HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 12927 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari BESLUIT WIJZIGING WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT EN GEBRUIKSAANWIJZING De toelating van het hieronder genoemde gewasbeschermingsmiddel wordt gewijzigd: Infinito 2 GRONDSLAG Artikel 31, 45 en 75 van Verordening (EG) 1107/2009. Artikel 4 van Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Artikel 2, aanhef en onder c) en 11 van Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Beleidsregelbesluit Van WGGA naar WG in de staatscourant van 4 januari 2016, jaargang 2016, nr WIJZIGING VAN DE TOELATING 3.1 Vervanging WG/GA door WG Het Wettelijk Gebruiksvoorschrift en de Gebruiksaanwijzing (WG/GA) worden vervangen door het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG), dat komt te luiden als vastgesteld in bijlage I. 3.2 Aanduidingen en vermeldingen op het etiket a. Behalve de onder 1 bedoelde, en de overige bij de Wet Milieubeheer en de regeling Nadere regels verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen moeten op het etiket voorkomen: - het Wettelijk Gebruiksvoorschrift De letterlijke tekst van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift, opgenomen in Bijlage I - bij het toelatingsnummer een cirkel met daarin de w-codering als opgenomen onder punt 3.4. b. De toelatinghouder kan aanbevelingen vermelden op het etiket. Deze aanbevelingen maken geen deel uit van het wettelijk gebruiksvoorschriften en mogen daarmee niet in strijd zijn.

2 3.3 Respijttermijn De respijttermijn voor bestaande voorraden bedraagt na inwerkingtreding van dit besluit: - zes maanden voor verkoop en distributie; - achttien maanden voor verwijdering, opslag en gebruik. 3.4 W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: W.5 Vorige w-codering professioneel gebruik: W.4 Aflevertermijn professioneel gebruik: 1 juli 2019 Opgebruiktermijn professioneel gebruik: 1 juli 2020 W-codering niet-professioneel gebruik: W.3 Vorige w-codering niet-professioneel gebruik: W.2 Aflevertermijn niet-professioneel gebruik: 1 juli 2019 Opgebruiktermijn niet-professioneel gebruik: 1 juli Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari Ede, 15 december 2017 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN, voor deze: de secretaris, dr. ir. L.P. van Duijn Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Aan: Bayer CropScience S.A.-N.V. Postbus AE MIJDRECHT

3 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I WG van het middel professionele gebruik Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als schimmelbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik door middel van gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1 Ctgb juni 2015) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassingsgebied Werkzaamheid getoetst op Dosering* toepassing aantal per teeltcyclus aantal liter ha per teeltcyclus Minimum interval tussen in Veiligheidstermijn in Aardappelen Aardappelziekte 1 1,2-1,6 5 6,4 L/ha 7 7 L/ha** Sla (Lactuca spp.) Valse meeldauw 2 1,6 L/ha 2 3,2 L/ha 10 7 Spinazie (onbedekte Wolf 3 1,6 L/ha 2 3,2 L/ha teelt) Sluitkoolachtige Valse meeldauw 4, Witte roest 5 1,6 L/ha 3 4,8 L/ha Bloemkoolachtigen Valse meeldauw 4, Witte roest 5 1,6 L/ha 3 4,8 L/ha Boerenkool Witte roest 5 1,6 L/ha 3 4,8 L/ha Koolrabi (onbedekte teelt) Valse meeldauw 4, Witte roest 5 1,6 L/ha 3 4,8 L/ha * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is vastgesteld voor de genoemde dosering per toepassing en niet voor verlaagde doseringen.

4 ** De dosering is afhankelijk van infectiedruk, weersomstandigheden en ras. 1 Aardappelziekte (Phytophthora infestans) 2 Valse meeldauw (Bremia lactucae) 3 Wolf (Peronospora farinosa) 4 Valse meeldauw (Peronospora parasitica/hyaloperonospora parasitica) 5 Witte roest (Albugo candida). Het gebruik in de teelt van rucola, sjalotten, bosui, knoflook, prei, aromatische kruidgewassen en incarvillea is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren voordat het middel gebruikt wordt. Het risico voor het gewas bij gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden valt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker. Toepassings gebied Werkzaamheid aannemelijk tegen Maximale dosering toepassing aantal per teeltcyclus of per 12 maanden Minimum interval tussen in Veiligheidstermijn in Rucola (onbedekte Valse meeldauw 2 1,6 L/ha teelt) Sjalotten Valse meeldauw 6 1,6 L/ha Bosuien Valse meeldauw 6 1,6 L/ha Knoflook Valse meeldauw 6 1,6 L/ha Prei (onbedekte Valse meeldauw 6, 1,6 L/ha teelt) papiervlekkenziekte 7 Aromatische Valse meeldauw 2 1,6 L/ha kruidgewassen Incarvillea Papiervlekkenziekte 7 1,6 L/ha * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken.

5 2 Valse meeldauw (Bremia lactucae) 6 Valse meeldauw (Peronospora destructor) 7 Papiervlekkenziekte (Phytophthora porri) Overige toepassingsvoorwaarden Om het grondwater te beschermen mag in de teelt van aardappelen dit product enkel worden toegepast vanaf BBCH 39 (een gesloten gewas waarbij 90% van de planten elkaar tussen de rij raakt) tot voor BBCH 89 (begin vergeling gewas) wanneer toegepast in een grondwaterbeschermingsgebied. In de teelt van sla (niet kropvormend), spinazie, rucola en aromatische kruidgewassen toepassing toegestaan vanaf BBCH 30 (begin stengelstrekking of groei van een rozet). In de teelt van sla(kropvormend), sluitkoolachtigen, bloemkoolachtigen, boerenkool, koolrabi sjalotten, bosui, knoflook, incarvillea en prei toepassing toegestaan vanaf BBCH 40 (begin ontwikkeling oogstbare vegetatieve plantdelen). Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 90% driftreducerende spuitdoppen. Resistentiemanagement Dit middel bevat de werkzame stof fluopicolide and propamocarb-hydrochloride. Fluopicolide behoort tot benzamiden. De Frac code is 43. Propamocarb-hydrochloride behoort tot de carbamaten. De Frac code is 28. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.

6 niet-professionele gebruik Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als schimmelbestrijdingsmiddel voor het niet-professionele gebruik door middel van een bespuiting van de plant onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden. Toepassingsvoorwaarden: Toepassingsgebied Aardappelen (buiten) Sla; lactuca spp (incl. krulsla, snijsla (= babyleaf), pluksla (=baby leaf) eikenbladsla, lollo rosso, kropsla, ijsbergsla, bindsla, lolla bionda, Batavia) (buiten) Spinazie (incl. Nieuw-Zeelandse spinazie, raapstelen, klaroen) (buiten) Sluitkool (rode kool, gele- en groene savooie kool, spitskool, witte kool), spruitkool, bloemkool (witte, groene, paarse en romanesco), broccoli (incl. Chinese broccoli of kailaan) en koolrabi (groene, witte en blauwviolette) (buiten) Werkzaamheid getoetst op Aardappelziekte Valse meeldauw Wolf Valse meeldauw, witte roest Boerenkool (incl. maaiboerenkool) (buiten) Witte roest Dosering* toepassing 1,5 ml middel in aantal per jaar aantal ml m 2 per jaar 4 6 ml middel per 10m 2 1 keer per teelt 3 keer per jaar 4,8 ml middel 3 4,8 ml middel 3 4,8 ml middel 3 4,8 ml middel Minimum interval tussen in Minimum termijn tussen de laatste toepassing en de oogst in

7 * Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is vastgesteld voor de genoemde dosering per toepassing en niet voor verlaagde doseringen. Overige toepassingsvoorwaarden Uitsluitend bestemd voor particulier gebruik in (volks)tuin.