BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED. Wijzigingen ex artikel 3.6 lid 1 sub a Wro voor:

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED Wijzigingen ex artikel 3.6 lid 1 sub a Wro voor: Wijzigen van de bestemming Wonen en Agrarisch naar Landelijk Bedrijf Waterweg Vastgesteld Augustus 2014

2 2 van 20

3 T O E L I C H T I N G Inleiding Bosman Bouwvergunningen & Advies heeft in 2013 namens de eigenaar van het perceel Waterweg 84 een verzoek ingediend voor het wijzigen van de bestemmingen Wonen en Agrarisch naar de bestemming Niet-agrarische Bedrijven. De bestemmingswijziging heeft tot doel om het sinds 2002 op dit perceel aanwezige boorbedrijf van een passende bestemming te voorzien. In het geldende bestemmingsplan Westelijk Buitengebied 2006 met de daarbij behorende aanpassing uit 2011 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om zowel agrarische gronden als gronden met de woonbestemming om te zetten naar de bestemming niet-agrarisch bedrijf. Deze wijziging is mogelijk in het geval sprake is van omschakeling van vrijkomende/leegstaande bebouwing. Met voorliggend wijzigingsplan wordt gebruik gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid. Ligging plangebied Het perceel Waterweg 84 ligt ten noordwesten van Putten. Het perceel bevindt zich ten zuiden van de aansluiting van de Kiefveldersteeg op de Waterweg. Direct grenzend aan het perceel Waterweg 84 ligt het perceel Waterweg 82. De omgeving bestaat voornamelijk uit open agrarische gronden. afbeelding ligging plangebied Geldend bestemmingsplan In het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied heeft het perceel aan de Waterweg 84 de bestemming Wonen. Vanwege de voorgenomen bestemmingswijziging maken ook enkele gronden met de bestemming Agrarisch gebied deel uit van het plangebied. Het bestemmingsplan kent in artikel 30 lid 11 een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid voor de omschakeling van de bestemming Agrarisch gebied en Wonen naar een bestemming Niet-agrarische bedrij- 3 van 20

4 ven. Om van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik te maken moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden. Afweging Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen van gronden met op de plankaart de bestemmingen Agrarisch gebied, Agrarisch gebied met landschappelijke waarden, Wonen en Wonen met agrarische nevenactiviteiten te wijzigen ten behoeve van nietagrarische bedrijven, landelijke bedrijven dan wel verblijfs- en dagrecreatieve verblijven. Aan deze wijzigingsbevoegdheid zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. de nieuwe vorm van bedrijvigheid duidelijk minder schadelijk dient te zijn voor natuur en milieu dan de huidige agrarische bedrijvigheid; op het perceel Waterweg 84 is op dit moment geen sprake van een agrarisch bedrijf of agrarische activiteiten. In het verleden werden op het perceel wel agrarische activiteiten uitgevoerd, deze zijn echter al enkele jaren geleden beëindigd. Het te vestigen boorbedrijf betreft een kleinschalig bedrijf waarbij de werkzaamheden op locatie worden uitgevoerd. De uitstraling op de omgeving van het boorbedrijf zal naar verwachting niet onevenredig zijn. b. de wijziging betrekking heeft op een bedrijf dat is opgenomen onder verblijfs- en dagrecreatieve bedrijven, landelijke bedrijven dan wel onder niet-agrarische bedrijven in bijlage 3 lijst nieuwvestiging landelijke, verblijf- en dagrecreatieve en niet agrarische bedrijven, of voor wat betreft aard, omvang en hinder vergelijkbaar is met een in deze bijlage vermeld bedrijf; Een boorbedrijf zoals gevestigd op het perceel Waterweg 84 wordt niet expliciet in bijlage 3 lijst nieuwvestiging landelijke, verblijf- en dagrecreatieve en niet agrarische bedrijven genoemd. Het boorbedrijf kan qua aard, omvang en hinder vergeleken worden met een aannemersbedrijf. Een aannemersbedrijf is wel opgenomen in bijlage 3 en dit maakt de vestiging van het boorbedrijf dan ook legitiem. Het perceel Waterweg 84 ligt binnen het landbouwgebied, binnen dit gebied is de vestiging van bouwbedrijven zoals aannemersbedrijven e.d. onder voorwaarden mogelijk. c. de omvang en aard van de nieuwe functie en de bebouwing dient te passen binnen de voorgestane ontwikkeling van het gebied waar de bebouwing voorkomt; het perceel Waterweg 84 ligt binnen het landbouwgebied van de gemeente Putten. Het landbouwgebied wordt gekenmerkt door aanwezigheid van agrarische bedrijven maar zeker ook andere functies. Deze functies zijn soms ter ondersteuning van de landbouw en staan in andere gevallen geheel op zichzelf. Het historische landschap is in de loop der jaren sterk veranderd waardoor de landschappelijke waarden laag zijn. Voor het landbouwgebied wordt ingezet op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, recreatie, landschap, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. Binnen dit toekomstbeeld is ook ruimte voor niet-agrarische bedrijven, zoals een boorbedrijf, mits deze activiteiten niet voor een beperking zorgen voor de bestaande agrarische bedrijven. Nieuwe bedrijven kunnen worden toegestaan mits landschappelijk goed ingepast en het geen grootschalige bedrijven betreft. De niet-agrarische bedrijven kunnen in de toekomst samen met de landbouwbedrijven als beheerders van het gebied fungeren. Het te vestigen boorbedrijf betreft een kleinschalig bedrijf en vormt geen beperkingen voor de omgeving. De voorgenomen vestiging van het boorbedrijf past derhalve binnen de voorgestane ontwikkeling van het gebied. 4 van 20

