Vlamkerende inrichtingen voor binnenvaarttankers
|
|
- Bernard van Loon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Vervoer BrochureI ANDR B1 04/02 1 e druk en voor binnenvaarttankers In deze brochure wordt uiteengezet welke vlamkerende inrichtingen aanwezig moeten zijn in binnenvaarttankers. De regelgeving hiervoor is opgesteld in het ADNR. De laatste wijziging in de regelgeving dateert van Sinds die wijziging zijn er verschillende inrichtingen mogelijk, afhankelijk van het type tankschip. In deze brochure komen deze mogelijkheden aan bod. Geschiedenis In 1976 is in het ADNR de bepaling opgenomen dat een gesloten tankschip voorzien moet zijn van een leiding, die tijdens het laden de gassen vanuit de ladingtank naar de wal kan afgeven. Tevens moesten de ladingtanks voorzien worden van een over- en onderdrukventiel om drukken, die de ladingtank zouden kunnen beschadigen, te voorkomen. Het overdrukventiel moest uitgevoerd zijn als snelafblaasventiel. Over bescherming tegen vlaminslag werd niets vermeld. Indien de bovengenoemde leiding meerdere ladingtanks, in ADNR 1976 meer dan twee ladingtanks, met elkaar verbond moest bij de ingang in de ladingtank een detonatiebeveiliging zijn aangebracht. Dit alles moest per 1 april 1981 op alle schepen een feit zijn. Door allerlei problemen in de periode tot 1981 (opgeblazen schepen door te kleine gasafvoerleidingen, dicht zittende vlamkerende roosters enz.) is men er in 1981 in Straatsburg mee akkoord gegaan dat de schepen niet behoefden te voldoen aan de verplichting tot het hebben van een detonatiebeveiliging per ladingtank. Mits het overdrukventiel was uitgevoerd als snelafblaasventiel, bestand tegen een duurbrand en het onderdrukventiel voorzien was van een vlamkerend rooster. Tevens moest deze afwijking worden opgetekend in het certificaat van Goedkeuring. Deze situatie is tot het jaar 1999 zo blijven bestaan omdat een wijziging in deze zin nimmer in de CCR werd geaccepteerd. De meningen over wat veilig of onveilig was bleven verdeeld. In 1999 is een wijziging van het ADNR na lange discussies aangenomen. Deze wijziging heeft betrekking op de uitvoering van de ladingtanks in verbinding met de gasverzamelleiding en de bescherming tegen vlaminslag regelt. De tekst is nu zodanig dat er vele mogelijkheden zijn, afhankelijk van het type tankschip. Tevens is de verwarming van de inrichting geregeld, waardoor nog meer mogelijkheden worden gecreëerd. Uit de ADNR In de ADNR is over dit onderwerp de volgende tekst opgenomen: Randnummer / (4) a) Iedere ladingtank of iedere groep van ladingtanks, die door middel van een gasverzamelleiding met elkaar zijn verbonden, moet voorzien zijn van: - veiligheidsinrichtingen die een ontoelaatbare over- en onderdruk verhinderen, waarbij, indien volgens de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, het onderdrukventiel is voorzien van een vlamkerende inrichting die een deflagratie kan weerstaan en het overdrukventiel als snelafblaasventiel is uitgevoerd, dat een duurbrand kan weerstaan. De gassen moeten naar boven worden afgevoerd. De openingsdruk van het snelafblaasventiel en het onderdrukventiel moet op het ventiel onuitwisbaar zijn aangebracht; - een aansluiting ten behoeve van een veilige teruggave van de bij het laden ontsnappende gassen aan de walinstallatie; - een inrichting om de ladingtanks op veilige wijze drukloos te maken, die ten minste uit een vlamkerend rooster, dat een duurbrand kan weerstaan en een afsluiter bestaat. Aan de stand van de afsluiter moet duidelijk herkenbaar zijn of hij open of gesloten is. b) Openingen van snelafblaasventielen moeten ten minste 2,00 m boven dek zijn aangebracht en ten minste 6,00 m van de woningen evenals 6,00 m van buiten de ladingzone gelegen dienstruimten zijn verwijderd. Deze hoogte kan worden verminderd, indien direct om de uitstroom opening van het overdrukventiel in een gebied met een straal van 1,00 m geen bedieningsapparatuur aanwezig is en dit gebied als gevaarszone is aangeduid. en moeten zo zijn ingesteld dat zij zich tijdens de reis pas bij het bereiken van de hoogst toelaatbare werkdruk van de ladingtanks openen. IVW Divisie Vervoer: Postbus 10700, 2501 HS Den Haag. Vervoerinformatiecentrum loket van de Divisie Vervoer voor alle informatie over vervoerswetgeving tel: (070) , fax: (070) , vervoerinfo@ivw.nl, Internet:
2 (De tekst van randnummer (4) a) is niet opgenomen, maar deze is voor de gesloten schepen inhoudelijk gelijk aan die van randnummer (4) a).) (5) a) Een gasverzamelleiding, die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een vlamkerende inrichting die een detonatie kan weerstaan, met een vast of veerbelast vlamkerend rooster. De uitvoering kan zijn: i) de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan; ii) de vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan; iii) iv) de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast of een veerbelast vlamkerend rooster; de vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in randnummer (7). v) de vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in randnummer (7). Indien in de ladingzone aan dek een vast ingebouwde brandblusinrichting aanwezig is, kan worden afgezien van een vlamkerende inrichting in de afzonderlijke ladingtanks. (uitsluitend type C-tankschepen) In aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding aangesloten ladingtanks, mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die zich onder elkaar niet vermengen en niet gevaarlijk met elkaar reageren. of, b) Een gasverzamelleiding, die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een vlamkerend (detonatie-/deflagratie veilig) over/onderdrukventiel, waarbij de uitgestoten gassen in de gasverzamelleiding worden afgevoerd. In aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding aangesloten ladingtanks, mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die in de gasfase niet gevaarlijk met elkaar reageren. of, c) Iedere ladingtank heeft een eigen gasafvoerleiding die, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, voorzien is van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan. Er mogen tegelijkertijd meerdere verschillende stoffen worden vervoerd. of, d) Een gasverzamelleiding, die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een afsluiter die een detonatie kan weerstaan, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan. In aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding aangesloten