De beoordeling van ouders, leerkrachten en kinderen van Internaliserend en Externaliserend gedrag van 12-jarige tweelingen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De beoordeling van ouders, leerkrachten en kinderen van Internaliserend en Externaliserend gedrag van 12-jarige tweelingen."

Transcriptie

1 FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN UNIVERSITEIT AMSTERDAM De beoordeling van ouders, leerkrachten en kinderen van Internaliserend en Externaliserend gedrag van 12-jarige tweelingen. Universiteit van Amsterdam Afdeling Psychologie Werkstuk Locatie: het Nederlands Tweelingen Register aan de Vrije Universiteit te Amsterdam Auteur: Noortje Pelgröm Collegekaartnummer: Begeleiding VU: Rosa Hoekstra Begeleiding UvA: Riek Somsen Datum: 19 December 26

2 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 3 2. Inleiding Beoordelaars Bias Uniek beeld ABC Model Hypotheses en verwachtingen 7 3. Methode Proefpersonen Materiaal Procedure Statistische Analyses Resultaten Beschrijvende statistiek Correlaties Kruistabellen Discussie 2 6. Literatuur

3 1. Samenvatting Om een goed beeld te krijgen van probleemgedrag bij een kind, worden soms door meerdere mensen vragenlijsten ingevuld. In onderzoek met vragenlijsten naar (probleem)gedrag, rapporteren verschillende informanten vaak erg verschillend en zelfs tegensprekend gedrag. In dit onderzoek zal de beoordeling van ouders, leerkrachten en kinderen vergeleken worden aan de hand van de door hen ingevulde vragenlijsten: Child Behavior Checklist (CBCL) voor de ouders, Youth Self-Report (YSR) voor de kinderen en de Teacher s Report Form (TRF) voor de leerkrachten. Meerdere modellen zijn ontwikkeld om een verklaring te geven voor de lage mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars. Het ABC Model gaat uit van het actorobserver fenomeen. Mocht dit model een valide verklaring zijn dan moet het zo zijn dat ouders en leraren het meer met elkaar eens zijn dan met het kind. Ook word gekeken of beoordelaars het met elkaar eens zijn bij het bepalen of een kind in het gebied valt. Tevens word een verklaring gezocht in de sekse van de leerkracht. Is het zo dat vrouwelijke leerkrachten kinderen hoger score dan mannelijke leerkrachten, iets dat bij vaders en moeders wel het geval is. Geen van bovenstaande modellen biedt een volledige verklaring voor het feit dat verschillende informanten een lage mate van overeenstemming hebben. Wel geven deze modellen inzicht en informatie over waarom beoordelaars het niet altijd met elkaar eens zijn. -3 -

4 2. Inleiding Om een goed beeld te krijgen van probleemgedrag bij een kind, worden soms door meerdere mensen vragenlijsten ingevuld. In onderzoek met vragenlijsten naar (probleem) gedrag, rapporteren verschillende informanten vaak erg verschillend en elkaar soms tegensprekend gedrag. Het kan zo zijn dat een kind zich angstig voelt, terwijl dit voor de ouders en leerkrachten niet zichtbaar is. Tevens kan een leerkracht gedrag observeren dat alleen in de klas voorkomt en niet thuis. Hierdoor ontstaat een lage mate van overeenstemming tussen de verschillende informanten over de beoordeling van het gedrag van het kind (Verhulst, vd Ende & Koot 1996). De Child Behavior Checklist (CBCL) is in 1987 ontworpen door Achenbach, McConaughy en Howell (1987) en in het Nederlands vertaalt door Verhulst, vd Ende en Koot (1996). De CBCL is ontworpen voor ouders om problemen van hun kind te rapporteren. Ouders zijn over het algemeen goed op de hoogte van het functioneren van hun kind in de thuissituatie, zowel overdag als s nachts en over een langere periode. Dit is vooral het geval wanneer het kind relatief jong is. Tevens is hun visie over het functioneren van hun kind van belang met betrekking tot het zoeken van eventuele hulp (Verhulst et al., 1996). Naar aanleiding van de CBCL heeft Achenbach (1991a) ook een vragenlijst voor kinderen ontworpen, de Youth Self-Report. Aan de hand van deze vragenlijst kunnen kinderen zelf aangeven hoe ze zich voelen en waar ze problemen mee hebben (Verhulst et al., 1997b). De YSR is een vragenlijst waarmee informatie verkregen kan worden van jarigen over hun eigen vaardigheden en probleemgedrag. Naarmate kinderen ouder worden, zullen problemen zoals angsten, depressie, maar ook antisociaal gedrag, niet altijd bekend zijn bij ouders en leerkrachten (Verhulst et al., 1997b). Tevens is er door Achenbach (1991b) een vragenlijst voor leerkrachten ontworpen, de Teacher s Report Form. Informatie van leerkrachten over het functioneren van kinderen en jongeren is van belang, omdat (1) de school een belangrijk gebied van functioneren is waarbinnen kinderen en jongeren problemen kunnen hebben die buiten school niet opvallen, (2) de leerkracht het sociale functioneren van een kind of jongere kan observeren en vergelijken met dat van leeftijdgenoten, (3) de leerkracht in zijn/haar oordeel over het functioneren van een kind of jongere niet gehinderd wordt door gezinsinteracties en (4) de leerkracht vaak een rol speelt bij de verwijzing van een kind naar professionele hulpverlening voor leer-, of gedragsproblemen of emotionele problemen (Verhulst et al., 1997a). -4 -

5 Alledrie de vragenlijsten omvatten acht syndromen: Teruggetrokken gedrag, Lichamelijke klachten, Angstig/Depressief, Sociale problemen, Denkproblemen, Aandachtsproblemen, Regelbrekend gedrag en Agressief gedrag. Vijf van deze syndromen kunnen worden onderverdeeld in twee brede band schalen. Internaliseren omvat de syndromen Teruggetrokken gedrag, Lichamelijke klachten en Angstig/Depressief. Externaliseren bestaat uit de syndromen Regelbrekend gedrag en Agressief gedrag (Verhulst et al., 1996). Aan de hand van de schalen Internaliseren en Externaliseren kunnen verschillende informanten met elkaar vergeleken worden. De mate van overeenstemming tussen de informanten is hoger op Externaliseren dan op Internaliseren (Bartels, Boomsma, Hudziak, Rietveld, v Beijsterveld & vd Oord 23a). Dit komt omdat Externaliserend gedrag beter te zien is en zich over een langere tijd uit dan Internaliserend gedrag (Bartels et al., 23a). De CBCL, YSR en TRF kunnen ook als diagnostisch instrument worden gebruikt. Door middel van het vergelijken van de score op de vragenlijsten zetten Verhulst et al., (1996) een kind niet alleen af tegen de normgroep, maar ook met een populatie kinderen die verwezen is naar een instelling binnen de geestelijke gezondheidszorg. Achenbach et al., (1987) hebben gezocht naar een afkappunt dat een goede verdeling weergeeft tussen normaal en gedrag. Scores in de normgroep tussen het 82 ste en 9 ste percentiel bleken de meest efficiënte discriminatie tussen normaal en weer te geven voor alledrie de vragenlijsten. Naar aanleiding hiervan zijn e afkappunten vastgesteld die bepalen of een kind in het normale, e of grensgebied valt (Achenbach et al., 1987). Wanneer een kind een score boven het afkappunt behaalt, dan valt het in de e groep, hetgeen een indicatie kan zijn voor problemen op het gebied van het functioneren van het kind vergeleken met kinderen uit de normgroep. Een score onder het afkappunt levert een normering normaal op. Dit betekent niet dat het functioneren van dit kind direct een punt van zorg hoeft te zijn net, zo min als dat een kind in het normale gebied nooit problemen zou kunnen krijgen (Verhulst et al., 1996). In een meta-analytisch onderzoek van Achenbach, McConaughy en Howell (1987) werden gemiddelden berekend van de correlaties tussen scores van verschillende informanten van het probleemgedrag van kinderen en jongeren in 269 verschillende onderzoekspopulaties uit verschillende landen en culturen. Op deze manier werd het gemiddelde niveau van overeenstemming voor scores berekend van de verschillende informanten. De gemiddelde correlatie tussen ouders was,6 en tussen leerkrachten,64. Echter, de gemiddelde correlatie tussen de scores van verschillende soorten informanten (de leerkracht en de ouders) -5 -

