HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 12477 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Dit is een herstelbesluit. Het besluit van 24 juni 2016 komt te vervallen. 1 HERSTELBESLUIT WIJZIGING WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING De toelating van het hieronder genoemde gewasbeschermingsmiddel wordt gewijzigd: Envidor 2 GRONDSLAG Artikel 31, 44 en 75 van Verordening (EG) 1107/2009. Artikel 4 van Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Artikel 2, aanhef en onder c) en 11 van Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Beleidsregelbesluit Van WGGA naar WG in de staatscourant van 4 januari 2016, jaargang 2016, nr WIJZIGING VAN DE TOELATING 3.1 Vervanging WG/GA door WG Het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en de Gebruiksaanwijzing (WG/GA) worden vervangen door het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG), dat komt te luiden als vastgesteld in bijlage I. 3.2 Aanduidingen en vermeldingen op het etiket a. Behalve de onder 1 bedoelde, en de overige bij de Wet Milieubeheer en de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op het etiket voorkomen: - het Wettelijk Gebruiksvoorschrift De letterlijke tekst van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, opgenomen in Bijlage I - bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de w-codering als opgenomen onder punt 3.4.

2 b. De toelatinghouder kan aanbevelingen vermelden op het etiket. Deze aanbevelingen maken geen deel uit van het wettelijk gebruiksvoorschriften en mogen daarmee niet in strijd zijn. 3.3 Respijttermijn De respijttermijn voor bestaande voorraden bedraagt na inwerkingtreding van dit besluit: - zes maanden voor verkoop en distributie; - achttien maanden voor verwijdering, opslag en gebruik. 3.4 W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: 2 Vorige w-codering professioneel gebruik: 1 Aflevertermijn professioneel gebruik: 1 juli 2018 Opgebruiktermijn professioneel gebruik: 1 juli Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Ede, 28 oktober 2016 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr. ir. L.P. van Duijn Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Aan: Bayer CropScience SA-N.V. Energieweg RT MIJDRECHT

3 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I WG van het middel Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecten- en mijtenbestrijdingsmiddel door middel van een gewasbehandeling in de volgende sgebieden (volgens Definitielijst sgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde svoorwaarden Toepassingsgebied Te bestrijden organisme Dosering Maximale dosering Maximaal aantal behandelingen per 12 maanden Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn in dagen Appel Mijten 1,2 Peer Mijten 1,2, bladvlo 3 Kweepeer Mijten 1,2, bladvlo 3 Mispel Mijten 1,2 Aardbei Mijten 2 Bloemisterijgewassen, rozen Boomkwekerijgewassen, rozen (onbedekte teelt) Boomkwekerijgewassen, rozen (bedekte teelt) Mijten 2 Mijten 1,2 Mijten 1,2 0,48 L/ha 2 7 -

4 Toepassingsgebied Te bestrijden organisme Dosering Maximale dosering Maximaal aantal behandelingen per 12 maanden Minimum interval tussen en in dagen Veiligheidstermijn in dagen Vaste plantenteelt Mijten 2 Openbaar groen Mijten 2 1) Fruitspintmijt (Panonychus ulmi) 2) Bonenspintmijt (Tetranychus urticae) 3) Perebladvlo (Psylla Pyri) Toepassingsvoorwaarden Op percelen grenzend aan oppervlakte water is de in de teelt van appel en peer uitsluitend toegestaan indien in de eerste 14 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een van de volgende driftreducerende maatregelen: tunnelspuit windhaag met eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel Venturidoppen met eenzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel Wannerspuit met reflectiescherm en Venturidoppen (Lechler ID C) en met dien verstande dat op perceelsstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik gemaakt wordt van een van de volgende driftreducerende maatregelen: Dwarsstroomspuit met reflectiescherm Tunnelspuit Dwarsstroomspuit met éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel Dwarsstroomspuit met Venturidop en éénzijdige bespuiting van de laatste bomenrij in de richting van het perceel Wannerspuit met reflectiescherm Wannerspuit met reflectiescherm en Venturidoppen (Lechler ID C);

5 In de teelt van aardbei, bloemisterijgewassen ( rozen), boomkwekerijgewassen (laag gewas (96 g a.s./ha), met uitzondering van rozen), vaste plantteelt en openbaar groen, is uitsluitend toegestaan indien in de eerste 14 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een van de volgende driftreducerende maatregelen: minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop; lage spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas) met minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop lage spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas) met driftarme Venturidoppen en een kantdop; Op percelen die grenzen aan oppervlaktewater is de in opzetters van boomkwekerijgewassen, rozen, uitsluitend toegestaan indien in de eerste 14 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een van de volgende driftreducerende maatregelen: teeltvrije zone van 2 meter minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen; en met dien verstande dat in alle percelen het middel niet toegepast wordt in de buitenste 5 meter van het gewas. De in neerwaarts spuiten (115 g a.s./ha) van boomkwekerijgewassen, met uitzondring van rozen, is uitsluitend toegestaan indien in de eerste 14 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van een van de volgende driftreducerende maatregelen: lage spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas) met minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop lage spuitboomhoogte (30 cm boven de top van het gewas) met driftarme Venturidoppen en een kantdop; minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop met luchtondersteuning; Om de zoogdieren te beschermen mag Envidor in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen, vaste planten en in openbaar groen niet meer dan tweemaal per jaar toegepast worden. Het middel mag éénmaal vóór 1 mei worden toegepast. Indien het middel voor 1 mei wordt toegepast, minstens 21 dagen wachten alvorens een tweede bespuiting uit te voeren. Dit middel is gevaarlijk voor bijen en hommels. Niet toegestaan is in bloeiende gewassen en in gewassen wanneer deze actief bezocht worden door bijen of hommels. Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de bedekte teelt, mits er geen bijen of hommels in de kas aanwezig zijn. Gevaarlijk voor niet-doelwit arthoropoden (roofmijten) bij herhaalde. Vermijd onnodige blootstelling. Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stof spirodiclofen. Spirodiclofen behoort tot de tetroniczuur derivaten. De Irac code is 23. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.