ladingtanks, mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die zich onder elkaar niet vermengen en niet gevaarlijk met elkaar reageren. Over- en onderdrukventiel Zoals uit lid (4) blijkt is de uitvoering van het over- en onderdrukventiel nu afhankelijk van de stof welke vervoerd wordt. Natuurlijk is het niet de bedoeling bij iedere andere stof de ventielen te wisselen, maar men kan ervoor kiezen bijvoorbeeld uitsluitend stoffen te vervoeren die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst geen explosiebescherming behoeven. In dat geval kan de uitvoering van het over- en onderdrukventiel eenvoudig zijn. De eis dat het onderdrukventiel een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kan weerstaan is dan niet vereist. Wel moet het overdrukventiel te allen tijde als snelafblaasventiel zijn uitgevoerd en moet het ten minste 2,00 m boven dek afblazen. Van deze 2,00 m kan worden afgeweken indien direct om de plaats van het ventiel een gebied met een straal van 1,00 m is gekenmerkt en er in dit gebied geen bedieningsapparatuur aanwezig is. Het kenmerken moet bijvoorbeeld door middel van strepen op dek worden uitgevoerd. Onder bedieningsapparatuur wordt onder andere verstaan afsluiters en monstername-openingen, niet de tankdeksels en zijn afsluitmiddelen.
3 en gasafvoerleiding Werd er tot 1999 alleen maar gesproken over de gasverzamelleiding, met de bovenstaande wijziging zijn er meerdere uitvoeringen mogelijk en daardoor is ook de benaming aangepast. De titel gasverzamelleiding is nu uitsluitend weggelegd voor die leiding welke twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt. Is iedere ladingtank van een eigen leiding voorzien dan wordt deze leiding gasafvoerleiding genoemd. In lid (5) zijn nu alle mogelijke uitvoeringen opgenomen. In totaal zijn er acht uitvoeringen mogelijk. Afhankelijk van de uitvoering, maar ook afhankelijk van de mate waarin de leidingen en de ventielen worden verwarmd zijn er echter nog meer variaties mogelijk. Explosiebescherming In alle situaties onder lid (5) a) zijn de ladingtanks aangesloten aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding. Nu zijn er diverse mogelijkheden, afhankelijk van de te vervoeren stof. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst geen explosiebescherming behoeven is vereist is het aanbrengen van een vlamkerende inrichting niet noodzakelijk. Ook de eisen ten aanzien van deflagratie en duurbrand voor onderdruk- en overdrukventiel zijn dan niet meer van toepassing. Het overdrukventiel moet wel te allen tijde als snelafblaasventiel zijn uitgevoerd. De diverse mogelijkheden worden hier ieder apart uitgelicht. SITUATIESCHETS 1 - Lid (5) a) i) De vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan; een vlamkerende inrichting aanwezig en iedere ladingtank is voorzien van een over- en een onderdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Situatieschets 1 Geschikt voor vervoer van alle stoffen Vast vlamkerend rooster Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet het over- en onderdrukventiel verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding en het vlamkerende rooster is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Het isoleren van deze leiding is echter aan te bevelen. Een goed onderhoud van het rooster is noodzakelijk. SITUATIESCHETS 2 - Lid (5) a) ii) De vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan; een vlamkerende inrichting aanwezig. Iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel en de gasverzamelleiding is voorzien van een overdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd.
4 De uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Tijdens het vervoer van kristalliserende stoffen moet het onderdrukventiel, de behuizing van het vlamkerend rooster, de gasverzamelleiding tot het snelafblaasventiel en het snelafblaasventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het overdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. Een goed onderhoud van het vlamkerend rooster is echter noodzakelijk. Situatieschets 2 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen Veerbelast vlamkerend rooster SITUATIESCHETSEN 3 EN 4 - Lid (5) a) iii) De vlamkerende inrichting is voorzien van een vast of een veerbelast vlamkerend rooster; een vlamkerende inrichting aanwezig en de gasverzamelleiding is voorzien van een overdruk- en een onderdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Situatieschets 3 Niet geschikt voor het vervoer van polymeriserende stoffen Vast vlamkerend rooster Situatieschets 4 Ook geschikt voor het vervoer van polymeriserende stoffen
5 Veerbelast vlamkerend rooster De uitvoering met het vaste vlamkerend rooster (3) is niet geschikt voor het vervoer van polymeriserende stoffen. Dit is wel het geval bij het veerbelaste rooster (4). Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet in de situatie met het vaste vlamkerende rooster het rooster zelf, de behuizing ervan, de gasverzamelleiding tot het over- en onderdrukventiel en het over- en onderdrukventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het over- en onderdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. Een goed onderhoud van het vlamkerend rooster is noodzakelijk. SITUATIESCHETS 5 - Lid (5) a) iv) De vlamkerende inrichting is voorzien van een vast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in randnummer (7). een vlamkerende inrichting aanwezig en de gasverzamelleiding is voorzien van een overdruk- en een onderdrukventiel. Tevens is de ladingtank voorzien van een alarminrichting als bedoeld in randnummer 321/ (7). Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Situatieschets 5 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen, m.u.v. polymeriserende stoffen Vast vlamkerend rooster Dukmeting Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen, m.u.v. polymeriserende stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet het vlamkerende rooster, de behuizing ervan, de gasverzamelleiding tot het over- en onderdrukventiel en het over- en onderdrukventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het over- en onderdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. Een goed onderhoud van het vlamkerend rooster is echter noodzakelijk. SITUATIESCHETS 6 - Lid (5) a) v) De vlamkerende inrichting is voorzien van een veerbelast vlamkerend rooster. De inrichting voor het meten van de druk moet voorzien zijn van een alarminrichting als bedoeld in randnummer (7).
