Het schot. Talentontwikkeling KNKV Dameskorfbal Someren-Heide, 15 september 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het schot. Talentontwikkeling KNKV Dameskorfbal Someren-Heide, 15 september 2008"

Transcriptie

1 Talentontwikkeling KNKV Dameskorfbal Someren-Heide, 15 september 2008 Clinic technische korfbalvaardigheden voor technisch jeugdkader, met medewerking van: Wendy Theelen, Caroline Lamers, Erwin Dijkstra, Johnny Vervoort en Henk Deegens Het schot Als iemand binnen de regels van het korfbalspel met een belabberde schottechniek toch vaak scoort, zal een trainer zich wel tien keer bedenken voordat hij aan die belabberde techniek gaat sleutelen. Wanneer is een techniek eigenlijk goed? Een goede techniek is die vorm die door de jaren heen de beste is gebleken. Met de beste is dan de meest succesvolle, de meest functionele bedoeld. Uiteraard zijn er ondersteunende informatiebronnen die kunnen helpen bij het beschrijven van de juiste techniek. De biomechanica kan ideale schotbanen berekenen, de medische wetenschap kan grenzen aangeven van gewrichtsstanden, etcetera. Deze ondersteunende informatiebronnen hebben echter tot dusverre nog niet erg veel praktisch rendement opgeleverd bij het helpen beschrijven van ideale vormuitvoeringen van bijvoorbeeld de schottechnieken. De reden daarvoor is simpel. De steeds wisselende schotafstanden, balsnelheden, persoonlijke weerstanden en fysieke mogelijkheden van speelsters zijn er de oorzaak van dat er zich steeds nieuwe situaties voordoen. Al deze situaties kennen hun eigen uitvoering. De strafworp is in feite het meest constante schot, al doen zich bij het nemen hiervan ook steeds andere weersomstandigheden voor. Alvorens over te gaan tot de vormbeschrijving van een aantal basisvaardigheden, is het nodig eerst even stil te staan bij een niet onbelangrijk detail van het met twee handen vangen, werpen en schieten. Het gaat hierbij om het goed vasthouden van de bal met twee handen, hetgeen op de foto te zien is. De bal moet losjes in de handen liggen, de vingers maken balcontact en de handpalm mag niet tegen de bal drukken. Om de goede uitgangspositie van de handen op de bal te krijgen, kun je de bal vangen met één hand en de andere hand aansluiten op de bal. Er ontstaat een W op de bal, gevormd door de handen. De bal wordt ter hoogte van de kin gehouden. Variatie daarop kan bij een schot van verder weg of van dichterbij.

2 Techniekbeschrijving Schotkracht Om kracht te ontwikkelen voor een schot begint de beweging in de benen door in te veren en te strekken. Let erop dat de bewegingen elkaar opvolgen, te beginnen in de enkels. Gevolgd door de knieen, heupen, schouders, ellebogen en polsen. Aan het einde van de beweging draaien de polsen draaien de handpalmen naar buiten. De duimen gaan als het ware door de bal heen. Afhankelijk van de afstand zal er meer of minder kracht uit de benen gehaald worden en meer vaart beweging voorafgaande aan het inveren. Armbeweging Net voordat de benen gestrekt zijn, gaan ook de armen strekken vanuit de schouders. De ellebogen draaien naar buiten, zodat de duimen de ruimte krijgen om door de bal heen te gaan. Als laatste draaien de handpalmen helemaal naar buiten. Hierdoor krijgt de bal een achterwaartse draai mee. Wijs de bal na met de armen, zodat ook echt alle kracht door de bal heen gaat. Bewegingsbegeleiding: Uitgangshouding aannemen, inveren, strekken vanuit de benen naar de armen, armen strekken en nawijzen. Fouten De strekbeweging is niet goed getimed, waardoor de bal niet ver komt. Let op de opeenvolging van de beweging. De handen wijzen na het schot naar achteren in plaats van achter de balbaan aan. Schotkracht komt nu vanuit de schouderbeweging.

3 Schot op een been Het schot op een been wordt gebruikt in bewegende situaties naar alle richtingen. De beweging van de armen is hetzelfde als bij het schot stilstaand. Bij het inveren wordt er een knie opgetrokken. Ellebogen en opgetrokken knie gaan naar elkaar toe. Het been wordt nu naar beneden gebracht om weer naast de andere geplaatst te worden. De armen worden tegelijk met het plaatsen van het been gestrekt. Schot met zijwaartse beweging ( op een been) Stap 1; Neem de uitgangshouding voor het schot aan. Stap met de bal in de handen opzij en veer direct in op het uitstapbeen. Maak de beweging af. Stap 2; Neem de uitgangshouding voor het schot aan. Kruis met het ene been voor het andere langs en plaats de voet, stap met het andere been uit. Maak de beweging af. Stap 3: Idem als stap 2. Nu met aangooien erbij. De bal wordt gevangen als er geen contact is met de grond (hetzelfde als bij de doorloopbal). Degene die aangooit gaat op twee meter van de schutter staan en speelt de bal. Stembegeleiding kan gegeven worden door te zeggen: vang-een-twee-schot. Stap 4(dit kan ook als eerste stap gedaan worden); Kruispassen maken opzij. Op enig moment wordt de bal aangespeeld van voren. Verder als stap 3. Schot met uitwijkbeweging (op een been) Dit gaat op dezelfde manier als schieten vanuit een zijwaartse beweging. Nu is de hoek van uitlopen enigszins anders en moet in de laatste fase na de kruispas met het gezicht naar de korf gedraaid worden. Schot in achterwaartse beweging Meestal gebeurt dit vanuit de reboundpositie. De beweging blijft hetzelfde als voorgaand beschreven.

4 Opbouw van het schot Oefen in stilstand de armtechniek in combinatie met de benen. Dit moet een soort automatisme worden. Begin dicht bij de korf en vergroot de afstand langzaam, zodat de techniek goed geoefend kan worden. Door de beweging feller en korter te maken, krijg je meer lengte in het schot. Tot ongeveer 8 m kan er op techniek geschoten worden, waarbij de uitgangspositie van de armen iedere keer hetzelfde is. Als er van verder geschoten gaat worden kunnen de armen lager gebracht worden, zodat er iets meer kracht uit de schouders gehaald kan worden. Als de techniek goed geoefend is kan er dicht bij de korf (ongeveer 3 meter) geschoten worden met de bal schuin boven het hoofd. De schutter kijkt onder de bal door. De techniek verandert nu in zoverre dat de onderarmen het werk doen. Om goed te kunnen schieten wordt de techniek vaak geoefend. Om van ver te schieten heb je theoretisch een technisch schot nodig in combinatie met kracht. Ook de kracht mag ontwikkeld worden door ook van verder weg te schieten. Hier moet een balans in gevonden worden.

