Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar."

Transcriptie

1 Risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen onder de 12 jaar. Bachelorthese Auteur: Nynke Grupstra Collegekaartnummer: Universiteit van Amsterdam Faculteit der maatschappij- en gedragswetenschappen Afdeling klinische ontwikkelingspsychologie Begeleidster: Dr. S. van der Oord Datum: 13 juni 2008

2 Inhoudsopgave Abstract 3 Inleiding 4 Risicofactoren 7 - Genetische factoren 7 - Omgevingsfactoren 10 Discussie 14 Literatuurlijst 16 2

3 Abstract Lange tijd werd ontkend dat een depressieve stoornis bij kinderen zou bestaan, vanaf de jaren 80 is onderzoek gedaan naar depressie bij kinderen, uit onderzoek blijkt dat een depressieve stoornis al voor kan komen bij kinderen vanaf 2 jaar. Uit onderzoek zijn verschillende risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis naar voren gekomen. Deze risicofactoren zijn onder andere genetische factoren en omgevingsfactoren, hierbij kunnen omgevingsfactoren gesplitst worden in gedeelde- en niet-gedeelde omgevingsfactoren. De vraag is nu welke risicofactoren bij kinderen en adolescenten van invloed zijn op het ontwikkelen van depressie? Zijn deze risicofactoren voor kinderen en adolescenten hetzelfde of zijn andere risicofactoren van invloed op het ontwikkelen van depressie bij kinderen dan bij adolescenten? Uit tweelingonderzoek blijkt dat zowel genetische factoren als omgevingsfactoren een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en bij adolescenten. Over de invloed van deze factoren op verschillende leeftijden verschillen de resultaten. Uit onderzoek naar omgevingsfactoren die een risicofactor lijken te zijn voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen worden depressie bij de moeder, instabiliteit van de opvoeder, het verliezen van een van de ouders, scheiden van de ouders, afgewezen worden door vrienden en geweld in het gezin als risicofactoren gevonden, deze factoren bleken geen risicofactoren bij adolescenten. Alleen seksueel misbruik werd in onderzoek als risicofactor gevonden voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij adolescenten. Uit onderzoek blijkt dat risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten van elkaar verschillen. Over de invloed van genetische factoren en omgevingsfactoren op verschillende leeftijden verschillen de uitkomsten. Er blijkt niet een risicofactor aan te wijzen voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis voor kinderen of adolescenten. 3

4 Inleiding Depressie is een bekende en veelvoorkomende stoornis bij adolescenten. Naar schatting heeft tussen de 3% en 8% van de adolescenten tussen de 12 en 18 jaar in onze samenleving een depressieve stoornis (Costello, Mustillo, Erkanli, Keeler, & Angold, 2003). Dat depressie ook voor de adolescentie zou bestaan werd lange tijd ontkend. Vanaf de jaren 80 is onderzoek gedaan naar depressie bij kinderen onder de 12 jaar, onder andere door Kashani en collega s (Kashani & Carlson, 1985). Uit onderzoek blijkt dat een depressieve stoornis bij kinderen voor kan komen, al bij kinderen vanaf 2 jaar (Kashani & Carlson; Luby et al., 2003). De prevalentie van depressie bij kinderen is echter lager dan de prevalentie van depressie bij adolescenten. Naar schatting heeft tussen de 0,3 % en 2,1 % van de kinderen tussen de 2 en 7 jaar in onze samenleving een depressieve stoornis (Egger, & Angold, 2008). In onderzoek naar depressie wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen en adolescenten, vaak wordt voor dit onderscheid de leeftijd van 12 jaar als grens aangenomen (Rice, Harold & Thapar, 2002; Boomsma, van Beijsterveld, & Hudziak, 2005). In dit paper wordt ook deze grens, 12 jaar aangehouden om onderscheid temaken tussen kinderen en adolescenten. Kinderen ouder dan 12 jaar worden adolescenten genoemd. De symptomen van depressie bij kinderen wijken op een paar punten af van de symptomen van depressie bij adolescenten en de symptomen van depressie bij volwassenen. In de laatste herziening van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM- IV, 1994) zijn de symptomen voor depressie bij kinderen toegevoegd, zodat depressie bij jonge kinderen herkend en gediagnosticeerd kan worden. Volgens de criteria van de DSM-IV voor een Depressieve Episode bij volwassenen zijn de twee hoofdkenmerken van een depressieve episode: 1. een depressieve stemming en 2. verlies van plezier in bijna alle activiteiten. Andere symptomen van depressie zijn: gewichtsverlies of aankomen van gewicht, slaapproblemen, psychomotorische problemen, verlies van energie, gevoelens van waardeloosheid, verminderde concentratie en denkvermogen en terugkerende gedachten aan de dood. Minimaal één van de twee hoofdkenmerken en vier van de andere symptomen moeten aanhouden voor een groot deel van de dag, bijna elke dag en ten minste voor twee weken om de diagnose Depressieve Episode te kunnen stellen. Na het ervaren van twee of meer Depressieve Episodes wordt de diagnose Depressieve Stoornis gesteld (DSM-IV criteria voor Depressieve Episode en Depressieve Stoornis, 1994). De symptomen van depressie bij kinderen en adolescenten wijken op een aantal punten af van de symptomen van depressie bij volwassenen, in de DSM-IV staan deze als aanvulling op de normale symptomen vernoemd. De twee hoofdkenmerken van depressie bij kinderen zijn 1. een verdrietige of geïrriteerde stemming, in plaats van een depressieve stemming, en 2. verlies van plezier in bijna alle activiteiten. De andere symptomen van depressie bij kinderen zijn: eetproblemen, het uitblijven van een verwachtte aanname in gewicht met het ouder worden, slaapproblemen, 4