6 was veel lager, namelijk,28. De correlatie tussen het kind en de andere informanten was het laagste,22 (Achenbach et al., 1987). Verhulst en van der Ende (1992) verrichtten soortgelijk onderzoek. Uit hun resultaten kwam naar voren dat kinderen meer klachten rapporteren dan dat hun ouders. De correlatie tussen kinderen en ouders was,54. Dit verband was groter dan dat van Achenbach et al. (1987), maar nog steeds laag. Deze lage correlaties zijn aanleiding geweest voor vele onderzoeken. Het is noodzakelijk voor clinici en onderzoekers om data van verschillende bronnen te verzamelen om zo tot een accuraat beeld van een kind te komen, maar welke informatie is de juiste? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het van belang om te kijken naar de verschillende voorgestelde verklaringen voor de lage mate van overeenstemming tussen verschillende informanten. 2.1 Beoordelaars Bias Een eerste mogelijke verklaring voor de verschillende beoordeling door informanten kan een Beoordelaars Bias zijn. Voorbeelden van Beoordelaars Bias zijn stereotypering (bijv. naar aanleiding van de sekse van het kind bepaald gedrag verwachten), handhaven van verschillende normatieve standaarden (verschil in iets normaal of afwijkend vinden) of het hebben van bepaalde responsestijlen, bijvoorbeeld probleemgedrag meer of minder ernstig beoordelen (Hewitt, Silberg, Neale, Eaves & Erickson 1992). Moeders geven hun kind bijvoorbeeld meestal een hogere score voor probleemgedrag dan vaders (Bartels et al., 23a en b; Frigerio, Cattaneo, Cataldo, Schiatti, Molteni & Battaglia 24; vd Valk, vd Oord, Verhulst & Boomsma 21; De Los Reyes & Kazdin 25). Moeders zijn eerder bezorgd, terwijl vaders vaak heel anders tegen drukke kinderen aan kijken en hun gedrag niet zo snel als agressief of disfunctioneel zullen beoordelen (Frigerio, et al., 24). 2.2 Uniek beeld Een tweede verklaring voor de verschillende beoordeling van informanten is dat ze elk een eigen beeld van het kind hebben. Elke beoordelaar kan verschillende deelaspecten van het gedrag van zijn kind ervaren. Dit gebeurt als beoordelaars hun kind in verschillende situaties meemaken of verschillende vormen van gedrag van het kind meekrijgen. De ouder die het kind meestal naar school brengt, krijgt meer mee van het gedrag van het kind buitenhuis. Bovendien is de interactie met het kind ook verschillend per ouder. Deze unieke interactie tussen een ouder en een kind, leidt er toe dat elke ouder aparte informatie kan verstrekken naast de informatie waar ze het beiden over eens zijn (Hewitt et al., 1992). -6-

7 Hetzelfde geldt voor de relatie tussen leerkracht en kind. Leerkrachten kunnen een beeld geven over de schoolprestaties en het sociale gedrag van het kind binnen een groep. Leerkrachten kunnen bovendien het gedrag van een individuele leerling vergelijken met dat van leeftijdgenoten. Ook is het zo dat jongeren bij problemen soms hun leerkracht in vertrouwen nemen (Verhulst et al., 1997a). Verschillen duiden hier niet op onbetrouwbaarheid of een beoordelaars bias, maar op het gegeven dat elke ouder of leerkracht vanuit een eigen perspectief, verschillende doch valide informatie kan aandragen over het functioneren van het kind (Hewitt et al., 1992). Het gebruiken van zowel gegevens van de moeder en de vader als de leerkracht en zelfbeoordeling geeft een betrouwbaarder beeld door meer inzicht in meetfouten en beoordelaars bias. Tevens kunnen de verschillende relaties die de beoordelaars met het kind hebben, samen zorgen voor een beter totaalbeeld. Hieruit volgend zou je kunnen zeggen dat elke beoordelaar, unieke informatie, vanuit zijn of haar perspectief, over het kind geeft (van der Valk et al., 21). 2.3 ABC model Bij het zoeken naar een goed passend theoretisch model, dat een verklaring geeft voor de lage mate van overeenstemming tussen informanten, ontwikkelde De Los Reyes en Kazdin (25) het Attribution Bias Context (ABC) Model. Dit model gaat uit van het actor-observer mechanisme. Dit mechanisme houdt in dat mensen acties van andere mensen koppelen aan de persoonlijkheid van die persoon, maar hun eigen acties wijten aan de omgeving. Als er iets mis gaat komt dat volgens het kind (de actor) door zijn omgeving, maar volgens de ouder/leerkracht (de observator) door het karakter van het kind. Observatoren van het gedrag van het kind (ouders, leerkrachten) zijn meer geneigd de oorzaken van het gedrag te wijten aan eigenschappen van het kind. Het kind daarentegen zal de oorzaak van zijn gedrag eerder zoeken in zijn omgeving of context (De Los Reyes et al., 25). Mocht het ABC Model een valide verklaring zijn voor het verschil tussen informanten dan moet het zo zijn dat ouders en leerkrachten het meer met elkaar eens zijn dan met het kind. 2.4 Hypotheses en verwachtingen In het huidige onderzoek zullen vier hypotheses worden onderzocht met behulp van data van ouders, leerkrachten en kinderen van 12 jaar. Ten eerste zal aan de hand van eerdergenoemde vragenlijsten (de CBCL, YSR en TRF) gekeken worden naar de mate van overeenstemming tussen de verschillende informanten voor -7 -