5 De doorloopbal Er zijn verschillende momenten bij een doorloopbal te onderscheiden: De aanloop In eerste instantie is de aanloop zonder verdedigster de manier om de doorloopbal aan te leren. Daarna met verdedigster. Met weerstand van een verdedigster krijg je te maken met het passeren en uitspelen van de tegenstandster. Beginnende korfbalsters proberen alleen maar te passeren door sneller te zijn dan de directe tegenstandster. De gevorderde korfbalster zal proberen over de rugkant te passeren, omdat de verdedigster om te kunnen volgen een extra (corrigerende) pas moet maken. De bal aanname en 2 tellen ritme De bal wordt in het zweefmoment van een pas gevangen, waarbij de handen schuin onder de bal zitten. De voet die na het vangen van de bal op de grond komt is tel 1, gevolgd door de volgende voet, is tel 2. Het twee-tellen-ritme is heel belangrijk voor de doorloopbal en komt in veel bewegingen van het korfballen terug.tijdens een wedstrijd kun je in deze twee tellen voor je verdedigster komen en een kleine of grote afstand overbruggen. De afzet en het scoren Zoveel mogelijk omhoog gericht, zodat de bal zo dicht mogelijk bij de rand losgelaten wordt. Belangrijk is dat de handen omhoog gestrekt worden vanuit de buik/borst. De bal verlaat de vingertoppen het laatst. Hierboven staat beschreven hoe een doorloopbal uitgevoerd moet worden. In de praktijk loopt het vaak anders, omdat de verdedigsters het aangeven verstoren of omdat de aangeef niet optimaal is geweest.

6 Mogelijke methode bij het aanleren van de doorloopbal: 1. train de strafworp; Beginhouding handen schuin onder de bal bal bij de buik kleine schredestand maken gewicht tussen benen (niet helemaal op de voorste voet) kijk naar de korf Uitvoering gewicht verplaatsen naar de voorste voet knie van het achterste been naar voren halen (spitse knie maken), de armen zetten de beweging naar de korf in het been van de spitse knie weer strekken en de bal net over het randje leggen 2. Nu de doorloopbal met het afnemen van de hand. Eventueel twee hoepels neerleggen om het tweetellen ritme te oefenen. 3. Idem, maar nu opgooien 4. Nu met aangooien Het is belangrijk dat de bewegingen zo geautomatiseerd worden dat ze kunnen 'spelen' met de bewegingen en de doorloopbal in alle omstandigheden kunnen maken. Uitgangspunt daarbij is dat er gescoord wordt. In situaties zonder verdedigster mag je op topniveau verwachten dat er 24 uit 25 doorloopballen gescoord wordt. In mijn beleving gaat er veel mis met de focus op het scoren. Alle bewegingen vooraf met daarbij het storen van de verdedigster, kan afleiden. Concentratie en focus bepaalt samen met techniek de score. Meest voorkomende fouten: 1) De aanname van de bal gebeurt tijdens een hink en niet tijdens een pas. De nemer komt tijdens de hink erg omhoog. Dit valt op. a) Om dit te veranderen kun je de bal van de hand laten nemen, waarbij de opdracht is om gewoon door te lopen. b) Daarna eventueel met licht opgooien (de reactie is vaak dat ze dan weer omhoog komen) 2) De handenplaatsing op de bal is meer aan de zijkant. Vaak wordt de bal nu te vroeg losgelaten, waardoor het meer lijkt op het mikken bij een bovenhandse doorloopbal. 3) De armen wordt gestrekt naar voren/beneden en daarna omhoog gebracht. De nemer heeft vaak veel ruimte nodig, anders wordt de bal tegen de korf aan gespeeld. Mede door het ruimtegebrek wordt de bal ook vroeg losgelaten. Soms gaat de bal zelfs naar achteren. a) Oefen dit door strafworpen te nemen.

7 Schieten, vangen en werpen Henk Deegens Korfbal is een wedstrijdsport. En wedstrijdsport staat voor "willen winnen". En om te winnen moet je scoren. En dus is scoren het hoofddoel van korfbal. Het samenspel dat aan scoren vooraf gaat wordt gezien als opbouwen, en wel als opbouwen om te scoren. De "middelen" die de korfbalster ter beschikking staan om te kunnen samenspelen en scoren zijn de basisvaardigheden: gooien, vangen en schieten. Als het gaat om de uitvoering van de basisvaardigheden bestaan er weliswaar "ideaal-plaatjes", maar haar uiteindelijke vorm krijgen gooien, vangen en schieten pas in relatie met samen-spel en tegenspel.

8 I. SCOREN / SCHIETEN door Henk Deegens OEFENINGEN De oefeningen zijn geschikt voor zowel het aanleren en verbeteren van de techniek als voor zgn. "schietwedstrijdjes". In het boek "Korfbal in zicht" worden de technieken op een duidelijke manier beschreven en op de videoband "scoren" van de NKTV worden de meest voorkomende fouten die jeugdspelers maken in beeld gebracht. Het boek en de videoband zijn "onmisbare" hulpmiddelen voor de jeugdtrain(st)er. Als de club ze nog niet in hun bezit heeft, kunnen ze worden aangevraagd via het afdelingsbureau. WAAROM SCHIETWEDSTRIJDJES? - veel variatie - veel herhalingen - gemakkelijke organisatie - meten van de onderlinge verschillen - meten van vorderingen - verbeteren schotvaardigheid - verbeteren scoringspercentage - verbeteren van de prestatiedrang - verbeteren van omgaan met druk Noteer of laat de resultaten noteren als de resultaten gebruikt worden om onderlinge verschillen of vorderingen zichtbaar te maken. VORMEN VAN SCHIETEN We onderscheiden meerdere vormen van schieten: 1. strafworp 6. schot in beweging 2. kleine kansjes 7. uitwijkbal 3. schot uit stand 8. draaischot 4. omdraaibal 9. wegtrekbal 5. doorloopbal De strafworp, omdraaibal en de doorloopbal worden over het algemeen met de onderhandse techniek uitgevoerd, terwijl de overige vormen met de bovenhandse techniek worden uitgevoerd. TWEETALLEN We gaan uit van tweetallen per korf. Als er onvoldoende korven zijn wordt de groep gesplitst. Groep A doet de oefeningen of schietwedstrijdjes en groep B gaat korfballen (mono-korfbal, 1-vakskorfbal, e.d.). Als groep A klaar is, wordt er gewisseld. DRIE- EN VIERTALLEN De oefeningen kunnen ook met drie- of viertallen worden uitgevoerd. Er treedt echter veel meer stilstand op. Om per speler aan hetzelfde aantal herhalingen te komen is er beduidend meer oefentijd nodig. En dat laatste hebben we al veel te weinig.

