Hoorzitting. over het onderzoek naar de programmatie in de thuiszorg- en ouderenvoorzieningen. Verslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoorzitting. over het onderzoek naar de programmatie in de thuiszorg- en ouderenvoorzieningen. Verslag"

Transcriptie

1 stuk ingediend op 466 ( ) Nr maart 2010 ( ) Hoorzitting over het onderzoek naar de programmatie in de thuiszorg- en ouderenvoorzieningen Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid uitgebracht door mevrouw Vera Jans en de heer Felix Strackx verzendcode: WEL

2 2 Stuk 466 ( ) Nr. 1 Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Tom Dehaene. Vaste leden: de heer Tom Dehaene, de dames Cindy Franssen, Vera Jans, Katrien Schryvers; mevrouw Marijke Dillen, de heren Felix Strackx, Erik Tack; de heer Peter Gysbrechts, mevrouw Vera Van der Borght; de heer John Crombez, mevrouw Mia De Vits; de dames Lies Jans, Helga Stevens; mevrouw Patricia De Waele; mevrouw Mieke Vogels. Plaatsvervangers: de dames Sonja Claes, Griet Coppé, Kathleen Helsen, Tinne Rombouts; de dames Gerda Van Steenberge, Linda Vissers, de heer Wim Wienen; de dames Gwenny De Vroe, Lydia Peeters; mevrouw Güler Turan, de heer Bart Van Malderen; de dames Sophie De Wit, Danielle Godderis-T Jonck; mevrouw Ulla Werbrouck; de heer Bart Caron. V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

3 Stuk 466 ( ) Nr. 1 3 INHOUD I. Uiteenzetting door de professoren Jozef Pacolet en Jef Breda Inleiding Cijfers Conclusies Wanless review Gezinszorg Aanvullende thuiszorg Centra voor herstelverblijf Woonzorgcentra en assistentiewoningen Beleidsaanbeveling II. Repliek door de heer Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin III. Vragen van de leden Gebruikte afkortingen... 16

4 4 Stuk 466 ( ) Nr. 1 Op 9 maart 2010 hield de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid een hoorzitting over het onderzoek naar de programmatie in de thuiszorg- en ouderenvoorzieningen. Gehoord werden professor Jozef Pacolet en professor Jef Breda. I. UITEENZETTING DOOR DE PROFESSOREN JOZEF PACOLET EN JEF BREDA 1. Inleiding Professor Jozef Pacolet: Het onderzoek was een zeer korte opdracht van de Vlaamse overheid, bedoeld om de uitvoeringsbesluiten van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 te stofferen, onder meer de nieuwe programmatienormen. De onderzoekers doen enkel voorzichtige uitspraken omdat voor nieuwe normen een overgangsperiode nodig is. De overheid vroeg de onderzoekers na te gaan of een klassiek, leeftijdgebonden profiel de goede basis is voor de programmeringen dan wel of er betere variabelen te vinden zijn. De professoren Jef Breda en Jonas Vogels hebben het onderscheid tussen zorgbehoefte en zorggebruik in beeld gebracht. Daarna hebben ze de praktijk van programmatie en de raming van het zorggebruik in Nederland en het Verenigd Koninkrijk bestudeerd. Elke programmering vertrekt van het bereikte niveau. Het uitgangspunt van geavanceerde, rijke economieën met een hoogontwikkelde verzorgingstaat, is anders dan van landen waar de voorzieningen achtergebleven zijn en die een inhaalbeweging moeten doen. Vlaanderen heeft een hoog niveau in vergelijking met de twee referentielanden Nadien zijn de onderzoekers op zoek gegaan naar informatie die kan helpen om de programmatie voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg te verbeteren, maar ook voor de programmatie voor herstel- en kortverblijf, twee transmurale voorzieningen. Het onderzoek formuleert voorstellen voor woonzorgcentra en assistentiewoningen. Voorts zijn er de implicaties op begroting en beleid. De studie werd ook geconfronteerd met een aantal beperkingen en interpretatieproblemen. Het Woonzorgdecreet introduceert alweer nieuwe termen. De onderzoekers hebben het gevoel dat de overheid slechts een partieel zicht heeft op de realiteit. Gezinszorg en thuisverpleging hangen bijvoorbeeld nauw samen. Bij de bespreking van woonzorgcentra moeten alle mogelijke zorgvormen voor ouderen in rekening genomen worden. Ook met de commerciële ontwikkelingen in de zorgsector wordt weinig rekening gehouden. Het Woonzorgdecreet zal een nieuwe dynamiek in de sector teweegbrengen, daarom is het een risico om nu normen vast te leggen. Hoe de sector op het nieuwe Woonzorgdecreet reageert, is immers relevant voor de normen. 2. Cijfers Professor Jef Breda: De opdracht was de Vlaamse situatie te verkennen en te vergelijken met twee buitenlandse systemen, namelijk het Nederlandse en het Engelse. SHARE is een internationale enquête die in een tiental West-Europese landen de leefomstandigheden van mensen ouder dan 65 jaar en voornamelijk thuiswonend, in kaart brengt. De enquête focust op de behoeften en het zorggebruik. De enquête meet het aantal ADL- en IADLbeperkingen. ADL-beperkingen worden gemeten op basis van zes items: aankleden, door de kamer stappen, in bad gaan of douchen, eten, in en uit bed komen, en naar toilet gaan. Het verlies van IADL-functies gaat meestal vooraf aan ADL-beperkingen. IADL-beperkingen worden gemeten door beperking bij activiteiten als telefoneren, boodschappen doen, met geld omgaan enzovoort.

5 Stuk 466 ( ) Nr. 1 5 Aan de hand van de ADL-score wordt de kans op beperkingen naar leeftijd en geslacht geschat. Graad 1 is de zwaarste afhankelijkheid. Er is een systematisch verschil tussen mannen en vrouwen: vrouwen leven langer maar hebben sneller problemen. Bij de oudste onderzochte groep, de 85-plussers, heeft 7 op 10 vrouwen de zwaarste afhankelijkheidsgraad, terwijl dat er bij mannen 5,6 op 10 zijn. Deze conclusie bevestigt een algemeen bekend fenomeen, dat in alle landen duidelijk blijkt. Op basis van beperkingen is het mogelijk de zorgbehoeften van de thuiswonende vrouwen en mannen in Vlaanderen te ramen. De bevolking wordt daartoe opgedeeld in leeftijdsklassen en ADL-beperkingen, met graad 4 als lichtste en graad 1 als zwaarste graad van beperking. In graad 1 vallen dan vrouwen ouder dan 65 jaar. Bij mannen is dat slechts , ongeveer 40 percent van het aantal vrouwen. Mannen zijn minder ziek maar sterven vlugger. In de categorie van 85-plussers bevinden zich vrouwen en mannen in categorie 1. De enquête maakt het mogelijk een projectie te maken van het aantal thuiswonende ouderen met ADL-beperkingen: in 2011 zouden dat er zijn en in De groep zorgafhankelijke ouderen groeit met Vooral het aantal zorgbehoevende 85-plussers groeit sterk: in 2011, in 2016, in 2021, in 2026, in 2031 en in De groei is ook sterk in de categorie 90-plussers. De oudste ouderen zijn ook diegenen die de meeste zorg behoeven. Jaarlijks groeit het aantal zorgbehoevende ouderen met minstens twee percent, maar het aantal zorgbehoevende 85-plussers groeit de eerste tien jaar jaarlijks met vijf percent. Naast de zorgbehoefte raamt de studie ook het zorggebruik. Bij eenzelfde afhankelijkheid ligt het zorggebruik bij vrouwen hoger dan bij mannen. Samenwonende vrouwen ouder dan 85 jaar, zonder ADL- of IADL-beperking, hebben een zorggebruik van 0,42. Mannen in dezelfde categorie halen 0,28. Het zorggebruik stijgt met de leeftijd, bij alleenstaanden en bij een ADL- en IADL-beperking. De factoren die het gebruik van thuiszorg bepalen, zijn dus leeftijd, geslacht, gezinssituatie en beperking. Het is duidelijk dat ook ouderen zonder ADL-beperking een beroep doen op thuiszorg. Dat is ook zo in Nederland en in Engeland, maar in mindere mate dan in Vlaanderen. Dat bewijzen de cijfers van SHARE. Samenwonende vrouwen ouder dan 85 jaar, zonder ADL- of IADL-beperking, hebben een zorggebruik van 0,42. In Nederland is dat 0,34. Vrouwen van 80 tot 84 jaar die alleen wonen zonder beperking, hebben in Vlaanderen een zorggebruik van 0,56 en in Nederland van 0,32. De selectiviteit van de Vlaamse zorg is dus minder groot. In Nederland krijgen mensen die op het eerste zicht minder zorgbehoefte hebben dus ook minder zorg. Voorheen was er veel residentiële zorg in Nederland, daar is fors de rem op gezet met als resultaat dat in 2006 nog 19,3 percent van de 80-plussers in een residentiële zorgvoorziening verblijven. De residentiële sector kent in Nederland tien zorgzwaartepakketten (ZZP). ZZP 1 en 2 betekenen weinig of geen ADL-beperking. Bijna 1 op 3 ouderen in een residentieel centrum heeft weinig beperkingen. Algemeen wordt aangenomen dat vrijwel iedereen in de residentiële zorg een uitkering ontvangt van de zorgverzekering. De onderzoekers zijn er daarom van uitgegaan dat het aantal tenlastenemingen van de zorgverzekering in de residentiële zorg overeenstemt met het aantal mensen in de residentiële zorg. Het percentage van de 80-plussers in een residentiële voorziening schommelt rond de 18 percent. De Vlaamse institutionaliseringsgraad is iets lager dan de Nederlandse. 3. Conclusies Een deel van de gebruikers van zorg is volgens de gangbare toelatingscriteria niet zorgbehoevend. Waarschijnlijk groeit met de leeftijd wel de broosheid. Ook al hebben 85-plussers geen duidelijke tekorten, toch hebben ze meer zorg nodig. Dat is het zogenaamde broosheidcriterium. Het omgekeerde bestaat natuurlijk ook. Heel wat mensen die volgens

