"De Sont is geopend, dan is 't koren goedkoop 'n gesloten Sont is voor Holland erger dan oorlog"

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download ""De Sont is geopend, dan is 't koren goedkoop 'n gesloten Sont is voor Holland erger dan oorlog""

Transcriptie

1 "De Sont is geopend, dan is 't koren goedkoop 'n gesloten Sont is voor Holland erger dan oorlog" De Sont is de zeestraat tussen het Deense eiland Sjaelland en Zweden. Reeds in de 13e eeuw voeren Nederlandse schepen door de Sont (ommelandsvaart) om handel te drijven met de steden aan de Oostzee (of Baltische zee). Naar de baltische landen werden zout, haring en geweven stoffen vervoerd, terwijl hout, tarwe en rogge uit deze landen werd meegebracht. Roggebrood was in de 16e eeuw het voornaamste bestanddeel van het voedselpakket. Bij het tractaat van Spiers (1544), gesloten tussen Karel V (Heer der Nederlanden) en Christiaan III van Denemarken, garandeerde deze Deense koning aan de Nederlanders de vrije vaart door de Sont tegen betaling der "gewoonlijcke tollen. In de 17e eeuw werden, zeer tot ergernis van de schippers, deze tolgelden steeds verhoogd en de controle verscherpt. De Sonttoltabellen zijn nu een belangrijke bron voor onze economische geschiedenis door de gegevens over scheepvaart en warenverkeer, die er toen in opgetekend werden. De oorlogen tussen Zweden en Denemarken hebben de vaart door de Sont meermalen belemmerd. Sluiting van de Sont had funeste gevolgen voor de Nederlandse economie, want tussen 1550 en 1650 waren 60% van de schepen, die naar de Oostzee voeren, van Nederlandse herkomst. Tussen 1611 en 1620 zelfs 3500 per jaar. In het jaar 1630 landde Gustaaf II Adolf van Zweden in Pommeren om zich te mengen in de godsdienstoorlog ( ) in de Duitse landen. Hij gaf als motief de protestantse zaak te verdedigen, maar koppelde dit heimelijk aan zijn streven de Zweedse heerschappij over de Oostzee te veroveren. De gevolgen van deze gebeurtenissen vinden we weerspiegeld in de vroedschapsresolutiën van Monnickendam. Op 29 juni 1630 lezen we (G.A. nr 2) "Opt instantelijck (dringend) versoeck van onse backers, clagende seer, dat niet behouden en connen blijven, ten aensein vande groote duerte vant corn, de opslach (prijs) vant Broot, wert uitgestelt tot morgen omme te vernemen met de veerschuijt van Amsterdam wat opslach die van Amsterdam sullen hebben gedaen" De veerschuit fungeerde in die tijd als communicatiemiddel, tenminste de mensen die daarmee arriveerden. Kennelijk had Amsterdam op dat ogenblik nog geen prijsverhoging van het brood doorgevoerd vanwege de duurder geworden granen, want er wordt niets meer over geschreven. Op zaterdag de 7e september 1630 (G.A. 3 blz 12) beraadslaagden de burgemeesters en vroedschappen van Monnickendam over de punten, die de afgevaardigde van de stad op de 11e in de Staten van Holland zal moeten bespreken. Als punt 21 staat opgevoerd: "Opt sustenue (op voorstaan) van sijne Majesteit van Sweden gerechticht te wesen totten tol van 5½ ten hondert (5½ %), die van wegen welgemelte Majesteit tot Dansyck (Dantzig of Gdansk) ende elders wert geheven, is geresolveert (besloten) d'inclinatie (mening) van d'andere leden ende steden te verstaen ende daerop d'heeren te dienen van advijs". Eerst worden de andere steden gepolst, voordat een besluit hierop wordt genomen. 5½ % tol van de waarde van de lading te moeten betalen is erg veel, maar de zweedse koning en verdediger van de protestantse zaak is in oorlog en heeft geld nodig. Op de 13e october 1630 wordt in de vroetschap van Monnickendam een bericht voorgelezen, afkomstig van de gecommitteerde Raden van de Staten van Holland in den Haag: "nopende de jegenwoordige en toecomende benarde tijden vande granen versoecken wij in alder ijle ons advijs ende resolutie (te volgen) omme met de jegenwoordige schepen naer Moscovien (Rusland) 'n parthije der selver (granen) van 10 duijsent lasten ofte meer voor dese provintie te ontbieden (af te roepen) als daer alreede inde schuren sal wesen ende d'selve over de respective steden te verdelen". Drie dagen later zien we dat de burgemeesters van Monnickendam opdracht hebben gegeven "ten behoeve vande ingesetenen metten eersten te coopen 20 lasten rogge ende de penningen tot dien op intereste te lichten". Een missive van de afgevaardigde in Den Haag meldt op de 18e october dat men, vanwege de duurte van het graan, de brouwers het brouwen wil verbieden. De Burgemeesteren gingen hier niet meteen op in, maar namen nog dezelfde dag andere maatregelen. Het was ook niet de eerste keer dat de graanprijzen stegen en men kon dus teruggrijpen op oude plakkaten uit de jaren 1565, 1596 en 1624, om er maar een paar te noemen. "Nopende de gecochte 18 last rogge is geconsenteert den gemeenen burger en ingesetenen, uijtgesondert cramers en backers, voor hare provisie (bevoorrading) te vercoopen ieder een á twee sack, mits betalende 1

2 deselve met contant gelt, de sack tot negen d'halve gulden, 't welck met 't becken sal doen omslaen (bekendmaking door de omroeper). De gecommitteerde vande rogge werden geauthoriseert, noch ses last op nieus te coopen voor 't crimpen (afnemen) vant gene den gemeenen burger sal coopen. Secretaris ende bode werden gecommitteert (gemachtigd) 't gelt vande burgers van hare gecochte rogge te ontfangen ende daer notitie van te houden". Niet de bakkers of broodverkopers kregen de beschikking over het gekochte graan, maar de burgers en iedereen kon dus zijn eigen brood laten bakken. Men nam deze maatregel om handel in het schaarse product graan te voorkomen. De bakkers echter konden daardoor alleen op bestelling werken en een fabricage prijs in rekening brengen. De 28e october vraagt het stadsbestuur zich af "off men dese jegenwoordige dieren (dure) tijt boven die alreede gecochte 25 lasten rogge, waervan ontrent 10 lasten (300 hl) aen de burgerije is vercocht ende de reste opgesoldert, meerder quantitijt sullen coopen mits (als) die van Amsterdam aende steden ietwes presenteeren te vercoopen, dan oftment daer bij sullen laten. Waerop is verstaen noch een goede quantitijt metten eerste te coopen van ontrent 22 a 23 lasten, eer meer als minder, daervan 1/3 terwe soomen die becoomen can, daervan den armen mede versien sal worden, mits betaelende ". De volgende dag "is goetgevonden die ses lasten gerste bijde gecommitteerde tot Amsterdam gecocht voor de stadt sal behouden en 't in derdiceeren (te verbieden) dat niemant vande burgers ende inwoonders, wie het ook soude mogen wesen, eenige rogge, terwe ofte anders buijten dese stede en vercoope". "Op morgen sullen d'heeren Burgemeesteren inde Purmer trecken om te sien oft daer noch eenich coorn of te anders te coopen is". "Opt versoeck van die van Marcken om vande stadt eenige rogge te coopen, neffens andere burgers, is verstaen dat men haer belofte sal doen als de stadt rogge sal gecocht hebben om haer te gedencken". Aan de maatregelen bemerken we, dat de toestand eind october 1630 wat nijpender wordt. De gestegen prijzen van de rogge hebben de winstmarges van de bakkers behoorlijk doen dalen, omdat ze tegen voorgeschreven prijzen moesten verkopen. Deze prijsbepaling van het brood, "broodzetting" genaamd, maar gevraagde prijsverhogingen worden door de Heeren Magistraten in beraad gehouden en ijlen meestal enige tijd na. Het stadsbestuur, dat zich met alles bemoeide dat tot voordeel van de poorters en ingezetenen kon strekken, poogde zoveel mo gelijk, voor rijk en arm, jong en oud, dezelfde te zijn. Het trad op tegen aanmatigingen van de sterkeren, duldde geen knoeierijen en steunde de minder bevoorrechten soms met opzet door geen overhaaste beslissingen te nemen, dit laatste gold vooral voor de eerste levensbehoefte, met name het brood. Op de deur van de Waag te Monnickendam werd iedere week van stadswege een biljet aangeplakt, waarop de prijs vermeld stond waartegen het brood verkocht mocht worden. Amsterdam diende als voorbeeld; daar moesten de makelaars wekelijks de broodwegers de graanprijs opgeven om de broodprijs vast te stellen. In de memorialen van Burgemeesteren te Monnickendam (G.A. NR 33) vinden we op de volgende vermelding: "Tot besorgen vande weeckelijckse brootsettingen van Amsterdam na dese stadt (M,dam) te bestellen in plaets van Harmen Tol Maeckelaer tot Amsterdam, die overleden is, vercoren Jan Jansz Rustwat op een tractement van 12 guldens jaerlijcks, gelijck voor desen". We keren terug naar het jaar "Alsoo op bij enige backers ende cramers voorgeslagen ende versocht is omme noch een partije rogge bij haer tot Amsterdam te coopen, mits dat d'heeren gelieven soude de settingen van 't broot naer advenant (navernant) de coop vande rogge te doen, is goetgevonden om verscheijde redenen 't selve alsnoch in advijs te houden Ende is vorder geresolveert (besloten), dat de gecommitteerdens tot het coopen vande granen op morgen noch eens tot Amsterdam sullen onderstaen (beproeven) om noch een partije rogge 't sij 22 of 23 lasten, ofte so niet, 10 lasten terwe voor de stadt te coopen ende soo niet connende becomen, dat men goede toesicht sal nemen op de schepen uijtter zee comende, omme een partije 't sij rogge ofte so niet terruw (tarwe) daer uijt te lichten". Om in die tijd vanuit de Noordzee Amsterdam te bereiken moesten de grote zeilschepen over de Zuiderzee en langs het eiland Marken varen. Hierdoor was het blijkbaar mogelijk onderweg een lading graan te kopen. Op 23 november 1630 vraagt men zich af of men de opgeslagen stadsgranen ten behoeve van de ingezetenen brood zal laten bakken, maar men besluit dit nog de tijd van 3 of 4 weken aan te zien. Op 15 december is "'t versoeck vande backers om verhooginge van 't roggebroodt te hebben in deliberatie geleyt (in 2

3 overweging genomen) en dienaengaende goetgevonden 't broot van clare rogge te setten (prijzen) als inde naburige steden, mits datmen van de stadtsrogge ende gerst half ende half sullen doen backen. Ten prijse als men 't naest wesen (in de buurt van) de incoop mette interest". Op 19 december hebben d'heeren Burgemeesteren 'n calculatie van de incoop ende vordere oncosten vande granen gemaeckt omme het broodt daernae vande stadtsgranen te doen backen ende 't selve bij yemant (iemand) te laten vercoopen, is goet gevonden, nae datmen oock verstaen hebben (op de hoogte is van) de settingen (prijsnotering) van 't broodt van half rogge half gerst van 12 pond sullen doen vercoopen voor 17 stuijvers bij provisie (voorlopig) aen eenen yegelijcken, die 't begeert ende het clare roggebroodt van 12 pond te setten op 21 stuijvers". Een hogere prijs werd in die eeuw niet eerder bereikt. In de jaren van 1600 tot 1620 schommelde de prijs van een 12 ponds roggebrood tussen de 5½ en 8½ stuiver. De tot dat tijdstip hoogste prijs werd in 1624 bereikt, namelijk 13 stuivers. Men heeft berekend dat een echtpaar met 2 kinderen in de 17e eeuw plm. 5 pond roggebrood per dag gebruikte. In een week had men dus 3 twaalfpond broden nodig van plm. 7 stuivers. Een uitgave van 21 stuivers. Het doorsnee loon per dag was 15 stuivers (tussen 10 en 20 stuivers), dus van de plm 100 stuivers in de week was men al 1/5 kwijt aan brood. Liep de broodprijs op tot 13 stuivers, zoals in 1624, dan was men al 2/5 van het inkomen kwijt. De broodprijs in het najaar van 1630 moet menigeen beneden het bestaansminimum gebracht hebben toen de uitgaven voor het brood 60% van het inkomen gingen vormen. Het bakkersberoep was zo slecht nog niet. In dure tijden zaten zij het dichtst bij de oven en hadden het langst te eten. Werd de broodprijs door het stadsbestuur niet op tijd bijgesteld als de roggeprijs gestegen was, dan wisten de bakkers er wel een middel op om zich meer inkomen te verschaffen, dat middel bestond uit het minder geven dan het wettelijk bepaalde gewicht. In 1653 bespeurt men in Amsterdam dagelijks "grote fouten ende bedrog onder de backers, soo in't backen als 't gewichte van 't broot". In Monnickendam vond op 20 september 1807 een plotselinge weging van het brood plaats en bij 15 bakkers stelde men vast "dat het te licht bevonden brood 15 lood heeft gewogen, ter wijl de zetting 18 lood was". De toenmalige bakkers stonden dan ook heel wat minder in de geur dan de tegenwoordige warme bakkers en men gebruikte niet onterecht het spreekwoord: "Vanden enen quaden comt men tot den anderen, gelijck vanden cock totden backer". Op 23 januari 1631 "in deliberatie geleijt sijnde ofmen de prijs van 't broodt souden verleegen (verlagen) en is goet gevonden het backersbroot van rogge van 12 pond te stellen op 19 stuivers ende het stadtsbroodt van half rogge half gerst van gelijcke swaerte op 15½ stuiver, mits dat d'heeren Burgemeesteren geauthoriseert werden de verhooginge ofte verdere verleeginge volgens de naerbuersteden bij gelegentheijt te doen". Men voelt dat volgens deze verklaring een verdere verlaging nodig zou zijn als men het voorbeeld van de naburige steden volgde, maar de aangekochte hoeveelheid graan door de stad is nog te groot om zulks zonder grote verliezen te doen. Op 16 maart 1631 besluit men "de jegenwoordige voet int consumeren en backen vande stadtsrogge noch ontrent een maent te volgen en de backers die geen goet broot backen te casseren (te ontslaan), welverstaende soo de rogge ofte gerste afslaet alsdan daertoe te disponeren (regelen)". Eind maart loopt de duurte periode op een eind in Monnickendam. Op 29 maart 1631 wordt "voorgestelt hoe ende in wat vougen men sullen handelen met de stadtsrogge ende gerste en is verstaen (besloten) de gerste te vercoopen en de rogge generalijck bij alle backers ende cramers te laten coopen ende verbacken tot alsulcken prijs als die van Amsterdam haer broot sullen setten, met vorder belastinge (verdere opdracht) aende molenaers geen ander rogge te malen als van wegen de stadt alleen, welcke rogge de coopers binnen de tijt van acht dagen met contant gelt sullen moeten betalen". Op 3 mei van dat jaar wordt voorgesteld "de clachte vande molenaers over het declineren (ontduiken) van gemael (accijnsplicht op graan dat tot meel gemalen wordt, z.g. belasting op het gemaal), waerop is goetgevonden ende gearresteert (besloten) een keure (plaatselijke verordening) te laten maken, deselve publiceren ende affigeeren (aanplakken), waerbij een iegelijck sal werden verboden geen roggebroot van buijten inde stadt te brengen geduerende de stadtsrogge ende voorts nae vandien geen broot althoos tsij roggen-ofte terwe-ofte wittebroot van buijten te brengen omme te vercoopen". 3

4 Nog steeds is de stad niet door de voorraad aangekochte rogge heen en nu de prijzen in de naburige steden lager zijn, volgt er automatisch aanbod van buitenaf, waarop geen belasting betaald werd. Bakkers en molenaars zijn in Monnickendam nooit erg goede vrienden geweest. Wanneer de molenaars al het tot meel gemalen graan, dat bakkers en burgers hen brachten, ook terugleverden zouden ze niets hebben kunnen overhouden voor het eigen vee. Blijkbaar nam de molenaar het niet zo nauw. Op 11 mei 1631 wordt: "op clachten vande backers deser stede geresolveert en goetgevonden, dat van nu voortaen gene molenaer binnen deser stede enige swijnen, verckens ofte hoenderen sal mogen houden". In vier jaren horen we niets van de Monnickendammer bakkers in de resolutieboeken en dan ineens op 6 april (dit jaar 350 jaren geleden)! "op 't versoeck van enige backers ofmen een backersgilde souden oprechten, is verstaen dat men tot oversieninge van die saecke sullen committeren (last geven)" zie G.A. nr 4 blz. 17) Kennelijk was de wens om een dergelijk verband van beroepsgenoten op te richten voortgekomen uit de moeilijkheden met het stadsbestuur in de duurte periode van het graan in 1630, maar ook een kwestie van te weinig belangstelling van de stad, zoals op 7 september 1630, waarbij het verzoek wordt gedaan "bij billieten te verbieden geen biscuijt, broot ende meel van buijten in de stadt te brengen oft souden den halven impost moeten betaelen, waerop is geresolveert dat ze haer te reguleeren hebben nae de odonatie, willende billietten aenslaen en 't selve doen uijt haren naem ende niet uijt name van d'heeren Magistraten". Een gilde brief hield in dat het stadsbestuur de inhoud als ordonatie en keure erkende en dienovereenkomstig bescherming bood. De gilden waren verenigingen van burgers met hetzelfde of aanverwante bedrijf met eigen maatschappelijke vorm, betrekkingen, rechten, plichten en belangen. Vóór 1635 bestond er dus geen bakkersgilde in Monnickendam. Toch weer een bewijs dat onze stad niet zo'n groots verleden heeft gekend zoals door vele schrijvers wordt voorgesteld. Van de Voet schrijft: "Een grote bloeiende handel met de oostzeelanden, Noorwegen, Zweden en Denemarken werd met de stad onderhouden. Na het leggen van de nieuwendam in 1402 geraakte de stad allengs haar voornaamheid kwijt", maar de Heer van der Voet vergat dat de privileges, die de poorters en Magistraat van Monnickendam van de Koningen van Noorwegen, Zweden en Denemarken kregen uit de jaren 1443 tot 1484 stamden. In Heemschut lezen we: Monnickendam, stadje welks bloeitijd voor het midden van de 17e eeuw ligt", maar wij weten dat de Monnickendammers hun geld meestal als schipper en schepeling op schepen van Amsterdamse bevrachters en kooplieden verdienden en niet door het gebruik van de eigen haven. Ook het bestaan en de ouderdom van de gilden zegt iets over de betekenis van een stad. Het Amsterdamse bakkersgilde werd reeds in 1530 opgericht en in Dordrecht al veel eerder. Dat hieraan in Monnickendam pas in het midden van de 17e eeuw behoefte bestond heeft zeker te maken met het aanzien van de stad. Het bleef voorlopig bij een behoefte, want pas op 19 februari 1639 schrijft men in het resolutieboek: "'t versoeck vande gemeene backers om een gilde te hebben wert gehouden in surcheantie (opschorting) tot naester bij eencomste". Drie dagen later is" in omvraech gebracht 't versoeck vande gemeene backers alhier, tenderende (betr. het streven) een gilde te mogen hebben, werd gestabileert (verzekerd) ende geaccordeert fiat, mits dat de supplianten (aanvragers) al vooren aende Heeren Burgemeesteren sullen exhiberen (vertonen) extract auctentycq vande gilde-ordonnatien van Amsterdam, Hoorn ende andere nabuerige steden daer een gilde wert gepractiseert, omme 't selve gesien daer uijt soodanige artickelen te beramen als tot dienst van onse Gemeente sal bevonden werden te behooren". "Tot het maecken van de backers ghildebrief syn op 10 april 1639 nevens d'heeren Burgemrn gecommitteert d'heeren Ringh, Symon Reijnsz en Boes om 't selve metten eersten (ten spoedigste) ende voor eerstcomende maij te voltrecken". Voorts is op 16 april 1639 bij d'heeren Burgemeesteren en Vroetschappen goetgevonden d'ordonatie vande backersghilde, sulcx die ontworpen is, te arresteren (bekrachtigen) ende 't selfde bijden Gerechte deser stede te doen effectueren in behoorlijcke forma". Zo werd het bakkersgilde op 1 mei 1639 te Monnickendam opgericht en zal het weldra 350 jaren geleden zijn, dat dit plaats vond, misschien een tip voor de bakkers om dit te gaan gedenken? Backers Ghilde Brieff Min Ed. Heeren Schout Burgemrn en Schepenen als Gerechte deser Stede Monnickendam, Doen cond allen 4