5 d. voor de maatvoering van de bebouwing de geldende bouwvoorschriften op overeenkomstige bebouwing worden toegepast, mits de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen niet wordt vergroot; Voor de bebouwing van het boorbedrijf zullen in hoofdlijn de bebouwingsbepalingen gaan gelden zoals vastgelegd in de bestemming Niet-agrarische bedrijven van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing Daarnaast neemt als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling het bebouwd oppervlak op de percelen Waterweg 82 en 84 af. In totaal wordt 930 m 2 op beide percelen gesloopt. Hiervoor in de plaats komt 80 m 2 aan bijgebouwen terug op het perceel Waterweg 82. Op het perceel Waterweg 84 wordt eveneens een bijgebouw van 80 m 2 gerealiseerd en is 385 m 2 aan bedrijfsgebouwen toegestaan. e. aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren op eigen (bestemde) terrein zal plaatsvinden; het boorbedrijf betreft een klein bedrijf waar uitsluitend de eigenaren en diens zoon in dienst zijn. De verwachte extra verkeersbewegingen als gevolg van de vestiging van het boorbedrijf zijn derhalve minimaal. Gelet op de huidige etmaalsintensiteit op de Waterweg van ruim verkeersbewegingen (gebaseerd op telling uit januari 2014) is een kleine toename van het aantal verkeersbewegingen te verwaarlozen. Het boorbedrijf zorgt niet voor een onevenredige verkeersaantrekkende werking. f. bedrijfsactiviteiten, voorzover deze geen betrekking hebben op de productiegronden, zoveel mogelijk binnen de gebouwen plaatsvinden; het bedrijf voert haar werkzaamheden op locatie bij klanten uit. Incidenteel kan het voorkomen dat onderhoudswerkzaamheden op het perceel Waterweg 84 plaatsvinden. Deze werkzaamheden zullen zoveel mogelijk inpandig worden uitgevoerd. g. het nieuwe gebruik noch op korte, noch op lange termijn dient te leiden tot een aanmerkelijke behoefte aan uitbreiding van het bebouwde oppervlak; in de bouwregels van dit wijzigingsplan wordt de maximale oppervlakte aan bedrijfsgebouwen vastgelegd op 385 m 2. Binnen het wijzigingsplan is het met recht niet mogelijk om deze oppervlakte verder uit te breiden. h. buitenopslag niet is toegestaan; In de toekomstige situatie zal opslag inpandig plaatsvinden. Buitenopslag wordt niet toegestaan. i. detailhandel niet is toegestaan, tenzij het betreft de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten en gewassen; op het perceel worden in de toekomstige situatie geen detailhandelsactiviteiten uitgevoerd. j. eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, beschikbaar blijven of komen voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied; in het kader van de bestemmingswijziging zijn er geen gronden die geen erffunctie vervullen. Er is derhalve geen sprake van gronden die beschikbaar dienen te blijven of te komen voor overeenkomstige functies van het betrokken gebied. k. de bebouwing wordt hergebruikt; zoals reeds beschreven wordt in het kader van de voorgenomen bestemmingswijziging de aanwezige bebouwing, met uitzondering van de woningen, op de percelen Waterweg 82 en 5 van 20