6 6 Stuk 466 ( ) Nr. 1 de criteria zorg behoeven, gebruiken geen formele zorg, maar wellicht wel allerlei vormen van informele zorg. 4. Wanless review Het formele Engelse zorgaanbod is veel lager dan het Vlaamse. Wanless review is een gesofisticeerd model met een normatief scenario om het systeem te verbeteren. Vooreerst ontwikkelden ze een current service model, daarna een corebusiness scenario en ten slotte een well-being scenario. Ouderen worden ingedeeld in categorieën van zorgbehoefte, van 0 tot 4. Daarna wordt uitgerekend hoeveel zorg elke categorie dagelijks nodig heeft. De zwaarste subcategorie van categorie 4, namelijk met vijf of meer ADL-beperkingen, heeft meer dan 30 uur thuiszorg per week nodig. Er is ook berekend hoeveel percent van de 65-plussers thuiszorg nodig zou hebben volgens elk scenario. Voor scenario 1 is dat in 2012 ongeveer vier percent. De percentages in Vlaanderen en Nederland zijn meer dan dubbel zo hoog. Het hoogste normatieve model haalt een percentage van 11 tot 11,6 percent. Dat staat min of meer gelijk aan het Vlaamse niveau. Volgens scenario 1 zouden ongeveer vier percent van de 65-plussers gebruikmaken van dagzorg. Volgens scenario 3 zou dat percentage moeten stijgen tot ongeveer tien percent. Vreemd genoeg moet de residentiële zorg volgens het meest normatieve scenario dalen. Het percentage is nu al lager dan het Vlaamse, namelijk vier percent ten opzichte van zes percent. Een derde van de mensen in de rusthuizen heeft volgens de ADL-schaal geen beperkingen. Allicht heeft de daling daarmee te maken. Het gevolg zal wel zijn dat residentiële zorg intenser wordt, en dat de thuiszorg beter gecoördineerd en intensiever wordt. In vergelijking met andere landen is het zorgaanbod in Vlaanderen hoog, zeker in vergelijking met Engeland. Vlaanderen haalt een vergelijkbaar niveau als Nederland hoewel de thuiszorg daar minder uitgebreid is. De residentiële zorg is er iets hoger. In het Nederlandse zorgaanbod is de laatste tien jaar fors gesnoeid. De Vlaamse zorg is de meest uitgebreide van de drie. De Vlaamse informele zorg is in vergelijking met de Europese landen hoog, hoger dan in Scandinavië, hoger dan in Nederland, maar vergelijkbaar met de Engelse situatie. Vlaanderen heeft een hoge formele en informele zorg. Dat is een unieke combinatie. De behoeften zullen de komende twintig jaar echter met ongeveer 45 percent stijgen, jaarlijks met twee tot vijf percent. Als de informele zorg op peil blijft, zullen de formele zorgbehoeften navenant stijgen. De uitdagingen zijn niet min. De andere conclusie is dat de Vlaamse zorg niet zeer selectief is. Mensen die op het eerste zicht niet zorgbehoevend zijn, krijgen ook formele zorg. Andere landen kennen dat ook, maar in mindere mate. Vlaanderen is dus minder doelgroepgericht dan de andere systemen. De heer Jozef Pacolet: Met die elementen in het achterhoofd hebben de onderzoekers een aantal reflecties geformuleerd over de programmatienormen. Heel wat informatie ontbreekt om stellig te zijn. De onderzoekers zijn erg voorzichtig omdat normatieve programmatie afwijkt van positieve programmatie. Bij toekomstverkenningen wordt het huidige gebruik geprojecteerd op de toekomst. Voor de normatieve programmatie is vergelijken met het buitenland belangrijk. In bijlage 6 van het rapport staat zowel voor de residentiële als de thuiszorg te lezen dat Vlaanderen niet alleen kwantitatief op een hoog niveau staat maar ook kwalitatief. Zo zijn de kwalificaties van het personeel hoog. Het rapport nodigt de beleidsmakers uit te kiezen. De keuzes worden momenteel vertroebeld door de semantiek of het woordgebruik. De onderzoekers hebben alweer nieuwe ter-

7 Stuk 466 ( ) Nr. 1 7 men gevonden voor oude begrippen die een nieuwe inhoud kunnen krijgen. Elke institutie verandert voortdurend van karakter. De regelgever hoeft daar niet noodzakelijk altijd een nieuwe naam op te plakken. Er zijn uitzonderlijke categorieën zoals de gezinszorg, een multilevelvoorziening die alle mogelijke varianten van thuiszorg aanbiedt. Maar er bestaan ook gemeentelijke diensten die maar één dienst aanbieden, bijvoorbeeld poetshulp. Daarvoor is er een aparte programmatiecategorie en een aparte benaming. De overheid heeft een gelegenheid gemist om ruime definities van gezinszorg en aanvullende thuiszorg in te voeren. 5. Gezinszorg Vooreerst zijn er de vaststellingen over het huidige gezinszorgaanbod uit een studie van Het gesubsidieerde urencontingent ligt onder de programmatienorm. Dat betekent dat er nog groeimarge is. De diensten stellen dat ongeveer twintig percent uren tekort zijn. Eigenlijk is er nog meer zorg nodig dan er geprogrammeerd is en soms wordt die op een andere manier gegeven. Regionaal zijn er grote verschillen in het aanbod, dat is echter statistisch evident want naarmate de eenheden kleiner zijn, wijken ze meer af van het gemiddelde. De regionale aanbodverschillen hangen niet noodzakelijk samen met de verschillen in zorgbehoevendheid of in leeftijdstructuur. Tussen de allocatie en de programmatie van gezinszorg is er een groot verschil. Een andere entiteit beslist daarover. Er is een redelijk goede overeenstemming tussen de feitelijke verdeling van de uren per leeftijdsgroep en de geprogrammeerde verdeling. De onderzoekers achten het niet wenselijk om de programmatiecijfers in de gezinszorg radicaal te wijzigen. De recente wijzigingen, meer contingent voor de jongere en iets minder voor de middenleeftijdsgroepen, komen overeen met de gradiënt van het werkelijke gebruik. De reële situatie is steeds een belangrijk uitgangspunt. 6. Aanvullende thuiszorg Het is duidelijk dat zorgvragers geregeld gebruikmaken van een combinatie van diensten: gezinszorg, poetshulp en overige diensten. De aanvullende thuiszorg, schoonmaak- en poetshulp, moet voorwerp van discussie vormen. Er is duidelijk nog heel wat commerciële, al dan niet officieel aangegeven, huishoudelijke hulp. Hulpbehoevende personen maken daarenboven massaal gebruik van de dienstencheques. Het is dus onmogelijk om de behoefte aan gezinszorg te ramen als de verschillende systemen niet in kaart gebracht worden. Het debat over de schoonmaakhulp moet daarom gevoerd. Een gezinshelpster besteedt heel wat tijd aan poetsen. Dat is de eerste zorg die wordt uitbesteed als de mantelzorger wegvalt. Vermoedelijk 20 tot 60 percent van de uren gezinszorg gaat naar schoonmaakhulp. Het gaat om drie tot tien miljoen uur. In totaal zijn er 3,8 miljoen uren poetshulp. Zonder mantelzorg zou een oppashulp voortdurend kunnen nodig zijn. De uren vrijwillige oppashulp worden geschat op Die raming is weinig gedocumenteerd, maar allicht zal de vraag toenemen. Voorgaande cijfers worden vergeleken met de zorgtijd voor de zwaar hulpbehoevende personen die een mantelzorgpremie krijgen van de zorgverzekering. De gerechtigden op een mantelzorgpremie brengen vermoedelijk 14 miljoen uren gezinszorg in. In 2008 werden er 18 miljoen uren gezinszorg gepresteerd. De zorg in Vlaanderen is goed ontwikkeld, maar het is duidelijk dat een beperkte groep al een groot deel van het totale urencontingent nodig heeft. De overheid moet de sector de ontwikkeling gunnen die hij nodig heeft, maar tegelijk meer onderscheid maken: in sommige gevallen volstaat poetshulp, in andere is meer gevarieerde gezinszorg of thuisverpleging nodig. De zwaar zorgbehoevenden, die recht hebben op mantelzorg, hebben twee miljoen uren poetshulp en 2,3 miljoen uren commerciële huishoud- en schoonmaakhulp nodig. De