5 luijden dien 't behoort, Dat sij met advijs en goetvinden van d'heeren Vroetschappen der selver Stede, Op 't versoeck vande gemeene Backers alhier d'selve haere welbeminde poorteren gegeven, geconsenteert ende geconfirmeert hebben, sulcx sij geven, consenteren en confirmeren hen luijden mits dese alsulcken poincten, articulen ende ordonnantien alshier naer beschreven en verclaert staen. 1. De Rogge Brooden te Backen van goeden Claren Rogge. Inden Eersten sullen de Roggebroot Backers gehouden sijn d'selve brooden 't sij haer selfs ofte een andere toebehoorende te backen van goeden claren Rogge sonder daer bij te mogen mengen ofte toelaten te mengen enige Semelen, Cornel, Garst, Boonen ofte enige andere onbe oorlijcke Specie, op een boeten van seventien pont bij soodanige te verbeuren, 't appliceren (toepassen) als inde Generale Willekere (plaatselijke verordeningen) begrepen ende daer en boven noch twee Jaren gesuspendeert (geschorst) te wesen van haere neringe. 2. De Backers moeten haer eijgen en ander lieden Brooden mercken. Elck Backer sal gehouden wesen haer Broot 't welck sij haer selfs backen, om te vercoopen, als op de huijsbacken brooden haer eijgen merck te setten ofte te drucken ende op de Brooden toebehoorende de Cramers ofte Craemsters sal het merck vande selve Cramer of Craemsters daer op geset ofte gedruckt moeten werden, alles op de boeten van tien stuijvers op elck broodt 't welck bevonden sal werden niet gemerckt ofte met een verkeerde merck geteeckent te wesen ten behoeve vanden Hr Officier te verbeuren. 3. Tot wat tijden de Backers haer ovens mogen vieren (branden). Item en sullen geene Backers hare Ovens mogen vieren off doen Branden des avonts naer toen uren en des morgens voor drie uren. Bij de Winter te weten vanden eersten october tot den laesten martij (maart) ende des Somers (te weten) vanden eersten april tot den laesten september s'morgens voor twee uren op de boeten van twee pont tenprofijte als voren. 4. Vande Dooven Coolen te Bewaren. Ende sullen oock de Backers niet vermogen eenige Dooven Colen te houden of te leggen in enige manden, vaten of op haer Solders, maer d'selve moeten leggen in steenen Backen, Coperen ofte ijseren vaten, op de boeten van drie pont ten behoeve als voren. 5. Wie het Backen sal mogen opsetten en de wat d'selve heeft te betalen. Niemant sal binnen deser Stede het backen mogen opsetten tensij dat hij Burger is of te sijn poorterschap alhier sal hebben gecogt ende te voren twee Jaren bij een Backer gedient binnen dese geunieerde Provintien ende sal d'selve aenden Armen vande Backers neringe voor het incomen of aenvangen betalen vier guldens, doch sal de Soon van een Backer mogen volstaen met twee guldens ende sal daerenboven aende Gildeknecht voor 't aenteijckenen moeten betalen vijff stuijvers. 6. Van het Hertrouwen van een Backers Wedue. De Wedue van een Backer comende te trouwen aen yemant buijten de Ghilde sijnde en de willende de neeringe vant Backen aenhouden sal met betalinge van twee gulden mogen volstaen gelijck een Backers Soon, Doch trouwende aen een Ghildebroeder sal niet gehouden sijn enigh gelt te geven. 7. Van enich Broodt van buijten in te Brengen. Niemant sal vermogen van buijten deser Stede enich rogge Broot alhier in te brengen nochte 't selve van buijten laten comen of doen backen, om te vercoopen, op de verbeurte van 't Broot ende daerenboven in een boete van tien stuijvers op elck heel broodt, minder gedeelte naer advenant, 't appliceren twee derdepaerten voor den Officier ende een derdepaert voor de Ghildeknecht, wanneer die het selfde beloopt (de boodschappen er voor doet). Behoudelijck dat de keetmeijssens (meisjes die in de zoutketen werken) haer broodt van haer ouders ende vrienden van buijten toegesonden sal mogen werden. Gelijck ook de Burgers en ingesetenen deser 5

6 Stede eenich broot tot haer eijgen eten van buijten sullen mogen inbrengen. 8. Vande Jaerlickse betalinge ten behoeve vanden Armen. Item sullen alle Backers gehouden wesen Jaerlijcx te betalen ijeder twaelff stuijvers inde Bos (fonds) tot onderhout vande Armen vande Backers neringe. 9. Wat de Rogge Brooden moeten wegen. De Rogge Brooden die bij de Backers ofte Slijters (handelaars in 't klein van brood) vercoft werden, sullen moeten wegen ten minste twaelff pont, halven ende vierendeelen naer advenant, op boeten in de willekeuren begrepen. 10. De Prijs vant Broodt. Item en sullen de Backers ofte Slijters de rogge Brooden nochte andere brooden die henluijden geoorlooft sijn te mogen backen of doen backen niet hooger mogen vercoopen als het Billet 't welck alle weecke alsser veranderinge comt van Stadts wegen aende Wage geaffigeert (aangeplakt) mede brengende, op de boete als voren. 11. Backers met geen Broot om te loopen. Dat voorts niemant (wie hij sij) met eenich Broodt door de Stadt sal mogen omloopen om 't selve yemant aen te veijlen ofte te vercoopen, op een peene (boete) van ses ponden te verbeuren bij den Backers die soodanich Broot uijtgelevert heeft ende sal d'omlooper van alsulck Broot gehouden wesen te verclaren de naem vande Backer, die haer 't selve gelevert heeft of bij weijgeringh vandien de voorsz boeten selfs moeten betalen, 't appliceren d'eene helft ten proffijte vanden Officier ende d'ander helft voor den bekeurder Ende sullen de Backers soo wel als ander magen bekeuren. Welverstaende dat bij desen niet verboden wert het Broot aende Schuijten ende wagens van buijten comende te brengen. 12. Dat de Rogge Broot ende koeckebackers apart moeten wesen. Verbieden voorts alle koeckebackers ende cleijn rogge Broot Backers eenich roggen Broodt te mogen backen sulcx dat elck vandien bij sijne neeringe sal moeten blijven, te weten dat de Roggen, Tarwen ende witbrootbackers eegene koeck ofte cleijn roggen sullen mogen backen (als voren gesijt) geen roggen broot mogen backen op peene van vijffentwintich guldens 't elckens bij een ijeder van hun te verbeuren, 't appliceren een derdepaert voor den aenbrenger, een derdepaert voor den Officier, die d'executie vande Backers Ghilde. 13. Vande Begraeffenis. Item soo wanneer een Backer ofte sijne huijsvrouwe comt te overlijden, sullen de Backers mede op de begraeffenisse moeten gaen, wesende daer toe bij den Ghildeknecht versocht, op de boeten van drie stuijvers. 14. De Backers sullen haer dese ordonantie moeten onderwerpen. De tegenwoordige ende toecomende Backers sullen tesamen en de elcx int bijsonder dese Ordonnantie ende Ghildebrief d'welcke sijn in ganck sal nemen opten eerste maijdagh eerstcomende geheel ende al onderworpen sijn ende tot dien eijnde bij hanttastinge aen een vande Heeren Burgemrn Beloven dat sijluijden hen getrouwelick daer naer sullen reguleren sonder met haer neringe te mogen voortgaen ofte beginnen voor ende al eer dese beloften in voegen voorsz gedaen sal sijn, op pene van sesendertich ponden, 't appliceren een derdendeel voor den Aenbrenger, een derdendeel voor d'officier, die d'executie doen sal ende 't laeste derdendeel inde Bos tot onderhout van d'armen vande Backers Ghilde. 15. Ende reserveren mijn Heeren Schout, Burgemrn en Schepenen voornt ende haere nasaten in officio aen haer Ed. alle interpretatie over de Duijsterheden, die in desen souden mogen vallen aen d'welcke mede staen sal, 't verminderen en 't vermeerderen der selver Ordonantie ende begeren dat alle 't selve sijn volcomen 6

7 effect en cracht sal behouden soo lange ende ter tijt toe dat haer Ed sulcx oirbaer ende raet saem sullen bevinden ende langer niet. Aldus gedaen en gearresteert op t' Raethuijs deser Stede Monickedam ende gepubliceert opten laesten aprilles XVIc negenendertich Bij mij Jan Jansz Pranger Secretaris 1639 Was het Amsterdamse bakkersgilde gewijd aan St. Obertus en werden de voorlieden alle jaren op St. Obertusdag gekozen, dat van Monnickendam kreeg geen naam omdat in ons land aan het eind van de 16e eeuw de reformatie plaats vond en het in de denkwereld van het calvinisme niet meer paste om een gilde de naam van een heilige te geven. Getrouw aan de oprichtings werden in Monnickendam ieder jaar wanneer de maand april ten einde liep drie voorlieden (gildemeesters) gekozen, een uit het oude drietal en twee nieuwe. De eerste vinden we vermeld: "Opden eersten maij des jaers De Heeren Burgemrn hebben voor de tijt van een jaer tot overluyden vant backersgilfde uyt dubbel getal bij de drie regierende overluyden daertoe genomineert, twee geeligeert naementlyck nieuwe Christian Barentsz en Rutgert Jansz Ende hebben uyte affgaende overluijden tot oude vercoren Hendrick Michielsz. Nog geen drie maanden oud of de uitleg van artikel 11 in de gildebrief blijkt al discutabel te zijn: "Op 3 july 1639 wordt als interpretatie nopende de boeten vande omloopsters (bezorgsters) met broot verstaen, dat de boeten niet sullen comen tot laste vande omloopsters, maar tot laste vande backers". Op 9 september 1639 blijkt het boekweitebrood niet in de gilde brief genoemd te zijn, zodat men dit wel aan de deur mag bezorgen. Pas op 21 september 1641 wordt overwogen de bakkersgildebrief uit te breiden met: "dat de backers geen broot tot de cramers sullen mogen brengen, gelijck bij ordre verboden is dit aen particulieren te doen ende dat die geene d'welcke roggebroot backen ook koeck sullen mogen backen". "Op alle 't welcek gedelibereert is verstaen op het eerste lidt te persisteren (blijven staan) en dat dien volgens de backers het broot tot de cramers wel sullen mogen brengen en het 11e lidt, dat die geene die roggebrot backt geen doeck souden moeten backen, sulcx te laten alst inde beginne vande ordonnatie ofte ghildebrief gepleecht is". Dus blijft de inhoud van de gildebrief zoals deze oorspronkelijk was. Maar uitbreiding van de 15 artikelen valt in de loop der tijden niet te houden. Op 19 juni 1649 besluit men toe te voegen: "dat alle gildebroeders 't elcken jare op Maijdach gehouden sullen wesen een nominatie voor de verkiesinge te doen". "dat alle backers haer jaergelt van 12 stuijvers gehouden sijn precys te betaelen". "wanneer 't gilde bij den anderen vergadert om eenige saecken te verrichten iemant moeijte maeckt ofte slaet, stoot oft smijt, sal verbeuren 4 gulden". Op 31 juli 1649 alweer: "dat voortaen egeene backer in haere huyse sullen vermogen des Sondaghs (zijnde den Sabbath des Heeren) te backen nochte met eenigh broot omloopen ofte brengen in eenige huijsen". "dat eenige baetsuchtige backers haer niet en ontsien haer roggebroodt met semel en andere onbehoorlijcke specie te vermengen en 't selve als dan verre beneden de settinge vercoopen". Ook dat wordt verboden! Tegenwoordig worden in reformzaken de zemelen juist aanbevolen en zeker niet tegen lagere prijzen verkocht. Voorts "moeten in alle vergaderingen van de backers de minder stemmen zich aan de meerdere onderwerpen, sonder eenigh tegenspreecken". Johan Frederick Kemp, Wollewever alhier versoeckt op 30 september 1651 een backersneringe te mogen oprichten. "Dit wert voor alsnoch geexcuseert als strijdende tegens 't vijfde artikel vande gildebrieff. Tevens is verstaen dat d'heeren Burgemeesteren metten eerst en alle de backers sullen ontbieden en de d'selve vermanen tot het wel onderhouden van 't eerste articul vande gildebrieff en datse 't selve bij eede sullen moeten verclaren, anders sullen d'heeren genootsaeckt wesen d'selve 't eene maal achter de banck te werpen". 7

8 Hiermede werd wel zeker de schepenbank bedoeld, kennelijk werd deze uitdrukking gebezigd als een gegeven voorrecht vernietigd werd. Op 15 augustus 1654 versoecken de overluijden en de gemene backers deser stede dat niemant het broodt minder sal mogen geven dan de gesetten prijs, nochte oock yets toe te mogen geven, 't sij koeckens ofte anders. Op 10 november 1668 blijken de 15 artikelen van de oorspronkelijke gildebrief uitgegroeid te zijn tot 31 artikelen. Om herhaling van verschillende van deze artikelen te voorkomen, geef ik alleen de artikel onderwerpen. Bent u geinteresseerd, dan kunt U ze opslaan op het Streekarchief Waterland in Purmerend: G.A. M,dam nr De roggebrooden te backen van goeden en claeren rogge. 2. Hoe swaer het roggebroot te backen. 3. Van de swaerte van 't wittebroot. 4. Hoe veel gelt van 't broot te genieten. 5. Geen koeckges ofte iets anders op het broot toetegeven. 6. Aen vreemde luijden het broot beneden de settinge te moogen vercoopen (toen al toepassing van de economische regel om te dumpen op een andere markt). 7. Als het broodt aan buijtenluijden wort vercocht te letten dat inde Stadt niet en blijve. 8. De wielebrooden op behoorlijcke swaerte te backen. 9. Het broot by de backers te mercken. 10. Hoeveel Stadts impost (belasting) van een sack tarrewe ende rogge te betalen. 11. Billetten te haelen ende impost te betaelen. 12. Aengaende de fraudatie van den impost. 13. Het coorn ende broot van den afgesetten backer bij de andere over te nemen. 14. Vant bewaren der doove kolen. 15. Hoe veel bij een nieuwe backer te betalen. 16. Hoe veel jaerlijcx aen het gilde te betaelen. 17. Een backer sal burger moeten sijn. 18. Van het hertrouwen van een Backers weduwe. 19. geen broot van buijten intebrengen. 20. Vande begraeffenissen. 21. Wie gildeknecht wesen sal. 22. Opde verkiesinge van overluijden te moeten compareren verschijnen). 23. Dat de backers opde convocatie van de overluijden sullen moeten compareren. 24. Geen onlusten ofte moeijten te maecken. 25. Des Sondachs niet te backen. 26. Van het betaelen der boetens. 27. Omme de interpretatie te doen (gewillichlijck het oordeel vande Heeren Commissarissen te onderwerpen sonder eenige tegenspraeck). 28. Commissarissen naer discretie te oordeelen (en in alle billickheyt sullen jureren). 29. Instructie voor Commissarissen. 30. De backers sullen haer dese ordinantie onderwerpen. 31. Beloften bij de Backers te doen voor het aengaen van haere neeringe. Nu de nieuwe gildebrief is opgesteld en goedgekeurd, wil men per gelijke iets doen aan het grote aantal bakkers in Monnickendam. Daarom wordt een regelement opgesteld om dit aan tal door middel van overlijden, ophouden en afzetten bij overtreding terug te dringen. De volgende 14 artikelen worden daar aan gewijd: Reglement ende ordre waerop de vijftien Backers binnen de Stadt Monnickendam sullen gebracht worden op het getal van seven omme dan wederom een achtste te mogen aencomen. 1. Eerstelijck dat een Backer coomende te overlijden desselfs weduwe de backersneringe sal vermogen aen te houden en de geen weduwe naerlatende 't selve door eene van sijn kinderen tot de voorsz neeringe wesende aengeleijt sal mogen geschieden 't sij soon ofte dochter all waeren hij ofte sij de outste niet en waer sonder dat meer kinderen vergunt sal worden de voorsz neeringe bij der hant te neemen soo lange de saecke tot het cleijne getal van seven niet sal wesen gebracht als wanneer de vrije dispositie (beschikking) de Heeren Burgemrn in der tijdt het doen ofte aten wort gereserveert. 2. Een Backer overlijdende ende een mindeerjarich kint ofte kinderen coomende naer te laten tot de neeringe opgequeect sal dese ordonnatie de minderjaricheijt niet prejudiceren (een beslissing waardoor men later niet vrij meer is) maer de saecke ter dispositie vande Heeren Burgemeesteren gelaeten worden, omme de voorsz plaetse oopen te houden ende om naederhant bij een der kinderen daerinne te mogen succederen 8

9 (opvolgen). 3. Maar oft gebeurde dat een soon ofte dochter de backersneeringe hebbende aengevaert (aanvaart) mede quaeme te overlijden sonder man, vrouw, kindt ofte kinderen naer te laeten soo sal een van desselfs broeders ofte susters in sijne ofte haere plaetse vermogen te succederen, die daertoe door de Heeren Burgemrn voornt bequaemst sal geoordeelt worden. 4. Ende die broeder ofte suster mede deser weerelt aflijvich wordende (gestorven zijnde) sonder man, vrouw, kindt ofte kinderen naer te laeten sal een vande ooverige broeders ofte susters naer de voorsz ordre de backerije vermogen aentevaerden ende dat soo succesivelijck tot de laeste. 5. Off het quaeme te gebeuren dat een weduwe van de overledene Backer quaeme te hertrouwen soo sal die man, niet jegenstaende sijn vrouw coome te sterven, evenwel in de neeringe vermogen voort te gaan sijn levenlanck geduerende. 6. Doch als het geschiede dat de backer int voorsz articul vermelt oock voorkinderen naerlaete, soo sullen sijn naerkinderen bij de voorsz weduwe verweckt vóór de voorsz voorkinderen tot de neeringe worden geprefereert (de voorkeur genieten). 7. Ingevalle een backer uijt sijn eerste houwelijck kinderen hebbende verweckt coome te hertrouwen ende uijt het laetste houwelijck geen naesaet voortbrenge ende soo come te overlijden, soo sal desselfs weduwe de neeringe in haere weduelijcke staet moogen aenhouden, maer comende te hertrouwen sal dat recht op de voorkinderen van den voorgeroerde backer devolveren (overgaan). 8. Doch off het gebeurde dat de voorsz overledene backer bij sijne tweede vrouw insgelijcx kinderen hadde geprocreeert en dat die weduwe haer andermael ten houwelijck begaff, soo sullen echter de voorkinderen van den overleden man in de neeringe succeren ten waere bij contrarie dispositie (tegengestelde beschikking) van de Heeren Burgemrn wierde verstaen, dat sijn naergelaete weduwe in 't voorsz geval in de neeringe soude verblijven. 9. Soo een backer comt te overlijden ende sijn weduwe het backershuijs genegen is te vercoopen aan jemant omme bij den selven de backersneeringe daer inne gedaen te worden, mits selffs uijt de neeringe scheijdende sal de selve sulcx aende Heeren Burgemrn gehouden sijn te versoecken, die in goede discretie sullen oordeelen off de redenen vande voorsz weduwe sijn gefundeert ende letten off de selve die gratie meriteert (gunst verdient) alvooren daer op te disponeren. 10. Indien een backer ter oorsaecke van sijne overtredinge contraventie tegens de ordinantie van het backersgilde mochte worden gecasseert (ontslagen, afgedankt) ende vervolgens van sijn backersneeringe afgeseth, soo sal nochte sijn huijsvrouwe, weduwe nochte iemant van sijne kinderen in desselfs plaetse vermoogen te succederen, die veel expres in dit geval wor den gesecludeert ende buijten geslooten. 11. Als het geval vande Backers tot seven gecomen sal sijn, sal niemant anders als met voorgaende consent vande Heeren Burgemeesteren als de achtste de neeringe mogen aenvaerden. 12. Gelijck oock op de selve wijse sal worden gegaen wanneer op nieuwes ijemant backer comt te worden, schoon het getal tot seven niet gecomen is. 13. Ende dat onder de voorsz conditien, limitatien (beperkingen) ende restrictien (voorbehoud) ende die naermaels noch meerder mochten worden bedacht en de hier bij gedaen welck bedencken ende bij doen 14. wel expresselijck wort gereserveert bij desen het getal van vijffthien backers op seven sal worden gereduceert ofte vermindert om dan eerst een achtste vercoren te worden. 15. Wel verstaende ende soo nochtans dat in allen gevallen, wanneer een nieuwe backer sal aencomen ofte vercooren worden dat het selve altijts geschieden ende wesen sal ter dispositie van Burgemeesteren in die manieren gelijck articul 11 staet geexpresseert. Aldus gedaen ende gearresteert desen 10e november 1668 op den stadhuyse des Stadts Monnickendam. Ondanks het grote verloop in het ledenaantal was het bakkersgilde een van de meest sociale instellingen, die er in Monnickendam in de 17e eeuw te vinden waren. In het zoeven genoemde reglement tot reducering van het aantal bakkers ziet men zelfs de erfopvolging geregeld, maar zo was er tevens een fonds voor weduwen en de gezamelijke verzorging van begrafenissen, maar daarover straks. De reducering van het aantal bakkers werd niet in alle gestrengheid doorgevoerd. Op 14 januari 1674 "is bij d'heeren Burgemeesteren geproponeerd (voorgesteld), dat de jegenwoordige eygenaar vant huijs staende opde zuijdthoeck vande calversteegh inde kerckstraet (dus eerder het huis tussen de calversteeg en de kermergracht omdat deze gracht toen nog doorliep tot het Zand), hadde versoght int selve huijs een backer van buijten dese stadt (later blijkt dit Carsten de Roode, wonende tot Amsterdam te zijn) te mogen laten comen om de backersneringe te doen, gelijck 't selve huijs, soo lange gedencken magh, 9