9 1. strafworp Per tweetal een bal en een korf Nr. 1 neemt strafworpen; Nr. 2 vangt af en geeft aan. Strafworpen moeten geconcentreerd worden genomen. Wedstrijdvormen waarbij het gaat om "zo veel mogelijk" in een bepaalde tijd, raden we af. Beter is het om: het niet mogen missen van een strafworp als uitgangspunt te nemen. 1. Eén van de twee begint. Als je mist mag de ander. 3x achterelkaar raak schieten is een punt. Welk tweetal behaalt in 2 minuten de meeste punten? 2. Wie scoort uit bijvoorbeeld 12 strafworpen de meeste doelpunten? 3. Om de beurt een strafworp nemen. Als er 2x wordt gemist opnieuw beginnen met tellen. Welk tweetal maakt de hoogste 'serie'? 2. kleine kansjes Per tweetal een bal en een korf Nr. 1 en 2 schieten om de beurt Schieten vanaf de plaats waar je (af)vangt 1. Welk tweetal scoort in 2 minuten de meeste doelpunten? 2. Welk tweetal scoort als eerste, bijvoorbeeld 30 doelpunten? 3. Als er 2x wordt gemist opnieuw beginnen met tellen. Welk tweetal maakt de hoogste 'serie'? Eén van de twee begint. Als er 3x is gescoord mag de ander. 3x scoren is 1 punt. 6. Welk tweetal behaalt in 2 minuten de meeste punten? 3. schot uit stand Per tweetal een bal en een korf. Nr. 1 schiet vanaf een vast punt Nr. 2 geeft aan en vangt af

10 Variaties: * aan de voor-, achter-, linker- en rechterzijde van de korf uitvoeren. * wisselende afstanden, maximale en halve afstand. Schietwedstrijdjes: * Wie scoort in bijvoorbeeld 3 minuten de meeste doelpunten? * Wie scoort uit bijvoorbeeld 20 pogingen de meeste doelpunten? * Wie scoort het snelst bijvoorbeeld 5 doelpunten? Om en om schieten: * Welk tweetal scoort in bijvoorbeeld 3 minuten de meeste doelpunten? * Welk tweetal scoort het snelst bijvoorbeeld 5 doelpunten? Aantallen aanpassen aan het niveau van de groep. 4. omdraaibal Per tweetal een bal en een korf. Nr. 1 staat op 2 à 3 m. voor de korf. Nr. 2 werpt naar nr. 1. Nr. 1 draait zich om en schiet onderhands op de korf. Nr. 1 vangt zelf af en werpt naar nr. 2. Variaties: * aan de voor-, achter-, linker- en rechterzijde van de korf uitvoeren. * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast. 5. doorloopbal Per tweetal een bal en een korf Nr. 1 neemt doorloopballen Nr. 2 geeft aan en vangt af Variaties: * de doorloopbal nemen aan de voor-, achter, linker- en rechterzijde van de korf. * de doorloopbal aangeven: - van onder de korf - een paar meter rechts van de korf - een paar meter links van de korf - een paar meter voor de korf - met een stuit. * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast. 6. schot in beweging Per tweetal een bal en een korf Nr. 1 beweegt in een rechte lijn, ontvangt de bal van onder de korf en schiet in beweging. Nr. 2 geeft aan en vangt af Variaties: * aan de voor-, achter-, linker- en rechterzijde van de korf uitvoeren. * wisselende afstanden, maximale en halve afstand. * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast.

11 7. uitwijkbal Per tweetal een bal en een korf. Nr. 1 komt naar de korf, wijkt uit naar rechts, ontvangt de bal en schiet. Nr. 2 vangt af en geeft aan. Variaties: * naar links uitwijken * 'om en om': eerst naar rechts, en de volgende keer naar links uitwijken. * aan de voor-, achter-, linker- en rechterzijde van de korf uitvoeren. * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast. 8. draaischot Per tweetal een bal en een korf. De aangever (nr. 2) staat op 6 m. van de korf. Nr. 1 loopt van onder de korf uit in de richting van nr. 2, ontvangt de bal, draait naar de korf en schiet. Nr. 1 vangt zelf af, werpt naar nr. 2 en start opnieuw. Variaties: * nr. 2 staat op andere plaatsen: voor, achter, links en rechts van de korf * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast. 9. wegtrekbal Per tweetal een bal en een korf. Nr. 1 komt naar de korf als voor een doorloopbal. Na het aangeven trekt nr. 2 naar achteren weg, ontvangt de bal en schiet. Variaties: * nr. 1 komt vanuit andere richtingen: voor, achter, links en rechts van de korf * de schietwedstrijdjes van oefening 3, eventueel aangepast.

12 BASISVAARDIGHEDEN Wedstrijdvormen Johnny Vervoort Het bovenhandse schot. Hoewel de oefeningen qua organisatie nauwelijks verschillen kan men door te spelen met begrippen als tijd, doelpogingen en minimum-score het accent verleggen. Dit zal ook blijken uit de resultaten. Bij de ene oefening zijn er meer drukfactoren als bij de andere. Wanneer je kiest voor meerdere oefeningen in wedstrijdvorm achter elkaar zorg dan voor een climax door gaandeweg de druk op de spelers op te voeren. Men kan het concentratievermogen en de stressbestendigheid zodoende goed inschatten. Belangrijk vind ik bij het schot het werken in tweetallen. De trainingsintensiteit kan dan maximaal zijn. Oefening 1. Tweetallen. Een schutter, een afvanger/aangever. De schutter doelt gedurende 3 minuten vanaf 6-8 meter voor de korf. Een doelpunt is een punt. Na 3 minuten wisselen van functie. Individueel tellen. Oefening 2. Oefening 3. Oefening 4. Oefening 5. Oefening 6. Idem als 1, maar nu: wie heeft het eerst 5x gescoord? Dan gezamenlijk van functie wisselen. Idem als 1, maar nu: de schutter beweegt rond de korf. Per rondje doelt hij viermaal; ieder 3 minuten, individueel tellen. Idem als 1, maar nu: elke halve minuut moet je minstens eenmaal scoren (trainer geeft na elke halve minuut een fluitsignaal) Scoor je dan blijf je schutter, scoor je niet dan wissel je van functie. Tijdsduur 5 minuten; individueel aantal doelpunten tellen. Idem als 1, maar nu: hoeveel tijd heb je nodig om 5x te scoren? Maximale tijdsduur 3 minuten. Idem als 1, maar nu: hoeveel doelpogingen heb je nodig om 5x te scoren? Maximale tijdsduur 3 minuten. Oefening 7. Idem als 1 maar nu: hoeveel doelpunten scoor je uit 25 doelpogingen? Oefening 8. Oefening 9. Idem als l, maar nu: 25 doelpogingen en per 5 doelpogingen minstens 1x scoren. Dus: 5x schieten minstens 1 treffer. 10-2,15-3,20-4,25-5. Wie komt het verste? Idem als 1, maar nu: na afloop zoveel strafworpen nemen als dat je van afstand gescoord hebt. Het aantal benutte strafworpen is het puntenaantal. Telling kan ook per tweetallen plaatsvinden Oefening 10. Oefening 11. Oefening 12. Oefening 13. Idem als 1, maar nu: wisselen van functie om de minuut. Duur oefening: 6 minuten. Welk tweetal scoort de meeste doelpunten? Idem als 10, maar nu wisselen van functie na elk doelpunt. Duur oefening: 6 minuten. Welk tweetal scoort de meeste doelpunten? Idem als 11, maar nu: welk tweetal heeft het eerst 10 x gescoord? Idem als 3, schutter beweegt rondom de korf, maar nu wisselen van functie na elke ronde van 4 schoten ( wissel ook eens de looprichting) Duur oefening: 6 minuten.