6 84 volledig gesloopt. Er is derhalve geen sprake van hergebruik maar er vindt conform de voorwaarden onder l nieuwbouw plaats. l. hergebruik of nieuwbouw uitsluitend is toegestaan tot maximaal m 2 in deelgebieden 3a, 3b, 4 en 5 en maximaal 750 m 2 daarbuiten, en mits de bebouwing op een landschappelijke verantwoorde wijze in de omgeving wordt ingepast, een en ander overeenkomstig de onderstaande tabel en onder de volgende voorwaarden: Hergebruik of nieuwbouw Te slopen bij hergebruik Te slopen bij nieuwbouw Tot 500 m 2 Zelfde oppervlak Tweemaal zoveel m 2 Tweemaal zoveel Driemaal zoveel m 2 Driemaal zoveel Viermaal zoveel 1. de volgens de tabel te slopen oppervlakte aan bebouwing boven de 500 m² kan in deelgebied worden gecompenseerd door het aanbrengen van nieuwe natuur en landschapselementen, waarbij voor elke 100 m² die niet wordt gesloopt 0,5 ha nieuwe natuur wordt ingericht met m² landschapselementen. De gronden moeten worden ingericht met het oog op een duurzaam beheer volgens een door de gemeente goedgekeurd beplantings- en beheersplan, dat op basis van het landschapsbeleidsplan is opgesteld; 2. bij de in de tabel aangegeven berekening van de bebouwde oppervlakte wordt de oppervlakte van een eventueel aanwezige bedrijfswoning (inclusief maximaal 80 m² aan bij die bedrijfswoning behorende bijgebouwen) buiten beschouwing gelaten; 3. de hierboven aangegeven sloopverplichting is niet van toepassing op bebouwing met karakteristieke en/of cultuurhistorische waarden, deze bebouwing wordt echter wel meegeteld bij de berekening; 4. de aanwezige bebouwing welke uitstijgt boven de toegestane oppervlakte dient te worden gesloopt; In het kader van de bestemmingswijziging wordt in de toekomstige situatie nieuwe bedrijfsbebouwing gerealiseerd met een oppervlakte van 385 m 2. Conform de tabel wordt hiervoor in de plaats 770 m 2 aan bestaande bebouwing gesloopt. Er wordt derhalve voldaan aan de bepaling zoals vermeld onder l. Bij het berekenen van de totale te slopen oppervlakte en terug te bouwen oppervlakte is rekening gehouden met de aanwezigheid van 80 m 2 aan bijgebouwen bij de bedrijfswoning. De te slopen bebouwing betreft geen karakteristieke of cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. m. de waarden van omringende functies, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig zullen worden geschaad; De voorgenomen bestemmingswijziging wordt op een zorgvuldige wijze in de omgeving ingepast. Bij de situering van de bedrijfsbebouwing wordt rekening gehouden met de functies op de naastgelegen percelen. Daarnaast wordt voor het perceel Waterweg 84 ook gekeken naar de landschappelijke inpassing. De gebruiksmogelijkheden voor de omringende functies worden dan ook niet onevenredig geschaad of beperkt. n. de belangen van rechthebbende en andere belanghebbenden niet onevenredig worden geschaad. De voorgenomen bestemmingswijziging wordt op een zorgvuldige wijze in de omgeving ingepast. Bij de situering van de bedrijfsbebouwing wordt rekening gehouden met de functies 6 van 20

