HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 VERLENGING AFGELEIDE TOELATING Gelet op de aanvraag d.d. 21 juni 2010 ( TVA) van Arysta LifeScience S.A.S. Route d'artix - BP 80 F NOGUERES FRANKRIJK tot verlenging van de afgeleide toelating als bedoeld in artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel 32, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor het gewasbeschermingsmiddel, op basis van de werkzame stof captan gelet op artikel 80, vijfde lid Verordening (EG) 1107/2009 juncto artikel 39, eerste lid, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Verlenging toelating 1. De toelating van het middel, welke expireert op 30 juni 2014 wordt voor de in bijlage I genoemde toepassingen verlengd onder nummer De toelating geldt tot 1 juni Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.3 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I bij dit besluit is voorgeschreven. 1

2 1.4 Classificatie en etikettering Gelet op artikel 31 en artikel 65 van de Verordening EG/1107/2009 worden voorschriften gegeven. Dit leidt tot de volgende voorschriften: De aanduidingen, welke moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt: aard van het preparaat: Water dispergeerbaar granulaat werkzame stof: gehalte: captan 80 % de identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: - PICTOGRAM(MEN) pictogram: GHS05-corrosief GHS08-gezondheidsrisico's GHS09-milieu SIGNAALWOORD Gevaar Gevarenaanduidingen H317 H318 H351 H410 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. Veroorzaakt ernstig oogletsel Verdacht van het veroorzaken van kanker. Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorzorgsmaatregelen SP 1 P201 P280 -Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen. Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. P305 + P351 + P338 + P310 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. Onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM of een arts raadplegen. P308 + P313 NA (mogelijke) blootstelling: een arts raadplegen. Aanvullende etiketelementen EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. 2

3 Behalve de voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen: a. letterlijk en zonder enige aanvulling: het wettelijk gebruiksvoorschrift De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I. b. bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de aanduiding W Respijttermijn In dit geval kennen wij voor de bestaande voorraden van het middel een respijtperiode toe op grond van artikel 46 Verordening (EG) Nr 1107/2009. Oude verpakkingen mogen worden afgeleverd tot 1 oktober 2014 en worden opgebruikt tot 1 januari DETAILS VAN DE AANVRAAG EN TOELATING Het middel is toegelaten tot 30 juni Het betreft een aanvraag tot verlenging van de toelating van het middel (), een middel op basis van de werkzame stof captan. De aanvraag is op 21 juni 2010 ontvangen; op 23 juni 2010 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen. Een afgeleide toelating is een toelating voor een middel dat op grond van een ander toelatingsbesluit in dezelfde samenstelling onder een andere handelsnaam voor een zelfde doeleinde is toegelaten. Het middel is een afgeleide toelating van het middel MALVIN WG, 6782 N. Bij besluit van 13 juni 2014 is de toelating van MALVIN WG geherregistreerd en verlengd tot 1 juni Op grond hiervan wordt ook de afgeleide toelating van het middel verlengd. Enkele toepassingen vervallen en er worden nieuwe restricties opgenomen in het etiket. Conclusie De afgeleide toelating van het middel wordt verlengd tot 1 juni 2024 voor de in bijlage I genoemde toepassingsgebieden. 3

4 Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 30 juni 2014 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, Dr. Ir. L.P. van Duijn 4

5 Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik BIJLAGE I bij het besluit d.d. 30 juni 2014 tot verlenging van de toelating van het middel, toelatingnummer A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel: a) in de teelt van appels en peren, waarbij geldt dat, vanaf 1 mei tot aan het moment van 50% bladval: - het middel dient in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang te worden verspoten met een Venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden, of - naast het oppervlaktewater op de rand van het rijpad dient een windhaag aanwezig te zijn in combinatie met een eenzijdige bespuiting van de buitenste bomenrij, of - het middel dient te worden verspoten met een tunnelspuit of de Wannerspuit, of - een teeltvrije zone van 6 meter dient te worden aangehouden in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha of - tussen de boomgaard en het oppervlaktewater dient een emissiescherm aanwezig te zijn in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha, of - het middel dient te worden verspoten met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha, of - de bespuiting dient sensorgestuurd te worden uitgevoerd in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha, of - de buitenste bomenrij dient eenzijdig te worden bespoten in de richting van het perceel in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha, of - het middel dient te worden verspoten met een dwarsstroomspuit in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg/ha, of - het middel dient te worden verspoten met een Wannerspuit met reflectieschermen en Venturidoppen in combinatie met een maximale dosering van 0,94 kg middel/ha. b) in de bedekte teelt van rode bes, witte bes, zwarte bes, blauwe bes en kruisbes c) in de teelt van aardbeien d) in de bedekte teelt van braam en framboos e) in de teelt van bloembollen en bolbloemen f) in de bedekte teelt van bloemisterijgewassen g) in de bedekte teelt van vaste planten en boomkwekerijgewassen De spuitvloeistof continu roeren Veiligheidstermijnen De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 28 dagen voor appels en peren; 14 dagen voor aardbeien; 7 dagen voor rode bes, witte bes, zwarte bes, blauwe bes en kruisbes, braam en framboos. Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. 1

6 B. GEBRUIKSAANWIJZING Algemeen In de teelt van appel en peer langs watergangen gelden beperkingen. Zie het Wettelijk Gebruiksvoorschrift. Toepassingen Appels en peren, ter bestrijding van bewaarrot veroorzaakt door Gloeosporium en bewaarschurft. Vanaf + 5 weken voor de oogst om de 7 dagen een behandeling uitvoeren. Dosering: 0,06% (60 gram middel per 100 liter water). Bedekte teelt van rode bes, witte bes, zwarte bes, blauwe bes en kruisbes, ter voorkoming van botrytis infecties tijdens de bloei. Vanaf begin bloei tot einde bloei, 2 of 3 bespuitingen, om de 5 tot 10 dagen uitvoeren. tegen vruchtrot (Botrytis). Vanaf zes weken voor de oogst, 3 of 4 bespuitingen, om de 5 tot 10 dagen uitvoeren. ter voorkoming van schimmelinfecties in de bladval en snoeiperiode. Vanaf begin bladval 2 bespuitingen om de 5 tot 10 dagen uitvoeren en na de wintersnoei een bespuiting uitvoeren. Maximaal 6 bespuitingen uitvoeren in de periode begin bloei tot einde oogst. Dosering: 0,15% (150 gram middel per 100 liter water). Aardbeien, tegen vruchtrot. Onbedekte teelt Vanaf het moment dat de bloemstengels zich strekken of de eerste bloemen opengaan wekelijks een bespuiting uitvoeren. Dosering: 0,15% (150 gram middel per 100 liter water). Bedekte teelt Vanaf begin bloei maximaal nog twee keer een behandeling uitvoeren met een interval van 10 à 14 dagen. Dosering: 0,15% (150 gram middel per 100 liter water) toegepast in maximaal 1000 l water per ha. Bedekte teelt van braam en framboos, tegen bloesem- en vruchtrot (Botrytis). Vanaf begin bloei om de 5 tot 10 dagen een bespuiting uitvoeren. Na de oogst en vanaf begin bladval 2 tot 3 bespuitingen om de 5 tot 10 dagen uitvoeren. Maximaal 6 bespuitingen uitvoeren in de periode begin bloei tot einde oogst. Dosering: 0,15% (150 gram middel per 100 liter water). Anemonen en Ranonkels, tegen Colletotrichum. Direct na opkomst wekelijks een bespuiting uitvoeren. Dosering: 1 kg per ha bij een gewas gegroeid uit wol 2,4 kg per ha bij een gewas gegroeid uit pitten. 2

7 Bedekte teelt van bloemisterijgewassen, tegen diverse schimmels zoals bladvlekkenziekten, oortjesziekte, kiemplanteziekten, voetrot, krulbladziekte en kroonrot. Een bespuiting uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. Dosering: 0,15-0,20% ( gram middel per 100 liter water). Hoge boomkwekerijgewassen, tegen diverse schimmels zoals blad- en twijgziekte (bij Populier). Dosering: 0,15-0,2% ( gram middel per 100 liter water). Bedekte teelt van vaste planten en overige lage boomkwekerijgewassen, tegen diverse schimmels zoals schurft, roetdauw, oortjesziekte (bij Azalea, Rhododendron en Vaccinium), bladvlekkenziekten en vlekkenziekte (bij Viola). Een bespuiting uitvoeren zodra aantasting wordt waargenomen. Dosering: 0,15-0,2% ( gram middel per 100 liter water). Voorschriften bereiding spuitvloeistof Eerst een flinke hoeveelheid water in de aanmaakemmer doen; daarna de gewenste hoeveelheid middel toevoegen. Het granulaat laten doorzakken zodat het goed bevochtigd is, daarna flink roeren en in de spuittank gieten Menging met andere middelen In het algemeen is menging met insecticiden af te raden. Moet echter toch met insecticiden worden gemengd maak dan geen gebruik van vloeibare middelen. 3