gemeente De Haan RUP gedeeltelijke wijziging BPA De Haancentrum

Transcriptie

1 baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050) gemeente De Haan RUP gedeeltelijke wijziging BPA De Haancentrum Oost - 2 de fase plan_id: RUP_35029_214_00008_00001 maart 2013

2 datum aanpassing fase algemeen directeur Geert Sanders Startvergadering maart 2011 fase 1 : Opmaak voorstudie en basiskaart september 2011 fase 2 : Opmaak screeningnota januari 2012 fase 3 : Opmaak voorontwerp mei - juni 2012 fase 4 : Opmaak ontwerp juli 2012 februari - maart 2013 aanpassing naar aanleiding van gemeenteraadsbeslissing aanpassen naar aanleiding van definitieve vaststelling GR coördinator cel ruimtelijke planning en mobiliteit David Vandecasteele ruimtelijk planner Katrien Vervaet

3 Voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 12 juli 2012 Namens de gemeenteraad De Secretaris wd, (get.) Lena VERMEIRE De voorzitter, (get.) Christine BEIRENS) zegel der gemeente, Het college van burgemeester en schepenen verklaart dat onderhavig RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen van 6 augustus t/m 4 oktober 2012 Namens het college, De gemeentesecretaris, De Burgemeester, (get.) Franky MUSEEUW (get.) Christine Beirens zegel der gemeente gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van 07/03/2013 Namens de gemeenteraad, De Secretaris, De voorzitter, (get.) Franky MUSEEUW (get.) Kurt DEVOOGHT zegel der gemeente

4

5 inhoud

6 toelichtingsnota 9 inleiding beslissing tot opmaak motivering tot opmaak in uitvoering van GRS feitelijke ruimtelijke context situering bestaande ruimtelijke structuur...12 juridische structuur juridisch kader vergunningen planningscontext op vlaams niveau op provinciaal niveau op gemeentelijk niveau probleemstelling 20 gewenste structuur Algemene visie planopzet uitleg planopbouw zonering toetsing watertoets toetsing aan structuurplan... 28

7 op te heffen voorschriften limitatieve opgaven van de voorschriften die worden opgeheven door het RUP ruimtebalans planschade planbaten 29 planproces Onderzoek tot milieueffectenrapportage Procedure RUP Bijlage 33 Verslag plenaire vergadering 35 Verzoek tot raadpleging + ontheffingsbeslissing 37 Voorschriften 1 Artikel 0. Begrippen, algemene en specifieke bepalingen 3 Artikel 1 : Zone voor ééngezinswoningen 6 Artikel 2 : Zone voor één- en meergezinswoningen 10

8

9 toelichtingsnota

10 inleiding 1. beslissing tot opmaak Bij beslissing van CBS van 31/12/2010 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP. 2. motivering tot opmaak Het rup is een gedeeltelijke herziening van het BPA De Haan - Centrum Oost dd. 12/12/1981. Het BPA werd heel specifiek op perceelsniveau ingetekend, waarbij de bestaande toestand het uitgangspunt vormde. Hierdoor worden op enkele plaatsen bepaalde ontwikkelingen gehypothekeerd. Het BPA volgde bovendien de contouren van de administratieve grens van de voormalige gemeente Vlissegem (nu deelgemeente van De Haan), waardoor sommige gebouwen maar voor een gedeelte werden opgenomen in het BPA. De gedeeltelijke herziening van het BPA heeft tot doel deze beperkingen op te heffen en ontwikkelingen mogelijk te maken die ruimtelijk aanvaardbaar zijn en passen in de huidige context en tijdsgeest. 3. in uitvoering van GRS Onderhavig ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt conform de ruimtelijke visievorming en ontwikkelingsperspectieven binnen het GRS (goedgekeurd door de Deputatie, in zitting van 16/08/2007 (B.S. 11/09/2007). 10 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

11 feitelijke ruimtelijke context 1. situering Het rup omvat verschillende fragmenten, verspreid over het oostelijk gedeelte van kern De Haan : fragment 1 : een segment t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan - Baron van Caloenlaan ; fragment 2 : een segment t.h.v. Baron van Caloenlaan; fragment 3 : een segment t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan (3); fragment 4 en 5 : twee segmenten t.h.v. de Molendreef. 2 4 situering plangebied bron: orthofoto W.-Vl. (N.V. Eurosense, 2008) wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 11

12 2. bestaande ruimtelijke structuur 2.1. Bebouwde ruimte De zone t.h.v. de assen Baron Van Caloenlaan - Molendreef, waarbinnen het plangebied zich bevindt, vormt het overgangsgebied van de meer stedelijke kernbebouwing naar de eerder residentiële, minder dense bebouwing. Deze tussenruimte bestaat in hoofdzaak uit bebouwing, variërende van (half)open tot (grotendeels) gesloten bebouwing, 1 à 2 bouwlagen hoog, met een mix aan één - en meergezinswoningen kaart : situering - bestaande ruimtelijke structuur foto 1: foto t.h.v. kruispunt Molendreef/F. Timmermanslaan -> richting zuiden foto 2 : foto t.h.v. kruispunt Molendreef/F. Timmermanslaan -> richting noorden foto 3 : foto Baron Caloenlaan -> richting noorden foto 4 : foto F. Timmermanslaan 12 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

13 fragment 1 : 2 alleenstaande woningen (een ééngezinswoning en een dubbel of tweewoonst), 1,5 bouwlaag met hellend dakvolume fragment 3 : 2 onbebouwde percelen t.a.v. bestaande wachtgevels, waarvan 1 perceel gedeeltelijk als tweede toegang naar achterliggend perceel fungeert. fragment 2 : rijbebouwing, 2 bouwlagen met een hellend/plat dakvolume - heterogene verschijningsvorm fragment 4 : alleenstaande, naar achteren georiënteerde meergezinswoning, bestaande uit 4 woonentiteiten (1 bouwlaag met hellend dak). wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 13

14 fragment 5 : 6 eengezinswoningen in halfopen bebouwing, variërend in dakvorm en aantal bouwlagen (1-2 bouwlagen, hellend of platte dakvorm) Onbebouwde ruimte De achterliggende gronden t.h.v. fragment 5 (braakliggende, potentiële bouwpercelen) zijn opgenomen als biologisch waardevol. biologische waarderingskaart bron: INBO, versie 2, verkeersstructuur De straten in het plangebied zijn lokale woonstraten. wegenkaart bron: Navtec, AGIV, fysisch systeem Binnen de contouren van onderhavig plangebied kunnen de volgende bodemstructuren onderscheiden worden : antropogene ondergrond; hoge kustduin. Doorheen het plangebied, t.h.v. fragmenten 4 en 5, stroomt een onbevaardbare waterloop (zonder categorie - overwelfd). 14 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

15 juridische structuur 1. juridisch kader 1.1. gewestplan De gemeente De Haan is gesitueerd in het gewestplan Oostende - Middenkust, goedgekeurd bij KB van Het plangebied bevindt zich in een, volgens het gewestplan, zone voor woongebied BPA s De bestemming van woongebied werd binnen het BPA De Haan - Centrum Oost dd verder verfijnd naar woon-gerelateerde bestemmingen. Er werd hierbij een sterk onderscheid gemaakt tussen bebouwbare en niet-bebouwbare zones, deze werden op perceelsniveau ingetekend vogelrichtlijn - habitat - duinendecreet bron: ANB, 2005 BPA s bron: MVG - AROHM, 1999 niet van toepassing 1.3. RUP s niet van toepassing 1.5. beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten gewestplan bron: MVG - AROHM, 2002 niet van toepassing 1.6. waterwingebied niet van toepassing 1.7. atlas der buurtwegen niet van toepassing wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 15

16 atlas der buurtwegen bron: provincie W.-Vl., vergunningen 2.1. verkavelingsvergunning niet van toepassing 16 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

17 planningscontext 1. op vlaams niveau 1.1. RSV (vastgesteld door de Vlaamse regering op 23 september 1997) De Haan is gelegen in het buitengebied, binnen het stedelijk netwerk op Vlaams niveau, de kust. Een gebied waar enkele stedelijke gebieden op korte afstand van elkaar liggen en door toeristisch- recreatieve voorzieningen en potenties van nationale betekenis zijn. De gemeente bevindt zich tussen het regionaal stedelijk gebied van Oostende en het kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau Blankenberge woningbouw- en woonvernieuwingsgebied Onderhavig plangebied is gelegen in een woningbouwgebied. 2. op provinciaal niveau ligt vooral in de kustgebonden toeristisch- recreatieve ontwikkeling. Door bundeling van de verschillende functies binnen de bestaande centra kan de natuurlijke structuur haar internationale betekenis behouden en kan het waardevolle achterliggende poldergebied gevrijwaard worden. Om voldoende ruimte voor de eigen woningbehoefte te garanderen, zal een flankerend woonbeleid noodzakelijk zijn. Wat de gewenste natuurlijke ruimtelijke structuur betreft, werden de kustpolders Oostende- Brugge- Zeebrugge in de regio van De Haan als natuuraandachtszone aangeduid. Binnen de gewenste ruimtelijke agrarische structuur wordt De Haan geselecteerd als grondgebonden agrarische structuur als ruimtelijke drager. In de open-ruimteverbindingen kan de landbouw de functie vervullen van buffer tegen verstedelijking, de versmelting van de kernen in het buitengebied of de verlinting. Deze open ruimteverbindingen dienen strikt afgebakend te worden als bouwvrije zones. Naar de gewenste ruimtelijke structuur voor toerisme en recreatie behoort De Haan tot het toeristisch recreatief netwerk van de kust. De Haan wordt als kusthoofddorp geselecteerd. Het poldergebied Klemskerke - Zuienkerke wordt in de gewenste ruimtelijke structuur van het landschap geselecteerd als gaaf landschap PRS (goedgekeurd door de Vlaamse regering op 6 maart 2002) De ruimtelijke visie van de provincie gaat uit van de ruimtelijke verscheidenheid van de verschillende regio s van West-Vlaanderen die reeds van oudsher een sterke eigenheid hebben. De provincie kiest om deze ruimtelijke verscheidenheid te behouden en te versterken. De Haan behoort tot het stedelijk netwerk Kust. De rol van de kustruimte In de gewenste ruimtelijke structuur van verkeer en vervoer werden volgende wegen geselecteerd: Secundaire weg type I: N34 y Secundaire weg type II: Vijfwegenstraat - Warvinge, van de N9 tot de Grotestraat De N307: van het kruispunt N9 (Zuienkerke) tot het kruispunt N34 (Wenduine) wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 17

18 3. op gemeentelijk niveau 3.1. GRS Het GRS De Haan werd door de deputatie van West- Vlaanderen goedgekeurd op 16 augustus J Volgend concept heeft betrekking op onderhavig plangebied : Versterken van de stedelijke kernen van De Haan en Wenduine De stedelijke kernen van De Haan en Wenduine liggen binnen het kustfront en worden gekenmerkt door dynamische toeristisch attractieve activiteiten. Beide kernen dienen zich verder te profileren als toeristisch kwalitatief uitgebouwde kernen, waarbij tevens ruimte dient gemaakt te worden voor de verdere uitbouw van woonvoorzieningen voor de eigen bevolking, naast het verder creëren van nieuwe potenties voor tweede verblijvers. J Gewenste nederzettingsstrcutuur, richtinggevend gedeelte, p. 41 Het behoud en de opwaardering van de waardevolle historische bebouwing en sites en aandacht voor kwaliteit bij nieuwe bebouwing (zowel naar bouwdossiers als naar verkavelingen) De gemeente De Haan wordt in zijn stedelijk weefsel gekenmerkt door waardevolle gebouwen, aangevuld met waardevolle hoeves in het poldergebied. Van belang is dan ook om deze waardevolle bebouwing, in het bijzonder de inventaris van waardevolle gebouwen zoals opgesteld door de Vlaamse erfgoedadministratie, te behouden en te integreren. De gemeente De Haan wordt tevens gekarakteriseerd door een sterke dynamiek naar bouwprojecten toe. Belangrijk is dan ook dat er gelet wordt op de architectuurkwaliteit van de verschillende projecten. Dit houdt in dat, naast de aandacht voor de draagkracht en de uitstraling van de plek, gestreefd dient te worden naar een kwaliteitsverbetering in bebouwing. Deze maatregelen en acties dienen te worden geïntegreerd bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen. 18 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

19 J Gewenste structuur kern De Haan, richtinggevend gedeelte, p. 63 Opbouw van de kern De Haan rond 3 deelentiteiten De activiteitenas gevormd door de Leopoldlaan en Stationsstraat met als scharnierpunten de site rond het tramstation en de Potinière. De versterkte dorpskern gekenmerkt door een stedelijk gemengd wonen dient verder te worden verdicht en opgewaardeerd. De open morfologie hierop aansluitend dient te worden behouden. Afwerken van de bouwblokken in de versterkte dorpskern versus behoud van de open morfologie Kaart GRS : gewenste structuur kern De Haan wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 19

20 probleemstelling Het bestaande BPA werd op perceelniveau heel strikt ingetekend waarbij de bestaande toestand het uitgangspunt vormde en/of waarbij de voormalige administratieve grens werd gevolgd. Hierdoor werd er weinig flexibiliteit gecreëerd en zijn vandaag de dag bepaalde nieuwe ontwikkelingen op terrein niet meer realiseerbaar. Fragment 1-2 : Het huidige BPA stopt t.h.v. de administratieve grens van de voormalige gemeente Vlissegem, dat nu deelgemeente is van De Haan. Fragment 3 : De twee percelen sluiten aan op een bestaande wachtgevel. Het ene perceel (meest westelijk) is opgenomen binnen het BPA als bebouwbare zone, het andere perceel werd als tuinzone ingetekend en is bijgevolg niet bebouwbaar. Fragment 4 : Een bestaande woning met 1 bouwlaag en hellend dakvolume, strikt ingetekend binnen het BPA conform de bestaande toestand, met een grote voortuinzone t.h.v. de Molendreef. Dit gebouw werd dus als het ware als een eiland ingetekend en is in strijd met de omliggende bebouwingstypologie. Achteraan het perceel staan twee kleinschalige gebouwtjes, dienst doende als tweede verblijf. Deze gebouwtjes zijn in strijd met de bestemming van het BPA, zijnde tuinzone. Fragment 5 : Voor de half-open koppelwoningen is de toegelaten bouwhoogte binnen het BPA beperkt tot maximaal 1 bouwlaag. Een deel van deze woningen bestaan echter uit twee bouwlagen met hellend dakvolume, wat ruimtelijk aanvaardbaar is gezien de globale bouwhoogte van de omliggende bebouwing. 20 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

21 gewenste st ruc t uur 1. Alg emene visie m 3 3. max max 2 m ±4 m max. aantal bouwlagen - hellend dak 3 max. aantal bouwlagen - plat dak kernbebouwing residentiële, minder dense bebouwing De zone t.h.v. de assen Baron Van Caloenlaan - Molendreef, waarbinnen het plangebied zich bevindt, vormt het overgangsgebied van de meer stedelijke kernbebouwing naar de eerder residentiële, minder dense bebouwing. Deze tussenruimte bestaat in hoofdzaak uit bebouwing, variërende van (half)open tot (grotendeels) gesloten bebouwing, 1 à 2 bouwlagen hoog, met een mix aan één - en meergezinswoningen. Fragment bevinden zich in het meer stedelijke kerngebied, fragment 4 en 5 situeren zich meer in het residentiële, minder dense gebied. Dit impliceert concreet dat voor de fragmenten 1, 2 en 3 het afwerken van de gevelwanden en het afstemmen van de bouwhoogte conform de omliggende bebouwing centraal staat. De fragmenten 4 en 5 situeren zich meer als een overgangszone naar het achterliggende, meer residentiële bebouwing, dit i.f.v. schakelbouw en/of gekoppelde bebouwing in een ééngezinstypologie. Gezien het om een gefragmenteerde herziening gaat (het BPA vormt immers vandaag nog een goede basis inzake ruimtelijk toetsingsinstrument ) en dus geen aaneensluitend gebied wordt geordend, wordt geopteerd om bovenstaande eigenheid en karakteristieken van het gebied en de planopties van het bestaande BPA maximaal te behouden en te volgen, in het bijzonder het maximaal behoud van : de bestemming : i.f.v. wonen de toegelaten nevenbestemming, cf. bestaande BPA, zijnde detailhandel, horeca, diensten en kantoren voor fragment 1, 2 en 3 het maximaal behoud van de toegelaten bebouwingstypologie cf. BPA, dit naar aantal bouwlagen, dakvorm als naar inplanting en terreinbezetting. kaart : aanzet tot planopties, globaal en op perceelsniveau w v i m a a r t 1 3 R u p G e d e e l t e l i j k e w i j z i g i n g B P A D e H a a n - c e n t r u m O o s t - 2 de f a s e 21

22 2. planopzet fragment 1 : Bepalingen binnen het BPA (gedeeltelijk): gedeeltelijk opgenomen binnen een zone voor gesloten woningbouw; nevenbestemming : detailhandel, horeca, diensten en kantoren; inplanting gebouwen : cf. bestaande inplanting huidige gebouwen, nl. op de rooilijn t.h.v. de A. Rodenbachlaan en ongeveer 4 meter t.a.v. de rooilijn t.h.v. de Baron van Caloenlaan; de toegelaten bouwdiepte t.a.v. de straatwand van de Baron van Caloenlaan : ± 13 meter; maximum aantal bouwlagen en toegelaten dakvorm : niet bepaald tuinzone t.h.v. de bestaande garages aan de A. Rodenbachlaan, met een max. terreinbezetting van 100 m²; tuinzone t.h.v. de Baron van Caloenlaan met een max. terreinbezetting van 20 m².. Bepalingen binnen het RUP De woningen zijn recent gerenoveerd. Nieuwbouw in een open typologie (cf. de bestaande toestand) met behoud van het bestaand aantal woningen en perceelsconfiguratie (één dubbelwoning en één alleenstaande woning) is moeilijk haalbaar. Dit gelet op de smalle perceelsbreedte en bijgevolg geringe afstanden tot de zijperceelsgrenzen. Nieuwbouw wordt bijgevolg enkel toegelaten i.f.v. een totaal bouwproject. De bebouwingstypologie cf. het BPA en cf. de bebouwing t.h.v. de A. Rodenbachlaan wordt binnen deze zone doorgetrokken. M.a.w. gesloten bebouwing i.f.v. één - en meergezinswoningbouw. Maximum 3 bouwlagen met platte bedaking. T.h.v. het meest noordelijke perceel zijn maximum 2 bouwlagen toegelaten en dient een bouwvrije afstand van minimum 5 meter gehandhaafd worden t.a.v. de uiterst noordelijke zijperceelsgrens (ook zonegrens). De huidige bebouwing is tot aan de rooilijn t.h.v. de A. Rodenbachlaan ingeplant, deze bestaande toestand werd binnen het BPA ook zo gehandhaafd. Teneinde het straatprofiel van de A. Rodenbachlaan uniform door te trekken (zijnde overal een voortuinstrook van minimum 4 meter) dient binnen het rup bij nieuwbouw een bouwvrije afstand van minimum 4 meter t.a.v. de rooilijn A. Rodenbachlaan gehandhaafd te worden. Hetzelfde geldt voor de bebouwing langsheen de Baron Van Caloenlaan; de toegelaten bouwdiepte bedraagt max. 12m, dit conform de bepalingen binnen het BPA van de aanpalende gebouwen in de A. Rodenbachlaan. scenario (bij nieuwbouw) binnen het RUP - uittreksel BPA 22 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost maart 13 wvi

23 fragment 2 : Bepalingen binnen het BPA (gedeeltelijk) : gedeeltelijk opgenomen binnen een zone voor gesloten woningbouw; nevenbestemming : detailhandel, horeca, diensten en kantoren; toegelaten bouwdiepte : gedeeltelijk 12 meter, de rest is onbepaald; maximum 2 bouwlagen, verplichting platte bedaking; achterliggende tuinzone met max. terreinbezetting van 20 m². Bepalingen binnen het RUP De aaneengesloten bebouwing wordt opgenomen in een bestemmingszone i.f.v. één - en meergezinswoningen; Bouwhoogte : maximaal 2 bouwlagen - verplichting platte bedaking; Inplanting : conform bestaande toestand; maximale bouwdiepte : gelijkvloers : 15 meter i.f.v. wonen, vrij i.f.v. nevenbestemming; verdieping : maximum 12 meter; nevenbestemming : detailhandel, horeca, diensten en kantoren; achterliggende tuinzone met max. terreinbezetting bijgebouwen van 20 m². bouwmogelijkheden hoofdgebouwen (i.f.v. wonen) binnen het RUP - uittreksel BPA wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost 23

24 fragment 3 : Bepalingen binnen het BPA : gedeeltelijk opgenomen binnen een zone voor gesloten woningbouw, een perceel is integraal ingetekend als tuinzone; nevenbestemming : detailhandel, horeca, diensten en kantoren; maximale bouwdiepte van ± 13 meter voor het bebouwbaar perceel, maximale bouwdiepte van 16 meter voor aanpalende oostelijke bebouwing, verplichte voortuinzone; maximale bouwhoogte van 3 bouwlagen, verplichting platte bedaking; achterliggende tuinzone met max.terreinbezetting van 100 m². Bepalingen binnen het RUP : de percelen worden opgenomen in een bestemmingszone i.f.v. één - en meergezinswoningen; bouwhoogte : maximaal 3 bouwlagen - verplichting platte bedaking; inplanting : naar analogie met de recente naastliggende oostelijke bebouwing, maximale bouwdiepte van 16 meter (gelijkvloers + verdieping); nevenbestemming : detailhandel, horeca, diensten en kantoren; achterliggende tuinzone met max. terreinbezetting bijgebouwen van 100 m². uittreksel BPA - bouwmogelijkheden hoofdgebouwen binnen het rup 24 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

25 fragment 4 : Bepalingen binnen het BPA : het gebouw wordt opgenomen in een zone voor alleenstaande bebouwing; maximale terreinbezetting van 40 %, maximaal 250 m² grondoppervlakte; grote voortuinstrook, cf. bestaande toestand 1 bouwlaag met hellend dak; achterliggende tuinzone, maximale terreinbezetting van 20 m²; geen nevenbestemmingen. Bepalingen binnen het RUP : Het bestaande gebouw werd in het BPA specifiek op perceel ingetekend. Om flexibiliteit naar de toekomst mogelijk te maken, worden de volgende ontwikkelingen mogelijk gemaakt, dit naar morfologie aansluitend met de omliggende bebouwing (maximum 2 bouwlagen met hellend dakvolume) : het perceel wordt opgenomen in een bestemmingzone i.f.v. ééngezinswoningen (grondontsloten); bouwhoogte : maximum 2 bouwlagen met hellend dakvolume; bij nieuwbouw van het hoofdgebouw dient het bestaande naar achteren georiënteerde clubhuisje te worden afgebroken; de bestaande, recent gerenoveerde vakantiewoning kan behouden blijven, bij nieuwbouw dient echter een reservatiezone van minimaal 3 meter t.o.v. de ingebuisde waterloop (noordelijke perceelsgrens) gerealiseerd te worden. geen nevenbestemmingen. inplanting : t.h.v. de rooilijn : mininum 2,00 meter (dit betekent een overgang van de zuidelijke bebouwing (afstand van minimum 5,00 meter t.a.v. de rooilijn) naar de noordelijke bebouwing (op 0,00 meter t.a.v. de rooilijn); t.h.v. de zijperceelsgrenzen : ofwel 0,00 meter ofwel minimum 3 meter; uittreksel BPA - scenario (bij nieuwbouw) binnen het RUP het aantal woongelegenheden wordt beperkt tot maximaal 4 en ontwikkeld als één architecturaal geheel, de maximum terreinbezetting hiervan bedraagt 300 m²; wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 25

26 fragment 5 : Bepalingen binnen het BPA : de bebouwing wordt opgenomen in een zone voor koppelbouw; maximale terreinbezetting van 40 %, maximaal 190 m² grondoppervlakte; 1 bouwlaag met hellend dak; achterliggende tuinzone, maximale terreinbezetting van 20 m²; geen nevenbestemmingen. overeenstemming met aanpalende woning maar verder vrij te bepalen; bijgebouwen tot maximum 20 m²; geen nevenbestemmingen. Bepalingen binnen het RUP : de gebouwen worden opgenomen in een bestemmingszone i.f.v. ééngezinswoningen; inplanting : behoud van halfopen woontypologie - minimum 3 meter of 0 meter bij koppeling t.a.v. zijperceelsgrens, 5 meter t.a.v. achterperceelsgrens; bouwhoogte en dakvorm : maximum 2 bouwlagen, gelet op bestaande toestand en bepalingen omliggende bebouwing - dakvorm in 26 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

27 3. uitleg planopbouw zonering Er zijn twee bestemmingszones met specifieke bepalingen voor elk deelfragment. artikel 1 : zone voor ééngezinswoningen. Deze bestemmingszone is van toepassing voor fragment 4 en fragment 5. artikel 2 : zone voor één - en meergezinswoningen. Deze bestemmingszone is van toepassing voor de fragmenten 1, 2 en 3. erosiegevoeligheidskaart infiltratiegevoeligheidskaart hellingenkaart grondwaterstromingsgevoeligheidskaart kaart : overstromingsgevoelige gebieden bron: Vlaamse milieumaatschappij - afdeling water, 2011 wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 27

28 toetsing 1. watertoets Het RUP is niet gelegen in een (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied. In de aangepaste versie van het uitvoeringsbesluit watertoets van 14/10/2011, bevinden de deelgebieden zich eveneens niet in mogelijks of effectief overstromingsgevoelig gebied, behoudens voor fragment 5. Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Het plangebied is niet gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Binnen het plangebied liggen geen erosiegevoelige gebieden. Het gebied is volledig volgebouwd, behoudens een enkel restperceel t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan (fragment 3). Het is eveneens mogelijk om bestaande gebouwen te renoveren, te verbouwen, uit te breiden of te vervangen door nieuwbouw. De Vlarem-regelgeving legt normen op voor de kwaliteit van het te lozen huishoudelijk afvalwater. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Indien er toch ondergrondse constructies zouden gebouwd worden met een diepte van meer dan 5 meter of een horizontale lengte van meer dan 50 meter, dan zal er advies gevraagd worden bij de bevoegde instanties. 2. toetsing aan structuurplan De opmaak van het RUP kadert binnen de algemene visie en het planopzet van het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie in zitting van 16/08/2007 (B.S. 11/09/2007). 28 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

29 op te heffen voorschriften 1. limitatieve opgaven van de voorschriften die worden opgeheven door het RUP. ruimtebalans planschade planbaten bestemmingen voorzien in het RUP bestemmingen volgens gewestplan Oostende- Middenkust vὀὀr inwerkingtreding van het RUP Opgave van de voorschrifen die strijdig zijn met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden : de bepalingen van het gewestplan Oostende - Middenkust, goedgekeurd bij KB van ; het BPA De Haan - Centrum Oost dd Categorisering De bepalingen binnen het BPA De Haan - Centrum Oost, van toepassing op onderhavig plangebied, vallen onder de gebiedsaanduiding wonen. zonering artikel 1: zone voor eengezinswoningen artikel 2 : zone voor één - en meergezinswoningen oppervlakte in ha categorie gebiedsaanduiding 0 ha 31 a 22 ca wonen x 0 ha 25 a 74 ca wonen x wonen bedrijvigheid landbouw overig groen reservaat en natuur lijninfrastructuur gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen recreatie ontginning en waterwinning bos Volgens de bepalingen van het gewestplan is het plangebied gelegen in een zone voor woongebied. Het plangebied in het RUP is gecategoriseerd onder de gebiedsaanduiding wonen (Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen). Binnen het ruimtelijk uitvoeringsplan komen geen gebieden voor die aanleiding kunnen geven tot een planschadevergoeding of planbatenheffing. wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 29

30 planproces 1. Onderzoek tot milieueffectenrapportage 1.1. Verzoek tot raadpleging De screeningsnota werd in de loop van november 2011 voor advies verstuurd naar de volgende instanties : 2.2. voorontwerp adviesprocedure Het voorontwerp werd voor advies verstuurd naar onderstaande instanties : het Agentschap RO- Vlaanderen, Directie Coördinatie-Werking; het Agentschap RO-West-Vlaanderen, t.a.v. de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar; er advies gevraagd worden bij de bevoegde instanties. Dit gegeven dient verordenend te worden vastgelegd. Dit betreft bestaande wetgeving, dat zowiezo van kracht is. Het is niet aangewezen of zelfs niet mogelijk om sectorale wetgeving of procedures in te schrijven in de verordende voorschriften. Agentschap RWO gunstig, geen opmerkingen ANB - West-Vlaanderen Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen de Deputatie van de provincie West-Vlaanderen; het Agentschap Wonen - Vlaanderen; Agentschap Wonen gunstig, fragmentaire aanpak wordt betreurd Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen Agentschap Wonen - Vlaanderen VMM Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust. de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening; het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Veiligheidsrapportering. Provincie De verschillende fragmenten waarnaar verwezen wordt in de voorschriften, dienen het best op het grafisch plan te worden aangeduid. Dit gegeven werd aangepast Verzoek tot ontheffing Het verzoek tot ontheffing werd in de loop van februari 2012 verstuurd naar de Vlaamse Overheid - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Dienst Milieueffectrapportage. De ontheffing werd verkregen op 23/03/ plenaire vergadering Het voorontwerp is voorgelegd in de gecoro van 13/02/2012. De plenaire vergadering heeft plaats op 05/03/ besprekingen adviezen en belangrijkste aanpassingen Advies Afdeling Milieu-Natuur- en Energiebeleid + Bepaalde aspecten in de toelichtende kolom dienen verplaatst te worden naar de verordende kolom. Dit gegeven werd aangepast. De fragmentaire aanpak wordt betreurd. Een globale visie ontbreekt, de relatie tussen het RUP en het BPA dient verder te worden uitgewerkt. Dit gegeven werd aangepast. dienst VR Voorschriften : 2. Procedure RUP 2.1. beslissing tot opmaak Bij beslissing van CBS van 31/12/2010 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP. Dienst veiligheidsrapportage : er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt. Ondergrondse constructies In de toelichtingsnota wordt vermeld dat het rup niet het kader vormt voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Indien er toch ondergrondse constructies zouden gebouwd worden van een bepaalde aanvang, dan zal Het bestaande, naar achteren georiënteerde clubhuisje dient afgebroken te worden. Bepalingen dienen duidelijk aan te geven wanneer dit moet gebeuren. Dit gegeven werd aangepast. De nieuwe watertoetskaart werd aangevuld. Gecoro De toegelaten nevenbestemmingen in het huidige BPA werden overgenomen binnen het rup. Detailhandel, diensten, horeca en kantoren 30 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

31 zijn bijgevolg toegelaten voor de fragmenten 1,2 en 3. fragment 1 : de mogelijkheid tot een gesloten typologie is mogelijk gemaakt, waardoor minimum evenveel woningen kunnen gerealiseerd worden als het bestaande aantal. De afstand tot de rooilijn t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan (± 4 meter) werd evenwel gehandhaafd, cf. de aanpalende woningen langsheen deze straatzijde. De woningen worden, naar analogie met de bestaande typologie t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan, opgenomen in een zone voor één- en meergezinswoningen. fragment 2 : gelet op het feit dat de toegelaten nevenbestemming nu eveneens de mogelijkheid voorziet tot detailhandel, wordt de mogelijkheid opengelaten tot 100% gelijkvloerse bebouwing i.f.v. de nevenbestemming. I.f.v. wonen blijft de bestaande bouwdiepte evenwel gehandhaafd. De term herbouw werd vervangen door nieuwbouw binnen fragment ontwerp J Advies Vlaamse Overheid Administratie Ruimtelijke Ordening Brugge: Het ontwerp RUP is in overeenstemming met de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) inzake beleid in het buitengebied en het stedelijk netwerk, en geeft uitvoering aan het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Het wordt gunstig geadviseerd voorlopige vaststelling Voorlopige vaststelling Gemeenteraad: 12/07/ openbaar onderzoek Openbaar onderzoek: Het plan ligt ter inzage van 06/08/2012 tot 04/10/ advies GeCORO Behandeling bezwaren in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GeCORO): Behandeling in zitting van: 15/11/2012 Advies:. het ontwerp RUP Gedeeltelijke wijziging De Haan-Centrum-Oost - 2de fase werd gunstig geadviseerd op voorwaarde dat de verhouding tussen de nieuwe voorschriften van het RUP en de voorschriften vervat in het BPA De Haan-Centrum-Oost beter omschreven wordt in de toelichtingsnota. J Advies Provinciebestuur West-Vlaanderen Het ontwerp RUP beantwoordt aan de bepalingen van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) en is in overeenstemming met de bepalingen van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) en met de bepalingen van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Volgende inhoudelijke opmerkingen worden geformuleerd: de relatie tussen het ontwerp RUP en het huidig BPA dient beter op elkaar afgestemd of gemotiveerd te worden; de globale visie op het volledige plangebied dient nader omschreven te worden; in de toelichtingsnota of in de waterparagraaf dient beschreven te worden in hoeverre de recent goedgekeurde kaart van de overstromingsgevoelige gebieden afwijkt van de oude kaart besprekingen adviezen bezwaren en aanpassingen document Tijdens de duur van het openbaar onderzoek werd schriftelijk advies ontvangen vanwege het Provinciebestuur West-Vlaanderen en van de Vlaamse Overheid Administratie Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen. Er werden geen bezwaarschriften ingediend. Het document werd verder aangevuld n.a.v. dit advies definitieve vaststelling wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 31

32 32 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

33 Bijlage

34 34 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

35 Verslag plenaire vergadering J Aanwezig : LNE, dienst Veiligheidsrapportering: er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt te worden; LNE, dienst Milieueffectrapportagebeheer : gunstig; Fragment 3 : het bestaande naar achteren georiënteerde clubhuisje dient afgebroken te worden. Er dient duidelijk te worden aangegeven wanneer dit dient te gebeuren. Wilfried Vandaele Schepen RO Carine Willaert Stedenbouwkundige ambtenaar Bert Van Severen RWO Karel Van Ackere Voorzitter Gecoro Cf de toelichtingsnota vormt het RUP niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Dit gegeven dient in de voorschriften te worden vastgelegd. De gecoro betreurt eveneens de fragmentaire aanpak van het dossier en stelt dat bepaalde zaken dienen herwerkt te worden. Als voorbeeld worden de bebouwingsmogelijkheden van fragment 1 en fragment 2 aangehaald. Joachim D eigens Provincie Sylvie Dewart Provincie Katrien Vervaet Wvi J Verontschuldigd : Pieter Van Vlaenderen Wonen West-Vlaanderen Dienst VR + Departement LNE LNE, departement Leefmilieu, Natuur en Energie, afd. Milieu-, Natuur- en Energiebeleid J Ontvangen adviezen Ruimtelijk Ordening, gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar LNE, dienst Veiligheidsrapportering LNE, afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Ruimtelijke Planning, Provincie Wonen West- Vlaanderen Gecoro J Adviezen schriftelijke adviezen Wonen West- Vlaanderen: gunstig, maar de fragmentaire aanpak wordt betreurd; RWO : gunstig; Ruimtelijke Planning, Provincie: voorwaardelijk gunstig; Gecoro : grondige bijsturing. mondelinge toelichting Het advies van de provincie is voorwaardelijk gunstig. De verschillende fragmenten waar o.a. naar verwezen wordt in de voorschriften, dienen het best grafisch op het plan te worden aangeduid. Het rup is in overeenstemming met het de bepalingen binnen het GRS en PRS, doch inhoudelijk kunnen de volgende punten worden aangehaald : Het rup is fragmentair en ad-hoc. De gemeente stelt zich, omwille van deze fragmentaire aanpak, zeer kwetsbaar op tijdens het openbaar onderzoek. Er dient heel goed te worden nagedacht welke ontwikkelingen er mogelijk gemaakt worden binnen het rup, welke niet kunnen in het BPA en vice versa. Als voorbeeld wordt o.a. de opsplitsing tussen meergezinswoning eengezinswoning gegeven (in het BPA wordt hierover geen uitspraak gedaan) en de toegelaten nevenbestemmingen (in het rup is detailhandel in nevenbestemming niet meer mogelijk). Overige opmerkingen : De opgelegde open tot halfopen typologie voor fragment 1 wordt in twijfel getrokken. Een gesloten typologie beantwoordt aan het straatbeeld en laat nieuwbouw toe binnen de bestaande perceelsstructuur en conform het aantal bestaande woningen. De gemeente streeft behoud na van de bestaande gebouwen, gelet op de karaktervolle uitstraling. Gezien de gebouwen niet op de vioe lijsten staan vermeld, is het behoud verordenend vastleggen binnen de voorschriften moeilijk haalbaar. De gebouwen krijgen nog beperkte uitbreidingsmogelijkheden, bij nieuwbouw worden minimale afstandsbepalingen opgelegd t.a.v. de zijperceelsgrenzen (deze staan nu heel dicht op elkaar). Op die manier wordt nieuwbouw ontmoedigd en wordt behoud gestimuleerd. De gecoro wenst de bestaande bebouwingsdiepte t.h.v. fragment 2 maximaal te behouden, alsook de handelsfunctie. In het rup is geopteerd om geen detailhandel meer toe te laten, daar de gemeente detailhandel maximaal wil stimuleren t.h.v. de concentratiezones stationsstraat -Leopoldstraat, dit conform de modaliteiten binnen het GRS. Bijgevolg wordt in onderhavig voorstel een vol- wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 35

36 ledige gelijkvloerse bebouwing niet kwaliteitsvol geacht. Conclusie : Het voorontwerp zal herwerkt worden aan de hand van de uitgebrachte adviezen, in het bijzonder : de ad-hoc benadering van het rup dient nog meer te worden gemotiveerd, de opties van het rup die afwijken van het bestaand BPA dienen verder te worden gedetailleerd en gemotiveerd en eventueel te worden herwerkt (bv. het al dan niet toelaten van handel in nevenbestemming). De relatie tussen de bepalingen in het BPA en het RUP dienen nog meer te worden uitgewerkt. 36 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

37 Verzoek tot raadpleging + ontheffingsbeslissing wvi maart 13 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost - 2 de fase 37

38 38 Rup Gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost -2 de fase maart 13 wvi

39 baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050) gemeente De Haan verzoek tot raadpleging RUP gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - centrum Oost plan_id: september 2011

40 1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan beslissing tot opmaak doelstelling situering van het plangebied mogelijke alternatieven - nulalternatief mogelijke alternatieven nulalternatief afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen. plan of programma de gezondheid en de veiligheid van de mens de ruimtelijke ordening de biodiversiteit, de fauna en de flora de energie- en grondstoffenvoorraden de bodem het water de atmosfeer en de klimatologische factoren het geluid het licht de stoffelijke goederen het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed het landschap de mobiliteit de samenhang tussen de genoemde factoren relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te... moeten opmaken overeenkomstig art , 1, 5 van het DABM in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of. gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben... 15

41 1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer initiatiefnemer: Gemeentebestuur De Haan Leopoldlaan De Haan contactpersoon: opdrachthouder: Wvi Baron Ruzettelaan Assebroek contactpersoon: Katrien Vervaet Ann Van Ackere 2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan Het RUP gedeeltelijke wijziging BPA De Haan - Centrum Oost wijzigt het oorspronkelijke BPA d.d beperkt. Het oorspronkelijke BPA werd op perceelsniveau ingetekend, met als uitgangspunt de bestaande toestand. Hierdoor worden op een aantal plaatsen bepaalde ontwikkelingen gehypothekeerd. Het RUP brengt volgende wijzigingen aan (zie luchtfoto voor de ligging van de deelgebieden): fragment 1 en 2: het huidige BPA stopt ter hoogte van de administratieve grens van de voormalige gemeente Vlissegem waardoor de percelen niet volledig binnen het BPA vallen; fragment 3: Twee percelen sluiten aan op een bestaande wachtgevel. Het ene perceel is binnen het BPA opgenomen als bebouwbare zone, het andere werd als tuinzone ingetekend en is bijgevolg niet bebouwbaar; fragment 4: Het betreft een bestaande woning met 1 bouwlaag en hellend dakvolume en met een grote voortuinzone. Achteraan staan twee kleine gebouwtjes die dienst doen als tweede verblijf, deze bouwwerken zijn in strijd met de bestemming binnen het BPA. fragment 5: halfopen koppelwoningen met een, volgens het BPA, toegelaten bouwhoogte van max. 1 bouwlaag. Een deel van de woningen bestaat echter uit twee bouwlagen met hellend dakvolume. kaart: situering plangebied, NGI / orthofoto wvi september 11 verzoek tot raadpleging 3

42 2.1. beslissing tot opmaak Bij beslissing van CBS van 31/12/2010 werd de wvi aangesteld als ontwerper van het RUP doelstelling Het RUP is een gedeeltelijke herziening van het BPA De Haan - Centrum Oost d.d. 12/12/1981. Het BPA werd heel specifiek op perceelsniveau ingetekend, waarbij de bestaande toestand het uitgangspunt vormde. Hierdoor worden op enkele plaatsen bepaalde ontwikkelingen gehypothekeerd. De gedeeltelijke herziening van het BPA heeft tot doel deze beperkingen op te heffen en ontwikkelingen mogelijk te maken die ruimtelijk aanvaardbaar zijn en beter passen in de huidige context en tijdsgeest situering van het plangebied Het RUP omvat verschillende fragmenten, verspreid over het oostelijk gedeelte van de kern De Haan : een segment t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan - Baron van Caloenlaan (1), 0 ha 09 a 17 ca; een segment t.h.v. Baron van Caloenlaan (2), 0 ha 09 a 10 ca; een segment t.h.v. de Albert Rodenbachlaan (3), 0 ha 07 a 47 ca; twee segmenten t.h.v. de Molendreef (4-5), 0 ha 14 a 63 ca - 0 ha 16 a 59 ca. Het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 0 ha 56 a en 96 ca mogelijke alternatieven - nulalternatief mogelijke alternatieven De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, definitief aanvaard en goedgekeurd door de Bestendige Deputatie in zitting van 16/08/2007 (B.S. 11/09/2007). Aangezien het de bedoeling is om enkele kleine probleemsituaties van het bestaande BPA op te heffen, werden geen alternatieven onderzocht nulalternatief Indien het RUP niet wordt opgemaakt, dan blijft de onderlingende gewestplanbestemming, als ook het bestaande BPA van toepassing. Het plangebied houdt zonder het rup een bevriezing van de bestaande toestand in en laat bijgevolg geen nieuwe ontwikkelingen toe afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een plan-mer Bij plannen en programma s die van rechtswege onderworpen zijn aan de plan-mer-plicht is er geen voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat deze plannen en programma s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Men onderscheidt twee groepen van plannen en programma s: plannen en programma s, of de wijziging ervan, die tegelijkertijd een kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor de in bijlagen I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgesomde projecten; niet het gebruik regelen van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhouden betrekking hebben op landbouw, bosbouw, visserij, energie, industrie, vervoer, afvalstoffenbeheer, waterbeheer, telecommunicatie, toerisme en ruimtelijke ordening of grondgebruik (artikel 4.2.3, 2, 1 D.A.B.M.); plannen en programma s of de wijziging ervan waarvoor, gelet op de mogelijke betekenisvolle effecten op speciale beschermingszones, een passende beoordeling vereist is uit hoofde van art. 36ter, 3, eerste lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (artikel 4.2.1, tweede lid D.A.B.M.). 4 verzoek tot raadpleging september 11 wvi

43 Voor een plan of programma dat overeenkomstig art plan-mer-plichtig is en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine wijziging inhoudt, moet geen plan-mer worden opgemaakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten kan hebben (art D.A.B.M.) De administratie kan een plan dat van rechtswege plan-mer-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van de initiatiefnemer het voorgenomen plan of programma ontheffen van de van de verplichtingen inzake milieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: het voorgenomen plan of programma een uitwerking, wijziging, herziening of voortzetting inhoudt van een plan of programma waarvoor er reeds eerder een plan-mer werd goedgekeurd en een nieuw plan-mer redelijkerwijze geen nieuwe of extra gegevens betreffende aanzienlijke milieu-effecten kan bevatten; of indien in het kader van andere rapportages of beoordelingen reeds een systematische en wetenschappelijk verantwoord analyse en evaluatie van de te verwachten gevolgen voor mens en milieu gemaakt werd die voldoet aan de essentiële kenmerken van een plan-mer. (art bis D.A.B.M.) Het RUP is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-mer-plicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van , het regelt het gebruik van een zeer klein gebied op lokaal niveau (totale oppervlakte RUP is 0 ha 56 a 96 ca), het houdt een kleine wijziging in, het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. Op ongeveer 350 m het plangebied bevinden zich delen van het Habitatrichtlijngebied Duingebieden, inclusief IJzermonding en Zwin (Duinen van Westende en De Haan). Aangezien het RUP enkel wijzigingen aan een beperkt aantal percelen van een reeds bebouwd gebied beoogt, zal het geen effect hebben op de habitatrichtlijngebieden in de omgeving en is een passende beoordeling niet nodig. conclusie: Het RUP valt onder de screeningsplicht. 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma Hier wordt een overzicht gevraagd van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma op: de gezondheid en veiligheid van de mens; de ruimtelijke ordening; de biodiversiteit; de fauna en flora; de energie- en grondstoffenvoorraden; de bodem; het water; de atmosfeer; de klimatologische factoren; het geluid; het licht; de stoffelijke goederen; het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed; het landschap; de mobiliteit; de samenhang tussen de genoemde factoren. Er wordt gebruik gemaakt van een ingreepeffectenschema. De effecten waarvan vermoed wordt dat ze waarschijnlijk significant zijn, worden verder in detail onderzocht. Op de effecten die vermoedelijk niet significant zijn, wordt minder diep ingegaan. wvi september 11 verzoek tot raadpleging 5

44 Ingreepeffectenschema ingreep omvang in ruimte en tijd mens gezondheid Opp (m²) Duur Aanlegfase Het plan maakt enkele bijkomende kleinschalige constructies mogelijk in een zo goed als volledig bebouwd gebied. mens ruimt. aspecten lucht geluid en trillingen licht, warmte stralingen mobiliteit fauna en flora tijdelijk N N N* N* N N* N* N N* N N* N* bodem water geur landschap erfgoed incl. archeologie Exploitatiefase Geen tot nauwelijks verschil met de huidige toestand. permanent N N N* N* N* N N* N N N N N N: niet significant effect N*: waarschijnlijk niet significant effect, effect zeer beperkt in ruimte en omvang, zeer lokaal effect S: (waarschijnlijk) significant effect T: tijdelijk effect P: permanent effect O: positief effect V: verder onderzoek noodzakelijk bij vergunningsaanvraag 6 verzoek tot raadpleging september 11 wvi

45 3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens referentie Het doel van het RUP is om ontwikkelingen mogelijk te maken die ruimtelijk aanvaardbaar zijn en beter passen in de huidige context en tijdsgeest. Het plangebied is een gebied met in hoofdzaak een residentiële functie (permanente bewoning en tweede verblijven). Er zijn geen Seveso-inrichtingen binnen het plangebied aanwezig. Binnen een perimeter van 2 km rond het plangebied zijn geen Seveso-inrichtingen aanwezig. beschrijving effect Het plangebied wordt gedetailleerd uitgewerkt door specifieke bestemmingszones, hoofdzakelijk i.f.v. wonen. Het RUP biedt niet het kader voor de vestiging van Seveso-bedrijven. Er worden enkele bijkomende constructies binnen het woongebied mogelijk gemaakt, die voorheen niet mogelijk waren door de detaillering van het oorspronkelijke BPA. conclusie In de omgeving van het RUP liggen geen Sevesobedrijven, zodat bewoners en/of bedrijven in het plangebied geen risico s lopen verbonden aan dergelijke bedrijven. Het RUP vormt niet het kader voor de oprichting van Seveso-bedrijven, zodat de omwonenden niet blootgesteld worden aan de risico s die dergelijke bedrijven met zich meebrengen. De uitvoering van het RUP zal geen bijkomende risico s voor de gezondheid en de veiligheid van de omwonenden opleveren de ruimtelijke ordening referentie Het plangebied situeert zich in een, volgens het gewestplan zone voor woongebied, wat verder werd verfijnd binnen het BPA Centrum Oost. Het RUP omvat verschillende fragmenten, verspreid over het oostelijk gedeelte van de kern De Haan. De zone tussen de assen Baron Van Caloenlaan - Molendreef, waarbinnen het grootste gedeelte van het plangebied zich bevindt, vormt het overgangsgebied van de meer stedelijke kernbebouwing naar de eerder residentiële, minder dense bebouwing. Deze tussenruimte bestaat in hoofdzaak uit bebouwing, variërende van halfopen tot (grotendeels) gesloten bebouwing, 1 à 2 bouwlagen hoog, met een mix aan één - en meergezinswoningen. De bestemming van woongebied werd binnen het BPA De Haan - Centrum Oost d.d verder verfijnd naar woon-gerelateerde bestemmingen. Het bestaande BPA werd op perceelsniveau heel strikt ingetekend, waarbij de bestaande toestand het uitgangspunt vormde. Hierdoor werd er weinig flexibiliteit gecreëerd en zijn vandaag de dag bepaalde nieuwe ontwikkelingen op terrein niet meer realiseerbaar. beschrijving effect Onderhavig RUP tracht deze ontwikkelingen te deblokkeren. Gezien het om een gefragmenteerde herziening gaat en geen aaneensluitend gebied wordt geordend, wordt geopteerd om de planopties van het bestaande BPA maximaal te behouden en te volgen. het gemeentelijk RUP geeft uitvoering aan het GRS en staat onderaan de hiërarchie van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. conclusie geen aanzienlijk effect kaart : gewestplan wvi september 11 verzoek tot raadpleging 7

46 kaart : BPA De Haan - Centrum Oost 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de flora referentie Binnen het plangebied van onderhavig RUP zijn geen biologisch waardevolle gebieden gelegen. De achterliggende gronden t.h.v. fragment 5 (braakliggende, potentiële bouwpercelen) zijn opgenomen als biologisch waardevol. Er bevinden zich geen habitat- of vogelrichtlijngebieden in het plangebied. Op ongeveer 350 m van het plangebied bevinden zich delen van het habitatrichtlijngebied Duingebieden, inclusief IJzermonding en Zwin. Het plangebied ligt niet in de onmiddellijke omgeving van een gebied van het VEN/IVON. Op ongeveer 600 m bevinden zich delen van het VENgebied nr. 102 De Middenkust. De Noordede werd in het PRS geselecteerd als natte ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. conclusie In het plangebied bevinden zich geen waardevolle fauna of flora die verloren dreigen te gaan bij de verdere ontwikkeling van het gebied. Er moeten ook geen significante bijkomende effecten op de waardevolle natuurgebieden in de omgeving verwacht worden. beschrijving effect Het RUP formuleert voorschriften voor de bestaande bebouwing. Het plangebied is volledig in woongebied gelegen. De realisatie van het RUP zal niet aanzienlijk meer effecten met zich meedragen dan de autonome evolutie van het gebied. Binnen het plangebied bevindt zich geen waardevolle natuur die kan verloren gaan. De bijkomende mogelijkheden die door het RUP gecreëerd worden zijn zo kleinschalig dat er geen effecten te verwachten zijn op de waardevolle natuur buiten het plangebied. kaart: biologische waarderingskaart 8 verzoek tot raadpleging september 11 wvi

47 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden referentie In de omgeving van het plangebied liggen geen ontginningsgebieden. Beschrijving effect Er worden geen effecten verwacht op de energie- en grondstoffenvoorraden. conclusie Onderhavig uitvoeringsplan heeft geen gevolgen voor de verdere exploitatie van enige ontginningsgebieden. Geen aanzienlijk effect. kaart : VEN/IVON kaart: vogel- en habitatrichtlijngebieden wvi september 11 verzoek tot raadpleging 9

48 3.5. de bodem referentie bodemkaart: grotendeels antropogeen, bepaalde onbebouwde gedeelten hoge kustduin landbouwtyperingskaart: niet van toepassing GAS-kaart: Het plangebied behoort niet tot de gewenste agrarische structuur. erosiekaarten: niet-erosiegevoelig VLAREBO-activiteiten: Er zijn geen VLAREBOactiviteiten gekend in het plangebied. In het studiegebied zijn geen bedrijven of activiteiten gevestigd onderworpen aan de milieuvergunningsplicht klasse 1 en waarvoor OVAM adviesbevoegdheid heeft. Er zijn bij de gemeentediensten geen gegevens bekend over gronden binnen het plangebied die zijn opgenomen in het register van verontreinigde gronden of het Gronden- en Informatieregister. kaart : bodemkaart conclusie Aangezien het een zo goed als gerealiseerd gebied betreft, zullen de mogelijke effecten zeer kleinschalig zijn. Er moeten niet aanzienlijk meer effecten op de bodem verwacht worden dan bij een autonome evolutie van het gebied. beschrijving effect Het RUP formuleert voorschriften voor de bestaande en nieuwe bebouwing. Deze zullen niet onmiddellijk aanleiding geven tot wijzigingen in het gebied. Aangezien het RUP de modaliteiten binnen het bestaand BPA grotendeels volgt en geen verregaande ontwikkelingen mogelijk maakt, zullen de effecten van het RUP niet significant groter zijn dan de effecten die bij een autonome evolutie van het gebied kunnen verwacht worden. Er kunnen mogelijk beperkt bijkomende constructies opgericht worden, dit kan een beperkte afname betekenen van de infiltratiecapciteit van de bodem en beperkt verdroging in de hand werken. Het betreft een woongebied, er worden geen bedrijven gebouwd. kaart : landbouwtyperingskaart 10 verzoek tot raadpleging september 11 wvi

49 3.6. het water referentie. Het plangebied behoort tot het bekken van de Brugse Polders en in het deelbekken van de Oudlandpolder van Blankenberge. Doorheen het plangebied t.h.v. fragmenten 4 en 5 bevindt zich een onbevaarbare waterloop (zonder categorie - overwelfd). Binnen het plangebied bevinden zich geen waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en de beschermingszones. Op het grondgebied van De Haan bevindt zich het waterwingebied van Klemskerke. Het plangebied ligt niet in een oppervlaktewaterwingebied. In het plangebied liggen geen waterlopen die moeten voldoen aan de waterkwaliteitsnormen voor water bestemd voor drinkwaterproductie. Er zijn geen waterkwaliteitsgegevens beschikbaar over de waterlopen in de onmiddellijke omgeving. In de wijdere omgeving van het plangebied zijn er geen relevante meetpunten van de VMM. kaart : erosiegevoeligheid kaart : grondwaterstromingsgevoelige gebieden watertoetskaarten: Het RUP is niet gelegen in een (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied. Het plangebied is zeer gevoelig voor grondwaterstroming (type 1). Het plangebied is niet gecategoriseerd als infiltratiegevoelig gebied. Het plangebied behoort niet tot het winterbed van een grote rivier. Binnen het plangebied liggen geen erosiegevoelige gebieden. kaart : overstromingsgevoelige gebieden kaart : infiltratiegevoelige gebieden wvi september 11 verzoek tot raadpleging 11

50 Verziltingskaart: Het plangebied ligt in verzilt gebied. Het scheidingsvlak tussen zoet en zout grondwater bevindt zich ter hoogte van het plangebied tussen 25 en 20 m diepte voor fragmenten 1 tot en met 4 en tussen 20 en 15 m diep voor fragment 5. Zoneringsplan Het plangebied is gelegen binnen het centraal gebied. kaart : verziltingskaart beschrijving effect Het gebied is volledig volgebouwd, behoudens een enkel restperceel t.h.v. de Albrecht Rodenbachlaan (fragment 3). Het is eveneens mogelijk om bestaande gebouwen te renoveren, te verbouwen, uit te breiden of te vervangen door nieuwbouw. Er moet geen grotere afvoer van hemelwater verwacht worden dan indien het gebied autonoom zou evolueren. Er moet geen grotere hoeveelheid afvalwater of meer verontreinigd afvalwater verwacht worden dan bij een autonome evolutie van het gebied. Het RUP geeft geen aanleiding tot de bouw van meer of grotere ondergrondse constructies dan kan verwacht worden bij een autonome evolutie van het gebied. milderende maatregelen De Vlarem-regelgeving legt normen op voor de kwaliteit van het te lozen huishoudelijk afvalwater. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffer- en infiltratievoorzieningen en de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater legt op dat het opgevangen hemelwater in eerste instantie nuttig moet toegepast worden (hemelwaterput) en indien dit niet kan, ter plaatse geïnfiltreerd of als laatste keuze gebufferd en vertraagd afgevoerd. Het RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grote ondergrondse constructies die de grondwaterstroming kunnen verstoren. Indien er toch ondergrondse constructies zouden gebouwd worden met een diepte van meer dan 3 meter of een horizontale lengte van meer dan 50 meter, dan zal er advies gevraagd worden bij de bevoegde instanties. conclusie Geen aanzienlijke effecten, mits het nemen van milderende maatregelen 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren referentie Het VMM-geoloket advisering RUP-thema Lucht geeft voor het plangebied volgende waarden: het aantal overschrijdingen van de norm van 50 µg/m³ voor het PM10-daggemiddelde ( ) bedraagt 19,67 overschrijdingen van 50 µg/m³; het PM10-jaargemiddelde ( ) bedraagt 27,17 µg/m³; het NO 2- jaargemiddelde ( ) bedraagt 21,13 µg/m³; de totale index (gemiddelde ) bedraagt 5. beschrijving effect tijdelijke stofhinder bij de bouw / renovatie / afbraak van woningen luchtverontreiniging door verwarming van de woningen Het RUP vormt niet het kader voor belangrijke nieuwe ontwikkelingen. Restpercelen kunnen bebouwd worden en bestaande gebouwen kunnen vervangen worden of verbouwd. milderende maatregelen EPB-regelgeving wettelijke voorschriften onderhoud stookolie- en gasketels conclusie Er moeten geen meer aanzienlijke effecten verwacht worden op de atmosfeer en de klimatologische factoren, groter dan wat kan verwacht worden bij de autonome evolutie van het gebied. Dus geen aanzienlijk effect. 12 verzoek tot raadpleging september 11 wvi

51 3.8. het geluid de stoffelijke goederen Het RUP verandert niets aan de bestaande bebouwing. beschrijving effect tijdelijke geluidshinder bij nieuwbouw / afbraak en dergelijke tijdelijke geluidshinder door de wagens van de bewoners / tweede verblijvers / bezoekers conclusie Er moeten geen aanzienlijke effecten verwacht worden voor de geluidskwaliteit, groter dan wat kan verwacht worden. Dus geen aanzienlijk effect. referentie Het betreft een plangebied met grotendeels gerealiseerde gebouwen. beschrijving effect Er worden stedenbouwkundige voorschriften opgemaakt voor de aanwezige bebouwing en bebouwingsmogelijkheden. De bestaande toestand wordt als uitgangspunt genomen. Er kunnen nog beperkt nieuwe constructies opgericht worden, waarbij mogelijk archeologisch erfgoed kan verloren gaan. De wetgeving terzake moet nageleefd worden. conclusie geen aanzienlijk effect 3.9. het licht referentie Het gebied is momenteel al bijna volledig bebouwd. beschrijving effect lichthinder door straatverlichting lichthinder door verlichting woningen Momenteel is het plangebied reeds in gebruik als residentieel verblijf of als tweede verblijf. Restpercelen kunnen bebouwd worden en bestaande gebouwen kunnen verbouwd of vervangen worden. milderende maatregelen keuze goede armaturen Het RUP vormt niet het kader voor projecten die veel verlichting met zich meebrengen zoals sportvelden, serrebedrijven en winkels met lichtreclame en verlichte terreinen. conclusie geen aanzienlijk effect het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed referentie Binnen het plangebied, noch in de omgeving zijn beschermde monumenten gelegen. Binnen het plangebied, noch in de onmiddellijke omgeving zijn beschermde landschappen gelegen. Binnen het plangebied, noch in de onmiddellijke omgeving zijn beschermde dorpsgezichten gelegen. De CAI geeft geen (mogelijke) archeologische vindplaatsen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. Het plangebied is echter zo goed als volledig bebouwd, zodat mogelijk aanwezig archeologisch erfgoed reeds aangetast kan zijn. beschrijving effect kaart: beschermde monumenten en landschappen conclusie geen aanzienlijke effecten wvi september 11 verzoek tot raadpleging 13

52 3.12. het landschap de mobiliteit referentie In het plangebied zijn geen ankerplaatsen. In het plangebied zijn geen relictzones. referentie bestaande ontsluitingswegen De straten in het plangebied vormen lokale woonstraten. bestaande verkeersintensiteiten Het overgrote deel van het verkeer betreft autoverkeer. Het gaat hier vooral om personenwagens. provinciaal fietsroutenetwerk niet van toepassing atlas der buurtwegen niet van toepassing kaart: ankerplaatsen en relictzones conclusie geen aanzienlijke effecten Beschrijving effect Het gebied is nagenoeg volledig volgebouwd. Het doel van het RUP is om bepaalde ontwikkelingen mogelijk te maken, zonder dat de bestaande eigenheid en dynamiek van het gebied in het gedrang komt. Er moeten m.a.w. dus niet aanzienlijk meer bewoners en bijkomende voertuigen verwacht worden dan wat kan worden verwacht bij een autonome evolutie van het gebied. conclusie geen aanzienlijk effect kaart: atlas der buurtwegen 14 verzoek tot raadpleging september 11 wvi