8 8 Stuk 466 ( ) Nr. 1 commerciële hulp is dus goed voor meer uren dan de poetshulp. Voor die populatie financiert het federale systeem van de dienstencheque eigenlijk 3,3 miljoen uur zorg. In totaal is er voor zorgbehoevenden 7,6 miljoen uur huishoudelijke hulp en schoonmaakhulp. De reguliere poetshulp, waarvoor er nu een programmatienorm komt, is maar goed voor twee zevenden van dat totale volume. De evolutie van de selectiviteit en de tarieven van de dienstencheque zullen mee de vraag naar poetshulp bepalen. Bij poetshulp wordt het inkomen in rekening gebracht bij het berekenen van de eigen bijdrage, bij de dienstencheque niet. De onderzoekers schuiven geen nieuwe programmatienormen naar voren. Ze nodigen de beroepsgroepen, de aanbieders en de overheid uit om te overleggen over de verschillende systemen, de tarieven en de criteria ervan. Volgens het decreet zijn de professionele oppasdiensten ondergebracht in de diensten voor gezinszorg. De aparte programmatie voor de vrijwillige oppasdiensten zal extra geprogrammeerd worden. Daarvoor is er momenteel 0,8 miljoen uur begroot. Alleen al de gerechtigden van de mantelzorgpremies zeggen 1,6 tot 1,8 miljoen uur oppas van vrijwilligers nodig te hebben en 2,2 tot 3,2 miljoen uur betaalde professionele oppas. Sommige voldoende kapitaalkrachtige mensen betalen zelfs voor een 24-uurs of nachtoppas. Als dat in de normale programmatie zou inbegrepen worden, zou een veelvoud van het huidige aantal uren nodig zijn. 7. Centra voor herstelverblijf De onderzoekers hebben op basis van een HIVA-studie naar het gebruik van CM-hersteloorden de huidige en de wenselijke programmatie voor de centra voor herstelverblijf en voor kortverblijf berekend. De ondergrens van de programmatie is het huidige gebruik van de hersteloorden. Het gaat om naar schatting 720 plaatsen. De bovengrens is de potentiële vraag, geraamd op 1345 plaatsen. Hetzelfde geldt voor de centra voor kortverblijf, waar nu 886 plaatsen zijn. De behoeften in beide vormen van kortverblijf zijn echter afhankelijk van de evoluties in de rusthuissector. 8. Woonzorgcentra en assistentiewoningen Bij de woonzorgcentra en de assistentiewoningen is de programmatie gemoderniseerd omdat de leeftijd is opgetrokken tot 65 jaar. Met dat nieuwe, logischere criterium zouden er dus voor de leeftijdscategorie van 60 tot 74 jaar geen maar plaatsen nodig zijn. Dat betekent een daling van het totale aantal plaatsen van met vijf percent. Het realistischere leeftijdsprofiel heeft een substantiële impact op het aantal bedden. Tot nog toe liggen de programmatienormen boven het feitelijke gebruik. Geleidelijk aan zullen de normen gehaald worden en zelfs moeten opgetrokken worden. Uit internationale benchmarks blijkt dikwijls dat België in tegenstelling tot andere landen geen desinstitutionalisering toegepast heeft. Er zijn ook vergelijkingen tussen de provincies mogelijk. Het gebruikspercentage van rustoorden voor bejaarden en rust- en verzorgingstehuizen in Vlaanderen is 4,71 percent per honderd 65-plussers. In Limburg is het aanbod en ook het gebruik van de bedden kleiner. De bevolking is weliswaar jonger, maar die leeftijdsinvloed is gecorrigeerd in de cijfers. In die provincie zou eenzelfde invulling het gebruikspercentage op 3,77 brengen. Als echter het Limburgse percentage van 2,96 in Vlaanderen zou geprogrammeerd en bezet zijn, zou het Vlaamse gebruikspercentage 3,71 bedragen. Ook op het vlak van de thuisverpleging is er een verschil. Het werkelijke gebruik in Limburg bedraagt 7,93 percent. In Vlaanderen is het aantal 60-plussers dat gebruikmaakt van thuisverpleging 5,92 percent. Als het Vlaamse gebruikspercentage op dezelfde manier zou ingevuld worden als in Limburg zou 8,74 percent gebruikmaken van thuisverpleging. In Limburg is de thuiszorg beter en de residentiële zorg minder uitgebouwd dan in de rest van Vlaanderen. De provincie slaagt erin om meer mensen te verzorgen dan elders in Vlaanderen maar dan wel dankzij de thuiszorg.

9 Stuk 466 ( ) Nr. 1 9 Is Limburg een voorloper van de desinstitutionalisering waarbij er meer mensen op thuiszorg beroep doen? Dat zal overigens niet noodzakelijk goedkoper zijn. Minister Jo Vandeurzen: De cijfers van VRIND en het RIZIV maken duidelijk dat de thuisverplegingsprestaties in de provincie Limburg hoger liggen dan in andere provincies. De rob- en rvt-forfaits zijn dan weer relatief kleiner. Het illustreert dat er een relatie is tussen beide. Een zelfde soort behoefte kan op verschillende manieren ingevuld worden. Die substitutiegedachte staat trouwens ook in de beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (Parl. St. Vl. Parl , nr. 191/1). De heer Jozef Pacolet: De andere provincies draaien rond het Vlaamse gemiddelde. Natuurlijk zijn er verschillen. In Vlaams-Brabant is er een relatief gering aantal rustoordbedden. Er zijn dus nog plaatsen met minder residentiële zorg en een grotere behoefte aan thuiszorg. Het verschil tussen Vlaanderen en Limburg is voldoende groot om relevante conclusies te trekken. Er zijn ook geen opvallende klachten over de kwaliteit van de gezondheidszorg in Limburg. Het is een bewijs dat het mogelijk is de thuiszorg meer prioriteit te geven. De discussie of de O- en de A-categorie van minder zorgbehoevenden nog een plaats hebben in het rusthuis van de toekomst woedt al een tiental jaar. In 2005 waren er voor die categorieën bedden, in Het gaat om 40 percent van het totale aantal bedden. De prognoses zijn dat er tegen bedden voor bestemd zullen zijn. Als er door essentiële thuiszorgdiensten uit te bouwen voor die groep alternatieven gevonden worden, zoals dat in Limburg het geval is, kan het aantal bedden dalen. Mevrouw Vera Van der Borght: In de categorieën O en A zitten wat personen met dementie. Is het mogelijk die op te vangen in de thuiszorg? De heer Jozef Pacolet: Dementerenden vormen niet de meerderheid in die categorieën, zij bevinden zich meer in de B- en C-forfaits. Er wordt zelfs gedacht aan een aparte categorie voor dementerenden. Naarmate ouderen langer thuis blijven, zal de groep in de residentiële sector meer zorg behoeven. Een rvt is nu al in belangrijke mate een dementiekliniek. Dat zal niet veranderen, alleen het percentage dementerenden zal toenemen. De studie tracht na te gaan wat de gevolgen van minder residentiële zorg op het aantal uren gezinszorg en schoonmaakhulp zijn. Schoonmaakhulp en zorg in de residentiële voorzieningen, vooral voor de andere categorieën dan O en A, worden in belangrijke mate door het RIZIV gefinancierd. Thuisverpleging is duurder dan residentiële zorg en valt vooral ten laste van de Vlaamse overheid. De RIZIV-budgetten voor bejaarden in de categorie O en A zijn te klein waardoor de bejaarde zelf de prijs betaalt. Als thuishulp mogelijk is en de reguliere diensten uitgebreid worden, zal de overheid betalen. Mocht een vierde van de patiënten in de O- en A-categorie thuis verzorgd worden, dan komt dat neer op bedden tegen Rekening houdende met de uren thuiszorg en poetshulp die de bejaarden die in aanmerking komen voor een mantelzorgpremie, nodig hebben, zal er dan een vierde van de 6 tot 23 miljoen uren gezinszorg en schoonmaakhulp extra nodig zijn. Dat betekent dat de Vlaamse overheid de middelen (programmatie) daarvoor aanzienlijk moet optrekken. Zelfs als er soepeler omgesprongen wordt met woonvormen voor bejaarden en een deel van hen in een assistentiewoning terechtkomt, zal er meer thuiszorg en schoonmaakhulp nodig zijn. Volgens het Woonzorgdecreet zullen de serviceflats meer een onderdeel worden van het patrimonium van de woonzorgcentra. Ze zullen er zo voor zorgen dat mensen ook wanneer ze hulpbehoevend worden, kunnen blijven. De administratie vermoedt dat die evolutie traag zal verlopen, terwijl de onderzoekers de indruk hebben dat de sector erop zit te wachten omdat de regelgeving van de serviceflats tegennatuurlijk is: enkel wie gezond is,