5 somatische klachten, snel geïrriteerd zijn en sociaal teruggetrokken zijn. De twee hoofdkenmerken van depressie bij adolescenten zijn hetzelfde als de hoofdkenmerken van depressie bij volwassenen; 1. een depressieve stemming en 2. verlies van plezier in bijna alle activiteiten. De andere symptomen van depressie bij adolescenten zijn: eetproblemen, slaapproblemen, psychomotorische achterstanden, waanideeën en een negatief zelfbeeld. Het criterium dat de klachten voor een groot deel van de dag, bijna elke dag en ten minste voor twee weken aan moeten houden om de diagnose Depressieve Episode te kunnen stellen is in de DSM-IV voor kinderen en adolescenten behouden gebleven. (DSM-IV criteria voor Depressieve Episode en Depressieve Stoornis, 1994). Sommige auteurs betwijfelen echter of deze tijdsduur voor kinderen wel opgaat (Luby et al., 2002). In onderzoek van Luby et al. kon met de DSM-IV criteria voor een depressieve episode bij geen van de kinderen die deelnamen aan het onderzoek de diagnose depressieve episode worden gesteld. Toch hadden deze kinderen wel erge periodes van somberheid en verdriet, hierbij trad echter meer en snellere fluctuatie van de symptomen op, waardoor niet werd voldaan aan het criterium dat de klachten twee weken aanhouden. De auteurs betwijfelen daarom of de tijdsduur van de klachten, twee weken, voor kinderen wel opgaat. Uit onderzoek blijken nog enkele verschillen tussen depressie bij kinderen en depressie bij adolescenten (Eley, Deater-Deckard, Fombonne, Fulker & Plomin, 1998; Luby et al., 2003). Uit onderzoek blijkt dat kinderen vanaf 8 jaar betrouwbaar kunnen rapporteren over hun eigen gevoelens en gedachten, voor het diagnosticeren van depressie kan vanaf deze leeftijd een depressievragenlijst worden afgenomen bij het kind zelf (Eley et al.). Kinderen onder de 8 jaar kunnen echter niet of nauwelijks betrouwbaar over hun eigen gevoelens en gedachten rapporteren, voor het diagnosticeren van depressie bij kinderen onder de 8 jaar zijn onderzoekers daarom afhankelijk van ouderrapportages over de gevoelens en gedachten van hun kind (Luby et al.). Een andere methode om een indicatie te krijgen van een depressieve stoornis bij kinderen jonger dan 8 jaar is het observeren van het spelgedrag. Uit onderzoek blijkt dat depressieve kinderen minder symbolisch en meer exploratief spelgedrag vertonen, ook zoeken kinderen met een depressieve stoornis in hun spel minder contact met andere kinderen dan leeftijdsgenootjes die geen depressie hebben (Luby et al., 2002). Er zijn vier longitudinale onderzoeken bekend naar de stabiliteit van de diagnose depressie van de kindertijd tot de adolescentie (Boomsma et al., 2005; Lavigne et al., 1998; Mesman & Koot, 2001; Jaffee et al., 2002). Uit onderzoek van Lavigne et al. blijkt dat 60% van de 3-jarige kinderen die de diagnose depressieve stoornis kregen nog steeds een depressieve stoornissen hebben op 5-jarige leeftijd. Resultaten van dit onderzoek lieten zie dat een deel van de 3-jarige kinderen op 5-jarige leeftijd over de depressie heen was gegroeid, echter meer dan de helft van de kinderen kreeg twee jaar later nog steeds de diagnose depressieve stoornis. Ook uit onderzoek van Mesman en Koot bleek 57% van 8-jarige 5

6 kinderen met een depressieve stoornis op een nameting, twee jaar later, nog steeds een depressieve stoornis te hebben. Weissman et al. (1999) deden onderzoek naar de stabiliteit van een depressieve stoornis bij adolescenten, uit dit onderzoek bleek dat ongeveer 60 % van de adolescenten met de diagnose depressieve stoornis op een nameting, tien jaar later, nog steeds een depressieve stoornis hadden. Hoewel er slechts vier longitudinale onderzoeken bekend zijn naar de stabiliteit van depressie van de kindertijd naar de adolescentie lijken resultaten uit deze onderzoeken te wijzen op de stabiliteit van een depressieve stoornis. In deze onderzoeken bleek ongeveer 60% van de kinderen met een depressieve stoornis in de kindertijd twee jaar later nog steeds een depressieve stoornis te hebben. Auteurs Jaffee et al. wijzen daarom op het belang een depressieve stoornis op jonge leeftijd te herkennen. Uit onderzoek zijn verschillende risicofactoren naar voren gekomen voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis. Deze risicofactoren kunnen worden ingedeeld in genetische factoren en omgevingsfactoren (Kapornai & Vetro, 2008). Omgevingsfactoren kunnen worden ingedeeld in gedeelde omgevingsfactoren en niet-gedeelde omgevingsfactoren (Derks, Hudziak, van Beijsterveld, Dolan & Boomsma, 2004 ). Gedeelde omgevingsfactoren zijn factoren die van invloed zijn op alle kinderen in een gezin. Voorbeelden van gedeelde omgevingsfactoren zijn psychopathologie bij de ouders, opvoeding, instabiliteit in het gezin (Kapornai & Vetro; Jaffee et al., 2002; ). Niet gedeelde omgevingsfactoren zijn factoren die maken dat kinderen die in hetzelfde gezin zijn opgegroeid van elkaar verschillen. Niet-gedeelde omgevingsfactoren kunnen op alle gezinsleden van invloed zijn, maar omdat elk gezinslid anders met de gebeurtenis omgaat heten het niet-gedeelde omgevingsfactoren. Dit zijn bijvoorbeeld een langdurige ziekte, het verlies van een dierbare, scheiding van de ouders en moeite met vriendschappen (Kapornai & Vetro; Luby et al., 2006; Lavigne et al., 1998). Deze risicofactoren zijn algemene risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie, hierbij is geen onderscheid gemaakt in de bijdrage van een bepaalde risicofactor op het ontwikkelen van depressie op verschillende leeftijden of voor sekse (Kapornai & Vetro). De vraag is nu welke factoren bij kinderen en adolescenten van invloed zijn op het ontwikkelen van depressie? Zijn deze risicofactoren voor beide groepen hetzelfde of zijn er andere risicofactoren van invloed op het ontwikkelen van depressie bij kinderen dan bij adolescenten? In dit paper zullen ten eerste zullen tweelingstudies besproken worden waarin de bijdrage van genetische factoren en omgevingsfactoren op het ontstaan van depressie bij kinderen en adolescenten getoetst wordt. Ten tweede zal nader gekeken worden naar de verschillende omgevingsfactoren die uit onderzoek risicofactoren zijn gebleken voor het ontwikkelen van depressie. Achtereenvolgens zullen gedeelde omgevingsfactoren en nietgedeelde omgevingsfactoren besproken worden, per factor zullen de risico s die gevonden worden voor kinderen en adolescenten vergeleken worden. 6