13 druk opvoeren Wisselen van functie niet aan tijd maar aan het scoren van een punt koppelen is een verder drukopvoerend aspect. Een ander drukverhogend aspect kan zijn als er een bonus bestaat voor het scoren van meerdere doelpunten op rij of in een serie van doelpogingen. Oefening 14. Oefening 15. Oefening 16. Oefening 17. Idem als oef. 1, maar nu: elk doelpunt volgend op een eerder doelpunt is 1 punt meer waard. Als je scoort na een misser: 1 punt, scoor je meteen weer 2 punten erbij; is het daaropvolgend schot ook raak 3 punten erbij enz. Wissel van functie na 3 minuten. Met tweetallen: wisselen van functie na 5 doelpogingen. Scoor je in een serie van 5 éénmaal: 1 punt, tweemaal: 3 punten,driemaal: 6 punten, viermaal: 10 punten vijfmaal: 15 punten. Duur oefening 6 minuten tellen kan individueel of per tweetal. Idem als 1 maar nu, wie het eerst 3 doelpunten op rij scoort is de winnaar. Idem als 1 maar nu als je driemaal op rij mist moet je weer bij nul beginnen. Wat is het hoogste aantal dat je gehaald hebt. variaties Natuurlijk kan men al deze oefeningen variëren. Dit kan men doen door de afstand en de positie te veranderen. Men kan natuurlijk in plaats van stilstaand het schot laten volgen na een beweging en/of een samenspel. Oefening 18 streepjesdoelen Een verdere vorm met een drukverhogend aspect is het zogenaamde streepjesdoelen Tweetal. Een schutter; een afvanger/aangever. Beginafstand is 3 meter. Als de schutter scoort mag hij naar 4 meter. Telkens bij een doelpunt een meter verder dus, tot en met 8 meter (6 treffers). Men kan op verschillende aspecten de nadruk leggen: a. hoeveel bedraagt de benodigde tijd? b. hoeveel doelpogingen heeft de schutter nodig? c. wie is het eerst klaar? Oefening 19 Oefening 20 Idem 18, maar nu: 4x scoren, vanaf 3 meter, 3x vanaf 4 meter, 2x vanaf 5 meter en 1x vanaf 6 meter. Idem 18, maar nu: 1x scoren vanaf 9 meter, 2x vanaf 8 meter, 3x vanaf 7 meter en 4x vanaf 6 meter. Oefening 21 Idem 18, maar nu: hoe ver kom je in 25 doelpunten? Dit meterschieten kan ook in groepsverband bijvoorbeeld in drietallen. Oefening 22 Idem 18, maar nu: als alle groepsleden van 4 meter gescoord hebben mag men pas naar 3 meter en zo door tot en met 8 meter. met verdediger Al deze oefeningen kan men variëren door een verdediger bij de schutter te zetten. De verdediger heeft als taak het licht hinderen van de schutter, zodat deze zich in een wedstrijdsituatie waant. De doelpoging moet in elk geval worden toegelaten. Wanneer het verdedigen op verschillende wijze gebeurt beïnvloedt dit de vergelijkbaarheid van de resultaten.

14 De doorloopbal Aangezien dit een afrondingsvorm is die tijdens het lopen plaatsvindt, is het tempo van de doorloopbal altijd belangrijk. Het is daarom aan te bevelen altijd een bepaald tijdelement in de oefening te brengen. Oefening 23 Tweetallen. Een schutter, een afvanger/aangever. Gedurende 3 minuten doorloopballen nemen van op 6 meter voor en achter de korf. Na 3 minuten wisselen van functie; individueel tellen. Oefening 24 Idem als 23, maar nu: 3 op rij gescoorde doelpunten leveren 2 bonuspunten op. 1 misser kost een strafpunt. Oefening 25 Idem als 23, maar nu: wisselen van functie om de 2 doelpunten; welk tweetal scoort na 6 minuten de meeste doelpunten. Oefening 26 Drie - of viertallen: in roulatie doorloopballen nemen. Wie heeft het eerst 25 doelpunten? Oefening 27 Oefening 28 Oefening 29 Oefening 30 Drie- of viertallen: wie scoort de meeste doelpunten in 5 minuten tijd.? Drie- of viertallen : als er twee opeenvolgende doorloopballen worden gemist moet de groep terug naar nul. Wordt er eenmaal gescoord dan mag men gewoon doortellen. Duur 5 minuten. Wat is het hoogst aantal dat elke groep bereikt? Idem als 28, maar nu: 2 missers op rij is een punt aftrekken. Idem als 28, maar nu: wie het eerst 10 doorloopballen op rij scoort is winnaar. Ook bij de doorloopbal zijn verschillende bewegingsvormen mogelijk vooral bruikbaar bij rouleren in groepen van 3 personen of meer. De strafworp De strafworp kent niet onmiddellijk een tijdselement. Het hoeft dus meestal ook niet ingebouwd te worden.oefening 9 kende al een strafworp aspect. Oefening 31 Oefening 32 Oefening 33 Oefening 34 Neem 10 strafworpen. Hoeveel doelpunten scoor je.? Neem 25 strafworpen. Bij 5 missers ben je af wat is de score.? Om de 20 seconden geeft de trainer een fluitsignaal, 10 x achter elkaar. Wie een strafworp mist moet 10 meter heen en terug sprinten naar een pion. Wat is de score? Wanneer je een strafworp mist opnieuw beginnen met tellen. Duur van de oefening : 5 minuten. Wat was de langste serie oefeningen.? Oefening 35 Scoor 20 strafworpen. Noteer de benodigde tijd. Voor elke misser worden 10 strafseconden bijgeteld. Oefening 36 Sneldoelen Neem 2 strafworpen.voor elke misser een ronde van 50 meter lopen. Ook het scoren van dicht onder de korf kan in wedstrijdvorm worden geoefend. Meestal gebeurt dit onder hoge tijddruk: vandaar sneldoelen. Oefening 37 Tweetallen Gedurende een minuut zoveel mogelijk doelpunten scoren. Lopen met de bal is niet toegelaten en om de beurt gooien. Bij meertallen tijdsduur verlengen.