10 10 Stuk 466 ( ) Nr. 1 kan in een serviceflat verblijven. De vraag is dus hoe radicaal en permanent de omwenteling zal zijn. Zullen de serviceflats erkend worden als rusthuisbedden waardoor er minder rusthuisbedden nodig zijn? De huidige bewoners van serviceflats zullen dan immers niet in een rustoord terechtkomen, maar zelfs als ze zorg behoeven in hun flat verzorgd worden. Een tweede aspect is hoe de zorg georganiseerd zal worden. Volgens het Woonzorgdecreet kan een residentiële voorziening in een serviceflat zorg organiseren. Dat is de logica zelve, maar het is niet duidelijk hoe een en ander zal evolueren. Een laatste aspect is wie de zorg in de serviceflats zal financieren: als het een rustoord wordt, valt het onder het RIZIV-forfait. Als het een thuiszorgdienst in een voorziening is, valt het onder Vlaamse financiering. Voor de gezinszorg vinden de onderzoekers op het eerste zicht dat het huidige aantal geprogrammeerde uren de beste voorspeller van de toekomst is. De huidige programmatie van 18 miljoen uren kan gehandhaafd blijven en zelfs nog dalen als de poetshulp eruit gezuiverd wordt. Het aantal uren zal wel stijgen als de residentiële de kans krijgt meer mensen transmuraal te verzorgen. Beide evoluties neutraliseren elkaar. Schoonmaakhulp voor de zelfstandig wonende O- en A-categorieën vergt vier miljoen uren. Als het aspect schoonmaak uit de gezinszorg gehaald wordt, is er 3,6 miljoen uren schoonmaakhulp extra nodig. In totaal zijn er dan elf miljoen uren extra nodig. De mate van desinstitutionalisering zal bepalen hoeveel uur daadwerkelijk nodig is. De eigenlijke behoeften aan oppasdiensten moeten worden vastgesteld. Allicht is uitbreiding van het aantal uren nodig. Voor de woonzorgcentra is de programmering Vlaamse bevoegdheid, maar de financiering vooral federaal. Het RIZIV zal de factuur moeten betalen. Als er een ander beleid gevoerd wordt, zal Vlaanderen of de bejaarde meer middelen ter beschikking moeten stellen. Het is onduidelijk of de assistentiewoningen de O- en A-plaatsen in de rustoorden moeten vervangen of extra plaatsen bieden. 9. Beleidsaanbeveling Elke toekomstverkenning, ook een normatieve programmatie, is geen fixatie van het verleden maar een dynamische verkenning of zelfs een sturing van de toekomstige ontwikkelingen. Het Woonzorgdecreet kan een en ander in beweging brengen, maar daarvoor kwam de opdracht eigenlijk te vroeg. De normen moeten pas aangepast worden als die veranderingen duidelijk zijn. Desinstitutionalisering, uiteraard geleidelijk in praktijk gebracht, is een andere motor van verandering. Daardoor is substitutie tussen thuiszorg en residentiële zorg mogelijk. In de thuiszorg kan gezinshulp heel wat van het huidige werk van de verpleegkundige overnemen. Poetshulp kan taken aan van gezinshulp. Ook die vormen van substitutie behoren tot de mogelijkheden. Een betere afbakening van de taken is een eerste stap. Momenteel is er in ieder geval al substitutie tussen reguliere en private diensten, waarbij de laatste bijvoorbeeld de schoonmaakhulp bij zorgbehoevenden overneemt. Dat moet in kaart worden gebracht om een duidelijk beeld te krijgen van het geheel. II. REPLIEK DOOR DE HEER JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Minister Jo Vandeurzen: Het Steunpunt WVG bestudeert momenteel het effect van de dienstencheque op Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De resultaten van de studie worden verwacht tegen het einde van het jaar. In het Woonzorgdecreet worden de leeftijdscategorieën anders gedefinieerd. Er is wel een corrigerend besluit voor de programmatie van de woonzorgcentra opgesteld. Zonder deze

11 Stuk 466 ( ) Nr correctie zouden nieuwe leeftijdscategorieën ertoe leiden dat er geen plaats meer is in de programmatie van de woonzorgcentra. Dat is een soort index op de bestaande programmatiecijfers, maar vormt geen voorafname op het debat over de programmatiecijfers. In de beleidsnota Welzijn, Volksgezondheid en Gezin staat trouwens de relatie tussen de programmatie in de residentiële zorg en de thuiszorg beschreven. De technische haalbaarheid van een dynamisch systeem wordt onderzocht. Veel hangt ten slotte af van het protocol 4, de visie op de rvt-statuten. Zo zou een rvt-statuut kunnen worden losgekoppeld van een residentieel kader. Dat vergt een andere benadering, ook van de ziekteverzekering. De laatste uitrol van protocol 3 is voor het najaar van 2010, het debat over de volgende overeenkomst over de groei van de middelen wordt voorbereid. Mevrouw Marijke Dillen: Komt de studie te vroeg? Minister Jo Vandeurzen: Een paar aspecten van het Woonzorgdecreet die als oriëntatie worden aangegeven, moet nog worden geconcretiseerd. De prioriteit is het concept assistentiewoning met het debat over de programmering. Voorts is er de introductie van de BelRAI in de verschillende settings. BelRAI is een proefproject in opdracht van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor de uniforme en webbased (online) registratie van cliëntgegevens, eventueel afkomstig uit verschillende zorgsettings, in het interrai-beoordelingsinstrumentarium. Het doel van het Woonzorgdecreet, namelijk meer inzetten op ondersteuning thuis, veronderstelt een harmonisatie in de registratie van de zorgbehoeften. Dat is ook noodzakelijk voor transmurale flexibele personeelsinzet. In de redenering van het Woonzorgdecreet bestaat de serviceflat niet meer. Er is wel een overgangsregeling voor de erkende serviceflats, maar het is de bedoeling dat ze op termijn in een ander zorgmodel opgenomen worden. Professor Pacolet stelt voor ze onder de bevoegdheid van de woonzorgcentra te laten vallen, maar het is ook mogelijk om serviceflats om te vormen tot assistentiewoningen. Een serviceflat is een woonplaats voor valide mensen, terwijl een assistentiewoning zorggarantie biedt. III. VRAGEN VAN DE LEDEN Mevrouw Mieke Vogels: De studie maakt een schatting van het aantal uren dat nodig zou zijn bij de transitie van residentiële zorg naar thuiszorg. Niet alleen zal het aantal 85-plussers stijgen, het zullen bovendien meer vrouwen en alleenstaanden zijn, groepen die traditioneel meer zorg nodig hebben. Vanwege dat profiel zal de zorgbehoefte sowieso stijgen. Is dat verrekend in de cijfers? Welk pakket aan mantelzorg is nodig om een alleenstaande met een C- of D-profiel toch thuis te verzorgen? Momenteel is de mantelzorger nog vaak de partner. Hoe ouder mensen worden, hoe groter de kans dat ze alleen komen te staan. Meer en meer wonen kinderen niet in de buurt van hun ouders en kunnen ook zij niet langer voor de mantelzorg instaan. Daarom denk ik dat het Woonzorgdecreet niet ver genoeg gaat. De organisatie van wonen en welzijn zal immers het wegvallen van de huidige mantelzorger moeten compenseren. Sociale netwerken moeten er dan voor zorgen dat mensen bereid zijn een oogje in het zeil te houden als de professionele verzorger er niet is. Mevrouw Vera Van der Borght: Om beleid te voeren, is een totaalbeeld nodig. Ik kijk uit naar de resultaten van de studie over de dienstencheques. Zonder dienstencheques zou de situatie in de gezins- en thuiszorg dramatisch zijn. Anderzijds worden de kosten ervan grotendeels gedragen door de federale overheid.

12 12 Stuk 466 ( ) Nr. 1 Gaan de cijfers van de studie alleen over ouderen of ook over personen met een handicap? Iedereen is voorstander van thuiszorg, maar demografische en maatschappelijke evoluties zoals een ouder wordende populatie, meer alleenstaanden en minder mantelzorg, zullen dat bemoeilijken. De heer Jozef Pacolet: De mantelzorger wordt ouder en gaat op pensioen. Hij blijft beschikbaar, maar moet gesteund en soms vervangen worden door de professionele thuiszorg. Het volstaat de leeftijd te hanteren als parameter om ook de andere fenomenen als feminisering en gezinsverdunning te vatten. Het vergt wel permanente monitoring. Mijn deel van de uiteenzetting behandelde het effect van desinstitutionalisering op de zorgvormen. Alle andere elementen worden door de leeftijd goed gevat. Het effect van de desinstitutionalisering komt er bovenop. Voorheen waren de serviceflats op de totale bevolking en de rustoorden op de 60-plussers geprogrammeerd. Die leeftijdsgrenzen zijn niet langer relevant. Personen met een handicap zitten niet in de cijfers van de institutionele voorzieningen. Ze zijn vaak gebruikers van thuiszorg. Thuisverpleging en gezinszorg zijn niet altijd even alert voor het PAB-aanbod van interimbureaus. Ik verneem dat dit aanbod ook vergoed kan worden met dienstencheques. Omdat thuiszorgdiensten onvoldoende vertrouwd zijn met deze doelgroep, kan de interimsector erop inspelen. Dat vormt een uitdaging. De heer John Crombez: Ik waardeer het positivisme van de mogelijkheden die de studie beschrijft. De informatie is nuttig voor de discussies die volgen. Bevelen de onderzoekers meer substitutie tussen de reguliere en de private diensten aan? De dienstencheques mogen dan positieve gevolgen hebben, maar voor sommige domeinen rijst de vraag naar kostenefficiëntie en inzet ervan. Het klinkt alsof de onderzoekers het Limburgse model op heel Vlaanderen willen toepassen. Ik vraag me af of strikte programmatienormen voor een volledig grondgebied wel verstandig zijn. De situatie verschilt immers grondig. Er is zoals gezegd een verschil tussen Limburg en de rest van Vlaanderen. Er zijn daarnaast ook verschillen op het vlak van de dienstencheques. Sedert kort worden diensten gecentraliseerd aangeboden waarbij vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Blijkt evenwel dat aanbod en toegang ook grondig verschillen. Gezien de aanzienlijke uitdaging door de toename van de doelgroep en gezien de regionale verschillen, moeten we ons afvragen of we in de programmatie wel moeten kiezen voor substitutie. Moet de programmatie het niet mogelijk maken dat we rekening houdend met de situatie zoals ze is op de meest efficiënte manier tot een geheel komen? De vraag zal de komende jaren steeds hoger zijn dan het aanbod. Kiezen voor een strenge programmatie die één bepaald aanbod mogelijk maakt, zal ons op grenzen doen botsen. De substitutie van institutionele zorg naar thuiszorg is een mogelijkheid. Maar zelfs deze substitutie moet afhankelijk zijn van het vertrekpunt. Ik besef dat zulks tot heel complexe programmatie zal leiden. Is een flexibele programmatie die rekening houdt met het uitgangspunt denkbaar? De onderzoekers wijzen er terecht op dat namen wijzigen ertoe leidt dat het langer duurt voor iedereen beseft waarover het gaat. Hetzelfde geldt voor frequente beleidswijzigingen.

