HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 Toelatingsnummer HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 AFGELEIDE TOELATING Gelet op de aanvraag d.d. 27 februari 2014 ( AG) van Syngenta Crop Protection B.V. Jacob Obrechtlaan 3 A 4611 AP BERGEN OP ZOOM tot verkrijging van een afgeleide toelating als bedoeld in artikel 45 Verordening (EG) 1107/2009 voor het gewasbeschermingsmiddel op basis van de werkzame stof lambda-cyhalothrin, BESLUIT HET COLLEGE als volgt: 1.1 Toelating 1. Het middel is toegelaten voor de in bijlage I genoemde toepassingen onder nummer met ingang van datum dezes. 2. De toelating geldt tot 31 december Samenstelling, vorm en verpakking De toelating geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de toelating is verleend. 1.3 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage I bij dit besluit is voorgeschreven. 1.4 Classificatie en etikettering Gelet op artikel 31 en artikel 65 van de Verordening EG/1107/2009 worden voorschriften gegeven. 1

2 1. De aanduidingen die op de verpakking moeten worden vermeld, worden hierbij vastgesteld als volgt: aard van het preparaat: Capsule suspensie werkzame stof: lambda-cyhalothrin gehalte: 100 g/l letterlijk en zonder enige aanvulling: andere zeer giftige, giftige, bijtende of schadelijke stof(fen): - gevaarsymbool: Xn N aanduiding: Schadelijk Milieugevaarlijk Waarschuwingszinnen: R22 -Schadelijk bij opname door de mond. R43 -Kan overgevoeligheid veroorzaken bij contact met de huid. R50/53 -Zeer vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Veiligheidsaanbevelingen: S21 -Niet roken tijdens gebruik. S36/37 -Draag geschikte handschoenen en beschermende kleding. S46 -In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. S60 -Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. S61 -Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart. Specifieke vermeldingen: DPD01 -Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. 2. Behalve de onder 1. bedoelde en de overige bij de Wet Milieugevaarlijke Stoffen en Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op de verpakking voorkomen: a. letterlijk en zonder enige aanvulling: het wettelijk gebruiksvoorschrift De tekst van het wettelijk gebruiksvoorschrift is opgenomen in Bijlage I, onder A. 2

3 b. hetzij letterlijk, hetzij naar zakelijke inhoud: de gebruiksaanwijzing De tekst van de gebruiksaanwijzing is opgenomen in Bijlage I, onder B. De tekst mag worden aangevuld met technische aanwijzingen voor een goede bestrijding mits deze niet met die tekst in strijd zijn. 2 DETAILS VAN DE AANVRAAG 2.1 Aanvraag Het betreft een aanvraag tot afgeleide toelating van het middel (), een middel op basis van de werkzame stof lambda-cyhalothrin. Het middel wordt aangevraagd als als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, suikeren voederbieten, granen, landbouwerwten en conservenerwten, spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool en broccoli, zaaiuien,1e jaars plantuien, 2e jaars plantuien, zilveruien, pickles en sjalotten en bloembollen Voorgeschiedenis De aanvraag is op 5 maart 2014 ontvangen; op 6 maart 2014 zijn de verschuldigde aanvraagkosten ontvangen. 3 GRONDSLAG AFGELEIDE TOELATING Een afgeleide toelating is een toelating voor een middel dat op grond van een ander toelatingsbesluit in dezelfde samenstelling onder een andere handelsnaam voor een zelfde doeleinde is toegelaten. Het middel is onder de naam Karate Zeon (12698 N) reeds toegelaten in Nederland. De afgeleide toelating wordt aangevraagd voor gebruik in dezelfde samenstelling en voor eenzelfde doeleinde als is voorzien in de hoofdtoelating. Vastgesteld is dat het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 45 Verordening (EG) 1107/2009. Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Wageningen, 18 april 2014 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, Dr. Ir. L.P. van Duijn 3

4 Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 18 april 2014 tot afgeleide toelating van het middel, toelatingnummer A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel in de teelt van: a. consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, b. suiker- en voederbieten c. granen, d. landbouwerwten en conservenerwten, e. spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool en broccoli, f. zaaiuien, 1e jaars plantuien, 2e jaars plantuien, zilveruien, pickles en sjalotten g. bloembollen Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, landbouwerwten en conservenerwten, spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool, broccoli, zaaiuien, 1 e jaars plantuien, 2 e jaars plantuien, zilveruien, pickles, sjalotten, tulp en lelie in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt 75 % driftreducerende doppen. Gevaarlijk voor niet-doelwitarthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen te beschermen mag dit product niet gebruikt worden op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Veiligheidstermijnen De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 7 dagen voor consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, landbouwerwten, conservenerwten, spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, zaaiuien, 1e jaars plantuien, 2e jaars plantuien, zilveruien, pickles, sjalotten, bloemkool, broccoli, suiker- en voederbieten 28 dagen voor granen Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. Toepassingen B. GEBRUIKSAANWIJZING Consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, ter bestrijding van de larven van de Coloradokever (Leptinotarsa decemlineata). Het beste tijdstip voor een bestrijding is wanneer jonge larven op het gewas worden aangetroffen. 1

5 Consumptie-, fabrieks-, en pootaardappelen, ter bestrijding van groene perzikluis (Myzus persicae), de wegedoornluis (Aphis nasturtii) en aardappeltopluis (Macrosiphium euphorbiae) ter voorkoming van zuigschade. Een behandeling uitvoeren wanneer gemiddeld meer dan 50 bladluizen per samengesteld blad voorkomen. Pootaardappelen, ter voorkoming van overdracht door bladluizen van het Y n -virus. Wekelijks toepassen vanaf de opkomst van het gewas tot één week voor het doodspuiten of looftrekken. Dosering: 0,05 liter per ha in combinatie met minerale olie. Suiker- en voederbieten, ter bestrijding van trips (Thrips angusticeps). Een behandeling uitvoeren zodra op de jonge plantjes trips worden waargenomen. Granen, ter bestrijding van bladluizen. Een bespuiting uitvoeren als tenminste op 70 % van de halmen bladluizen worden waargenomen. Een gecombineerde bestrijding van bladluizen en afrijpingsziekten is verantwoord wanneer bij begin van de bloei tenminste 30 % van de halmen met bladluizen is bezet. Landbouwerwten en conservenerwten, ter bestrijding van de bladrandkever (Sitona lineatus). Zodra vreterij van de bladrandkever aan de blaadjes van jonge planten wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. Landbouwerwten en conservenerwten, ter bestrijding van vroege akkertrips (Thrips angusticeps) en erwtentrips (Kakothrips robustus). Een behandeling uitvoeren zodra op de jonge planten aantasting wordt waargenomen. Spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van koolrupsen (Pieris brassicae en P. rapae), koolmot (Plutella xylostella), bladrollers (Clepsis spectrana) en trips (Thrips tabaci); nevenwerking tegen bladluis en bij spruitkool ook tegen late koolvlieg (Delia brassicae). De bespuiting zonodig herhalen. Dosering: 0,05 liter per ha; uitvloeier toevoegen. Spruitkool, rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool, bloemkool en broccoli, ter bestrijding van de koolgalmug (Contarinia nasturtii) het middel toepassen zodra de eerste eitjes zijn afgezet. De bespuiting zonodig herhalen. Dosering: 0,05 liter per ha; uitvloeier toevoegen. Zaaiuien, 1e jaars plantuien, 2e jaars plantuien, zilveruien, pickles en sjalotten, ter bestrijding van trips (Thrips tabaci). Zodra een aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren; de behandeling met een interval van plm. 5 dagen enkele malen herhalen. 2

6 Tulp, ter bestrijding van bladluizen ter beperking van verspreiding van niet-persistente virussen. Het middel vanaf de eerste week van mei wekelijks toepassen. Bespuitingen voortzetten tot de tweede/derde week van juni. Lelies, ter bestrijding van bladluizen ter beperking van verspreiding van niet-persistente virussen. Het middel vanaf de eerste week van mei toepassen; in mei, juni en juli wekelijks toepassen, in augustus/september om de 10 dagen. Bij tulpen en lelies bij voorkeur gecombineerd toepassen met minerale olie om het effect te verbeteren. Met de toepassing zonder minerale olie is nog geen ervaring opgedaan. Voor de dosering van minerale olie: raadpleeg de voorlichtingsbrochure. 3