15 Oefening 38 Oefening 39 Oefening 40 Oefening 41 Oefening 42 Idem als 37, maar nu: welk tweetal heeft het eerst 25 doelpunten.? Idem al 37, (twee- of drietallen) maar nu: een speler blijft doelen tot hij driemaal heeft gescoord. Dan is de volgende aan de beurt. Welke groep scoort na 2 minuten het hoogst? Idem als 37, maar nu 2 missers op rij is een punt eraf. Idem als 37 maar nu 2 missers op rij is terug naar nul. Wat is de hoogste score die werd bereikt.? Idem als 37, maar nu 2 opeenvolgende doelpunten zijn een punt. Een misser is een punt eraf.

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden.

De Strafworp. Allereerst worden algemene punten genoemd waarmee een oefening gevarieerd kan worden. De Strafworp - 1 - De Strafworp Doel Aanleren en verbeteren van de strafworp. De techniek is vergelijkbaar met de laatste fase van de doorloopbal en is de eerste stap in het aanleren van de doorloopbal.

Nadere informatie

werkplan Dubbel Zes Basistechniek

werkplan Dubbel Zes Basistechniek werkplan Dubbel Zes Basistechniek J.T.C. Korfbalvereniging Dubbel Zes Pagina 0 Basis techniek Dubbel zes Inhoud Aanleiding en doel Basistechniek Vangen met twee handen en gooien met je sterke hand Schot

Nadere informatie

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL NIVEAU 1 VANGEN, GOOIEN EN BEWEGEN ACCENTEN: VEELZIJDIG ONTWIKKELEN. BASISVAARDIGHEDEN VOOR IEDERE BALSPORT. BALVAARDIGHEID EN COÖRDINATIE. OOG - HAND, BALBAAN HERKENNING

Nadere informatie

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up

Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. Speler bij Warming-up Clinic André Kuipers 15 oktober 2012 Avanti kunstgras A. André Kuipers heeft zich tijdens deze clinic vooral gericht op alle technische aspecten die je moet oefenen om makkelijk een bal te gooien, een

Nadere informatie

VOORWOORD WEDSTRIJD = WINNEN

VOORWOORD WEDSTRIJD = WINNEN TRAINING = WINNEN VOORWOORD Tijdens de diverse lesonderdelen van de cursus Trainer A BLOSO / Toptrainer KBKB welke ik het afgelopen half jaar volgde kwam geregeld aan de orde het belang van het wedstrijdelement

Nadere informatie

OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen

OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen OEFENVORMEN TACTIEK Door Lucas van Krieken A. Verdedigen B. Aanvallen De oefenstof zal echter ook heel veel de techniek aanspreken. Immers, zonder techniek kom je nooit hoog en blijf je dus in een laag

Nadere informatie

Methode Mini Volleyball

Methode Mini Volleyball Methode Mini Volleyball Mini 0 Oefenstof Mini 0 A. Algemene bewegingsscholing: Coördinatieoefeningen, huppelen, buik- en rugspieroefeningen, rollen, klimmen en klauteren. Allerlei spelletjes, waarin veel

Nadere informatie

Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken

Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Training Start (ca. 5 minuten) Kort kennismaken met de kinderen (namen, leeftijd, adres, sport noteren!) Warmlopen/rekken en strekken Gooi- en vangoefeningen (ca. 5 minuten) Kinderen verdelen in 2 groepjes

Nadere informatie

Schotspelletjes. Schotspel:

Schotspelletjes. Schotspel: Schotspelletjes Tijdsduur: 5 minuten Organisatie: 2- tallen per korf Methode: extensieve duurtraining Fysiologisch: aerobe capaciteit Handelingstheoretisch: volhouden van snel herstellen Schotspel: 2-

Nadere informatie

doelschietspel met keeper

doelschietspel met keeper Voorfase 2.1Warming-up doelschietspel met keeper Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper (binnenkant of met de wreef) Verdedigen verwerken

Nadere informatie

Het schot uit stand. Het aanleren van - 1 -

Het schot uit stand. Het aanleren van - 1 - Het schot uit stand Het aanleren van - 1 - Het schot uit stand. Kijkend naar korfbal komt een drietal kenmerkende elementen naar voren: 1. Scoren 2. Opbouwen om te komen tot scoren, anders gezegd samenspelen

Nadere informatie

HET SCHOT UIT STAND 1. BESCHRIJVING VAN DE TECHNIEK 2. DE METHODIEK VAN HET AANLEREN

HET SCHOT UIT STAND 1. BESCHRIJVING VAN DE TECHNIEK 2. DE METHODIEK VAN HET AANLEREN HET SCHOT UIT STAND DOOR ROB LOF Kijkend naar korfbal komt een drietal kenmerkende elementen naar voren: 1. Scoren; 2. Opbouwen om te komen tot scoren, anders gezegd samenspelen; 3. Voorkomen van scoren,

Nadere informatie

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening

Training Week nummer Datum Trainingskern Oefening : Bewegingsvaardigheden : S1-3-1 11.13.26 Uitleg De speler start op de linkervoet in vak 1, en springt op de linkervoet naar vak 3 en weer terug naar vak 1 Dit patroon herhaalt zich voor een van tevoren

Nadere informatie

De volgende 6 thema s komen aan bod: 1. Schot uit stand 2. Samenspelen - het vrijlopen en het herkennen

De volgende 6 thema s komen aan bod: 1. Schot uit stand 2. Samenspelen - het vrijlopen en het herkennen Als de kinderen lid worden van een korfbalvereniging is het uitermate belangrijk dat de kinderen snel duidelijk wordt wat de bedoelingen van het spel zijn en dat zij de benodigde vaardigheden goed aangeboden

Nadere informatie

Volleybal binnen het basisonderwijs

Volleybal binnen het basisonderwijs Volleybal binnen het basisonderwijs Voorwoord Voor u ligt HET volleybalboek voor het basisonderwijs. Aan de hand van deze uitgeschreven oefenvormen en lessen kunt u als leerkracht stoere, uitdagende volleyballessen

Nadere informatie

Vormen voor Warming up

Vormen voor Warming up Vormen voor Warming up Warming-up; panna-tikkertje 1. Maak een vak waarin alle spelers dribbelen met een bal. 2. Eén speler wordt als tikker aangewezen. 3. De tikker probeert zonder bal zoveel mogelijk

Nadere informatie

poortschietspel vaste afstand

poortschietspel vaste afstand Voorfase 3.1/ warming-up poortschietspel vaste afstand Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten / passen tussen de pionnen aannemen van een rollende bal voor of op de lijn