13 Stuk 466 ( ) Nr Zijn grote veranderingen aangewezen op een ogenblik dat grote verschillen worden vastgesteld? Mevrouw Marijke Dillen: Een deel van mijn vragen is al gesteld door de dames Van der Borght en Vogels, met wie ik het standpunt deel dat we in de toekomst minder een beroep zullen kunnen doen op mantelzorg. Zijn de verschillen met Nederland en Engeland het gevolg van een andere mentaliteit of van een ander politiek beleid? Het Woonzorgdecreet is recent en het is beter de uitwerking ervan af te wachten om de programmering te veranderen. Is daarvoor een vervolgstudie nodig? Zo ja, wanneer zou dat zinvol zijn? Dienstencheques zijn een nuttig instrument, maar er mag niet te veel het accent op gelegd worden. Voor veel ouderen is er immers geen fiscaal voordeel aan verbonden. Dienstencheques zijn maar één aspect van een geheel. Mevrouw Griet Coppé: Vlaamse zorg zou niet selectief zijn. Vinden de onderzoekers dat de intake niet grondig genoeg gebeurt? Ik heb het daarbij niet alleen over de keuze tussen de verschillende zorgvormen, maar ook over het in kaart brengen van de zorgbehoeften van de gezinszorgdiensten zelf. Vooral mensen met een laag inkomen maken gebruik van de gesubsidieerde poetshulp. Voor de anderen zijn de dienstencheques goedkoper. Het is nodig duidelijkheid over de systemen te scheppen. Mevrouw Mieke Vogels: Het zou kunnen dat de thuiszorg in Groot-Brittannië een groter Mattheuseffect ondervindt. In de Vlaamse thuiszorg en poetshulp is dat niet het geval. Over deze selectiviteit moeten we waken. Deze drempel moet blijven. Is het gebrek aan selectiviteit te wijten aan een verkeerde inschaling? Wat zijn de beleidsaanbevelingen op dat vlak? De zorgkwaliteit in Vlaanderen is goed in vergelijking met die landen. De onderzoekers bedoelen daar dan vooral de opleiding van het personeel mee. De vraag is of de mensen die kwaliteit ook voelen. Vlaanderen heeft over het algemeen een zeer goede gezondheidszorg, maar dat belet niet dat Vlamingen de meeste antidepressiva en slaapmiddelen slikken ter wereld en dat het aantal kinderen dat rilatine neemt op vijf jaar tijd verviervoudigd is. De heer John Crombez: Wat denken de onderzoekers over de zogenaamde sociale dienstencheque? Dat is een dienstencheque die tegen een lagere prijs wordt aangeboden. De heer Tom Dehaene: In vergelijking met de andere landen scoort Vlaanderen goed op het vlak van formele en informele zorg. Wat zijn de kritische succesfactoren om dat niveau in stand te houden? Is er een verband met factoren als de werkzaamheidsgraad? Professor Jozef Pacolet: De voornaamste mantelzorger geeft het viervoudige van de hulp van een professionele zorgverlener. Doordat mensen langer gezond blijven, zullen de mantelzorgers, meestal partners, lang na de pensioenleeftijd actief blijven. Ik vermoed dat er geen tekort zal zijn aan mantelzorg. Gebrek aan selectiviteit is niet a priori negatief. Er zijn regelingen denkbaar waarbij het recht op professionele zorg vervalt als er mantelzorg beschikbaar is. Dat is contraproductief, eigenlijk moet mantelzorg gesteund worden. De thuisverpleging in Limburg zorgt voor een breed aanbod: van beperkte hulp tot intensieve zorg. Dat is duurder maar hoeft niet tot overconsumptie te leiden. Het kan ook beschouwd wordt als een vorm van preventie, waarbij het gezin of de mantelzorger vroegtijdig gesteund wordt.

14 14 Stuk 466 ( ) Nr. 1 De graad van hulpbehoevendheid is een belangrijk criterium dat volledig ontbreekt bij de dienstencheques. Dat de minister een onderzoek heeft besteld naar het gebruik van de dienstencheques in de zorg, is een teken aan de wand. Er is duidelijk beweging. Wij aarzelden aanvankelijk om daarover te rapporteren. Wij leggen de laatste hand aan een rapport voor het ACV over de dienstencheques. Wij pleiten niet voor een verdere uitrol. De conclusie is dat de dienstencheque geen private dienst is. De dienstencheque is een publieke dienst die voor 80 percent gesubsidieerd wordt door de overheid. Er zijn veel non-profitaanbieders, zoals Familiehulp. Hier is selectiviteit wel een punt van zorg. Er is geen behoeftecriterium. Er is een pervers herverdelend inkomenseffect. Professor Jef Breda: De belangrijkste verstrekker van informele zorg is de partner. Voor zwaar zorgbehoevende alleenstaanden is er een geïntegreerd thuiszorgaanbod nodig en dat bestaat eigenlijk niet. De verschillende vormen zijn apart georganiseerd en gefinancierd. Een geïntegreerd thuiszorgaanbod vergt dus één dienst met een meervoudig aanbod. Verschillende diensten combineren en coördineren werkt niet. De bevolking veroudert maar mensen blijven ook langer fit. Procentueel zal het aantal oudere koppels toenemen, onder meer omdat mannen stilaan ook ouder worden. Het verschil in levensverwachting tussen man en vrouw krimpt ook. Het verschil tussen de drie onderzochte landen is deels gebaseerd op een verschil in beleid. In Nederland zijn na de oorlog oudere mensen massaal in instellingen gestopt om woningen vrij te maken voor jonge gezinnen. Van die erfenis is het zich stilaan aan het losmaken. De Engelse thuiszorg presteert slecht omdat er een lokaal monopolie was. De gemeente was deels ook de financier. Meerdere aanbieders en competitie stimuleren innovatie en uitbreiding. Dat is een van de redenen waarom België op dat vlak beter presteert. Er zijn talrijke ook regionale verschillen. We merken ook dat alles in beweging is. Een aantal parameters zullen we moeten vastleggen, zodat de andere afhankelijk ervan kunnen worden vastgelegd. Een sterk residentieel aanbod in een bepaalde regio kan bijvoorbeeld niet van vandaag op morgen worden afgebouwd. In dergelijke situatie is het ideaal een gezamenlijk budget of een programmatie die verschilt van regio tot regio. Belangrijk is dat de verschillende programmaties in dezelfde richting evolueren. Wie soort per soort programmeert, kan de substitutie niet programmeren. Er moet regionaal geprogrammeerd worden binnen een omvattend geheel dat op termijn streeft naar een optimum. Professor Jozef Pacolet: Zo ver wil ik niet gaan. De gemiddelde Vlaming zal wel tenderen naar dezelfde behoeften en verwachtingen. Het is wel nodig op Vlaams niveau de mogelijke volumesubstitutie in beeld te brengen zodat de contigenten op basis daarvan kunnen worden bepaald. Op termijn zullen alle regio s evolueren naar min of meer hetzelfde gebruik. Aparte programmatienormen zijn mogelijk, maar het komt erop aan de totale volumes te corrigeren. Uiteraard zijn de collectieve sociale voorzieningen van een land het resultaat van het beleid. Beleid is een kwestie van mentaliteit. Professor Jef Breda: Een Belgische studie vond geen correlatie tussen thuiszorggebruik en sociaaleconomische status. Er is geen Mattheuseffect. Het gebruik wordt voornamelijk bepaald door de behoeften. Voor de dienstencheque ligt dat natuurlijk anders. De selectiviteit vloeit voort uit de gebrekkige inschaling en is mede veroorzaakt door de mededinging tussen de verschillende aanbieders. Het derde aspect is dat aanbod vraag creëert. Een wijziging in het aanbod wijzigt de vraag.