7 op de naastgelegen percelen. De belangen van omwonenden worden niet onevenredig geschaad. Planbeschrijving Huidige situatie In de bestaande situatie bevinden zich op het perceel Waterweg 84 een woning en meerdere bijgebouwen die hoofdzakelijk in gebruik zijn bij het boorbedrijf. De woning bevindt zich op het voorste deel van het perceel en meer naar achteren bevinden zich de bijgebouwen. Achter op het perceel vindt momenteel buitenopslag van materiaal en goederen plaats. De bedrijfsgebouwen zijn over een langere periode tot stand gekomen en hebben qua opzet en beeldkwaliteit weinig overeenkomsten. Het perceel kent één toegangsweg vanaf de Waterweg. Het perceel Waterweg 82 bestaat eveneens uit een woning en daarbij één bijgebouw. Het perceel heeft een eigen ontsluiting op de Waterweg. De omgeving van beide percelen aan de Waterweg wordt gekenmerkt door gronden die in agrarisch gebruik zijn. Het betreft met name open agrarische gronden. Toekomstige situatie In de toekomstige situatie wijzigt de situatie voor het perceel Waterweg 82 niet. Ook in de toekomst zal hier sprake zijn van een vrijstaande woning met bijgebouw. Hierbij dient wel vermeld te worden dat het bestaande bijgebouw wordt gesloopt en gezamenlijk met een nieuw bijgebouw voor het perceel Waterweg 84 wordt herbouwd. Voor het perceel Waterweg 84 zal de situatie wel wijzigen. De huidige woning blijft gehandhaafd maar de bestaande bijgebouwen worden gesloopt. Hiervoor in de plaats komt op het achterste deel van het perceel één bedrijfsgebouw terug met een omvang van 385 m 2. Daarnaast zal er een nieuw bijgebouw worden gerealiseerd voor de woonfunctie. Ten behoeve van de bedrijfsvoering wordt de begrenzing van het bedrijfsperceel gewijzigd ten opzichte van het huidige woonvlak. Aan de achterzijde van het perceel wordt een deel van het reeds verharde gebied bij het bedrijfsperceel getrokken. Deze uitbreiding is onder andere nodig om voldoende bewegingsruimte te creëren voor de bedrijfswagens. Ter compensatie van deze toevoeging worden aan de noordzijde van het perceel gronden teruggegeven aan het agrarische gebied. Hoewel de vorm van het perceel zal wijzigen blijft de oppervlakte van het bedrijfsperceel op deze manier nagenoeg gelijk aan de huidige oppervlakte van het woonperceel. Milieutechnisch is het boorbedrijf acceptabel. Landschappelijk wordt het bedrijf goed ingepast. Het plan voldoet aan de voorwaarden zoals aangegeven bij de binnenplanse wijzigingsbevoegdheid. Landschappelijke inpassing Voor de landschappelijke inpassing van de bestemmingswijziging is een inpassingsplan opgesteld (april 2014). Dit plan is als bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd. Hierin staan richtlijnen hoe het perceel in de nieuwe situatie landschappelijk zal worden ingepast. 7 van 20