7 Risicofactoren Genetische factoren Op basis van tweelingonderzoek kunnen uitspraken worden gedaan over de invloed van genetische factoren en omgevingsfactoren op het ontstaan van een depressieve stoornis (Derks et al., 2004; Scourfield et al., 2003). Eeneiige tweelingen zijn genetisch identiek, twee-eiige tweelingen delen de helft van hun genetische basis. Om te toetsen in hoeverre genetische factoren en omgevingsfactoren van invloed zijn op het ontwikkelen van een bepaalde eigenschap, in dit geval een depressieve stoornis, wordt eerst een depressievragenlijst afgenomen bij een tweelingpaar, vervolgens wordt de correlatie tussen scores binnen een tweelingpaar getoetst, dit zijn de binnen-paar correlaties. Deze binnen-paar correlaties voor eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen worden vergeleken, getoetst wordt of deze significant van elkaar verschillen (Rice et al., 2002; Derks et al.). Deze verschillen kunnen verdeeld worden in verschillen die verklaard kunnen worden door genetische factoren en verschillen die verklaard kunnen worden door omgevingsfactoren. Als de correlaties binnen eeneiige tweelingparen significant groter zijn dan de correlaties binnen twee-eiige tweelingparen wordt aangenomen dat genetische factoren een rol spelen bij het ontstaan van een depressieve stoornis. Als de correlatie binnen eeneiige tweelingparen en binnen twee-eiige tweelingparen niet significant van elkaar verschillen wordt aangenomen dat genetische factoren slechts geringe invloed hebben op het ontstaan van een depressieve stoornis (Boomsma et al., 2005). Welk deel van de verschillen in depressiescores tussen eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen precies wordt verklaard door genetische factoren kan worden uitgedrukt in een percentage verklaarde variantie (Boomsma et al.). Hiermee wordt uitgedrukt welk deel van de variantie in scores tussen eeneiige- en twee-eiige tweelingen verklaard kan worden door genetische factoren, het percentage verklaarde variantie wat niet verklaard wordt door genetische factoren wordt in tweelingonderzoek toegeschreven aan gedeelde en niet-gedeelde omgevingsfactoren (Rice et al.). Gedeelde omgevingsfactoren zijn per definitie perfect gecorreleerd binnen zowel eeneiige- als tweeeiige tweelingparen, niet-gedeelde omgevingsfactoren zijn per definitie ongecorreleerd binnen zowel eeneiige als twee-eiige tweelingparen (Derks et al.). Uit onderzoek blijkt dat genetische factoren een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij 3-jarige kinderen (Derks et al., 2004; Boomsma et al., 2005). Derks et al. en Boomsma et al. deden onderzoek naar de bijdrage van genetische factoren op het ontstaan van depressie bij 3-jarige eeneiige- en twee-eiige tweelingen. Ouders werd gevraag een depressievragenlijst in te vullen voor hun kinderen. Met behulp van een psychometrisch model werden de beste verklarende factoren voor de variantie in depressiescores tussen eeneiige- en twee-eiige tweelingen geselecteerd. Uit onderzoek van Derks et al. blijkt dat genetische factoren 70% van de variantie in depressiescores tussen 7

8 tweelingen verklaarden. Uit onderzoek van Boomsma et al. blijkt dat 76% van de variantie in depressiescores verklaard kon worden door genetische factoren. Genetische factoren blijken uit deze onderzoeken de belangrijkste verklarende factor voor het verschil in depressiescores bij kinderen. Ook niet-gedeelde omgevingsfactoren verklaren een deel van de variantie, in onderzoek van Derks et al. werd 30% van de variantie in depressiescores verklaard door nietgedeelde omgevingsfactoren, bij Boomsma et al. was dit 24%. Gedeelde omgevingsfactoren bleken geen verklarende factor te zijn. Genetische factoren lijken in deze onderzoeken de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij 3-jarige kinderen, daarnaast lijken niet-gedeelde omgevingsfactoren ook een risicofactor te zijn, de invloed hiervan is echter kleiner dan de invloed van genetische factoren op depressiescores bij kinderen. Gedeelde omgevingsfactoren lijken geen risicofactor te zijn. Het onderzoek van Boomsma et al. (2005) was een longitudinaal onderzoek, kinderen werden op 3-jarige leeftijd voor het eerst getest en vervolgens op vier verschillende meetmomenten, met een periode van ongeveer twee jaar tussen twee meetmomenten. Onderzocht werd wat de invloed is van genetische factoren op het ontwikkelen van een depressieve stoornis als kinderen ouder worden. Resultaten laten zien dat de variantie in depressiescores die verklaard wordt door genetische factoren kleiner wordt naarmate kinderen ouder worden. Genetische factoren verklaarden bij 3-jarige kinderen nog 75% van de variantie in depressiescores, op 7-jarige leeftijd was dit 67% en op 12-jarige leeftijd werd nog maar 48% van de variantie in depressiescores verklaard door genetische factoren. Met een afname in de variantie die verklaard wordt door genetische factoren werd een toename gevonden in de variantie die verklaard wordt door omgevingsfactoren. Op 3-jarige en 7-jarige leeftijd werden gedeelde omgevingsfactoren niet als verklarende factor gevonden, op 12- jarige leeftijd verklaarden gedeelde omgevingsfactoren 28% van de variantie. Deze toename werd ook gevonden voor niet-gedeelde omgevingsfactoren. Op 3-jarige leeftijd werd 24% van de variantie in depressiescores verklaard door niet-gedeelde omgevingsfactoren, op 7-jarige leeftijd was dit 33% en op 12-jarige leeftijd werd 34% van de variantie in depressiescores verklaard door niet-gedeelde omgevingsfactoren. Uit dit onderzoek blijken genetische factoren een belangrijke verklarende factor te zijn voor de variantie in depressiescores bij kinderen. Als kinderen ouder worden zijn genetische factoren een minder belangrijke verklarende factor, deze afname gaat gepaard met een toename van de variantie die verklaard wordt door omgevingsfactoren. De resultaten uit dit onderzoek kunnen betekenen dat genetische factoren een belangrijke risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen. Met het ouder worden lijkt de invloed van genetische factoren als risicofactor af te nemen en worden omgevingsfactoren de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie. 8

9 Deze afname van de invloed van genetische factoren die in dit onderzoek van Boomsma et al. (2005) werd gevonden lijkt ook door te zetten na 12-jarige leeftijd (Rice et al., 2002). Rice et al. deden onderzoek naar depressiescores bij eeneiige- en twee-eiige tweelingen tussen de 12 en 17 jaar oud. Uit resultaten van dit onderzoek blijkt dat genetische factoren bij adolescenten 29% van de variantie in depressiescores verklaarden, gedeelde omgevingsfactoren verklaarden 47% van de variantie en niet-gedeelde omgevingsfactoren verklaarden 24% van de variantie in depressiescores. Uit deze resultaten blijkt dat genetische factoren slechts in geringe mate een verklarende factor zijn voor de variantie in depressiescores, omgevingsfactoren blijken de belangrijkste verklarende factor te zijn voor variantie in depressiescores bij adolescenten. Deze resultaten kunnen betekenen dat genetische factoren niet zo n belangrijke risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten, maar dat omgevingsfactoren wel een belangrijke risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Uit genoemde onderzoeken lijken genetische factoren de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen (Boomsma et al. 2005; Derks et al., 2004). De invloed van genetische factoren als risicofactor lijkt af te nemen naarmate kinderen ouder worden (Boomsma et al.), waarbij de invloed van gedeelde en niet-gedeelde omgevingsfactoren als risicofactor voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis steeds groter wordt (Boomsma et al.; Rice at al., 2002). Dat genetische factoren een risicofactor lijken voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en dat de invloed afneemt naarmate kinderen ouder worden werd echter niet gevonden in onderzoek van Scourfield et al. (2003). In dit onderzoek naar depressie bij eeneiige en twee-eiige tweelingen tussen de 5 en 17 jaar oud werd de invloed van genetische factoren en omgevingsfactoren getoetst op het ontstaan van depressie bij kinderen en adolescenten. Ouders werd gevraagd een depressievragenlijst voor hun kinderen in te vullen, kinderen vanaf 12 jaar werd daarnaast gevraagd zelf een depressievragenlijst in te vullen. Correlaties werden berekend tussen de zelfgerapporteerde depressiescores en de door de moeder gerapporteerde depressiescores. Er werd geen significant verschil gevonden tussen depressiescores gerapporteerd door de moeder of door het kind zelf. Uit resultaten van dit onderzoek blijkt dat genetische factoren 21% van de variantie in depressiescores verklaarden bij kinderen, bij adolescenten verklaarden genetische factoren 73% van de variantie. Uit dit onderzoek lijken genetische factoren een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten, maar niet bij kinderen. Wel werd gevonden dat omgevingsfactoren een belangrijke verklarende factor waren voor variantie in depressiescores bij kinderen. Gedeelde omgevingsfactoren verklaarden 42% van de variantie in depressiescores bij kinderen, bij adolescenten werden gedeelde omgevingsfactoren niet als verklarende factor gevonden. Niet-gedeelde omgevingsfactoren verklaarden bij kinderen 37% van de variantie, 9

10 bij adolescenten was dit 27% van de variantie. Genetische factoren lijken uit deze resultaten een belangrijke risicofactor te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten, maar niet bij kinderen. Niet-gedeelde omgevingsfactoren lijken een risicofactor bij adolescenten maar in veel mindere mate dan genetische factoren. Zowel gedeelde als niet-gedeelde omgevingsfactoren lijken de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen. Uit tweelingonderzoek lijken genetische factoren een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen (Boomsma et al., Derks et al.) en bij adolescenten (Scourfield et al.). Over de rol van genetische factoren bij het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen en adolescenten verschillen de uitkomsten (Derks et al., 2004; Boomsma et al., 2005; Rice et al., 2002; Scourfield et al., 2002). Uit onderzoek van Derks et al. en Boomsma et al. lijken genetische factoren de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, naarmate kinderen ouder worden neemt de invloed van genetische factoren af en worden omgevingsfactoren de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten (Boomsma et al., Rice et al.). Uit onder zoek van Scourfield et al. lijken echter genetische factoren de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten en zijn omgevingsfactoren de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen. Een mogelijke verklaring voor deze tegengestelde resultaten die uit onderzoek zijn gebleken zijn de gebruikte meetmethode en de informant van de depressiescores. In onderzoek van Scourfield et al. (2002) waren dit vanaf 12 jaar de kinderen zelf, voor 12 jaar rapporteerde de moeder depressiescores voor haar kind. Hoewel scores niet significant van elkaar verschilden is het gebruik van verschillende informanten een mogelijk verklaring voor de het verschil tussen gevonden resultaten uit dit onderzoek en eerder genoemde onderzoeken (Scourfield et al.). Omgevingsfactoren In tweelingonderzoek wordt getoetst welke deel van de variantie in depressiescores tussen eeneiige tweelingen en twee-eiige tweelingen verklaard kan worden door genetische factoren, gedeelde omgevingsfactoren en niet-gedeelde omgevingsfactoren (Boomsma et al., 2005; Derks et al., 2004). Uit tweelingonderzoek blijkt echter niet welke omgevingsfactoren van invloed zijn op depressiescores, daarom wordt in deze paragraaf nader ingegaan op de omgevingsfactoren die uit onderzoek risicofactoren zijn gebleken voor het ontwikkelen van een depressieve stoornis bij kinderen en adolescenten. Hierbij worden ten eerste gedeelde omgevingsfactoren besproken die zijn gevonden voor kinderen en adolescenten, vervolgens worden niet-gedeelde omgevingsfactoren besproken die werden gevonden voor kinderen en adolescenten. 10

11 Gedeelde omgevingsfactoren Jaffee et al. (2002) deden longitudinaal onderzoek naar de invloed van omgevingsfactoren op het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten. Kinderen werden voor het eerst onderzocht op 3-jarige leeftijd en vervolgens op acht verschillende meetmomenten met een periode van ongeveer twee jaar tussen twee meetmomenten. Depressiescores werden getoetst, bij kinderen onder de twaalf werd een depressievragenlijst door de moeder ingevuld, kinderen boven de 12 deden dit zelf. Daarnaast werden een aantal omgevingsfactoren getoetst, waaronder gedeelde omgevingsfactoren (depressie bij de moeder, criminaliteit bij de ouders, onenigheid tussen ouders, opvoeder instabiliteit, sociaaleconomische status) en niet-gedeelde omgevingsfactoren (het aantal verhuizingen, problemen met vrienden, seksueel misbruik en dood of scheiding van de ouders). Getoetst werd welke omgevingsfactoren verschillen in depressiescores het beste konden verklaren. Uit de resultaten blijkt dat opvoeder instabiliteit en depressie bij de moeder het verschil in depressiescores bij kinderen het best konden verklaren. Voor adolescenten werden geen significante verschillen gevonden in scores op risicofactoren voor adolescenten met hoge scores op de depressievragenlijst en adolescenten met lage scores op de depressievragenlijst. Uit dit onderzoek komen twee gedeelde omgevingsfactoren naar voren als risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, namelijk opvoeder instabiliteit en depressie bij de moeder. In dit onderzoek werden geen gedeelde risicofactoren gevonden voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Ook uit onderzoek van Luby, Belden en Spitznagel (2006), Wickramaratne en Weissman (1998) en Mesman en Koot (2001) blijkt dat depressie bij een van de ouders een risicofactor is voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, maar niet bij adolescenten. Wickramaratne en Weissman en Mesman en Koot deden onderzoek naar het verband tussen depressie bij een van de ouders en depressie bij hun kinderen. In onderzoek van Mesman en Koot werden kinderen tussen 3 en 12 jaar en hun moeders getoetst op depressieve symptomen, getoetst werd de correlatie tussen depressiescores van de moeder en depressiescores bij hun kinderen. In onderzoek van Wickramaratne en Weissman werden kinderen tussen 6 en 21 jaar oud en hun moeders getoetst. Kinderen werden in twee groepen verdeeld, een groep kinderen waarvan een van de ouders een depressieve stoornis had en een groep kinderen waarvan de ouders geen depressieve stoornis hadden. Getoetst werd of beide groepen significant van elkaar verschilden in depressiescores. Resultaten laten zien dat kinderen waarvan een van de ouders een depressieve stoornis heeft significant hogere scores hebben voor een depressieve stoornis dan kinderen waarvan de ouders geen depressieve stoornis hebben. Voor adolescenten werd geen significant verband gevonden tussen depressiescores van de ouders en depressiescores bij adolescenten. Uit deze onderzoeken lijkt 11

12 depressie bij een van de ouders een risicofactor te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, maar niet bij adolescenten. Een mogelijke verklaring voor dit resultaat, dat depressie bij de moeder wel een risicofactor is voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, maar niet bij adolescenten, kan zijn dat voor kinderen jonger dan 12 jaar hun moeder de depressievragenlijst invulde. Uit onderzoek is echter gebleken dat volwassenen met een depressieve stoornis minder goed emoties bij andere mensen kunnen herkennen en benoemen dan volwassenen die geen depressieve stoornis hebben (Raes, Hermans & Williams, 2006). Om deze reden kan het verband dat werd gevonden tussen depressiescores bij moeders en hun kinderen beïnvloedt zijn door hoge depressiescores van de moeder. Een andere mogelijke verklaring voor de gevonden resultaten is dat kinderen nog erg afhankelijk zijn van hun ouders voor emotieregulatie en daarom makkelijk gevoelens overnemen van hun moeder (Luby, et al. 2006). Opvallend is dat geen gedeelde omgevingsfactoren als risicofactoren werden gevonden voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Uit tweelingonderzoek van Boomsma et al. (2005) en Rice et al. (2002) lijken gedeelde omgevingsfactoren een risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. In genoemde onderzoeken naar gedeelde omgevingsfactoren werden echter geen factoren gevonden die significant van invloed waren op depressiescores bij adolescenten (Jaffee et al, 2002). Om deze reden kan niet worden vastgesteld welke gedeelde omgevingsfactoren risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Niet-gedeelde omgevingsfactoren Het meemaken van ingrijpende stressvolle gebeurtenissen is een niet-gedeelde omgevingsfactor die uit onderzoek een risicofactor blijkt te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten (Jaffee et al, 2002.). Specifieke ingrijpende stressvolle gebeurtenissen die uit onderzoek risicofactoren bleken voor het ontwikkelen van depressie zijn het verliezen van een van de ouders, het scheiden van de ouders, problemen met vriendschappen en seksueel misbruik (Jaffee et al.; Luby et al., 2006). In de vorige paragraaf werd onderzoek van Jaffee et al. (2002) genoemd. Naast het toetsten van de invloed van gedeelde omgevingsfactoren op depressiescores werd ook getoetst wat de invloed is van niet gedeelde omgevingsfactoren op depressiescores. Resultaten laten zien dat niet-gedeelde omgevingsfactoren die het verschil in depressiescores bij kinderen het best konden verklaren afwijzing door vrienden waren en de dood of scheiding van de ouders. Bij adolescenten was alleen de factor seksueel misbruik een verklarende factor voor het verschil in depressiescores. Uit dit onderzoek lijken problemen met vriendschappen, dood van een van de ouders of scheiding van de ouders risicofactoren voor het ontwikkelen 12

13 van depressie bij kinderen, seksueel misbruik lijkt een risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. In onderzoek van Luby et al. (2006) en Lavigne et al. (1998) werd onderzocht wat de invloed is van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis (het verliezen van een van de ouders, scheiding van de ouders, geweld in het gezin of afwijzing door vrienden) op het ontwikkelen van psychopathologie bij kinderen en adolescenten. In onderzoek van Luby et al. werden kinderen tussen 3 en 6 jaar met een depressie, met ODD, met ADHD en kinderen zonder stoornis getoetst op het ervaren van een stressvolle ingrijpende gebeurtenis. Moeders werden geïnterviewd over de stemming en het gedrag van het kind. Correlaties tussen scores voor psychopathologie en het meemaken van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis werden getoetst. In dit onderzoek werd een significant verband gevonden tussen scores voor het meemaken van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis en depressiescores. Er werd geen significant verband gevonden tussen het meemaken van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis en ODD, ADHD of kinderen zonder stoornis. In onderzoek van Lavigne et al. (1998) werd de invloed van het ervaren van een stressvolle ingrijpende gebeurtenis (het verlies van een van de ouders, scheiding van de ouders, geweld in het gezin of afwijzing door vrienden) op het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten getoetst. Uit dit onderzoek blijkt een significant verband tussen scores voor het meemaken van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis en het ontwikkelen van depressie bij kinderen. Bij adolescenten werd geen significant verband gevonden tussen scores voor het meemaken van ingrijpende stressvolle gebeurtenissen en depressiescores. Resultaten van deze onderzoeken worden gezien als ondersteuning voor de hypothese dat het verlies van een van de ouders, scheiding van de ouders, geweld in het gezin of afwijzing door vrienden risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen, maar niet bij adolescenten. Het meemaken van een ingrijpende stressvolle gebeurtenis is geen risicofactor voor het ontwikkelen van de stoornis ADHD of ODD. Uit onderzoek van Boomsma et al. (2005), Rice et al. (2002) en Scourfield et al. (2003) blijkt dat niet-gedeelde omgevingsfactoren een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten, in genoemde onderzoeken naar niet-gedeelde omgevingsfactoren kon echter slechts een niet-gedeelde omgevingsfactor gevonden worden die verschil in depressiescores kon verklaren, dat was seksueel misbruik. Een mogelijke verklaring voor dit resultaat is dat adolescenten zelf werd gevraagd ingrijpende stressvolle gebeurtenissen te rapporteren, bij rapporteerden moeders stressvolle ingrijpende gebeurtenissen. Het is mogelijk dat adolescenten meer moeite hadden met het rapporteren van ingrijpende gebeurtenissen en dat data hierdoor beïnvloed zijn (Jaffee et al., 2002). 13

14 Discussie Depressie kan al voorkomen bij kinderen vanaf 2 jaar (Kashani & Carlson, 1985; Luby et al., 2003), de symptomen van depressie bij kinderen wijken enigszins af van de symptomen van depressie bij adolescenten en volwassenen. De kenmerken van depressie bij kinderen, een verdrietige of geïrriteerde stemming en verlies van plezier in bijna alle activiteiten, zijn opgenomen in de DSM-IV zodat depressie bij kinderen herkend en gediagnosticeerd kan worden (DSM-IV, 1994). Uit onderzoek blijkt dat er verschillen zijn in de risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en risicofactoren voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Over de bijdrage van genetische factoren en omgevingsfactoren verschillen de uitkomsten uit onderzoek (Boomsma et al, 2005; Derks et al. 2004; Rice et al., 2004; Scourfield et al., 2003). Genetische factoren lijken de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen (Derks et al., 2004; Boomsma et al., 2005) maar in ander onderzoek wordt gevonden dat omgevingsfactoren de belangrijkste risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen (Scourfield et al., 2003). Genetische factoren lijken uit onderzoek de belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten (Scourfield et al.), maar in ander onderzoek wordt gevonden dat omgevingsfactoren de belangrijkste risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten (Boomsma et al.; Rice at al., 2004). Gedeelde omgevingsfactoren die een risicofactor lijken te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen zijn depressie bij de moeder (Jaffee et a., 2002; Luby et al., 2006; Wickramaratne & Weissman, 1998; Mesman & Koot, 2001) en opvoeder instabiliteit (Jaffee et al). In onderzoek werden geen gedeelde omgevingsfactoren gevonden die een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten. Niet-gedeelde omgevingsfactoren die een risicofactor blijken te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen zijn het verliezen van een ouders, scheiding van de ouders, geweld in het gezin of afwijzing door vrienden (Luby et al.,2006; Lavigne et al., 1998). Er werd slechts een niet-gedeelde omgevingsfactor gevonden die een risicofactor bleek te zijn voor het ontwikkelen van depressie bij adolescenten en dat was seksueel misbruik (Jaffee et al., 2002). Bij genoemde onderzoeken zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Ten eerste is de indeling van risicofactoren zoals die in dit paper gemaakt is een mogelijke indeling is, er zijn ook andere indelingen mogelijk (Jaffee et al., 2002). Ten tweede zijn geen onderzoeksmethoden bekend waarbij kinderen onder de 8 jaar zelf hun gevoelens en gedachten kunnen rapporteren, om deze reden is onderzoek naar depressie bij jonge kinderen afhankelijk van ouderrapportages over de gevoelens en het gedrag van hun kinderen (Eley et al.,1998). Uit onderzoek blijkt dat rapportage van de 14

15 moeder en rapportage van het kind over depressieve gevoelens bij het kind niet significant van elkaar verschillen (Scourfield et al., 2003). Voor een betrouwbare vergelijking van resultaten van verschillende onderzoeken is het echter beter als gegevens van dezelfde informant komen, dus van de moeder of het kind. Ten derde zijn bij genoemde onderzoeken verschillende vragenlijsten gebruikt voor het meten van depressie bij kinderen (Derks et al., 2004; Scourfield et al., 2003; Eley et al., 1998). Dit kan bij het interpreteren en vergelijken van de resultaten uit verschillend onderzoek de conclusie enigszins beïnvloeden. Ten vierde is in studies naar genetische invloeden op het ontstaan van depressie geen onderscheid gemaakt in verschillende omgevingsfactoren en genetische factoren. Er kan slechts geconcludeerd worden welke van deze factoren op een bepaalde leeftijd meer invloed heeft, maar welke aspecten binnen deze factor precies van invloed zijn blijkt niet uit deze onderzoeken (Derks et al.,, 2004; Scourfield et al., 2003). Ten vijfde is een verschijnsel wat op kan treden in tweelingonderzoek dat moeders hun eeneiige kinderen vaak als meer gelijk beoordelen dan moeders van twee-eiige tweelingen (Boomsma et al., 2005). Dit is van invloed op de scores die moeders rapporteren over hun eeneiige- of twee-eiige tweelingen en dit is van invloed op de conclusie die wordt getrokken over de invloed van genetische factoren of omgevingsfactoren die van invloed zijn op het ontstaan van een depressieve stoornis bij kinderen en adolescenten. Een mogelijke verklaring hiervoor is de verwachting die moeders hebben van hun kinderen, moeders verwachten dat eeneiige tweelingen meer gelijk zijn dan twee-eiige tweelingen en moeders van eeneiige tweelingen rapporteren daarom meer gelijkenissen tussen hun kinderen dan moeders van twee-eiige tweelingen (Boomsma et al.). Een laatste kanttekening bij genoemde onderzoeken is dat depressie bij kinderen een redelijk zeldzame stoornis is (Egger & Angold, 2008), bij het interpreteren van de resultaten moet hier rekening mee worden gehouden, de meeste resultaten zijn verkregen uit steekproeven waar slecht een heel klein aantal kinderen de diagnose depressieve stoornis kreeg (Mesman & Koot, 2001; Wickramaratne & Weissman, 1998). In vervolgonderzoek is het goed om het verband tussen risicofactoren en het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten verder te onderzoeken. Uit genoemde onderzoeken blijkt dat zowel genetische factoren als omgevingsfactoren risicofactoren kunnen zijn voor het ontwikkelen van depressie bij kinderen en adolescenten. Belangrijk is dat wordt gekeken naar de interactie van factoren op het ontwikkelen van depressie. Het is waarschijnlijk dat er niets slecht een factor ten grondslag ligt aan depressie bij kinderen of bij adolescenten, maar dat het om een interactie van factoren gaat (Luby et al., 2006). 15

16 Literatuurlijst Boomsma, D. I., van Beijsterveldt, C. E. M. & Hudziak, J. J. (2005). Genetic and environmental influences on Anxious/Depression during childhood: a study from the Netherlands Twin Register. Genes, Brain and Behavior, 4, Costello, E. J., Mustillo, S., Erkanli, A., Keeler, G., & Angold, A. (2003). Prevalence and Development of Psychiatric Disorders in Childhood and Adolescence. Archives of General Psychiatry, 60, Derks, E. M., Hudziak, J. J., van Beijsterveld, C. E. M., Dolan, C. V., & Boomsma, D. I. (2004). A Study of Genetic and Environmental Influences on Maternal and Paternal CBCL Syndrome Scores in a Large Sample of 3-year-old Dutch Twins. Behavior Genetics, 34, Egger, H. L., & Angold, A. (2006). Common Emotional and Behavioral Disorders in Preschool Children: Presentation, Nosology, and Epidemiology. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47, Eley, T. C., Deater-Deckard, K., Fombonne, E., Fulker, D. W., & Plomin, R. (1998). An Adoption Study of Depressive Symptoms in Middle Childhood. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 39, Frances, A. J. (1994) Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: DSM-IV. Washington, DC: American Psychiatric Association. Jaffee, S. R., Moffit, T. E., Caspi, A., Fombonne, E., Poulton, R. & Martin, J. (2002). Differences in Early Childhood Risk Factors for Juvenile-Onset and Adult-onset Depression. Archives of General Psychiatry, 59, Kapornai, K., & Vetro, A. (2008). Depression in children. Current Opinion in Psychiatry, 21, 1-7. Kashani, J. H., & Carlson, G. A. (1985). Major Depressive Disorder in a preschooler. Journal of the American Academy of Child Psychiatry, 24,

17 Lavigne, J. V., Arend, R., Rosenbaum, D., Binns, H. J. Christoffel, K. K., & Gibbons, R. D. (1998). Psychiatric Disorders With Onset in the Preschool Years: I. Stability of Diagnoses. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 37, Luby, J. L., Belden, A. C., & Spitznagel, E. (2006). Risk factors for preschool depression: the mediating role of early stressful life events. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47, Luby, J. L., Heffelfinger, A., Mrakotsky, C., Hessler, M. J., Brown, K. M., & Hildebrand, T. (2002). Preschool Major Depressive Disorder: Preliminary Validation for Developmentally Modified DSM-IV Criteria. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 41, Luby, J. L., Heffelfinger, A., Mrakotsky, C., Brown, K. M., Hessler, M. J., Wallis, J. M., & Spitznagel, E. L. (2003). The Clinical Picture of Depression in Preschool Children. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 42, Mesman, J., & Koot, H. M. (2001). Early Preschool Predictors of Preadolescent Internalizing and Externalizing DSM-IV Diagnoses. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 40, Raes, F., Hermans, D.J., & Williams, M.G. (2006). Negative Bias in the Perception of Others? Facial Emotional Expressions in Major Depression. The Journal of Nervous and Mental Disease 194, Rice, F., Harold, G. T., & Thapar, A. (2002). Assessing the effects of age, sex and shared environment on the genetic aetiology of depression in childhood and adolescence. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 43, Scourfield, J., Rice, F., Thapar, A., Harold., G. T., Martin, N. & McGuffin, P. (2003). Depressive symptoms in children and adolescents: changing aetiological influences with development. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 44, Weissman, M. M., Wolk, S., Goldstein, R. B., Moreau, D., Adams, P., Greenwald, S., Klier, C. M., Ryan, N. D., Dahl, R. E., & Wickramaratne, P. (1999). Depressed Adolescents Grown Up. The Journal of the American Medical Association, 281,

18 Wickramaratne, P. J., & Weissman, M. M. (1998). Onset of Psychopathology in Offspring by Developmental Phase and Parental Depression. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 37,

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)

1) Sekseverschillen in concentratie-problemen, hyperactiviteit en attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) Dit proefschrift, met als titel: Meetproblemen en de genetische invloed op concentratie-problemen, hyperactiviteit en aanverwante stoornissen bestaat uit drie delen. Deze drie delen corresponderen met

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Meike Bartels en Thérèse M. Stroet Inleiding Vijf tot vijftien procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van drie tot twaalf jaar

Nadere informatie

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria 4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Inleiding Na een periode waarin de oorzaak van psychiatrische aandoeningen veelal werd gezocht in omgevingsfactoren zoals een ongunstig opvoedingsklimaat, is er tegenwoordig weer

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Samenvatting. volume 1 number 01 pages september 18 th published once

Samenvatting. volume 1 number 01 pages september 18 th published once Samenvatting volume 1 number 01 pages 125-129 september 18 th - 2008 published once 125 Samenvatting In dit proefschrift, getiteld, Obsessie. De genetische en omgevingsarchitectuur van obsessieve-compulsieve

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Depressie bij ouderen Trends over de tijd

Depressie bij ouderen Trends over de tijd DEPARTMENT OF PSYCHIATRY Disclosure belangen spreker Depressie bij ouderen Trends over de tijd Hans Jeuring Psychiater en onderzoeker, UMCG Afdeling Ouderenpsychiatrie (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING AUTISTISCHE TREKKEN, TERUGGETROKKEN GEDRAG EN COGNITIE: EEN LONGITUDINALE TWEELINGSTUDIE VAN DE VROEGE KINDERTIJD

NEDERLANDSE SAMENVATTING AUTISTISCHE TREKKEN, TERUGGETROKKEN GEDRAG EN COGNITIE: EEN LONGITUDINALE TWEELINGSTUDIE VAN DE VROEGE KINDERTIJD AUTISTISCHE TREKKEN, TERUGGETROKKEN GEDRAG EN COGNITIE: EEN LONGITUDINALE TWEELINGSTUDIE VAN DE VROEGE KINDERTIJD TOT DE JONGE VOLWASSENHEID Waarom hebben sommige jongeren veel moeite met sociale interactie,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Oorzaken van depressie

Oorzaken van depressie Oorzaken van depressie Karen Mutsaers December 2008 Nederlands Jeugdinstituut Infolijn t (030) 230 65 64 e infojeugd@nji.nl i www.nji.nl Of kinderen en adolescenten een depressieve stoornis ontwikkelen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie

Diagnose en classificatie in de psychiatrie Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25

S Samenvatting Veldman, Karin.indd :25 S Samenvatting Psychische problemen tijdens de kindertijd en adolescentie kunnen langdurige negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld doordat ze de overgang van school naar werk negatief beïnvloeden. Jongeren

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies

Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies Korte bijdrage Het belang van subklinische depressies door P. Cuijpers Samenvatting Subklinische depressies zijn depressieve beelden waarbij sprake is van depressieve klachten zonder dat voldaan is aan

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie

Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie 1 Huishoudinkomen, buurtinkomen en depressieve stoornis; de LifeLines studie Bart Klijs, Eva Kibele, Lea Ellwardt, Marij Zuidersma, Ronald Stolk, Inge Hutter, Rafael Wittek, Carlos Mendes de Leon, Nynke

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag

Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag Oorzaken van individuele verschillen in normafwijkend gedrag Een onderzoek met 7-, 10- en 12-jarige tweelingen Meike Bartels, Eske Derks en Dorret Boomsma Van de Nederlandse kinderen vertoont 5 tot 15

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie inhoud Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen Jongeren als doelgroep Burden of disease in praktijk Slot: New horizont Marijana Cvitan Sutterland psychiater OPZ Geel, Maart, 2016 Juridische grens

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren,

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, SAMENVATTING In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de genetische invloeden op aandachtsproblemen, aandacht, executief functioneren en intelligentie onderzocht.