15 Stuk 466 ( ) Nr Minister Jo Vandeurzen: Het ontbreken van selectiviteit in de thuiszorg en de aanvullende gezinszorg is wellicht ook het gevolg van het systeem van de dienstencheque. Het schrappen van de dienstencheque zal niet automatisch invloed hebben op de selectiviteit van de gezinszorg, die daardoor een schaarse dienst zou worden. Professor Jozef Pacolet: In de gezondheidsenquête van 1997 bleek nog dat reguliere thuiszorg en schoonmaakhulp vooral gevraagd werden door de lagere inkomensklassen omdat de andere inkomensklassen een beroep deden op privé-initiatieven. Door de dienstencheques zullen nu heel wat meer mensen schoonmaakhulp krijgen zonder dat het criterium van hulpbehoevendheid speelt. Het probleem is vooral dat die hulp gefinancierd wordt met publiek geld. Minister Jo Vandeurzen: Dat is een politieke visie. Ik vermoed dat er een verband is tussen het beperkte Mattheuseffect in de Vlaamse dienstverlening en het bestaan van een alternatief als de dienstencheques. Ook Vlaamse diensten van gezins- en bejaardenhulp en OCMW s bieden diensten betaald met dienstencheques aan. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de dienstencheques het systeem op sluimerende wijze mee gereguleerd hebben. Als er sociale dienstencheques komen, zou dat veel beter aansluiten bij de diensten van gezins- en aanvullende thuiszorg. Mevrouw Vera Van der Borght: Dienstencheques zijn oorspronkelijk bedoeld om het de actieve bevolking mogelijk te maken huishoudelijke taken uit te besteden. Een bijkomend voordeel was dat dergelijke activiteiten uit het zwarte circuit gehaald werden. Het systeem heeft wel een verschuiving veroorzaakt, maar dat is niet noodzakelijk een slechte zaak zolang er een evenwicht is. Mevrouw Mieke Vogels: Het verhaal kan ook omgekeerd verteld worden. Dienstencheques zijn ontstaan om het zwartwerk tegen te gaan en om mensen aan een betrekking te helpen. Een bijkomend voordeel voor de hardwerkende Vlaming is dat hij zijn werkster niet meer in het zwart hoeft te betalen en de vergoeding bovendien nog fiscaal kan aftrekken. Binnen de zorgsector zijn het vooral de betere verdieners die gebruikmaken van de dienstencheques. De lagere inkomens vooral van de gesubsidieerde systemen. Dat is op zich een goede zaak. Alleen zal het budgettair niet mogelijk zijn om de dienstencheques te behouden. Het zou van politieke moed getuigen om de fiscale aftrek te schrappen. Professor Jef Breda: Er bestaat nog een commercieel circuit: vijf tot tien percent van de ouderen doet er een beroep op, voornamelijk voor voetverzorging en mobiliteit. Dat is niet onaanzienlijk. Die behoeften worden niet gedekt door publieke of private diensten. De activiteiten worden meestal in het zwarte circuit georganiseerd. De voorzitter: De discussie zal voortgezet worden als er een beter zicht is op de nieuwe programmatie. De voorzitter, Tom DEHAENE De verslaggevers, Vera JANS Felix STRACKX

16 16 Stuk 466 ( ) Nr. 1 Gebruikte afkortingen ACV ADL CM HIVA IADL OCMW PAB RAI RIZIV rob rvt SHARE VRIND WVG ZZP Algemeen Christelijk Vakverbond activiteiten van het dagelijkse leven Christelijke Mutualiteit Hoger Instituut voor de Arbeid instrumentele activiteiten van het dagelijkse leven Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn persoonlijkeassistentiebudget Resident Assessment Instrument Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering rustoord voor bejaarden rust- en verzorgingstehuis Survey on Health, Ageing and Retirement in Europe Vlaamse Regionale Indicatoren Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zorgzwaartepakket

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering stuk ingediend op 156 (2009-2010) Nr. 1 12 oktober 2009 (2009-2010) Verzoekschrift over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid,

Nadere informatie

betreffende de preventieve inname van foliumzuursupplementen voor de aanvang van de zwangerschap ter voorkoming van neuraalbuisdefecten

betreffende de preventieve inname van foliumzuursupplementen voor de aanvang van de zwangerschap ter voorkoming van neuraalbuisdefecten stuk ingediend op 462 (2009-2010) Nr. 3 4 juni 2010 (2009-2010) Voorstel van resolutie van de heer Tom Dehaene, de dames Cindy Franssen, Vera Jans, Lies Jans en Sophie De Wit, de heer John Crombez en mevrouw

Nadere informatie

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 stuk ingediend op 1752 (2012-2013) Nr. 9 4 december 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid,

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende een oplossing van de parkeerproblematiek van thuisverzorgend personeel bij interventies.

Voorstel van resolutie. betreffende een oplossing van de parkeerproblematiek van thuisverzorgend personeel bij interventies. stuk ingediend op 780 (2010-2011) Nr. 3 27 juni 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van de heer Marino Keulen, mevrouw Vera Van der Borght, de heren Peter Gysbrechts en Sas van Rouveroij, mevrouw Annick

Nadere informatie

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING AGENDA COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING De aanpassing betreft volgende vergaderingen Dinsdag 17.09.2013-14:00 uur: Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid Hans Memlingzaal - 2

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. tot wijziging van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid. Verslag

Ontwerp van decreet. tot wijziging van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid. Verslag stuk ingediend op 1615 (2011-2012) Nr. 3 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid Verslag Namens de Commissie voor

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten stuk ingediend op 2262 (2013-2014) Nr. 1 30 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van resolutie van mevrouw Vera Van der Borght, de heer Peter Gysbrechts, de dames Gwenny De Vroe en Lydia Peeters en de heren

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. Verslag

Ontwerp van decreet. tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering. Verslag stuk ingediend op 880 (2010-2011) Nr. 2 23 februari 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering Verslag namens de

Nadere informatie

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid stuk ingediend op 1228 (2010-2011) Nr. 1 7 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van mevrouw Marijke Dillen, de heren Filip Dewinter, Jan Penris en Wim Wienen en mevrouw Gerda Van Steenberge betreffende

Nadere informatie

met de gebruikers van het ehealth-platform

met de gebruikers van het ehealth-platform stuk ingediend op 525 (2009-2010) Nr. 1 7 mei 2010 (2009-2010) Hoorzitting met de gebruikers van het ehealth-platform Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid uitgebracht

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. tot wijziging van artikel 4 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening.

Ontwerp van decreet. tot wijziging van artikel 4 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening. stuk ingediend op 906 (2010-2011) Nr. 2 28 maart 2011 (2010-2011) Ontwerp van decreet tot wijziging van artikel 4 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en bijstandsverlening Verslag namens

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG Stuk 2102 (2008-2009) Nr. 1 Zitting 2008-2009 16 februari 2009 VERZOEKSCHRIFT over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

Nadere informatie

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende de aanpassing van de dienstverlening van de diensten Gezinszorg aan de toekomstige behoeften

Voorstel van resolutie. betreffende de aanpassing van de dienstverlening van de diensten Gezinszorg aan de toekomstige behoeften stuk ingediend op 1889 (2012-2013) Nr. 1 28 januari 2013 (2012-2013) Voorstel van resolutie van mevrouw Vera Van der Borght, de heren Lode Vereeck en Peter Gysbrechts en de dames Gwenny De Vroe, Lydia

Nadere informatie

lokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht

lokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht Karolien Bloemen Voorstelling Ouder worden in je buurt 20 oktober 2014 Overzicht Vergrijzing en verzilvering Zorgvraag van ouderen Huidige zorgaanbod Provinciale

Nadere informatie

Moeten wij ons sociaal model aanpassen op het moment dat het zijn functie moet waar maken?

Moeten wij ons sociaal model aanpassen op het moment dat het zijn functie moet waar maken? Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Jozef Pacolet HIVA, Katholieke Universiteit Leuven Moeten wij ons sociaal model aanpassen op het moment dat het zijn functie moet waar maken? Solidariteit

Nadere informatie

De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van zorg?

De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van zorg? Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 31 augustus 2011 Jo Vandeurzen opent debat. De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van zorg? Vandaag maakt

Nadere informatie

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015 333 (2014-2015) Nr. 10 ingediend op 2 juni 2015 (2014-2015) Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Peter Persyn en Vera Jans over het ontwerp van decreet houdende

Nadere informatie

Helft zorgverzekerden komt niet rond

Helft zorgverzekerden komt niet rond Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel

Nadere informatie

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research 21 maart 2017 Berchem 1 Belfius studies Expertise van Belfius in de lokale sector

Nadere informatie

over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen

over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen stuk ingediend op 182 (2014-2015) Nr. 1 9 december 2014 (2014-2015) Verzoekschrift over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen Verslag namens

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG Zitting 2005-2006 11 oktober 2005 VERZOEKSCHRIFT over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door de dames Vera

Nadere informatie

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 636 van GRIET COPPÉ datum: 5 juli 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstencheques - Profiel gebruikers Sinds 1 januari 2014 is het

Nadere informatie

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering ingediend op 282 (2014-2015) Nr. 1 12 maart 2015 (2014-2015) Verslag van het verzoekschrift namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Cindy Franssen en Elke Van den Brandt

Nadere informatie

limburg.be Masterplan Ouderenzorg in Limburg 2014-2030

limburg.be Masterplan Ouderenzorg in Limburg 2014-2030 Masterplan Ouderenzorg in Limburg 2014-2030 Demografie: vergrijzing Huidig zorggebruik Huidig zorgaanbod Toekomstige zorgvraag Aanbevelingen en conclusies Overzicht Sterke vergrijzing in Limburg limburg.be

