Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de aanvraag van de FOD Economie, ontvangen op 23/05/2015;

Transcriptie

1 1/9 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging nr. 58/2016 van 27 juli 2016 Betreft: vraag van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie opdat hun inspecteurs en controleurs toegang zouden krijgen tot het gegeven "foto" in de Registers van de identiteitskaarten en vreemdelingenkaarten (RN-MA ) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis ; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; Gelet op de aanvraag van de FOD Economie, ontvangen op 23/05/2015; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 6 april 2016; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 13/06/2016 Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 27 juli 2016, na beraadslaging, als volgt:

2 Beraadslaging RN 58/2016-2/9 I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. De Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, hierna de aanvrager, wenst dat zijn beëdigde inspecteurs en controleurs gemachtigd worden om toegang te krijgen tot het gegeven "foto", opgeslagen in het Register van de identiteitskaarten en het Register van de vreemdelingenkaarten, via de DOLSIS-applicatie die beschikbaar is via de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid (KBSZ). II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG 2. De aanvrager is al gemachtigd om toegang te hebben tot het Rijksregister bij Koninklijk besluit van 25 november 1991 waarbij aan sommige personeelsleden van de Economische Algemene Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen. 3. De machtigingen voor toegang tot het Register van de identiteitskaarten en het Register van de vreemdelingenkaarten, wordt verleend door het Comité "aan de Belgische openbare overheden voor de informatiegegevens die zij gemachtigd zijn te kennen krachtens een wet, decreet of ordonnantie" (artikel 6 bis, 3 van de wet van 19/07/1991 betreffende de bevolkingsregisters); een hoedanigheid waarover de aanvrager beschikt. 4. Dit betekent dat het onderzoek van het Comité zich kan beperken tot het nagaan of: het doeleinde waarvoor toegang wordt gevraagd, welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd is; het gegeven waartoe toegang wordt gevraagd toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is. A. FINALITEIT 5. Het is om de identiteit te verifiëren van de personen met wie zij geconfronteerd worden in de uitoefening van hun opdracht - namelijk de controle op de naleving van het Wetboek Economische Recht en de economische wetgeving (wet van 6/7/76 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter,...) - dat de aanvrager wenst dat zijn beëdigde inspecteurs en controleurs toegang zouden krijgen tot de foto, opgenomen in het Register van de identiteitskaarten en deze van de vreemdelingenkaarten.

3 Beraadslaging RN 58/2016-3/9 6. Het is vooral met dit gegeven dat het probleem van valse identiteitspapieren of het "vergeten zijn" van de identiteitskaart kan verholpen worden, dat frauduleuze online dienstprestaties die onder valse identiteit gebeuren kunnen opgesppoord worden en dat onderzoek kan gevoerd worden naarnaar de bijhorende online profielen op datingsites of ander websites. Door vooraf het gezicht van de te controleren personen te identificeren, kan de controle ter plaatse geoptimaliseerd worden (de controleur kan zich rechtstreeks wenden tot de betrokkene, weten dat het de te controleren persoon is die wegvlucht of gewoon niets doen als de te controleren persoon niet aanwezig is), maar het is ook veiliger (als een verdachte gekend is of gesignaleerd wordt als gevaarlijk door een klager of bijvoorbeeld tijdens het verhoor van een medeplichtige, kan een toegang tot de foto de controleur in staat stellen om deze nog voor de controle ter plaatse te identificeren en kan hij de controle uitstellen tot hij versterking heeft gekregen van collega's of van de politie). 7. Krachtens het Koninklijk besluit van 25 april en artikel XV.2 van het Wetboek economisch recht, zijn de personeelsleden van de aanvrager bevoegd om alle inbreuken vast te stellen tegen het Wetboek Economisch Recht uitgezonderd deze opgenomen in boek IV van ditzelfde Wetboek. De aanvrager is ook bevoegd voor de controle op de hiernavolgende wettelijke bepalingen: Besluitwet van 14 mei 1946 houdende verscherping van de controle der prijzen. Besluitwet van 29 juni 1946 betreffende het niet-verantwoord optreden van tusschenpersonen in de verdeeling van producten, grondstoffen, enz., en houdende wijziging van de besluitwet van 22 Januari 1945, betreffende het beteugelen van elke inbreuk op de reglementeering betreffende de bevoorrading van het land; Wet van 30 december 1950 tot regeling der diamantnijverheid; Wet van 11 september 1962 betreffende de in-, uit- en doorvoer van goederen en de daaraan verbonden technologie; Wet van 30 juli 1963 betreffende het verhuren van films bestemd voor commerciële vertoning; Wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen; Wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt; Wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten; 1 Koninklijk besluit van 25/04/2014 houdende aanwijzing van de ambtenaren belast met de opsporing en vaststelling van inbreuken als bedoeld in artikel XV.2 van het Wetboek economische recht.

4 Beraadslaging RN 58/2016-4/9 Kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen; ; Wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter; Wet van 24 januari 1977 houdende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten; Wet van 28 juli 1981 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantesoorten, en van de Bijlagen, opgemaakt te Washington op 3 maart 1973, alsmede van de Wijziging van de Overeenkomst, aangenomen te Bonn op 22 juni 1979; Wet van 11 augustus 1987 houdende waarborg van werken uit edele metalen; Wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van en de bestrijding van illegale handel in wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie; Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; Wet van 9 maart 1993 ertoe strekkende de exploitatie van huwelijksbureaus te regelen en te controleren; Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling; Wet van 29 juli 1994 tot bevordering van de transparantie in het handelsverkeer van goederen van oorsprong uit een land dat geen lidstaat van de Europese Unie is; Wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen; Wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro; Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen; Programmawet van 2 augustus artikelen betreffende Bepalingen houdende maatregelen voor de controle op de handelingen gesteld in de diamantsector: Wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument; Wet van 11 mei 2003 tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeterexpert; Wet van 11 juni 2004 tot beteugeling van bedrog met de kilometerstand van voertuigen; Wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens;

5 Beraadslaging RN 58/2016-5/9 Kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep en het voeren van de beroepstitel van een ambachtelijk beroep; Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening; Kaderwet van 3 augustus 2007 betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen; Wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen - de artikelen 183 tot 185 betreffende de elektronische maaltijdcheques; Wet van 28 juni 2001 betreffende de bescherming van de consumenten; 8. In dit kader mogen de beëdigde ambtenaren diverse onderzoeken voeren zoals huisbezoeken of onderzoeken in de open ruimte in de strijd tegen namaak en piraterij, onderzoeken naar deur-aan-deur-verkopers, of onderzoeken ter beteugeling van piramideverkoop, onderzoeken via sociale netwerkprofielen ter beteugeling van sluikwerk en onderzoeken die gerelateerd zijn aan profielen op datingsites. 9. Het Comité stelt vast dat het een welbepaald en uitdrukkelijk omschreven doeleinde betreft. Het betreft tevens een gerechtvaardigd doeleinde (artikel 4, 1, 2, WVP). De verwerkingen die de aanvragers voor dit doel verrichten, berusten inderdaad op artikel 5, eerste lid, e) van de WVP. 10. Daarnaast, vestigt het Comité er de aandacht op dat de ingezamelde gegevens moeten beschouwd worden als gerechtelijke gegevens zoals bedoeld in de WVP, indien zij worden ingezameld of verwerkt om te worden gebruikt voor het inleiden van een rechtszaak of aanleiding kunnen geven tot administratieve sancties. De aanvrager verklaart hierover dat zijn controleurs onderworpen zijn aan de wettelijke geheimhoudingsplicht en die krachtens diverse wettelijke bepalingen (waaronder de artikelen 28 quinquies en 57 van het CiCr, artikel 10 van het KB van 2/10/1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel). Het Comité neemt hiervan akte.

6 Beraadslaging RN 58/2016-6/9 B. PROPORTIONALITEIT B.1. Ten overstaan van de foto 11. Gelet op de uitleg onder punt A, stelt het Comité vast dat een toegang tot de foto, die is opgenomen in het Register van identiteitskaarten en het Register van vreemdelingenkaarten, in overeenstemming is met artikel 4, 1, 3 van de WVP. B.2. Ten opzichte van de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging 12. De aanvrager wenst permanent toegang aangezien de frequentie van de raadplegingen in de DOLSIS-applicatie niet vooraf kan worden bepaald omdat dit afhankelijk is van de te verrichten onderzoeken. 13. Omwille van de aard van hun activiteiten moeten de inspecteurs immers de mogelijkheid hebben om de foto te raadplegen telkens dit noodzakelijk blijkt in de uitoefening van hun opdrachten. In het licht hiervan oordeelt het Comité dat een permanente toegang gepast is (artikel 4, 1, 3, van de WVP). 14. Er wordt een machtiging voor onbepaalde duur gevraagd. Hoger genoemde controletaken van de inspecteurs van de aanvrager zijn door de regelgeving immers niet beperkt in de tijd. Het Comité constateert dat, met het oog op de realisatie van het opgegeven doeleinde, een machtiging voor onbepaalde duur gepast is (artikel 4, 1, 3 WVP). B.3. Ten overstaan van de bewaartermijn 15. De aanvrager legt uit dat hij de geraadpleegde foto zal opnemen in het dossier als het onderzoek dat vereist. De foto zal gedurende 5 jaar worden bewaard gelet op de wettelijke verjaartermijn voor misdrijven. 16. Rekening houdend hiermee, is het Comité van oordeel dat de door de aanvrager vooropgestelde bewaartermijn aanvaardbaar is in het licht van artikel 4, 1, 5, van de WVP. Het Comité merkt eveneens op dat in de praktijk een onderscheid moet gemaakt worden tussen verschillende bewaringsmethoden in de tijd. De behandeling van een lopend dossier vereist een zodanige bewaring dat de gegevens beschikbaar en toegankelijk zijn voor de ambtenaren die belast zijn met het dossierbeheer. Zodra een dossier kan worden gearchiveerd dient de gekozen bewaringswijze nog slechts een beperkte toegang en beschikbaarheid aan de gegevens te verlenen. Zodra de bewaring niet langer nuttig is, mogen de gegevens niet langer bewaard worden in een vorm die identificatie van de betrokkenen toelaat.

7 Beraadslaging RN 58/2016-7/9 B.4. Intern gebruik en/of mededeling aan derden 17. De aanvrager verduidelijkt dat hij de foto intern zal gebruiken en aan het Parket zal verstrekken wanneer de foto tot de stukken behoort die dienen tot vaststelling van de inbreuk (identiteitusurpatie,...) waarvan aangifte werd gedaan bij het parket. 18. Het Comité neemt hier akte van en stelt vast dat een dergelijke mededeling kadert binnen het voormelde doeleinde. C. VEILIGHEID C.1. Consulent inzake informatiebeveiliging 19. De identiteit van de consulent inzake informatiebeveiliging werd aan het Comité meegedeeld. Het Comité neemt hiervan akte. C.2. Het informatiebeveiligingsbeleid 20. Uit de documenten die de aanvrager verstrekte, blijkt dat de aanvrager over een beveiligingsbeleid beschikt en dat hij dit ook praktisch op het terrein uitvoert. C.3. Personen die toegang zullen hebben tot het gegeven en lijst van die personen 21. De directeurs, inspecteurs en controleurs beheerders van de onderzoeksdossiers van de Algemene Directie Economische Inspectie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, zullen toegang hebben tot de foto via DOLSIS, die toegankelijk is via de KBSZ en dit voor de verwezenlijking van de onderzoeken die voor het voormelde doeleinde gevoerd worden onder gezag van de Procureur des Koning. 22. De aanvrager verduidelijkte dat de directeurs toegang moeten hebben tot het Register van de identiteitskaarten en van de vreemdelingenkaarten omdat in bepaalde directies van de economische inspectie, het de directeur zelf is die de raadpleging uitvoert in DOLSIS in plaats van de controleur en dit om vooraf de opportuniteit van een raadpleging te beoordelen.

8 Beraadslaging RN 58/2016-8/9 23. Het Comité neemt daarvan akte en herinnert eraan dat zoals voorgeschreven in artikel 12 van de WRR, de aanvrager een lijst moet opmaken van de personen die toegang hebben tot het gegeven foto uit het Register van de identiteitskaarten en vreemdeligenkaarten en hij moet die personen een verklaring laten ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden het vertrouwelijke karakter van de informatiegegevens te bewaren. Deze lijst moet voortdurend bijgewerkt en ter beschikking van het Comité gehouden worden. 24. Het Comité eist dat de aanvrager de nodige maatregelen zou nemen om de loggings te registreren (wie, wanneer en waarom toegang had tot de gegevens) zodat de toegangen kunnen worden gecontroleerd. Het Comité neemt akte van de nader uitleg van de aanvrager waarin hij stelt dat bij iedere raadpleging in DOLSIS, er een reden en een dossiernummer moet worden ingebracht. OM DIE REDENEN, Het Comité, 1 machtigt de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, om onder de voormelde voorwaarden, permanent en voor onbepaalde duur toegang te hebben tot het Register van de identiteitskaarten en het Register van de vreemdelingenkaarten, via de DOLSIS-applicatie die toegankelijk is via de KBSZ, voor het doeleinde als omschreven onder punt A; 2 bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie van de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden uit het beveiligingsformulier dat aan het Comité werd verstrekt (aanstelling van een consulent inzake informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie van de beveiliging), de aanvrager een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand van de informatiebeveiliging naar waarheid moet invullen en aan het Comité moet bezorgen. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt het recht daar later desgevallend op te reageren;

9 Beraadslaging RN 58/2016-9/9 3 bepaalt dat wanneer het Comité een vragenlijst over het beveiligingsniveau van de aanvrager toestuurt, die laatste deze vragenlijst naar waarheid moet invullen en naar het Comité moet terugsturen. Het Comité stuurt een ontvangstmelding en behoudt het recht daar later desgevallend op te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) An Machtens (get.) Mireille Salmon