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut AMC/UvA Postbus 22660 1100 DD Amsterdam tel. 020 566 5387 e mail: ncvb@amc.nl 2 CAScode: P652 Van deze richtlijn is een achtergronddocument Omschrijving

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Luc Goossens KU Leuven Schoolpsychologie and Ontwikkeling in Context (SCenO) Leuven Institute of Human Genomics and Society

Nadere informatie

Preventie van gedragsproblemen Maatschappelijke relevantie en beleid

Preventie van gedragsproblemen Maatschappelijke relevantie en beleid Preventie van gedragsproblemen Maatschappelijke relevantie en beleid Hans Koot Vrije Universiteit Relevantie en beleid 1. Voor preventie van gedragsproblemen is de vroege levensfase erg belangrijk 2. In

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven

Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven De invloed van psychologische factoren op het ontstaan van kanker Bert Garssen Helen Dowling Instituut, begeleiding bij kanker, Bilthoven Uitgangspunt Zijn er fysiologische mechanismen die zouden kunnen

Nadere informatie

Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie

Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 41 e jaargang, nummer 2, 2014 Colofon Tijdschrift Secretariaat Kinder- en Jeugdpsychotherapie Vereniging voor verschijnt vier maal per

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie

Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Tijdschrift van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie 39 e jaargang, nummer 1, 2012 Colofon Secretariaat Tijdschrift Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie Kinder- en Jeugdpsychotherapie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 178 Nederlandse samenvatting Concentratieproblemen en hyperactiviteit zijn veelvoorkomende problemen op de kinderleeftijd; de diagnose ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)

Nadere informatie

Running head: EMOTIONELE STABILITEIT VAN MOEDER EN DEPRESSIE BIJ ADOLESCENTEN

Running head: EMOTIONELE STABILITEIT VAN MOEDER EN DEPRESSIE BIJ ADOLESCENTEN Running head: EMOTIONELE STABILITEIT VAN MOEDER EN DEPRESSIE BIJ ADOLESCENTEN Emotionele Stabiliteit van Moeder en een Depressie bij Adolescenten: De Rol van Sekse Master thesis (201600201) Universiteit

Nadere informatie

Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I. Pathologie Binnen de Testdiagnostiek

Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I. Pathologie Binnen de Testdiagnostiek Vergelijking MMPI-2 met 1 Vergelijking MMPI-2 met MMPI-2-Restructured Form (RF) Voor As-I Pathologie Binnen de Testdiagnostiek Comparison between MMPI-2 and MMPI-2-Restructured Form (RF) for Axis-I Pathology

Nadere informatie

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer Wat is een psychische stoornis? Als we de populaire media en sommige stromingen in de gedragswetenschappen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University

Nadere informatie

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen

op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De gevolgen van prenatale stress op het latere leven Anja Huizink Vrij Universiteit Amsterdam Radboud Universiteit Nijmegen De ontwikkeling begint prenataal Dierstudies: prenatale stress Programmerend

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012

Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland. Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012 Psychotraumatologie: eenheid en verscheidenheid in een veelstromenland Prof. dr. Rolf Kleber Ede, 19 april 2012 Waarom werd PTSS destijds geïntroduceerd? Gevolgen van de Vietnam-oorlog Task force in de

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Tweelingonderzoek naar angst en depressie

Tweelingonderzoek naar angst en depressie Christel M. Middeldorp en Daniël S. van Grootheest 170 Angststoornissen en depressie zijn veel voorkomende stoornissen. Onderzoek onder de Nederlandse bevolking heeft aangetoond dat de kans dat iemand

Nadere informatie

Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen

Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen Ralph Kupka hoogleraar Bipolaire Stoornissen VU Medisch Centrum Academische Zorglijn Bipolair, GGZinGeest Altrecht Bipolair Stabiel

Nadere informatie

Kernwoorden: genetica, tweelingonderzoek, familieonderzoek, stress en gezondheid

Kernwoorden: genetica, tweelingonderzoek, familieonderzoek, stress en gezondheid Heeft u ook een vraag voor de Nationale Wetenschapsagenda, of wilt u een van de onderstaande vragen onderschrijven? Dan kunt u uw vraag tot 1 mei indienen (klik hier voor de link naar de Wetenschapsagenda).

Nadere informatie

Is een bipolaire stoornis erfelijk?

Is een bipolaire stoornis erfelijk? Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen p/a Dimence Postbus 398 7600 AJ Almelo www.kenbis.nl Vragen over erfelijkheid bij de bipolaire stoornis Op dit moment wordt ervan uitgegaan dat een combinatie van erfelijke

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen

DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS Maaike Nauta Leonieke Vet Klinische Psychologie RuG Accare UC Groningen Dit lukt me nooit Anderen vinden het niks Ik zie er niet uit Ze vinden me saai Maar wanneer

Nadere informatie

Sportgedrag en depressie: de rol van genetische aanleg

Sportgedrag en depressie: de rol van genetische aanleg Sportgedrag en depressie: de rol van genetische aanleg dr. Marleen H. M. de Moor Afdeling Biologische Psychologie Faculteit der Psychologie en Pedagogiek Vrije Universiteit Amsterdam mhm.de.moor@psy.vu.nl

Nadere informatie

Traumatische rouw Peta Schotanus juni 2017

Traumatische rouw Peta Schotanus juni 2017 Traumatische rouw Peta Schotanus juni 2017 Michael Dudok de Wit: Father and daughter 2 Normale rouw Rouw is een normale reactie op een ingrijpende verlieservaring Rouw treedt alleen op wanneer er sprake

Nadere informatie

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E.

Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Problem behavior during early adolescence and child, parent, and friend effects : a longitudinal study Reitz, E. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de

In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de In dit proefschrift, getiteld De genetica van aandacht en executief functioneren, zijn de genetische invloeden op aandachtsproblemen, aandacht, executief functioneren en intelligentie onderzocht. Daarnaast

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Hersenonderzoek en intelligentie

Hersenonderzoek en intelligentie 45 Hersenonderzoek en intelligentie U werkt als psycholoog-onderzoeker aan de universiteit. Binnenkort bezoekt u samen met een collega het symposium Hersenen en intelligentie. U hebt afgesproken dat ieder

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Voor wie doen we de Meldactie NZa?

Voor wie doen we de Meldactie NZa? Stichting STRAKX Onderzoek en Innovatie Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering Volwassenen (VCT-V) STRAKX is een schakel tussen in de kinderjaren chronisch getraumatiseerde volwassenen, behandelaren,

Nadere informatie

Borderline, waar ligt de grens?

Borderline, waar ligt de grens? Borderline, waar ligt de grens? Themadag georganiseerd door Friese werkgroep Labyrinth-In Perspectief 23 november 2002 Programma 10.00 10.15 10.20 11.00 11.15 11.45 12.15 13.00 14.00 15.00 Ontvangst met

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Genetica en psychische stoornissen op de kinderleeftijd: erfelijkheid en de zoektocht naar genen

Genetica en psychische stoornissen op de kinderleeftijd: erfelijkheid en de zoektocht naar genen korte bijdrage Genetica en psychische stoornissen op de kinderleeftijd: erfelijkheid en de zoektocht naar genen ACHTERGROND Er wordt veel onderzoek verricht naar de rol van genetische factoren bij de ontwikkeling

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Publications. Publications

Publications. Publications Publications Publications Publications De Bildt, A., Mulder, E.J., Scheers, T., Minderaa, R.B., Tobi, H. (2006) PDD, behavior problems and psychotropic drug use in children and adolescents with MR, Pediatrics

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) De bipolaire stoornis is een psychiatrische stoornis die gekenmerkt wordt door ernstige stemmingsschommelingen. Iemand met een bipolaire stoornis maakt naast

Nadere informatie