Nadere informatie

1. Spectaculaire groei van het gebruik. gebruik. gebruik. Aantal erkende en effectief actieve dienstencheque-ondernemingen, in aantal, 2004-2009

1. Spectaculaire groei van het gebruik. gebruik. gebruik. Aantal erkende en effectief actieve dienstencheque-ondernemingen, in aantal, 2004-2009 Inhoud De dienstencheque en woonzorgen welzijnsvoorzieningen in Vlaanderen Onderzoeksproject in het kader van het Steunpunt WVG Studiedag In-zicht, Leuven, 2 december 21 Frederic De Wispelaere, Annelies

Nadere informatie

betreffende het versneld openstellen van de persoonsvolgende financiering voor minderjarige personen met een handicap

betreffende het versneld openstellen van de persoonsvolgende financiering voor minderjarige personen met een handicap 964 (2016-2017) Nr. 2 ingediend op 19 januari 2017 (2016-2017) Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Vera Jans en Tine van der Vloet over het voorstel van

Nadere informatie

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies

Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Enquête Baas over eigen lijf : conclusies Tijdens de zomer van 2016 voerde de Liberale Vereniging van Personen met een Handicap (LVPH) in samenwerking met de Liberale Mutualiteiten en de VZW s VIEF en

Nadere informatie

over de dienstencheques in de zorg

over de dienstencheques in de zorg Advies over de dienstencheques in de zorg Brussel, 28 juni 2012 SARWGG_Raad_20120628_dienstencheques_ADV_DEF Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin Wetstraat 34-36 1040 Brussel T +32 2 209 01

Nadere informatie

Rusthuisbarometer: Socmut analyseert bewonersfactuur in detail

Rusthuisbarometer: Socmut analyseert bewonersfactuur in detail PERSBERICHT 18 maart 2016 Rusthuisbarometer: Socmut analyseert bewonersfactuur in detail 1.487 euro: 1.379 euro voor de dagprijs en 108 euro aan supplementen. Dat betaalt een rusthuisbewoner maandelijks

Nadere informatie

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen ingediend op 484 (2015-2016) Nr. 1 29 september 2015 (2015-2016) Verslag van het verzoekschrift namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Cindy Franssen en Peter Persyn

Nadere informatie

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven Innovatie in de ouderenzorg in België Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven Ouderen in België De vergrijzing wordt vaak en vooral geproblematiseerd Maar is in de eerste plaats een succes! 4 Beelden

Nadere informatie

VR DOC.0356/1BIS

VR DOC.0356/1BIS VR 2017 2104 DOC.0356/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG Zitting 2008-2009 25 maart 2009 VERZOEKSCHRIFT over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door mevrouw Vera Jans

Nadere informatie

namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Katrien Schryvers en Lorin Parys

namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Katrien Schryvers en Lorin Parys 1119 (2016-2017) Nr. 2 ingediend op 2 mei 2017 (2016-2017) Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Katrien Schryvers en Lorin Parys over het ontwerp van decreet

Nadere informatie

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING AGENDA COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING De aanpassing betreft volgende vergaderingen Dinsdag 25.01.2011-13:30 uur : Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Antoon Van Dyckzaal - 2 e verdieping

Nadere informatie

Aanvraag in het kader van de

Aanvraag in het kader van de Aanvraag in het kader van de U kunt dit aanvraagformulier gebruiken om de terugbetaling aan te vragen van niet-medische kosten of om een vergoeding te verkrijgen indien u thuis door een mantelzorger verzorgd

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 19 december 2012 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door:

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het ministerieel

Nadere informatie

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Vergrijzing Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Robert Petit Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor de gemeentelijke beleidsvoerders die

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Hoorzitting. over de studie Naar een verbeterde tenlasteneming van de kosten van niet-medische zorg thuis. Verslag

Hoorzitting. over de studie Naar een verbeterde tenlasteneming van de kosten van niet-medische zorg thuis. Verslag stuk ingediend op 498 (2009-2010) Nr. 1 22 april 2010 (2009-2010) Hoorzitting over de studie Naar een verbeterde tenlasteneming van de kosten van niet-medische zorg thuis Verslag namens de Commissie voor

Nadere informatie

Deel 4: Financiële impact

Deel 4: Financiële impact Deel 4: Financiële impact Deel 4 bestaat uit twee hoofdstukken waar dieper op de financiële kant van zorg wordt ingezoomd: enerzijds de financiële bijdrage van de gebruiker en de maatschappelijke kost

Nadere informatie

Verzoekschrift. over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken. Verslag

Verzoekschrift. over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken. Verslag stuk ingediend op 1447 (2011-2012) Nr. 1 23 januari 2012 (2011-2012) Verzoekschrift over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken Verslag namens

Nadere informatie

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities

Bijlage III. Diensten voor oppashulp. Hoofdstuk I. Definities Bijlage III. Diensten voor oppashulp Hoofdstuk I. Definities Artikel 1. In deze bijlage wordt verstaan onder: 1 oppashulp: de hulp en bijstand, tijdens de dag of tijdens de nacht, die erin bestaat de gebruiker

Nadere informatie

www.vlaamsezorgverzekering.be

www.vlaamsezorgverzekering.be www.vlaamsezorgverzekering.be De Vlaamse zorgverzekering wil een (gedeeltelijke) dekking bieden van kosten voor niet-medische zorgen verleend aan een zorgbehoevende vernieuwde regeling vanaf 2003 om zorgverzekering

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse vinger aan de Europese pols. Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005.

VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse vinger aan de Europese pols. Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005. Zitting 2004-2005 17 mei 2005 VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING Vlaamse vinger aan de Europese pols Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005 Januari 2005 GEDACHTEWISSELING over de dossiers

Nadere informatie

Inhoud. IV. Financiële impact 264

Inhoud. IV. Financiële impact 264 Inhoud Deel 4: Financiële impact... 265 Deel 4.1 Bijdrage: gebruikersbijdrage en maatschappelijke bijdrage... 266 1. Doel... 266 2. Werkwijze... 266 3. Scenario 1: Eigenaar... 268 4. Scenario 2: Huren

Nadere informatie

Gezinszorg. 1.1 Situering. 1.2 Berekening en invulling programmatie. Masterplan Woonzorg Brussel

Gezinszorg. 1.1 Situering. 1.2 Berekening en invulling programmatie. Masterplan Woonzorg Brussel Gezinszorg 1.1 Situering Voor sommige ouderen is hulp bij dagelijkse taken zoals wassen, strijken, verstellen, het bed opmaken of de woning schoonmaken onontbeerlijk. Voor deze niet-medische zorg kunnen

Nadere informatie

Zaken doen in zorg: CASE Solidariteit voor het Gezin

Zaken doen in zorg: CASE Solidariteit voor het Gezin 3 december 2014 - Leuven Zaken doen in zorg: CASE Solidariteit voor het Gezin Kim Van Asch, Innovatiemanager Voorstelling SVHG Belangrijke thuiszorgspeler in Vlaanderen en Brussel Sinds 1976, vandaag +5400

Nadere informatie

De dienstencheques 360 doorgelicht

De dienstencheques 360 doorgelicht Contact: daphne.valsamis@ideaconsult.be - 02/300.85.00 De dienstencheques 360 doorgelicht Persconferentie 5.07.2018 Doelstellingen van het onderzoek 360 zicht op de dienstencheques: Analyse van de vraagzijde

Nadere informatie

Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq

Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq Kwetsbare ouderen gevolgd. Een jaar later: thuis, of naar het rusthuis? Bram Vermeulen Prof. dr. Anja Declercq Opzet Vlaamse Ouderen Zorg Studie VoZs bevraagt kwetsbare ouderen: - die thuiszorg gebruiken

Nadere informatie

Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg

Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg Ouderenbeleidsplan 2010 2014 Opmerkingen Kurt Stabel Kurt Stabel VLD 19 mei 2011 Inhoud Voorstelling Kurt Stabel en FOS Inleiding: Uitgangspunt Enkele cijfers Ouderenzorg

Nadere informatie

Vlaamse sociale bescherming. Wie zorg nodig heeft, sterker maken

Vlaamse sociale bescherming. Wie zorg nodig heeft, sterker maken Vlaamse sociale bescherming Wie zorg nodig heeft, sterker maken INHOUD 1. Vlaamse sociale bescherming: inhoud en situering 2. Solidair verzekeringsmodel 3. Persoonsvolgende financiering 4. Uniforme inschaling

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË QUO VADIS, GEZONDHEIDSZORG? 1 INHOUDSTAFEL 1. SITUERING BELGISCHE GEZONDHEIDSZORG 2. DE ZIEKENHUIZEN 3. DE AMBULANTE ZORG EN DE THUISZORG 4. DE HUISARTSGENEESKUNDE

Nadere informatie

Patiëntenprofiel. Algemeen

Patiëntenprofiel. Algemeen 90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 40-49 30-39 20-29 10-19 0-9 Algemeen In 2004 kregen 134.224 verschillende verpleegkundige zorg van Wit-Gele-Kruisverpleegkundigen. Sommige worden kortdurend verpleegd, anderen

Nadere informatie

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar 2 Thuiszorg informatie punt Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar Inhoudstafel 1. Tegemoetkoming mindervaliden van de FOD Sociale Zekerheid pag 1 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden pag

Nadere informatie

van Caroline Gennez en Rob Beenders

van Caroline Gennez en Rob Beenders ingediend op 1112 (2016-2017) Nr. 1 17 maart 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Caroline Gennez en Rob Beenders houdende wijziging van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor

Nadere informatie

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar 2 Thuiszorg informatie punt Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar Inhoud 1 Tegemoetkoming mindervaliden van de FOD Sociale Zekerheid... 5 1.1 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB)...

