nevengeul. - Veel bestuurlijk draagvlak bij gemeente Oss - Meekoppelkans in het verbeteren van de railinfrastructuur op het traject den Bosch-Oss-Nijmegen - Slechte kosteneffectiviteit 104 Keuro/m2 op zich toepasbaar maar erg slechte kosteneffectiviteit (4-5) 731-5, traj 2 Weerdvergravingen op basis van eerste fase regioprocessen DPR - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Diverse meekoppelkansen: Maasuiterwaarden en project Meermaas (10, 11) - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is relatief goed 19 Keuro/m2 toepassen (1) Hydraulisch obstakel spoor Ravenstein ((is niet opgenomen want overlapt met maatregel 54, die past beter in de visie) - Vergroot de leesbaarheid van het landschap - past in gebiedsvisie - Meekoppelkans: de Heus (24) amoveren veevoederfabriek en herontwikkelen waterfront Ravenstein. Op termijn meekoppelkansen spoorverdubbeling. - Veel bestuurlijk draagvlak bij gemeente Oss - Slechte kosteneffectiviteit 99 Keuro/m2 op zich toepasbaar maar erg slechte kosteneffectiviteit (4-5) 519-2, Retentie Hernen - Landschappelijk slecht: doorsnijdt het patroon van kommen en oeverwallen. -Bezwaar van omliggende gemeenten vanwege de grote negatieve landschappelijke effecten ivm hoge dijken en de negatieve effecten op bestaand landgebruik bijv. sanering van woningen. Is bovendien niet voortgekomen uit de fase Kansrijke strategieën zoals die samen met de regio is ontwikkeld. - Geen reservering in Barro - Slechte kosteneffectiviteit toepassen is erg problematisch vanwege gebiedskarakteristiek (5) Nevengeul Diedense Uiterdijk (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 27 en 31, deze passen beter in de visie) - Meekoppelkans: Project Meer Maas (11). - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Landschappelijk slecht, doorsnijdt het patroon van hoge en lage uiterwaarden - Overlapt met maatregelen 27 en 31, die beter in de visie passen en meer waterstandsverlagend effect sorteren Nevengeul Gouden Ham - Biedt kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie. - Landschappelijk gezien juist: ligt op een oude nevengeul. De huidige dam tussen zomerbed en de geul blijft gehandhaafd - Beperkt hydraulisch effect toepasbaar want RvdR (1-2) Nevengeul Megen - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander in het landschap. - Meekoppelkansen: kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie (22, 23) - Slechte kosteneffectiviteit 86 Keuro/m2 - Weinig hydraulisch effect max verlaging 1 cm toepasbaar want RvdR, niet strijdig maar relatief duur en weinig hydraulisch effect (4) Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

21

22 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 27 traj 3 Weerdvergravingen op basis van eerste fase regioprocessen DPR - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Diverse meekoppelkansen:project Meer Maas (12, 13, 14). - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is relatief goed 19 Keuro/m2 toepasbaar (1) Natuurvriendelijke oevers Maasbommel (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 2 en 27, deze passen beter in de visie) -ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander en een hoge uiterwaard in het landschap. - natuurontwikkeling levert een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas. Hydr. effectiviteit kan vergroot worden. - Overlap met maatregelen 2 en 27, die veel meer hydraulisch effect hebben - Is al KRW-maatregel 456-2, Nevengeul Hemelrijkse Waard - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie (14). - Gemiddelde kosteneffectiviteit 35 Keuro/m2 - ernstige verstoring van het huidige relief en de geomorfologische waarden - overlap met maatregel 27 die beter in de landschappelijke visie past op zich toepasbaar want RvdR en effectief maar ondersteunt landschap niet (3-4) 541-4, Uiterwaarden Hemelrijkse Waard (overlapt met 27, staat daarom niet aan. Maatregel aanpassen, door DPR laten doorekenen en indien mogelijk wel meenemen) -ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander in het landschap.wordt al uitgevoerd. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie (13,14). - Kosteneffectiviteit van 0 Keuro/m2 vraagt nadere uitleg van DPR - overlap met maatregel 27 die beter in de landschappelijke visie past. Aanpassen van maatregel om aan te laten sluiten bij de weerdvergravingen lijkt kansrijk , Nevengeul Macharen - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaarmogelijkheid voor de recreatie (22). Nautische verbetering haventoegang - Slechte kosteneffectiviteit 100 Keuro/m2 - klein hydraulisch effect (max waterstandsdaling 0.5 cm) toepasbaar vanwege RvdR en gebiedsvisie maar slechte kosteneffecitiviteit (3-4) 52-0, Dijkverlegging Moordhuizen - Landschappelijk: doet afbreuk aan de karakteristiek van Moordhuizen. - Betekent een forse aantasting van de landschappelijke waarden, daarom weinig draagvlak bij gemeente West Maas en Waal. - Slechte kosteneffectiviteit 56 Keuro/m2 - Klein hydraulisch effect: max verlaging 2 cm - Ligt op een plek waar doelbereik goed met andere maatregelen te halen is, dankzij forse overhoogte van de dijken toepasbaarheid problematisch vanuit gebiedsvisie en kosten (5) Nevengeul Lithse Ham - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - recreatieve mogelijkheden Lithse Ham - Klein hydraulisch effect: max verlaging 0.5 cm toepasbaar maar ondersteunt visie beperkt. Effectiviteit erg beperkt (3) 85-0,5 34 Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

23

24 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 20 Zomerbed verbreding traject 8 van de IVM-studie - relatief groot hydraulisch effect (~3000 m2 en max verlaging 17 cm) - Bij zomerbedverbreding worden één of beide oevers van het zomerbed weggegraven waardoor het winterbed smaller wordt en de gelaagde opbouw van het winterbed vermindert of verdwijnt. - Zomerbedverbreding leidt mogelijk tot vaardiepte-problemen bij laag water - RWS maakt om morfologische, nautische en onderhoudsredenen bezwaar. De nadelen van zomerbedverbreding zijn in het algemeen minder bezwaarlijk dan bij zomerbedverdieping. Toepassing beperken (3-4) , Weerdvergravingen Traject 8 uit de IVM-studie - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren (18). - Kosteneffectiviteit is relatief gemiddeld/goed 28 Keuro/m2 toepasbaar (1) , Open maken afgedamde Maasmeander Alem - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - Meekoppelkans: Zandwinning Marensche Waarden zandwinning (19) - Relatief groot hydraulisch effect ( ~2000 m2, max verlaging 12 cm), de kosten zijn echter laag ingeschat en behoeven nader onderzoek - Waterstandsverlaging heeft plaats op trajecten (km ) waar het doelbereik lastig met andere maatregelen is te halen, vanwege aanwezigheid van kwetsbare trajecten en ontbreken van andere effectieve RvdR-maatregelen - Past niet in de visie van Maasdriel op het uiterwaardengebied. Draagvlak is afhankelijk van de verplaatsing van jachthaven en toepasbaar vanwege RvdR, visie en effectiviteit. (2- voetbalvelden + garantie bereikbaarheid. - aandachtspunt is dat er twijfels bestaan over de hydraulische/kosten-effectiviteitsberekening bij de gemeente Maasdriel. Maasdriel: 3) "In het verleden is de maatregel al eens als negatief beoordeeld op kostenefficientie" Dijkverlegging Alem -Bezwaar bij de gemeente Maasdriel. Belangrijk aandachtspunt is de noodzakelijke verplaatsing van bedrijven en boerderijen. op zich toepasbaar maar ondersteunt visie niet en is - Ingreep minder noodzakelijk dan andere, omdat het effect voornamelijk plaatsheeft op een traject, waar de dijken forse overhoogte duur (4-5) hebben 610-3, Nevengeul Maasdriel Noord (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 19, deze past beter in de visie) - Meekoppelkans: kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren (22). - doorsnijdt het patroon van hoge lage uiterwaarden, er is geen oude geul aanwezig. - Overlap met maatregel 19, deze past beter in de visie 38 Dijkverlegging Hoenzadriel - geeft redelijke waterstanddaling in een traject waar dijkverhoging niet wenselijk wordt geacht vanwege kwetsbare objecten - voegt niets toe aan visie - enkele bedrijven en 7 binnendijkse woningen moeten verdwijnen - relatief slechte kosteneffectiviteit 49 Keuro/m2 toepasbaar maar is relatief duur (3-4) 577-2, , Hydraulisch obstakel A2 (zit ook in maatregel 49) - vergroot de leesbaarheid van het landschap. Bovendien wordt het in ere herstellen van een oude meander (maatregel 36) mogelijk. - Slechte kosteneffectiviteit 91 Keuro/m Hydraulisch obstakel A2 + spoor + oude rijksweg - vergroot de leesbaarheid van het landschap. Bovendien wordt het in ere herstellen van een oude meander (maatregel 36) mogelijk. - Werk met werk: combineren met eventuele verbreding van de snelweg of de aanleg van een haven tussen de spoorbrug en de A2 - Slechte kosteneffectiviteit 315 Keuro/m2 toepasbaar, ondersteunt visie maar is peperduur en puur vanuit waterveligheid niet realistisch (5) Natuurvriendelijke oevers Empelse Waard - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Wordt mogelijknreeds uitgevoerd. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - kosteneffectiviteit van 28 Keuro/m2 vraagt om nadere uitleg van DPR toepasbaar, maar heeft weinig effect (3) 102-0, Dijkverlegging Hedel - is visie neutraal mits geen woningen worden getroffen. slechte kosteneffectiviteit 54 Keuro/m2 toepasbaar vanwege waterstandseffect op kwetsbara traject maar is duur (3-4) traj 4 Weerdvergravingen op basis van eerste fase regioprocessen DPR - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit Dient reliëfvolgend te zijn. - Meekoppelkansen:CreveCoeur en omgeving, de landschappelijke situering van het fort verbeteren (19). - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is relatief goed 22 Keuro/m2 toepasbaar (1) Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) tot 223/225 (Bokhoven/Well) -Werk met werk: combineren met pipingopgave op de korte termijn. - Kostenefficientie is niet precies bekend, maar naar verwachting beter dan RvdR maatregel die "goed" scoren - Gaat deels ten koste van het karakteristiek verloop kronkeldijken, op enkele plaatsen vermindert de ruimtelijke kwaliteit van waterfronten. toepasbaar maar doet afbreuk aan visie (kwetsbare trajecten) en RvdR-principes. Op kwetsbare trajecten duur (4-5) 21 Koornwaard (QS) - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap. Obstakel van de monding van de Zuid-Willemsvaart en demonding van de Rosmalense Aa moeten worden aangepast. - een kostbare sanering heeft geleid tot een duurzame oplossing, waardoor dit gedeelte van de Koornwaard de komende decennia niet wordt vergraven - nauwelijks hydraulisch effect (max waterstandsverlaging 0.1 cm) - kosteneffectiviteit zeer slecht (769 Keuro/m2) niet realistisch vanwege zeer hoge kosten en kapitaalvernietiging (5) 1-0, Nevengeul Koornwaard - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Aandachtspunten zijn mogelijk vuilstortplaats, uitmonding ZW-vaart en Rosmalense Aa en aanwezige wielen - kosteneffectiviteit is relatief slecht 47 Keuro/m2, navraag doen bij DPR of aanpassing sluis is meegenomen toepasbaar in betreffende gebied. Relatief slechte kosteneffectiviteit (3) 466-2,5 47 Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

25

26 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 36 Heropenen oude Maasmeander Hedel/Lieshaven (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 49, deze is integraler en past beter in de visie). - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Relatief goede kosteneffectiviteit 26 Keuro/m2 - Past niet in de visie van Maasdriel en omgeving om juist een aantal functies in de uiterwaarden te versterken - Overlap met maatregel 27, weerdverlagingen Natuurvriendelijke oever Henriettewaard (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 27, deze is integraler en past beter in de visie). - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Overlap met maatregel 27, weerdverlagingen - Nauwelijks hydraulisch effect (max verlaging 0.1 cm) 68-0, Nevengeul Ammerzoden (is niet opgenomen want overlapt met maatregel 19, deze is integraler en past beter in de visie). - ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap. - kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Overlap met maatregel 27, weerdverlagingen - Klein hydraulisch effect (max verlaging 1.5 cm) 313-1, Dijkverlegging Bokhoven - Relatief groot hydraulisch effect - Effect heeft plaats in traject waar het moeilijk is om met rivierverruiming de opgave op te lossen en waar waterstandsverhoging niet wenselijk is (afvoer regionaal systeem, dijkverhogingen gemeente Den Bosch -Impact op binnendijkse gebruikers van het beoogde gebied (o.a. Steenfabriek), dit vraagt aandacht - Het verplaatsen van de steenfabriek heeft gevolgen voor de werkgelegenheid in omringende gemeentes, dit meenemen in de afweging toepasbaar vanwege karakter en waterstandseffect over lang traject (3) , traj 5 Weerdvergravingen op basis van eerste fase regioprocessen DPR, overlap met maatregel 53 Zomerbedverbreding Bergsche Maas - Ondersteunt gelaagdheid in het landschap. Dient reliëfvolgend te zijn. - Meekoppelkansen: Project Meer Maas (12, 13, 14) - Er kan werk met werk worden gemaakt door verzette grond in te zetten voor tevens ter plaatse nodige dijkversterking - Kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. - Kosteneffectiviteit is gemiddeld 31 Keuro/m2 - Niet in eerstkomende jaren t.p.v. Overdiepse Polder (daar loopt nu forse RvdR-maatregel). - Aandachtspunten gemeente Zaltbommel: "Het is cultuurhistorisch waardevol landschap, gevormd door de landbouw. Hier rekening mee houden in de verdere uitwerking en de landbouw weer een functie geven in het gebied. Dit past bij de cultuurhistorie van het gebied en is ook vanuit het oogpunt van beheerkosten wenselijk. Daarnaast is aandachtspunt het pontje dat aan- en afmeert op de plek waar de maatregel nu is getekend. Het pontje is de uitkomst van een moeizame deal met het Rijk en voor de toegankelijkheid van het gebied en de recreatieve waarde is het van belang dat het pontje kan blijven varen" toepasbaar (1-2) Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

27

28 OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors Tegens conclusie Hydraulische effectiviteit (m2 ) Maximale verlaging (cm) Kosteneffectivit eit nieuw (Keuro/m2) 50 Dijkverlegging Drongelen - Effect heeft plaats in traject waar het moeilijk is om met rivierverruiming de opgave op te lossen en waar waterstandsverhoging niet wenselijk is (afvoer regionaal systeem, dijkverhogingen gemeente Den Bosch) - Gemeente Aalburg heeft bezwaar vanwege de problematische landschappelijke inpassing, de hoge investeringskosten en de relatief beperkte hydraulische effectiviteit. - Kosteneffectiviteit slecht 117 Keuro/m2 op zich toepasbaar maar ondersteunt visie niet en is duur (4-5) Zomerbedverdieping Bergsche Maas - Groot hydraulisch effect (~6000 m2, max waterstandsverlaging 19 cm) Berekening op basis van modellen gebruikt in PKB en expert judgment. Dit moet opnieuw worden uitgerekend met de nieuwste modellen. - Effect heeft plaats in traject waar het moeilijk is om met rivierverruiming de opgave op te lossen en waar waterstandsverhoging niet wenselijk is (afvoer regionaal systeem, dijkverhogingen gemeente Den Bosch) - RWS maakt om morfologische en onderhoudsredenen bezwaar. Nadelen zijn o.a.: instabiliteit bodem, terugkerende beheerkosten, verminderde dekking kabels- en leidingen en verdroging oevers. toepasbaar vanwege effectiviteit maar toch lage kostenefficiency. Niet heel duurzaam. (4-5) Zomerbedverbreding Bergsche Maas - Groot hydraulisch effect (~6000 m2, max waterstandsverlaging 23cm), dit moet wel opnieuw worden uitgerekend - Effect heeft plaats in traject waar het moeilijk is om met rivierverruiming de opgave op te lossen en waar waterstandsverhoging niet wenselijk is (afvoer regionaal systeem, dijkverhogingen gemeente Den Bosch) - RWS maakt om morfologische en onderhoudsredenen bezwaar. De nadelen van zomerbedverbreding zijn in het algemeen minder bezwaarlijk dan bij zomerbedverdieping. - Inzetten van deze maatregel betekent het niet inzetten van weerdvergravingsmaatregel 27 traject 5, die beter in de visie past Toepasbaar vanwege effectiviteit, kostenefficiency is slecht, ondersteunt de visie niet. (4-5) Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 223/225 (Bokhoven/Well) tot 250 (Geertruidenberg) - versterkt moderne dijken in dit tracé omvat met name, die worden versterkt. - kansen voor natuurlijke gradienten en recreatieve fiets- en wandelroutes. Lokaal doen zich kansen voor - Werk met werk: combineren met pipingopgave op de korte termijn. -Kostenefficientie is niet precies bekend, maar naar verwachting beter dan RvdR maatregel die "goed" scoren toepasbaar. Afbreuk aan RvdR-principes wordt minder naar het westen. Relatief goedkoop bovenop 30 cm (3) opmerkingen bij getallen: 1) de getallen van kosteneffectiviteit zijn veranderd per november 2013 vanwege nieuwe inzichten uit het DPR 2) de hydraulische effectiviteit en kosteneffectiviteit van retentie is vanwege nieuwe inzichten van het DPR in oktober met 33% verminderd ten opzichte van eerdere waarden 3) de getallen van hydraulische effectiviteit kunnen iets afwijken van de waarden in de blokkendoos van het DPR vanwege het gebruik Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

29

30 Indien nummers in de tabel ontbreken, maar wel op de kaart zijn weergegeven, zijn deze al eerder in de tabel vermeld.

31

32 3. Kaart gebiedsvisie De corridor van de Bergsche Maas Open landschap met vergezichten, handhaven opstrekkende verkaveling buitendijks Gelaagd langschap van meanders en kanalen Rivier met begeleidende lage weerden Het oeverpark van Den Bosch Meer samenhang in ontwikkelingen door integrale inrichting Maasoevers, van dijk tot oever Inzetten op en vergroten van de natuurwaarden en extensieve recreatie in het buitendijks gebied in combinatie met de landbouw Benutten van moderne brede dijken voor nieuwe functies zoals doorgaande routes, boomkwekerijen en gradiënten voor natuur Benutten en verbeteren van bestaande dijken in het landschap voor oost-west fietsroutes Uiterwaarden in de luwte Geulen Goede recreatieve verbindingen met de overkant (bruggen en veren) Ontwikkelen agrotoerisme in de Bommelerwaard en goede recreatieve verbindingen over de Maas

33 Het kralensnoer van waterparken Zandwinplassen blijven recreatieve voorzieningen voor water- en verblijfsrecreatie Luwe landschap van de meanderende Maas Karakteristieke kleinschalige kronkeldijken, historische lintdorpen en waterfronten aan de dijk behouden en versterken Verbeteren van de verbinding met het landschap door natuurontwikkeling waar mogelijk (eilanden, gradientoevers enz) bij nieuwe ontwikkelingen en herinrichting Leesbaarheid meanders vergroten door herstel oude waterlopen Behouden en versterken van de leesbaarheid van oeverwallen, donken en kommen binnendijks Het verbeteren van de recreatieve infrastructuur en de relatie binnen- en buitendijks door het creëren doorgaande langzaam verkeersroutes en goede koppelingen tussen binnendijks en buitendijks. Het verbeteren van natte verbindingen (beken kanalen en weteringen) met het achterland

34 4. Meekoppelkansen Gorinchem Sleeuwijk Woudrichem Slot Loevestein H Recreatiegebied Werkendam Zaltbommel Fort Steurgat Rijswijk Giessen Rossum Marensche waarden 30 Marensche Waarden Herstel Maasheggen Alem 6 Kerkdriel Zandmeren 31 H Aalburg Meer ruimte voor Maasdriel 18 Hank Dussen Genderen Dijkverbetering Peereboom-Genderen Meeuwen Ammerzoden Hedelse Bovenwaard Versterken toeristische Well functie Hedel Benedenwaarden Herinrichting terrein Jonker Fris Bokhoven Heusden Hedikhuizen Inzet Henriëttewaard als retentiegebied Herp Crève coeur Hedelsche waard Realisatie Groene Delta Fort Crèvecoeur 32 Koornwaard Oud Empel Recreatieve aansl Omlegging Zuid-W Geertruidenberg Fort Lunette Overdiepse Polder 6 Drongelen 37 Vernieuwing schutsluis en aanleg nieuwe containerhaven Den Bosch Waalwijk

35 Heerewaarden d de Lithse Ham Het Wild Maren luiting nieuwe Zuid-Willemsvaart Willemsvaart Project Overstroom 6 Moordhuizen Lith Lithoijen Alphen Greffeling 27 Nieuwe Schans Hemelrijkse Waard Ooijensche Middenwaard Hydr. effectiviteit Oijen Maasbommel natuurvriendelijke oevers Project Meer Maas Kasteel Oijen Project Meer Maas Project Over de Maas Oss Ossenkamp Macharen Blauwesluis de Gouden Ham Megen Appeltern 22 Batenburg Project Meer Maas Dieden Diedense Uiterdijk Demen Project Meer Maas Maasuiterwaarden Oss aan de Maas Integrale ontwikkeling Maas Realisatie van natuur Locatie Veevoederfabriek Ravenstein Project de Lymen Liendensche waard 6 15 NURG-project Wijchen Niftrik Dijkverbetering + onderzoek Deltadijk Omvorming oude Maasmeander Keent Keent Balgoij Wijchen Natuurvriendelijke oevers Woningbouw locatie haven/ voormalige betonfabriek 17 Landgoed Hertogswetering Grave Verplaatsing scheepswerf Nederasselt Zomerbedverdieping MW-kanaal Ecologische verbindingszone Heumen-Horssen Kroonwerk Grave zichtbaar en toegankelijk maken Landgoed Overasselt Erpewaai Doortrekken nevengeul 9 Nijmegen Tweede sluis Oost-west verbinding 10 Fietspad op de dijk Heumen 13 haven bij de kern Nieuwe toegang KBP Katwijk Vergroten natuur-/recreatiegebied recreatieterrein langs de dijk 7 Cuijk 3 4 Fietsverbinding Waterrecreatie dichter bij de kern 5 Uitbreiden recreatievaart op verschillende plekken

36 Overzicht van medio 2013 bekende activiteiten, ontwikkelingen en wensen in of grenzend aan het winterbed van het stroomgebied van de Bedijkte Maas binnen PNB en PGLD gerealiseerd of nu in realisatiefase Gebied Titel project Categorie Status Opmerking/link naar meer informatie 1 Boxmeer t/m Heusden Integrale ontwikkeling Maas waterveiligheid + recreatie Natuur en recreatie Visie is in ontwikkeling 2 Hele regio Realisatie van natuur Natuur Deels plannen gereed, realisatie nog niet bekend 3 Fietsverbinding langs de Maas Recreatie Idee 4 Waterrecreatie dichter bij kern Recreatie Idee 5 Bedijkte Maas Mogelijkheden recreatievaart uitbreiden op verschillende plekken Recreatie Idee Watersportbond Regio Brabant 6 Ravenstein - Raamsdonkveer Project Meer Maas Natuur Projecten in verschillende fases, voor nog niet uitgevoerde projecten zie tabel hieronder. d 7 Cuijk Recreatieterrein langs de dijk Recreatie Visie ontwikkelen 8 Cuijk Nieuwe toegang vanuit Maas op Kraaijenbergse plassen Natuur Idee 9 Kraaijenbergse plassen Mogelijke kansen voor vergroten natuur- en recreatiegebied Natuur, recreatie Idee 10 Heumen-Horssen, onderdeel van Oost-westverbinding over het Maas-Waalkanaal (droge infrastructuur) Recreatie Wens 11 Overasseltchse broek Landgoed Erpewaai Natuur Initiatieffase (dit jaar nog raadsbesluit) 12 Heumen Fietspaden op de dijk Recreatie Idee 13 Verplaatsing haven pleziervaart richting dijk Recreatie Idee 14 Heumen-Loonse Waard Doortrekken nevengeul Natuur Idee Ravenstein (locatie veevoederfabriek Verbetering ruimtelijke kwaliteit locatie Veevoederfabriek de Heus Natuur, wonen Idee Gemeente Oss wil Ravenstein graag dichter naar de Maas brengen en de 15 de Heus) ruimtelijke kwaliteit verbeteren. De veevoederfabriek vormt op dit moment nog een obstakel hierin. 16 Grave Verplaatsing scheepswerf Werken Onderzoeksfase Is dit nog opportuun gezien faillissement Werf? 17 Landgoed Hertogswetering Natuur Idee/ onderzoek haalbaarheid (beleid en financieel) 18 Kroonwerk Grave zichtbaar en toegankelijk maken Recreatie Idee 19 Woningbouw locatie haven/voormalige betonfabriek Wonen Onderzoeksfase Lijkt nog steeds in onderzoeksfase te zijn of er experimentele woningbouw kan plaatsvinden. 20 Neerlangel - Demen - Dieden Maasuiterwaarden Natuur Idee/planfase Demen Dieden 21 Batenburg Project de Lymen Natuur KRW 3e tranche 22 Dieden - Megen Project Meer Maas Natuur In uitvoering 23 Oss Aansluiting Oss op Maas verbeteren via burgemeester Dalemkanaal Werken, recreatie Idee Nevenarm verruimen, draaicirkel verbeteren en nautische verbetering toegang haven. 24 Macharense waard Project Meer Maas Natuur Idee Macharen - Oijen Project Meer Maas Natuur Idee 25 Demen Dieden 26 Maasbommel Hydraulisch effectiviteit natuurvriendelijke oevers vergroten Natuur Idee Oijen - Lithoijen Project Meer Maas Natuur In uitvoering en 27 erinrichting_hemelrijkse_waard/ Lith Recreatiegebied de Lithse Ham Recreatie Masterplan Lithse Ham vastgesteld, vervolgens proces gestagneerd wegens economische crisis en plan op lange termijn geworden Het enige dat ik hierover kan vinden is: Dreumelse overlaat - Heerewaarden Project Overstroom Natuur Onderzoeksfase/planuitwerking Alem Marensche waarden (deelproject/overblijfsel van het plan 'Ruimte voor Maasdriel'). Natuur en recreatie Verzoek herziening bestemmingsplan van ontwikkelaar afgekeurd door gemeente begin 2011/eind 2012, sindsdien geen actie. Kerkdriel Zandmeren (deelproject/overblijfsel van het plan 'Ruimte voor Maasdriel'). Natuur, recreatie en wonen Planvorming 32 Den Bosch Recreatieve ontwikkeling bij niewe aansluiting Zuid-Willemsvaart Recreatie Idee 33 Herstel en ontwikkeling Fort Crèvecoeur i.c.m. natuur en recreatie Natuur, recreatie Idee 34 Inzet Henriëttewaard als retentie Natuur Idee De gemeente Den Bosch geeft aan dat dit een optie is. 35 Wijk en Aalburg Versterken recreatief-toeristische functie van de dijk Recreatie Idee 36 Heusden Herinrichting terrein Jonker Fris Natuur en recreatie Idee eling_jonker_fris_terrein Waalwijk Vernieuwing schutsluis en aanleg nieuwe containerhaven Werken principeplan Investeringsbudget beschikbaar gesteld door Schultz, zie: 37

37 Gerealiseerd of nu in realisatiefase Gebied Titel project Initiatiefnemer Status Opmerking/link naar meer informatie Heumen-Horssen, onderdeel van Overasseltchse broek Ecologische Verbindingszone Provincie Gelderland Grotendeels uitgevoerd In het kader van de EVZ zijn boeren in het gebied rond Nederasselt en Overasselt benaderd om te verplaatsen. Hierbij zijn ruilgronden in de uiterwaarden aangeboden maar daar is geen gebruik van gemaakt. Zomerbedverdieping en peilverhoging Maas en Maaswaalkanaal RWS Uitgevoerd De boeren in Overasseltsche Broek maken zich zorgen dat het door de peilverhogingen te nat wordt voor akkerbouw. Retentie ligt ook daarom gevoelig. Tweede sluis in het Maas-Waalkanaal RWS In uitvoering Wijchen NURG project Batenburg: maaiveldverlaging + eenzijdig aangetakte geul. NURG/RWS Uitgevoerd in 2010 Natuurgebied met recreatiemogelijkheden +oorspronkelijke loop Maas uitgegraven. Wijchen - Loonse waard Natuurvriendelijke oevers Ontzander Uitgevoerd Keent West Maas en Waal Maasmeander omvormen van agrarisch gebied naar natuurgebied, hoogwatervrije brug reeds gerealiseerd. DLG Eindfase (eind 2013 gereed) zie: eel/nieuwsarchief/afronding_keent_komt_in_zicht Dijkverbetering + onderzoek naar deltadijk Waterschap Aa en Maas Gerealiseerd in okt 2012 afgerond Winning 15 milj ton industriezand + natuurontwikkeling 140 ha, Project Over de Maas In uitvoering, oplevering 2019 nevendoelstellingen: rivierverruiming ten behoeve van verbetering hoogwaterveiligheid, extensief recreatieve openstelling van het gebied en het voeren van duurzaam extensief beheer na herinrichting Alem Landschapssubsidie afgegeven voor herstel maasheggen Uitgevoerd 2009/2010 Den Bosch: uiterwaard tussen Gewande en Empel Omlegging Zuid Willemsvaart/de Koornwaard: ter plaatse van de uiterwaard tussen Gewande en Empel komt de nieuwe uitmonding van de omgelegde Zuid- Willemsvaart. Ter plaatse van de kruising met de primaire waterkering wordt een scheepvaartsluis gebouwd. RWS in uitvoering (gereed 31 dec 2014) llemsvaart/opwaardering_omlegging_zuidwillemsvaart/omleggen_zuid_willemsv aart/ Uiterwaarden ten noorden van Den Realisatie 'groene delta'. Verschillende maatregelen, bijv. natuurvriendelijke Gemeente Den Bosch? (+ gefaseerd in uitvoering (planning nu = gereed eind Bosch oevers (bijv. Jkoornwaard en Empelse waard). andere partijen) 2014) Hedel Hedelse bovenwaard: een deel van de begroeiing in de Hedelse Bovenwaard wordt verwijderd Stroomlijn/RWS, uitvoering: Natuurmonumenten realisatie najaar d Genderen Dijkverbetering Peereboom-Genderen (nhwbp) nhwbp onderdeel van 1e tranche nhwbp Zie bestuurlijke zomerbrief nhwbp d.d. 21 juni : MIRT-fase Verkenning, 2017: MIRT-fase Planuitwerking, : MIRTfase Realisatie Overdiepse polder De binnendijks gelegen Overdiepse Polder (550 ha) tussen Waalwijk en Geertruidenberg wordt omgevormd tot buitendijks gelegen agrarisch gebied RvdR/RWS, Waterschap Brabantse Delta Geertruidenberg Dijkverbetering Amer-Donge RvdR/RWS, uitvoering: Waterschap Brab Delta in uitvoering, gereed eind 2015 in uitvoering, gereed okt rtruidenberg_-

38 Informatieve bijlage over het Deltaprogramma Onderwerp Consultatieronde januari/februari 2014 Het Deltaprogramma levert, onder aanvoering van de Deltacommissaris, het Deltaplan voor de 21e eeuw. Het staat voor een veilig en aantrekkelijk Nederland, nu en straks, waar de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening op orde zijn. Een Nederland dat veilig is tegen overstromingen en dat beschikt over voldoende zoetwater. We zijn in het verleden al een paar keer verrast doordat we onze veiligheid niet goed op orde hadden. Het Deltaplan nieuwe stijl moet er voor zorgen dat we niet nog een keer verrast worden. Daarnaast is de zoetwatervoorziening van belang voor onze economie en ook die moet voor de toekomst goed geregeld blijven. Als onderdeel van het totale Deltaprogramma richt Deltaprogramma Rivieren zich op het gehele Nederlandse rivierengebied. Belang Het belang van een goede bescherming tegen overstromingen behoeft geen betoog. Dit geldt tevens voor het op orde houden van deze bescherming in de toekomst. De opgaven die in dit kader op ons af komen, zijn fors. Dit betekent dat hiervoor omvangrijke maatregelen en bedragen nodig zijn. Enerzijds leidt dit tot ingrepen die veranderingen in het landschap en de woon- en leefomgeving tot gevolg hebben. Anderzijds biedt dit kansen voor realisering van ambities, vergroting van de aantrekkelijkheid van het gebied en benutting van meekoppelkansen. Binnen Deltaprogramma Rivieren wordt dus gezocht naar een gecombineerde invulling. Na de besluitvorming op nationaal niveau zal elke partij (gemeenten, waterschappen, provincie, rijkswaterstaat) aangesproken worden op de verantwoordelijkheden die aan de orde zijn bij de verdere implementatie en realisatie. Om die reden is het voor iedereen van belang om in deze fase mee te doen en inbreng te leveren zodat zoveel mogelijk draagvlak ontstaat voor een visie op en de inrichting van gebieden. Inhoud Om in de toekomst de hoogwaterbescherming op het vereiste niveau te houden zijn verschillende opgaven aan de orde. Dit zijn: klimaatverandering; door klimaatverandering stijgen rivierafvoeren en zeestanden de standzekerheid van dijken; nieuwe inzichten leveren op dat de stabiliteit om maatregelen vraagt het beschermingsniveau; de wettelijke beschermingsnorm vraagt om aanpassing omdat de gevolgen van overstromingen (schade en slachtoffers) in de laatste decennia fors zijn toegenomen

39 Maassysteem; gestreefd wordt naar vergroting van de betrouwbaarheid van het Maassysteem. De hiervoor benodigde maatregelen leiden tot iets hogere extreme waterstanden langs vrijwel de gehele Maas. We houden daarom rekening met een geringe extra opgave op de Bedijkte Maas. Deze opgaven zijn in beeld gebracht voor de periode tot aan 2050 en Partijen zoeken in het najaar van 2013 samen naar een optimale mix van maatregelen langs de rivier (de voorkeurstrategie). Uitgangspunt is dat ze passen in een gezamenlijke visie voor het gebied en de aantrekkelijkheid van het gebied vergroten. Daarbij wordt ingezet op het benutten van meekoppelkansen en het realiseren van ambities in het gebied. Ander uitgangspunt is dat de maatregelen de hoogwaterbescherming op het vereiste niveau brengen en houden. Hierbij is het van belang om te onderkennen dat er een afhankelijkheid in een riviersysteem opgesloten zit (bovenstrooms-benedenstrooms; de beide oevers ten opzichte van elkaar), hetgeen een zekere solidariteit van partijen vraagt. Naast de hierboven genoemde maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van overstromingen (preventie), wordt tevens gekeken naar mogelijkheden om de gevolgen van overstromingen te beperken door in de ruimtelijke inrichting rekening te houden met waterveiligheid (zogenaamde 2e laag). Tevens wordt bezien welke bijdrage de rampenbestrijding (3e laag) hieraan kan en moet leveren. Deltaprogramma Rivieren Zoals bekend wordt binnen het gebiedsgerichte Deltaprogramma Rivieren, in verschillende regioprocessen samen met partijen gewerkt aan adviezen op het gebied van hoogwaterbescherming. Hiermee moet duidelijk worden hoe de verschillende opgaven die op ons afkomen, de komende decennia opgelost worden. De regioprocessen worden getrokken door de afzonderlijke provincies. Hierbij worden zowel de betreffende overheden (ambtelijk en bestuurlijk) als belangenorganisaties betrokken. De regioprocessen langs de verschillende riviertakken en riviertrajecten worden op elkaar afgestemd. Dit gebeurt onder regie van het programmabureau van Deltaprogramma Rivieren. De uitkomsten van de regioprocessen komen terecht bij de Stuurgroepen Rijn en Maas van Deltaprogramma Rivieren. Deze stuurgroepen adviseren via de Deltacommissaris aan het rijk. In de stuurgroepen zijn alle overheidsgeledingen vertegenwoordigd. De stuurgroepen worden geadviseerd door de Klankbordgroep Rivieren, waarin belangenorganisaties en bedrijfsleven vertegenwoordigd zijn. Stand van zaken december 2013 In de 1e fase van de regioprocessen in het Nederlandse rivierengebied (oktober 2012 april 2013) is voor de grote rivieren uitwerking gegeven aan twee oplossingsrichtingen om de opgaven in de toekomst het hoofd te bieden. Dit heeft een rapportage opgeleverd die de mogelijkheden aangeeft op het gebied 2/4

40 van dijkverhoging en op het gebied van rivierverruiming. Op grond hiervan zijn bestuurlijke conclusies getrokken die meegenomen worden in de tweede fase van het regioproces. Rapportage en bestuurlijke conclusies zijn onderwerp geweest van een eerste consultatieronde (voorjaar 2013). De uitkomsten en conclusies zijn verwerkt in het Deltaprogramma 2014 dat op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) is aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze jaarlijkse rapportage wordt in september 2014 afgerond met het aanbieden van de slotrapportage, te weten het Deltaprogramma Inmiddels is ook de tweede fase van het regioproces nagenoeg afgerond. In deze tweede fase is, gebruik makend van de resultaten van de eerste fase, samen met partijen toegewerkt naar een voorkeurstrategie met maatregelen. December 2013 wordt een concept eindresultaat van de verschillende regioprocessen opgeleverd. Daarna volgt een tweede consultatieronde en de synthese tot één advies, dat het gebiedsprogramma Rivieren voor het gehele Nederlandse rivierengebied uitbrengt aan de Deltacommissaris/het rijk. Status De bedoeling van het Deltaprogramma is om ons land voor te bereiden op klimaatontwikkelingen die verwacht worden. Hier wordt zoveel mogelijk op geanticipeerd, in plaats van gereageerd zoals vroeger wel gebeurd is. We willen een ramp voor blijven. Met het Deltaprogramma worden strategische besluiten voorbereid. Duidelijk is dat deze van nationale betekenis zijn en dat er veel geld mee gemoeid is. De strategische beslissingen komen dan ook op het bord van de Tweede Kamer te liggen, de zogenaamde Deltabeslissingen. Binnen het Deltaprogramma werken alle partijen samen aan voorstellen. In dit kader zijn partijen in de regio s (provincies, gemeenten, waterschappen, belangenorganisaties, bedrijfsleven) gevraagd om mee te denken, wensen en ideeën in te brengen en deeladviezen op te stellen. Uiteindelijk zullen de besluiten op rijksniveau (ook) in de regio s gaan landen. De manier waarop zal later bekend worden. Tijdens de consultatie worden dus geen besluiten van regionale partijen gevraagd maar wel reacties op het concept-resultaat dat voortgekomen is uit het ambtelijke en bestuurlijke samenwerkingstraject. Op deze manier wordt een indruk verkregen van het (politieke) draagvlak in de regio s voor besluiten door het rijk als deze onverkort aansluiten op de regionale adviezen die uitgebracht gaan worden. Rol partijen Het proces om tot regionale adviezen te komen is getrapt ingericht. Allereerst is in een gezamenlijk ambtelijk traject een conceptadvies opgesteld. Dit is bestuurlijk besproken met als doel om tot een zo groot mogelijk bestuurlijk draagvlak te komen (het regioproces per riviertak/traject). Hierbij worden alle partijen betrokken. Daarna worden alle bestuurders geacht om het conceptadvies ter consultatie voor te leggen aan hun volksvertegenwoordigend orgaan. Hierbij is de politieke opvatting over het regio-advies aan de orde. De uitkomst van deze consultatie wordt bestuurlijk besproken om te zien wat 3/4

41 hiervan de betekenis is voor het definitieve regio-advies. Het regio-advies is vervolgens onderdeel van een totaaladvies over het gehele Nederlandse rivierengebied en daarmee onderwerp van gesprek in de betreffende regionale stuurgroepen (Rijn en/of Maas) van Deltaprogramma Rivieren. Na het uitbrengen van de adviezen vanuit alle deelprogramma s van Deltaprogramma Rivieren, volgt besluitvorming door rijk en Tweede Kamer en wordt duidelijk of en hoe implementatie zal worden doorgevoerd. In geval rijksinstrumenten ingezet gaan worden, is een formele procedure aan de orde waarin elke partij zijn eigen positie in kan nemen. In een later stadium zal ook de inzet van instrumenten door regionale partijen aan de orde zijn, gericht op de realisering van maatregelen. Betrokkenheid burgers/bedrijven Gezien het abstractieniveau binnen het Deltaprogramma, de nu nog bestaande onzekerheid over te nemen besluiten en het feit dat de uitvoering nog op zich laat wachten, is nog niet rechtstreeks met burgers gecommuniceerd. Wel is ruime ruchtbaarheid gegeven aan het Deltaprogramma via websites, kranten, mediamomenten, Tweede Kamer-stukken, nieuwsbrieven en dergelijke. Binnen het Deltaprogramma zijn bovendien klankbordgroepen actief waarin belangenorganisaties en branche-organisaties worden geïnformeerd en gelegenheid hebben om te reageren op de stukken die in de stuurgroepen aan de orde zijn. Planning - Tot eind november 2013: in regioprocessen wordt een gebiedsvisie en een voorkeurstrategie opgesteld en ambtelijk/ bestuurlijk afgestemd - December 2013/Januari 2014: resultaten worden aangeboden tbv de consultatie van gemeenteraden, algemeen bestuur van waterschappen en provinciale staten. - Januari 2014: via infobijeenkomsten in de regio krijgen leden van raden, besturen en staten een toelichting op de resultaten - Januari-februari 2014: bestuurders bespreken de resultaten met hun eigen raad, algemeen bestuur en provinciale staten (de feitelijke consulatie) om een indruk te krijgen van het politieke draagvlak - Maart 2014: bestuurlijke terugkoppeling vanuit de consultaties en afronding van adviezen van de regio s - April-mei 2014: stuurgroepen (Rijn en Maas) van gebiedsprogramma Rivieren stellen het totaaladvies voor het Nederlandse rivierengebied vast - Mei-juni 2014: de landelijke stuurgroep Deltaprogramma stelt het advies voor de te nemen Deltabeslissingen vast alsook het Deltaprogramma September 2014: de Tweede Kamer neemt Deltabeslissingen Vervolgens worden de Deltabeslissingen opgenomen in het rijksbeleid, vertaald naar wetgeving en naar ruimtelijke en andere operationele besluiten. 4/4

42 Deltaprogramma Rivieren Contouren voor de Voorkeursstrategie Rivieren Discussiestuk voor de consultatie, Deltaprogramma Rivieren, 9 december 2013

43 Inhoud Beschermingsniveau aanscherpen (6) Rivierverruiming en dijkversterking (8) Voorkant Hoogwater Maas, 2011 Foto: Arjan van Hal Principiële uitspraken Heldere financiële kaders (11) Verkenning en vervolgonderzoek (13) Voortzetting samenwerking (14) Verankering in Deltabeslissingen (16) Internationale samenwerking (17) Ruimtelijke reserveringen (19) Inzet retentiegebieden (20) Veiligheidsfilosofie (21) Strategische keuzes Inleiding (3) Vervolgproces (24) Urgentie bepaalt prioriteitsstelling (22) Deltaprogramma (25) 2

44 Inleiding Betekenis van dit document Dit document bevat de contouren voor de Voorkeurstrategie Rivieren Rivierverruiming en dijkversterking in een krachtig samenspel. De Voorkeursstrategie Rivieren zal in april 2014 voor het Deltaprogramma 2015 (DP2015) worden opgeleverd, samen met de adviezen van het Deltaprogramma Rivieren over de verschillende deltabeslissingen. Belangrijke bouwstenen voor de Voorkeursstrategie Rivieren zijn de regionale voorkeursstrategieën die eind november en begin december door de regio s IJssel, Waal, Nederrijn- Lek, bedijkte Maas en Maasvallei zijn opgeleverd. De regionale voorkeursstrategieën staan samen met dit document centraal in de consultatierondes die door de provincies zijn geïnitieerd. Dit document plaatst de regionale voorkeursstrategieën in de bredere context van de Voorkeursstrategie Rivieren. Het bevat uitspraken en keuzes die de regio s en riviertakken (met elkaar ver) binden. Uitspraken en keuzes In het Deltaprogramma wordt onderscheid gemaakt in principiële uitspraken, strategische keuzes en concrete maatregelen als elementen van een voorkeurstrategie. Dit document gaat in op de voorstellen voor principiële uitspraken en strategische keuzes voor het Deltaprogramma Rivieren, zoals voorgelegd aan de Stuurgroep Delta Maas en de Stuurgroep Delta Rijn (20 november 2013) en de Landelijke Stuurgroep Deltaprogramma (28 november 2013). De voorstellen voor concrete maatregelen komen naar voren in de regionale voorkeursstrategieën. Voorkeursstrategie Rivieren Dijkversterkingen en rivierverruimende maatregelen spelen samen de hoofdrol in de Voorkeursstrategie Rivieren. De uitwerking hiervan is in volle gang. Aan het einde van dit document vindt u een korte beschrijving van het proces en de activiteiten om tot de vaststelling van de Voorkeursstrategie Rivieren te komen. 3

45 Urgentie! Klimaatverandering en bodemdaling Zeespiegelstijging en toename piekafvoer rivieren.! Inhaalslag dijken Afgekeurde dijken en piping! Nieuwe normen Betere basisveiligheid en extra aandacht voor risico op (economische) schade. 4

46 Hoogwater Waal, 2011 Foto: Mischa Keijser PRINCIPIËLE UITSPRAKEN

47 Beschermingsniveau aanscherpen uitspraak - 1 De Stuurgroepen Delta Maas en Delta Rijn onderschrijven de noodzaak van aanscherping van het beschermings niveau in het rivierengebied en willen daarbij uitgaan van de risicobenadering. De opgave - de combinatie van afgekeurde dijken, klimaatverandering, bodemdaling en nieuwe normering - maakt dat het rivierengebied de komende decennia verreweg de grootste waterveiligheidsopgave heeft. Een opgave, die vraagt om landelijke prioriteit. De urgentie van de opgave vormt een grote uitdaging voor de komende decennia, maar biedt juist ook kansen voor een duurzaam veilig en economisch florerend rivierengebied. De Voorkeursstrategie Rivieren gaat uit van de volgende uitgangspunten: Deltabeslissing Waterveiligheid: er is breed draagvlak voor de aanscherping van het beschermingsniveau in het rivierengebied volgens de risicobenadering; Deltabeslissing Rijn-Maasdelta: de huidige beleidsmatig afgesproken afvoerverdeling blijft uitgangspunt voor de Voorkeursstrategie Rivieren; Deltabeslissing IJsselmeergebied: uitgegaan wordt van een zo beperkt mogelijk meestijgen van het winterpeil van van het IJsselmeer na Urgentie waterveiligheidsopgave Het rivierengebied beslaat een groot deel van ons land en kent op dit moment verreweg de grootste risico s op overstroming. Het gaat om risico s met het oog op mogelijke economische gevolgschade en slachtoffers. In het rivierengebied komen grote waterveiligheidsopgaven samen. Op korte termijn ligt er een urgente dijkversterkingsopgave om de ruim 300 km afgekeurde dijken op orde te brengen. Bovendien blijken veel dijken in het rivierengebied gevoelig voor piping (water- én zandmeevoerende wellen in de dijk) en bodemdaling. Op de lange termijn moeten we rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Dit betekent stijging van de waterstand in de rivieren door zeespiegelstijging en hogere piekafvoeren. Dit kan leiden tot een toename van de waterstanden met maximaal 80 cm in het jaar 2100 voor de verschillende riviertakken. Door de toename van het aantal inwoners en de economische waarde achter de dijken is ook aanscherping van het beschermingsniveau noodzakelijk. Het bieden van een basisbescherming tegen overstromingen aan alle mensen is daarbij uitgangspunt. Extra Overstromingsrisico Wadden Kust IJsselmeer Rijnmond Drechtstreden Zuidewestelijke delta Rivieren 6

48 bescherming is nodig om in specifieke gebieden grote economische schade en/of grote aantallen slachtoffers te voorkomen. De urgentie van de wateropgave in het rivierengebied is groot. Circa 90% van het overstromingsrisico (kans x gevolg) in Nederland komt voor rekening van het rivierengebied. Het grote aandeel voor het rivierengebied wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de grote kans op overstroming, maar ook door de omvang van het overstroomd oppervlak en de daarmee gepaard gaande schade. Hoogwater bij Tiel, 2002 Foto: Waterschap Rivierenland 7

49 Rivierverruiming en dijkversterking uitspraak - 2 Het motto Rivierverruiming en dijkversterking in een krachtig samenspel is leidend voor de Voorkeursstrategie Rivieren en vormt de basis voor de regio-specifieke uitwerking voor de IJssel, Waal-Merwedes, Nederrijn-Lek, Bedijkte Maas en Maasvallei. Een krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruimende maatregelen, gericht op het voorkomen van waterstandsverhoging en het realiseren van risicoreductie, is nodig voor een robuust riviersysteem. Ook met het oog op regionale waarden en ontwikkelingsperspectieven die passen bij de ruimtelijk economische visie voor het rivierengebied. De Voorkeursstrategie Rivieren moet hiervoor een stevige basis vormen. De veiligheidsopgave voor het rivierengebied kan worden ingevuld met dijkversterking en rivierverruimende maatregelen. In de fase van kansrijke strategieën (DP2014) zijn beide opties verkend. Dijkversterking is op veel plaatsen een logische en noodzakelijke keuze voor een bewezen techniek om de kans op overstroming te verlagen. Een grote uitdaging is het verbinden van dijkversterking met andere functies en het ontwikkelen van innovatieve dijkconcepten (bijvoorbeeld geotextiel en deltadijken). Rivierverruiming draagt bij aan risicoreductie door zowel de kans op overstroming als ook de vermindering van de gevolgen bij een overstroming en is daarmee een krachtige maatregel om waterstandsverhoging in de rivieren als gevolg van klimaatverandering in de toekomst te beperken. Ook voor rivierverruiming is de uitdaging de verbinding te zoeken met andere functies en doelen. De ervaring van Ruimte voor de rivier en Maaswerken leert dat ruimtelijke waterveiligheidsmaatregelen door de kansen voor meekoppeling van andere functies tot veel meerwaarde voor de gebiedsontwikkeling kunnen leiden. Balans binnen grenzen Voor beide opties geldt ook dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden. Grenzen vanuit de veiligheidsopgave, grenzen vanuit het watersysteem en de waarden en kwaliteiten van het gebied, grenzen vanuit kostenoverwegingen en grenzen vanuit het draagvlak voor de mogelijke oplossingen. Het respecteren van die grenzen vraagt om een mix van maatregelen. Een deel van de veiligheidsopgave en bodemdaling moet altijd met dijkversterking gerealiseerd worden, omdat de opgave van de afgekeurde dijken vooral een sterkteprobleem betreft (stabiliteit en piping). De verbetering van de afgekeurde dijken is een forse opgave die voor een belangrijk deel op korte en middellange termijn speelt. De opgave is urgent en een directe verplichting conform de Waterwet. Voor een ander deel van de veiligheidsopgave - de klimaatopgave en gedeeltelijk ook voor de nieuwe norm is een keuze mogelijk: dit kan zowel met dijkversterking als rivierverruimende maatregelen worden opgelost. Daar is dus een afweging nodig, waarbij de karakteristieken en ontwikkelingsmogelijkheden van de gebieden als vertrekpunt dienen, een afweging op basis van het samenspel tussen doelbijdrage, kosten, meekoppelkansen, overige baten en draagvlak. 8

50 Typen maatregelen Dijkversterking Dijkversterking kan op verschillende manieren. Denk naast de dijk hoger en breder maken bijvoorbeeld aan het versterken van de voet om piping tegen te gaan of aan een technische constructie met een damwand in de dijk. Rivierverruiming Er zijn diversie opties om de rivier meer ruimte te geven, dijkverlegging is er een van. Andere voor beelden zijn het zomerbed verdiepen, uiterwaarden uitgraven of een hoogwatergeul aanleggen. Retentie Retentie is het tijdelijk opvangen en vasthouden van water in een daarvoor vooraf bestemd gebied. Retentie beoogt de piek in de afvoergolf af te vangen en verlaagt zodoende de waterafvoer benedenstrooms. 9

51 Accenten riviergebieden In de benedenstroomse delen bestaan de maatregelen grotendeels uit dijkversterking. In het middentraject is de combinatie van dijkversterking en rivierverruiming aan de orde. In de bovenstroomse delen van rivieren vormen de mogelijkheden voor retentie en rivierverruiming belangrijke maatre- gelen, gecombineerd met de noodzakelijke dijkaanpassingen. Bovenstrooms zijn ook maatregelen in de tweede laag perspectiefvol. Het gaat dan om ruimtelijke ordening en/of aangepast bouwen. Dit geldt met name voor plaatsen waar de rivier nog echt in een dal ligt, bijvoorbeeld in de IJssel-Vechtdelta)

52 Heldere financiële kaders uitspraak - 3 Helderheid over financieel kader waterveiligheidsmaatregelen is cruciaal. Voor rivierverruiming is een brede onderbouwing in de regio s ter hand genomen, gericht op de verschillende vormen van meekoppeling en mede-financiering van de integrale oplossing. Ook bij dijkversterking zijn integrale oplossingen in beeld, zoals bijvoorbeeld deltadijken. Voor de uitwerking en uitvoering van de Voorkeursstrategie Rivieren is op korte termijn helderheid nodig over het financiële kader voor waterveiligheidsmaatregelen, als onderdeel van de integrale oplossing, mede in relatie tot de kaders vanuit HWBP, Deltafonds en MIRT. Helderheid over het financieel kader vraagt mede om een stevige basis ( nationaal belang ) van het krachtig samenspel in de relevante, deltabeslissingen (zie principiële uitspraak 6). Rivierverruiming en dijkversterking in een krachtig samenspel is een logische stap gebaseerd op de huidige twee pijlers van ons waterveiligheidsbeleid. De Voorkeursstrategie Rivieren moet deze pijlers meer dan voorheen in samenhang brengen, zodat de voortzetting van het huidige beleid aan kracht wint. Deze slimme combinatie van dijken en rivierverruiming, met nadrukkelijke aandacht voor meekoppelkansen en mogelijkheden voor meerlaagsveiligheid (met name slimme ruimtelijke ordening en gevolgbeperkende maatregelen), is leidend voor de nadere uitwerking van de voorkeursstrategie en vormt de kern van de specifieke uitwerking per regio. Onderbouwing, financiële kaders en medefinanciering De Voorkeursstrategie Rivieren geeft een krachtige onderbouwing voor rivierverruiming én dijkversterking. De volgende aspecten spelen een cruciale rol in de onderbouwing: Doelbereik: o Bijdrage aan risicoreductie en voorkomen waterstands-verhoging; Kosten: o Investeringskosten en kosten voor beheer en onderhoud; o Vermeden kosten door risicoreductie (schade en slachtoffers); Meekoppelkansen (concreet): o Meekoppeling (inhoudelijk en financieel) met andere beleidsdoelen (Natura 2000, EHS, KRW) en regionale ambities en kansen; o Vermeden kosten door slim koppelen (in de tijd en geografisch) van rivierverruimende maatregelen ( aanbod grondstoffen ) en dijkversterking ( vraag grondstoffen ); o Vermeden kosten door meekoppelen andere functies met dijken (wonen/parkeren etc.); o Vermeden kosten voor dijkversterking als bij het ontwerp geen toeslag voor de klimaatopgave hoeft te worden verdisconteerd in geval van rivierverruiming; o Kansen voor (ontgrondend) bedrijfsleven; o Economische spinn-off; Baten (meer abstract): o Baten voor ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie, natuur en recreatie; aansluiting op gebiedsvisies; Draagvlak. 11

53 Reddingsactie bij hoogwater, 2003 Foto: Ministerie van IenM 12

54 Verkenning en vervolgonderzoek uitspraak - 4 Verkenningen én vervolgonderzoek blijven nodig. In de Voorkeursstrategie Rivieren zijn beleid en ambities van rijk, provincies, waterschappen en gemeenten in het ruimtelijk domein als lange termijn perspectief samengebracht; Voor een aantal gebieden kan de verkenningsfase spoedig worden gestart, in het HWBP of in MIRT-context; Voor diverse riviertrajecten is nog een verdere uitwerking van het nu lopende proces van belang; de project-overstijgende verkenning van piping-maatregelen, de veiligheids-filosofie Maas en retentie zijn enkele voorbeelden van onderzoeken die doorlopen in de komende jaren ( ). Er is heel veel bereikt in het voorbije traject van strategieontwikkeling. De uitwerking is voortvarend ter hand genomen door de regionale partners. Het in beeld brengen van doelbereik in termen van waterstanden en risicoreductie, het inzichtelijk maken van effecten, het verkennen van kosten, baten en meekoppelkansen in het licht van de regionale ruimtelijk economische visies dit alles langs vele honderden kilometers hoofdwatersysteem- is een huzarenstukje. In verschillende regio s zijn de voorbereidingen voor borging van maatregelen in regionale structuurvisies (bijvoorbeeld voor Waalweelde West) en provinciale omgevingsplannen (bijvoorbeeld in Limburg) in volle gang. Ook in andere gebieden zijn reeds vervolgstappen richting uitvoering in gang gezet, bijvoorbeeld voor het opstellen van een overkoepelende strategie IJssel-Vechtdelta start een MIRT-onderzoek. Voor andere riviertrajecten is duidelijk dat de onzekerheden nog groot blijven. Project-overstijgend onderzoek van piping, de veiligheidsfilosofie Maas en retentie zijn enkele voorbeelden van onderzoeken die doorlopen in de komende jaren. Voor delen van het rivierengebied is in de periode nog veel werk te verzetten. Centraal Holland Tekortkomingen aan de C-keringen in dit gebied leiden ertoe dat een overstroming vanuit de Nederrijn-Lek zich niet tot één dijkring beperkt, maar over meerdere dijkringen tot diep in de Randstad doordringt. De voorkeursstrategie gaat uit van de volgende hoofdkeuzes: Geen grootschalig investeren in de C-keringen; In plaats daarvan de noordelijke Lekdijken tussen Amerongen en Schoonhoven aanpakken, waarbij ook lokaal meekoppeling met ruimte voor de rivier-maatregelen wordt afgewogen; De functie en status van de C- keringen langs de gekanaliseerde Hollandse IJssel, het Amsterdam- Rijnkanaal en het Noordzeekanaal (Spaarndammerdijk) heroverwogen. De uitwerking van deze hoofdkeuzes is binnen het nhwbp gestart met het opstellen van een plan van aanpak voor de project-overstijgende verkenning Centraal Holland. Looptijd van deze verkenning is januari eind

55 Voortzetting samenwerking uitspraak - 5 Governance: de voortzetting van de samenwerking is nodig voor blijvende integratie. Het ontwikkelingstraject van de Voorkeursstrategie Rivieren heeft onmiskenbaar het belang aangetoond van de samenwerking tussen alle betrokken overheden, vertegenwoordigd in de Stuurgroep Delta Maas en Stuurgroep Delta Rijn, om te komen tot een integraal en lange termijn perspectief voor het rivierengebied. De implementatie en uitvoering van dit integraal en lange termijn perspectief voor het rivierengebied vraagt om een bestuurlijke structuur en organisatie, die het mogelijk maakt het integrale karakter van de voorkeursstrategie ook vast te houden in het proces na de deltabeslissingen. Een adaptieve uitvoering vraagt om een voortdurend en cyclisch proces van planvorming, prioritering en programmering. Ook na vastlegging van de deltabeslissingen vraagt een integrale aanpak van de waterveiligheid gezamenlijke inhoudelijke en financiële afwegingen voor het geheel. De eerste integratieslag is gemaakt, maar vraagt om voortzetting. Weliswaar afhankelijk van de inzichten op nationaal niveau over het vervolg van het Deltaprogramma, en in het licht van een meer brede blik op watergovernance, blijft een bestuurlijke structuur op het niveau van Maas en Rijntakken van belang. Voor de uitwerking van de voorkeursstrategie gelden drie perioden: tot 2030, en De maatregelen voor de periode tot 2030 zullen zo concreet mogelijk worden benoemd met de eventuele meekoppelkansen met andere beleidsdoelen en regionale ambities. Veel maatregelen zijn pas later (vanaf 2030) in de tijd aan de orde, deze worden globaler geduid. Bovendien zijn meekoppelkansen in de toekomst nu niet altijd al gekend. De maatregelen in de periode na 2050 hebben veelal het karakter van mogelijke opties. De implementatie en uitvoering van de Voorkeursstrategie Rivieren vraagt nog veel bestuurlijke keuzes waarbij een integrale afweging, met de Voorkeursstrategie Rivieren als integratiekader, cruciaal is. Dit betekent dat er voortdurend brede maatschappelijke afwegingen moeten worden gemaakt tussen waterveiligheid en andere functies en waarden van het gebied. En dat er voortdurend financiële afwegingen spelen bij het streven naar koppeling van middelen voor waterveiligheid aan middelen voor andere doelen, ambities en kansen. Samenspel organisaties Het krachtig samenspel is een samenspel tussen rivierverruimende maatregelen en dijkversterking, maar ook een blijvend krachtig samenspel tussen de betrokken organisaties: Daarbij gaat het om maatwerk: een verstandige keuze, voor de juiste maatregelen, in de juiste mix, op de juiste plek, en vooral op het juiste moment; Het belang van maatwerk maakt dat de Voorkeursstrategie Rivieren geen blauwdruk is, maar veel meer een lange termijn perspectief; De implementatie en uitvoering van dit integraal en lange termijn perspectief voor het rivierengebied 14

56 Waal bij Zaltbommel Foto: Tineke Dijkstra vraagt om een bestuurlijke structuur en organisatie, die het mogelijk maakt het integrale karakter van de voorkeursstrategie ook vast te houden in het proces na de deltabeslissingen. Een adaptieve uitvoering vraagt om een voortdurend en cyclisch proces van planvorming, prioritering en programmering. Ook na vastlegging van de deltabeslissingen vraagt een integrale aanpak van de waterveiligheid van Eijsden tot het Hollands Diep en van Lobith tot Hoek van Holland gezamenlijke inhoudelijke en financiële afwegingen voor het geheel; Voor de periode tot 2030 vraagt dit om concretisering en onderbouwing, mede op basis van nut en noodzaak (risicoreductie) en kosteneffectiviteit (afweging doelbereik, kosten, meekoppelkansen en overige baten), van die maatregelen in de Voorkeursstrategie Rivieren die op korte termijn noodzakelijk en kansrijk zijn; daar waar mogelijk, zal voor deze maatregelen worden voorgesteld verkenningen te starten (in MIRT- of nhwbp-spoor); Voor de middellange en lange termijn vraagt dit om flexibiliteit van de betrokken overheden die het mogelijk maakt, met het integrale perspectief als uitgangspunt, steeds te bezien en te onderbouwen welke maatregelen nodig, mogelijk en haalbaar zijn of hoe het perspectief anders kan worden bereikt. Dit vraagt om een standpunt over de bestuurlijke structuur en organisatie van de implementatie en uitvoering van de strategie. 15

57 Verankering in deltabeslissingen uitspraak - 6 Het samenspel tussen dijkversterking en rivierverruiming vergt verankering in Deltabeslissing Waterveiligheid en de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta. Rivierverruiming en dijkversterking in een krachtig samenspel dient onderdeel te zijn van de deltabeslissing Waterveiligheid, omdat een krachtige combinatie van dijkversterking en rivierverruiming nodig is voor een robuust riviersysteem, gericht op het voorkomen van waterstandsverhoging en het realiseren van risicoreductie, en nodig is voor het bereiken van het nieuwe gewenste beschermingsniveau. Het krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruiming dient onderdeel uit te maken van de deltabeslissing Rijn-Maasdelta als onderdeel ruimte voor water in het gebied van de Rijn-Maasdelta. Het belang van het krachtig samenspel tussen rivierverruiming en dijkversterking komt centraal te staan in de Voorkeursstrategie Rivieren, maar vraagt mede met het oog op verankering in het Nationaal Waterplan ook om een verankering in de relevante deltabeslissingen. Hoogwater, 2011 Foto: Waterschap Rivierenland 16

58 Internationale samenwerking uitspraak - 7 Internationale samenwerking moet worden voortgezet en geïntensiveerd. Voortzetting en intensivering van de internationale samenwerking vraagt nadrukkelijk meer aandacht en inzet van de betrokken overheden vanwege de samenhang in het riviersysteem,de verwachte effecten van klimaatverandering, de mogelijke grensoverschrijdende effecten van maatregelen en de aanpak van overstromingsrisico s in de grensoverschrijdende dijkringen. Hoogwater stoort zich niet aan grenzen, daarom vraagt de aanpak van hoogwaterveiligheid om een grensoverschrijdende coördinatie van maatregelen. Het neerslagpatroon binnen het stroomgebied van de Rijn en de Maas bepaalt de rivierafvoer die Nederland (bij Lobith en Eijsden) kan bereiken. De Europese Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR), die sinds 2007 van kracht is, verplicht landen om informatie te verzamelen, internationaal overleg te voeren en plannen te maken voor nationaal en grensoverschrijdend beheer van overstromingsrisico s. De Internationale Commisie ter Bescherming van de Rijn en de Internationale Commissie ter Bescherming van de Maas zijn verantwoordelijk voor de implementatie van deze Europese Richtlijn. Grensoverschrijdende afstemming De afvoeren die Nederland kunnen bereiken, worden voor de Rijntakken vooral bepaald door de dijkhoogten in Duitsland, zowel langs de zijrivieren als de Rijn zelf. De dijkhoogten langs de Niederrhein in Nordrhein Westfalen, het deel van Duitsland direct grenzend aan Nederland, zijn het meest bepalend voor de afvoer die ons land kan bereiken. Daarom is ook vooral directe grensoverschrijdende afstemming met de buren in Duitsland van belang. De grensoverschrijdende samenwerking met Nordrhein Westfalen wordt vormgegeven door een samenwerkingsverband tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in Nederland, de provincie Gelderland en het Ministerie van Klimaat, Milieu, Natuurbescherming, Landbouw en Consumentenbescherming (MKULNV) van Nordrhein Westfalen. Het samenwerkingsverband, de zgn. Nederlands- Duitse werkgroep Hoogwater, is gericht op afstemming van de grensoverschrijdende hoogwaterproblematiek. Deze samenwerking is recent bekrachtigd door ondertekening van een nieuwe gemeenschappelijke verklaring voor de periode In deze gemeenschappelijke verklaring over de samenwerking op het gebied van hoogwaterbescherming is het volgende opgenomen: In de werkgroep wordt informatie uitgewisseld over het hoogwaterbeleid in beide landen voor de lange termijn; onder andere over de voortgang van het Deltaprogramma in Nederland en het Hochwasserschutzkonzept in Nordrhein Westfalen. De werkgroep adviseert hoe de inzichten over klimaat in relatie tot afvoergedrag van de Rijn te benutten bij ontwikkeling van het hoogwaterbeleid voor de lange termijn. Het Deltaprogramma Rivieren zal via dit samenwerkingsverband o.a. de afstemming zoeken over het wenselijke beschermingsniveau voor de grensoverschrijdende dijkringen 42 en 48 en over het openhouden van de optie voor retentie in het Rijnstrangengebied (inclusief het aftasten van een mogelijke optimalisatie van dit gebied over de grenzen heen). 17

59 Hoogwater Maas bij Maasbracht, 2011 Foto: Rijkswaterstaat STRATEGISCHE KEUZES

60 Ruimtelijke reserveringen keuze - 1 Noodzakelijke ruimtelijke reserveringen benoemen en borgen In de Voorkeursstrategie Rivieren wordt aangegeven waar, welke vormen van ruimtelijke reserveringen voor binnendijkse rivierverruimende maatregelen nodig zijn (waaronder retentie), op welke wijze deze juridisch verankerd worden (inzet provinciaal en rijksinstrumentarium) en welke opties er zijn voor ontwikkelingsgericht reserveren ( adaptief bestemmen ). Binnendijkse maatregelen vormen een belangrijk onderdeel van de voorkeursstrategie. Ze zijn veelal ingrijpend voor het bestaande gebruik, maar tevens een bron voor nieuwe ontwikkelingen. De maatregelen zijn over het algemeen pas op termijn nodig (na 2030, uitzonderingen daar gelaten). Met een reservering van deze gebieden moet enerzijds voorkomen worden dat grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen een toekomstige functie voor waterveiligheid frustreert, anderzijds de stimulans bevatten om het gebied de komende decennia gereed te maken voor de toekomstige functie en bijbehorende inrichting. Op dit moment is in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) aangegeven in welke binnendijkse gebieden geen grootschalige, kapitaalsintensieve ontwikkelingen in bestemmingsplannen mogen worden opgenomen die het treffen van rivierverruimende maatregelen in de toekomst kunnen belemmeren. Daarbij speelt de vraag hoe om te gaan met de huidige conserverende status van deze reserveringen. Handhaven van het restrictief beleid of zoeken naar mogelijkheden voor ontwikkelingsgericht reserveren (tijdelijk bestemmen, adaptief bestemmen)? Met ontwikkelingsgericht reserveren wordt voorkomen dat een gebied in haar ontwikkeling wordt bevroren en kunnen (tijdelijke) ontwikkelingen die passend zijn in de toekomstige functie van het gebied gestimuleerd worden. Hoogwater Maas bij Heusden Foto: Tineke Dijkstra 19

61 Inzet retentiegebieden keuze - 2 Opties voor inzet retentie openhouden De inzet van retentiegebieden maakt onderdeel uit van de Voorkeursstrategie Rivieren. Voor de Rijntakken gaat het om de optie om Rijnstrangen als retentiegebied in te zetten; Voor de Maas gaat het om de optie een aantal dijkringen in de Maasvallei [nog onderwerp van discussie in het kader van systeemwerking Maas] en een aantal gebieden langs de bedijkte Maas [nog onderwerp van discussie in het kader van Voorkeursstrategie bedijkte Maas] als retentiegebieden in te zetten. Op basis van het resultaat van de regioprocessen (eind november 2013) zal duidelijk worden op welke wijze de retentiegebieden gepositioneerd worden in de Voorkeursstrategie Rivieren ( ja, nee, optie open houden ), dan wel dat vervolg onderzoek nodig is. Op basis daarvan zal, indien aan de orde, ook de relatie gelegd worden met de juridische verankering van de reserveringen (zie strategische keuze-1). reserveringen al in het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) opgenomen, voor een deel nog niet. De uiteindelijke afweging over de inzet van retentiegebieden vindt de komende periode plaats. Per potentieel retentiegebied gaat het dan om de afweging ja, nee, optie openhouden of vervolg-onderzoek. Een aantal binnendijkse ruimtelijke reserveringen in de toekomstige Voorkeursstrategie Rivieren heeft betrekking op retentiegebieden, zowel voor wat betreft de Maas als de Rijntakken. Als deze retentiegebieden worden benut in de voorkeursstrategie, zijn hiervoor ook ruimtelijke reserveringen van belang. Zie hiervoor het voorgaande punt. Voor een deel zijn deze 20

62 Veiligheidsfilosofie keuze - 3 Veiligheidsfilosofie (Limburgse) Maas aanscherpen Een mixvariant tekent zich af, waarbij de dijkringen in het Limburgse Maasdal aangelegd kunnen worden met een hoogte die aansluit bij de ontwerpeisen in de rest van Nederland. Het onttrekken van berging en stroming van Maas-hoogwater heeft effecten in de Maasvallei (lokaal) en de bedijkte Maas (benedenstrooms). De lokale effecten worden gecompenseerd door maatwerkoplossingen voor de dijkringen die een hydraulisch knelpunt vormen. Dit zijn een beperkt aantal dijkringen waar de kering teruggelegd wordt of waar de bergende functie gehandhaafd wordt. De oplossing van benedenstroomse effecten wordt bezien op schaal van de gehele Maas, waarbij het streven is benedenstroomse effecten te voorkomen. In de Maasvallei zijn de dijkringen anders ontworpen dan in de rest van het land. Zij dienen vanaf een bepaalde hoogte te overstromen, om een bijdrage te leveren aan de waterveiligheid voor de gehele Maas. Dit overstromingsbeleid brengt onzekerheid voor de burgers en bestuurlijke onduidelijkheid met zich mee. Hoogwater Maas bij Itteren, 2011 Foto: Mischa Keijser 21

63 Urgentie bepaalt prioriteitsstelling keuze - 4 Urgentie als criterium voor prioriteitsstelling tussen gebieden, kosteneffectiviteit als criterium voor prioriteitsstelling van maatregelen. In aansluiting op de risicobenadering in de nieuwe waterveiligheidsfilosofie is urgentie, i.c. gebieden met de grootste risico s, een belangrijk criterium voor het stellen van prioriteiten tussen gebieden. Kostenefficiëntie vormt een aanvullend criterium voor de prioritering van maatregelen. Daarbij gaat het om de samenhangende beschouwing van: doelbereik, kosten, meekoppelkansen, baten en draagvlak. De opgave voor het rivierengebied is groot en divers. Mede in het licht van de beschikbaarheid van financiële middelen voor waterveiligheid, zullen prioriteiten gesteld moeten worden. Aansluitend op de principiële uitspraak over integraal afwegen en governance vraagt dit om afwegingen tussen de gebiedsgerichte deelprogramma s én binnen het Deltaprogramma Rivieren. Zandzakken plaatsen, 2011 Foto: Waterschap Rivierenland 22

64 Hoogwater Vallei en Eemgebied, 2011 Foto: Waterschap Vallei en Veluwe VERVOLG

65 Vervolgproces De principiële uitspraken en strategische keuzes die in dit document zijn beschreven vormen, samen met de regionale bouwstenen uit de regio s IJssel, Waal-Merwedes, Nederrijn-Lek, Bedijkte Maas en Maasvallei, straks de kern van de principiële uitspraken, strategische keuzes en concrete maatregelen die onderdeel uitmaken van de definitieve Voorkeursstrategie Rivieren. Deze stukken, die nu voorliggen ter consultatie, hebben geen formele juridische status maar samen vormen ze (concepten van) bouwstenen en adviezen ter onderbouwing van landelijk in 2014 te nemen Deltabeslissingen. De voorkeursstrategie Rivieren heeft de status van een advies namens de Stuurgroepen Delta Maas en Rijn. Deze strategie zal een plek krijgen in het Deltaprogramma Met het advies over de Voorkeursstrategie Rivieren dragen wij bij aan de besluitvorming door het Kabinet over de Deltabeslissingen. Het advies zal via behandeling in de Nationale Stuurgroep Deltaprogramma, Deltacommissaris, Kabinet en Tweede Kamer in 2014 tot deze besluitvorming moeten leiden. Daarna volgt verankering via een partiële herziening van het Nationaal Waterplan en volgt voor zover nodig ook wettelijke verankering van onderdelen van het advies (bijvoorbeeld op het punt van de normen voor waterveiligheid). Tijdens deze consultatie- en informatieronde wordt aan de bestuurlijke partners commitment gevraagd op het niveau van de strategie. Gevraagd wordt om reactie en (inhoudelijke) opmerkingen op het niveau van het toekomstbeeld, de aanpak, principiële uitspraken en keuzen en voorlopige clusters van maatregelen voor de drie tijdsperioden (welke variëren in de mate van concreetheid). Het gaat dus niet om instemming door partijen op het niveau van individuele maatregelen en programmering. Finale bespreking Uw inbreng wordt in april 2014 betrokken bij de finale bespreking van de voorkeursstrategie Rivieren door de Stuurgroepen Maas en Rijn, waarna dit advies namens het rivierengebied wordt uitgebracht aan de Deltacommissaris. Tevens worden de reacties gebundeld ten behoeve van de bespreking van (de 75% versie van) het DP2015 in de landelijke stuurgroep Deltaprogramma op 24 april Daarna volgt richting de afronding van de DP2015 nog een tweede consultatieronde, van medio april 2014 t/m mei Deze consultatie betreft de besluiten van de stuurgroep Deltaprogramma van 24 april. Er komt hiervoor een nieuwe versie beschikbaar, waarin duidelijk wordt gemaakt of en hoe de resultaten van de eerste consultatieronde zijn verwerkt. Hoofdonderwerp van deze ronde is dan het DP 2015, inclusief de specifieke bijlage Rivieren en inclusief het advies van Deltaprogramma Rivieren betreffende het Deltaplan Waterveiligheid (prioritering maatregelen tot 2030). van contouren via Voorkeursstrategie Rivieren naar Deltaprogramma

66 Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma. Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen werken hierin samen met inbreng van de maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Het doel is om Nederland ook voor de volgende generaties te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoet water. Het Deltaprogramma kent negen deelprogramma s: Veiligheid Zoetwater Nieuwbouw en herstructurering Rijnmond-Drechtsteden Zuidwestelijke Delta IJsselmeergebied Rivieren Kust Waddengebied Het Deltaprogramma staat onder regie van de Deltacommissaris, regeringscommissaris voor het Deltaprogramma. Dit is een uitgave van Deltaprogramma Rivieren Eusebiusbuitensingel HZ Arnhem Kijk voor meer informatie op en 25

67 19TI Link naar Gebiedsvisie consultatie Bedijkte Maas

68 Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas Regioproces Noord-Brabant en Gelderland Deltaprogramma Rivieren 17 december 2013

69

70 Provincie Noord-Brabant Deltaprogramma Rivieren Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Naar een aantrekkelijke en veilige Maas voor iedereen! Datum december 2013

71

72 Voorwoord Het nationale Deltaprogramma richt zich op een duurzame bescherming van ons land op het gebied van hoogwaterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het doel is om ons land te behoeden voor rampen door tijdig en met elkaar te werken aan strategieën voor de toekomst. Door te anticiperen op veranderingen die op ons afkomen (klimaat), is meer tijd beschikbaar om tot maatregelen te komen die tot maatschappelijke meerwaarde leiden. De realisatie van een belangrijk deel van de opgaven wordt geacht in 2050 afgerond te zijn. In dit kader is binnen het Deltaprogramma Rivieren voor een aantal deelgebieden - waaronder de bedijkte Maas een voorkeurstrategie uitgewerkt voor de hoogwaterbescherming in komende decennia. Voor u ligt de potentiële voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas met een bijbehorend pakket aan maatregelen. Deze strategie is gebaseerd op de opgave die het Deltaprogramma ons heeft meegegeven en steunt voor een belangrijke deel op de Gebiedsvisie bedijkte Maas die in dit kader voor het gebied is opgesteld. De potentiële strategie is tot stand gekomen na een intensieve samenwerking met partijen langs de bedijkte Maas (inclusief belangenorganisaties), maar wordt voorgelegd als initiatief van mij als voorzitter van het bestuurlijk overleg bedijkte Maas. Het kan gezien worden als belangrijk richtinggevend voor de gezamenlijke ontwikkeling van de bedijkte Maas in Brabant en Gelderland. Dit zowel op het gebied van hoogwaterbescherming als op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, gebiedsontwikkelingen en de invulling van toeristisch-recreatieve mogelijkheden. Het voorstel biedt alle mogelijkheden voor het op orde brengen van hoogwaterbeschermingsopgaven op korte (meest urgent) en lange termijn en bevat tevens de nodige potenties ten aanzien van gebiedsontwikkelingen. Deze potentiële voorkeurstrategie is geen blauwdruk voor de hoogwaterbescherming en de gebiedsontwikkeling van de bedijkte Maas. Er bestaan nog een aantal onzekerheden die om nader onderzoek en afstemming vragen. Het tot stand brengen van een meer definitief advies alsook de verdere uitwerking en realisatie van maatregelen, meekoppelkansen en gebiedsontwikkelingen vraagt ook na het Deltaprogramma een intensieve samenwerking tussen de regionale partijen om samen aan een aantrekkelijke en veilige bedijkte Maas te werken. Hiermee beogen we aan te sluiten bij de opvatting van de minister van Infrastructuur en Milieu, zoals beschreven is in haar brief over het waterbeleid aan de Tweede Kamer (april 2013): En als we investeren in waterveiligheid en in zoetwatervoorziening is het van belang dat we andere ambities, zoals op het gebied van natuur, economie, milieu, cultuurhistorie, en ruimtelijke kwaliteit, laten meekoppelen, om zo meer maatschappelijk rendement te behalen. De potentiële voorkeurstrategie leg ik als voorzitter van het bestuurlijk overleg voor de bedijkte Maas nu ter consultatie voor aan de betrokken portefeuillehouders van gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat. Ik kijk uit naar de opvattingen en vertrouw er op dat we hiermee voorjaar 2014 gezamenlijk een breed gedragen advies kunnen uitbrengen. s-hertogenbosch, december 2013 Johan van den Hout Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

73 2/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

74 Inhoud 0 Samenvatting 5 1 Introductie 11 2 Bedijkte Maas in groter verband 13 3 Opgaven Piping Klimaat Beschermingsnorm Systeemwerking Maas 16 4 Hoofdlijnen Gebiedsvisie bedijkte Maas 19 5 Principes, uitgangspunten en aannames Uitgangspunten en aannames Leidende principes 25 6 Potentiële voorkeurstrategie Bedijkte Maas: redeneerlijn en maatregelenpakket Aanpak: Voorkeurstrategie in 3 stappen Hoofdkeuze voor de gehele bedijkte Maas Grote ingrepen om de opgave sluitend te maken Aanvullende keuzen Bijbehorend maatregelenpakket 41 7 Fasering uitvoering 46 8 Overige onderwerpen Algemeen Toelichting bij enkele specifieke maatregelen 52 9 Beschrijving proces Hoe verder 57 Bijlagen 1. Gebiedsvisie bedijkte Maas (los bijgevoegd) 2. Kaartenatlas (los bijgevoegd) 1. Maatregelenpakket Voorkeursstrategie: tabel en kaart 2. Alle mogelijke maatregelen voor rivierverruiming en dijkversterking: tabel, kaart en toelichting 3. Kaart Gebiedsvisie 4. Meekoppelkansen: tabel en kaart Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /59

75

76 0 Samenvatting Aanleiding Het veranderende klimaat vergt ingrepen om op lange termijn te voorzien in een adequate hoogwaterbescherming en zoetwatervoorziening. Binnen het nationale Deltaprogramma is de afgelopen jaren toegewerkt naar de Deltabeslissingen die het kabinet in 2014 aan het parlement wil voorleggen. In deze beslissingen legt de overheid voor deze onderwerpen op landelijk niveau de kaders vast voor de komende decennia. Binnen deze kaders is de nodige flexibiliteit aanwezig om in te spelen op de daadwerkelijke ontwikkelingen in die jaren. Organisatie en aanpak Binnen het deelprogramma Deltaprogramma Rivieren (DPR) zijn in de voorgaande jaren door Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten gezamenlijk de kansrijke strategieën voor de hoogwaterbescherming in het rivierengebied verkend. De kansrijke strategieën hebben geresulteerd in de mogelijke maatregelen om de doelstelling volledig met dijkversterking óf met rivierverruiming op te lossen. Hiermee is het totale speelveld van mogelijke maatregelen in beeld gebracht. Op basis van die strategieën is in 2013 voor de bedijkte Maas gestart met een nadere verkenning van de opgave om te komen tot een voorkeurstrategie. De bedijkte Maas is het rivierengebied tussen Heumen/Katwijk en Geertruidenberg. De provincie Noord-Brabant trekt hier het regioproces om samen met alle partijen tot een voorkeurstrategie te komen. Naast de betrokken overheden aan weerszijden van de bedijkte Maas zijn daar ook steeds belangenorganisaties voor uitgenodigd. Het opstellen van een voorkeurstrategie voor andere riviertakken, wordt door andere provincies getrokken. Opgaven De opgave ten aanzien van de hoogwaterbescherming bestaat in hoofdzaak uit de volgende onderdelen: het uitvoeren van maatregelen om met het oog op de stabiliteit van de dijken het risico van piping te verminderen; het accomoderen van de verwachte toename van de afvoer van de Maas door klimaatverandering; het accomoderen van een aangescherpte beschermingsnorm; het accomoderen van de gevolgen van de systeemwerking van de Maas die in het gebied van de bedijkte Maas wellicht tot enige waterstandstijging leidt. De maatregelen aan de dijken in verband met piping zijn altijd nodig. De waterstandsopgaven liggen in de ordegrootte van respectievelijk 40 cm, 35 cm en 10 cm. Totaal gaat het om een verhoging van de maatgevende hoogwaterstanden (waarop de dijken worden ontworpen) met ca. 85 cm. Wat betreft het accomoderen van een aangescherpte beschermingsnorm geldt dat in het regioproces uitgegaan is van een zogenaamde analysenorm. De hoogte hiervan is afgestemd op de redeneerlijn die de minister van Infrastructuur en Milieu in april 2013 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voor de grote dijkringen langs de bedijkte Maas is een analysenorm aangehouden Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