8 Internaliserend en Externaliserend gedrag. Gebaseerd op eerder onderzoek wordt verwacht dat de correlatie tussen het kind en een beoordelaar ligt tussen de.3 en.55 (Achenbach et al., 1987; Verhulst et al., 1992). De mate van overeenstemming zal hoger zijn voor Externaliserend gedrag dan voor Internaliserend gedrag, omdat Externaliserend gedrag beter te zien en zich over een langere tijd uit dan Internaliserend gedrag (Bartels et al., 23a). Ten tweede zal getoetst worden of het ABC model wordt ondersteund. Verwacht wordt dat dit het geval is. Het zou dan zo moeten zijn dat er een hogere mate van overeenstemming is tussen twee externe beoordelaars, dan tussen een beoordelaar en het kind. In lijn met de hypothese omtrent dit model zullen Externe beoordelaars het dan meer met elkaar eens zijn dan met het kind omdat zij acties van het kind koppelen aan zijn persoonlijkheid, terwijl het kind de omgeving verantwoordelijk houdt (De Los Reyes et al., 25). Ten derde wordt gekeken of informanten het met elkaar eens zijn bij het bepalen of een kind in het e gebied valt. Als zowel het kind als de beoordelaar het kind meestal in dezelfde categorie ( of normaal) plaatst, is er sprake van overeenstemming. Als de beoordelaar en het kind niet met elkaar eens zijn over de te plaatsen categorie (bijv. het kind vindt zich normaal, de beoordelaar ) dan is er geen sprake van overeenstemming. Wanneer de verschillende subschaal maten tegen elkaar worden afgezet, kan gekeken worden naar de mate van overeenstemming tussen de beoordelaars en het kind als het gaat over het wel of niet zijn van het gedrag van het kind. Verwacht wordt dat kinderen vaker aangeven in het e gebied te zitten. Kinderen rapporteren namelijk meestal meer problemen, dan hun ouders en leerkrachten (Verhulst et al., 1992). Ten vierde wordt een sekseverschil onderzocht. Bekend is dat moeders hun kind hoger scoren dan vaders (De Los Reyes et al., 25). In het huidige onderzoek zal gekeken worden of de verwachting uitkomt dat dit sekse verschil ook bij leerkrachten opgaat. Wanneer dit het geval is zullen vrouwelijke leerkrachten hun leerlingen hoger scoren dan mannelijke leerkrachten en het kind dus vaker in het gebied plaatsen. -8 -

9 3. Methode 3.1 Proefpersonen Onderzoek werd verricht onder tweelingen die geregistreerd staan bij het Nederlands Tweelingen Register (NTR). Het NTR werd op 1 februari 1987 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam opgericht ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek. De registratie geschiedt op vrijwillige basis. Bij de registratie werd onderscheid gemaakt tussen de eerst geborene (oudste) en laatst geborene (jongste) van de tweeling. Het totale databestand betreft momenteel ongeveer 3. tweelingparen. Uit dit bestand werd een groep van 12 jarigen geselecteerd die, net als hun ouders en leerkrachten, een vragenlijst invulden. Niet alle teruggestuurde vragenlijsten werden in het huidige onderzoek opgenomen. Er waren twee exclusiecriteria: 1) het kind heeft een ernstige handicap die het dagelijks leven beïnvloedt 2) de vragenlijsten zijn niet volledig ingevuld. Het aantal vragenlijsten dat werd teruggestuurd en voor onderzoek kon worden gebruikt lag bij kinderen die de YSR terugstuurden tussen de 522 en 537 (voor het oudste en het jongste kind op zowel Internaliseren als Externaliseren). Tussen de 188 en 1817 CBCL lijsten van de vader werden gebruikt. Data van de moeder waren beschikbaar van tussen de 2287 en 2331 CBCL lijsten. Het aantal bruikbare TRF vragenlijsten van de leerkrachten lag tussen de 1244 en Voor de precieze aantallen vragenlijsten zie tabel 1. Tabel 1: Aantal vragenlijsten van ouders, leerkrachten en kind (oudste en jongste van de tweeling). Vader Moeder Leerkracht Kind Oudste Kind Externaliseren Internaliseren Jongste Kind Externaliseren Internaliseren Materiaal In het huidige onderzoek werden drie vragenlijsten met elkaar vergeleken, de Youth Self- Report, Child Behavior Checklist en de Teacher Report Form welke hieronder besproken zullen worden. Door Verhulst, van der Ende en Koot (1997) zijn de vragenlijsten vertaald in het Nederlands. -9 -

10 1. Child Behavior Checklist (CBCL). De CBCL is de oorspronkelijke vragenlijst en ontwikkeld voor de ouders om op gestandaardiseerde wijze beschrijvingen van (probleem)gedrag te kunnen geven. De ouders werd gevraagd het gedrag van het kind te scoren zoals dit op het moment van invullen is of binnen de afgelopen 6 maanden is geweest. Er zijn in totaal 118 specifieke vragen over gedragsproblemen en/of emotionele problemen waarop antwoord wordt gegeven aan de hand van een drie-puntschaal. De schaalpunten hebben de volgende betekenis: a. = de beschrijving is helemaal niet van toepassing b. 1 = de beschrijving is een beetje of soms van toepassing c. 2 = de beschrijving is duidelijk of vaak van toepassing Een voorbeeld van een gedragsprobleemvraag is: Vernielt spullen van andere gezinsleden of van anderen. Benadrukt werd dat bij de probleemvragen de ouders niet gevraagd wordt het gedrag van het kind te relateren aan dat van zijn of haar leeftijdgenoten. Het gaat er om dat ouders aangeven of een bepaalde vorm van gedrag niet, enigszins of in sterke mate overeenkomt met dat van hun kind, ongeacht wat normaal is voor de leeftijd. De test-hertest betrouwbaarheid voor de schaal Internaliseren had een Pearson s correlatie van,87 en voor Externaliseren een correlatie van,9. De interne consistentie werd gemeten met een Cronbach s α en lag voor de normgroep tussen de,78 en,86 wat voldoende is. De Cronbach s α voor de e groep lag tussen de,85 en,91 wat goed is. De construct validiteit, gemeten met een Pearson s correlatie, tussen de CBCL en analoge vragenlijsten (Parent Questionaire en Reviced Behavior Problem Checklist), Ouderinterview en Globaal Klinisch Oordeel lag tussen de r =,63 en r =,82 (Achenbach et al., 1987). 2. Youth Self-Report (YSR) De YSR is afgeleid van de CBCL en speciaal voor jongeren ontwikkeld. Aan de hand van een 3-puntsschaal werd de kinderen gevraagd te omschrijven hoe ze zich op het moment van invullen of binnen de afgelopen 6 maanden voelden. De gedragsprobleemvragen van de YSR zijn identiek aan de probleemvragen van de CBCL, met uitzondering van het feit dat bij de YSR probleemvragen in de eerste persoon zijn gesteld en dat in de YSR sociaal wenselijke vragen zijn opgenomen ter vervanging van probleemvragen die ongeschikt geacht werden om jeugdigen te stellen