Nadere informatie

VR DOC.0786/1BIS

VR DOC.0786/1BIS VR 2018 1307 DOC.0786/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse

Nadere informatie

Barometer kinesitherapie 2013

Barometer kinesitherapie 2013 Barometer kinesitherapie 2013 Ingevolge de nomenclatuurhervorming van 2002, lag het uitgavenniveau voor kinesitherapie in 2003 op het laagste niveau sinds 1991. Vanaf 2004 beginnen de uitgaven opnieuw

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

ZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST

ZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST ZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST INTRAMURALE DIENST Woonzorgcentrum De Meers Centrum voor Kortverblijf De Kouter Dagverzorgingscentrum De Meers Dagverzorgingscentrum De Manège Serviceflat Residentie

Nadere informatie

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest /

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest / / Archief cijfers ZORGZWAARTE Vlaams Gewest 2009-2011 / 7.01.2015 7.01.2015 Zorgzwaarte 1/14 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers in november 2013 DOOR: Heidi Cloots, Herwin De Kind,

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62 Inhoud Lijst met tabellen 11 Lijst met figuren 15 Voorwoord 19 Deel 1 Inleiding 21 1 Opzet en structuur 23 Deel 2 Gezinsbeleid 29 2 Waarom zich met gezinnen bemoeien? 31 2.1 Hedendaagse gezinnen: dynamisch,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Zonhoven Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens

Nadere informatie

Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg

Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg Prof. dr. Jozef Pacolet Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Inhoud Betaalbaarheid van de zorg versus vrees, onzekerheid en twijfel Afbakening: nieuwe

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Sint-Truiden Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met

Nadere informatie

Woon- en Zorgcentrum De Wingerd. www.wingerd.info

Woon- en Zorgcentrum De Wingerd. www.wingerd.info Woon- en Zorgcentrum De Wingerd www.wingerd.info Woon- en Zorgcentrum De Wingerd demografie & dementie uitdagingen voor Vlaanderen www.wingerd.info Vergrijzing in Vlaanderen Ontgroening en vergrijzing

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 18 december 2013 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel

Nadere informatie

POM Limburg - ERSV Provincie Limburg Werkgoesting in de zorg Cultuurcentrum Hasselt, 25 maart 2010

POM Limburg - ERSV Provincie Limburg Werkgoesting in de zorg Cultuurcentrum Hasselt, 25 maart 2010 POM Limburg - ERSV Provincie Limburg Werkgoesting in de zorg Cultuurcentrum Hasselt, 25 maart 2010 Demografie, zorgberoepen en vacatures. Nood aan statistieken Prof. dr. Jozef Pacolet Onderzoeksinstituut

Nadere informatie

sociale dienst informatiebrochure Wegwijs in de thuiszorg

sociale dienst informatiebrochure Wegwijs in de thuiszorg sociale dienst informatiebrochure Wegwijs in de thuiszorg Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Thuishulp 4 3. Revalideren en herstellen 7 4. Ouderenvoorzieningen 8 5. Contactgegevens bij vragen 9 6. Persoonlijke

Nadere informatie

De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de zorg?

De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de zorg? De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw dienst of ten dienste van de zorg? Onderzoeksproject in het kader van Steunpunt welzijn, volksgezondheid en gezin Kabinet van de Vlaams minister van welzijn, volksgezondheid

Nadere informatie

Graag wens ik een actuele stand van zaken te verkrijgen met betrekking tot het aanbod van voorzieningen voor ouderen in woonzorgcentra.

Graag wens ik een actuele stand van zaken te verkrijgen met betrekking tot het aanbod van voorzieningen voor ouderen in woonzorgcentra. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 519 van ELS ROBEYNS datum: 11 mei 2016 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Woonzorgcentra Limburg - Bijkomende bedden Aangezien de provincie

Nadere informatie

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM Mantelzorg Op 10 november 2014 is het de Dag van de Mantelzorg. Dit jaar wordt deze dag voor de 16 e maal georganiseerd. De Dag van de Mantelzorg is bedoeld om mantelzorgers in het zonnetje te zetten en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 22;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 24 juni 2016 houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 22; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering van de subsidies van de zorgkassen in het kader van de Vlaamse sociale bescherming DE VLAAMSE

Nadere informatie

betreffende aandacht voor preventieve mondzorg in het Vlaamse gezondheidsbeleid en bij kwetsbare groepen

betreffende aandacht voor preventieve mondzorg in het Vlaamse gezondheidsbeleid en bij kwetsbare groepen 857 (2015-2016) Nr. 2 ingediend op 21 oktober 2016 (2016-2017) Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Griet Coppé en Danielle Godderis-T'Jonck over het voorstel

Nadere informatie

Thuiszorg. informatiepunt

Thuiszorg. informatiepunt Thuiszorg 2 informatiepunt Inhoud 1 De Vlaamse Sociale bescherming... 4 1.1 Wat is de Vlaamse Sociale bescherming?... 4 1.2 De tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THAB)... 4 1.2.1 Wat en voor wie?... 4

Nadere informatie

Beleidsmaatregelen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders - Beleidsdomein Welzijn

Beleidsmaatregelen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders - Beleidsdomein Welzijn SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 492 van EMMILY TALPE datum: 14 maart 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Beleidsmaatregelen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

Nadere informatie

ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3

ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3 ONDERZOEK KINDEROPVANG - FASES 2 EN 3 ONDERZOEK IN SAMENWERKING MET RESOC ZUID-WEST-VLAANDEREN EN MET FINANCIËLE STEUN VAN DE PROVINCIE WEST-VLAANDEREN EN HET WELZIJNSCONSOR- TIUM ZUID-WEST-VLAANDEREN

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Als thuis blijven wonen moeilijk wordt

Als thuis blijven wonen moeilijk wordt Als thuis blijven wonen moeilijk wordt Herent-Winksele-Veltem-Beisem Het is ieders droom om zo lang mogelijk op een zelfstandige manier thuis te blijven wonen. In elk leven komt er echter een moment waarop

Nadere informatie

VERSLAG. van het Rekenhof. over de subsidiëring van de thuiszorg VERSLAG

VERSLAG. van het Rekenhof. over de subsidiëring van de thuiszorg VERSLAG Stuk 37-E (2006-2007) Nr. 2 Zitting 2007-2008 3 april 2008 VERSLAG van het Rekenhof over de subsidiëring van de thuiszorg VERSLAG namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht

Nadere informatie

Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende

Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende Reflectievoormiddag Voorbij het statuut samenwonende Donderdag 19 april - Senaat Goeiemorgen. Bijna op de dag af vier jaar geleden organiseerde het Steunpunt een studiedag over Sociale Bescherming en Armoede.

Nadere informatie

Koppels in de woonzorgcentra

Koppels in de woonzorgcentra Koppels in de woonzorgcentra Conceptnota voor nieuwe regelgeving F.Foucart, Gedelegeerd Bestuurder - 1 Uitgangspunt conceptnota Creëren van wettelijke mogelijkheid om relatief redzame partner van zorgbehoevende

Nadere informatie

Welkom bij de Vlaamse Zorgkas. Wat meer uitleg over de zorgverzekering

Welkom bij de Vlaamse Zorgkas. Wat meer uitleg over de zorgverzekering Wat meer uitleg over de zorgverzekering Welkom bij de Vlaamse Zorgkas Wat is de zorgverzekering? De Vlaamse Regering heeft aan het eind van de jaren negentig de zorgverzekering in het leven geroepen. Waarom?

Nadere informatie

MEER WAARDE IN DE ZORG

MEER WAARDE IN DE ZORG GIBBIS MEER WAARDE IN DE ZORG Memorandum van GIBBIS van april 2019 met het oog op de verkiezingen van 26 mei 2019 EXECUTIVE SUMMARY Gezondheidsinstellingen Brussel Bruxelles Institutions de Santé Samengevat:

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 1612 DOC.1387/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016 houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende bedden met een bijzondere erkenning als rust-

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli

Nadere informatie

Het veranderende thuiszorglandschap

Het veranderende thuiszorglandschap Het veranderende thuiszorglandschap Ontschotting van de zorg Eveline Decock Stafmedewerker Welzijnszorg Solidariteit voor het Gezin vzw Thuiszorgorganisatie, actief in Vlaanderen en Brussel 5600 medewerkers

Nadere informatie

COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD

COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD OPSCHRIFT Vergadering van: 20 oktober 2015 Nummer: 2015_MC_00361 Onderwerp: Worden onze woonzorgcentra onbetaalbaar? - Mieke Bouve Raadslid(-leden):

Nadere informatie

Reglement mantelzorgtoelage voor personen vanaf 21 jaar

Reglement mantelzorgtoelage voor personen vanaf 21 jaar Reglement mantelzorgtoelage voor personen vanaf 21 jaar Dienst Sociale Zaken - Doelgroepenwerking Tel.: 053 64 58 17 sociale.dienst@ocmwdenderleeuw.be Inhoudstafel 1. Doelstelling 2. Voorwaarden tot het

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie