Ministerie van Infrastructuur en Milieu
|
|
- Linda de Croon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag CBRB Rijn- en Binnenvaarthuis Directeur De heer ing. R. Tieman Vasteland 12e 3011 BL Rotterdam PIesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon mr. L. Vermeulen Senior Beleidsmedewerker T F Datum 2 november 2012 Betreft overgangstermijnen IENM/BSK-2012/ Geachte heer Tieman, De afgelopen jaren heeft het binnenvaartbedrijfsleven bij herhaling haar zorgen geuit richting de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar ook richting de Tweede Kamer, over de afloop van verschillende overgangstermijnen uit het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (Rosr). Naar aanleiding van deze zorgen heeft het Ministerie in 2011 onderzoek laten doen naar de afloop van deze overgangstermijnen en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse binnenvaartsector. Dit onderzoek, uitgevoerd door KplusV Organisatie Advies en met inbreng van de binnenvaartsector, heeft een drietal documenten opgeleverd, te weten: Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Bijlagen bij onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Deze documenten vormden voor de Nederlandse delegatie in de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR) de aanleiding om de overgangsbepalingen opnieuw aan de orde te stellen. Op basis van de documenten stemden de andere delegaties erin toe, het onderwerp "overgangsbepalingen" op het werkprogramma voor 2012 en 2013 van de CCR te plaatsen. Dit betekent dat het betrokken Comité van de CCR het onderwerp tijdens haar vergaderingen mag bespreken. Plaatsing van het onderwerp op het werkprogramma betekent echter niet automatisch dat de delegaties in de CCR ook bereid zijn, om deze overgangsbepalingen geheel of zelfs maar gedeeltelijk te herzien. Tijdens de eerste besprekingen over het onderwerp bleek al snel dat de andere delegaties in de CCR vooralsnog zeer terughoudend zijn om de bestaande overgangsbepalingen of -termijnen te wijzigen. Zij wijzen er op dat deze termijnen in 2003 na gedegen onderzoek door het Duitse Versuchsanstalt für Binnenschiffbau (VBD) en na intensief overleg met het binnenvaartbedrijfsleven (waarbij overeenstemming werd bereikt), unaniem door de CCR-Iidstaten werden vastgesteld. In de overige CCR-lidstaten blijkt bovendien tot op heden de overheid niet of nauwelijks door het bedrijfsleven op deze problematiek te zijn
2 aangesproken. Het wordt door de delegaties in elk geval niet zo ervaren. Aangezien de overgangsbepalingen bestaande regelgeving betreft, dient over elke eventuele wijziging hierin door alle CCR delegaties op basis van unanimiteit besloten te worden. Nederland heeft intussen in de CCR voorgesteld om de overgangsbepalingen waarvan bovengenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat zij gepaard gaan met hoge nalevingskosten, aan nader onderzoek te onderwerpen. Hiervoor zouden alternatieve oplossingen moeten worden uitgewerkt. De bereidheid van andere delegaties om hierover de discussie te voeren, is echter volledig afhankelijk van de kracht van de onderbouwing die Nederland per bepaling kan geven. Bepalingen waarvoor deze onderbouwing onvoldoende urgent en concreet kan worden gemaakt, zullen bij de andere delegaties geen kans maken. Datum 2 november 2012 IENM/BSK / De Nederlandse delegatie in de CCR is bereid zich maximaal sterk te maken voor aanvaardbare oplossingen voor de meest knellende overgangsbepalingen. Voor de betreffende onderbouwing hebben we echter dringend uw steun nodig. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de bepalingen waarom het gaat. Teneinde de overige delegaties te overtuigen van het feit dat actie geboden is, heeft de Nederlandse delegatie, per bepaling, dringend behoefte aan de volgende informatie: hoeveel schepen worden door deze bepaling getroffen (concrete aantallen, geen schattingen, zo veel mogelijk met scheepsnamen en contactgegevens eigenaar om nader onderzoek mogelijk te maken); welke aanpassingen moeten worden verricht en welke bedragen zijn hiermee gemoeid (concrete bedragen, geen schattingen); hoeveel schepen zullen bij het verlengen van het Certificaat van Onderzoek vanaf 1 januari 2013 een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel Rosr (goed onderbouwde schatting kan volstaan). Hierbij wil ik met klem een beroep doen op uw organisatie om bij uw achterban de gevraagde informatie te achterhalen en aan de Nederlandse delegatie te doen toekomen. Ik wil u vragen om deze informatie vóór 20 november 2012 aan te leveren voor de bepalingen waarvan de termijn reeds in 2010 afliep. Voor de bepalingen die in 2015 aflopen, dient de informatie uiterlijk in februari 2013 beschikbaar te zijn, teneinde de discussie in de CCR te kunnen voeren. Ik ben mij er van bewust dat deze vraag reeds eerder aan u gesteld is. Ik stel deze vraag echter opnieuw, omdat de tot nu toe vanuit uw organisaties ontvangen antwoorden in de meeste gevallen bij lange niet de hardheid en concreetheid hadden die nodig zijn om binnen de CCR de discussie succesvol te kunnen voeren. Ik wil u er daarom nogmaals op wijzen, dat als de informatie niet op tafel komt, de kans dat andere delegaties bereid zijn terug te komen op in 2003 unaniem genomen besluiten, zeer gering lijkt. De Nederlandse delegatie zal haar
3 onderhandelingsinzet in belangrijke mate laten bepalen door de kwaliteit van de geboden onderbouwing. Tenslotte geef ik u in overweging er bij uw zusterorganisaties in de andere Rijnoeverstaten op aan te dringen, meer met hun delegaties in de eer over dit onderwerp te communiceren. Met vriendelijke groet, Datum 2 november 2012 IENM/BSK-2012/222997
4 Bijlage: lijst van bepalingen die het betreft Bepaling Overgangstermijn Omschrijving 3.03 lid 1 (a) 2035 Plaats aanvaringsschot 3.03 lid Voorschip met ankernissen 3.04 lid Geluidsdruk Machinekamer 7.01 lid I Geluidsdruk in stuurhut 7.02 lid , Gekleurde ruiten stuurhut 8.10 lid Geluidsdruk 25 meter afstand schip 9.01, lid Elektrische installatie voldoen aan geldende normen lid 5 en Ankeruitrustinq (ankerqewicht) lid Relinqen en voetliisten qanqboorden Breedte qanqboord lid Minimale grootte nooduitgangen Eisen aan luiken Eisen aan lieren lid 2 t/m Eisen aan kranen lid 8t/m Eisen aan kranen lid Geluidsdruk woon- en slaapruimten lid Verbliiven aan boord verbliivende personen lid Positie van de vloer lid Woon- en slaapruimte lid Stahoogte in verblijven lid Vloeroppervlak in woonruimte lid Inhoud van ruimten lid Luchtvolume per persoon lid Afmetinq van deuren lid Aanbrenqen van trappen lid Leidinqen van qevaarliike stoffen en gassen Sanitaire voorzieningen Verwarminq en ventilatie lid Aantal en plaats schotten lid Eisen aan verbindinqsqanqen 15.06, lid 6 (c) 2007/2015 Vluchtwegen niet door machinekamers en keukens lid Eisen aan verzamelruimten lid 1 en Eisen aan voortstuwinqssysteem lid 3 (a) 2010 Eisen aan alarminstallatie lid 4 en Noodstroominstallatie 15.11, lid Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen lid Uitvoering van scheidingsvlakken 15.11, lid Wanden van dek tot dek overeenkomstig uitvoering scheidingsvlakken conform artikel lid lid Brandblusinstallatie in machinekamers
5 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag Binnenvaart Branche Unie Directeur De heer E. van Toor Vasteland 12c 3011 Bl Rotterdam PIesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon mr. L. Vermeulen Senior Beleidsmedewerker T F Datum 2 november 2012 Betreft overgangsterm ijnen IENM/BSK-20 12/ Geachte heer van Toor, De afgelopen jaren heeft het binnenvaartbedrijfsleven bij herhaling haar zorgen geuit richting de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar ook richting de Tweede Kamer, over de afloop van verschillende overgangstermijnen uit het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (Rosr). Naar aanleiding van deze zorgen heeft het Ministerie in 2011 onderzoek laten doen naar de afloop van deze overgangstermijnen en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse binnenvaartsector. Dit onderzoek, uitgevoerd door KplusV Organisatie Advies en met inbreng van de binnenvaartsector, heeft een drietal documenten opgeleverd, te weten: Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Bijlagen bij onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Deze documenten vormden voor de Nederlandse delegatie in de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR) de aanleiding om de overgangsbepalingen opnieuw aan de orde te stellen. Op basis van de documenten stemden de andere delegaties erin toe, het onderwerp "overgangsbepalingen" op het werkprogramma voor 2012 en 2013 van de CCR te plaatsen. Dit betekent dat het betrokken Comité van de CCR het onderwerp tijdens haar vergaderingen mag bespreken. Plaatsing van het onderwerp op het werkprogramma betekent echter niet automatisch dat de delegaties in de CCR ook bereid zijn, om deze overgangsbepalingen geheel of zelfs maar gedeeltelijk te herzien. Tijdens de eerste besprekingen over het onderwerp bleek al snel dat de andere delegaties in de CCR vooralsnog zeer terughoudend zijn om de bestaande overgangsbepalingen of -termijnen te wijzigen. Zij wijzen er op dat deze termijnen in 2003 na gedegen onderzoek door het Duitse Versuchsanstalt für Binnenschiffbau (VBD) en na intensief overleg met het binnenvaartbedrijfsleven (waarbij overeenstemming werd bereikt), unaniem door de CCR-lidstaten werden vastgesteld. In de overige CCR-Iidstaten blijkt bovendien tot op heden de overheid niet of nauwelijks door het bedrijfsleven op deze problematiek te zijn
6 aangesproken. Het wordt door de delegaties in elk geval niet zo ervaren. Aangezien de overgangsbepalingen bestaande regelgeving betreft, dient over elke eventuele wijziging hierin door alle CCR delegaties op basis van unanimiteit besloten te worden. Nederland heeft intussen in de CCR voorgesteld om de overgangsbepalingen waarvan bovengenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat zij gepaard gaan met hoge nalevingskosten, aan nader onderzoek te onderwerpen. Hiervoor zouden alternatieve oplossingen moeten worden uitgewerkt. De bereidheid van andere delegaties om hierover de discussie te voeren, is echter volledig afhankelijk van de kracht van de onderbouwing die Nederland per bepaling kan geven. Bepalingen waarvoor deze onderbouwing onvoldoende urgent en concreet kan worden gemaakt, zullen bij de andere delegaties geen kans maken. Datum 2 november 2012 IENM/SSK-20 12/ De Nederlandse delegatie in de CCR is bereid zich maximaal sterk te maken voor aanvaardbare oplossingen voor de meest knellende overgangsbepalingen. Voor de betreffende onderbouwing hebben we echter dringend uw steun nodig. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de bepalingen waarom het gaat. Teneinde de overige delegaties te overtuigen van het feit dat actie geboden is, heeft de Nederlandse delegatie, per bepaling, dringend behoefte aan de volgende informatie: hoeveel schepen worden door deze bepaling getroffen (concrete aantallen, geen schattingen, zo veel mogelijk met scheepsnamen en contactgegevens eigenaar om nader onderzoek mogelijk te maken); welke aanpassingen moeten worden verricht en welke bedragen zijn hiermee gemoeid (concrete bedragen, geen schattingen); hoeveel schepen zullen bij het verlengen van het Certificaat van Onderzoek vanaf 1 januari 2013 een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel Rosr (goed onderbouwde schatting kan volstaan). Hierbij wil ik met klem een beroep doen op uw organisatie om bij uw achterban de gevraagde informatie te achterhalen en aan de Nederlandse delegatie te doen toekomen. Ik wil u vragen om deze informatie vóór 20 november 2012 aan te leveren voor de bepalingen waarvan de termijn reeds in 2010 afliep. Voor de bepalingen die in 2015 aflopen, dient de informatie uiterlijk in februari 2013 beschikbaar te zijn, teneinde de discussie in de CCR te kunnen voeren. Ik ben mij er van bewust dat deze vraag reeds eerder aan u gesteld is. Ik stel deze vraag echter opnieuw, omdat de tot nu toe vanuit uw organisaties ontvangen antwoorden in de meeste gevallen bij lange niet de hardheid en concreetheid hadden die nodig zijn om binnen de CCR de discussie succesvol te kunnen voeren. Ik wil u er daarom nogmaals op wijzen, dat als de informatie niet op tafel komt, de kans dat andere delegaties bereid zijn terug te komen op in 2003 unaniem genomen besluiten, zeer gering lijkt. De Nederlandse delegatie zal haar
7 onderhandelingsinzet in belangrijke mate laten bepalen door de kwaliteit van de geboden onderbouwing. Tenslotte geef ik u in overweging er bij uw zusterorganisaties in de andere Rijnoeverstaten op aan te dringen, meer met hun delegaties in de eer over dit onderwerp te communiceren. Met vriendelijke groet, Datum 2 november 2012 IENM/BSK-20 12/222997
8 Bijlage: lijst van bepalingen die het betreft Bepaling Overgangstermijn Omschrijving 3.03 lid 1 (a) 2035 Plaats aanvarinasschot 3.03 lid Voorschio met ankernissen 3.04 lid Geluidsdruk Machinekamer 7.01 lid Geluidsdruk in stuurhut 7.02 lid Gekleurde ruiten stuurhut 8.10 lid Geluidsdruk 25 meter afstand schip 9.01, lid Elektrische installatie voldoen aan geldende normen 10.01, lid 5 en Ankeruitrustinq (ankerqewicht) 11.02, lid Relinqen en voetliisten ganqboorden Breedte gangboord 11.06, lid Minimale grootte nooduitgangen Eisen aan luiken Eisen aan lieren lid 2 t/m Eisen aan kranen lid 8 t/m Eisen aan kranen lid Geluidsdruk woon- en slaapruimten lid Verblijven aan boord verblijvende personen lid Positie van de vloer lid Woon- en slaaoruimte lid Stahooate in verblijven lid Vloeroooervlak in woonruimte lid Inhoud van ruimten lid Luchtvolume per persoon lid Afmeting van deuren lid Aanbrengen van traooen lid Leidingen van gevaarlijke stoffen en aassen Sanitaire voorzieninaen Verwarmina en ventilatie lid Aantal en plaats schotten lid Eisen aan verbindingsqangen 15.06, lid 6 (c) 2007/2015 Vluchtwegen niet door machinekamers en keukens lid Eisen aan verzamelruimten lid 1 en Eisen aan voortstuwingssysteem lid 3 (a) 2010 Eisen aan alarminstallatie lid 4 en Noodstroominstallatie 15.11, lid Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen lid Uitvoering van scheidingsvlakken 15.11, lid Wanden van dek tot dek overeenkomstig uitvoering scheidingsvlakken conform artikel lid lid Brandblusinstallatie in machinekamers
9 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag KSV Schuttevaer Directeur de heer CJ. de Vries Postbus KK Rotterdam PIesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon mr. L. Vermeulen Senior Beleidsmedewerker T F Datum 2 november 2012 Betreft overga ngstermijnen IENMjBSK-2012j Geachte heer de Vries, De afgelopen jaren heeft het binnenvaartbedrijfsleven bij herhaling haar zorgen geuit richting de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar ook richting de Tweede Kamer, over de afloop van verschillende overgangstermijnen uit het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (Rosr). Naar aanleiding van deze zorgen heeft het Ministerie in 2011 onderzoek laten doen naar de afloop van deze overgangstermijnen en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse binnenvaartsector. Dit onderzoek, uitgevoerd door KplusV Organisatie Advies en met inbreng van de binnenvaartsector, heeft een drietal documenten opgeleverd, te weten: Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Bijlagen bij onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Deze documenten vormden voor de Nederlandse delegatie in de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR) de aanleiding om de overgangsbepalingen opnieuw aan de orde te stellen. Op basis van de documenten stemden de andere delegaties erin toe, het onderwerp "overgangsbepalingen" op het werkprogramma voor 2012 en 2013 van de CCR te plaatsen. Dit betekent dat het betrokken Comité van de CCR het onderwerp tijdens haar vergaderingen mag bespreken. Plaatsing van het onderwerp op het werkprogramma betekent echter niet automatisch dat de delegaties in de CCR ook bereid zijn, om deze overgangsbepalingen geheel of zelfs maar gedeeltelijk te herzien. Tijdens de eerste besprekingen over het onderwerp bleek al snel dat de andere delegaties in de CCR vooralsnog zeer terughoudend zijn om de bestaande overgangsbepalingen of -termijnen te wijzigen. Zij wijzen er op dat deze termijnen in 2003 na gedegen onderzoek door het Duitse Versuchsanstalt für Binnenschiffbau (VBD) en na intensief overleg met het binnenvaartbedrijfsleven (waarbij overeenstemming werd bereikt), unaniem door de CCR-Iidstaten werden vastgesteld. In de overige CCR-Iidstaten blijkt bovendien tot op heden de overheid niet of nauwelijks door het bedrijfsleven op deze problematiek te zijn
10 aangesproken. Het wordt door de delegaties in elk geval niet zo ervaren. Aangezien de overgangsbepalingen bestaande regelgeving betreft, dient over elke eventuele wijziging hierin door alle CCR delegaties op basis van unanimiteit besloten te worden. Nederland heeft intussen in de CCR voorgesteld om de overgangsbepalingen waarvan bovengenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat zij gepaard gaan met hoge nalevingskosten, aan nader onderzoek te onderwerpen. Hiervoor zouden alternatieve oplossingen moeten worden uitgewerkt. De bereidheid van andere delegaties om hierover de discussie te voeren, is echter volledig afhankelijk van de kracht van de onderbouwing die Nederland per bepaling kan geven. Bepalingen waarvoor deze onderbouwing onvoldoende urgent en concreet kan worden gemaakt, zullen bij de andere delegaties geen kans maken. Datum 2 november 2012 IENM/BSK-2012/ De Nederlandse delegatie in de CCR is bereid zich maximaal sterk te maken voor aanvaardbare oplossingen voor de meest knellende overgangsbepalingen. Voor de betreffende onderbouwing hebben we echter dringend uw steun nodig. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de bepalingen waarom het gaat. Teneinde de overige delegaties te overtuigen van het feit dat actie geboden is, heeft de Nederlandse delegatie, per bepaling, dringend behoefte aan de volgende informatie: hoeveel schepen worden door deze bepaling getroffen (concrete aantallen, geen schattingen, zo veel mogelijk met scheepsnamen en contactgegevens eigenaar om nader onderzoek mogelijk te maken); welke aanpassingen moeten worden verricht en welke bedragen zijn hiermee gemoeid (concrete bedragen, geen schattingen); hoeveel schepen zullen bij het verlengen van het Certificaat van Onderzoek vanaf 1 januari 2013 een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel Rosr (goed onderbouwde schatting kan volstaan). Hierbij wil ik met klem een beroep doen op uw organisatie om bij uw achterban de gevraagde informatie te achterhalen en aan de Nederlandse delegatie te doen toekomen. Ik wil u vragen om deze informatie vóór 20 november 2012 aan te leveren voor de bepalingen waarvan de termijn reeds in 2010 afliep. Voor de bepalingen die in 2015 aflopen, dient de informatie uiterlijk in februari 2013 beschikbaar te zijn, teneinde de discussie in de CCR te kunnen voeren. Ik ben mij er van bewust dat deze vraag reeds eerder aan u gesteld is. Ik stel deze vraag echter opnieuw, omdat de tot nu toe vanuit uw organisaties ontvangen antwoorden in de meeste gevallen bij lange niet de hardheid en concreetheid hadden die nodig zijn om binnen de CCR de discussie succesvol te kunnen voeren. Ik wil u er daarom nogmaals op wijzen, dat als de informatie niet op tafel komt, de kans dat andere delegaties bereid zijn terug te komen op in 2003 unaniem genomen besluiten, zeer gering lijkt. De Nederlandse delegatie zal haar
11 onderhandelingsinzet in belangrijke mate laten bepalen door de kwaliteit van de geboden onderbouwing. Tenslotte geef ik u in overweging er bij uw zusterorganisaties in de andere Rijnoeverstaten op aan te dringen, meer met hun delegaties in de eer over dit onderwerp te communiceren. Met vriendelijke groet, Datum 2 november 2012 IENM/BSK-2012/222997
12 Bijlage: lijst van bepalingen die het betreft Bepaling Overgangstermiin Omschriiving 3.03 lid 1 (a) 2035 Plaats aanvarinqsschot 3.03, lid Voorschip met ankernissen 3.04, lid Geluidsdruk Machinekamer 7.01, lid Geluidsdruk in stuurhut 7.02 lid Gekleurde ruiten stuurhut 8.10 lid Geluidsdruk 25 meter afstand schip 9.01, lid Elektrische installatie voldoen aan geldende normen lid 5 en Ankeruitrusting (ankergewicht) lid Relingen en voetlijsten gangboorden Breedte aanaboord lid Minimale arootte nooduitaangen Eisen aan luiken Eisen aan lieren lid 2 t/m Eisen aan kranen lid 8 t/m Eisen aan kranen lid Geluidsdruk woon- en slaapruimten lid Verblijven aan boord verblijvende personen lid Positie van de vloer lid Woon- en slaaoruimte lid Stahooqte in verbliiven lid Vloeropoervlak in woonruimte lid Inhoud van ruimten lid Luchtvolume per persoon lid Afmeting van deuren lid Aanbrengen van trappen lid Leidinaen van aevaarliike stoffen en qassen Sanitaire voorzieninqen Verwarmina en ventilatie lid Aantal en olaats schotten lid Eisen aan verbindinqsqanqen 15.06, lid 6 (c) 2007/2015 Vluchtwegen niet door machinekamers en keukens lid Eisen aan verzamelruimten lid 1 en Eisen aan voortstuwingssysteem lid 3 (a) 2010 Eisen aan alarminstallatie lid 4 en Noodstroominstallatie 15.11, lid Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen lid Uitvoerinq van scheidingsvlakken 15.11, lid Wanden van dek tot dek overeenkomstig uitvoering scheidingsvlakken conform artikel lid lid Brandblusinstallatie in machinekamers
13 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag Algemeene Schippers Vereeniging Directeur De heer W. Stam Postbus AL Gouda PIesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon mr. L. Vermeulen Senior Beleidsmedewerker T F Datum 2 november 2012 Betreft overgangstermijnen IENM/BSK-2012/ Geachte heer Stam, De afgelopen jaren heeft het binnenvaartbedrijfsleven bij herhaling haar zorgen geuit richting de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar ook richting de Tweede Kamer, over de afloop van verschillende overgangstermijnen uit het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (Rosr). Naar aanleiding van deze zorgen heeft het Ministerie in 2011 onderzoek laten doen naar de afloop van deze overgangstermijnen en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse binnenvaartsector. Dit onderzoek, uitgevoerd door KplusV Organisatie Advies en met inbreng van de binnenvaartsector, heeft een drietal documenten opgeleverd, te weten: Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Bijlagen bij onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Deze documenten vormden voor de Nederlandse delegatie in de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR) de aanleiding om de overgangsbepalingen opnieuw aan de orde te stellen. Op basis van de documenten stemden de andere delegaties erin toe, het onderwerp "overgangsbepalingen" op het werkprogramma voor 2012 en 2013 van de CCR te plaatsen. Dit betekent dat het betrokken Comité van de CCR het onderwerp tijdens haar vergaderingen mag bespreken. Plaatsing van het onderwerp op het werkprogramma betekent echter niet automatisch dat de delegaties in de CCR ook bereid zijn, om deze overgangsbepalingen geheel of zelfs maar gedeeltelijk te herzien. Tijdens de eerste besprekingen over het onderwerp bleek al snel dat de andere delegaties in de CCR vooralsnog zeer terughoudend zijn om de bestaande overgangsbepalingen of -termijnen te wijzigen. Zij wijzen er op dat deze termijnen in 2003 na gedegen onderzoek door het Duitse Versuchsanstalt für Binnenschiffbau (VBD) en na intensief overleg met het binnenvaartbedrijfsleven (waarbij overeenstemming werd bereikt), unaniem door de CCR-Iidstaten werden vastgesteld. In de overige CCR-lidstaten blijkt bovendien tot op heden de overheid niet of nauwelijks door het bedrijfsleven op deze problematiek te zijn
14 aangesproken. Het wordt door de delegaties in elk geval niet zo ervaren. Aangezien de overgangsbepalingen bestaande regelgeving betreft, dient over elke eventuele wijziging hierin door alle CCR delegaties op basis van unanimiteit besloten te worden. Nederland heeft intussen in de CCR voorgesteld om de overgangsbepalingen waarvan bovengenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat zij gepaard gaan met hoge nalevingskosten, aan nader onderzoek te onderwerpen. Hiervoor zouden alternatieve oplossingen moeten worden uitgewerkt. De bereidheid van andere delegaties om hierover de discussie te voeren, is echter volledig afhankelijk van de kracht van de onderbouwing die Nederland per bepaling kan geven. Bepalingen waarvoor deze onderbouwing onvoldoende urgent en concreet kan worden gemaakt, zullen bij de andere delegaties geen kans maken. Datum 2 november 2012 IENM/BSK / De Nederlandse delegatie in de CCR is bereid zich maximaal sterk te maken voor aanvaardbare oplossingen voor de meest knellende overgangsbepalingen. Voor de betreffende onderbouwing hebben we echter dringend uw steun nodig. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de bepalingen waarom het gaat. Teneinde de overige delegaties te overtuigen van het feit dat actie geboden is, heeft de Nederlandse delegatie, per bepaling, dringend behoefte aan de volgende informatie: hoeveel schepen worden door deze bepaling getroffen (concrete aantallen, geen schattingen, zo veel mogelijk met scheepsnamen en contactgegevens eigenaar om nader onderzoek mogelijk te maken); welke aanpassingen moeten worden verricht en welke bedragen zijn hiermee gemoeid (concrete bedragen, geen schattingen); hoeveel schepen zullen bij het verlengen van het Certificaat van Onderzoek vanaf 1 januari 2013 een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel Rosr (goed onderbouwde schatting kan volstaan). Hierbij wil ik met klem een beroep doen op uw organisatie om bij uw achterban de gevraagde informatie te achterhalen en aan de Nederlandse delegatie te doen toekomen. Ik wil u vragen om deze informatie vóór 20 november 2012 aan te leveren voor de bepalingen waarvan de termijn reeds in 2010 afliep. Voor de bepalingen die in 2015 aflopen, dient de informatie uiterlijk in februari 2013 beschikbaar te zijn, teneinde de discussie in de CCR te kunnen voeren. Ik ben mij er van bewust dat deze vraag reeds eerder aan u gesteld is. Ik stel deze vraag echter opnieuw, omdat de tot nu toe vanuit uw organisaties ontvangen antwoorden in de meeste gevallen bij lange niet de hardheid en concreetheid hadden die nodig zijn om binnen de CCR de discussie succesvol te kunnen voeren. Ik wil u er daarom nogmaals op wijzen, dat als de informatie niet op tafel komt, de kans dat andere delegaties bereid zijn terug te komen op in 2003 unaniem genomen besluiten, zeer gering lijkt. De Nederlandse delegatie zal haar
15 onderhandelingsinzet in belangrijke mate laten bepalen door de kwaliteit van de geboden onderbouwing. Tenslotte geef ik u in overweging er bij uw zusterorganisaties in de andere Rijnoeverstaten op aan te dringen, meer met hun delegaties in de eer over dit onderwerp te communiceren. Met vriendelijke groet, Datum 2 november 2012 IENM/BSK-2012/222997
16 Bijlage: lijst van bepalingen die het betreft Bepalina Overaanastermiin Omschriiving 3.03 lid 1 (a) 2035 Plaats aanvaringsschot 3.03 lid Voorschip met ankernissen 3.04 lid Geluidsdruk Machinekamer 7.01 lid Geluidsdruk in stuurhut 7.02 lid Gekleurde ruiten stuurhut 8.10 lid Geluidsdruk 25 meter afstand schip 9.01, lid Elektrische installatie voldoen aan geldende normen lid 5 en Ankeruitrusting (ankergewicht) lid Relinaen en voetliisten qanqboorden Breedte aanaboord lid Minimale arootte nooduitgangen Eisen aan luiken Eisen aan lieren lid 2 t/m Eisen aan kranen lid 8 t/m Eisen aan kranen lid Geluidsdruk woon- en slaapruimten lid Verbliiven aan boord verbliivende personen lid Positie van de vloer lid Woon- en slaapruimte lid Stahoogte in verblijven lid Vloeroppervlak in woonruimte lid Inhoud van ruimten lid Luchtvolume per persoon lid Afmetina van deuren lid Aanbrenqen van trappen lid Leidinqen van gevaarlijke stoffen en gassen Sanitaire voorzieningen Verwarming en ventilatie lid Aantal en plaats schotten lid Eisen aan verbindinasaangen 15.06, lid 6 (c) 2007/2015 Vluchtwegen niet door machinekamers en keukens lid Eisen aan verzamelruimten lid 1 en Eisen aan voortstuwinassysteem lid 3 (a) 2010 Eisen aan alarminstallatie lid 4 en Noodstroominstallatie 15.11, lid Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen lid Uitvoerina van scheidingsvlakken 15.11, lid Wanden van dek tot dek overeenkomstig uitvoering scheidingsvlakken conform artikel lid lid Brandblusinstallatie in machinekamers
17 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag Vereniging Waterbouwers Directeur De heer F. Heinis Vasteland 12c 3011 BL Rotterdam PIesmanweg 1-6 Den Haag Postbus EX Den Haag Contactpersoon mr. L. Vermeulen Senior Beleidsmedewerker T F Datum 2 november 2012 Betreft overgangstermijnen IENM/BSK-20 12/ Geachte heer Heinis, De afgelopen jaren heeft het binnenvaartbedrijfsleven bij herhaling haar zorgen geuit richting de Minister van Infrastructuur en Milieu, maar ook richting de Tweede Kamer, over de afloop van verschillende overgangstermijnen uit het Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (Rosr). Naar aanleiding van deze zorgen heeft het Ministerie in 2011 onderzoek laten doen naar de afloop van deze overgangstermijnen en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse binnenvaartsector. Dit onderzoek, uitgevoerd door KplusV Organisatie Advies en met inbreng van de binnenvaartsector, heeft een drietal documenten opgeleverd, te weten: Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Bijlagen bij onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart; Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Deze documenten vormden voor de Nederlandse delegatie in de Centrale Commissie Rijnvaart (CCR) de aanleiding om de overgangsbepalingen opnieuw aan de orde te stellen. Op basis van de documenten stemden de andere delegaties erin toe, het onderwerp "overgangsbepalingen" op het werkprogramma voor 2012 en 2013 van de CCR te plaatsen. Dit betekent dat het betrokken Comité van de CCR het onderwerp tijdens haar vergaderingen mag bespreken. Plaatsing van het onderwerp op het werkprogramma betekent echter niet automatisch dat de delegaties in de CCR ook bereid zijn, om deze overgangsbepalingen geheel of zelfs maar gedeeltelijk te herzien. Tijdens de eerste besprekingen over het onderwerp bleek al snel dat de andere delegaties in de CCR vooralsnog zeer terughoudend zijn om de bestaande overgangsbepalingen of -termijnen te wijzigen. Zij wijzen er op dat deze termijnen in 2003 na gedegen onderzoek door het Duitse Versuchsanstalt für Binnenschiffbau (VBD) en na intensief overleg met het binnenvaartbedrijfsleven (waarbij overeenstemming werd bereikt), unaniem door de CCR-lidstaten werden vastgesteld. In de overige CCR-lidstaten blijkt bovendien tot op heden de overheid niet of nauwelijks door het bedrijfsleven op deze problematiek te zijn
18 aangesproken. Het wordt door de delegaties in elk geval niet zo ervaren. Aangezien de overgangsbepalingen bestaande regelgeving betreft, dient over elke eventuele wijziging hierin door alle CCR delegaties op basis van unanimiteit besloten te worden. Nederland heeft intussen in de CCR voorgesteld om de overgangsbepalingen waarvan bovengenoemd onderzoek heeft uitgewezen dat zij gepaard gaan met hoge nalevingskosten, aan nader onderzoek te onderwerpen. Hiervoor zouden alternatieve oplossingen moeten worden uitgewerkt. De bereidheid van andere delegaties om hierover de discussie te voeren, is echter volledig afhankelijk van de kracht van de onderbouwing die Nederland per bepaling kan geven. Bepalingen waarvoor deze onderbouwing onvoldoende urgent en concreet kan worden gemaakt, zullen bij de andere delegaties geen kans maken. Datum 2 november 2012 IENM/BSK-20 12/ De Nederlandse delegatie in de CCR is bereid zich maximaal sterk te maken voor aanvaardbare oplossingen voor de meest knellende overgangsbepalingen. Voor de betreffende onderbouwing hebben we echter dringend uw steun nodig. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan van de bepalingen waarom het gaat. Teneinde de overige delegaties te overtuigen van het feit dat actie geboden is, heeft de Nederlandse delegatie, per bepaling, dringend behoefte aan de volgende informatie: hoeveel schepen worden door deze bepaling getroffen (concrete aantallen, geen schattingen, zo veel mogelijk met scheepsnamen en contactgegevens eigenaar om nader onderzoek mogelijk te maken); welke aanpassingen moeten worden verricht en welke bedragen zijn hiermee gemoeid (concrete bedragen, geen schattingen); hoeveel schepen zullen bij het verlengen van het Certificaat van Onderzoek vanaf 1 januari 2013 een beroep doen op de hardheidsclausule van artikel Rosr (goed onderbouwde schatting kan volstaan). Hierbij wil ik met klem een beroep doen op uw organisatie om bij uw achterban de gevraagde informatie te achterhalen en aan de Nederlandse delegatie te doen toekomen. Ik wil u vragen om deze informatie vóór 20 november 2012 aan te leveren voor de bepalingen waarvan de termijn reeds in 2010 afliep. Voor de bepalingen die in 2015 aflopen, dient de informatie uiterlijk in februari 2013 beschikbaar te zijn, teneinde de discussie in de CCR te kunnen voeren. Ik ben mij er van bewust dat deze vraag reeds eerder aan u gesteld is. Ik stel deze vraag echter opnieuw, omdat de tot nu toe vanuit uw organisaties ontvangen antwoorden in de meeste gevallen bij lange niet de hardheid en concreetheid hadden die nodig zijn om binnen de CCR de discussie succesvol te kunnen voeren. Ik wil u er daarom nogmaals op wijzen, dat als de informatie niet op tafel komt, de kans dat andere delegaties bereid zijn terug te komen op in 2003 unaniem genomen besluiten, zeer gering lijkt. De Nederlandse delegatie zal haar
19 onderhandelingsinzet in belangrijke mate laten bepalen door de kwaliteit van de geboden onderbouwing. Tenslotte geef ik u in overweging er bij uw zusterorganisaties in de andere Rijnoeverstaten op aan te dringen, meer met hun delegaties in de eer over dit onderwerp te communiceren. Met vriendelijke groet, Datum 2 november 2012 IENM/BSK-20 12/222997
20 Bijlage: lijst van bepalingen die het betreft Bepaling Overgangstermiin Omschriiving 3.03 lid 1 (a) 2035 Plaats aanvaringsschot 3.03 lid Voorschip met ankernissen 3.04 lid Geluidsdruk Machinekamer 7.01 lid Geluidsdruk in stuurhut 7.02 lid Gekleurde ruiten stuurhut 8.10 lid Geluidsdruk 25 meter afstand schip 9.01, lid Elektrische installatie voldoen aan geldende normen lid 5 en Ankeruitrustinq (ankerqewicht) lid Relinqen en voetliisten qanqboorden Breedte qanqboord lid Minimale qrootte nooduitqanqen Eisen aan luiken Eisen aan lieren lid 2 tlm Eisen aan kranen lid 8 t/m Eisen aan kranen lid Geluidsdruk woon- en slaapruimten lid Verblijven aan boord verblijvende personen lid Positie van de vloer lid Woon- en slaapruimte lid Stahoogte in verblijven lid Vloeroppervlak in woonruimte lid Inhoud van ruimten lid Luchtvolume Der oersoon lid Afmetinq van deuren lid Aanbrenqen van trappen lid Leidinqen van qevaarlijke stoffen en qassen Sanitaire voorzieninqen Verwarming en ventilatie lid Aantal en plaats schotten lid Eisen aan verbindinasaanaen 15.06, lid 6 (c) 2007/2015 Vluchtwegen niet door machinekamers en keukens lid Eisen aan verzamelruimten lid 1 en Eisen aan voortstuwinassysteem lid 3 (a) 2010 Eisen aan alarminstallatie lid 4 en Noodstroominstallatie 15.11, lid Technische geschiktheid op het gebied van brandbescherming van materialen en onderdelen lid Uitvoerinq van scheidinqsvlakken 15.11, lid Wanden van dek tot dek overeenkomstig uitvoering scheidingsvlakken conform artikel lid lid Brandblusinstallatie in machinekamers
STOP de overgangsbepalingen van de Centrale Rijnvaartcommissie CCR.
Bijlage bij petitie STOP de overgangsbepalingen van de Centrale Rijnvaartcommissie CCR. Naam Petitie STOP de overgangsbepalingen van de Centrale Rijnvaartcommissie CCR. Omschrijving Binnenschippers moeten
Nadere informatieNotitie overgangsbepalingen passagiersschepen. Behorend bij Rapport Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart
Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl Notitie overgangsbepalingen passagiersschepen
Nadere informatieWIJ ZIJN BLN. Dé ketenbrede branchevereniging ván en vóór de binnenvaart
WIJ ZIJN BLN Dé ketenbrede branchevereniging ván en vóór de binnenvaart THEMABIJEENKOMST Overgangsbepalingen in vogelvlucht OVERGANGSBEPALINGEN Technische en uitrustingseisen aan binnenschepen op de Rijn
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 26 mei 2014 Betreft Besluitvorming CCR. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatie7.3-2 - 7.3. c) Toepassing Europese norm op bijboten
7.3-1 - 7.3 Moratorium voor bepaalde overgangsbepalingen van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn Wijziging van het Reglement van Onderzoek door een voorschrift van tijdelijke aard (Art. 24.02, tweede
Nadere informatieInrichtingen op de gangboorden ter bescherming tegen vallen en ter vermindering van verdrinkingsongevallen. - Ontwerpbesluit -
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (11) 17 corr. 1 RP (11) 8 corr. 1 31 maart 2011 Or. de fr/de/nl COMITÉ REGLEMENT VAN ONDERZOEK COMITÉ POLITIEREGLEMENT Inrichtingen op de gangboorden ter bescherming
Nadere informatieInventarisatielijst ROSR overgangsbepalingen.
Scheepsgegevens. Scheepsnaam Lengte Europanummer (ENI) Breedte Meetbriefnummer Diepgang Certificaat geldig tot Laadvermogen Bouwjaar Motorgegevens. motor 1 Motor 2 Boegschroefmotor Merk Type Vermogen Bouwjaar
Nadere informatieOnderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart. Probleem -en gevolgenanalyse van ROSR in Nederland
Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen
Nadere informatieVanwege de leesbaarheid is de brief van de minister als uitgangspunt genomen en zijn daarin de opmerkingen in het blauw geplaatst.
Reactie op de brief van de minister betreffende de CCR regelgeving Te behandelen op het AO Binnenvaart 10 juni 2014 Rotterdam, 1 juni 2014 Aan de Vaste Kamercommissie Infrastructuur en Milieu Betreft:
Nadere informatieOntwerp voor het werkprogramma van CESNI - 3e versie (Deel I Technische voorschriften)
CESN/PT (16) 14 rev. 1 24 mei Or. en fr/de/nl/en WERKGROEP TECHNSCHE VOORSCHRFTEN Ontwerp voor het werkprogramma van CESN 3e versie (Deel Technische voorschriften) Mededeling van het secretariaat Bijgaand
Nadere informatieArtikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.
Reglement Onderzoek Schepen Rijnvaart HOOFDSTUK 11 VEILIGHEID OP DE WERKPLEK Artikel 11.01 Algemene bepalingen 1. Vaartuigen moeten zodanig zijn gebouwd, ingericht en uitgerust, dat personen daarop veilig
Nadere informatieUittreksel uit het TNO rapport 2013 R 11830
Uittreksel uit het TNO rapport 2013 R 11830 Onderzoeksvragen: 1. Zijn de geluidsnormen adequaat en noodzakelijk? 2. Welke argumenten liggen ten grondslag aan de formulering van de eisen, meetmethode en
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 30 523 Bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet) Nr. 72 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld
Nadere informatieInternationale technische regelgeving binnenvaart. Wie doet wat?
Internationale technische regelgeving binnenvaart Wie doet wat? 25 september 2017 In deze presentatie Focus op technische eisen aan schepen (geen gevaarlijke stoffen) De huidige internationale verhoudingen
Nadere informatiePROTOCOL 21. Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen
- 53 - PROTOCOL 21 Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen Wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement en van het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn (2002-I-2, 2003-I-12, 2003-I-13,
Nadere informatiePROTOCOL 14. Besluit
- 90 - PROTOCOL 14 Wijzigingen van het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn door voorschriften van tijdelijke aard overeenkomstig artikel 1.06 Vereisten voor Inland AIS-apparatuur en voorschriften omtrent
Nadere informatieTijdens het algemeen overleg met de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu op 5 november jl. heb ik een aantal zaken toegezegd, te weten:
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieOnderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 31 maart 2008 Ons kenmerk HDJZ/SCH/2008-412 Doorkiesnummer - Bijlage(n) 1 Uw kenmerk
Nadere informatieOvergangsbepalingen waarvan de termijn bij de 1e verlenging van het certificaat na 1-1-2015 afloopt, de extra eisen voor passagiersschepen.
Overgangsbepalingen waarvan de termijn bij de 1e verlenging van het certificaat na 1-1-2015 afloopt, de extra eisen voor passagiersschepen. 15.02, lid 10, onder c Duur van het sluiten door afstandsbediening
Nadere informatieGEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2018/970 VAN DE COMMISSIE
10.7.2018 L 174/15 GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2018/970 VAN DE COMMISSIE van 18 april 2018 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad
Nadere informatie2012D47408 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2012D47408 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34264 1 december 2014 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 november 2014, nr. IENM/BSK-2014/258980,
Nadere informatieMet mijn brief van oktober 2013 (kenmerk IenM/BSK-2013/242823) heb ik u bericht over de goedkeuring door de Europese Commissie van de verlenging van
Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Waterschappen Dagelijks Bestuur Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX
Nadere informatieReglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR)
Protocol (CCR) Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR) Besluit I; CCR onder verwijzing naar haar Besluit 2000-II-5 en 2000-I-25 op voorstel van haar Comité voor gevaarlijke
Nadere informatieillinium 17IN /10/2017 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dagelijks bestuur alle waterschappen
illinium 17IN025604-16/10/2017 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Dagelijks bestuur alle waterschappen Datum 1 3 OKI W W Betreft Aangepaste Circulaire
Nadere informatieUitbreiding van de kring geschikte nautische deskundigen
PROTOCOL 30 Definitieve wijzigingen van het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn op grond van bij de toepassing verworven praktische ervaringen en ter verduidelijking van bepaalde eisen (Inhoudsopgave,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 328 Besluit van 15 juli 2008 tot wijziging van het Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 en het Besluit Reglement onderzoek schepen op de Rijn
Nadere informatieAnkergewichten duwbakken en duwboten.
Ankergewichten duwbakken en duwboten. ROSR 1976 Art 7.01; Ankergerei 1. Schepen die voor het vervoer van goederen zijn bestemd, met uitzondering van zeeschipbakken, moeten zijn uitgerust met één of twee
Nadere informatievoldoet momenteel op onderstaande wijze wel/ niet aan de CCR eisen
Blad 1 voldoet momenteel op onderstaande wijze aan de CCR eisen Bij eerstvolgende verlenging wel niet nvt weet niet mogelijk onmogelijk weet niet minimaal maximaal 1 Brandkleppen op alle openingen machinekamers
Nadere informatieWIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf 1.10.2015
RV (15) 45 21 augustus 2015 WIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf 1.10.2015 Wijzigingen van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn (Besluit 2015-I-17) Het secretariaat
Nadere informatiePROTOCOL 3. Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI. Besluit
PROTOCOL 3 Instelling en werkwijze van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart CESNI Besluit De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), gezien het belang dat zij
Nadere informatiePROTOCOL 24. PB. Nr. L 245 van 26.8. 1992, blz 23
PROTOCOL 24 Definitieve wijzigingen van het Rijnvaartpolitiereglement - Teken van het verbod van toegang aan boord, teken van het verbod te roken, onbeschermd licht of vuur te gebruiken (artikelen 3.31
Nadere informatie(Niet-wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN
10.1.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 6/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2012/48/EU VAN DE COMMISSIE van 10 december 2012 tot wijziging van de bijlagen bij Richtlijn 2006/87/EG
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu
voorkomen. nemen. Alle waterschappen Ministerie van Dagelijks bestuur Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Contactpersoon T 070-456 0000 F 070-456 1111 Ministerie
Nadere informatieRICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR. Artikel 1. Doel en strekking van het besluit
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Bijlage bij RV (12) 45 add. 1 RICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR Artikel 1 Doel en strekking van het besluit 1. Dit besluit bepaalt de manier
Nadere informatieKnelpunten vanuit het ROSR en Bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG
Knelpunten vanuit het ROSR en Bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG 3.03, lid 2: geen verblijven voor het vlak van het aanvaringsschot. 3.03, lid 2: Geen noodzakelijke voorzieningen voor het voorpiekschot
Nadere informatieWijzigingen wetgeving 2013
Wijzigingen wetgeving 2013 Januari 2013 Staatsblad 2012/25309 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 30 november 2012, nr. IENM/BSK-2012/202439, houdende wijziging van de Scheepsafvalstoffenregeling
Nadere informatieINFORMATIEBLAD OVER DE ES TRIN PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN
INFORMATIEBLAD OVER DE PROCEDURE VOOR ONTHEFFINGEN EN GELIJKWAARDIGHEDEN VAN DE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VAN ES TRIN VOOR SPECIFIEKE VAARTUIGEN Maart 2019 Europees Comité voor de opstelling van standaarden
Nadere informatieDe Minister van Infrastructuur en Milieu, en de voorzitter van de commissie van deskundigen, bedoeld in artikel 1.19 van de Binnenvaartregeling;
Beleidsregel van de Minister van Infrastructuur en Milieu en de voorzitter van de commissie van deskundigen van 14 oktober 2013, nr. ILT-2013/39422 betreffende een nadere invulling van de technische eisen
Nadere informatieMinisterie van Economische Zaken T.a.v. minister H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum Contactpersoon Maarten Eeke van der Veen Doorkiesnummer (033) 450 73 29 E-mail M.vanderveen@eigenhuis.nl
Nadere informatieHierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D013109/03.
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 14 augustus 2012 (OR. en) 13151/12 TRA S 268 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 30 juli 2012 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief
Nadere informatiede voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Datum 16 november 2011 Betreft Plan van aanpak Klein Schip
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieNBKB cursus experts 2018
NBKB cursus experts 2018 Dit is een beknopte samenvatting van de behandelde stof. Alle behandelde documenten zijn beschikbaar op de website van het NBKB 01 Implementatie RL 2016/1622 en ES-TRIN Aanpassingen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21826 9 december 2011 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 30 november 2011, nr. IENM/BSK-2011/157533,
Nadere informatieZorgen over de voorgenomen overheveling van het kortdurend eerstelijnsverblijf naar de Zvw per 2017.
Ministerie van VWS Mevrouw drs. E.I. Schippers Postbus 20350 2500 EJ 'S-GRAVENHAGE Sparrenheuvel 16 Postbus 520 3700 AM ZEIST Telefoon (030) 698 89 11 Telefax (030) 698 83 33 E-mail info@zn.nl Contactpersoon
Nadere informatieabcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,
abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Datum 30 november 2006 Ons kenmerk DGP/MDV/U.06.03210 Onderwerp Leerwerktraject voor het contractvervoer
Nadere informatie1; Besluiten en regelingen Rijn en BSW. Aanwijzing; Rijnkruisend scheepvaartverkeer 2007
1; Besluiten en regelingen Rijn en BSW Aanwijzing; Rijnkruisend scheepvaartverkeer 2007 Categorie: opsporing Rechtskarakter:Aanwijzing i.d.z.v, artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal
Nadere informatieLandelijk Bureau. afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam
Landelijk Bureau afz. Postbus2894, 1000 CW Amsterdam Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving, Sector Staats- en Bestuursrecht t.a.v. dhr.
Nadere informatieOvergangstermijnen geluidsnormen binnenvaart - Voorstel voor het vervolg -
CESNI/PT (17) 66 18 augustus 2017 Or. nl fr/de/nl/en WERKGROEP TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN Overgangstermijnen geluidsnormen binnenvaart - Voorstel voor het vervolg - Mededeling van de Nederlandse delegatie
Nadere informatieBesluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995
Ingevolge artikel 52, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, kan een ieder, gedurende 30 dagen vanaf de dag waarop deze bekendmaking is geschied, zijn zienswijze met betrekking tot het onderstaande
Nadere informatieHoofdstuk 32, ES TRIN I lid 6, 3e t/m 5e zin
Laatste ontwikkelingen CESNI/PT (17) 25 rev. 2 In juni 2017 heeft de werkgroep CESNI/PT de tussentijdse balans van de verrichte werkzaamheden met betrekking tot het werkprogramma van CESNI besproken en
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) 22 14 februari 2014 Or. en fr/de/nl/en. Uniforme technische standaarden
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 11 RV/G (14) 26 JWG (14) 22 14 februari 2014 Or. en fr/de/nl/en COMITÉ REGLEMENT VAN ONDERZOEK WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP
Nadere informatieAdvies casus Aanbod mbo-opleidingen Zoetermeer
Advies casus Aanbod mbo-opleidingen Zoetermeer Inhoud: Advies CMMBO Bijlagen: Analyse casus Aanbod mbo-opleidingen Zoetermeer Reactie ROC Mondriaan op ontwerpadvies Reactie ID College op ontwerpadvies
Nadere informatie(Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, 29 november 2012) d//reglem/thg_strat_nl
Strategie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart voor het verminderen van het brandstofverbruik en van de uitstoot van broeikasgassen van de Rijnvaart (Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie
Nadere informatieIn deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.
REGELING van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende regels met betrekking tot de vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (Regeling vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart) De Minister
Nadere informatieHierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen die door Kamerlid dhr. Smaling van de SP zijn gesteld op 4 februari 2014.
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag Uw kenmerk 2014Z01908 Datum 19 februari 2014 Onderwerp
Nadere informatieStellingname ES-TRIN Hoofdstuk 15 "Woningen"
CESNI/PT (18) 78 4 september 2018 Or. de fr/de/nl/en WERKGROEP TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN Stellingname ES-TRIN Hoofdstuk 15 "Woningen" Mededeling van de Duitse delegatie Zeer geachte heer Boyer, De huidige
Nadere informatieKnelpunten vanuit het ROSR en Bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG
Knelpunten vanuit het ROSR en Bijlage II bij de richtlijn 2006/87/EG Richtlijn 2006/87/EG artikel 2, artikel 1.02 van het ROSR en artikel 6 van het BVB. Richtlijn 2006/87/EG artikel 2, en artikel 6 van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26269 9 mei 2018 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 mei 2018, nr. IENW/BSK-2018/53703, tot
Nadere informatieWet- en regelgeving. Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR)
Wet- en regelgeving Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) Algemene bepalingen Deel A: Olie- en vethoudende afvalstoffen Relevant voor passagiersvaart maar nu
Nadere informatieCertificerende inspecties drijvende werktuigen
Certificerende inspecties drijvende werktuigen Ing. H.J.G.J. (Henk) Arntz re directeur NBKB 26 januari 2016 CUMELA Inhoudsopgave NBKB Wet & regelgeving Inspecties 1 NBKB Het NBKB NBKB is een Stichting
Nadere informatieDeel I Technische voorschriften
Werkprogramma CESN Besluit CESN 1 (02.06.) Deel Technische voorschriften Er moet een geschikte methode worden bepaald voor de vaststelling van prioriteiten. Het secretariaat stelt voor om voor het eerste
Nadere informatieCertificerende inspecties drijvende werktuigen
Certificerende inspecties drijvende werktuigen Ing. H.J.G.J. (Henk) Arntz directeur NBKB Inhoudsopgave NBKB Wet- & regelgeving Inspecties Wie Wat is NBKB NBKB is een Stichting niet winst gerelateerd transparant
Nadere informatieDatabank voor de toepassing van de technische voorschriften
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART RV (14) 76 RV/G (14) 100 JWG (14) 94 25 november 2014 Or. fr fr/de/nl/en COMITE REGLEMENT VAN ONDERZOEK WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP
Nadere informatieBIJLAGEN Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen binnenvaart
Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl BIJLAGEN Onderzoek en beleidsadvies overgangsbepalingen
Nadere informatie14 NEt Pdjkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Gemeente Gouda Afdeling Gebiedsontwikkeling Postbus BB Gouda 2~ouda
Pdjkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postbus 555 3430 AN Nieuwegein Gemeente Gouda Afdeling Gebiedsontwikkeling Postbus 1086 2800 BB Gouda 2~ouda Ingekomen Afd~eting!Nr.,~
Nadere informatieEuropees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement
Europees Comité voor de opstelling van standaarden in de binnenvaart (CESNI) Huishoudelijk Reglement Uitgave 2016 - 2 - - 3 - Huishoudelijk Reglement van het Europees Comité voor de opstelling van standaarden
Nadere informatieLadingboek Binnentankvaart
Ladingboek Binnentankvaart Versie: def.17-04--2003 Mailaddress: PO Box 23133 3001 KC Rotterdam The Netherlands Address: Vasteland 12e 3011 BL Rotterdam The Netherlands T +31 (0)10 4116070 F +31 (0)10 4129091
Nadere informatie~~:-- BLN -I Koninklijke Schuttevaer I
..., tt. 1';;S1~~I.... 11',,,.. '-'~J!I... ~~:-- BLN -I Koninklijke Schuttevaer I Reminder: Onderzoek financieringsbehoefte innovatie en modernisering binnenvaart Eerder hebben we u geïnformeerd over een
Nadere informatieBetreft: Zorgen Nederlandse maritieme cluster over de Nederlandse scheepsregisters
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat t.a.v. minister C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Rotterdam, 3 december 2018 Betreft: Zorgen Nederlandse maritieme cluster over de
Nadere informatieOpgesteld door: CCV. Examenonderdeel: Veiligheid en milieu Code: BVVM Naam: Schipper Toetsvorm: Schriftelijk: meerkeuzevragen.
Opgesteld door: CCV Examenonderdeel: Veiligheid en milieu Code: VVM Naam: Schipper Toetsvorm: Schriftelijk: meerkeuzevragen Eindtermen/toetstermen 1. heeft kennis van de wet- en regelgeving met betrekking
Nadere informatieErvaringen met walstroom
Ervaringen met Bij de invoering van heeft een aantal schippers technische ervaren bij het kunnen aansluiten op voorzieningen. Reden voor een onderzoek om te kijken naar de omvang en achtergronden van die.
Nadere informatieVergadering water- en scheepvaartpolitiediensten. Vraag BE3 van de Belgische delegatie
Vergadering water- en scheepvaartpolitiediensten Vraag BE3 van de Belgische delegatie Wat doen de andere landen met vaartuig die over een geldig Certificaat van Onderzoek beschikken, maar waarvan er tekortkomingen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16892 22 september 2011 Beleidsregel Binnenvaart 13 september 2011 Nr. IENM/IVW-2011/10719 De Minister van Infrastructuur
Nadere informatieNormen in het ROSR en het RPR
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART JWG (12) 6 RV/G (12) 7 25 januari 2012 Or. de fr/de/nl/en GEMEENSCHAPPELIJKE WERKGROEP WERKGROEP REGLEMENT VAN ONDERZOEK en in het ROSR en het RPR Mededeling van het
Nadere informatieVerstelbare stuurhuizen. Effectenrapportage
CESNI/PT (16) 35 13 mei 2016 Or. nl fr/de/nl/en WERKGROEP TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN Verstelbare stuurhuizen Effectenrapportage Mededeling van de Belgische delegatie De Belgische delegatie legt aan de werkgroep
Nadere informatiePlenaire voorjaarszitting van de CCR 2013
Plenaire voorjaarszitting van de CCR 2013 Ref: CC/CP (13) 03 Straatsburg, 3 juni 2013 - De Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) is op 29 mei 2013 onder voorzitterschap van mw. Belliard van de Franse
Nadere informatieuw kenmerk : : Kostenindicatie P2deck Geachte heer,
kenmerk : uw kenmerk : Onderwerp datum: 15-09-2011 : Kostenindicatie P2deck Geachte heer, Naar aanleiding van jou vraag per e-mail van 8 september 2011 stuur ik je hierbij een kosten indicatie voor de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 543 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede
Nadere informatieSchepen gebouwd voor en
Schepen gebouwd voor 1.4.1976 en 1.7.1983 Bijkomende eisen aan elektrische installaties vanaf 1.1.2015 - Bij de bespreking van het Belgische discussiepapier JWG (14) 21 heeft de werkgroep ervoor gekozen
Nadere informatie19006 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE
19006 BELGISCH STAATSBLAD 21.03.2016 MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID Mobiliteit en Openbare Werken Reglement Onderzoek Schepen op De Rijn (ROSR) 1995. Stand 1 april 2016 REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP
Nadere informatieWIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf
RP (19) 22 29 mei 2019 WIJZIGING van het geldige RIJNVAARTPOLITIEREGLEMENT vanaf 1.7.2019 Wijzigingen van het Rijnvaartpolitiereglement (Besluit 2018-II-17) Het secretariaat verzoekt de versie (verzameling
Nadere informatieTechnische problemen historische pleziervaartuigen langer dan 20 meter
Pleziervaartuigen langer dan 20 meter moeten na de invoering van de Europese richtlijn voor de binnenvaart en de Binnenvaartwet voldoen aan technische eisen. Hieronder volgt een overzicht van inventarisatie
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33026 26 november 2013 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 22 november 2013, nr. IENM/BSK-2013/242638,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu
- de - de Nl. - Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouredres Postbus 20901 2500 Ex Den Haag SHL Offshore Contractors BV. T a.v. Albert Einsteinlaan 50 2719 ER ZOETERMEER Plesrnanweg 1-6 Den Haag
Nadere informatieanwb.nl/watersport, de site voor watersporters
anwb.nl/watersport, de site voor watersporters VfWACK SLEPER 1500 length o.a. length huil length w.l. beam o.a. draft displacement ^P/// VRIPACK l'achting INTERNATIONAL / ^y naval archittits 6v 2 anwb.nl/watersport,
Nadere informatieProefvaarten met duwstellen
Proefvaarten met duwstellen Voorwaarden op de Rijn en zone 2 in Nederland De criteria vanuit het ROSR en Bijlage II: Snelheid ten opzichte van het water: 13 km/uur (artikel 5.06 en dienstinstructie 2)
Nadere informatieFactuur Factuurdatum: 29 april 2015 Factuurnummer 1800004842 Debiteurnummer: 10072565
bhared Services Organisatie IVlinisterie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus 20906, 2500 EX DEN HAAG Bedrijf HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND T.A.V. HET DAGELIJKS BESTUUR Postbus 3061 2601
Nadere informatieHet bevel is van kracht geworden op donderdag 24 augustus 2017 om 16:30 uur en is geldig tot donderdag 31 augustus :30 uur.
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Tandartspraktijk J. Vissi Hoogeveen B.V. xxx Lindenlaan 33A 7907 AT Hoogeveen Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34
Nadere informatieAlgemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus 8983 3009 TC ROTTERDAM Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon
Nadere informatieWIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf
RV (17) 60 8 november 2017 WIJZIGING van het geldige REGLEMENT ONDERZOEK SCHEPEN OP DE RIJN vanaf Wijzigingen van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn (Besluiten 2016-I-10, 2017-I-15, 2017-I-16)
Nadere informatieBrancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Brancheorganisatie Kinderopvang Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang Sociaal Werk Nederland BOinK Stichting Voor Werkende Ouders FNV CNV Postbus
Nadere informatieRecente ontwikkelingen in het binnenvaartaansprakelijkheidsrecht CLNI Mr. Theresia K. Hacksteiner Secretaris Generaal IVR en EBU
Recente ontwikkelingen in het binnenvaartaansprakelijkheidsrecht CLNI 2012 Mr. Theresia K. Hacksteiner Secretaris Generaal IVR en EBU Postbus 23210 3001 KE Rotterdam the Netherlands Tel.: +31 (0)10 411
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl VDC 10.1707
Nadere informatie