10 daertoe is gebruijckt geweest, waerover sijnde gedelibereert, is 't voorsz versoeck int requarde vande buijtenman afgeslagen, niettemin geconsenteert aen jemant van binnen de stadt, sijnde backer, wel tot een backerij te mogen werden verhuijrt". Dus een bakker uit Monnickendam mocht zich er wel vestigen. Bij het natrekken bleek dit huis op de hoek van de Kalversteeg reeds van ouds als bakkerij gebruikt te zijn. Onder verpondingsnr 644 vond ik: 9 maart 1654 Pieter Melchiosz Backer (tevens herbergier in de nieuwe Stadtsherbergh buyten de Kerkpoort) 15 januari 1650 Jannetgen Heijndricks, die de bakkerij op 5 dec van Jacob Harmsz Backer op de openbare custebode (veiling) gekocht had. 3 october 1644 blijkt Jacob Harmsz Backer al eigenaar te zijn. 13 augustus 1637 woont Cornelis Burchs Backer in het huis. Hij verklaart door de dood van zijn vrouw 350,- schuldig te zijn aan zijn kinderen Hillegont en Willem. Alle drie eigenaars worden "bakker" genoemd en het is daarom niet verwonderlijk dat er zoveel tegenwoordige achternamen het bakkersberoep van voorouders verraden. Op 15 februari 1678 "is ter vergaderinge gelesen seeckere requeste gepresenteert aen d'heeren Schout, Burgemrn ende Schepenen als 't Gereghte deses Stadt bij ende ten naeme vande gemeene ofte gesamentlijcke backers alhier ter stede, met een consept van een nieuwe ordonantie ende keure aengaende hen backersgilde ende een reglement tot verminderinge ende vaststellinge van seecker getal van backers voorthaen te wesen. Bij en de volgens het welcke wordt versoght, dat soodanige nieuwe ordonnantie ende keure, mitsgaeders reglement van reductie, aen hen supplianten mochte werden gaeccordeert ende toegestaen. Het consept wert vermeent te cunnen werden ingewillight ende daerover rijpelijck gedelibereert sijnde, is het gedagte consept ordonnantie alsmede 't concept reglement tot reductie vant jegenwoordige getal van sesthien backers tot niet meer als op thien backers te sullen comen goetgevonden ende geamplecteert". Tussen de jaren 1668 en 1678 blijkt het aantal bakkers dus nog met één te zijn vermeerderd en van 15 op 16 gekomen. Op 3 maart 1678 werd de nieuwe ordonnantie en gildebrief "gearresteert, geoctroyeert ende geconsenteert". Artikel 3 "van de swaerte van 't witte broot" is geschrapt Artikel 19 "met geen broodt bij de straet om te lopen" wordt toegevoegd en artikel 26 komt erbij "hoedanigh de voorgeroerde boetens te appliceren ende genieten" De artikelen 28 en 29 beteffende commissarissen vervallen en er blijven dus van de 31 oorspronkelijke 30 artikelen over. Er veranderde dus niet veel. Doordat artikel 3 kwam te vervallen schoven de volgende 16 artikelen er één naar voren en werd artikel 9 het achtste artikel. "Op den 5e martij an 1678 sijn bij de jegenwoordige resp Backers en gildebroeders binnen deser Stede aende Ed. Heeren Burgemrn geexhibeert en overgelevert hunne volgende naemen en mercken bij hen te sullen werden gebruijckt, soo als bij het 8e artikel van de voorstaende nieuwe ordonnantie is gerequireert": Hiernaast vindt U de merken van 18 bakkers afgedrukt. Het is me tot nu toe niet gelukt ze alle thuis te brengen. De bakkers moesten deze merken in hun brood stempelen of laten afdrukken door middel van de broodpan. (De Heer M.H. Verbeek liet mij nog een broodpan zien van zijn vroegere werkgever, de Heer Schagen, waarin zijn familienaam was voorgedrukt. Merkenoverzicht verp. Nr nr in mijn in 1688 overzicht 1. Jan Dirckz? 2. Barent Barentsz Havenstraat "De Wittebrooteter" 3. Jan Teunisz 184 De Haven 4. Karsten Karstensz Kerkstraat 5. Trijn Claes? 6. Claes Karsen 713/4 18 Fluwelenburgwal hoek Calversteeg 7. Barent Egbertsz Havenstraat "De Wittebrooteter" 8. Dirck Dircksz 56 Noordeindehoek Aerdengelsteegje 9. Gerrit Gijsbertsz 713/4 18 Fluwelenburgwal hoek Calversteeg 10. Harmen Imantsz 363 Zuideind "De Soeten inval" 11. Juriaen Pleijn? 10

11 12. Hendrik Arentsz Noordeinde "De Gezonde Apotheek" 13. Gerrit Arentsz 18 Noordeinde 14. Evert Gerritsz? 15. Jacob Willemsz De Zarken hoek Zaksteeg 16. Juriaen Reijndertsz 380 Zuideinde 17. Claes Cornelisz Noordeinde "De Roode Melckoe" 18. Jan Jacobsz Noordeinde "De Roode Melckoe" (out Backer) Het werkelijke aantal bakkers op dat moment is 16, zodat er 2 "out backers" bij moeten zijn. Naast nr 52 zijn er nog twee dubbele nrs bij. We hebben hier waarschijnlijk te maken met de gaande en komende man en een van de twee moet dus zijn bakkerij op een ander adres hebben gehad. Op 14 juli 1690 blijkt het aantal bakkers tot 11 te zijn gereduceerd. Het bakkersgilde noemt dit aantal in een brief aan het stadsbestuur betreffende een nieuw gekocht doodskleed: "D'Heeren Burgemrn ende Regeerders des Stadts Monickedam, door die van het Backers Gilde alsaer beright sijnde, dat bij ende voor de selvige inden Jaere 1687 was gecoght ende aangeleijdt een nieuw dootcleedt, 't welck gecost heeft de somme van 't negentigh car. guldens ende dat tot de betalinge vandien ijeder Backer van 't voorsz Gilde, tot elff int getal wesende, heeft gecontribueert en betaelt seven guldens. Te weten in seven volgende vierendeel Jaers (kwartalen) en 't elckends ene gulden, hebben derhalven (omme het dootcleedt voor het Gilde als voren te gebruijcken in het toekomende, successivelijcken in goedt Fatsoen te cunnen behouden ende in plaetse van het te verslijtene weder een nieuw dootckeedt te becomen) goedt gevonden ende verstaen, dat voorthaen bij yeder op nieuws aen te comen backer ins gelijcx sal moeten worden betaelt d'somme van seven guldens ende bij een soon ofte doghter succederende (opvolging in) ouders plaetse, half soo veel mede op ijeder volgende vier endeel Jaers een gereghte sevende paert als hier boven bij de wesende backers is geschiet". Niets veranderlijker dan een mens want op 31 mei 1704 wordt het volgende bekend gemaakt: "De heeren Schout, Burgemrn en Schepenen als 't gereghte des Stadts Monickendam hebben gekeurt en geordonneert, dat alle backers of te hare vrouwen, welcke binnen dese Stadt komen te sterven ende begraven werden, van nu voortaen sullen moeten werden begraven met haer eijgen dootceet ende de schilden vant backersgilde op het kleet, gelijck als voor desen is geschiet geweest op een boeten van ses guldens, 't appliceren (aan te wenden) d'eene helft ten behoeve vant voorsz Backersgilde ende de wederhelft ten behoeve van de huijssittende armen binnen dese Stadt". Kennelijk kon er van de zeven guldens, die per bakker bijgedragen werden, geen nieuw doodkistkleed worden gekocht. Maar waar zijn de schilden van het bakkersgilde gebleven? De schilden van het gilde waren meestal van metaal, gewoonlijk van zilver, en vertoonden het wapen van de broederschap, zijn de het een of ander werktuig, bij voorbeeld een gekroonde schietschop (of schieter) waarmee de bakkers de broden in de oven schoven en er uit haalden. Soms stonden er ook initialen of huismerken van de akkers op deze schilden. 11

12 Het gewicht van het brood is een voortdurend terugkerend probleem: Op 1 augustus 1699 hebben "De heeren Schout, Burgemrn en Schepenen als 't gereghte des Stadts Monickedam opt versoeck vande overluyden van het Backers gilde alhier, het tweede articul vande Ordonnantie opt selve gilde gemaeckt den 3e maert 1678 ("Hoe swaer het Broodt te backen") in soo verre gealtereert en verandert, dat het fijne, grof ofte achterlingen (brood van grof tarwe meel) in plaats van ses loot (een lood was vroeger een half ons) minder te wegen als het Tarwenbroot, de twee Schootjens van twee stuijvers twee loot meerder sullen moeten wegen als het Wittebroot ende het fijne Tarwebroot mede twee loot swaerder als het wittebroot, blijvende voorts het voorsz tweede Atrikel ende geheele Ordonnatie in sijn geheel". Over soorten brood gesproken moet vermeld worden dat de duivekater voor het eerst op 9 december 1702 in de "brootsetting" wordt opgenomen. Op blz 107 van G.A. 33 d.d staat: "De resp. backers sullen vermogen te backen tegens de hoogh tijt van Kers en nieuwejaar Deuvekaters ofte Wielebrooden, daarvoor sullen sij ontfangen voor ijder pondt, dat deselve comen te wegen 2 stuijvers thien penningen". Lang was de duive of duvekater een plattelands-kerstbrood, ook wel met nieuwjaar gegeten. Het zoete brood werd (en wordt nog wel) gebakken in de vorm van een schenkel, ter herinnering aan het dodenoffer, een kat. De penning was oorspronkelijk een zilveren muntje, maar werd later van koper geslagen; de waarde was 1/16 stuiver. De prijs voor de duivekater werd meestal in de eerste helft van december vastgesteld en aangegeven per pond. In de 18e eeuw schommelden die nog al eens en de hoogste vinden we in 1789 ten tijde van de Franse revolutie st 10 p st st /4 st st 10 p st st /4 st st -10 1) st st /4 st st 10-1) st 10 p st /4 st st -10-1) st 10 p st /4 st st st 10 p st /4 st 1709 geen 2) /2 st /4 st /4 st /4 st st 14 p st /4 st /4 st st 14 p st /4 st st st 10 p /4 st /4 st / /4 st st ½ st /4 st /4 st st /4 st /4 st st /4 st /4 st /4 st /4 st /4 st /4 st /8 st /4 st /4 st /4 st /8 st st /2 st /4 st /8 st st 12 p /4 st /4 st st 10 p st 12 p /2 st /4 st st 14 p st /4 st /4 st st /2 st /2 st /4 st /2 st /2 st 1) 1). betekent "min één oortje". Een Oord was een munt, die 1/4 van de stuiver waard was. Het waren munten, die door een kruis in de 4 hoeken (oorden) verdeeld waren. 12

13 2) "d'overluijden van 't backersgilde hebben op de Hrn Burgemrn in bedenckinge gegeven of sij voor dit jaar wel St Nicolaas goet en deuvekaters souden backen uijt consideratie, dat 't goet soo duer is ende daarover gedelibereert is verstaen en geresolveert geen St Nicolaasgoet en deuvekaters te backen". De duive-, deuve- of duvekater was omstreeks Kerstmis bij de bakkers te koop. Het was een soort brood van een eigenaardige vorm en aroma, Langwerpig, afgerond aan de uiteinden, maar in het midden breed toelopend. De maten waren ongeveer: lang 45 cm, breed 15 cm en 10 cm aan de einden, terwijl ze tot 10 cm dik waren. Aan beide uiteinden waren bovenop een viertal en in het midden een drietal ronde schijfjes (voorstellend het zonne rad of wiel) aangebracht. De oppervlakte was voorzien van een aantal insnijdingen, waardoor het geheel een eigenaardig aan zicht kreeg. Een verklaring voor het ontstaan van het woord duivekater is de volgende: de Franse vluchtelingen, die zich na 1685 (met opheffing van het Edict van Nantes) in ons land vestigden, vonden de hier gebruikelijke broodjes te klein, ze wilden ze groter hebben en maakten duidelijk met de woorden "deux fois quatre" dat ze tweemaal een broodje van 4 stuivers wilden hebben. De hollandse bakkers begrepen de Fransen en bakten voortaan "deuvekaters". Een andere uitleg is dat kleine broodjes in die tijd 4 duiten (een duit is een achtste stuiver) kostten. De Fransen noemden deze broodjes "quatreduutjes" of kadetjes. De duivenkaters, die tweemaal zo groot werden gebakken "dwux fois quatres". Persoonlijk denk ik dat de naam "duivekater" veel ouder is en herinnert aan een vruchtbaarheidsoffer dat werd gebracht in de zonnewendetijd voor het nieuwe jaar, b.v. het oude kattenoffer. De houding van het stadsbestuur bleef soepel, ook nadat op 14 juli 1690 bleek dat het aantal bakkers tot elf was teruggebracht. Op 17 september 1690 krijgt Reijnier Juriaensz, ondanks dat zijn vader Juriaen Reijndertsz Backer nog in leven is en nog steeds bakker in het Zuideinde (zie verp nr 380) toestemming om een bakkerij op te zetten in het huis "De Roode Melckoe", dat door hem werd gekocht van Hillegont Claes Neck, de weduwe van Claes Cornelisz Backer. Op wordt door "Willem Jansz Campingh, Backersgesel, hebbende twee jaeren als kneght gedient bij Gerrit Mens Mr Backer, het versoeck gedaen omme het Backen alhier te mogen opsetten, gemerckt hij seijde eerdaegs te staen hier ter Stede te trouwen en het contra versoeck vande overluijden van 't Backersgilde om 't voorsz te mogen worden afgesagen". De bakkersgezel krijgt toch toestemming van Burgemeesters. Arent Hendricksz Backer, burger van deze stad heeft de geachte vergadering op 1 november 1694 te kennen gegeven, "dat sich onlanghs met Neeltie Jans Groot een dochter van een out burgerlijck geslacht in den huwelijcken staat hadde begeven, dat denselven tot voorstant van zijn huijshoudinge ende ten dienste van de burgerije seer geerne de backersneringe exerceren, dat hij ten dien eijnde van nooden hadde Uw achtb. consent ende permissie, versoeckende over sulcx dat den selven tot de exercitie van de voorsz neringe binnen dese stadt mocht werden geadmitteert" en ook hij kreeg toestemming (verp nr 64). Op 30 october 1695 bleek dat het aantal bakkers weer op 14 was gekomen! De 17e eeuw kan ik niet beeindigen zonder melding te maken van een keure (plaatselijke verordening), die aan Monnickendammer bakkers het alleenrecht gaf ook op Marken en in de Purmer brood te mogen bezorgen. De impost of belasting op het brood werd voor die gebieden door de stad tot de helft teruggebracht, zodat ook de pachter van het gemaal slechts de helft van deze belasting mocht innen. De marge die hierdoor voor de bakkers ontstond was de dekking voor het bezorgloon. Ogenschijnlijk een goede oplossing om de bewoners van Marken en de Purmer bij gebrek aan een bakker tegen een zelfde prijs als de Monnickendammers van brood te voorzien, ware het niet, dat er meer bakkers in de buurt woonden. Op 3 september 1691 "sijnde gelesen copie van een keure bij d'hrn Bailliuw, Burge meesteren en Schepenen als 't Gerechte des Eijlandts Marcken gemaeckt ende gearresteert op 30 april 1690 van dat allen ende een Ider des voorsz. Eijlants opgesetenen gehouden sullen sijn op ordinaris tijden haer Broot ende meel te koopen ende halen van Backers binnen dese stadt (Monnickendam) soo ende in dier voegen, mitsgaeders op een boete als daerinne breeder is geextendeert ende daer benevens geproponeert (voorgesteld), dat echter des niet tegenstaende seker Backer van Uijdam blijft continueren (voortgaan) met het varen, venten en vercoopen van sijn Broodt op 't voorsz Eijlandt, die oock daerover door den Heer Bailliuw is betrapt en voor opgemelte Gerechte gecalangeert (bekeurd); daer jegens de voorgenoemde 13

14 Backer voorgeeft hem ten uijtersten te willen defenderen (verdedigen) soo aldaer als elders, waer door welgemelte Hr Bailliuw bedenkelijck wart so over het te verwachten succes, als sijn oncosten ten besten deser Stadt ingesetenen te doen ende vervolgens of niet redelijck soude sijn dat welgemelte Heer Bailliuw (bij quaet succes als voren wierde gedesdomageert (ontlast) van de oncosten ter sake voorsz. te vallen) ende daerover gedelibereert sijnde, is goetgevonden ende verstaen dat meergemelte Heer Bailliuw tot laste van de Stadt sal werden gedesdomageert van alle sijne oncosten ter voorsz. sake te doen ende te verwachten incas sijn Ed. souden mogen comen te succemberen (verliezen)". Een Uijtdammer bakker was er dus op betrapt dat ook hij brood in weerwil van de keure op Marken bezorgde en ondanks de bekeuring hiermee bleef doorgaan. Toen de Baljuw hem voor het gerecht wilde dagen kreeg deze te horen dat hij zich tot het uiterste eventueel elders zou verdedigen, waarop de Baljuw, niet zo zeker van zijn zaak, het stadsbestuur van Monnickendam verzocht de eventuele gerechtskosten voor hun rekening te nemen. Hoewel dit kennelijk geen gewoonte was heeft het stadsbestuur dit toegezegd. In de Monnickendammer Schepenrol ben ik hierover niets tegengekomen, waarschijnlijk omdat deze zaak zich voor de Markense Schepenbank heeft afgespeeld. Ik denk echter, dat deze zaak uiteindelijk door de Baljuw werd verloren gezien een mededeling in het Burgemeesters Memoriaal van Monnickendam op 16 augustus "Claes Tonnigh, Impostmr vant Stadtsgemael (pachter van de belastingopbrengsten van het gemalen meel bestemd voor de bakkers) alhier, ingegaen sijnde den 1e deser heeft aende Hrn Burgemrn versoght alsoo 't selve nu was verpaght, dat de Backers geen cortinge soude genieten vant Broot dat sij op Marcken en in de Purmer quamen te leveren, daer op andere plaetsen en voortnamentlijck tot Edam de cortinge wert geleden, is verstaen en geresolveert, dat de Backers mede gelijck voor desen de cortinge sullen genieten, mits d'eene helft tot lasten vande Stadt ende d'andere helft tot lasten vanden voorgenoemde paghter comende, 'twelck de voornde Claes Tonnigh oock danckelijck heeft belooft en aengenomen". Kennelijk had Claes Tonnigh vernomen dat het aan iedere bakker uit de buurt was toegestaan op Marken brood te bezorgen en het daarom geen zin meer tegemoet te komen in de impost. Het stadsbestuur reageerde echter dat het als van ouds de helft van de belasting voor haar rekening wilde nemen, zodat de Monnickendammer bakkers konden blijven leveren, ondanks dat zij geen monopolie meer hadden. Vanaf 1692 werd een Burgemeesters-memoriaal te Monnickendam bijgehouden (G.A. nrs 33 t/m 39) en daarin vinden we o.a. alle aanvragen van en goedkeuringen aan bakkers, die zich in de 18e eeuw te Monnickendam wilden vestigen: Hendrick Jansz Hesselingh in plaats van Gerrit Arentsz Backer die overleden is Jan Harmensz Backer de zoon van Harmen Jansz Backer in plaats van Gerrit Gerritsz Backer, die genegen is er mee op te houden Jan Sijbertsz, die 4½ jaren als knecht bij Juriaen Reijndertsz gediend heeft verzoekt nu zelf koek en beschuit te mogen bakken Cornelis Jansz van Lien in plaats van Abraham Dircksz Backer alhier wiens knecht hij was Christiaan Niethart vraagt een bakkersnering te mogen oprichten Willem Cornelisz de Boer in plaats van Claes Jansz Mollevanger alhier Hendrik Apeldoorn vraagt in plaats van zijn moeder, die overleden is, de bakkerij te mogen overnemen Hendrik Tomas is toegestaan een bakkerij te mogen oprichten, mits hij aan de stad 150,- betaald (sijn regt als backer") Leendert Schelbergen heeft 't huis van Lijsbet Roos in eigendom Jochem Claesz van Broek verzoekt alhier een bakkersnering te mogen oprichten, hetgeen hem toegestaan wordt mits hij de 150,- betaald, die daar aan verbonden is Gerrit Jansz van Buijksloot heeft de bakkerij gekocht van Niesje Jacobs op voorwaarde dat hij de 150,- betaald Jacob Mol van Uijdam is toegestaan om hier als bakker te komen wonen mits hij 150,- aan de stad betaalt Jan Moij is toegestaan een bakkerij te mogen oprichten, mits hij aan de stad 150,- betaald alsmede 't Gilde voldoet ( 16,-) Jacob van Dalen is toegestaan een bakkerij opterichten, mits het geld daarvoor wordt betaald Leendert Bierman mag zijn bakkerij verplaatsen naar zijn nieuw gekochte huis Willem Molendijk heeft met toestemming voor zijn zoon Mighiel Mobron het huis van de erfgenamen van Geertruijd de Jongh gekocht, welk als koekbakkerij uit te oefenen Mr Wolferts verzoekt voor Roeloff Worst van Amsterdam alhier te mogen wonen en een 14

15 koekbakkerij uit te oefenen. Verder indien 't mogelijk is 't huis van Jacob Teerhuijs in 't Noordeynt te kopen. Is accoord mits hij zijn burgerrecht betaalt Jan Star verzoekt voor Pieter Somer of hij alhier de koekbakkers nering mag uitoefenen Dit wordt toegestaan Cornelis de Haas verzoekt de Burgemeesters alhier een broodbak kerij te mogen uitoefenen Als hij 150,- aan de stad betaald wordt hem dit toegestaan Willem Knipping heeft gevraagd een oven in zijn nieuw gekochte huis te mogen zetten om banket te bakken, hetgeen hem is toegestaan, mits hij daarin nooit brood zal bakken Jan Claesz Visser van Uijdam is vergunning verleend om brood te mogen bakken in zijn nieuw gekochte bakkerij op 't Zand van de weduwe Hendrik Mol. Tevens toestemming gekregen om hier te mogen wonen, mits hij zijn burgerrecht betaald en de 150,- afleg geld aan de stad Claes Decker heeft de bakkerij gekocht van de weduwe Jochem Claesz en verzoekt met zijn vrouw hier te mogen wonen ende bakkersnering te mogen uitoefenen. Toegestaan, mits hij de daaraan verbonden kosten betaalt en ook zijn burgerrecht Burgemeesters gaan er mee accoord dat Thijs van Santen zich hier als burger bakker verstigt, mits hij de kosten betaalt Frederik Engel heeft voor zijn zoon Jan Engel verzocht om in plaats van zijn Oom Pieter Engel de bakkersnering te mogen uitoefenen. Hetgeen is toegestaan, mits hij de 150,- aan de stad betaald wordt Jan Bleij wordt toegestaan om in de bakkerij van de weduwe Leendert Bierman in 't Zuideinde, die hij gekocht heeft, te mogen bakken, mits hij de afleggeld aan de stad betaalt Jan van Dalen, burger van deze stad krijgt toestemming om inzijn nieuw gekochte bakkerij, nagelaten door Hendrik Rooseboom, te mogen bakken, mits hij voor 't recht van t bakken 150,- wordt betaald Cornelis Koeckebacker van Amsterdam mag met zijn vrouw binnen deze stad komen wonen mits hij een acte van goed gedrag toont en 6,- betaalt voor zijn burgerrecht Sijmen Alderkamp tot Schellingwoud mag met zijn vrouw binnen deze stad komen wonen en de bakkersnering uitoefenen in zijn gekochte bakkerij, mits hij 6,- betaalt voor zijn burgerrecht en 150,- voor 't recht van bakken Christiaan Winkes, geassisteerd door Muus Bruyn, vermits zijn minderjarigheid en indispositie van zijn moeder, die niet kon uitoefenen Capitein Winkes verzoekt zich hier als bakker te mogen vestigen, hetgeen is toegestaan mits hij daarvoor de stad en het gilde betaalt Frans van Dalen verzoekt ook als bakker te mogen fungeren, 't welk hem op voorgaande conditie wordt toegestaan Luykas Rijks is toegestaan om hier te mogen wonen en als bakker te fungeren mits hij het recht daarvoor betaalt Jan Schoon, als koper van de bakkerij van Wiggert Bakker, heeft verzocht hier te mogen wonen en bakkersnering uit te oefenen, hetgeen is toegestaan mits hij zijn afleggeld en het Gilde betaalt Jacob de Haas heeft de bakkerij van Engel Jansz Dronkenmol gekocht en wordt toegestaan zich als broodbakker te vestigen, mits hij de gewone afleggelden aan de stad en de entreegelden aan het Gilde betaalt Teunis Hondius wordt op zijn verzoek toegestaan binnen deze stad te mogen wonen en een broodbakkerij te vestigen mits hij zijn burgerrecht, het af leggeld van 150,- aan de stad en 't verlangde door het Gilde betaalt. Tevens moet hij een borgstelling voor de kinderen tonen Ook gaat men tegen dezelfde condities accord met het verzoek van Cornelis Mars om broodbakker te worden Op verzoek van zijn voogden is aan Claes de Haas toegestaan in zijn vaders plaats en bakkerij te bakken, mits zich in alles te gedragen conform de gilde brief Dirk van der Meer heeft verzocht alhier te mogen wonen en als bakker te fungeren hetgeen hem werd toegestaan mits hij zijn burgerrecht en het recht als bakker aan de Stad betaalt Hetzelfde is aan Pieter Schouten toegestaan Willem Knippingh heeft de Burgemeesters gevraagd of zijn zoon Dirk Knippingh in zijn plaats koekbakker en banketbakker zal mogen zijn, hetgeen hem wordt toegestaan. Wat betreft de 15

16 verplaatsing van de Haven naar de Kerkstraat en de voorgenomen bouw van een oven, zal de bakkerij op de Haven geheel opgeheven moeten worden Wordt aan Christoffel Meyer toestemming gegeven om zich als burger en bakker te vestigen mits hij 6,- voor zijn burgerrecht en 150,- voor afleggeld als broodbakker zal betalen Jacob Swaanenburg wordt toegestaan zich als broodbakker binnen deze stad te vestigen, mits hij voor zijn kinderen borg te stellen voor de tijd van 6 jaren (De armenzorg strekte zich alleen uit tot de eigen burgerij. Wanneer men naar elders vertrok moest men een borgstelling van de stad die men verlietmeenemen, dat men bij gedurende 6 jaren kon terug vallen op het armenbestuur van de stad waar men vandaan kwam) Cornelis van der Horst wordt op zijn verzoek toegestaan om zich als broodbakker te vestigen mits hij zijn afleggeld ad 150,- betaalt Wordt Albert Bogtman bepermitteerd zich als burger en bakker te vestigen mits betaald wordt 6,- voor burgerrecht en 150,- aan de Stad Aan Klaas Kompaan toegestaan zich te vestigen als bakker, mits dat hij het burgerrecht en het recht om te mogen bakken betaalt Dirk Lankes wordt op zijn verzoek toegestaan als bakker te fungeren mits hij de 150,- betaalt als nieuw gekomen bakker en het entreegeld van het Gilde voldoet Voor Dirk Bakker geld hetzelfde Cornelis Braar wordt toegestaan de bakkerij van zijn moeder over te nemen mits hij de eed op de constitutie aflegt. (vanaf 15 februari 1788 moest men als burger de nieuw gearresteerde eed op de tegenwoordige constitutie en het erfstadhou derschap in handen van de heren Burgemeesters afleggen, dit uit voorzorg om revolutionaire elementen, zoals patriotten, te beletten actief te worden. Alle leden van het bakkersgilde hadden deze eed reeds op 29 maart 1788 afgelegd) Dirk Kijzer is gepermitteerd zich als koekbakker in plaats van zijn moeder te vestigen en is ingevolge de resolutie van geeximeert (vrijgesteld) van het betalen der recognitiën (heffing van afleggeld). (deze resolutie hield in dat ook nieuwe koekebakkers, evenals de broodbakkers, het recht van bakken zouden moeten betalen, behalve bij opvolging door familieleden) Willem Knop wordt toegestaan om in de bakkerij op het Zarken, die hij van Albert Bogtman heeft gekocht, te bakken mits hij het afleggeld betaalt Ook Jan Schreuder, stadsmajoor, krijgt toestemming zich als broodbakker hier te vestigen, mits dat hij 150,- betaalt en zijn merk vertoont (dit laatste doet hij op ) Aan Hilletgen Engel de weduwe van Willem Knop wordt toestemming verleend als roodbakster in plaats van haar man te fungeren conform 't 23 artikel van de nieuwe ordonnantie op 't gemaal Ook Maritje van Beek de weduwe van Dirk Lankes wordt op deze wijze opvolgster van haar man Douwe Looskaart een acte als broodbakker en als burger gegeven, mits hij het afleggeld betaalt en vervolgens de burgereed en de eed op de constitutie heeft afgelegd Als laatste vóór de Franse bezetting in januari 1795 Cornelis Bolman, die toestemming krijgt, daar hij de bakkerij van Cornelis Bruijn gekocht heeft, om brood te bakken, mits dat hij 150,- aan de stad betaalt en de burgereed aflegt. Op zaterdag 17 januari 1795 worden de laatste notulen in dit memoriaal van Burgemeesteren geschreven (G.A. nr 39), de rest van de bladen van dit boek blijven blanko. Behalve de laatste, daarop staat met potlood geschreven "Haal nooit vreemden in huis", Het moet geschreven zijn door een aanhanger van Oranje, die hiermede zijn hart luchtte over de problemen met de franse bezetting. In de 18e eeuw wordt nog een keer de ordonnantie van het bakkersgilde aangepast. Zestig jaren na de laatste wijziging in 1678 blijkt dit kennelijk toch nog noodzakelijk te zijn. Op 12 october 1748 wordt in het resolutieboek van Monnickendam vermeld: "Verders hebben de overluijden vant bakkersgilde aan deze Ed. Gr. Lagtb. vergaderingh eenige articulen geprecenteert en daarop versogt gunstige approbatie (goedkeuring), welcke geexamineert zijnde is bevonden, dat eenige articulen daarin vervat, behoorde tot Schout, Burgemrn en Schepenen geadresseert. Dogh verzogte dat haar Ed. Gr. Agtbaaren bij Resolutie in deze Ed. Gr. Agtb. vergaderingh geliefde vast te stellen, dat geen meerder als vijftien bakkers binnen deze Stadt mogten werden gepermitteert, sijnde 't getal soo die nu reets zijn". Dus toch weer 15 bakkers en geen 10 zoals eerder afgesproken! 16

17 "Verders bij resolutie van U Ed. Gr. Agtb. alle bakkers mogten werden geordonneert omme maandelijks de eerste vrijdagh in de maandt, wanneer de overluijden sullen sitten, des avonts ten vijff uuren te compareeren int gilde huijs, om haar gelt 't geen zij van de Maandt bevoorens wegens 't Regt van het Stadsgemael verschuldigt zijn prompt sonder uijtstel te voldoen, op de boete van 6 stuijvers, dat de geene die niet en compareert ende overluijden gescheijden zijnde, telkens sal verbeuren een gulden, alle ten profijt vant Gilt en dat deen Cleijnder Specie vant gelt sal mogen werden betaalt als dubbelties, sonder dat drie stuijvers off stooters sullen werden ontfangen. Over welke poincten sijnde gedelibereert is verstaen en ge resolveert, dezelve in allen deelen aan haar te accordeeren, consenteeren en vast te stellen met ordre aan alle de bakkers, om haar daar na te reguleren". In een publicatie worden vervolgens nogmaals de voornaamste punten uit de ordonnatie aangehaald en de puntjes weer eens op de i gezet. Op 5 october 1798, het vierde jaar der Bataafse Vrijheid, werden de gilden in ons land ontbonden. De besmetting van de franse revolutie had ook ons volk aangetast. De hollander in die dagen deed alle moeite zijn volkskarakter te verloochenen, probeerde zo frans mogelijk te lijken en het franse voorbeeld zo getrouw mogelijk te volgen. Als nabootsters kwamen ze alleen wat achteraan, zo ook met de afschaffing der Gilden. In Frankrijk was men al 7 jaren eerder tot de ontdekking gekomen, dat het gildewezen een instelling was, die niet strookte met de nieuwe denkbeelden. Vrijheid-, gelijkheid en broederschap was de leus en dus vrijheid in alles, ook op het gebied van handel en nijverheid. De nering mocht niet langer aan banden gelegd worden, zoals het gildewezen tot nog toe gedaan had en op deze gronden bepaalde het 53e artikel der Constitutie van 1798 het volgende: "Bij de aanneming der Staatsregeling worden vervallen verklaard alle Gilden, Corporatiën of broederschappen van Neringen, Ambachten of fabrieken. Iedere Burger, in welke plaats ook woonachtig, heeft het regt om zoodanige Fabriek of Trafiek (handel of nering) op te richten of zoodanig eerlijk bedrijf aan te vangen, als hij verkiezen zal". Dus alle gildewetten, die de ene burger boven de andere het voorrecht gaven om zeker ambacht of nering uit te oefenen, bestond niet meer. Geen broederschap, geen contributie, geen bescherming, geen leerlingstelsel en dus geen proefstukken meer en aan Commissarissen werd het beheer van de fondsen toevertrouwd. Toen een jaar of negen later de koorts der revolutie was uitgewoed, begon de wens op herstel van de ambachtsgilden te herleven. Onder de regering van Koning Lodewijk Napoleon (koning van en broer van Keizer Napoleon) werden verscheidenen pogingen aangewend om de gilden te herstellen, omdat er toch voordelige kanten aan verbonden waren: "de koning, toegevende aan het veelvuldig uitgedrukt verlangen om de gilden hersteld te zien, begeerde dat al het nadelige, drukkende en naar monopolie zwemende moest worden vermeden" en zo werd met de wet van 30 januari 1808 de mogelijkheid om een corporatie op te richten weer opengesteld. Reeds in october 1808 kwam bij de Raad der Gemeenten der Stad Monnickendam het volgende verzoek van de Commissarissen en leden van het gewezen Broodbakkersgilde binnen" (zie G.A. M,dam) (nr 143) "Geven met verschuldigde Eerbied te kenne de ondergeteekende alle Burgers deser Stad, dat zij met Genoegen gezien hebben, dat door zijne Majestijt de Koning van Holland gearsteerd is den 30st januarij laastleeden een wet waar naar al le Corporatie tot het uijtoefenen van Neeringe, ambachten en Bedrijven binnen het Kooningrijk Holland zullen moeten werden ingerigt. Diens volgens verzoeken ondergeteekenden, dat het uw Lieden wijzen Raad moogen behaagen het daar stellen van een zodaanig Corporatie betrekkelijk hun Beroep ten opzigten dezer Plaas met een overeenkomstig Regelement volgens deezen algemeenen wet en Gesteldhijd dezer Stad, waardoor ieder Burger werd verzeekerd van desself eerlijk bestaan en tegelijk ook kan strekken tot alle weering van Disorder, die er misschien al hebben Plaas gehad of nog staan te koomen. Reedenen woorom de Ondergeteekende zig tot uw lieden wenden in Vertrouwe Dat aan ons billijk verzoek zal werden voldaan. Blijvende met achting Monnickendam, De Commesarisse en october 1808 onder Geteekende voornoemt 1 Klaas de Haas Klaas Wedepool in mijn verp. Nr in 1910 geen, kadaster bijlage nr Ao 1733 bakkerij meer nr in

18 3 Joris Schuurman Zuideind 44 A 489/490 4 Cornelis Tieman Willem Peen Poulis Visser Cornelis Baan de Wedu Jan Schoon Kerkstraat 42 A Muus Bruijn Gerrit Hondius Jan Hammes Cornelis Bolman - 88 Noordeinde 30 A Weijnand Hondius Kerkstraat 8 A Douwe Looskaart Mattheus Stam Alle handtekeningen blijken van broodbakkers te zijn, want Franciscus Trapman tekent niet. Hij is koek- en banketbakker. Op 2 en 9 november 1808 (G.A. M,dam nr 143) wordt over de inhoud van het regelement gediscuteerd. Het wordt kennelijk gelijk met dat van de Timmercorporatie de daglonen vermeld worden: Een baas : vol- of zomerloon 28 stuijvers middelloon 25 " winterloon 22 " Een knegt: vol- of zomerloon 24 " (met 2 stuijvers verhoging ) middelloon 21 ( dito ) winterloon 18 dito ) Deze lonen blijken voor een baas of meester nog lager te zijn dan in de ordonnantie van (146 jaar eerder) te Amsterdam werd vermeld. de meester: zomerloon 30 stuijvers herfst-/voorj.loon 27 " winterloon 24 " de knegt zomerloon " herfts-v.j. loon " winterloon " De knechts zijn er in ieder geval 2 stuijvers per dag op vooruit gegaan. In het bakkersgilde verdienden de knechts 150,- (of 3000 st) vast per jaar en voor een kermis 5,-. Aanmerkelijk minder dan de knechts in het timmermansgilde, die plm st per jaar (350 dagen x 20 st) verdienden. De goedkeuring van het regelement vindt plaats op 24 december 1808 en luidde als volgt: Reglement der Corporatie der Broodbakkers te Monnickendam dd Art. 1 Het Roggenbrood te bakken van zuivere Rogge. De Roggenbroodbakkers zullen gehouden zijn, het Brood, hetzij aan hen zelve of anderen toebehoorende te bakken van goede of klare Rogge met zijn volkomen bloem, zoals die van de Koormolen afkomt, zonder daarbij of onder te mogen mengen of laaten mengen eenige Semel, Cornel, Garst, Bonen of eenige andere onbehoorlijke Specie op een boete van Vijfentwintigh Guldens. Art. 2 Hoe zwaar het Brood te bakken. De Bakkers zullen gehouden zijn een geheel Roggenbrood te Bakken op de zwaarte van Twaalf Ponden en de mindere gedeeltens na advenant. Alle zoort van Brood zal gaar moeten gebakken werden en moeten hebben het gewigt volgens de zetting, daartoe door den Raad deser Stad van tijd tot tijd uit te geeven of aan te wijsen zonder dat hiert zal mogen gelden eenig voorwendsel of voorgeven dat het brood zoude zijn fijner of grover of van eenige betere of mindere qualiteit als bij die zetting was bepaald en ten einde een iegelijk zal kunnen overtuigen, zal elk Bakker gehouden zijn en deszelvs voor huijs te hebben hangen Copie der zetting (waarvan het nodig getal telkens door den Raad aan de Corporatie zal werden afgegeven) be nevens een Balans, Schalen en gewigt waarmede 18

19 ieder Kooper het gekogte Brood zal mogen wegen. En zal de Bakker wiens Brood te ligt of te zwaar bevonden word of welke geen Copie der zetting of het vereischte weeggereedschap in zijn voorhuijs hangen heeft, boven en behalven het alzo kwalijk bevonden Brood ('t welk na het weeshuijs zal werden gebragt om aldaar te werden geconsumeerd) verbeuren voor de Eerste Reis Tien Guldens met verbod van Nering voor den tijd van Zes Weeken. Art. 3 Tot wat prijs te Verkoopen. Elk Bakker welke van eenig Burger of Ingezeten binnen deeze Stad woonachtig eenig minder of meerder Geld voor eenig Brood vordert of ontfangt al bij de Zetting is bepaald zal telkens verbeuren Vijfentwintich Guldens. Art. 4 Niets toe geven op het Brood. Gelijke Boete van Vijf en twintig Guldens zal meede verbeurt werden, bij de geene welke een Koekje, Krakeling, Mop of iets anders op het Brood toegeeft of op die andere wijze het gemelde derde artikel zal tragten te Infringeeren (ontduiken). Art. 5 Geen Rooggenbrood zonder merk te Bakken Geenig Bakker zal Roggenbrood voor zich of anderen mogen bak ken, dan na hetzelve met zijn gewoon merk, waarvan hij alvoren een afdruksel in Rood Lak aan den Raad zal moeten leveren, duidelijk te hebben getekend, op een Boete van Ses Guldens. Art. 6 Uitgedoofde Brandstoffen, hoe te bewaaren. Niemand der Bakkers zal eenige uitgedoofde Brandstoffen anders mogen bewaren dan in Kopere of Ijzere doofpotten op de boete van Tien Guldens, werdende de overlieden in der tijd gelast hiernaar van tijd tot tijd onderzoek te doen. Art. 7 Hoe veel bij een Nieuw aankomende Lid der Corporatie te betaalen. Bij den aanvang en oprichting van deeze Corporatie zullen de Bakkers welke in het voorheen bestaan hebbende Gild ingevolge het 11e en 14e Artikel der voormalige Gildekeur van 1760 hunne toelage hebben voldaan, nu nog ieder betaalen de Somma van Twee Guldens en alle andere in deeze Corporatie nu of int ver volg nieuw aankomende, de somma van Twaalf Guldens en voor de Oppasser der Corporatie Tien Stuijvers. Art. 8 Over de Jaarlijksche toelagen. Overlieden zullen Jaarlijks en de Maand December aan den Raad inleveren een duidelijke Rekening of Raming hoeveel zij voor het volgend Jaar aan toelage van elk lid deezer Corporatie vermeenen nodig te hebben bijzonder daarbij in aanschow nemende hetgeen nog bij hen in Cassa is en hetgeene zij in voldoeninge aan Art. 15 zullen oordeelen te behoeven, mits in 't oog houdende het bepaalde bij Artikel 6 der Wet zijner Majesteit van den 30 Januarij 1808 deeze raaming of petitie door den Raad goedgekeurd of gemodificeert zijnde, zal door ieder Lid der Corporatie zijn aandeel daarin hoofdelijk gedragen worden. Art. 9 Met geen Brood te venten te lopen. Niemand zal eenig Brood langs de Straat of aan de Huijzen ter verkoop mogen aanbieden of doen aanbieden op de Boete van Twaalf Guldens, wordende echter hiermede niet verboden het brengen van het Brood aan de Buitenwagens en Schuiten of het tuisbrengen van besteld Brood aan de Huijzen. Art. 10 Van het Getal der Bakkerijen. Er zullen niet meer dan Vijftien Broodbakkerijen binnen deeze Stad werden toegelaaten. Art. 11 Van de Overlieden. De overlieden zullen Jaarlijks op den Eerste Zaturdag in de Maand October aan den Raad inleveren eene door hen geformeerde Nominatie van zes Personen, om daaruit door den Raad drie der zelve tot Overlieden voor den tijd van een Jaar verkoren en met den eersten December in Functie zullen treden. Art. 12 Van den oppasser der Corporatie. De Laast onder de Corporatie gekoomende Bakker zal oppasser van hetzelve zijn en dit zolange blijven tot een ander na hem in de Corporatie komt. Deeze oppasser zal alle vergaderingen van overlieden en Bakkers aanzeggen en zo lange die vergaderingen duren daarbij moeten tegenwoordig zijn- tenzij hem van de overlieden werd toegestaan zich te verwijderen- ook zal hij 19

20 alle orders en andere zaken de Corporatie betreffende aan de daarbij belanghebbende overbrengen. Art. 13 Op Kermis niet te Tracteren. Niemand der Bakkers zal zijne Klanten of der selver Knegts of Meiden op kermis mogen onthaalen op Eeten en Drinken of eenige Maaltijd, op een Boete van Vijfentwintigh Guldens. Art. 14 Welke onderstand aan de Leden der Corporatie uit te reiken. Iemand der Leden, voor ziekte of andere Omstandigheden, onbekwaam wordende of blijvende om zijn werk als Bakker waar te nemen, waarover in geval van verschil het oordeel van de Stads Docter zal moeten gelden, zal zo lang deeze onbekwaamheid duren zal 's wekelijks uit de Cas der Corporatie genieten een Gulden. Art. 15 Geene vergaderingen te versuimen. De Bakkers door overlieden te zamen geroepen en ten minste 24 Uuren te vooren door den Oppasser verzocht, zullen gehouden zijn op te komen, op de Boete van Dertigh Stuijvers, bij ieder niet opkomende te verbeuren, ten ware de zodanige door ziekte of ander belet verhinderd ware geweest; waar omtrend des Noods op een volgende vergadering Uitspraak zal werden gedaan. Art. 16 Behoorlijk ter Begravenis te komen. Gelijke Boete van dertigh Stuijvers, onder gelijke voorwaarde, zal betaald worden bij elk welke door den Oppasser der Corporatie, te dien einde in 't zwart gekleed bij de begravenis van een Bakker, deszelvs vrouw of kind, verzocht zijnde niet compareert. Art. 17 Manier van Begraven. Een Bakker of deszelvs vrouw begraaven wordende zal het Doodkleed ende Schilden van het voormalig Gild en alzo van deeze Corporatie bij het Grafwaards dragen over de kist moeten hangen, op een Boete van ses Guldens te verbeuren door de Erfgenaamen. Art. 18 Over de Boete en bij wie uit te wijzen. Overlieden zullen alle welke zij aan de overtreding dezer wet schuldig bevinden in de Boete verwijzen, -van welke uitwijzing echter den Gecondemneerden (veroordeelde) zich op den Raad zal kunnen beroepen, die daarover zonder eenig verder beroep zal eerdelen. Art. 19 Niet te Bakken voor dezelve betaald is. Iemand eenige Boete schuldig en bij uitwijzing van den Raad daartoe gecondemneert zijnde, zal niet mogen bakken, noch in zijn Bakkerij doen bakken, voor dezelve betaald is, Op poene van dubbele Boete te moeten betalen. Art. 20 Bij wie de Boete te genieten. Alle de hier voren bepaalde Boetens zullen genoten worden voor een Derde gedeelte bij den Heer Hooft Officier deser Stad, voor een Derde gedeelte bij den aanbrenger en voor een Derde gedeelte bij de gemeene Armen. Art. 21 De Raad der Stad of derzelver Successeuren in Officio (opvolgers), blijft naar aanleijding van artikel 18 der Wet zijner Majesteit van den 30e januari 1808 bevoegd omme ten allen tij den Opper Commissarissen, het zij dezelve in of buiten de Leeden der Corporatie benoemd worden, te mogen aanstellen of ontslaan. Art. 22 Wijders zullen de Lieden der Corporatie zich in alles moeten reguleren naar de Generaale Artikelen vervat in bovengenoemde wet van 30 januari 1808, mitsgaders naar de exteerende Reglementen van Politie. Bij de 15 ondertekenaars van het verzoek om een corporatie te mogen oprichten in october 1808 vinden we een Willem Peen. Hij was gehuwd met de laatste telg uit het geslacht Engel, die het bakkersvak uitoefende. Ze heette Hilletje Engel en ze kocht de broodbakkerij op 't Noordeinde wijk 3 nr 41 (thans huisnr 66) van haar vader op 27 mei Hilletje werd geref. gedoopt op 27 october 1768 als dochter van Jan Fredericks Engel (begr. 15 nov. 1808) en Niesje Cornelisdr Mol. Dit echtpaar trouwde op 19 nov te Monnickendam. Jan Fredericksz Engel, die ook bakker was, volgde zijn vader in 1754 op, waarschijnlijk omdat deze ziek was, want op 2 april 1756 werd hij 20

21 begraven. Jan Fredericksz Engel werd geref. gedoopt op 23 juni 1729 te Monnickendam als zoon van de reeds genoemde Frederick Jansz Engel en Hilletje Sijmons Spar. Dit echtpaar trouwde op 20 juni 1722 te Monnickendam. Frederick Engel was oorspronkelijk scheepsbouwer, zoals andere familieleden, maar kocht op 15 augustus 1752 bovengenoemde bakkersnering op het Noordeinde van zijn broer Pieter Engel (oud-schepen). Pieter (gedoopt 28 februari 1694) en Frederick (gedoopt 2 november 1698) waren zoons van Jan Engel de Jonge, die op 4 november 1690 met Trijntje Pieters Backer in het huwelijk trad. Trijntje Pieters Backer, die na het overlijden van Jan Engel de Jonge, op 15 october 1701 met Claes Dircksz Mooij trouwde, verkocht op 22 november 1725 het bedoelde bakkersbedrijf (toen verpondingsnr 108) aan haar zoon Pieter Jansz Engel. Wanneer Jan Jansz Engel overleed of begraven werd weten we niet, maar omdat zijn vader Jan Jansz Engel d'oude op 11 augustus 1698 bij zijn verkieszing niet meer "d'oude" genoemd werd, moet het kort voor deze gelegen hebben. De bakkerij werd op 29 april 1695 door Jan Jansz Engel d'jonge gekocht en was derhalve, toen Hilletje deze op 29 mei 1813 verkocht, 118 jaren en een maand in handen van deze familie. Een grote zeldzaamheid in de bakkersgemeenschap (zie bijlage bakkerij nr 8). Naar aanleiding van een reunie van de Familie Engel in Monnickendam op 6 juni 1964 kwam ik in het bezit van de stamboom. De Heer A.J. Engel, President-Directeur van de AKU, had mij uitgenodigd een toelichting te geven tijdens deze bijeenkomst. Ruim vijftig Engelen met hun echtgenoten of echtgenotes (die "de koude kant" werden genoemd) waren hierbij aanwezig. Bij een voorstudie bleek, dat de gegevens over de stamvader Jan Jansz Engel d'oude wat twijfels opriepen. Men nam aan, dat dit Jan Engel was, die op 30 juli 1663 te Monnickendam met Trijn Jans trouwde, maar later bleek dat diens vader Frans heette. In werkelijkheid was "de oude" met een Grietje Pieters gehuwd, maar deze was in deze stamboom als 2e vrouw aan zijn zoon toevertrouwd. Door het speurwerk naar de bakkers van Monnickendam kwam ik op het juiste spoor. Ik bemerkte dat Trijntje Pieters Backer als weduwe van Jan Jansz Engel de Jonge op 15 october 1701 hertrouwde met de reeds genoemde Claes Dircksz Mooij. Jan Jansz Engel d'jonge kon dus nooit na Trijntje Pieters Bacjer met een Grietje Pieters hertrouwd zijn. Men had aangenomen, toen de toevoeging "d'oude" niet meer gebruikt werd, dat de vader was overleden, maar het was de zoon. De talrijke benoemingen werden dus ten onrechte na 1697 aan de zoon, de bakker, toegeschreven. Jan Jansz Engel d'oude moet een belangrijk man zijn geweest in Monnickendam. Hij begon zijn carriére als Schepen 1695, 97, 98, 99, 1705, 10 daarna werd hij Auditeur v.d. Reeck 1699, 1700, 01, 02 Vroetschap 1699 tot 1728 Kerkmeester 1700, 01, 03, 04, 12, 13, 16, 18, 19, 25, 26 Thesaurier 1703, 04, 05, 16, 17, 18 Pres. Schepen 1706, 11 Weesmeester 1707, 22, 23 Burgmr 1708, 14, 17, 20, 24 Pres, Burgmr 1709, 15, 21 Heemraad v. W 1709, 15 Rekenmeester v. t Noorderquartier 1712 tot 1714 Ook de kinderen werden in deze stamboom aan verkeerde ouders toegeschreven. Jan d'oude en Jan d'jonge werden ook als vader verwisseld. Jan Jansz Engel (de oude) trouwde voor 1672 met Grietje Pieters Prop. in 1672 werd hij lidmaat van de Ger. Kerk. Hun kinderen waren: Jan Jansz de jonge Trijntje gedoopt te Monnickendam Saartje " " " Neeltje " " " Lijsbet " " " Trijntie " " " Pieter " " " Trijntie " " " 21

22 Grietie " " " Jan Engel de oude werd pas op 28 october 1727 in het graf op rij 13 nr 14 in de Grote Kerk te Monnickendam begraven. Zijn vrouw was hem voorgegaan op 30 juli Jan Jansz Engel de jonge trouwde op 4 november 1690 met Trijntie Pieters Backer, de dochter van Pieter Fredericksz Backer. Hun kinderen waren Grietje gedoopt te Monnickendam Pieter " " " Klaas " " " Metje " onbekend Frederick " " " Toen de grootvader in 1727 overleed, leefden kennelijk alleen nog de laatste twee kinderen. Op 21 januari 1728 wordt het huis in ''t Zuijdeijndt (buytendykssijde) verkocht "door de kinderen en kintskinderen van Heer Jan Engel in sijn leven oudt Burgemeester en Raet ende Grietje Pieters Prop egteluyden overleden 1/6 part voor Lijsbeth Engel getrout met Hendrick Eeck 1/6 part voor Saartje Engel in huwelijck hebbende Pieter Claesz Botercooper 1/6 part voor Trijntje Engel d'oude getrout met Claes Gisbertsz 1/6 part voor Trijntje Engel de jonge getrout met Cornelis Tijsz van Santen 1/6 part voor Metje en Vrederick Engel beijde kinderen van Jan Engel (d'jonge) 1/6 part voor Niesje Pond nagelaten dogter van Reijndert Pondt geprocrereert bij Neeltje Engel. Deze acte bevestigde de juiste samenstelling. Eind 1983 was ik in de gelegenheid, in verband met deze studie over de Monnickendammer bakkers, vijf mensen te spreken, die met deze branche nauw verbonden waren geweest. Allereerst de Heer Henk van der Vegte op de O.Z. Burgwal 36, die al 84 jaar was en wiens vader reeds een bakkerij in de Kerkstraat nr 15 had. Vervolgens de Heer en Mevrouw Klaas Pietersz Klein, die op de Tongnaald nr 28 wonen en die van 1942 tot 1975 een bakkerij in 't Zuideinde nr 21 hadden en tot slot broer en zuster Govert Jan en Antje Maria Verbeek, die op de Nieuwe Niesenoortsburgwal 10 ('t echte Cockenpatje) wonen en vroeger hun brood en banketbakkerij precies achter hun huidige huis op 't Zuideinde 8 hadden, in 1954 overgenomen van vader Marinus Hendrikus Verbeek die deze bakkerij al in 1907 kocht. Het hoofdstuk "Winkels en ambachten" in het boekje "Herinneringen aan Oud-Monnickendam van de helaas overleden Heer J. Veltrop was aanleiding bij deze oud-bakkers aan te kloppen. De Heer Veltrop beweerde, dat er in de beginjaren van deze eeuw 22 warme bakkers een bestaan vonden in het toenmalige Monnickendam met 2600 inwoners. Gemiddeld per bakker 120 volwassen en kinderen. Gemiddeld per gezin 4 mensen, dus per bakker plm. 30 gezinnen. Per gezin per dag één brood, dus gemiddeld per bakker 30 broden. 22

23 Deze schatting bleek gelukkig iets gunstiger uit te vallen, doordat de mensen in die tijd meer brood aten, maar diverse van deze bakkers hadden ook een ventwijk in de Purmer of op Marken en verkochten ook banket en koek. Er was er zelfs een die zich gespecialiseerd had in taai. De Heer Henk van de Vegte had geen boekje van Veltrop nodig, want alle 22 bakkers kwamen zo uit het geheugen rollen. Toen hij jaar oud was (hij werd in 1900 geboren en het speelde zich dus voor de eerste wereld-oorlog af) moest hij van zijn vader de in nood verkerende collega's helpen, zodoende wist hij wat ze waard waren. Tevens moest hij het door zijn vader voor gezamenlijke rekening ingekochte gist aan de Monnickendammer bakkers rondbrengen en aan de bestelde hoeveelheid kon zijn vader dan ongeveer schatten wat ze voor omzet hadden (een voorloper van de huidige marktanalyse). De Heer van der Vegte bleek ze allemaal te kennen (behalve de jaartallen). nr 1 Dirk Holling, op de Zarken 29, bakte alleen brood, de dochter bezorgde brood in Overleek nr 2 Klaas Kaars, Kerkstraat 1, brood en banket nr 3 Jan van der Vegte, Kerkstraat 15, brood en banket, zoon Henk, geb. 1900, bezorgde tussen en 1914 gist bij de collega-bakkers en ging in 1926 naar Amsterdam nr 4 Klaas Bierman, Kerkstraat 6 (overzijde), brood en rogge in de etalage een schoon servet met een verreltje (1/4) rogge (8 ons) nr 5 Albertus van Kleef, Noordeinde 6, brood naast het Museum! Later had daar de bekende arts v. Tijen zijn spreekkamer ( ) nr 6 Jo Oosting, Noordeinde 38 (hoek Brugstraat), brood en banket; door zijn zoon Michel als banketbakkerij voortgezet tot nr 7 Piet Bakker, Noordeinde 26 (hoek oude Steeg), brood, koek en banket, door zijn zoon voortgezet in de horeca-sector, oud-station N.Z.H.T nr 8 Jan Hoogvorst, Noordeinde 66, brood en rogge nr 9 Klepper (voornaam onbekend), Noordeinde 108, brood en banket, waarschijnlijk gehuurd van Th. jzn Boerlage nr 10 Herman Visser, Noordeinde 99 "de Gezonde Apotheek" later bakker Niek Out nr 11 Willem Blakborn, Noordeinde 79, brood en rogge in het huis van Heer Mol "ynde Melckman nr 12 Marcelis Holling, Havenstraat 10 (hoek oude Steeg), brood, verbrandde afval van botters en hoepels in de oven nr 13 Hermen de Vries, Havenstraat tegenover Holling "was geen bakker", later hofmeester geworden nr 14 Marinus Verbeek, Zuideinde 8, brood en banket later Govert Jan en Antje Maria Fr, Verbeek, in de broodpannen "Schagen" naam van vroegere eigenaar nr 15 Jacob Hogetoorn, Zuideinde 23, banket en rogge later Klaas Klein met brood en gevulde koek ( ) nr 16 L. Schumacher, Zuideinde 2e huis voorbij Molensteeg, brood, bijgenaamd "de Kietelbol" (duits dialect?) Hij was zo arm als de mieren. Met 20,- wist men hem te redden van een faillissement nr 17 Arnold Neijzen, Niesenoortsburgwal 23? brood en beschuit, later Jaap Koel die koekjes bakten die "Jaap Koeltjes" heetten, ½ pond voor 0,25 (oudste oven van Monnickendam) nr 18 Hein Bakker, Fluwelenburgwal 16 (hoek Klaversteeg) brood en rogge, Was "koosie Korsie" zijn bijnaam of die van zijn voorganger Koos Groenewoud? nr 19 Gerrit Boerlage, Fluwelenburgwal 6, brood en banket Tussen smid en schoolsteeg (of samuel-en foksteeg, huurde deze bakkerij waarschijnlijk van Jacob Neijzen nr 20 Willem Visser, Rozendaalstraat 10 (of 't Beemstertje, taaibakker, "de Knakenpoetser" kon nergens 1000,- wisselen, maakte hakkoek voor de kermis nr 21 Dirk Klut, Kerkstraat 58, brood maar het brood verbrandde tijdens het orgelspelen, werd later muziekonderwijzer. Hier woonde vanaf 1925 de Heer Dirk Stam, loodgieter nr 22 Cornelis Hogendijk, Zuideinde 77, brood en beschuit in het laatste huis van het Zuideinde Het volgende bezoek gold de Familie Verbeek. De vader van broer en zus Verbeek, Marinus Hendrikus, kocht de bakkerij op 't Zuideinde 8 in 1906 van Anthonie Schagen (oorspr.v. Wormerveer) voor 8.000,-.De gehele som kon in die tijd natuurlijk niet meteen betaald worden en zodoende moest er op tijd worden afgelost en bleef vader Verbeek voorlopig zetbaas. De verstandhouding met de geldschieter was erg goed en in diens opdracht werden er dan ook duizenden ponden koek, vooral speculaas, in zink beslagen kosten naar Rotterdam en Dordrecht 23

24 verzonden. Het is echter een keer gebeurd, dat de afbetaling niet op tijd had plaatsgevonden. Heer Schagen kwam toen kwaad binnen en stampte de klaarstaande beschuit in elkaar. Marinus Hendrikus overleed op 85 jarige leeftijd in Hij kwam van Zoelen in de Betuwe en trouwde Neeltje de Moes, die een dochter was van Cornelis en Antje Man. Antje's zuster was getrouwd met een Proper, een gegoede familie, die hun antieke inventaris aan het Museum Betje Wolff en Aagje Deken had nagelaten. Ook de Heer Govert Jan Verbeek heeft een oude bakkerstrog aan het bakkersmuseum aan de Zaanse Schans geschonken, maar toen hij deze later terugzag bleek het koperbeslag verdwenen. Trots liet hij mij de oude broodpannen zien, waarin de naam "Schagen" gegraveerd stond, ja, ook in die tijd moest je wel degelijk je merk of naam in het brood dat je verkocht laten afdrukken. De familie Klein had de bakkerij op 't Zuideinde 23. Een foto van het bedrijf hangt in de kamer en de broodkar, waarmee vroeger het brood werd uitgevent, is toevertrouwd aan het Museum "De Speeltoren". Bij een lekkere kop koffie kan nu in plezieriger omstandigheden over het zware bestaan van een bakker en zijn gezin gesproken worden. Werkdagen van 13 á 14 uur waren in die tijd geen zeldzaamheid. Ondanks de arbeidswetten, die voorschreven dat een bakker op een door-de-weekse dag pas om 5 uur mocht beginnen en 's zaterdags op 4 uur, was de praktijk om 2 uur 's nachts en moest men dus wel om 8 uur in de avond naar bed. Gezellige avonden waren er dus maar weinig. Ja, de Sinterklaasavond, dat was de hoogtij-avond, waarvoor speciaal gebakken werd. In de bakkerswinkels werden de bezoekers op allerlei spelen uitgenodigd, zoals schieten met pluimpjes, ringgooien, speerwerpen en sjoelen. Per man moest men 0,25 inleggen en de prijzen logen er niet om. Banketletters, taartjes, speculaas, marsepein, ja, allerlei banketbakkerswaren. Zulke avonden waren bijzonder gezellig in het oude Monnickendam en trokken veel belangstelling. Deze gebeurtenissen werden niet in de oude Burgemeesters memorialen beschreven, dat was pas het ware volksvermaak. St. Nicolaas was dan ook een symbool voor vele bakkers en niet zelden prijkte de goede Sint op het uithangbord van een bakker. In Amsterdam hing zo'n bord op het Damrak, hoek Dam. De bakkerij is allang verdwenen, maar boven de deur van de Incassobank, die nu op deze hoek staat, is een gevelsteen met "Sinter claes" ingemetseld als herinnering aan de bakker. Ook de "Grauwe, Vergulde, Zwarte of Witte Olifant" was een veel voorkomend uithangteken van een koek-of banketbakker. Deze kolos symboliseerde kennelijk het land van specerijen of hebben we hier te maken met de grootste koeketer. Verder had men "Het gezegend Brood", "De Gezonde Apotheek" of "De lekkere Bakker" uithangen. De Monnickendammer bakker bleef niet achter en weet U het nog, "De Gezonde Apotheek" op Noordeinde 99 van de Familie Out. Van oudere zijn "De Roode Melckoe" op Noordeinde 79 (nu "in de Melckman"), "de Wittebrooteter" op de Havenstraat 10, hoek oude Steeg, "de Ransdorper Toorn, op de Niesenoortsburgwal 23 en "de Witte Olifant" op Kerkstraat 58. Zo moeten er meer zijn geweest, bijvoorbeeld "de Vergulde Oliphant" opde Haven, al voor 1700, maar deze bakker heb ik nog niet kunnen ontdekken. Het bakkersberoep lijkt hecht verbonden aan de oven aan het huis, waarin de bakkerij gevestigd is. Verhuizen binnen de woonplaats was moeilijk, slechts 2 á 3% van de huizen had een oven, dus wilde men veranderen dan moest men de gehele streek afspeuren of er iets vrijkwam. In tegenstelling tot mijn oorspronkelijke ideeën hierover, bleek dat die bakkerij niet zo'n vast honk vormde, men verhuisde nog al eens. Ook de Monnickendammer bakkers kwamen uit alle windstreken. Echter wel uit Nederland, dit in tegenstelling tot de herbergiers die, zoals we zagen in het jaarverslag van 1981, voor het merendeel uit Duitsland stamden. Het huis was trouwen dan de bakker. eenmaal bakkerij, dan bleef het soms eeuwen aan deze nering verbonden. In plaats van mij bezig te houden met de herkomst en afstamming van de 22 bakkers, heb ik me dus geworpen op de geschiedenis van het huis of liever de bakkerij waarin zij woonden en heb nagegaan hoe lang er al een bakkersnering in gevestigd was. De laatste bladzijden van mijn verhaal zijn hieraan gewijd. Om te beginnen heb ik van de 22 bakkerijen alle nummers trachten te achterhalen, eerst de straat en het huisnummer, dan het kadasternr vanaf 1831 (start van deze rijksregistratie), het wijknr van october 1806 (voor doeleinden als inkwartiering, brandorganisatie en later postbestellingen) en tot slot de twee verpondingsnrs (om de geïnde belasting over de huizen te kunnen registreren) uit de jaren 1733 en Vervolgens heb ik alle koopacten opgezocht, die betrekking hadden op het bewuste huis en er zo veel mogelijk voor gezorgd dat de laatste koper de volgende verkoper was (dit lukte wel eens niet omdat het huis ook elders verkocht kon worden). 24

25 Het resultaat was, dat 10 van de 22 bakkerijen al van voor het jaar 1700 in hetzelfde huis gevestigd waren. Met da laatst bekende gegevens ben ik per bakkerij bovenaan begonnen en naar beneden vindt U de oudere koop-en verkoopgegevens zolang het pand gebruikt werd als bakkerij, met de herkomst van de bakker en de aankoopprijs. Met enkele bakkerijen ben ik reeds in de eerste helft van de 17e eeuw gearriveerd. De Koopactenregistratie ("Transporten en hypotheken" in het oud-rechterlijk archief, aanwezig in het Streekarchief te Purmerend) is van Monnickendam vanaf 1626 aanwezig. Het probleem is echter dat in de 17e eeuw geen vermelding werd gemaakt, waarvoor het huis gebruikt werd en moet men geheel afgaan op de beroepsaanduiding van de koper of verkoper, die veelal wel bakker genoemd werd. Eén prent van een Monnickendamse bakkerij is voor het nageslacht bewaard gebleven. Het is een afbeelding van het pand op het Noordeinde 6 uit het jaar 1726 van de tekenaar Cornelis Pronk (in de bijlage nr 5). De bakkerswinkel heeft aan de straat een pothuis (een laag huisje, bergplaats, half boven, half onder de grond tegen de gevel van het huis gebouwd). Het lage dak van een dergelijk pothuis was zeer geschikt voor het etaleren van broden. De luifel er boven diende om deze uitstalling in de openlucht tegen al te directe weersinvloeden te beschermen. De luifels en pothuizen zijn in de loop van de 18e eeuw vrijwel overal verdwenen toen er meer verkeer door de straat kwam De winkeliers gingen toen hun waren in het voorhuis verkopen, De bakkerij bevond zich meestal achter de winkel of in een huisje direkt achter de woning. De persoon, die op de prent over de onderdeur leunt, is bijna zeker Tymen Appeldoorn. Bekijkt u de bijlagen eens, misschien komt U wel een voorouder tegen van wie U wat meer wilt weten. Schrijf U mij gerust. Heft U aanvullingen, dan houd ik mij aanbevolen. Dit was mijn verhaal over de Monnickendamse bakkers en hun brood. "Brood is cultuur, daar stuntje niet mee": zei Mevrouw M. Douma, directrice van de Stichting "Voorlichting Brood" op 31 januari j.l. De warme bakkers nemen nog 58 % van de markt voor hun rekening en de rest wordt bewerkt door de industriële 25

26 bakkers. Laatstgenoemde probeerden dit voorjaar met stuntprijzen van 1,59 een groter marktaandeel te veroveren, Mevrouw Douma kwam op voor de ambachtelijke bakkers, "want, zei ze, als het vrije marktmechanisme wordt losgelaten op het bakkersgilde, zitten we in de kortste keren met Engelse toestanden". Daar is de broodproductie in handen geraakt van een paar industriëlen met lange aanvoerlijnen naar de consument, Kent U het Engelse brood? De kwaliteit is er naar"! Laten we ervoor waken dat die paar lekkere ruikende winkels met die heerlijke variatie warme broden ons niet wordt ontnomen door deze praktijken en zie de paar dubbeltjes die U meer moet betalen voor een brood als bijdrage om dit cultuurbezit te beschermen. "Brood is geen transportmiddel voor beleg, geef 't de waarde die 't verdient", zoals de dichter Pablo Naruda al vertolkte: "Vrede voor het meel, Vrede voor de bakker en zijn vrijage, Vrede voor de stad in de morgen, wanneer het brood wakker wordt". Nr 1 de Zarcken/ hoek Zaksteeg huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A10/15 A 1798 W 1 nr / Koopjaar/ Eigenaar : beroep: van: Koopprijs 1950 Bloem,Nicolaas Anth, jr Electr./ loodgieter M.dam 1946 Lammers, Johan Christoph zonder M. dam 1882 Holling, Dirk Broodbakker M. dam Pijper Arie (zie nr 3) " Kwadijk 3000,- Knip, Magdalena wede J. v. Kleef Kleef, Johannes van " M.dam 3400, Looskaart, Hendrik " M. dam Groenewoud, Cornelis Broodbakker M. dam Bruijn, Muus " " 2500, Knop (Peen), Willem " " 3800, Bogtman, Albert " " 2800, Wever, Trijntje, wede Jan Bent 5150, Meijer, Christoffel " " Alderkamp, Symon " 2400,- Bleus, Maritje wede J, Bakker Bakker, Jan Pietersz broodbakker M. dam 1400,- Veerdigh, Trijntje wede P. Backer Backer, Pieter Jansz " Backer, Jan Jacobsz wede Backer, Jan Jacobsz " Backer, Jacob Willemsz " Nr 2 Kerkstraat huis nr kad. Nr later wijk nr. verp verp A 177 A 1347 A 1722 W 4 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1952 Snieder, Marie wede Corn. Klz Kaars M,dam 1904 Kaars, Klaas Cornelisz broodbakker " 26

27 1901 Kaars, Cornelis Adriaansz Visscher Marken Kool, Harmen Wijnandsz brood en banket M,dam 1500, Simons, Frederik Koopman/Schipper " 1891 Klerk, Cornelis Rustend/hfd onderwijzer P.rend de Jong, Jacob Kers brood en koekbakker Edam 2750, Vink, Christiaan broodbakker P,rend 2630, de Haas, Klaas brood en k.b. M,dam Langenberg, Jacob koekbakker Uitgeest 1850, Bruin, Daniel broodbakker M,dam 823, Ringeling Cornelis broodbakker Buiksloot 1600,- Broer Jan Cornelisz " " Edam de Haas, Claes " " M,dam de Haas, Cornelis " " " 700, Vos, Mens Gerritsz " " " Vos, Gerrit Mensz " " " Sijes Dirk Jacobsz Burgmr en Raet " Backer Carsten Carstens Nr 3 Kerkstraat huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A 171 W 4 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1972 Honingh, Jacob Johannes banketbakker M,dam 1959 Klein, Maria Francisca brood en wede Honingh Jac. Banketbakster de Rijp 1937 Vlas, Tjebbe bakker Anna Paulowna 1898 van der Vegte Jan brood en banket M,dam 1893 Uiterwijk-Winkel Anna wede Jan Meijer 1890 Meijer, Jan brood en koek M,dam Pijper Arie (zie nr 1) broodbakker " 860, Lakemond, Cornelis timmermansknecht voordien geen bakkerij Nr 4 kerkstraat huis nr kad. nr later wijk nr verp verp A 180 W 2 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1957 Klumpers Theodorus boekhouder M,dam 1932 de Vries Harmen Willemsz bakker " 1891 Bierman, Klaas broodbakker " Witmond, David " " " 750, Blom, Juriaan " " " 800, Deun, Trijntje wede Hendrik Blom " 700, Monnickendam, Mozes " 700,- Levy, Caatje wede Jacob Joseph 27

28 voordien geen bakkerij Nr 5 Noordeinde huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A 264 W 3 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep van: koopprijs 1955 Peetoom Pieter Jacob Rijwiel herst. M,dam 1938 van Tijen Coenraad Arts M,dam (gesloopt) 1916 van Tijen Coenraad van Kleef Albertus broodbakker M,dam 2170, tevers, Hermanus " " Haarl meer 1100, Lakeman Dirk en Jan Pachters bank M,dam 1100,- van lening Kater Joris (failliet) broodbakker " 3500, Slot Reinier " " Velsen 3500, Kater Adriaan " " M,dam Willems Cornelis " " Nieuwendam 1000, Looskaart Douw " " M,dam 4500, Compaan Klaas " " " 4500, van der Meer Dirk " " " 4800,- van Daalen Fr Willemsz " " van Daalen Willem " " " 3000,- Decker Claas wede Trijntje Boon, Decker Claes broodbakker " 2500, Claesz Jochem v Mildam " " Broek Appeldoorn Hendrick " " M,dam 1698 Appeldoorn Tijmen " " " Cempinga Willem " " " Groodt Jan Symonsz Nr 6 Noordeinde /hoek Brugsteeg huis nr kad. nr later wijk n verp verp

29 38 A 309 W 3 nr 24/ Koopjaar/ Eigenaar: beroep van: koopprijs 1960 Mastenbroek Petrus M. Anth. banketbakker V,dam 1946 Oosting Michiel J " " M,dam 1901 Oosting Jacob brood en b.ket" 1894 Buijs Jan bak. knecht Beemster 1893 Dekker Hendrik bakker Ilpendam Calen Michael Joh. koek en b.ket A,dam 5600, Prinsen Frederik H " " M,dam 2175, Klomp Gerrit Jan " " " 380, Kool Harmen Landsmeer 180,- Zimmerman, Lambertus Gerstenhouwer Johan George Nr 7 Noordeinde /hoek Oude steeg huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A 314 A 1311 A 2903 W 3 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1951 Bakker Simon P horeca v/h bak. M,dam 1904 Bakker Petrus brood-koek en Hendricuszn banketbakker 1895 Verkerk Pieter C. broodvekoper " Bakker Jacob Klaas broodbakker Ilpendam 2275, van Puffelen Frans " " M,dam 2200, Tieman Cornelis " " " 1300, Kok Jan " " " 2000, Engel Cornelis " " " de Haas Jacob " " " 2000,- Dronkemol Engel Jansz " " " Engel Jan " " " Jansz, Engel's weduwe Sleijn Gregorius bakker " (zie nr 17) Los Dirck Jacobsz wede Mr wagemaker Schermerhorn Pranger Gerrit Jansz " M,dam 29

30 Nr 8 Noordeinde huis nr kad. Nr later wijk nr verp 1733 verp A 347 A 2358 W 3 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1959 Boon Johannes Gerardus veehouder Katwijk 1949 Oosten Auke brood & b.ket M,dam 1932 van der Horst Pieter bakker " 1889 Hoogvorst Jan bakker Egmond a/z van Kleef Carolus Baromus zonder M,dam 2000, van Kleef Hendrik Josephus broodbakke Zaandam 1000, Wessels Jan " " M,dam 600, Bouwes Jan Gzn " " " 600, Springer Simon " " " FFrs 1470, Peen W x Engel Hil. " " " 1500, Engel Jan " " " Engel Frederik " " " 1300, Engel Pieter (Oud schepen) " " " 1701 Mooy Claes Dircksz x Edam Backers Trijntje Pieters ( ) Engel Jan de Jonge x M,dam Backers Trijntje Pieters ( ) Olij Pieter Cornerlisz Commissaris van 't veer " Chisimer Pauwelsz Mr Chirurgijn Nr 9 Noordeinde huis nr kad. nr later wijk nr verp verp A 383 A 1298/9 A 1430 W 3 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1916 Abrams, G (later de fam Dal) 1913 Boerlage, J Dzn 1905 Boerlage Th Jzn verhuurd aan Klepper bakker 1901 Boerlage, J Dzn 1881 Meijer, W Visser Cornelis scheiding en deling P,rend 450,- Roelofs, Maria wede Adr. Visser krijgt A79 Zie nr 11 'n broodbakkerij Visser Adrianus broodbakker M,dam 400,- (zie nr 11) Bakker Jan Dirksz Br.in W. 700, van Deukeren Jacob M,dam 400, Homberg Antoon M,dam/ Emden 450, Meet Jan - Reis, Jan M,dam 360,- 30

31 Nr 10 Noordeinde huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A A 65 A 806 W 4 nr Naam: "de gezonde Apotheek" Koopjaar/ Eigenaar: beroep van: koopprijs 1972 gesloopt 1935 Out Nicolaas Ant. Bakker M,dam 1927 Nederveen Jan schilder Sliedrecht 1923 Bogert Cornelis Jan broodbakker M,dam 1919 Klaver Dirk Joh,Adr " " " Visser Hermanus W. broodbakker " 4000, Visser Willem Jzn " " P,rend 2555, Schuurman Frans " " M,dam 700, Groot Klaas P. " " " 100,- Stam Huibert en Keesmaat Aaltje " " " Stam Matteus " " " 1600, Braar Eva wede E. Bruijn " " " 3550, van der Horst Corn. " " " 2475, Wever Trijntje wede Jan Bent " 2475, Wagter Jan " " " 900, Bakker Jan " " " 1530,- Heenssenbergh Jan M. 2e x Grietie Bakker de Graaff, Hendrick Arentsz " " " 1e x Grietie Bakker Backer Hendrik Arentsz " " " 1671 Dircx Jannetgen wede Koelemeij Pieter Claesz " Nr 11 Noordeinde huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A 79 W 4 nr Naam: "de Roode (Melck)koe" Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van: koopprijs 1917 Oosterbaan Johannes Willemsz vishandelaar M,dam 1914 van Bremen Nicolaas Maria bakker Blaricum Man Niesje wede Jan Blakborn M,dam Blakborn Willem broodbakker Middelie 2400, de Moes Cornelis Joostz brood en koek M,dam 3300, Roelofs Hermanus broodbakker Alkmaar 3500, Roelofs Johannes L " " M,dam 4000, Roelofs Maria wede Adr. Visser " 3000, Visser Adrianus zie 9 " " " 2500, Visser Paulus " " Edam 1400,- Bogaart Dirk Poulusz " " M,dam Bogaart Poulus T. " " " 1800, Mooij Jan " " " Vos Pieter x " " " 31