Nadere informatie

A. Schot uit stand. (tot 50% van de schotafstand)

A. Schot uit stand. (tot 50% van de schotafstand) 1 Voorwoord. Scoren, daar doen we het allemaal voor! Een doelpunt scoren is de bekroning van het geleverde werk, het samenspel. Er wordt tijdens de aanleerfase veel te weinig aandacht besteed aan deze

Nadere informatie

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning. Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Nadere informatie

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. B junioren PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen DEEL 1. Loopvormen VOORAFGAAND: Algemeen deel: 1 ronde circa 300m inlopen. B junioren UITLEG AANDACHTSPUTNEN ORGANISATIE TIJD HH ACCENTEN: specifiek deel: in tweetallen)

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN: LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling gooit de bal niet op het moment dat er een verdediger in de afspeellijn staat. De leerling maakt soms de keuze om de bal over te spelen in

Nadere informatie

Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015. Versie 1.0

Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015. Versie 1.0 Technisch plan Vrivo 2013/2014 2014/2015 Versie 1.0 Inhoudsopgave: Bladzijde 1: Inhoudsopgave Bladzijde 2: Het hoe en wat van een training Bladzijde 3: Techniek: Pass Bladzijde 5: Techniek: Bovenhands

Nadere informatie

Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3

Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 Inleiding Het belangrijkste doel van de Zwemvaardigheidsdiploma s is een oriëntatie te zijn op de actuele sporten recreatiecultuur in, op en aan het water.

Nadere informatie

Verkorte doelwachters cursus www.voetbaltrainer.be uitgever Freddy Swimberghe

Verkorte doelwachters cursus www.voetbaltrainer.be uitgever Freddy Swimberghe Herhaalde duikoefening Deze oefening is uitgewerkt om het duiken van de doelman. Serie ballen verwerken die getrapt worden door trainer - doelmannen in de kleine baklijn - trainer speelt afwisselend bal

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. C junioren

PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen. C junioren PROTOCOL WARMING-UP V.V. Sprinkhanen DEEL 1. Loopvormen VOORAFGAAND: Algemeen deel: 1 ronde circa 300m inlopen. C junioren UITLEG AANDACHTSPUTNEN ORGANISATIE TIJD HH ACCENTEN: specifiek deel: in tweetallen)

Nadere informatie

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven:

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Bal op het hoofd Bal op de neus Bal om het hoofd heen Bal op de heupen

Nadere informatie

Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken zoals aannames, passen, lopen met de bal en passeerbewegingen.

Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken zoals aannames, passen, lopen met de bal en passeerbewegingen. Trainingsoefenstof bijeenkomst Starten met training geven in de zaal Warming-up Tekening 1: warming-up vormen met 2-tallen (a) en 4-tallen (b) Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken

Nadere informatie

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker? Warming up Shuttle tikkertje warming up met shuttle 1 shuttle en evt. lint(en) voor de tikker(s) Alle kinderen lopen in de zaal, een tikker wordt aangewezen. Deze tikker heeft een shuttle in de hand waarmee

Nadere informatie

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit: Floorball training Standaard jaarplanning B en C junioren (12-15 jaar) Deze standaard jaarplanning is een hulpmiddel voor alle jeugdtrainers. Met deze planning kan je het hele seizoen vullen met leuke

Nadere informatie

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

Core stability training

Core stability training Core stability training Oefening 1: Uitgangspositie: liggend op de buik. Plaats de ellebogen recht onder de schouders. De vuisten wijzen naar voren. Breng vervolgens de buik van de grond door te steunen

Nadere informatie

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening

week 2014/33, training 2 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Uitleg oefening week 2014/33, training 2 Warming-up - Agility 1. Fysiek 1. Agility 1. Bewegingspatronen Movement Pattern Zie aandachtspunten bij oefening Oefening 041.111.03_L-drill 041.111.03_L-drill Uitleg oefening

Nadere informatie

1-1 duel (aanvallend)

1-1 duel (aanvallend) 1-1 duel (aanvallen Tijdsduur: 15 minuten Organisatie: vakken bij elkaar op een korf / 3- tallen Methode: interval duurtraining (extensieve intervaltraining) Fysiologisch: aeroob vermogen > anaerobe lactische

Nadere informatie

Kennismaken met korfbal

Kennismaken met korfbal Kennismaken met korfbal Hoe kan korfbal geïntroduceerd worden op scholen in het kader van sportkennismakingslessen en aangeboden worden aan beginnende korfballers op de korfbalvereniging. Kennismaken met

Nadere informatie

Opgesteld door: Robert de Wit

Opgesteld door: Robert de Wit Pagina 1 - Next Level Shooting (Basketbal) Opgesteld door: Robert de Wit E-mail: robertdewit.basketbal@live.nl 2010-2015 www.robertdewit.wordpress.com www.nextlevelshootingblog.wordpress.com Basketbal

Nadere informatie

Niveau 3 Onderarms spelen

Niveau 3 Onderarms spelen Niveau 3 Onderarms spelen Leeftijd: 8-9 jaar 4,5 m Aantal spelers: 4 spelers per team Veldafmeting: 6 x 4,5 meter Nethoogte: 2 meter 6 m Veldafmeting Naast het gebruik van de veldafmeting van 6 x 4,5 meter

Nadere informatie

doelschietspel met keeper

doelschietspel met keeper Voorfase 2.1Warming-up doelschietspel met keeper Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper (binnenkant of met de wreef) Verdedigen verwerken

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen Oefenvorm 1.1 2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen 7 9 Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper door middel van dribbelen / individuele actie in

Nadere informatie

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen?

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen? Het creëren van kansen en het scoren Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen? i. Het creëren van kansen en het scoren Duel 1 tegen 1

Nadere informatie

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders Superhandig boekje 1 Inleiding SMASH! SMASH! is het nieuwe volleybalprogramma voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Met SMASH! brengen we

Nadere informatie

Technisch Beleidsplan en Oefenstof

Technisch Beleidsplan en Oefenstof Technisch Beleidsplan en Oefenstof Technisch beleidsplan en oefenstof KV de Waterpoort. versie 1, 2009 2 Inhoudsopgave 0. Inleiding 4 1. Doelstellingen 5 2. Eerst spelen, dan oefenen 8 2.1 Monokorfbal

Nadere informatie

Kinderen tot 8 jaar. +/- 10 min Kern A2: Aanleren slag beweging bij de Forehand

Kinderen tot 8 jaar. +/- 10 min Kern A2: Aanleren slag beweging bij de Forehand Dag:... Speelsterkte: Beginner Spelsoort: Enkel (1) tijd:... Spelsituatie: baseline spel Slag: Forehand drive Kern A1: Aaanleren klaarstaan en inschatten van de balbaan. Aandachtspunten: 1) racket wijst

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 6. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 6. Doelen: Prinsen en prinsessen les 6 Doelen: - De speler houdt het hoofd stil - De speler kan een gooi-rally spelen - De speler kan een rally spelen - De speler kan zich helemaal richten op de taak 1 Oefening 1

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerlingen kiest een afspeellijn die niet verdedigd wordt. - De leerling doet bij iemand is hem, niemand is hem, pogingen om de bal te pakken. - De leerling staat

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen kunnen onderhands opslaan met een shuttle. - Ze houden het racket vast bij het handvat met de shake-hand greep. Groep 5/6 - Leerlingen spelen

Nadere informatie

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern zoals werpen vangen en voortbewegen met de bal. De leerlingen kunnen in looppas een bal gooien en vangen. 10 minuten - Kleine bal/stressbal - Bank zoals werpen en vangen.