77 van 1/4000 (Land van Maas en Waal, Bommelerwaard, Brabant noordoost, Land van Heusden en Altena, het gebied tussen Waalwijk en de Donge te Geertruidenberg). Gebiedsvisie Voor het formuleren van de Voorkeurstrategie bedijkte Maas is allereerst in overleg met de betrokken besturen en belangenorganisaties een gebiedsvisie opgesteld. De Gebiedsvisie bedijkte Maas beschrijft voor drie deelgebieden de kwaliteiten en kenmerken (het DNA ), een ruimtelijke visie en een kwaliteitsopgave met extra aandacht voor de drie mogelijke retentiegebieden. Als uitgangspunten voor de visie op de bedijkte Maas zijn geformuleerd: Een aantrekkelijke en veilige Maas De Maas is geen grens, maar staat centraal Een robuust en duurzaam rivierenlandschap Beoordeling beschikbare maatregelen De maatregelen die in de (vorige) fase van de kansrijke strategieën zijn geïnventariseerd, zijn vervolgens op basis van de wateropgave beoordeeld aan de hand van een aantal leidende principes. Dit zijn 1) het bestuurlijk meegegeven adagium Rivierverruiming waar het kan, dijkversterking waar het moet, 2) de vraag of een maatregel past binnen de gebiedsvisie, 3) inschatting van het draagvlak, 4) mogelijkheden om tot meekoppeling te komen, 5) mogelijkheden om tot combinaties van maatregelen te komen en 6) de kostenefficiëncy. Per maatregel is bekeken hoe de leidende principes uitpakken. Op grond hiervan zijn de voors en tegens van maatregelen in beeld gebracht en zijn de maatregelen ingedeeld in een schaal van 1 (ligt voor de hand/altijd doen) tot 5 (ligt bepaald niet voor de hand/zien te vermijden). Vervolgens is een redeneerlijn op strategieniveau opgesteld die nader is ingevuld met maatregelen. Dit heeft geleid tot een maatregelenpakket waarmee de gestelde opgave kan worden verwezenlijkt in de komende decennia. Gemaakte maatregelkeuzen De redeneerlijn die heeft geleid tot de potentiële voorkeurstrategie is als volgt opgebouwd: 1. De hoofdkeuze bestaat uit buitendijkse rivierverruimende maatregelen (uiterwaardverlagingen, nevengeulen) en een dijkverhoging van 30 cm (exclusief kwetsbare dijktrajecten). 2. In aanvulling op de hoofdkeuze wordt er voor gekozen om een beperkt aantal grote ingrepen in te zetten die een grote bijdrage leveren aan de opgave. Dit betreft twee retentiegebieden, een dijkverlegging en zomerbedverbreding alsmede aanvullende dijkverhoging in het benedenstroomse deel. 3. Met deze beide onderdelen resteert er op een deel van het riviertraject nog een taakstelling. Hiervoor zijn aanvullende keuzes gemaakt in de vorm van een uiterwaardenproject bij Ravenstein, verlaging van een strekdam langs de Gouden Ham en het open maken van de oude Maasmeander bij Alem. Dit resulteert in de voorliggende voorkeurstrategie bedijkte Maas waarbij de bescherming tegen overstromingen op het gewenste peil wordt gebracht en er voldoende perspectief is voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van dit riviertraject. 6/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

78 Maatregelen Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Grote ingrijpende Hoofdkeuzen maatrgelen Aanvullende keuzen Maatregel Volgnr. Type Weerdvergravingen traject 7 uit de IVM studie 2 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 1 27 Uiterwaardproject Hoogwatergeul Grave 45 Nevengeul / Hoogwatergeul Natuurvriendelijke oevers Keent-Loonse waard (NURG) 10 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 2 27 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 3 27 Uiterwaardproject Weerdvergravingen Traject 8 uit de IVM studie 19 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 4 27 Uiterwaardproject Integrale dijkverhoging met 30 cm 55 Dijkverhoging/versterking Retentie Kraaijenbergsche Plassen 5 Groene rivier / retentie / Rivierkering Retentie Keent 7 Groene rivier / retentie / Rivierkering Dijkverlegging Bokhoven 26 Dijkverlegging Zomerbedverbreding Bergsche Maas 53 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 223/225 (Bokhoven/Well) tot 250 (Geertruidenberg) 58 Dijkverhoging/versterking Knooppunt en uiterwaarden Ravenstein 54 Uiterwaardproject Nevengeul Goudenham 12 Nevengeul / Hoogwatergeul Open maken afgedamde Maasmeander Alem 17 Groene rivier / retentie / Rivierkering Parkeren Overlap Maatregelen niet in Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Maatregel Volgnr. Type Dijkverlegging Overasselt ** 4 Dijkverlegging Nevengeul Megen 31 Uiterwaardproject Nevengeul Macharen 32 Uiterwaardproject Nevengeul Koornwaard 34 Nevengeul / Hoogwatergeul Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 166 (Katwijk) tot km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) 56 Dijkverhoging/versterking Dijkverlegging Kraaijenbergse plassen ** 1 Dijkverlegging Nevengeul Keent-Loonse waard 9 Nevengeul / Hoogwatergeul Nevengeul Lithse ham 16 Nevengeul / Hoogwatergeul Dijkverlegging Alem 18 Dijkverlegging NVO Empelse waard 22 Overig Hydraulisch obstakel A2 + spoor + oude rijksweg 49 Hydraulisch obstakel Retentie Overasselt 6 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 7 3 Zomerbedmaatregel Hoogwatergeul Loonse weerd 52 Nevengeul / Hoogwatergeul Hoogwatergeul Niftrik 29 Nevengeul / Hoogwatergeul Retentiegebied Hernen 43 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 8 20 Zomerbedmaatregel Dijkverlegging Moordhuizen 42 Dijkverlegging Koornwaard (QS) 21 Uiterwaardproject Dijkverlegging Hedel * 25 Dijkverlegging Dijkverlegging Hoenzadriel * 38 Dijkverlegging Dijkverlegging Drongelen * 50 Dijkverlegging Zomerverdieping Bergsche Maas 51 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) tot 223/225 (Bokhoven/Well) 57 Dijkverhoging Nevengeul Heumen 46 Nevengeul / Hoogwatergeul Combinatiemaatregel Heumen 47 Overig Uiterwaarden project Keent 8 Uiterwaardproject Hydraulisch obstakel spoor Ravenstein 44 Hydraulisch obstakel Nevengeul Diedense uiterdijk 11 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Maasbommel 13 Overig Nevengeul Hemelrijkse waard 14 Nevengeul / Hoogwatergeul Uiterwaarden Hemelrijkse Waard 15 Uiterwaardproject Nevengeul Maasdriel Noord 35 Nevengeul / Hoogwatergeul Hydraulisch obstakel A2 23 Hydraulisch obstakel Nevengeul Hedel 36 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Henriette waard 24 Overig Weerdverlagingen pakket 5 27 Uiterwaardproject Nevengeul Ammerzoden 37 Nevengeul / Hoogwatergeul * Deze dijkverleggingen zijn mogelijk nodig om het doelbereik te halen. Dit hangt af van de rekenkundige onzekerheden rondom maatregel 53, zomerbedverbreding Bergsche Maas. Als de effectiviteit van de zomerbedverbreding tegenvalt, zijn deze dijkverleggingen toch nodig ** Deze dijkverleggingen zijn niet nodig om het doelbereik binnen de regio bedijkte Maas te halen. Mogelijk dat na afstemming met de regio onbedijkte Maas, deze toch in aanmerking komen om op te nemen in de VKS. Maatregelentabel potentiële voorkeurstrategie Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

79 In onderstaand kaartje zijn de hoofdlijnen van de potentiële voorkeurstrategie weergegeven (een meer gedetailleerde kaart is te vinden in bijlage 2). De drie grote maatregelen (twee retentiegebieden en dijkverlegging Bokhoven-Heusden) zijn door het rijk reeds ruimtelijk gereserveerd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Figuur: Schematische weergave van de potentiële voorkeurstrategie In oranje de uiterwaardverlagingen en een nevengeul. In groen de dijkophoging van 30 cm (excl. de kwetsbare trajecten). Rechts in de figuur de 2 retentiegebieden. Links in de figuur zomerbedverbreding, aanvullende dijkverhoging en dijkverlegging bij Bokhoven. In paars de drie locaties voor aanvullende keuzen. Maatregelentabel Het maatregelenpakket behorend bij de potentiële voorkeurstrategie is opgenomen in de tabel op de vorige pagina. Status maatregelenpakket Het pakket aan maatregelen is geen blauwdruk voor de toekomst. Onzekerheden bijvoorbeeld in de wateropgave of in de effectiviteit van maatregelen kunnen nog tot verschuivingen leiden. Dat leidt er toe dat maatregelen die nu niet nodig blijken te zijn, nog niet weggeschreven kunnen worden. Dit geldt voor de afstemming met de bovenstrooms gelegen onbedijkte Maas. Binnen de beschikbare tijd is het niet mogelijk gebleken om de uitkomsten van de twee regioprocessen op elkaar af te stemmen. Dit moet nog gebeuren. De onzekerheden die in deze fase relevant en bekend zijn, zijn benoemd. Aan het rijk wordt voorgesteld om die samen met de regio nader te verkennen en te verkleinen en daarmee tot meer zekere uitspraken te komen over welke maatregelen wel en niet nodig zijn. Betekenis maatregelenpakket De potentiële voorkeurstrategie met maatregelen is een samenhangend pakket aan maatregelen dat past op de opgave en het systeem van de bedijkte Maas. Met name de rivierverruimingsmaatregelen hebben zodanige kenmerken dat ze niet zo maar uitgewisseld kunnen worden. Dit heeft te maken met de hydraulische effecten die afhankelijk van de aard van de maatregel niet alleen plaatselijk maar ook ver boven- en/of benedenstrooms kunnen uitwerken. Rivierverruimingsmaatregelen werken in gelijke mate op beide oevers van de rivier uit. Als rivierverruimingsmaatregelen uit het pakket gehaald worden, dient een nieuw pakket opgebouwd te worden met weer andere effecten en consequenties. 8/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

80 Kosten De kosten van het maatregelenpakket zijn op dit moment nog niet bekend. In beginsel komen de kosten voor de realisatie van het pakket ten laste van het Deltaprogramma, dat gefinancierd wordt door het rijk en de waterschappen. Waar tevens sprake is van gebiedsontwikkeling en het meekoppelen van kansen, ligt medefinanciering vanuit de regio voor de hand. De burger De burger (bewoner/ondernemer/eigenaar) is tot nu toe niet betrokken geweest bij het Deltaprogramma, anders dan via aandacht in de media en via de website van het Deltaprogramma. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat het hier om beleidsontwikkeling gaat. Hoewel in het regioproces is gewerkt op maatregelniveau, is dit nog niet het niveau waarop in detail kan worden aangegeven hoe een maatregel wordt uitgevoerd en wat de consequenties zijn voor bewoners/bedrijven/eigenaren. Aandacht hiervoor komt aan bod in de fase dat wordt toegewerkt naar de uitvoering van een maatregel. In die fase is een intensief proces met de omgeving aan de orde waarin alle belangen aan bod komen, inclusief mogelijke alternatieve inrichtingsmogelijkheden. Dit leidt tot meer concrete projectplannen waarbij belanghebbenden inspraak hebben en beroep kunnen instellen. Vooruitlopend daarop zijn in deze potentiële voorkeurstrategie voorwaarden genoemd richting rijk die de belangen van betrokkenen moeten borgen, zowel in de fase naar uitvoering als in de fase van gebruik. Naar verwachting worden de hoofdlijnen van strategieën opgenomen in het Nationaal Waterplan. Hierop is inspraak mogelijk. Meerlaagsveiligheid Meerlaagsveiligheid is een aanpak die hoe langer hoe meer aandacht krijgt. Daarin staan drie lagen centraal: 1) preventie (aanleg en onderhoud van dijken en rivierverruimingsmaatregelen), 2) gevolgbeperking (anders omgaan met ruimtelijke ordening om de gevolgen van een overstroming te beperken) en 3) rampenbestrijding (evacuaties e.d. om slachtoffers te voorkomen). Uit studies blijkt dat investeren in laag 1 het meest loont. Investeringen in laag 2 lonen niet of nauwelijks omdat onze preventie op een zeer hoog niveau zit. De rampenbestrijding en de samenwerking tussen instanties vraagt om voortdurend onderhoud. Hoewel investeren in laag 2 niet of nauwelijks loont, wordt gekeken naar de noodzaak en mogelijkheden om vitale infrastructuur te beschermen bij overstromingen zodat deze functies in tact blijven o.a. ten behoeve van de rampenbestrijding. Dit kan tot aangepast beleid leiden. Afronding Deltaprogramma Deze potentiële voorkeurstrategie ligt nu ter consultatie bij partijen voor. De consultatie duurt t/m februari In de consultatiefase wordt gevraagd naar de opvatting van partijen over deze voorkeurstrategie c.a. In maart 2014 zal op basis van de uitkomsten van de consultatie, bestuurlijk overleg plaatsvinden om tot een advies te komen. Dit advies wordt via de stuurgroep Maas uitgebracht aan de Deltacommissaris. De Deltacommissaris brengt advies uit aan het kabinet. Het kabinet legt de resultaten (al dan niet onverkort) voor aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer neemt besluiten over strategieën, verankering, financiering, termijnen e.d. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

81

82 1 Introductie Het nationale Deltaprogramma is gericht op de onderwerpen hoogwaterbescherming en zoetwatervoorziening. Met de uitwerking hiervan wordt beoogd ons land te behoeden voor rampen door tijdig en met elkaar te werken aan strategieën voor de toekomst. Door tijdig te anticiperen op veranderingen die op ons afkomen (klimaat), is meer tijd beschikbaar om tot invullingen te komen die tot maatschappelijke meerwaarde leiden. Het Deltaprogramma Rivieren is een deelprogramma van het nationale Deltaprogramma en heeft als doel Nederland ook de komende generaties te beschermen tegen overstromingen van de grote rivieren. Dit biedt ook kansen om de kwaliteiten van het gebied te versterken, zoals de minister ook schetst in haar aprilbrief 2013 aan de Tweede Kamer over het waterbeleid: En als we investeren in waterveiligheid en in zoetwatervoorziening is het van belang dat we andere ambities, zoals op het gebied van natuur, economie, milieu, cultuurhistorie, en ruimtelijke kwaliteit, laten meekoppelen, om zo meer maatschappelijk rendement te behalen. Na verkenning van de kansrijke maatregelen is de provincie Noord-Brabant in de tweede fase van het Deltaprogramma gevraagd een voorkeurstrategie en gebiedsvisie te ontwikkelen voor de bedijkte Maas van Katwijk tot Geertruidenberg. De voorkeurstrategie en gebiedsvisie hebben betrekking op het grondgebied van zowel de Brabantse als de Gelderse gemeenten langs de bedijkte Maas. De voorkeurstrategie wordt gezien als belangrijk richtinggevend voor de gezamenlijke ontwikkeling van de bedijkte Maas in Brabant en Gelderland zowel op het gebied van hoogwaterbescherming als op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, gebiedsontwikkelingen en de invulling van toeristischrecreatieve mogelijkheden. Het voorstel biedt alle mogelijkheden voor het op orde brengen van hoogwaterbeschermingsopgaven op korte (meest urgent) en lange termijn en bevat tevens vele potenties ten aanzien van gebiedsontwikkelingen waarvan de verzilvering vanaf nu opgepakt kan worden om te zien wat haalbaar is en hoe. De realisering van maatregelen, meekoppelkansen en gebiedsontwikkelingen vraagt ook na het Deltaprogramma een intensieve samenwerking tussen partijen waarmee samen aan één bedijkte Maas wordt gewerkt. Status Het Deltaprogramma Rivieren levert één voorkeurstrategie op. Deze is gebaseerd op de regioadviezen van zes regioprocessen, waaronder het Regioproces bedijkte Maas. In april 2014 wordt deze voorkeurstrategie in de Stuurgroepen Delta Rijn en Delta Maas vastgesteld. Vervolgens wordt de voorkeurstrategie aan de Deltacommissaris aangeleverd ten behoeve van de aanbieding van het Deltaprogramma aan de Tweede Kamer in september 2014 als bijlage bij de Rijksbegroting en het Deltafonds. In het Deltaprogramma staat het definitieve voorstel voor vijf samenhangende en structurerende deltabeslissingen en de voorkeurstrategieën voor waterveiligheid en zoetwater. Hierin zullen de hoofdlijnen van het Regioadvies een plaats krijgen. Ten aanzien van het omgaan met de resultaten van het regioproces richting toekomst geldt dat er met het opstellen van een gebiedsvisie een belangrijk vertrekpunt voor een gezamenlijke richting langs de bedijkte Maas voorligt. Belangrijk is dat de voorkeurstrategie niet moet worden gezien als Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

83 een blauwdruk voor de toekomst maar als een belangrijke richting waar partijen in de komende jaren gezamenlijk aan werken, rekening houdend met kansen en ontwikkelingen die zich in de tijd en op verschillende plaatsen zullen voordoen. Hierin hebben kenmerkende gebiedskarakteristieken, te ontwikkelen waarden en gebiedspotenties een belangrijke plaats. Dit biedt houvast voor een verdere keuze en uitwerking van maatregelen, de volgorde daarvan, het benutten van meekoppelkansen en samenwerking tussen partijen. Voor de realisering van de uiteindelijke voorkeurstrategie zal de prioritering/programmering waarschijnlijk via het MIRT-overleg gestalte krijgen. De organisatie hiervan en bestuurlijke afstemming vraagt nog nadere invulling, samen met het rijk. 12/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

84 2 Bedijkte Maas in groter verband De bedijkte Maas is onderdeel van een groter riviersysteem dat zijn oorsprong vindt in Noord- Frankrijk. Hoewel klimaatverandering een aangelegenheid is die internationale betekenis heeft, gaat elk land daar op zijn eigen manier mee om. Dit geldt zeker ook voor het omgaan met beschermingsnormen. De omstandigheden en situaties langs een rivier als de Maas zijn bovendien erg verschillend en vragen om maatwerk per gebied. Zo is de Maas direct bovenstrooms van Brabant gelegen in een min of meer natuurlijk winterbed, begrensd door hoge gronden. In Limburg zijn binnen dit winterbed inmiddels vele kleinere dijkringen aangelegd om dorpen en steden te beschermen tegen overstromingen. Bovenstrooms van Limburg gaat het om een rivier in veelal geaccidenteerd terrein (de Ardennen). De bescherming tegen overstromingen daar is niet te vergelijken met die langs de bedijkte Maas waar de rivier door laagland stroomt. In dit laatste gebied is het mogelijk geweest om de hoogwaterbescherming grootschalig en collectief in te richten. In Europees verband is al enkele jaren de Richtlijn Overstromingsrisico s (ROR) van kracht. Deze richtlijn verplicht lidstaten om met elkaar maatregelen te bespreken om te voorkomen dat maatregelen in het ene land tot negatieve effecten in het andere land leiden. Een en ander wordt besproken in de IMC (Internationale Maas-commissie). Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft hierin binnen Nederland het voortouw. Hierbij is inbreng vanuit de regio s mogelijk. Voor de Limburgse Maas heeft ook een regioproces plaatsgevonden om voor de Maasvallei (ook wel onbedijkte Maas genoemd) een voorkeurstrategie met maatregelen te ontwikkelen. Dit proces heeft parallel plaatsgevonden met het regioproces van de bedijkte Maas. De uitkomsten van de twee processen moeten nog op elkaar worden afgestemd. Dit kan aan weerszijden van de regiogrens tot aanvullende maatregelen leiden. De invulling hiervan krijgt nadere aandacht in de voorgestelde vervolgfase. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

85

86 3 Opgaven De opgave die de komende jaren getackeld dient te worden bestaat uit verschillende onderdelen. Een illustratie daarvan voor de zuidoever is in grafiekvorm hieronder opgenomen. De opgaven zijn in aard en kwantiteit opgegeven vanuit het Deltaprogramma en bestaat uit verschillende componenten die hieronder kort beschreven worden. Grafiek: opbouw wateropgave voor de zuidoever van de bedijkte Maas 3.1 Piping Het betreft hier nieuwe inzichten rond de stabiliteit van dijken bij extreme waterstanden. Het piping-mechanisme leidt tot de vorming van tunnelvormige ruimten onder de dijk doordat bij hoge waterstand op de rivier - vanwege het grote waterstandverschil - zand gaat uitspoelen aan de binnendijkse zijde. Deze tunnelvormige ruimten ondermijnen de stabiliteit van de dijk. Om de stabiliteit op het vereiste niveau te brengen zijn in zijn algemeenheid maatregelen nodig aan de binnenbermen van rivierdijken. Deze maatregelen zijn altijd nodig en zijn niet te verhelpen met rivierverruimingsmaatregelen. De wijze waarop dit per dijkvak invulling vraagt, is afhankelijk van de omvang van de problematiek op een locatie en de plaatselijke bodemgesteldheid, hoogteligging e.d. Dit zal in de uitvoeringsfase nader uitgewerkt worden. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

87 3.2 Klimaat Door veranderende weersomstandigheden gaan de rivierafvoeren toenemen als ook de zeewaterstanden. Dit leidt tot hogere waterstanden op de grote rivieren. Naar verwachting betekent dit voor de bedijkte Maas tot aan 2100 ca. 80 cm. Tot aan 2050 wordt gerekend op de helft en dus 40 cm. 3.3 Beschermingsnorm De huidige wettelijke beschermingsnormen dateren van meerdere decennia geleden. Inmiddels is de waarde achter de dijken toegenomen door bevolkingsgroei, door voortgaande investeringen en de wijze waarop onze maatschappij functioneert. Dit is aanleiding geweest om studie te doen naar een meer bij deze tijd passende normering. Over de manier waarop dit ingevuld gaat worden heeft de minister van Infrastructuur & Milieu in april 2013 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze brief staat de redeneerlijn aangegeven die zij wil hanteren. Deze komt op het volgende neer: het type beschermingsnorm wordt een overstromingskans. Dit is de kans dat een gebied onder water loopt door een dijkdoorbraak rekening houdend met de sterkte van de dijken, de lengte van de dijkring en de hydraulische belasting; voor iedereen in Nederland gaat een basisveiligheid gelden van 1/ ofwel 10-5 (de gemiddelde kans dat iemand op een willekeurige plek in Nederland om het leven komt door een overstroming rekening houdend met preventieve evacuatie); indien uit een oogpunt van maatschappelijke ontwrichting dan wel economische schade aanleiding bestaat om de beschermingsnorm die nodig is om de basisveiligheid te halen, aan te scherpen, dan kan dat. Omdat er in dit laatste geval gezocht wordt naar een economisch optimum, is bij de bepaling van de beschermingsnorm de verhouding tussen te maken kosten en vermeden schade van belang. Deze dienen in evenwicht te zijn. Voor het rivierengebied geldt dat een aanscherping van de normen gewenst is. In het regioproces is gerekend met de bovengrens van basisveiligheid en die op basis van economische schade, de analysenorm. Voor de bedijkte Maas is uitgegaan van een norm van 1/4000. De opgave die hier uit voortvloeit ligt in de orde van 35 cm extra waterstandverhoging. Een advies over nieuwe beschermingsnormen wordt uitgebracht door de Stuurgroepen Rijn en Maas. Uiteindelijk beslist de Tweede Kamer over de wettelijke beschermingsnormen op voorstel van het kabinet/de minister van Infrastructuur en Milieu. 3.4 Systeemwerking Maas Dit onderwerp betreft de manier waarop wordt omgegaan met de ca. 50 Limburgse dijkringen. In het huidige beleid wordt er vanuit gegaan dat al deze dijkringen instromen bij extreem hoogwater. Op deze manier vormen ze samen vele retentiegebieden die een verhoging van benedenstroomse waterstanden moet voorkomen ten opzichte van de situatie toen die dijkringen er nog niet waren. De betrouwbaarheid van dit systeem laat behoorlijk te wensen over, omdat dit een exactheid van hydraulische berekeningen en de uitvoering van bijbehorende maatregelen veronderstelt, die niet realistisch is. Tevens heeft dit te maken met het grote aantal ingrepen in de Maas waardoor de situatie steeds wijzigt, met activiteiten bij hoogwater waarbij men noodmaatregelen gaat treffen 16/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

88 (zandzakken leggen) en met het feit dat dit systeem in de tijd (o.a. vanwege klimaat) steeds aangepast moet worden voor een optimale werking. Omdat de onbetrouwbaarheid zowel voor Limburg als het benedenstroomse gebied (Brabant Gelderland) geldt, is in de Stuurgroep Maas afgesproken om een meer betrouwbaar systeem uit te werken. Dit leidt naar verwachting tot een benedenstrooms waterstandseffect van minder dan 10 cm. Dit effect is in het regioproces meegenomen als onderdeel van de opgave. Limburg heeft een inspanningsverplichting op zich genomen om te voorkomen dat dit benedenstroomse effect optreedt. Voor het geval dat het niet (volledig) lukt om een benedenstrooms effect te voorkomen is het effect in het regioproces meegenomen als onderdeel van de opgave. De uiteindelijke voorkeurstrategie gaat daarmee uit van een worst case scenario waardoor de regio niet later alsnog wordt geconfronteerd met de vraag om extra maatregelen. Op voorstel van de regio/stuurgroep Maas beslist uiteindelijk het rijk/het ministerie van Infrastructuur en Milieu over de aanpassing van het huidige beleid voor de Limburgse Maas. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

89

90 4 Hoofdlijnen Gebiedsvisie bedijkte Maas De bedijkte Maas is de aanduiding voor één van de deelgebieden van het Deltaprogramma Rivieren. Dit betreft het riviertraject tussen Heumen/Katwijk en Geertruidenberg. De karakteristieken, de ontstaansgeschiedenis, dominante kenmerken - zeg maar het DNA van het gebied - zijn opgenomen in een afzonderlijk document: Gebiedsvisie bedijkte Maas (bijlage 1 bij deze nota). Hierbij is gekeken naar het buitendijkse gebied (de rivier met zijn uiterwaarden), de Maasdijken op zichzelf en het binnendijkse gebied om de context aan te geven. Voor de potentiële retentiegebieden zijn nadere gebiedsbeschrijvingen gemaakt om beter in te zoomen op de kenmerken en mogelijkheden van deze gebieden. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

91 Voor de drie deeltrajecten Beneden Maas, Getijden Maas en Bergsche Maas zijn de kwaliteiten beschreven en is nagegegaan welke maatregelen een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierenlandschap. Op deze wijze levert de gebiedsvisie een bijdrage aan de voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas. Uitgangspunten voor de visie op de bedijkte Maas zijn: Een aantrekkelijke en veilige Maas De Maas is geen grens, maar staat centraal Een robuust en duurzaam rivierenlandschap 20/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

92 5 Principes, uitgangspunten en aannames De voorliggende voorkeurstrategie is gebaseerd op een aantal leidende principes, uitgangspunten en aannames die hier worden toegelicht. Met het oog op de opbouw van een evenwichtig maatregelenpakket zijn leidende principes geformuleerd. De uitgangspunten en aannames zijn gehanteerd met het doel om te komen tot een voorkeurstrategie, met de kennis van nu en de wetenschap dat er verschillende onzekerheden zijn en nader onderzoek nodig is. Verdere uitwerking van de strategie en maatregelen en ook de lange termijn waarop de voorkeurstrategie zich richt, zal tot nieuwe inzichten en kennis leiden. De voorkeurstrategie biedt ruimte om indien nodig keuzes te heroverwegen wanneer daar vanwege nieuwe inzichten aanleiding toe is. De voorkeurstrategie is dan ook geen blauwdruk maar geeft richting en voldoende flexibiliteit om tot heroverwegingen te komen. 5.1 Uitgangspunten en aannames Gereedschapskist Kansrijke strategieën In de eerste fase regioprocessen (juni 2012 maart 2013) zijn twee kansrijke strategieën uitgewerkt. De ene betrof Doe meer met dijken de andere Ruimte voor de rivier Plus. Beide strategieën hebben een gereedschapskist met maatregelen opgeleverd waarmee in de tweede fase is gewerkt om tot een Voorkeurstrategie te komen. Piping Ten aanzien van maatregelen aan dijken is bekend dat de stabiliteit aandacht vraagt (pipingproblematiek). Deze maatregelen zijn altijd nodig en kunnen niet vervangen worden door rivierverruiming. Aard en schaal van de stabiliteitsmaatregelen is in deze fase niet beschouwd. Het vormt geen onderscheidend aspect voor de huidige bestuurlijke keuzes. Dijkoverhoogte Dijkoverhoogte is extra aanwezige hoogte die in de huidige situatie niet nodig is om de vastgestelde maatgevende hoogwaterstand die behoort bij de wettelijke norm, veilig te kunnen keren. Deze extra hoogte kan benut worden om een deel van de opgave mee op te vangen. Om grip op de overhoogte te krijgen is deze door de waterschappen op een eenvoudige manier bepaald, vooruitlopend op meer diepgaand onderzoek. De uitkomsten van de waterschappen zijn, voorzien van een onzekerheidsmarge, meegenomen. In deze strategie is de helft van de overhoogte in de grafieken in beeld gebracht om een indruk te krijgen van de bandbreedte. Dijkverhoging en kwetsbare locaties Zoals eerder aangegeven wordt een dijkverhoging op kwetsbare dijktrajecten zoveel mogelijk voorkomen. Vanuit het vertrekpunt dat op deze trajecten geen verhoging plaatsvindt, is gekeken naar de mate van dijkverhoging die toegepast kan worden op de dijktrajecten die aansluiten op de kwetsbare trajecten. Hierbij geldt dat bij het ontwerp van dijken gerekend wordt met een minimale waakhoogte van 50 cm. Dit is de minimale overhoogte die een dijk moet hebben boven de maatgevende hoogwaterstand. Op locaties waar de golfoploop op een dijk meer bedraagt dan 50 cm, wordt dit Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

