V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )"

Transcriptie

1 V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Het plangebied Voorgaande plannen 7 Hoofdstuk 2 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader Inleiding Gemeentelijk beleid Maatschappelijke voorzieningen 11 Hoofdstuk 3 Waterparagraaf 15 Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid 17 Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving Algemeen Planmethodiek Verbeelding 19 Hoofdstuk 6 Handhaving Algemeen Handhaving voorliggend plan Planregels 22 Hoofdstuk 7 Financiële aspecten 23 Hoofdstuk 8 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid Overleg ex artikel Bro Inspraak en samenspraak 25 Bijlagen 27 Bijlage 1 Eindrapport Intraval literatuurstudie 29 Regels 51 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 53 Artikel 1 Begrippen 53 Artikel 2 Wijze van meten 55 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 57 Artikel 3 Maatschappelijk 57 Hoofdstuk 3 Algemene regels 59 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 59 Artikel 5 Algemene gebruiksregels 61 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 63 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 65 2 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

3 Artikel 7 Overgangsrecht 65 Artikel 8 Slotregel 67 Bijlagen bij de regels 69 Bijlage 1 Parkeernormen 71 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 3

4 4 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

5 Toelichting vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 5

6 6 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het bestemmingsplan "V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )" bestaat uit een digitale en analoge verbeelding met de daarbij behorende regels waaraan een toelichting is toegevoegd. Naast de digitale versie is er tevens een versie op papier van het bestemmingsplan beschikbaar. 1.2 Het plangebied Het plangebied ligt aan de oostzijde van de Boschdijk binnen de ring, nabij de kruising met de Kronehoefstraat. 1.3 Voorgaande plannen Het voorliggende bestemmingsplan "V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )" vervangt deels het bestemmingsplan Eindhoven binnen de Ring, vastgesteld door de raad op 12 oktober1998; besluit van Gedeputeerde Staten omtrent goedkeuring d.d 1 juni vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 7

8 8 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

9 Hoofdstuk 2 beleidskader Uitgangspunten, randvoorwaarden en 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke beleidskaders op gemeentelijk niveau. De voorgenomen ontwikkeling moet passen in het (toekomstig) ruimtelijk beleid. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling in dit hoofdstuk een complete samenvatting te geven van al het beleid op de verschillende niveaus. Uitsluitend de meest relevante beleidskaders voor het plangebied zijn in dit hoofdstuk weergegeven. Niet-ruimtelijk beleid is per onderwerp apart in dit hoofdstuk opgenomen. Het beleid dat gericht is op verschillende milieu- en andere planologische aspecten wordt toegelicht in de milieuparagraaf. Beleid met betrekking tot het aspect water wordt beschreven in de waterparagraaf. 2.2 Gemeentelijk beleid Interimstructuurvisie 2009 In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad van Eindhoven vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit Buiten transformatiegebied De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 9

10 Figuur: Gebruik van de ruimte Interimstructuurvisie Eindhoven Onderhavig plangebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als wonen,werken, zorg en opvang en onderwijs. Wonen Deze gronden zijn voornamelijk bedoeld voor wonen, inclusief alle afgeleide wijk- en buurtgerichte functies op het gebied van (middelbaar-/ basis-)onderwijs, zorg, opvang, cultuur, religieuze voorzieningen, ontspanning en vrije tijd, groen (o.a. buurt- en wijkparken, sportfaciliteiten en velden, buurtontmoetingsruimten), detailhandel en werken (woonwerkcombinaties en kleine bedrijven met milieucategorie 1, 2 en gedeeltelijk 3). Deze functies zijn noodzakelijk voor het functioneren van een gebied als woongebied. Zij vallen dus onder deze definitie en worden niet afzonderlijk in beeld gebracht, mede omdat hun ruimtebeslag relatief beperkt is. Werken Hieronder vallen werkgerelateerde functies: industrie, research en ontwikkeling, handel, kantoren, grootschalige en perifere detailhandel, transport, bouwnijverheid, dienstverlening. Tevens alle productieactiviteiten van kunst en design en ook alle voorzieningen die bij een functioneel en modern bedrijventerrein horen (o.a. parkmanagement). Zorg en opvang Deze gronden zijn bedoeld voor geclusterde stedelijk/ regionale zorggerelateerde opvangvoorzieningen zoals ziekenhuizen, verslavingszorg, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, revalidatiecentra en gevangenissen. Onderwijs Deze gronden zijn bedoeld voor geclusterde onderwijs- en onderzoekfaciliteiten voor voortgezet (speciaal) onderwijs en op MBO, HBO en universitair niveau en daarbij horende voorzieningen als kleine aantallen studentenwoningen, ex-pat hotel, detailhandel, horeca, congresfaciliteiten en sportvoorzieningen. 10 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

11 2.3 Maatschappelijke voorzieningen In het Stedelijk Kompas Eindhoven, Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang " is vastgelegd op welke wijze de gemeente er, samen met een aantal instellingen voor maatschappelijke zorg en gezondheidszorg, voor wil zorgen dat de opvang, zorg en leefomstandigheden van dak- en thuislozen verbetert. Het doel is een vermindering van het aantal dak- en thuislozen en een afname van de overlast en criminaliteit die samenhangt met de problematiek van verslaving en dak- en thuisloosheid. Een onderdeel van de uitvoering van het Stedelijk Kompas is de oprichting van een aantal woonvoorzieningen voor bovengenoemde doelgroep. Bij besluit van 19 januari 2010 heeft het college onder meer besloten om het pand Boschdijk aan te wijzen als geschikte plek voor het vestigen van een hostel voor chronisch verslaafden. In de raadsinformatiebrief is over de locatie Boschdijk het volgende aangegeven. Relatie met het Masterplan Oud-Woensel In de wijk Oud-Woensel, waar het hostel is voorzien, en in de aangrenzende wijk Limbeek, zijn al langere tijd klachten over overlast die geheel of ten dele wordt toegeschreven aan verslaafden en dak- of thuislozen. De gemeenteraad heeft in februari 2008 het Masterplan Oud-Woensel vastgesteld, dat onder meer de opdracht behelst om maatregelen te treffen waarmee deze vorm van overlast kan worden verminderd. Het Masterplan bevat bovendien de opmerking dat uitbreiding van het aantal voorzieningen voor maatschappelijke opvang in de wijk ongewenst is vanwege de bovengenoemde klachten. Ook voor de vestiging van het hostel is het derhalve een vereiste dat eerst de overlast wordt bestreden. Om een woonvoorziening voor chronisch verslaafden in het pand aan de Boschdijk mogelijk te maken is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk. Het desbetreffende voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan moet onder verwijzing naar de uitkomsten van herhaalde metingen aantonen dat de overlast inmiddels zozeer is afgenomen dat vestiging van een hostel niet langer uitgesloten hoeft te worden. De verwachting, gebaseerd op ervaringen die met vergelijkbare woonvormen zijn opgedaan, is dat het hostel in combinatie met de andere (woon)voorzieningen voor maatschappelijke opvang de leefbaarheid in de wijk op termijn zelfs ten goede komt, doordat een aantal van de verslaafden die nu voor overlast zorgen, straks in deze woonvorm kan worden ondergebracht. Het toezicht neemt daardoor vanzelf toe. In die zin zal het hostel eerder een onderdeel zijn van de oplossing dan van het probleem. In Oud Woensel en Limbeek worden naar aanleiding van de resultaten van de schouwen inmiddels acties ingezet, die moeten bijdragen aan de vermindering van de overlast. Daarnaast kan aan de hand van flankerende maatregelen, zoals die ook rondom andere voorzieningen gelden, aannemelijk worden gemaakt dat eventuele negatieve effecten van de vestiging van het hostel in het kader van de beheersbaarheid structureel worden aangepakt. De bedoeling is om in overleg met de buurtbewoners in de beheergroep te bepalen op welke manier (methodisch en inhoudelijk) het niveau van de overlast vastgesteld kan worden. Om bij te kunnen dragen aan de argumentatie voor een herziening van het bestemmingsplan moet de overlastmeting binnen een afzienbare tijd worden herhaald. Dat betekent dat er (ook) gezocht moet worden naar maatregelen die binnen die termijn voor gewenste aantoonbare veranderingen kunnen zorgen. Om die reden kan niet worden volstaan met een beheerplan in de gebruikelijke zin van het woord. Dat treedt namelijk pas echt in werking bij de realisatie van de woonvoorziening. In dit geval is een uitzonderlijk plan nodig, dat beschrijft hoe de situatie moet zijn om daadwerkelijk van andere omstandigheden te kunnen spreken en wat er moet gebeuren om die situatie gestalte te laten krijgen binnen het beschikbare tijdsbestek. Bij de vaststelling van het Masterplan indertijd was niet bekend dat uit onderzoeken elders in het land is gebleken dat de vestiging van een dergelijke opvang voor bovengenoemde doelgroep geen negatieve effecten behoeft te hebben op het woon- en leefklimaat wanneer de vestiging van een dergelijke voorziening gepaard gaat met voldoende flankerende maatregelen. In tegendeel. Vaak treden dan positieve effecten op op het geordende leef- en woonklimaat. Onderzoek Teneinde te bezien of de ervaringen met een dergelijke aanpak elders in het land op deze locatie een soortgelijk positief effect kan bewerkstelligen is aan een extern en op dit gebied deskundig onderzoeksbureau opdracht gegeven om hier onderzoek naar te doen. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 11

12 Aan het bureau is de volgende hoofdonderzoeksvraag meegegeven: wat zijn de te verwachten gevolgen van de komst van een woonvoorziening voor dak- en thuisloze verslaafden aan de Boschdijk voor de omgeving. Als deelvragen diende het bureau de vragen te beantwoorden wat bekend is over de effecten van woonvoorzieningen voor dak- en thuisloze verslaafden op de ervaren overlast, criminaliteit, en woongenot in de omliggende buurt en welke aspecten lijken, voor zover bekend, van invloed te zijn op eventuele positieve of negatieve ervaringen en in hoeverre zijn deze te vertalen naar de Eindhovense situatie. In dit onderzoek wordt aan de hand van beschikbare evaluaties van dergelijke vergelijkbare hostels elders in het land geconcludeerd dat de gevreesde toename van overlasdt niet plaatsvindt. Integendeel, aldus het rapport, ervaren verreweg de meeste omwonenden in het geheel geen last van de hostels, veiligheidsgevoelens zijn verbeterd terwijl drugsoverlast niet of nauwelijks voorkomt en zelfs is afgenomen. Tevens zijn omwonenden na verloop van tijd positiever in hun beeldvorming over de komst van een hostel. Hostelbewoners maken zich daarnaast minder vaak schuldig aan overlastgevende of criminele activiteitenvanaf het moment dat zij hun intrek in de woonvoorziening hebben genomen. Daarnaast, aldus het rapport, is gebleken dat de meeste (woon)voorzieningen in of nabij het centrum van de stad zijn gelokaliseerd -hiervan in in casu ook sprake - in (woon)buurten waar (een deel van) de doelgroep al aanwezig is en waar reeds (veel) overlast wordt ervaren. In deze buurten zijn de bewoners vaak al bekend met de doelgroep, waardoor zij in mindere mate overlast ervaren dan in een wijk waar nog geen bekendheid met de doelgroep bestaat. In de buurten waar de doelgroep al (ten dele) aanwezig is neemt de (drugs)overlast met het oprichten van een hostel juist af; de hostelbewoners hoeven immers niet meer op straat te verblijven, terwijl ook het middelengebruik naar binnen is verplaatst. Bovengenoemde effecten kunnen alleen worden bereikt wanneer er sprake is van voldoende structurele flankerende maatregelen. Het onderzoeksrapport formuleert het als volgt: Het bevorderen van positieve ervaringen met een hostel wordt bereikt door te voldoen aan een aantal randvoorwaarden, die te maken hebben met: a. het voeren van een tweesporenbeleid (gelijktijdig repressie en hulpverlening inzetten); b. het creeren van draagvlak onder omwonenden; c. het instellen van een beheergroep; d. het optreden tegen drugshandel rond een hostel; e. het binden van de hostelbewoners aan het hostel; f. het monitoren van overlast. Deze maatregelen zijn niet in "hokjes" te vangen maar hebben meerdere effecten. Zo zal het opstellen van een door de buurt gedragen beheerplan draagvlak onder omwonenden creeren en zal dit beheerplan de aspecten bevatten die het onderzoeksbureau heeft genoemd onder bovengenoemde aspecten a t/m f. Het volledige rapport is als bijlage bij de toelichting gevoegd. Flankerende maatregelen Inmiddels is onder het motto 'Samen leven en samen wonen als goede buren' de Beheergroep Boschdijk in het leven geroepen. Sinds afgelopen maart komen vertegenwoordigers van de gemeente, de politie, Trudo, Novadic-Kentron en de buurten Limbeek-Noord en Hemelrijken maandelijks bij elkaar om te werken aan een beheerplan. In dat plan leggen worden duidelijke afspraken vastgelegd. Over onder meer het beheer van het hostel en zijn bewoners en over het beheer van het gebouw en de openbare ruimte. Het beheerplan meldt ook hoe er straks zal worden omgegaan met eventuele klachten. Er worden heldere afspraken gemaakt waar men terecht kan om mogelijke overlast te melden en hoe zo'n melding of klacht vervolgens wordt behandeld. Zo zal een half jaar vóór de verwachte opening van het hostel de gemeente, na goed overleg in de beheergroep, onderzoeken hoe het op dat moment is gesteld met de veiligheid en leefbaarheid in de buurt. Problemen in de buurt, onveiligheidsgevoelens, criminaliteit en het functioneren van politie en gemeente worden dan onder de loep genomen. Dit zal waarschijnlijk ergens in het voorjaar van 2011 gebeuren. Door hetzelfde onderzoek kort na de opening van het hostel én ook nog eens een jaar na 12 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

13 opening te herhalen, kan vervolgens bezien worden of de veiligheid en leefbaarheid door de komst van het hostel al dan niet zijn verbeterd en/of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Thans zijn de volgende maatregelen reeds getroffen: Om nu al tot een beter beheer van de buurt te komen, zijn er eind 2009 wijkschouwen met de wethouder gehouden door de wijken Limbeek en Oud Woensel. Daarbij is vooral ook gekeken naar de veiligheid in deze buurten. Naar aanleiding daarvan zijn verschillende maatregelen genomen die de veiligheid in de wijken moeten verbeteren: Het parkeerterrein van Autolichtstad is opgeruimd en wordt schoongehouden. Het pand van Autolichtstad wordt door de gemeente intensief gecontroleerd. De eigenaar van Autolichtstad heeft, zoals afgesproken, de aangetroffen asbest gesaneerd. In Hemelrijken is in de Van Galenstraat de verlichting verbeterd. Er is cameratoezicht ingevoerd in de Kruisstraat/Woenselse Markt. De onderdoorgangen naast het toekomstige hostel worden afgesloten voordat het hostel opengaat. Sinds de aankondiging van de komst van het hostel is een veiligheidsmedewerker van Novadic-Kentron in de wijk ingezet.. Deze medewerker signaleert onveilige zaken en spreekt zwervende verslaafden aan op ongewenst gedrag. Deze functie blijft in ieder geval behouden tot de opening van het hostel. Het vaststellen van het bestemmingsplan behelst impliciet een partiele herziening van het Masterplan Oud Woensel. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 13

14 14 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

15 Hoofdstuk 3 Waterparagraaf De functie wijziging perceel Boschdijk heeft geen invloed op de waterhuishoudkundige situatie. In oktober 2010 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over deze wijziging. Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken geen waterhuishoudkundige maatregelen noodzakelijk te achten aangezien het ontbreken van een waterbelang. Op 23 november 2010 heeft Waterschap de Dommel hiermee ingestemd en is het wateradvies afgedaan. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 15

16 16 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

17 Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf 4.1 Geluid Wegverkeer Het betreffende pand is indertijd gebouwd als een geluidgevoelige woonfunctie als bedoeld in de Wet geluidhinder. Uit akoestisch oogpunt is er derhalve reeds sprake van een situatie die in overeenstemming is met de Wet geluidhinder zodat er geen noodzaak is om een hogere grenswaardeprocedure te volgen. Voor de huidige en de beoogde functie geldt hetzelfde regime van de Wet geluidhinder Railverkeer De locatie ligt niet binnen de invloedssfeer van railverkeer Industrielawaai De locatie ligt niet binnen de invloedssfeeer van een gezoneerd bedrijfsterrein als bedoeld in artikel 48 Wet geluidhinder. 4.2 Luchtkwaliteit - MRE Externe veiligheid Het externe veiligheid beleid is gericht op het beheersen van risico s en de effecten van calamiteiten en het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico (de ten minste in acht te nemen grenswaarde die niet mag worden overschreden ten aanzien van "kwetsbare objecten", alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde ten aanzien van "beperkt kwetsbare objecten") en het groepsgebonden risico (een oriënterende waarde waarvan gemotiveerd mag worden afgeweken). De gemeenteraad van Eindhoven heeft de Visie Externe Veiligheid: 'Risico's de maat genomen' op 19 mei 2009 vastgesteld. Met deze visie wordt richting en uitwerking gegeven aan een verantwoord veilige, integrale invulling van duurzame ruimtelijke ontwikkeling passend binnen de Brainportontwikkelingen en het Programma Brabant veiliger. In de visie wordt o.a. aangegeven waar ruimte bestaat voor nieuwe risicovolle bedrijvigheid en onder welke veiligheidsverhogende condities dat mogelijk is. Tevens wordt aangegeven waar in de stad geïnvesteerd dient te worden in een beter niveau van beheersbaarheid. Tot slot wordt beschreven waar de veiligheid in de bestaande woonomgeving door het 'aanpakken' van bestaande knelpunten kan worden verbeterd Bedrijven Binnen het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die vanwege de aanwezigheid of het werken met gevaarlijke stoffen momenteel beperkingen opleveren voor de omgeving: vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 17

18 18 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

19 Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving 5.1 Algemeen Het bestemmingsplan "V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )" is te typeren als een gedetailleerd plan. De methodiek van het bestemmingsplan is gebaseerd op de SVBP2008. Waar dat noodzakelijk is, wordt afgeweken van de standaard en kan specifiek toegesneden worden op de feitelijke situatie in het onderhavige plangebied. 5.2 Planmethodiek Er is, volgens de Wro, gekozen voor een analoge en digitale verbeelding van het plan. Aan de bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld die direct inzichtelijk maken welke ontwikkelingen zijn toegestaan. Verbeelding en regels bieden een directe bouwtitel voor bebouwing en gebruik. 5.3 Verbeelding In de analoge en digitale verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis ingevolge het voorliggende plan, indien en voor zover deze in de regels daaraan wordt gegeven. Als een aanduiding juridisch gezien geen enkele betekenis heeft, is deze niet opgenomen in de verbeelding. Ten behoeve van de leesbaarheid is het plan wel op een topografische ondergrond gelegd. De bestemmingen en de aanduidingen zijn ingedeeld in de hoofdgroepen volgens de SVBP2008 en zijn bij de verbeelding opgenomen in een renvooi. Opgemerkt wordt nog dat de analoge en digitale verbeelding qua verschijning van elkaar verschillen, immers de wijze van raadplegen is ook verschillend. Inhoudelijk zijn geen verschillen te vinden. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 19

20 20 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

21 Hoofdstuk 6 Handhaving 6.1 Algemeen De gemeente heeft in maart 2009 het toezicht- en handhavingsprogramma 2009 vastgesteld. In dit handhavingsprogramma is aangegeven dat de gemeente zich inzet om van Eindhoven een sterke stad met een levendige economie te maken. Veiligheid en leefbaarheid staan daarbij voorop. Het gemeentebestuur heeft een gemeente voor ogen die maximaal dienstverlenend is, maar die ook de grenzen aangeeft en de spelregels bewaakt. Zij treedt, waar dat nodig is, daadkrachtig op in het algemeen belang voor de bescherming van de rechtszekerheid van individuele belangen. De gemeente handhaaft consequent, werkt in belangrijke mate stadsdeel- en gebiedsgericht en programmatisch en staat dicht bij de burger. Goed toezicht en handhaving zijn van cruciaal belang om de leefbaarheid, de rechtszekerheid, de veiligheid, bedrijvigheid en het milieu in Eindhoven te bevorderen. Overlast en vervuiling dienen te worden teruggedrongen en naleving van voorschriften van bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen is hierbij noodzakelijk. De wet- en regelgeving blijft het uitgangspunt voor toezicht en handhaving. Cruciaal is evenwel dat de gemeente zich vanuit toezicht en handhaving als partner opstelt en daarbij de nodige dynamiek toont en helder communiceert over wat wel en niet kan. Er is een handhavingsmodel voor toezicht en handhaving en dit model wordt gekenmerkt door 7 basisprincipes: Integrale aanpak vanuit een samenhangende organisatie. Toezicht en handhaving als sterke schakels in de reguleringsketen ( zowel beleidsmatig als qua uitvoering). Optimaal toepassen van moderne communicatietechnologie bij toezicht en handhaving. Goede informatiepositie van de handhavers door een betere beschikbaarheid van betrouwbare gegevens over kenmerken van de stad, vergunningen, controles, activiteiten en procedures. In een vroegtijdig stadium van toezicht en handhaving in gesprek gaan met de burgers en bedrijven gericht op het zo min mogelijk hoeven toepassen van bestuursrechtelijke maatregelen. In alle redelijkheid is ruimte voor maatwerk maar zo nodig wordt doorgepakt. We zeggen wat we doen; we doen wat we zeggen en we laten zien wat we gedaan hebben. Op basis van dit toezicht- en handhavingsprogramma is een gemeentelijk werkplan opgesteld waarin per aandachtsveld de toezicht- en handhavingsactiviteiten SMART zijn vorm gegeven. Voor het aandachtsveld Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening (strijdigheid met het bestemmingsplan) zijn op ruimtelijke ordeningsgebied onder meer de volgende activiteiten benoemd: Controle panden op illegale bewoning/strijdig gebruik woning met bestemmingsplan. Controle panden op ontoelaatbare woningsplitsing. Accent op specifieke locaties per stadsdeel (autohandellocaties). Bij illegale bouw en illegaal gebruik worden gemelde misstanden aangepakt waarbij zaken waar veiligheid, monumentale panden en welstand in het geding is. Een eerste vereiste om goed te kunnen handhaving zijn duidelijk regels. Bij het ontwikkelen van de standaardregels voor het stedelijk gebied van Eindhoven is daarom gekozen voor een zo helder mogelijke juridische methodiek. De regels zijn zo geredigeerd, dat deze in de toetsingspraktijk goed hanteerbaar zijn. Planregels dienen duidelijke normen te bevatten die niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn en tevens actueel en controleerbaar zijn. Teneinde hieraan te voldoen zijn de regels aangepast aan de meest recente jurisprudentie en wetgeving (bijv. Woningwet en de SVBP2008). Dit biedt voldoende garanties voor de rechtszekerheid en de flexibiliteit van de nieuwe bestemmingsplannen. In het voorliggende bestemmingsplan is het actuele ruimtelijk beleid van Eindhoven vastgelegd, toegespitst op het plangebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch toetsingskader voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze kwaliteit voor de planperiode te vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 21

22 kunnen garanderen is vereist, dat in de praktijk de planregels strikt worden toegepast en gehandhaafd. Goede voorlichting en informatievoorziening dragen bij aan een verbetering in de naleving van de bestemmingsplannen. 6.2 Handhaving voorliggend plan Leidend motief bij de toekenning van de bestemmingen is het antwoord op de vraag of de desbetreffende functie ter plaatse in ruimtelijk opzicht acceptabel is (ongeacht of een en ander in overeenstemming is met de voorgaande (nu nog vigerende) bestemmingsplannen en/of een en ander functioneert in overeenstemming met andere regelgeving, bijvoorbeeld milieuwetgeving, winkelsluitingswet, bouwverordening, algemene plaatselijk verordening etc.) Er zal dus in een aantal gevallen sprake kunnen zijn van het met het voorliggende plan legaliseren van situaties die niet conform de nu nog geldende bestemmingsplannen zijn, maar uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar zijn. Dit zal betekenen dat in deze situaties te zijner tijd niet meer zal kunnen worden opgetreden op basis van het voorliggende bestemmingsplan. Opgemerkt kan worden dat het in nagenoeg alle gevallen bedrijven betreft waarvan het bestaan bij de gemeente bekend is. De plicht tot handhaving van andere regelgeving (bijvoorbeeld milieuwetgeving) ter zake blijft uiteraard onverkort van kracht. Er is in het voorliggende plan slechts aandacht voor handhaving in geval van het met dit bestemmingsplan wegbestemmen van momenteel bestaande functies, dus als er sprake is van het om redenen van een de goede ruimtelijke ordening toekennen van een bestemming die niet conform de bestaande situatie is. Dergelijke gevallen doen zich voorzover uit onderzoek gebleken met het voorliggende plan niet voor. 6.3 Planregels De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, in bestemmingsregels, in algemene regels en in overgangs- en slotregels. De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels. In de Begrippen (artikel 1) wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als gebruikte begrippen niet in deze lijst voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het dagelijks taalgebruik. In het artikel over de "Planregels" (artikel 6.3) worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd. De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht. Bestemming `Maatschappelijk (artikel 3) Het betreft hier een verzamelbestemming ten behoeve van medische, sociaal-culturele, religieuze, educatieve en openbare dienstverlenende (non-profit) instellingen en voorzieningen ten behoeve van sport. Concreet gaat het hier om voorzieningen als kerken, scholen, buurtcentra, sporthallen, bejaardenhuizen, welzijnsvoorzieningen, medische (groeps)praktijken e.d. al dan niet in combinatie met (boven)woningen. Gekozen is voor een flexibele regeling, zodat uitwisseling van alle functies die passen binnen de omschrijving mogelijk is. Binnen de bestemming `Maatschappelijk' is horeca uitsluitend toegestaan ondergeschikt aan dan wel ter ondersteuning van de desbetreffende maatschappelijke functie(s). Dat wil (zoals vermeld in het gemeentelijke Horecabeleidsplan) zeggen dat de openingstijden van de horeca-activiteit niet ruimer mogen zijn dan die van de hoofdactiviteit, dat de horecavoorziening geen eigen toegang mag hebben en dat er geen separate reclame-uitingen zijn toegestaan. Voor de' Algemene regels' zijn opgenomen de Anti-dubbeltelregel, de Algemene gebruiksregels en de Algemene afwijkingsregels. In de Overgangs- en slotregels zijn het Overgangsrecht en de Slotregel opgenomen. 22 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

23 Hoofdstuk 7 Financiële aspecten Er is in casu geen sprake van een ontwikkeling waarop de Grondexploitatiwet van toepassing is. Het afsluiten van een anterieure overeenkomst danwel het vaststellen van de exploitatieplan is zodoende niet aan de orde. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 23

24 24 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

25 Hoofdstuk 8 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid 8.1 Overleg ex artikel Bro Gelet op de aard en de omvang van het bestemmingsplan is geen invulling gegeven aan het overleg als bedoeld in art Besluit ruimtelijke ordening. Overigens zijn er geen provinciale en/of rijksbelangen in het geding. 8.2 Inspraak en samenspraak Het voornemen om verspreid over de stad een aantal accommodaties voor bovengenoemde doelgroep te situeren is onderwerp geweest van een uitgebreide procedure in het kader van de Verordening Samenspraak en Inspraak. Zo is er ten behoeve van de locatie Boschdijk een zeer goed bezochte informatieavond gehouden op 30 september Tijdens deze bijeenkomst zijn er tal van vragen gesteld, aandachtspunten geformuleerd en thans reeds voorkomende problemen in de drufgs- en alcoholsfeer aangegeven. Op basis van deze informatie is onder meer samen met een delegatie van de bewoners een wijkschouw gehouden en zijn inmiddels maatregelen genomen om de huidige situatie te verbeteren. Tevens is aangegeven dat de komst van deze accommodatie vergezeld gaat van flankerend beleid. Op basis van de gevoerde samenspraak heeft het college op 19 januari 2010 onder meer besloten om het gebouw Boschdijk aan te wijzen als een zogenaamde prioritaire voorziening, te weten een hostel voor dak- en thuiskozen. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 25

26 26 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

27 Bijlagen vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 27

28 28 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

29 Bijlage 1 Eindrapport Intraval literatuurstudie vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 29

30 30 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

31 Literatuurstudie Effecten Hostels dak- en thuisloze verslaafden F. Schaap S. Biesma B. Bieleman

32 EFFECTEN HOSTELS DAK- EN THUISLOZE VERSLAAFDEN LITERATUURSTUDIE INTRAVAL Groningen-Rotterdam

33 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding Onderzoeksvragen Aanpak Leeswijzer 2 2. Achtergrond Hostels Overlast 5 3. Effecten hostels Overlast en beeldvorming Criminaliteit 9 4. Conclusies 10 Eindnoten: geraadpleegde literatuur 12

34 1. AANLEIDING In het Stedelijk Kompas Eindhoven, Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang is vastgelegd hoe de gemeente Eindhoven er, samen met een aantal instellingen voor maatschappelijke zorg en gezondheidszorg, voor wil zorgen dat de opvang, zorg en leefomstandigheden van dak- en thuislozen verbetert. 1 Het doel hiervan is een vermindering van het aantal dak- en thuislozen en een afname van de overlast en criminaliteit die samenhangt met de problematiek van verslaving en dak- en thuisloosheid. Ook de overige centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg in Nederland hebben een dergelijk Stedelijk Kompas opgesteld in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Een onderdeel van de uitvoering van het Stedelijk Kompas is de oprichting van een aantal woonvoorzieningen voor (verslaafde) dak- en thuislozen, ook wel hostels genoemd. Voor één van deze woonvoorzieningen is de Boschdijk in de Eindhovense wijk Oud Woensel als geschikte locatie naar voren gekomen in een locatiekeuzetraject. Ter onderbouwing van de benodigde bestemmingsplanherziening heeft de gemeente Eindhoven behoefte aan een analyse van bestaande metingen naar de overlast in de omgeving van een dergelijke voorziening. Hiermee moet een algemeen beeld worden gegeven van de mogelijke ontwikkeling van de leefbaarheid en de overlast in de buurt. Dit beeld moet, voor zover mogelijk, worden gerelateerd aan de situatie aan de Boschdijk. Hiervoor heeft de gemeente Eindhoven onderzoekbureau INTRAVAL opdracht gegeven een literatuurstudie uit te voeren. Deze studie bestaat uit het verzamelen en analyseren van beschikbare (wetenschappelijke) literatuur over de effecten van de oprichting van een hostel op overlast in de (woon)omgeving. 1.1 Onderzoeksvragen Voor deze literatuurstudie is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Wat zijn de te verwachten gevolgen van de komst van een woonvoorziening voor daken thuisloze verslaafden aan de Boschdijk in Eindhoven voor de omgeving? Daarbij zijn de volgende deelvragen onderscheiden: 1. Wat is bekend over de effecten van woonvoorzieningen voor dak- en thuisloze verslaafden op de ervaren overlast, criminaliteit en woongenot in de omliggende buurt? 2. Welke aspecten lijken voor zover bekend met name van invloed te zijn op eventuele positieve of negatieve ervaringen en in hoeverre zijn deze te vertalen naar de Eindhovense situatie? 1.2 Aanpak Voor het verzamelen van de literatuur met betrekking tot de effecten van het oprichten van een hostel is gebruik gemaakt van landelijke databases en zoekmachines zoals EbscoHost, Purple Search, Google Score, Web of Science en PiCarta. De literatuur heeft enkel betrekking op hostels of soortgelijke woonvoorzieningen waar binnenshuis drugs mag worden gebruikt. INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 1

35 Hierbij is gezocht naar effectstudies over de omgeving van hostels waarbij verschillende metingen zijn uitgevoerd. Bij deze onderzoeken bepaalt de 0-meting de mate van overlast voor de komst van de opvangvoorziening, de vervolgmeting(en) zijn uitgevoerd nadat de voorziening is geopend. Door de verschillende metingen te vergelijken kan worden bepaald of de overlast is toe- of afgenomen. De meeste aangetroffen literatuur over (de effecten van) hostels gaat in op de gevolgen voor de kwaliteit van leven van de bewoners van de hostels zelf, terwijl daarbij niet altijd sprake is van meerdere metingen. Deze onderzoeken zijn, gezien het verzoek van de opdrachtgever, dan ook niet bruikbaar voor deze literatuurstudie. In Utrecht zijn de gevolgen voor de omgeving van de komst van hostels gevolgd door middel van meerdere metingen. Er zijn in Utrecht acht hostels opgericht, waarvan één voor niet verslaafde dak- en thuislozen en één voor alcoholverslaafde dak- en thuislozen. De overige zes hostels zijn bedoeld voor harddrugsverslaafden. Bij vijf van deze zes hostels zijn twee of drie metingen verricht. Alleen uit deze vijf onderzoeken kan met andere woorden worden afgeleid wat de gevolgen voor de omgeving of de omwonenden van een hostel voor drugsverslaafde daklozen zijn, vergelijkbaar met de situatie in Eindhoven. Ook bij de twee hostels die niet gericht zijn op harddrugsverslaafde daklozen zijn meerdere metingen verricht. Daarnaast is in Hilversum een woonvoorziening voor onder andere harddrugsverslaafden onderzocht met twee metingen. In deze voorziening mag echter geen drugs binnenshuis worden gebruikt. Vanwege de vergelijkbare doelgroepen en het feit dat het om woonvoorzieningen voor dak- en thuislozen gaat, zijn deze onderzoeken wel meegenomen in de literatuurstudie. Verder is in Rotterdam het zogenoemde Intensief Begeleid Wonen onderzocht, een woonvorm waar evenals in hostels drugs op de eigen kamer mag worden gebruikt. Bij dit onderzoek is de gepleegde criminaliteit door de bewoners van deze woonvoorziening meegenomen. Onderzoek naar de gevolgen voor bewoners van hostels zelf en naar gevolgen van opvangvoorzieningen waar drugs mogen worden gebruikt zijn niet meegenomen in de studie. Al met al kunnen, gezien het verzoek van de opdrachtgever, negen onderzoeken worden gebruikt voor de onderliggende studie. 1.3 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk zal allereerst worden ingegaan op wat in de literatuur onder een hostel wordt verstaan. Tevens wordt kort aangegeven hoe in deze studie (drugs)overlast wordt opgevat. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de effecten van een hostel en enkele overige woonvoorzieningen op (drugs)overlast in de omgeving beschreven. In het afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen en daarmee een vertaalslag naar de situatie in Eindhoven weergegeven. INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 2

36 2. ACHTERGROND Hieronder wordt een beschrijving gegeven van hetgeen in de literatuur onder een hostel voor (verslaafde) dak- en thuislozen wordt verstaan. Vervolgens wordt kort ingegaan op het begrip (drugs)overlast. 2.1 Hostels Een hostel is een 24-uursopvangvoorziening waarin verslaafde dak- en thuislozen, zonder maximale verblijfsduur, kunnen wonen. 2 Hostels hebben veelal twee hoofddoelstellingen: het bieden van opvang, huisvesting en zorg aan verslaafde dak- en thuislozen enerzijds en het terugdringen van overlast die deze groep veroorzaakt anderzijds. Daarmee wordt tevens beoogd de leefbaarheid en de veiligheid in een buurt of stad te verbeteren. 3 Utrecht is de eerste stad waar sinds het begin van deze eeuw hostels zijn opgericht. Vervolgens heeft dit in verschillende steden navolging gekregen. Middelengebruik In een hostel is doorgaans permanente (woon)begeleiding aanwezig. Kenmerkend voor een hostel is dat de bewoners ervan, uitsluitend op hun eigen kamer, alcohol en drugs mogen gebruiken. Binnen andere woon- en opvangvoorzieningen (zoals een nachtopvang, 24- uursopvang, crisisopvang of sociaal pension 4 ) is middelengebruik doorgaans verboden. Dealen rondom en in de hostels wordt echter niet getolereerd. Verslaafden mogen alleen de gebruikshoeveelheid drugs bij zich dragen. Doelgroep Hostels kunnen variëren in type doelgroep en grootte. Ook de mate van laagdrempeligheid en de vereiste zelfredzaamheid verschillen. Zo zijn er hostels waar alleen vrouwen wonen, terwijl er ook verslavingsspecifieke hostels zijn, bijvoorbeeld voor harddruggebruikers of voor alcoholisten. 5 Kenmerkend voor de bewoners van de meeste hostels is het langdurige leven op straat, het jarenlange drugsgebruik, vaak in combinatie met grote problemen op meerdere levensgebieden. Vanwege de jarenlange verslaving hebben de bewoners vaak een slechte lichamelijke en geestelijke conditie. In de hostels krijgen ze de benodigde zorg en begeleiding van professionele hulpverleners. Dit betekent dat bewoners van een hostel een beter perspectief geboden kan worden, het biedt mogelijkheden aan bewoners om verandering aan te brengen in hun leven. 6 Hierdoor kan een omslag in het leven van de doelgroep worden bewerkstelligd. De bewoners slapen niet meer op straat of in openbare ruimten. Het middelengebruik wordt gestabiliseerd en de drugs hoeven niet meer op straat te worden gebruikt. Dit heeft een indirect effect op de ervaren overlast in de stad, terwijl ook de druk op overige opvangvoorzieningen, aangezien hostelbewoners daar geen gebruik meer van hoeven te maken, afneemt. Plaats op woonladder Een hostel vormt voor de bewoners ervan een trede omhoog op de zogenoemde woonladder. Met de woonladder worden de diverse gradaties in woonvormen bedoeld. Het idee van de woonladder is ontstaan vanuit het groeiende besef dat tussen de straat en het gewone rijtjeshuis een aantal treden ontbreekt. Hierdoor kunnen bepaalde groepen niet eenvoudig worden gehuisvest. De woonladder kan worden voorgesteld als een traject waarin cliënten van de maatschappelijke opvang en de geestelijke gezondheidszorg kunnen 'opklimmen' vanuit het leven op straat (het daadwerkelijk dakloos zijn) naar een bestaan INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 3

37 waarin zelfstandig wonen mogelijk is. In figuur 1.1 is weergegeven welke woonvormen in het beklimmen van de woonladder mogelijk zijn. Een hostel valt onder de trede beschermend wonen. Voor bewoners van hostels betekent deze trede op de woonladder een verbetering ten opzichte van hun voorafgaande woonsituatie. Zij leefden veelal op straat en/of in opvangvoorzieningen. Voor een groot deel van de hostelbewoners zal het wonen in een hostel, gezien hun achtergrondkenmerken, als hoogst haalbare trede op de woonladder betekenen. Voor enkelen zal het doorstromen naar een meer zelfstandige woonvorm met begeleiding mogelijk zijn. Eenmaal op de trede beschermend wonen of begeleid wonen is het van belang om die situatie te stabiliseren en terugval te voorkomen. Figuur 1.1 De Woonladder Omschrijving Zelfstandig wonen Woonvormen Normale woonvormen (eigen woning) Begeleid wonen Zelfstandig wonen (extern) met (beperkte) woonbegeleiding, bijvoorbeeld opstapwoningen. Beschermend wonen Woonvormen met eigen kamer of wooneenheid en intensieve (groeps) begeleiding en toezicht. Langdurige opvang 24-uurs opvang, sociaal pensions, klinische opnames GGz Laagdrempelige opvang Nachtopvang en wisselende opvang (maatschappelijke opvang, familie, vrienden) Straat Buitenslapers - geen contact met de maatschappelijke opvang, zorgwekkende zorgmijders Randvoorwaarden Hieronder worden enkele randvoorwaarden aangegeven waarmee kan worden voorkomen dat een hostel of woonvoorziening mogelijk gepaard kan gaan met overlast in de omgeving. Hiermee wordt overigens de tweede deelvraag welke aspecten lijken, voor zover bekend, met name van invloed te zijn op eventuele positieve of negatieve ervaringen met hostels beantwoord. Tweesporen beleid Uit de bestudeerde literatuur is gebleken dat zorg voor de doelgroep en overlastbestrijding beide noodzakelijk zijn om de leefbaarheid van een buurt of stad te verbeteren. 7 In Utrecht blijkt de combinatie van hard en sociaal tot positieve resultaten te leiden: stevige overlastbestrijding, lik-op-stukbeleid, intensieve veiligheidsaanpak enerzijds en het gelijktijdig ontwikkelen van een volwaardig zorg- en begeleidingsprogramma anderzijds. 8 INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 4

38 Draagvlak Het is gebleken dat heldere communicatie en het vooraf scheppen van duidelijke verwachtingen in de buurt waar een voorziening is gepland, vertrouwen en draagvlak creëert bij buurtbewoners. 9,10 Daarbij is het van belang om toezeggingen en afspraken vast te leggen in een convenant en deze ook na te komen. 11,12 Beheergroep In Utrecht is een werkwijze toegepast met beheergroepen in de buurt; per voorziening en met een grote betrokkenheid en inbreng van omwonenden. 13 Deze beheergroepen kunnen gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van Burgemeester en Wethouders. 14 In een representatieve beheergroep zitten, naast een onafhankelijke voorzitter en notulist, vertegenwoordigers van de gemeente, zorginstelling(en), omwonenden, politie (wijkagent) en bewoners van de voorziening. Een beheergroep bevordert de communicatie tussen de betrokkenen. 15 Drugshandel Handel in harddrugs, een grote overlastbron wat betreft (drugs)overlast, in de buurt van een hostel moet worden tegengegaan. 16 In Utrecht en Rotterdam hebben het Openbaar Ministerie, de politie en de gemeente Utrecht afgesproken dat dealen rondom en in de voorzieningen niet wordt getolereerd. 17 Verslaafden mogen alleen de gebruikshoeveelheid drugs bij zich dragen. Binden hostelbewoners Uit de literatuur is gebleken dat een hostel of vergelijkbare woonvoorziening dusdanig moet worden ingericht dat cliënten zich ermee willen verbinden. 18 Dat wil zeggen dat er aansluiting moet bestaan tussen de doelgroep en de voorziening. Wanneer bewoners zich verbonden voelen met het hostel zullen zij zelf mede voorkomen dat er overlast in de buurt zal ontstaan. Gunstig voor het functioneren van hostels zijn: bereikbaarheid; voldoende capaciteit; een goede sfeer; en de beschikbaarheid van medische deskundigheid, faciliteiten en materialen. Monitoren overlast Tot slot is het van belang om te monitoren of overlast rondom een opvangvoorziening toeof afneemt. Het is raadzaam een nulmeting en één of meerdere vervolgmetingen te laten uitvoeren door een onafhankelijke onderzoeksorganisatie. 19,20 De nulmeting bepaalt de mate van overlast voor de komst van de opvangvoorziening, de vervolgmeting wordt uitgevoerd nadat de voorziening is geopend, bijvoorbeeld na een jaar. Door de twee metingen te vergelijken kan worden bepaald of de overlast is toe- of afgenomen. 2.2 Overlast In deze literatuurstudie wordt met name ingegaan op overlast omtrent (hard)drugs. In verschillende studies naar drugsoverlast is onderscheid gemaakt naar soorten en gevolgen van drugsoverlast: criminaliteit; openbare orde overlast; en audiovisuele overlast. 21,22,23 De eerste vorm, criminaliteit, is expliciet vastgelegd en strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. De tweede vorm van overlast zijn de verstoringen van de openbare orde. Deze vorm is minder objectief, maar juridisch enigszins omschreven in de zogenoemde Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV s). Bij de derde vorm van overlast, audiovisuele overlast, moet worden gedacht aan irritant, hinderlijk en onaangepast gedrag, zonder dat er sprake is van criminaliteit of ordeverstorende gedragingen zoals omschreven in de APV. 24 INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 5

39 3. EFFECTEN HOSTELS In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de effecten van het oprichten van een hostel op de ervaren overlast. Omwonenden reageren vaak huiverig of afwijzend op de komst van een hostel of vergelijkbare woonvoorziening. Gevreesd wordt voor een toename van de overlast door een mogelijke aanzuigende werking van de voorziening en het rondhangen van verslaafden rond de voorziening. 25,26 Achtereenvolgens zullen hieronder de gevolgen van de komst van hostels en vergelijkbare woonvoorzieningen worden beschreven wat betreft overlast en beeldvorming enerzijds en criminaliteit anderzijds. 3.1 Overlast en beeldvorming In Utrecht zijn bij vijf van de zes op harddrugsverslaafden gerichte hostels twee of drie metingen naar overlast en veiligheid verricht. Per meting hebben 200 tot 300 omwonenden per hostel deelgenomen aan een enquête waarmee de veiligheid en leefbaarheid is gemeten. Deze onderzoeken worden hieronder beschreven, evenals de resultaten van een vergelijkbare woonvoorziening in Rotterdam. Daarnaast zijn er twee woonvoorzieningen in Utrecht onderzocht die qua opzet enigszins afwijken van een hostel. Deze woonvoorzieningen zijn namelijk niet gericht op harddrugsverslaafden, maar op dakloze alcoholisten en niet-verslaafde daklozen. Bij deze voorzieningen zijn twee of meer metingen verricht naar overlast en veiligheid. Bij een derde woonvoorziening, gevestigd in Hilversum, zijn eveneens twee overlastmetingen onder omwonenden verricht. In deze woonvoorziening mag echter binnenshuis geen drugs worden gebruikt. De resultaten van deze drie overige woonvoorzieningen worden ook in deze paragraaf beschreven. Hostels voor harddrugsverslaafden Hieronder worden de resultaten van de metingen naar overlast en veiligheid rondom de hostels gericht op harddrugsverslaafden weergegeven. De onderzoeken zijn door verschillende onderzoeksbureaus verricht en hebben een verschillende onderzoeksopzet. Ze zijn daarom onderling niet goed vergelijkbaar en worden dan ook apart van elkaar besproken. Hostel De Hoek Rond één van de eerste drie opgerichte hostels (De Hoek aan de Sartrestraat) hebben drie metingen plaatsgevonden, één voorafgaand aan de opening en twee (met een tussenliggende periode van een jaar) na opening van het hostel. In alle drie de metingen blijkt meer dan 90% van de geënquêteerden op de hoogte te zijn van (de komst van) het hostel. Uit de drie metingen wordt geconcludeerd dat de komst van het hostel geen aantoonbare invloed heeft gehad op de leefbaarheid en de veiligheid van de omgeving. 27,28 De belangrijkste resultaten zijn: - uit diverse bronnen blijkt dat er geen toename van overlast heeft plaatsgevonden; - in beide metingen na opening van het hostel heeft 95% van de omwonenden aangegeven dat zij nooit overlast hebben ondervonden van het hostel. INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 6

40 Daarnaast zijn omwonenden positiever in hun beeldvorming over de komst van het hostel: 29 - geconcludeerd wordt dat de beeldvorming van omwonenden ten aanzien van daklozen zich op een positieve manier heeft ontwikkeld; - omwonenden zijn in toenemende mate van mening dat dit type opvang in de wijk moet plaatsvinden (van 41% voorafgaande aan opening naar 63% in de tweede meting na opening); - omwonenden zijn in toenemende mate van mening dat door het hostel dak- en thuislozen minder op straat rondhangen (van 46% voorafgaande aan opening naar 75% ten tijde van de tweede meting na opening). Hostels Maliehof en Habi Tante Uit onderzoeken rond twee andere hostels in Utrecht (Maliehof en Habi Tante) is, na één meting voorafgaand aan de opening en twee na opening, gebleken dat de komst ervan in de betreffende woonwijken geen (negatieve of positieve) invloed heeft gehad op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt: 30,31 - het woongenot van de ondervraagden blijkt ongewijzigd te zijn; - de ervaren (drugs)overlast rond de Maliehof is verminderd na de komst van de hostels; - rond Habi Tante is de ervaren drugsoverlast afgenomen; zo denkt tijdens de tweede meting na opening 2% van de geënquêteerden dat het gebruik van drugs op straat vaak voorkomt, tijdens de eerste meting ging het om 7%; - geen van de geënquêteerden rond Habi Tante denkt dat overlast door aanwezigheid en lawaai van drugsgebruikers vaak voorkomt tijdens de tweede meting na opening. 32 Ruim drie kwart van de geënquêteerden bij deze beide hostels is op de hoogte van het bestaan van de beheergroep, en daarmee van de aanwezigheid van de hostels. Bij deze twee hostels is het draagvlak onder de omwonenden voor het hostel vergroot: 33,34 - het percentage omwonenden van de Maliehof dat positief oordeelt over de komst van het hostel is gestegen van 51% voorafgaande aan de opening naar 69% in de tweede meting na opening 35. Het percentage dat negatief oordeelt over de komst is afgenomen van 26% voorafgaande aan de opening tot 6% in de tweede meting na opening; - deze trend is eveneens zichtbaar rondom het hostel Habi Tante. Het percentage omwonenden dat de komst van het hostel een goede maatregel vindt, is gestegen van 54% voorafgaande aan de opening naar 77% tijdens de tweede meting na opening. 36 Het percentage dat de komst van het hostel een slechte maatregel vindt is gedaald van 21% naar 4%. Hostels Wittevrouwen en Overvecht Rond hostel Wittevrouwen hebben drie metingen plaatsgevonden, één voorafgaand aan de opening en twee (met een tussenliggende periode van een jaar) na opening van het hostel. Bij hostel Overvecht zijn dit er twee; één meting voor de opening van het hostel en één na de opening. Vrijwel alle geënquêteerden zijn op de hoogte van de aanwezigheid van het (93 tot 96%). De belangrijkste conclusies zijn als volgt: - omwonenden van hostel Wittevrouwen vinden dat de komst van het hostel niet of nauwelijks van invloed is geweest op de leefbaarheid en veiligheid in de buurt; - van de omwonenden van hostel Wittevrouwen voelt ruimt 90% zich zelden of nooit onveilig. Dit verschilt nauwelijks met de vorige metingen; - omwonenden van hostel Overvecht vinden niet dat het hostel heeft geleid tot een aantasting van de leefbaarheid in de buurt. In de directe omgeving van het hostel voelt men zich ten tijde van de meting na opening ervan veiliger (71%) dan in de meting voorafgaande aan opening (59%); INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 7

41 - omwonenden van het hostel Overvecht zijn in de meting na opening positiever over de aandacht van de gemeente voor de problemen in de buurt: 63% geeft in de meting na opening aan hier (zeer) positief over te zijn, tegenover 44% in de meting voorafgaande aan opening. Ook is gebleken dat het draagvlak voor beide hostels onder de omwonenden is vergroot: 37,38-85% van de omwonenden van hostel Wittevrouwen staat in de tweede meting na opening positief tegenover de komst van de voorziening, in de meting voorafgaande aan opening was 66% van de omwonenden positief; - het percentage omwonenden dat negatief is over het hostel is gedaald van 29% voorafgaande aan de opening naar 6% tijdens de tweede meting na opening; - als reden voor de positievere beeldvorming worden vooral sociale motieven genoemd, namelijk dat een hostel hulpverlening kan bieden en dat het een mogelijkheid is om een maatschappelijk probleem goed op te lossen; - omwonenden van het hostel Overvecht zijn na verloop van tijd eveneens positiever gestemd over het hostel dan voorafgaande aan de opening ervan. In de meting na opening heeft 68% van de respondenten aangegeven het een goede maatregel te vinden, tegenover 33% voorafgaande aan opening; - het aantal omwonenden van hostel Overvecht dat negatief is over de komst is afgenomen van 29% voorafgaande aan de opening naar 10% tijdens de meting na opening. Overige woonvoorzieningen Hieronder worden enkele resultaten van metingen rond overige woonvoorzieningen beknopt beschreven. Hogelanden In hostel Hogelanden wonen alleen alcoholverslaafde daklozen. Bijna negen van de tien (87%) omwonenden weet dat het hostel in 2007 is geopend. 39 Na drie metingen (één voor de opening van het hostel en twee erna) luidt de belangrijkste conclusie dat het hostel Hogelanden, tegen de verwachting van veel bewoners in, niet heeft geleid tot overlast in de buurt: - de verwachte toename van dronken mensen op straat, rommel op straat en onveiligheid is uitgebleven; - de meeste omwonenden van hostel Hogelanden voelen zich na opening van het hostel zelden of nooit onveilig in de buurt; - ten tijde van de derde meting vindt 29% van de bewoners dat de buurt het afgelopen jaar erop vooruit is gegaan. Dit is een hoger percentage dan in de jaren daarvoor (respectievelijk 20 en 25%). Ook is de beeldvorming onder de omwonenden van hostel Hogelanden gewijzigd: - ruim twee derde (69%) is ten tijde van de tweede meting na opening positief over de komst van het hostel, tegenover 58% in de eerste meting na opening en 36% voorafgaande aan de opening; - het percentage omwonenden dat de komst van het hostel een slechte maatregel vindt is gedaald van 34% voorafgaande aan opening naar 8% tijdens de tweede meting na opening. De Bolsbeek Rondom hostel De Bolsbeek, een hostel voor niet-verslaafde daklozen, is ruim 95% van de omwonenden op de hoogte van (de komst van) het hostel. 40 Er hebben twee metingen plaatsgevonden; één voor de opening van het hostel en één erna. De belangrijkste conclusies zijn: INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 8

42 - de veiligheidssituatie is niet veranderd door de komst van de voorziening; - er is nauwelijks sprake van overlast in het beheergebied. De enige genoemde vormen van overlast zijn: overlast van jongeren en geluidsoverlast; - van de omwonden geeft 62% in de tweede meting aan dat de buurt in de komende jaren vooruit zal gaan, tegenover 53% in de eerste meting. Het draagvlak voor de komst van het hostel is toegenomen tussen de beide metingen: 41 - het percentage geënquêteerden dat voorstander is van de komst van het hostel is gestegen van 66% tot 84%. Woonvoorziening De Cocon In Hilversum is, in een woonbuurt in de nabijheid van het centrum, De Cocon gevestigd. Deze voorziening biedt opvang en huisvesting voor dak- en thuislozen en bestaat uit een viertal onderdelen, waaronder een sociaal pension voor (verslaafde) dak- en thuislozen. Er hebben twee metingen plaatsgevonden; één voor de opening en één een jaar na de opening tijdens de tweede meting blijken minder omwonenden overlast te hebben ervaren dan het percentage omwonenden dat dit in de eerste meting had verwacht; - de onveiligheidsgevoelens en openbare orde en audiovisuele overlast zijn bij omwonenden een jaar na opening van De Cocon toegenomen; - uit registratiegegevens van de politie is echter gebleken dat de criminele overlast is afgenomen en er geen sprake is van een toename van overlastmeldingen; - het percentage dat de komst van de Cocon een goede maatregel vindt is gestegen van 48% naar 56%. 3.2 Criminaliteit In de verschillende onderzoeken naar de gevolgen van de komst van hostels in Utrecht voor de hostelbewoners zelf wordt vermeld dat de doelgroep van de woonvoorzieningen is bereikt en het laagdrempelige karakter van de hostels in combinatie met (intensieve) woonbegeleiding de bewoners aan zich heeft kunnen binden, op zowel korte als langere termijn. 43 Er wordt geconcludeerd dat, doordat de bewoners van de hostels minder vaak aanwezig zijn in de gebruikersscene en het drugsgebruik verminderd en gestabiliseerd is, de overlastproblematiek in en rondom het centrum van Utrecht is afgenomen. Daarmee nemen ook hun criminele activiteiten af. Zo is het percentage hostelbewoners van De Hoek en Habi Tante dat gearresteerd of opgepakt werd afgenomen van 37% naar 17%, terwijl het percentage dat veroordeeld werd voor een misdrijf is afgenomen van 43% naar 39%. 44 Onderzoekers van Bouman GGZ hebben geconcludeerd dat er sprake is van minder overlast op straat door het oprichten van voorzieningen voor Intensief Beschermd Wonen (vergelijkbaar met een hostel). 45 Uit een effectmeting blijkt dat de gehele bewonersgroep nauwelijks meer in aanraking is gekomen met politie en justitie. Het gemiddelde aantal delicten per persoon per jaar is gedaald van bijna 32 naar 4. Er is niet alleen sprake van minder delicten, maar ook de aard van de delicten is lichter geworden. INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 9

43 4. CONCLUSIES In de woonvoorziening aan de Boschdijk in Eindhoven gaan ongeveer 30 verslaafde dak- en thuislozen wonen. Zij zullen intensief worden begeleid, terwijl er sprake is van permanent toezicht en beheer. De opzet van deze woonvoorziening is vergelijkbaar met de hostels die in Utrecht zijn ontwikkeld. In Eindhoven zal de woonvoorziening worden gevestigd de wijk Oud Woensel. Deze wijk ligt ten noorden van het centrum van Eindhoven. In de buurt zijn naast (arbeiders)woningen ook winkels en horecagelegenheden gevestigd. De wijk, met een oppervlakte van zo n 130 hectare, telt ongeveer inwoners. Het beoogde pand is in eigendom van de Eindhovense corporatie Trudo. De uitgevoerde literatuurstudie naar de effecten van hostels voor de omgeving leidt tot de hiernavolgende conclusies. Daarbij worden de onderzoeksvragen als uitgangspunt genomen. Effecten op ervaren overlast De eerste vraag die met de literatuurstudie is beantwoord luidt: Wat is bekend over de effecten van woonvoorzieningen voor dak- en thuisloze verslaafden op de ervaren overlast, criminaliteit en woongenot in de omliggende buurt? Geen (toename) overlast Uit de beschikbare evaluaties van hostels, waarbij de ervaren overlast voor omwonenden centraal staat, blijkt dat de gevreesde toename van overlast niet plaatsvindt. Integendeel, verreweg de meeste omwonenden ervaren in het geheel geen overlast van de hostels, veiligheidsgevoelens zijn verbeterd, terwijl drugsoverlast niet of nauwelijks voorkomt en zelfs is afgenomen. Tevens zijn omwonenden na verloop van tijd positiever in hun beeldvorming over de komst van een hostel. Hostelbewoners maken zich daarnaast minder vaak schuldig aan overlastgevende of criminele activiteiten vanaf het moment dat zij hun intrek in de woonvoorziening hebben genomen. Lokalisering hostel nabij centrum positief Daarnaast is gebleken dat, evenals in Eindhoven voor de Boschdijk geldt, de meeste (woon)voorzieningen in of nabij het centrum van de stad zijn gelokaliseerd, in (woon)buurten waar (een deel van) de doelgroep al aanwezig is en waar reeds (veel) overlast wordt ervaren. 46 In deze buurten zijn de bewoners vaak al bekend met de doelgroep, waardoor zij in mindere mate overlast ervaren dan in een wijk waar nog geen bekendheid met de doelgroep bestaat. In de buurten waar de doelgroep al (ten dele) aanwezig is, neemt de (drugs)overlast met het oprichten van een hostel juist af. De hostelbewoners hoeven immers niet meer op straat te verblijven, terwijl ook het middelengebruik naar binnen is verplaatst. Aspecten van invloed op de ervaringen Naast de gevolgen van hostels voor de overlast in de omgeving, is de tweede te beantwoorden vraag van deze literatuurstudie: Welke aspecten lijken voor zover bekend met name van invloed te zijn op eventuele positieve of negatieve ervaringen en in hoeverre zijn deze te vertalen naar de Eindhovense situatie? In de literatuur komen de volgende randvoorwaarden naar voren die van invloed kunnen zijn op de ervaringen. Randvoorwaarden Het bevorderen van positieve ervaringen met een hostel wordt bereikt door te voldoen aan een aantal randvoorwaarden, die te maken hebben met: het voeren van een tweesporen- INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 10

44 beleid (gelijktijdig repressie en hulpverlening inzetten); het creëren van draagvlak onder omwonenden; het instellen van een beheergroep; het optreden tegen drugshandel rond een hostel; het binden van de hostelbewoners aan het hostel; en het monitoren van overlast. De gemeente Eindhoven heeft toch nog toe alle randvoorwaarden die volgens het tijdspad uitgewerkt kunnen worden ook daadwerkelijk uitgewerkt en uitgevoerd. Situatie Eindhoven Het aantal beoogde bewoners en het type bewoners van het hostel in Eindhoven, alsmede de situering in de wijk is vergelijkbaar met enkele hostels in Utrecht. De locatie is naar voren gekomen na een intensief locatiekeuzetraject, waarin met diverse criteria omtrent bereikbaarheid, veiligheid, grootte, inpasbaarheid en dergelijke rekening is gehouden. Het pand biedt daarbij, evenals elders in Nederland het geval is, de mogelijkheid voor de bewoners, nadat zij een centrale toegang zijn gepasseerd, van hun eigen woonruimte gebruik te maken. Bovendien ervaren omwonenden in de huidige situatie, zonder hostel, de nodige overlast door dak- en thuisloze verslaafden. Evenals elders is de verwachting dat het hostel aan de Boschdijk een bijdrage zal leveren aan het verminderen van overlast. De overlast zal dan ook naar alle waarschijnlijkheid in ieder geval niet toenemen. Bijkomend voordeel is dat de verslavingszorginstelling Novadic-Kentron, de aangewezen instelling voor het begeleiden van personen met een verslavingsproblematiek, de begeleiding zal verzorgen. Eén of meerdere hostels kunnen een goede aanvulling zijn op het huidige voorzieningenniveau in Eindhoven. Een hostel vormt immers een onderdeel van de woonladder die voor dak- en thuisloze (harddrugs)verslaafden de mogelijkheid biedt een stabiel bestaan op te bouwen. INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 11

45 Eindnoten: geraadpleegde literatuur Dam, C. van (2010). BinnenPlaats, hostels, voor dak- en thuislozen. Beschrijving van de good practice. Movisie, Utrecht. 3 Wigboldus, J.N., A. Van den Akker, K. Vermeulen, E. van Hagen, J. Toet, D. Reinking (2005). Een thuis voor verslaafde daklozen. Leerervaringen van de realisatie van hostels in Utrecht. GG&GD gemeente Utrecht. 4 Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid (2010). Realiseren opvangvoorziening drugsverslaafden. Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), Utrecht. 5 Dam, C. van (2010). 6 Wigboldus, J.N. e.a. (2005). 7 Dam, C. van (2010). 8 Wigboldus, J.N. e.a. (2005). 9 Schooten, A. van (2003). 10 Jong, F. de, N. Hatzmann (2007). Iedereen onder dak. Handreiking voor huisvesting van bijzondere doel. groepen. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Den Haag. 11 Schooten, A. van (2003). 12 Dam, C. van (2010). 13 Wigboldus, J.N. e.a. (2005). 14 Dam, C. van (2010). 15 Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid (2010). 16 Schenk, A. (2009). Maatschappelijke Opvang. Een onderzoek naar het verloop en de waarborging van de continuïteit van maatschappelijke opvang in Delfshaven. Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam. 17 Dam, C. van (2010). 18 Gemeente Amsterdam (2005). 19 Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid (2010). 20 Wigboldus, J.N. e.a. (2005). 21 Snippe, J., E. de Bie en B. Bieleman (1996). Integrale veiligheidsrapportage Achtergrondstudie drugsoverlast: conceptualisering en inventarisatie. Ministerie van Binnenlandse Zaken. St. INTRAVAL, Groningen-Rotterdam 22 Bie, E. de, H. Maarsingh, B. Bieleman (1997). Lastige maten. Overlastveroorzakers in de Groningse binnenstad. Verschenen in de Sociale Reeks Groningen, Gemeente Groningen. 23 Snippe, J, G. Meijer, A. de Jong, B. Bieleman (2001). Ons een zorg. Onderzoek naar de 15 grootste overlastveroorzakers in de stad Groningen. St. INTRAVAL, Groningen-Rotterdam. 24 Bieleman, B., S. Biesma, J. Snippe, A. Beelen (2009). Literatuurstudie drugsgerelateerde overlast. In: M. van Laar, M. van Ooyen-Houben (red.) (2009). Evaluatie van het Nederlandse drugsbeleid. Trimbos-instituut/Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Justitie. Utrecht, Den Haag. 25 Schooten, A. van (2003). Operatie Achtertuin. Gemeente Groningen, Dienst Onderwijs Cultuur Sport en Welzijn, Groningen. 26 Veen, Z. van der, D. Meijneken, M. Boekenoogen (2009). Evaluatieonderzoek participatietrajecten. Locaties daklozenopvang, Sportnota en herinrichting Tromp-, Evertsen en De Ruijterstraat. Gemeente Amersfoort, Sector Dienstverlening, Onderzoek en Statistiek, Amersfoort. 27 Ossewaarde, C.M., D.G. Horst (2004). Leefbaarheid en Veiligheid in het beheergebied Sartreweg. 2-meting. Seinpost Adviesbureau, Arnhem. 28 Dam, C. van (2010). 29 Ossewaarde, C.M. en Horst (2004). 30 Overbeeke, R.W. van en W. Roorda (2004). Eénmeting Leefbaarheid en Veiligheid Maliebaan. Een half jaar na opening van het hostel. DSP-Groep, Amsterdam. 31 Overbeeke, R.W. van, mmv Bureau Mediad (2004). Evaluatie komst hostel Baden Powellweg (Habi Tante). Monitoring van de leefbaarheid en veiligheid rondom een opvangvoorziening voor verslaafde vrouwen eindmeting. DSP-Groep, Amsterdam. 32 Overbeeke, R.W. van (2004). 33 Overbeeke, R.W. van en W. Roorda (2004) INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 12

46 34 Overbeeke, R.W. van Mediad (2004) 35 Nauta, O (2005). 36 Overbeeke, R.W. van (2004). 37 Dimensus (2007). Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Beheergebied Hostel Wittevrouwensingel. Derde meting Gecorrigeerde versie. Dimensus beleidsonderzoek, Breda. 38 Dimensus (2008). Monitor Leefbaarheid en Veiligheid Beheergebied Hostel Overvecht. Eenmeting Dimensus beleidsonderzoek, Breda. 39 Dimensus (2008). Monitor leefbaarheid en veiligheid Beheergebied Hostel Hogelanden. Eindmeting Dimensus Beleidsonderzoek, Breda. 40 Ossewaarde, C.M., N.A.J. Janken (2004). Leefbaarheid en veiligheid in het beheergebied Bolksbeekstraat/Croeselaan. 1-meting. Seinpost Adviesbureau, Arnhem. 41 Ossewaarde, C.M. en N.A.J. Janken (2004). 42 Bieleman, B., R. Nijkamp (2010). Buiten De Cocon. Onderzoek leefbaarheid en veiligheid rond dak- en thuislozencentrum De Cocon in Hilversum. St. INTRAVAL, Groningen-Rotterdam. 43 Dam, C. van (2010). 44 Vermeulen, K., J. Toet, E. van Ameijden (2005). Eindrapportage hostelonderzoek Utrecht: Beter af met bad, bed, brood en begeleiding? GG&GD Utrecht, Utrecht. 45 Czyzewski, S., B. van de Wetering (2009). Intensief beschermd wonen: een geïntegreerd programma voor terugkeer in de samenleving. Bouman GGZ, Rotterdam. 46 Bieleman en Nijkamp INTRAVAL Effecten hostels dak- en thuisloze verslaafden 13

47 COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus BT Groningen Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: Sint Jansstraat 2C Goudsesingel 68 Telefoon Telefoon Fax Fax November 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Tekst: Opmaak: Opdrachtgever: F. Schaap, S. Biesma, B. Bieleman M. Boendermaker ISBN:

48

49 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 49

50 50 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

51 Regels vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 51

52 52 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

53 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) (SVBP2008) van de gemeente Eindhoven. 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.4 bestaand bij bouwwerken: bestaand ten tijde van ter visie legging van het bestemmingsplan als ontwerp; bij gebruik: bestaand ten tijde van inwerkingtreding van het desbetreffende gebruiksverbod; 1.5 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.6 bijgebouw een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.7 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.8 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.9 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij nebadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 53

54 1.13 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt gebruiken het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken hoofdgebouw een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt maatschappelijke voorzieningen educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang peil 0.30 m boven de kruin van de weg uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 54 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

55 Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 bebouwingspercentage de oppervlakte van een bouwwerk (in %) in verhouding tot de oppervlakte van het bouwvlak. 2.2 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.3 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.4 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.6 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.7 de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.8 oppervlakte van een bouwwerk tussen de harten van de grenzen van een bouwwerk. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 55

56 56 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

57 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Maatschappelijk 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor `Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen; met daarbij behorende: b. horecavoorzieningen, detailhandelsvoorzieningen en dienstverlenende bedrijven voor zover ten dienste van de maatschappelijke voorziening; c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2 Bouwregels Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding `bouwvlak worden gebouwd; b. de maximale bouwhoogte van een gebouw is zoals op de verbeelding is aangegeven; P.M. m en de maximale bouwhoogte van een gebouw is op de aanduiding [bg] is 4 m; c. Bij de aanduiding {ond} mag pas gebouwd worden vanaf een hoogte van 2.20 m; d. voor het aantal parkeerplaatsen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen is 2 m, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan 1 m mag is; b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3 m. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 57

58 58 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

59 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 59

60 60 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

61 Artikel 5 Algemene gebruiksregels 5.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een funcite-aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die functie-aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 61

62 62 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

63 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels 6.1 Binnenplans afwijken Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' c.q 'bijgebouwen' worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van erfafscheidingen 2 m is; d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is; e. de in dit plan genoemde parkeernormen: 1. indien het voldoen aan de bepalijngen van de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; 2. voor zover op een ander wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- en losruimte wordt voorzien. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 63

64 64 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

65 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 7 Overgangsrecht 7.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 7.2 Afwijken Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 7.1 met maximaal 10%. 7.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 7.4 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 7.5 Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 7.6 Verboden gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 7.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Lid 7.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 65

66 66 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

67 Artikel 8 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan V Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ). vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 67

68 68 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

69 Bijlagen bij de regels vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 69

70 70 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

71 Bijlage 1 Parkeernormen vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk ) 71

72 72 vastgesteldv Eindhoven binnen de Ring (Boschdijk )

73 gemeente Eindhoven Bijlage Parkeernormen Gebieden In Eindhoven zullen de volgende drie gebieden worden onderscheiden: Centrum: De buurten: Binnenstad, Fellenoord, Witte Dame en Bergen. Oftewel, het gebied begrensd door: Fellenoord, Boschdijk, Pastoor Petersstraat, Veldmaarschalk Montgomerylaan, Vincent van de Heuvellaan, John F. Kennedylaan, Prof. Dr. Dorgelolaan, Dommel, Vestdijk, Hertogstraat, P Czn Hooftlaan, Wal, Dommel, Edenstraat, Mauritsstraat, Vonderweg, Fellenoord. Schilwijken: de overige gebieden binnen de Ring Rest: Ring en alles daarbuiten Opmerking: de scheidslijn tussen gebieden loopt in principe over de as van de genoemde straten en wegen (ook in geval van de Ring).

Effecten Hostels dak- en thuisloze verslaafden

Effecten Hostels dak- en thuisloze verslaafden Literatuurstudie Effecten Hostels dak- en thuisloze verslaafden F. Schaap S. Biesma B. Bieleman EFFECTEN HOSTELS DAK- EN THUISLOZE VERSLAAFDEN LITERATUURSTUDIE INTRAVAL Groningen-Rotterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied

Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied Ruimtelijke onderbouwing voor de wijziging van gebruik ten behoeve van de functie wonen (voortuin, behorende bij deelplan 13 van plangebied Berckelbosch te Eindhoven (Pianostraat 1 t/m 11) 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong.

Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. VERGUNNING VERLEEND Omgevingsvergunning Grassavanne Ong. Ontwerp omgevingsvergunning Grassav anne ong. Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1a sub 3 Wabo Inhoudsopgav e Toelichting 3 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Partiële herziening massagesalons

Partiële herziening massagesalons Partiële herziening massagesalons Inhoudsopgave T oelichting Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan 1.2 Doel van het bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplannen waarop herziening

Nadere informatie

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven.

Daarnaast is op p. 18 de geluidslijn m.b.t. de boegkavel niet juist weergegeven. 1 Reclamant 1 Gedateerd 19-01-2013 Ontvangen 22-01-2013 1. Aangegeven wordt het niet eens te zijn met de manier waarop de boegkavel en Brouwhuisse Heide is weergegeven op p. 11 van de toelichting van het

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging van het plangebied "Zuidhoek" 1.3 Leeswijzer 7 7 7 8 Hoofdstuk 2 Aanpassingen 2.1

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

Bestemmingsplan Indische Buurt, 1 e Partiële herziening

Bestemmingsplan Indische Buurt, 1 e Partiële herziening Bestemmingsplan Indische Buurt, 1 e Partiële herziening Dienst Stedelijke Ontwikkeling Gemeente Almere 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Onthouding goedkeuring horeca-iii 7 Hoofdstuk 2 Begrenzing

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening Gemeente Rucphen Vastgesteld Rapportnummer: IMRO-Idn: 211x06608.077039_1

Nadere informatie

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Leeswijzer 3 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten (Her)ontwikkelingslocaties De Purmer

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen Bestemmingsplan Ambachtsschool Gemeente Enschede Programma Stedelijke Ontwikkeling Team Bestemmingsplannen Februari 2016 SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ABBENES KAAGWEG 20 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldend plan 3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Woonvoorzieningen dak- en thuislozen.

gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Woonvoorzieningen dak- en thuislozen. gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 3 december 2010 Raadsinformatiebrief Betreft Woonvoorzieningen dak- en thuislozen. Inleiding Het Raadsbesluit om medewerking te verlenen aan de vestiging van

Nadere informatie

Projectbesluit Omgevingsvergunning Tongelresestraat 354a

Projectbesluit Omgevingsvergunning Tongelresestraat 354a Projectbesluit Omgevingsvergunning Tongelresestraat 354a Ontwerp projectbesluit Januari 2013 Omgevingsvergunning Tongelresestraat 354a Omgevingsvergunning Tongelresestraat 354a Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' ~Q~ ~"~ Gemeente Breda Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 43874] Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg' Voorgesteld

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT ABB Ontwikkeling B.V. / 29 december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding/Projectomschrijving 3 1.2 Vigerend bestemmingsplan 4 1.3 Procedure 6 2.

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Monitor begeleid wonen Twente 2012 Monitor begeleid wonen Twente 2012 metingen 2009, 2010 en 2011 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman 1. Inleiding De wijze waarop de twee centrumgemeenten Almelo en Enschede, de maatschappelijke opvang willen

Nadere informatie

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine

Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine Beheersverordening Gemengd gebied, Natte Natuurparel en Eerste Zeine Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 1.2 Doel van de beheersverordening 1.3

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN

EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN EERSTE HERZIENING BESTEMMINGSPLAN STEDELIJKE BEDRIJVENTERREINEN VLISSINGEN Gemeente Vlissingen april 2016 TOELICHTING Planbeschrijving Op 12 oktober 2015 heeft de gemeente Vlissingen met Lidl Nederland

Nadere informatie

1 februari 2016 Vastgesteld

1 februari 2016 Vastgesteld 1 februari 2016 Plannaam: IMRO-nummer: NL.IMRO.0246.406HRDH01BSHWHERZ1-VA01 Plantype: Bestemmingsplan Status: (d.d. 1 februari 2016) Auteur: Ing. J.B.H. ter Avest 2 Toelichting 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening

Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening Bestemmingsplan Binnenstad 2009, 1 e partiële herziening Toelichting Behoort bij besluit van de raad van Weert van 26 juni 2013 de griffier, Afdeling Ruimtelijk Beleid Versie van: april 2013 Documentnaam:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldend plan

Nadere informatie

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting

Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Bestemmingsplan Partiële herziening 2 Negen Kernen - 2012 Vastgesteld toelichting Gemeente Oss, Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Gemeente Uden 2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Toelichting, regels en analoge verbeelding 15 december 2015 Kenmerk 0856-26-T01 Projectnummer 0856-26 Toelichting Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD Gemeente Bergen op Zoom Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ordening en Vergunningen INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Buurtenquête hostel Leidsche Maan Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10

Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk Bestemmingsplan Reeuwijk-Dorp, herziening Kaagjesland 10 Toelichting, regels en analoge verbeelding Maart 2016 Kenmerk 1901-17-T01 Projectnummer 1901-17 Toelichting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Paraplubestemmingsplan Parkeren Paraplubestemmingsplan Parkeren status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00040-on01 gemeente Tiel datum: juni 2018 Bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren Gemeente Tiel Toelichting INHOUD TOELICHTING

Nadere informatie

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp

Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging. Gemeente Halderberge Ontwerp Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging Gemeente Halderberge Ontwerp Wijzigingsplan Opperstraat 1 e wijziging Gemeente Halderberge Ontwerp Rapportnummer: 211X05366.067015_1 Datum: 26 juli 2011 Contactpersoon

Nadere informatie

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Rapportnummer: 211X07057.079344_1

Nadere informatie

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Toelichting. Bestemmingsplan. Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven Toelichting Bestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" Gemeente Sliedrecht Fase: vaststelling Mei 2015 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding en doel 5 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting

Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone. Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Derde partiële herziening, bestemmingsplan Buitengebied Someren, Boringsvrije zone Toelichting Titel: Derde

Nadere informatie

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels

Gemeente Olst-Wijhe. bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Gemeente Olst-Wijhe bestemmingsplan Noorder Koeslag partiële herziening regels Olst-Wijhe, 7 augustus 2009 Planidentificatienummer: NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301 Toelichting augustus 2009 NL.IMRO.1773.BP2009004002-0301

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorgesteld wordt. Samenvatting. Programmabegroting 2011. Doelstelling. Keuzemogelijkheden

Raadsvoorstel. Voorgesteld wordt. Samenvatting. Programmabegroting 2011. Doelstelling. Keuzemogelijkheden Raadsvoorstel Raadsvergadering : 27 april 2011 Agendapunt : Nummer : Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan "Nieuwebrug-Lier 6" Portefeuillehouder : J. Benedictus Behandeld in commissie : wonen en werken

Nadere informatie

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN VIJFHUIZEN KROMME SPIERINGWEG 223 TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN VIJFHUIZEN KROMME SPIERINGWEG 223 TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN VIJFHUIZEN KROMME SPIERINGWEG 223 TOELICHTING 2016 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 3 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009 Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009 metingen 2001 tot en met 2008 A. Kruize S. Biesma B. Bieleman Factsheet Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2009 Jaarlijks worden voor de Monitor verslaafden

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Toelichting. Regels

Inhoudsopgave. Toelichting. Regels 2 Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Doelstelling bestemmingsplan Binnenstad 7 1.2 Korte Putstraat 1g en 24 in bestemmingsplan Binnenstad 8 1.3 Aanpassing aanduiding 8 Hoofdstuk 2 Juridisch-bestuurlijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363. Bestemmingsplan Middenweg 89 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: 160161 ID: NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-OW01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF BURGERPANEL OVERSCHIE

NIEUWSBRIEF BURGERPANEL OVERSCHIE NIEUWSBRIEF BURGERPANEL OVERSCHIE Woonoverlast en Skaeve Huse November 2015 1. Inleiding 1.1 Respons en weging Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van een peiling over woonoverlast en Skaeve Huse

Nadere informatie

Paraplu herziening geluidzone industrielawaai Bergweide (analoog)

Paraplu herziening geluidzone industrielawaai Bergweide (analoog) Paraplu herziening geluidzone industrielawaai Bergweide (analoog) 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Inleiding 7 1.2 Geldende bestemmingsplannen 8 1.3 Ligging plangebied 8 1.4 Leeswijzer

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING 5 MAART 2015 INHOUDSOPGAVE PAGINA HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel van het plan 4 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 4 1.3 Geldende

Nadere informatie

Ontwerp partiële herziening Bestemmingsplan Terweijde. Gemeente Culemborg

Ontwerp partiële herziening Bestemmingsplan Terweijde. Gemeente Culemborg Ontwerp partiële herziening Bestemmingsplan Terweijde Ontwerp partiële herziening Bestemmingsplan Terweijde Toelichting Regels Datum: 21 oktober 2010 Projectgegevens: ROB01-CUL00053-01b REG01-CUL00053-01b

Nadere informatie

/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - "Gemengd 1" aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele

/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - Gemengd 1 aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele 201305620/1/R3 7 9 april 2014 lngevolge artikel 8, lid 8.1, van de planregels zijn de voor - "Gemengd 1" aangewezen gronden bestemd voor: a. culturele, sport- en recreatieve voorzieningen uit ten hoogste

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Monitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen

Monitor daklozen en harddrugsverslaafden. Apeldoorn M. van Zwieten. S. Biesma. B. Bieleman. metingen Monitor daklozen en harddrugsverslaafden Apeldoorn 2008 metingen 2004-2007 M. van Zwieten S. Biesma B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan Landhof, fase 3 Inboeknummer 14bst01405 Beslisdatum B&W 23 september 2014 Dossiernummer 14.39.651 Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3" Inleiding De locatie Landhof ligt

Nadere informatie

Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening

Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening Toelichting behorende bij het raadsbesluit exploitatieplan Trade Port Noord, gemeente Venlo, 8 e herziening Aanleiding Inleiding Het bestemmingsplan Trade Port Noord (hierna: bestemmingsplan) en exploitatieplan

Nadere informatie

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Nota van Beantwoording Ontvangen reacties en beantwoording van reacties op 1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Amstelveen, februari 2016 Nota van beantwoording

Nadere informatie

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015 NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015 MILIEUZONERING Vastgesteld: 28 mei 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Verankering milieuzonering in bestemmingsplan 1 1.2 Leeswijzer 1 2 Milieuzonering in de gemeente

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Doelen en uitgangpunten van het gemeentebestuur

1. Inleiding. 2. Doelen en uitgangpunten van het gemeentebestuur Programma van Eisen volgens TRILL voor Stichting Maatschappelijke Opvang (SMO) ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december 2016 ruimte voor ideeën Mortiere fase 5A Inhoudsopgave Vaststellingsbesluit 3 Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting

Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Van Spoorbrug tot Sluis Toelichting Van Spoorbrug tot Sluis Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Gemeente Wijdemeren Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Toelichting, regels en analoge verbeelding juli 2011 Kenmerk 1696-18-T01 Projectnummer 1696-18 Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.

Nadere informatie

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-OW01

Nadere informatie

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014 voor de uitvoering van de Beleidsnota integraal toezichts- en handhavingsbeleid 2011 2015 Gemeente Zuidplas Versie 1.0, vastgesteld door het college op 24 juni 2014. Pagina 1 van 8 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

Bedrijventerrein Buitenvaart II, Bedrijventerrein Buitenvaart II, wijzigingsplan facilitaire doeleinden Bedrijventerrein Buitenvaart II, Wijzigingsplan Facilitaire Doeleinden Gemeente Hoogeveen Status: Vastgesteld Datum: 7 Juli 2015 IMRO-Idn:

Nadere informatie

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND

BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND BELEIDSNOTA CONSUMENTENVUURWERK WORMERLAND September 2011-1 - Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Doel 3 Verhouding met de APV en het Vuurwerkbesluit 4 Argumentatie 5 Beleidsregels 6 Vaststelling, citeertitel

Nadere informatie

STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp w31-ON01 ontwerp

STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp w31-ON01 ontwerp STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp00000013w31-ON01 ontwerp Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Ligging plangebied 6 1.3 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen Beleidsregel Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen De aanpak van ondermijning OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Concernstaf, Openbare orde & veiligheid Inhoudsopgave De beleidsregel 2 Bijlage

Nadere informatie

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek NO DRUGS Plan van aanpak drugsproblematiek Inleiding De gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal hebben het voornemen hun coffeeshops in 2009 te sluiten. Dit kan leiden tot negatieve effecten voor de illegale

Nadere informatie

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria: Casenummer 10G200903 Registratienr. 365938 / 365938 Coffeeshop beleid. Artikel 1: definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: 1. harddrugs: middelen vermeld op lijst I en lijst II behorend bij

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging President Rooseveltlaan 768 / 768a Gemeente: Vlissingen Titel: Wijzigingsplan Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging

Nadere informatie

Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12

Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12 Collegenota Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12 Reg.nummer: 2014/360708 1 Inleiding Het college zoekt een geschikte locatie voor de

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht Toelichting op het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne Stadsontwikkeling Dordrecht Augustus 2009 1. Inleiding Het bestemmingsplan Leerpark is op 1 maart 2005

Nadere informatie

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2)

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2) Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2) 29 oktober 2015 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 3e partiële herziening

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Parkeernormen

Bestemmingsplan. Parkeernormen Bestemmingsplan Parkeernormen COLOFON Gegevens over het plan: Plannaam: Parkeernormen Identificatienummer: NL.IMRO.0233.BPparkeernormen-0401 Status: Vastgesteld Datum: 8 juni 2017 Projectnummer Buro SRO:

Nadere informatie

ONTWERP Paraplubestemmingsplan

ONTWERP Paraplubestemmingsplan ONTWERP Paraplubestemmingsplan Gebruiksregels woningen en Procedureregel gemeente Noordwijkerhout Toelichting en Regels Ontwerp : 14 december 2009 Vaststelling gemeenteraad : Onherroepelijk : Toelichting

Nadere informatie

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant Het Bestuurlijk B5 Milieu heeft in september 2012 het Plan van Aanpak Gezonde Luchtkwaliteit vastgesteld. Eén van de acties die we daarin

Nadere informatie

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006

Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 Monitor verslaafden en daklozen Enschede 2006 METINGEN 2001, 2002, 2003, 2004 EN 2005 B. Bieleman A. Kruize M. van Zwieten COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl

Nadere informatie

ruimtelijke ordening een regeling betreffende de capaciteit van de sauna diende te worden opgenomen (citaat uitspraak RvS).

ruimtelijke ordening een regeling betreffende de capaciteit van de sauna diende te worden opgenomen (citaat uitspraak RvS). Beroep bij de Raad van State tegen de onthouding van goedkeuring door GS aan het bestemmingsplan 1 e herziening kantoor en sauna Oirsbekerweg Gemeentebladnummer: 2006/64 Vergaderdatum: 21 september 2006

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0295 *B.19.0295* Landgraaf, 19 februari 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan "Paardenhouderij Hoeve Vulenbach" PROGRAMMA

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2

vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 vastgesteld gemeente Groningen - bestemmingsplan Facetherziening Parkeren 2 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 Beleidskader 9 Hoofdstuk 3 Juridische toelichting 11 Hoofdstuk 4 Procedure en overleg 15

Nadere informatie

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-VS01

Nadere informatie

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging

Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Octrooiweg 4 tot en met 12 Gemeente: Vlissingen Titel: Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 1 e wijziging Status: Vastgesteld TOELICHTING 1

Nadere informatie

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012

T oelichting. Hoofdstuk 1 Inleiding. Afstemming op SVBP2012 Pagina 2/27 Inhoudsopgave T oelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Afstemming op SVBP2012 1.3 Procedure 1.4 Onderdelen van deze herziening 6 6 6 6 6 Hoofdstuk 2 Aanpassingen aan het bestemmingsplan

Nadere informatie