8 Inpassing van de nieuwe bebouwing vanaf de zichtzijde van de Waterweg uit zuidelijk hoek zal geschieden door middel van een aan te planten bomenrij en houtwal. Aan de voorzijde van het perceel zal een boomgaard worden aangelegd en wordt ter afscherming van de noordzijde ook een houtsingel aangebracht. Ter waarborging van de realisatie van de landschappelijke inpassing is in de voorschriften een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Planologische en milieu aspecten Bedrijven en milieuzonering Hoewel het boorbedrijf voornamelijk haar bedrijfsactiviteiten op locatie uitvoert zullen ook op het perceel zelf op kleine schaal (onderhouds)activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van het bedrijf. Gelet op de omvang van het bedrijf dient daarom voor geluid een afstand van 30 meter te worden gehouden tot gevoelige objecten in de omgeving. In dit kader is het nieuwe bedrijfsgebouw op meer dan 30 meter van de woning op het perceel Waterweg 82 gesitueerd, zodat voldaan wordt aan de afstand van 30 meter tot omliggende gevoelige objecten. Geluid Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Aangezien voorgenomen bestemmingswijziging geen betrekking heeft op een nieuw geluidgevoelig object is een nadere beschouwing van dit aspect niet noodzakelijk. Luchtkwaliteit In het kader van de Wet luchtkwaliteit is het van belang om bij een ruimtelijk plan te kijken welke invloed het plan heeft op de luchtkwaliteit. In deze wet is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. De omvang van voorgenomen bestemmingswijziging is dusdanig kleinschalig dat het de verwachting is dat de wijziging niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Nadere toetsing van het plan aan de Wet Luchtkwaliteit is naar verwachting dan ook niet nodig. Water Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets is beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn. Beoordeling Het plan is, vanuit de waterhuishouding bezien, voor het waterschap beperkt van belang. De motivatie daarvoor is dat plannen zonder (nieuwe) ontwikkelingsmogelijkheden, zoals functiewijzigingen, nauwelijks tot geen effect hebben op de waterhuishouding. Dit betekent dat geen essentieel waterbelangen wordt geraakt en het waterschap op basis daarvan een positief wateradvies geeft. 8 van 20

9 Bodem De voorgenomen functiewijziging betreft de realisatie van twee nieuwe bijgebouwen bij de woningen Waterweg 82 en 84 en een nieuw bedrijfsgebouw ten behoeve van het boorbedrijf op het perceel Waterweg 84. De gebouwen die worden toegevoegd, betreffen geen gevoelige objecten. Hiervoor hoeft dan ook geen bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Wel dient er tijdens de uitvoering van de (sloop)werkzaamheden aandacht te zijn voor het voorkomen van asbest in en op de bodem. Op basis van luchtfoto onderzoek lijkt namelijk sprake te zijn van een matige tot slechte staat van onderhoud van de gebouwen in het als Agrarisch te bestemmen terreingedeelte. Mogelijk bevatten deze gebouwen asbest (golfplaten). De kans is aanwezig dat hierdoor asbest op of in de bodem voorkomt. Omdat de bestemming minder gevoelig wordt is er echter geen formele reden om hiernaar onderzoek te laten uitvoeren. De genoemde gebouwen zullen worden gesloopt. Na de sloop van deze gebouwen zal in het kader van de vrijgave aandacht besteed worden aan eventueel op het maaiveld aanwezige asbest. Dit kan dan door middel van handpicking worden verwijderd. Externe veiligheid Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risicobronnen kunnen worden onderscheiden in risicovolle inrichtingen en transport van gevaarlijke stoffen (over weg, spoor en water en door buisleidingen). Om voldoende ruimte te scheppen tussen een risicobron en personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen. In de omgeving van het plangebied zijn geen inrichtingen of transportroutes aanwezig die in het kader van de externe veiligheid relevant zijn. Wel loopt langs de Waterweg een gasleiding die van belang is in het kader van de externe veiligheid. Omdat de voorgenomen bestemmingswijziging niet leidt tot een toename van de personendichtheid in het plangebied, immers het bedrijf is kleinschalig en het personeel bestaat enkel uit de bewoners van het perceel, wordt een nadere beschouwing van dit aspect vooralsnog niet nodig geacht. Natuur In Nederland wordt de natuur beschermd op basis van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen deel uit van of ligt niet in de directe nabijheid van een Natura2000- gebied, Beschermd natuurmonument of de ecologische hoofdstructuur. Bovendien is het de verwachting dat de wijziging van wonen naar bedrijf niet leidt tot significante negatieve effecten 9 van 20