93 meerdere bij de minimale waakhoogte opgeteld. Dit moet er voor zorgen dat de hoeveelheid overslaand water over de dijk beperkt blijft hetgeen relevant is voor de standzekerheid. Uit onderzoeken in de afgelopen jaren is gebleken dat dijken (bij goed ontwerp/beheer/onderhoud) meer overslaand water kunnen hebben dan tot nu toe is aangenomen. Bovendien bestaat de dijk in bebouwd gebied veelal uit harde materialen die een betere overslagbestendigheid hebben dan gras. Ook kunnen maatregelen getroffen worden om bezwijken van een dijk door overslag te voorkomen (bv het plaatsen van damwanden in de dijk). Om deze reden wordt het verantwoord gevonden om de waakhoogte op kwetsbare trajecten terug te brengen tot 20 cm. Dit betekent dat op de aansluitende dijktrajecten gerekend wordt met een verhoging van 30 cm zodat hier in ieder geval de minimale waakhoogte in tact blijft. De aansluitende trajecten (veelal landelijk gebied) beslaan meer dan 98% van de totale lengte van de dijken langs de bedijkte Maas. Kwetsbare locaties In deze fase van het Deltaprogramma is met name gekeken naar de noodzaak en mogelijkheden van dijkverhogingen. Deze zijn erg bepalend voor een aantal dijktrajecten langs de bedijkte Maas. De zogenaamde kwetsbare dijktrajecten. Verhoging betekent op deze dijktrajecten veelal een onaanvaardbare inbreuk op de huidige situatie. Het gaat daarbij om het landschapsbeeld, het gebruik, cultuurhistorie, verkeer e.d. Om deze aantasting te voorkomen wordt er van uit gegaan dat de dijk op deze plaatsen niet wordt verhoogd. Uiteraard mag op deze plaatsen geen sprake zijn van zwakke plekken in de waterkering. Dit vraagt dan ook aandacht voor de stabiliteit. Veelal kan dit met behulp van damwanden in de dijk bereikt worden. Op verschillende plaatsen langs de bedijkte Maas zijn deze al in de dijk opgenomen. Als uitgangspunt van de voorkeurstrategie geldt dat kwetsbare locaties zoveel mogelijk worden ontzien. Dit betekent dat de opgave niet volledig met dijken gerealiseerd kan worden maar dat rivierverruiming nodig is om waterstandsverhoging te voorkomen. Het regioproces leent zich er niet voor om per kwetsbare locatie te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om via maatwerk toch een verhoging te realiseren. Dit onderzoek moet bij de verdere uitwerking wel plaatsvinden. Om nu te komen tot een voorkeurstrategie is gekozen om uit te gaan van de worst case-benadering en de aanname te hanteren dat: dijkverhoging op de kwetsbare locaties niet mogelijk is; hierdoor maximaal 30 cm integrale dijkverhoging over het hele traject mogelijk is, waarbij de kwetsbare locaties niet worden verhoogd maar worden versterkt, danwel dat een deel van de waakhoogte wordt ingezet. Bij de verdere uitwerking is het belangrijk om eerst te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor maatwerk. Mogelijk blijkt een beperkte verhoging op (enkele) kwetsbare locaties toch mogelijk en wellicht ook wenselijk wanneer overslag negatieve gevolgen heeft voor bebouwing achter de dijk. Retentie nader verklaard Retentiegebieden zijn wateropvanggebieden in huidig binnendijks gebied (ter vergroting van het winterbed). De retentiegebieden die langs de bedijkte Maas in beeld zijn, zijn door het rijk al ruimtelijk gereserveerd via het Barro (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening). 22/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

94 Na realisering behoren retentiegebieden tot het winterbed van de rivier. Ze worden omgeven door primaire keringen met dezelfde kruinhoogte als de rivierdijken in de omgeving. De gebieden worden ingezet om de top van een afvoergolf af te vangen en tijdelijk te bergen. Dit deel van de afvoer stroomt dan niet door de rivier ten tijde van hoogwater waardoor de afvoercapaciteit van de rivier minder hoeft te zijn en/of de dijken lager kunnen blijven. Na het hoogwater wordt het water uit het retentiegebied alsnog via de rivier afgelaten. Dit laatste kan via relatief kleine werken (uitlaatsluis). Omdat het gaat om het afvangen van de top van een extreme afvoer, is de frequentie over het algemeen laag (ca. 1/100 tot 1/500 jaar). Dit maakt dat retentiegebieden ook nog voor andere functies kunnen worden gebruikt. Retentie is een vorm van rivierverruiming die leidt tot uitbreiding van het winterbed van de rivier. Hierdoor wordt het riviersysteem groter en robuuster. Tevens zorgt het er voor dat benedenstrooms de waterstanden niet stijgen. Hierdoor nemen enerzijds de risico s iets af (hoe lager de waterstanden bij een dijkdoorbraak hoe minder schade) en zijn anderzijds benedenstrooms minder maatregelen nodig. De inrichting van retentiegebieden heeft geen gevolgen voor de hydrologie in het gebied. De inzet van waterberging is namelijk zeer laag frequent. De omstandigheden waaronder inzet plaatsvindt zijn zodanig nat (regenval en kwel) dat dit niet of nauwelijks tot extra hydrologische gevolgen leidt. Het instromen van retentiegebieden kan via een vaste drempel gebeuren (een overstroombare kade met een vaste hoogte). Ook kan gekozen worden voor een beweegbaar kunstwerk waarmee het tijdstip van instromen en hoeveelheid water gereguleerd kan worden. Voor de goede werking van retentiegebieden vraagt de wijze van instromen om aandacht bij het ontwerp en in de gebruiksfase. Om het hoogste rendement te halen ligt het voor de hand dat retentie-maatregelen zo ver mogelijk bovenstrooms langs een bedijkte rivier gesitueerd worden en dat ze een behoorlijke omvang krijgen. Daarnaast is de juiste inzet van een retentiegebied van groot belang, omdat je precies de top van de hoogwatergolf af wilt toppen. Voorkomen moet worden dat het retentiegebied volloopt voordat de top passeert. Juist om dat te voorkomen bestaat de kans dat de capaciteit niet volledig benut wordt. Hiermee is bij het bepalen van de effectiviteit van retentiegebieden al rekening gehouden. De juiste hoogteligging van de vaste inlaat en het inzetprotocol in het geval van een inlaatkunstwerk zal dus periodiek, herijkt moeten worden. Zoekgebieden moeten groot en zoveel mogelijk leeg (weinig bebouwing) zijn. Daar waar sprake is van bebouwing (woningen/bedrijven) vraagt dit om duidelijke voorwaarden in de fase dat een gebied gereserveerd wordt en voor de gebruiksfase. Voor de reserveringsfase geldt dat ontwikkelingen doorgang moeten kunnen vinden, zowel voor bestaande woningen als bestaande bedrijven. In de gebruiksfase zijn goede oplossingen nodig voor bedrijven en woningen. Hierbij valt te denken aan uitkoop, verplaatsingen of herbouw op terpen. Dit inclusief de bijbehorende financiële regelingen om schade te compenseren. Ruimtelijk gezien zijn retentiegebieden grote ingrepen. Deze in hectares gemeten omvangrijke maatregelen vragen een goede inpassing. Het aantal belanghebbenden en de effecten kunnen groot zijn. Retentiegebieden kunnen na inpassing veelal de huidige agrarische en/of natuurfunctie behouden. Er liggen ook mogelijkheden om landschappelijke waarden verder te ontwikkelen en bij Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

95 te dragen aan de landschappelijke differentiatie. Daarnaast kunnen er andere meekoppelkansen gezocht worden in het gebied. Wat zijn de alternatieven voor retentie Omdat de rivierverruimingsmaatregelen veelal al volledig benut zijn (binnen de kaders die gesteld zijn: zie de leidende principes), is het enige alternatief dat resteert (extra) dijkverhoging. De noodzakelijke (extra) dijkverhogingen dienen aan beide zijden van de rivier over een lang traject uitgevoerd te worden. De (extra) dijkverhogingen vragen ook (extra) dijkverbredingen. Hiervoor is oppervlak nodig en kunnen woningen en andere objecten in het geding komen. Het omgaan hiermee leidt tot extra kosten. Welke gebieden zijn voor retentie bekeken Zoals eerder aangegeven is het vanuit efficiëncy gewenst dat gebieden zo bovenstrooms mogelijk worden gevonden. In geval van verder benedenstroomse gebieden dienen naast de kosten voor retentie ook de kosten geteld te worden voor de in het bovenstroomse deel noodzakelijke maatregelen die samenhangen met een hogere waterstand. Omdat de bedijkte Maas begint waar de onbedijkte Maas ophoudt (als grens is de spoorbrug bij Katwijk/Mook aangehouden), ligt het voor de hand om naar grote open gebieden te zoeken tussen Katwijk en Keent. Hier liggen dan ook de gebieden die nu reeds in het Barro zijn gereserveerd. In de afweging is ook gekeken naar het eiland Keent. Dit gebied is enerzijds aanzienlijk kleiner dan het retentiegebied Keent-Zuid (Reek) en daardoor minder effectief, anderzijds is het een minder leeg gebied. Bij inzet zijn daarom meer gezinnen/bedrijven betrokken en moeten daarom veel kosten gemaakt worden om tot oplossingen voor woningen en bedrijven te komen. Afwegingen rivierverruiming dijkverhoging Bij deze afweging geldt in zijn algemeenheid hetgeen is beschreven bij de alternatieven voor retentie. Een meer precieze afweging per maatregel is lastig. Dit heeft o.a. te maken met grote verschillen in effectiviteit en kosten van rivierverruimingsmaatregelen. Om die reden wordt vooral ook gekeken naar een afweging op hoger abstractieniveau. Hierbij geldt: De oplossingsrichting rivierverruiming is robuuster, zorgt voor minder waterstandverhoging, geeft betere mogelijkheden voor verbetering ruimtelijke kwaliteit en meekoppelkansen en is in absolute zin duurder. De oplossingsrichting dijkverhoging vraagt werkzaamheden langs alle dijken aan beide zijden van de rivier, kan kenmerkende lokaties aantasten, raakt veel panden/bewoners/grondeigenaren, leidt tot hogere waterstanden, geeft minder mogelijkheden om tot verbetering ruimtelijke kwaliteit van het gebied te komen, is in absolute zin goedkoper. Hierbij geldt bovendien dat in het in deze fase eenvoudiger is om bijvoorbeeld in te zoomen op een retentiegebied en de mogelijke gevolgen, dan om stil te staan bij de effecten die dijkverhoging langs de gehele rivier of grote delen daarvan heeft. Dijkverhoging gaat ook gepaard met dijkverbreding. Hiervoor is in zijn algemeenheid ruimte nodig. Op trajecten zonder bebouwing werkt dit vaak uit in de vorm van een bredere dijk en bredere en hogere binnenbermen. De benodigde oppervlakte hiervoor kan worden aangekocht als onderdeel van de dijk. Er zijn mogelijkheden denkbaar waarbij de bermen weer beschikbaar komen voor agrarisch gebruik. Daar waar bebouwing voor komt vraagt dit om verschillende afwegingen. Vaak kunnen met behulp van bijzondere constructies (beton of staal) panden behouden blijven. De oplossingen hiervoor zijn echter duur en 24/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

96 vragen meer onderhoud dan een grondlichaam. Langs de bedijkte Maas staan aan weerszijden vele honderden panden langs de dijken. 5.2 Leidende principes In de ambtelijke aanpak en de wijze waarop maatregelen geselecteerd moeten worden, zijn leidende principes geformuleerd. Voor de leidende principes geldt dat hierin de beoordelingscriteria die - in de vorige fase bij het verkennen van de kansrijke strategieën zijn geformuleerd - zo goed mogelijk zijn verdisconteerd. Het betrof: landschap, natuur, cultuurhistorie, leefomgeving, landbouw, meekoppelkansen, kosten. I) Rivierverruiming waar het kan, dijkversterking waar het moet Dit principe (adagium) is bestuurlijk meegegeven aan het begin van de tweede fase van het regioproces en komt voort uit de resultaten van de eerste fase van het regioproces. Gebleken is dat ruimtelijke maatregelen de beste kansen bieden op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de meeste potenties bieden voor de toekomst en het meest robuust zijn (vergroting winterbed). Daarnaast wordt met dit soort maatregelen verhoging van waterstanden voorkomen, hetgeen relevant is voor het zoveel mogelijk beperken van risico s (met dijkverhoging worden hogere waterstanden geaccepteerd waardoor bij een dijkdoorbraak een groter landoppervlak sneller onder water loopt). Hiermee wordt voortgeborduurd op het beleid Ruimte voor de Rivier, zoals door het rijk in gang gezet begin jaren Bij het samenstellen van een maatregelenpakket zijn de verschillende relevante principes betrokken. Daarbij is gebleken dat het adagium niet zodanig moet/kan worden uitgelegd dat dijkverhogingen niet acceptabel zijn als er nog rivierverruimingsmogelijkheden zijn. Zowel rivierverruiming als dijkverhoging/versterking is nodig om tot een kostenefficiënte invulling te komen. In dit verband wordt verwezen naar de conclusies die getrokken zijn op basis van de Kansrijke strategieën (dijkverhoging is beter geschikt voor een kostenefficiënte invulling van risicoreductie) en naar principe VI (kostenoptimaliteit). Vanwege de herkenbaarheid is het bestuurlijk adagium als leidend principe opgenomen. Uiteindelijk is de beoordeling aan de orde of de voorkeurstrategie met maatregelen in voldoende mate tegemoet komt aan deze bestuurlijke wens. Onder de dijkversterkingsmaatregelen behoren in ieder geval de maatregelen die nodig zijn in verband met de stabiliteit van de waterkering (pipingmaatregelen). II) Invulling geven aan de gebiedsvisie voor de bedijkte Maas Deze gebiedsvisie is opgesteld voor beide zijden van de Maas van Cuijk tot aan Geertruidenberg. De visie houdt o.a. rekening met aanwezige karakteristieken, waarden en gebiedsfuncties en beschrijft hoe deze verder versterkt kunnen worden. Met deze versterking wordt de ruimtelijke kwaliteit verhoogd hetgeen leidt tot een toename van mogelijkheden op toeristisch recreatief gebied en tot een Maasbrede aanpak waarbij de provinciegrens als scheiding t.a.v. visie en ontwikkelingen zoveel mogelijk komt te vervallen. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

97 Een van de onderdelen in de gebiedsvisie is het voorkomen van aantasting van kwetsbare dijktrajecten. Dit zijn trajecten waar dijk en bebouwing een zodanig optimaal (landschappelijk en qua gebruik) geheel vormen dat dijkverhoging hier tot ernstige aantasting van waarden en karakter leidt (zie ook 5.1). Het niet verhogen van kwetsbare dijktrajecten beperkt de verhoging van dijken in aangrenzende trajecten tot ca. 30 cm. III) Benut meekoppelmogelijkheden, gebiedsontwikkelingen en potenties zodat meerwaarde wordt bereikt en doorontwikkeling in de toekomst mogelijk is De invulling hiervan moet breed gezien worden. Enerzijds kunnen bestaande wensen t.a.v. gebiedsontwikkelingen gecombineerd worden met hoogwaterschermingsmaatregelen. Op deze manier kan in de regio een impuls ontstaan om met hoogwaterbescherming aan de slag te gaan. Anderzijds is het de bedoeling dat een maatregelenpakket ontstaat dat potenties in zich heeft t.a.v. meekoppelmogelijkheden en gebiedsontwikkelingen. De eventuele verzilvering hiervan vraagt tijd en kan op geschikte momenten worden opgepakt gegeven de uitvoeringsperiode tussen nu en IV) Zoek naar maatregelen die zoveel mogelijk kunnen leiden tot combinaties bij de uitvoering Hierbij is het op orde brengen van dijken in het kader van piping een bekende prioriteit. De aanpak van dijken kan het beste tegelijkertijd gecombineerd worden met de noodzakelijke verhoging zoals die uit het maatregelenpakket volgt. Dat zal plaatselijk verschillend zijn. Dijkmaatregelen vragen over het algemeen veel grondverzet. Een combinatie met een rivierverruimingsmaatregel in de omgeving ligt daarbij voor de hand. Hiermee worden kosten gespaard, kan overlast voor de omgeving beperkt blijven en bovendien wordt tegelijkertijd op 2 manieren aan hoogwaterbescherming gewerkt. V) Zorg voor zoveel mogelijk draagvlak In de fase van de kansrijke strategieën zijn de mogelijke maatregelen verkend om de opgave in te vullen met rivierverruiming en met dijken. Dit heeft een set aan kansrijke maatregelen opgeleverd waarbij maatregelen die als niet- realistisch werden beschouwd zijn afgevallen. In het proces dat in de fase naar een Voorkeurstrategie is doorlopen, is gebleken dat de overgebleven maatregelen of type maatregelen op een verschillende appreciatie kunnen rekenen. Houdt hiermee zoveel mogelijk rekening. Het gaat nu om de voorbereiding van beleidsbeslissingen. De uitwerking van maatregelen is pas later aan de orde. Dit zal nadrukkelijk gebeuren samen met betrokkenen (bewoners/bedrijven/eigenaren). VI) Zoek evenwicht tussen de invulling van de principes I t/m V en kostenoptimaliteit Kostenoptimalisatie krijgt zoveel mogelijk aandacht bij het kiezen van maatregelen en de samenstelling van het maatregelenpakket maar kent beperkingen omdat het niet altijd mogelijk en wenselijk is om puur voor de goedkoopste oplossing te gaan. 26/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

98 Hieraan ligt een aantal redenen ten grondslag: rivierverruiming biedt veelal de beste mogelijkheid voor meekoppelkansen, het realiseren van de gebiedsvisie en daarmee het vergroten van de kwaliteit van het gebied. Deze maatregelen zijn echter over het algemeen duurder dan dijkverhoging en verbreding; indirecte economische effecten: rivierverruimingsmaatregelen kunnen het karakter van het gebied versterken hetgeen een impuls geeft aan (economische) ontwikkelingen die in deze fase niet of lastig kostentechnisch/economisch te duiden zijn; de maximale synergievoordelen die met rivierverruimingsmaatregelen te behalen zijn (speciewinning, vermindering overlast, koppeling met natuur- en infrastructurele projecten) zijn in deze fase van het proces niet precies te duiden en zeker niet kostentechnisch door te vertalen; extra beperking van het overstromingsrisico door rivierverruimingsmaatregelen omdat hierdoor waterstanden niet verhogen. Onduidelijk is hoe de risicoreductie maatschappelijk en qua kosten kan of moet worden gewaardeerd. Het borduurt echter in belangrijke mate voort op het rivierverruimingsbeleid en de redenen daarachter (meer natuurlijke en robuuste riviersystemen en beperking waterstandsverschil over de dijken). Bij de kostenoptimalisatie wordt ook gekeken naar de wens om investeringen zoveel mogelijk af te stemmen op een optimale risicoreductie. Voor rivierverruimingsmaatregelen geldt dat die zich hiervoor minder goed lenen vanwege het generieke karakter (uitwerking naar beide oevers en vaak over grote lengte). Maatregelen aan dijken kunnen direct gericht worden op plekken waar een dijkdoorbraak tot de grootste gevolgen leidt. Hiermee kan optimaler geïnvesteerd worden in risicoreductie. Ergo, vanuit deze invalshoek is een zekere mate van dijkverhoging en/of versterking nodig als onderdeel van de voorkeurstrategie. Toepassing leidende principes bij beoordeling maatregelen De leidende principes zijn gebruikt om alle maatregelen die onderdeel zijn van de gereedschapskist (dat wat we aan mogelijkheden ter beschikking hebben), te beoordelen. In de Maatregeltabel met een ranking op basis voors en tegens is voor elke maatregel afzonderlijk aangegeven wat op basis van de leidende principes de voors en tegens zijn. Tevens is in deze tabel de kostenefficiëncy aangegeven op basis van de kenmerkende hydraulische informatie. In de kolom conclusie van deze tabel is vervolgens een ranking aangegeven binnen een schaal van 1 t/m 5 waarbij in de score een overall beoordeling tot uiting komt. De score heeft hier en daar noodgedwongen een subjectieve kant omdat een tot het uiterste doorgevoerde objectivering niet mogelijk is gebleken. Binnen de aangegeven schaal heeft 1 de betekenis van voor de hand liggend / altijd doen, 5 heeft de betekenis van ligt bepaald niet voor de hand / zien te vermijden. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

99

100 6 Potentiële voorkeurstrategie Bedijkte Maas: redeneerlijn en maatregelenpakket 6.1 Aanpak: Voorkeurstrategie in 3 stappen De potentiële voorkeurstrategie bestaat uit een onderbouwde set van rivierverruimende en dijkmaatregelen waarmee de hoogwateropgave wordt opgelost (ook wel het doelbereik genoemd). In hoofdstuk 3 is beschreven wat de componenten zijn van de hoogwateropgave In dit hoofdstuk worden de stappen toegelicht die hebben geleid tot deze voorkeurstrategie. De potentiële voorkeurstrategie is een voorzet op basis van overleg dat heeft plaatsgevonden met de regio. Het uiteindelijke bestuurlijke regionale standpunt wordt pas ingenomen na de consultatieronde in de regio die in januari/februari 2014 plaatsvindt. Figuur 1: De voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas. In deze fase van het Deltaprogramma is er sprake van een aantal onzekerheden (zie hoofdstuk 8) die binnen het geldende tijdsbestek niet opgehelderd konden worden. De uitkomst van die onzekerheden is bepalend voor de uiteindelijke samenstelling van het maatregelenpakket. De informatie waarmee in deze fase is gewerkt, geeft een goed beeld van opgaven, mogelijkheden en oplossingen. Deze moeten in vervolgfasen nader worden verfijnd. Gedurende het proces is met de betrokken partijen een gebiedsvisie opgesteld, er zijn meekoppelkansen beschreven, er is gekeken naar kostenoptimalisatie van de maatregelen, naar draagvlak en naar welke maatregelen goed met elkaar combineerbaar zijn. Dit is vertaald in zes leidende principes die in hoofdstuk 5 zijn toegelicht. De potentiële voorkeurstrategie is in drie stappen opgebouwd. Deze worden hierna toegelicht. In 6.2 wordt de hoofdkeuze voor de gehele bedijkte Maas beschreven met maatregelen die aan de leidende principes voldoen. In 6.3 komen een aantal principiële keuzen aan bod t.a.v. ingrijpende maatregelen die bepalend zijn voor de gehele bedijkte Maas of grote delen daarvan. In 6.4 komen een aantal keuzen aan bod waarmee resterende lokale waterstandsproblemen worden opgelost. In het schema hieronder zijn de drie componenten waar de potentiële voorkeurstrategie uit bestaat, weergegeven. Het bijbehorende maatregelenpakket is in 6.5 opgenomen. Tot slot wordt in 6.6 de redeneerlijn samengevat. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

101 Figuur 2: de 3 stappen van de Voorkeurstrategie 6.2 Hoofdkeuze voor de gehele bedijkte Maas De Voorkeurstrategie kiest voor de gehele bedijkte Maas voor uiterwaardverlagingen, een nevengeul en een dijkophoging van 30 cm (exclusief kwetsbare dijktrajecten 1 ). Deze passen binnen de gebiedsvisie, hebben voldoende draagvlak, leveren voldoende bijdrage aan het doelbereik op de juiste plek en zijn kosteneffectief. Figuur 3 laat de hoofdkeuze voor de gehele bedijkte Maas zien. In oranje de uiterwaardverlagingen en een nevengeul. In groen de dijkophoging van 30 cm (excl. de kwetsbare trajecten) Deze hoofdkeuze is een keuze voor maatregelen die breed aansluit op de leidende principes. Rivierverruiming beperkt de waterstandsverhoging en daarmee ook de toename van overstromingsrisico s. Ook biedt rivierverruiming mogelijkheden voor meekoppelkansen en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van het bedijkte Maasgebied. Daar staat tegenover dat het soms ingrijpende maatregelen betreft en ze relatief duur zijn ten opzichte van werk aan de dijken. De opgave voor piping kan niet met rivierverruiming worden opgelost en vraagt om maatregelen aan dijken. Aan deze laatste werkzaamheden kan naar verwachting een extra verhoging/versterking gekoppeld worden. Ook kunnen dijkenmaatregelen gerichter ingezet worden en zijn ze over het algemeen kostenefficiënter. Dit ondersteunt de noodzaak van een mix tussen rivierverruiming en dijkverhoging. 1 Voor de locatie van de kwetsbare trajecten en de onderbouwing van de dijkophoging van 30 cm zie elders in deze rapportage en bijlage 2 30/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

102 TOELICHTING OP DE HOOFDKEUZE Buitendijkse rivierverruimende maatregelen De kwaliteit van het landschap- en natuursysteem van het uiterwaardenlandschap van de bedijkte Maas krijgt in de voorkeurstrategie een behoorlijke impuls: bij een keuze voor uiterwaardverlaging gaat hoogwaterveiligheid samen met kwaliteitsverbetering van het natuursysteem en wordt de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid, evenals het woon- en leefklimaat verhoogd. Dit is bezien vanuit economische overwegingen en leefbaarheid een welkome ontwikkeling in dit deel van het rivierengebied (ligging in de luwte van de grote verstedelijkingsconcentraties, krimpregio). In bijlage 2 zijn gedetailleerde kaarten van de maatregelen opgenomen. De maatregelen bij de hoofdkeuze zijn: Nummer Maatregel 2 Weerdverlaging traject 7 IVM 27-1 Weerdverlaging traject 1 45 Hoogwatergeul Grave (binnen gemeente Heumen) 10 Natuurvriendelijke oevers Keent-Loonse waard (NURG) 7-2 Weerdverlaging traject Weerdverlaging traject 3 19 Weerdverlaging traject 8 IVM 27-4 Weerdverlagingen traject 4 Ophoging van de dijken met 30 cm voor het gehele traject Grote delen van de dijken hebben een pipingopgave: hier is dijkversterking nodig en zullen dus ingrepen aan of in het dijklichaam plaatsvinden. Onderdeel van de voorkeurstrategie is een koppeling van dijkmaatregelen (piping) aan een beperkte dijkverhoging voor het gehele traject van de bedijkte Maas. Op een aantal plekken langs de Maas is dijkverhoging niet gewenst. Deze kwetsbare plekken bevinden zich op het traject Batenburg-Bokhoven. Het betreft Lith, Maren, Kessel, Oud Empel, Bokhoven, Kerkdriel, Heerewaarden, Moordhuizen, Maasbommel en Batenburg). Ter plaatse van de kwetsbare plekken wordt via maatwerk alleen versterkt en wordt de dijk niet verhoogd. De maatregel waar het hier om gaat is maatregel 55, integrale dijkversterking 30 cm. Op de twee overige trajecten van de bedijkte Maas is in beginsel meer verhoging mogelijk: op het traject Katwijk/Heumen Batenburg zijn minder kwetsbare plekken en is meer ruimte om eventuele dijkverhoging goed in te passen. Hier is een verhoging van ca 40 cm afweegbaar. Verhoging van de dijken op het traject tussen Bokhoven en Geertruidenberg (de Bergsche Maas) versterkt juist het stoere karakter van dit deel van het rivierenlandschap. Deze mogelijkheden worden verderop afgewogen. Waarom geen binnendijkse rivierverruimende maatregelen in de hoofdkeuze In de hoofdkeuze zijn om een aantal redenen geen binnendijkse maatregelen opgenomen. Er is niet bij alle partijen draagvlak, ze zijn landschappelijk ingrijpend, of minder kostenefficiënt. Binnendijkse maatregelen als retentie en dijkverlegging zijn ingrijpend en verdienen nadere afweging ten opzichte van elkaar en ten opzichte van extra dijkverhogingen. Onder de nadere keuzes (zie 6.5) komt deze afweging aan de orde. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

103 De mate waarin deze hoofdkeuze bijdraagt aan het vervullen van de opgave is te zien in de figuren 4 en 5 2. De figuren maken duidelijk dat er op verschillende trajecten resterende opgaven zijn Katwijk Grave Batenburg Ooijen Figuur 4: doelbereik na implementeren hoofdkeuze. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de zuidoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. Heerewaarden Empel Ammerzoden Waalwijk Keizersveer Katwijk Grave Batenburg Ooijen Figuur 5: doelbereik na implementeren hoofdkeuze. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de noordoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. Heerewaarden Empel Ammerzoden Waalwijk Keizersveer 2 De waterstandsopgave voor de noordoever van de bedijkte Maas kent op twee trajecten een onregelmatig verloop. De lijn vertoont dalingen. Dit is het gevolg van een lagere analysenorm voor de kleinere dijkringen Heerewaarden en Alem. Verder benedenstrooms geldt dit ook voor de dijkring Bern. 32/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

104 6.3 Grote ingrepen om de opgave sluitend te maken In aanvulling op de hoofdkeuzes wordt er voor gekozen om een beperkt aantal grote ingrepen in te zetten die een grote bijdrage leveren aan het sluitend krijgen van de opgave op de juiste plek en tegelijkertijd relatief kosteneffectief zijn. De ruimtelijke inpassing van deze maatregelen vraagt extra aandacht bij de uitwerking. Figuur 6 laat de grote ingrepen voor de gehele bedijkte Maas zien. Rechts in de figuur de 2 retentiegebieden. Links in de figuur zomerbedverbreding, aanvullende dijkverhoging en dijkverlegging bij Bokhoven. De hoofdkeuze voor een combinatie van rivierverruiming in het winterbed en beperkte integrale ophoging van de dijken blijkt onvoldoende om de opgave in zijn geheel te halen. Er blijven op een aantal trajecten restopgaven over. Om die restopgaven op de juiste manier op te lossen wordt een aantal keuzen gemaakt. De keuzen staan in deze paragraaf beschreven. Om tot die keuzen te komen zijn er een aantal varianten van maatregelenpakketten onderzocht. In de box hieronder zijn de varianten op hoofdlijnen beschreven. Het voorstel is om op een beperkt aantal plekken grotere ingrepen (zomerbedverbreding en retentie) te doen die elk een forse bijdrage leveren aan het oplossen van de opgave op de juiste plek. Zo wordt voorkomen dat er op een groot aantal plekken ingrepen met een kleinere bijdrage aan de opgave moeten worden gedaan. Het gevolg hiervan zou zijn dat de nieuwe landschappelijke kwaliteiten die met de maatregelen uit de hoofdkeuze aan het gebied worden toegevoegd en de huidige landschappelijke waarden die met de hoofdkeuze bewaard blijven, voor een deel te niet gedaan worden. De grote ingrepen hebben lokaal een grote impact en moeten landschappelijk goed worden ingepast. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

105 MAATREGELENPAKKETTEN DIE ZIJN ONDERZOCHT Hieronder is nogmaals figuur 4 te zien, waarin de resterende opgave voor de zuidoever na het implementeren van de hoofdkeuze is weergegeven. Daarin is te zien dat de opgaven op twee trajecten speelt; een traject van Katwijk/Heumen tot Oijen en een traject van Heerewaarden tot Geertruidenberg/Keizersveer. Om de restopgave op te lossen is een aantal maatregelenpakketten met behulp van de blokkendoos getest. Daarbij werd duidelijk dat de invloed van de retentiegebieden op het gehele traject van invloed is, maar vooral op het traject Katwijk/Heumen tot Oijen helpt om de resterende opgave op te lossen. De invloed van de zomerbedverbreding in de Bergsche Maas is vooral op het traject van Heerewaarden tot Geertruidenberg/Keizersveer. De onderzochte maatregelenpakketten variëren in het al dan niet inzetten van 1 of 2 retentie gebieden en het al dan niet inzetten van zomerbedverbreding in de Bergsche Maas. Daarbij is er voor gekozen retentiegebied Overasseltsbroek buiten beschouwing te laten. Hier wordt in de volgende box, De potentiele retentiegebied nader beschouwd, nader op ingegaan. De daarna nog resterende opgave werd ingevuld met diverse dijkverleggingen en ophogingen op verschillende trajecten. Bij het samenstellen van maatregelenpakketten is de volgende systematiek toe gepast: Variant 1. Retentie Keent zuid + Kraaijenbergsche Plassen west met: a. zomerbedverbreding Bergsche Maas b. dijkverleggingen en ophogingen Variant 2. Retentie Kraaijenbergsche Plassen west met: a. zomerbedverbreding Bergsche Maas b. dijkverleggingen en ophogingen Variant 3. Geen retentie, wel dijken met: a. zomerbedverbreding Bergsche Maas b. dijkverleggingen en ophogingen De belangrijkste conclusie is dat naarmate er minder wordt ingezet op retentie en zomerbedverbreding in de Bergsche Maas, er meer en meer dijkverleggingen, dijkverhogingen moeten worden ingezet en obstakels moeten worden verwijderd. De voorkeurstrategie gaat uit van variant 1a. In deze variant worden op een beperkt aantal plekken grotere ingrepen (zomerbedverbreding en retentie) ingezet die elk een forse bijdrage leveren aan het oplossen van de opgave op de juiste plek. Hierdoor wordt voorkomen dat er op een groot aantal plekken ingrepen met een kleinere bijdrage aan de opgave moeten worden gedaan (diverse dijkverleggingen en aanvullende dijkverhogingen). 34/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

106 Keuze voor inzet van retentie in Keent en de Kraaijenbergsche plassen Met de keuze voor de inzet van retentie in Keent en de Kraaijenbergsche plassen (maatregelen 7 en 5) wordt vanwege de grote hydraulische effectiviteit gekozen voor een ingrijpende maatregel. Met deze ingreep wordt een waterstandsverlagend effect mogelijk op plaatsen, waar met andere rivierverruimende maatregelen niet of lastig waterstandsverlaging kan worden bereikt en waar dijkverhoging ongewenst is. Extra dijkverhoging over grote delen van de Maas wordt hiermee voorkomen. Ook voorkomt deze keuze een aantal dijkverleggingen met grote impact. De retentiegebieden worden omgeven met dijken op Maasdijkhoogte. Vanwege de grote impact vraagt de uitwerking de nodige aandacht op gebied van voorwaarden en regelingen om de belangen van bewoners/bedrijven/eigenaren te borgen en helder te maken, inpassen van bebouwing en overleg met bewoners en inpassing in het landschap. Wel zijn er kansen voor het vergroten van de natuur- en recreatiewaarde ter plaatse. De dijkverleggingen en verhogingen die voorkomen worden staan hieronder: aanvullend integraal ophogen km 166 (Katwijk) tot km 185 (Batenburg) (maatregelen 56); extra dijkverhoging binnen het kwetsbare traject tussen Batenbrug en Appeltern km (deel van maatregel 57); extra dijkverhoging binnen het kwetsbare traject rond Bokhoven vanaf km 223 stroomopwaarts richting s-hertogenbosch (deel van maatregel 58); diverse dijkverleggingen (maatregel 25 dijkverlegging Hedel, 38 dijkverlegging Hoenzadriel, 50 dijkverlegging Drongelen). Keuze voor de inzet van zomerbedverbreding in de Bergsche Maas Ook met de keuze voor de inzet van zomerbedverbreding in de Bergsche Maas (maatregel 53) wordt vanwege de grote hydraulische effectiviteit gekozen voor een zware ingreep. Het gaat hierbij om een verbreding aan de zuid- of de noordoever van de rivier. De breedte van deze vergraving is 25 m. in een uiterwaard die ca. 150 m. breed is. Dat betekent dat voor de overige ca. 125 meter de kenmerkende opstrekkende verkaveling behouden blijft. Met deze ingreep wordt een waterstandsverlagend effect mogelijk op plaatsen waar met andere rivierverruimende maatregelen niet of lastig waterstandsverlaging kan worden bereikt, en waar dijkverhoging ongewenst is. De inzet hierbij is om daarnaast extra dijkverhoging over grote delen van de Maas en een aantal dijkverleggingen te voorkomen. Het effect van zomerbedverbreding moet in het vervolg nog preciezer worden vastgesteld, daarom worden aanvullende maatregelen als dijkverleggingen en dijkverhogingen vooralsnog niet uitgesloten. Inzetten van deze maatregel betekent het niet inzetten van weerdvergravingsmaatregel 27 traject 5, die minder waterstandsverlagend effect heeft. Er wordt gekozen voor zomerbedverbreding vanwege het gebrek aan goede alternatieven voor de maatregel en een aantal negatieve aspecten die bij deze alternatieven horen. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

107 Keuze voor dijkverlegging bij Bokhoven De dijkverlegging bij Bokhoven (maatregel 26) is een maatregel waar nauwelijks alternatieven voor zijn. De maatregel heeft een groot hydraulisch effect over langere afstand op een plaats in het riviertraject waar het moeilijk is om met andere rivierverruimende maatregelen de opgave op te lossen. Daarnaast is een oplossing met dijkverhoging niet wenselijk vanwege de beperking die waterstandsverhoging t.a.v. de afvoermogelijkheden van het regionaal systeem rond s-hertogenbosch. Deze dijkverhoging zou overigens op kwetsbare plekken moeten plaatsvinden. Belangrijk aandachtspunt bij de dijkverlegging bij Bokhoven is het inpassen/saneren van de huidige steenfabriek aan de Bokhovense weg die met deze maatregel buitendijks komt te liggen. Hierbij dient behoud van werkgelegenheid randvoorwaarde te zijn. Keuze voor dijkverhoging Bergsche Maas Het integraal aanvullend verhogen van de dijken langs de Bergsche Maas (maatregel 58) is ook een maatregel waar geen alternatieven in de vorm van rivierverruimende maatregelen voor zijn. Het gaat in dit tracé om relatief makkelijk te versterken moderne dijken zonder bebouwing. Versterking past in de gebiedsvisie. Lokaal doen zich kansen voor om natuurlijke gradiënten en recreatieve fiets- en wandelroutes te ontwikkelen. Op delen van de noordelijk gelegen dijk doet zich een aanzienlijke pipingopgave voor. Hier is goed werk met werk te maken. De kostenefficiëntie is niet precies bekend, maar naar verwachting beter dan rivierverruimende maatregelen die "goed" scoren. De mate waarin deze grote ingrepen bijdragen aan het vervullen van de opgave is te zien in de figuren 7 en 8. De figuren maken duidelijk er op verschillende trajecten resterende opgaven zijn. Figuur 7: doelbereik na implementeren hoofdkeuze en grote ingrepen. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de zuidoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. 36/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

108 Figuur 8: doelbereik na implementeren hoofdkeuze en grote ingrepen. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de noordoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

109 DE POTENTIËLE RETENTIEGEBIEDEN NADER BESCHOUWD Werking Retentie is bezien vanuit het streven naar een robuust riviersysteem een bijzonder goede ruimte voor de rivier maatregel. Dit komt door het effect dat inzetten van retentie heeft op een lang traject benedenstrooms. Retentiegebieden worden omgeven door dijken op Maasdijkhoogte, met een hoogte van ca 5 m boven het huidige maaiveld. De verwachting is dat de retentiegebieden eenmaal in de 100 a 500 jaar ingezet moeten worden om de piek van de hoogwatergolf te dempen. In dat geval staat het retentiegebied naar verwachting enkele weken onder water (zie verder bij de nadere toelichting van retentie in hoofdstuk 5). Overasseltsbroek Het retentiegebied Overasseltsbroek scoort slecht ten opzichte van de leidende principes. Het is een dure maatregel met grote lokale en regionale gevolgen en een grote impact op de kwaliteit van het landschap. Het gebied is lastig te verbinden met de rivier zelf. Het ligt op afstand van de rivier, achter de oeverwal. Dat betekent dat woon- en werkgebieden en een belangrijke regionale ontsluitingsweg doorsneden of geamoveerd moet worden. Realisering zal gepaard gaan met gedwongen verhuizingen en zodoende ook gevolgen hebben voor het bedrijfsmatige gebruik en dus de economische waarde van deze gebieden. Het retentiegebied Overasseltsbroek is bovendien in landschappelijk en ecologisch opzicht ongewenst omdat hier aanleg van het retentiegebied de overgang van het unieke rivierduinen van de Overasseltsche en Hatertsche vennen naar het rivierengebied van de Maas verbreekt. Het vennengebied ligt 5 tot 10 m boven NAP. Het reliëf is duidelijk zichtbaar in het landschap en contrasteert met de open polder van het Overasseltsbroek. De aanleg van een rivierdijk verbreekt deze bijzondere relatie. Kraaijenbergsche Plassen west en Keent-zuid De mogelijke retentiegebieden aan de Brabantse zijde zijn de Kraaijenbergsche Plassen west en Keent-zuid (Reek). Retentiegebied Kraaijenbergsche Plassen west ligt direct aan de rivierdijk. Het is oorspronkelijk buitendijks gebied. Retentie is hier landschappelijk ongewenst, maar bij aangetoonde noodzaak dient er bij de inpassing zorgvuldig rekening te worden gehouden met de waarden en meekoppelkansen die in de gebiedvisie zijn benoemd. Dit sluit ook aan bij de strategische visie van het Land van Cuijk, die door de gemeenten is opgesteld. Retentiegebied Keent-zuid (Reek) ligt eveneens direct aan de rivierdijk. Het betreft een open gebied, nagenoeg gevrijwaard van bebouwing en beplanting. Het gebied was vroeger onderdeel van de Beerse Overlaat, evenals het retentiegebied Kraaijenbergsche plassen west. De aanleg van een retentiegebied tast de openheid van de polder aan vanwege de aanleg van hoge dijken. De hoge rivierdijk komt op korte afstand van de kern Reek en vraagt daarom om een goede inpassing qua vorm (bv met flauwe taluds) en tracé. Afweging Het retentiegebied Overasseltsbroek heeft zeer grote impact op landschap, natuurwaarden, bebouwing en infrastructuur. Het is daarom geen onderdeel van de voorkeurstrategie. Dit betekent dat deze maatregel alleen in beeld kan komen als uit nader onderzoek alsnog blijkt dat zij nodig zijn om de opgave te halen en er bovendien geen goede alternatieve mogelijkheden zijn. De retentie Kraaijenbergsche Plassen heeft een beperkte impact op het landschap. De lokale/regionale en ruimtelijke gevolgen zijn beperkt omdat het voormalig buitendijksgebied betreft. De gevolgen van de aanleg van nieuwe rivierdijken in het open landschap van Keent zijn in ruimtelijk en maatschappelijk opzicht groter dan bij de Kraaijenbergsche Passen west maar minder verstrekkend dan retentiegebied Overasseltsbroek. Keent-zuid (Reek) en Kraaijenbergsche Plassen west genieten daarom de voorkeur. Er zijn alternatieven voor Keent-zuid (Reek) en de Kraaijenbergsche Plassen west in de vorm van diverse dijkverhogingen en dijkverleggingen (zie hoofdtekst). Deze genieten echter niet de voorkeur vanwege de landschappelijke en maatschappelijke impact over grotere delen van het Maaslandschap. 38/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

110 6.4 Aanvullende keuzen Binnen de voorkeurstrategie zijn er om de opgave sluitend te maken nog een aantal kleinere keuzen te maken uit maatregelen die vooral lokaal effect hebben. Hieruit wordt in het vervolgproces een keuze gemaakt. Figuur 9 laat de aanvullende keuzen voor de gehele bedijkte Maas zien. Het gaat om 3 locaties, in paars weergegeven. Keuze: Aanvullend ophogen oostelijk traject of uiterwaardenvergraving bij Ravenstein In het vorige hoofdstuk is aan het aanvullend integraal ophogen van km 166 (Heumen/Katwijk) tot km 185 (Batenburg) (maatregelen 56) niet de voorkeur gegeven. Deze maatregel is pas echt helemaal buiten beeld als een klein resterend deel van de opgave met behulp van uiterwaarden vergraving bij Ravenstein wordt opgelost. Kenmerken van uiterwaardenvergraving en obstakels verwijderen bij Ravenstein (maatregel 54) zijn: ondersteunt de gelaagdheid in het landschap, past op de reeds vergraven delen van plan Lely uit 1926; meekoppelkans: amoveren veevoederfabriek de Heus en herontwikkelen waterfront Ravenstein, uitgraven historische nevengeul; veel bestuurlijk draagvlak bij gemeente Oss; slechte kosteneffectiviteit ,- euro/m2. Voorlopig wordt gekozen voor de uiterwaardenvergraving bij Ravenstein: een duurdere ingreep maar een kwaliteitsslag in het gebied die diverse meekoppelkansen kent. De haalbaarheid van deze maatregel wordt waarschijnlijk op termijn groter vanwege de combineerbaarheid met toekomstige ontwikkelingen. Keuze: Maasmeander Alem doorstroombaar maken of dijkverlegging bij Alem Rond het eiland Alem zijn een tweetal ingrepen mogelijk. Het gaat hierbij om het doorstroombaar maken van de oude Maasmeander en een dijkverlegging landinwaarts het eiland in. De maatregelen zijn lokaal verschillend qua impact en hebben vanuit de leidende principes zowel argumenten voor als tegen implementatie. Deze argumenten zijn opgenomen in de bijgeleverde maatregelentabel. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

111 De kenmerken van maatregel 17, het open maken van de Maasmeander zijn: ondersteunt gelaagdheid in het landschap, ligt ter plaatse van een deel van een oude meander in het landschap; er is mogelijk een meekoppelkans: Zandwinning Marensche Waarden, hoewel de gemeente Maasdriel deze visie niet deelt; de maatregel heeft een relatief groot hydraulisch effect, echter de kosten lijken door het DPR (te) laag ingeschat, waardoor nader onderzoek nodig is; past niet in de visie van Maasdriel op het uiterwaardengebied; draagvlak is afhankelijk van de verplaatsing van jachthaven en voetbalvelden en garantie van bereikbaarheid van het eiland; waterstandsverlaging heeft plaats op trajecten (km ) waar het doelbereik lastig met andere maatregelen is te halen, vanwege aanwezigheid van kwetsbare trajecten en ontbreken van andere effectieve rivierverruimingsmaatregelen. De kenmerken van dijkverlegging Alem (maatregel 18) zijn: bezwaar bij de gemeente Maasdriel. Belangrijk aandachtspunt is de noodzakelijke verplaatsing van 1 tot 3 bedrijven en boerderijen; de ingreep doet minder (te weinig) dan maatregel 17. Beide maatregelen zijn lokaal ingrijpend, echter maatregel 17 heeft meer hydraulisch effect dan maatregel 18. Bovendien draagt de maatregel veel meer bij aan het doelbereik op het traject van rivierkilometer 180 tot 190. Op dit traject zijn dijkverhogingen niet gewenst en zijn geen verdere rivierverruimende alternatieven voor handen. Daarbij heeft maatregel 18 op zichzelf te weinig hydraulische effectiviteit om het resterende doelbereik te halen. Dit kan alleen in combinatie met een ingrijpende reeks maatregelen benedenstrooms, zoals het aanpassen van de bruggen bij Hedel (maatregelnummer 49) en de dijkverleggingen bij Hedel en Hoenzadriel. Naast de hydraulische argumentatie geldt dat maatregel 17 (open maken Maasmeander) beter in de landschappelijke visie past dan maatregel 18 (dijkverlegging Alem). Voor beide maatregelen geldt dat ze negatieve consequenties kunnen hebben voor delen van het eiland Alem. Op basis van bovenstaande kenmerken en de huidige inzichten wordt voor maatregel 17, het openmaken van de Maasmeander gekozen. Belangrijke aandachtspunten zijn hierbij de blijvende bereikbaarheid van Alem en nieuwe locaties voor de voetbalvelden en jachthaven. Dit vraagt wellicht aanpassingen aan aanlegplaatsen voor de recreatievaart. De gemeente Maasdriel heeft aandacht gevraagd voor een alternatief. Keuze: Nevengeul Gouden Ham of extra dijkverhoging op het kwetsbare traject Batenburg Appeltern In het vorige hoofdstuk is aan extra dijkverhoging binnen het kwetsbare traject van Batenburg tot na Appeltern (km ) niet de voorkeur gegeven. Deze maatregel is pas echt helemaal buiten beeld als een klein resterend deel van de opgave met behulp van een nevengeul bij de Gouden Ham is opgelost. 40/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

112 Er wordt daarom gekozen voor aanleg van de nevengeul in de Gouden Ham boven extra dijkverhoging op het kwetsbare traject Batenburg Appeltern. Kenmerken van nevengeul Gouden Ham (maatregel 12) zijn: biedt kansen voor natuurontwikkeling die een wezenlijke bijdrage aan het natuursysteem van de Maas kan leveren. De nevengeul voorziet daarnaast in een extra doorvaartmogelijkheid voor de recreatie; landschappelijk gezien juist: ligt op een oude nevengeul. De huidige dam tussen zomerbed en de geul blijft gehandhaafd; relatief duur en beperkt hydraulisch effect, maar het effect heeft plaats op locaties waar nauwelijks rivierverruimende alternatieven voorhanden zijn. Aandachtspunt is dat de verbeterde doorstroming in delen van de Gouden Ham als het gevolg van aanleg van de nevengeul grotere stroomsnelheden met zicht meebrengt. Dit vraagt wellicht aanpassingen aan aanlegplaatsen voor de recreatievaart. 6.5 Bijbehorend maatregelenpakket In dit hoofdstuk worden de maatregelen uit de vorige drie hoofdstukken samengevat in een tabel, waarbij is aangegeven op welk moment in de redeneerlijn naar een voorkeurstrategie ze in aanmerking zijn gekomen. Daarnaast wordt in figuur 10 en 11 het doelbereik weergegeven dat hoort bij het gekozen maatregelenpakket. Als we de beschikbare maatregelen naast de leidende principes leggen zijn er een aantal maatregelen die slecht scoren op een combinatie van leidende principes. Voorlopig worden deze maatregelen geparkeerd. Dat betekent niet dat ze helemaal buiten beeld zijn. Als door voortschrijdend inzicht randvoorwaarden veranderen waardoor de opgave ook verandert, worden ze opnieuw op hun merites beoordeeld en wellicht toch ingezet. Daarnaast zijn er een aantal maatregelen die overlappen met maatregelen die wel zijn ingezet in de voorkeurstrategie. Deze maatregelen kunnen volgens de blokkendoos systematiek (het toegepaste rekeninstrument) niet worden meegenomen in de berekeningen. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

113 Maatregelen Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Grote ingrijpende Hoofdkeuzen maatrgelen Aanvullende keuzen Maatregel Volgnr. Type Weerdvergravingen traject 7 uit de IVM studie 2 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 1 27 Uiterwaardproject Hoogwatergeul Grave 45 Nevengeul / Hoogwatergeul Natuurvriendelijke oevers Keent-Loonse waard (NURG) 10 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 2 27 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 3 27 Uiterwaardproject Weerdvergravingen Traject 8 uit de IVM studie 19 Uiterwaardproject Weerdverlagingen pakket 4 27 Uiterwaardproject Integrale dijkverhoging met 30 cm 55 Dijkverhoging/versterking Retentie Kraaijenbergsche Plassen 5 Groene rivier / retentie / Rivierkering Retentie Keent 7 Groene rivier / retentie / Rivierkering Dijkverlegging Bokhoven 26 Dijkverlegging Zomerbedverbreding Bergsche Maas 53 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 223/225 (Bokhoven/Well) tot 250 (Geertruidenberg) 58 Dijkverhoging/versterking Knooppunt en uiterwaarden Ravenstein 54 Uiterwaardproject Nevengeul Goudenham 12 Nevengeul / Hoogwatergeul Open maken afgedamde Maasmeander Alem 17 Groene rivier / retentie / Rivierkering Parkeren Overlap Maatregelen niet in Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas Maatregel Volgnr. Type Dijkverlegging Overasselt ** 4 Dijkverlegging Nevengeul Megen 31 Uiterwaardproject Nevengeul Macharen 32 Uiterwaardproject Nevengeul Koornwaard 34 Nevengeul / Hoogwatergeul Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 166 (Katwijk) tot km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) 56 Dijkverhoging/versterking Dijkverlegging Kraaijenbergse plassen ** 1 Dijkverlegging Nevengeul Keent-Loonse waard 9 Nevengeul / Hoogwatergeul Nevengeul Lithse ham 16 Nevengeul / Hoogwatergeul Dijkverlegging Alem 18 Dijkverlegging NVO Empelse waard 22 Overig Hydraulisch obstakel A2 + spoor + oude rijksweg 49 Hydraulisch obstakel Retentie Overasselt 6 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 7 3 Zomerbedmaatregel Hoogwatergeul Loonse weerd 52 Nevengeul / Hoogwatergeul Hoogwatergeul Niftrik 29 Nevengeul / Hoogwatergeul Retentiegebied Hernen 43 Groene rivier / retentie / Rivierkering Zomerbedverbreding traject 8 20 Zomerbedmaatregel Dijkverlegging Moordhuizen 42 Dijkverlegging Koornwaard (QS) 21 Uiterwaardproject Dijkverlegging Hedel * 25 Dijkverlegging Dijkverlegging Hoenzadriel * 38 Dijkverlegging Dijkverlegging Drongelen * 50 Dijkverlegging Zomerverdieping Bergsche Maas 51 Zomerbedmaatregel Aanvullend integraal verhogen dijken vanaf km 185/200 (Batenburg/Lithoijen) tot 223/225 (Bokhoven/Well) 57 Dijkverhoging Nevengeul Heumen 46 Nevengeul / Hoogwatergeul Combinatiemaatregel Heumen 47 Overig Uiterwaarden project Keent 8 Uiterwaardproject Hydraulisch obstakel spoor Ravenstein 44 Hydraulisch obstakel Nevengeul Diedense uiterdijk 11 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Maasbommel 13 Overig Nevengeul Hemelrijkse waard 14 Nevengeul / Hoogwatergeul Uiterwaarden Hemelrijkse Waard 15 Uiterwaardproject Nevengeul Maasdriel Noord 35 Nevengeul / Hoogwatergeul Hydraulisch obstakel A2 23 Hydraulisch obstakel Nevengeul Hedel 36 Nevengeul / Hoogwatergeul NVO Henriette waard 24 Overig Weerdverlagingen pakket 5 27 Uiterwaardproject Nevengeul Ammerzoden 37 Nevengeul / Hoogwatergeul * Deze dijkverleggingen zijn mogelijk nodig om het doelbereik te halen. Dit hangt af van de rekenkundige onzekerheden rondom maatregel 53, zomerbedverbreding Bergsche Maas. Als de effectiviteit van de zomerbedverbreding tegenvalt, zijn deze dijkverleggingen toch nodig ** Deze dijkverleggingen zijn niet nodig om het doelbereik binnen de regio bedijkte Maas te halen. Mogelijk dat na afstemming met de regio onbedijkte Maas, deze toch in aanmerking komen om op te nemen in de VKS. 42/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

114 Figuur 10: doelbereik na implementeren van alle maatregelen. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de zuidoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. De pijl rechts bovenin geeft aan dat de resterende opgave op dit traject met dijkverhoging wordt opgelost. Figuur 11: doelbereik na implementeren van alle maatregelen. De donkergroene lijn toont het doelbereik, de groen gestippelde lijn toont het doelbereik bij halve overhoogte. De blauwe lijn is de hoogwaterveiligheidsopgave voor de noordoever. Het doorzichtig blauw gearceerde vlak is ter gemak van de lezer toegevoegd, zodat eenvoudiger kan worden gezien welk deel van het doelbereik zich boven en welk deel onder de 0-cm-lijn bevindt. De pijl rechts bovenin geeft aan dat de resterende opgave op dit traject met dijkverhoging wordt opgelost. De grafieken in bovenstaande figuren waarmee het doelbereik in beeld is gebracht, geven rondom het traject Lith-Heerewaarden aan dat het resultaat van de maatregelen tot een daling van de waterstand leidt tot (ver) onder de nul-lijn. Dit wordt ook wel overshoot genoemd. Dit wekt de indruk dat meer wordt gedaan dan nodig is. Enerzijds is dit het gevolg van de aanwezigheid van meer dijkoverhoogte op dit traject. Dit is een gegeven. Anderzijds zijn op dit traject enkele maatregelen nodig die effect hebben op het riviergedeelte dat buiten het traject van de overshoot ligt waardoor dit effect onvermijdbaar is. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

115 Met de redeneerlijn en de keuzes die op basis hiervan gemaakt zijn, wordt naar verwachting zoveel mogelijk gekomen tot een in de regio gedragen voorkeurstrategie met een bijbehorend maatregelenpakket. De voorkeurstrategie voor de gehele bedijkte Maas richt zich in eerste instantie op uiterwaardenverlagingen, geulen en een dijkophoging van 30 cm (exclusief kwetsbare dijktrajecten). Passend binnen de gebiedsvisie, met voldoende draagvlak en mits voldoende bijdrage aan doelbereik op de juiste plek en kosteneffectief. Met deze mix van maatregelen wordt er voor gekozen om de maatregelen die nodig zijn voor de realisering van de wateropgave in te zetten om het landschap van de bedijkte Maas een kwaliteitsimpuls te geven, recreatieve en ecologische waarden te versterken en het meekoppelen van andere projecten mogelijk te maken. Tegelijkertijd worden kwetsbare delen van het dijkenlandschap ontzien zodat de waarden op die plekken behouden kunnen blijven (figuur 12). Om de opgave sluitend te krijgen worden op een beperkt aantal plekken grote ingrepen voorgesteld die een grote bijdrage leveren aan de opgave op de juiste plek en die relatief kosteneffectief zijn. Door voor deze ingrepen te kiezen wordt aantasting van het landschap van de bedijkte Maas op een groot aantal andere plekken voorkomen. De belangrijkste grote ingrepen zijn zomerbedverbreding in de Bergsche Maas en retentie in de Kraaijenbergsche Plassen-west en Keent-zuid (figuur 13). Binnen de voorkeurstrategie zijn er nog een aantal aanvullende keuzen gemaakt voor maatregelen die vooral lokaal effect hebben (figuur 14). 44/59 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

116 Figuur 12: Hoofdkeuze In oranje de uiterwaardverlagingen en een nevengeul. In groen de dijkophoging van 30 cm (excl. de kwetsbare trajecten) Figuur 13: Hoofdkeuze + grote ingrepen In oranje de uiterwaardverlagingen en een nevengeul. In groen de dijkophoging van 30 cm (excl. de kwetsbare trajecten). Rechts in de figuur de 2 retentiegebieden. Links in de figuur zomerbedverbreding, aanvullende dijkverhoging en dijkverlegging bij Bokhoven. Figuur 14: Hoofdkeuze + grote ingrepen + aanvullende keuzen In oranje de uiterwaardverlagingen en een nevengeul. In groen de dijkophoging van 30 cm (excl. de kwetsbare trajecten). Rechts in de figuur de 2 retentiegebieden. Links in de figuur zomerbedverbreding, aanvullende dijkverhoging en dijkverlegging bij Bokhoven. In paars de drie locaties van de aanvullende keuzen. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

117 7 Fasering uitvoering Aanpak De fasering van de uitvoering staat los van het samenstellen van het maatregelenpakket voor de voorkeurstrategie. In deze paragraaf gaat het over de uitvoeringsvolgorde en combinatie van maatregelen die vanuit de regio het meest logisch lijkt. Gehanteerd zijn de volgende criteria: urgentie waterveiligheid (snelle reductie van grote risico s); investeringsrendement (effectieve risicoreductie waterveiligheid én ander doelen); logische fasering: o inhoudelijk vanuit werking systeem; o inspelen op autonome ontwikkeling en marktwerking; adaptiviteit in de uitvoering. Achtergronden Risicoreductie waterveiligheid Voor het rijk is risicogestuurd investeren een belangrijke drijfveer voor het nieuwe waterveiligheidsbeleid en nieuwe meer gedifferentieerde normen gebaseerd op overstromingskansen. De economische crisis maakt dit nog pregnanter. De waterveiligheidsrisico s langs de rivier zijn op verschillende locaties en deeltrajecten niet gelijk en verschillen ook tussen linker- en rechteroever. Optimaal risicogestuurd investeren betekent daarom vooral locatiegebonden investeren. Dat kan door de aard van de maatregel goed met dijkverbetering (= verhoging en versterking). Een dergelijke opgave alleen realiseren met ruimte voor de rivier maatregelen zal op bepaalde locaties een overmaat opleveren. Je doet dan op die locaties voor de waterveiligheid meer dan strikt genomen noodzakelijk is. Dit maakt de toch al duurdere ruimte voor de rivier maatregelen nog minder kosteneffectief. Aanpak piping en nieuwe norm Aanpak van de nieuwe technische inzichten op het gebied van piping moet door middel van dijkverbetering. Realisatie van nieuwe normen die gebaseerd zijn op overstromingskansen kan goed door middel van dijkverbetering, maar ruimte voor de riviermaatregelen kunnen hier ook een algemene basis voor leggen waarop door middel van dijkverbetering een verfijning mogelijk is. Aanpak klimaatopgave De klimaatopgave neemt geleidelijk toe in de tijd, werkt niet onderscheidend uit naar beide oevers en is ook over grote strekking van de rivier gelijk. Rivierverruiming is een maatregel die hier heel goed bij past, al is een aanpak met dijkverbetering wel mogelijk. Rivierverruiming biedt ook het meeste kans op synergie met andere doelen en andere gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Als in lijn met de klimaatopgave de tijd genomen wordt voor het realiseren van rivierverruimingsmaatregelen kan beter het juiste momentum benut worden om optimale synergie te bereiken met andere ontwikkelingen in de regio. Kansen op cofinanciering nemen daarmee ook toe, waardoor ze mogelijk minder drukken op het waterveiligheidsbudget dan waar nu van uit gegaan is. 46/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

118 Inzet retentie Retentie is bedoeld om een extreme hoogwatergolf af te toppen. Dat rendeert pas volledig als de dijken sterk genoeg zijn, omdat het gewenst is dat benedenstrooms de dijken niet alsnog doorbreken na aftoppen van de golf. Technisch is het daarom logisch om retentie pas later te realiseren. Dit betekent niet dat per sé alle dijkverbeteringen die volgens de voorkeurstrategie noodzakelijk zijn, eerst gerealiseerd moeten zijn voordat je een retentiegebied inricht. Het is namelijk geen gegeven dat dijken die nog niet verbeterd zijn bij hoogwater zullen bezwijken door piping of anderszins. De kans is alleen groter. Bovendien geldt dat de nieuwe dijken rond retentiegebieden vermoedelijk ook de verbeteringen zijn van de dijken die tussen retentiegebied en rivier liggen. Er is dus ruimte om aanleg van retentiegebieden meer naar voren te halen op grond van andere overwegingen. Gehanteerde invalshoeken 1. Aanpak urgente problemen met benutten synergievoordelen en meekoppelkansen Van een urgent probleem is met name sprake op dijktrajecten met een grote pipingopgave. Want deze voldoen niet bij de huidige norm, zodra de nieuwe rekenregels voor piping formeel doorgevoerd worden. 2. Kosteneffectieve risicoreductie Dit werkt door naar de aard én de locatie van maatregelen. Maatregelen zoals dijkverbeteringen in grond en weerdverlagingen kosten relatief weinig. Daarmee kunnen voor een beperkt budget al substantiële verlaging van het risico bereikt worden. Maatregelen op plaatsen waar bij een dijkdoorbraak de gevolgen het grootst zijn leveren een grotere bijdrage aan de verlaging van het risico dan maatregelen op locaties waar een dijkdoorbraak maar tot een beperkte overstroming leidt. Dit leidt tot een focus op de trajecten Katwijk Lith aan Brabantse zijde en Heumen-Niftrik aan Gelderse zijde. 3. Bereiken van gewenste effect vanuit de visie Het Deltaprogramma is een adaptief programma voor de lange termijn (2050). Koerswijzigingen als gevolg van veranderende omstandigheden zijn te verwachten, zeker waar het de uitvoering van maatregelen betreft. Het is goed te beseffen dat zich dus verschillende scenario s voor de toekomst kunnen ontrollen. Alleen voor de korte termijn kan de regio relatief veel zekerheid krijgen over de doorwerking van de voorkeurstrategie. Daarom is het een goed idee om vanaf het begin in gang te zetten wat de regio het liefst wil. 4. Mogelijkheden benutten voor lokale gebiedsgerichte aanpak (samenstelling bundels van maatregelen met evenwicht in het zoet en het zuur). Waar maatregelen plaatsvinden die lokaal op minder draagvlak kunnen rekenen, is het juist van belang de verbinding met meekoppelkansen in de uitvoering te leggen. Ook een combinatie van de uitvoering met andere, lokaal juist gewenste maatregelen, leidt tot meer evenwichtige en realiseerbare projecten. 5. Werk met werk maken Zo veel mogelijk lokaal/regionaal koppelen van weggraven en aanbrengen van grond v.v. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

119 Bovenstaande overwegingen leiden tot een voorkeur om maatregelen niet afzonderlijk te prioriteren omdat dit kwetsbaar is voor het realiseren van de visie, maar ze in een regionale voorkeursvolgorde behorende bij de voorkeurstrategie te bundelen. Zo kan het beste voorkomen worden dat zich een scenario ontrolt waarin (bijvoorbeeld onder druk van nationale prioritering) eerst uitsluitend die dijkenmaatregelen worden uitgevoerd die de hoogste risicoreductie geven voor het minste geld. Dit leidt tot het risico dat in pakweg 2030 nog niets van de regionale gebiedsvisie gerealiseerd is. Voorstel fasering Onderstaande fasering en bundeling is logisch vanuit bovenstaande invalshoeken. De perioden zijn hierbij indicatief aangeduid. Door de periodes/bundels heen kan bezien worden waar zich kansen voordoen om bijvoorbeeld pilots te realiseren. Dit kan betrekking hebben op de zogenaamde kwetsbare dijktrajecten, combinaties van hoogwaterbeschermingsmaatregelen en andere ontwikkelingen. Adaptiviteit vraagt om flexibiliteit, maar die kan er niet onbeperkt zijn als er ook efficiënt uitgevoerd moet worden. Zo is het uitgangspunt de benodigde dijkverhoging (en versterking) tot 2050 per deeltraject in één keer te realiseren. Het deel van de totale opgave dat met dijkverhoging wordt gerealiseerd moet daarom in principe voor aanvang van de dijkverbetering in 2020 definitief bekend zijn en vastgelegd worden. Bundel 1 ( ): dijkverhoging en-versterking in grond in landelijk gebied (niet-maatwerktrajecten) tussen Grave en Lith in Brabant; weerdverlaging langs de Maas tussen Grave en Lith (ook voor speciewinning) in het verlengde van autonome ontwikkelingen (project natuurvriendelijke oevers Maas); voortzetten aangrenzende autonoom lopende projecten (Keent, Hemelrijkse waard, Over de Maas). Bundel 2 ( ): aanpassingen uiterwaarden (geulen, kroonwerk Grave, Ravenstein, Gouden Ham en Alem); dijkverhoging en -versterking in grond bovenstrooms Grave en van Lith tot en met Bokhoven op de zuidoever (incl. maatwerktrajecten) en tussen Heumen en Niftrik in Gelderland; weerdverlaging bovenstrooms Grave en van Lith tot Bokhoven. Bundel 3 ( ): alle dijkmaatregelen (incl. maatwerktrajecten) benedenstrooms Niftrik op de noordoever; zomerbedverbreding en dijkversterking langs de Bergsche Maas; dijkverlegging en weerdverlaging Bokhoven-Heusden; retentiegebied Kraaijenbergse Plassen West en Keent Zuid: aanleg nieuwe dijken en hergebruik grond van vervallen dijken ter plaatse van dijkverleggingen. 48/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

120 8 Overige onderwerpen 8.1 Algemeen Afstemming tussen beneden- en bovenstroomse regioprocessen De voorkeurstrategieën voor de verschillende delen van de Maas (Onbedijkte Maas, bedijkte Maas en de Zuid-Westelijke Delta) kunnen niet los van elkaar worden gezien en hebben mogelijk effect op elkaar. Wanneer een regioproces niet of enkel met zeer ingrijpende maatregelen aan het doelbereik kan voldoen, is er ruimte om over de grenzen van de regioprocessen te zoeken naar mogelijke oplossingsrichtingen. Realisatie uiterlijk 2050 De geformuleerde omvang van de opgave en de opgelegde uitgangspunten en aannamen maken dat de volledige voorkeurstrategie met maatregelen in 2050 gerealiseerd dient te zijn. Dit betekent dat er na 2050 in beginsel geen maatregelen meer voorzien zijn. Dit komt voort uit het feit dat er tot aan 2050 gerekend wordt met halvering van de klimaatopgave die geldt tot aan 2100, aangevuld met de opgave die voortkomt uit het aanscherpen van de beschermingsnorm. Voor dit laatste worden de maatregelen ingezet die nodig zijn om de klimaatopgave na 2050 op te vangen. Omdat de nieuwe beschermingsnorm geacht wordt in 2050 op orde te zijn, moeten deze laatste maatregelen in de tijd naar voren gehaald worden. Hoewel na 2050 sprake kan zijn van een verdere klimaatverandering, is binnen het Deltaprogramma de aanname gedaan dat de Maasafvoer als gevolg van kenmerken in het stroomgebied (met name buitenland), niet verder stijgt dan waarop in 2100 als gevolg van klimaatverandering gerekend wordt (4600 m3/s). Dit betekent de realisering van het volledige maatregelenpakket in 2050 als besloten wordt dat de analysenorm (de aanname in het regioproces voor een nieuwe beschermingsnorm), daadwerkelijk de nieuwe beschermingsnorm wordt. Ophelderen onzekerheden In het regioproces is intensief naar verschillende aspecten en facetten gekeken die relevant zijn voor het doelbereik en afwegingen hierbij. Dit moest noodgedwongen in een erg korte tijdspanne. Binnen deze tijdspanne was er enerzijds geen gelegenheid voor een adequate kwaliteitscontrole en/of second opinion, anderzijds is tegen aspecten aangelopen waarbij sprake is van onzekerheden die relevant zijn voor de omvang van het maatregelenpakket in relatie tot doelbereik. Dit geldt eveneens voor het bovenstroomse deel van de bedijkte Maas waar ook een regioproces uitgevoerd is. Dit heeft bij elkaar geresulteerd in een aantal onzekerheden/vragen die nadere uitwerking/analyse vragen. De uitkomst hiervan is relevant om te bezien of het pakket voldoende op de opgave aansluit en eventueel tot nadere keuzes te komen waarmee het pakket geoptimaliseerd kan worden. Duidelijkheid ten aanzien van de maatregelen (met name binnendijkse) is een van de doelen van het Deltaprogramma en van belang voor de regio s. Dit is dan ook een reden om te adviseren om een vervolgfase in te richten. De vervolgfase moet tot meer duidelijkheid leiden op het gebied van de volgende kwesties/onzekerheden: Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

121 het al of niet meenemen van maatregelen inzake de Kaderrichtlijn Water (waterkwaliteit) in de uitgangssituatie voor de bedijkte Maas; de bodemligging van de rivier in relatie tot het formeel vastgelegde maatgevend hoogwater; de precieze dijkoverhoogte aan weerszijden van de bedijkte Maas die ingeboekt kan worden om een deel van de opgave in te vullen; de systeemwerking van de Maas in de zin van het effect dat mogelijk resteert nadat de overstroombaarheidseis voor de Limburgse keringen is komen te vervallen en compenserende maatregelen zijn getroffen; de hydraulische effecten van rivierverruimingsmaatregelen zoals opgenomen in het rekeninstrument (de blokkendoos) en de bijbehorende kosten; aanpassingen van het rekeninstrument (de blokkendoos) om het effect van gecombineerde maatregelen te kunnen weergeven; het oplossen van een mogelijke restopgave aan weerszijden van de grens tussen onbedijkte en bedijkte Maas. Invloed op regionale wateren Het effect van het maatregelenpakket op de afvoer van regionale wateren kan als nagenoeg nihil worden aangemerkt. Voor de situatie bij s-hertogenbosch geldt dat de bescherming tegen overstromingen vanuit regionaal water 1/150 per jaar is. Deze situatie doet zich voor als het waterpeil op de Maas zodanig hoog wordt dat deze overeen komt met een waterstand binnendijks die gemiddeld eens per 150 jaar voorkomt. Vanwege klimaatverandering zal die waterstand op de Maas iets vaker gaan voorkomen. Doordat de opgave voor de Maas voor een belangrijk deel met rivierverruiming wordt opgelost, blijft dit qua waterstand in de toekomst ongeveer neutraal. De opgave die voortkomt uit aanscherping van de norm heeft hierop geen invloed omdat het hier gaat om waterstanden met een frequentie die fors lager ligt dan de huidige (1/4000 (nieuw) versus 1/1250 (huidig)) Kosten en financiering Op het gebied van kosten is afgesproken dat deze in de tweede fase regioproces op eenduidige wijze en centraal vanuit DPR worden berekend/geschat/opgesteld. Dit geldt tevens voor wat betreft het aandeel van de aangescherpte beschermingsnorm in het totaal van de kosten. Op basis van de gepresenteerde voorkeurstrategie met maatregelen zal in het voorjaar 2014 een eerste indicatie van kosten gegeven kunnen worden. Het betreft de kosten die verband houden met de realisering van hoogwaterbeschermingsmaatregelen. Daar waar het gaat om de uitvoering van dijkmaatregelen staan de waterschappen in belangrijke mate aan de lat. Bij rivierverruiming ligt een grotere betrokkenheid van het rijk voor de hand. De bekostiging en verdeling over partijen van de maatregelen die uit het Deltaprogramma voortvloeien, moeten nog onderwerp van gesprek worden. Daar waar bij de realisering gezocht wordt naar meekoppelkansen, is in het Deltaprogramma 2014 het volgende opgenomen: Voor integrale oplossingen staan niet alleen het rijk en de 50/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

122 waterschappen aan de lat. Alle bestuurlijke partners van het Deltaprogramma dragen hiervoor (financiële) verantwoordelijkheid. Bij het realiseren van toekomstige integrale oplossingen kan het experimenteerartikel van het Deltafonds een rol spelen. Ook wanneer gekozen wordt voor waterveiligheids- en zoetwateroplossingen die zowel meerkosten als meerbaten met zich meebrengen, ligt een bijdrage uit andere financieringsbronnen dan het Deltafonds voor de hand. Wat het bovenstaande betekent voor de voorkeurstrategie en/of voor de financiering daarvan vraagt nog nadere uitwerking en overleg. Voorwaarden aan maatregelen en flankerend beleid In het regioproces is nog slechts globaal gekeken naar de effecten van maatregelen op de omgeving. Dit geldt ook voor de noodzakelijke randvoorwaarden en aspecten die een rol spelen als maatregelen pas na vele jaren in aanmerking komen voor realisatie. Duidelijk is wel dat een aantal zaken reeds aandacht vragen in de fase dat gebiedsreserveringen aan de orde zijn. Het betreft hier o.a. het hanteren van een zodanig ruimtelijk regiem, dat de bewoners/gebruikers hiervan geen nadelen ondervinden. Dit betekent o.a. dat verbouwingen, aanpassingen en uitbreidingen van bestaande woningen en bedrijven mogelijk moet zijn om te kunnen voldoen aan wensen op het gebied van wonen, dierenwelzijn, milieu en exploitatie. Voor zover reserveringen leiden tot schaduwwerking en daarmee tot waardeverminderingen, dient de rijksoverheid deze te compenseren en/of te mitigeren. Met het oog op mogelijke schaduwwerking en onzekerheden is voor de betreffende gebieden de periode van uitvoering van belang. Voor tal van maatregelen geldt dat bij het ontwerp, voorafgaand aan de realisatie, zaken aan de orde komen die er voor moeten zorgen dat bestaande functies niet geschaad worden. Hierbij valt te denken aan de (continue) bereikbaarheid van woningen, bedrijven en percelen, de binnendijkse waterhuishouding, de stabiliteit van dijken (bij het graven in de uiterwaarden dient rekening gehouden te worden met verschillende bezwijkmechanismen), ontsluitingswegen, kabels en leidingen, beheer en onderhoud van dijken/rivieren/infrastructuur, morfologie, beperking van overlast (geluid, trillingen, stof). Tevens kan aan de orde zijn dat voor de uitvoering van de voorkeurstrategie flankerend beleid op zijn plaats is. Dit kan betekenen de ondersteuning en/of aanpassing van beleid, het aanpassen van uitvoeringsregels en/of wijziging van financiering/programmering op het gebied van natuurontwikkeling, infrastructuur, landbouw, schadevergoedingen e.d. Het is van belang om deze zaken nu reeds kenbaar te maken bij het rijk en daarom onderdeel te laten vormen van het advies dat via de Stuurgroep Maas naar de Deltacommissaris/het kabinet gaat. Meerlaagsveiligheid Aan meerlaagsveiligheid wordt op dit moment vooral gewerkt binnen het generieke deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering. Dit gaat waarschijnlijk binnen de tweede laag (ruimtelijke ordening) leiden tot een afweegkader voor vitale functies en voorzieningen die vanuit nationaal perspectief relevant zijn in geval van overstromingen. Dit kan dan leiden tot gevolgbeperkende maatregelen voor deze functies en voorzieningen. Hier kunnen provincies en Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

123 gemeenten mee te maken gaan krijgen. Binnen deze aanpak wordt ook gekeken naar mogelijkheden voor afwegingen op regionaal niveau. Het accent op vitale functies en voorzieningen komt voort uit de conclusie dat investeringen in gevolgbeperking veelal onrendabel zijn omdat de preventie (beschermingsniveau) op een erg hoog niveau zit. De investeringen renderen daarmee te laag frequent. Niettemin zal in de ruimtelijke ordening waarschijnlijk meer aandacht gaan komen voor afwegingen in relatie tot overstromingsrisico s. Bewustwording in combinatie met keuzes/oplossingen die kostenneutraal mogelijk zijn, kan tot winst in gevolgbeperking leiden. De Veiligheidsregio s zijn in het kader van de rampenbestrijding (derde laag) gevraagd om te kijken naar het realiteitsgehalte van gehanteerde evacuatiepercentages. Dit is relevant in het kader van aannames en uitgangspunten rond basisveiligheid en nieuwe beschermingsnormen. De uitkomsten zijn anno december 2013 nog niet beschikbaar. 8.2 Toelichting bij enkele specifieke maatregelen Dijkverlegging Alem versus dijkverlegging tussen Maren en t Wild aan de Brabantse zijde De dijkverlegging binnen de dijkring Alem heeft tot doel om de rivier ter plaatse meer doorstroomruimte te geven. In beginsel kan hetzelfde effect bereikt worden met een dijkverlegging aan de overzijde. De dijkverlegging in Alem is echter korter. Aan de boven- en benedenstroomse zijde van Alem heeft de rivier reeds voldoende ruimte. Bovendien staat aan Brabantse zijde (iets) meer bebouwing. Door de extra lengte en meer bebouwing worden de kosten hoger. Om die reden is deze optie komen te vervallen. Oude vuilstort in de Koornwaard Oostelijk van de nieuwe omleiding van de Zuid-Willemsvaart om s Hertogenbosch ligt buitendijks een oude vuilstort in de uiterwaard. Deze vuilstort is groot en bevat veel verontreinigingen. Enkele jaren geleden is onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om de stort te saneren. Geconcludeerd is dat dit gezien de omvang en de aard van het destijds gestorte vuil niet realistisch was. Dit bracht enerzijds te hoge kosten met zich mee anderzijds was op verantwoorde wijze de vuilstort in te pakken en te beheersen. Om deze reden is deze lokatie niet verder meegenomen als een realistische rivierverruimingsmogelijkheid. De zeer hoge kosten en de te plegen kapitaalvernietiging zijn hiervoor de redenen. Dijkverlegging Bokhoven-Heusden De alternatieven voor deze dijkverlegging bestaan grotendeels uit het verhogen van dijken aan weerszijden van de Maas over behoorlijke lengte. Dit laatste hangt samen met het hydraulische effect van de dijkverlegging. Deze werkt behoorlijk in bovenstroomse richting door. Deze dijkverlegging is een forse ingreep. Met name voor de aanwezige bedrijven. De dijkverlegging kan niet gecombineerd worden met handhaving van de bedrijven/bebouwing. Dit betekent in zijn algemeenheid verplaatsing. Voor de steenfabriek geldt dat handhaving in de regio voorwaarde is om verlies van werkgelegenheid te voorkomen. 52/58 Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december 2013

124 Rivierverruimingsmaatregelen Mogelijkheden om rivieren te verruimen beslaan een scala aan maatregelen. Het kan hierbij gaan om buitendijkse maatregelen (verwijderen hydraulische obstakels zoals bruggenhoofden, afgraven hooggelegen uiterwaarden, graven van nevengeulen die meestromen bij hoogwater, zomerbedverbreding) en binnendijkse maatregelen (het verleggen van dijken, aanleg retentiegebieden, aanleg bypasses/groene rivieren (die alleen meestromen bij hoogwater)). Omdat de maatregelen na realisering onderhevig zijn aan hoge waterstanden en de dynamiek van de rivier, is het van belang om rekening te houden met aspecten als morfologie (bijv. aanzanding en/of uitschuring), waterstromen (ontgravingen dichtbij de dijk kan kwel en piping verergeren en/of introduceren), stabiliteit van oevers en dijktaluds (ontgravingen kunnen tot instabiliteit leiden). Ook de invloed op de binnendijkse waterhuishouding vraagt aandacht. Bij grote binnendijkse maatregelen kan dit tot aanvullende maatregelen leiden om de waterhuishouding in tact te houden. Rekening houden met genoemde aspecten komt aan bod bij de voorbereiding van concrete plannen ter uitvoering. Dit is in een latere fase aan de orde. Rijkswaterstaat heeft aangegeven dat bepaalde rivierverruimingsmaatreglen gaan leiden tot een structurele verhoging van beheer- en onderhoudskosten voor de rivierbeheerder. Dit geldt vooral voor zomerbedverdieping. Voor zomerbedverbreding geldt dit in mindere mate. Omdat het aandeel van beheer- en onderhoudskosten nog niet meegenomen kon worden in de kosten van de maatregelen, vraagt dit aandacht in vervolgfasen. Potentiële Voorkeurstrategie bedijkte Maas, december /58

125

OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking

OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking OVERZICHT MAATREGELEN BEDIJKTE MAAS Maatregel met overlap Maatregel maakt deel uit van de voorkeurstrategie (1) Ranking Op basis van leidende principes Hydraulische aspecten nummer M A A T R E G E L Voors

Nadere informatie

Naar een veilige en aantrekkelijke (bedijkte) Maas voor iedereen! Belangrijkste kenmerken van de potentiële voorkeurstrategie voor de bedijkte Maas (van Heumen/Katwijk tot aan Geertruidenberg), december

Nadere informatie

5.4 Visie Deelgebied Noordoost 2 (Cuijk-Heusden)

5.4 Visie Deelgebied Noordoost 2 (Cuijk-Heusden) 5.4 Visie Deelgebied Noordoost 2 (Cuijk-Heusden) Het gelaagd landschap van meanders en kanalen Op de hoogtekaart (fig. 5.4.1 ) is het omgekeerd landschap van hooggelegen meanders en uiterwaarden ten opzichte

Nadere informatie

Houden we het droog (langs de dijk)? Presentatie Koplopers waterveiligheid Dorpsraad Ravenstein 18 oktober 2016

Houden we het droog (langs de dijk)? Presentatie Koplopers waterveiligheid Dorpsraad Ravenstein 18 oktober 2016 Houden we het droog (langs de dijk)? Presentatie Koplopers waterveiligheid Dorpsraad Ravenstein 18 oktober 2016 Inhoud I. Aanleiding II. De koplopers III. Besluitvorming en vervolg IV. Vragen Gemeente

Nadere informatie

15:00 15:15 uur: Welkom en introductie. 15:15 16:00 uur: De wereld achter X en Z. 16:00 16:30 uur: Voortzetten samenwerking

15:00 15:15 uur: Welkom en introductie. 15:15 16:00 uur: De wereld achter X en Z. 16:00 16:30 uur: Voortzetten samenwerking WERKPLAATS 7 Programma 15:00 15:15 uur: Welkom en introductie 15:15 16:00 uur: De wereld achter X en Z 16:00 16:30 uur: Voortzetten samenwerking 16:30 uur: X en Z aan de muur + afsluitend drankje bouwstenen

Nadere informatie

Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas. Regioproces Noord-Brabant en Gelderland Deltaprogramma Rivieren 17 december 2013

Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas. Regioproces Noord-Brabant en Gelderland Deltaprogramma Rivieren 17 december 2013 Potentiële Voorkeurstrategie Bedijkte Maas Regioproces Noord-Brabant en Gelderland Deltaprogramma Rivieren 17 december 2013 Provincie Noord-Brabant Deltaprogramma Rivieren Potentiële Voorkeurstrategie

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Deze samenvatting hoort bij de rapportage Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen (NKO) voor het project Dijkversterking Tiel Waardenburg en Rivierverruiming Varik - Heesselt. Werken

Nadere informatie

SAMENVATTING MIRT-ONDERZOEK KOPLOPER RAVENSTEIN-LITH Versie: 7 september 2016

SAMENVATTING MIRT-ONDERZOEK KOPLOPER RAVENSTEIN-LITH Versie: 7 september 2016 SAMENVATTING MIRT-ONDERZOEK KOPLOPER RAVENSTEIN-LITH Versie: 7 september 2016 Urgente opgave voor waterveiligheid als katalysator voor ruimtelijke ontwikkeling Om de waterveiligheid te borgen, hebben Rijk

Nadere informatie

Resultaten van 20 jaar natuurontwikkeling MeerMaas, een initiatief van Natuurmonumenten

Resultaten van 20 jaar natuurontwikkeling MeerMaas, een initiatief van Natuurmonumenten Resultaten van 20 jaar natuurontwikkeling MeerMaas, een initiatief van Natuurmonumenten presentie symposium biodiversiteit & leefgebieden provincie Noord-Brabant 2016 4 november 2016 Fons Mandigers beheereenheid

Nadere informatie

Culemborg aan de Lek

Culemborg aan de Lek Ruimte voor de Rivier Culemborg aan de Lek informatieavond 27 oktober 2008 David Heikens Royal Haskoning Ruimte voor de Rivier Culemborg Inhoud 1. Hoogwaterveiligheid PKB Ruimte voor de Rivier 2. Het alternatief:

Nadere informatie

Dijkversterking Wolferen Sprok. Dijkteruglegging Oosterhout 23 maart 2017

Dijkversterking Wolferen Sprok. Dijkteruglegging Oosterhout 23 maart 2017 Dijkversterking Wolferen Sprok Dijkteruglegging Oosterhout 23 maart 2017 Programma 19.15 19.30 Inloop 19.30 Welkom Bram de Fockert Waterschap Rivierenland 19.35 20.00 Uitleg samenhang rivierverruiming

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

in de Hedelse waard, fort Crevecoeur, op de haalbaarheid voet/fietsveer) bruggenhoofd te creëren, aangezien hier sprake

in de Hedelse waard, fort Crevecoeur, op de haalbaarheid voet/fietsveer) bruggenhoofd te creëren, aangezien hier sprake 4 in de Hedelse waard, fort Crevecoeur, op de -- Verbeteren recreatieve en langzaamverkeers Maasboulevard, sluis Maxima kanaal). verbindingen over de rivier (onderzoek naar -- Benutten van de kansen om

Nadere informatie

Notitie Visie op ruimtelijke kwaliteit Zomerbedverdieping. Bosch Slabbers d.d. 16 december 2011

Notitie Visie op ruimtelijke kwaliteit Zomerbedverdieping. Bosch Slabbers d.d. 16 december 2011 Notitie Visie op ruimtelijke kwaliteit Zomerbedverdieping Bosch Slabbers d.d. 16 december 2011 1. Inleiding Aanleiding Het RvdR-project Zomerbedverlaging Beneden IJssel moet leiden tot verlaging van de

Nadere informatie

De Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij.

De Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij. e Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij. Merwedes e Waal voert het grootste deel van de Rijnafvoer af (ongeveer zestig procent). Vanaf Slot Loevesteijn komt het

Nadere informatie

TOEKOMSTSCHETS MEER MAAS MEER VENLO WERKATELIERS 19/20 SEPTEMBER 2017

TOEKOMSTSCHETS MEER MAAS MEER VENLO WERKATELIERS 19/20 SEPTEMBER 2017 TOEKOMSTSCHETS MEER MAAS MEER VENLO WERKATELIERS 19/20 SEPTEMBER 2017 VANAVOND 19.00 Opening en welkom (Kaat Appelman) > Introductie op Meer Maas Meer Venlo (Michiel van der Hagen) > Inhoudelijke presentatie

Nadere informatie

Analyse van het land van Heusden en Altena met de daaruit voorvloeiende scenarios en toekomst verwachtingen.

Analyse van het land van Heusden en Altena met de daaruit voorvloeiende scenarios en toekomst verwachtingen. Analyse van het land van Heusden en Altena met de daaruit voorvloeiende scenarios en toekomst verwachtingen. Colofon: Aqua Planning Samenwerkingsverband tussen 6 zelfstandige studenten, die zich inzetten

Nadere informatie

HANDREIKING RUIMTELIJKE KWALITEIT DIJKEN IN DE MAASVALLEI

HANDREIKING RUIMTELIJKE KWALITEIT DIJKEN IN DE MAASVALLEI 21 september 2016 H+N+S Landschapsarchitecten HANDREIKING RUIMTELIJKE KWALITEIT DIJKEN IN DE MAASVALLEI EERSTE ATELIER - BAARLO, BLERICK-GROOT BOLLER, VENLO-VELDEN INHOUD PRESENTATIE + Wie zijn wij en

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken project Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Alternatieven

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

INVENTARISATIE LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE

INVENTARISATIE LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE INVENTARISATIE LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE in relatie tot de dijk Hieronder zijn vanuit het thema de belangrijkste aandachtspunten van de dijken in relatie tot de omgeving samengevat. Hierbij is de indeling

Nadere informatie

Overzicht van de middag

Overzicht van de middag VERSLAG WERKPLAATS 7 Van elke werkplaats wordt een sfeerverslag gemaakt: een combinatie van een beschrijving en foto s, de presentaties die gebruikt zijn en belangrijkste resultaten. Het sfeerverslag is

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Arno de Kruif (RWS-WVL) Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet Toetsen of dijken nog

Nadere informatie

Hoogwatergeul Varik Heesselt

Hoogwatergeul Varik Heesselt MIRT2-Verkenning Hoogwatergeul Varik Heesselt Bepaling bandbreedte Klankbordgroep d.d. 5 februari 2014 Wat ga ik u vertellen Wat is onze opdracht en aanpak? Waar moet u aan denken bij een hoogwatergeul?

Nadere informatie

Deelgebied Noordoost 1 Gebiedskenmerken en waarden

Deelgebied Noordoost 1 Gebiedskenmerken en waarden 118 Bijlagen 119 120 Deelgebied Noordoost 1 Gebiedskenmerken en waarden Inventarisatie van gebiedskwaliteiten en waarden schaal 1:20.000 Landschappelijke eenheden Rivierdal Maasheggen rivierduinen uiterwaarden

Nadere informatie

Datum: 30 augustus 2016 Betreft: Hoogwatergeul Varik Heesselt, alternatief plan Ir. Spaargaren

Datum: 30 augustus 2016 Betreft: Hoogwatergeul Varik Heesselt, alternatief plan Ir. Spaargaren Van: Waalzinnig Verzonden: dinsdag 30 augustus 201611:39 Aan: POST; info@wsrl.nl CC: Griffie; esther.van.dijk@minienm.nl; Yvonne.Doorduyn@minienm.nl; cie.im@tweedekamer.nl; gemeente@neerijnen.nl

Nadere informatie

PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied

PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied Beter beschermd tegen hoogwater In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen. De rivieren

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick Omgevingswerkgroep Dijkversterking Baarlo - Hout-Blerick 6 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Bouwstenen

Nadere informatie

i.s.m. Toekomstvisie Kraaijenbergse Plassen Erik van Nuland (Van Nuland & Partners)

i.s.m. Toekomstvisie Kraaijenbergse Plassen Erik van Nuland (Van Nuland & Partners) i.s.m. Toekomstvisie Kraaijenbergse Plassen 18-09-2017 Erik van Nuland (Van Nuland & Partners) Aanleiding visie De ambitie 'Toeristische Poort naar de regio Land van Cuijk Wat is het eindplaatje van de

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorkeurstrategie DeltaProgrammaRivieren (DPR)Maas. Nummer: 9h. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 28 januari 2014 Aanleiding In 2012 is de Deltawet van kracht geworden.

Nadere informatie

handreiking ruimtelijke kwaliteit dijken in de maasvallei

handreiking ruimtelijke kwaliteit dijken in de maasvallei 19 september 2016 H+N+S Landschapsarchitecten handreiking ruimtelijke kwaliteit dijken in de maasvallei eerste atelier - arcen, well, nieuw-bergen inhoud presentatie + Wie zijn wij en wat gaan wij doen?

Nadere informatie

3Maatregelen benedenrivierengebied korte termijn

3Maatregelen benedenrivierengebied korte termijn 3Maatregelen benedenrivierengebied korte termijn Benedenrivieren in samenhang 24 In het vorige hoofdstuk is een visie voor de lange termijn geschetst. De visie gaat uit van een mogelijke afvoer van 18.000

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 080 Planologische kernbeslissing Ruimte voor de rivier Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Bijlage 2: Overzicht van onderwerpen die om vervolgonderzoek vragen

Bijlage 2: Overzicht van onderwerpen die om vervolgonderzoek vragen Deltaprogramma, gebiedsprogramma Rivieren Advies Voorkeurstrategie bedijkte Maas (VKS) 17 maart 2014 Bijlage 1: Overzicht in tabelvorm van ingebrachte reacties op de potentiële voorkeurstrategie bedijkte

Nadere informatie

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Datum 12 juni 2018 Betreft Advies Varik-Heesselt.

Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen. Datum 12 juni 2018 Betreft Advies Varik-Heesselt. > Retouradres Postbus 90653 2509 LR Den Haag Aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag Betreft Advies Varik-Heesselt Geachte Minister,

Nadere informatie

Doel van de informatiebijeenkomst

Doel van de informatiebijeenkomst Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Jacqueline Bulsink Informatiebijeenkomst 12 oktober 2011 Doel van de informatiebijeenkomst Informeren over resultaten planstudie Zomerbedverlaging Beneden- IJssel Gelegenheid

Nadere informatie

West Maas en Waal. Bron:

West Maas en Waal. Bron: West Maas en Waal Bron: www.maaswaalweb.nl West Maas en Waal Introductie West Maas en Waal is een Gelderse fusiegemeente van acht kernen die gelegen zijn tussen de rivieren Maas (zuidkant) en Waal (noordkant).

Nadere informatie

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare Nota Ruimte budget 20 miljoen euro Planoppervlak 160 hectare IJsselsprong Zutphen Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Waterveiligheid als motor Bescherming tegen

Nadere informatie

Kosten Effectiviteits Analyse DP Rivieren

Kosten Effectiviteits Analyse DP Rivieren Kosten Effectiviteits Analyse DP Rivieren Kosten Effectiviteits Analyse DP Rivieren Mark de Bel 1209392-000 Deltares, 2014, B Deltares Titel Kosten Effectiviteits Analyse DP Rivieren Opdrachtgever Project

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom + terugblik vorige bijeenkomst 2) Waar staan we nu in het proces? 3) Resultaten draagvlakmeting

Nadere informatie

ADVIES MEANDERENDE MAAS Dijktraject Ravenstein-Lith

ADVIES MEANDERENDE MAAS Dijktraject Ravenstein-Lith ADVIES MEANDERENDE MAAS Dijktraject Ravenstein-Lith 7 februari 2019 Uitgebracht aan: In afschrift aan: het College van Gedeputeerde Staten Noord-Brabant t.a.v. Mevrouw N. Wester, programmamanager Milieu

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Josan Tielen Rijkswaterstaat Water, Verkeer & Leefomgeving Waterveiligheid in Nederland Al eeuwen bescherming door dijken Waterveiligheid geregeld bij wet Sinds

Nadere informatie

Memo. Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant

Memo. Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant Memo Onderwerp Deltaprogramma/Zuidwestelijke Delta voorkeurstrategie West-Brabant Het landelijke Deltaprogramma moet in de loop van 2014 leiden tot voorstellen om de opgave om ons land op het gebied van

Nadere informatie

Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 2 Kaartlagen Ontwerp

Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 2 Kaartlagen Ontwerp Kaartlagen Ontwerp Ontwerp Overzicht kaartlagen (schaal : 00.000) nhoud Kaartlaag 7 Water Kaartlaag 8 Cultuurhistorie Kaartlaag 9 Agrarisch gebied Kaartlaag 0 Wijzigingen ten opzichte van Verordening ruimte

Nadere informatie

Rivierverruiming in een nieuw perspectief

Rivierverruiming in een nieuw perspectief Rivierverruiming in een nieuw Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet: voldoet dijk aan vastgestelde norm In jaren negentig een

Nadere informatie

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Nieuwsbrief Jaargang 1 Nummer 1 Maart 2010 Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Beste bewoner, Alstublieft. We bieden u de eerste nieuwsbrief aan over rivierverruiming in de uiterwaarden van de Neder-Rijn.

Nadere informatie

Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008)

Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008) Bijlagen Gebiedsvisie Bethlehem Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008) J F Kennedylaan Terborgseweg Ondernemingsweg Lijsterbeslaan Abdijlaan Bedrijvenweg Oude Terborgseweg Rekhemseweg

Nadere informatie

Vragen en antwoorden: Dijkversterking Wolferen Sprok (inclusief Dijkteruglegging Oosterhout)

Vragen en antwoorden: Dijkversterking Wolferen Sprok (inclusief Dijkteruglegging Oosterhout) Vragen en antwoorden: Dijkversterking Wolferen Sprok (inclusief Dijkteruglegging Oosterhout) Vraag Antwoord In de uiterwaarden worden ook door andere overheden projecten uitgevoerd en (beheer)maatregelen

Nadere informatie

Conclusies In het volgende deel van het verslag zijn de conclusies van de deelgroepen gegeven.

Conclusies In het volgende deel van het verslag zijn de conclusies van de deelgroepen gegeven. VERSLAG WERKPLAATS 2 Van elke werkplaats wordt een sfeerverslag gemaakt: een combinatie van een beschrijving en foto s, de presentaties die gebruikt zijn en belangrijkste resultaten. Het sfeerverslag is

Nadere informatie

MIRT-verkenning Varik-Heesselt

MIRT-verkenning Varik-Heesselt MIRT-verkenning Varik-Heesselt Toetsingsadvies over de notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen 12 mei 2017 / projectnummer: 3137 1. Advies over notitie kansrijke oplossingsrichtingen De provincie Gelderland,

Nadere informatie

Technische Briefing Provinciale Staten 24 januari 2018

Technische Briefing Provinciale Staten 24 januari 2018 Technische Briefing Provinciale Staten 24 januari 2018 Opzet presentatie Erwin Klerkx (projectmanager) Proces en doel van de Verkenning Wierdy de Haan (technisch manager) Inhoudelijke aspecten Kees van

Nadere informatie

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen.

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen. Afgedrukt: 21 februari 2014 Project : Ontwerp landgoederen Ossenwaard Datum : 17 februari 2014 Onderwerp : Resultaten van de berekeningen Van : Anne Wijbenga; Joana Vieira da Silva Aan : M. van Berkel

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 10 september 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Agenda 1) Welkom en inleiding 2) Verslag van 5 juli jl. 3) Retentiewerking 4) Kwelonderzoek 5) Alternatief:

Nadere informatie

Hoogwatermaatregelen Mook en Middelaar, Gennep en Bergen

Hoogwatermaatregelen Mook en Middelaar, Gennep en Bergen Hoogwatermaatregelen Mook en Middelaar, Gennep en Bergen Hieronder worden de bestuurlijke opvattingen geformuleerd ten aanzien van de hoogwatermaatregelen die vanuit de Limburgse gemeenten Mook en Middelaar,

Nadere informatie

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied 1 inleiding Windturbines dragen bij aan een schoner milieu en hebben een moderne, hightech uitstraling. Windturbines hebben grote

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier

Ruimte voor de Rivier Ruimte voor de Rivier Annika Hesselink en Anne-Geer de Groot Ministerie Infrastructuur en Waterstaat Verwondering 2 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Opbouw Verleden: Introductie en kenmerken

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Informatiebijeenkomst gemeenteraad Marum 20 mei 2015 Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier Agenda 1. Opening 2. Voorstellen gasten

Nadere informatie

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012

Deltaprogramma Rivieren. Stand van zaken. 16 februari 2012 Deltaprogramma Rivieren Stand van zaken 16 februari 2012 Deltaprogramma Nationaal Deltaprogramma Februari 2010: Deltaprogramma van start Deltaprogramma Deltaprogramma Doel (2100) Beschermd tegen hoogwater

Nadere informatie

23-1-2014. Bypass IJsseldelta

23-1-2014. Bypass IJsseldelta Bypass IJsseldelta 1 Intro Hein Pijnappel, Mott MacDonald Omgevingsmanagement RWS 2010-2013: Planstudie t/m SNIP3, ZBIJ en raakvlakken met IJDZ Wel/geen ZBIJ Wel/geen ruimtelijke kwaliteit Met/zonder IJDZ

Nadere informatie

Rivierverruimende maatregelen Merwedes Overkoepelend rapport. Documentcode: 15M2042.RAP006

Rivierverruimende maatregelen Merwedes Overkoepelend rapport. Documentcode: 15M2042.RAP006 Rivierverruimende maatregelen Merwedes Overkoepelend rapport Documentcode: 15M2042.RAP006 Nader onderzoek Werkendam Overkoepelend rapport Documentcode: 15M2042.RAP006 Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant

Nadere informatie

Beweegbare fiets- en voetgangersbrug

Beweegbare fiets- en voetgangersbrug Beweegbare fiets- en voetgangersbrug Landschappelijke en Cultuurhistorische waarde van de Harddraversdijk definitief revisie 2.0 21 oktober 2016 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 1.1 Onderbouwing waarde

Nadere informatie

Werken aan de Maas. Nu en straks

Werken aan de Maas. Nu en straks Nu en straks Algemeen Maas is één riviersysteem en is niet op te knippen in deelstukken Twee opgaven: Waterveiligheid Waterkwaliteit Meerdere overheden hebben hier verantwoordelijkheid in Door klimaatsverandering

Nadere informatie

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018 LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Waterschap Aa en Maas Behoort bij DB-besluit nr. 140518/4.5.2 Inhoud 1. Inleiding 2. Leggerbepalingen 3. Kaarten 4. Toelichting Pagina 1 van 10 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel. Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden Van mogelijke naar kansrijke strategieën Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel Steven Krol Opbouw presentatie 1. Aanleiding 2. Hollandsche IJssel en de provincie:

Nadere informatie

Volop verbindingen tussen water en ruimte MIRT-Onderzoek Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Volop verbindingen tussen water en ruimte MIRT-Onderzoek Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Volop verbindingen tussen water en ruimte MIRT-Onderzoek Alblasserwaard-Vijfheerenlanden 26 oktober 2016 Aanleiding van het onderzoek Actualisering oude normen (1953-1960): nieuwe normering 2017 Deltaprogramma:

Nadere informatie

Dick Veen April / mei 2008

Dick Veen April / mei 2008 Dick Veen April / mei 2008 Inhoud Wat is de Mastercase A59? Waarom een Mastercase? Deelnemers Resultaat: de gebiedsvisie A59 Baardwijkse Overlaat Engelermeer, Moerputten, Diezemonding Het vervolg Wat is

Nadere informatie

Jaap Spaans licht de nieuwe normering toe

Jaap Spaans licht de nieuwe normering toe Bijeenkomst: 2 e kansensessie dijkversterking in Belfeld, Beesel, Kessel en Buggenum Datum: maandag 3 oktober 2016 Tijdstip: 13.30 16.30 uur Locatie: Herberg/Brasserie de Bongerd aan de Markt 13 in Beesel

Nadere informatie

Bestuurlijke noties bij kansrijke strategieën hoogwaterbescherming

Bestuurlijke noties bij kansrijke strategieën hoogwaterbescherming Provincie Noord-Brabant Deltaprogramma: Noord-Brabant Bestuurlijke noties bij kansrijke strategieën hoogwaterbescherming Auteur Ben van den Reek Datum 19 februari 2013 De oorspronkelijke versie van dit

Nadere informatie

23 oktober Paul Vossen/Wil Janssen. Presentatie raadscommissie Bergen Mooi Maasdal

23 oktober Paul Vossen/Wil Janssen. Presentatie raadscommissie Bergen Mooi Maasdal 23 oktober Paul Vossen/Wil Janssen Presentatie raadscommissie Bergen Mooi Maasdal Voorgeschiedenis Mooi Maasdal Visie integrale ontwikkeling Maasdal in Strategische Regiovisie Riek Bakker; Uitwerking visie

Nadere informatie

1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL

1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL Eusebiusbuitensingel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 9070 6800 ED Arnhem Contactpersoon J. Bulsink T 0650909363 Adviesnota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel 1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL Bijlage(n)

Nadere informatie

Gemeentelijk Meerjaren Programma Reconstructie Uitvoeringsprogramma 2010

Gemeentelijk Meerjaren Programma Reconstructie Uitvoeringsprogramma 2010 Gemeentelijk Meerjaren Programma Reconstructie Uitvoeringsprogramma 2010 Deel B Gemeente Oss 7 december 2009 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

Tjuchem, november 2018 Verdubbeling N33 Zuidbroek - Appingedam

Tjuchem, november 2018 Verdubbeling N33 Zuidbroek - Appingedam Tjuchem, november 2018 Verdubbeling N33 Zuidbroek - Appingedam Stappen landschapsplan / OTB 1e Ontwerpronde voor noord (31/10): aftrap landschapsplan, afzonderlijke sessies Uitwerking, afstemming derden

Nadere informatie

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)

6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279) 6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279) 6.1 Inleiding De N279 en de naastgelegen Zuid-Willemsvaart zijn een sterk lijnelement dat het landschap doorsnijdt. Opwaardering is niet alleen negatief maar

Nadere informatie

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis

Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Bijlage 2 : Toelichting locatiekeuze nieuwe sluis Locatieafweging tweede Sluis Eefde Uitgangspunten en werkwijze Een extra sluiskolk kan op verschillende

Nadere informatie

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nieuwe Hollandse Waterlinie Nota Ruimte budget 35 miljoen euro Planoppervlak 300 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Stevige nieuwe ruggengraat voor de Linie De Nieuwe Hollandse

Nadere informatie

Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging. Atelier Oosterhout 7 september 2017

Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging. Atelier Oosterhout 7 september 2017 Wolferen - Sprok Dijkversterking en mogelijke dijkverlegging Atelier Oosterhout 7 september 2017 Agenda Welkom namens het Waterschap Doel van vandaag Het project o Aanleiding en terugblik o Projectgebied

Nadere informatie

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS

Nadere informatie

Samen werken aan een veilige en mooie Maas

Samen werken aan een veilige en mooie Maas Samen werken aan een veilige en mooie Maas Regionaal voorstel Maas 2016 Samenwerken aan een veilige en mooie Maas 1 Inhoudsopgave Woord vooraf 3 1 Inleiding 5 1.1 Vraag van de minister: gezamenlijk voorstel

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

erklaring van Altena

erklaring van Altena Verklaring van Altena Gezamenlijk willen wij, Agrarische Natuurvereniging Altena Biesbosch, Samenwerkingsverband Ondernemersverenigingen Altena (SOVA), Gemeente Aalburg, Gemeente Werkendam, Gemeente Woudrichem,

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 18 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Verslag omgevingswerkgroep 17-11-2016 2) Kennismaking 3) De omgevingswerkgroep 4) Proces 5)

Nadere informatie

Ontwikkeling zandwinning Lingemeer

Ontwikkeling zandwinning Lingemeer Ontwikkeling zandwinning Lingemeer visie voor uitbreiding en inpassing van de zandwinlocatie ten oosten van Tiel met multifunctionele waarden voor landschap, recreatie, wonen en natuur Ontwikkeling zandwinning

Nadere informatie

Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager

Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager Werkplaats Smakterbroek toekomst voor het gebied Vierlingsbeek Smakt/Holthees Maashees Erik Opdam - Procesmanager Inhoud Video bestuurders, eerste werkplaats en veldbezoek kavelruil bekeken? Zie www.aaenmaas.nl/smakterbroek

Nadere informatie

zorg voor ons landschap

zorg voor ons landschap Rosendael 2a 6891 DA Rozendaal www.landschapsbeheergelderland.nl zorg voor ons landschap Stichting Landschapsbeheer Gelderland (SLG): Stichting met ideële doelstelling. Missie: Zorg voor een vitaal, beleefbaar

Nadere informatie

Dijktafels: belangrijkste uitkomsten

Dijktafels: belangrijkste uitkomsten Dijktafels: belangrijkste uitkomsten Sfeerimpressie dijktafels 50% opkomst! Samenvatting belangrijkste uitkomsten (1/2) X of Z Hoogte van de dijk Plek van de dijkversterking Verkeer(sveiligheid) Op het

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

Overnachtingsplaatsen Merwedes

Overnachtingsplaatsen Merwedes Overnachtingsplaatsen Merwedes Informeren gemeenteraad Gorinchem 28 mei 2013 Inhoud Aanleiding Opgave Wat is een overnachtingsplaats? Zoekgebied Analyse locaties Oplossingen Visualisaties Woelse Waard

Nadere informatie

Doel van de bijeenkomst: terugkoppeling geven, waar staan we nu en wat komt eraan de volgende periode.

Doel van de bijeenkomst: terugkoppeling geven, waar staan we nu en wat komt eraan de volgende periode. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Well Plaats/datum: Well, 06-07-2017 Voorzitter: Afmeldingen: Edmar Steneker, omgevingsmanagement Sjoerd Haitsma (omgevingsmanagement) 1. Inleiding Edmar heet iedereen

Nadere informatie

4.1 Hydraulisch onderzoek haalbaarheid Haven Hedel

4.1 Hydraulisch onderzoek haalbaarheid Haven Hedel 4.1 Hydraulisch onderzoek haalbaarheid Haven Hedel Hydraulischonderzoek HaalbaarheidhavenHedel Aan Van Status Datum Project Betreft ToonvanMierlo(GroenplanningMaastricht) RonAgtersloot Definitief 26januari2009

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER

Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Bijlagenboek 1.19 Versterking Markermeerdijken Overzicht milieueffecten van alternatieven in het MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster PPV Werkpakket MER Object

Nadere informatie

TOEKOMSTPERSPECTIEF BUITENGEBIED VINKEL. Versterking van recreatie, landschap en natuur in en rondom Vinkel

TOEKOMSTPERSPECTIEF BUITENGEBIED VINKEL. Versterking van recreatie, landschap en natuur in en rondom Vinkel TOEKOMSTPERSPECTIEF BUITENGEBIED VINKEL Versterking van recreatie, landschap en natuur in en rondom Vinkel De Groene Delta is hét groenprogramma van de gemeente s-hertogenbosch en is momenteel in ontwikkeling.

Nadere informatie

Waterveiligheid in Limburg Succesvol realiseren met maatwerk en tempo

Waterveiligheid in Limburg Succesvol realiseren met maatwerk en tempo Taskforce Deltatechnologie Waterveiligheid in Limburg Succesvol realiseren met maatwerk en tempo Patrick van der Broeck, dijkgraaf 24/10/2017 Waterschap Limburg Ontstaan na fusie Roer en Overmaas en Peel

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief

Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief Uitvoeringsprogramma Structuurvisie Borger-Odoorn Verbinding geeft perspectief Dit uitvoeringsprogramma, behorende bij de Structuurvisie Borger- Odoorn, geeft aan op welke wijze de integrale gebiedsvisie

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Sta rtbeslissi ng. MIRT-Verkenning Oeffelt

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Sta rtbeslissi ng. MIRT-Verkenning Oeffelt Sta rtbeslissi ng MIRT-Verkenning Oeffelt 1 Colofon Uitgegeven door Datum Status Ministerie van Infrastructuur en Milieu DG Ruimte en Water 25 januari 2017 Definitief Provincie Noord-Brabant DE MINISTER

Nadere informatie

Verkenning meerlaagsveiligheid 110

Verkenning meerlaagsveiligheid 110 110 7 Verkenning meerlaagsveiligheid 111 7.1 Inleiding Binnen de hoogwaterbescherming wordt een benadering in drie lagen toegepast (Meerlaagsveiligheid): Laag 1 Preventie (door dijken en/of ruimte voor

Nadere informatie

LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA

LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA LEVEN MET WATER STRATEGIE WATERVEILIGHEID EN KLIMAATBESTENDIGHEID IN DE IJSSEL-VECHTDELTA STRATEGIE KLIMAATBESTENDIGHEID & MEERLAAGSVEILIGHEID IJSSEL-VECHTDELTA De IJssel-Vechtdelta is een gebied dat onderdeel

Nadere informatie