6 een vlamkerende inrichting aanwezig en de gasverzamelleiding is voorzien van een overdruk- en een onderdrukventiel. Tevens is de ladingtank voorzien van een alarminrichting als bedoeld in randnummer 321/ (7). Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de vlamkerende inrichting bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet de behuizing van het vlamkerende rooster, de gasverzamelleiding tot het over- en onderdrukventiel en het over- en onderdrukventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het over- en onderdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. Een goed onderhoud van het vlamkerend rooster is noodzakelijk. Situatieschets 6 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen Veerbelast vlamkerend rooster Dukmeting SITUATIESCHETS 7 - Lid (5) a) (uitsluitend type C-tankschepen) Indien in de ladingzone aan dek een vast ingebouwde brandblusinrichting aanwezig is, kan worden afgezien van een vlamkerende inrichting in de afzonderlijke ladingtanks. Situatieschets 7 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen Brandblusinrichting De ladingtanks zijn aangesloten aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding. De gasverzamelleiding is voorzien van een overdruk- en een onderdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet het onderdrukventiel een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet de gasverzamelleiding tot het over- en onderdrukventiel en het over- en onderdrukventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien.
7 Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het over- en onderdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. Een goed onderhoud van het vlamkerend rooster is noodzakelijk. SITUATIESCHETS 8 - Lid (5) b) Een gasverzamelleiding, die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een vlamkerend (detonatie-/deflagratie veilig) over/onderdrukventiel, waarbij de uitgestoten gassen in de gasverzamelleiding worden afgevoerd. In aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding aangesloten ladingtanks, mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die in de gasfase niet gevaarlijk met elkaar reageren. een vlamkerend over- en onderdrukventiel aanwezig en de gasverzamelleiding is voorzien van een overdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet het vlamkerend over-/onderdrukventiel een detonatie en een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Situatieschets 8 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen Over- en onderdrukventiel Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet het overdruk- en onderdrukventiel, de gasverzamelleiding tot het snelafblaasventiel en het snelafblaasventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding na het snelafblaasventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. SITUATIESCHETS 9 - Lid (5) c) Iedere ladingtank heeft een eigen gasafvoerleiding die, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, voorzien is van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan. Er mogen tegelijkertijd meerdere verschillende stoffen worden vervoerd. Situatieschets 9 Geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Er mogen tegelijkertijd meerdere verschillende stoffen worden vervoerd.
8 Over- en onderdrukventiel Iedere ladingtank heeft een eigen gasafvoerleiding. De gasverzamelleiding is voorzien van een over- en onderdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden die volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet het onderdrukventiel een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet de gasafvoerleiding tot het over- en onderdrukventiel en het over- en onderdrukventiel zelf verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasafvoerleiding na het over- en onderdrukventiel tot de walaansluiting is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Echter in deze situatie is het aan te bevelen dit wel te doen of de leiding minimaal te isoleren. SITUATIESCHETS 10 - Lid (5) d) Een gasverzamelleiding, die twee of meer ladingtanks met elkaar verbindt, moet, indien conform de Stoffenlijst (Aanhangsel 4) explosiebescherming is vereist, aan iedere inlaatopening in de ladingtank voorzien zijn van een afsluiter die een detonatie kan weerstaan, waarbij iedere ladingtank is voorzien van een onderdrukventiel dat een deflagratie kan weerstaan en een snelafblaasventiel dat een duurbrand kan weerstaan. In, aan een gemeenschappelijke gasverzamelleiding aangesloten ladingtanks, mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die zich onder elkaar niet vermengen en niet gevaarlijk met elkaar reageren. een afsluiter aanwezig en iedere ladingtank is voorzien van een over- en een onderdrukventiel. Indien stoffen vervoerd worden welke volgens kolom 16 van de Stoffenlijst explosiebescherming behoeven, moet de afsluiter bij de aansluiting van de ladingtank aan de gasverzamelleiding een detonatie kunnen weerstaan. Het onderdrukventiel moet een deflagratie en het overdrukventiel een duurbrand kunnen weerstaan. Hiertoe moet een verklaring van de leverancier worden overlegd. Situatieschets 10 Geschikt voor vervoer van alle stoffen, maar er mogen tegelijkertijd slechts stoffen worden vervoerd, die zich onder elkaar niet vermengen en niet gevaarlijk met elkaar reageren. Afsluiter Deze uitvoering is geschikt voor het vervoer van alle stoffen. Bij het vervoer van kristalliserende stoffen moet het over- en onderdrukventiel verwarmd kunnen worden. Alle delen die kunnen worden verwarmd moeten tevens van een isolatie zijn voorzien. Het verwarmen van de gasverzamelleiding is niet noodzakelijk omdat tijdens het laden de kans op kristallisatie nauwelijks aanwezig is. Het isoleren van deze leiding is echter aan te bevelen. Tevens moet er een goede instructie aan boord aanwezig zijn waarin de wijze van handelen tijdens het laden en het vervoer staan omschreven.
9 Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.
Veiligheids- en controle-inrichtingen (type G)
9.3.1.21 Veiligheids- en controle-inrichtingen (type G) 9.3.1.21.1 Iedere ladingtank moet zijn voorzien van: a) gereserveerd b) een niveau-meetinrichting; c) een niveau-alarminrichting die uiterlijk bij
Nadere informatie9.3.2 Constructievoorschriften voor tankschepen van het type C
9.3.2 Constructievoorschriften voor tankschepen van het type C De voorschriften 9.3.2.0 tot en met 9.3.2.99 zijn van toepassing op tankschepen van het type C. 9.3.2.0 Constructiematerialen 9.3.2.0.1 a)
Nadere informatieHOOFDSTUK 8.6 DOCUMENTEN. Bevoegde autoriteit: Ruimte gereserveerd voor het wapen en de naam van de staat
HFDSTUK 8.6 DCUMENTEN 8.6.1 Certificaat van Goedkeuring 8.6.1.1 Model van een Certificaat van Goedkeuring voor drogelading schepen Bevoegde autoriteit: Ruimte gereserveerd voor het wapen en de naam van
Nadere informatieTankschepen N-open en N-vlamkerend
Tankschepen N-open en N-vlamkerend 1.2.1 Scheepstype Type N open met vlamkerende inrichtingen: Een tankschip dat bestemd is voor het vervoer van vloeistoffen in open ladingtanks, waarbij de openingen van
Nadere informatieWijzigingen ADN-2019
Wijzigingen ADN-2019 Michael Zevenbergen CBRB CBRB Welkom Presentatie wijzigingen ADN-2019 In verband met thema Explosieveiligheid en overige wijzigingen Voorstellen Michael Zevenbergen Veiligheidsadviseur
Nadere informatieBesluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Binnenschepenbesluit wordt als volgt gewijzigd: Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van houdende wijziging van het Binnenschepenbesluit, bijlagen VI en VIII, in verband met de wijziging van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR) en enige andere
Nadere informatie24 mei 2016 - Evenementenhal Gorinchem. Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen
24 mei 2016 - Evenementenhal Gorinchem Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen De markt: wie heeft welke rol? Wat is bevrachter / operator
Nadere informatieWijzigingen ADN 2019: Explosieveiligheid. Achtergrondinformatie bij de brochures Explosieveiligheid Droge Lading en Tankvaart
Wijzigingen ADN 2019: Explosieveiligheid Achtergrondinformatie bij de brochures Explosieveiligheid Droge Lading en Tankvaart www.cbrb.nl juni 2018 www.bln.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Bijlage
Nadere informatieDeel 7 Voorschriften voor het laden, vervoeren, lossen en de behandeling van de lading
Deel 7 Voorschriften voor het laden, vervoeren, lossen en de behandeling van de lading HOOFDSTUK 7.2 Tankschepen 7.2.0 Algemene voorschriften 7.2.0.1 De voorschriften 7.2.0 tot en met 7.2.5 zijn van toepassing
Nadere informatieOvergangsbepalingen ADNR 1.6 Droge ladingschepen
Overgangsbepalingen ADNR 1.6 Droge ladingschepen Art. Soort schip Onderwerp Voorgestelde 1 9.1.0.12.1 Droge ladingschip Ventilatie van de laadruimen. Ieder laadruim moet door middel van twee onafhankelijk
Nadere informatie1. De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen 1997
Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen VW «Wet vervoer gevaarlijke stoffen» 16 december 1998/DGG/J-98011064 Directoraat-Generaal Goederenvervoer De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Nadere informatieWijzigingen ADN 2019 in hoofdlijnen. Hoofdstuk 1 Algemene voorschriften. Uitwerking van nieuwe definities:
Wijzigingen ADN 2019 in hoofdlijnen Hoofdstuk 1 Algemene voorschriften 1.2 Definities: Wijzigingen in bestaande definities: Gasdetectie-installatie, houder voor restproducten, houder voor slobs, kofferdam,
Nadere informatiea) het laadruim of de laadruimen (indien explosiebescherming wordt vereist, vergelijkbaar zone 1)
1.2.1 Definities Opmerking: In deze sectie zijn alle algemene en bijzondere definities opgenomen. In het ADNR wordt verstaan onder: Adembeschermingsapparaat (filterapparaat; van de buitenlucht afhankelijk):
Nadere informatieArbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen
Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Artikel 4.1. Definities Voor de toepassing van deze paragraaf
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer
Nadere informatieTaxonomie code: B Schriftelijk. B Schriftelijk. R Schriftelijk. R Schriftelijk. R Schriftelijk
Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: n.v.t. Naam: Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Binnenvaart Toetsvorm: Schriftelijk Eindtermen/toetstermen: 6. Voorschriften voor verpakkingen, met inbegrip
Nadere informatieADNR Deel konvooi ; Duwstellen en gekoppelde samenstellen
ADNR Deel konvooi 7.1.2.19; Duwstellen en gekoppelde samenstellen 7.1.2.19.1 Indien in een duwstel of in een gekoppeld samenstel ten minste één schip van een Certificaat van Goedkeuring voor het vervoer
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET
48 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 9 A. TITEL Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijnen binnenvaart; (met Bijlagen en Aanhangsels)
Nadere informatie9.3.1.51.2 In ieder geïsoleerd verdeelsysteem moet een automatische aardfoutcontroleinrichting met een optisch en akoestisch alarm zijn ingebouwd.
9.3.1.51 Elektrische inrichtingen (type G) 9.3.1.51.1 Er zijn slechts verdeelsystemen zonder teruggeleiding via de scheepsromp toegestaan.dit is niet van toepassing op: - installaties voor kathodische
Nadere informatieReglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR)
Protocol (CCR) Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR) Besluit I; CCR onder verwijzing naar haar Besluit 2000-II-5 en 2000-I-25 op voorstel van haar Comité voor gevaarlijke
Nadere informatieDeel 8. Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten
Deel 8 Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten 683 684 Inhoud 8.1 Algemene voorschriften voor de schepen en de uitrusting 8.1.1 gereserveerd 8.1.2
Nadere informatieBijlage VIII ; Technische regelen voor bunkerstations. Hfst. 1; Algemene Bepalingen
Bijlage VIII ; Technische regelen voor bunkerstations BIJLAGE VIII VAN HET BINNENSCHEPENBESLUIT TECHNISCHE REGELEN VOOR BUNKERSTATIONS Hfst. 1; Algemene Bepalingen HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN Art.
Nadere informatieDeel 8. Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten
Deel 8 Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten 8-1 8-2 Inhoud 8.1 Algemene voorschriften voor de schepen en de uitrusting 8.1.1 gereserveerd 8.1.2
Nadere informatieZone B Zeevaart m tot kwetsbare objecten Verbod voor Totale hoeveelheid >1500 kg. > kg
Bijlage 3, behorende bij artikel 12.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 Ligplaatszonering verpakte gevaarlijke stoffen IMDG Klasse Verpakkingssoort Zone A Zeevaart/Binnenvaart 0-100 m tot
Nadere informatieStaatsblad 2010, 811 Wetgeving van toepassing op bunkerstations
Staatsblad 2010, 811 Wetgeving van toepassing op bunkerstations voor dit scheepstype: Alle getoonde overgangsbepalingen (OGB) gelden voor schepen die onder artikel 24.01 vallen en dus een geldig certificaat
Nadere informatieDeel 8. Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten
Deel 8 Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten HOOFDSTUK 8.1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR DE SCHEPEN EN DE UITRUSTING 8.1.1 (Gereserveerd) 8.1.2 Documenten
Nadere informatie(2) (3)a (3)b (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) (19) (20) Openingsdruk van het. Maximaal toelaatbare
(2) (3)a (3)b (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12) (13) (14) (15) (16) (17) (18) (19) (20) Extra eisen of aantekeningen Aantal blauwe kegels/lichten Vereiste uitrusting Explosiebescherming vereist Explosie
Nadere informatie3.1.2 Juiste vervoersnamen Opmerking: Voor de juiste vervoersnamen, te gebruiken voor het vervoer van monsters, zie 2.1.4.1.
Deel 3 Lijst van gevaarlijke goederen, bijzondere bepalingen alsmede vrijstellingen inzake gevaarlijke goederen, verpakt in gelimiteerde en vrijgestelde hoeveelheden HOOFDSTUK 3.1 ALGEMEEM 3.1.1 Inleiding
Nadere informatieADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART CCNR-ZKR/ADN/WG/CQ/2011/12 definitief 27 januari 2012 Or. DUITS ADN-VRAGENCATALOGUS 2011 Gas De ADN-vragencatalogus 2011 is op 27-01-2012 in de onderhavige versie aangenomen
Nadere informatieControle vertaling Vragencatalogus ADN Deel Algemeen. Roosendaal, 2 augustus 2012 110 01.0-01 1.2.1 B
ontrole vertaling Vragencatalogus N eel lgemeen Roosendaal, 2 augustus 2012 110 01.0-01 1.2.1 Wat is de afkorting voor het Europees Overeenkomst inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen
Nadere informatieAanvraag ontheffing route transport gevaarlijke stoffen Art. 22, Wet vervoer gevaarlijke stoffen
Afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Postbus 54 7470 AB Goor 0547 858585 E-mail: info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl Aanvraag ontheffing route transport gevaarlijke stoffen
Nadere informatie3.2.3 Tabel C: Lijst van in tankschepen ten vervoer toegelaten gevaarlijke stoffen in numerieke volgorde
Deel 3 HOOFDSTUK 3.2 LIJST VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN 3.2.3 Tabel C: Lijst van in tankschepen ten vervoer toegelaten gevaarlijke stoffen in numerieke volgorde 3.2.3.1 Toelichting op Tabel C In het algemeen
Nadere informatieSamen kom je het verst
CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART jaargang 7 oktober - november 2009 nummer 10-11 1 Samen kom je het verst 3 CBRB niet ontevreden over begroting 5 SAV per 1 november 2009 - EBU bezorgd over
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 235 Besluit van 6 april 1995, houdende wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen in verband met de wijziging
Nadere informatieToetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel Code: n.v.t. Naam: Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Binnenvaart Toetsvorm: Schriftelijk
Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: n.v.t. Naam: Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Binnenvaart Toetsvorm: Schriftelijk 6. Voorschriften voor verpakkingen, met inbegrip van IBC s en grote
Nadere informatieAanvraag ontheffing route gevaarlijke stoffen
Gegevens gemeente Archief Besluit Datum ontvangst Dossier Verzendadres Gemeente Oldenzaal afdeling Publiekszaken Postbus 354 7570 AJ Oldenzaal Tel. (0541) 58 81 11 info@oldenzaal.nl versie 22-10-2009 Aanvraag
Nadere informatieDeel 1. Algemene voorschriften
Deel 1 Algemene voorschriften 1-1 1-2 Inhoudsopgave 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid 1.1.1 Structuur 1.1.2 Toepassingsgebied 1.1.3 Vrijstellingen 1.1.3.1 Vrijstellingen die samenhangen met de aard
Nadere informatieKONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI
III. Certificaten en register voor laad- en losgerei 1. Register van laad- en losgerei (Omslagblad) MOD 1 Register nr...... Naam van het schip... Roepnaam... Thuishaven... Naam van de eigenaar... KONINKRIJK
Nadere informatiejaargang 6 februari 2008 nummer 2 Elektronisch melden van containers: minder fouten en eenvoudiger
CENTRAAL BUREAU VOOR DE RIJN- EN BINNENVAART jaargang 6 februari 2008 nummer 2 Elektronisch melden van containers: minder fouten en eenvoudiger 1 Elektronisch melden van containers 2 Onderzoek additionele
Nadere informatieBijlage 3.8, Technische eisen voor bunkerstations als bedoeld in artikel 3.4, onderdeel g.
Bijlage 3.8, Technische eisen voor bunkerstations als bedoeld in artikel 3.4, onderdeel g. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. De definities van artikel 1.01 van bijlage II zijn van
Nadere informatieToetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: VB (Initieel examen), VVB (Verlengingsexamen)
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BO6806
ECLI:NL:RBROT:2010:BO6806 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-11-2010 Datum publicatie 09-12-2010 Zaaknummer 10/994635-09 en 10/994906-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 466 Besluit van 7 september 1995, houdende wijziging van het Besluit goederenvervoer over de weg en het Besluit personenvervoer in verband met
Nadere informatieMVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding
vanderbeyl MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding Itho bv Adm. de Ruyterstraat 2 3115 HB Schiedam Postbus 21 3100 AA Schiedam T (010) 427 89 10 F (010) 427 88 88 E info@itho.nl I www.itho.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 061 Wijziging van enkele wetten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Nr.
Nadere informatieInternationale technische regelgeving binnenvaart. Wie doet wat?
Internationale technische regelgeving binnenvaart Wie doet wat? 25 september 2017 In deze presentatie Focus op technische eisen aan schepen (geen gevaarlijke stoffen) De huidige internationale verhoudingen
Nadere informatieRegeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht
VW Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer door de lucht Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat inzake de erkenning van opleidingsinstellingen en examinering
Nadere informatieBeleidsregel verdubbelingen op bodem-,kim- en zijbeplating van de scheepshuid van schepen voor de Rijn- en binnenvaart
> 05 Aanvullende regels voor alle schepen > 3 : Beleidsregels Rijn, BSB en ADNR > 2001/11 : Verdubbelingen 2001/11 : - Verdubbelingen Ingangsdatum: 2001-01-06 Beleidsregel verdubbelingen op bodem-,kim-
Nadere informatieVoorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten
Deel 8 Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten HOOFDSTUK 8.1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR DE SCHEPEN EN DE UITRUSTING 8.1.1 (Gereserveerd) 8.1.2 Documenten
Nadere informatieSCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval
SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden
Nadere informatieToetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: VB (Initieel examen), VVB (Verlengingsexamen)
Nadere informatieVEILIGHEIDSDAG MEI. Niets is wat het lijkt
VEILIGHEIDSDAG 2018 30 MEI. Niets is wat het lijkt HEETWERK AAN BOORD VAN K-0 TANKSCHEPEN In 1965 en 1968 zijn een aantal zware ongevallen gebeurt met tankschepen in Nederlandse havens waar heetwerk op
Nadere informatieThema-actie brandslangen. Resultaten
Datum Resultaten 2 van 11 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Scope 3 1.2 Doel 4 2 Wat vooraf ging 5 2.1 Stand van Zaken 5 2.2 Inspectie aandachtspunten 7 3 Resultaten 8 4 Conclusies 9 5 Vervolg op deze thema-actie
Nadere informatieBesluit van. Houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995
Ingevolge artikel 52, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet, kan een ieder, gedurende 30 dagen vanaf de dag waarop deze bekendmaking is geschied, zijn zienswijze met betrekking tot het onderstaande
Nadere informatiehoudende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van typegoedkeuringseisen voor landbouw- of bosbouwtrekkers categorie T4.
Besluit van houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van typegoedkeuringseisen voor landbouw- of bosbouwtrekkers categorie T4.2 Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 969 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de scheepvaart in verband met een wijziging in de benaming van de inspectiefunctie binnen
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden RAW-systematiek. Merkenreglement. Voorschriften gebruik RAW-keur
Algemene Voorwaarden RAW-systematiek Merkenreglement Voorschriften gebruik RAW-keur CROW Galvanistraat 1, 6716 AE Ede Postbus 37, 6710 BA Ede Telefoon (0318) 69 53 00 Fax (0318) 62 11 12 E-mail crow@crow.nl
Nadere informatieIn deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.
REGELING van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende regels met betrekking tot de vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (Regeling vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart) De Minister
Nadere informatieAanvraag Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen
Aanvraag Ontheffing vervoer gevaarlijke stoffen Met dit formulier vraagt u een ontheffing aan voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen via weg, rail, water of lucht. Aanvragen voor ontheffingen dienen
Nadere informatieDocumentatie volgens ADN
De te bespreken documentatie heeft alleen betrekking op die volgens het ADN(R) aan boord moet zijn. Documenten uit andere regelgeving zoals: - Meetbrief - Certificaat van Onderzoek - Verklaring behorende
Nadere informatie8.2 Voorschriften voor de opleiding van de deskundigen. 8.2.1 Algemene voorschriften voor de opleiding van de deskundigen
8.2 Voorschriften voor de opleiding van de deskundigen 8.2.1 Algemene voorschriften voor de opleiding van de deskundigen 8.2.1.1 Een deskundige moet ten minste 18 jaar oud zijn. 8.2.1.2 Aan boord van schepen,
Nadere informatieToelichting RI&E Vragenlijst
Toelichting RI&E Vragenlijst Op de volgende pagina s wordt nader ingegaan op de vragenlijst in deel 3. Er worden een aantal belangrijke aspecten van de RI&E uitgewerkt, aangevuld met aanwijzingen waar
Nadere informatieEuropese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) Vragencatalogus Deel.
Verenigde Naties - Economische ommissie voor Europa Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (N) Vragencatalogus 2015 eel Gas Ministerie van
Nadere informatieVoorschriften bemanning, uitrusting, exploitatie en documenten adnr Inhoud. Hoofdstuk 8.1 Algemene voorschriften voor de schepen en de uitrusting
Voorschriften bemanning, uitrusting, exploitatie en documenten adnr Inhoud Deel 8 Voorschriften voor de bemanning, de uitrusting, de exploitatie van de schepen en de documenten Hoofdstuk 8.1 Algemene voorschriften
Nadere informatieBestaande ontruimingsalarminstallaties
Rijnstraat 8 Postbus 20952 2500 EZ Den Haag Bestaande ontruimingsalarminstallaties Instructie Versie 1.0 Status Definitief Contactpersoon T 0800-899 1103 info.infofoon @rgd.minbzk.nl Betreft Bestaande
Nadere informatiePROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING
HOOFDSTUK 1.16 PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING 1.16.1 Certificaat van Goedkeuring 1.16.1.1 Algemeen 1.16.1.1.1 Droge lading schepen die gevaarlijke goederen in grotere hoeveelheden
Nadere informatieMetatechnisch Evaluatiesysteem
Metatechnisch Evaluatiesysteem Versie 3 Beheersdomein Procesinstallaties Inspectie-instrument Procesveiligheidsdocumentatie Testversie 29/02/2008 CRC/SIT/010-N Werkversie Belgische Seveso-inspectiediensten
Nadere informatieRegelgeving vervoer gevaarlijke stoffen Benjamin Beldman Michael Zevenbergen. 21 september 2017 Landvast Alblasserdam
Regelgeving vervoer gevaarlijke stoffen Benjamin Beldman Michael Zevenbergen 21 september 2017 Landvast Alblasserdam Welkom & programma Voorstellen Toelichting samenwerking ADN-Dossiers: Tankinspecties
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 116 26 juni 2009 Regeling van 18 juni 2009, nr. CEND/HDJZ-2009/221 sector I&O, tot wijziging van de Regeling vervoer over
Nadere informatieAlgemene voorschriften
Algemene voorschriften adnr Inhoud Deel 1 Algemene voorschriften Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid 1.1.1 Structuur 1.1.2 Toepassingsgebied 1.1.3 Vrijstellingen 1.1.3.1 Vrijstellingen die
Nadere informatieWorkshop CDNI Deel B Problematiek losstandaarden en afgifte- /innamevoorschriften waswaters
Workshop CDNI Deel B Problematiek losstandaarden en afgifte- /innamevoorschriften waswaters Johan Verlinden team scheepvaart - OVAM CDNI Deel B 1. ROL OVAM 2. WETGEVING Info CDNI 3. OVERLEG Nationaal &
Nadere informatieToetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen:
Nadere informatieProvinciaal blad van Noord-Brabant
Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Vijfde wijzigingsverordening Provinciale milieuverordening Noord- Brabant 2010 Provinciale Staten van Noord-Brabant Nummer 169/14 Bijlage(n)
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten
Nadere informatieComfoFan CMF 14 Handleiding voor de gebruiker
ComfoFan CMF 14 Handleiding voor de gebruiker Handleiding voor de installateur z.o.z. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering Inhoudsopgave 1. Introductie...2 2. Werking systeem...3 3. Garantie...4 4.
Nadere informatieVerzeker jezelf van een goede oplevering.
Verzeker jezelf van een goede oplevering. Bestel de juiste luchtgroep en de inregeling van de volledige installatie bij AirX. AirX regelt volledige ventilatie installaties in, om ervoor te zorgen dat er
Nadere informatieBINNENVAARTTANKER TERMINAL VEILIGHEIDSCHECKLIST
BINNENVAATTANKE TEMINAL VEILIGHEIDSCHECKLIST Deel A Vloeistoffen in bulk algemeen - Fysieke checks Vloeistoffen in bulk - Algemeen Tanker Terminal Code Opmerkingen 1 Er is een veilige toegang mogelijk
Nadere informatie1.2.1 Definities Opmerking: In deze sectie zijn alle algemene en bijzondere definities opgenomen.
HOOFDSTUK 1.2 DEFINITIES EN MEETEENHEDEN 1.2.1 Definities Opmerking: In deze sectie zijn alle algemene en bijzondere definities opgenomen. In dit reglement wordt verstaan onder: A Aansluitmogelijkheid
Nadere informatieProtocol. Bunkerveiligheid tijdens containerwerkzaamheden
Protocol Bunkerveiligheid tijdens containerwerkzaamheden De ondergetekenden, 1. Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB) 2. Deltalinqs 3. Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (NOVE)
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 359 Wet van 5 juli 2006 tot wijziging van de Wet luchtvaart ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 328 Besluit van 15 juli 2008 tot wijziging van het Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 en het Besluit Reglement onderzoek schepen op de Rijn
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 164 Besluit van 14 maart 2002, houdende wijziging van de Voorschriften omtrent de kleur en de sterkte der lichten, alsmede omtrent de goedkeuring
Nadere informatieWATERWERKBLAD. WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen
WATERWERKBLAD WARMTAPWATERINSTALLATIES Beveiligingen WB 4.4 B DATUM: SEPT. 2007 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de beveiliging van warmtapwaterinstallaties is in NEN 1006 (AVWI-2002) het
Nadere informatieVOORJAARSZITTING 2009
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART VOORJAARSZITTING 2009 UITGAVE VAN OMVANGRIJKE BIJLAGEN VAN DE BESLUITEN 2009-I-20 Straatsburg, 4 juni 2009 PROTOCOL 20 Goedkeuring van de Nederlandse versie van de
Nadere informatieVoorwaarden bedrijfserkenningen binnenvaart: keuring elektrische inrichting, isolatieweerstand en aarding
Voorwaarden bedrijfserkenningen binnenvaart: keuring elektrische inrichting, isolatieweerstand en aarding Inleiding Dit document geeft uitleg over de voorwaarden voor een bedrijfserkenning voor: het keuren
Nadere informatieModel 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B
Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type 42-14 type 42-18 Type 42-24 A type 42-28 A Type 42-24 B type 42-28 B Type 42-24 A Type 42-28 A figuur 1 Verschildrukregelaar 1. Constructie en werking De verschildrukregelaar
Nadere informatieVeilig werken met gassen en correcte opslag.
Veilig werken met gassen en correcte opslag. Hatek Lastechniek heeft op deze pagina de hoofdpunten van de richtlijn PGS15 voor u samengevat. Tevens zijn er op een aantal veelgestelde vragen uit de praktijk
Nadere informatieUitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2015/2016
Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2015/2016 Het bestuur heeft in zijn vergadering op 23 februari 2015 op basis van het Algemeen Wedstrijdreglement, Hoofdstuk II, artikel 4, lid 1 voor het seizoen
Nadere informatieADN. Wetgeving: INTERNATIONAAL. Orange Book (UN/VN) Handleiding vervoer gevaarlijke stoffen. RID spoor. IMDG zee. ADR weg.
ADN 2011 Wetgeving: INTERNATIONAAL Orange Book (UN/VN) Handleiding vervoer gevaarlijke stoffen IMDG zee ICAO lucht RID spoor ADR weg 01-01-2011 ADN A.D.N.R. binnenvaart NATIONAAL Wet Vervoer Gevaarlijke
Nadere informatieDeel 9 Constructievoorschriften HOOFDSTUK 9.2
Deel 9 Constructievoorschriften HOOFDSTUK 9.2 CONSTRUCTIEVOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP ZEESCHEPEN, DIE VOLDOEN AAN DE VOORSCHRIFTEN VAN DE SOLAS-CONVENTIE 74, HOOFDSTUK II-2, ARTIKEL 19 of SOLAS 74,
Nadere informatieVoorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2
BIJLAGE VI: VOORSCHRIFTEN PAKSTATIONS (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei, ter zake de voorschriften
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 559 Besluit van 3 december 2008, houdende wijziging van het Voertuigreglement ter implementatie van VN/ECE-reglementen nrs. 108 en 109 met uniforme
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 835 Invoering van de verplichting voor scheepseigenaren om een verzekering te hebben voor het schip en hiervan een bewijs aan boord te hebben
Nadere informatieLadingboek Binnentankvaart
Ladingboek Binnentankvaart Versie: def.17-04--2003 Mailaddress: PO Box 23133 3001 KC Rotterdam The Netherlands Address: Vasteland 12e 3011 BL Rotterdam The Netherlands T +31 (0)10 4116070 F +31 (0)10 4129091
Nadere informatieUniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS).
Pagina 1 van 5 Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS). Het VentoClean-System is een speciale machine voor het ontgassen en terugwinnen van resten Vluchtige
Nadere informatieARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN
ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten
Nadere informatieToetsmatrijs ADR Vakbekwaamheid - Initieel en Verlenging Tankvervoer
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CR divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen:
Nadere informatieProMinent Multifunctieventiel
Montage- en gebruikershandleiding ProMinent Multifunctieventiel NL A1581 Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen. Nooit weggooien. De gebruiker is aansprakelijk bij schade als gevolg
Nadere informatieIsolatie van appendages
Isolatie van appendages In opdracht van het ministerie van Economische Zaken In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Energie-efficiënte maatregelen bij vergunningplichtige bedrijven Factsheet
Nadere informatieHoofdstuk 5.3 - Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken
Hoofdstuk 5.3 - Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken OPMERKING. Voor de kenmerking en etikettering van containers, MEGC s, tankcontainers en mobiele tanks van een vervoer dat deel uitmaakt van een
Nadere informatie