10 voor de omgeving. Onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt daarom niet nodig geacht. Soortenbescherming De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt diverse handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen). Wanneer het bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden. Op het perceel Waterweg 84 is sprake van de sloop van de bestaande bebouwing. De verwachting is echter dat de sloop van de bestaande bebouwing, mede vanwege het huidige (intensieve) gebruik, niet leidt tot overtreding van de algemene verbodsbepalingen. Tot slot dient ten allen tijde bij de daadwerkelijke sloop de algemene zorgplicht uit de Flora- en faunawet in acht genomen te worden. De algemene zorgplicht houdt in dat er geen onnodige schade of leed aan wilde planten en dieren veroorzaakt mag worden, ook als dit geen beschermde soort is. Onder andere dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Archeologie De gemeente Putten heeft archeologiebeleid ontwikkeld, waarbij voor de verschillende verwachtingszones vrijstellingsgrenzen zijn vastgelegd wat betreft de oppervlakte en diepte van de verstoring die gepaard gaat met de beoogde ontwikkeling. Ontwikkelingen die boven deze grens uitkomen zijn onderzoeksplichtig. De gemeente heeft voor een middelmatige verwachtingswaarde een grens van 500 m 2 vastgesteld. De planlocatie ligt binnen een zone met een middelmatige verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische waarden. De voorgenomen plannen blijven binnen de gestelde vrijstellingsgrenzen. Bovenstaande in ogenschouw nemend, is voor de beoogde ontwikkeling in dit stadium nog geen nader archeologisch onderzoek verplicht. In zijn algemeenheid geldt dat indien er toch een vondst wordt gedaan, waarvan men redelijkerwijs kan vermoeden dat dit een archeologische waarde heeft, de vinder terstond dit dient te melden aan de gemeente (en regioarcheoloog). Dit is conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, lid 1. Cultuurhistorie Op de percelen Waterweg 82 en 84 is voor zover bekend geen waardevolle bebouwing aanwezig. Van de boerderij is in het dossier een aanvraag teruggevonden uit 1938 en heeft in 1996 een vergroting van de boerderij plaatsgevonden. De aanwezige schuren op het perceel vertegenwoordigen voor zover bekend ook geen nadere cultuurhistorische waarden. 10 van 20

11 Verkeer en parkeren Het perceel Waterweg 84 wordt in de huidige situatie ontsloten via de Waterweg. In de toekomst zal het perceel via de huidige aansluiting op de Waterweg worden ontsloten. Voor wat betreft de parkeervoorzieningen is hier op eigen terrein voldoende ruimte voor. Uitvoerbaarheid Verbeelding De gemeente wenst middels dit wijzigingsplan mee te werken aan de bestemmingsplanwijziging. Op de bij deze toelichting behorende verbeelding wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan wordt gewijzigd. Het grootste deel van de gronden van het perceel Waterweg 84 krijgen de bestemming Niet-agrarische Bedrijven. Op de verbeelding is zichtbaar waar het bouwblok zal komen te liggen voor het nieuwe bedrijfsgebouw. Daarnaast zullen de gronden aan de noordzijde van het bedrijfsperceel wijzigen in een agrarische bestemming. Het perceel Waterweg 82 behoudt haar huidige woonbestemming. Voorschriften Voor deze binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied zijn in beginsel de voorschriften van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied van toepassing. In verband met enkele nieuwe ruimtelijke uitgangspunten voor het buitengebied van Putten en het feit dat hier sprake is van maatwerk wijzigen de voorschriften op onderdelen. De aanvullende wijzigingen zijn aangegeven in de voorschriften behorende bij dit wijzigingsplan. Vooroverleg Het plan is middels de digitale watertoets voor advies aan het Waterschap Vallei en Veluwe voorgelegd. Het gaat om een lokale aangelegenheid, waarbij geen provinciale belangen in het geding zijn. Het in het kader van het vooroverleg voorleggen van het wijzigingsplan aan de provincie wordt dan ook niet nodig geacht. Economische uitvoerbaarheid Bij het opstellen van een nieuw ruimtelijk plan dient op grond van artikel lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Overeenkomst De gemeente Putten en de initiatiefnemer zullen een planschadeovereenkomst sluiten met betrekking tot de financiële afhandeling van het plan. Indien sprake is van tegemoetkoming in schade komt dit voor rekening van de initiatiefnemer. Ook de andere financiële risico's die samenhangen met de ontwikkeling zijn voor rekening van de initiatiefnemer. De economische uitvoerbaarheid van het voorgenomen plan is derhalve verzekerd, een exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk. 11 van 20

12 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerp wijzigingsplan heeft vanaf 3 juli 2014 zes weken ter inzage gelegen. Er zijn in deze periode geen zienswijzen ingediend. Ambtshalve zijn twee wijzigingen in de voorschriften doorgevoerd. De eerste wijziging betreft de bepaling omtrent de maximale inhoud van een woning binnen de woonbestemming de tweede wijziging heeft betrekking op de voorwaardelijke verplichting in de bestemming Niet agrarische bedrijven. In deze voorwaardelijke verplichting is nu ook de sloop van de bebouwing op de percelen Waterweg geregeld. Het ontwerp wijzigingsplan is gewijzigd vastgesteld. 12 van 20

13 13 van 20

14 Bijlage 1 Voorstel landschappelijke inpassingsplan 14 van 20

15 Waterweg fruitbomen in gras/dierenweide houtwal houtwal erfverharding (huidig handhaven) <- 7 meter > bomenrij m. huidige lijn erfverharding gras/weide Waterweg RD Putten T: F: W: E: info@dekunstvanhetscheppen.nl Project: Inirchtingsplan nieuwe situatie, Waterweg 84 te Putten Opdrachtgever: Familie J. Pul Onderwerp: Beplantingsvoorstel Formaat: Datum: A1 21 maart 2014 Getekend: Bsc. C. van Grootheest Schaal: 1:200 De Kunst van het Scheppen - Alle rechten voorbehouden

16 Voorschriften Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen Bij toepassing van deze voorschriften worden de begrippen gehanteerd conform de voorschriften in artikel 1 van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing Artikel 2. Wijze van meten Bij toepassing van deze voorschriften wordt gemeten conform de voorschriften in artikel 2 van het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing Bestemmingsbepalingen Artikel 3 Agrarisch gebied Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanvoorschriften uit artikel 3 behorende bij het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing 2011, voor zover relevant, van toepassing. Artikel 10 Wonen Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanvoorschriften uit artikel 10 behorende bij het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing 2011, voor zover relevant, van toepassing. Aanvullende voorschriften In artikel 10 lid 2 onder a. wordt de volgende bepaling: de inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan de bestaande inhoud vermeerderd met maximaal 100 m 3, met dien verstande dat de inhoud van de woning niet meer mag bedragen dan 600 m 3 en dat de inhoud van vrijstaande woningen tenminste 400 m 3 mag bedragen; als volgt gewijzigd: de inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan 600 m 3 ; Aan artikel 10 lid 2 onder b. wordt het volgende toegevoegd: Bijgebouwen zijn toegestaan bij woningen tot een maximale oppervlakte van 80 m 2 per woning, een maximale goothoogte van 3,5 meter en een maximale hoogte van 6 meter. Artikel 16 Niet-agrarische bedrijven Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanvoorschriften uit artikel 16 behorende bij het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing 2011, voor zover relevant, van toepassing. Aanvullende voorschriften Aan artikel 16 lid 1. Doeleindenomschrijving, wordt toegevoegd als niet-agrarisch bedrijf: Bbb boorbedrijf 16 van 20

17 Aan artikel 16 lid 1. Doeleindenomschrijving, wordt het volgende toegevoegd: met dien verstande dat buitenopslag niet is toegestaan Aan artikel 16 lid 2. Bebouwingsbepalingen, wordt het volgende toegevoegd: De oppervlakte van gebouwen bedraagt niet meer dan 385 m 2, bedrijfswoningen inclusief bijgebouwen uitgezonderd. Aan artikel 16 lid 2 onder a. Bebouwing ten behoeve van hoofdgebouwen, wordt het volgende toegevoegd: Bebouwing, uitgezonderd bedrijfswoningen en daarbij bijbehorende bijgebouwen, dient binnen de aangegeven bouwgrens gebouwd te worden. Aan artikel 16 lid 2 onder b. wordt het volgende toegevoegd: Bijgebouwen zijn toegestaan bij woningen tot een maximale oppervlakte van 80 m 2 per woning, een maximale goothoogte van 3,5 meter en een maximale hoogte van 6 meter. Ten behoeve van de landschappelijke inpassing en de sloop van de aanwezige bijgebouwen op de percelen Waterweg 82 en 84 wordt het volgende artikel toegevoegd: Artikel 16 lid 6 voorwaardelijke verplichting Ten behoeve van de bestemmingswijziging van het perceel Waterweg 84 van Wonen naar Niet agrarische bedrijven, dient aan de volgende voorwaarden te worden voldaan: De landschappelijke inpassing van de locatie Waterweg 84 op de gronden met de bestemming Agrarisch gebied, Niet-agrarisch bedrijf en Wonen, voor zover begrepen in dit plan voor het perceel gemeente Putten, sectie A, nummers 1464 en 1498, moet binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan, zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden Onder inrichtingsplan wordt in deze planvoorschriften verstaan het landschappelijk inpassingsplan Inrichtingsplan nieuwe situatie, Waterweg 84 te Putten, gedateerd 21 maart 2014, opgesteld door de Kunst van het Scheppen en als bijlage 1 van de voorschriften is toegevoegd Binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van dit wijzigingsplan dienen op de kadastrale percelen Gemeente Putten, sectie A, nummers 1464, 1498 en 1499, alle aanwezige gebouwen, met uitsluiting van de woningen, te zijn gesloopt. Dubbelbestemmingen Op het wijzigingsplan zijn de voorschriften van de Dubbelbestemmingen behorende bij het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing 2011, voor zover relevant, van toepassing. Bijzondere bepalingen Op het wijzigingsplan zijn de voorschriften van de Bijzondere bepalingen behorende bij het bestemmingsplan Westelijk Buitengebied, aanpassing 2011, voor zover relevant, van toepassing. 17 van 20

18 Slotbepaling Deze voorschriften worden aangehaald als: voorschriften van het wijzigingsplan 'Waterweg van de gemeente Putten. 18 van 20

19 Bijlage 1 Voorstel landschappelijke inpassingsplan 19 van 20

20 Waterweg fruitbomen in gras/dierenweide houtwal houtwal erfverharding (huidig handhaven) <- 7 meter > bomenrij m. huidige lijn erfverharding gras/weide Waterweg RD Putten T: F: W: E: info@dekunstvanhetscheppen.nl Project: Inirchtingsplan nieuwe situatie, Waterweg 84 te Putten Opdrachtgever: Familie J. Pul Onderwerp: Beplantingsvoorstel Formaat: Datum: A1 21 maart 2014 Getekend: Bsc. C. van Grootheest Schaal: 1:200 De Kunst van het Scheppen - Alle rechten voorbehouden

21 VERKLARING BESTEMMINGEN MET BIJBEHORENDE AANDUIDINGEN Agrarisch gebied 89d Niet agrarische bedrijven 89a Bbb boorbedrijf 89 Wonen Wo woningen 87 ALGEMENE AANDUIDINGEN plangrens gegevens GBKN 84 Waterweg Wo 82 Bbb bouwgrens Gemeente Putten Wijzigingsplan Waterweg plankaart datum: schaal: status: projectnr.: : 1000 vastgesteld BugelHajema Plek voor ideeºn B gelhajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Postbus 2153, 3800 CD Amersfoort T E amersfoort@bugelhajema.nl W