jaargang 6 februari 2008 nummer 2 Elektronisch melden van containers: minder fouten en eenvoudiger

Transcriptie

1 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART jaargang 6 februari 2008 nummer 2 Elektronisch melden van containers: minder fouten en eenvoudiger 1 Elektronisch melden van containers 2 Onderzoek additionele bunkermogelijkheden westelijk havengebied Rotterdam 3 Rookverbod in de horeca 3 Bemanningwissel in Gorinchem 4 STREAM 5 Marktobservatie voor de Europese Binnenvaart 5 Binnenschepenwet 6 Evaluatie Hoofdstuk 15 ROSR voor passagiersschepen 6 Binnenvaartbedrijfsleven tegen stijging tarieven IVW in Snelheidsbeperking Maas 7 Aankondiging vergadering Overleggroep Particuliere Tankvaart Ondernemers 7 Elektronische meldplicht voor containerschepen definitief per 1 april Sponsorcontract LVP en SwetsODV getekend 8 40 jaar VZ&G. Samenwerking is de visie van een jonge ondernemer 10 Aankondiging veiligheidsfestival Maarssen 10 Geplande sperringen in Duitsland Vlamkerende inrichtingen binnentankvaart Type-C schepen Elektronisch melden voor het containervervoer op de Rijn is verplicht per 1 april. Deze verplichting komt niet uit de lucht vallen. Het elektronisch doorgeven van grote hoeveelheden gegevens over containers met gevaarlijke stoffen is eenvoudiger en veel minder foutgevoelig dan als het doorgeven via fax, telefoon of marifoon gebeurt. Elektronisch melden met behulp van het RWS-berichtenprogramma BICS (Binnenvaart Informatie en Communicatie Systeem) bestaat al meer dan tien jaar. Vooral door de Europese aanpak van RIS (River Information Services) zijn er Europese standaarden ontwikkeld, waardoor regels konden worden opgesteld voor de berichtenuitwisseling in de internationale binnenvaart. Omdat met name de veiligheid ermee gediend is - als informatie op het juiste moment bij de juiste mensen beschikbaar is - hing een verplichting al enkele jaren in de lucht (al sinds de Europese ministersconferentie in Basel, mei 2005). De ministers vonden onder andere dat vereenvoudiging van regelgeving noodzakelijk was. Onderdeel daarvan vormde het elektronisch melden, omdat daarmee het doorgeven van digitale gegevens sterk wordt vereenvoudigd. Op elke andere manier van gegevensoverdracht is de ontvanger, meestal de vaarwegbeheerder, namelijk genoodzaakt de gegevens opnieuw in te kloppen in een computersysteem, zoals in Nederland het IVS90. Zeker bij grote aantallen containers is dat een heidens karwei, met een grote kans dat een containernummer of ander cijfer verkeerd wordt ingetikt, met alle gevolgen van dien. Het feit dat de standaard voor de berichten al klaar was in 2005, was de redenering van de ministers begrijpelijkerwijs dat die standaard ook moest worden toegepast. Dat past ook in het streven naar administratieve lastenverlichting van de overheid. De schipper hoeft namelijk de digitale gegevens die hij van de opdrachtgever of operator ontvangt, alleen door te sturen naar de meldpost van Rijkswaterstaat of elke andere vaarwegbeheerder van Rijn of zijrivieren. Na één keer aanmelden hoeft de schipper bij elke nieuwe meldpost slechts de naam van het schip te noemen. De medewerker van de meldpost heeft dan meteen alle gegevens voor zich op het scherm. Die gegevens reizen zo met het schip mee. Beschikt een schip over een stuwageprogramma, dan is daar BICS meestal in geïntegreerd, waardoor het verzenden van de benodigde gegevens eenvoudig kan door een muisklik. Op 20 november 2007 was in Bonn de workshop elektronisch melden voor het varende bedrijfsleven, de terminaloperators, de bargeoperators en de overheid. Op initiatief van Bureau Telematica werd al begin november met de containeroperators in Nederland deze bijeenkomst voorbereid. Naar aanleiding van die bijeenkomst zijn er zaken op papier gezet door het CBRB. Het bleek dat vrijwel iedereen er klaar voor was. Er was wel kritiek op de overheid; die zou er nog niet klaar voor zijn. Er wordt door RWS en de collega s in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland erhard aan gewerkt om dit voorjaar een

2 volledige gegevensoverdracht tussen de landen goed mogelijk te maken op het traject Gorinchem/Krimpen - Basel. Voor de overige vaarwegen in Nederland ligt het nog niet vast wat er gaat gebeuren. Mogelijk dat ook daar spoedig dezelfde regels van kracht worden, evenals op de route Rotterdam-Antwerpen. Internationaal gezien wordt er hard aan gewerkt om het MIB (Melde- und Informationssytem Binnenschifffahrt) in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland en IVS90 in Nederland goed op elkaar af te stemmen, waarbij het MIB zoveel mogelijk gebruik maakt van de standaard BICS-berichten. Na afloop van de bijeenkomst 20 november jl. in Bonn stond de exacte regel vast: elk schip met ADNR-goederen in containers en schepen met twintig of meer containers, ook als er geen ADNR-goederen in die containers zitten, moeten zich te allen tijde elektronisch melden. Na de geografische uitbreiding van de verplichting voor containerschepen zullen ook andere zogeheten doelgroepschepen elektronisch moeten melden: tankvaart, duwvaart, zeeschepen op de binnenwateren en passagiersvaart. Ingewijden spreken van een jaar of drie voordat bijvoorbeeld ook de tankvaart elektronisch moet melden. Op 20 november jl. is ook overeengekomen dat voor schepen die niet de hele noodzakelijke applicatie aan boord in orde hebben, de elektronische melding vanaf de wal kan worden gedaan door bijvoorbeeld de operators. De schepen zelf moeten dan wel de scheepsnaam, positie, vaarrichting en het Europanummer doorgeven ter bevestiging van de melding. BicSmail is een kwartaaluitgave van Bureau Telematica en Rijkswaterstaat voor alle binnenvaartondernemers, die de binnenvaart wordt informeert over de mogelijkheden van elektronisch melden. Michel Gonlag. Onderzoek additionele bunkermogelijkheden westelijk havengebied Rotterdam De afgelopen tijd heeft het Havenbedrijf Rotterdam N.V. gekeken naar de bunkerfaciliteiten in het westelijke havengebied. Door middel van enquêtes, die op de Europort Maritime beurs en bij de vergadering van de CBRBoverleggroep OPTO (Overleggroep Particuliere Tankvaart Ondernemers) konden worden ingevuld, heeft men in kaart kunnen brengen of de huidige faciliteiten toereikend zijn. De resultaten van de enquêtes laten zien dat op er dit moment weliswaar voldoende mogelijkheden zijn, maar dat gezien de toekomstige realisatie van Maasvlakte II er een aanzienlijke groei van het scheepvaartverkeer in dit gedeelte van de haven te verwachten is. In de regio Rijnmond zijn verscheidene bronnen aanwezig die de luchtkwaliteit beïnvloeden waar de binnenvaart er één van is. Aangescherpte vestigingseisen met betrekking tot luchtkwaliteit en bereikbaarheid De ontwikkeling van Maasvlakte II kan niet los worden gezien van de afwikkeling van het vervoer van goederen van en naar Maasvlakte II. Zo is er bij de selectie van de bedrijven die zich op Maasvlakte II willen vestigen geselecteerd op hun bijdrage die zij met betrekking tot duurzaamheid verlenen. Zowel in het belang van een goede bereikbaarheid als in het belang van duurzaamheid wordt een gewenst beleid voor modal split gehanteerd dat moet voorzien in een aandeel van 45% in de overslag van containers op de binnenvaart. Indien ook de daarbij in te zetten schepen op EN-590 (10ppm zwavel diesel) varen, zal dit een positieve uitwerking hebben op de luchtkwaliteit in het gebied. Zowel een goede overslagplanning als voldoende afmeergelegenheid in de omliggende nabijheid zal ertoe bijdragen dat onnodige scheepsbewegingen zoveel mogelijk worden beperkt. Het Havenbedrijf heeft dan ook de wens geopperd dat de toekomstige bunkerstations bij voorkeur zwavelarme brandstof moeten kunnen leveren, alsmede ingericht moeten worden om de binnenvaart in verschillende facetten te kunnen faciliteren. Vanuit de toekomstige bunkerstations zullen zogenoemde leurboten hun diensten kunnen aanbieden aan bin-

3 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART nenvaartschepen die in het westelijke havengebied wachten op behandeling bij terminals. Prognose Als in 2035 Maasvlakte II zal zijn ontwikkeld zullen naar verwachting dagelijks 171 schepen op het Hartelkanaal worden verwacht. Het aantal bezoeken van de binnenvaart op Maasvlakte I zal 83 bedragen en de bezoeken op Maasvlakte II zal liggen op een aantal van 118 per werkdag. Ondanks het feit dat de huidige situatie wellicht toereikend blijkt te zijn, is het CBRB voorstander dat in dit gebied verschillende zogenoemde full-service bunkerstations gerealiseerd zullen worden in de nabije toekomst. Verder steunt het CBRB de uitbreiding van mogelijkheden om aan laagzwavelige brandstof te komen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Ing. R. (Robert) Tieman. Rookverbod in de horeca ook voor passagiersschepen Per 1 juli 2008 zal in de Nederlandse horeca een rookverbod in werking treden. Een eerder genoemde datum van 1 januari 2008 is van de baan, hoewel veel horecagelegenheden het rookverbod per 1 januari feitelijk al hebben ingevoerd. De regelgeving voor het rookverbod is tot op dit moment nog niet gepubliceerd, maar zoals het zich nu laat aanzien zal het rookverbod voor alle horeca gaan gelden, zonder uitzonderingen. Ook ingeval van besloten feesten zal het rookverbod van toepassing zijn. Het rookverbod zal dan eveneens gaan gelden voor passagiersschepen. Wel zal het naar verwachting toegestaan zijn om een rookruimte aan te wijzen (waar dan geen bediening mag plaatsvinden) en ook zal het waarschijnlijk toegestaan blijven om buiten te blijven roken zolang er echt sprake is van buiten, dus geen overkapt en afgesloten terras. Voor passagiersschepen betekent dit, dat indien zij meerdere salons hebben er eventueel één salon aangewezen mag worden als rookruimte - afhankelijk van de technische eisen die de overheid mogelijk aan dergelijke rookruimtes gaat stellen en die op dit moment nog niet bekend zijn. Ook op het buiten- of bovendek mag gerookt blijven worden, mits dit dek dan ook echt open is en niet door middel van dekzeilen of vergelijkbare constructies is voorzien van een dak en wanden. Minimaal één zijde moet, zoals het er nu uitziet, in elk geval geheel open zijn. Zoals gezegd is de regelgeving op dit punt nog niet uitgekristalliseerd. Zodra wij meer weten, informeren wij u. bij mevrouw M.C.J.P. (Maira) van Helvoirt, M.Sc. Bemanningswissel in Gorinchem Vindt u het ook zo n rompslomp om mensen van en aan boord te nemen. Wilt u niet steeds stil blijven liggen voor een monteur? In Gorinchem is er een oplossing voor: daar haalt en brengt de watertaxi u naar de plaats waar u wenst. Bemanningwissel tijdens de vaart, monteur van of aan boord zonder oponthoud. Complete bemanningswissels zijn mogelijk; de watertaxi heeft capaciteit voor 12 personen. Op- en afstapplaats is in het centrum of in de vluchthaven van Gorinchem, op 5 minuten loopafstand van het NS station met een goede verbinding richting Dordrecht of Utrecht, of in de Lingehaven waar u gehaald of gebracht kan worden met eigen vervoer of taxi. Vanuit Gorinchem zit u zo op de A15 of A27. Deze service wordt aangeboden in het gebied tussen de Merwedebrug en Woudrichem en binnen de vesting- 3hoek (Gorinchem, Woudrichem, slot Loevenstein, fort Vuren) voor 5,00 pp/rit. Ongeveer één uur van te voren kan gebeld worden met nummer en kan een tijd afgesproken worden wanneer de watertaxi

4 uw bemanningslid van of aan boord haalt. De Watertaxi is bereikbaar van: - maandag t/m vrijdag 9:30 uur - 23:15 uur (vaart tot 24:00 uur) - zaterdag 10:00 uur - 01:00 uur - zondag 10:00 uur - 23:00 uur (vaart tot 24:00 uur). Meerdere vaarweggebruikers en binnenvaartondernemers maken inmiddels regelmatig gebruik van deze service en zijn vol lof over het gemak hiervan. bij de watertaxi te Gorinchem ( ), bedrijfsleider van Veerdienst Gorinchem, Johan Hania ( ) of mevrouw L.M.E. (Lijdia) de Groot. Nieuwe studie naar transport emissies van alle modaliteiten - STREAM In 2003 hebben CE Delft en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) de studie To shift or not to shift - that is the question uitgebracht. In deze studie is een nieuwe aanpak gepresenteerd voor het vergelijken van modaliteiten: - vergelijken van hele transportketens - vergelijken van marktsegmenten - vergelijken van concurrerende modaliteiten Vanwege een groot aantal ontwikkelingen, waaronder bijvoorbeeld de implementering van ultra laag zwavelige brandstof, zijn de data niet meer geheel actueel. In opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en Verkeer en Waterstaat (V&W) voert CE Delft daarom een nieuwe studie uit op dit onderwerp. De studie beperkt zich tot het energiegebruik, de emissies van CO2 en de relevante luchtverontreinigende emissies: NOx, SO2 en PM10. Huidige emissie aannames voor 2010

5 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART Het CBRB is nauw betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe rapport. Verschillende nieuwe data over motoren en brandstofspecificaties evenals de invloed van verschillende technologieën worden uitgebreid gecommuniceerd met het team van onderzoekers. Onzekerheden Over de logistieke parameters bestaat veel onzekerheid. De CBRB-studie Binnenvaart voordurend duurzaam, uitgevoerd door Royal Haskoning maakt melding van een beladingsgraad van 90%, terwijl de Stichting promotie binnenvaart Vlaanderen veel lagere getallen vermeld. De resultaten dienen zo gerepresenteerd te worden dat het direct duidelijk is wat de milieubelasting van een bepaalde vervoerswijze is. Er moet voorkomen worden dat men verkeerde vergelijkingen gaat maken. Per modaliteit is er echter meer dan één resultaat. Emissies zijn afhankelijk van aannames over bijvoorbeeld het vooren natransport en van de gekozen omrijfactor. Daarnaast worden gemiddelden gebruikt voor bijvoorbeeld emissiefactoren. Er zit bijvoorbeeld een groot verschil tussen een vaartuig van 10 jaar oud en een nieuw vaartuig. Na metingen van het ministerie van V&W langs de vaarweg is ook gebleken dat de NOx aanzienlijk lager uitvalt dan altijd is aangenomen. Uiteraard zullen de nieuwe waarden aan u worden medegedeeld wanneer deze beschikbaar worden gesteld. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Ing. R. (Robert) Tieman. Marktobservatie voor de Europese Binnenvaart In gezamenlijke samenwerking tussen de Europese Gemeenschap (DG-TREN), de CCR en het Europese binnenvaartbedrijfsleven is in handzaam formaat de uitgave Marktobservatie verschenen. In het rapport wordt voor 2005 en deels voor 2006 een analyse gemaakt van de algemene ontwikkeling van de bedrijfseconomische situatie in de binnenvaart. Ook wordt een beschrijving gegeven van de algemene tendensen van vraag en aanbod zoals die in 2006 konden worden vastgesteld. In het rapport worden in de onderscheiden hoofdstukken de navolgende onderwerpen besproken - ontwikkeling van de vervoersvraag in 2006 en 2007, verder uitgesplitst naar gebieden en goe- derensectoren - overzicht vervoersaanbod - waterstanden - bedrijfseconomische analyse De publicatie is beschikbaar op de CCR website onder de rubriek documenten die gedownload kunnen worden. Binnenschepenwet In Staatsblad 2007 no. 498 is de Wet van 13 september 2007, houdende wijzigingen met betrekking tot de veilige vaart op binnenwateren (Binnenvaartwet) verschenen. De Binnenvaartwet vervangt bij invoering de Wet goederenvervoer binnenvaart, de Binnenschepenwet en de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart. Opzienbarende wijzigingen in de wet ten opzichte van de huidige situatie zijn er niet. Wel vervalt de huidige vervoersvergunning (Wvb), maar het gebruik van een schip, zonder dat daarvoor de vereiste documenten zijn afgegeven en het bedrijfsmatig vervoer van goederen door een onderneming of door degene die een onderneming drijft, zonder dat een bewijs van vakbekwaamheid in overeenstemming met de voorschriften is afgegeven, blijft verboden. De nadere uitwerking van de wet vindt plaats in de nog te publiceren definitieve tekst van het Binnenvaartbesluit. Naar mag worden aangenomen zal de Binnenvaartwet eind 2008 in werking treden.

6 Evaluatie Hoofdstuk 15 ROSR voor passagiersschepen Op 6 februari vindt bij de Centrale Rijnvaartcommissie in Straatsburg een bijeenkomst plaats ter evaluatie van het nieuwe Hoofdstuk 15. Het CBRB zal vanzelfsprekend ook aanwezig zijn. Binnen de Europese Binnenvaart Unie (EBU) hebben wij uitgebreid gesproken over deze evaluatie met onze collegaorganisaties uit Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. De belangrijkste knelpunten, voor dagpassagiersschepen en voor hotelschepen, zijn: (Lek- en intact-) stabiliteit / afdelingsstatus Brandbeveiliging De eisen voor mensen met een beperkte mobiliteit en de voorschriften ten aanzien van vlucht`wegen, trappen, de breedte van deuren en gangen en dergelijke die hier uit voortvloeien Bepaalde overgangsvoorschriften voor bepaalde schepen (onder meer met betrekking tot de voortstuwing en de vluchtweg door de keuken) In het algemeen: Onduidelijkheden in de voorschriften en verschillende interpretaties bij mevrouw M.C.J.P. (Maira) van Helvoirt, M.Sc. Binnenvaartbedrijfsleven tegen stijging tarieven IVW in 2008 Het CBRB is onlangs onaangenaam verrast door de aankondiging van zeer forse stijgingen van tarieven bij Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) in De aangekondigde tariefstijgingen lopen op tot maar liefs 28%! De dienstverlening en efficiëntie van IVW is, ondanks verbeteringen op onderdelen, op dit moment nog zodanig dat een dergelijke kostenstijging niet aan de orde kan zijn. Het niveau van dienstverlening van IVW baart de gehele bedrijfstak al geruime tijd grote zorgen. Eind december is door de gehele maritieme sector (binnenvaart, zeevaart, waterbouw, visserij en scheepsbouw) een brief naar de Staatssecretaris verzonden, waarin dringend een beroep gedaan is deze stijging fors te matigen. Deze brief kunt u lezen op onze website bij mevrouw L.M.E. (Lijdia) de Groot. Snelheidsbeperking Maas In een brief heeft het CBRB aan RWS de aandacht gevraagd voor de problematiek van de snelheidsbeperking voor schepen op de Maas van 9 km/ uur bij veerponten. Deze snelheidsbeperking is niet nieuw, echter worden er, ten gevolge van een aantal incidenten, door de KLPD snelheidscontroles bij veerponten uitgevoerd. Uit deze controles is gebleken dat veel schepen de ponten passeren met een snelheid die boven de toegestane 9 km/uur ligt. De opgelegde snelheidsbeperking is praktisch onwerkbaar. Factoren als stroom, wind en belading zijn hierbij van belang. In de artikelen 1.04 en 6.20 van het BPR zijn de gedragsregels m.b.t het veroorzaken van hinderlijke waterbeweging afdoende vastgesteld. Het belang van een veilige veerverbinding is duidelijk. Een efficiënte controle op daadwerkelijke hinderlijke waterbeweging zal hierbij door alle partijen als legitiem ervaren worden. Het CBRB heeft om een voor alle partijen werkbare en redelijke oplossing verzocht. bij mevrouw L.M.E. (Lijdia) de Groot.

7 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART Aankondiging vergadering Overleggroep Particuliere Tankvaart Ondernemers (OPTO) Op donderdag 21 februari aanstaande zal de OPTO vanaf 14:00 uur vergaderen voorafgaande aan de sociëteit De Wandelgang in het ARA Hotel. Het ARA hotel is gelegen aan de Veerweg 10 te Zwijndrecht. De vergadering zal onder andere de volgende thema s op de agenda hebben. - Havenreglement en kegelligplaatsen Rotterdam - VOTOB-steigercondities - Onderzoeksresultaten binnentankvaart arbeidsinspectie. Als spreker is uitgenodigd: - de heer C. Boon, Havenbedrijf Rotterdam N.V. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Ing. R. (Robert) Tieman. Elektronische meldplicht voor containerschepen definitief per 1 april 2008 Zoals bekend mag worden verondersteld, geldt vanaf 1 april 2008 voor containerschepen en samenstellen die meer dan 20 containers vervoeren, en voor schepen/samenstellen met ADNR-containers (onafhankelijk van het aantal), dat de melding volgens artikel van het RPR voortaan elektronisch, via Erinot 1.2, moet geschieden. Al eerder is vastgesteld, dat er met name aan de walzijde nog wel wat knelpunten zitten, zowel bij IVS 90 als bij het MIB. Correct verstuurde berichten blijken soms niet onvolledig c.q. verminkt aan te komen bij de verkeersposten en revierzentralen. Bij deze partijen wordt dan ook hard gewerkt om alles op tijd klaar te hebben. Wij roepen nogmaals alle varende ondernemers in de containerbinnenvaart op om de resterende periode tot 1 april 2008 goed te benutten door nu al zoveel mogelijk elektronisch te melden! Wij verzoeken u om al uw opmerkingen en de mogelijke onduidelijkheden of problemen waar u in de praktijk tegen aan loopt, zo gedetailleerd mogelijk aan ons te melden, zodat deze problemen voor 1 april 2008 opgelost kunnen zijn. bij mevrouw M.C.J.P. (Maira) van Helvoirt, M.Sc. Sponsorcontract LVP en SwetsODV getekend Aan boord van m.p.s. Carpe Diem, van Rederij Thuishaven te Deventer, is op 18 december 2007 het sponsorcontract tussen het Landelijk Veren Platform (LVP) en SwetsODV getekend. Pers en genodigden werden met een pontje naar de Carpe Diem gevaren die door het hoge water op de Gelderse IJssel over land niet te bereiken was. Zonder veer geen verbinding, heel toepasselijk. Met de winterzon op de ramen werd door de aanwezigen een glas champagne geheven op de overeenkomst. De voorzitter van het LVP, Ben Brouwer, vertelde kort de historie van de oprichting van het LVP, een samenwerkingsverband van de Vereniging van Eigenaren en Exploitanten van Overzetveren in Nederland (VEEON) en het Centraal Bureau voor de Rijnen Binnenvaart (CBRB). Verder bracht hij het belang van de veerdiensten naar voren.

8 Jan de Vries stelde als directeur van SwetsODV dat de hoeveelheid aan veerdiensten geleverd personeel door SwetsODV substantieel is. SwetsODV wil het LVP op diverse fronten van dienst zijn, zonder zich met het beleid te bemoeien. Duidelijk een win-winsituatie voor beide partijen. Het jaar 2007 is voor het LVP, als collectieve belangenbehartiger van de veerdiensten, mooi afgesloten. Voor 2008 en de jaren daarna is een goede koers uitgezet. bij mevrouw L.M.E. (Lijdia) de Groot, secretaris Overleggroep Veerdiensten en het Landelijk Veren Platform Van links naar rechts: J. de Vries (SwetsODV), J. Hania (LVP) en B. Brouwer (LVP) 40 jaar VZ&G. Samenwerking is de visie van een jonge ondernemer In de vorige nieuwsbrief bent u geïnformeerd over het 40-jarige bestaan van de VZ&G. De voorzitter, Hans Jongepier gaf zijn visie op het vervoer van zand en grind. Deze maand is het woord aan Kees Broere, lid van het bestuur van VZ&G, varend op ms Cornelis Sr. 19 jaar geleden ging ik varen als deksman, zonder dienstboekje en enige nautische ervaring, op de ms Amice van Jan van Dijk. Jan is sinds jaar en dag relatieschipper bij Van Nieuwpoort. Na 6,5 jaar dacht ik voldoende te hebben geleerd. Met een diploma matroos, motordrijver, schipper alle binnenwateren, ondernemer in de binnenvaart, radar- en rijnpatent op zak besloot ik samen met mijn vrouw voor mezelf te beginnen. Wij kochten een kempenaar en gingen varen voor de CZB. Dit gebeurde toevallig omdat de vorige eigenaar van ons schip ook voor de CZB voer. Het was dus geen bewuste keuze, sterker nog ik dacht dat CZB stond voor Christelijke Zandschippers Bond i.p.v. Coöperatieve Zandschippers Bond. We waren jong en enthousiast en we gingen er voor, dag en nacht. Achteraf is lang niet alles wat we presteerden altijd verstandig geweest. Wist ik veel dat het met NW 7/8 helemaal niet leuk is bij de Rotterdammer Hoek op het IJsselmeer. Kortom door schade en schande hebben we veel geleerd. Nu na 12,5 jaar ben ik er trots op dat ik zandschipper ben. Gewoon omdat ik het een mooi beroep vind. We hebben inmiddels twee maal geïnvesteerd in een groter en beter uitgerust schip. Met ons beunschip van 80 x 8,20 en 1235 ton groot zijn we echt gespecialiseerd in het vervoer van hoofdzakelijk zand. Er zijn bijna geen baggermolens of zandzuigers in Nederland of op de Beneden Rijn waar wij niet hebben geladen. We varen niet meer voor de CZB, maar zijn lid. De CZB is van schippers en voor schippers. De klanten van de CZB zijn mijn klanten. Ongeveer 80 jaar geleden is de CZB opgericht. Diverse zandschippers die zelf hun zand baggerde van de rivier en daarna verkochten bij hun klant besloten om met elkaar een Coöperatie op te richten. Met elkaar waren ze in staat om grotere werken aan te nemen. Ik heb wel eens begrepen dat één van hun eerste werken de brug van Vianen is geweest. In de periode dat al het materiaal wat vanaf de wal werd geladen via de beurs bevracht moest worden had de CZB volop werk. De handel maakte gebruik van de eigenhandelsvergunning van de CZBschippers. Zij kochten en verkochten zelf hun materiaal. Ons bedrijf staat ingeschreven bij de KvK met de tekst:

9 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART Het gezamenlijk en voor gezamenlijke rekening exploiteren van één of meerdere binnenvaartschepen; en de handel in grondstoffen voor de bouw en wegenbouw zoals zand (gebroken) grind en puin. De eigen handel van de CZB is door de jaren heen steeds verder afgenomen. Door schaalvergroting zijn er heel veel zandhandelaren en betonfabrieken verdwenen. Ook werd het steeds moeilijker om tegen een concurrerende prijs zand en grind in te kopen. Momenteel is er nog één betonfabriek waar we zand en grind leveren. Ook hebben we nog diverse klanten in Zuid- Holland en Brabant waar we ophoogzand leveren. En de CZB heeft een zandhandel in Bodegraven. Verder nemen we nog wel eens een transport aan zoals momenteel ton AVR-slakken van de Botlek naar Leimuiden. De Coöperatieve Zandschippers Bond als handelaar stelt niet veel meer voor, als bevrachtingkantoor zijn we één van de vele. Wat is dan nog het bestaansrecht van de CZB? Verschillende collega s hebben hun conclusie al getrokken en hun lidmaatschap opgezegd. Wij zijn nu 12,5 jaar lid van de VZ&G en onlangs ben ik in het bestuur van deze vereniging gekozen. Mijn ambitie is samenwerken in de zand- en grindvaart! Na het geslaagde zanden grindcongres dacht ik echt dat het ging gebeuren. Iedereen die er verstand van had adviseerde ons: SAMENWERKEN! De VZ&G heeft dit jaar een themabijeenkomst gehouden met als thema samenwerken in de zand- en grindvaart. Helaas was de opkomst zeer laag, de meningen verdeeld en het resultaat...? Op het moment dat de prijzen in het vervoer van ophoogzand dramatisch slecht waren, is het Scheepvaartgilde opgericht. Het Scheepvaartgilde is een coöperatieve vereniging. Uitgangspunt is de vroegere Gilde -gedachte, waarbij vakmanschap en kennis binnen de eigen gelederen wordt benut voor algemeen belang. Naar mijn mening een goed initiatief. Jammer dat het beperkt blijft tot een adviesorgaan. Waarom samenwerken? Overal om ons heen zien we het gebeuren. Banken, verzekeraars, supermarkten; de ene overname of fusie na de andere. Waar vind je nog de kleine kruidenier op de hoek? Ook de bedrijven waar we mee te maken hebben, zoals Basal, Holcim, Verwo etc. worden steeds groter en machtiger. Je moet doen waar je goed in bent. Vroeger baggerde de schipper zelf zijn zand van de rivier en loste dat ook weer bij zijn klant. Gelukkig zijn er baggermolens en zandzuigers uitgevonden. Wanneer ik zand of grind lever bij de Verwo in Alphen aan den Rijn, besteed ik de overslag uit aan een overslagbedrijf. Mijn boekhouding besteed ik uit aan de boekhouder, mijn nautische belangen besteed ik uit aan de Schuttevaer, ik ben lid van de VZ&G/CBRB, zodat professionele mensen mijn belangen kunnen behartigen. Als individu heb ik geen enkele zeggingskracht. De commerciële kant van mijn bedrijf besteed ik uit bij de CZB. Zij onderhandelen over mijn prijs en de vervoersvoorwaarden bij mijn klant. Wanneer je zelf iets wilt doen waar een ander beter in is, kost je dat tijd en geld. Mijn ideaal is een grote Coöperatie van en voor schippers. Hoe groter, hoe meer invloed in de markt, zonder bang te zijn voor de NMA. Mogelijkheden zijn: GEZAMEN- LIJK verzekeren, financieren, inkopen van olie en scheepsbenodigdheden, boekhouding/ incasso, pensioenopbouw of sparen. Risicospreiding: Als er een opdrachtgever in gebreke blijft wordt je niet als individu getroffen, maar wordt het gedeelde smart is halve smart. Logistiek: minder leeg varen. Een voorbeeld: een schipper lost voor Van Nieuwpoort in de Amerikahaven Amsterdam en gaat leeg naar Cuijk. Een andere schipper lost voor Cotrano in Utrecht en gaat leeg naar de Amerikahaven Amsterdam om te laden. Ze komen elkaar tegen bij Nigtevecht, zwaaien en maken een praatje op marifoonkanaal 77 over de dure gasolie. Volgens mij zijn er zeer veel mogelijkheden maar er moet wel iets veranderen. Kees Broere

10 Aankondiging veiligheidsfestival Maarssen Op donderdag 13 maart 2008 vindt Het Veiligheidsfestival van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid plaats. Arbeidsveiligheid staat hierbij centraal. Tijdens Het Veiligheidsfestival worden verschillende praktijkgerichte workshops gegeven die u handvatten geven om de veiligheid in uw organisatie verder te verbeteren. Thema s van de workshops zijn: communiceren over arbeidsveiligheid; versterken van arbeidsveiligheid; voorbeelden van veiligheidsfilms; leren van 9000 arbeidsongevallen; aanspreken van medewerkers op onveilig gedrag en het gebruiken van het Risicomodel als middel voor kennisoverdracht. De locatie van Het Veiligheidsfestival is De Fabrique in Maarssen. Aanmelden kan via de website Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Ing. R. (Robert) Tieman. Geplande sperringen in Duitsland 2008 Van het Bundesverband der Deutschen Binnenschifffahrt ontvingen we een overzicht van de geplande stremmingen voor de scheepvaart in Duitsland in Dit overzicht is geplaatst op onze website Actuele informatie voor Duitsland vindt u op voor Frankrijk en voor Nederland www. infocentrum-binnenwateren.nl bij mevrouw L.M.E. (Lijdia) de Groot Vlamkerende inrichtingen binnentankvaart Type-C schepen Schepen die op 31 december 1998 in het bezit waren van een geldig certificaat van Goedkeuring moeten uiterlijk op 31 december 2010 voldoen aan de voorschriften van ADNR a- b-c-d. De tekst in het ADNR is als volgt: a) Een gasverzamelleiding die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform 3.2, Tabel C, Kolom 17 explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een vlamkerende inrichting die een detonatie kan weerstaan, met een vast of veerbelast vlamkerend rooster. De uitvoering kan zijn: i) de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan; ii) de vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan; iii) de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast of een veerbelast vlamkerend rooster; iv) de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in v) de vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in Indien in de ladingzone aan dek een vast ingebouwde brandblusinrichting aanwezig is, kan worden afgezien van een vlamkerende inrichting in afzon- 10

11 CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART derlijke ladingtanks. Het CBRB wil inzicht krijgen in de hoeveelheid betroffen tankvaart leden die vooralsnog niet aan het bovengenoemde voorschrift voldoen en voornemens zijn om voor 31 december 2010 middels een vast ingebouwde brandblusinstallatie invulling aan dit voorschrift te geven. U kunt zich melden via onderstaande contactinformatie of via r.tieman@binnenvaart.nl. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Ing. R. (Robert) Tieman. februari: 20 februari om uur - Arbeidsvoorwaardenoverleg 21 februari om uur - Ledenvergadering OPTO 26 februari - EBU maart: 3 maart - EBU seminar 4 maart - EBU Verwaltungsrat in Brussel 5 maart om uur - Ledenvergadering Groep Tankvaart 11 maart om uur - Arbeidsvoorwaardenoverleg 11 maart om uur - WG Nautiek Techniek Groep Varende Ondernemers: V.o.f. Scheepvaartonderneming Esperanto Groep Varende Ondernemers, subgroep containervaart: Sensation V.o.f. Groep Varende Ondernemers, subgroep zand- en grindvaart: Ms Esperanza 11

12 Adverteren? Neem contact op met Fawziah Pelealu-Plasschaert. Telefoon: De CBRB-Nieuwsbrief bevat korte berichten over actuele onderwerpen die van belang zijn voor ondernemers in de binnenvaart. CBRB-leden die geïnteresseerd zijn, kunnen nadere informatie bij het bureau inwinnen. Vasteland 12e, BL Rotterdam - Postbus 23133, 3001 KC Rotterdam Telefoon Telefax cbrb@binnenvaart.nl