Nadere informatie

De spelers en speelsters van beide ploegen en de scheidsrechter dienen een minuut voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd opgesteld te staan.

De spelers en speelsters van beide ploegen en de scheidsrechter dienen een minuut voor het aanvangstijdstip van de wedstrijd opgesteld te staan. KORFBAL 8x8 artikel 1. artikel 2. artikel 3. artikel 4. artikel 5. artikel 6. De wedstrijden worden gespeeld volgens de officiële reglementen van het KNKV en de officiële spelregels van het IKF, tenzij

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Trainingsleerplan korfbal. Apollo Heerhugowaard

Trainingsleerplan korfbal. Apollo Heerhugowaard Trainingsleerplan korfbal Apollo Heerhugowaard Inhoudsopgave 1. Inleiding - Inhoudsopgave 2-1. Inleiding 3-2. Trainingsdoelen pupillen E, F en Welpen 5-3. Trainingsdoelen pupillen D 6-4. Trainingsdoelen

Nadere informatie

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Alle leerlingen staan aan één helft van de gymzaal verspreid met allemaal een bal. De trainer staat

Nadere informatie

Kracht- en Coördinatiecircuit

Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht- en Coördinatiecircuit Kracht en Coördinatiecircuit Het circuit wordt 2 keer uitgevoerd. Er worden tweetallen gevormd. De duur is ca. 30 minuten, steeds na 50 seconden wisselen van station. Zorg

Nadere informatie

groep 2 voorfase-wu 2.1 t/m 2.3 / oefenvorm 2.1 t/m 2.8 / partijvorm 2A t/m 2b llen aanva

groep 2 voorfase-wu 2.1 t/m 2.3 / oefenvorm 2.1 t/m 2.8 / partijvorm 2A t/m 2b llen aanva groep 2 voorfase-wu 2.1 t/m 2.3 / oefenvorm 2.1 t/m 2.8 / partijvorm 2A t/m 2b llen aanva Voorfase 2.1Warming-up doelschietspel met keeper Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te

Nadere informatie

MODULE BASKETBAL TWEEDE FASE

MODULE BASKETBAL TWEEDE FASE MODULE BASKETBAL TWEEDE FASE Deze module bestaat uit drie lessen basketbal, waarbij jullie zelf een gedeelte van de lessen verzorgen. De bedoeling is dat jullie drie teams formeren van 8 a 10 personen.

Nadere informatie

Circus les 8. Doelen:

Circus les 8. Doelen: Circus les 8 Doelen: - De speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen - De speler kan een aankomende bal in stilstand vangen met 2 handen na 1 of meerdere stuiten - De speler

Nadere informatie

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers Thema: Passen en Trappen E-pupillen Training: 1 Warming-up: Jagerbal Er worden drie groepen gemaakt Het veld is verdeeld in drie vakken De konijnen dribbelen in het middelste vak. De jagers moeten vanuit

Nadere informatie

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten): Dribbelen en kappen Club: vv Sweel Aantal spelers: 8 Tijd: 60 min Tijd: Activiteiten trainer en spelers: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: 5 min Warming-up 1: (standaard wedstrijd

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 1 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet

Nadere informatie

Trainingsprogramma C-junioren

Trainingsprogramma C-junioren Trainingsprogramma C-junioren Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training Nummer 7...

Nadere informatie

Fluiten(d) door de B-jeugd

Fluiten(d) door de B-jeugd Fluiten(d) door de B-jeugd Waarschijnlijk korfbal je al een tijdje en speel je regelmatig wedstrijden. Door het korfballen, zeker als je al wat langer speelt, ben je bekend met het korfbal zoals het gespeeld

Nadere informatie

Spelregels School Moves Volley Arnhem

Spelregels School Moves Volley Arnhem Spelregels School Moves Volley Arnhem Groep: 6 tot en met 8 Aantal spelers: 4 spelers per team Veldafmeting: 6 x 4,5 meter Nethoogte: 2 meter 4,5 m 6 m Doel De spelers proberen de bal over het net bij

Nadere informatie

Onder schooltijd: groep 5-6

Onder schooltijd: groep 5-6 Onder schooltijd: groep 5-6 31 32 Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 5-6, groep van 30 leerlingen Zaalindeling Lesplan Na ontvangst worden de kinderen ingedeeld in vijf groepen van zes kinderen.

Nadere informatie

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt.

Onderdeel 5: 10 cm of minder 3 punten; 11 t/m 20 cm = 2 punten; 21 cm of meer = 1 punt. ZEILBOOTDIPLOMA 1. Van zwemmen naar voortbewegende technieken a.25 m rugcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. b.25 m borstcrawl, de hele baan zonder onderbreking uitzwemmen. 2. Stuwen a.stuwen

Nadere informatie

Bal in de hoepel gooien

Bal in de hoepel gooien Bal in de hoepel gooien Ga achter de lijn staan met een bal in je handen. Gooi de bal in de eerste hoepel vervolgens in de tweede dan de derde enz, enz. De bal mag de rand van de hoepel niet raken. Je

Nadere informatie

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen

Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Overzicht Prestatie Niveau 2 Technische doelen Tactische doelen Sociale Doelen Mentale Doelen Bovenhands en spelverdelen: Bovenhands en spelverdelen: Plezier hebben in het volleybal Weten waar je moet

Nadere informatie

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke 1 Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke Algemene opmerkingen: - Zie o.a. ook coachcursus Hitting

Nadere informatie

Bron: www.xs4all.nl/~atap/venv/.../korfbalreader.doc. Korfbal. in het bewegingsonderwijs. Een reader voor studenten op de sportopleidingen

Bron: www.xs4all.nl/~atap/venv/.../korfbalreader.doc. Korfbal. in het bewegingsonderwijs. Een reader voor studenten op de sportopleidingen Bron: www.xs4all.nl/~atap/venv/.../korfbalreader.doc Korfbal in het bewegingsonderwijs Een reader voor studenten op de sportopleidingen SCHOOLKORFBAL Inleiding: Korfbal is bedoeld als spel en sport voor