11 Dit deel van de YSR bevat 119 vragen. Een voorbeeld van een gedragsprobleemvaag is: Ik heb het gevoel dat anderen het op mij gemunt hebben. De test-hertest betrouwbaarheid voor de schaal Internaliseren was,75 voor Externaliseren,89 wat voldoende is. De Interne Consistentie werd gemeten met de Cronbach s α en lag voor de normgroep tussen de,78 en,86. De Cronbach s α voor de e groep lag tussen de,85 en,89 wat goed is. De construct validiteit, gemeten met een Pearson s correlatie, tussen de YSR en de Semi-structured Clinical Interview for Children and Adolescents (SCICA) lag tussen de,33 en,48 (Achenbach 1991a). 3. Teacher s Report Form (TRF) De TRF is afgeleid van de CBCL en ontwikkeld voor leerkrachten. Aan de hand van een 3-puntsschaal werd de leerkrachten gevraagd het gedrag van de leerling te scoren zoals dit op het moment van invullen is of binnen de afgelopen 2 maanden is geweest. Er waren 118 specifieke vragen over gedragsproblemen. De meeste vragen zijn identiek aan de CBCL. De TRF bevat 25 vragen die niet geheel gelijk zijn. Gedacht kan worden aan vragen die betrekking hebben op het gedrag thuis of weinig voorkomende gedragingen. Deze vragen zijn vervangen door vragen die relevant zijn voor de klassensituaties. Een voorbeeldvraag van de TRF is: Kan zich niet concentreren, kan niet lang de aandacht bij iets houden. De test-hertest betrouwbaarheid voor de schaal Internaliseren is,81 voor Externaliseren,95 wat goed is. De Interne Consistentie die werd gemeten met de Cronbach s α en lag voor de normgroep tussen de,87 en,94 wat goed is. De Cronbach s α voor de e groep lag tussen de,86 en,95. De construct validiteit, gemeten met een Pearson s correlatie, tussen de TRF en analoge vragenlijsten (Conners Revised Teacher Rating Scale) en globaal oordeel lag tussen de,59 en,83 (Achenbach 1991b). 3.3 Procedure De CBCL en YSR werden naar de families gestuurd binnen drie maanden na de 12 de verjaardag van de tweeling. Na drie maanden werd een herinnering gestuurd en als er na vier maanden nog niet gereageerd was, werd er telefonisch contact gelegd. Deze procedure resulteerde in een deelnamepercentage van ongeveer 8%. Bij het toesturen van de CBCL werd een formulier voor de ouders bijgevoegd waarop contactgegevens van de leerkrachten van de tweeling kon worden ingevuld. De ouders gaven

12 hiermee toestemming voor het invullen van de TRF door de leerkracht. Na het geven van toestemming, werd de TRF naar de desbetreffende leerkracht(en) gestuurd. Ook hier werd na drie maanden een herinnering gestuurd. 3.4 Statistische analyses Statistische analyses werden uitgevoerd met behulp van SPSS/Windows Pearson s correlaties werden gebruikt om de mate van overeenstemming tussen beoordelaars te berekenen. Correlaties werden berekend over getransformeerde scores omdat de vragenlijsten bedoeld zijn voor een e populatie, maar gebruikt zijn in een normale populatie wat resulteert in een scheve verdeling. De data zijn dus niet normaal verdeeld en daarom getransformeerd. Door middel van een worteltransformatie werd een normale verdeling benaderd. Na deze transformatie lagen alle skewness en kurtosis tussen de -1. en 1. Aan de hand van kruistabellen met de e waarde van Internaliseren en Externaliseren werd de mate van overeenstemming is tussen ouders, leerkrachten en kinderen over het onderscheid tussen normale en e gevallen onderzocht. Met behulp van Z waarde is gekeken of de gevonden correlaties tussen de verschillende beoordelaars significant van elkaar verschillen. Met behulp van de toets op proporties is getoetst of de aantallen en percentages waarin kinderen aangeven in het gebied te vallen, significant verschilt van de beoordeling van ouders en leerkrachten. Deze methode is ook toegepast om de beoordelen of er een sekse verschil meetbaar is tussen mannelijke en vrouwelijk leerkrachten

13 4. Resultaten 4.1 Beschrijvende statistiek In Tabel 2 zijn de beschrijvende statistieken opgenomen van de ruwe data van de kinderen, ouders en leerkrachten. Deze ruwe data zijn gebruikt voor de kruistabellen. Te zien is dat deze data scheef verdeeld zijn en hierom zijn ze later getransformeerd bij het berekenen van de correlaties. Tabel 2: Gemiddelde, Standaard deviatie, Skewness, Kurtosis en aantal vaders, moeders, leerkrachten en kinderen voor Internaliserend en Externaliserend gedrag van zowel de oudste als de jongste van de tweeling. N Mean SD Var Min Max Skew SE Kur SE Int V-O Int V-J Ext V-O Ext V-J Int M-O Int M-J Ext M-O Ext M-J Int L-O Int L-J Ext L-O Ext L-J Int O Int J Ext O Int J Noot: Int/Ext = Internaliseren/Externaliseren; V-O/M-O/L-O = vader oudste /moeder oudste /leerkracht oudste; V-J/M-J/L-J = vader jongste /moeder jongste /leerkracht jongste; O/J = oudste/jongste. N = aantal; Mean = gemiddelde; SD = standaard deviatie; Var = variantie; Min = minimum; Max = maximum; Skew = skewness; SE = standaard error; Kur = kurtosis

14 4.2 Correlaties Tabel 3 toont de correlaties tussen kind, vader, moeder en leerkracht op de schalen Internaliseren en Externaliseren over getransformeerde data. Tabel 3: Pearson s correlaties tussen kind, vader, moeder en leerkracht op de schalen Internaliseren en Externaliseren voor zowel de oudste als de jongste van de tweeling. Internaliseren oudste/jongste Vader Moeder Kind Leerkracht Vader 1.62/.63.3/.36.2/.21 Moeder.74/ /.38.21/.25 Kind.44/.44.48/ /.19 Leerkracht.37/.29.4/.28.32/.3 1 Externaliseren oudste/jongste Noot: Rechtsboven staan de gegevens over het Internaliserend gedrag van zowel de oudste (voor de schuine streep) als de jongste (achter de schuine streep), gescoord door vader, moeder, kind en leerkracht. Linksonder staan de gegevens over het Externaliserend gedrag van de oudste(voor de schuine streep), als de jongste (achter de schuine streep), gescoord door vader, moeder, kind en leerkracht. De correlatie tussen de vader en moeder is het hoogst (tussen de.62 en.63 voor Internaliseren, tussen de.72 en.74 voor Externaliseren). Een lagere correlatie is er tussen de moeder en het kind (tussen de.38 en.39 voor Internaliseren, tussen de.44 en.48 voor Externaliseren). De correlatie tussen vader en kind is vrijwel gelijk aan die tussen moeder en kind (tussen de.3 en.36 voor Internaliseren en.44 voor Externaliseren). Lager ligt de correlatie tussen moeder en leerkracht (tussen de.21 en.25 voor Internaliseren en tussen de.28 en.4 voor Externaliseren) en tussen de vader en leerkracht (tussen de.2 en.21 voor Internaliseren en tussen de.29 en.37 voor Externaliseren). De laagste correlatie en dus de minste overeenstemming is er tussen het kind en de leerkracht (tussen de.14 en.19 voor Internaliseren en tussen de.3 en.32 voor Externaliseren). Gekeken is of de gevonden correlaties significant verschillen. Dit is gedaan met de volgende formule: Z=(Σ1-Σ2) / (1/n-3 + 1/n-3)^½. Hieruit volgen Z-waarde die in een tabel zijn opgezocht. De resultaten zullen per deelvraag worden uitgewerkt

15 1) De correlaties tussen kind/vader (.3 voor Internaliseren /.44 voor Externaliseren) en kind/moeder (.39/.48) liggen overeenkomend met de verwachting tussen de.3 en.55 in. De correlaties tussen kind/leerkracht zijn.14/.32. Voor Internaliserend gedrag is de correlatie kleiner dan.3 maar hier kon ook nog geen voorspelling over gedaan worden omdat dit een nieuwe variabele was. De correlaties tussen kind/vader, kind/moeder en kind/leerkracht is voor Externaliserend gedrag significant groter dan voor Internaliserend gedrag. 2) De correlatie tussen vader/moeder is significant groter dan tussen vader/kind en moeder/kind. De correlatie tussen leerkracht/moeder is bij een α van.1 significant groter dan tussen leerkracht/kind. De correlatie tussen leerkracht /vader is allen bij een α van.5 significant groter dan tussen leerkracht/kind. Hieruit concluderen kan gezegd worden dat de eerste hypothese (verwacht werd dat de correlatie tussen het kind en een beoordelaar tussen de.3 en.55 zou liggen) met uitzondering van kind/leerkracht Internaliseren uit komt. Ook is de mate van overeenstemming hoger voor Externaliserend gedrag dan voor Internaliserend gedrag. De tweede hypothese had betrekking op het ABC model. Externe beoordelaar (ouders en leerkracht) zijn het meer met elkaar eens dan met het kind. Hiermee wordt de tweede hypothese bevestigd. Echter, opgemerkt moet worden dat de correlatie tussen leerkracht /vader allen bij een α van.5 groter is dan tussen leerkracht/kind. 4.3 Kruistabellen In Tabel 4 staan de e afkappunten vermeld van de CBCL, YSR en TRF voor jongens en meisjes. Tabel 4: Afkappunten voor het gebied van de CBCL, YSR en TRF. CBCL YSR TRF Internaliseren Jongens Meisjes Externaliseren Jongens Meisjes

16 In Tabel 5 staan de percentages en aantallen van de vader, moeder, leerkracht en het kind op de schalen Internaliseren en Externaliseren. De score van de verschillende beoordelaars is opgedeeld in de groep en normale groep. Tabel 5: Percentages (en tussen haakjes de absolute aantallen) van personen met een CBCL, YSR en/of TRF score in of normaal gebied. YSR en CBCLv normaal YSR CBCLv YSR en CBCLv Externaliseren 83,3 (285) 4,4 (15) 1,5 (36) 1,8 (6) Internaliseren 91,6 (34) 6, (2) 1,5 (5),9 (3) YSR en CBCLm normaal YSR CBCLm YSR en CBCLm Externaliseren 81,5(322) 3,3 (13) 11,9 (47) 3,3 (13) Internaliseren 87,4 (332) 5,5 (21) 4,7 (18) 2,4 (9) CBCLv en CBCLm normaal CBCLv CBCLm CBCLv en CBCLm Externaliseren 8,8 (1436) 4,5 (8) 6,7 (119) 8, (261) Internaliseren 91,9 (1616) 1,6 (29) 4,3 (75) 2,2 (38) YSR en TRF normaal YSR TRF YSR en TRF Externaliseren 84,8 (24) 2,8 (8) 9,9 (28 ) 2,5 (7) Internaliseren 85,8 (223) 6,5 (17) 6,5 (17) 1,2 (3) CBCLv en TRF normaal CBCLv TRF CBCLv en TRF Externaliseren 8,6 (741) 7,9 (73) 8,7 (8) 2,7 (25) Internaliseren 9,6 (764) 2,3 (19) 6,5 (55),6 (5) CBCLm en TRF normaal CBCLm TRF CBCLm en TRF Externaliseren 76,5 (835) 1,5 (115) 9,1 (99) 3,8 (42) Internaliseren 87,7 (868) 4,7 (47) 6,6 (65) 1, (1) Noot: CBCLm/CBCLv = CBCL moeder en CBCL vader met percentage en tussen haakjes het aantal

17 Zowel vaders (1,5 %), moeders (11,9 %) als leerkrachten (9,9 %) geven vaker aan dat het kind wat betreft Externaliserend gedrag in het gebied valt (tegenover 4,4 % 3,3 % en 2,8 % door kinderen gescoord). Internaliserend gedrag wordt door kinderen wel iets hoger dan door ouders gescoord, 6, % en 5,5 % van de kinderen, tegenover 1,5 % 4,7 % door de vader en moeder, maar is gelijk aan de leerkracht (6,5% vs 6,5%). Aan de hand van tabel 5 kan de derde hypothese getoetst worden. Om deze hypothese te kunnen bevestigen wordt gebruik gemaakt van de toets op het verschil tussen twee percentages en de betrouwbaarheidsmarges rond dit verschil ( =,5). Het betrouwbaarheidsmarge wordt met de volgende formule berekend: 1,96 x ( p 1 (1-p 1 )/n p 2 (1 - p 2 )/n 2-1)½. Indien het verschil tussen beide percentages p 1 en p 2 groter is dan de betrouwbaarheidsmarge, is het verschil statistisch significant. De derde hypothese (kinderen geven vaker aan in het e gebied te zitten dan ouders of leerkrachten) wordt niet bevestigd voor Externaliserend gedrag. Bij Externaliserend gedrag geven juist de vader, moeder en leerkracht significant vaker dan het kind aan dat het in de groep zit. Voor Internaliserend gedrag wijzen de resultaten wel in de verwachte richting, maar wordt alleen bij de vaders het verschil significant bevonden. Hypothese drie wordt hiermee niet bevestigd. In Tabel 6 is een onderscheid gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke leerkrachten. Hun oordeel of een kind of normaal is wordt afgezet tegen het oordeel van het kind, waarbij ook onderscheid tussen de sekse is gemaakt. Het gaat hier echter om een laag aantal leerkrachten omdat van maar een beperkte groep leerkrachten ook de zelfrapportage van het kind aanwezig is

18 Tabel 6: Percentages en aantallen van de TRF en YSR voor de groepen en normaal, opgedeeld per sekse. TRFm en YSRm normaal TRFm YSRm TRFm en YSRm Externaliseren 84, (42) 8, (4) 4, (2) 4, (2) Internaliseren 84, (42) 6, (3) 8, (4) 2, (1) TRFm en YSRv normaal TRFm YSRv TRFm en YSRv Externaliseren 87,2 (41) 6,4 (3) 6,4 (3), () Internaliseren 83, (39) 4,3 (2) 1,6 (5) 2,1 (6) TRFv en YSRm normaal TRFv YSRm TRFv en YSRm Externaliseren 73,5 (25) 14,7 (5) 2,9 (1) 8,8 (3) Internaliseren 82,4 (28) 14,7 (5), () 2,9 (1) TRFv en YSRv normaal TRFv YSRv TRFv en YSRv Externaliseren 91,9 (34) 2,7 (1) 2,7 (1) 2,7 (1) Internaliseren 83,8 (31) 5,4 (2) 1,8 (4), () Noot: TRFm/YSRm = Teacher s Report Form man / Youth Self-Report man; TRFv/YSRv = Teacher s Report Form vrouw / Youth Self-Report vrouw. Vrouwelijke leerkrachten scoren jongens meer dan meisjes in het e gebied (14,7 voor zowel Internaliserend als Externaliserend gedrag voor jongens en 2,7/5,4 voor meisjes). Ook scoren vrouwelijke leerkrachten jongens vaker dan ze zelf doen in het gebied (14,7 vs 2,9), maar hetzelfde of juist minder (bij Internaliserend gedrag) dan meisjes zichzelf scoren (2,7 vs 2,7 voor Externaliseren en 5,4 vs 1,8 voor Internaliseren). Tevens scoren vrouwelijke leerkrachten meisjes minder vaak dan mannelijke leerkrachten in het e gebied (2,7/5,4 door vrouwen 6,4/4,3 door mannen). Ook de vierde hypothese wordt met behulp van de onder tabel 5 besproken methode getoetst. Gekeken is of moeders hun kind hoger scoren dan vaders. Het gevonden verschil bleek significant te zijn, waarna getoetst kon worden of dit ook bij leerkrachten het geval is

19 Vrouwelijke leerkrachten score jongens vaker in het gebied (23,5 voor Externaliserend gedrag /17,6 voor internaliserend gedrag) dan mannelijke leerkrachten (12/8). Dit verschil was echter alleen significant bij Internaliserend gedrag. Vrouwelijke leerkrachten score meisjes echter minder vaak in het gebied (5,4/5,4) dan mannelijke leerkrachten (6,4/6,4). Dit verschil is echter niet significant. De vierde hypothese wordt hiermee niet bevestigd

20 5. Discussie Het huidige onderzoek heeft gezocht naar de mate van overeenstemming tussen verschillende informanten en een verklaringen voor deze verschillen. In het huidige onderzoek is de correlatie tussen het kind en de ouders tussen de.3 en.48 en tussen het kind en de leerkracht tussen de.14 en.32. Verwacht werd dat de correlatie tussen het kind en een beoordelaar ligt tussen de.3 en.55. In voorgaande onderzoeken zijn geen resultaten van de leerkracht en het kind opgenomen en deze buiten beschouwing latend komt de eerste verwachting uit. Maar als de score van het kind vergeleken wordt met die van zowel de ouders als de leerkrachten ligt de correlatie lager (tussen de.14 en.48). De hypothese dat de mate van overeenstemming voor Externaliserend gedrag hoger is dan voor Internaliserend gedrag wordt wel ondersteund. Voor elke combinatie van beoordelaars geld dat de mate van overeenstemming hoger is voor Externaliserend dan voor Internaliserend gedrag. De mate van overeenstemming tussen ouders ligt tussen de.62 en.74 en tussen leerkracht en ouders tussen de.2 en.4. De mate van overeenstemming tussen kind en ouders ligt tussen de.3 en.48 en tussen kind en leerkracht tussen de.14 en.32. Het ABC Model voorspelt een hogere mate van overeenstemming tussen externe beoordelaars, dan tussen een beoordelaar en het kind. Externe beoordelaar (ouders en leerkracht) zijn het significant meer met elkaar eens dan met het kind. Hiermee wordt de tweede hypothese bevestigd. Echter, opgemerkt moet worden dat de correlatie tussen leerkracht /vader allen bij een α van.5 groter is dan tussen leerkracht/kind. De theorie dat externe beoordelaars het dus meer met elkaar eens zijn dan met het kind omdat zij de acties van het kind koppelen aan zijn persoonlijkheid, terwijl het kind de omgeving verantwoordelijk houdt, wordt hiermee dus ondersteund. In het huidige onderzoek werd ook gekeken naar de indeling van kinderen in het e gebied. Verwacht werd dat kinderen vaker aangeven in het gebied te vallen, dit omdat kinderen meestal meer problemen rapporteren dan hun ouders of leerkrachten aangeven. Deze verwachting komt gedeeltelijk uit. Bij Externaliserend gedrag geven juist de vader, moeder en leerkracht significant vaker dan het kind aan dat het in de groep zit. Voor Internaliserend gedrag wijzen de resultaten wel in de verwachte richting, maar wordt alleen bij de vaders het verschil significant bevonden. Het uitblijven van een hogere score door kinderen in het gebied kan op twee manieren verklaard worden. Een eerste verklaring komt tot stand aan de hand van de e - 2 -

21 afkappunten. De afkappunten voor kinderen liggen beduidend hoger dan die voor ouders en leerkrachten. Een kind moet dus veel hoger scoren op de YSR dan een andere beoordelaar op de CBCL of TRF om in het gebied te vallen. Omdat bij de afkappunten al rekening is gehouden met het feit dat kinderen rapporteren meer problemen te hebben dan hun ouders of leerkrachten aangeven, is dit verschil komen te vervallen in de bevonden resultaten. Een tweede verklaring kan gezocht worden in het verschil tussen Internaliserend en Externaliserend gedrag. Externe beoordelaars geven vaker aan dat het kind wat betreft Externaliserend gedrag in het gebied valt. Externaliserend gedrag is voor externe beoordelaars beter zichtbaar en wordt eerder als lastig ervaren dan Internaliserend gedrag wat slecht zichtbaar is voor de buitenwereld en waarvan voornamelijk het kind last heeft. Internaliserend gedrag wordt logischerwijs door het kind weer vaker in het gebied gescoord. De vierde hypothese hield in dat vrouwelijke leerkrachten hun leerlingen hoger scoren dan mannelijke leerkrachten en het kind dus vaker in het gebied plaatsen. Opvallend in de resultaten is dat vrouwelijke leerkrachten jongens vaker in het gebied scoren dan meisjes (alleen significant bij Internaliserend gedrag). Het bestaande idee dat vrouwen jongens en meisjes altijd hoger scoren dan mannen wordt door bovenstaande resultaten niet ondersteund. Vrouwelijke leerkrachten scoren meisjes namelijk minder vaak in het e gebied dan mannelijke leerkrachten (niet significant). Jongens worden door zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten, op zowel Internaliserend als Externaliserend gedrag, vaker in het e gebied geplaatst dan meisjes. Ook scoren vrouwelijke leerkrachten jongens vaker dan ze zelf doen in het gebied, maar hetzelfde of juist minder (bij Internaliserend gedrag) dan meisjes zichzelf scoren. Gevonden resultaten zijn opmerkelijk en verder onderzoek moet plaatsvinden om hier een verklaring voor te geven, zeker gezien het kleine aantal leerkrachten en kinderen in dit onderzoek. Het huidige onderzoek dient als aanvulling op de vele onderzoeken die eerder verricht zijn naar de CBCL, TRF en YSR en is vernieuwend in het opzicht dat alledrie de vragenlijsten in één onderzoek gebruikt zijn. Ook het grote aantal ingevulde vragenlijsten van de ouders en leerkrachten is belangrijk. Helaas waren er relatief weinig vragenlijsten door kinderen ingevuld en was niet voor elk kind een CBCL en TRF ingevuld wat er uiteindelijk voor heeft gezorgd dat bij toetsen met alle drie de categorieën weinig proefpersonen overbleven. Hieruit volgend moet worden opgemerkt dat bovenstaande bevindingen indicaties zijn omdat ze berusten op resultaten van weinig proefpersonen. Deze tekortkoming dient tevens als aanbeveling voor vervolgonderzoek om gebruik te maken van meer proefpersonen. Tevens

22 moet blijken of huidige resultaten wat betreft de leerkrachten in later onderzoek geverifieerd worden of dat het hier gezien het lage aantal proefpersonen om toeval gaat. Een tweede aanbeveling is om in vervolgonderzoek de hier niet getoetste modellen (beoordelaars bias en uniek beeld) opnieuw te toetsen voor zowel CBCL, YSR en de TRF, omdat eerdere onderzoeken alleen van de eerste twee gebruik maakten. Als conclusie kunnen de volgende dingen gezegd worden: Het toevoegen van vragenlijsten van leerkrachten verlaagt de mate van overeenstemming ten opzichte van eerdere onderzoeken. Leerkrachten geven andere (aanvullende of tegensprekende) informatie over een kind dan de ouders of het kind zelf doen. Door deze andere informatie wordt het ABC Model niet ondersteund als ouders en leerkrachten met elkaar vergeleken worden. Ook scoren kinderen zich niet vaker dan externe beoordelaars in het gebied van Internaliseren. Hieruit concluderend kan het verschil in mate van overeenstemming tussen verschillende beoordelaars niet verklaard worden aan de hand van het ABC Model, de score in het gebied of de sekse van de leerkracht. Wel geven deze modellen inzicht en informatie over waarom beoordelaars het niet altijd met elkaar eens zijn. Met dit onderzoek is getracht meer inzicht te krijgen in de lage mate van overeenstemming in de beoordelingen van een kind door meerdere personen. Er is niet één model naar voren gekomen dat een volledige verklaring kan geven. Het is lastig om gedrag van jezelf te beoordelen en als ouder of leerkracht is het ook geen eenvoudige opgaven om te achterhalen welk gedrag een kind vertoont, laat staan wat zich allemaal in het kind afspeelt. Totale overeenstemming zal dus nooit bereikt worden

23 6. Literatuur 1. Achenbach T.M., McConaughy S.H. & Howell C.T., (1987). Child/Adolescent Behavioral and Emotional Problems: Implications of Cross-Informant Correlations for Situational Specificity. Psychological Bulletin 11, 2, Achenbach T.M. (1991a). Manual for the Youth Self-Report an 1991 Profiles. Burlington, VT: University of Vermont Department of Psychiatry. 3. Achenbach T.M. (1991b). Manual for the Teacher s Report Form an 1991 Profiles. Burlington, VT: University of Vermont Department of Psychiatry. 4. Bartels M., Boomsma D.I., Hudziak J.J., Rietveld M.J.H., v Beijsterveld T.C.E.M. & vd Oord E.J.C.G., (23a). Disentangling genetic, environmental, and rater effects on internalizing and externalizing problem behavior in 1-year-old twins. Twin Research 7, 2, Bartels M, Hudziak J.J., Boomsma D.I., Rietveld M.J.H., v Beijsterveldt T.C.E.M. & vd Oord E.J.C.G., (23b). A study of parent ratings of internalizing and externalizing problem behaviour in 12-year-old twins. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 42,11, Frigerio A., Cattaneo C., Cutaldo M.G., Schiatti A., Molteni M. & Battaglia M., (24). Behavioral and emotional problems among Italian children and adolescents aged 4 to 18 years as reported by parents and teachers. European Journal of Psychological Assesment, 2, 2, Hewitt J.K., Silberg J.L., Neale M.C. Eaves L.J. & Erickson M., (1992). The analysis of parental ratings of children s behaviour using LISREL. Behavior Genetics, 22, Reyes De Los A., & Kazdin A.E., (25). Informant discrepancies in the assessment of childhood psychopathology: a critical review, theoretical framework, and recommendations for further study. Psychological Bulletin, 131, 4, Valk van der J.C., Oord van den E.J.C.G., Verhulst F.C., & Boomsma D.I., (21). Using parental ratings to study the etiology of 3-year-old twins problem behaviours: different views or rater bias? Journal of Child Psychology and Psychiatry, 42, 7,

24 1. Verhulst F.C., & vd Ende J. (1992). Agreement between parents reports and adolescent self-reports of problem behaviour. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 33, 6, Verhulst F.C., vd Ende J. & Koot H.M (1996). Handleiding voor de Child Behavior Checklist Verhulst F.C., vd Ende J. & Koot H.M (1997). Handleiding voor de Teacher s Report Form (TRF). 13. Verhulst F.C., vd Ende J. & Koot H.M (1997). Handleiding voor de Youth Self Report (YSR)

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Meike Bartels en Thérèse M. Stroet Inleiding Vijf tot vijftien procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van drie tot twaalf jaar

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 september 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende problemen

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) Dit proefschrift, met als titel: Meetproblemen en de genetische invloed op concentratie-problemen, hyperactiviteit en aanverwante stoornissen bestaat uit drie delen. Deze drie delen corresponderen met

Nadere informatie

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc

Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 September 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende

Nadere informatie

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren,

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, SAMENVATTING In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de genetische invloeden op aandachtsproblemen, aandacht, executief functioneren en intelligentie onderzocht.

Nadere informatie

De oorzaken van individuele verschillen in stabiliteit en verandering van gedragsproblemen

De oorzaken van individuele verschillen in stabiliteit en verandering van gedragsproblemen De oorzaken van individuele verschillen in stabiliteit en verandering van gedragsproblemen Meike Bartels Neuropraxis 8 (2004), p. 107-115 Onderzoek naar individuele verschillen in gedragsproblemen bij

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

6 Onderzoek naar Probleemgedrag, Competentie en Opvoedingsbelasting bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid

6 Onderzoek naar Probleemgedrag, Competentie en Opvoedingsbelasting bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid 67 6 Onderzoek naar Probleemgedrag, Competentie en Opvoedingsbelasting bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid b 1 p 2 D s a 1 a 2 p 1 b 2 p 3 b 3 a 3 Meting vier 68 69 6 Onderzoek naar Probleemgedrag,

Nadere informatie

Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag

Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag Een onderzoek met 7-, 10- en 12-jarige tweelingen Meike Bartels, Eske Derks en Dorret Boomsma Van de Nederlandse kinderen vertoont 5 tot 15

Nadere informatie

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de genetische invloeden op aandachtsproblemen, aandacht, executief functioneren en intelligentie onderzocht. Daarnaast

Nadere informatie

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld

Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders. Voorlopige Resultaten. Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld Welzijn van Kinderen van Gedetineerde Moeders Voorlopige Resultaten Menno Ezinga, Sanne Hissel, Anne-Marie Slotboom, Catrien Bijleveld INLEIDING Stijgend aantal gedetineerde vrouwen (100%) Weinig bekend

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Kenmerken van Marokkaanse jongeren, hun ouders en leerkracht en discrepanties in gerapporteerd probleemgedrag

Kenmerken van Marokkaanse jongeren, hun ouders en leerkracht en discrepanties in gerapporteerd probleemgedrag Universiteit Utrecht - Faculteit Algemene Sociale Wetenschappen Kenmerken van Marokkaanse jongeren, hun ouders en leerkracht en discrepanties in gerapporteerd probleemgedrag Masterthesis Jeugdstudies Vita

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Masterthesis Jeugdstudies. M. Vonk ( )

Masterthesis Jeugdstudies. M. Vonk ( ) Etnische verschillen in de discrepantie in probleemgedrag gerapporteerd door leerkracht en leerling en de mediërende werking van de leerkracht-leerlingrelatie Masterthesis Jeugdstudies M. Vonk (3351548)

Nadere informatie

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem)

Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015 JGZrichtlijn Autismespectrumstoornissen Bijlage Kenmerken van ASS specifieke instrumenten CBCL Gedrags Vragenlijst voor Kinderen / Child Behavior Checklist. Nieuwste versie 2003 De CBCL biedt geen diagnose,

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN Opleiding Jeugdgezondheiszorg Eline Van Hoecke Medische Psychologie Kinderen en Jongeren UZ Gent 30 maart 2012 1 OVERZICHT 1.

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Impulsklasonderzoek. Koen de Jonge Lectoraat Passend Onderwijs Hogeschool Leiden 06-25016157

Impulsklasonderzoek. Koen de Jonge Lectoraat Passend Onderwijs Hogeschool Leiden 06-25016157 Impulsklasonderzoek Koen de Jonge Lectoraat Passend Onderwijs Hogeschool Leiden 06-25016157 jonge.de.k@hsleiden.nl Inhoud 1. Aanleiding 2. Onderzoeksvragen 3. Methode 4. Resultaten 5. Conclusie 6. Discussie

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Verschil in de rapportage van psychosociale problemen door ouders en 10, 11 en 12-jarigen kinderen, met en zonder dyslexie

Verschil in de rapportage van psychosociale problemen door ouders en 10, 11 en 12-jarigen kinderen, met en zonder dyslexie Verschil in de rapportage van psychosociale problemen door ouders en 10, 11 en 12-jarigen kinderen, met en zonder dyslexie Student: Irma Knuistingh even, 3062856 Onderwijsinstelling: Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de

Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de 11 Samenvatting 149 Dit proefschrift behandelt de signalering door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van kinderen met psychosociale problemen en gaat daarbij met name in de op de vraag of korte vragenlijsten

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd

1 2 3 4 5 Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het Ik vermijd het nooit zelden soms meestal altijd MI 1 Naam:... Datum:... Hieronder vindt U een lijst met situaties en activiteiten. Het is de bedoeling dat U aangeeft in hoeverre U die vermijdt, omdat U zich er onplezierig of angstig voelt. Geef de mate

Nadere informatie

Geluk en welbevinden

Geluk en welbevinden Marleen H.M. de Moor en Meike Bartels Inleiding Geld maakt niet gelukkig, zo luidt het bekende Nederlandse gezegde. Maar is dit echt zo? Zou je niet een stuk gelukkiger worden als je de loterij zou winnen?

Nadere informatie

Sekse van de leerkracht en probleemgedrag bij leerlingen

Sekse van de leerkracht en probleemgedrag bij leerlingen Sekse van de leerkracht en probleemgedrag bij leerlingen M. J. H. Rietveld, C. E. M. van Beijsterveldt en D. I. Boomsma Samenvatting In dit onderzoeksartikel wordt verslag gedaan van een grootschalig onderzoek

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar.

Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar. Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar. Bachelorthese Auteur: Nynke Grupstra Collegekaartnummer: 0578746 Universiteit van Amsterdam Faculteit der

Nadere informatie

Toelichting data- en analysemethoden

Toelichting data- en analysemethoden Toelichting data- en analysemethoden Handleiding voor het gebruik van de SDQ binnen de Jeugdgezondheidszorg Auteur(s) Meinou H. C. Theunissen, TNO Child Health, Leiden Marianne S. de Wolff, TNO Child Health,

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN DE YOUTH SELF-REPORT (YSR) BIJ JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. Jolanda Douma 1 Marielle Dekker 2 Hans Koot 3

HET GEBRUIK VAN DE YOUTH SELF-REPORT (YSR) BIJ JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING. Jolanda Douma 1 Marielle Dekker 2 Hans Koot 3 HET GEBRUIK VAN DE YOUTH SELF-REPORT (YSR) BIJ JONGEREN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING Jolanda Douma 1 Marielle Dekker 2 Hans Koot 3 Voor de diagnostiek van emotionele en gedragsproblemen van jongeren

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift richt zich op het individuele, dyadische, en groepsniveau van complexiteit binnen gezinnen met adolescente kinderen. De gezinnen die werden bestudeerd bestonden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst BS De Fontein/ Helden Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein Enige tijd geleden heeft onze school BS De Fontein deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting

Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Internaliserend en externaliserend probleemgedrag van adolescenten: Verschillen tussen vader-, moeder-, zoon- en dochterrapportages

Internaliserend en externaliserend probleemgedrag van adolescenten: Verschillen tussen vader-, moeder-, zoon- en dochterrapportages Internaliserend en externaliserend probleemgedrag van adolescenten: Verschillen tussen vader-, moeder-, zoon- en dochterrapportages Datum 09-04-2010 Opleiding Master Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts)

Ongemerkt problematisch. Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Ongemerkt problematisch Marieke Zwaanswijk (onderzoeker NIVEL) Marijke Lutjenhuis (huisarts) Kijk, als een kind zich opzettelijk uit de auto gooit, dan is het vrij duidelijk dat er iets mis is. Dan heb

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen Een chronisch ziek kind in het gezin: Kwaliteit van leven van gezonde broers en zussen Trui Vercruysse Psychosociale oncologie, 25 november 2011 Inhoud Literatuur siblings/brussen Gezonde kinderen Zieke

Nadere informatie

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6 1. Iemand kiest geblinddoekt 4 paaseitjes uit een mand met oneindig veel paaseitjes. De helft is melkchocolade, de andere

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

SUICIDALITEIT BIJ ADOLESCENTEN (EEN PRELIMINARY STUDY)

SUICIDALITEIT BIJ ADOLESCENTEN (EEN PRELIMINARY STUDY) SUICIDALITEIT BIJ ADOLESCENTEN (EEN PRELIMINARY STUDY) Naam: Dieuwertje Boot Studentnr: 3202712 Status artikel: Concept Datum: 24-06-2011 Studie: Universiteit Utrecht, Klinische Gezondheidswetenschappen,

Nadere informatie

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS

College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 169 In dit proefschrift heb ik verschillende rekenmethoden toegepast op genetische Single Nucleotide Polymorfismen (SNP) en tweeling data, om het relatieve effect van genetische

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

N ederlandse samenvatting

N ederlandse samenvatting N ederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Alle kinderen doen wel eens dingen die niet mogen of waarmee ze anderen benadelen. Maar, sommige kinderen doen dat vaker dan andere. Het is bekend dat

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN

COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN COMPETENTIEBELEVINGSPROFIEL VROEG - ADOLESCENTEN PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam Z Gegevens deelnemer Algemeen Naam Naam Z Leeftijd 14 Geslacht Normgroep Sociale wenselijkeheid man jongens 12 t/m 15 jaar

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Evaluatierapport Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning Bevindingen van leraren en leerlingen Drs. Gerard Baars Inleiding In de tweede helft van 2008 is op zes basisscholen in Rotterdam

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting

CHAPTER. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdgezondheidszorg Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report. Positiviteitstest. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam PT Positiviteitstest HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage PT Inleiding 2 / 8 INLEIDING De Positiviteitstest is een vragenlijst die op basis van zelfrapportage in kaart brengt in hoeverre

Nadere informatie

Vragenlijsten kwaliteit van leven

Vragenlijsten kwaliteit van leven Click for the English version Vragenlijsten kwaliteit van leven TNO heeft een aantal vragenlijsten ontwikkeld om de gezondheidsrelateerde kwaliteit van leven te meten van kinderen, jongeren en jong-volwassenen.

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag ,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag , TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Biostatistiek voor BMT (2S390) op maandag 19-11-2001, 14.00-17.00 uur Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een zakrekenmachine

Nadere informatie