32 Leisbeth Reijniers Somer Heijn Pietersz " " Edam Backer Reijnier Jur. " " M,dam wede Claes Corn Backer " " Backer Jan Jacobsz " " " Thijmons Lijsbeth wede Arent " Jacobsz Backer Peetoom Floris Dircksz (½) stadts wede Appelboom Cornelis (½) timmerman 1) zie komt van de suijderhoeck van de Veerste Meulensteegh (3e) in 't Noordeijndt (was dit ook een bakkerij?) Nr 12 Havenstraat huis nr kad. nr later wijk nr verp verp x11 A 342/315 W 3 nr Naam: "De Wittebrooteter" Koopjaar/ Eigena beroep: van: koopprijs 1947 gesloopt 1933 Holling Dirk Marc bakker M,dam Holling Marcelis broodbakker " 1300, Holling Tames " " Marken 1300, van den Berg Jan " " M,dam 570, van den Berg Machiel " " M,dam 600, Bakker Cornelis koopman Zaandam 600, Bolman Cornelis broodbakker M,dam 800, Hammes Jan " " " 3000, Bakker Dirk " " " 4000,- Pel Grietje wede Winkes Jacob " " " Winkes Pieter " " " 1800,- Mars Hilletje Dirks wede Jacob v. Dalen " " " van Dalen Jacob " " " van de Velde Adam G " " " 1713 van Schelbergen Pieter Jansz " " " Backer Jan Barentsz " " " Backer Barent " " " Egbertsz (failliet) Backer Barent Barentsz (failliet) " " Purmerlandt Coertens Geertje d'wede Backer " " M,dam Coert Jansz-Maritje Claes Adriaensz Claes wede Grietje Peters " 32

33 Nr 13 Havenstraat huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp A 664 Koopjaar/ Eigenaar beroep: 1913 Lenior Dirk Gerritsz koffiehuishouder de Vries Hermen bakker (huurder) de Vries Cornelis en Jan zeilemaker Nr 14 Zuideinde huis nr kad. nr later wijk nr verp verp A 516 A 1051 W 2 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van koopprijs 1954 Verbeek Govert Jan bakker M,dam 1907 Verbeek Marinus brood en Hendricus koekbakker " Schagen Anthonie P. bakker W. veer 2700, Slagter Elisabeth wede P.Salm tapster A.,dam 1900, Salm Jacob broodbakker " 2000, van den Berg Machiel " " M,dam (te Edam) van Mechelen Pieter " " Edam 1850, Hondius Gerrit " " M,dam 4500, Hondius Theunis " " " 4000, Caps Dirk (oud schepen) " " " 2500, Bleij Jan Pieters " " " 2000,- Musk Neeltie wed e L. Bierman Bierman Leendert bakker " Buijes Joan out Burgemr en Raet " Nr 15 Zuideinde 33

34 huis nr kad. Nr later wijk nr verp verp /(23) A 446(447) A 869 W 1 nr Koopjaar/ Eigenaar: beroep: van koopprijs 1975 Lahmann Otto Willy H. ijzerhandelaar 1942 Klein Klaas Pietersz bakker M,dam 1929 Beentjes Hendrik Jacob broodbakker Heemskerk 1927 Knelange Johan Bernard " " M,dam Hogetoorn Jacob broodbakker " 3000, Cobelens Jacobus " " " 2800, Cobelens Christoffel " " " 400,- (zie ) Kroon Gerrit " 300, Wisman Barent/Hoen Joost " 305,- de Vries Sijmon Nr 16 Zuideinde huis nr kad. N later wijk nr verp verp A 838 2e huis ten zuiden van de zuideindermolensteeg Koopjaar/ Eigenaar opstalhouder beroep van: koopprijs 1913 Gem. M,dam Sitter Martinus opz.schilder A,dam? " " Schumacher L bakker " 1898 " " Hartog Jan Jansz bakker (de kietelbol) 1894 Boon Welmoet groentever " wede Klaas v.d.lingen, koopster " " van der Linge tuinier " 732, " " Klaas van Zalinge Neeltje " 1000, Gebouwd (betr. middelste van drie huisjes) Nr 17 Niesenoortsburgwal 34

Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie. gedurende den tijt van eenentwintich jaren.

Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie. gedurende den tijt van eenentwintich jaren. Octroij verleent aen M(eeste)r Sijmon Douw op sijne inventie van nieuw horologiewerck, gedurende den tijt van eenentwintich jaren. De Staten generael der Vereenichde Nederlanden, allen den geenen die desen

Nadere informatie

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714

7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714 7.10 Aanbesteding herbouw van spits in 1714 Transcriptie van document: RHCE Schepenbank Heeze Leende en Zesgehuchten, A-0210, nr.1653, fol. 42 t/m 44 gedateerd 11 mei 1714: Regel nummer tekst interpretatie

Nadere informatie

Ordre ende reglement op de koorn-molenaers binnen de stadt Goude by Gouda

Ordre ende reglement op de koorn-molenaers binnen de stadt Goude by Gouda B. D. Poppen Transcriptie van de Ordre ende reglement op de koorn-molenaers binnen de stadt Goude by Gouda - 1664 Op de door Joh. Blaeu omstreeks 1650 vervaardigde kaart van de stad Gouda, met een plattegrond

Nadere informatie

Verantwoording. Transcriptie 52

Verantwoording. Transcriptie 52 Verantwoording Bij de hiernavolgende transcriptie van het oprichtingsconcept van de Vlissingse Compagnie van Kaapvaart uit 1623 en de begeleidende brief voor Prins Maurits is voor de oorspronkelijke methode

Nadere informatie

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66) NT00066_40-8 Nadere Toegang op inv. nr. 40-8 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) J.P.J. Heijman en D. van Hillegondsberg 2006, 2010; versie oktober 2018 Inleiding In 2006 is dhr.

Nadere informatie

De Unie van Dordrecht, 4 juni 1575

De Unie van Dordrecht, 4 juni 1575 De Unie van Dordrecht, 4 juni 1575 Den 4 Junii 1575. Naer-noene. Praesenten: Uit de Edelen, Culemburgh Swieten Kenenburgh Noortwijck Ende van de Steden, Pauli Huych Jacobsz Koningh Vos t Hoen Helmduynen

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) NT00001_51N Nadere Toegang op inv.nr 51N uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) P. Heijmans z.j. Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie van een deel van de resoluties

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN TRANSCRIPTIE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN 1661 t/m 1672 BOEK 3 TRANSCRIPTIE NOTULENVAN DE VERGADERINGENVAN DEVROEDSCHAP VAN DESTEDE BEVERWIJK VAN DE

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN TRANSCRIPTIE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN 1650 t/m 1661 BOEK 2 TRANSCRIPTIE NOTULENVAN DE VERGADERINGENVAN DEVROEDSCHAP VAN DESTEDE BEVERWIJK VAN DE

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56) NT00056_026 Nadere Toegang op inv. nr 26 uit het archief van het Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) H.J. Postema 2011 Inleiding Het betreft een transcriptie van dit inventarisnummer. Namen zijn

Nadere informatie

De Gilde-Rolle der Molenaers Gilde in de stad Groningen van 1652

De Gilde-Rolle der Molenaers Gilde in de stad Groningen van 1652 B. D. Poppen De Gilde-Rolle der Molenaers Gilde in de stad Groningen van 1652 In 1436 werd door de Burgemeesteren en Raad in de stad Groningen, in overleg met de gezworen meente 1 een Algemene Gildebrief

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) NT00001_51O Nadere Toegang op inv.nr 51O uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) P. Heijmans en D. van Hillegondsberg z.j. Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie

Nadere informatie

NT00382_1. Nadere Toegang op de inv. nr. 1. uit het archief van de. Nederlands Hervormde Gemeente. Nederlangbroek, 1640-1967 (382) H.J.

NT00382_1. Nadere Toegang op de inv. nr. 1. uit het archief van de. Nederlands Hervormde Gemeente. Nederlangbroek, 1640-1967 (382) H.J. NT00382_1 Nadere Toegang op de inv. nr. 1 uit het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente Nederlangbroek, 1640-1967 (382) H.J. Postema Juli 2013 Inleiding Van de hervormde gemeente te Nederlangbroek

Nadere informatie

De Koornwinders in Hazerswoude

De Koornwinders in Hazerswoude De Koornwinders in Hazerswoude Tom en Marita Koornwinder T.H.Koornwinder@uva.nl laatst gewijzigd 24 oktober 2013 Inleiding Dit is een licht bewerkte versie van een presentatie die tijdens een familiereünie

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56) NT00056_014 Nadere Toegang op inv. nr 14 uit het archief van het Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) H.J. Postema 2011 Inleiding Het betreft een transcriptie van dit inventarisnummer. Namen zijn

Nadere informatie

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66) NT00066_34-9 Nadere Toegang op inv. nr. 34-9 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) J.P.J. Heijman en D. van Hillegondsberg 2006, 2010; versie oktober 2018 Inleiding In 2006 is dhr.

Nadere informatie

Ds. Johannes Vreechum heeft een wat slordig handschrift. -86-

Ds. Johannes Vreechum heeft een wat slordig handschrift. -86- Ds. Johannes Vreechum heeft een wat slordig handschrift. -86- Acte der kerckenraet binnen Werckendam 11 julio 1643 Na het vertreck van Ds. Schevenhuijsen is Ds. Johannes Vrechunius in dienst bevesticht

Nadere informatie

Gilde-Brief Gilde Den Standboog. Gilde-Brief

Gilde-Brief Gilde Den Standboog. Gilde-Brief Gilde-Brief Wij Willem Carel Hendrik Friso, bij de gratie gods, Prince van Orange en de Nassau, Graaf van Catzelelnbogen, Vianden, Dietz, Spiegelberg, Bueren, Leerdam,en Cuylenburg, Marquis van Veere en

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) NT00001_51P Nadere Toegang op inv.nr 51P uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) D. van Hillegondsberg z.j. Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie van een deel

Nadere informatie

Een belangrijke missive.

Een belangrijke missive. Een belangrijke missive. In t oudarchief der heerlijkheid Noortwijk bevindt zich een in letters geschreven brief (geen copie) van 11 1665, met origineele handteekeningen van Johan de Witt en Witsen. Laatst

Nadere informatie

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema NT00064_152 Nadere Toegang op inv. nr 152 uit het archief van de Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema Juni 2013 Inleiding In dit document zijn regesten van het volgende inventarisnummer betreffende

Nadere informatie

Waerdye van lyf-rente naer proportie van los-renten

Waerdye van lyf-rente naer proportie van los-renten Waerdye van lyfrente naer proportie van losrenten Johan de Witt bron Johan de Witt, Waerdye van lyfrente naer proportie van losrenten in: Feestgave van het Wiskundig Genootschap te Amsterdam onder de zinspreuk:

Nadere informatie

Beusichem, transcriptie akten oudrechterlijk archief

Beusichem, transcriptie akten oudrechterlijk archief Beusichem, transcriptie akten oudrechterlijk archief 1649 1693 - gemaakt door Peter van der Lee - Oorspronkelijke bron Archiefinstelling: Gelders Archief, Arnhem Archief: ORA Graafschap Buren, het schoutambt

Nadere informatie

Register van. protocolen en opdrachten, transporten, custingh ende. rentebrieven, te beginnen op. desen den tijt van. secretaris Boudewijn

Register van. protocolen en opdrachten, transporten, custingh ende. rentebrieven, te beginnen op. desen den tijt van. secretaris Boudewijn Register van protocolen en opdrachten, transporten, custingh ende rentebrieven, te beginnen op desen den tijt van secretaris Boudewijn Boenes den 15 e sept. ano 1689 ende eijndigende den 12 e april 1704

Nadere informatie

fo 1vo kinderen audt wesende seven jaeren, mitsgaeders van alle de peerden, ploegen, ende beesten, alles volgens het extract vuijt de instructie

fo 1vo kinderen audt wesende seven jaeren, mitsgaeders van alle de peerden, ploegen, ende beesten, alles volgens het extract vuijt de instructie Cohier van het oprecht getal, qualiteijt, conditie, ende auderdom van allen de ingesetenen van den dorpe van Caggevinne Kempens, daer inne oock begrepen de getrauwde vrauwen, ende kinderen audt wesende

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1) NT00001_545 Nadere Toegang op inv. nr 545 uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) H.J. Postema Juni 2014 Inleiding Dit betreft een letterlijke transcriptie van de liquidatie

Nadere informatie

NT00064_534. Nadere Toegang op inv. nr 534. uit het archief van de. Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema z.j.

NT00064_534. Nadere Toegang op inv. nr 534. uit het archief van de. Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema z.j. NT00064_534 Nadere Toegang op inv. nr 534 uit het archief van de Dorpsgerechten, 1515-1813 (64) H.J. Postema z.j. Inleiding Dit document bevat een complete transcriptie van een deel van de dorpsgerechten

Nadere informatie

Nadere Toegang op inv. nr 35

Nadere Toegang op inv. nr 35 NT00163_35 Nadere Toegang op inv. nr 35 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema November 2010 Inleiding Dit document bevat een transcriptie van de zettingen van het

Nadere informatie

L E S E R. [485] T O T D E N

L E S E R. [485] T O T D E N [485] T O T D E N L E S E R. NA dat ick besloten hadt een eynde van deze oeffeningen te maecken, soo heb ick bevonden, dat my, Beminde Leser, noch verscheyde andre dingen van vermaeckelijcke en treffelijcke

Nadere informatie

O.A.A.ASTEN RESOLUTIEBOEK III \ 2 INVR. NR. 13

O.A.A.ASTEN RESOLUTIEBOEK III \ 2 INVR. NR. 13 O.A.A.ASTEN RESOLUTIEBOEK III \ 2 INVR. NR. 13 HEEMKUNDEKRING DE VONDER ASTEN-SOMEREN WERKGROEP OUD SCHRIFT JAC. JÖRIS JAN VAN LAARHOVEN HARRY LEENEN PIET VAN DER LINDEN AD SMULDERS FIEN VAN TRIET blz.

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56)

Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) NT00056_022 Nadere Toegang op inv. nr 22 uit het archief van het Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) H.J. Postema 2011 Inleiding Het betreft een transcriptie van dit inventarisnummer. Namen zijn

Nadere informatie

Hoe men eertijds placht te leven met de oude notarieele archieven,

Hoe men eertijds placht te leven met de oude notarieele archieven, Hoe men eertijds placht te leven met de oude notarieele archieven, dat blijkt ons uit onderstaande acte van openbare verkoop. Welke treurige uitwerking deze handelwijze medebracht, bespeurt men spoedig

Nadere informatie

VAN DER VOORT. Gepubliceerd in De Navorscher, jg. 98 (1959-1960), p. 85-91, 155 Vooralsnog daar te raadplegen; de toe te voegen bijlagen volgen hier

VAN DER VOORT. Gepubliceerd in De Navorscher, jg. 98 (1959-1960), p. 85-91, 155 Vooralsnog daar te raadplegen; de toe te voegen bijlagen volgen hier VAN DER VOORT Gepubliceerd in De Navorscher, jg. 98 (1959-1960), p. 85-91, 155 Vooralsnog daar te raadplegen; de toe te voegen bijlagen volgen hier Bijlage 1 16 februari 1532 GA 's-gravenhage, archief

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56) NT00056_028 Nadere Toegang op inv. nr 28 uit het archief van het Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) H.J. Postema 2011 Inleiding Het betreft een transcriptie van dit inventarisnummer. Namen zijn

Nadere informatie

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66) NT00066_35-4 Nadere Toegang op inv. nr. 35-4 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) J.P.J. Heijman en D. van Hillegondsberg 2006, 2010; versie oktober 2018 Inleiding In 2006 is dhr.

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst,

Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst, NT00072_263 Nadere Toegang op inv. nr 263 uit het archief van het Gerechtsbestuur Amerongen, Ginkel en Elst, 1591-1812 (72) H.J. Postema November 2014 Inleiding In dit document zijn twee brieven van ds.

Nadere informatie

Nadere Toegang op inv. nr 616 uit het archief. van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-

Nadere Toegang op inv. nr 616 uit het archief. van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300- NT00001_616 Nadere Toegang op inv. nr 616 uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) H.J. Postema Januari 2017 Inleiding Dit document bevat een complete transcriptie van een

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN TRANSCRIPTIE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN 1688 t/m 1704 BOEK 5 INLEIDING In het Resolutieboeck der steede Beverwijck wordt vanaf het jaar 1642 tot

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Darthuizen (56)

Gerechtsbestuur Darthuizen (56) NT00056_011 Nadere Toegang op inv. nr 11 uit het archief van het Gerechtsbestuur Darthuizen 1666-1811 (56) H.J. Postema 2011 Inleiding Het betreft een transcriptie van dit inventarisnummer. Namen zijn

Nadere informatie

Het verpondingscohier van Andel van 1731

Het verpondingscohier van Andel van 1731 Het verpondingscohier van Andel van 1731 Inleiding Van de verpondingen van Andel zijn twee registraties bewaard geblevem uit 1731 [1] en 1733 [2], waarin een volledige opsomming van alle huizen in het

Nadere informatie

HET PRILLE BEGIN VAN DE JOODSE GEMEENSCHAP IN RHENEN

HET PRILLE BEGIN VAN DE JOODSE GEMEENSCHAP IN RHENEN HET PRILLE BEGIN VAN DE JOODSE GEMEENSCHAP IN RHENEN Willem H. Strous In januari 1991 - inderdaad, alweer zes jaar geleden! - hield de heer A.G. Steenbergen uit Wageningen een lezing voor onze vereniging

Nadere informatie

De gilden in Stavoren. Inleiding.

De gilden in Stavoren. Inleiding. 1 De gilden in Stavoren. Inleiding. Het eerste gedeelte bestaat uit algemene informatie over de gilden, het tweede deel gaat over de geraadpleegde bronnen en het laatste deel over de reglementen van de

Nadere informatie

DE EERSTE KALANDERMOLEN IN ROTTERDAM DOOR W. J. L. POELMANS.

DE EERSTE KALANDERMOLEN IN ROTTERDAM DOOR W. J. L. POELMANS. DE EERSTE KALANDERMOLEN IN ROTTERDAM DOOR W. J. L. POELMANS. In de Bronnen voor de Geschiedenis van Rotterdam, deel II, komt veel merkwaardigs voor over den historicus Jacob Lois. De inventaris van zijn

Nadere informatie

Bijlage I. Antwoord 1 van het huidevettersambacht van Mechelen, opgesteld door J.J. De Munck, op de vragenlijst bij het decreet van 30 9 1784.

Bijlage I. Antwoord 1 van het huidevettersambacht van Mechelen, opgesteld door J.J. De Munck, op de vragenlijst bij het decreet van 30 9 1784. Bijlage I Antwoord 1 van het huidevettersambacht van Mechelen, opgesteld door J.J. De Munck, op de vragenlijst bij het decreet van 30 9 1784. door wie dese Gilde ofte Corporatie is ingestelt ende opgericht

Nadere informatie

Afbeelding 84. [blanco pagina]

Afbeelding 84. [blanco pagina] Afbeelding 83 REGISTER en Aenteijckeninghe der Legaten en Giften welcke bij Testament als anders voor den armen sijn bemaeckt aen de Diaconije tot Putten. Afbeelding 84 [in marge:] voor Putten 200 gds.

Nadere informatie

Paul Behets, Telling Hombeek-Brabant 1747

Paul Behets, Telling Hombeek-Brabant 1747 De gegevens uit dit bestand zijn vrij te gebruiken door iedereen, op voorwaarde dat deze bewerking wordt opgenomen als bronvermelding ingeval ze wordt gebruikt in een publicatie, hetzij in boekvorm, op

Nadere informatie

Doodgraver van de Stad Stavoren.

Doodgraver van de Stad Stavoren. Doodgraver van de Stad Stavoren. c:\staveren\beroepen\doodgraver.doc ---- ------------- Resolutie-boek Stavoren: 1636 05-01-1636. Articulen ende ordonnantien gemaakt en geconcipeert bij burgemrs., schepenen

Nadere informatie

Dijkwerken, slatten van grachten enz.

Dijkwerken, slatten van grachten enz. Dijkwerken, slatten van grachten enz. 14 2 1611. De magistraat besluit 12000 car. gulden te lenen om: Een nieuwe zeedijk te maken. Te beginnen achter het stadshuis tot aan het gedemolieerde blokhuis. Het

Nadere informatie

Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel. Zwol den 1 juny 1746.

Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel. Zwol den 1 juny 1746. 1002 Zwol den 1 juny 1746. Extract uit het register van resolutien van de Gedeputeerden van de Staten van Overijssel Is goet gevonden ingevolge van onse resolutie van den 21 april deeses jaars, het montant*

Nadere informatie

Het deel van een kind dat zonder nakomelingen zou sterven, moest aanwassen

Het deel van een kind dat zonder nakomelingen zou sterven, moest aanwassen Nogmaals kunnen plaatsvinden. Enige jaren later Het deel van een kind dat zonder nakomelingen zou sterven, moest aanwassen een tochtenaar pas verlof tot verkoop van goed (waarop het recht van tocht rustte)

Nadere informatie

De Leidsche Schutterstukken.

De Leidsche Schutterstukken. De Leidsche Schutterstukken. Het was eene echt Hollandsche gewoonte om de vergaderzalen te sieren met de portretgroepen van regenten en hoofdlieden en haast elk Hollandsch museum bezit nog enkele regentenstukken

Nadere informatie

Participeren inv. nr. 1

Participeren inv. nr. 1 Participeren 1.04.02 inv. nr. 1 Bron In het octrooi van 1602 waarmee de VOC werd opgericht, is ook de financiering van de VOC geregeld. Alle inwoners van de Republiek mochten een aandeel VOC kopen dat

Nadere informatie

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2)

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2) ORDONNANTIE Op het verkrygen en bewaaren van het BURGERRECHT. By Burgermeesteren en Vroedschap der Stadt Utrecht gearresteert den 19. en 30. Meert 1761.

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN

NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN TRANSCRIPTIE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE VROEDSCHAP VAN DE STEDE BEVERWIJK VAN DE JAREN 1642 t/m 1650 BOEK1 TRANSCRIPTIE NOTULENVAN DE VERGADERINGENVAN DEVROEDSCHAP VAN DESTEDE BEVERWIJK VAN DE

Nadere informatie

EXCERPTEN. OUD-RECHTERLIJK-ARCHIEF van HUIZEN

EXCERPTEN. OUD-RECHTERLIJK-ARCHIEF van HUIZEN EXCERPTEN van een persoonlijke selectie van documenten uit het OUD-RECHTERLIJK-ARCHIEF van HUIZEN aanwezig in: Voorheen: Noord Hollands Archief te Haarlem THANS: Stads- en streekarchief voor Naarden, Bussum,

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Gerechtsbestuur Doorn, (163) NT00163_67 Nadere Toegang op inv. nr 67 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema Juli 2010 Inleiding In dit document zijn de voorwaarden van aanbesteding door het gerecht

Nadere informatie

3232 8 03-07-1651: Evert Woutersz Bodt tot Laren 3232 16-17

3232 8 03-07-1651: Evert Woutersz Bodt tot Laren 3232 16-17 OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL TOEGANGSNUMMER SAGV155.2 Streekarchief Gooi en Vechtstreek; Oude Enghweg 23, 1217JB Hilversum Tel. 035-629 26 46 Inv.nr. Blz. Nr. OUD RECHTERLIJK ARCHIEF

Nadere informatie

350 jaar Joodse Begraafplaats Workum 1664-2014

350 jaar Joodse Begraafplaats Workum 1664-2014 350 jaar Joodse Begraafplaats Workum 1664-2014 Inleiding Op 29 augustus 1664 kreeg David Salomons, houder van de Bank van Lening, als eerste in Friesland, toestemming van Burgemeeser en Raad van Workum

Nadere informatie

Stadsgerecht Rhenen, (66)

Stadsgerecht Rhenen, (66) NT00066_180 Nadere Toegang op inv. nr 180 uit het archief van het Stadsgerecht Rhenen, 1461-1812 (66) H.J. Postema Oktober 2013 Inleiding Het gerechtsarchief van Rhenen bevat een groot aantal inventarisnummers

Nadere informatie

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden.

Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden. Het oudste het oudste Hofje binnen Leiden. Reglement voor de Conventualen van het Jeruzalem%Hof op de Cellebroersgracht (thans Kaiserstraat), gesticht door Wouter Comans in den 1467. Item dit syn die ordinacien

Nadere informatie

De oudste generaties Stoel in Dordrecht

De oudste generaties Stoel in Dordrecht De oudste generaties Stoel in Dordrecht In het Regionaal Archief Dordrecht bevindt zich onder Toegang 116 (Collectie van familiepapieren en genealogische aantekeningen), Inventarisnummer 763 een dossier

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1) NT00001_51M Nadere Toegang op inv.nr 51M uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) P. Heijmans z.j. Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie van een deel van de resoluties

Nadere informatie

Paul Behets, Paardentelling Ophombeek 1734

Paul Behets, Paardentelling Ophombeek 1734 De gegevens uit dit bestand zijn vrij te gebruiken door iedereen, op voorwaarde dat deze bewerking wordt opgenomen als bronvermelding ingeval ze wordt gebruikt in een publicatie, hetzij in boekvorm, op

Nadere informatie

Resolutien en Sententien in cas van gelt boeten en corporele als andre straffen sedert den jare 1694

Resolutien en Sententien in cas van gelt boeten en corporele als andre straffen sedert den jare 1694 Resolutien en Sententien in cas van gelt boeten en corporele als andre straffen sedert den jare 1694 fol. 1 01. 22 junij 1694 02. 3 augustus 1694 den fiscael Sijn den Heeren Richteren in tempore versocht

Nadere informatie

De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie

De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie Bewerking van inv. nr. 197 van het Oud Archief (Apostillen 1664-1670) Door Jan van Hulzen Kamper genealogische en historische bronnen deel 26 G Uitgegeven

Nadere informatie

Ewoud- en Elisabethgasthuis te Wijk bij

Ewoud- en Elisabethgasthuis te Wijk bij NT00010_1 Nadere Toegang op inv.nr 1 uit het archief van het Ewoud- en Elisabethgasthuis te Wijk bij Duurstede, (10) A.A.B. van Bemmel z.j. Inleiding De inventaris op het archief van het Ewoud- en Elisabethgasthuis

Nadere informatie

Curacao Papers 1640 1665. Transcription

Curacao Papers 1640 1665. Transcription Curacao Papers 1640 1665 Transcription Curacao Papers 1640 1665 Transcription Translated by Charles T. Gehring and Jacob Schiltkamp Edited by Charles T. Gehring A Publication of the New Netherland Research

Nadere informatie

JAARBOEKJE VOOR GESCHIEDENIS ENOUDHEIDKUNDE VAN LEIDEN EN RIJNLAND TEVENS ORGAAN VAN DE VEREENIGING,,OUD-LEIDEN (VIER EN DERTIGSTE DEEL)

JAARBOEKJE VOOR GESCHIEDENIS ENOUDHEIDKUNDE VAN LEIDEN EN RIJNLAND TEVENS ORGAAN VAN DE VEREENIGING,,OUD-LEIDEN (VIER EN DERTIGSTE DEEL) JAARBOEKJE VOOR GESCHIEDENIS ENOUDHEIDKUNDE VAN LEIDEN EN RIJNLAND TEVENS ORGAAN VAN DE VEREENIGING,,OUD-LEIDEN 1942 (VIER EN DERTIGSTE DEEL) TE LEIDEN TER DRUKKERIJ VAN P. J. MULDER & ZOON el en vermaak

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Graanprijzen uit de resolutiën van de magistraat. De broodzetting

Hoofdstuk 6. Graanprijzen uit de resolutiën van de magistraat. De broodzetting Hoofdstuk 6 Graanprijzen uit de resolutiën van de magistraat De broodzetting De prijzen van de korenbeurs werden in de periode voor 1787 nog niet in de marktberichten van couranten gepubliceerd. Niettemin

Nadere informatie

Tot voogden over de kinderen werden benoemd: a. Gijsbert Jansen, z1jn zwager; b. Rijck Willemsen haefmeester,

Tot voogden over de kinderen werden benoemd: a. Gijsbert Jansen, z1jn zwager; b. Rijck Willemsen haefmeester, \ î ;.fo: ( AKTE VAN MOMBERSCHAP = VOOGDIJ BENOEMING 24 juli 1693 pag.1 In verband met het overlijden van Elisabeth Jans vindt deze akte van benoeming van voogden plaats door Hendrick Willemsen Poort over

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Gerechtsbestuur Doorn, (163) NT00163_59 Nadere Toegang op inv. nr 59 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema Oktober 2010 Inleiding Dit document bevat een transcriptie van de voorwaarden van aanbesteding

Nadere informatie

Van verscheiden manieren van burgelicke procedueren

Van verscheiden manieren van burgelicke procedueren /281/ Het Vijfde Deil Eerste titul Van verscheiden manieren van burgelicke procedueren Nadem veelderley manieren van rechtsvoorderinge in desen Ruremundtschen Quartier des forstendombs Gelre sijn geweest,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20649 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20649 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20649 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Sanders, George Title: Het present van Staat : de gouden ketens, kettingen en

Nadere informatie

Markeboek Appen, deel 1 (16311732)

Markeboek Appen, deel 1 (16311732) Markeboek Appen, deel 1 (16311732) Inleiding: Lang werd gedacht dat de markeboeken van Appen verloren waren gegaan. Er bevinden zich echter nog twee markeboeken in particulieer bezit. Deze betreffen de

Nadere informatie

KEUR EN ORDONNANTIE OP DE DRAAYPLANK IN DE VRIJE EN LAGE BOECKHORST.

KEUR EN ORDONNANTIE OP DE DRAAYPLANK IN DE VRIJE EN LAGE BOECKHORST. Een curieuze keur. Mr. Nicolaas Cornelis de Stoppelaar had in 1772 de Hooge Heerlijkheden van de Hooge en de Vrije en Lage Boeckhorsten uit de hand gekocht van de Prinses van gravin de Hij was op zijn

Nadere informatie

Gerechtsbestuur Doorn, (163)

Gerechtsbestuur Doorn, (163) NT00163_1 Nadere Toegang op inv. nr 1 uit het archief van het Gerechtsbestuur Doorn, 1649-1810 (163) H.J. Postema November 2010 Inleiding Dit document bevat een complete transcriptie van de gerechtsnotulen

Nadere informatie

De Instructie voor de Cherchers ofte Opsigters van de Molens in Stadt en Lande van 1755

De Instructie voor de Cherchers ofte Opsigters van de Molens in Stadt en Lande van 1755 B. D. Poppen De Instructie voor de Cherchers ofte Opsigters van de Molens in Stadt en Lande van 1755 Uit diverse bronnen in de Groninger Archieven is goed op te maken, dat gedurende de ruim 260 jaren waarin

Nadere informatie

Volkstelling van Wijnegem

Volkstelling van Wijnegem Volkstelling van Wijnegem 1702 Wijneghem Quartiere van Rhijen Leijste van alle ende gelijcke die ingesetenen binnen dese dorpe Van Wijneghem Quartier van Rhijen mitsgaders van de maerten, knechten, koijen,

Nadere informatie

Plm trouwde Claes Bruijn, die doopsgezind was, met Aeltje Huiberts, de weduwe van Jan Jansz Visscher die, blijkens zijn grafzerk in de Grote Ker

Plm trouwde Claes Bruijn, die doopsgezind was, met Aeltje Huiberts, de weduwe van Jan Jansz Visscher die, blijkens zijn grafzerk in de Grote Ker Al voordat hij zijn zeepziederij stichtte had Claes Bruijn een eigen huis in het eerste gedeelte van 't Noordeinde, dat zich binnendijks uitstrekte van de driesprong tot de eerste Molensteeg. In dit gedeelte

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1) NT00001_192 Nadere Toegang op inv. nr 192 uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) G.W. Brouwer- Verheijen 2001 Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie van een

Nadere informatie

RAZE 3520 WAARDE 1567-1572. schepenakten. (naar hoofdscherm Waarde)

RAZE 3520 WAARDE 1567-1572. schepenakten. (naar hoofdscherm Waarde) RAZE 3520 schepenakten WAARDE 1567-1572 (naar hoofdscherm Waarde) M.P. Smallegange Waddinxveen, november 2013 RAZE 3520, W111, eerste blad, 1567 Register bouijck gehouden bij mij Cornelis Jacob Boudewijns

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

TIEL EN DE PHARMACIE *)

TIEL EN DE PHARMACIE *) 5 TIEL EN DE PHARMACIE *) door P. H. BRANS Het overzicht getiteld Gelderland" van de hand van P. v a n der Wielen 1 ) ter gelegenheid van.de 66ste Algemene Vergadering in 1917 te Arnhem geschreven, vermeldt

Nadere informatie

Het van. levenseinde Jr. Bonaventura Randerode van der. en van eene dramatische overlevering,

Het van. levenseinde Jr. Bonaventura Randerode van der. en van eene dramatische overlevering, Het van In levenseinde Jr. Bonaventura Randerode van der. en van eene dramatische overlevering, ons orgaan van 19071) heeft wijlen de Heer W. M. C. Regt de geschiedenis van de ridderhofstad in Koudekerk

Nadere informatie

Oud Rechterlijk Archief (ORA) Uitgeest ORA 185 1620, 4 augustus ORA 185 1620, 24 augustus ORA 185 1621, 8 juni ORA 185 1622, 4 maart ORA 185

Oud Rechterlijk Archief (ORA) Uitgeest ORA 185 1620, 4 augustus ORA 185 1620, 24 augustus ORA 185 1621, 8 juni ORA 185 1622, 4 maart ORA 185 Oud Rechterlijk Archief (ORA) Uitgeest Diverse uittreksels en transcripties Bronbewerking: Arthur Groen Versie 2, 2013 Bron: Ambachts en gemeentebestuur van Uitgeest en Markenbinnen 185-254 Archiefinstelling:

Nadere informatie

Reglement voor de schansen van Keent en Moesel 1

Reglement voor de schansen van Keent en Moesel 1 Reglement voor de schansen van Keent en Moesel 1 Vindplaats: Gemeentearchief Weert (GAW), aanwinsten niet-gemeentelijke archiefbescheiden, A- 78, Schansboek van Keent en Moesel. Kopiïst/afschrijver: P.M.

Nadere informatie

De klokketoren van Staveren

De klokketoren van Staveren De klokketoren van Staveren De oude Nicolaaskerk in Staveren stond los van de klokketoren. Op de eerste kadastrale kaart uit 1832 is de situatie van de kerkbuurt te zien zoals die eeuwen lang heeft bestaan.

Nadere informatie

Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" 1921 hosteden en huysluijden wooningen in brant te steecken enteenemael te ruineren, sulcks

Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake 1921 hosteden en huysluijden wooningen in brant te steecken enteenemael te ruineren, sulcks Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" 1921 hosteden en huysluijden wooningen in brant te steecken enteenemael te ruineren, sulcks dat henlui teenemael onmogelyckis ijts het minste te

Nadere informatie

De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie

De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie Bewerking van inv. nr. 198 van het Oud Archief (Apostillen 1670-1680) Door Jan van Hulzen Kamper genealogische en historische bronnen deel 26 H Uitgegeven

Nadere informatie

HET HUIS VAN AERT VAN NES.

HET HUIS VAN AERT VAN NES. HET HUIS VAN AERT VAN NES. In 1894 werd een der weinige huizen te Rotterdam afgebroken, die door hun bouwtrant nog herinneren aan vroegere tijden: het huis aan de Korte Hoogstraat, tot voor kort bewoond

Nadere informatie

OORSPRONKELIJK behoorde het huis aan de regulieren

OORSPRONKELIJK behoorde het huis aan de regulieren HET HUYS TEN DONCK TE SLIKKERVEER DOOR W. A. VAN RIJN OORSPRONKELIJK behoorde het huis aan de regulieren ten Donck of St. Maertensdonck, wier klooster gelegen was op den Donck onder Brandwijk in de Alblasserwaard.

Nadere informatie

1679 DIRCK SPRUIJTS Eerste Rekeninge, als penninckmeester van de Nieuwe Dijckagie der Buijte-landen aen de Dussen genaemd, den ZUIJDTHOLLANTSEN POLDER

1679 DIRCK SPRUIJTS Eerste Rekeninge, als penninckmeester van de Nieuwe Dijckagie der Buijte-landen aen de Dussen genaemd, den ZUIJDTHOLLANTSEN POLDER 1679 DIRCK SPRUIJTS Eerste Rekeninge, als penninckmeester van de Nieuwe Dijckagie der Buijte-landen aen de Dussen genaemd, den ZUIJDTHOLLANTSEN POLDER April 2007 Een transcriptie door Paul Seesink Eindhoven

Nadere informatie

OOST-INDISCHE COMPAGNIE TE AMSTERDAM

OOST-INDISCHE COMPAGNIE TE AMSTERDAM D. OOST-INDISCHE COMPAGNIE TE AMSTERDAM 1600-1602. OOST-INDISCHE COMPAGNIE TE AMSTEK.DAM 1600 1602. 23 X. BANDA. 23 Mei 1602. Op het eind van 1600 waren de Oude Compagnie en de Nieuwe Brabantsche Compagnie

Nadere informatie

Nieuwe gegevens over de 17de eeuwse zuid- Nederlandse schilder Theodorus van Loon

Nieuwe gegevens over de 17de eeuwse zuid- Nederlandse schilder Theodorus van Loon Verschenen in De Maasgouw 116 (1997), 137-144 Nieuwe gegevens over de 17de eeuwse zuid- Nederlandse schilder Theodorus van Loon Wim Hupperetz Inleiding De biografische gegevens betreffende de schilder

Nadere informatie

Beschrijving van de grafzerken in de Adriaen Janszkerk in 1922

Beschrijving van de grafzerken in de Adriaen Janszkerk in 1922 Beschrijving van de grafzerken in de Adriaen Janszkerk in 1922 door Bloys van Treslong Prins in Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken in de provincie Zuid-Holland. blz. 540

Nadere informatie

Ludolph van Colen. tsamen door. gheboren in Hildesheim. Ghedruckt t Amstelredam by Cornelis Claesz. opt water, by die oude Brugghe.

Ludolph van Colen. tsamen door. gheboren in Hildesheim. Ghedruckt t Amstelredam by Cornelis Claesz. opt water, by die oude Brugghe. Solutie ende Werckinghe op twee geometrische vraghen by Willem Goudaen inde jaren 1580 ende 83 binnen Haerlem aenden kerckdeure ghestelt, mitsgaders propositie van twee andere geometrische vraghen tsamen

Nadere informatie

DE TININDUSTRIE TE LEIDEN IN 1592

DE TININDUSTRIE TE LEIDEN IN 1592 DE TININDUSTRIE TE LEIDEN IN 1592 door MR. ANNIE VERSPRILLE De 12de augustus 1592 werden door burgemeesters van Leiden twee personen ontvangen, met name CLAES SYFFAERTS, geboortig van Den Dam ) bij Groningen,

Nadere informatie

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1)

Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, (1) NT00001_51I Nadere Toegang op inv.nr 51I uit het archief van het Stadsbestuur Wijk bij Duurstede, 1300-1810 (1) P. Heijmans z.j. Inleiding Het betreft een letterlijke transcriptie van een deel van de resoluties

Nadere informatie

Begonnen 16 Maerth Poincte van bescryvinge daerop alle de respective cameren vande Geoctroyeeerde West Indische Comp.e beschreven syn, omme in

Begonnen 16 Maerth Poincte van bescryvinge daerop alle de respective cameren vande Geoctroyeeerde West Indische Comp.e beschreven syn, omme in 1. Sir Dudley Carleton, Ambassador at the Hague, to the Privy Council. Has received their letters of 15th Dec. last, touching the Hollanders entering a year since, and planting a colony upon some parts

Nadere informatie

Pleun Crijnen heeft een vrouw en is belast met vier kinderen - is een visser.

Pleun Crijnen heeft een vrouw en is belast met vier kinderen - is een visser. 1 GAR inv.nr. 351. Bevolking Capelle 1674. (SB 30-11-2011) Quohier van alle de families de welcke in het Ambacht van Cappelle sijn volgens het aenschrijven van de Ed: Groot Mog.de Heeren Staten van Hollandt

Nadere informatie