Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 1 van 11. Beroep Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg

Transcriptie

1 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 1 van 11 GEMEENTE NUTH Raad: 14 december 2010 Agendapunt: RTG: AAN DE RAAD Onderwerp: Beroep Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 1. Samenvatting Op 8 oktober 2010 heeft de Provincie Limburg het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg vastgesteld. Hierbij zijn door Provinciale Staten nog een aantal moties aangenomen waarvan er drie betrekking hebben op Nuth. In het voorstel wordt bekeken op welke wijze de door de gemeente Nuth gewenste realisering van de Buitenring bewerkstelligd kan worden. 2. Doelstelling / Beoogd effect Realisering van de Buitenring op de door de gemeente Nuth gewenste wijze. 3. Argumenten / Alternatieven c.q. opties / Toelichting Bij de behandeling van het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Buitenring Parkstad Limburg (BPL) in de raadsvergadering van 13 juli 2010 is een 14-tal conclusies getrokken. Op 8 oktober 2010 heeft Provinciale Staten het PIP BPL vastgesteld met een aantal moties van Provinciale Staten. In eerste instantie zal het nu vastgestelde PIP beoordeeld worden aan de hand van de bovengenoemde conclusies. Vervolgens zullen aan de aangenomen amendementen en moties behandeld worden. A. Conclusies raadsvergadering 13 juli 2010 (zie bijlage 1). conclusie 1 Voorkeursalternatief/ MMA Ten aanzien van het knooppunt heeft de raad gekozen voor het meest milieuvriendelijke alternatief. Dit alternatief is ook verwerkt in het nu vastgestelde Inpassingsplan. conclusie 2 en 3 Verkeerssituatie + openhouden toe- en afrit A76 Nuth Zuid De reactie van de Provincie dat op een groot deel van het lokale wegennet in de kern Nuth een verkeersafname plaatsvindt is juist voor een groot aantal lokale wegen, uitgaande van een autonome situatie in 2025 (geen Buitenring). Op de Stationsstraat zal met de Buitenring volgens het huidige ontwerp de intensiteit ca mvt per dag bedragen, terwijl dit in de autonome situatie ca mvt per dag zijn. Deze afname geldt ook voor de Valkenburgerweg, en de van Eijnattenweg en enkele lokale wegen in de kern Nuth alsmede de doorgaande weg in Vaesrade. Ook is het juist dat de verkeersintensiteiten rondom de aansluiting A76 Nuth-zuid, sterk afnemen ten gevolge van het opheffen van de deze aansluiting. De bereikbaarheid van het station voor voetganger en fietsers en de leefbaarheid in woonstraten van de Nuinhofbuurt verbetert aanzienlijk. Dit komt mede door een sterke afname van de geluidbelasting op bijvoorbeeld de Spoorstraat. Met betrekking tot de verkeerstoename in Hellebroek/Laar wordt geconcludeerd dat deze verkeerstoenamen wordt veroorzaakt door lokaal verkeer vanuit de kern Nuth met een bestemming in Hoensbroek of Heerlen. Omdat het hier bestemmingsverkeer betreft wordt dit door de Provincie niet gerekend tot sluipverkeer. Deze conclusie onderschrijven wij niet, omdat voor de bewoners van Hellebroek ook het doorgaand verkeer vanuit de kern Nuth, sluipverkeer is. Het is juist dat de toenamen van het verkeer in Hellebroek en Laar voorkomen kan worden door een afsluiting in de vorm van een knip aan te brengen ter hoogte van Laar. Hiermee zou de verkeersintensiteit in deze woonstraat - die ingericht is als 30 km weg drastisch afnemen. Deze oplossing is ook positief voor schoolgaande jeugd die deze route met de fiets als school-

2 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 2 van 11 thuis route gebruiken. Uit aanvullend onderzoek blijkt dat een afsluiting bij Laar geen verkeerstoename in Wijnandsrade veroorzaakt. De conclusie dat eventueel toe te passen maatregelen op Hellebroek/Laar en de aansluiting A76 Nuth-zuid, een zaak is van de verantwoordelijke wegbeheerders, zijnde de gemeente Nuth en Rijkswaterstaat is inmiddels achterhaald door motie van Provinciale Staten. In deze motie wordt Gedeputeerde Staten verzocht om in overleg te treden met Rijkswaterstaat en de gemeente Nuth en alles wat binnen haar mogelijkheden ligt moet inzetten om het standpunt van Rijkswaterstaat te herzien en de op- en afrit Nuth-zuid te handhaven. Gedeputeerde Driessen heeft toegezegd met deze motie in te kunnen stemmen met de kanttekening dat een analyse van de verkeerscijfers als basis moet dienen bij dit vraagstuk. Deze analyse wordt met de partijen besproken alvorens uitvoering wordt gegeven aan deze motie. Op ambtelijk niveau (Provincie, RWS en gemeente Nuth) wordt momenteel uitvoering gegeven aan deze motie door de consequenties van het openhouden of laten vervallen van de aansluiting inzichtelijk te maken. Nadrukkelijk wordt hierbij ook de problematiek van het sluipverkeer in Hellebroek/Laar en de verkeersintensiteiten op het overig onderliggend wegennet in Nuth en de A76 betrokken. Daarnaast wordt hierbij ook de verkeersveiligheid en de maatschappelijke kosten van het (om)rijden naar de nieuwe aansluiting betrokken. Naar verwachting vindt begin januari een eerste bestuurlijk overleg plaats over de resultaten van dit onderzoek. De raad zal hiervan eveneens in kennis worden gesteld. Door de raad is bij de behandeling van het Ontwerp Inpassingsplan een motie aangenomen waarin onder andere opdracht is gegeven om de bewoners bij dit onderwerp te betrekken via burgerparticipatie. Om hier invulling aan te geven wordt met de Provincie overlegd om op enig moment de resultaten van het onderzoek/analyse voor te leggen aan de bewoners. De opheffing van de aansluiting A76 Nuth Zuid wordt onderzocht in het kader van de buitenring. Feitelijk is de Buitenring niet afhankelijk van het al dan niet handhaven van deze aansluiting. Het besluit hiertoe is een bevoegdheid van Rijkswaterstaat. Dit besluit is voor beroep vatbaar. Op dit moment is de gemeente nog samen met de provincie in overleg met Rijkswaterstaat en is dit besluit nog niet genomen. In de reactie wordt aangeven dat in de verkeerskundige onderzoeken van het Inpassingsplan en de milieueffectrapportage ten behoeve van de aansluiting Nuth is uitgegaan van een verkeerskundige knip ter plaatse van de Kamp tussen de Slagboomsweg en Daelderweg. Deze knip is noodzakelijk om sluipverkeer te voorkomen vanaf het nieuwe verkeersplein, via het bedrijventerrein de Horsel en de kern van Nuth (o.a. Dorpstraat) en Nierhoven naar de Putstraat en Provincialeweg. Wordt deze afsluiting niet aangebracht dat wordt een extreme verkeerstoename verwacht op deze wegen. Voor een goede en veilige verkeersafwikkeling op eerder genoemde wegen en het bedrijventerrein de Horsel en dan met namen de Daelderweg zal dit aanzienlijke negatieve consequenties hebben. Dit geldt ook voor de bereikbaarheid van de bedrijven langs de Daelderweg. In verband met het wijzigen van de verkeersstructuur op de Horsel heeft Haskoning een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is als zienswijze ingediend. Om problemen in de toekomst te voorkomen worden in het onderzoeksrapport een aantal maatregelen voorgesteld. De Provincie zegt in haar reactie toe dat over de te nemen maatregelen overleg plaatsvindt. Hierbij gaat de Provincie uit van het (gezamenlijk) realiseren van sobere en doelmatige maatregelen. De Provincie wijst in haar reactie de optie af om het nieuwe fietspad langs de Reijmersbekerweg door te trekken over de Industriestraat en dit tussen de achterzijde van de bedrijven aan de Industriestraat en het parkeerterrein/ bedrijfsterrein van VSL(Vos), aan te leggen. Volgens de mening van de Provincie is een dusdanige ligging uit oogpunt van sociale veiligheid ongewenst. Omdat de plannen voorzien in het inrichten van een 30 km per uur zone op de Horsel, is men van mening dat fietsers op een veilige manier de Industriestraat kunnen gebruiken. De verwachting is echter dat het aantal vrachtwagenbewegingen van en naar het bedrijf VSL(Vos), in de toekomst sterk zal toenemen. Hierdoor denken wij dat een fietsvoorziening over de industriestraat ondanks een mogelijke inrichting van een 30 km weg- uit oogpunt van

3 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 3 van 11 verkeersveiligheid geen juiste oplossing is. Ook wij zijn van mening dat de sociale veiligheid bij een fietsverbinding achterlangs de bedrijven van de Industriestraat, een zeer belangrijk punt van aandacht is. Naar onze mening verwerpt de Provincie deze oplossing omdat deze in financieel opzicht een dure oplossing. Dit is echter in strijd met de aangenomen motie 1 van Provinciale Staten. Dit zal in het vervolgtraject nadrukkelijk aan de orde komen. Door de Provinciale Staten is bij de behandeling van het inpassingsplan een motie 1 aangenomen om te onderzoeken: Welke knelpunten zich voordoen op het onderliggend wegennet als gevolg van de Buitenring. Welke maatregelen een oplossing bieden voor deze knelpunten. Welke kosten daarmee gemoeid zijn. Op welke wijze deze kosten gezamenlijk gemeenten en Provincie - gedragen kunnen worden. Met deze motie wordt tegemoet gekomen aan de wens van de deelnemende gemeenten dat maatregelen op het onderliggend gemeentelijk wegennet, niet zondermeer ten laste moeten komen van deze gemeenten. Door de Provincie wordt inmiddels uitvoering gegeven aan deze motie. Hiertoe is een onderzoeksopdracht geformuleerd die binnenkort wordt aanbesteed. In deze onderzoeksopdracht is opgenomen dat gemeente nauw worden betrokken bij deze studie. De verwachting is dat deze studie een doorlooptijd heeft van 3 a 4 maanden. De maatregelen die voortkomen uit het onderzoek van de Aansluiting A76 Nuth-zuid en Hellebroek/Laar en afsluiting op de Kamp en Bedrijventerrein De Horsel willen wij betrekken bij deze studie. Rekening moet worden gehouden dat een deel van de kosten voor de maatregelen op het gemeentelijk wegennet, gedragen moeten worden door de gemeente zelf. De raad wordt geïnformeerd wanneer de resultaten van deze studie bekend zijn. In het ontwerp van de Aansluiting Nuth zijn onder andere op het bestaande wegennet rond het bedrijventerrein de Horsel enkele verkeerskundige voorzieningen opgenomen. Dit is o.a. een turbo-rotonde aan de noordkant van de Horsel, de rotonde op de aansluiting Reijmersbekerweg Daelderweg en de rotonde op de kruising van Eijnattenweg Daelderweg lus Leeuwerweg (bij het tankstation. Daarnaast is een fietsverbinding voorzien langs de Reijmersbekerweg en wordt deze weg ingericht als een 80 km weg. De kosten voor de aanleg van deze voorzieningen komen ten laste van het project Buitenring en behoren niet tot maatregelen op het onderliggend gemeentelijk wegennet. Langzaam verkeersverbinding Rozenstraat Vaesrade In het ontwerp van de Buitenring is rekening gehouden met verbindingen voor langzaam verkeer bij de Rozenstraat in Vaesrade. Ter hoogte van de Rozenstraat is voorzien in een verbinding voor landbouwvoertuigen. Door deze verbinding tussen Struikenweg en Vaesrader Wienweg is de bereikbaarheid van de achterliggende percelen gewaarborgd. Verder is hier voorzien in een fietsverbinding tussen Rozenstraat en Vaesraderbosweg door middel van een fietsbrug. Aansluiting Schuureikenweg/Naanhofsweg Vaesrade-Hoensbroek Fietsverkeer tussen Vaesrade en Hoensbroek (kasteel) kan gebruik maken van de in het ontwerp van de Buitenring opgenomen aansluiting Schuureikenweg/Naanhofsweg in Vaesrade- Hoensbroek. Het fietsverkeer kan langs de rotondes van de aansluiting Schuureikenweg worden afgewikkeld. Om de bereikbaarheid van de landbouwpercelen langs de Buitenring te waarborgen, is voorzien in een parallel aan de Buitenring gelegen verbinding tussen aansluiting Naanhofsweg en Vaesrader Wienweg. Aansluiting Nuth

4 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 4 van 11 Tussen Kathagen en Van Eijnattenweg is voorzien in een verbinding voor fietsers. Om deze verbinding mogelijk te maken, wordt een fietstunnel met geringe doorrijdhoogte aangebracht ter plaatse van het huidige kruispunt N298-Kathagen. Bij de provincie is al nadrukkelijk aangegeven dat het (sociale) veiligheidsaspect uitvoerig bekeken moet worden. Goede verlichting is hier een onderdeel van. conclusie 4 Geluid De gemeente constateerde dat in het ontwerp Inpassingsplan de onderbouwing van het geluidsaspect onvolledig was. De provincie heeft dit in het vastgestelde Inpassingsplan hersteld. De Intergemeentelijke MilieuDienst (IMD) concludeert dat de onderbouwing van het geluidsverhaal voldoet aan de wettelijke eisen en ook volledig is. conclusie 5 Bodem Het bodemverhaal is in het vastgestelde PIP aangevuld en voldoende onderbouwd. Het voldoet aan de wettelijke normen. conclusie 6 Luchtkwaliteit Ook hier constateerde de gemeente Nuth dat de onderbouwing in de vorm van onderzoeken onvolledig was. De provincie heeft dit aan gevuld. De IMD concludeert dat de luchtkwaliteit voldoet aan de wettelijke normen. conclusie 7 Archeologie Nuth heeft aangegeven dat de archeologische waarden gerespecteerd dienen te worden en dat het Verdrag van Malta van toepassing is. De provincie geeft aan dat zorgvuldig met alle aangetroffen behoudenswaardige archeologische resten zal worden omgegaan en zo nodig wordt opgegraven. conclusie 8 RKVV Vaesrade Zowel provincie als gemeente hanteren als uitgangspunt dat het RKVV Vaesrade niet in een nadeligere positie mag komen door de Buitenring. Momenteel vindt door een extern bureau onderzoek plaats op welke wijze het verlies van het voetbalveld in Vaesrade gecompenseerd kan worden. Bij dit onderzoek is RKVV Vaesrade vanzelfspreken nauw betrokken. De verwachting is dat eind januari 2011 dit onderzoek is afgerond. Vervolgens dient dit compensatievoorstel verder uitgewerkt te worden in een overeenkomst tussen RKVV Vaesrade, provincie en gemeente Nuth. conclusie 9 Hulpdiensten Tijdens de beoordeling van het Ontwerp Inpassingsplan is overleg geweest met de brandweer. Uit dit overleg bleek dat voor deze organisatie het mogelijk vervallen van de Aansluiting A76 Nuth-zuid geen probleem is omdat de eerste uitruk plaatsvindt vanuit Brunssum. Volgens de brandweer zal de aanrijtijd voor Nuth en Vaesrade korter worden. De ingebrachte zienswijze betrof met name de extra reistijd voor ambulances van uit Heerlen naar Nuth en Vaesrade en de terugrit naar het ziekenhuis in Heerlen. Uit de bijgevoegde rijtijdanalyse blijkt dat voor de kern Nuth een ambulance vanuit de ambulanceremise bij Winkelcentrum Het Loon in Heerlen, door het vervallen van de Aansluiting A76 Nuth-zuid, ca. 3 kilometer extra moet rijden. Bij een gemiddelde snelheid van 70 km/h over het omrijtraject, treedt een extra rijtijd op van ca. 2,62 minuten. De totale rijtijd vanuit Heerlen bedraagt inclusief deze omrijbeweging, bij een gemiddelde snelheid van 80 km/h over het hele traject ca. 5,25 minuten. Hiermee blijft de totale rijtijd onder de wettelijke gestelde maximum tijd van 10 minuten. Voor de kern Vaesrade is de extra afstand ca. 3,3 km. De extra rijtijd bedraagt bij een gemiddelde snelheid van 70 km/h ca. 2,80 minuten. De totale rijtijd van uit Heerlen bedraagt bij een gemiddelde snelheid van 80 km/h ca 8,63 minuten. Ook hier geld dat deze rijtijd voldoet aan de norm van maximaal 10 minuten. De verschillende rijsnelheden worden veroorzaakt door de verschillende wegen waarover gereden wordt.

5 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 5 van 11 Het antwoord van de Provincie blijkt uit deze rijtijdanalyse juist te zijn. Los van het feit dat de rijtijden voldoen aan de norm, hebben wij bij het onderzoek van het handhaven van de Aansluiting A76 Nuth-zuid, verzocht de extra rijtijd voor ambulances hierbij te betrekken. Conclusie 10 Recreatieve verbindingen bij overkluizing Geleenbeek De gemeente Nuth heeft gepleit om bij de overkluizing van de Geleenbeek rekening te houden met een recreatieve verbinding. De provincie is hier aan tegemoet gekomen. In het nu vastgestelde Inpassingsplan is een dermate verbrede overkluizing opgenomen dat er recreatieve verbindingen mogelijk zijn. Deze zijn ook als zodanig benoemd. Hiermee is tegemoet gekomen aan de zienswijze van Nuth. conclusie 11 Grondinbreng Het besluit dat voor de benodigde gemeentelijk gronden marktprijzen wordt gevraagd blijft overeind. In de bestuurlijke overeenkomst tussen de Provincie en gemeenten inzake de Buitenring zijn afspraken gemaakt over onder andere de financiële consequenties. De insteek van de gemeente is om haar gronden die nodig zijn voor de aanleg van de Buitenring aan de Provincie te verkopen tegen marktwaarde. Als hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, zal de Provincie die gronden door middel van het voeren van een onteigeningsprocedure moeten verwerven. De Onteigeningswet hanteert als basis dat een onteigende, i.c. de gemeente Nuth, volledig schadeloos moet worden gesteld. In de praktijk zal dat moeten leiden tot een door de Provincie te betalen schadeloosstelling op basis van marktwaarde. Conclusie 12 Overeenkomst De gemeente heeft gepleit voor één totale raamovereenkomst voor wat betreft de bereikte resultaten. De provincie komt op 8 december 2010 met een concept raamovereenkomst waarin voor alle parkstadgemeenten wordt vastgelegd hoe procedureel verder te gaan met de verschillende vereiste overeenkomsten. Hiermee wordt gedeeltelijk tegemoet gekomen aan de wens van de gemeente Nuth. Voor wat betreft het inhoudelijke deel is de motie 1 van Provinciale Staten van belang waarin ten aanzien van de kosten van het onderliggende wegennet op basis van redelijkheid en billijkheid verdeeld worden. conclusie 13 Beroepsmogelijkheid Met het inwerking treden van de Crisis en herstelwet (Chw) is er het een en ander veranderd ten aanzien procedures. De provincie geeft aan dat zij niet kan beoordelen of gemeenten in deze procedure een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State hebben. De gemeente heeft hier over juridisch advies ingewonnen bij twee bureaus. Deze geven tegenstrijdige adviezen. Het voert te ver om hier op alle details in te gaan maar tot dat er een uitspraak van de Raad van State, wordt voorgesteld om van een beroepsmogelijkheid voor de gemeente uit te gaan. In een beroepsprocedure kunnen prejudiciële vragen gesteld worden aan het Europese Hof in Luxemburg. Hier wordt nationale wetgeving aan europese wetgeving getoetst. Op grond van art. 267 EU-Werkingsverdrag zijn alleen 'rechterlijke instanties' van de lidstaten bevoegd tot het stellen van prejudiciële vragen. Deze term wordt nergens in het verdrag gedefinieerd, maar in de jurisprudentie van het Hof is een aantal criteria geformuleerd aan de hand waarvan bepaald kan worden of inderdaad sprake is van een rechterlijke instantie. De criteria zijn: een onafhankelijk lichaam, dat naar nationaal recht rechtmatig is ingesteld, een permanent karakter en verplichte rechtsmacht heeft en dat uitspraak doet volgens de regels van het recht na een procedure op tegenspraak. De gemeente Nuth kan dus niet zelf vragen stellen over de uitleg van de Crisis- en Herstelwet, dat zal in dit geval door de Raad van State moeten gebeuren.

6 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 6 van 11 conclusie 14 Toezegging verdiepte aanleg Niet voldaan wordt aan de wens van de Gemeente Nuth om een verdiepte ligging mogelijk te maken. Een verdiepte ligging zoals de Gemeente Nuth steeds bepleit heeft, gaat uit van een ligging waarbij in het verlengde van de Rozenstraat een (fiets)brug over de Buitenring wordt aangelegd. Het antwoord van de Provincie dat door de insnijdingen in het landschap het tracé bij Vaesrade verdiept wordt aangelegd is niet juist. Het betreft een insnijding van maximaal 2 a 3 meter op enkele locaties. Deze insnijding komt door het reliëf van het landschap en is niet door de Provincie uit het oogpunt van een verdiepte ligging ontworpen. Dit blijkt bovendien bij de Rozenstraat waar de weg aan de zijde van de bebouwing bij Vaesrade ca. 1,80 hoger komt te liggen dan het oorspronkelijk maaiveld. Uit de dwarsprofielen behorende bij de verbeeldingenkaart en het omgevingsplan blijkt dat aan de zijde van Vaesrade een grondwal met beplanting wordt aangelegd. Deze grondwal is naar aanleiding van onze eerdere verzoeken in het plan opgenomen. De grondwal bestaat voor een deel uit het grondlichaam dat noodzakelijk is voor de toegangsweg (fietspad) naar de fietsbrug, ter hoogte van de voetbalvelden van Vaesrade. Langs de grondwal bij het fietspad wordt aan de zijde van de Buitenring een extra visueel scherm geplaatst met een hoogte van ca. 2 meter. Vanaf de Rozenstraat in oostelijke richting heeft deze grondwal een hoogte van meerdere meters (waarschijnlijk > 4,5 meter). Deze grondwal wordt extra aangelegd ter afscherming van de woningen aan de Rozenstraat. Hiermee wordt de visuele hinder gezien vanuit de Rozenstraat voorkomen. Tevens heeft deze grondwal een functie van geluidwerende voorziening. Het verzoek om een dwarsprofiel ter hoogte van de Rozenstraat op de Verbeeldingenkaart op te nemen, is vooralsnog niet overgenomen. Het dwarsprofiel ligt ca. 50 meter in oostelijke richting vanaf de Rozenstraat. De Provincie is aanvullend verzocht om alsnog een dwarsprofiel aan te leveren ter hoogte van de eerste woning van de Rozenstraat. Hiermee kan de raad en de bewoners beter zichtbaar gemaakt worden hoe de situatie er uit komt te zien. Het is niet duidelijk of wij dit dwarsprofiel op tijd ontvangen. De toezegging van de Gedeputeerde dat een verdiepte ligging in het Inpassingsplan planologisch mogelijk te maken, is niet in het plan opgenomen. De Provincie is van mening dat dit niet mogelijk is omdat voor een verdiepte ligging eerst een uitgebreid onderzoekstraject moet worden doorlopen. Op basis van de resultaten van deze onderzoeken wordt een definitief besluit genomen. Indien een verdiepte ligging mogelijk blijkt te zijn, wordt voor dit deel van het tracé vervolgens via een partiële herziening van het Inpassingsplan uitgevoerd. Tijdens de behandeling van het Ontwerp Inpassingsplan in de raad van 13 juli 2010 is een amendement aangenomen, dat het besluit van de raad in zijn vergadering van 21 april 2009 onverkort gehandhaafd blijft en expliciet in de zienswijze moet worden opgenomen. Het besluit van 21 april 2009 houdt in dat alsnog wordt gekozen voor het Randwegtracé, als het voorkeurstracé zonder bijdrage van de Gemeente Nuth niet wordt geoptimaliseerd. Zoals bekend is dit standpunt in de zienswijze opgenomen. Tevens is besloten dat de portefeuillehouder aan het Regionaal Bestuurlijk Overleg mede moet delen dat zijn instemming met de ligging van de Buitenring op maaiveldniveau is ingetrokken. De portefeuillehouder heeft deze opdracht uitgevoerd. Tijdens de behandeling van het Ontwerp Inpassingsplan in de Provinciale Staten is een motie aangenomen die samengevat inhoudt dat Gedeputeerde Staten wordt verzocht een uitgebreid onderzoek uit te voeren naar een verdiepte ligging op basis van een integrale gebiedsvisie voor de Oostflank van Vaesrade. Hierbij dienen de waterhuishoudkundige consequenties voor het Geleenbeekdal, de ecologie in het gebied, archeologie en status van het Jeugrubbebos, nadrukkelijk aandacht te krijgen. De Provincie heeft ons geïnformeerd dat een onderzoeksopdracht is geformuleerd en dat de opdracht binnenkort aan een onderzoeksbureau wordt opgedragen. Het verzoek om de firma L Ortye en ons bij dit onderzoek te betrekken, is niet volledig overgenomen. De Provincie stelt zich op het standpunt dat zij alleen de Gemeente Nuth bij dit onderzoek wilt betrekken. Van de firma L Ortye hebben wij toestemming gekregen om het plan dat een integrale gebiedsvisie voor de Oostflank van Vaesrade omvat te

7 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 7 van 11 betrekken bij het overleg met de Provincie. Recent heeft een eerste overleg over dit onderwerp plaatsgevonden. Alles overziende concluderen wij dat de Provincie ons niet tegemoet komt met een volledig verdiepte ligging zoals de raad dat wenst. Echter door de insnijdingen van deze weg in het landschap en de aanleg van het grondlichaam bij de Rozenstraat ontstaat in beperkte mate een verdiepte ligging. Door de aangenomen motie van Provinciale Staten om een uitgebreid onderzoek uit te voeren naar een verdiepte ligging, is een dusdanige uitvoering niet definitief van de baan. Of het instellen van beroep tegen de gevolgen van het niet uitvoeren van een verdiepte ligging, een kans van slagen heeft, valt op voorhand moeilijk te beoordelen. De Raad van State weegt in tegenstelling tot Provinciale Staten alleen juridische argumenten. De Provincie heeft volgens de wettelijke eisen het Jeugrubbebos ontzien in verband met de EHS status van dit bos en is de provincie de gemeente Nuth op basis van het gevoerde overleg enigszins tegemoet zijn gekomen door de aanleg van de grondwal. Bovendien blijkt uit het akoestisch onderzoek dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder. De mening van de raad dat vast gehouden moet worden aan het Randwegtracé is begrijpelijk. Echter de realiteit gebiedt te zeggen dat dit een gepasseerd station is. Het besluit van Provinciale Staten van 8 oktober 2010 is op dit punt gebaseerd op het provinciale besluit uit 2008 waarbij op basis van de Tracénota/Mer en de verdere besluitvorming, in 2008 een bestuurlijk voorkeurstracé is vastgesteld. Hiermee is het tracé via de Randweg definitief komen te vervallen. B. Amendementen en moties Het raadsbesluit van 13 juli 2010 behelsde tevens de volgende punten. a. Het amendement om het standpunt van de raad in zijn vergadering van 21 april 2009 onverkort te handhaven. Dit is hierboven onder punt 14 behandeld. b. Het amendement om in de zienswijze op te nemen dat zoveel mogelijk vooralsnog alle opties voor het oplossen van deze problemen open dient te blijven waaronder het open houden van op- en afritten van de A76 en dat gedegen bestuurlijk overleg geboden is in het belang van de inwoners van Nuth. Dit is hierboven in de punten 2 en 3 aan de orde geweest. Hier valt aan toe te voegen dat er op ambtelijk en bestuurlijk niveau diverse overleggen hebben plaatsgevonden over onderwerpen zoals in dit voorstel verwoord. c. De toezegging van de wethouder dat grond alleen tegen marktprijzen wordt ingebracht. Dit is onder punt 11 aan de orde geweest. d. De toezegging van de wethouder dat expliciet verwezen wordt naar het verdrag van Malta. Dit is onder punt 7 aan de orde geweest. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de ingediende zienswijze in bijlage 1. e. De toezegging van de wethouder dat de gevraagd wordt het geluidsniveau uit de onderzoek te garanderen. Dit is onder punt 4 aan de orde geweest. f. De toezegging van de wethouder dat luchtkwaliteit bij de voetbalvelden aan de orde wordt gesteld. Dit is onder punt 6 aan de orde geweest. Voor de volledigheid wordt verwezen naar de ingediende zienswijze in bijlage.. g. De toezegging dat nadrukkelijk gestreefd wordt over verschillende onderwerpen (waaronder VV Vaesrade) convenanten af te sluiten. Dit is onder punt 12 aan de orde geweest.

8 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 8 van 11 De provincie heeft het PIP gewijzigd vastgesteld. De ingediende zienswijze van de gemeente Nuth is op één onderdeel na ongegrond verklaard. Voor een deel is dit niet ernstig aangezien de opmerkingen van Nuth gericht waren op de onvolledigheid van onderliggende onderzoeken. Deze heeft de provincie ambtshalve al aangepast. Deze zijn hierboven reeds besproken. Daarnaast zijn er een aantal moties aangenomen die relevant zijn voor Nuth. Motie 1; kosten onderliggend wegennet: Deze motie houdt in dat de Provincie gaat onderzoeken wat de aanleg en aanpassingen op het gemeentelijke wegennet voor gemeenten in Parkstad gaat kosten. Samen met gemeenten wordt hierbij onderzocht op welke manier deze kosten, op basis van redelijkheid en billijkheid, gezamenlijk gedragen zouden kunnen worden. Voor Nuth is dit belangrijkheid voor het aanpassen van wegen op Bedrijventerrein De Horsel en andere wegen. Weliswaar heeft GS al in de reactie op de Zienswijzen toegezegd dat over aanpassingen op De Horsel overleg plaatsvindt. Echter in formele zin is deze zienswijze afgewezen. Motie 3; Aansluiting A76 Nuth-zuid: Bij het overleg dat de gedeputeerde met Rijkswaterstaat en Nuth gaat voeren, wordt als basis de verkeersanalyse gebruikt die onderdeel uitmaakt van de Tracénota/MER Aansluiting Nuth en daarmee gekoppeld is aan het Ontwerp Inpassingsplan. Deze analyse geeft inzicht in de toename en afname van het verkeer op diverse wegen in de kern Nuth. Nadrukkelijk is door de Staten naar voren gebracht dat de weging van plussen en minnen van verkeersintensiteiten op de wegen in Nuth en de vraag van openhouden of afsluiten van de aansluiting A76 Nuth-zuid, primair een zaak van Nuth is. Motie 5; Verdiepte ligging bij Vaesrade: Bij de behandeling van de motie in de Staten is op advies van de gedeputeerde, besloten om het onderzoek ruimer uit te voeren. Naast de consequenties voor de waterhuishouding van het Geleenbeekdal (m.n. verdroging), moeten ook de consequenties voor ecologie, archeologie en Jeugrubbebos in het onderzoek meegenomen worden. Verder geldt het uitgangspunt dat een verdiepte ligging binnen het taakstellend budget moet blijven. De Staten hebben verder besloten om de mogelijkheid van een verdiepte ligging nu niet in het Inpassingsplan op te nemen maar in de toekomst alsnog planologisch mogelijk te maken. Dit besluit heeft in belangrijke mate met de procedurele consequenties te maken. Nu een verdiepte ligging opnemen in het Inpassingsplan zou betekenen dat de vaststelling door de Staten uitgesteld zou moeten worden. Dit ging de Staten vanzelfsprekend te ver. Besloten is dat wanneer uit het onderzoek blijkt dat een verdiepte ligging haalbaar is, dit via een partiële herziening plaatsvindt. Door het aannemen van de moties 3 en 5 blijkt dat de bestuurlijke en ambtelijke lobby naar enkele fracties van de Staten, succes heeft gehad. Het aannemen van motie 5 betekent dat een verdiepte ligging bij Vaesrade voor de Staten actueel is. Hoe nu verder? De gemeente Nuth heeft in het verleden aangegeven niet principieel tegen de Buitenring Parkstad Limburg te zijn. Wel heeft Nuth duidelijk aangegeven hoe zij de Buitenring gerealiseerd wenst te zien. De vraag is nu aan de orde of aan de gewenste uitvoering gehoor wordt gegeven. De conclusie van het bovenstaande is dat de provincie Limburg bij de vaststelling van het PIP (inclusief moties) in de praktijk grotendeels aan de opmerkingen van de gemeente Nuth tegemoet is gekomen. De vraag die nu voorligt of ten aanzien van het vervolg of het bestuurlijk traject of het juridische traject gevolgd moet worden of beide. Of anders geformuleerd welke route leidt tot het beste resultaat? Juridisch traject Het vastgestelde PIP is ten opzichte van het ontwerp beter onderbouwd. Op voorhand wordt geconstateerd dat mede gezien de adviezen van de Intergemeentelijke Milieudienst, de juridische

9 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 9 van 11 gronden voor een beroep bij de Raad van State beperkt zijn. Daarnaast valt een aantal punten zoals het al dan niet sluiten van de toe- en afritten Nuth Zuid en de inbreng waarde van de grond niet onder dit besluit. Hierover dient een afzonderlijk besluit genomen te worden waar tegen beroep openstaat. Bestuurlijk traject De gemeente Nuth is op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau betrokken bij overleg over de Buitenring. De gemeente Nuth is gebaat bij het goed uitvoeren van de bovengenoemde moties van Provinciale Staten. Op dit moment is de inschatting dat dit het best gerealiseerd kan worden door middel van bestuurlijk en ambtelijk overleg. Het college schat in dat het bestuurlijke traject meer effect zal sorteren dan het juridische. Voorgesteld wordt niet in beroep te gaan tegen het vaststellingsbesluit Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad maar intensief verder te gaan met bestuurlijk overleg. Tegelijkertijd ligt ook het besluit Trace/nota MER Aansluiting Nuth 2 e aanvulling MER ter inzage. Dit betreft het knooppunt Nuth. Dit als onderbouwing van het PIP. Gezien het voorgaande wordt voorgesteld om ook hier geen beroep tegen in te stellen. 4. Eerdere besluitvorming In 2005 heeft Nuth de volgende afspraken gemaakt in de bestuursconvenant: 1. Voor Buitenring en Binnenring worden geen middelen beschikbaar gesteld. 2. De Aansluiting Nuth inclusief een adequate oplossing voor de afwikkeling van het verkeer op het lokale wegennet, dient te zijn gerealiseerd alvorens de overige onderdelen van Buitenring worden opengesteld voor het verkeer. Met betrekking tot het Voorkeurstracé heeft de raad op 1 juli 2008 de volgende besluiten genomen: 3. De Buitenring moet verdiept langs de kern Vaesrade lopen om visuele hinder en geluidhinder te voorkomen c.q. verminderen. 4. De langshelling van de weg dient zo vlak als mogelijk te zijn (geluidsniveau van met name vrachtverkeer verminderen). 5. Er dient een doorgang vanuit de Rozenstraat naar de Randweg in Hoensbroek te komen. 6. Het langzaam verkeer (voetgangers, (brom)fietsers, landbouwvoertuigen, paarden) dient een goede ontsluiting van en naar de kern Nuth te hebben. 7. De ontsluiting van de kern Vaesrade op de buitenring moet verder geoptimaliseerd worden. 8. Er mag geen sprake zijn van toename van sluipverkeer door de kern Vaesrade. Indien niet aan de voorwaarden 1 t/m 6 voldaan wordt, zal de Raad alsnog de eerdere voorwaarde bij het sluiten van de convenant, nl. dat gekozen wordt voor het (randweg)tracé, handhaven. 9. In het kader van het project CorioGlana wordt verzocht in en rond het Geleenbeekdal een ruime combipassage op te nemen, welke een positieve bijdrage levert aan ecologie en recreatie netwerken. Voorts heeft de raad op 21 april 2009 nog het volgende besloten over de Buitenring: 10. Geen 9,4 miljoen euro betalen voor de optimalisatie van de Buitenring. 11. Alsnog kiezen voor het Randwegtracé als het voorkeurstracé zonder de bijdrage van de gemeente Nuth niet wordt geoptimaliseerd. 12. Het college van burgemeester en wethouders op te dragen deze motie voor 24 april 2009 ter kennis te brengen van de Statencommissie van de Provincie Limburg.

10 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 10 van 11 Op 19 oktober 2009 heeft de raad besloten omtrent de reactie op de Startnotitie Tracénota/MER. De reactie is bijgevoegd. Daarnaast heeft wethouder Pluijmaeckers op 11 februari 2010 de raad per memo geïnformeerd over een drietal zaken m.b.t. de Buitenring. Deze Memo is bijgevoegd. Op 13 juli 2010 heeft de gemeenteraad besloten om een zienswijze in te dienen tegen het ontwerp Provinciaal Inpassingsplan BPL. Dit is verwoord in de ingediende zienswijze van 27 juli 2010 (zie bijlage 1) 5. Past in strategische visie ja/nee (waarom niet) en welk programma N.V.T. 6. Juridische aspecten / Wettelijk kader Wet ruimtelijke ordening (Wro), Crisis en herstelwet (Chw), overige vakinhoudelijke wetgeving zoals Wet geluidshinder (Wgh), Flora en faunawet etc. Met het inwerking treden van de Crisis en herstelwet (Chw) is er het een en ander verandert ten aanzien procedures. De provincie geeft aan dat zij niet kan beoordelen of gemeenten in deze procedure een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State hebben. De gemeente heeft hier over juridisch advies ingewonnen bij twee bureaus. Deze geven tegenstrijdige adviezen. Het voert te ver om hier op alle details in te gaan maar tot dat er een uitspraak van de Raad van state, wordt voorgesteld om van een beroepsmogelijkheid voor de gemeente uit te gaan. In een beroepsprocedure kunnen prejudiciële vragen gesteld worden aan het Europese Hof in Luxemburg. Hier wordt nationale wetgeving aan europese wetgeving getoetst. Op grond van art. 234 zijn alleen 'rechterlijke instanties' van de lidstaten bevoegd tot het stellen van prejudiciële vragen. Deze term wordt nergens in het verdrag gedefinieerd, maar in de jurisprudentie van het Hof is een aantal criteria geformuleerd aan de hand waarvan bepaald kan worden of inderdaad sprake is van een rechterlijke instantie. De criteria zijn: een onafhankelijk lichaam, dat naar nationaal recht regelmatig is ingesteld, een permanent karakter en verplichte rechtsmacht heeft en dat uitspraak doet volgens de regels van het recht na een procedure op tegenspraak. De gemeente Nuth kan dus niet zelf vragen stellen over de uitleg van de Crises- en Herstelwet, dat zal in dit geval door de Raad van State moeten gebeuren. 7. Financiële aspecten Dit is niet goed te beoordelen. Dit is afhankelijk van de verschillende keuzes en onderzoeken die uitgevoerd worden. 8. Communicatie en Burgerparticipatie Ten aanzien van de verkeersmaatregelen zal burgerparticipatie plaatsvinden. 9. Risico s Moeilijk in te schatten. Zie financiële aspecten. 10. Planning Zomer 2011 wil provincie beginnen met realisering Buitenring dan zullen alle procedures afgerond moeten zijn. 11. Evaluatiemomenten / Rapportages aan raad

11 Reg.nr: FLO/2010/16177 Pagina 11 van Bijlage(n) - Ingediende zienswijze gemeente Nuth tegen ontwerp PIP BPL van 27 juli 2010, kenmerk FLO/2010/ Nota van zienswijze Provincie Limburg, Kenmerk FLO/2010/ Brief b en w aan GS van 3 november 2010, kenmerk FLO/2010/ Moties 1, 3, 5 Provinciale Staten, kenmerk FLO/2010/ Overzicht rijtijden Ambulanceverkeer, kenmerk FLO/2010/ Ter inzage liggende stukken Vastgesteld PIP BPL op kamer Voorstel College Op grond van het bovenstaande wordt voorgesteld geen beroep in te stellen tegen het vaststellingsbesluit Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad van 8 oktober 2010 en het besluit Trace/nota MER Aansluiting Nuth 2 e aanvulling MER van de zelfde datum. Voorts wordt voorgesteld om intensief verder te gaan met bestuurlijk overleg ten einde op een constructieve wijze vorm te geven aan de vastgestelde moties van Provinciale Staten en daarmee de door Nuth gewenste uitvoering van de Buitenring Parkstad Limburg te realiseren. Burgemeester en wethouders van Nuth, de secretaris, de burgemeester, Mr. F.L.J. van Vloten Mr. H.G. Vos 15. Besluit Raad De raad van de gemeente Nuth, besluit om op grond van het bovenstaande: - geen beroep in te stellen tegen het vaststellingsbesluit Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad van 8 oktober 2010 en het besluit Trace/nota MER Aansluiting Nuth 2 e aanvulling MER eveneens van 8 oktober intensief verder te gaan met bestuurlijk overleg ten einde op een constructieve wijze vorm te geven aan de vastgestelde moties van Provinciale Staten en daarmee de door Nuth gewenste uitvoering van de Buitenring Parkstad Limburg te realiseren. Aldus besloten door de raad van de gemeente Nuth in de openbare vergadering van 14 december 2010 de griffier, de voorzitter, P.J.M. Boyen Mr. H.G. Vos