Nadere informatie

Vier hoeken OEFENINGEN: OPWARMING. Verklaring gebruikte tekens

Vier hoeken OEFENINGEN: OPWARMING. Verklaring gebruikte tekens Verklaring gebruikte tekens De (meest) gebruikte tekens in mijn tekening met hun betekenis. UGP: Uitgangspositie UGH: Uitgangshouding SV: Spelverdeler Passing = Receptie Boha: Bovenhands Kast = Ballenmand

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

Warming-Up/Techniekoefeningen

Warming-Up/Techniekoefeningen Legenda: Warming-Up/Techniekoefeningen Oefening 1: Door elkaar dribbelen en zo vaak mogelijk de bal raken Niet botsen, over de bal kijken en vrije ruimtes zoeken stimuleren Naar zijkant dribbelen en afkappen

Nadere informatie

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern Materiaal als werpen, vangen, voortbewegen met een bal. De leerlingen kunnen een opstuitende bal vangen. 10 minuten - Lucht-/tennisbal - Zachte bal - Bank Materiaal

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het uitspelen van een 4:3 situatie van achteruit Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas

Nadere informatie

Leskaarten muurkaatsen

Leskaarten muurkaatsen Leskaarten muurkaatsen Muurkaatsen Opbouw Spelvormen Muurkaatsen Kaatstennis Flyball Leskaarten muurkaatsen Najaar 2010 Vlot te doen Volop actie!! Maaike Osinga Inhoudsopgave Inleiding...3 Spelregels muurkaatsen

Nadere informatie

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken Lesonderdeel: Vak 1: Mikken Vak 2: Klimmen en rollen Vak 3: Touwtje/hoepel Springen Springen over zelf rondgedraaid touw Gooien, klimmen Bewegingsthema: Springen Klimmen Mikken Groep: 7 8 Lesweek 6 Les

Nadere informatie

HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken.

HC. Houten, periodisering seizoen , Basistechnieken. HC. Houten, periodisering seizoen 2009-200, Basistechnieken. In dit blok zullen de belangrijkste basistechnieken aan bod komen. Het is van groot belang deze technieken vroegtijdig in het seizoen en op

Nadere informatie

1. Hoofdstuk 1 Stands

1. Hoofdstuk 1 Stands 1 Datum: Maandag 27 februari 2012 Onderwerp: Coachcursus Hitting (Slagtraining) Door: Percy Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke Algemene opmerkingen: - Training is gericht op kinderen - De kinderen

Nadere informatie

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10

1. Inhoud 1. Inhoud...1 Gooien...2 Fielden...5 Slaan...10 1. Inhoud 1. Inhoud...1 2. Gooien...2 Bal vasthouden...2 Gooien...2 3. Fielden...5 Binnenveld...5 Buitenveld...8 Bal fielden en Crow Hop...9 4. Slaan...10 Klaar staan aan de plaat...10 Slaghouding...10

Nadere informatie

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.

Nadere informatie

De spelers proberen de bal over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te krijgen.

De spelers proberen de bal over het net bij de tegenstander in het veld op de grond te krijgen. Spelregels Cool Moves Volleybal Nevobo 2010-2013 Spelregels Cool Moves Volleybal Nevobo 2010-2013 Niveau 1 Gooien, vangen en bewegen LEEFTIJD: 6 7 JAAR AANTAL SPELERS: 4 SPELERS PER TEAM VELDAFMETING:

Nadere informatie

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen. Yoga januari 2018 Aarde in beweging brengen Ga stevig op de aarde staan met je voeten iets wijder dan heupbreedte. Sluit je ogen. Adem uit aandacht is in de voeten. Verplaats je gewicht van je ene naar

Nadere informatie

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 DIGEN VERDE WU 4.1 2 (+k) tegen 1 (+k) breed veld - grote doelen WU 4.2 2 tegen 1 (+k) groot doel - lijn 6 9 9 12 7 8 k beide teams

Nadere informatie

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning: LES 21. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Free running: - De leerling kan op eigen niveau verschillende hindernissen passeren. Tikstrijd: - De tikker richt zich op alle lopers. - De leerling houdt

Nadere informatie

1 van 7 24-8-2007 23:40 Partijspel 3 tegen 3 met vooruit/opzij meenemen Doelstelling: Het verbetren van het vooruit/opzij meenemen onder druk Fase: Partijspel Leeftijd: A-J, B-J, C-J, D-J, E-J, F-J Thema:

Nadere informatie

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva 0 20 30 40 WU 3.1 1 tegen 1 lijnvoetbal 0 0 20 30 40 WU 3.4 dribbeltikspel 20 beide spelers kunnen scoren door over de doellijn van

Nadere informatie

Programma & Spelregels. Olympische Dag Haarlem vrijdag 10 juni Programma: Volleybal

Programma & Spelregels. Olympische Dag Haarlem vrijdag 10 juni Programma: Volleybal Programma & Spelregels Olympische Dag Haarlem vrijdag 10 juni 2016 Programma: Volleybal Poule indeling volleybal Olympische Dag Haarlem 2016 Meisjes (MA) Meisjes Poule A (MB) Meisjes Poule B (MC) Meisjes

Nadere informatie

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen 4.1. - 4.7 Oefenvorm 4.1. 4(+k) tegen (4+k) met 2 grote doelen Inhoud: Bedoeling van deze vorm: Karakteristiek

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie

Oefenprogramma revalidatie Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:

Nadere informatie

W13-TR1 L VERD TS ACHTERLIJN

W13-TR1 L VERD TS ACHTERLIJN W13-TR1 L VERD TS ACHTERLIJN WARMING-UP VOOR D-PUPILLEN Duur: +/- 8 minuten Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste dopjes, ong. 5 6 m uit elkaar. Twee spelers starten tegelijk vanaf het

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Het verbeteren van het afwerken van vrije trappen en het inslijpen van vaste patronen Oefening 1: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching 1A Heen

Nadere informatie

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen, Event Circus Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les 5 oefeningen

Nadere informatie

Warming up. Lessen welpen/pupillen

Warming up. Lessen welpen/pupillen Warming up - warm worden door loopvormen en eenvoudige techniekvormen - onderhands - bovenhands (tennisballen, luchtballen, stuiterballen, ikeaballen) 1. Looppas naar de muur, tijdens lopen bal stuiten

Nadere informatie

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden. Schouder stabiliseren Het schoudergewricht is voor de stabiliteit tijdens bewegen gebaat bij een goede controle en een goede spierkracht van de dieper gelegen spieren. Deze spieren centreren de kop van

Nadere informatie

1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld)

1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld) 1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld) 1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. Training

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou

Basisoefeningen. Shaolin Kung Fu Instituut Shizi Hou Basisoefeningen Nu de standen bekend zijn, moeten de overgangen van de één naar de andere stand getraind worden. Hiervoor zijn 8 basisoefeningen bedacht die bijna elke overgang omvangt. Bij sommige oefeningen

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie