Informatiebladen. Meerjaren Investeringsagenda Mobiliteit. Behorende bij Voorjaarsnota Infobladen

Transcriptie

1 Infobladen Informatiebladen Meerjaren Investeringsagenda Mobiliteit Doel en disclaimer De informatie in deze infobladen geeft de actuele stand aan per mei 2016 voor zover die op dat moment bekend was binnen de Gelderland. De infobladen zijn bedoeld als beknopt houvast, niet als een uitputtende beschrijving van hele projecten. Wij hebben geprobeerd alle informatie zo correct mogelijk weer te geven. Omdat de informatie in april/mei is opgeschreven, kan vooral het onderdeel stand van zaken in sommige gevallen ingehaald zijn door actuele ontwikkelingen. Met betrekking tot de financiën zijn indicaties van bedragen aangegeven die gedurende de tijd kunnen verschuiven. Verder zijn alle bedragen opgenomen zonder BTW, tenzij anders vermeld. Aan de informatie in de informatiebladen kunnen geen rechten worden ontleend. Vragen of opmerkingen: laat het weten! Heeft u verder nog vragen, opmerkingen of aanvullingen, neem dan vooral contact op met de genoemde contactpersoon. Hij of zij kan er dan ook voor zorgen dat de informatie in de volgende MIA Mobiliteit actueel blijft. Inhoud informatiebladen en ordening naar thema of regio In totaal zijn bijna tweehonderd infobladen op. Om het zoeken te vereenvoudigen is gekozen voor het volgende houvast: Elk informatieblad is voorzien van een unieke code, in de hoofdtekst van deze MIA Mobiliteit wordt daar al zo veel mogelijk naar verwezen. Indien de code begint met een U-, betekent dit, dat het project in de planvoorbereiding- of uitvoeringsfase zit. Het is mogelijk dat een onderwerp bestaat uit een agenderend onderdeel en een deel wat uitgevoerd wordt (bijvoorbeeld de doortrekking van de A15; hiervoor is een uitvoerend infoblad voor de planvoorbereiding, terwijl u via het algemene infoblad geïnformeerd wordt over het dossier tolheffing). In de inhoudsopgave zijn de fases van de verschillende projecten ook vermeld. We hebben onderwerpen ook op fasering gerangschikt, beginnend met de onderwerpen in de initiatieffase, eindigend met de onderwerpen in de uitvoeringsfase. Behorende bij Voorjaarsnota 2016 Geen provinciale inzet (pauzestand en archief) Wij hanteren bij projecten of projectwensen de termen pauze en archief als er geen provinciale inzet mee gemoeid is. Hiermee willen we onderscheid maken tussen: pauze: onderwerpen die inhoudelijk in lijn zijn met de provinciale belangen, maar waarvoor uitvoering, bijvoorbeeld door een gebrek aan financiële middelen, niet op korte termijn opgepakt kan worden. Deze projecten blijven op de agenda staan zonder direct zicht op realisatie en kunnen bijvoorbeeld bij een volgende coalitieperiode weer opgepakt worden. Ook projecten die qua uitvoering kunnen wachten of afhankelijk zijn van andere projecten kunnen op pauze gezet worden. archief: onderwerpen die niet meer spelen of inhoudelijk niet aansluiten op de provinciale belangen en niet meer relevant zijn voor de MIA Mobiliteit. Deze projecten voeren we af van de agenda en worden gearchiveerd. In MIAM/ zijn geen informatiebladen gearchiveerd of op pauze gezet.

2 De pauze bladen zijn als laatste opgenomen in dit bestand inclusief de reden waarom deze eerder op pauze zijn gezet. Projecten gereed Projecten die voorheen in de MIA Mobiliteit zijn opgenomen en inmiddels zijn afgerond, worden weergegeven in de bijlage; projecten gereed. De informatiebladen treft u in oudere versies van het MIAM. Informatiebladen geordend per thema Infoblad nr. Onderwerp Regio Beheer en Onderhoud Agenderende bladen BO01 Groot onderhoud civieltechnische kunstwerken Overig BO05 Beheer en onderhoud wegen Overig Uitvoeringsbladen U-2016-BO05 Beheer en onderhoud wegen Overig U-BO01 Vervanging/groot onderhoud (6) civieltechnische kunstwerken Overig Fiets Agenderende bladen F01 Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen Overig F03 Snelfietsroutes algemeen Overig F08 Snelfietsroute Arnhem - Dieren Arnhem Nijmegen F10 Snelfietsroute Ede - Veenendaal FoodValley F11 Snelfietsroute Ede - Wageningen FoodValley F17 N835 Fietsvoorziening brug over het Amsterdam Rijnkanaal Rivierenland F18 Snelfietsroute Apeldoorn - Deventer Stedendriehoek F19 Snelfietsroute Ressen-Zevenaar Arnhem Nijmegen F21 Ontbrekende fietsschakel N345 - A1 Stedendriehoek Uitvoeringsbladen U-2013-F01c Overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2016 Overig U-2013-F01d Overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2017 Overig U-2013-F02b Gelders Fietsnetwerk (GFN), projecten 2013 in uitvoering Overig U-2014-F02b Gelders Fietsnetwerk (GFN), projecten 2014 in uitvoering Overig U-2015-F01a Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2015 Overig U-2015-F01b Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2016 Overig U-2015-F02 Gelders Fietsnetwerk, projecten 2015 in uitvoering Overig U-2016-F01 Fietsprojecten planjaar 2016 Overig U-F05 Snelfietsroute SF12 Arnhem - Zevenaar Arnhem Nijmegen U-F06 Snelfietsroute Cuijk - Nijmegen Arnhem Nijmegen U-F07 Snelfietsroute Arnhem - Wageningen Arnhem Nijmegen U-F09 Snelfietsroute Beuningen - Nijmegen zuidtak Arnhem Nijmegen U-F12 Fietsverbinding Elst: Bedrijventerrein de Aam naar Arnhem Nijmegen RijnWaalpad U-F15 Fietsverbinding Doetinchem: Dichteren-Wijnbergen Achterhoek U-F16 Organisatie Velo-city 2017 Arnhem Nijmegen U-F20 Planstudiekosten Fiets Overig Logistiek & Goederenvervoer Agenderende bladen LG01 Programma "logistiek als Gelderse motor" Overig LG02 Betuweroute, Rail Terminal Gelderland (voorheen Rail Overig Opstappunt ROP) LG04 MIRT studie corridor (voorheen Gelderse (transport)corridors) Overig LG05 Kwaliteitsnet Goederenvervoer Overig Openbaar Vervoer en Mobiliteit Agenderende bladen OM02 Spoorinfrastructuur Elst Arnhem Nijmegen OM06 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer - Goederen Oost Overig OM07 Basismobiliteit Overig OM09 Bus Doetinchem - Emmerich - Kleve - Nijmegen Achterhoek/Arnhem

3 Infoblad nr. Onderwerp Regio Nijmegen OM14 Openbaar vervoer visie (OV visie) Overig OM22 Kwaliteitsverbetering spoor Arnhem - Winterswijk (voorheen Achterhoek Spoor Arnhem - Winterswijk) OM25 Randstadspoor Harderwijk Noord-Veluwe OM26 Spoorknoop Zutphen Stedendriehoek OM30 Fietsvoorzieningen bij transferia en Park & Bike Overig OM31 Ketenmobiliteit: (Fiets)voorzieningen voor ontsluiting OVknopen Overig (voorheen fietsvoorzieningen bij treinstations en OV- knopen) OM35 Kwaliteitsverbetering Valleilijn (voorheen Valleilijn FoodValley frequentieverhoging) OM47 Spoortunnel Tricht Rivierenland OM50 Spoorzone Nijmegen Centraal (voorheen Stationsomgeving Arnhem Nijmegen Nijmegen Centraal) OM51 Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) Overig OM55 Ontsluiting uitbreiding vliegveld Lelystad Noord-Veluwe OM56 Programma Hoogfrequent Spoor - Personenvervoer Overig OM58 Kwaliteitsverbetering Maaslijn Arnhem Nijmegen OM59 Transitie brandstof regionaal spoor Overig OM69 WePod 2e fase FoodValley OM70 Duurzaamheid Openbaar Vervoer/Bus Overig OM71 Kwaliteitsverbetering IJssellijn (treinverbinding Zwolle- Overig Roosendaal) OM72 Tarievenvisie Oost Overig OM73 Overweg Rijksweg-Noord Arnhem Nijmegen OM74 Trolley 2,0 Arnhem Arnhem Nijmegen OM75 ICE Arnhem-Nijmegen OM76 Toiletten in regionale treinen Overig Uitvoeringsbladen U-2015-OM12 Arnhem Centraal Station Arnhem Nijmegen U-OM05 Spoorkruising Veenendaal - De Klomp Voorpoort FoodValley U-OM07 Pilotprojecten Basismobiliteiten Overig U-OM08 Toiletten op de regionale stations Overig U-OM11 Interregionale spoorverbinding Arnhem - Duitsland Arnhem Nijmegen U-OM12 Arnhem Centraal Station Arnhem Nijmegen U-OM13 Station Culemborg Rivierenland U-OM19 Spoorzone Ede FoodValley U-OM20 Spoorzone Zutphen Stedendriehoek U-OM23 Sociale veiligheid regionaal spoor Overig U-OM Bushalten provinciale wegen, planjaar 2014 Overig U-OM Bushalten provinciale wegen, planjaar 2015 Overig U-OM31 Fietsvoorzieningen bij stations Overig U-OM32 Spitsmijden-Mobiliteitsmanagement Overig U-OM33 Spoorzone Zevenaar - Didam - Wehl Achterhoek/Arnhem Nijmegen U-OM35 Robuustheid Verhogende maatregelen (RVM) Valleilijn FoodValley U-OM38 Spoorzone Doetinchem Achterhoek U-OM39 Spoorzone Harderwijk Noord-Veluwe U-OM41 Spoorzone Elst Arnhem Nijmegen U-OM43 Stations outillage regionale spoorlijnen Overig U-OM52 Spoorzone Velperpoort Arnhem Nijmegen U-OM62 Programma Stadsregiorail Arnhem Nijmegen U-OM63 Nachtnet treinen Arnhem Nijmegen Infoblad nr. Onderwerp Regio U-OM68 Planstudiekosten Spoor en OV (voorheen planstudies Spoor) Overig U-OM69 Zelfsturende auto (WePod) FoodValley Reconstructie en Verkeersveiligheid Agenderende bladen RV01 Nijmegen - Dorpensingel Oost Arnhem Nijmegen RV02 Zevenaar, verkeerssituatie Babberich (voorheen Zevenaar Arnhem Nijmegen Witte Kruis) RV07 N346 Rondweg Lochem Stedendriehoek RV13 Doortrekking A15 Arnhem Nijmegen RV17 N18 Onderliggend wegennet Achterhoek RV18 Ontsluiting bedrijventerrein H2O/Hattemerbroek Noord-Veluwe RV20 N781 Ede-Wageningen, Mansholtlaan/Dreeslaan FoodValley RV23 Rivierenland, doorstroming A15 Rivierenland RV31 N301, A28-Nijkerkersluis/Veluwemeer FoodValley RV32 Oostelijke rondweg Barneveld FoodValley RV33 N786 Apeldoorn - Dieren Stedendriehoek RV35 Maasdriel/Zaltbommel - Maaswaalweg Rivierenland RV40 N348/N345 Optimaliseren verkeersafwikkeling aansluiting Stedendriehoek RV41 Doetinchem - Europaweg Achterhoek RV43 Barneveld-A1/A30 FoodValley RV47 Ede Parklaan FoodValley RV48 N309 Elburg/Oostendorp Noord-Veluwe RV62 A15 onderliggend wegennet Arnhem Nijmegen RV63 Green Deal Duurzaam GWW Overig RV64 Wijchen, A326 - A50 knooppunt Bankhoef Arnhem Nijmegen RV67 Apeldoorn, aansluiting N304 op A1 Stedendriehoek RV68 Zonne-energie uit fietspad Rivierenland RV69 Afslag 38/A15 Arnhem Nijmegen RV70 Doorstroming N348 A1 - Epse Stedendriehoek Uitvoeringsbladen U-2016-TP2-3-4 Traject N301 (grens Flevoland Barneveld FoodValley (A1)) U-2016-TP007 Traject 7 - N801 (Barneveld-Otterlo (N304)) FoodValley U-2016-TP023 Traject 23 - N798 (Nijkerk (N301)-Putten (N303)) Noord-Veluwe U-2016-TP027 Traject 27 - N302 (Harderwijk-Kootwijk (A1)) Noord-Veluwe U-2016-TP028 Traject 28 - N310 ((N302) Uddel-Elspeet-Nunspeet (A28)) Noord-Veluwe U-2016-TP050 Traject 50 - N346 (Zutphen-Lochem) Stedendriehoek U-2016-TP080 Traject 80 - N837 (Randwijk-Heteren) Arnhem Nijmegen U-2016-TP097 Traject 97 - N325 (Beek - Nijmegen) Arnhem Nijmegen U-2016-TP101- Traject N813 (Zevenaar (A12) - Wehl (N815) - Achterhoek 121 Doetinchem) U-2016-TP128 Traject N316 (Doetinchem-Vorden) Achterhoek U-2017-TP14 N224 Ede (A30)- Planken Wambuis (A12) FoodValley U-2017-TP15 N304 Ede (N224)-Otterlo (N310) FoodValley U-2017-TP67 N830 Gorinchem (grens-waardenburg (A2) Rivierenland U-2017-TP74 N831 Heusden (grens)- Well (N832) Rivierenland U-2017-TP75 N831 Well (N832)-Hedel (A2) Rivierenland U-2017-TP82 N225 Wageningen-Renkum (A50) FoodValley U-2017-TP86 N784 Arnhem- Golflinks (A50) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP88 N311/N784 's Koningsjacht (N310)-Golflinks (A50) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP108 N842 Nijmegen-Groesbeek Arnhem-Nijmegen U-2017-TP113 Traject-113-N271-N846 Heumen-Molenhoek (grens) Stadsregio Arnhem- Nijmegen

4 Infoblad nr. Onderwerp Regio U-2017-TP116 Traject-116-N335 Nieuwendijk (A18) - Etten (N317) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP119 Traject 119-N827 's-heerenberg (rijksgrens)- Lengel (N816) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP108 N842 Nijmegen-Groesbeek Arnhem-Nijmegen U-2017-TP113 Traject-113-N271-N846 Heumen-Molenhoek (grens) Stadsregio Arnhem- Nijmegen U-2017-TP116 Traject-116-N335 Nieuwendijk (A18) - Etten (N317) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP119 Traject 119-N827 's-heerenberg (rijksgrens)- Lengel (N816) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP140 Traject 140-N820 Winterswijk-Vreden (Rijksgrens) Achterhoek U-2017-TP141 Traject 141-N822 Borculo (N315)- Eibergen Achterhoek U-2017-TP144 Traject 144-N317 Doesburg (N338)- Doetinchem Achterhoek U-RV03 Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn-Azelo Stedendriehoek U-RV04 N303 Voorthuizen FoodValley U-RV05 N345 De Hoven/Zutphen Stedendriehoek U-RV06 N345 Rondweg Voorst Stedendriehoek U-RV08 N309 't Harde Noord-Veluwe U-RV09 N322 Zaltbommel Rivierenland U-RV11 Ede Grijsoord, Viaduct N224/A12 FoodValley U-RV13 Doortrekking A15 Arnhem Nijmegen U-RV14 Traverse Dieren Arnhem Nijmegen U-RV15 N18 Varsseveld - Enschede Achterhoek U-RV17 N18 Onderliggend wegennet Achterhoek U-RV19 Aanpak A28/A1 knooppunt Hoevelaken FoodValley U-RV21 Rijnbrug Rhenen (zuidelijke ontsluiting FoodValley) FoodValley U-RV22 N316, Ontbrekende schakel Zeddam - 's Heerenberg Arnhem Nijmegen U-RV37 Barneveld N805, tunnel Barneveld-Noord FoodValley U-RV44 N320 Culemborg Rivierenland U-RV49 Nijmegen, verbetering fietsvoorziening Waalbrug (voorheen Arnhem Nijmegen Nijmegen, Reconstructie Waalbrug) U-RV65 Swung 2 - Geluid Productie Plafonds (GPP's) Overig U-RV66 Planstudiekosten Weginfrastructuur Overig Stedelijke Bereikbaarheid Agenderende bladen SB13 Corridor Malden-Nijmegen (mobiliteitsonderzoek) Arnhem Nijmegen SB17 MIRT-agenda Stedelijk Netwerk Arnhem Nijmegen Arnhem Nijmegen Uitvoeringsbladen U-SB02 Beter Benutten 1 Arnhem Nijmegen U-SB07 Stedelijke Bereikbaarheid Ede FoodValley U-SB12 Beter benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Arnhem Nijmegen U-SB16 Beter benutten Vervolg Stedendriehoek Stedendriehoek Informatiebladen geordend per regio Infoblad nr. Onderwerp Regio Gelderland BO01 Groot onderhoud civieltechnische kunstwerken Overig BO05 Beheer en onderhoud wegen Overig F01 Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen Overig F03 Snelfietsroutes algemeen Overig LG01 Programma "logistiek als Gelderse motor" Overig LG02 Betuweroute, Rail Terminal Gelderland (voorheen Rail Overig Opstappunt ROP) LG04 MIRT studie corridor (voorheen Gelderse (transport)corridors) Overig LG05 Kwaliteitsnet Goederenvervoer Overig OM06 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer - Goederen Oost Overig OM07 Basismobiliteit Overig OM14 Openbaar vervoer visie (OV visie) Overig OM30 Fietsvoorzieningen bij transferia en Park & Bike Overig OM31 Ketenmobiliteit: (Fiets)voorzieningen voor ontsluiting OVknopen Overig (voorheen fietsvoorzieningen bij treinstations en OV- knopen) OM51 Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) Overig OM56 Programma Hoogfrequent Spoor - Personenvervoer Overig OM59 Transitie brandstof regionaal spoor Overig OM70 Duurzaamheid Openbaar Vervoer/Bus Overig OM71 Kwaliteitsverbetering IJssellijn (treinverbinding Zwolle- Overig Roosendaal) OM72 Tarievenvisie Oost Overig OM76 Toiletten in regionale treinen Overig RV63 Green Deal Duurzaam GWW Overig U-2013-F01c Overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2016 Overig U-2013-F01d Overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2017 Overig U-2013-F02b Gelders Fietsnetwerk (GFN), projecten 2013 in uitvoering Overig U-2014-F02b Gelders Fietsnetwerk (GFN), projecten 2014 in uitvoering Overig U-2015-F01a Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2015 Overig U-2015-F01b Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2016 Overig U-2015-F02 Gelders Fietsnetwerk, projecten 2015 in uitvoering Overig U-2016-BO05 Beheer en onderhoud wegen Overig U-2016-F01 Fietsprojecten planjaar 2016 Overig U-BO01 Vervanging/groot onderhoud (6) civieltechnische kunstwerken Overig U-F20 Planstudiekosten Fiets Overig U-OM07 Pilotprojecten Basismobiliteiten Overig U-OM08 Toiletten op de regionale stations Overig U-OM23 Sociale veiligheid regionaal spoor Overig U-OM Bushalten provinciale wegen, planjaar 2014 Overig U-OM Bushalten provinciale wegen, planjaar 2015 Overig U-OM31 Fietsvoorzieningen bij stations Overig U-OM32 Spitsmijden-Mobiliteitsmanagement Overig U-OM43 Stations outillage regionale spoorlijnen Overig U-OM68 Planstudiekosten Spoor en OV (voorheen planstudies Spoor) Overig U-RV65 Swung 2 - Geluid Productie Plafonds (GPP's) Overig U-RV66 Planstudiekosten Weginfrastructuur Overig Achterhoek OM22 Kwaliteitsverbetering spoor Arnhem - Winterswijk (voorheen Achterhoek

5 Infoblad nr. Onderwerp Regio Spoor Arnhem - Winterswijk) RV17 N18 Onderliggend wegennet Achterhoek RV41 Doetinchem - Europaweg Achterhoek U-2016-TP101- Traject N813 (Zevenaar (A12) - Wehl (N815) - Achterhoek 121 Doetinchem) U-2016-TP128 Traject N316 (Doetinchem-Vorden) Achterhoek U-2017-TP140 Traject 140-N820 Winterswijk-Vreden (Rijksgrens) Achterhoek U-2017-TP141 Traject 141-N822 Borculo (N315)- Eibergen Achterhoek U-2017-TP144 Traject 144-N317 Doesburg (N338)- Doetinchem Achterhoek U-F15 Fietsverbinding Doetinchem: Dichteren-Wijnbergen Achterhoek U-OM38 Spoorzone Doetinchem Achterhoek U-RV15 N18 Varsseveld - Enschede Achterhoek U-RV17 N18 Onderliggend wegennet Achterhoek OM09 Bus Doetinchem - Emmerich - Kleve - Nijmegen Achterhoek/Arnhem Nijmegen U-OM33 Spoorzone Zevenaar - Didam - Wehl Achterhoek/Arnhem Nijmegen Arnhem Nijmegen F08 Snelfietsroute Arnhem - Dieren Arnhem Nijmegen F19 Snelfietsroute Ressen-Zevenaar Arnhem Nijmegen OM02 Spoorinfrastructuur Elst Arnhem Nijmegen OM50 Spoorzone Nijmegen Centraal (voorheen Stationsomgeving Arnhem Nijmegen Nijmegen Centraal) OM58 Kwaliteitsverbetering Maaslijn Arnhem Nijmegen OM73 Overweg Rijksweg-Noord Arnhem Nijmegen OM74 Trolley 2,0 Arnhem Arnhem Nijmegen RV01 Nijmegen - Dorpensingel Oost Arnhem Nijmegen RV02 Zevenaar, verkeerssituatie Babberich (voorheen Zevenaar Arnhem Nijmegen Witte Kruis) RV13 Doortrekking A15 Arnhem Nijmegen RV62 A15 onderliggend wegennet Arnhem Nijmegen RV64 Wijchen, A326 - A50 knooppunt Bankhoef Arnhem Nijmegen RV69 Afslag 38/A15 Arnhem Nijmegen SB13 Corridor Malden-Nijmegen (mobiliteitsonderzoek) Arnhem Nijmegen SB17 MIRT-agenda Stedelijk Netwerk Arnhem Nijmegen Arnhem Nijmegen U-2016-TP080 Traject 80 - N837 (Randwijk-Heteren) Arnhem Nijmegen U-2016-TP097 Traject 97 - N325 (Beek - Nijmegen) Arnhem Nijmegen U-F05 Snelfietsroute SF12 Arnhem - Zevenaar Arnhem Nijmegen U-F06 Snelfietsroute Cuijk - Nijmegen Arnhem Nijmegen U-F07 Snelfietsroute Arnhem - Wageningen Arnhem Nijmegen U-F09 Snelfietsroute Beuningen - Nijmegen zuidtak Arnhem Nijmegen U-F12 Fietsverbinding Elst: Bedrijventerrein de Aam naar Arnhem Nijmegen RijnWaalpad U-F16 Organisatie Velo-city 2017 Arnhem Nijmegen U-OM11 Interregionale spoorverbinding Arnhem - Duitsland Arnhem Nijmegen U-OM12 Arnhem Centraal Station Arnhem Nijmegen U-OM41 Spoorzone Elst Arnhem Nijmegen U-OM52 Spoorzone Velperpoort Arnhem Nijmegen U-OM62 Programma Stadsregiorail Arnhem Nijmegen U-OM63 Nachtnet treinen Arnhem Nijmegen U-RV13 Doortrekking A15 Arnhem Nijmegen U-RV14 Traverse Dieren Arnhem Nijmegen U-RV22 N316, Ontbrekende schakel Zeddam - 's Heerenberg Arnhem Nijmegen U-RV49 Nijmegen, verbetering fietsvoorziening Waalbrug (voorheen Arnhem Nijmegen Infoblad nr. Onderwerp Regio Nijmegen, Reconstructie Waalbrug) U-SB02 Beter Benutten 1 Arnhem Nijmegen U-SB12 Beter benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Arnhem Nijmegen OM75 ICE Arnhem-Nijmegen U-2017-TP108 N842 Nijmegen-Groesbeek Arnhem-Nijmegen U-2017-TP116 Traject-116-N335 Nieuwendijk (A18) - Etten (N317) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP119 Traject 119-N827 's-heerenberg (rijksgrens)- Lengel (N816) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP86 N784 Arnhem- Golflinks (A50) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP88 N311/N784 's Koningsjacht (N310)-Golflinks (A50) Arnhem-Nijmegen U-2017-TP113 Traject-113-N271-N846 Heumen-Molenhoek (grens) Arnhem Nijmegen FoodValley F10 Snelfietsroute Ede - Veenendaal FoodValley F11 Snelfietsroute Ede - Wageningen FoodValley OM35 Kwaliteitsverbetering Valleilijn (voorheen Valleilijn FoodValley frequentieverhoging) OM69 WePod 2e fase FoodValley RV20 N781 Ede-Wageningen, Mansholtlaan/Dreeslaan FoodValley RV31 N301, A28-Nijkerkersluis/Veluwemeer FoodValley RV32 Oostelijke rondweg Barneveld FoodValley RV43 Barneveld-A1/A30 FoodValley RV47 Ede Parklaan FoodValley U-2016-TP007 Traject 7 - N801 (Barneveld-Otterlo (N304)) FoodValley U-2016-TP2-3-4 Traject N301 (grens Flevoland Barneveld FoodValley (A1)) U-2017-TP14 N224 Ede (A30)- Planken Wambuis (A12) FoodValley U-2017-TP15 N304 Ede (N224)-Otterlo (N310) FoodValley U-2017-TP82 N225 Wageningen-Renkum (A50) FoodValley U-OM05 Spoorkruising Veenendaal - De Klomp Voorpoort FoodValley U-OM19 Spoorzone Ede FoodValley U-OM35 Robuustheid Verhogende maatregelen (RVM) Valleilijn FoodValley U-OM69 Zelfsturende auto (WePod) FoodValley U-RV04 N303 Voorthuizen FoodValley U-RV11 Ede Grijsoord, Viaduct N224/A12 FoodValley U-RV19 Aanpak A28/A1 knooppunt Hoevelaken FoodValley U-RV21 Rijnbrug Rhenen (zuidelijke ontsluiting FoodValley) FoodValley U-RV37 Barneveld N805, tunnel Barneveld-Noord FoodValley U-SB07 Stedelijke Bereikbaarheid Ede FoodValley Noord-Veluwe OM25 Randstadspoor Harderwijk Noord-Veluwe OM55 Ontsluiting uitbreiding vliegveld Lelystad Noord-Veluwe RV18 Ontsluiting bedrijventerrein H2O/Hattemerbroek Noord-Veluwe RV48 N309 Elburg/Oostendorp Noord-Veluwe U-2016-TP023 Traject 23 - N798 (Nijkerk (N301)-Putten (N303)) Noord-Veluwe U-2016-TP027 Traject 27 - N302 (Harderwijk-Kootwijk (A1)) Noord-Veluwe U-2016-TP028 Traject 28 - N310 ((N302) Uddel-Elspeet-Nunspeet (A28)) Noord-Veluwe U-OM39 Spoorzone Harderwijk Noord-Veluwe U-RV08 N309 't Harde Noord-Veluwe Rivierenland F17 N835 Fietsvoorziening brug over het Amsterdam Rijnkanaal Rivierenland OM47 Spoortunnel Tricht Rivierenland RV23 Rivierenland, doorstroming A15 Rivierenland RV35 Maasdriel/Zaltbommel - Maaswaalweg Rivierenland

6 Infoblad nr. Onderwerp Regio RV68 Zonne-energie uit fietspad Rivierenland U-2017-TP67 N830 Gorinchem (grens-waardenburg (A2) Rivierenland U-2017-TP74 N831 Heusden (grens)- Well (N832) Rivierenland U-2017-TP75 N831 Well (N832)-Hedel (A2) Rivierenland U-OM13 Station Culemborg Rivierenland U-RV09 N322 Zaltbommel Rivierenland U-RV44 N320 Culemborg Rivierenland Stedendriehoek F18 Snelfietsroute Apeldoorn - Deventer Stedendriehoek F21 Ontbrekende fietsschakel N345 - A1 Stedendriehoek OM26 Spoorknoop Zutphen Stedendriehoek RV07 N346 Rondweg Lochem Stedendriehoek RV33 N786 Apeldoorn - Dieren Stedendriehoek RV40 N348/N345 Optimaliseren verkeersafwikkeling aansluiting Stedendriehoek RV67 Apeldoorn, aansluiting N304 op A1 Stedendriehoek RV70 Doorstroming N348 A1 - Epse Stedendriehoek U-2016-TP050 Traject 50 - N346 (Zutphen-Lochem) Stedendriehoek U-OM20 Spoorzone Zutphen Stedendriehoek U-RV03 Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn-Azelo Stedendriehoek U-RV05 N345 De Hoven/Zutphen Stedendriehoek U-RV06 N345 Rondweg Voorst Stedendriehoek U-SB16 Beter benutten Vervolg Stedendriehoek Stedendriehoek Projecten gereed bij MIAM/ Deze bladen zijn voor het laatst opgenomen in MIAM/BGR2016 U-OM16 U-OM34 U-OM36 U-OM40 U-OM53 U-OM54 U-OM64 U-RV28 U-RV39 U-RV60 U-RV61 U-SB03 U-SB05 U-SB06 U-SB08 U-SB09 U-SB10 U-SB11 U-SB14 U-SB15 HOV busverbinding Apeldoorn - Arnhem Tariefacties Openbaar Vervoer Spoorzone station Geldermalsen, oostzijde Spoorzone Barneveld-Zuid Spoorzone Wijchen Spoorzone Putten HOV busverbinding Arnhem-Wageningen Zutphen - N314 Ontsluiting bedrijventerrein Gelderhorst Berkelland, Bereikbaarheid kern en bedrijventerrein Borculo Arnhem, reconstructie kruispunt Kronenburgsingel-Kronenburgdijk Winterswijk N319 Ontsluiting bedrijventerrein Arrisveld en Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SBK) Netwerkvisie verkeersmanagement Stedelijke Bereikbaarheid Arnhem Stedelijke Bereikbaarheid Nijmegen Stedelijke Bereikbaarheid Apeldoorn Beter Benutten Stedendriehoek Stedelijke Bereikbaarheid Tiel Stedelijke Bereikbaarheid Doetinchem Stedelijke Bereikbaarheid Harderwijk Stedelijke Bereikbaarheid Zutphen

7 Overzicht bladen op pauze tot en met MIAM/ Deze informatiebladen zijn achterin dit document verkort opgenomen. Beheer en Onderhoud BO02 Verbeteren hemelwaterafvoer Gelderse bermsloten BO03 Groenonderhoud op rotondes provinciale wegen BO04 Duurzame openbare verlichting langs provinciale wegen Fiets F04 Fietsbrug Arnhem-West (Meinerswijk) F14 Fietsvoorzieningen en fietstunnel Ede-west Openbaar Vervoer en Mobiliteit OM04 Barneveld-Noord P+R OM17 Spoorzone Winterswijk OM18 Spoorzone Arnhem-West OM21 Sprinter Apeldoorn - Amersfoort OM24 HOV busverbinding Doetinchem - Enschede OM28 Station Arnhem Pley OM37 Station Nijkerk-Corlaer OM42 HOV busverbinding Tiel - Utrecht OM49 OV Dreeslaan Ede/ziekenhuis Ede Reconstructie en Verkeersveiligheid RV12 Spoorwegovergang Winterswijk - Rondweg West RV16 N18 Varsseveld - Enschede 2e fase RV24 N327 Geldermalsen - A15 RV29 Voorst - N344 Westelijke randweg en spoortunnel Twello RV34 Wegverbinding Tiel - Geldermalsen RV36 Lochem/Zutphen N348 (Eefde-A1/Deventer) RV38 Maasdriel - Zandmerenroute Kerkdriel RV45 Nijkerk uitbreiding hoofdwegenstructuur AGENDERENDE INFORMATIEBLADEN

8 Naam: Groot onderhoud civieltechnische kunstwerken >2016 BO01 (Voorheen RV30) Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS , PS Regio( s): Gelderland C. Kuijper Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Beheer & Onderhoud Groot onderhoud & Reconstructie De provinciale wegen vormen een belangrijke factor in de (economische) bereikbaarheid van de diverse regio s. In deze wegen liggen onder andere civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten, tunnels, duikers, enzovoorts) waarvan de meeste in de periode zijn aangelegd. Deze kunstwerken zijn indertijd veelal niet ontworpen (gedimensioneerd) op het huidige verkeer. Vooral het vrachtverkeer is sinds die periode sterk toegenomen, zowel in aantallen als in gewicht. Dit heeft, evenals de veroudering, een negatief effect op de (constructieve) kwaliteit van kunstwerken. Civiele kunstwerken worden gewoonlijk gedimensioneerd op een technische levensduur van 80 jaar. Na deze periode zal de constructieve kwaliteit vaak zodanig zijn afgenomen, dat vervanging van het bestaande kunstwerk op technische en economische gronden de voorkeur geniet boven (groot) onderhoud. Onderzoek naar de kwalitatieve kenmerken van een groot deel van onze civieltechnische kunstwerken wijst uit dat in de periode na 2016 in toenemende mate geïnvesteerd moet worden in levensduur verlengend (groot) onderhoud, dan wel vervanging van een groeiend aantal van de cruciale Gelderse civieltechnische kunstwerken. Om duurzame, betrouwbare en beschikbare provinciale wegen te kunnen garanderen zijn vanaf 2016 doelgerichte extra investeringen nodig in het groot onderhoud of vervanging van een deel van deze kunstwerken. Verkeersmanagement (SB03) Groot onderhoud civieltechnische kunstwerken in uitvoering (U-BO01) BO01 Stand van zaken: In 2014 is PS via de Statenbrief Beheer en onderhoud provinciale wegen in perspectief (PS ) geïnformeerd over de problematiek van de noodzakelijke vervangingsinvesteringen voor de civieltechnische kunstwerken. Hierin is aangegeven dat voor de periode structureel circa 4,0 miljoen per jaar extra nodig is voor groot onderhoud en vervangingen. Vooruitlopend op een integrale aanpak van deze problematiek hebben de Staten via de Robuuste Investeringsimpuls eenmalig middelen beschikbaar voor aanpak van een aantal van de meest urgente viaducten en bruggen. Het groot onderhoud, dan wel de vervanging, van deze civiele kunstwerken is voor het grootste deel gerealiseerd. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat in de periode nog zeker 35 civieltechnische kunstwerken vervangen of grootschalig onderhouden moeten worden. Daarmee is een bedrag van ordegrootte 60 miljoen (15 jaar à 4 miljoen/jaar) gemoeid. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de meest urgente kunstwerken niet in fase geprogrammeerd kunnen worden in onze reguliere trajectprogrammering tot Deze zullen daarom, voor zover extra middelen beschikbaar komen, als solitaire projecten worden geprogrammeerd. Vanaf 2019 zal de programmering van de overige eerder genoemde kunstwerken in lijn worden gebracht met de trajectprogrammering. In 2015 heeft de Rekenkamer onderzoek gedaan naar het groot onderhoud van provinciale wegen en civieltechnische kunstwerken. De Rekenkamer concludeerde hierin onder anderen dat PS is geïnformeerd over de huidige en toekomstige staat van onderhoud van de kunstwerken, maar dat er nog geen besluit is genomen over de benodigde extra middelen. Om daar invulling aan te geven wordt bij de begroting 2017 een kaderstellende Nota Kapitaalgoederen ter besluitvorming voorgelegd aan PS, waarin expliciet aandacht wordt besteed aan de problematiek van de vervangingsopgave van de civieltechnische kunstwerken. Op basis van de beschikbare informatie hebben PS in MIAM/BGR2016 extra middelen beschikbaar om vooruitlopend daarop het noodzakelijke groot onderhoud aan twee bruggen en een duiker in 2016 te kunnen realiseren. De voorbereiding hiervan is inmiddels gestart. Voor het meest dringende vervangen of versterken van bruggen, viaducten en duikers in de periode zijn de volgende bedragen benodigd: 2016: 1 duiker en 2 bruggen versterken: 0,325 miljoen, 2017: 2 bruggen versterken, 2 bruggen vervangen: 0,467 miljoen, 2018: 1 brug en 2 viaducten versterken, 3 bruggen en 2 duikers vervangen: 4,058 miljoen, 2019: 1 brug en 2 viaducten versterken, 1 brug en 5 fietsbruggen vervangen: 4,102 miljoen. Totaal 11,865 miljoen. 2016: Start programmering (onder voorbehoud van beschikbare middelen) van te vervangen of versterken kunstwerken periode , 2016: Besluitvorming inzake toekenning extra middelen programma 2016: Start uitvoering (onder voorbehoud van beschikbare middelen). Fasering en status besluitvorming Wij stellen voor om ten behoeve van het herstellen en vervangen van civieltechnische kunstwerken in 2017 totaal 0,5 miljoen beschikbaar te stellen. Ten behoeve van de begroting 2017 wordt aan PS een structurele invulling voor het groot onderhoud aan civieltechnische kunstwerken voorgelegd, gebaseerd op een kaderstellende Nota Kapitaalgoederen en de bevindingen van de Rekenkamer. Vooruitlopend daarop zijn wij nu terughoudend bij het extra reserveren of beschikbaar stellen van eenmalige middelen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: Circa 60 miljoen voor de periode tot Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 2,0 miljoen MIAM/BGR2016 Beschikbaar 0,5 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 2,5 miljoen Besluitvorming: Beschikbaar te stellen 0,5 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Restant reservering 1,5 miljoen MIAM/BGR2016 Beschikbaar 0,5 miljoen MIAM/BGR2016 Beschikbaar 0,5 miljoen MIAM/ Totaal 2,5 miljoen

9 BO05 Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: nvt Geen Naam: Beheer en onderhoud wegen BO05 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummers: PS , PS , PS , PS , CvW Regio( s): J.A.M. Oostveen Huidige fase: Uitvoering Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Beheer en onderhoud wegen Subthema Dagelijks beheer provinciale wegen Achtergrond: De Gelderland beheert circa kilometer hoofdwegen en nog eens ongeveer kilometer fietsvoorzieningen en parallelwegen. Het beheer van ons wegennet is gericht op drie doelen: bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefomgeving. De bijdrage aan deze doelen komt tot stand door het uitvoeren van planmatige beheertaken, waarin we onderscheiden: Instandhouding (grootschalig onderhoud aan ons wegennet volgens trajectprogrammering), Dagelijks beheer en klein onderhoud aan ons wegennet. De grondslag voor de programmering van de onderhoudsactiviteiten zijn het wettelijk kader en de landelijke richtlijnen voor de kwaliteit van infrastructuur. Daarnaast houden wij ook beleidsmatig rekening met relevante thema s als verkeersveiligheid, doorstroming en duurzame mobiliteit. De werkzaamheden in het kader van instandhouding worden per traject uitgevoerd in een negenjarige cyclus samen met de overige werkzaamheden aan het traject. Het dagelijks beheer en klein onderhoud aan de wegen wordt meerjarig geprogrammeerd en jaarlijks vast. Scope / gewenst effect: Dit infoblad betreft alleen het dagelijks beheer en klein onderhoud. Het doel is om veiligheid, beschikbaarheid en benutting van ons wegennet zo optimaal mogelijk in te richten en te borgen voor alle weggebruikers en omgeving. Deze onderhoudsactiviteiten, zoals klein onderhoud aan wegverhardingen, maaien van bermen, onderhoud aan bomen en gladheidsbestrijding, worden jaarlijks vast en uitgevoerd. Ook inspecteren wij het provinciale wegenareaal ten behoeve van de veiligheid van de weggebruiker en programmering van het onderhoud aan de assets. In het wegbeheer van de provinciale wegen onderscheiden wij de volgende soorten assets: Verhardingen, Kunstwerken, Groen, Elektrotechnische installaties en Wegelementen. Het dagelijks beheer en klein onderhoud zijn er op gericht de technische kwaliteit van deze assets op orde te houden, zodanig dat de functionaliteit gewaarborgd is in de beheer(gebruiks-)fase van de weg tot het eerstvolgende moment van groot onderhoud. Naast de asset-gerichte werkzaamheden voeren wij ook werkzaamheden uit die betrekking hebben op het gebruik en de omgeving van de weg in de vorm van verkeers- en omgevingsmanagement. Hiermee geven wij onder meer invulling aan het onderdeel in de Uitvoeringsagenda dat betrekking heeft op de doorstroming van het verkeer via verkeersmanagement, maar ook aan thema s als leefomgeving en duurzaamheid. Om doelmatig invulling te geven aan deze werkzaamheden zijn beheer-activiteiten nodig vanuit het wettelijk kader en de provinciale Omgevingsverordening. U-2015-BO05 en U-2016-BO05 Beheer en onderhoud, uitvoering 2015 en Stand van zaken: Het betreft de jaarlijkse programmering van de voornoemde activiteiten. In 2015 heeft de Rekenkamer onderzoek uitgevoerd uit naar het groot onderhoud van provinciale wegen en civieltechnische kunstwerken. In dit onderzoek is voor de Staten van Overijssel en Gelderland inzichtelijk gemaakt op welke wijze door de Provincie wordt gestuurd op het groot onderhoud van provinciale wegen en

10 F01 kunstwerken, waarbij in het bijzonder is ingegaan op de keuze voor een bepaald kwaliteitsniveau, de bijbehorende budgettering en de sturingsmogelijkheden voor PS. Dit rapport is in 2016 aangeboden aan PS. De Rekenkamer concludeerde onder andere dat PS is geïnformeerd over de huidige en toekomstige staat van onderhoud van de kunstwerken, maar dat nog geen besluit is genomen over de gewenste kwaliteitsniveau en benodigde extra middelen. Om daar invulling aan te geven wordt bij de begroting 2017 een kaderstellende Nota Kapitaalgoederen ter besluitvorming voorgelegd aan PS, waarin expliciet aandacht wordt besteed aan de problematiek van de vervangingsopgave van de civiele kunstwerken. Eén van de uitgangspunten hierin zal de Statenbrief (PS ) Beheer en onderhoud van provinciale wegen in perspectief zijn. De werkzaamheden worden volgens planning uitgevoerd. Fasering en status besluitvorming: Werkzaamheden worden jaarlijks geprogrammeerd en zijn qua aard en omvang nu nog in overeenstemming met wat nodig is om het huidige kwaliteitsniveau in stand te houden. De realisatie is afgestemd op de omvang van het budget. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal begrote kosten: Voor het dagelijks beheer en onderhoud van het provinciale weggennet is momenteel circa 21,0 miljoen aan structurele middelen beschikbaar. Verdeling kosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Waterschappen, Gemeente, Rijk, maatschappelijke belangen organisaties e.d. Naam: Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen >2007 F01 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland. M. Pronker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets. Provinciale fietsinfra De fiets is een belangrijk vervoermiddel voor de kortere en middellange afstanden. In stedelijke gebieden en bij economische centra kan gebruik van de fiets voor woon-werk verkeer de druk op het wegennet verlichten. Daarnaast is het een gezonde, schone en stille manier van verplaatsen en vraagt het om relatief weinig ruimte. Vanaf 2006 zijn er diverse moties Statenbreed (motie , motie en motie ) aangenomen voor het veiliger maken en verbeteren van de fietsinfrastructuur. Voor de provinciale wegen heeft dit erin geresulteerd dat een aantal evidente knelpunten, die onder andere naar voren kwamen bij het schoolroute onderzoek, direct zijn aangepakt. Ook is bij de moties een aantal grootschalige knelpunten benoemd, zoals het ontbreken van fietspaden langs provinciale 80 kilometer per uur wegen. Daarnaast krijgen de fietsinfrastructuurknelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere veilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. Snelfietsroutes (F03) Gelders fietsnetwerk (F02) Nieuwe koers fietsbeleid en stille revolutie van de E-bike (F13) Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen - uitvoering (U-2013-F01, U-2014-F01 en U-2015-F01) Infobladen trajecten (U-2015-TP ) Stand van zaken: Van de beoogde fietsprojecten is inmiddels het merendeel gerealiseerd, of integraal opgenomen in een lopende trajectaanpak. Enkele projecten zijn om verschillende redenen nog in procedure, bijvoorbeeld de N794 vanwege protesten tegen de bomenkap, of de N833 waarvoor nog een onteigeningsprocedure loopt. Het project N846 Overasselt-Nederasselt is beëindigd omdat na diverse pogingen is gebleken dat binnen de gemeente onvoldoende bestuurlijke draagvlak is te vinden om uitvoering mogelijk te maken. De middelen zijn inmiddels ingezet voor andere fietsprojecten uit de motie, zodat deze ondanks de problematiek die daar speelt, waardoor de projecten duurder worden, toch uit te kunnen voeren. In 2016 zullen de meest evidente fietsknelpunten van motie 45 langs de provinciale wegen verbeterd moeten zijn. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat alle evidente knelpunten uit de genoemde moties in 2015 zouden zijn opgelost. Een beperkt aantal grote projecten is echter (nog) niet uitgevoerd. In het proces blijkt dat, door de omvang en complexiteit van de uit te voeren fietsmaatregelen, niet altijd direct een breed draagvlak aanwezig is en zijn er (teveel) ruimtelijke belemmeringen. Voor deze projecten zal wellicht een andere oplossingsrichting gezocht moeten worden om de verkeersveiligheid van fietsers te verbeteren.

11 F03 Alle projecten die nu nog lopen zijn inmiddels opgenomen in de MIAM projectbladen U-2013, U2014, U3015, U2016 Fiets of als een zelfstandig projectblad. Hierin is de voortgang van de betreffende projecten beschreven. Fasering en status besluitvorming: Afhankelijk van de uitkomsten van de verkenningen en daaruit voortkomende oplossingsrichtingen kan een apart voorstel via het MIAM wordt ingediend om de laatste knelpunten uit de moties , en op te lossen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Totale kosten en bijdrage : Het beschikbaar e budget is besteed aan de diverse fietsprojecten zoals genoemd in de moties. Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere programma s -- Gemeenten en burgers. Naam: Snelfietsroutes algemeen F03 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland. S. van Duren Huidige fase: Initiatief, verkenning, uitvoering Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets. Snelfietsroutes In 2006 zijn bij het Rijksprogramma File proof de eerste initiatieven genomen tot snelfietsroutes. De route Apeldoorn - Deventer was één van de vijf eerste proefprojecten. Onder de vlag van Fiets Filevrij is het concept van snelfietsroutes verder doorgezet en ontwikkeld, want snelfietsroutes worden gezien als een kans om de stedelijke bereikbaarheid te vergroten. Door de opkomst van de elektrische fiets, waardoor grotere afstanden met de fiets nog makkelijker overbrugd kunnen worden, krijgt het concept snelfietsroutes een extra impuls. In Nederland beschikken inmiddels meer dan één miljoen mensen over een elektrische fiets. Voorheen was een afstand van 7,5 km (70% van de verplaatsingen valt hier binnen) normaal om met de fiets te overbruggen, inmiddels is dat mede dankzij de elektrische fiets tot ruim 20 km (85% van de verplaatsingen valt hier binnen). Sinds kort is er zelfs een elektrische fiets op de Nederlandse markt toegelaten die 45 km/u mag. De verwachting is dat de fiets zich de komende tijd nog verder ontwikkelt en nog comfortabeler wordt. Hierdoor zal een grotere groep mensen op de fiets stappen en de behoefte aan (een netwerk van) snelfietsroutes toenemen. In 2013 is daarom door een aantal s, waaronder Gelderland en stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, de toekomstagenda snelfietsroutes aan het ministerie IenM overhandigd. Hoofddoel is om de stedelijke bereikbaarheid te ondersteunen met veilige, comfortabele, directe en herkenbare hoofdfietsroutes. Deze hoofdfietsroutes, de ruggengraat van het bovenlokale fietsnetwerk, worden waar zinvol en mogelijk verder ontwikkeld tot snelfietsroutes. Hiermee wordt nagestreefd om het aandeel fiets in het woon-werkverkeer verder toe te laten nemen. Het accent ligt deze coalitieperiode op de snelfietsroutes binnen de drie stedelijke netwerken. De hoofdfietsroutes in het landelijk gebied kunnen en zullen de komende jaren in belang toenemen, afhankelijk van de uitwerking van de OV-visie (zie informatieblad OM14). De snelfietsroutes spelen dan een belangrijke rol om regionale OV knooppunten en regionale scholen/opleidingscentra goed bereikbaar te krijgen en houden. Voor een effectieve invulling van het netwerk is afstemming met de uitwerking van de OV-visie noodzakelijk. Van een aantal snelfietspaden zijn de middelen in het verleden al beschikt en deze zijn inmiddels al ver in uitvoering, zie hierna. Relatie met andere projecten: Snelfietsroute Arnhem Zevenaar, snelfietsroute de Liemers (U-F05) Snelfietsroute Beuningen Nijmegen (Noordtak en zuidtak) (U-F09) Snelfietsroute Ede Veenendaal (trekkers gemeente Veenendaal en Utrecht) (F10) Snelfietsroute Arnhem Dieren (F08) Snelfietsroute Cuijk Nijmegen (U-F06) Snelfietsroute Arnhem - Wageningen (U-F07) Snelfietsroute Apeldoorn - Deventer (F18) Snelfietsroute ViA15 (F19) Beter Benutten Vervolg, Stedendriehoek (SB17) Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F01)

12 OV visie (OM14) Stand van zaken: Eind 2013 is de Toekomstagenda voor Snelfietspaden overhandigd aan de minister van IenM waarin ook de beoogde snelfietsroutes in Gelderland zijn opgenomen. In de landelijke toekomstvisie op de snelfietsroutes uit 2013 zijn binnen Gelderland meerdere potentiële routes benoemd. In het Coalitieakkoord Ruimte voor Gelderland is de ambitie opgenomen om het snelfietsroutenetwerk te voltooien. De werkwijze is zodanig dat de regio het initiatief moet nemen (om zo verzekerd te zijn van voldoende draagvlak in de regio) en dat de de regierol vervult voor de definitie, prioritering en de realisatie van snelfietsroutes. Doel is om tot een prioriteringsinstrument te komen op basis waarvan keuzes kunnen worden gemaakt over welke routes wel en welke routes niet als snelfietsroutes aangeduid worden. Dit is van invloed op de mogelijke financiële bijdrage vanuit de. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Inspiratieboek Snelfietsroutes van de CROW. Op regionaal niveau vinden op dit moment uitwerkingen plaats naar snelfietsroutes. Als ondersteunen we de regio s bij het ontwikkelen van de visies die passen binnen verbetering van de bereikbaarheid van de drie stedelijke netwerken. Stedendriehoek heeft de regionale mobiliteitsvisie uitgewerkt, daaruit is gebleken dat meerdere routes potentie hebben. Apeldoorn Deventer (F18) wordt als eerste opgepakt. De regio Rivierenland gaat een nieuwe fietsvisie ontwikkelen, de verwachting is dat snelfietsroutes daar ook een rol in gaan spelen. Vooralsnog is onbekend in hoeverre dit aansluit op de provinciale insteek. Op basis van potentie, beleidsprogramma s, mogelijke combinaties met de OV-knopen, regionaal draagvlak en de verdere uitwerking van de fietskoers, worden potentiele routes verder verkend. Vooralsnog wordt hierbij gekeken naar snelfietsroutes in en naar de drie stedelijke netwerken. Er wordt een nota Snelfietsroutes op waarin we ingaan op de meest kansrijke routes en op de definiëring van de infrastructuur. Fasering en status besluitvorming U wordt voor binnen de vrije ruimte BDU Verkeer & Vervoer 3,5 miljoen te reserveren voor te nemen maatregelen op verschillende snelfietsroutes. De nota Snelfietsroutes en de verdere verkenning van potentiële routes bepaalt de verdeling van deze middelen over de snelfietsroutes. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: N.n.b., Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 0,5 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 0,5 miljoen Besluitvorming: Te reserveren 3,5 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 0,5 miljoen MIAM/BGR2016 Gereserveerd 3,5 miljoen MIAM/ Totaal 4,0 miljoen Financieringsbron 0,5 miljoen eenmalige coalitieakkoordmiddelen. 3,5 miljoen BDU Verkeer & Vervoer Cofinanciering: N.t.b., Exploitatiekosten: n.v.t. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer Economische kracht van Stedelijke netwerken Arnhem Nijmegen, Stedendriehoek en Ede Wageningen Diverse gemeenten

13 F08 Naam: Snelfietsroute Arnhem - Dieren >2016 F08 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sis-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen A. Stienstra Huidige fase: Verkenning - Schetsontwerp Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Snelfietsroutes Binnen het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen is sprake van congestie op het (hoofd)wegennet. Om deze congestie tegen te gaan (en daarmee de bereikbaarheid en economische concurrentiekracht te vergroten) wordt er binnen het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen ingezet op vier belangrijke pijlers: Ontwikkeling van een concurrerend (H)OV netwerk (Hoogwaardig Openbaar Vervoer / Bus) Verkeersmanagement Mobiliteitsmanagement Fiets Op dit moment ligt er een redelijke directe fietsverbinding via de voormalige provinciale weg. Deze verbinding is echter, door de samenloop met het autoverkeer en HOV, niet aantrekkelijk voor fietsers. Dit manifesteert zich met name in het stedelijk gebied van Arnhem en Velp. De vele kruispunten en verkeerslichten maken het niet mogelijk om snel en comfortabel door te fietsen. Uit potentie-onderzoek is gebleken dat er kansen zijn voor een snelfietsroute tussen Dieren en Arnhem. Deze route kan de (auto)knelpunten rond het Velperbroek en de entree naar het stedelijke gebied van Arnhem ontlasten. De route valt binnen de provinciale ambitie om de stedelijke bereikbaarheid te vergroten. Met de realisatie van snelfietsroutes wordt het aantrekkelijker gemaakt voor forenzen om over te stappen op de fiets. Ook krijgt hiermee de bereikbaarheid van de campussen van HAN en Larenstein een impuls. Deze campusontwikkeling is een belangrijk item in de gebiedsopgave voor het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. Doel van het project is om de bestaande fietsroute tussen Dieren, Velp en Arnhem te verbeteren naar het niveau van een snelfietsroute, zodat forenzen worden verleid om met de fiets te reizen i.p.v. met de auto. Het gewenste effect van deze snelfietsroute is verkorten van de reistijd, het vergroten van het comfort en het verbeteren van de verkeersveiligheid voor fietsers tussen Dieren, Velp en Arnhem (waarbij het zwaartepunt in Velp en Arnhem ligt). Spitsmijden - Mobiliteitsmanagement (OM32) HOV stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (OM01) Stedelijke bereikbaarheid (SB01) Snelfietsroutes (F03) Snelfietsroute Arnhem-Zevenaar (F05) Gebiedsopgave stedelijk netwerk Arnhem/Nijmegen Stand van zaken: Het project is opgenomen in de Stadsregionale fietsvisie als ruggengraat / hoofdroute. Via de BDU van de voormalige Stadsregio Arnhem Nijmegen zijn er inmiddels enkele lokale projecten gefinancierd, die bijdragen aan een verbetering van deze fietsroute. De verkenning met daarin het tracé en beoogd maatregelenpakket is juli 2015 opgeleverd en in een bestuurlijk overleg gepresenteerd en vast. De stuurgroep heeft naar aanleiding van de verkenning besloten tot verdere uitwerking van de route tot Schetsontwerp en verzocht de financiering sluitend te maken. Provincie en de gemeenten Arnhem en Rheden zien kansen voor het realiseren van deze snelfietsroute en hebben aangegeven zich in te willen spannen om deze route te gaan realiseren. In de komende periode wordt een uitvoerings- en financieringsvoorstel door de betrokken partijen, inclusief de Gelderland, voorbereid. Na het vaststellen van het uitvoerings- en financieringsvoorstel kan worden overgegaan naar de uitvoeringsfase. Verwacht wordt dat in 2017/2018 de hele snelfietsroute geopend kan worden. Fasering en status besluitvorming Provincie heeft bij de begroting 2016 een bedrag van 2 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de realisatie van een snelfietspad tussen Arnhem en Dieren. Als eerste wordt de onderdoorgang van A12 gerealiseerd. Met een bijdrage van de wordt het fietspad op snelfietsroutekwaliteit gebracht. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de al bestaande onderdoorgang naast het spoor. Deze ontbrekende schakel in de fietsverbinding tussen de HAN en Larenstein wordt najaar 2016 gerealiseerd door de gemeenten Arnhem en Rheden en vormt een unieke kans om vast een deel van de snelfietsroute te verwezenlijken. Voor de realisatie is het nodig om bij Voorjaarsnota 2016 een bedrag van 0,5 miljoen beschikbaar te stellen. Deze middelen worden als subsidie verleend aan de gemeenten Arnhem en Rheden. Zomer 2016 vindt bestuurlijke besluitvorming plaats op basis van het uitgewerkte Schetsontwerp met kostenraming, fasering en de verdeling van financiële bijdragen van de gehele snelfietsroute. Bezien zal worden of aanvullend ook een bijdrage vanuit het budget voor de gebiedsopgave beschikbaar kan worden ten behoeve van de realisering van verbetering bereikbaarheid van HAN en Larenstein. Er loopt een aanvraag voor een deel financiering vanuit Amendement Hoogland (Tweede Kamer, december 2015) van circa 1,0 à 1,5 miljoen. Verwacht wordt dat nog voor de zomer 2016 bekend is of er een bijdrage vanuit het Amendement wordt gehonoreerd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: De kosten voor de hele route zijn geraamd op 6,0 à 7,0 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 2,0 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 2,0 miljoen Besluitvorming: Beschikbaar te stellen 0,5 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 1,5 miljoen MIAM/BGR2016 Beschikbaar 0,5 miljoen MIAM/ Totaal 2,0 miljoen Financieringsbron: 2,0 miljoen Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Middels MUM 2017 en 2018 voormalige stadsregio wordt 2,0 miljoen DU gereserveerd waarmee de totale bijdrage vanuit Mobiliteit 4,0 miljoen wordt. Beter Benutten Vervolg draagt 0,5 miljoen bij aan deze

14 snelfietsroute (vast door het BOM, formele besluitvorming door GS volgt). Vanuit de Gebiedsopgave wordt 0,15 miljoen bestemd. Cofinanciering: Gemeente Rheden reserveert haar middelen ( 0,7 miljoen) bij de Voorjaarsnota Gemeente Arnhem draagt 0,5 miljoen bij. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht van stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, gemeenten Rheden, Arnhem, Fietsersbond, Rijkswaterstaat (wegbeheerder A12), HAN/Larenstein Naam: Snelfietsroute Ede-Veenendaal F10 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): FoodValley B. van Houten Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Regio FoodValley en gemeente Ede. Snelfietsroute F10 Over de gemeentelijke weg Schutterweg over het bedrijventerrein A12 is veel fietsverkeer (onder meer scholieren) van en naar Veenendaal. Deze verbinding is onderdeel van het fietsnetwerk zoals door de regio en GFN is vast en wordt beoordeeld als snelfietsroute. De fietsverbinding moet qua comfort en veiligheid worden verbeterd. Verbetering van de fietsverbinding tussen Ede en Veenendaal via het bedrijventerrein A12 en viaduct Pakhuis dat over de A12 loopt. Daarnaast willen we het mogelijk maken dat bedrijventerreinen met de fiets beter bereikbaar worden vanuit beide gemeenten ter bevordering van het lokale fietsgebruik. Snelfietsroutes (F03) Gelders fietsnetwerk (F02) Parklaan (RV47) Stand van zaken: Een deel van de snelfietsroute is gerealiseerd. Dit is mede gebeurd op basis van de Fietsfilevrijmiddelen van het Rijk. Een deel van de route moet nog worden opgeknapt. Daarvoor moet nog een verkenning worden op. Grote delen van de route zijn al aangepakt, voor andere delen zijn verkenningen gemaakt. Door vertraging van project Parklaan (RV47) loopt het realiseren van de snelfietsroute over dit deel mede vertraging op. Fasering en status besluitvorming Nog niet bekend wanneer dit project voor besluitvorming in aanmerking komt. In 2015/2016 worden voor delen verkenningen uitgevoerd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: N.n.b Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht van stedelijk netwerk Ede- Gemeente Ede, regio FoodValley Wageningen

15 F11 Naam: Snelfietsroute Ede Wageningen F11 Versie: VJN 2016 Regio( s): FoodValley B. van Houten Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Regio FoodValley, gemeenten Ede en Wageningen Snelfietsroutes Op de gemeentelijke weg van Ede naar Wageningen, die loopt via Bennekom (Edeseweg), is er veel fietsverkeer van en naar Wageningen (campusterreinen en scholen in centrum). De route voert dicht langs of is onderdeel van de Kennisas Ede-Wageningen. Tevens is deze route belangrijk in het kader van de verbetering van de stedelijke bereikbaarheid van Ede en Wageningen. Ook wordt deze route veel gebruikt door scholieren. Er liggen aan de uiteinden van de route in beide gemeenten diverse scholencomplexen. Deze verbinding is onderdeel van het fietsnetwerk, zoals door regio en GFN vast, en wordt beoordeeld als snelfietsroute. De fietsverbinding moet qua comfort, veiligheid en directheid worden verbeterd. De grootste uitdagingen liggen aan de uiteinden van de route waar de forse fietsstromen (tot fietsbewegingen per dag) de drukke provinciale en gemeentelijke weg in Wageningen moeten oversteken (Wageningen) en aan de andere kant het nieuwe NS-station kruist met de Emmalaan (Ede). Mogelijk dat één of meer fietstunnel(s) de doorstroom kan verbeteren en de veiligheid kunnen vergroten. Verbetering van de fietsverbinding tussen Ede en Wageningen via Bennekom. Het mogelijk maken dat het NS station Ede, de kenniscampus Ede en het Campusterrein Wageningen voor studenten en werknemers met de fiets beter bereikbaar worden vanuit beide gemeenten ter stimulatie van het regionaal en lokaal fietsgebruik. Fasering en status besluitvorming Project is nog deels in verkenning. De totale kosten (voor onderdeel B en C) liggen rond de 7,0 miljoen. Het project kan in delen worden uitgevoerd (uitvoering 2016 / 2017). Besluitvorming (op onderdelen) zal in de loop van 2016 plaatsvinden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Totale kosten: 7,0 miljoen voor trajectdeel B en C. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd* 3,5 miljoen MIAM/BGR2014 Totaal 3,5 miljoen * Dit bedrag is gereserveerd binnen het in 2012 beschikbaar e bedrag van 62,85 miljoen voor fietsprojecten. Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: N.n.b. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Economische kracht van stedelijk netwerk Ede- Wageningen WUR, gemeenten Wageningen en Ede. Kennisas Ede-Wageningen Snelfietsroutes (F03) N781 reconstructie (U-RV20) Ede Parklaan (RV47) Stedelijke bereikbaarheid Ede (Wageningen) (SB07) Stand van zaken: Er zijn voor trajectdelen verkenningen uitgevoerd. De route kan grofweg in drie delen worden gesplitst: A. Parklaan en omgeving (Ede) (zie infoblad RV47) B. Route door Bennekom C. Kruising wegen in Wageningen/nabijheid Campus. Voor het derde traject, kruising wegen Wageningen/nabijheid Campus, loopt aanpak fietsinfrastructuur gelijk op met de verkenning naar de reconstructie van de wegen (onder meer N781) voor alle verkeer. Het totale traject wordt in delen uitgevoerd. Voor trajectdeel A (Parklaan, Ede) is een plan gemaakt. In 2015/2016 wordt als aanvulling hierop nog gewerkt aan een verkenning voor een fietstunnel onder de Emmalaan. Voor dit trajectdeel zijn al middelen beschikbaar. Voor de onderdelen B en C is een verkenning uitgevoerd. Voor het deel door Bennekom (deels deel B) heeft dit twee alternatieven opgeleverd. In 2015/2016 wordt een nadere verkenning hiernaar uitgevoerd. Voor de fietsoversteken uit onderdeel C (Mansholtlaan en Nijenoord Allee) worden in het kader van het project Bereikbaarheid Wageningen (U-RV20) verkenningen uitgevoerd (2016).

16 F17 Naam: N835 Fietsvoorziening brug over het Amsterdam Rijnkanaal F17 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Rivierenland M, Pronker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Provincie Subthema Provinciale fietsinfra De brug over het Amsterdam Rijnkanaal in de N835 ten noorden van Tiel is te smal voor de status van de weg (GOW-goed 80km/u) en de verkeersfunctie die hij dient te vervullen. Er is sprake van een redelijk druk bereden tweerichtingenfietspad (circa 360 (brom)fietsers / etmaal) dat een ondermaatse afscheiding heeft met de hoofdrijbaan in de vorm van kunststof flappen. Daarnaast is de hoofdrijbaan op de brug te smal om twee grote voertuigen elkaar ongehinderd te kunnen laten passeren, zonder het fietspad te overschrijden. Ook landbouwvoertuigen, met name indien breder dan 2,75m, kunnen elkaar nauwelijks passeren. De route maakt onderdeel uit van het bovenlokale fietsnetwerk. De N835 tussen de A15 en Maurik is opgenomen in het netwerk van goederenvervoerroutes, open voor lange en zware vrachtauto s (LZV s). De verkeersintensiteit op de brug bedraagt motorvoertuigen per etmaal, waarvan 12% vrachtverkeer. Een oeververbinding die geschikt is voor de afwikkeling van alle verkeerssoorten met een lay-out die voldoet aan de eisen van het wegontwerp, passend bij een gebiedsontsluitingsweg. Logistiek en goederenvervoer (LG01). Stand van zaken: De verkenning is in maart 2016 opgeleverd. Daaruit is gebleken dat de bestaande brug met ongeveer 1,5 meter moet (en kan) worden verbreed. De kosten van deze aanpassing zijn geraamd op 6,0 miljoen. De kosten voor de aanleg van een aparte fietsbrug zijn geraamd op 18 miljoen. Op dit moment is een go/no go besluit nodig. Fasering en status besluitvorming: Aan de Staten wordt voor budget te reserveren voor de planvoorbereiding en realisatie van de verbreding van de brug. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: De kosten voor aanpassen van de bestaande brug zijn geraamd op 6,0 miljoen. Besluitvorming: Te reserveren 6,0 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 6,0 miljoen MIAM/ Totaal 6,0 miljoen Financieringsbron: Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Economie (bedrijventerreinen en toerisme) Gemeente Buren

17 F18 Naam: Snelfietsroute Apeldoorn - Deventer F18 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Stedendriehoek A. Stienstra Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Regio Stedendriehoek Snelfietsroutes Met de snelfietsroute wil de regio Stedendriehoek haar bereikbaarheid, economie en leefbaarheid vergroten, zowel regionaal als lokaal. Binnen de regio is sprake van filevorming op het (hoofd)wegennet. Om deze congestie tegen te gaan en daarmee de bereikbaarheid en economische concurrentiekracht te vergroten, wordt er binnen de regio onder meer ingezet op het realiseren van een zogenaamde fietsruggengraat, een netwerk van hoofdroutes tussen de grootste (economische) kerngebieden. De fietsruggengraat bestaat in totaal uit tien verbindingen: tussen de drie steden onderling en tussen de steden en omliggende kernen. Per verbinding zijn een aantal routes denkbaar. Van al deze routes zijn het gebruikspotentieel en de fysieke mogelijkheden in beeld gebracht. Ook is in kaart gebracht welke maatschappelijke baten de routes hebben voor de regio. De route Apeldoorn - Deventer is in 2006 als pilotproject ingericht volgens de projectuitgangspunten van het Rijk. Hierbij is voornamelijk gekeken naar de herkenbaarheid van de route(s). Met de beperkte middelen van destijds zijn bewegwijzering, verlichting, enkele kleine infrastructurele maatregelen en informatiezuilen aangebracht. Ook heeft destijds communicatie rondom de route plaatsgevonden. De route moet de nodige infrastructurele verbeteringen ondergaan om te voldoen aan de huidige inzichten van inrichting van snelfietspaden. De route Apeldoorn - Deventer langs de provinciale weg N344 heeft een hoog gebruikspotentieel (7.000 fietsers per dag), goede fysieke mogelijkheden en een gunstige maatschappelijke kosten-baten analyse en is daarom door de regio verder uitgewerkt. In de Opmaat uitvoeringsstrategie voor de gebiedsopgaven is de Stedendriehoek benoemd als regio voor Cleantech, duurzaam en schoon. De snelfietsverbinding draagt hieraan bij. In het algemeen wil de regio verkeer en vervoer duurzamer maken. Recent is een initiatief opgepakt om in het kader van Cleantech een snelfietsweg te onderzoeken tussen de regio s Stedendriehoek en Twente in de A1 corridor. Hierover wordt informeel gevoerd met onder meer de gemeenten Apeldoorn en Deventer en de Overijssel. Doel van het project is om de bestaande (doorgaande) fietsvoorzieningen langs de provinciale weg N344 tussen Deventer en Apeldoorn te verbeteren, zodat er een aantrekkelijke, directe en comfortabele snelfietsroute ontstaat. Hiermee wordt het prettiger om te fietsen en is de verwachting dat er meer mensen zullen overstappen van de auto naar de (E)fiets. Er ligt daarmee een directe relatie met het project Slim reizen uit Beter Benutten Vervolg voor deze regio. Er is ook een directe relatie met de werkzaamheden in het kader van de verbreding A1. Het momentum hiervan kan worden gebruikt voor gedragsverandering en het stimuleren van fietsverkeer over deze route. De route verbindt belangrijke woon- en werkgebieden. In Apeldoorn onder andere de nieuwe bedrijventerreinen Apeldoorn Noord en Osseveld Oost en diverse woongebieden waaronder de nieuwe woongebieden Zuidbroek en Osseveld /Woudhuis. Maar ook Twello is een belangrijke herkomst en bestemming. In Deventer verbindt de fietsverbinding het centrum, Deventer Noord en delen van de bedrijventerreinen. Snelfietsroutes (F03) Stedelijke Bereikbaarheid (SB01) Beter Benutten Vervolg Stedendriehoek (SB16) Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn - Azelo (U-RV03) Gebiedsopgave Cleantech Stedendriehoek Stand van zaken: In 2014 heeft de regio een studie afgerond waarbij potentie en mogelijke maatregelen inzichtelijk zijn gemaakt voor de gehele fietsruggengraat. Deze route sprong er positief uit. Van deze route zijn globaal de maatregelen en kosten in beeld gebracht. Eind 2014 hebben de regionale bestuurders het besluit genomen om de route Apeldoorn Deventer langs de provinciale weg verder uit te werken. In overleg met de heeft de regio besloten om deze route te verkennen (mogelijke maatregelen, opties, kosten etc). De Verkenning is eind 2015 opgeleverd, waarna bestuurlijk is besloten om de in het rapport genoemde vijf knelpunten uit te werken en aan te pakken. Met de verbetering van deze knelpunten wordt het voor de fietser op deze corridor gemakkelijker en aantrekkelijker om werk- en schoolbestemmingen te bereiken. Vanwege snelheid heeft de regio ervoor gekozen de financiering van de verkenning te halen uit hun subsidie voor het project Slim reizen van Beter Benutten 1. De verkenning is in december 2015 door de stuurgroep vast en de financiering van de vijf belangrijkste knelpunten is rond. Vanuit Beter Benutten Vervolg wordt financieel bijgedragen. Project gereed: 2017 (afhankelijk van de benodigde ruimtelijke procedures). Fasering en status besluitvorming: Provincie heeft vanuit programma Mobiliteit 1,0 miljoen gereserveerd als bijdrage aan dit project. Vanuit de gebiedsopgave is 0,2 miljoen gereserveerd voor de route. De oplevering van het voorlopig ontwerp wordt voor de zomer 2016 verwacht en zal tevens voor de zomer ter besluitvorming aan de stuurgroep worden voorgelegd. In het voorlopig ontwerp wordt uitwerking gegeven aan het zichtbaar maken van de Cleantech maatregelen en wordt daarmee verantwoord hoe de middelen uit de gebiedsopgave worden ingezet. Indien de stuurgroep akkoord gaat met het voorlopig ontwerp, start het project met de uitvoering. Vanwege de tijdsdruk vanuit het programma Beter Benutten Vervolg, verloopt de realisatie van dit project in hoog tempo. Dit maakt het noodzakelijk dat de provinciale middelen bij Voorjaarsnota 2016 beschikbaar worden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Totale kosten: 4,42 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 1,0 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 1,0 miljoen Besluitvorming: Beschikbaar te stellen 1,0 miljoen (MIAM/) Beschikbaar te stellen vanuit de Gebiedsopgave 0,2 miljoen Situatie na besluitvorming Beschikbaar 1,0 miljoen MIAM/ Beschikbaar 0,2 miljoen Opmaat uitvoeringsstrategie gebiedsopgave Totaal 1,2 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen en opmaat uitvoeringsstrategie gebiedopgave

18 F19 Co-financiering: 2 miljoen Ministerie IenM (Beter Benutten Vervolg) 0,97 miljoen gemeenten 0,25 miljoen Overijssel Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht van stedelijk netwerk Stedendriehoek; gebiedsopgave stedelijk netwerk Stedendriehoek regio Stedendriehoek, gemeenten Apeldoorn, Voorst, Deventer, Overijssel, ministerie van IenM Naam: Snelfietsroute Ressen - Zevenaar F19 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen S. van Duren Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Fiets Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen / Subthema Snelfietsroutes De A15 eindigt nu nog bij knooppunt Ressen (A15 / A325) en gaat dan over in de N15 tot aan de N839 bij Bemmel. De A15 wordt in de toekomst doorgetrokken van knooppunt Ressen naar de A12, tussen Zevenaar en Duiven. Dit project heet ViA15. Onderdeel van de doortrekking van de A15 is een nieuwe verkeersbrug over het Pannerdensch Kanaal. In de afspraken met Rijkswaterstaat is opgenomen dat er een fietspad wordt gerealiseerd langs de brug, zodat ook langzaam verkeer het Pannerdensch Kanaal over kan steken. Het gegeven dat er een vaste fietsverbinding over het Pannerdensch Kanaal wordt gerealiseerd (er zijn nu alleen twee veerverbindingen: één bij Huissen en één bij Doornenburg), is een kans om een belangrijke fietsroute (mogelijk van snelfietsroute kwaliteit) te realiseren langs de A15 tussen Ressen en Duiven / Zevenaar. Door gebruik te maken van de brug én (bestaande) parallelwegen in het gebied, bijvoorbeeld de dienstwegen van de Betuweroute, kan deze fietsroute worden gerealiseerd. Er is een grote samenhang van dit project met het onderliggend wegennet rond de A15 en de inpassing van de A15. Doel van het project is om een nieuwe en betere hoofdfietsverbinding tussen Ressen / Bemmel enerzijds en Duiven / Zevenaar anderzijds te realiseren. Dit project zorgt voor een directe, aantrekkelijke en veilige fietsverbinding die Ressen, Bemmel, Angeren, Groessen, Duiven en Zevenaar met elkaar verbindt. Daarnaast zal deze snelfietsroute aansluiten op de snelfietsroutes RijnWaalpad (Arnhem - Nijmegen) en de Liemers (Arnhem - Zevenaar). Qua werklocaties worden de bedrijventerreinen de Grift, Pannenhuis, Houtakker en Zuidspoor ontsloten door dit netwerk van fietsroutes. Met de realisatie van het project wordt het aantrekkelijk voor mensen om over te stappen van de auto op de (elektrische) fiets. De realisatie van deze snelfietsroute kan voor een zeer groot deel samenvallen met de aanleg van de doortrekking van de A15 tussen knooppunt Ressen en de A12, waardoor inpassings- en kostenvoordelen behaald kunnen worden. Snelfietsroutes algemeen (F03) Doortrekking A15 (U-RV13) A15 onderliggend wegennet (RV62) Stand van zaken: De projectscope is inmiddels vast door de deelnemende partijen in het ambtelijk overleg over dit project. Deze partijen zijn: Rijkswaterstaat, Gelderland, Park Lingezegen, Gemeenten Lingewaard, Duiven en Zevenaar. De projectorganisatie ViA15 is op de hoogte van de plannen en de projectscope van de

19 snelfietsroute wordt meegenomen in de inpassingsplannen voor de ViA15. In de projectscope is gekozen voor een sobere (slankere) vormgeving van de snelfietsroute, of wellicht beter: hoofd fietsroute. Alleen de strikt noodzakelijke maatregelen om een fietsverbinding tussen Ressen en Zevenaar te realiseren zijn opgenomen in het programma. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande infrastructuur langs de Betuweroute. De realisatie van dit project wordt mogelijk gemaakt door de nauwe samenhang met de realisatie van de A15; indien zou worden besloten om dit project pas in een later stadium te realiseren, dan vervallen synergie voordelen (planologische procedures, grondverwerving en aanbesteding) door bundeling met ViA15. Het realiseren van deze verbinding zal dan hoogstwaarschijnlijk aanzienlijk duurder uitvallen. Dit project hangt samen met (en kan deels onderdeel vormen van) het TB (TracéBesluit) van de A15. De werkt nu samen met de partners om alle projecten rond de ViA15 uit te werken en gefinancierd te krijgen. Voor de hoofd- of snelfietsroute wordt apart budget gereserveerd. Dit voorjaar worden de mogelijkheden verkend om de snelfietsroute integraal mee te laten liften in de andere projecten rond de doortrekking van de A15, of separaat vorm te geven. Fasering en status besluitvorming: Wij stellen voor om voor de realisatie van een fietsroute langs de A15 2,33 miljoen te reserveren. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën Totale kosten: 5,0 miljoen voor basisvariant Bijdrage Provincie: Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 1,5 miljoen MIAM/BGR2016 Beschikbaar 0,67 miljoen DU bestedingsplan 2016 Totaal 2,17 miljoen Besluitvorming: Te reserveren 2,33 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 1,5 miljoen MIAM/BGR2016 Gereserveerd 2,33 miljoen MIAM/ Beschikbaar 0,67 miljoen DU bestedingsplan 2016 Totaal 4,5 miljoen Financieringsbron: 1,5 miljoen eenmalige coalitieakkoordmiddelen 2,33 miljoen BDU voormalige stadsregio 0,67 miljoen Decentralisatie Uitkering Cofinanciering: 0,5 miljoen door gemeenten. Is nog niet toegezegd. Economische kracht van stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Zevenaar en Overbetuwe, Fietsersbond Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Rijkswaterstaat, Gemeenten Lingewaard, Duiven,

20 F21 Naam: Ontbrekende fietsschakel N345 A F21 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Stedendriehoek A. Smith Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Provincie Subthema Provinciale fietsinfra De A1 tussen Apeldoorn en Azelo wordt vanaf 2017 in twee fasen verbreed, met een extra rijstrook per richting. Het voornemen is om in fase 2 ( ) van dit project afrit 21 (aansluiting N345 Voorst) te reconstrueren en onder andere uit te rusten met verkeerslichten. Uit een probleemanalyse door de Gelderland, in samenwerking met de gemeentes Apeldoorn en Voorst en de Regio Stedendriehoek, is geconstateerd dat een (sociaal) veilige, directe fietsverbinding langs de N345 ontbreekt ter hoogte van afrit 21. De fietsverbinding draagt bij aan de veilige bereikbaarheid van recreatieve locaties in de omgeving van de N345 en middels een goede landschappelijke inpassing kan worden voorzien in een betere ruimtelijke kwaliteit. Koppeling aan de planvoorbereiding en realisatie van verbreding van de A1 leidt tot schaalvoordeel in de aanbesteding en lagere kosten. Het creëren van een oplossing hiervoor, maakt vooralsnog geen onderdeel uit van het project Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn Azelo (zie infoblad U-RV03). Voorliggend blad betreft de scopeuitbreiding van het hoofdproject. In de probleemanalyse zijn ook discontinuïteiten in het wegprofiel (wisselend 2x2 en 2x1 rijstroken) geconstateerd tussen afrit 21 en Bedrijvenpark de Ecofactorij. In verhouding tot de benodigde investering van circa 1,0 miljoen, is onvoldoende noodzaak vast om dit structureel te verhelpen. Gelijktijdig met uitvoeren van fase 2 van het project Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn Azelo, realiseren van de ontbrekende fietsschakel ter hoogte van afrit 21 langs de N345. Cleantech Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn - Azelo (U-RV03). Stand van zaken: De verkenning wordt in mei 2016 gestart. De verkenning wordt naar verwachting eind 2016 opgeleverd. Fasering en status besluitvorming: Aan de Staten wordt vooralsnog geen besluit voorgelegd. Naar verwachting wordt bij MIAM/VJN2017 een eventueel besluit voorgelegd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: De kosten voor inpassing van het fietspad ter hoogte van de aansluiting Voorst worden geschat op circa 0,5 miljoen. Besluitvorming: Financieringsbron: N.n.b. Cofinanciering: N.n.b. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Ministerie IenM, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Regio Stedendriehoek, Gemeente Apeldoorn, Gemeente Voorst

21 Naam: Programma Logistiek als Gelderse motor LG01 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland, J. Roeterdink Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Logistiek & Goederenvervoer Subthema Logistiek & Goederenvervoer Het huidige programma Logistiek als Gelderse motor is door de Staten in april 2012 vast en anno 2015 grotendeels uitgevoerd. Het vestigingsklimaat van Gelderland voor de logistieke sector ontwikkelt zich gestaag. Dit is goed voor de economie en leefomgeving van Gelderland. In het nieuwe coalitieakkoord is het belang van de logistieke sector en de infrastructuur die daarvoor nodig is, dan ook zichtbaar op de agenda gezet. Bij de Begroting 2015 is er voor 6,3 miljoen aan middelen gereserveerd en voor 0,7 miljoen aan middelen beschikbaar. Inmiddels ligt er een geactualiseerd programma Logistiek als Gelderse motor Om tot een nieuw programma te komen hebben wij een drietal marktconsultatiebijeenkomsten georganiseerd met ondernemers en overheden. Vanuit verschillende organisaties (TLN, EVO, gemeenten, ondernemers) is er daarbij inbreng geleverd in het nieuwe programma. De opgave die in het nieuwe programma is benoemd is het verzilveren van de kansen voor logistiek in Gelderland en het kanaliseren van de effecten op het leef- en vestigingsklimaat. Daarbij wordt ingezet op drie actielijnen: Actielijn versterken vestigingsklimaat logistieke sector Actielijn ondernemersgestuurde aanpak Actielijn basisinfrastructuur op orde: voorzien in een synchromodaal vervoernetwerk (via weg, water, spoor) De projecten zijn gekoppeld aan de bovenstaande drie actielijnen. LG01 Met de actielijn synchromodaal vervoernetwerk zetten wij in op het versterken van de waterinfrastructuur, de Railterminal Gelderland en een veilig kwaliteitsnet wegtransport. Daarbij verschuift de focus naar het stimuleren van een beter gebruik van de bestaande infrastructuur door bedrijven. Met de actielijn versterken vestigingsklimaat logistieke sector wordt ingezet op het verbeteren van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt voor de logistieke sector. Ondernemers zetten de vraag naar voldoende gekwalificeerd personeel met stip op 1. Daarnaast is de ambitie om in aansluiting op de Gelderse corridor Logistics Valley te ontwikkelen. Het doel hiervan is om Gelderland (inter)nationaal zichtbaar te maken voor logistieke bedrijven, nieuwe logistieke bedrijven aan te trekken en goede vestigingsmogelijkheden te bieden. Ook is het streven om te komen tot een verduurzaming van het transport. Ondermeer door het stimuleren van de toepassing van Liquid Natural Gas (LNG) in het transport, duurzame binnenstedelijke distributie, ladingbundeling en de denktank logistiek. Wat betreft innovatie zetten we in op de Talent Innovatiepool, een prijsvraag voor containers, Invall en te kijken naar de mogelijkheden voor autonomous driving. De actielijn ondernemersgerichte aanpak is gericht op kennis en inrichting van de organisatie; het werken aan bewustwording, kennisdeling en vernieuwing. Hiervoor willen wij ook gebruik maken van de bestaande Logistieke Expertise Centra. In het programma is de verbinding gelegd met het programma economie, gebiedsopgave Gelderse corridor en het Gelders Energieakkoord. Projecten in coalitieperiode De Statenbrief Programma logistiek als Gelderse motor is in mei 2016 voorgelegd. Daarin is voor om de reservering van 6,3 miljoen beschikbaar te stellen voor gefaseerde besteding in de periode Railterminal Gelderland (LG02) Gelderse transportcorridors (LG04) Kwaliteitsnet Goederenvervoer (LG05) Beter Benutten vervolg Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (SB12) Beter Benutten vervolg Stedendriehoek (SB16) Het nieuwe programma Logistiek als Gelderse motor is op 25 mei door PS vast. Fasering en status besluitvorming: Door PS is 7,0 miljoen voor logistiek en goederenvervoer beschikbaar. Het voorstel is om bij de voor twee projecten 0,735 miljoen aan begrotingssubsidies te verlenen: als begrotingssubsidie voor het project Talent Innovatiepool van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Dit is een project om een workpool op te richten voor logistiek talent bij 20 tot 25 bedrijven. Deze pool van logistiek talent wordt aangevuld met studenten en docenten van de HAN om overkoepelende logistieke vragen van MKB bedrijven in de logistiek op te lossen als begrotingssubsidie beschikbaar te stellen voor het project subsidie Regionaal Investeringsfonds MBO Logistics Valley van het ROC Nijmegen (penvoerder namens drie ROC s in de Gelderse corridor). Daarbij wordt er ingezet op vergroten van de instroom van logistiek personeel in het logistieke bedrijfsleven, vraaggericht beroepsonderwijs aansluitend op de behoefte van bedrijven en het versterken van onderwijsontwikkelingen t.b.v. beter gekwalificeerde studenten (MBO+). Het Ministerie van OCW heeft vanuit het Regionaal Investeringsfonds middelen beschikbaar om dit te stimuleren, maar dan wordt er om regionale cofinanciering gevraagd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten; 7 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Beschikbaar 1 6,3 miljoen PS Beschikbaar 0,7 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 7,0 miljoen Besluitvorming: Twee begrotingssubsidies verlenen ter grootte van in totaal 0,735 miljoen. Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering 1 Hierover zal naar verwachting in de PS vergadering van 25 mei 2016 worden besloten.

22 LG02 N.n.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: - Regionale economie - Milieu, energie en klimaat - Gelderse corridor EVO, TLN, Regio s Rivierenland, LEC s, KDC Logistiek, KvK s, NordRhein Westfahlen. Naam: Betuweroute, Rail Terminal Gelderland (voorheen: Rail Opstappunt ROP) LG02 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer: PS Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Rivierenland J. Rocks Huidige fase: Uitwerking Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Logistiek & Goederenvervoer Logistiek & Goederenvervoer Momenteel is er in Gelderland nog niet de mogelijkheid om goederen op of van de goederentreinen die over de Betuweroute rijden, te verladen. De Gelderse bedrijven kunnen van de Betuweroute profiteren wanneer we een opstappunt creëren waar containers vanaf vrachtwagens op de trein kunnen worden gezet en vice versa. Een dergelijk opstappunt kan de Gelderse economie versterken en zorgt voor een trimodaliteit (vervoer over spoor, weg en water) die een belangrijke verbetering is voor het vestigingsklimaat van bedrijven in het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. In het kader van het programma Logistiek en Goederenvervoer zetten wij daarom in op de ontwikkeling van een Rail Terminal Gelderland (RTG) op de Betuweroute. De ontwikkeling van een Rail Terminal, wat resulteert in een versterking van het Gelderse vestigingsklimaat voor onder andere logistieke bedrijven. Het biedt bedrijven namelijk een grote mate van flexibiliteit op het gebied van transport (zowel nu als in de toekomst). Zij kunnen hun logistieke proces optimaliseren en de betrouwbaarheid van hun dienstverlening versterken. Programma Logistiek als Gelderse motor (LG01) MIRT studie Arnhem Nijmegen (SB17) Gebiedsopgave Gelderse Corridor Stand van zaken: De Staten hebben bij de behandeling van de Statenbrief (PS ) in oktober 2013 GS geadviseerd verder te gaan met de ontwikkeling van een Rail Terminal bij Valburg. Sinds het overgaan van Keyrail naar Prorail, voert Prorail voor ons nu een opdracht uit voor de verdere uitwerking van de railterminal. Prorail zal een projectplan opleveren met een uitgewerkt ontwerp en een kostenbegroting. Prorail zal haar rol als eigenaar en mogelijke beheerder van de locatie ook uitwerken. In afstemming met Prorail en de initiatiefnemer, zal een samenwerkingsmodel worden uitgewerkt door de, dat het meest past bij de uitgangspunten van de verschillende partijen. We zijn verder in gesprek met het ministerie van IenM voor medefinanciering op basis van het beleidskader goederenknooppunten. Om het project daadwerkelijk van de grond te krijgen is de verwachting dat de gevraagde bijdrage van de hoger zal komen te liggen. Daarbij kijken we ook naar wat we willen realiseren in het kader van de gebiedsopgave Gelderse Corridor. Verder is er een gebiedsproces gestart om alle ontwikkelingen in het gebied in samenhang te bekijken en zo voor de omwonenden van Reeth, Valburg en Oosterhout een beeld te kunnen geven van de ruimtelijke en milieudruk, zodat de compenserende en mitigerende maatregelen van de verschillende projecten tot een beter eindbeeld leiden. De ontwikkelingen betreffen de ontwikkeling van de Grift, Park 15, knoop afslag 38, twee windmolenparken, verbreding A15 en het RTG. Samen met de beoogde exploitant Dutch European Rail Terminal (D.E.R.T.) en Prorail zal de business case voor het Rail Terminal Gelderland verder worden uitgewerkt De verwachting is dat Prorail 2 e helft 2016 haar

23 eerste resultaten oplevert en in die periode ook een besluit genomen kan worden over de financiële dekking en samenwerking rond het RTG. Een uitgewerkt voorstel zal dan aan uw Staten ter besluitvorming worden voorgelegd. Er is een bedrag gereserveerd van 13,1 miljoen binnen het programma Logistiek en Goederenvervoer (coalitieperiode ) voor het RTG. Fasering en status besluitvorming: Indien de financiering rond komt zal gestart worden met de planologische procedure en verdere uitwerking van de plannen. Daarbij hoort een investeringsbeslissing, waarin aan provinciale staten een verzoek om beschikbaarstelling wordt voorgelegd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 29,0 miljoen Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 13,1 miljoen PS Totaal 13,1 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: - Ministerie IenM - D.E.R.T. - EU Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Milieu, energie en klimaat Regionale Economie Gelderse corridor KvK, TLN, EVO, LEC Nijmegen, LEC Liemers, Regio Arnhem Nijmegen, Regio Rivierenland, Regio de Liemers, KDC, Buck Consultants, Pantea Naam: MIRT onderzoek goederencorridor LG04 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Rivierenland, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Food Valley, Stedendriehoek A. Henselmans Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Logistiek & Goederenvervoer Logistiek & Goederenvervoer Ministerie IenM,, Havenbedrijf Rotterdam, Topsector Logistiek, netwerk Zuidvleugel. Het Rijk stelt in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) dat ontsluiting van de mainports Rotterdam en Amsterdam van nationaal belang zijn. Hiervoor zijn goede achterlandverbindingen essentieel. Twee belangrijke achterlandverbindingen, de A1 op de corridor Northsea - Baltic en de A15 op de corridor Rhine - Alpine, lopen grotendeels door Gelderland. Als uitwerking van de SVIR is in het bestuurlijk overleg MIRT van het najaar 2013 afgesproken MIRTonderzoeken uit te voeren voor twee belangrijke goederencorridors: een onderzoek goederencorridor Oost (Rotterdam - Arnhem / Nijmegen - Duitsland) en; een onderzoek goederencorridor Zuid (Rotterdam Noord-Brabant / Limburg Duitsland) LG04 De Goederencorridor-Oost wordt in Gelderland gevormd door de A15, De Waal en de Betuweroute. De ligging van Gelderland aan deze corridor biedt regionale en lokale kansen die we maximaal willen benutten. Hierbij ligt de focus op het stimuleren van: optimaal en flexibel gebruik van het bestaande infra-structuurnetwerk (weg, rail, water en buisleiding); efficiëntieverbetering logistieke sector en achterlandnetwerk; benutting van kansen voor de (regionale) economie en duurzaamheid; nieuwe samenwerkingsvormen tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Het primaire doel van het MIRT-onderzoek is het met stakeholders gezamenlijk maken van een ontwikkelstrategie voor de toekomst van de multimodale goederenvervoercorridor Oost die inspeelt op de belangrijkste kansen en belemmeringen voor het optimaal functioneren van de corridor (in termen van People, Profit en Planet) en daarmee bijdraagt aan de nationale bereikbaarheid en versterking van de (regionale) concurrentiekracht. Het onderzoek richt zich op 4 thema s en een visie 2030 op de corridor. De thema s zijn: optimaliseren multimodale logistieke knooppunten en terminalnetwerken, optimaliseren voorzieningen corridor, betere benutting modaliteiten en smart oplossing knelpunten doorstroming A15, bevaarbaarheid van de Waal. De uitvoering van het onderzoek is per thema belegd bij een van de stakeholders. Wij zijn trekker voor het thema optimaliseren multimodale logistieke knooppunten en terminalnetwerken. Als knooppunten binnen de Goederencorridor-Oost zijn benoemd: Nijmegen, Tiel / Medel en Gorinchem. Het MIRT-onderzoek heeft een belangrijke verbinding met onze gebiedsopgave de Gelderse corridor. De uitvoeringsagenda van de gebiedsopgave is input voor de uitvoeringsagenda MIRT-onderzoek. Logistiek als Gelderse Motor (LG01) Kwaliteitsnet goederenvervoer (LG05) Rivierenland doorstroming A15 (RV23)

24 LG05 Stand van zaken: De eerste fase van het MIRT-onderzoek, de probleemanalyse, is afgerond. Deze analyse levert input voor werkateliers met stakeholders in de knooppunten, oplossingsrichtingen en een gezamenlijk actieplan. Zomer 2016 wordt het onderzoek voor de vier thema s, de visie en het actieplan opgeleverd. Besluitvorming door de initiatiefnemers van het MIRT-onderzoek over de resultaten en acties is geagendeerd voor het najaar van Fasering en status besluitvorming: Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Voor het MIRT onderzoek is 0,03 miljoen aan studiekosten gereserveerd binnen het programma Logistiek en Goederenvervoer voor onderzoek dat het directe belang van Gelderland raakt. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer, Regionale economie Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Gebiedsopgave de Gelderse corridor Overheden: ministerie IenM, gemeenten in de corridor, Rijkswaterstaat, regio s, buurs Ondernemers: ondernemers binnen de knooppunten, Havenbedrijf Rotterdam, TNO, adviesbureau s Onderwijs/Onderzoek: Naam: Kwaliteitsnet Goederenvervoer LG05 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sisnummer(s): PS , PS Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland. C. Pit Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Logistiek en Goederenvervoer Logistiek en Goederenvervoer Het programma Logistiek als Gelderse motor is geactualiseerd. Een van de onderdelen daarvan is het bieden van een veilig kwaliteitsnet wegtransport. In 2013 is het Kwaliteitsnet Goederenvervoer (KnG) voor wat betreft de Gelderse wegen geactualiseerd. Ook zijn de knelpunten m.b.t. toegankelijkheid van het netwerk geïnventariseerd en deels opgelost. Nu worden de volgende onderdelen verder uitgewerkt: 1. Verlenggroen voor vrachtwagens in VRI s (=extra groentijd ten gunste van naderende vrachtwagens, zodat deze niet hoeven af te remmen en opnieuw op te trekken). Inventarisatie is gemaakt, uitvoering is gestart. 2. Aanpakken knelpunten op provinciale weginfrastructuur voor lange, zware vrachtwagens (LZV s). 3. Naast bovenstaande acties hecht de waarde aan veilige (beveiligde) parkeerfaciliteiten voor het goederenvervoer. Het primaat ligt hier bij Rijkswaterstaat als wegbeheerder van het nationale wegennet. De ondersteunt de sector op dit onderwerp en zal bij het Rijk aandacht blijven vragen voor verbetering van de veiligheid van verzorgingsplaatsen in het kader van het MIRT. 1. In de periode worden maximaal 7 VRI s voorzien van verlenggroen voor vrachtverkeer. Het beoogd effect is minder brandstofverbruik en hogere betrouwbaarheid van rijtijden. 2. Inventarisatie en evaluatie van de routes voor LZV s die aangevraagd en afgewezen zijn. Daarvan analyseren welke knelpunten opgelost kunnen worden. Het beoogd effect is dat er minder ritten nodig zijn, wat brandstofkosten bespaart. 3. Deelname aan de landelijke werkgroep die het MIRT-onderzoek naar beveiligde parkeerplaatsen langs de Goederencorridor s Oost en Zuid begeleidt. Trajectprogrammering. Gelderse (transport) corridors (LG04) MIRT onderzoek stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (SB17) Stand van zaken: 1. Verkenning gedaan, uitvoering gestart. 2. Inventarisatie is gestart. 3. Deelname aan werkgroep is gestart. 1. Programmering van twee VRI s in 2016, één in 2017, drie in 2018 en nog één in Inventarisatie gereed in voorjaar 2016, een maatregelenpakket wordt voor in de zomer van Kwantitatief onderzoek naar parkeercapaciteit gereed in mei 2016, vervolgonderzoek nog onbekend. Deelname aan de landelijke werkgroep gedurende Fasering en status besluitvorming De voortgang met betrekking tot beveiligde parkeerplaatsen hangt af van de uitkomsten van het MIRT onderzoek. Bestuurlijk verantwoordelijk:

25 OM02 Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Voor onderdeel 1 is 0,3 miljoen opgenomen in het uitvoeringsprogramma LoGo. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Bij onderdeel 2 TLN en EVO. Bij onderdeel 3 is het Ministerie van IenM de trekker van een brede werkgroep. Naam: Spoorinfrastructuur Elst OM02 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen merk: PS , PS , PS C.Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Trein (landelijk) Per december 2016 gaan, in het kader van het programma Stadsregiorail, tussen Arnhem en Nijmegen extra treinen rijden: de Intercity Zwolle Roosendaal wordt tussen Arnhem en Nijmegen versneld (geen stops meer op tussengelegen stations Arnhem-zuid, Elst en Nijmegen-Lent); de stoptrein Den Bosch Nijmegen rijdt door naar Arnhem en neemt deze stops over. Dit leidt tot extra druk op het traject Elst Arnhem. Al lang wordt gesproken over de gevolgen van de extra treinen voor de huidige treindienst Tiel Elst Arnhem. Gebaseerd op verschillende onderzoeksresultaten heeft ProRail steeds aangegeven dat, om de extra treinen tussen Arnhem en Nijmegen te kunnen laten rijden, de treindienst Tiel Arnhem tot Tiel Elst ingekort dient te worden. Om deze knip te kunnen faciliteren was de realisatie van een keerspoor in Elst noodzakelijk. De toenmalige Stadsregio Arnhem Nijmegen heeft, met financiële bijdrage van de Gelderland, op basis van deze informatie gekozen dit keerspoor te realiseren (opgeleverd per december 2014), zodat indien het echt moet, de treindienst Tiel - Arnhem geknipt kan worden. Zowel de Gelderland als de voormalige Stadsregio hebben destijds al aangegeven voorstanders te zijn van handhaving van de treindienst Tiel - Arnhem. Daarvoor moeten een aantal spoormaatregelen worden uitgevoerd. De huidige openbaar vervoerconcessie voor Rivierenland (door Arriva) sluit een knip in Elst niet uit, maar vraagt op dat moment om nader overleg tussen en vervoerder over de financiële en organisatorische gevolgen. De discussie over de knip komt geregeld op, mede in relatie tot overige ontwikkelingen op en rond de spoorlijn Arnhem Tiel en Arnhem Nijmegen, zoals: Opdrachtgeverschap voor de treinverbinding Tiel - Arnhem. De is sinds 1 januari 2015 opdrachtgever voor Arriva, als gevolg van het samengaan van de voormalige Stadsregio en Gelderland. Programma Elst-Centraal: ruimtelijke ontwikkeling in de gemeente Overbetuwe rondom het station. Sporen in Arnhem: aanpassingen aan de spoorcapaciteit rond station Arnhem, het aantal treinbewegingen in en rond Arnhem neemt toe en is steeds lastiger inpasbaar op de huidige sporen en perrons Programma Hoogfrequent Spoor: intensivering personenvervoer per spoor tussen Utrecht Arnhem/Nijmegen en verlegging paden (capaciteit) voor goederenvervoer per spoor. Overweg Rijksweg-Noord als knelpunt voor huidige en toekomstige treinenloop tussen Arnhem en Nijmegen. Uitvoering van infrastructurele maatregelen die nodig zijn om het capaciteitsprobleem voor alle beoogde treindiensten op het baanvak Arnhem Nijmegen op te lossen en doorgaande treindienst Tiel - Arnhem te behouden. Spoorzone Elst (U-OM41) HOV stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (OM01) Spoortunnel Rijksweg-noord (OM73)

26 Kwaliteitsverbetering IJssellijn (OM71) Stand van zaken: Op basis van bestaand onderzoek uit de afgelopen jaren heeft ProRail recent opnieuw een aantal maatregelen bekeken, in samenwerking met NS en regionale vervoerders en Gelderland. Hierbij is gebleken, in tegenstelling tot eerdere informatie, dat het mogelijk is om alle treinen vanaf eind 2017 (bij een versnelde IJssellijn en extra sprinters Den Bosch - Arnhem) tussen Arnhem en Nijmegen in te passen, inclusief behoud van de doorgaande verbinding Tiel - Arnhem. Wel zal inpasbaarheid van alle treindiensten in de toekomst kritisch blijven, bijvoorbeeld als gevolg van verschuiving van dienstregelingstijden.. De volgende vier maatregelen zijn nodig om een robuuste treinenloop (inclusief intercities, sprinters, regionale trein Tiel - Arnhem, en goederentreinen) tussen Arnhem en Nijmegen mogelijk te maken. De maatregel op station Arnhem maakt overigens ook de inpassing van de vanaf medio 2017 aanwezige internationale trein Arnhem - Düsseldorf beter mogelijk. 1. Seinverdichting rondom Elst, kosten: 1,1 miljoen 2. Ongelijkvloerse oplossing voor de Rijksweg-Noord in Elst, kosten: 15,2-16,1 miljoen (zie ook infoblad OM73) 3. Zogenaamde perronfasering bij station Arnhem, kosten 5,0 miljoen 4. Extra wissel op emplacement Nijmegen, kosten 2,2 miljoen Daarnaast vindt er in 2016 een verkenning plaats naar eventuele maatregelen bij de stations Opheusden en Zetten-Andelst. Op beide stationslocaties is een upgrade van voorzieningen gewenst. In april 2016 is in een BO besloten tot uitvoering en financiering van bovengenoemde maatregelen, onder voorbehoud van instemming door verantwoordelijke besturen. De maatregelen worden in de periode uitgevoerd. Vooral de afwikkeling van de dienstregeling in Arnhem blijft tot die periode kwetsbaar. Er blijven risico s aanwezig in de zin van afnemende punctualiteit van treindiensten of beperkte mogelijkheden van aan/afkoppelen van treinstellen. Er wordt met betrokken partijen bezien of en zo ja, tot welk nader onderzoek of besluitvorming dit moet leiden. Fasering en status besluitvorming: Na besluit door provinciale staten via de VJN 2016 wordt de nadere uitwerking van deze maatregelen opgepakt. Fasegewijs zullen deze maatregelen uiterlijk in 2018/2019 gerealiseerd worden. Perronfase Arnhem 5,0 miljoen 5,0 miljoen (Lenteakkoord) Kruiswissel Nijmegen 2,2 miljoen (plus risico opslag) Ministerie IenM/ProRail (PHS) 1,5 miljoen 0,7 miljoen (= 0,5 miljoen plus risicoopslag, uit Lente-akkoord) Totaal 23,4-24,5 miljoen 12,7 13,8 miljoen 10,7 miljoen, waarvan 5,7 miljoen Lenteakkoord Upgrade stations Zetten- Andelst en Opheusden Schatting: N.t.b. N.t.b. N.t.b. (deels Lenteakkoord) Bijdrage Provincie: De draagt bij aan de realisatie van de tunnel bij Rijksweg-Noord ( 5,0 miljoen ten laste van Eenmalige middelen Mobiliteit. Overige maatregelen worden bekostigd met de Lenteakkoord Middelen. Cofinanciering: Via de verdeling van de Lenteakkoord middelen voor regionaal spoor is vanuit het BO MIRT najaar 2013 door het ministerie van IenM 7,5 miljoen toegezegd aan dit dossier. De definitieve bijdrage van partners is in het BO van 13 april 2016 vastgelegd, zie bovenstaande tabel. Het voorziene overschot van 1,8 miljoen uit het Lenteakkoord wordt vooralsnog gereserveerd voor tegenvallers of flankerende maatregelen (upgrade twee stations aan deze spoorlijn) in het kader van het project knoop Elst. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen ProRail, NS, Arriva, ministerie van IenM, regio Rivierenland Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: Uitvoering van het complete maatregelpakket levert het volgende kostenoverzicht op: Wat Kosten totaal Bijdragen Bijdrage Gld 4 spoormaatregelen tbv treindiensten Arnhem-Nijmegen 23,4-25,5 miljoen 12,7 13,8 miljoen 10,7 miljoen, waarvan maximaal 5,7 miljoen Lenteakkoord Over de kosten van de Rijksweg-Noord zijn sluitende afspraken gemaakt met partijen die financieel bijdragen (Ministerie IenM en gemeente Overbetuwe). Over de andere drie benodigde maatregelen zijn in het BO van 13 april afspraken gemaakt. Tijdelijke maatregel Elst (blokverdichting) Definitieve maatregel tunnel Elst 1,1 miljoen ProRail 1,1 miljoen 0,-- 15,1-16,2 miljoen Ministerie IenM ( 7,0 miljoen NANOV), gemeente Overbetuwe ( 3,1-4,2 miljoen) maximaal 5,0 miljoen (eenmalige middelen Mobiliteit)

27 OM06 Naam: Spoorgoederenvervoer Oost 2010 OM06 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Stedendriehoek, Achterhoek C. Bieker Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Logistiek & Goederenvervoer Ministerie van Infrastructuur en Milieu Trein (landelijk) Dit initiatief heeft betrekking op het Rijksplan herroutering goederentreinen Oost Nederland (Gelderland en Overijssel). Het Rijk heeft ambities om het goederenvervoer per spoor te bevorderen. Goederentreinen moeten zoveel mogelijk via de Betuweroute rijden, maar ook op andere delen van het spoor zullen nog goederentreinen blijven rijden. Het Rijk is op zoek naar een toekomst vaste goederenroutering voor extra goederentreinen door Oost- Nederland. De IJssellijn (Arnhem Zutphen - Deventer) en de Twentelijn (Amersfoort Apeldoorn Deventer - Oldenzaal) blijven structureel in beeld als spoorverbindingen waarlangs goederentreinen zullen blijven rijden. In het kader van de omleidingen van goederentreinen (als gevolg van de werkzaamheden aan het zogenaamde 3 e spoor in Duitsland (tussen 2015 en 2022) zullen ook deze routes extra in beeld zijn voor om te leiden goederentreinen. Knelpunten zijn leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid omdat de keuze van een routering van goederentreinen grote impact heeft voor inwoners langs het spoor. Naast het bestaande onderzoek door het Ministerie van IenM is er begin 2014 in samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam en de Overijssel een onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van een nieuw aan te leggen Noordtak door de regio Achterhoek. De richt zich op een lobby richting het Rijk met het doel: afspraken te maken over de routering van goederenvervoer; adequate maatregelen om de leefbaarheid, de veiligheid en de bereikbaarheid te waarborgen; en mogelijke kansen te benutten voor logistiek. Relaties andere projecten: Logistiek & goederenvervoer (LG01) Kwaliteitsnet goederenvervoer (LG05) OV regionaal spoor Stand van zaken: De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in juli 2014 besloten de routering van het goederenvervoer door Oost-Nederland via de variant kopmaken in Deventer vorm te geven. Daarnaast heeft zij besloten te wachten met vervolgstappen totdat de ontwikkeling van het goederenvervoer uitbreiding van de capaciteit noodzakelijk maakt. Dit geeft duidelijkheid aan de omwonenden van de vier onderzochte varianten. Een mogelijke nieuwe goederenspoorlijn door Oost-Nederland (Noordtak) blijft in beeld als het vervolgtraject voor de routering door Oost-Nederland weer wordt opgestart. De Tweede Kamer heeft op 7 juli 2014 een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht naast het monitoren op groei van het spoorgoederenvervoer, tevens het economisch perspectief van de havens, de spoorgoederenvervoerders en Nederland als geheel mee te wegen door een tijdige realisatie van voldoende spoorcapaciteit naar het Europese achterland. De Tweede Kamer heeft verzocht in het najaar 2014 in samenwerking met de s Overijssel en Gelderland en het Havenbedrijf Rotterdam te onderzoeken wat de uiteindelijke kosten zijn van een eventuele spoorlijn voor goederenvervoer langs de N18 en welke procedures gevolgd moeten worden en welk tijdsbestek nodig is voor besluitvormingsprocedures en realisatie. Dit onderzoek is eind 2014 afgerond. De Tweede Kamer is hierover via een gezamenlijke brief van Ministerie IenM, de s Overijssel en Gelderland en het Havenbedrijf Rotterdam in februari 2015 geïnformeerd. Ondertussen zijn de omleidingen van goederentreinen (voor aanleg van het derde spoor in Duitsland) gestart. Het Ministerie IenM is samen met ProRail bezig met een plan voor de maatregelen die nodig zijn tijdens de aanleg van het 3e spoor Betuweroute in Duitsland ( ). Het Rijk heeft hierin de eindverantwoordelijkheid. De Gelderland komt daarbij op voor de belangen van de inwoners van de aanliggende gemeenten (in het kader van leefbaarheid en veiligheid). Na afronding en publicatie van het onderzoek naar kosten van een Noordtak is er tot aan het door het Rijk aangekondigde onderzoek naar goederenvervoerprognoses (2017) geen noodzaak tot actie op dit dossier Noordtak. Wat betreft de situatie m.b.t. omleidingen van het goederenvervoer in de periode volgen we de acties die door het Rijk worden uitgezet (monitoring stromen, mogelijk in te zetten maatregelen met betrekking tot leefomgeving en veiligheid en communicatie). In samenwerking met gemeenten zijn er vijf meetpunten ingericht die gedurende de komende jaren informatie verschaffen over geluid en trillingen als gevolg van goederenvervoer over het spoor. In het kader van de omleidingen is een plan op voor maatregelen aan het spoor t.b.v. de verladers, vervoerders en omgeving. De omvang van dit plan bedraagt 30,0 miljoen en moet worden gedekt door Rijksmiddelen. Er is nu onvoldoende dekking voor dit plan, dat mogelijk consequenties heeft voor de tijdige realisatie van (geluids) maatregelen in de regio Oost. Fasering en status besluitvorming Planstudie; eerste fase MER Goederen Oost-Nederland en aanvulling zijn gepubliceerd. Besluit over de voorkeursvariant is genomen, evenals het besluit tot uitstel van de tweede fase MER Goederen Oost-Nederland. Via de Stuurgroep 3 e spoor Duitsland worden de s in Oost geïnformeerd over de consequenties van omleidingen van het goederenvervoer over het spoor. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Vanaf 2014 willen we inzetten op een permanent monitoringsysteem Geluid en Trillingen in Landsdeel Oost gedurende vijf jaar, totale kosten rond de 0,03 miljoen per jaar. Totale kosten: De kosten van een eventuele Noordtak worden in de quick scan geraamd op 1.400,0 miljoen, bij in het later verschenen kostenonderzoek. De kosten van maatregelen die tijdens de periode (aanleg 3 e spoor in Duitsland) dienen te worden getroffen, zijn voor rekening van het Rijk en bedragen 30,0 miljoen voor de regio s Zuid en Oost. De kosten voor onderzoek naar trillingen en geluid langs de Ijssellijn en Twentelijn bedragen 0,02 miljoen per jaar (voor ). Bijdrage : Maximaal 0,01 miljoen per jaar (vanuit de planstudiekosten spoor). De provinciale bijdrage beperkt zich tot een bijdrage aan het continueren van de metingen naar geluid (en trillingen). Hiervoor is een jaarlijkse bijdrage nodig vanuit de Gelderland. Vanuit Overijssel is eveneens een bijdrage van 0,01 gevraagd.

28 OM07 Cofinanciering N.n.b. Voor de kosten van het continueren van de metingen voor de periode zullen ook betrokken gemeenten om een bijdrage worden gevraagd. Exploitatiekosten: N.n.b. Relatie andere programma s: Externe Veiligheid Ministerie van IenM, ProRail, Overijssel, gemeenten, veiligheidsregio s, waterschappen, RONA (en andere actiegroepen burgers) Naam: Basismobiliteit >2016 OM07 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Versie: Voorjaarsnota 2016 Achterhoek, Stedendriehoek, SIS-nummer(s): PS , PS , Noord-Veluwe, Rivierenland. PS F. Buers Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit. Basismobiliteit Er is bestuurlijk commitment om toe te werken naar nieuwe afspraken over de vormgeving en afbakening van de Basismobiliteit / Regiotaxi. Gezien de urgentie van de problematiek (financieel en inhoudelijk) is een gestructureerde procesaanpak in gang gezet waarbij rekening wordt gehouden met verschillende fasen en deadlines. Nieuwe afspraken tussen de en de regiogemeenten (stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Stedendriehoek, Achterhoek, Rivierenland, Noord-Veluwe) over de invulling van de Basismobiliteit/Regiotaxi die de bestuursovereenkomsten Regiotaxi Gelderland per 1 januari 2017 vervangen. Kern van de afspraken is de overdracht van regiotaxitaken naar de verschillende regio s, inclusief de OVvangnetfunctie (OV-Regiotaxi) en in samenhang met vraagafhankelijk zorgvervoer in het kader van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (Wmo). Effectieve regionale samenwerking in de Stedendriehoek en FoodValley vraagt samenwerking aan beide kanten van de grens. Met de s Utrecht en Overijssel vindt hierover afstemming plaats en wordt gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden in de regionale regie. In de afspraken met de regio s over de invulling van de Basismobiliteit wordt rekening gehouden met een uitbreiding van de regionale regie met andere vervoervormen en taken. Omgevingsvisie OV-Visie (OM14) Basismobiliteit, uitvoer pilotprojecten (U-OM07) Stand van zaken: Er is met stakeholders een visiedocument ontwikkeld dat bestuurlijk draagvlak heeft; het voorkeursscenario sluit aan op de Omgevingsvisie. Er is een projectteam geformeerd bestaand uit en gemeenten. Inmiddels is bekend dat de ingangsdatum van de nieuwe invulling van de Basismobiliteit wordt verschoven naar 1 januari De regio s hebben gevraagd om meer voorbereidingstijd voor het opbouwen en implementeren van een regionale structuur. Dit betekent dat voor 2016 de Regiotaxi in de bekende vorm wordt voorgezet. GS hebben de project- dan wel procesaanpak vast, evenals de inhoudelijke uitgangspunten (denklijn Basismobiliteit) en PS hierover geïnformeerd (Statenbrief 4 juni 2013, PS ). PS hebben de inhoudelijke en financiële kaders vast voor de invulling van de Basismobiliteit voor de periode (Statenbrief 12 november 2013, PS ). GS hebben de Samenwerkingsovereenkomsten Basismobiliteit vast en PS hierover geïnformeerd. PS hebben de gereserveerde middelen ten behoeve van de uitvoering door de regio s

29 beschikbaar (Statenbrieven 4 november en 9 december 2014, PS ). Voor de ontwikkeling van de Basismobiliteit is 0,7 miljoen beschikbaar voor pilotprojecten Basismobiliteit (zie blad U-OM7). Hiermee heeft succesvolle ondersteuning kunnen plaatsvinden van 2 servicelijnen (Ede en Doetinchem) en enkele projecten zelfgeorganiseerd vervoer. Deze projecten dragen bij aan de vraaggerichte, lokale invulling van de Basismobiliteit. In de huidige Transitie Basismobiliteit is aanvullend behoefte aan het in bredere zin experimenteren met nieuwe vormen van vervoer (vervoersoplossingen) die anticiperen op het FlexNet. Het gaat dan om initiatieven van burgers, bedrijfsleven en overheden die leiden tot een adequate en structurele oplossing van de vervoersvraag buiten de geijkte paden. Regio Arnhem Nijmegen Mogelijkheden zijn verkend om de Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit aan te gaan met de gemeenten van de voormalige Stadsregio. Doelstelling van de regiogemeenten en de is geweest om gelijk op te lopen met de andere regio s en de start van het nieuwe systeem op 1 januari Uiteindelijk is zelfs besloten om eerder te starten met het nieuwe systeem, en wel op 1 september GS hebben de Samenwerkingsovereenkomst voor de regio Arnhem Nijmegen vast in september 2015 (GS). In november 2015 zijn PS hierover geïnformeerd en hebben de benodigde financiën beschikbaar (PS ). Punt van aandacht is de bestuurlijke organisatie van de regio geweest voor dit dossier na opheffing van de WGR+. Voor het aangaan van de samenwerking over de Basismobiliteit met de is een bevoegd orgaan vereist. Voortgang ondertekening en aanbestedingen De door GS vaste Samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit is ondertekend door FoodValley, Rivierenland, de Achterhoek, Stedendriehoek en de Noord Veluwe. De regio Arnhem - Nijmegen heeft de overeenkomst voorjaar 2016 getekend. Een aantal regio s heeft in een tijdelijke constructie getekend, in afwachting van de oprichting van een bevoegd regionaal orgaan. De voorbereiding van de uitvoering in de regio s verloopt volgens planning en vindt in goed samenspel met de plaats. Er is sprake van actieve overdracht van kennis en kunde vanuit het provinciale Beheerbureau Regiotaxi over alle aspecten van het klant- en relatiebeheer Bij de aanbestedingen door de regio s vindt een scheiding plaats tussen de onafhankelijke ritplanning door een regiecentrale en de rituitvoering door taxibedrijven. Deze vernieuwing maakt een efficiëntere planning mogelijk van voertuigen voor verschillende doelgroepen (leerlingen, dagbesteding, sociaal vervoer). Er zijn 5 regiecentrales aanbesteed en één centrale wordt door de regio zelf ingericht (Stedendriehoek). De aanbestedingen van het vervoer vinden meteen na gunning van de centrales plaats. De regio Arnhem - Nijmegen gunt in mei. Voor wat betreft de overige regio s is de planning dat alle aanbestedingen van het vervoer in de periode augustus-september 2016 zijn afgerond. Het project wordt gekenmerkt door een procesaanpak waarbij een traject wordt doorlopen (ambtelijk en bestuurlijk) met de regio s. Het vervolgtraject ziet er als volgt uit: Aanbesteding en implementatie (2015/2016). Ingangsdatum uitvoeringscontracten Basismobiliteit Besluitvorming over bestuurlijke samenwerkingsovereenkomsten (fase vier) 5. Aanbesteding en implementatie (fase vijf); conform de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst mandateert GS de uitvoering van OV-regiotaxi aan de regio s. Tevens vindt subsidieverlening aan de regio s plaats voor de exploitatie van het Wmo-vervoer en wordt opdracht verstrekt voor de uitvoering van OV-regiotaxi. In MIAM VJN2014 is voor ,3 miljoen beschikbaar voor alternatieve vervoeroplossingen. Over investeringen bij introductie van een nieuwe invulling van de Basismobiliteit kan nu nog geen duidelijkheid worden gegeven. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën Bijdrage : Opstartfase 1 t/m 3: max. 0,1 miljoen voor pilot projecten; 0,015 miljoen voor inhuur/proces (uit reeds beschikbaar e middelen). Te financieren met: 0,3 miljoen beschikbaar (PS ) 0,3 miljoen beschikbaar (MIAM/VJN2014) Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Regio s FoodValley, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Achterhoek en Rivierenland Als financieel kader voor de regionale samenwerkingsovereenkomsten (regiocontracten) wordt het huidige uitgavenniveau voor Regiotaxi Gelderland gehanteerd met een richtbedrag van 6,0 miljoen per jaar, met een verplichting van 18,0 miljoen voor de periode zoals vast door PS (PS ). Separaat wordt aan PS voor om dit door te schuiven naar , vanwege de verschuiving van de ingangsdatum naar 1 januari Regio Arnhem Nijmegen De provinciale bijdrage Basismobiliteit voor de regio Arnhem Nijmegen, wordt net zo berekend als voor de overige regio s. Ter compensatie van de lagere Wmo bijdrage in vergelijking met voorheen, geldt een afbouwregeling voor 2017 en Voor hebben PS 12,6 miljoen beschikbaar aan de regio (PS ), waarvan 11 miljoen is bestemd voor de Basismobiliteit en 1,6 miljoen wordt aangewend als risicobuffer voor de begroting van de Stadsregiotaxi in Resterende middelen zijn beschikbaar voor OV- en infraprojecten in de regio. Relatie andere kerntaken/gebiedsopaven: Gebiedsagenda s Regiogemeenten, Vervoer-/taxibedrijven, Zorginstellingen, Bedrijfsleven Traject voor de gemeenten van de voormalige Stadsregio: Besluitvorming (september-november 2015); GS stelt samenwerkingsovereenkomst vast; PS stellen benodigde middelen ter beschikking. Aanbesteding en implementatie (2015/2016). Ingangsdatum uitvoeringscontracten Basismobiliteit 1 september 2016 (regio Arnhem - Nijmegen). Fasering en status besluitvorming Politieke besluitvorming is voorzien ( en/of gemeenten) bij: 1. Vaststellen visie en procesaanpak door GS (fase één) 2. Vaststellen kader voor toekomstige samenwerking (fase twee) 3. Uitwerking regionale samenwerkingsmodellen en financieel kader (fase drie)

30 OM09 Naam: Bus Doetinchem - Nijmegen (voorheen Bus Doetinchem Kleve) OM09 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Achterhoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Harmsen Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Regio Achterhoek Bus In het coalitieakkoord is opgenomen dat in samenwerking met Nordrhein-Westfalen (D) wordt ingezet op een snelle busverbinding tussen Nijmegen via Kleve naar Doetinchem. Momenteel zijn er al busverbindingen tussen de genoemde steden, echter geen doorgaande (snelle) verbinding op de relatie Nijmegen Kleve - (Emmerich) - Doetinchem en vice versa. Ook ontbreekt er een rechtstreekse verbinding tussen Doetinchem en Emmerich; reizigers op deze route moeten nu overstappen in s-heerenberg. In Kleve is een nieuwe - internationale - hogeschool geopend die ook studenten uit de Achterhoek trekt. Deze school wil met een betere OV-verbinding haar attractiviteit voor studenten uit de Achterhoek vergroten. Een goede (snel, rechtstreeks en met goede aansluitingen) OV-verbinding op de relatie Doetinchem - Emmerich - Kleve - Nijmegen. Stand van zaken: Een aantal jaren geleden is onderzocht om een rechtstreekse verbinding mogelijk te maken. De betrokken partners dienden aansluitend voor financiering daarvan zorg te dragen. Door het ontbreken van financiële middelen is hieraan geen vervolg gegeven. Er wordt gekeken naar een mogelijke verbetering c.q. aanpassing van de huidige busverbindingen tussen Nijmegen - Kleve, Doetinchem - s-heerenberg en de verbinding tussen 's-heerenberg en Emmerich. Dit onderzoek wordt in het 2 e kwartaal van 2016 afgerond; eventueel daaruit voortvloeiende maatregelen en reservering worden dan voorgelegd bij de begroting Fasering en status besluitvorming: Mede gelet op het coalitieakkoord en het verzoek vanuit de Duitse overheid, worden verbeteringen van de busverbindingen tussen Doetinchem - Emmerich - Kleve - Nijmegen onderzocht. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Het is nog onduidelijk hoeveel kosten er gemoeid zullen zijn met eventuele aanpassingen van de huidige busverbindingen. Bijdrage : Er zijn geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Arriva, Regio Achterhoek, NIAG (Duitse vervoerder), Nordrhein Westfalen, Hochschule Rhein Waal, Euregio, Kreis Kleve, Kreis Wesel In 2014 is het reizigerspotentieel op de relatie Doetinchem - Emmerich onderzocht namens de regio Achterhoek (met name de gemeente Oude IJsselstreek) en Hochschule Rhein Waal. had zitting in een begeleidingscommissie. Uit dit onderzoek bleek dat een doorgaande busverbinding tussen de stedelijke centra zoals Doetinchem en Emmerich met circa 40 (nieuwe) reizigers per dag niet lonend is en bovendien niet kan concurreren met de treindienst Arnhem - Düsseldorf die vanaf 2017 ook reizigers tussen de Liemers/Achterhoek en Emmerich bedient. Reizigers vanuit Doetinchem kunnen dan per trein (via een overstap in Zevenaar) Emmerich bereiken. Wel moet nog nader worden gekeken of de huidige busverbindingen Nijmegen - Kleve, Doetinchem - s-heerenberg en 's-heerenberg - Emmerich voldoen of nog moeten worden verbeterd. Inmiddels is er overleg geweest met de betrokken vervoerders. Gelet op eerder onderzoek, diverse praktische en technische zaken en de zeer diverse vervoervraag op de verschillend delen van de corridor, wordt nu voor de corridor te knippen in 2 onderzoeksdelen: Doetinchem Emmerich; en Emmerich Kleve - Nijmegen. Voor het eerste deel Doetinchem Emmerich, wordt onderzocht hoe de dienstregeling beter kan worden afgestemd en of de huidige overstap in s-heerenberg kan vervallen. Voor het tweede deel Emmerich Kleve Nijmegen is het onderzoek meer gericht op het versnellen en uitbreiden van de huidige (al doorgaande) verbinding. Onderdelen hierin zijn de optie tot doorrijden naar Campus Heijendaal, verhoging van de frequentie en aanpassing van de lijnvoering ter hoogte van Beek-Ubbergen inclusief nieuw te realiseren haltes.

31 OM14 Naam: Openbaar vervoer visie (OV visie) OM14 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS , PS Regio( s): Achterhoek, Rivierenland, FoodValley, Noord- Veluwe, Stedendriehoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen M. Kassenberg Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit (keten) Mobiliteit De Gelderland is verantwoordelijk voor de regie op het openbaar vervoer in de. In mei 2014 heeft Provinciale Staten de OV visie vast en opdracht gegeven deze visie in co-creatie met alle betrokken partners in de regio uit te werken in een toekomstig vastnet (aanbod gestuurd, met een vaste dienstregeling) en een toekomstig flexnet (vraag gestuurd maatwerk, afgestemd op reizigersbehoefte). In de eerste helft van 2016 vindt het gesprek plaats met PS over de uitwerking van de OV visie. Deze periode wordt ook benut om met alle partners en stakeholders de resultaten tegen het licht te houden. Voor de zomer kan PS dan de vernieuwde kaders vaststellen en GS de aanpassingen in de dienstregeling voor december 2016 vaststellen. Het stimuleren van pilots, het versterken van bepaalde verbindingen en omzetten van zwakke verbindingen in andere mobiliteit, zijn hoofdpunten in het proces. Daarnaast wordt ook de werkwijze, waarbij samen met partners aan de uitvoering wordt gewerkt, verder ontwikkeld. Doel hiervan is dat dit structureel wordt op het gebied van OV. De OV-visie hangt samen met de OV thema s uit het coalitieakkoord : diverse OV experimenten en betere afstemming van OV vormen. Beiden worden meegenomen in het proces rond de OV visie. De uitwerking van de OV visie draagt eraan bij dat: 1. OV volwaardig onderdeel is van vervoerskeuzes van mensen in de Gelderland, 2. alle activiteiten op het gebied van OV dezelfde doelen nastreven: a. voortvloeiend uit de maatschappelijke opgaven die de zichzelf stelt in de Omgevingsvisie, b. zodanig geformuleerd dat het OV bijdraagt aan mobiliteitsbehoeften voor diverse motieven (woon-werk, zakelijk, sociaal en recreatief), c. met voldoende ruimte om op tactisch en operationeel niveau nadere keuzes te maken. 3. tot goede afwegingen kunnen komen bij OV (gerelateerde) kwesties, 4. de politiek op het juiste niveau op het openbaar vervoer kan sturen, 5. het risico van budgetoverschrijding door het OV vermindert, 6. er een basis ligt voor verdere samenwerking tussen Gelderland, Overijssel en Flevoland. Inmiddels is ook het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen onderdeel geworden van de OV visie en is deze regio opgenomen in het proces. Voor de steden geldt dat deze door hun complexiteit iets achter lopen in de uitwerking. initiatief definitie april ontwerp aug Implementatie van de 1 e fase kan plaatsvinden vanaf de dienstregeling december 2016, afgestemd op de implementatie van Basismobiliteit. Volgende fases in de uitwerking van de OV visie zijn afhankelijk van de gevolgen van deze aanpassingen. In 2016 start de voorbereiding op een tweede fase, omdat deze mogelijk gelijk loopt met de eerstvolgende aanbesteding van OV concessies in 2020, waar in 2016 de voorbereidingen voor starten. Fasering en status besluitvorming: Vaststelling van de OV visie is gebeurd in mei Daarmee wordt richting gegeven aan een groot aantal bestaande en nieuwe discussies over het OV, deze hebben of krijgen een eigen MIAM blad. Vanuit de OV visie bestaat de mogelijkheid om aanvullende potentiële projecten in het MIAM op te nemen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Voor de uitvoering van de OV visie is budget nodig. Onder andere zullen enkele scenario s uitgewerkt worden samen met gemeenten en vervoerders. Daarnaast zullen er pilots gedraaid worden waarbij niet alleen de uitvoering, maar ook de monitoring van het gebruik en de tevredenheid belangrijk is. Op den duur wordt het flexnet gefinancierd uit de middelen die vrijkomen door het ombuigen van vastnet middelen naar flexnet. In het BDU bestedingsplan is 0,25 miljoen per jaar opgenomen voor de periode Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Duurzame ontwikkeling en waterbeheer Milieu, energie en klimaat voorbereiding dec 2015 vaststelling zomer 2016 uitvoering dec 2016 Gemeenten, reizigersorganisaties/reizigers, onderwijsinstellingen, bedrijfsverenigingen, regio s s Overijssel en Flevoland Relaties andere projecten Basismobiliteit (OM07) Uitvoering pilots basismobiliteit en OV visie (U-OM07) Stand van zaken: De OV visie is in mei 2014 vast door PS. De visie biedt een kader voor de discussies rond bezuinigingen, de basismobiliteit, de spooragenda etc. De concept uitwerking van de eerste fase OV visie in lijnennet en flexnet is samen met de partners in de regio s gerealiseerd. Daarnaast zijn enkele pilots gestart zoals een bus met aanhanger, een zelfsturende auto, de inzet van deelauto s, e-bike voor scholieren, vervoertuin in Rivierenland en Samobiel.

32 OM22 Naam: Kwaliteitsverbetering Spoor Arnhem - Winterswijk OM22 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): Achterhoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Trein (regionaal) In september 2013 hebben Provinciale Staten besloten tot een pakket maatregelen om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de spoorlijn Arnhem - Winterswijk te verhogen. Een van de maatregelen is de verdubbeling van het spoor tussen Zevenaar en Didam. Momenteel is zonder deze verdubbeling sprake van een storingsgevoelige lijn. In aanvulling op het maatregelenpakket uit 2013, is in het coalitieakkoord opgenomen dat de zich inzet voor realisatie van dubbelspoor op het traject Arnhem - Doetinchem. In 2016 wordt de verkenning naar verdere kwaliteitsverbeterende maatregelen in nauwe samenwerking met (regionale) stakeholders uitgevoerd en afgerond. In de verkenning wordt ook specifiek ingegaan op maatregelen voor jongeren. De volgende maatregelen worden uitgevoerd: A. 4 km dubbelspoor tussen Zevenaar en Didam, inclusief snelheidsverhoging (besluitvorming 2013, zie infoblad U-OM33), gereed medio 2018; ook de fietstunnel ter hoogte van Zevenaar-Oost maakt hier onderdeel van uit. B. Aanpassing spoor op het emplacement Doetinchem voor opstelruimte en bijsturing en maatregelen gericht op snelheidsverhoging tussen Doetinchem en Gaanderen (zie infoblad U-OM38), gereed C. Overige maatregelen, te weten een bijdrage aan realisatie nieuwe stationsoutillage in combinatie met een toilet op de stations (gereed 2016, zie infoblad U-OM43); vergroten van overwegveiligheid door overwegen beter te beveiligen of te saneren (sinds 2015, zie infoblad OM51). D. In de komende periode moet duidelijk worden in hoeverre een spoorverdubbeling tot aan Doetinchem verder bijdraagt aan de betrouwbaarheid en punctualiteit van de spoorlijn en in hoeverre deze spoorverdubbeling ook onderdeel is van de gebiedsagenda van de regio Achterhoek. Met betrokken partijen wordt gezamenlijk beoordeeld welke stappen hiertoe moeten worden genomen. Door deze maatregelen wordt de betrouwbaarheid en punctualiteit van de spoorlijn verhoogd en krijgen reizigers door een snellere reis een betere aansluiting op treinen in Arnhem. Ook het comfort van reizigers op de stations wordt verhoogd. De aanpak van overwegen heeft een positief effect op de veiligheid, op vermindering van de barrièrewerking en op de afwikkeling van de dienstregeling. Stationsoutillage (U-OM43) Toiletten op stations (U-OM08) Spoorzone Doetinchem (U-OM38) Spoorzone Zevenaar-Didam (U-OM33) Spoorknoop Arnhem-Oost (OM45) Spoorwegovergangen (OM51) Transitie brandstof regionaal spoor (OM59) Stand van zaken: De spoorverdubbeling Zevenaar - Didam is geraamd op een bedrag van maximaal 44,0 miljoen. Dit is inclusief een bijdrage van 2,5 miljoen aan het te verbreden viaduct A12 bij Hengelder in het kader van de verbreding van de A12/A15 en inclusief een tunnel voor langzaam verkeer ter vervanging van de huidige overweg Babberichseweg. A. Zevenaar-Didam: Aan ProRail is opdracht verleend voor fase 2 van de Planuitwerking ten behoeve van de spoorverdubbeling. Deze tweede fase resulteert in een ontwerpplan en is medio 2016 gereed. Eind 2016 wordt ook de procedure van het Inpassingplan voor de spoorverdubbeling in twee gemeenten afgerond. Realisatie van de spoorverdubbeling wordt verwacht medio 2018 (bij minnelijke verwerving van de gronden). De realisatie van de fietstunnel bij Zevenaar-Oost is eind 2015 in gang gezet en wordt in de loop van 2016 afgerond. B. Sporen Doetinchem: Deze maatregelen, te weten verbreding van het middenperron, aanpassing van de sporen op het emplacement en de snelheidsverhoging tussen Doetinchem en Gaanderen, worden in het derde kwartaal van 2016 afgerond. C. Overige maatregelen: De overige maatregelen kennen elk een eigen planning en samenwerking met partijen, waaronder ProRail en gemeenten. Deze acties worden tot en met 2017 uitgevoerd. D. Onderzoek naar verdere spoorverdubbeling is onderwerp van gesprek tussen e betrokken partijen. Fasering en status besluitvorming Voor 2016 is het nodig om beschikbaar te laten stellen: in verband met afspraken met Rijkswaterstaat een bijdrage van maximaal 2,5 miljoen aan de aanpassing aan het viaduct A12 bij Hengelder, een bedrag van 0,7 miljoen voor grondverwerving, een bedrag van 1,4 miljoen voor (het verleggen van) kabels en leidingen en onvoorzien, Totaal 4,6 miljoen. In het najaar van 2016 volgen nadere afspraken over maatregelen aan overwegen in de gemeente Winterswijk. Daarvoor zal bij MIAM/BGR2017 worden voor om een bedrag van ordegrootte 0,3 miljoen beschikbaar te stellen; Prorail en de gemeente Winterswijk zullen een vergelijkbare bijdrage leveren. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: De totaal verwachte kosten voor de kwaliteitsimpuls Spoor Arnhem-Winterswijk bedragen 35,0-53,0 miljoen. Bijdrage : 40,0 miljoen (PS ) 0,6 miljoen (MUM 2015), besteed aan overwegen Molenstraat en Stationsplein / Kerkplein te Zevenaar. Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 28,6 miljoen PS Beschikbaar 9,0 miljoen MIAM/VJN2014 Beschikbaar 1,5 miljoen MIAM/BGR2015 Beschikbaar 0,9 miljoen MIAM/VJN2015 Beschikbaar 0,6 miljoen MUM 2015 Totaal 40,6 miljoen Besluitvorming: Beschikbaar te stellen 4,6 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 24,0 miljoen PS Beschikbaar 9,0 miljoen MIAM/VJN2014 Beschikbaar 1,5 miljoen MIAM/BGR2015 Beschikbaar 0,9 miljoen MIAM/VJN2015

33 OM25 Beschikbaar 4,6 miljoen MIAM/ Beschikbaar 0,6 miljoen MUM 2015 Totaal 40,6 miljoen Onderverdeling beschikbaarstellingen naar onderwerp: Ad A 4,0 miljoen voor de realisatie van de LV-tunnel bij Zevenaar; (MIAM/VJN2014), 0,5 miljoen voor het tweede deel van de planuitwerking Spoorverdubbeling; (MIAM/VJN2014), 1,5 miljoen voor nadere planuitwerking van onderdelen op de lijn Arnhem-Winterswijk (MIAM/BGR2015), 2,5 miljoen voor aanpassing viaduct A15 (MIAM/), 0,7 miljoen voor grondverwerving (MIAM/), 1,4 miljoen voor kabels en leidingen (MIAM/). Ad B 2,5 miljoen voor de snelheidsmaatregelen bij Doetinchem - Gaanderen; (MIAM/VJN2014) Ad C 2,0 miljoen t.b.v. toiletten op stations (MIAM/VJN2014), 0,9 miljoen t.b.v. aanpak overwegen (MIAM/VJN2015), 0,6 miljoen t.b.v. aanpak overwegen (MUM 2015) Financieringsbron: 40,0 miljoen Eenmalige coalitieakkoordmiddelen. 0,6 miljoen BDU voormalige Stadsregio. Cofinanciering: 8,3 miljoen ministerie van IenM (Lente-akkoord). 7,5 miljoen ministerie van IenM (Rijksmiddelen voor Beter Benutten Regionaal spoor) (waarvan 3,7 miljoen exclusief BTW voor beheerkosten) Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Transitieproces Achterhoek (krimp) ProRail, Vervoerders, Ministerie van IenM, Gemeenten. Naam: Randstadspoor Harderwijk OM25 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Noord-Veluwe C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Provincie Trein (landelijk) Project Randstadspoor Harderwijk heeft als doel extra treinen te laten rijden, tussen Harderwijk en Utrecht. De inzet is een uitbreiding van nu twee naar straks vier sprinters per uur. Ook de optie van een Intercity (IC) bediening van station Harderwijk wordt in de verdere studie betrokken. Om dit te bereiken moeten er zowel maatregelen op dit spoortraject als maatregelen aan het station en de stationsomgeving van Harderwijk worden genomen. Knelpunt Dit project speelt in op de toename van de vervoervraag op deze verbinding, waar in de ochtend- en avondspits treinreizigers ter hoogte van Amersfoort en Nijkerk met enige regelmaat moeten staan. Er vertrekken op dit moment vanuit Noord-Veluwe twee sprinters per uur richting Amersfoort / Utrecht. De IC s tussen Zwolle en Amersfoort stoppen niet op de tussengelegen stations. Verbeterd OV (met sprinters of IC) kan een oplossing bieden voor het knelpunt bij knoop Hoevelaken, ook tijdens de werkzaamheden aan deze knoop vanaf Tegelijk wordt ook vanaf 2025 een knelpunt verwacht met betrekking tot de bereikbaarheid van Utrecht Uithof en Utrecht CS, met name in het natransport met de bus. Ook deze knelpunten kunnen (deels) worden verholpen met oplossingen op het (spoor) traject Utrecht - Harderwijk. Een betere bereikbaarheid van en naar Randstad vanuit de (Noord)Veluwe door extra treinen tussen Harderwijk en Amersfoort/Utrecht, en aanvullende maatregelen gericht op een groter aanbod van HOV en verbetering van ketenvoorzieningen bij stations (vanaf 2019/2020). Daarnaast verbetering van stationsomgeving Harderwijk en verbeterde bereikbaarheid door de aanleg van een tunnel onder het spoor en het station (uitvoering ). Afname van de filedruk op de A28 tussen Harderwijk en Utrecht, zo is de verwachting van de partijen. Verder moet het project bijdragen aan filevermindering op de A28 tijdens de reconstructie van knooppunt Hoevelaken (A1/A28 van ). Tenslotte dragen maatregelen bij aan een verbeterde bereikbaarheid van Utrecht Uithof en Utrecht Centraal(vanaf 2019/2020). Spoorzone Harderwijk (U-OM39) Knooppunt Hoevelaken (U-RV19) Tunnel Weisteeg (Harderwijk). Ontsluiting Vliegveld Lelystad (OM-55) Stand van zaken: De maatregelen aan het spoor (derde spoor bij Harderwijk en keerspoor) en de stationsomgeving Harderwijk (tunnel, aanpassingen busplein, P en R en fietsparkeren) zouden oorspronkelijk min of meer gelijktijdig worden uitgevoerd, maar zijn gefaseerd van start gegaan. Dit heeft te maken met het feit dat er alleen extra sprinters kunnen rijden als er ook grootschalige inframaatregelen worden uitgevoerd tussen Utrecht en Amersfoort. Daarvoor is nu geen geld. Er is gestart met de voorbereiding en uitvoering van het station en de stationsomgeving in Harderwijk vanwege de (OV) bereikbaarheid, de veiligheid en de beschikbare middelen die voor eind 2016 moeten zijn

34 besteed. Het spoorwerk en de introductie van extra treinen worden in een later stadium gerealiseerd. Uitgangspunt zijn nog steeds extra treinen van en naar de Randstad. Zeker nu de maatregelen in Gelderland (stationsomgeving Harderwijk) in gang zijn gezet, ligt het accent voor de komende jaren vooral op aanpassingen in Utrecht. Omdat de grootste knelpunten zich voordoen op het spoortraject Utrecht - Amersfoort is in overleg met het Ministerie IenM en Utrecht besloten om in 2014 een breder MIRT-onderzoek uit te voeren naar spoorverbeteringen in de driehoek Utrecht Hilversum - Harderwijk. Dit onderzoek is inmiddels afgerond en laat zien dat er tegen redelijke investeringen een oplossing kan worden gevonden. Dit wordt in een verkenning (sinds april 2016) nader uitgewerkt. besproken over de inzet van een Rijksbijdrage. Exploitatiekosten: Eventuele extra exploitatiekosten als gevolg van de inzet van extra treinen, hangen samen met het te kiezen dienstregelingsmodel; dit is nader te bepalen na afloop van de MIRT-verkenning. Relatie andere programma s: NS, ProRail, Utrecht, regio s FoodValley en Noord-Veluwe, BRU en Amersfoort, Ministerie van IenM De investeringen die nu in de tunnel en stationsomgeving van Harderwijk worden gedaan, zijn wenselijk voor de regionale bereikbaarheid van onder meer het ziekenhuis en de stationsomgeving. Ook de veiligheid, door het saneren van een drukke spoorwegovergang, profiteert mee. De maatregelen worden uitgevoerd in , ongeacht het wel of niet doorgaan van het project Randstadspoor. De opening van de stationstunnel Harderwijk vindt plaats medio De afbouw van het station duurt daarna nog tot medio Planning en verdere voortgang Het MIRT-onderzoek waarbij knelpunten in de spoorinfra Utrecht Hilversum Harderwijk worden geanalyseerd en mogelijke oplossingen worden aangedragen is begin 2015 gereed gekomen. Omdat er zicht is op een breed palet aan oplossingen tegen redelijke kosten wordt voor om een verkenning uit te voeren om maatregelen nader uit te werken. Fasering en status besluitvorming Na afronding van het MIRT-onderzoek moet duidelijk zijn welke (tijdelijke) maatregelen tegen welke kosten getroffen moeten worden om de OV-verbinding op het traject Utrecht - Harderwijk te verbeteren. De Stuurgroep MIRT-onderzoek met daarin Utrecht, Gelderland en het Ministerie IenM heeft in februari 2015 aangegeven een nadere verkenning te willen starten. Het Ministerie IenM heeft medio 2015 besloten in het kader van Landelijke Herijking Spoorprojecten een bedrag van 0,1 miljoen beschikbaar te stellen voor de MIRT-verkenning Sporendriehoek. Vooralsnog is er geen zicht op een (Rijks)bijdrage voor nog te realiseren maatregelen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: De investering in de spoorzone Harderwijk bedraagt rond de 25,0 miljoen. Hiervoor worden gerealiseerd: een nieuwe stationsomgeving, tunnels en voorbereidende bouw in verband met een keerspoor op termijn. Deze bedragen zijn beschikbaar door Provincie, gemeente Harderwijk en ProRail. Het MIRT-onderzoek is afgerond. De MIRT-verkenning die loopt sinds april 2016, wordt bekostigd door het Ministerie IenM en de s Utrecht en Gelderland en kost maximaal 0,2 miljoen. Bijdrage : Er is reeds 13,75 miljoen beschikbaar voor de periode ten behoeve van de ondertunneling (zie infoblad Spoorzone Harderwijk U-OM39). Specifiek voor de MIRT-verkenning is een bijdrage van de Gelderland van maximaal 0,05 miljoen benodigd. Dit wordt gefinancierd uit de Eenmalige Middelen Mobiliteit planstudies spoor (zie infoblad U-OM68). Uit het MIRT-onderzoek komt dat mogelijke verdere investeringen voor de corridor Utrecht - Harderwijk rond de 25,0 miljoen bedragen. Uit de MIRT-verkenning moet duidelijk worden welk investeringsbedrag precies nodig is en hoe deze investering door partijen moet worden opgebracht. Cofinanciering: De investeringskosten aan Utrechtse zijde kunnen mogelijk worden gedekt uit de rest-budgetten voor Randstadspoor. De Utrecht heeft zomer 2013 aangegeven dat de gereserveerde middelen van Randstadspoor Harderwijk worden ingezet ten behoeve van andere Randstadspoor projecten die eerder kunnen worden gerealiseerd. Provincie Utrecht committeert zich nog steeds aan de noodzaak van een betere OV-verbinding tussen Utrecht Amersfoort Harderwijk. Daarnaast wordt met het Ministerie IenM

35 OM26 VJN 2016 Naam: Spoorknoop Zutphen OM26 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): Stedendriehoek C. Bieker Huidige fase: verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Stationsomgeving Vanuit het beleid gericht op verbetering van de robuustheid van het netwerk en reistijd van de reizigers, is er een mogelijkheid om bij spoorknoop Zutphen een doorgaande treinverbinding Winterswijk Zutphen - Apeldoorn te realiseren. Prorail moet de sporen bij Zutphen aanpassen en onderzoekt daarbij ook de mogelijkheid van een doorgaande verbinding. De aansluiting van de treinen Zutphen Apeldoorn op de IC s tussen Enschede en de Randstad is sinds dienstregeling 2013 verbroken als gevolg van een verschuiving van de tijdligging van de IC s. Buiten de spits moesten overstappende reizigers in de helft van de gevallen 17 minuten wachten in Apeldoorn. Door een wijziging in de dienstregeling is dit inmiddels deels verholpen. Daarnaast missen reizigers uit de stoptrein Winterswijk Zutphen in Zutphen vaak hun aansluitende IC naar Arnhem. Overstappers moeten in Zutphen door de voetgangerstunnel, via een zeer smalle voetgangerstrap, Die trap kan de reizigersstroom in de ochtendspits niet aan. De overstaptijd is (mede daardoor) te krap en niet betrouwbaar. Na realisatie van de snelheidsverhoging Vorden - Zutphen kan de stoptrein Winterswijk Zutphen iets eerder aankomen in Zutphen. Hierdoor neemt het probleem af, maar de drukte in de transferruimte (trappen) wordt niet opgelost. Momenteel is er geen doorgaande verbinding van Apeldoorn naar Winterswijk. Een doorgaande treinverbinding is gunstig voor de reiziger (15 minuten reistijdwinst, betere overstap op Apeldoorn op IC van en naar de Randstad) en daarnaast kan het voor vervoerder en opdrachtgever een kostenbesparing opleveren. Stand van zaken: Prorail heeft in 2013 en 2015 onderzoek gedaan naar mogelijke varianten voor verbeteringen van de spoorknoop Zutphen. Daarbij is in opdracht van de ook een analyse naar een doorgaande treinverbinding betrokken. Tevens is er een MKBA uitgevoerd. Daaruit bleek dat de doorgaande treinverbinding een kosteneffectieve maatregel is. Inmiddels is duidelijk geworden dat er toch meer kosten en randvoorwaarden zitten aan dit initiatief. Voor de zomer 2016 wordt een inhoudelijke en bestuurlijk besluit genomen over de vraag of het project wordt doorgezet. De kosten lijken minimaal 18 miljoen te gaan bedragen, met een mager en niet breed gedragen resultaat tot gevolg. Voor zal worden om in overleg met het ministerie IenM te overleggen of en hoe de middelen effectiever kunnen worden ingezet. Daarnaast wordt op dit moment de (no regret) maatregel snelheidsverhoging Zutphen - Vorden, onderdeel van spoorknoop Zutphen, voorbereid voor uitvoering in De maatregel snelheidsverhoging bij Vorden wordt thans voorbereid en in de loop van 2016 gerealiseerd. Om de doorgaande treindienst mogelijk te maken, zijn in elk geval de volgende maatregelen nodig: a) uitbreiden van het eilandperron bij Zutphen, b) snelheidsverhoging op het traject Voorst Empe - Apeldoorn en c) passeerspoor bij Voorst - Empe. Op basis van de in 2015 uitgevoerde studie komen daar bij: extra perronfase en wissels in Apeldoorn, en maatregelen voor overwegveiligheid Om de aansluiting op de IC s van/naar de Randstad te kunnen garanderen zijn nog meer maatregelen nodig, waaronder ook kostbare ingrepen zoals realisatie van een tunnel onder het spoor en het opheffen van station Klarenbeek. Fasering en status besluitvorming: Besluitvorming over inzet provinciale middelen vindt plaats voor de zomer van De in 2013 projectkosten voor alle verbeteringen bij de spoorknoop Zutphen bedroegen 9,0 tot 11,0 miljoen. De kosten voor de doorgaande treindienst worden op basis van de alternatievenstudie uit 2015 fors hoger ingeschat: minimaal 23 miljoen tot zelfs 82 miljoen. Er zijn bij de goedkopere oplossing een aantal randvoorwaarden en risico s die leiden tot een product dat niet aan alle wensen (van reizigers, overheden en vervoerders) voldoet. Indien deze maatregelen niet doorgaan, dan wordt met ProRail, de regio s en de vervoerder bezien wat wel mogelijk is om de spoorknoop Zutphen te verbeteren en doen we in overleg met Ministerie IenM voor de inzet van de bestaande reservering voor verdere kwaliteitsverbetering van het spoor in Gelderland. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: De totale kosten van de maatregelen voor de doorgaande treinverbinding bedroegen op basis van de eerste verkenning uit 2013 naar schatting 9,0 miljoen. De kosten voor de doorgaande treindienst worden op basis van de alternatievenstudie uit 2015 fors hoger ingeschat: minimaal 23 mio tot zelfs 82 mio Totale projectkosten: 23 tot 82 miljoen voor alle maatregelen in het kader van de doorgaande treindienst op de route Apeldoorn Zutphen - Winterswijk, 2,1 miljoen voor snelheidsverhoging tussen Vorden en Zutphen (financieel rond, realisatie eind 2016). Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 3,099 miljoen PS Beschikbaar 1,5 miljoen MIAM/VJN2013 Beschikbaar 0,901 miljoen MIAM/BGR2014 Totaal 5,5 miljoen Waarvan nog resteert 3,099 miljoen (PS ). Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: Ministerie van IenM (50% van planstudie en realisatiekosten), eveneens 5,5 miljoen ten behoeve van de spoorknoop Zutphen Exploitatiekosten: In het oorspronkelijke plan zouden de jaarlijkse exploitatiekosten afnemen. Dit wordt indien van toepassing nog met de vervoerder in een business case verder uitgewerkt. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Stedendriehoek ProRail, NS, Arriva en gemeenten, regio s Stedendriehoek en Achterhoek, Ministerie IenM

36 OM30 Naam: Fietsvoorzieningen bij transferia en Park + Bike OM30 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Stedendriehoek, FoodValley, Rivierenland, Noord-Veluwe, Achterhoek M. Pronker Huidige fase: Pre - Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit (keten)mobiliteit Aanleiding/Achtergrond + beschrijving knelpunt of kans De (elektrische) fiets is een belangrijke schakel in de mobiliteit op de korte afstand. Daarnaast kan de fiets als voor- of natransportmiddel ingezet worden in de ketenmobiliteit. De fiets speelt een belangrijke rol voor de zogenaamde last-mile naar economische centra vanaf transferia aan de stadsranden. Er zijn op verschillende locaties kansen voor nieuwe transferia, met mogelijkheden van aansluitend fietsgebruik, zogenaamde Park+Bike locaties. Ook bij bestaande transferia liggen kansen voor aanvullend fietsgebruik. Deze kansen lijken de komende jaren groter te worden, als gevolg van toenemende verkeersdrukte, stijgende kosten van vervoer, een groeiend belang van stedelijke bereikbaarheid, nadruk op gezondheid, gebruik versus bezit van vervoermiddelen en dergelijke. In het kader van slim werken/slim reizen kan ook de realisatie van (grotere) fietsenstallingen bij (centrale plaatsen op) bedrijventerreinen, onderdeel uitmaken van dit programma. Maar het kan ook gaan om kleine parkeerlocaties van 10 tot 12 auto s, van waaruit men richting bedrijfslocaties fietst. In Nederland is er nog weinig ervaring met Park+Bike. In Leeuwaarden is er nu een beperkte ervaring met meerdere kleine Park+Bike voorzieningen bij de stadsrand, waar de auto geparkeerd kan worden en men de beschikking heeft over een eigen fietskluis plus fiets. Deze kleine parkeerterreinen zijn in overleg met het bedrijfsleven tot stand gekomen. In Maastricht gaat binnenkort gestart worden met een ander Park+Bike concept; er worden transferia aangelegd ten behoeve van een deelfiets-systeem. Wij willen het, in het kader van de keten, mogelijk maken dat reizigers duurzame alternatieven als de (elektrische) fiets gebruiken voor de last-mile de stad in. Daar waar een (goed) vast OV-net of verbinding ontbreekt en voor de grote afstand de auto gebruikt wordt kan de reiziger besluiten om zijn auto te parkeren aan de rand van de stad en het laatste stuk de stad in af te leggen met de fiets. OV-visie (OM14) Stedelijke bereikbaarheid (SB01) Spits mijden Mobiliteitsmanagement (OM32) Fietsvoorzieningen bij stations (OM 31) Nieuwe koers fietsbeleid en de stille revolutie van de E-bike (F13) Stand van zaken: Er heeft een QuickScan plaatsgevonden waarbij onderzocht is: Aard en functioneren van bestaande voorzieningen. In beeld brengen van locatiekenmerken. In beeld brengen welke voorzieningen op een Park+Bike gewenst/nodig zijn. Nagaan welke concepten mogelijk zijn. Mogelijke locaties Deventer een optie zijn, hier vindt nog onderzoek naar plaats. Praktijkonderzoek zal nu plaats moeten vinden om na te gaan hoe de beoogde gebruiker ook daadwerkelijk handelt. Op basis van de QuickScan zal het goed zijn om te starten met 1 of 2 praktijkproeven. De beste kansen hiervoor zijn als deze in combinatie plaatsvinden met andere programma s zoals Beter Benutten 2. Ook kan gekeken worden of het concept Park+Bike past in de ideeën van het OV-flexnet. Op basis van de bevindingen zal besloten kunnen worden of een P+R programma verder op en uitgerold zou moeten worden. Inmiddels is in het kader van Slim Reizen bij Apeldoorn, langs de A50 bij Agrifirm, een nieuw transferium ingericht met ruimte voor 100 auto s en 50 fietsen. Hier worden de eerste ervaringen opgedaan met gecombineerde reizen auto en fiets en gekeken hoe vaak mensen dit doen. Ook is de subsidie aanvraag CHIPS (Cycling Highways for Smarter People Transport and Spatial Planning) van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen in het kader van Interreg Vb projecten, Noord-West Europa recent gehonoreerd. Binnen CHIPS wordt een pilot op het gebied van Park+Bike uitgevoerd. Het betreft een Park+Bike voorziening bij Ressen, de exacte locatie zal samen met de gemeente Nijmegen en betrokken bedrijven worden bepaald. Monitoring en evaluatie moeten eerst afgerond zijn alvorens verder conclusies getrokken kunnen worden. Fasering en status besluitvorming In de loop van de volgende coalitie periode kan er aan de hand van de praktijkproeven besluitvorming plaatsvinden voor een P+R programma (inclusief Park + Bike). Bij begroting 2017 wordt dit projectblad samengevoegd met OM31 Ketenmobiliteit, fietsvoorzieningen bij stations. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Nog geen zicht op benodigde middelen in de toekomst. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 0,3 miljoen PS Beschikbaar 0,7 miljoen MIAM/VJN2013 Totaal 1,0 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, emissie reductie en gebiedsopgave. Gemeenten, regio s, vervoerders, Europa Uit de QuickScan is gebleken dat er nog zeer weinig praktijkervaring is opgedaan met Park+Bike plekken. Daarom is alleen op theoretische basis aan te geven wat mogelijke succesfactoren zijn en welke locaties kansrijk zijn. Dit zijn Tiel, Nijmegen en Apeldoorn en in mindere mate Arnhem. Ook kan nabij de A1 bij

37 OM31 Naam: Ketenmobiliteit: (fiets)voorzieningen voor ontsluiting OV-knopen OM31 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sisnummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Rivierenland, Noord- Veluwe, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek. M. Pronker C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Initiatiefnemers: ProRail en (keten) Mobiliteit Bij ketenmobiliteit bieden wij aan de reiziger een combinatie van voorzieningen aan waardoor haar/zijn (OV)reis gemakkelijker verloopt. Het gaat daarbij om autoparkeren, fietsparkeren, leenfietssystemen, maar ook bijvoorbeeld de beschikbaarheid van deelauto s en andere vormen van vervoer in het kader van het te ontwikkelen flexnet. Een OV-knoop is een ruim begrip: hieronder vallen in elk geval treinstations, busstations, transferia, carpoolplaatsen en grotere halteplaatsen voor (buurt)bus en andere vormen van het flexnet. Zo n 40% tot 50% van de reizigers komt met de fiets naar het station en 20% van de reizigers gebruikt een fiets bij het natransport. Deze aantallen stijgen momenteel nog steeds met 5% per jaar. De functie van de elektrische fiets of E-bike in de bereikbaarheid van OV-knopen wordt ook steeds belangrijker. Goede stallingsmogelijkheden en andere faciliteiten voor deze duurdere fietsen zijn daarvoor noodzakelijk. In het recent gesloten Energieakkoord wordt dat het fietsgebruik op de korte afstand met 10% moet worden verhoogd. Ook hiervoor zijn extra faciliteiten (kluizen, stallingen, OV-fiets etc.) nodig op stations (en bij overige OV-knopen). Bij stations is tot nu toe 50% cofinanciering mogelijk vanuit het Programma Ruimte voor de Fiets van ProRail, dat voorziet in de uitbreiding van (overdekte) fietsstallingen op maaiveld- op stationslocaties. Bij overige OV-knopen moeten wegbeheerder en de investeringskosten delen. Ter bevordering van de ketenmobiliteit en ontwikkeling van het flexnet is met name de uitbreiding van fietsvoorzieningen op stations en grotere OV-knopen nodig en gewenst. Een betere bereikbaarheid in het algemeen en meer gebruik van de fiets en het OV in het bijzonder doordat op specifieke plaatsen de ketenvoorzieningen op orde worden gebracht. Resultaat: uitbreiding van fietsstallingen, fietskluizen, ook voor de elektrische fiets, en uitbreiding OV-fiets, bij (grotere) OV-knopen voor het gehele grondgebied van Gelderland, zodat de reiziger optimaal gefaciliteerd wordt bij haar/zijn reis. OV Visie (OM14) Fietsvoorzieningen bij Transferia en Park en Bike (OM30) Nieuwe koers fietsbeleid, hernieuwde ambitie en de stille revolutie van de e-bike (F13) Stand van zaken: Op ruim 50 stationslocaties in de Gelderland is de afgelopen jaren stallingsruimte voor zo n extra fietsen erbij geplaatst. Ook zijn er 12 OV-fietslocaties bijgekomen, waardoor de helft van alle stations in Gelderland nu beschikt over een OV-fietsvoorziening. De Gelderland en de voormalige Stadsregio Arnhem Nijmegen hebben in de meeste gevallen 50% bijdrage verleend aan de investeringskosten. ProRail houdt een overzicht bij van stations waar nu, of in de nabije toekomst, een gebrek aan onbewaakte fietsklemmen/stallingsruimte optreedt. Vanaf medio 2016 wordt nieuw beleid (inclusief uitvoeringsprogramma) geformuleerd voor Ketenmobiliteit in het kader van de OV-visie (zie infoblad OM14). Specifieke aandacht hebben daarbij de veranderende behoefte en de toenemende rol aan fietsvoorzieningen, de positie van de E-bike, het concept flexnet, de mogelijke uitrol van het NS-concept eerste dag gratis stallen (waarvoor sinds eind 2015 een pilot is gestart voor station Arnhem), etc.. Dit beleid en programma wordt afgestemd met de verdere ontwikkeling van de gebiedsagenda s en de OV-visie. Het lopende programma (inclusief projecten uit de voormalige Stadsregio) voor de keten wordt komende jaren met beschikbare middelen afgerond. Het Ministerie IenM heeft aangegeven dat zij de regie voor fietsparkeervoorzieningen in de toekomst volledig bij de decentrale overheden wil neerleggen. Op basis hiervan en op basis van de prognoses van ProRail (voor stationslocaties) en onze eigen inschattingen in het kader van de uitwerking van de OV-visie (voor overige OV-knopen), is voor komende jaren een budget nodig om reizigers in hun voor- en natransport voldoende te faciliteren. Momenteel is er in de Gelderland in totaal stallingsruimte voor zo n fietsen (totaal van alle 66 stations). ProRail heeft berekend dat er in Gelderland tot 2030 een stallingstekort is van ruim fietsen. Vooruitlopend op de resultaten van diverse pilots (in het kader van de OV-visie), het nader onderzoek naar ketenmobiliteit (zie hierna) en de veranderende rol van NS, is bij Begroting 2015 een bedrag van 1,5 miljoen beschikbaar voor een aantal concrete initiatieven voor fietsvoorzieningen bij stations in de periode Dit bedrag wordt ingezet voor uitbreiding van capaciteit van stallingsruimte bij stations waar een grote groei van het fietsgebruik valt te constateren of te verwachten (bijvoorbeeld Apeldoorn zuidzijde, Zutphen Marszijde). Daarnaast wordt dit bedrag gebruikt voor de realisatie van OV-fiets op stations (ook ten behoeve van recreatief gebruik) en voor concrete pilots in samenwerking met de NS, bijvoorbeeld het eerste dag gratis stallen principe, gericht op stimulering van fiets/ov gebruik. Voor een deel van de hier genoemde projecten geldt cofinanciering vanuit het ministerie van IenM, ProRail of NS. Fasering en status besluitvorming: Een nader voorstel over de mogelijkheid van een verbetering van de Ketenmobiliteit bij stations en overige OV-knopen, wordt op in relatie tot verdere uitwerking van de OV-visie en de gebiedsopgaven en op een later moment voorgelegd aan Provinciale Staten. Bij begroting 2017 wordt dit projectbald samengevoegd met OM30 Fietsenstalling bij transferia en bushalten. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 3,0 miljoen Bijdrage Startsituatie bij dit MIAM Beschikbaar 1,5 miljoen MIAM/BGR2015 Totaal 1,5 miljoen

38 Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Co-financiering: 1,5 miljoen ministerie IenM/ProRail. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Stedelijke netwerken ProRail, ministerie IenM en gemeenten. Naam: Kwaliteitsverbetering Valleilijn (voorheen Valleilijn Frequentieverhoging) >2016 OM35 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): FoodValley C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Trein (regionaal) Aanleiding/Achtergrond + beschrijving knelpunt of kans De heeft in de Lange Termijn Spoor Agenda Oost (LTSA Oost) de ambitie vastgelegd om in de regio FoodValley de treinverbinding op de Valleilijn te verbeteren. Momenteel zijn de treinen met name in de spitsperioden vol. Door demografische en sociaal economische groei van de regio valt te verwachten dat dit in de nabije toekomst verder toeneemt. We streven er naar om op termijn een frequentieverhoging op de gehele Valleilijn te realiseren, van nu twee naar straks vier treinen per uur (tussen Barneveld en Ede/Wageningen). In de tussentijd kan de kwaliteit van deze verbinding al verder worden verbeterd door het treffen van andere capaciteitsverhogende maatregelen; maatregelen die tevens voorwaardelijk zijn om later de kwartierdienst te kunnen invoeren. Zo zetten wij spitsmijden in (zie infoblad OM32) en maken we het voor de vervoerder mogelijk om extra treinen aan te schaffen. Door demografische en sociaal economische groei van de regio moet extra capaciteit worden geboden op de Valleilijn, door op termijn een kwartierdienst te realiseren. In de tussentijd zullen aanvullende maatregelen worden genomen, waaronder het aanschaffen van extra treinen. Hiermee wordt de drukte in de spits verminderd en kan het reizigersaantal verder groeien. Hiermee blijft de regio aantrekkelijk om te wonen en te werken. Spoorzone Ede (OM19) Spitsmijden - Mobiliteitsmanagement (OM32) Toiletten in regionale treinen (OM76) Stand van zaken: Er is in opdracht van de door ProRail in 2014 een verkenning gedaan naar noodzakelijke investeringen en de kosten voor een kwartierdienst op het traject van Ede / Wageningen tot Barneveld. Ook is er een quick scan MKBA (maatschappelijke kosten-batenanalyse) gedaan, waaruit blijkt dat frequentieverhoging bijdraagt aan de groei van het aantal reizigers en het comfort van de reiziger. De kosten worden geschat op 21 tot 29 miljoen. Deze hoge kosten komen door spoorverdubbeling, aanpassing van het station Ede-Centrum, snelheidsverhoging en aanpassingen aan overwegen. Het is nog niet duidelijk wanneer de frequentieverhoging daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. OM35 Het Rijk heeft een bijdrage beschikbaar voor de aanschaf van twee extra treinen en bijkomende kosten op de Valleilijn, onder de voorwaarde dat de en de huidige vervoerder eenzelfde bedrag beschikbaar stellen. Tijdens de spits kunnen dan langere treinen worden ingezet, met meer reizigerscapaciteit. Deze extra treinen zijn ook na de frequentieverhoging nodig. In 2015 is aan het Rijk opnieuw gevraagd om middelen beschikbaar te stellen voor het kunnen realiseren van de kwartiersdienst op de Valleilijn, maar dat is afgewezen.

39 OM47 VJN2015 Fasering en status besluitvorming: Het duurt nog een paar jaar voor we kunnen starten met de nodige projecten voor de frequentieverhoging. Zo moet er een principebesluit genomen worden, een kostenverdeling afgesproken, een (schets)ontwerp gemaakt en is zicht op Rijksbijdrage nodig. In de tussentijd maken we een start met de kwaliteitsverbetering op de Valleilijn. Conform een apart Statenvoorstel (PS ) zijn middelen beschikbaar voor de aanschaf van twee treinen met toiletten en de noodzakelijke extra aanpassingen en investeringen daarvoor, zoals het verlengen van perrons en de realisatie van een afvanginstallatie voor het legen en reinigen van de toiletten. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten lange termijn: Voor de lange termijn is een bedrag van ordegrootte 21 tot 29 miljoen nodig voor het realiseren van een kwartierdienst op de gehele valleilijn, inclusief het verbeteren van de veiligheid bij overwegen. Kosten korte termijn: Vooruitlopend op de realisatie van kwartierdienst, is besloten tot korte termijn maatregelen voor verhoging van de capaciteit door het aanschaffen van extra treinen (met toilet) en bijkomende investeringen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 7,7 miljoen MIAM/BGR2015 Beschikbaar 7,3 miljoen PS Totaal 15,0 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoord middelen. Cofinanciering Voor de lange termijn: Kwartierdienst: Ministerie van I&M 1,0 miljoen uit Lenteakkoord Regio Food Valley: 1,0 miljoen (gelabeld voor de Valleilijn) Voor de korte termijn: Extra materieel: Ministerie van I&M 6,8 miljoen (5,5 + 1,3 inclusief btw) Connexxion: 5,4 miljoen (inclusief btw) Exploitatie: De extra exploitatielasten die samenhangen met de toiletten in treinen worden tijdens de huidige concessieperiode voor 100% gedragen door de Gelderland ( 0,27 miljoen per jaar vanaf 2018 vanuit het Provinciefonds). De extra exploitatiekosten die samenhangen met de nieuwe treinen bedragen tijdens de huidige concessieperiode 0,54 miljoen/jaar, en worden voor 1/3 gedragen door Connexxion en 2/3 door de ( 0,360 miljoen/jaar, vanaf 2018 vanuit het Provinciefonds). De totale extra exploitatiekosten bedragen voor de Gelderland dus 0,63 miljoen/jaar vanaf Relatie andere programma s: Gemeenten, regio Food Valley, vervoerder, ProRail, ministerie van IenM Naam: Spoortunnel Tricht OM47 Versie: Voorjaarsnota 2015 Sis-nummer(s): Regio( s): Rivierenland O. Ostendorf Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Gemeente Geldermalsen Trein (landelijk) Het dorp Tricht wordt doorsneden door twee spoorlijnen: de lijn Utrecht-Den Bosch en Geldermalsen- Dordrecht (zgn. MerwedeLingeLijn, afgekort MLL). De eerste lijn wordt ook veel door goederentreinen gebruikt. Om meer treinen te kunnen laten rijden op de lijn Utrecht Den Bosch is het noodzakelijk dat de MLL wordt vrij gelegd. Op dit moment zijn er twee gelijkvloerse spoorwegovergangen door het dorp, die ruim de helft van de tijd dicht zijn. Voor de vrij legging van de MLL zijn er ongelijkvloerse spoorkruisingen noodzakelijk. ProRail stelt twee spoorkruisingen voor: één buitendijks langs de Lingedijk en één nieuwe overgang net buiten het dorp. Door de realisatie van de nieuwe overgang net buiten het dorp kan een zogenaamde randweg ten noorden van Tricht worden gerealiseerd waardoor het vrachtverkeer naar de kleine bedrijventerreinen, onder andere Hak, buiten het dorp om geleid kan worden. De overweg midden in het dorp zal verdwijnen. Deze overgang is echter belangrijk voor de onderlinge verbindingen en sociale cohesie in het dorp. Realisatie van een verbinding voor (minder valide) voetgangers is daarom belangrijk voor het dorp. Naast de spoorwegkruisingen in Tricht moet door de uitbreiding van het spoor en het station Geldermalsen ook de stationstraverse in Geldermalsen vernieuwd worden en moeten aanvullende maatregelen getroffen worden in het kader van trillinghinder en geluidhinder. Knelpunt: ProRail vond dat met het realiseren van de twee ongelijkvloerse overwegen (de Lingedijk en net buiten het dorp) de bereikbaarheid van Tricht voldoende is gewaarborgd. Juist de overgang in het dorp, welke gesloten wordt, wordt echter veel gebruikt door schoolkinderen en ouders die hun kinderen naar de peuterspeelzaal brengen. Daarnaast wil de gemeente graag een langer stuk randweg realiseren waardoor vrachtverkeer helemaal niet meer door de kern hoeft. Daarnaast wilde prorail de bestaande stationstraverse vernieuwen/verbreden. Nader overleg met ProRail en het ministerie van IenM heeft er toe geleid dat middelen beschikbaar zijn voor een voetgangerstunnel in de Nieuwsteeg in Tricht, de vervanging van de stationstraverse door een tunnel en extra maatregelen om trilling- en geluidhinder tegen te gaan. De gemeente moet in zijn totaliteit nog 3,5 miljoen euro bijdragen aan alle projecten. Voor de gemeente is dit een grote last en zij vraagt de om cofinanciering. Door realisatie van een ongelijkvloerse fiets/voetgangerstunnel in het dorp blijft de onderlinge samenhang in het dorp in stand. Door verlenging van de randweg kan het vrachtverkeer volledig buiten het dorp afgewikkeld worden. Door de voetgangerstunnel bij het station wordt het station beter toegankelijk en deze kan ook ruimtelijk beter ingepast worden. Door de extra trilling en geluidmaatregelen wordt de overlast van de spoorlijn beperkt. Leefbaarheid kleine kernen Ontsluiting bedrijventerrein Stand van zaken: Met het ministerie van IenM is overeenstemming bereikt over het maatregelenpakket. De gemeente dient nog 3,5 miljoen euro bij te dragen. Gemeente en Prorail bereiden momenteel een projectovereenkomst voor.

40 OM50 Fasering en status besluitvorming: De heeft aangegeven dat er vanuit mobiliteit bezien geen directe noodzaak is om in het project te investeren. Het is een lokaal probleem en het heeft geen invloed op de ontsluiting in het netwerk. De uitvoering van de werkzaamheden is oorspronkelijk gepland in Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Totaal kosten: 58,0 miljoen Bijdrage : Er zijn geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Er is ook geen aanleiding om vanuit mobiliteit middelen te reserveren. Cofinanciering: ProRail, gemeente Geldermalsen, bedrijfsleven Bijdrage gemeente Geldermalsen: 3,5 miljoen. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Programma sociaal profiel Gemeente Geldermalsen, ProRail Naam: Spoorzone Nijmegen Centraal 2012 OM50 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Harmsen Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Ministerie IenM, Prorail en Gemeente Nijmegen. Stationsomgeving In de MIRT agenda voor de regio Arnhem Nijmegen is vast dat een belangrijke kernwaarde voor het vestigingsklimaat in deze regio een goede bereikbaarheid is. Het provinciaal belang bestaat er uit dat versterking van de economische hotspots, waaronder Nijmegen, een goede bereikbaarheid en doorstroming vereist voor personen en goederen op wegen, spoor en water. Een verdere verbetering van het hoogwaardig openbaar vervoer op de as tussen Arnhem en Nijmegen blijft een belangrijk onderdeel van deze bereikbaarheidsaanpak, waarbij station Nijmegen regionale functie vervult in het openbaar vervoernetwerk. Op een werkdag komen op station Nijmegen bijna mensen met de trein aan en/of vertrekken. De verwachting is dat het aantal reizigers de komende jaren verder gaat toenemen. Station Nijmegen wordt daarom in kader van Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) voor het traject Schiphol - Arnhem / Nijmegen gereed gemaakt voor een toename van het reizigersvervoer. Hiervoor zijn aanpassingen nodig op het emplacement en het station. Prorail is in samenwerking met overheden en NS een verkenning gestart naar de mogelijkheden en alternatieven. Het betreft de aanleg van een derde perron, het doortrekken van de stationstunnel en extra opstelruimte voor de treinen. Ook wordt een materieelwerkplaats voor NS ingericht op het emplacement. Vanuit het PHSprogramma is voor de investeringen in en rond Nijmegen 86,0 miljoen beschikbaar vanuit het ministerie IenM. Station Nijmegen Centraal is in zijn huidige vorm slecht bereikbaar vanuit de omliggende wijken, met name ten westen van het spoor. Er is een route via de Tunnelweg, maar deze is onaantrekkelijk, lang en onveilig. In de ontwikkelingsvisie Nijmegen Centraal en de knooppuntontwikkeling (structuurvisie) van de gemeente Nijmegen is de insteek de barrière tussen centrum stad (oost) en Waterkwartier/Wolfskuil (west) op te heffen, door het station tweezijdig te laten functioneren. In het gemeentelijke collegeakkoord zijn hiervoor middelen gereserveerd. Voor dit doel is, op verzoek van de gemeente Nijmegen, in de PHS-studie het doortrekken van de stationstunnel opgenomen. Daarnaast worden er plannen ontwikkeld voor een totale kwaliteitsimpuls voor de stationsomgeving aan beide zijden van het station, als ook de voetgangers- en fietsroutes naar de binnenstad van Nijmegen. Voor de aansturing en begeleiding van deze ontwikkelingen is een Stuurgroep en Projectgroep Nijmegen centraal ingericht, waarin de participeert. ProRail verkent in de PHS-studie de lay-out van station Nijmegen. Ze heeft behoefte om de bredere consequenties voor het station in beeld te hebben. Op en rond station Nijmegen spelen immers meerdere ontwikkelingen die invloed hebben op elkaar en op het functioneren van het station. De Stuurgroep Nijmegen Centraal heeft hierop het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een Eindbeeld ; een duurzame en toekomstvaste structuur voor het station in de stad. Het is immers van belang deze ontwikkelingen niet als losse, autonome projecten uit te werken, maar samenhang tussen de projecten aan te brengen met het station als belangrijke schakel.

41 OM51 Kwaliteitsverbetering Maaslijn (OM58) Kwaliteitsverbetering IJssellijn (OM71) PHS (OM56) Gebiedsopgaven Stand van zaken: ProRail voert verkenning uit voor aanpassingen emplacement. De gemeente Nijmegen verkent in samenhang hiermee de ontsluiting en ruimtelijke inrichting aan beide zijden van het station. Voor het project PHS Nijmegen Centraal zijn inmiddels een tweetal varianten uitgewerkt, die voldoen aan de criteria voor PHS. Blijkens een eerste berekening vergen deze een investering van ongeveer 110,0 miljoen. Daarom is door het Directeuren Overleg PHS besloten om naast deze twee varianten ook een budgetalternatief uit te werken, dat binnen het beschikbare budget van 86,0 miljoen past. De verkenning voor PHS zal medio oktober 2016 worden afgerond. De planvorming voor de stationsomgeving zal in het vierde kwartaal van 2016 worden afgerond. Fasering en status besluitvorming: Het initiatief ligt bij ProRail en de gemeente Nijmegen. Rijk, vervoerders en zijn betrokken bij de verkenningen in de Stuurgroep en projectgroep. In januari 2016 is de planvorming bestuurlijk afgestemd met de Gelderland en in het najaar 2016 komt er een bestuurlijk overleg, waarin afspraken zullen worden gemaakt over het verdere traject. Hiervoor worden het ministerie van I&M, de gemeente Nijmegen, ProRail, NS en de uitgenodigd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Op basis van het Ontwikkelingskader is een indicatie gemaakt van de verwachte investeringskosten bovenop de kosten die noodzakelijk zijn voor PHS. Deze bedragen circa 50,0 miljoen. Dit bedrag voor Nijmegen Centraal is door de gemeente Nijmegen ook ingebracht in de MIRT-agenda en de gebiedsagenda van de. Op dit moment is geen besluitvorming nodig over dit investeringsbedrag. Dit bedrag dient momenteel slechts als indicatie van de verwachte investeringen, die niet vallen onder PHS. Eind 2016 zal er meer duidelijkheid komen over de begroting en financiering van het totale plan, inclusief mogelijk een verzoek voor een provinciale bijdrage. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Gemeente Nijmegen, ProRail, Rijk, vervoerders. Naam: Landelijk verbeterprogramma overwegen (LVO) OM51 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sis-nummer(s): PS Regio( s): FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Rivierenland, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Noord Veluwe C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer en Mobiliteit Trein (regionaal) Het Rijk geeft hoge prioriteit aan veiligheid op en betrouwbaarheid van het spoor en wil het aantal incidenten bij overwegen verminderen. Zij heeft daarvoor een programma opgezet om een veilige en vlotte doorstroming van weg- en treinverkeer op overwegen met innovatieve maatregelen te bevorderen. Voor dit Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) heeft het rijk 200 miljoen beschikbaar tot Het ministerie en ProRail hebben aan de hand van wegingscriteria een lijst van 140 overwegen op met een hoog verbeterpotentieel, waarvan 27 overwegen in Gelderland (LVOlijst). Verbeteringen moeten voor 50% door de regio worden meebetaald en bestaan uit innovatieve maatregelen (geen tunnels), die zoveel mogelijk generiek toepasbaar zijn. Vier overwegen worden inmiddels buiten het kader van LVO aangepakt. In motie hebben Provinciale Staten gevraagd om met een verdere inventarisatie en prioritering te komen voor spoorwegovergangen en waar nodig met voorstellen te komen om met partners de knelpunten aan te pakken. Dit sluit aan op de coördinatie van de Gelderse overwegen die op verzoek van het ministerie van IenM is opgepakt. De vervult daarmee de spilfunctie in het contact met het Ministerie van IenM en bij het organiseren van een gezamenlijk (regionaal) uitvoeringsprogramma met verbetervoorstellen, voorstellen tot cofinanciering en een regionale afweging en prioritering tussen de middelen en de in te dienen projecten. Ook is de het loket voor de Gelderse aanvragen van de gemeenten voor de jaarlijkse tranches. We hebben een eigen rol in de prioritering van overwegen op het regionaal spoor en overgangen van provinciale wegen en daarmee de mogelijkheid om beleidsmatig een afweging te maken per spoorlijn en de problematiek in samenhang per lijn en wegennet te bezien. Verbeteren veiligheid en doorstroming van trein- en wegverkeer op of nabij spoorwegovergangen op spoorwegen in Gelderland met innovatieve en kosteneffectieve maatregelen. Kwaliteitsverbetering spoorlijn Arnhem-Winterswijk (OM22 en OM33). Trajectaanpak provinciale wegen. Stand van zaken: Aanvragen gemeenten Het ministerie verzamelt de aanvragen in jaarlijkse tranches. In de eerste tranche (2013) is uit Gelderland de Telgterweg in Ermelo opgenomen. Naar verwachting zal in de loop van 2016 de uitvoering daarvan beginnen. Voor de tweede tranche (2014) is de Stationsstraat in Putten ingediend en na een verbreding van de probleemanalyse en het garantstellen van de benodigde cofinanciering door de gemeente zal het project dit voorjaar definitief worden opgenomen. De aanvraag Molenstraat Zevenaar heeft het LVO afgewezen omdat de verbetering vanuit het project spoorverbinding RE 19 (Arnhem - Düsseldorf) moet worden aangepakt.

42 Hiermee is inmiddels een begin gemaakt. Voor de derde tranche (2015) heeft Apeldoorn voor de overweg Laan van Osseveld een probleemanalyse weg op. Op dit moment wordt de analyse spoor uitgewerkt en kan vervolgens de integrale probleemanalyse worden vast. Naar verwachting volgt dit jaar besluitvorming over definitieve opname in de derde tranche. Het College van Apeldoorn heeft zich bereid getoond zich tot het uiterste in te spannen om de vereiste gemeentelijke financiële bijdrage voor een oplossing bijeen te krijgen. Verkenningen Bij de bovenstaande aanvragen betreft het overwegen in gemeentelijke wegen. Ook een aantal overwegen liggen in provinciale wegen. Ten tijde van het opstellen van de LVO-lijst werden in het kader van onze trajectaanpak al verkenningen uitgevoerd en zijn inmiddels kleine aanpassingen uitgevoerd. Een nieuw initiatief was de overweg in de N327 in Geldermalsen. De verkenning heeft ertoe geleid dat de knelpunten niet groot genoeg zijn om een beroep op het LVO te doen. Begin 2016 zal de verkenning naar de overweg Wolfheze (N836) worden opgeleverd. In Doetinchem, Nunspeet en Nijmegen bestaan initiatieven om knelpunten te verkennen. Vanuit de aanpak Kwaliteitsverbetering regionaal spoor Arnhem-Winterswijk wordt voor bij te dragen aan een verkenning van meerdere overwegen in Doetinchem. De overige gemeenten, die aangeven geen verkenning te starten, geven hiervoor als reden aan: geen prioriteit, geen middelen kunnen vrijmaken voor een eigen bijdrage, of omwille van lokale redenen. De heeft geen middelen gereserveerd voor een bijdrage aan de aanpak van spoorwegovergangen. Landelijke ontwikkelingen Het LVO heeft onlangs een pakket generieke maatregelen vast. Deze verbeteren de verkeersveiligheid en bereikbaarheid en liggen op het gebied van sluitingstijden overwegbomen, gedrag en vertrek treinen. Voor de uitvoering van alle generieke maatregelen vanuit het LVO is een bedrag tussen 40 en 60 miljoen geraamd. Op dit moment heeft het ministerie nog 175 miljoen voor het LVO beschikbaar. Met de kosten voor het generieke maatregelenpakket, de verplichtingen uit de eerste en tweede tranche ( 22 miljoen) en de verwachtingen voor de derde tranche lijkt het erop dat het LVO-budget met de projecten uit de volgende tranches rond 2020 volledig zal zijn belegd. Wij hebben op verzoek van het Ministerie IenM een meerjarenoverzicht samen. De wensen worden met die van de andere s besproken tijdens de Spoortafel medio In overleg met het Ministerie is een meerjarenoverzicht gemaakt van de aan te pakken overwegen, rekening houdend met een slinkend LVO budget van het rijk. Fasering en status besluitvorming Vooralsnog hoeft geen besluit over een provinciale bijdrage te worden genomen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaalbudget: N.n.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: ProRail, ministerie van IenM, gemeenten

43 OM55 Naam: Ontsluiting uitbreiding vliegveld Lelystad 2014 OM55 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Noord-Veluwe W.C.H. van Houten Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit gemeente Harderwijk (keten)mobiliteit Om luchthaven Schiphol te ontlasten zijn er initiatieven om vliegveld Lelystad uit te breiden om zo de afhandeling van een aantal chartervluchten van Schiphol over te nemen. Uitbreiding vliegveld Lelystad zal meer verkeer genereren richting omliggende gebieden waaronder Gelderland. Mogelijk zal de verkeersdruk bij Harderwijk toenemen en kunnen verkeersknelpunten ontstaan. Regio Noord-Veluwe en gemeente Harderwijk zien dit ook als eventuele kans om station Harderwijk op te waarderen als overstappunt voor reizigers uit het oosten van het land naar het vliegveld. Daartoe zal de bestaande busverbinding moeten worden opgewaardeerd tot HOV. In de mobiliteitsvisie van Regio Noord Veluwe is opgenomen dat Harderwijk een scharnierpunt zou kunnen worden in de ontsluiting vanaf het vliegveld van en naar het oostelijk deel van Nederland, door het creëren van goede overstapmogelijkheden en een nieuwe diagonale HOV verbinding Lelystad Harderwijk (en verder richting Apeldoorn). N301, A28-Nijkerkersluis/Veluwemeer (RV31), Verkenning vliegveld Lelystad (strategie) Randstadspoor Harderwijk (OM25) Stand van zaken: Het project zit in de initiatieffase. Tegelijkertijd zien we dat Lelystad door de aanleg van de Hanzelijn op dit moment ook al beter met OV is ontsloten vanaf Zwolle. Het onderzoek van het Team Strategie loopt nog; resultaten worden na de zomer 2016 verwacht. De regio Noord Veluwe en Harderwijk zullen waarschijnlijk ook de te verwachten vervoerrelaties vliegveld Lelystad Harderwijk/Oost Nederland nader onderzoeken. De resultaten van het provinciale onderzoek worden door de regio en de gemeente echter afgewacht. Fasering en status besluitvorming: De pre-verkenning is nog niet gestart. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : Er zijn vooralsnog geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Verdeling kosten: N.n.b. Exploitatiekosten: N.n.b. Relatie andere programma s: Gemeenten Harderwijk en Lelystad, Flevoland, ministerie van IenM

44 Naam: Programma Hoogfrequent Spoor- Personenvervoer 2010 OM56 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley C. Bieker Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Ministerie van Infrastructuur en Milieu Trein (landelijk) PHS (Programma Hoogfrequent spoor) is een Rijksplan voor spoorboekloos rijden op onder andere de personenvervoer corridors Amsterdam - Utrecht - Arnhem/Nijmegen en Utrecht - Den Bosch. Tevens staan in PHS het beleid en maatregelen ten behoeve van goederenvervoer en specifiek de (her)routering van goederentreinen door Oost-Nederland (specifiek in Gelderland en Overijssel). Op de corridor Schiphol - Utrecht - Arnhem - Nijmegen worden veel maatregelen voorbereid en de komende jaren gerealiseerd. Het gaat daarbij om verbouwingen aan stations, het creëren van extra ruimte op emplacementen, de aanleg van extra perrons en het saneren van gelijkvloerse overwegen. Dit alles met het doel om vanaf 2022 op deze corridors 6 intercities per uur te laten rijden (en een nader te bepalen aantal sprinters). Het beoogde doel van het programma is een beter en frequenter OV op personenvervoer corridors. Op 23 januari 2012 is door de Staatssecretaris IenM besloten tot het bedieningsmodel B2: per uur zes IC s zonder stop tussen Utrecht en Ede-Wageningen en zes stoptreinen Utrecht Driebergen-Zeist waarvan er drie doorrijden naar Veenendaal De Klomp / Ede-Wageningen en drie naar Veenendaal-Centrum / Rhenen. Als ingangsjaar van PHS op deze corridor is altijd na 2022 gecommuniceerd. Relaties met: PHS-Goederenvervoer (OM06 Logistiek & goederenvervoer (LG01) Kwaliteitsnet goederenvervoer (LG05) OV regionaal spoor Vrije kruising Arnhem Oost (OM45) Spoorkruising Veenendaal-De Klomp/Voorpoort (OM05) Station Nijmegen OM56 Stand van zaken: In het kader van mogelijke verdere bezuinigingen en de Lange Termijn Spoor Agenda (LTSA) wordt PHS herijkt. Insteek van de samenwerkende partijen in Oost-Nederland is dat dit op zo n manier gebeurt dat er een samenhangend programma blijft bestaan dat zoveel mogelijk bijdraagt aan het gewenste effect, namelijk meer en betere OV-verbindingen per spoor. De Staatssecretaris van IenM heeft bij haar besluit van januari 2012 (zie hiervoor) het voorbehoud gemaakt van een (voor NS) financieel haalbare exploitatie en een regionale bijdrage aan de aanleg van een extra perronspoor bij Rhenen. De beide voorwaarden zijn aan elkaar gekoppeld, want het extra perronspoor Rhenen ( Utrecht) is nodig bij de uitvoering van het bedieningsmodel B2. Voor beide zaken is nog geen dekking gevonden bij het Rijk en de Utrecht. De NS zou in april 2016 nieuwe prognoses voor reizigersaantallen aanleveren; dat is tot medio mei echter nog niet gebeurd. Desondanks houden we rekening met een lagere groei dan waarmee afgelopen jaren is gerekend. Dit kan betekenen dat de exploitatiebijdrage hoger zou uitvallen en realisatie van het B2 model (zie hierboven) verder buiten beeld raakt. Omdat een besluit over de beide door het Ministerie IenM e voorwaarden afgelopen jaren nog niet urgent was, is er tot nu toe geen regionaal overleg opgestart om zo n besluit voor te bereiden. Het moment waarop het Rijk dat besluit wel nodig heeft, komt dichterbij. Uitgaande van een start van PHS in 2022 moet ProRail het extra perronspoor in Rhenen in Q opleveren. Terugrekenend moet het project Perronspoor Rhenen in 2016 gestart worden. Fasering en status besluitvorming: Eerste helft van 2016: regionale afstemming middels enkele ambtelijke overleggen en afsluitend een bestuurlijk overleg om op basis van jongste informatie een regionaal standpunt te bepalen over mogelijkheden financiering en realiseerbaarheid B2-bedieningsmodel. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: PHS vraagt mogelijk een bijdrage van de Gelderland, bijvoorbeeld in de vorm van een bijdrage aan maatregelen bij spoorkruisingen. Een voorbeeld van dit laatste, is de eerdere provinciale bijdrage aan de tunnels bij de spoorkruisingen bij Veenendaal. Het is echter nog niet duidelijk of er (na besluit herijking projecten eind 2014) nog trajecten zijn waarvoor eveneens een bijdrage van de wordt gevraagd. De kosten van het perronspoor Rhenen bedragen rond de 10 miljoen. Er moet rekening worden gehouden met een exploitatiebijdrage aan NS op te brengen door regionale partners - om het bedieningsmodel B2 te financieren. De financiering van beide zaken zal geen makkelijke opgave zijn, zodat de keuze voor dit bedieningmodel B2 mogelijk weer in ander daglicht komt te staan. De Gelderland heeft op dit moment geen reserveringen voor een exploitatiebijdrage en/of een bijdrage aan het extra perronspoor in Rhenen. Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : Er zijn geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar voor eventuele infrastructurele aanpassingen, behoudens ten behoeve van specifieke projecten zoals elders in het MIAM benoemd, zoals Spoorkruising Veenendaal-De Klomp Voorpoort (zie infoblad OM05). Cofinanciering N.n.b. Exploitatiekosten: N.n.b. In het geval het bedieningsmodel B2 wordt doorgezet is op termijn mogelijk een exploitatiebijdrage nodig. Of en zo ja, welke bijdrage nodig is van de Gelderland is nog niet bekend. Relatie andere programma s: Economie Ministerie van IenM, ProRail, Utrecht, gemeenten, NS

45 OM58 Naam: Kwaliteitsverbetering Maaslijn OM58 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummers: PS Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Huidige fase: Planvoorbereiding Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Openbaar Vervoer & Mobiliteit Provincie Limburg Subthema Trein (regionaal) De Maaslijn is de regionale spoorlijn tussen Nijmegen en Roermond. Een belangrijke lijn voor het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen en de zuidkant van de Gelderland. Ongeveer reizigers maken per dag gebruik van de Maaslijn. Ter vergelijking: de spoorlijn Arnhem - Winterswijk vervoert ongeveer reizigers per dag. Op het laatste stuk tussen Cuijk en Nijmegen (Heyendaal: Radboud Universiteit en HAN) doen zich de grootste problemen voor qua punctualiteit en bezetting. Met het Ministerie IenM zijn afspraken gemaakt om op dit stuk van de Maaslijn flankerende maatregelen te treffen, om de reizigersaantallen in de ochtendspits te spreiden. Provincie Limburg is opdrachtgever voor de vervoerder. Het noordelijkste stukje Maaslijn valt in het gebied van het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. Sinds 1 januari 2015 (met de opheffing van de WGR+) is de Gelderland de gesprekspartner van Limburg waar het gaat om de concessie. Voor de bediening van het deel tussen Nijmegen en Cuijk, dragen wij jaarlijks een bedrag van 1,7 miljoen bij aan de exploitatie. In de nieuwe (multimodale) concessie OV Limburg is voorgeschreven dat er op de Maaslijn nog een aantal jaar ( ) met dieseltreinen wordt gereden en dat vanaf 2020 elektrisch materieel wordt ingezet. Naast elektrificatie is Limburg ook van plan een aantal infrastructurele maatregelen (onder meer dubbelspoor tussen Cuijk en de Maasbrug) te treffen die de robuustheid en snelheid van de Maaslijn ten goede komen. Door de inframaatregelen zal op termijn de betrouwbaarheid van de dienstregeling op de Maaslijn worden verbeterd, met per saldo voor de reiziger betere aansluitingen. De elektrificatie van de Maaslijn leidt tot een exploitatievoordeel en levert voor de reiziger meer comfort op. Voor de omgeving levert elektrificatie ook voordelen op als minder uitstoot en geluid. Spoorverbetering Arnhem-Winterswijk (OM22) Transitie brandstof spoor (OM59) Stand van zaken: De totale kosten voor de elektrificatie van de Maaslijn (tot aan Roermond) worden door de Limburg geschat op circa 99,0 miljoen (+/- 40%); omgerekend 0,7-1,0 miljoen per km. De totale kosten van de inframaatregelen van de noordelijke Maaslijn (verdubbeling van delen spoor en snelheidsverhoging), worden geschat op 15,0 miljoen. De Limburg is in samenwerking met ProRail, de Noord-Brabant en onze, de voorbereidingen voor deze maatregelen gestart. De Limburg heeft aan de Gelderland gevraagd om een financiële bijdrage van 15,8 miljoen voor de kwaliteitsverbetering van de Maaslijn. In MIAM/VJN2014 is 4,5 miljoen gereserveerd (gebaseerd op het aantal km s op Gelders grondgebied). Bij Motie 33 (9 juli 2014) heeft u gevraagd te bezien of deze bijdrage in alle redelijkheid voldoende is. Bij brief van november 2014 is Limburg gemeld dat er in totaal een bijdrage van 7,5 miljoen beschikbaar is (inclusief 3 miljoen 2 vanuit de voormalige Stadsregio Arnhem Nijmegen). Bij PS vergadering van 28 januari 2015 is aan GS bij opdracht gegeven om zich maximaal in te spannen om de elektrificatie van de Maaslijn mogelijk te maken en daarvoor met een nader voorstel te komen. Op basis hiervan is onze bijdrage aan de elektrificatie met 8,3 miljoen verhoogd (besluit PS 11 november 2015) tot aan de gevraagde 15,8 miljoen (geen BTW opslag). Naast deze bijdrage leveren we ook een bijdrage aan de overige infra-maatregelen à 1,65 miljoen exclusief BTW op de noordelijke Maaslijn. De Gelderland participeert in dit project zonder risico-reservering. Op 7 februari 2014 hebben Provinciale Staten van Limburg besloten om maximaal 40,0 miljoen te reserveren voor de elektrificatie, mits andere partijen als co-financiers optreden. De aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg, waaronder de Maaslijn, is afgerond. Spoorvervoerder Arriva verzorgt de treindienst op de Maaslijn vanaf eind De Limburg zal in 2016 een nader voorstel met betrekking tot de financiering Maaslijn aan PS van Limburg voorleggen. Op dit moment is nog met partijen discussie over BTW-afdracht en de kosten van beheer en onderhoud en de maatregelen voor overwegveiligheid. Fasering en status besluitvorming: Met betrokken s wordt toegewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst, waarin de financiële bijdragen en de verantwoordelijkheden worden beschreven. Eind 2016 zal een realisatieovereenkomst worden getekend tussen Limburg en ProRail. Hierna starten de voorbereidende werkzaamheden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: A. Elektrificatie Maaslijn: 99,0 miljoen. B. Infrastructurele maatregelen (noordelijke Maaslijn) aan het spoor: 15,0 miljoen. C structurele maatregelen zuidelijk deel Maaslijn en station Grubbenvorst: 50 miljoen. Totaal 164,0 miljoen. A. Elektrificatie Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 8,3 miljoen MIAM/BGR2016 Gereserveerd 3,0 miljoen DU Beschikbaar 4,5 miljoen MIAM/VJN2014 Totaal 15,8 miljoen Financieringsbron: 12,8 miljoen Eenmalige coalitieakkoordmiddelen 3,0 miljoen BDU voormalige Stadsregio (via de inzet van jaarlijkse exploitatiebijdrage van 0,2 miljoen) Cofinanciering: Bijdragen van partijen zijn nog niet definitief. Voor de dekking voor de elektrificatie is beschikbaar: 40 miljoen, Provincie Limburg (te verbijzonderen in 2016) 30,25 miljoen (inclusief BTW), Ministerie IenM voor elektrificatie 17,2 miljoen, Provincie Noord-Brabant voor elektrificatie. 2 De bijdrage vanuit de voormalige Stadsregio bestaat uit de ruimte die binnen de concessie ontstaat door het gekapitaliseerde exploitatievoordeel dat vanaf 2020 wordt bereikt door het rijden met elektrisch materieel.

46 OM59 B. Infrastructurele maatregelen Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 1,65 miljoen BDU Stadsregio 2014 Totaal 1,65 miljoen Financieringsbron: BDU voormalige stadsregio Cofinanciering: 7,5 miljoen, Ministerie IenM 1,65 miljoen, Provincie Limburg 4,2 miljoen, Provincie Noord-Brabant 6,4 miljoen inclusief BTW, Ministerie IenM, bijdrage aan station Grubbenvorst Exploitatiekosten: De exploitatiekosten nemen na elektrificatie van de Maaslijn af, maar nog niet duidelijk is met hoeveel per jaar. Dat zal de praktijk moeten uitwijzen. Daar staat tegenover dat de gebruikersvergoeding bij elektrificatie mogelijk toeneemt. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer, Milieu, energie en klimaat Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Ministerie IenM, Limburg, Noord- Brabant, ProRail Naam: Transitie brandstof regionaal spoor OM59 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Achterhoek, Stedendriehoek en Rivierenland, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Trein (regionaal) Vier van de vijf regionale treindiensten waarvoor de Gelderland verantwoordelijk is, zijn dieselaangedreven. Alleen de Valleilijn is geëlektrificeerd. Daarnaast zijn er spoorlijnen die deels op het grondgebied liggen van Gelderland met een andere opdrachtgever (zoals de Maaslijn) die ook dieselaangedreven zijn. Er zijn verschillende redenen om over te gaan op elektrificatie van (delen van) deze lijnen, dan wel om te zien naar andere vormen van aandrijving zoals de inzet van bio-lng in plaats van diesel. Naast de hoge kosten van de diesel (a.g.v. het verdwijnen van de korting op de accijns) zijn de doelstellingen op het gebied van milieu (geluidsreductie/geen of minder uitstoot schadelijke stoffen) en duurzaamheid (energietransitie) reden om een transitie te realiseren. In de loop van 2016 wordt een besluit voorbereid over de wenselijkheid en mogelijkheid om een deel van het regionaal spoor op Gelders grondgebied te elektrificeren, dan wel uitzicht te bieden op alternatieve brandstoffen voor het regionale spoor en/of de inzet van energiebesparende maatregelen. Spoor Arnhem Winterswijk (OM22) Spoorzone Zevenaar-Didam (U-OM33) Kwaliteitsverbetering Maaslijn (OM58) Duurzaamheid Openbaar Vervoer (OM70) Stand van zaken: De Gelderland heeft een pre-verkenning laten uitvoeren waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen diesel en (partiële) elektrificatie. Er kunnen jaarlijks kostenvoordelen zijn t.o.v. de traditionele dieseltractie, maar de initiële investeringskosten per km te elektrificeren spoor zijn hoog (rond de 0,7 tot 1,0 miljoen per km te elektrificeren spoorlijn) en er is sprake van een toename in de jaarlijkse gebruikersvergoeding voor het geëlektrificeerde spoor. Daarnaast is een eerste verkenning gedaan naar de mogelijkheid om biogassen die ontstaan bij de Gelderse organisaties (bijvoorbeeld Waterschappen) na bewerking tot (bio)lng te gebruiken als brandstof voor treinen. In het buitenland is ervaring met treinen op (bio)lng. Ook in andere s waar dieseltractie rijdt, vinden studies plaats naar andere vormen van aandrijving en worden voorstellen (tot elektrificatie van lijnen) voorbereid. Samen met de Limburg zijn we bezig om ten behoeve van de nieuwe multimodale concessie Limburg, elektrificatie van de Maaslijn te realiseren (per 2020). Vanuit de Gelderland zijn daarvoor middelen gereserveerd. Zie infoblad OM58. Het Ministerie van IenM heeft in juli 2014 het onderzoek afgerond naar de kosten en baten van elektrificatie van het regionaal spoor en mogelijke inzet van bio-lng. Het inzetten op elektrificatie en bio-lng kan tot kostenvoordelen en milieuvoordelen leiden. Wel moet rekening worden gehouden met een lange terugverdientijd, een hogere gebruiksvergoeding van het spoor en mogelijk ook hogere beheer- en

47 instandhoudingskosten. De kosten en baten moeten duidelijk zijn voordat een besluit over de inzet van andere aandrijving voor regionaal spoor genomen kan worden. De verkenning naar elektrificatie van de spoorlijn Arnhem - Winterswijk is afgerond. Elektrificatie van deze spoorlijn wordt haalbaar geacht met ingang van de nieuwe concessieperiode in Onderdeel van deze verkenning is ook een MKBA, business model en een nadere kostenraming. In de loop van 2016 volgt een aparte Statenbrief waarin de (on)mogelijkheden worden beschreven van (partiële) elektrificatie van het Gelderse regionaal spoor en de inzet van alternatieve brandstoffen zoals (bio)lng en/of andere energiebesparende maatregelen. In deze Statenbrief leggen we zo mogelijk al een keuze voor vergroening op specifieke trajecten voor. Fasering en status besluitvorming: Na gereedkomen van het onderzoek van het Ministerie IenM zijn verdere stappen voorbereid. In verband met Motie 33 heeft een nadere verkenning plaats naar kosten/baten, vervoerkundige aspecten en gevolgen voor de exploitatie voor de spoorlijn Arnhem - Winterswijk plaatsgevonden (gereed juni 2015). Er zijn landelijke en regionale initiatieven voor onderzoek en pilots gericht op het terugwinnen van remenergie bij zowel elektrisch als dieselmaterieel. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit (i.s.m. gedeputeerde Milieu) Financiën: Onderzoeken en pilots op het gebied van verduurzaming van het regionaal spoor kosten enkele tonnen per onderzoek. De voorbereiding van pilots (bv ombouw materieel) zijn ook kostbaar. De totale kosten voor omschakeling op een andere brandstof of elektrificatie loopt in de tientallen miljoenen. Een financiële bijdrage vanuit de Gelderland voor deze onderzoeken wordt in overweging genomen, in samenhang met ons programma Energietransitie. In het kader van de Landelijke Herijking van spoorprojecten (2015) is de informatie over de elektrificatie van de lijn Arnhem-Winterswijk besproken met het ministerie IenM. Op basis hiervan heeft Ministerie IenM een bijdrage van 0,1 miljoen beschikbaar voor verdere onderzoek naar verduurzaming van het regionaal spoor. Totale kosten: Nader te bepalen, op basis van aanvragen vanuit de vervoerder (Arriva). Cofinanciering: Bij de voorbereiding van een besluit over de inzet van elektrificatie of andere aandrijfvormen of energiebesparing, wordt ook van andere betrokkenen (vervoerders, mogelijke marktpartijen) cofinanciering verwacht omdat ze van deze energietransitie voordelen kunnen gaan hebben. Dit moet terzijnertijd nader uitgewerkt worden in business-cases. Exploitatiekosten: De exploitatiekosten kunnen mogelijk afnemen a.g.v. een gunstiger business case (rijden op elektriciteit en (bio)lng is goedkoper dan rijden op diesel, maar overige bijkomende kosten moeten scherp in beeld komen); reden voor nader onderzoek en afspraken met marktpartijen. Daar staat tegenover dat de gebruikersvergoeding bij elektrificatie toeneemt, waardoor het kostenvoordeel kleiner zou kunnen uitvallen. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Milieu, energie en klimaat ProRail, regionale vervoerders w.o. Arriva, Gelderse waterschappen, ministerie IenM

48 OM69 Naam: WEpod, Tweede fase OM69 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Achterhoek, Rivierenland, FoodValley, Noord- Veluwe, Stedendriehoek M. Kassenberg Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer en Mobiliteit In het WEpod project rijden voertuigen autonoom tussen station Ede-Wageningen en de Campus van de WUR. Dit project is volledig gericht op de ontwikkeling van kennis op het gebied van techniek, regelgeving, gedrag, ethiek, veiligheid, etc. Hoewel de voertuigen weldegelijk rijden en passagiers vervoeren, is het geen volledig operationeel systeem. Het rijden gebeurt vooralsnog onder strikte voorwaarden, zoals alleen bij daglicht, bij droog weer, met een lage snelheid en (vanuit juridisch oogpunt) met een steward aan boord. Om te kunnen voldoen aan wet- en regelgeving was dit het uitgangspunt voor de eerste fase. De ambitie ligt echter hoger, vandaar dat vanaf de start van het project is aangegeven dat er nagedacht moet worden over een tweede fase; een fase die direct aansluit op de eerste testfase en waarin verdere kennis- en techniekontwikkeling centraal staat. De businesscase voor een autonoom mobiliteitsconcept is voorlopig nog te ver weg om te verwachten dat het bedrijfsleven het stokje zelfstandig zullen overnemen. Een triple helix van kennisinstellingen, bedrijven en overheden vormt de beste besturing van een dergelijk project. In de tweede fase zal in een aantal sprints gewerkt worden aan het operationeel maken van het systeem. Dat wil zeggen dat de voertuigen onder alle normale omstandigheden moeten kunnen rijden, dus ook in het donker en bij slecht weer. Daarnaast blijft kennisontwikkeling op maatschappelijk gebied centraal staan. Immers, de automotive sector zijn ook aan de gang met de ontwikkeling van autonoom rijden. De toegevoegde waarde van een overheid in samenwerking met partners, is dat de publieke waarden verkend en beschermd worden en dat op die wijze maatschappelijke waarde wordt gecreëerd en gestimuleerd. investeren willen we zoveel mogelijk terugverdienen door de waarde van data en informatie te vermarkten, routeprojecten te doen die enerzijds kennis opleveren, maar ook geld inbrengen etc. OV visie (OM14) Economie Gebiedsopgaven Stand van zaken De eerste fase verloopt boven verwachting goed. Er is veel (vooral positieve) aandacht voor het WEpod project vanuit de media en vanuit (inter)nationale platforms, fora en congressen. Er bestaat veel interesse voor de vervolgfase van de WEpods. Zowel bij kennisinstellingen als bij bedrijven. De interesse is zeer verschillend, van het overkopen van alle kennis tot het zelf willen testen van een sensortype voor drones, tot de vraag of we eenzelfde project in Beverly Hills willen uitrollen. Onze focus is daarbij steeds wat de maatschappelijke meerwaarde is, of wat financieel aantrekkelijk is om het project rijdend, relevant en in de regio te houden. We ontwikkelen enkele scenario s voor de tweede fase waarin de voors en tegens afgewogen worden. In de zomer van 2016 wordt de organisatievorm opgezet en ingevuld. Aansluitend worden contracten en/of overeenkomsten getekend met. Fasering en status besluitvorming: Besluitvorming over organisatievorm, aansturing en financiën zal voor de zomer plaatsvinden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit, in samenwerking met Gedeputeerde Economie en Innovatie. Financiën: De ambitie is om de tweede fase zichzelf te laten bedruipen (return on investment). Dat doen we door het vermarkten van data, opgedane kennis, verhuren of verkopen van testfaciliteiten en voertuigen en het organiseren van demo s. Partners zullen mee investeren. De zou beide voertuigen beschikbaar kunnen stellen. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: FoodValley Economie en Innovatie TUDelft, DHV, Robot engineering systems, technolution, ministerie, RDW, gemeenten Ede, Wageningen, Nijmegen, Arnhem, IPKW, Toyota, drive me Sweden, Togetthere, Green Dino, IBM, Connexxion, Noot personenvervoer, HAN, ROCA12, WUR, RU, MRDH, Connekt, Oost NV,. Zo zal er verder gewerkt worden aan verkeersveiligheid (voor mens en dier), toegankelijkheid van mobiliteit voor iedereen (bijvoorbeeld een pilot met WMO vervoer), de kansen voor ruimtelijke ordening in steden (minder parkeerruimte nodig en autoluwe binnenstad), wegcapaciteitvermindering, privacy van data en persoonsgegevens, etc. Naast deze kennisontwikkeling zorgt het rijdend en relevant houden van de WEpods in Gelderland ervoor dat Gelderland en de FoodValley gezien worden als innovatieve regio, waar vooruitstrevende ontwikkelingen plaatsvinden. Dat betekent ook dat de een goede positie heeft in de diverse mobiliteitsdiscussies. Ook zorgt de tweede fase ervoor dat de kennis en kunde rond autonoom rijden zich in Gelderland ontwikkelt, zowel bij bedrijven als bij onze kennisinstellingen. Dat is goed voor de economie en zorgt ervoor dat we snel kennis opdoen van een arbeidsmarkt die snel verandert als gevolg van automatisering en robotisering. Door met bedrijven en kennisinstellingen als partners samen te werken borgen we ook dat de marktwaarde van het systeem wordt nagestreefd, zodat het uiteindelijk los van de overheid verder kan worden ontwikkeld. Tenslotte is in deze fase ook de return on investment belangrijk. Het geld wat de en de partners

49 OM70 Naam: Duurzaamheid Openbaar Vervoer/bus OM70 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Achterhoek, Rivierenland, FoodValley, Noord- Veluwe, Stedendriehoek M. Kassenberg Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer en Mobiliteit Bus Bij de vaststelling van de OV visie is motie 14M16 aangenomen waarin het College wordt gevraagd om: het onderwerp duurzaam energiegebruik en schoner vervoer, nadrukkelijker te betrekken, en expliciet met een plan en ambitie te komen om het percentage hernieuwbare energie in het openbaar vervoer te verhogen. Op dit moment rijden de bussen in de Gelderland op diesel en aardgas (Valleilijn en Veluwelijn). In het gebied van de regio Arnhem Nijmegen rijden de bussen op groene stroom (trolleynetwerk) en groengas (via certificaten). Door in de de transitie van diesel naar elektrisch rijden, groengas, aardgas of waterstof te maken, wordt een bijdrage geleverd aan verbetering van de luchtkwaliteit en het verhogen van het percentage hernieuwbare energie. Hoewel het OV maar voor een beperkt deel van de totale uitstoot en energieverbruik verantwoordelijk is, draagt een dergelijke vergroening bij aan de voorbeeldfunctie van de voor andere bedrijven en organisaties. Er wordt een verkenning gedaan naar de mogelijkheden van transitie van diesel naar elektrisch rijden (diverse technieken), groengas, aardgas of waterstof en de resultaten (uitstoot en duurzaamheid van well to wheel ), kosten en consequenties (bijv. infrastructuur, veiligheid, ruimtegebruik) daarvan en gebruikservaringen. Met deze verkenning zullen we in staat zijn om twee of drie scenario s te ontwikkelen voor de verdere vergroening van de busvloot op de korte en middellange termijn, waarbij kosten en maatschappelijke waarde belangrijke items zijn. Dat is nodig omdat recent een bestuurlijk convenant is getekend door s. Metropoolregio s en Ministerie IenM waarin staat dat er gestreefd wordt naar zero emission in het OV in Uitgangspunt is dat de betrouwbaarheid en het comfort van het OV tenminste gelijk blijft tijdens de verdere vergroening. Ook moet goed gekeken worden naar de (snelle) ontwikkelingen op dit gebied om te voorkomen dat geïnvesteerd gaat worden in technieken die snel achterhaald raken. Tegelijkertijd bekijken we andere financieringsmodellen. Stand van zaken: Er lopen binnen de momenteel meerdere onderzoeken en projecten op het gebied van duurzaam openbaar vervoer: Een verkenning, zoals hiervoor vermeld, naar de mogelijkheden van transitie van diesel naar elektrisch rijden (diverse technieken), groengas, aardgas of waterstof en de resultaten (uitstoot en duurzaamheid van well to wheel), kosten en consequenties (bijv. infrastructuur, veiligheid, ruimtegebruik) daarvan. Dit onderzoek met een eindrapportage, op door het bureau Duinn, is afgerond en zal gebruikt worden als input voor scenario s. Een aantal dossiers op het gebied van waterstofexploitatie: o Een pilot met 2 waterstofbussen door Hydrogen Valley (Breng, VDL en E-traction). Hierover is het standpunt van de momenteel dat de tot nu toe gepresenteerde business case niet voldoende is om een oordeel te kunnen vellen over deze pilot. Er zal een business case moeten worden gemaakt waarin alle kosten over de totale afschrijvingsduur van de voertuigen met alle risico s in beeld wordt gebracht. Tevens zal in de business case een evenwichtige verdeling van deze kosten en risico s tussen private en publieke partijen moeten zijn opgenomen. Voor deze pilot is subsidie vanuit I&M toegekend. o Een pilot met een waterstofbus van Syntus, in samenwerking met Gelderse bedrijven Hymove, Nedstack, E-Traction en Hygear. Volgens de laatste berichten zal deze bus vanaf juni 2016 in de dienstregeling Arnhem-Apeldoorn gaan rijden. o Een recent toegezegde Europese subsidie voor een waterstoftankstation in Arnhem. Het tankstation is gepland bij IPKW, zal voor auto s en bussen kunnen worden gebruikt en zal in 2017 openen. De doorontwikkeling van het trolleysysteem in Arnhem (Trolley 2.0). Er wordt door de in samenwerking met de gemeente Arnhem een plan van aanpak op voor een onderzoek naar de exploitatie en financiële aspecten. Dit zal ook terugkomen in de scenario s met betrekking tot het pad naar zero mission in2025. In het kader van het Gelders energieakkoord (GEA) werken wij mee aan een verkenning naar de financiële en technische haalbaarheid om remenergie uit treinen terug te voeren naar (elektrische) bussen, met een alternatief financieringsmodel. Op 21april is op IPKW het Clean Mobility Centrum (CMC) geopend. Uit dit bedrijveninitiatief kunnen ontwikkelingen op duurzaam vervoer voortkomen waarbij ons gevraagd om te faciliteren. Wij staan hiervoor open. In het najaar 2016 komen wij met een Statenbrief over mogelijke opties, gebaseerd op de bovenstaande onderzoeken en projecten. Separaat zijn de mogelijkheden voor verduurzaming van het regionaal spoor aan de Staten voorgelegd (zie infoblad OM59). Fasering en status besluitvorming: Besluitvorming over inzet van middelen is nog niet aan de orde. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: N.n.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Energietransitie Vervoerders: Arriva, Syntus en Connexxion Hoewel in de regio de bussen op groengas of stroom rijden zullen we deze regio wel betrekken in de verkenning, want ook daar vindt een discussie plaats over bijv. partiële bovenleiding, Trolley 2.0 en toepassing van waterstof. In stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen is duurzame mobiliteit een expliciet genoemd thema. OV visie (OM14) Transitie brandstof spoor (OM59) Trolley 2.0 (OM74)

50 OM71 Naam: Kwaliteitsverbetering IJssellijn 2015 OM71 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Stedendriehoek, stedelijk netwerk Arnhem- Nijmegen C. Bieker Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Openbaar vervoer en mobiliteit Gelderland Subthema Trein (Hoofdrailnet) De IJssellijn is de naam voor de Intercity (hierna: IC) tussen Zwolle Roosendaal. De treindienst bedient 12 stations tussen begin- en eindpunt en gaat over het grondgebied van de s Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. Het contrast tussen de stations is groot. Enerzijds gaat het om vrijwel alle belangrijke stations in de brede Randstad, anderzijds is een aantal van deze stations eigenlijk geen IC-station, maar worden deze wel door de IJssellijn bediend. Deze lijn is de enige IC die niet door de Randstad rijdt en verbindt via de diverse knooppunten en deeltrajecten belangrijke (ruimtelijk economische) regio s met elkaar. De IJssellijn functioneert als schakel op internationaal, nationaal én regionaal schaalniveau. Tegelijk is de punctualiteit, betrouwbaarheid en snelheid van de IJsselijn laag. Dit is het gevolg van de enkelsporige baanvakken, gelijkvloerse aansluitingen, het rijden op relatief kwetsbare baanvakken (hoog aantal treinen, goederentreinen, beperkte infrastructuur) en beperkte perroncapaciteit. De tekortkomingen in de infrastructuur worden op dit moment vooral opgevangen door lange stoptijden en door langzamer te rijden. Het verbeteren van de onderlinge bereikbaarheid tussen Noord-, Oost- en Zuid-Nederland, via de spoorverbinding Zwolle Roosendaal, met voldoende capaciteit, goede overstappen en goede aansluitingen op de belangrijkste knopen. De IJssellijn moet op termijn voldoen aan de doelen en ambities zoals in de Lange Termijn Spoor Agenda (hierna: LTSA)-Oost. Dit betekent dat de s ambitie hebben om de IJssellijn een volwaardige IC verbinding te laten zijn, met de bijbehorende robuustheid, betrouwbaarheid en snelheid. In 2015 is in samenwerking met de s Overijssel en Noord-Brabant een verkennend onderzoek uitgevoerd naar de corridor Zwolle - Roosendaal, waarin naast bereikbaarheid (via de verschillende modaliteiten, waaronder het spoor) ook is gekeken naar het economische belang van deze corridor. NS, ProRail en Ministerie IenM zijn betrokken geweest bij dit onderzoek (en inschatting van kosten voor maatregelen), dat eind maart 2016 ter informatie is gestuurd aan Provinciale Staten. Inmiddels is in de Overijssel een motie aangenomen m.b.t. de spoorverdubbeling tussen Deventer en Olst, één van de knelpunten op de IJssellijn. De andere evidente knelpunten op deze corridor betreffen de brug bij Ravenstein en de spoorknoop (gelijkvloerse kruising) Arnhem-Oost. Fasering en status besluitvorming: Na besluit GS is ingezet op een verdieping van het onderzoek om de kosten/baten van maatregelen en het effect daarvan voor de regionale economie in beeld te brengen. Dit zal naar verwachting begin 2017 gereed zijn. Ook zal de lobby IJsselljjn nader worden ingevuld. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: Het verdiepend onderzoek (tweede fase van de verkenning) kost circa 0,1 miljoen kosten. De kosten van maatregelen aan het (hoofd)spoor lopen naar verwachting in de vele tientallen miljoenen. Bijdrage Gelderland: Rekening wordt gehouden met een bijdrage van 0,03 miljoen aan het verdiepende onderzoek, te financieren uit de reeds beschikbare e middelen voor planstudies spoor. Verdeling kosten: N.t.b. De onderzoekskosten zullen in elk geval worden gedragen door de 3 s. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Overijssel, Noord-Brabant (in volgende fasen op te schalen naar andere partners) Beter Benutten Vervolg Stadsregio Arnhem Nijmegen (SB12) Beter Benutten Vervolg Stedendriehoek (SB16) Spoorknoop Arnhem-Oost (voorheen OM45, nu integraal onderdeel van dit project OM71) Spoorbrug Ravenstein (voorheen OM46, nu integraal onderdeel van dit project OM71) Planstudies spoor (U-OM68) ICE-verbinding Amsterdam-Arnhem-Frankfurt (OM75) Spoorinfrastructuur Elst (OM02) Overweg Rijksweg-Noord (OM73) Stand van zaken: In de drie s is bestuurlijke bereidheid uitgesproken om kwaliteitsverbetering van de IJssellijn stapsgewijs in te vullen. De scope voor de noodzakelijk geachte (hoge) investeringen ligt voor na Daarnaast is de ambitie ook onderwerp van gesprek met Ministerie IenM en in het bijzonder het Toekomstbeeld OV 2040 dat samen met Ministerie IenM en s wordt op. Per eind 2016 wordt de IJssellijn tussen Arnhem en Nijmegen wel versneld. De verwachting is dat er spanning gaat ontstaan in de afwikkeling van de dienstregeling bij Arnhem (Oost), als gevolg van de versnelling, de komst van de RE19 (sprinter Arnhem - Dusseldorf) en de groei van het goederenvervoer over het spoor. Eventuele consequenties zullen we samen met ProRail en de vervoerders in beeld gaan brengen.

51 OM72 Naam: Tarievenrichtlijnen Oost OM72 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Gelderland, Flevoland en Overijssel M. Kassenberg Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Openbaar Vervoer & Mobiliteit Provincie Subthema Overig Landelijk wordt er gewerkt aan een nieuwe productportfolio voor het landelijk tarievenkader. De overleggen met consumentenorganisaties hebben aangegeven dat er een wildgroei is aan tarieven. Bovendien is er nog steeds sprake van lastige en soms dure situaties voor reizigers die concessiegrenzen overschrijden. De landelijke discussie verloopt traag. Omdat we ook op regionaal niveau behoefte hebben aan eenduidige tarievenvisie die bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen van het OV zullen we daarom tarievenrichtlijnen Oost opstellen, samen met de s Flevoland en Overijssel. Daar komt bij dat diverse dossiers, zoals rode diesel, de studentenkaart, gebruiksvergoeding spoor, de afgelopen tijd hebben geleid tot discussies over (verhoging van de) tarieven. Een aantal heldere richtlijnen waarin de belangrijkste uitgangspunten voor het tarievenbeleid worden benoemd die bijdragen aan het behalen van de provinciale doelstellingen. Op die manier ontstaat er duidelijkheid voor vervoerders en andere partijen aan welke uitgangspunten nieuwe producten en tarieven moeten voldoen. Zo halen we onze doelstellingen op een efficiëntere manier en heeft regio Oost een duidelijke en transparante inbreng in de landelijke discussies. OV visie (OM14) Basismobiliteit (OM07) LTSA-Oost Stand van zaken: Met de drie s zijn de verschillen en overeenkomsten in de huidige uitgangspunten op een rij gezet. Met vervoerders en Rocov zijn diverse scenario s op en deze zijn doorgerekend op effecten voor reizigers en voor de opbrengsten. De drie s zullen met advies van de Rocov s (regionaal overleg consumentenbelangen OV, in de verschillende s) komen tot een gezamenlijke voorstel voor een tarievenrichtlijn OV. Fasering en status besluitvorming: In de herfst van 2016 zullen de tarievenrichtlijnen aan PS worden voorgelegd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: Voor de doorrekeningen is een budget nodig van circa Dit wordt gefinancierd uit de gelden die beschikbaar zijn voor het concessiebeheer. Verdeling kosten: Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: - Overijssel, Flevoland, Arriva, Syntus, Connexxion (Hermes), Rocov Gelderland

52 OM73 Naam: Overweg Elst Rijksweg-noord OM73 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, C. Bieker Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Gemeente Overbetuwe/ (keten)mobiliteit Aanleiding/Achtergrond + beschrijving knelpunt of kans Op het baanvak Arnhem Nijmegen is de overweg Elst Rijksweg Noord in de gemeente Overbetuwe een knelpunt. Als gevolg van de vele treinen ligt de overweg gedurende langere tijd dicht. Tevens zijn er veel storingen aan de overweg. Dit veroorzaakt onveiligheid, beperkt de capaciteit op het spoor en zorgt voor barrièrewerking in de gemeente. Dit geldt voor de bestaande situatie maar zeker voor de toekomstige situatie met meer treinen (De versnelling van de IC s van de IJssellijn en de toevoeging van extra sprinters op dit traject per eind 2016). Het oplossen van dit knelpunt is geen concreet onderdeel van de Spoorinfrastructuur Elst (zie infoblad OM02), maar wel randvoorwaardelijk voor het kunnen rijden van alle treinen in de spoorknoop Elst. Vervangen overweg Rijksweg-Noord (en de nabijgelegen overweg 1e Weteringswal) Elst) door ongelijkvloerse kruisingen. Hiermee wordt een structurele oplossing gecreëerd voor een groot knelpunt op de spoorverbinding Arnhem Nijmegen en wordt tevens barrièrewerking voor het verkeer binnen en door de gemeente Overbetuwe verminderd. Het baanvak Arnhem Nijmegen wordt dan overwegvrij (en minder storingsgevoelig). Stedelijke bereikbaarheid (SB01) Spitsmijden Mobiliteitsmanagement (OM32) Spoorinfrastructuur Elst (OM02) Stand van zaken: Voor de korte termijn gaat ProRail seinen verplaatsen ter hoogte van Elst waarmee het knelpunt Rijksweg Noord tijdelijk wordt opgelost. Dit is echter gelet op de groei van het aantal treinen op dit traject geen duurzame oplossing voor de nabije toekomst. Fasering en status besluitvorming In het BO is overeengekomen dat Prorail en de Gelderland niet risicodragend participeren; Gemeente Overbetuwe participeert risicodragend en voordeel nemend; de gemeente mag ervoor kiezen om het viaduct bij de 1 e Weteringswal naar eigen wens uit te breiden voor meerdere modaliteiten (maar moet dan ook de meerkosten betalen) Op korte termijn wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen Prorail en gemeente Overbetuwe gepresenteerd, waarin de afspraken verder bekrachtigd en in vastgelegd worden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Tussen de 15,0 miljoen en 16,2 miljoen voor twee ongelijkvloerse kruisingen, waarvan één volwaardige tunnel (RW-Noord). Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 5,0 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 5,0 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: Ministerie IenM / Prorail 7 miljoen uit NANOV middelen Gemeente Overbetuwe minimaal 3,0 miljoen, waarvan 1,3 miljoen uit subsidie SPODO (Rijk) Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Gemeente, regio, vervoerders Arriva en NS, Prorail Als toekomstvaste maatregelen bij Rijksweg Noord (en de nabijgelegen overweg 1e Weteringsewal) moet gedacht worden aan ondertunneling van het spoor. In opdracht van de gemeente Overbetuwe is gewerkt aan een aantal varianten voor ongelijkvloerse oplossingen voor beide overwegen. Deze studie is in augustus 2015 afgerond en besproken in een BO met ProRail en gemeente Overbetuwe (september 2015) In het Bestuurlijk Overleg (BO) van september 2015 zijn de voorkeursoplossing en financiering besproken. In het BO is afgesproken: 1. Instemmen met het opheffen van zowel de overweg Rijksweg-Noord als de 1e Weteringsewal; 2. Instemmen met het vervangen van de overweg Rijksweg-Noord door een volledige tunnel (alle verkeer); 3. Instemmen met het vervangen van de overweg 1e Weteringsewal waarbij Overbetuwe een definitieve keuze voor een ongelijkvloerse kruising maakt uiterlijk op het moment van indienststelling van de volledige tunnel in de Rijksweg Noord; 4. Instemmen met de voore fasering: eerst Rijksweg-Noord, (meteen) gevolgd door de 1e Weteringsewal.

53 OM74 Naam: Trolley 2.0 Arnhem >2017 OM74 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Arnhem/Nijmegen J. Harmsen Huidige fase: Pre-verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Gemeente Arnhem Subthema Bus Trolley 2.0 is de doorontwikkeling van de bestaande trolleytechniek. Deze doorontwikkeling kan kansen bieden voor alle betrokken partijen. Innovatieve gelede trolleybussen die zijn uitgerust met innovatieve accutechnieken kunnen op delen van trajecten bovenleidingloos rijden (trolley 2.0). Dat maakt het mogelijk om een trolleyroute te verlengen waar de bovenleiding eindigt, of kan er een extra lus door een wijk of naar een bestemming worden toegevoegd. Uitgangspunt voor Trolley 2.0 is om de trolleytechniek te moderniseren om daarmee het voorzieningenniveau van het openbaar vervoer in stad en regio in stand te houden. Het onderzoek is in een afrondende fase. Het eindrapport wordt dit voorjaar verwacht. Fasering en status besluitvorming: Op basis van de resultaten van het onderzoek zal het voor de als concessieverlener/opdrachtgever mogelijk zijn om het investeringsvraagstuk voor de invoering van trolley 2.0 te beoordelen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: De onderzoekskosten van de verkenning worden gefinancierd uit bestaande middelen van de voormalige Stadsregio (de reserve trolleyforfait, per eind 2014 circa 2,7 miljoen). De kosten voor het invoeren van Trolley 2.0 en het vervangingsvraagstuk van bussen in Nijmegen zijn nog niet bekend en worden in het onderzoek in beeld gebracht. Verwacht wordt dat een voorstel hiervoor wordt voorgelegd bij de begroting Relatie andere programma s: Milieu, energie en klimaat. Gemeente Arnhem, vervoerder Voor de Gelderland en de gemeente Arnhem is het nog onvoldoende duidelijk wat de mogelijkheden en kansen op operationeel niveau zijn van Trolley 2.0 in de stedelijke regio Arnhem- Nijmegen. In de tweede helft van 2015 is daarom een onderzoek gestart om dit in beeld te brengen. De veronderstelling is dat door de inzet van trolleybussen zonder bovenleiding op trajecten waar nu een gasbus rijdt, dubbele exploitatie op de gezamenlijke trajecten verminderd kan worden. Hierdoor zou een efficiëntie kunnen worden gerealiseerd waarmee een uitbreiding in het voorzieningenniveau kan worden gerealiseerd of een bezuiniging kan worden opgevangen. Naast een daling van het beschikbare exploitatiebudget zal de vraag naar openbaar vervoer wel toenemen. Daarnaast hoeft er door Trolley 2.0 bij wegwerkzaamheden nagenoeg geen alternatief vervoer ingekocht te worden door de wegbeheerder, maar kunnen de trolleys afwijken van de vaste routes. Dat scheelt jaarlijks een aanzienlijk budget bij onderhoudswerkzaamheden door de gemeente. Parallel aan de vervanging van trolleybussen loopt het vraagstuk van de vervanging van 75 gasbussen in Nijmegen. Deze bussen dienen in de periode te worden vervangen. Daarbij kan mogelijk een deel van de gasbussen uit Arnhem, die vrijvallen bij invoering van Trolley 2.0, tijdelijk worden ingezet in Nijmegen. Voor de Gelderland en de gemeente Arnhem is het, zoals hierboven omschreven, nog onvoldoende duidelijk wat de mogelijkheden en kansen op operationeel niveau zijn van Trolley 2.0 in de stedelijke regio Arnhem-Nijmegen. Het onderzoek moet antwoord geven op de volgende vragen: Welke operationele voordelen (milieu, economisch, financieel, strategisch) zijn te realiseren door het inzetten van Trolley 2.0 in de exploitatie van het openbaar vervoer in de stedelijke regio Arnhem Nijmegen op korte- ( ), middellange termijn ( ) en lange termijn (>2025)? Is het mogelijk om deze voordelen te realiseren met een vergelijkbare techniek? Welke stappen moeten er gezet worden om te komen tot het maximaal voordelige resultaat van onderzoeksvraag 1 op de korte termijn ( ), middellange termijn ( ) en lange termijn (>2025) en welke investeringsstrategie kan hiervoor gebruikt worden? Welke stappen dienen gezet te worden om te komen tot een zero-emissie concessie in 2023? Exploitatie openbaar vervoer (U-OM66) Duurzaam Openbaar Vervoer/Bus (OM70) Stand van zaken: Door de gemeente Arnhem en de is een gezamenlijk onderzoeksvoorstel op voor een proefproject met nieuwe accutechnieken. Dit project is ingediend bij de Euregio in Kleve voor het Europese subsidieprogramma INTERREG 5a.

54 OM75 Naam: Kwaliteitsverbetering ICE Amsterdam-Arnhem-Frankfurt 2015 OM75 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen C. Bieker Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Openbaar vervoer en mobiliteit Gelderland Subthema Trein (Hoofdrailnet) Het traject Amsterdam - Utrecht Arnhem Frankfurt is een belangrijke schakel in het Europees lange afstands spoornetwerk. Deze spoorverbinding vormt een belangrijk onderdeel van de Rhine Alpine corridor en maakt onderdeel uit van het kernnetwerk van Europese corridors. De huidige ICE verbindt de noord- en zuidvleugel van de Randstad via Utrecht en Arnhem met de regio Rijn- Ruhr. Ook draagt de ICE bij aan de binnenlandse vervoervraag. Hiermee heeft Nederland een volwaardige positie in de steeds belangrijker wordende internationale treinverbindingen van en naar Duitsland. In 2015 reisden op deze verbinding en op de Berlijntrein (Amersterdam Hengelo Berlijn (D)) meer dan 2,3 miljoen reizigers. Er werd ten opzichte van het jaar daarvoor 7% groei van het aantal reizigers bereikt. Vanaf het begin van de samenwerking tussen NS en DB hebben bijna 17 miljoen internationale reizigers gebruik gemaakt van beide verbindingen. De internationale treinen kunnen veel betekenen voor de nationale en regionale economie, maar dan is een verdere investering op zijn plaats. Op dit moment kampt de ICE regelmatig met vertragingen, is het aantal vertrekmomenten per dag beperkt (6-8 maal per dag) en vindt er discussie plaats over de inzet van materieel (bijvoorbeeld over het samengaan van ICE en City Night Line). Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de uitstraling en ambitie om snelle comfortabele treinen op deze verbindingen te bieden. Er worden maatregelen getroffen die bijdragen aan het ICE product. Uitgezocht moet worden welke maatregelen in de infra en het materieel (inclusief marketing) nodig zijn voor een verdere kwaliteitsverbetering. De gelijkvloerse kruising bij Arnhem-Oost (zie ook infoblad OM71 Kwaliteitsverbetering IJssellijn) is een maatregel die daarbij ook wordt betrokken. Het beoogde eindbeeld is een sterk verbeterde ICE, met name ten aanzien van de betrouwbaarheid, de snelheid en de frequentie. materieel; 4. Versterken van de ICE en de Berlijn-trein door een meer betrouwbare uitvoering van de dienstregeling vanaf 2017 monitoren waar vertraging wordt opgelopen en een plan van aanpak maken om die vertragingen te voorkomen; 5. Vanuit partners (gemeenten, bedrijven) in samenwerking met NS International het marktaandeel van de ICE verder versterken met gerichte acties richting reizigers. In 2016 worden gesprekken gevoerd met partners langs deze corridor om de ambities voor een verbeterde ICE gezamenlijk in te vullen. Gelderland doet mee aan een Europees project Rhine-Alpine Interregional Seamless and Integrated Travel Chain (RAISE-IT). Dit project maakt onderdeel uit van de aanpak van de Rhine-Alpine corridor voor personenverkeer vanuit het Europese kernnetwerk van corridors. Met de gemeente Arnhem is de samenwerking al opgepakt en wordt in 2016 nader in gevuld Fasering en status besluitvorming: N.t.b. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totaal kosten: N.t.b. Voor onderzoekskosten is een beperkt budget beschikbaar Bijdrage Gelderland: Rekening wordt gehouden met een bijdrage van 0,03 miljoen aan het onderzoek, te financieren uit de reeds beschikbare e middelen voor planstudies spoor. Verdeling kosten: N.t.b. Eventuele onderzoekskosten zullen worden gedragen door betrokkken partijen. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Metropoolregio Amsterdam, Schiphol, prv Utrecht, NRW. Eventueel op te schalen in loop van het proces Stedelijke bereikbaarheid (SB01) Beter Benutten Vervolg Stadsregio Arnhem Nijmegen (SB12) Spoorknoop Arnhem-Oost (OM45) Planstudies spoor (U-OM68) Kwaliteitsverbetering IJssellijn (OM71) Stand van zaken: In 2016 worden relevante partijen gevraagd naar hun ambitie met betrekking tot de ICE en hun bijdrage aan de verbeterslag. In de nog te organiseren Internationale top over grensoverschrijdende OV (juni 2016 of 2017) en op andere bestuurlijke momenten, wil de regio Oost voor zowel ICE als Berlijn-trein het belang van kwaliteitsverbetering van het internationaal spoor onder politiek bestuurlijke aandacht brengen, met de volgende boodschap: 1. Vaststelling van het belang van de ICE verbinding Amsterdam - Utrecht - Arnhem Frankfurt (en IC Amsterdam Hengelo Osnabrück - Berlijn) voor Nederland en Duitsland; 2. Inzetten op het versterken van de ICE verbinding en bestaande inframaatregelen op de route Amsterdam - Utrecht - Arnhem Frankfurt met kracht doorzetten 3. Versterken van de ICE door het product uit te breiden naar één keer per uur met volwaardig ICE

55 OM76 Naam: Toiletten in regionale treinen 2016 OM76 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS , PS , , PS , PS , PS Motie: 11M58, 13M61 Openbaar vervoer & Mobiliteit. Regio( s): Achterhoek, Rivierenland, FoodValley, Stedendriehoek C. Bieker Trein (regionaal) Huidige fase: Initiatief In motie 11M58 (september 2011) hebben GS de opdracht gekregen om bij de volgende aanbestedingen toiletten in alle regionale treinen als eis op te nemen. GS is tevens gevraagd een inventarisatie te maken van sanitaire voorzieningen op alle stations en een voorstel voor te bereiden voor realisatie van toiletten op stations langs regionale spoorlijnen in Gelderland. Knelpunt Reizigers in het openbaar vervoer hebben behoefte aan een toilet op het station, maar daarnaast is er ook een grote behoefte aan een toiletvoorziening in treinen. Dit wordt ook door Provinciale Staten breed gedeeld. PS hebben in 2011 besloten geen toiletten in treinen te realiseren gedurende de huidige concessies, maar om dit voor te schrijven in de nieuwe concessies die vanaf 2021 ingaan. Kwaliteitsverbetering Arnhem - Winterswijk (OM22) Kwaliteitsverbetering Valleilijn (OM35) Op termijn zijn alle treinen op de regionale spoorlijnen in Gelderland voorzien van een toilet. Realisatie daarvan vindt plaats in de periode in het kader van de nieuwe aanbestedingen van het regionaal spoor. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Voor de ingebruikname van een toilet in de treinen van het regionaal spoor (38 treinen) moet rekening worden gehouden met gefaseerde uit te geven extra eenmalige en structurele (exploitatie)kosten. Totaal kosten: In 2018 worden 2 treinen omgebouwd vanuit de reservering voor de Valleilijn. Ook wordt dan een afvanginstallatie voor het reinigen en onderhouden van de toiletten gerealiseerd. De inbouw van toiletten in de overige treinen vanaf 2020 wordt geraamd op 6,3-8,4 miljoen, exclusief de tijdelijke inhuur van materieel en spoorwerk van 2,7-3,0 miljoen en de realisatie van afvanginstallaties bij stations van 0,6 miljoen. In totaal dus tussen de 9,6 miljoen en 12,0 miljoen. Hiervoor zijn op dit moment geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Vervolgens is 3,7 miljoen per jaar nodig voor de exploitatie. Bijdrage : Omdat een toilet geen onderdeel was van de concessieafspraken met de vervoerder zal de Gelderland 100% van deze kosten dragen. Cofinanciering: N v.t. Exploitatiekosten: Valleilijn: Structureel (exploitatie) op basis van 3 treinstellen (2 nieuw, 1 bestaand): 0,27 miljoen per jaar. Overige treinen: structureel (op basis van 38 treinen): 3,4 miljoen per jaar Relatie andere programma s -- Concessiehouders OV Elders in Nederland worden ook stappen gezet om in (regionale) treinen toiletten te plaatsen (ombouw of bij bestelling nieuwe treinen). Ministerie IenM heeft als doel om uiterlijk in 2030 treinen te voorzien van een toilet. Eerdere statenbrieven en moties: Statennotitie Toiletten Regionale treinen ( ) Statenvragen Hoge Nood in treinen ( ) Stand van zaken: In een debat over de beschikbaarheid van een toilet in regionale treinen (PS februari 2016) is geconcludeerd dat bij tussentijdse instroom van nieuw materieel dit materieel moet worden voorzien van een toilet dat ook zo spoedig mogelijk gebruikt moet kunnen worden (afhankelijk van realisatie van een noodzakelijke afvanginstallatie op het emplacement). Bij de aanschaf van het nieuwe materieel van de Valleilijn dat in de loop van 2016 zal worden besteld zal ook een toiletvoorziening worden voorgeschreven. Aan de vervoerder wordt ook opdracht gegeven om een zogenaamde afvanginstallatie te realiseren bij station Amersfoort. Voor de overige treindiensten geldt dat de verplichting tot inbouw van een toilet in het (bestaande, door nieuwe concessiehouder over te nemen) materieel in het bestek/concessie wordt opgenomen. Fasering en status besluitvorming:

56 RV01 Naam: Nijmegen, Dorpensingel Oost/ontsluiting Bemmel Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stadsregio Arnhem Nijmegen. L. Olthof Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Weginfra Gemeente Nijmegen in samenwerking met gemeente Lingewaard Al bijna twintig jaar staat de aanleg van de Dorpensingel-Oost in de plannen van de gemeenten Lingewaard en Nijmegen. In een motie, die in januari 2010 door de Raad van Nijmegen is aangenomen, is er voor gekozen het doorgaand verkeer uit Bemmel buiten de oostelijke woongebieden van Nijmegen-Noord om te leiden en is de Dorpensingel weer opgenomen als regionale verbinding met Bemmel. Ook voor Lingewaard is de verbinding van belang; de verbinding moet zorgen voor een betere ontsluiting van de gemeente. De ruimtelijke ontwikkelingen hebben inmiddels al vorm gekregen. Omdat de totale financiering vooralsnog niet rond is gekomen is door beide gemeenten eind 2015 besloten om een andere variant te gaan onderzoeken: ontsluiting via de bestaande Stationsstraat en Ressensestraat, met gebruik van de op- en afrit voor lijnbussen, noordelijk van de ovatonde. De verwachting is dat het plan hiervoor medio 2016 in beide colleges wordt besproken en vast. De Dorpensingel Oost verbindt de Ovatonde in de Prins Mauritssingel/A325 met de Zandsestraat, de oude regionale verbindingsweg tussen Bemmel via Lent naar Nijmegen. Beide gemeenten willen nog voor de zomer belangrijke stappen zetten. De totale kosten worden geraamd op 3,5 miljoen en zullen door beide gemeenten worden opgebracht. Fasering en status besluitvorming Het nieuwe plan zit in de onderzoeksfase. Van de worden geen middelen gevraagd wel inhoudelijke afstemming. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: De totale kosten worden geraamd op 3,5 miljoen. Bijdrage : Vooralsnog zijn er geen financiële middelen nodig. Cofinanciering: Beide gemeenten hebben (voldoende) middelen op de begroting opgenomen. Exploitatiekosten: n.v.t. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Gemeenten Lingewaard en Nijmegen De Stationsstraat / Ressensestraat is een bestaande route, waarvan de vormgeving in lijn moet worden gebracht met de voorziene functie van gebiedsontsluitngsweg. De kruising met het Rijnwaalpad en het inpassen van HOV-lijn 300 tussen Arnhem en Nijmegen vormen aandachtspunten bij de inpassing. Ontsluiting Bemmel Gezien de ruimtelijke en economische ontwikkelingen en het beperkt aantal aansluitingen op het hoofdwegennet, is er sprake van urgentie om de bereikbaarheid van Bemmel op peil te houden. Een goede directe aansluiting van Bemmel op de A325 ontbreekt. Ontlasten woongebied Waalsprong Door de aanleg van de Dorpensingel of ontsluiting via de Ressensestraat, wordt het doorgaand autoverkeer om de oostelijke woongebieden van de Waalsprong geleid. De verkeersintensiteit binnen die (deels nog te ontwikkelen) woongebieden zal hierdoor aanmerkelijk lager worden. Samengevat gaat het om de bereikbaarheid van Bemmel en het beperken van de verkeersoverlast in dit deel van de Waalsprong. Relatie met andere projecten: RijnWaalpad A15 Onderliggend wegennet (RV62) HOV-lijn 300 Stand van zaken: De gemeenten Nijmegen en Lingewaard zijn de mogelijkheden van de ontsluiting via de Ressensestraat aan het onderzoeken. Men verwacht nog voor het zomerreces 2016 besluiten te kunnen nemen. De wordt hierbij betrokken en geconsulteerd vanwege de HOV-functie, de kruising van het Rijnwaalpad en de relatie met de A325.

57 Naam: Zevenaar, Verkeerssituatie Babberich 2015 RV02 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen R. Pauls Huidige fase: Pré-verkenningsfase Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Provincie Provinciale weginfra RV02 In het kader van de gebiedsontwikkeling Zevenaar-oost is bij de gemeente Zevenaar de wens ontstaan om een verbinding te maken tussen de aansluiting van de N811/N336 via het bedrijventerrein 7-Poort naar de nieuwe aansluiting op de A12. Deze verbinding staat beter bekend onder de naam Doortrekking Witte Kruis. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Cofinanciering: N.n.b. Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : Vooralsnog zijn er geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s Gemeenten Zevenaar, Rijnwaarden en Emmerich, Baksteenindustrie Rijnwaarden In juni 2013, bij de behandeling van het MIAM in de commissie MIE, heeft de gemeente gevraagd of de mee wil doen aan het actualiseren van de studie uit Daarop is positief gereageerd. De actualisatie van de studie Doortrekking Witte Kruis is gereed. De resultaten wijzen op een beperkte afname van het verkeer in de kom Babberich en tussen Babberich en Zevenaar. Maar ook op een toename van verkeer op het Witte Kruis. Doortrekking van het Witte Kruis helpt dus niet om leefbaarheidsproblemen te verminderen of op te lossen. In september 2014 is er bestuurlijk overleg geweest tussen Gelderland en gemeente Zevenaar. Daarin is afgesproken samen een reguliere en objectieve verkenning te starten, zonder vooringenomenheid over het al dan niet doortrekken van het Witte Kruis en met ruimte om te kijken naar nut en noodzaak van probleem en oplossingsrichtingen. Op 18 januari 2016 is er Bestuurlijk Overleg geweest tussen en gemeente Zevenaar. Beide partijen kunnen instemmen met het initiatief om verder te gaan met de pré-verkenningsfase. Op basis van de aard en omvang van de geconstateerde problematiek, wordt de scope van de pré-verkenning beperkt tot maatregelen op de bestaande infrastructuur. Grootschalige maatregelen waarbij nieuwe infrastructuur wordt aangelegd, zoals de doortrekking van Witte Kruis, worden wel benoemd maar niet inhoudelijk in deze préverkenning meegenomen als reële oplossingsmaatregel. De doelstelling is om te kijken of partijen in gezamenlijkheid tot maatregelen of een maatregelenpakket kunnen komen, vanuit een gezamenlijk onderkende probleemstelling over de verkeerssituatie in en rond Babberich. Het project volgt hierin de werkwijze MIAM. Afgesproken is dat Gelderland de leidende partij is voor wat betreft de gang van zaken betreffende de fasering. Er wordt rekening gehouden met ruimtelijke economische en demografische ontwikkelingen in het gebied. De opdracht bestaat uit de pré-verkenningsfase waarin de blik wordt gericht op mogelijke oplossingsrichtingen die in verhouding/relatie staan tot de geconstateerde problemen. A15 onderliggend weggennet (RV62). Bestuurlijk overleg met Zevenaar zal uitwijzen of het beoogde project naar de verkenningsfase gaat. Fasering en status besluitvorming: Project zit in de pré-verkenningsfase. Rond de zomer 2016 verwachten we meer inzicht in de mogelijke oplossingsrichtingen.

58 RV07 Naam: N346 Rondweg Lochem < >2017 RV07 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stedendriehoek M. Schurink Huidige fase: Planvoorbereiding Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid. Provinciale weginfra De provinciale weg N346 ten noorden van Lochem moet meer verkeer kunnen verwerken. Daarnaast moet de weg veiliger worden. De regionale verbindingen tussen de A1 / Oost-Achterhoek en Zutphen / Twente vragen om een verbetering. Dusdanig dat tevens een bijdrage wordt geleverd aan de ontlasting van het centrum van Lochem. Er wordt een nieuwe oeververbinding over het Twentekanaal gemaakt, deze zal de huidige Lochemse brug vervangen, die op dit moment een knelpunt is vanwege de aslastbeperking. Stand van zaken: Er is een ontheffing verkregen voor het verstoren van roeken (beschermde vogelsoort). Hierdoor kan het zogenaamde Tussenvariant worden gerealiseerd. In 2016 wordt het Inpassingsplan op, waarin ook alle afspraken met relevante stakeholders worden vastgelegd. In februari 2014 heeft Bestuurlijk Overleg plaatsgevonden tussen de en de gemeente Lochem. Op grond van de uitgevoerde verkenning hebben de bestuurders onderling uitgesproken om de Tussenvariant tot voorkeursvariant te benoemen. Deze variant kent veel draagvlak, is uitvoerbaar en biedt een toekomst vaste oplossing voor de verkeersproblematiek rond Lochem. Fasering en status besluitvorming: In de PS vergadering van 9 juli 2014 is PS via een Statenbrief uitvoerig geïnformeerd over dit project en de bijbehorende aanpak, het voorkeursalternatief en de kosten. De planning is er op gericht om medio 2016 het ontwerp inpassingsplan te laten vaststellen door GS. Na het onherroepelijk worden van het inpassingsplan (in 2017) kan de aanbesteding starten. Voor de aanbestedingsfase tot definitieve gunning moet rekening worden gehouden met een periode van driekwart jaar. Het moment van de daadwerkelijke uitvoering is mede afhankelijk van de voortgang met de grondverwerving, waarvoor nu volop overleg wordt gevoerd met partijen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 55,8 miljoen. De raming wordt in 2016 geactualiseerd. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 39,5 miljoen Beschikbaar 14,3 miljoen Totaal 55,8 miljoen Financieringsbron: Voormalige wegenbouwreserve Cofinanciering: 2,0 miljoen Exploitatiekosten: N.n.b. Relatie andere programma s Gemeente Lochem, Bedrijvenkring, Ministerie IenM.

59 RV13 Naam: Doortrekking A15 < RV13 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s). Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen E. Vermeulen Huidige fase: Planvoorbereidingsfase Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Ministerie van IenM Rijksinfra Het doortrekken van de A15 is een rijksproject dat zowel voor de regio als voor de ontwikkeling van de achterlandverbindingen van groot belang is. In 2006 is de eerste bestuursovereenkomst over de planfase en financiering tussen het Rijk en regio gesloten. In 2011 is een aanvullend akkoord gesloten over de financiering. In dit akkoord werd de bijdrage van de fors verhoogd. De minister van IenM, de gedeputeerde van de en de voorzitter van de toenmalige Stadsregio Arnhem Nijmegen hebben in juli 2013 de definitieve bestuursovereenkomst over de aanleg van de A15 ondertekend. In deze overeenkomst zijn de financiële en organisatorische afspraken vastgelegd. Met dit bestuurlijke akkoord kunnen de en de regio verder met de voorbereidingen voor de aanleg van de weg tussen knooppunt Ressen en de A12. De doortrekking van de A15 van knooppunt Ressen naar de A12 tussen Duiven en Zevenaar inclusief aanpassingen aan de bestaande delen van de A15 en de A12 draagt bij aan een robuust hoofdwegennetwerk in de regio. Dit vergroot de bereikbaarheid en versterkt de ruimtelijk economische ontwikkeling. De totale kosten voor de doortrekking van de A15 bedragen 900 miljoen. Bijdrage : Provinciale bijdrage voor de realisatie van 360,0 miljoen (2011). Deze bijdrage is intussen via subsidiebeschikking overgemaakt aan het Rijk. Van de provinciale bijdrage wordt 35,0 miljoen bestemd voor de inpassing en aansluiting van het onderliggend wegennet (zie infoblad RV62). Daarnaast is er door een garantstelling afgegeven van 60,0 miljoen voor tegenvallende tolopbrengsten. Hiervoor is een reservering van 50% gemaakt in het MIG (na 2020). Cofinanciering: Stadsregio Arnhem Nijmegen: 12,5 miljoen Ministerie van IenM: 527,5 miljoen, waarvan 282,5 miljoen vanuit de tolopbrengsten. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s Ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, grondgebonden gemeenten Doortrekking A15, uitvoering (U-RV13) A15, Onderliggend wegennet(rv62) Stand van zaken: In november 2015 tekenden de en het Rijk een bestuursovereenkomst die vastlegt welke aanvullende maatregelen de verantwoordelijkheid van de zijn en welke extra maatregelen worden opgenomen in het tracébesluit. In het A15-hoofdproject zijn dankzij de bestuursovereenkomst namelijk ook extra maatregelen opgenomen die en gemeenten hebben bepleit, zoals een grondwal langs een deel van de A15 en een overkapping (deksel) bij Helhoek. In november 2015 heeft de minister het ontwerptracébesluit gepubliceerd en zes weken ter visie gelegd. Ook waren er diverse informatiebijeenkomsten in de regio, waarbij de uiteraard ook betrokken was. Het Rijk analyseert nu de binnengekomen zienswijzen en verwerkt deze waar mogelijk in de plannen. In september/oktober 2016 willen Gedeputeerde Staten het ontwerp inpassingsplan voor de maatregelen op het Onderliggend Wegennet vrijgeven en ter visie leggen. Hierna kan de minister het tracébesluit definitief maken; er is dan immers zekerheid over voldoende doorstroming op het onderliggend wegennet. De geplande openstelling is tussen 2021 en Fasering en status besluitvorming: Besluitvorming door Provinciale Staten heeft reeds plaatsgevonden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten:

60 RV17 Naam: N18 onderliggend wegennet RV17 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): Achterhoek P. Kettelarij Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Parallel aan de planvorming voor het N18-project tussen Groenlo en Enschede, is door de een verkenning uitgevoerd naar de invloed van de nieuwe N18 op het onderliggend wegennet, het bovenlokale fietsnetwerk en de lijnvoering van het OV in het noordelijk deel van de Achterhoek. Deze verkenning is begin 2011 ter kennisname aan PS aangeboden. PS hebben aangegeven dat op basis van de verkenning een aantal maatregelen uitgevoerd moeten worden gericht op het oplossen van een aantal knelpunten op het onderliggend wegennet die door de aanleg van de nieuwe N18 zullen ontstaan. Aanpassen van aansluitende regionale wegen na de verbetering van de N18 door Rijkswaterstaat. Onderdelen hiervan zijn: het oplossen van knelpunten op de N315 tussen Eibergen en Neede het aanpassen van de kruispunten van de N18 met de N313 het opheffen van het kruispunt N18 en N312 het in goede staat brengen van de N832 ter voorbereiding van de overdracht aan de gemeente Berkelland het verminderen van filevorming door langzaam verkeer op de N18. Eerste en tweede fase N18-project (RV15, RV16) N315 Traject 127, (Ruurlo-Neede) (U-2015-TP127) N18, onderliggend wegennet uitvoering (U-RV17) HOV busverbinding Doetinchem-Enschede (OM24) Stand van zaken: De verbreding van de N315 tussen de bebouwde kom van Neede en de N18 moet nog worden geprogrammeerd. De kosten zijn geraamd op 4,4 miljoen. Deze maatregel is nodig om de doorstroming en veiligheid van het verkeer te garanderen en om het zorgvuldig opgebouwde draagvlak voor de N315-aanpak in Neede niet te verliezen. beschikbaar zijn. Fasering en status besluitvorming Voor de verbreding van de N315 en de inrichting van de N823 zijn extra middelen nodig. Vooralsnog wordt ingeschat dat circa 2,0 miljoen extra financiering nodig is. Aan de Staten wordt voor 2,0 miljoen te reserveren. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: N315 tussen Neede en de nieuwe N18: 4,4 miljoen. Maatregelen in het kader van de overdracht N823 aan Berkelland: 1,0 á 1,5 miljoen. Bijdrage : N315 tussen Neede en de nieuwe N18: 3,9 miljoen (waarvan 1,9 miljoen ten laste van reguliere trajectprogrammering (Instandhouding)) Te reserveren 2,0 miljoen (MIAM/) Situatie na besluitvorming Gereserveerd 2,0 miljoen MIAM/ Totaal 2,0 miljoen Financieringsbron: Brede Doeluitkering Verkeer & Vervoer Maatregelen in het kader van de overdracht N823 aan Berkelland: 1,0 á 1,5 miljoen. Hiervoor zijn vooralsnog geen middelen geprogrammeerd. Cofinanciering: N315 tussen Neede en de nieuwe N18: Cofinanciering door gemeente Berkelland voor aanleg rotonde Rietmolen op de N315: 0,5 miljoen Exploitatiekosten: Relatie andere programma s Uitvoeringsagenda Achterhoek 2020 (i.h.k.v. majeure Ministerie van IenM en gemeenten Oost Gelre en opgave bevolkingskrimp) Berkelland Er is in overleg met de gemeente Berkelland een overeenkomst op voor de overdracht van de N823. In samenhang met de afspraken over het beheer van de bestaande N18 na aanleg van het nieuwe tracé kan de overdracht in 2017 worden uitgevoerd. Op basis van deze overeenkomst moet de weg in goede staat van onderhoud en met fietsvoorzieningen conform de CROW-richtlijnen worden overgedragen. Dit jaar wordt nader verkend welke maatregelen moeten worden uitgevoerd en wat de kosten daarvan zijn. De maatregelen op de N315 tussen de bebouwde kom van Neede en de nieuwe N18 moeten nog worden geprogrammeerd. De kosten van de uitgewerkte wegverbreding passend bij de functie van deze provinciale weg voor regionaal doorgaand verkeer en de afspraken rondom de N315 in de tracéwetprocedure N18, zijn geraamd op 4,4 miljoen. De werkzaamheden kunnen deels samenvallen met het geplande groot onderhoud en voor een ander deel van de werkzaamheden wordt cofinanciering gezocht. In de eerste helft van 2016 worden de benodigde maatregelen in het kader van de overdracht N823 verkend. Uitvoering kan starten in 2017, indien voor de financiering van deze maatregelen voldoende middelen

61 RV18 Naam: Ontsluiting bedrijventerrein H2O/Hattemerbroek < RV18 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Noord-Veluwe WCH van Houten Huidige fase: Pré-verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Initiatiefnemers: Gemeenten Heerde, Hattem, Oldebroek. Provinciale weginfra De gemeenten Hattem, Heerde en Oldebroek zijn in 2007 begonnen om plannen te maken voor een gezamenlijk lokaal bedrijventerrein ter hoogte van verkeersknooppunt Hattemerbroek (A28/A50). Zij willen dit terrein ontwikkelen opdat niet elke gemeente in elke kern een lokaal bedrijventerrein hoeft te realiseren. Adequate ontsluiting bedrijventerrein. Stand van zaken: De gemeenten verkennen de gewenste hoofdontsluiting op de A28. Op basis van een gezamenlijke uitwerking van de gewenste ontsluiting, zal een definitief investeringsvoorstel worden voorgelegd. Bij de Voorjaarsnota van 2013 is door PS uitgesproken dat een bedrag van 5 miljoen wordt gereserveerd voor een nieuwe ontsluiting van H2O op de Rijksweg A 28, onder de conditie dat de drie betrokken gemeenten daarin zelf ook financieel bijdragen Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Beschikbaar 5,0 miljoen VJN 2013 Totaal Financieringsbron: Begrotingssaldo begroting 2013 Cofinanciering: Verwacht wordt 3,0 miljoen door de gezamenlijke gemeenten en 8,0 miljoen door het ontwikkelbedrijf. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s Economie, Gelderse Gebiedsontwikkeling, Ruimte Rijkswaterstaat, gemeenten De raden van Oldebroek, Hattem en Heerde hebben begin 2014 ingestemd met de voorkeur van de Colleges voor een geheel nieuwe aansluiting op de A28 ter hoogte van de Voskuilerdijk om de bereikbaarheid van het bedrijvenpark H2O te garanderen. Daarop is de verdere uitwerking van deze variant met de benodigde onderzoeken en procedures opgepakt. Tevens onderzoekt de gemeente in hoeverre een gefaseerde uitvoering mogelijk is, omdat de maximale verkeersbewegingen pas op termijn zullen worden bereikt. Eind 2015 hebben de raden van Oldebroek, Hattem en Heerde ingestemd met een garantstelling voor de kosten van aanleg nieuwe ontsluiting. Elke gemeente 1,0 miljoen en het ontwikkelbedrijf 3,0 miljoen. Hiermee zijn de plannen financieel dekkend en kan het aanpassen van het bestemmingsplan gestart worden. In de tweede helft van 2014 heeft de gemeente Oldebroek de resultaten van de planstudie vertaald in een voorlopig schetsontwerp en raming. De resultaten zijn begin 2015 met de besproken. De en RWS hebben kennis genomen van de ontwerpen en afgesproken dat zij bij het nadere uitwerken nauw betrokken blijven. Nu de plannen financieel dekkend zijn, is de verwachting dat het bestemmingsplan 2016/2017 wordt gemaakt en vast. Fasering en status besluitvorming: Er is een bedrag van 5,0 miljoen gereserveerd in MIAM VJN2013 voor 2017/2018. Binnen het MIAM zijn geen financiële meevallers te verwachten en omdat het primair gaat om een intergemeentelijk bedrijventerrein met beperkt provinciaal belang, zijn geen extra middelen gereserveerd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 16,0 miljoen

62 RV20 Naam: N781 Ede-Wageningen, Mansholtlaan/Dreeslaan RV20 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS Regio( s): FoodValley WCH van Houten Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid. Provinciale weginfra De wegverbinding tussen Ede en Wageningen (N781) kent vooral bij de bebouwde kommen van Ede en Wageningen een kwetsbare doorstroming. Hiermee komt de bereikbaarheid van de campus van Wageningen University & Research centre (verder WUR-Campus) in gevaar en daarmee de verdere ontwikkeling van de KennisAs. De gemeente Ede wil daarvoor een nieuwe ontsluiting Ede-Oost via de Parklaan - die ten zuiden van de A12 op N781 aantakt - aanleggen vanwege ontwikkelingen als Gelderse Poort, Station Ede, World Food Centre en WUR-Campus. Dit en de ontwikkelingen op en rond het Agro Business en Science Park, maken een aanpak van de huidige en te verwachten verkeersproblematiek noodzakelijk. Het project betreft de verbetering van de autoverbinding en fietsveiligheid tussen station Ede/Wageningen (FoodValley), de WUR-Campus en het Agro Business Park tot aan de Rijnhaven, met daar tussen gelegen het Marin, Menzis en het bedrijventerrein de Nude. Realisatie aparte busbaan over het terrein van de WUR-campus Realisatie HOV verbinding Arnhem Wageningen, lijn 52 (gerealiseerd in 2015) Snelfietsroute Ede-Wageningen (F11) Parklaan Ede (RV47) Realiseren 2 e volwaardige ontsluiting WUR campus (realisatie 2016) Stedelijke bereikbaarheid Ede-Wageningen (SB07) Traject 18 N781 (Wageningen Ede) (U-2015-TP18) Stand van zaken: Een gedeelte van dit project is uitgevoerd in 2014 (asfalt overlaagd) in het kader van trajectaanpak onderhoud en de Robuuste Investerings Impuls (RII). In het 4 e kwartaal 2015 zijn 2 VRI s aangepast (filedetectie voor de verkeersveiligheid en upgrades t.b.v. WEpod) en is onderhoud gepleegd aan de brug de Poortwachter en de fietstunnel Dreeslaan. De overige maatregelen (verbreden en onderhouden van fietspaden) zullen pas worden geprogrammeerd nadat de verkenning in samenwerking met gemeente Wageningen is afgerond en de bredere oplossingsrichting voor de bereikbaarheid Wageningen is bepaald. Het project kan niet los worden gezien van de totale verbetering van de bereikbaarheid van Wageningen. Daartoe is een verkenningsstudie uitgevoerd. Er bleven twee alternatieven over die de doorstromings- en bereikbaarheidsproblemen oplossen: verbreden bestaande infrastructuur (voorkeur gemeente, kosten geraamd op aanvankelijk 22 miljoen en sinds voortschrijdend inzicht en nadere inpassing inmiddels geraamd op 40 tot 58 miljoen) splitsen verkeerstromen rond de WUR-Campus (kosten geraamd op 14 miljoen). Beide alternatieven zijn indicatief beoordeeld en verschillen van elkaar op diverse thema s zoals kosten, omgevingseffecten en verkeerskundige prestatie. Sinds de gemeente eind 2015 concludeerde dat beide alternatieven gelijkwaardig zijn, werkt de gemeente aan het uitwerken van het alternatief: verbreden van de bestaande infrastructuur. Het college van GS heeft aangegeven de uitwerking met een positief advies voor te leggen aan PS, met een maximale medefinanciering van 14 miljoen. Dit bedrag is even groot als in de andere variant maximaal zou worden bijgedragen. Het is de gezamenlijke wens van gemeente, en Wageningen UR om de WUR-Campus een volwaardige en (fiets)veilige tweede ontsluiting te bieden. Dit is uitgewerkt in een ontwerp-bestemmingsplan en in februari 2016 in procedure gebracht. Verwacht wordt dat de gemeenteraad in juni 2016 een besluit hierover neemt. Wageningen UR en de Gelderland hebben het daarvoor benodigde geld beschikbaar ( via Robuuste Investeringsimpuls, waarvoor de deadline ligt op eind 2016). De volgende stap in het proces is het starten van een bestemmingsplanprocedure voor het realiseren van een oplossing voor het bereikbaarheidsprobleem door de gemeente. Een van de voorwaarden hiervoor is zicht op financiering. Bij MIAM/ wordt daarom aan PS gevraagd om tot een volgende reservering te besluiten. De reservering van 1,0 miljoen voor de aansluiting van de N781 op de Parklaan (gereserveerd PS ) is overgeheveld naar het project Ede-Parklaan, zie infoblad RV47. Fasering en status besluitvorming: Verkenningsfase definitieve verkeersoplossing. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Middelen voor het realiseren van de maatregelen uit de verkeersstudie zijn nog niet opgenomen in het MIAM. Totaal kosten: Een raming van de kosten van het voorkeursalternatief van de gemeente (verbreden bestaande infrastructuur) bedraagt 40 tot 58 miljoen, afhankelijk van de variant. De raming van de het alternatief via de campus bedraagt 14,0 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Beschikbaar 3,1 miljoen MIAM/VJN2013 Totaal 3,1 miljoen Besluitvorming: Te reserveren 6,4 miljoen (MIAM/). Situatie na besluitvorming Gereserveerd 6,4 miljoen MIAM/ Beschikbaar 3,1 miljoen MIAM/VJN2013 Totaal 9,5 miljoen Financieringsbron: 3,1 miljoen eenmalige coalitieakkoordmiddelen 6,4 miljoen BDU Verkeer & Vervoer Cofinanciering Gemeente Ede en Wageningen. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Gebiedsopgave FoodValley Gemeenten Wageningen en Ede, WUR

63 RV23 Naam: Rivierenland, doorstroming A RV23 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sisnummer(s): Regio( s): Rivierenland M. Bos Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Initiatiefnemers: Regio rivierenland Rijksinfra Financiën: Bijdrage : Er zijn geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Relatie andere programma s Economie Regio rivierenland en via de Regio Rivierenland andere regionaal belanghebbenden, m.n. overheden en bedrijfsleven., De A15 vormt een belangrijke verbinding tussen het havengebied van Rotterdam en Duitsland. Naast de A15, vormen ook de Waal en de Betuwespoorlijn belangrijke verbindingen in de corridor om de goederenstromen vanaf de haven van Rotterdam richting het achterland te verwerken. Deze drie transportverbindingen lopen op korte afstand van elkaar door de regio Rivierenland. De regio speelt hier op in door een logistieke hotspot ter hoogte van Tiel te realiseren en door het bieden van overslagfaciliteiten. Dit wordt mede ingegeven door de gunstige ligging ten opzichte van het Amsterdam Rijnkanaal. Hierdoor is er veel vrachtverkeer dat van de A15 gebruik maakt. Daarnaast is de A15 een belangrijke snelweg voor de ontsluiting van het Rivierengebied en biedt daarmee unieke economische ontwikkelmogelijkheden. Dit alles heeft tot gevolg dat de verkeersdruk op de A15 toeneemt en er bij de op/afritten stagnaties optreden door in/uitvoegend verkeer. De betrouwbare doorstroming op de A15 is echter van essentieel belang zowel voor stromen van en naar de Haven Rotterdam, als voor het Rivierengebied zelf. De regio Rivierenland is een lobby gestart om het Rijk ervan te overtuigen dat er maatregelen moeten worden getroffen t.b.v. de betrouwbare doorstroming op de A15. Dat moet er voor zorgen dat de A15 ook in de toekomst een robuuste verbinding blijft tussen de haven van Rotterdam en het achterland en daarnaast een goede ontsluiting blijft bieden voor de regio. Opname van de doorstroommaatregelingen op de A15 op het MIRT. Logistiek & Goederenvervoer: (LG01) Medel, containerterminal (U-LG03) Transportcorridor Gelderland (LG04) Weg Geldermalsen - Tiel (RV34) Stand van zaken: Regio Rivierenland trekt het lobbytraject. In dat lobbytraject is de een belanghebbende naast een groot aantal andere zoals bedrijfsleven, gemeenten, TLN, VNO-NCW, enz. Provincie richt zich primair op de doortrekking van de A15 en de verbreding van de A1. Daarnaast maakt de A15 onderdeel uit van de majeure opgave Gelderse corridor als uitwerking van de Omgevingsvisie Gelderland. Er wordt overleg gevoerd met Rijk, andere regio s en o.a. de haven van Rotterdam om samen de ruimtelijk-economische kansen op de corridor te benutten. In het kader van de uitwerking van de majeure opgave Gelderse corridor en de achterlandverbindingen Maasvlakte Duitsland en verder wordt de A15-problematiek in Rivierenland aangekaart. Fasering en status besluitvorming Agenderingsvraagstuk om A15 Rivierenland bij het Rijk in de meerjarenplanning te krijgen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit.

64 Naam: N301, A28-Nijkerkersluis/Veluwemeer RV31 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): FoodValley WCH van Houten Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provincie Flevoland Provinciale weginfra RV31 De Flevoland heeft plannen om de N301 in Flevoland te verdubbelen. Dit is vooral ingegeven door de ruimtelijke ontwikkelingen in Almere. Flevoland heeft Gelderland gevraagd ook het gedeelte van de N301 in Gelderland aan te passen (Veluwemeer - A28). In een gezamenlijke verkenning zullen nut en noodzaak voor deze verdubbeling in beeld worden gebracht. Flevoland neemt het initiatief voor deze verkenning. Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Bijdrage : Er zijn vooralsnog geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Cofinanciering: Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Rijkswaterstaat, Flevoland, gemeente Nijkerk Het niet beweegbare deel van de Nijkerker brug dient door RWS onderhouden te worden. Om eventuele tussentijdse ontwikkelingen op te vangen is een gezamenlijke (Gelderland en Flevoland) brief gestuurd aan RWS om te onderzoeken of de brug 40 centimeter breder kan worden opgeleverd. In het Omgevingsplan Flevoland wordt rekening gehouden met een opwaardering van de Nijkerkerweg als onderdeel van een doorlopende stroomweg tussen de A28 bij Nijkerk en de A27 bij Almere. Deze ontwikkeling heeft in het bijzonder betekenis in relatie met de Schaalsprong van Almere. Als gevolg van de Schaalsprong van Almere en de daaruit voortvloeiende mobiliteitsgroei zou een opwaardering van de huidige provinciale verbinding naar een auto(snel)weg passen. Bij de verkenning naar de verbreding van de N301, zal ook in beeld moeten worden gebracht hoe de ontwikkelingen in Almere vorderen en hoe de vervoerstromen zich zullen ontwikkelen. Ontsluiting vliegveld Lelystad; Knooppunt Hoevelaken; Traject N301 Stand van zaken: De pré-verkenning naar de capaciteitsbehoefte op deze brug voor de lange termijn, is in het voorjaar van 2015 afgerond. Uit de pré-verkenning bleek dat er rond 2030 mogelijk een knelpunt ontstaat bij de op- en afritten van de A28. Hiernaar is vervolgonderzoek gedaan. Dat gaf aanleiding om in het kader van het Knooppunt Hoevelaken te onderzoeken of de op- en afrit A28/N301 binnen de scope van het project valt. Het consortium dat knooppunt Hoevelaken gaat uitvoeren heeft dit nog in beraad. Verder bleek het niet mogelijk om tegen geringe meerkosten de brug na onderhoud 40 centimeter breder op te leveren. Wel zal het onderhoud naar achteren worden geschoven door RWS; Flevoland heeft Gelderland uitgenodigd om daarvan samen schriftelijk te laten weten dat dit ongewenst is. Mocht er besluitvorming nodig zijn, dan volgt dat bij een later MIAM. Uitvoering zou volgens de huidige inschatting en prognoses eventueel na 2025 plaatsvinden. Fasering en status besluitvorming: Pré-verkenning. Bestuurlijk verantwoordelijk:

65 RV32 Naam: Oostelijke Rondweg Barneveld RV32 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): FoodValley B. van Houten Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Barneveld Weginfra Gemeente Barneveld wil in fasen een oostelijke rondweg Barneveld realiseren. Deze weg zal lopen via de Wencopperweg, kruisend met N800 en N801 en aansluiten op de nieuw te realiseren wijken bij Barneveldzuid, de Scherpenzeelseweg. Verkeer van en naar Harselaar heeft dan een alternatief en hoeft niet via de Stationsweg/centrum van Barneveld. Knelpunt Verkeersoverlast (vrachtverkeer) via de huidige route door de kern van Barneveld. Oostelijke ontsluiting van Barneveld in verband met verkeersgroei en overlast. Relatie met andere projecten: Spoortunnel Harselaar (RV37) Stand van zaken: Uit nadere verkenning moet duidelijk worden of er voldoende nut en noodzaak is voor realisatie van een oostelijke rondweg. De thans voorziene oostelijke rondweg kruist provinciale wegen N800 en N801. Nog niet bekend Fasering en status besluitvorming Project start als initiatief vanuit de gemeente Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: n.v.t. Bijdrage : Er zijn geen financiële middelen gereserveerd of beschikbaar. Financieringsbron: Cofinanciering: n.v.t. Exploitatiekosten: n.v.t. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: n.v.t. Regio Food Valley, gemeente Barneveld

66 RV33 Naam: N786 Apeldoorn - Dieren RV33 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): PS , PS Regio( s): Stedendriehoek M. Schurink Huidige fase: Pré-verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Sinds de realisatie van de aansluiting van de N786 op de A50 in 1990 speelt het vraagstuk van de N786. In 2005 is het bestemmingsplan Rondweg Laag-Soeren gestrand bij de Raad van State, in 2007 is de route door de bebouwde kom van Loenen gereconstrueerd en in 2011 de route door de bebouwde kom van Beekbergen. In 2012 is daarnaast nog de Kanaalweg in Dieren gereconstrueerd. Het vraagstuk is meermaals besproken in de Staten. De discussie richt zich op de nagestreefde oplossing in de eindsituatie: opwaarderen van de bestaande N786, of een nieuw tracé langs het Apeldoorns Kanaal (voorkeur van de gemeenten, dorpsraden en de industrie). Oplossen leefbaarheids- en veiligheidsknelpunten langs de N786. Stand van zaken: De pré-verkenning is in september 2012 ter informatie aan de Statenleden aangeboden (PS ). Op 6 februari 2013 stond Statennotitie PS op de agenda van de Commissie MIE. Bij de voorjaarsnota 2013 is hierover motie aangenomen waar vervolg aan gegeven wordt. Er is een volledige pré-verkenning uitgevoerd waarin de knelpunten en oplossingsrichtingen in beeld zijn gekomen. Op 16 september 2015 is in een technische briefing verslag gedaan van het geactualiseerde brede onderzoek, inclusief geactualiseerde kostenramingen. Financiële mogelijkheden worden nog verkend. Voor het zomerreces 2016 wordt aan uw Staten een terugmelding gedaan over de resultaten en een keuze voorgelegd over mogelijke vervolgstappen. Fasering en status besluitvorming: Het vervolgproces wordt bepaald aan de hand van de terugkoppeling aan uw Staten. De Zuidontsluiting Eerbeek-Zuid kan als no regret maatregel worden uitgevoerd, maar de planologische verankering van de Zuidontsluiting dient bij voorkeur ingebed te worden in een voorafgaand besluit over de toekomstige ligging van de rest van het tracé. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Het is in dit stadium niet te zeggen wat de grootte van de gevraagde investering zal zijn. De kostenramingen variëren van 8 tot 120 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 7,25 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 7,25 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: n.n.b Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Gemeenten Apeldoorn, Brummen en Rheden.

67 RV35 Naam: Maasdriel/Zaltbommel - Maaswaalweg < RV35 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Rivierenland M. Bos Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Initiatiefnemers: Gemeenten Maasdriel en Zaltbommel. Weginfra De gemeenten Maasdriel en Zaltbommel willen de Maas/Waalweg doortrekken om zo het gebied buiten de kern van Ammerzoden beter te ontsluiten. De glastuinbouw wordt in het gebied geconcentreerd waardoor een grotere concentratie ontstaat van relatief zwaar landbouwverkeer. Cofinanciering: Verdeling van de kosten over twee gemeenten en de regio. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Ontwikkeling glastuinbouw Gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, Regio Rivierenland. Wanneer de Maas/Waalweg wordt doorgetrokken hoeft het vrachtverkeer van en naar de bedrijven in de regio geen gebruik meer te maken van de smalle wegen. Deze wegen kunnen dan veilig worden ingericht voor het fietsverkeer, wat veel gebruik maakt van deze wegen. Aanleg van een ontbrekend stuk weg. Stand van zaken: Gemeenten hebben een verkennend rapport (haalbaarheidsstudie) op en een voorkeurstracé vast. Tevens hebben de gemeenten de financiële middelen inmiddels beschikbaar. Gemeente Maasdriel en de gemeente Zaltbommel hebben de financiële middelen beschikbaar. Met de voorbereiding van het bestemmingsplan en de grondaankopen is een begin gemaakt. Fasering en status besluitvorming: Medefinanciering door zal vanuit oude toezeggingen dienen te geschieden, zodat de aparte aanleg en subsidiëring van een fietspad voorkomen wordt. Subsidiegeld kan dan in de aanleg van de weg geïnvesteerd worden. Nu de gemeenten de middelen beschikbaar hebben, heeft de 1,0 miljoen gereserveerd. Dit zal beschikbaar worden zodra tot daadwerkelijke aanleg van de weg wordt overgegaan. Sinds begin 2016 doorloopt de gemeente de bestemmingsplanprocedure, zodat naar verwachting eind 2016 of begin 2017 kan worden gestart met de uitvoering. Verder beschikbaarstelling is vooralsnog voorzien bij de begroting Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 3,0 miljoen Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 1,0 miljoen MIAM/VJN2014 Totaal 1,0 miljoen Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen

68 RV40 Naam: N348/N345 Optimaliseren verkeersafwikkeling aansluiting RV40 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stedendriehoek P. Kettelarij Huidige fase: Planvorming Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfrastructuur De N345 tussen Zutphen en Apeldoorn en de N348 tussen Zutphen en Arnhem zijn provinciale wegen en belangrijke verbindingen in het ontsluitende wegennet voor regionaal doorgaand verkeer. Ten noorden van Brummen sluiten deze wegen op elkaar aan. De huidige rotonde heeft onvoldoende capaciteit om het verkeer in de ochtend- en avondspits goed af te wikkelen. Dit probleem neemt toe omdat, in het kader van de gebiedsontwikkeling IJsselsprong, meer verkeer gebruik zal maken van de IJsselbrug in de N348, ter ontlasting van de stadsbrug Zutphen. Ook kan met aanvullende maatregelen de hinder van landbouwverkeer voor het overige verkeer op de N348 tussen de N345 en de N314 (t.h.v. Warnsveld) sterk worden verminderd. Daarnaast biedt het kansen voor verbetering van de waterhuishouding en natuur (gebiedsopgave IJsselsprong) en de realisatie van een natte ecologische verbinding tussen de N2000 gebieden Uiterwaarden, landgoederenzone en Veluwe. Het verbeteren van de verkeersafwikkeling op de aansluiting N348/N345 ten noorden van Brummen in het verlengde van de realisatie van de rondweg De Hoven. Het bevorderen van het gebruik van de IJsselbrug in de N348, ter ontlasting van de stadsbrug Zutphen. Het scheppen van voorwaarden voor het verminderen van de hinder van landbouwverkeer voor het overige verkeer op de N348 tussen de N345 en N314. Het scheppen van voorwaarden voor het verbeteren van de waterhuishouding en natuur door het realiseren van een natte ecologische verbinding. Relatie met andere projecten: Rondweg De Hoven Zutphen (U-RV05). Stand van zaken: De verkenning naar de gewenste maatregelen voor de oplossing van de problematiek op de aansluiting N348/N345 ten noorden van Brummen is in 2015 afgerond. Ter vermindering van de hinder van het landbouwverkeer voor het overige verkeer op de N348 tussen de N345 en de N314, zijn meerdere oplossingsrichtingen verkend. Voorkeursvariant is de aanleg van verplichte landbouwpasseerhavens. Deze maatregel moet nog nader worden verkend voordat middelen kunnen worden geprogrammeerd. Voor de realisatie is naar inschatting een budget nodig van 1,0 tot 1,25 miljoen. Op basis van de verkenning wordt nadere planvorming uitgewerkt om uitvoering van de gewenste maatregelen in 2018 mogelijk te maken. De definitieve beschikbaarstelling van het uitvoeringsbudget wordt dan bij begroting 2017 voor besluitvorming voorgelegd. Fasering en status besluitvorming: Op dit moment wordt er geen besluit aan de Staten voorgelegd. Bij begroting 2016 is 3,5 miljoen gereserveerd voor de aansluiting van de N348 op de N345 en 1,25 miljoen voor de landbouwpasseerhavens. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: 1. Bypassverbindingen N345-N348 (van en naar de IJsselbrug Cortenoever); 3,5 miljoen. 2. Aanleg verplichte landbouwpasseerhavens N348; 1,0 tot 1,25 miljoen. 3. Ongelijkvloerse faunapassage; 2,4 miljoen. Bijdrage : Startsituatie bij dit MIAM Gereserveerd 4,75 miljoen MIAM/BGR2016 Totaal 4,75 miljoen Financieringsbron Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Cofinanciering: 2,4 Flora- en faunavoorzieningen; 100% vanuit andere programma s. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer Gemeente Zutphen en gemeente Brummen. Economische kracht stedelijk netwerk Stedendriehoek Als voorkeursvariant (met regionaal draagvlak) is voor om de huidige rotonde op de aansluiting te handhaven en aanvullend daarop twee bypasses te realiseren voor verkeer tussen de N348 en de N345. Uit de verkenning blijkt dat daarmee de verkeersdoorstroming voldoende verbetert en (doorgaand) regionaal verkeer meer gebruik gaat maken van de IJsselbrug in de N348. De kosten van deze oplossing zijn geraamd op 3,5 miljoen en komen ten laste van het provinciale programma Mobiliteit. Uitgaande van start planvorming in 2016, is uitvoering mogelijk in De uitgevoerde verkenning geeft aan dat het mogelijk is om tegelijkertijd met realisatie van de infrastructuur een ongelijkvloerse faunapassage te realiseren op de N345 ten noorden van de N348-verbindingsboog naar de IJsselbrug. Dit is een maatregel voor de verbetering van de doelen voor waterhuishouding en natuur vanuit de gebiedsopgave IJsselsprong en de realisatie van een natte ecologische verbinding tussen de Natura 2000 gebieden Uiterwaarden, landgoederenzone en Veluwe. De kosten van deze passage worden geraamd op 2,4 miljoen en komen ten laste van het programma IJsselpoort, bodem en ondergrond en klimaatadaptatie.

69 RV41 Naam: Doetinchem - Europaweg RV41 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Achterhoek P. Kettelarij Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Doetinchem Weginfra Een goede bereikbaarheid van de regionale voorzieningen in Doetinchem, is belangrijk voor de Achterhoek. Het helpt de negatieve effecten van de bevolkingskrimp in de Achterhoek het hoofd te bieden op zowel sociaal, maatschappelijk als economisch gebied. Daarom wordt in de komende jaren ook in het kader van de Gebiedsopgave Bevolkingsontwikkeling samengewerkt aan het bereikbaar houden van de regionale voorzieningen vanuit de regio Achterhoek. Het beoogd projectdoel is het (gefaseerd) realiseren van de verkende deelprojecten ter verbetering van de verkeersdoorstroming op de route Europaweg - Liemersweg - Energieweg - Keppelseweg door Doetinchem, voor regionaal verkeer tussen de A18 en de N317. Dit project kan worden gezien als de afrondende fase in het optimaliseren van het Doetinchemse hoofdwegennet in het kader van de aanpak Stedelijke Bereikbaarheid Doetinchem. Met het project verbetert ook de ontsluiting van het bedrijvenpark A18 bij Wehl in noordelijke richting, zelfs zodanig dat een eventuele westelijke Randweg Doetinchem met een extra brug over de Oude IJssel in de toekomst niet noodzakelijk is. effecten van de aanleg van dubbel spoor tussen Didam en Doetinchem (zie infoblad OM22). Fasering en status besluitvorming: Op dit moment wordt er geen besluit aan de Staten voorgelegd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: De benodigde financiering moet blijken uit de lopende verkenningen, waaronder de reguliere trajectverkenning naar de N316. Vooralsnog wordt gedacht aan een bedrag van ordegrootte 2,0 miljoen voor de reconstructie van de aansluitingen N316-A18 (waarvan 1,0 miljoen voor rekening Rijkswaterstaat) en tot circa 3,0 miljoen voor de doorstromingsmaatregelen Europaweg tussen A18 en Sicco Mansholtweg. Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : N.n.b. Cofinanciering: N.n.b. Bijdragen te verwachten van Rijkswaterstaat en gemeente. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgave Transitieproces Achterhoek Gemeente Doetinchem, Rijkswaterstaat (Ministerie van IenM). Agenda Bereikbaarheid bij de gebiedsopgave Bevolkingsontwikkeling regio Achterhoek Fietsverbinding Dichteren-Wijnbergen (U-F15) Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) (OM51) Stedelijke bereikbaarheid Doetinchem (SB11) Stand van zaken: De gemeente Doetinchem heeft een verkenning uitgevoerd naar de gewenste verbeteringen van de verkeersdoorstroming op de route Europaweg - Liemersweg - Energieweg - Keppelseweg door Doetinchem. Op hoofdlijnen gaat het om de volgende volgtijdelijk te faseren deelprojecten: het reconstrueren van de aansluitingen N316-A18 tot met verkeerslichten geregelde aansluitingen, het deels uitbreiden van het aantal rijstroken op de weg tussen A18 en de Liemersweg, het reconstrueren van bestaande kruispuntvormen naar met VRI s geregelde kruispunten, het creëren van een veilige spoorkruising (Arnhem Doetinchem - Winterswijk) in de Europaweg. In het kader van de trajectaanpak N316 tussen A18 en s-heerenberg wordt momenteel een verkenning uitgevoerd naar de reconstructie van de aansluitingen N316-A18 (eerstgenoemd deelproject), in overleg met Rijkswaterstaat. De eventuele programmering van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van veiligheid en doorstroming is gepland in 2017/2018. In aanvulling hierop werkt de gemeente Doetinchem plannen uit voor verbetering van de doorstroming tussen de N316-A18 aansluitingen en de Sicco Mansholtweg (toegangsweg woongebied Dichteren), het eerste deel van de Europaweg. De aanleg van een fietstunnel tussen de woonwijken Wijnbergen en Dichteren (zie infoblad U-F15) vindt plaats in Deze tunnel heeft een positief effect op de verkeersafwikkeling op de Europaweg. Daarnaast is de spoorkruising in de Europaweg onderdeel van de in 2016 uit te voeren verkenning naar de kosten en

70 RV43 Naam: Barneveld - A1/A RV43 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): FoodValley A. Henselmans Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Initiatiefnemers: Gemeente Barneveld, regio FoodValley Rijksinfra De aansluiting van de A30 op de A1 bij Barneveld is niet als knooppunt van autosnelwegen vormgegeven; daardoor ontstaan vertragingen en verkeersonveiligheid. Dit neemt toe door economische groei in de FoodValley. De verwachting is dat vanaf 2022, na reconstructie van knooppunt Hoevelaken, de druk op deze aansluiting nog verder zal toenemen. Dit knelpunt staat niet op de agenda van het Rijk en niet op de MIRT-agenda. In ons Coalitieakkoord hebben wij aangegeven een sterke lobby te willen voeren op terreinen waar het Rijk verantwoordelijk is en Gelderse belangen meespelen. Zodoende sluiten wij ons aan bij de lobby richting het Rijk van de regio Food Falley, ondernemers en de gemeente Barneveld voor de aanpak van de aansluiting A1/A30. Maatregelen die bijdragen aan vergroting van de capaciteit van de aansluiting. Gemeente Barneveld heeft een aantal maatregelen onderzocht, zoals het omklappen van de toerit A30-A1 richting Apeldoorn, verbreding van de toerit A30-A1 richting Hoevelaken en een vrijliggende afritboog A1- A30 Hoevelaken Ede. De globale kosten hiervoor zijn geraamd op circa 10,0 miljoen. Strategische mobiliteitsvisie FoodValley Stand van zaken: Resultaat van de lobby is een in juli 2015 aangenomen motie van de Tweede Kamer over het monitoren van de situatie in de aansluiting A1/A30. De Minister heeft in maart 2016 met een brief naar de Tweede Kamer gereageerd op deze motie. In deze brief wordt een aantal maatregelen ter verbetering van de doorstroming genoemd die sinds 2013 gerealiseerd zijn, waaronder de verdubbeling van de hele afrit van de A1 in oostelijke richting naar de A30. Voor verdere maatregelen heeft de minister geen geld omdat de aansluiting A1/A30 niet als 'nationaal doorstromings-knelpunt' wordt gezien. Na de zomer van 2016 start het Rijk met een nieuwe NMCA-analyse (Nationale Markt- en Capaciteits Analyse). Hierin wordt voor het hoofdwegennet een nieuwe indicator gebruikt, gebaseerd op economische verlieskosten van bereikbaarheidsknelpunten. Het Rijk wil de uitkomsten van de NMCA-analyse afwachten en gebruiken om te bekijken of er dan nog aanvullende maatregelen nodig zijn. Voortzetting lobbytraject om de aansluiting bij het Rijk te agenderen. Volgen van het proces en de uitkomsten van de nieuwe NMCA analyse. Fasering en status besluitvorming: Besluitvorming door PS is niet aan de orde. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten maatregelen: 10,0 miljoen Bijdrage : Cofinanciering: N.n.b. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Rijkswaterstaat, Utrecht, gemeenten Barneveld, Nijkerk, Leusden, regio FoodValley

71 Naam: Ede Parklaan 2013 RV47 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sis-nummer(s): Regio( s): FoodValley WCH van Houten Huidige fase: Planvoorbereiding Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Regio Food Valley/gemeente Ede Weginfra Derden De Parklaan is gelegen in Ede-Oost en vormt de nieuwe verbinding tussen N224, de voormalige kazerneterreinen, de toekomstige stationsomgeving, het ROC A12, de A12 en de N781. De Parklaan is een belangrijke infrastructurele randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de kennisas Ede-Wageningen; hierlangs wordt nadrukkelijk ingezet op hoogwaardige ruimtelijke ontwikkelingen. De Parklaan zorgt voor een hoogwaardige verbinding langs de kennisas Ede-Wageningen en verbindt daarmee: De Campus van de Wageningen UR De kenniscampus Ede Het World Food Center Ontwikkelingen in het sleutelproject Veluwse Poort RV47 De Parklaan verbetert de OV-verbinding tussen het station Ede-Wageningen en Wageningen, omdat ook over de Parklaan een deel van het OV tussen Ede en Wageningen zal worden geleid. Realisatie van het zuidelijk deel van de Parklaan vanaf de afslag Ede-Wageningen op de A12 tot en met de Edeseweg in Ede: Aanpassing (omklappen) van de zuidelijke op- en afritten van de afslag Ede-Wageningen; Realisatie van een nieuwe verbindingsweg parallel aan de A12; Realisatie van een nieuwe onderdoorgang onder de A12; Realisatie van een nieuwe kruising bij de Edeseweg (let op: exclusief een fietstunnel ten bate van de fietssnelweg Ede-Wageningen; deze wordt separaat aangevraagd, zie ook infoblad SB07) Verdubbeling van de Edeseweg. (realisatie 2018). Fasering en status besluitvorming Delen van het project Parklaan zijn in 2015 in uitvoering gegaan. Het gaat om de onderdoorgang onder de A12 waarvoor B&W van Ede in 2012 al krediet beschikbaar hebben ( 6,8 miljoen) en de aanpassing van een aantal kruispunten in de Edeseweg waarvoor B&W van Ede in juli 2013 middelen ( 7,5 miljoen) beschikbaar hebben. Er zijn geen middelen beschikbaar om de Parklaan volledig te realiseren. De middelen daarvoor moeten in principe uit de Bovenwijkse voorzieningen komen (ontwikkelingen Enka-terrein en Kazerneterrein). Voor de aansluiting van de Parklaan op de N781 is een bedrag gereserveerd van 1,0 miljoen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Financiën: Totale kosten: 35,0 miljoen Bijdrage : Gereserveerd 1,0 miljoen (PS ) Financieringsbron: Eenmalige coalitieakkoordmiddelen Co-financiering: N.n.b. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Economie Rijkswaterstaat Kennisas Ede-Wageningen N781 Ede-Wageningen, Mansholtlaan-Dreeslaan (RV20) Stedelijke bereikbaarheid Ede-Wageningen (SB07) Stand van zaken: Het bestemmingsplan Parklaan is in januari 2016 na wijzigingen weer vast door de gemeenteraad. Er lopen nog beroepen bij de Raad van State waar binnenkort een uitspraak wordt verwacht. Er is een definitief ontwerp dat snel op de markt gezet kan worden. Met Rijkswaterstaat zijn afspraken gemaakt over de delen van de Parklaan die de A12 raken (ondertunneling A12), via een bestuursovereenkomst. Er is al een onteigeningsprocedure gestart om de laatste benodigde gronden in eigendom te krijgen. Begin 2015 is Rijkswaterstaat gestart met de werkzaamheden aan de A12 (verbreding). Tegelijk daarmee wordt ook de onderdoorgang gerealiseerd. Met de gemeente moeten nog goede afspraken worden gemaakt over de aansluiting op de provinciale weg N781. In 2013 is bekeken of het project financieel sluitend kan worden gemaakt. Uitvoering kan in komende jaren worden gestart. Er ligt een relatie met de realisatie van de nieuwe stationsomgeving en Veluwse Poort

72 RV48 Naam: N309 Elburg / Oostendorp >2017 RV48 Versie: Voorjaarsnota 2016 Sis-nummer(s): Regio( s): Noord-Veluwe W.C.H van Houten Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid. Provinciale weginfrastructuur In 2013 is door PS besloten om de financiering en uitvoering van maatregelen ter verbetering van de verkeersafwikkeling op de N309 ter hoogte van Elburg / Oostendorp los te koppelen van de voorbereiding en uitvoering van het project N309 t Harde (zie infoblad RV8). Ondertussen speelden binnen de gemeente Elburg verkeersvraagstukken rond Elburgse ruimtelijke ontwikkelingen de verschillende (losse) oplossingen waren niet altijd ideaal voor de. Hierdoor kwamen provinciaal belang (doorstroming) en Elburgs belang (stadontwikkeling) steeds vaker tegenover elkaar te staan. Oplossingen werden onveilig en/of te duur. Door verschillende ontwikkelingen met elkaar in verband te brengen en naar gecombineerde verkeersoplossingen te kijken, ontstaat een visie waarin recht wordt gedaan aan beide belangen en problemen kunnen worden opgelost. Verbetering van de verkeersafwikkeling en de verkeersveiligheid op de N309 ter hoogte van Elburg / Oostendorp, aansluitend op de uitvoering van het project N309 t Harde (RV08) en de trajectaanpak N309 (Elburg- t Harde). Wel wordt aan de Staten de vraag voorgelegd of een nadere verkenning kan worden opgestart voor het in beeld brengen van de noodzakelijke aanvullende maatregelen a) tot en met d). Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid kunnen afspraken worden gemaakt over de (gefaseerde) uitvoering van deze maatregelen en de financiering. De financiering van maatregelen door de Gelderland wordt afgewogen ten opzichte van andere projecten in het MIAM. Totale kosten: Nog niet in voldoende detail bekend. Een globale schatting voor de eerste drie genoemde maatregelen is ordegrootte 1,5 tot 2,5 miljoen, grotendeels te financieren vanuit de trajectprogrammering en met cofinanciering. Voor de aanvullende maatregelen a) tot en met d) wordt vooraf ingeschat dat nog eens ordegrootte 0,5 miljoen benodigd is, voor het verwijderen van één van de 5 hoofdtakken op de rotonde N309 / N310 en het reconstrueren van het onderlliggende wegennet mede als gevolg daarvan. Relatie andere programma s: Cultuur en erfgoed Gebiedsopgave Veluwe Gemeente Elburg N309 t Harde (RV08) Trajectaanpak N309 Elburg t Harde (U-2015-TP029) Stand van zaken: Samen met de gemeente Elburg is een toekomstvisie op waarbij de provinciale wensen ten aanzien van de ontsluiting van Elburg en de regio (via de N309) en de nieuwe ruimtelijke plannen van de gemeente Elburg, op elkaar aansluiten en elkaar versterken. De visie vormt een leidraad voor toekomstige aanpassingen (onderhoud en vernieuwing in verkeersmaatregelen). Eind maart 2015 is in een BO afgesproken een aantal onderdelen van de visie nader uit te werken in een deelverkenning: 1) Ontwikkeling Kop van de Haven; 2) Incidentele ontsluiting voor evenementen parkeren via parallelstructuur; 3) Fietsoversteek Bagijnedijkje en Nieuwstadweg in combinatie met ontsluiting tuincentrum De Nieuwstad. Andere onderdelen komen later aan de orde zoals: a) Rotonde N309/N310 (afwikkeling en verkeersveiligheid), b) N309 - Molenweg/Stoopschaarsweg (conflictpunt), c) N309 Zwolscheweg, d) Landbouwverkeer op de N309 (GOW-goed). De eerste deelverkenningen worden 2 e kwartaal 2016 opgeleverd. Het is de bedoeling om daaruit voortvloeiende maatregelen op deze locaties te realiseren in 2017 en verder. Fasering en status besluitvorming Een reserverings- of beschikbaar stellingsbesluit is momenteel (nog) niet aan de orde.

73 RV62 Naam: A15 Onderliggend Wegennet RV62 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Harmsen Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Reconstructie en verkeersveiligheid en stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Subthema Provinciale weginfra De door te trekken A15 krijgt op twee plekken een aansluiting op de provinciale weg, te weten de N839 in Lingewaard en de N810 te Zevenaar/Duiven. Deze provinciale wegen moeten aangepast worden omdat vanwege de doortrekking van de A15 de verkeersstromen (en het verkeersaanbod) veranderen. Om klaar te zijn voor een toekomstvaste verkeersafwikkeling zijn gelijktijdig met de doortrekking A15 ook aanvullende aanpassingen aan de provinciale infrastructuur nodig, deze maken onderdeel uit van de totale projectscope. Een tweede consequentie van de doortrekking A15 is de aanpassing van het onderliggend wegennet bij de A12. Verbreding van de A12 tussen Velperbroek en Oud Dijk naar 2x3 rijstroken maakt ook onderdeel uit van het project. De nieuwe aansluiting van de A15 op de A12 bij Oudbroeken maakt dat de aansluiting bij De Griethse Poort in Zevenaar komt te vervallen. In plaats daarvan wordt een nieuwe aansluiting Zevenaar Oost op de A12 gerealiseerd. Dit heeft consequenties voor het onderliggend wegennet in die zin dat aansluitende wegen van functie veranderen. Provincie en gemeenten zijn het in beginsel eens over wijziging van wegbeheer als gevolg van de veranderde verkeersfunctie van de N813 en N336. De Hengelderweg in Zevenaar wordt vanuit Zevenaar de nieuwe aanvoerroute naar de A12. De Hengelderweg dient te worden gereconstrueerd met parallelwegen om de toekomstige verkeersfunctie aan te kunnen. Bovendien moet het viaduct onder de A12 worden vergroot. Enerzijds om de toekomstige verkeersstromen vlot en veilig te kunnen afwerken en anderzijds om de spoorverdubbeling Zevenaar-Didam op een duurzame manier vorm te kunnen geven. Deze reconstructies maken deel uit van de projectscope doortrekking A15. De genoemde veranderingen van de aansluitingen op het hoofdwegennet hebben ook gevolgen voor de verkeersafwikkeling op het lokale wegennet van Zevenaar en Duiven en die in de gemeente Lingewaard. De verandering van de verkeersstromen en de intensiteiten op de belangrijkste wegen van het onderliggend wegennet zijn in beeld gebracht. Daarnaast wordt nog eens specifiek ingezoomd op nut en noodzaak van de doortrekking Witte Kruis bij Babberich (N811). Noodzakelijke aanpassingen aan provinciale wegen N839 en N810 alsmede wegreconstructie Hengelderweg te Zevenaar als gevolg van verandering verkeersfunctie diverse wegen. Het gewenst effect is een toekomstbestendig, goed aansluitend netwerk van gebiedsontsluitingswegen c.q. gelijktijdig met, het gereedkomen van de doortrekking A15. In overleg met de andere betrokken overheden worden nu de kosten in beeld gebracht. mogelijk in de plannen. Er zijn ook reacties gekomen op de aanvullende bestuursovereenkomst; het Rijk overlegt deze aan de. De werkt intussen de genoemde maatregelen aan het onderliggend wegennet uit. Ook worden de juridische planprocedures voorbereid. De voert hierover overleg met gemeenten en neemt deel aan gesprekken tussen gemeenten en stakeholders (bijvoorbeeld bedrijven in Zevenaar). De neemt volgens de met het Rijk afgesproken planning voor de zomervakantie van 2016 een besluit over het voorontwerpinpassingsplan en presenteert dit aan gemeenten en andere belanghebbenden. In september willen Gedeputeerde Staten het ontwerpinpassingsplan vrijgeven, waarna in oktober de officiële tervisielegging (zes weken) start. Zodra de Staten het definitieve inpassingsplan hebben ontvangen en vast kan de minister het tracébesluit definitief maken; er is dan immers zekerheid over voldoende doorstroming op het onderliggend wegennet. Fasering en status besluitvorming: Het betreft hier initiatieven en kansen die voortvloeien uit de doortrekking A15. Openstelling van de nieuwe A15 is voorzien in Gelijktijdig (bij voorkeur voortijdig) met de openstelling dienen de reconstructies van het aansluitende onderliggend wegennet te zijn uitgevoerd. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Op dit moment is 360 miljoen euro aan provinciale middelen beschikbaar voor het project doortrekking A15. Hiervan wordt dankzij de bestuursovereenkomst 35 miljoen euro bestemd voor de maatregelen op het onderliggend wegennet. Totaal kosten: Naar verwachting vallen de kosten binnen de projectscope van de doortrekking A15. Indien dit hoger uitvalt dan het beschikbare budget zal de in overleg treden met het Rijk. Exploitatiekosten: Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Regionale economie Gelderse Corridor Gemeenten Zevenaar, Montferland, Lingewaard, ProRail, RWS Doortrekking A15 (U-RV13) Zevenaar, verkeerssituatie Babberich (RV 02) Stand van zaken: In november 2015 tekenden de en het Rijk een bestuursovereenkomst die vastlegt welke aanvullende maatregelen de verantwoordelijkheid van de zijn en welke maatregelen worden opgenomen in het tracébesluit. Voor de provinciale maatregelen aan het Onderliggend Wegennet is een bedrag van 35 miljoen euro gereserveerd, Ook worden er extra maatregelen die en gemeenten hebben bepleit opgenomen in het hoofdproject, zoals een grondwal langs een deel van de A15 en een overkapping (deksel) bij Helhoek. In november 2015 heeft de minister het ontwerptracébesluit gepubliceerd en zes weken ter visie gelegd. Het Rijk analyseert nu de binnengekomen zienswijzen en verwerkt deze waar

74 RV63 Naam: Green Deal Duurzaam GWW RV63 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): P. van Riswijk Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Duurzame Infrastructuur in de GWW (grond-weg- en waterbouw. Meerjaren investeringsprogramma duurzame Gelderse wegen In de Omgevingsvisie van de Gelderland zijn economie en leefomgeving twee belangrijke pijlers. Voor het thema Mobiliteit betekent dit dat wordt ingezet op duurzame Gelderse wegen. Om hier invulling en inhoud aan te geven hebben wij aansluiting gezocht bij de landelijk organisatie Duurzaam GWW (Grond, Weg- en Waterbouw). In deze organisatie zijn overheden, marktpartijen en kennisinstellingen vertegenwoordigd die dezelfde ambitie vertegenwoordigen: samenwerken en kennisdelen. Duurzaamheid is binnen deze organisatie uitgewerkt in een werkwijze met bijbehorende instrumenten: De aanpak Duurzaam GWW. In juni 2013 hebben alle deelnemende partijen, waaronder Gelderland, de Green Deal Duurzaam GWW ondertekend. Duurzaam GWW vraagt dat de Gelderse provinciale organisatie duurzaam denken en acteren, integraal onderdeel maakt van alle werkprocessenen projecten. Om dit te bereiken is organisatiebreed draagvlak en implementatie nodig: duurzaam denken en doen begint bij de initiatieffase van infraprojecten en moet vanzelfsprekend zijn in alle projectfasen daarna. Ook is blijvende aandacht nodig in de beheerfase van infrastructuur. De kansen voor verbeterde duurzaamheid liggen in een maatschappelijk verantwoorde infrastructuur waarbij in het ontwerp al keuzes worden gemaakt voor de beheerfase en vervanging. Door deze levenscyclusbenadering kunnen investeringen bij aanleg of groot onderhoud zichzelf in de beheerfase terugverdienen met als doel een positief (financieel en maatschappelijk) resultaat over de gehele levensduur. De projectscope is de verduurzaming van het areaal van onze Gelderse wegen op basis van Life Cycle Management: een systematische aanpak van het beheer van de levenscyclus van een product, vanaf het ontwerp en ontwikkeling tot de uiteindelijke totstandkoming, het gebruik en de vervanging. Dit kan worden bereikt door actief te participeren in het proces van de nieuwe aanleg van infrastructuur en projecten in het kader van trajectaanpak (waaronder groot onderhoud) als ook in de beheer- en onderhoudsfase. In elke processtap wordt de scope van duurzaamheid bepaald door projectgebonden ambities te bepalen. Niet alles kan tegelijk worden verduurzaamd, maar er worden doelbewuste relevante keuzes gemaakt. Vaak is het mogelijk door middel van hogere investeringskosten een lagere LCC (Life Cycle Costing) te bereiken. Er zijn pilots nodig met nieuwe materialen en werkmethoden die leiden tot energiebesparing. Er zijn veel nieuwe producten en oplossingen op de markt, die zowel qua duurzaamheid als qua investeringskosten veel potentie hebben. Een belangrijk punt daarbij is het maken van juiste afspraken (over risico verdeling) bij toepassing van een nieuw product. Trajectmanagement, Nieuwbouw infrastructuur, energietransitie, motie 49 en motie 59 Stand van zaken: De eerste Green Deal Deal is gesloten in juni 2013 en liep tot eind In 2016 wordt er een nieuwe Green Deal gesloten voor de periode De ambitie daarbij is het integraal en expliciet realiseren van duurzaamheid in concrete projecten en integreren in de werkwijze. De implementatie van de Aanpak duurzaam GWW binnen de organisatie is in volle gang en uit zich inmiddels bijvoorbeeld in trajectprogrammering. Echter, er is geen beeld welke investeringen op welk moment nodig zijn om onze wegen daadwerkelijk verduurzaamd te hebben. Life Cycle Management kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn twee moties van Provinciale Staten van 11 november In motie 59 verzoeken Provinciale Staten aan GS om de voorbeeldfunctie op klimaat- en energieneutraliteit op een ambitieuze wijze uit te werken. In motie 49 verzoeken Provinciale Staten aan GS om expliciet te zoeken naar duurzaamheidsmaatregelen in de planstudies bij infrastructuur, ov en fiets waaronder materiaalgebruik, energieopwekking en slimme combinaties met de omgeving. Het thema Duurzaamheid wordt inmiddels toegepast in trajectprogrammering. Met de Aanpak Duurzaam GWW wordt inzichtelijk gemaakt waar de kansen en mogelijkheden liggen die in een latere fase van trajectprogrammering worden vertaald naar concrete uitvoeringsmaatregelen. Wat nog ontbreekt, is een helder beeld welke kansen er zijn, welke investeringen voor duurzaamheid te verwachten zijn, wat de impact daarvan is (bijdragen aan energieneutraal Gelderland) en wat de terugverdientijden zijn. Wij willen dit in beeld brengen door een integraal Life Cycle onderzoek voor alle wegen. De uitkomsten daarvan kunnen gebruikt worden voor het opstellen van een Meerjaren investeringsprogramma voor duurzame Gelderse wegen. Fasering en status besluitvorming Gedurende 2016 vindt verdergaande implementatie plaats van Duurzaam GWW in de reguliere trajectprogrammering. Voor alle wegvakken bij trajectprogrammering wordt in beeld gebracht welke investeringen zullen leiden tot het optimaliseren van duurzaamheid van de Gelderse wegen. Daarmee kunnen politieke keuzes worden voorgelegd over welke investeringen leiden tot welke impact. Met behulp van Life Cycle Management wordt bepaald of extra investeringen in de aanlegfase leiden tot een terugverdientijd op langere termijn. In 2016 en 2017 vindt nader onderzoek plaats naar Life Cycle Management. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Onderzoek in 2016 dat moet leiden tot een Meerjaren investeringsprogramma duurzame Gelderse wegen: circa 0,15 miljoen Bijdrage : 100%, valt binnen de begroting. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Het gaat daarbij om financiële reserveringen voor het afdekken van het eigen risico, extra opleidings- en begeleidingskosten ten opzichte van een normaal project en onderzoekskosten naar het gedrag na oplevering. Relatie met andere projecten:

75 RV64 Naam: Wijchen A326 A50 knooppunt Bankhoef 2016 RV64 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen L. Olthof Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Reconstructie en Verkeersveiligheid Rijkswaterstaat Oost-Nederland Subthema Provinciale infrastructuur/rijksinfrastructuur In de ochtendspits ontstaat er filevorming voor knooppunt Bankhoef op zowel de provinciale weg A326 als op de snelweg A50 richting het zuiden. In de trajectverkenning naar de A326 (= provinciale weg) is de problematiek geconstateerd, maar is besloten om de realisatie van de Oversteek en de verbreding van de A50 bij Ewijk af te wachten. De fileproblematiek in de ochtendspits is toegenomen na verbreding van de A50 (gedeeltelijk open sinds mei 2013). Ook is er inmiddels sprake van structurele filevorming in de avondspits. Er is sprake van een verschuiving van De eerdere doorstromings-bottleneck bij de Waalbrug in de A50, is verschoven richting knooppunt Bankhoef. De capaciteit van de A50 richting het zuiden, zorgt voor een compactere verkeersstroom met kleinere hiaten, waardoor het invoegen vanaf de A326 moeilijker is en er in toenemende mate filevorming ontstaat. Op de A326 zelf is de verkeersveiligheid hierdoor een belangrijk aandachtspunt en knelpunt geworden. De afgelopen anderhalf jaar hebben zich 9 ongelukken voorgedaan met letsels en één dodelijk ongeval. Omdat verderop op de A50 het knelpunt van de (smalle) Maasbrug in de A50 bij Ravenstein voorlopig niet wordt verbreed, lijkt dit knelpunt op de langere termijn toe te gaan nemen. Zeker wanneer de verbreding van de Waalbrug bij Ewijk helemaal is afgerond en de weg is verbreed naar 2 keer 4 rijstroken (naar verwachting open te stellen in 2017). Gewenst effect is een goede doorstroming van het verkeer op deze snelwegen tussen de stedelijke gebieden regio Arnhem Nijmegen en Eindhoven/Den Bosch en het oplossen van het verkeersveiligheidsknelpunt op de A326. Beter Benutten Vervolg (SB12) MIRT studie stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (RV67) Stand van zaken: Op het betreffende wegtraject van de A326 zijn geen waarnemingsfaciliteiten als camera s of snelheidsmeters geïnstalleerd, daarom is in het voorjaar 2014 door het Regionaal Tactisch Team (samenwerkingsverband van de wegbeheerders gericht op verkeersmanagement) een analyse gemaakt door de situatie ter plekke te schouwen. Tevens is een onderzoek gestart naar de vraag of een regelscenario de fileproblematiek kan verminderen of dat fysieke maatregelen noodzakelijk zijn. Dit onderzoek is in het najaar 2014 afgerond, op basis waarvan nu de noodzakelijke vervolgstappen worden bezien in overleg met rijk en gemeente. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat regelscenario s geen oplossing bieden voor het file vraagstuk. Wel wordt aanbevolen dat RWS voor de korte termijnaanpak een verlengde invoegstrook van de A326 op de A50 nader gaat onderzoeken in combinatie met het aanpassen van de markering en voor de lange termijn dit traject te agenderen voor het MIRT van het rijk. De verlengde invoegstrook kan de fileproblematiek de komende jaren beperken, maar is geen toekomst vaste oplossing. De kosten van deze maatregel worden begroot op ongeveer 1,0 miljoen. Op basis van het onderzoek worden vervolgmaatregelen bezien. Daarnaast overweegt de aanvullende maatregelen op de A326 vanwege de verkeersonveiligheid, namelijk het plaatsen van file detectie. Om een actueel beeld te krijgen van de verkeersonveiligheidssituatie is voorjaar weken dagelijks gemonitord. Naast de dagelijkse files in de ochtend en avond vonden in die periode 3 kop-staart botsingen plaats. Mede op basis hiervan en het aantal ongevallen met letselschade in de afgelopen jaren achten wij een aanpak rond de verkeersveiligheid gewenst. Wij zijn van mening dat eerder genomen maatregelen rond snelheidsverlaging en het plaatsen van waarschuwingsborden tot nu toe onvoldoende effect opleveren. We hebben een indicatie van de kosten gemaakt van een file waarschuwingssysteem boven de weg met portalen en matrixborden. Deze indicatie komt uit op ongeveer 2,0 miljoen. Daarnaast is in het kader van ons programma Beter Benutten Vervolg knooppunt Bankhoef ( A50/A326) aangemeld voor het landelijke C-ITS project voor innovatief verkeersmanagement waarbij gekeken wordt hoe door ICT-achtige toepassingen doorstroming en verkeersveiligheid verbeterd kunnen worden. De (landelijke) marktuitvraag voor innovatie en ontwikkeling van een dergelijke oplossing is gedaan in het voorjaar Wij verwachten na de zomer een indicatie te krijgen van het oplossend vermogen van ITS voor dit knooppunt. Het proces van een uitvraag voor een concrete oplossing en kostenraming volgt dan op zijn vroegst in Wij zijn in overleg met RWS en gemeente over de invulling en financiering van de concrete vervolgstappen (filewaarschuwingssysteem en ITS). We willen voor het filedetectiesysteem een voorlopig ontwerp maken met kostenraming zodat we hierover in het najaar 2016 een definitief besluit kunnen nemen. Bij het Rijk agenderen wij de lange termijn problematiek van de A50 en willen daarvoor een economische studie starten in combinatie met mogelijke lobbyacties in samenwerking met andere partijen. Fasering en status besluitvorming: Bij begroting 2016 is een bijdrage van 1,5 miljoen gereserveerd o.a, voor het file waarschuwingssysteem boven de weg op de A326. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: Totale kosten: Raming kosten de korte termijn aanpak: Invoegstrook 1,0 miljoen, File waarschuwingssysteem A326 2,0 miljoen. Structurele lange termijn aanpak: C-ITS: innovatie en ontwikkeling wordt al (mede) gefinancierd vanuit de provinciale bijdrage aan het landelijk programma Beter Benutten Vervolg. Corridorstudie A50 naar economische effecten en een lobby voor de lange termijn aanpak. Bijdrage : Reservering 1,5 miljoen (MIAM/BGR2016) Financieringsbron; Eenmalige coalitieakkoordmiddelen. Cofinanciering: N.t.b. met mogelijke bijdragen bedrijfsleven (EVO / TLN). Exploitatiekosten:

76 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Rijkswaterstaat Oost-Nederland, gemeente Wijchen, EVO, TLN Naam: Apeldoorn, aansluiting N304 op A1 (Europaweg) RV67 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Stedendriehoek R. Pauls Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Op de aansluiting van de A1 met de N304 (aansluiting 19, Apeldoorn west) doen zich volgens de politie/rijkswaterstaat tijdens de spitsperioden capaciteitsproblemen voor. Het verkeer dat deze afrit gebruikt en linksaf richting het centrum van Apeldoorn zijn weg wil vervolgen wordt tijdens de spitsuren geconfronteerd met een file op deze afrit. Op beide kruispunten van de aansluiting is er sprake van een verkeersongevallenconcentratie en een problematische verkeersafwikkeling op de gehele aansluiting, met name in de ochtendspits. In de afgelopen jaren heeft dit vraagstuk meer (maatschappelijke) aandacht gekregen. In de pre-verkenning van oktober 2012 is geconcludeerd dat maatregelen in de vorm van turborotondes of verkeerslichten noodzakelijk zijn om de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling te verbeteren. De voorkeur wordt daarbij gegeven aan verkeerslichten. Hiermee kan sturing worden gegeven aan de verkeersstromen, wat met name van belang is voor de op- en afritten van de A1 om eventuele terugslag tot op de autosnelweg te voorkomen. Tevens kan prioriteit worden gegeven aan hulpdiensten en het openbaar vervoer. Naast de locatie N304/A1 spelen er ook twee traject-verkenningen: 1) N304 traject 16, Otterlo (N310) Apeldoorn (A1) en, 2) N304 traject 38, Apeldoorn (A1) Apeldoorn Voor deze trajecten staat groot onderhoud gepland in En dat is ook het moment waarop we ook de lange termijn maatregelen voor de N304/A1 willen uitvoeren. RV67 Stand van zaken: De op- en afritten van de N304/A1 maken ook onderdeel uit van traject 16 en 38. Gezien de actualiteit, is in het verleden besloten om het vraagstuk N304/A1 op een solitair spoor uit te zetten en wellicht in de verkenningsfase te laten inschuiven op het spoor van trajectprogrammering. De direct belanghebbenden van de aansluiting A1 / N304, Gelderland, gemeente Apeldoorn en Rijkswaterstaat zijn het er over eens dat maatregelen genomen moeten worden om dit te verbeteren. Alle partijen hebben daarbij een voorkeur voor verkeerslichten als oplossingsrichting. Vooral traject 38 heeft invloed op totale vormgeving in de toekomst. De gemeente heeft aangegeven dat ze een visie heeft om alle aansluitingen van Apeldoorn met het rijkswegennet te voorzien van een 2x2 baans infrastructuur tot aan de Ring (Laan van Spitsbergen/Laan van Westenenk). Dat is een kostbare maatregel en naast de 2x2 uitvoering zal ongetwijfeld ook de vormgeving van de twee aansluitingen Hoog Buurloseweg en Ugchelse grensweg een punt van aandacht worden. Daarnaast zijn meer vragen actueel: Wordt de verkeerssituatie er beter op als we het gedeelte inrichten naar 2x2, of blijft 2x1 acceptabel? Is het handig om de aansluitingen Ugchelse grensweg en Hoog Buurloseweg allebei te handhaven? Heeft dit nog eventuele gevolgen (verkeerslichten bijvoorbeeld?) voor de inrichting

77 RV68 van beide aansluitingen? Zijn er nog aanvullende maatregelen noodzakelijk i.r.t. de plaats van de fietsvoorzieningen in het dwarsprofiel? Wat is de input hierbij vanuit eventuele regelscenario's? Wat zijn de mogelijkheden tot een eventuele overdracht van het wegvak naar de gemeente Apeldoorn? We weten ook dat er vanuit het verleden in de ondergrond nog een strook verharding zou moeten liggen, maar de staat van onderhoud daarvan is onbekend. Dat moet nog uitgezocht worden. Inmiddels is er al het een en ander uitgezocht. Verkeerskundig ligt er nu een voorkeur voor een kruispuntsoplossing met verkeerslichten. Voor de aansluiting N304/A1 lijken en RWS er financieel wel uit te komen. Voor het aansluitende gedeelte van traject 38 is dit vooralsnog niet duidelijk. Vooral de gemeente Apeldoorn zal moeten bekijken welke financiële mogelijkheden er liggen. Dit kan van invloed zijn op de uiteindelijk te realiseren oplossing. Daarnaast zal de gemeente Apeldoorn nog bekijken in hoeverre een eventuele overdracht van de weg bespreekbaar is. Provincie en gemeente hebben nauw overleg om te komen tot een passende oplossing bij de financiële mogelijkheden. Fasering en status besluitvorming: Afhankelijk van de verdere ontwikkelingen in het verkenningsproces worden maatregelen opgenomen in de trajectprogrammering voor Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: N.n.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Stedendriehoek Gemeente Apeldoorn, RWS Naam: Zonne-energie uit fietspad (Solaroad) RV68 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Rivierenland P. van Riswijk Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Subthema Provinciale Weginfra Solaroad is een product dat o.a. door TNO en Noord-Holland is ontwikkeld en waarvan de eerste (pilot-)toepassing In Krommenie ligt. Het gaat om een fietspad met Solaroad over een lengte van circa 50 meter. De volgende stap in de ontwikkeling van het product is te beproeven hoe Solaroad op grotere schaal kan worden toegepast en hoe de opgewekte energie kan worden aangewend om te voorzien in de directe energiebehoeften van bijvoorbeeld openbare ruimte. Gelderland heeft een groot potentieel aan fietspaden en andere infrastructuur waar dit product toegepast zou kunnen worden en waarmee een bijdrage geleverd zou kunnen worden aan de doelstellingen van het Gelders energie-akkoord. De energieneutrale oplossing In eerste instantie was gedacht solaroad al toe te passen bij het nieuw aan te leggen fietspad langs de N830 tussen Waardenburg en Geldermalsen. De businesscase is echter nog niet ver genoeg ontwikkeld om het nu al te kunnen realiseren. De opzet is om een fietspad over een lengte van circa 1 km te voorzien van Solaroad. Solaroad is een elementenconstructie die als deklaag van het fietspad wordt aangelegd. De bovenlaag is transparant en eronder bevinden zich zonnecollectoren. De verkregen zonne-energie kan worden gebruikt voor de openbare verlichting, oplaadpunten, VRI s of ABRI s in de directe omgeving van het project. Daarnaast wordt bekeken of bedrijven geïnteresseerd zijn in afname van de opgewekte energie door middel van opslag. De verwachting is dat 1 km Solaroad-fietspad jaarlijks circa 210 Mwh (circa huishoudens) elektrische energie oplevert. Ondanks het feit dat nog niet bekend is wat de energiebehoefte is voor de productie en het beheer van Solaroad, is wel duidelijk dat de energieopbrengsten uiteindelijk hoger zullen zijn dan de energielasten. Nieuwbouw infrastructuur Green Deal (RV63) Stand van zaken: Opstellen van business case voor het op grotere schaal toepassen van solaroad in overleg met geïnteresseerde bedrijven Het project wordt momenteel verkend. Er vindt onderzoek plaats naar de haalbaarheid van diverse elementen als productie, duurzaamheid en mogelijkheden voor inzet van het MKB. Fasering en status besluitvorming: In 2016 wordt de business case verder uitgewerkt Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit Gedeputeerde energietranisitie

78 RV69 Financiën: Mogelijkheden voor cofinanciering via EU (EFRO) worden onderzocht. Totale kosten: De extra investeringskosten voor de aanleg van 1 km fietspad worden geraamd op 4 miljoen Naarmate op grotere schaal solarroad toepast wordt zullen de investeringskosten lager zijn. Verdeling kosten: N.t.b. Exploitatiekosten: Relatie andere programma s: Klimaat & milieu Energietransitie Innovatie TNO, Provincie Noord-Holland Naam: Afslag 38 A15 RV69 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stadsregio Arnhem Nijmegen. L.Olthof Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Overbetuwe Weginfra Derden Afslag 38 is de kruising van de gemeentelijke weg tussen Elst en Oosterhout met de A15. Rond deze afslag spelen verschillende ontwikkelingen zoals het bedrijvenpark A15 (met de eerste grote vestigingen) en de mogelijke ontwikkeling van de Railterminal Gelderland (zie infoblad LG02). Daarnaast is het gebied rond deze afslag een van de knopen uit de gebiedsopgave Gelderse corridor (zie infobladen LG01 en LG04) en ligt de afslag binnen het invloedsgebied van de doortrekking van de A15 (zie infobladen RV13 en U-RV13). Als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen valt een toenemende verkeersbelasting op deze afslag te verwachten. Om de verkeersbelasting op deze afslag in de gaten te houden, hebben gemeente Overbetuwe en besloten de ontwikkeling te gaan monitoren. Zodoende kan tijdig kan worden geanticipeerd op te nemen maatregelen. Daarnaast wordt in 2017 ook een verkenning gestart naar de fietsroute Elst Oosterhout Nijmegen. Relatie met andere projecten: Railterminal Gelderland (LG02) Doortrekking A15 (RV13 en U-VR13) Gebiedsopgave corridor (LG01 en LG04) Stand van zaken: Provincie en gemeente Overbetuwe hebben een principe afspraak gemaakt voor jaarlijkse monitoring van de ontsluiting via de Ressensestraat. Men verwacht nog voor de zomer 2016 besluiten te kunnen nemen. Er wordt een plan van aanpak voor de monitoring op. Ook wordt een plan van aanpak gemaakt voor de verkenning voor de fietsroute in Overleg met Nijmegen is gaande om hen te betrekken bij deze verkenning. Mogelijk worden de afspraken ook vastgelegd in het kader van de gebiedsopgave voor de corridor. Fasering en status besluitvorming Bovenstaande afspraken zijn in bestuurlijk overleg tussen en gemeente Overbetuwe besproken en akkoord bevonden. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : Vooralsnog zijn er geen financiële middelen nodig

79 RV70 Financieringsbron: Cofinanciering: Exploitatiekosten: n.v.t. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Gemeente Overbetuwe Naam: Doorstroming N348 A1 - Epse RV70 Versie: Voorjaarsnota 2016 SIS-nummer(s): Regio( s): Stedendriehoek R. Pauls Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Overbetuwe Provinciale Weginfrastructuur Rijkswaterstaat is voornemens de A1 te verbreden met één rijstrook per richting tussen knooppunt Beekbergen (A1/A50) en knooppunt Azelo (A1/A35). Onderdeel van de projectscope is de reconstructie van de aansluitingen op het onderliggend wegennet. Enkele van deze aansluitingen zijn in beheer bij de Gelderland of hebben een directe relatie met de ontsluiting van Gelderse regio s. Naar aanleiding van klachten, geconstateerde congestie tijdens locatiebezoeken en verzoeken van de regio, is ook een probleemanalyse (pré-verkenning) gedaan van wegvak tussen de aansluiting A1 N348 (Zutphen Deventer). Daarin zijn de volgende knelpunten geconstateerd: Doorstroming: Nu en in 2030, met en zonder realisatie van de capaciteitsverruiming A1 Apeldoorn Azelo is sprake van filevorming en een afwikkelingsknelpunt op de N348 tussen de A1 en Epse, met risico tot terugslag tot op de A1. Leefbaarheid: De geluidbelasting op woningen langs het wegvak is hoger dan 63dB, daartegen dienen maatregelen te worden getroffen en/of een hogere waarden procedure conform de Wet Geluidhinder te worden doorlopen. Verkeersveiligheid: De vormgeving en verkeersveiligheid van de weg is niet op het vereiste kwaliteitsniveau gezien de functie en het gebruik van de weg. De realisatie van fase 1 ( ) van de capaciteitsverruiming A1 Apeldoorn Azelo is aanleiding om dit knelpunt per direct te verkennen, omdat: Door de beperkte capaciteit van dit wegvak de verwachting is dat na opening van fase 1 van de A1 alsnog terugslag kan plaatsvinden op de A1. Het gelijktijdig doorlopen van planologische procedures voordelen op kan leveren i.v.m. risicobeheersing van de A1 en de N348. Het gelijktijdig aanbesteden c.q. uitvoeren van werkzaamheden aan de A1 en de N348 kan schaalvoordelen kan opleveren in de aanbesteding van de N348. Voor de geconstateerde problematiek op de N348 tussen de A1 en Epse ten aanzien van doorstroming leefbaarheid en verkeersveiligheid, dient een verkenning te worden uitgevoerd naar adequate oplossingsrichtingen. Bij de verkenning dienen verschillende scenario s te worden verkend waarin is rekening gehouden met de capaciteitsuitbreiding van de A1, de bedrijventerreinontwikkeling A1 ten zuiden van Deventer en de ontsluiting van ruimtelijke ontwikkelingen langs het wegvak van de N348. Het resultaat van de verkenning is een breed gedragen, maakbaar voorkeursalternatief dat de geconstateerde knelpunten op een toekomstvaste (planjaar 2030) wijze oplost. Relatie met andere projecten: Capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn Azelo (RV03) Stand van zaken: Het resultaat van de pré-verkenning vormt aanleiding om een aanvullende verkenning te doen naar de doorstroming op de N348 tussen de A1 en Epse, mede in relatie tot de capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn - Azelo. In de tweede helft van 2016 wordt een verkenning uitgevoerd naar de doorstroming op de N348 tussen de

80 SB13 A1 en Epse, mede in relatie tot de capaciteitsuitbreiding A1 Apeldoorn - Azelo. De verkenning wordt eind 2016 opgeleverd. Fasering en status besluitvorming De verkenning wordt eind 2016 afgerond. Eventueel daaruit voortvloeiende besluitvorming wordt voorgelegd bij MIAM/VJN2017. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde Mobiliteit. Financiën: Totale kosten: N.n.b. Bijdrage : N.n.b. Financieringsbron: Cofinanciering: Exploitatiekosten: n.v.t. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Rijkswaterstaat, Stedendriehoek, Gemeente Deventer, Gemeente Lochem Naam: Corridor Malden-Nijmegen () SB13 Versie: Begroting 2016 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen L. Olthof Huidige fase: Verkenning Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Subthema (keten) Mobiliteit In de corridor Cuijk - Nijmegen speelt een aantal bereikbaarheids- en capaciteitsproblemen, die zich vooral richten op de bereikbaarheid van Heijendaal en het centrum van Nijmegen. De bereikbaarheidsproblemen vertalen zich in een matige doorstroming van het verkeer op de N844 tussen Malden en Nijmegen en een overbezetting van de spitstreinen tussen Boxmeer en Heijendaal. Sinds 2009 zijn de problemen en oplossingsrichtingen verkend en besproken. Mogelijke infrastructurele maatregelen als een Tidal Flow tussen Malden en Nijmegen, een westelijke gemeentelijke rondweg om Malden vanaf de aansluiting met de A73 parallel aan de A73 en via Blankenbergseweg en Droogststraat die weer uit komt op de N844 en een transferium nabij de A73 of langs de N273 ten zuiden van Malden zijn bekeken maar dit heeft vooralsnog niet tot besluitvorming geleid. In 2013 is door de voormalige stadsregio Arnhem Nijmegen, de gemeenten Heumen en Nijmegen en de Gelderland besloten de oplossingen om doorstroming te verbeteren op het vlak van gedragsverandering en benuttingsmaatregelen te verkennen. Hiervoor zijn verschillende sporen uitgezet.een van de sporen is het mobiliteitsonderzoek. Recent is door de gemeenteraad van Heumen de rondweg toch weer geagendeerd om redenen van leefbaarheid. Het doel van het project is het in beeld brengen van het reisgedrag van automobilisten uit Malden op de N844 tussen Malden en Nijmegen. Daarbij moet ook achterhaald worden waarom deze automobilisten kiezen voor de auto. De resultaten van het mobiliteitsonderzoek zijn in 2015 gepresenteerd. Via gerichte maatregelen rond fiets, mobiliteitsmanagement en OV, is het mogelijk enkele procenten in de spitsverkeersbelasting te verminderen. Na bestuurlijk overleg is besloten deze nieuwe mogelijke mobiliteitsoplossingen op te pakken en mee te nemen in het programma Beter Benutten Vervolg voor het onderdeel bereikbaarheid Heijendaal. Naast dit mobiliteitsonderzoek is op initiatief van de voormalige stadsregio in samenwerking met de gemeenten ook gewerkt aan een Ambitiedocument Rijksweg Malden in een breder perspectief. Dit is eind 2014 gereed gekomen. De heeft de rol van de stadsregio overgenomen. Gezien de vele projecten die in het gebied lopen, hebben gemeenten en besloten dit document te gaan actualiseren. Een overzicht van relevante projecten in het gebied worden hieronder weergegeven HOV stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (OM01) Kwaliteitsverbetering Maaslijn (OM58) Snelfietsroute Cuijk - Nijmegen (F06) Beter Benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (U-SB12) Stand van zaken: Onderzoek is eind 2015 gereedgekomen. Het onderzoek laat zien dat 50% van het verkeer op de N844 een relatie met Malden heeft. Uit het gedragsonderzoek via een enquête onder bijna 400 Maldenaren, blijkt dat er belangstelling bestaat voor aanpassing van het verplaatsingsgedragsbedrag (o.a. werktijden aanpassing, fiets en bus). Dit zal het volledige doorstromingsprobleem niet oplossen, maar wel verzachten. Besloten is dit

81 SB17 op te pakken in het kader van Beter Benutten Vervolg. Beter benutten Vervolg Heijendaal loopt, evenals de projecten rond snelfietsroute Nijmegen-Cuijk en verbetering Maaslijn. Van belang is ook dat de de infrastructurele maatregelen/aanpassingen op de N844 ook zal bezien in relatie tot de trajectprogrammering van de N844 Malden - Nijmegen die in 2015 verkend is en die in 2016 tot besluitvorming over de maatregelen zal leiden. Uitvoering daarvan zal in 2018 plaatsvinden. Het te actualiseren ambitiedocument biedt basis voor een goede samenhang tussen de verschillende projecten en plannen. Fasering en status besluitvorming: Vooralsnog geen besluitvorming door PS noodzakelijk. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerde mobiliteit. Financiën: N.t.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Gemeente Nijmegen en gemeente Heumen Naam: MIRT-agenda Stedelijk Netwerk Arnhem Nijmegen 2014 SB17 Versie: Voorjaarsnota 2016 Regio( s): Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen L.Olthof Huidige fase: Initiatief Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Thema Stedelijke bereikbaarheid Gemeenten Arnhem, Nijmegen en Provincie Subthema Overig In 2014 is het MIRT-onderzoek stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen afgerond en aangeboden aan de minister van I&M. Met het Rijk is afgesproken dat het onderzoek zal worden afgerond met een agenda. Deze agenda is voorjaar 2015 door beide B en W s van Arnhem en Nijmegen en GS vast. Als vervolg hierop is in het najaar 2015 de Uitnodigingsagenda MIRT 2015 op met de focus op drie iconen: campusontwikkeling, bruisende binnensteden en smart energy. Hier ligt een duidelijke relatie met de uitwerking van de gebiedsagenda voor het stedelijk netwerk Arnhem en Nijmegen. Bij de uitwerking van de drie iconen geldt de bereikbaarheid als belangrijke randvoorwaarde. Dit is in lijn met het provinciale mobiliteitsbeleid rond stedelijke bereikbaarheid, beter benutten, snelfietspaden, spoor en stations ontwikkeling, logistiek en corridorontwikkeling en duurzaamheid en innovatie. De integrale gebiedsagenda beschrijft gezamenlijke ambities en projecten op het terrein van een vitale economie, aantrekkelijke leefomgeving en goede bereikbaarheid en kent de volgende 3 iconen: Campusontwikkeling, Bruisende binnen steden, Smart energy. Vanuit de kerntaak mobiliteit wordt gewerkt aan de bereikbaarheidsissues rond die iconen en worden waar nodig reeds in gang gezette trajecten versterkt. Relatie met o.a.: Beter Benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (SB12) Rail Opstappunt (LG02) Snelfietspaden Arnhem - Dieren (F08) en Cuijk - Nijmegen (U-F06) Station Nijmegen CS (OM 50) Versterking IJssellijn (OM71) Doortrekking A15 (RV13) Trolley 2.0 (OM74) Kwaliteitsverbetering Maaslijn (OM 58) Stand van zaken: Uitvoeringsagenda MIRT is najaar 2015 vast door de regio en aangeboden aan het Rijk. Er wordt gewerkt aan de invulling van de Uitnodigingsagenda ook in relatie tot de gebiedsopgave voor dit gebied. Elders in de VJN wordt hierop in gegaan. Fasering en status besluitvorming: De MIRT-uitnodigingsagenda is vast en zal de komende tijd worden vertaald naar concrete acties o.a via de gebiedsagenda. Het Rijk moet zijn positie nog bepalen. Bestuurlijk verantwoordelijk: Gedeputeerden mobiliteit en gebiedsopgaven.

82 Financiën: N.n.b. Relatie andere kerntaken/gebiedsopgave: Regionale economie Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer Gelderse corridor Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Rijk, gemeenten in stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, triple helix organisatie Economic Board UITVOERINGSBLADEN

83 Naam: Overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2016 Planjaar Uitvoering U-2013-F01c Regio ( s): Rivierenland, Stedendriehoek M. Bos Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Beheer en onderhoud Groot onderhoud en reconstructie Korte beschrijving van het traject: Vanaf 2006 zijn er diverse moties Statenbreed (motie , motie en motie ) aangenomen voor het veiliger maken en verbeteren van de fietsinfrastructuur. Voor de provinciale wegen heeft dit erin geresulteerd dat een aantal knelpunten, die onder andere naar voren kwamen bij het schoolroute onderzoek, direct aangepakt. Ook zijn bij de moties een aantal grootschalig knelpunten benoemd, zoals het ontbreken van fietspaden langs provinciale 80 kilometer per uur wegen. Daarnaast krijgen de fietsinfrastructuurknelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere veilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. De aanleg van vrijliggende fietspaden is een complex proces waarbij tijd nodig is om draagvlak te creëren, grond moet worden aangekocht en in sommige situaties moeten bestemmingsplannen gewijzigd worden. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om tegelijk met de werkzaamheden die aan de hoofdrijbaan plaats moeten vinden de fietspaden aan te leggen. Dit betekent dat in voorkomende gevallen de werkzaamheden voor het aanleggeven van de fietsvoorzieningen als los, solitair, project in een ander uitvoeringsjaar dan het planjaar worden uitgevoerd. Dit betreft de volgende projecten: Trajectnr Omschrijving Traject Wegnr Regio Contactpersoon 35 Epe - Heerde (A50) N794 Stedendriehoek M. Bos Er loopt nog dicussie over een bomenvraagstuk; project naar verwachting in de loop van 2016 afgerond. 59 Culemborg (N320) - Geldermalsen (A15) N833 Rivierenland M. Bos Er loopt nog discussie over grondeigendommen; wegdeel Buurmalsen Geldermalsen wordt in de loop van 2106 uitgevoerd, het resterende wegvak mogelijk in Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F01) Overzicht trajecten planjaar 2013, uitvoering in 2016 (U-2013-TP-2) 4,651 4,651 Begroting 2012 Coalitie-akkoord middelen U-2013-F01c Naam: overzicht fietsprojecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2017 Planjaar Uitvoering U-2013-F01d Regio ( s): Rivierenland M. Bos Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Beheer en onderhoud Groot onderhoud en reconstructie Korte beschrijving van het traject: Vanaf 2006 zijn er diverse moties Statenbreed (motie , motie en motie ) aangenomen voor het veiliger maken en verbeteren van de fietsinfrastructuur. Voor de provinciale wegen heeft dit erin geresulteerd dat een aantal knelpunten, die onder andere naar voren kwamen bij het schoolroute onderzoek, direct aangepakt. Ook zijn bij de moties een aantal grootschalig knelpunten benoemd, zoals het ontbreken van fietspaden langs provinciale 80 kilometer per uur wegen. Daarnaast krijgen de fietsinfrastructuurknelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere veilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. De aanleg van vrijliggende fietspaden is een complex proces waarbij tijd nodig is om draagvlak te creëren, grond moet worden aangekocht en in sommige situaties moeten bestemmingsplannen gewijzigd worden. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om tegelijk met de werkzaamheden die aan de hoofdrijbaan plaats moeten vinden de fietspaden aan te leggen. Dit betekent dat in voorkomende gevallen de werkzaamheden voor het aanleggeven van de fietsvoorzieningen als los, solitair, project in een ander uitvoeringsjaar dan het planjaar worden uitgevoerd. Voor het planjaar 2013 geldt dat onderstaande fietsvoorziening op zijn vroegst in 2017 kan worden gerealiseerd. Het inpassingsplan zal in 2016 worden vast en mits de grondaankopen voorspoedig verlopen, zal realisatie in 2017 volgen. Trajectnr Omschrijving Traject Wegnr Regio Contactpersoon 76 Hedel (A2) - Rossum (N322) N831 Rivierenland M. Bos Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F01) Overzicht trajecten planjaar 2013, uitvoeringsjaar 2017 (U-2013TP-3) Trajectprogrammering 1,875 1,875 Begroting 2012 nvt Gemeenten. U-2013-F01d Coalitie-akkoord middelen, nvt Gemeenten.

84 Naam: Gelders Fietsnetwerk, projecten 2013 in uitvoering Planjaar Uitvoering U-2013-F02b Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland K. Logger Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Het bepalen van de knelpunten op het bovenlokale fietsnetwerk en het genereren van middelen om deze knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt op bestuurlijk niveau (Kerngroep) van het GFN de gemeentelijke knelpunten vast die voor subsidie in aanmerking komen. De daadwerkelijke subsidievaststelling heeft plaatsgevonden in GS via de koepelnotitie en de subsidieverstrekking wordt vast conform de Gelderse Subsidieverordening. De Kerngroep van het GFN heeft z n goedkeuring kunnen geven aan 20 projecten, ter grootte van een subsidiebedrag van 4,0 miljoen, hiervan resteren: Gemeente Barneveld, H. Dunantlaan en op kruising N802/Lunterseweg Gemeente Ede, Proosdijerveldweg en Molenstraat/Raadhuisstraat Gemeente Lochem, traverse Eefde en Joppelaan Gorssel Gemeente Duiven, Leuvensedijk Gemeente Westervoort, Dorpsstraat/Hamersestraat Deze projecten worden in de loop van 2016 uitgevoerd en afgerond. Het project in Barneveld loopt nog door tot eind Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F1) Gelders Fietsnetwerk (F2) Snelfietsroutes (F3) Nieuwe koers fietsbeleid en de stille revolutie van de E-bike (F13) U-2013-F02b Naam: Gelders Fietsnetwerk, projecten 2014 in uitvoering Planjaar Uitvoering U-2014-F02b Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland K. Logger Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Het bepalen van de knelpunten op het bovenlokale fietsnetwerk en het genereren van middelen om deze knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt op bestuurlijk niveau (Kerngroep) van het GFN de gemeentelijke knelpunten vast die voor subsidie in aanmerking komen. Aansluitend dienen de verschillende gemeenten een subsidieaanvraag in (die via de koepelnotitie door GS wordt toegekend). In 2014 zijn de volgende projecten gehonoreerd, waarvan de uitvoering in 2016 of later plaatsvindt: Snelfietsroute Lunteren-Putten; traject Wilhelminastraat-Spoorstraat (langs centrum) - gemeente Barneveld Snelfietsroute Lunteren- Putten; traject H. Dunantlaan-van Wijnbergen - gemeente Barneveld Spoortracé tussen Wooldseweg en rondweg west - gemeente Winterswijk Fietstunnel kruising Zuidelijke Parallelweg (zuidsingel Duiven) - gemeente Duiven Extra toegevoegd: Verbeteren fietspad Korrebergweg Wolterbergweg gemeente Epe Fietsvoorziening Zweedseweg- IJslandseweg gemeente Zutphen Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F1) Gelders Fietsnetwerk (F2) Snelfietsroutes (F3) Nieuwe koers fietsbeleid en de stille revolutie van de E-bike (F13) Gelders Fietsnetwerk, projecten 2014 afgerond (U-2014-F02b) U-2014-F02b subsidie subsidie 4 4* Begroting 2013 Coalitie akkoord middelen 4 4* Begroting 2014 Coalitie akkoordmiddelen * Bijdrage betreft alle projecten die in 2013 gehonoreerd zijn. Inmiddels zijn 11 fietspaden uitgevoerd en financieel afgerond. n.v.t. Gemeenten. * Bijdrage betreft alle projecten die in 2014 gehonoreerd zijn. Inmiddels zijn 3 fietspaden uitgevoerd en financieel afgerond. n.v.t. Gemeenten.

85 U-2014-OM27 U-2015-F01a Naam: Bushalten provinciale wegen Planjaar Uitvoering U-2014-OM27 Regio: Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, FoodValley, Rivierenland, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Zie trajectinfobladen. Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Bus Korte beschrijving van het project: OV-halten op plaatsen die er toe doen (veel in/uitstappers, centrale plaats, bepaalde doelgroepen bijvoorbeeld ouderen) toevoegen, verplaatsen ofwel herinrichten, waarbij per halte maatwerk wordt geleverd en voorzieningen, bijvoorbeeld fietsklemmen, worden toegevoegd waar nodig. Daarbij ook aandacht voor aansluiting op de omgeving (voet- en fietspaden). Aanpassen c.q. aanleggen van bushalten langs provinciale wegen. Onderstaande trajecten worden in de loop van 2016 afgerond. Aanpassen bushalten ter verbetering van de N800 traject 6 (Barneveld-Stroe) toegankelijkheid en opheffen halten Nachtegaalweg, Linquenda en Norschoterweg N319 traject 131 (Groenlo-Winterswijk-Duitse grens) N317 traject 136 (Doetinchem-Dinxperlo) Bushalten provinciale wegen (OM27) Trajectprogrammering (U-2014-TP1 en U-2014-TP2) Aanpassen bushalten ter verbetering van de toegankelijkheid nabij rotonde ziekenhuis Aanpassen bushalten ter verbetering van de toegankelijkheid nabij rotonde Bonte Brug 0,481* 0,481 Begroting 2013 * Deze middelen zijn ook opgenomen in de projectkosten in de verschillende trajecten. Gemeenten, vervoerders. Coalitieakkoord middelen Naam: Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2016 Planjaar Uitvoering U-2015-F01a Regio ( s): Rivierenland, Achterhoek, Stedendriehoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Noord-Veluwe M. Bos P. Kettelarij J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Provinciale Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Vanaf 2006 zijn er diverse moties Statenbreed (motie , motie en motie ) aangenomen voor het veiliger maken en verbeteren van de fietsinfrastructuur. Voor de provinciale wegen heeft dit erin geresulteerd dat een aantal knelpunten, die onder andere naar voren kwamen bij het schoolroute onderzoek, direct aangepakt. Ook zijn bij de moties een aantal grootschalig knelpunten benoemd, zoals het ontbreken van fietspaden langs provinciale 80 kilometer per uur wegen. Daarnaast krijgen de fietsinfrastructuurknelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere veilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. Maatregelen langs provinciale wegen om de veiligheid voor fietsers te verbeteren. Onder andere op de volgende trajecten, te realiseren in Traject Omschrijving Traject Wegnr Regio contactpersoon 29 Nunspeet - Elburg N310 Noord-Veluwe P. Kettelarij 31 Elburg - 't Harde N309 Noord-Veluwe P. Kettelarij 37 Gietelo (N345) - Steenenkamer (N344) N790/N791 Stedendriehoek J. Harmsen 62 Tiel - Maurik N835 Rivierenland M. Bos 98 Gem. Lingewaard N325 Arnhem Nijmegen M. Bos 127 Ruurlo - Neede N315 Achterhoek P. Kettelarij Trajecten 2015, uitvoeringsjaar 2015 (U-2015-TP) Coalitieakkoord middelen 9,67 9,67* Begroting * Deze middelen zijn ook opgenomen in het infoblad over de trajecten die in 2015 gerealiseerd worden (u-2015tp) n.v.t. Gemeenten

86 Naam: Fietsprojecten planjaar 2015, uitvoeringsjaar 2016 Planjaar Uitvoering U-2015-F01b Regio ( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen M. Bos Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Provinciale Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Vanaf 2006 zijn er diverse moties Staten breed (motie , motie en motie ) aangenomen voor het veiliger maken en verbeteren van de fietsinfrastructuur. Voor de provinciale wegen heeft dit erin geresulteerd dat een aantal knelpunten, die onder andere naar voren kwamen bij het schoolroute onderzoek, direct aangepakt. Ook zijn bij de moties een aantal grootschalig knelpunten benoemd, zoals het ontbreken van fietspaden langs provinciale 80 kilometer per uur wegen. Daarnaast krijgen de fietsinfrastructuur knelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere veilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. Maatregelen langs provinciale wegen om de veiligheid voor fietsers te verbeteren. Onder andere op het volgende traject. Traject Omschrijving Traject Wegnr Regio contactpersoon 84 Bennekom - Doorwerth N782 Arnhem Nijmegen M. Bos Trajecten 2015, uitvoeringsjaar 2016 (U-2015-TP-2) Coalitieakkoord middelen 3,6 3,6* Begroting * Deze middelen zijn ook opgenomen in het infoblad over de trajecten die in 2015 gerealiseerd worden (U-2015-TP-2) n.v.t. Gemeenten U-2015-F01b Naam: Gelders Fietsnetwerk Planjaar Uitvoering U-2015-F02 Regio( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, Rivierenland K. Logger Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Het bepalen van de knelpunten op het bovenlokale fietsnetwerk en het genereren van middelen om deze knelpunten op te lossen. Jaarlijks wordt op bestuurlijk niveau (Kerngroep) van het GFN de gemeentelijke knelpunten vast die voor subsidie in aanmerking komen. Aansluitend dienen de verschillende gemeenten een subsidieaanvraag in (die via de koepelnotitie) door GS wordt toegekend. Sinds 2015 gaat het om: Fietspad spoorwegovergang Rijksstraatweg gemeente Geldermalsen Fietspad Broekdijk Kesteren gemeente Nederbetuwe Fietspad Mheenlanden gemeente Harderwijk Fietstroken Oosterwolde gemeente Oldebroek Fietspad Westflank gemeente Ermelo Fietsvoorziening Nieuwe Wetering gemeente Heerde Fietspad Zuiderzeestraatweg gemeente Putten Fietsvoorziening Hoofdweg gemeente Harderwijk Snelfietsroute Barneveld gemeente Barneveld Fietsvoorziening Veenendaalseweg gemeente Ede Fietsvoorziening Houtbeekweg/Kootwijkerdijk gemeente Barneveld Fietsvoorziening Oude Winterswijkseweg - gemeente Oost Gelre Fietspad Schimmelpennincklaan gemeente Winterswijk Fietsstroken kruising Nieuwstad/Raadhuistraat gemeente Doetinchem Fietsvoorzieningen Vredenweg- gemeente Oost Gelre Fietspad Kerkstraat Gaanderen gemeente Doetinchem Fietsvoorziengen recreatieve paden gemeente Winterswijk Herinrichting Ughelseweg/Laan v Westerink met fietspaden gemeente Apeldoorn Fietsstroken Bathemseweg gemeente Lochem Fietsvoorzieningen Waterbergweg gemeente Apeldoorn Fietsvoorzieningen Noordweg gemeente Apeldoorn Fietsverbinding Koningstraat-Ewijk optimaliseren gemeente Beuningen Fietspad Witte Kruislaan-Maatjesweg gemeente Zevenaar Fietsvoorzieningen rotonde Noordeinde/Oude Doesburgseweg gemeente Zevenaar Fietsstraat Kerkstraat gemeente Nijmegen U-2015-F02 Fietsvoorzieningen Lijkeweg in Loo gemeente Duiven Deze projecten worden (of zijn inmiddels) in 2015, 2016 of 2017 uitgevoerd en afgerond. Fietsvoorzieningen langs provinciale wegen (F1) Gelders Fietsnetwerk (F2) Snelfietsroutes (F3) Nieuwe koers fietsbeleid en de stille revolutie van de E-bike (F13)

87 subsidie 4 4 Begroting 2015 Coalitie akkoordmiddelen n.v.t. Gemeenten. Naam: Beheer en onderhoud Wegen Planjaar Uitvoering U-2016-BO05 Regio: Achterhoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Rivierenland, FoodValley, Noord-Veluwe, Stedendriehoek J.A.M. Oostveen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Beheer en onderhoud Dagelijks beheer U-BO05 Korte beschrijving van het onderwerp: De Gelderland beheert circa 1160 kilometer hoofdwegen en nog eens ongeveer 1400 kilometer fietsvoorzieningen en parallelwegen. Het beheer van ons wegennet is gericht op drie doelen: bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefomgeving. De bijdrage aan deze doelen komt tot stand door het uitvoeren van planmatige beheertaken, waarin we onderscheiden: Instandhouding (grootschalig onderhoud aan ons wegennet volgens trajectprogrammering) Dagelijks beheer en klein onderhoud aan ons wegennet De grondslag voor de programmering van de onderhoudsactiviteiten is het wettelijk kader en de landelijke richtlijnen voor de kwaliteit van infrastructuur. Daarnaast houden wij ook beleidsmatig rekening met de doelstellingen uit de Omgevingsvisie. De werkzaamheden in het kader van instandhouding worden per traject uitgevoerd in een negenjarige cyclus samen met de overige werkzaamheden aan het traject. Het dagelijks beheer en klein onderhoud aan de wegen wordt jaarlijks geprogrammeerd. De werkzaamheden betreffen het dagelijks beheer en klein onderhoud. Het doel is om veiligheid, beschikbaarheid en benutting van ons wegennet zo optimaal mogelijk in te richten en te borgen voor alle weggebruikers en omgeving. Deze onderhoudsactiviteiten, zoals klein onderhoud aan wegverhardingen, maaien van bermen, onderhoud aan bomen en gladheidsbestrijding, worden jaarlijks vast en uitgevoerd. Ook inspecteren wij het provinciale wegenareaal ten behoeve van de veiligheid van de weggebruiker en programmering van het onderhoud aan deze assets. In het wegbeheer van de provinciale wegen onderscheiden wij de volgende soorten assets: Kunstwerken, Verhardingen, Groenvoorziening, Elektrotechnische installaties en Wegelementen. Het dagelijks beheer en klein onderhoud is er op gericht de technische kwaliteit van deze assets op orde te houden, zodanig dat de functionaliteit gewaarborgd is in de beheer(gebruiks-)fase van de weg. Naast de asset-gerichte werkzaamheden voeren wij ook werkzaamheden uit die betrekking hebben op het gebruik en de omgeving van de weg. Hiermee geven wij onder meer invulling aan het onderdeel in de Uitvoeringsagenda dat betrekking heeft op de doorstroming van het verkeer via verkeersmanagement, maar ook aan thema s als leefomgeving en duurzaamheid. Om doelmatig invulling te geven aan deze werkzaamheden zijn beheer-activiteiten nodig; hierbij valt te denken aan het op orde hebben en houden van onze areaalgegevens en exploitatie van nutsvoorzieningen. Infobladen met subthema Groot onderhoud en reconstructie Infobladen met het thema Reconstructie & Verkeersveiligheid

88 U-2016-F01 Beschikbaar : begroting 2016 : reguliere middelen Onderdeel Bedrag Kunstwerken: civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten, tunnels, duikers, pompinstallaties) en artistieke kunstwerken 0,7 Verharding: asfalt, afwatering en wegmarkeringen Elektrotechnische installaties: openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, verkeerssignalering, dynamische route informatiepanelen 2,8 Groen: beplanting (bomen, struiken, hagen, grasbermen e.d) en faunavoorzieningen (faunapassages, -rasters, terugkeervoorzieningen e.d) 4,5 Wegelementen: bewegwijzering, geleiderail, bushalte- en carpoolplaatsen, geluidsschermen, verkeersborden en bebakening. 1,1 Verkeers- en omgevingsmanagement: inframanagement, verkeersmanagement, incidentenmanagement, gladheidsbestrijding en tijdelijke verkeersmaatregelen. 3,6 Beheer: areaalgegevensbeheer, spoorwegovergangen, kadastraal recht, afhandelen schades, nutsvoorzieningen, gebouwen, terreinen, vervoersmiddelen. 2,9 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden 5,4 21,0 Waterschappen, Gemeenten, Rijk, maatschappelijke belangen organisaties e.d. Naam: Fietsprojecten planjaar 2016 Planjaar Uitvoering U-2016-F01 Regio ( s): Rivierenland, Achterhoek, Stedendriehoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Noord-Veluwe J. Harmsen M. Bos P. Kettelarij R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Provinciale Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Fietsinfrastructuurknelpunten van het bovenlokale en recreatieve knooppuntennetwerk op de provinciale wegen krijgen extra aandacht bij de trajectaanpak. Dit betreffen onder andere onveilige oversteken. De projectscope is in overeenstemming met de beantwoording en de benoemde projecten van motie 45 (PS ) en de werkwijze van trajectaanpak. Het gewenste effect is veiliger fietsvoorzieningen langs provinciale wegen. In 2016 worden kleinschalige maatregelen getroffen vanuit de structurele middelen fiets. Maatregelen langs provinciale wegen om de veiligheid voor fietsers te verbeteren. Onder andere op de volgende trajecten. Traject Omschrijving Traject Wegnr Regio Contactpersoon Traject 7 Barneveld-Otterlo (N304) N801 FoodValley J. Harmsen Traject 23 Nijkerk (N301)-Putten (N303)) N798 Noord-Veluwe R. Pauls Traject 27 Harderwijk-Kootwijk (A1) N302 Noord-Veluwe P. Kettelarij Traject 28 (N302) Uddel-Elspeet-Nunspeet (A28) N310 Noord-Veluwe P. Kettelarij Traject 50 Zutphen-Lochem N346 Stedendriehoek J. Harmsen Traject 97 Beek - Nijmegen N325 Arnhem Nijmegen J. Harmsen Traject 128 Doetinchem-Vorden N316 Achterhoek J. Harmsen Trajecten 2016, uitvoeringsjaar 2016 (U-2016-TP ) 1,968 1,68 Begroting 2012 Reguliere middelen * Deze middelen zijn ook opgenomen in het infoblad over de trajecten die in 2016 gerealiseerd worden (u-2016-tp ) n.v.t. Gemeenten

89 U-2016-TP2-3-4 Naam: Traject N301 (grens Flevoland Barneveld (A1)) Planjaar Uitvoering U-2016-TP2-3-4 Regio: FoodValley J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N301 heeft verschillende functies. Tussen Flevoland en de A28 en Nijkerk is het een belangrijke en drukke gebiedsontsluitingsweg. Bij Nijkerk is de weg een rondweg, die het verkeer verdeelt over de verschillende invalswegen van die kern. Tussen Nijkerk en de A1 is het een te drukke erftoegangsweg. Met die inrichting en maximumsnelheid (60 km/u) wordt het verkeer ontmoedigd deze sluiproute (voor verkeer dat de congestie rond snelwegknooppunt Hoevelaken mijdt) te gebruiken. Voor het verkeersmanagement heeft de weg tussen Flevoland en de A28 een functie van regionale verbindingsweg en tussen die aansluiting en Nijkerk een ondersteunende functie. Het erftoegangsweg-deel heeft uiteraard geen functie in dit netwerk. De route maakt deels onderdeel uit van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer: Tussen Flevoland en halverwege de ring van Nijkerk. Op het gedeelte tussen Nijkerk en de A1 rijdt een regiobuslijn. De verbinding behoort ook tot het bovenlokale fietsnetwerk. Instandhouding openbare verlichting door vervanging lichtmasten. Instandhouding verhardingen, aanbrengen bermbeton en herstellen telpunt. Instandhouding VRI's. Instandhouding bruggen. Nieuw aanbrengen stil asfalt. Traject 2 Traject 3 Traject 4 4,728 4,458 Begroting 2016 Reguliere middelen Gezonde leefomgeving 0,27 Middelen andere programma s (LOO) Gemeente, Flevoland

90 U-2016-TP7 U-2016-TP23 Naam: Traject 7 - N801 (Barneveld-Otterlo (N304)) Planjaar Uitvoering U-2016-TP7 Regio: FoodValley J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N801 is een vrij rustige erftoegangsweg tussen Barneveld en Otterlo. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden maken onderdeel uit van het bovenlokale fietsnetwerk. Op een klein gedeelte rijdt een buurtbus. Onderhoud rijbaan i.c.m. aanpassen fietsoversteek. Aanpassen en herinrichting bebouwde komgrenzen Wekerom. 1,340 1,340 Begroting 2016 Reguliere middelen Gemeente Naam: Traject 23 - N798 (Nijkerk (N301)-Putten (N303)) Planjaar Uitvoering U-2016-TP23 Regio: Noord-Veluwe R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N798 is een goed gebruikte gebiedsontsluitingsweg tussen Nijkerk en Putten. De weg heeft een ondersteunde functie voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden behoren grotendeels tot de bovenlokale fietsruggengraat. Er rijdt een regiobuslijn. Verbeteren zichtbaarheid parallelle fietsoversteken en veiligheid overstekend langzaam verkeer ter hoogte van Beitelwegen Vikarienweg opheffen fietsoversteek Kraakweg. Verwijderen parkeervakken, aanbrengen bermbescherming, opwaarderen haltevoorzieningen, aanpassen uitrit Huis de Salentein en afsluiten van de zijwegen Schremmersteeg, Waterweg, Eemtenpolweg, Hooiweg en Brijtstoetweg. Aanbrengen stil asfalt in combinatie met instandhouding verhardingen. Instandhouding openbare verlichting ter hoogte van kruispunten en middengeleider. Instandhouding verhardingen in combinatie met aanleg stil asfalt. Instandhouding kunstwerken, herplaatsen 6 duikerelementen en reinigen kunstwerk. 4,062 3,890 Begroting 2016 Reguliere middelen Gezonde leefomgeving 0,172 Gemeenten Middelen andere programma s (LOO)

91 U-2016-TP27 U-2016-TP28 Naam: Traject 27 - N302 (Harderwijk-Kootwijk (A1)) Planjaar Uitvoering U-2016-TP27 Regio: Noord-Veluwe P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N302 is een belangrijke en drukke gebiedsontsluitingsweg, noordwest-zuidoost over de Veluwe, van Flevoland/Harderwijk tot de A1 bij Kootwijk. De weg heeft de functie van een regionale ontsluitingsweg voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden behoren tot het bovenlokale fietsnetwerk. Op het gedeelte tussen de N310 en de N344 rijdt een regiobuslijn. Aanleg middengeleider ter hoogte van de Paleisweg en aanbrengen 1,3 km houten geleiderail vanaf N796 richting Harderwijk. Aanleg linksafvak richting vakantiepark Rabbit Hill. Aanpassen rotonde N302-N344 ter verbetering berijdbaarheid, de verkeersveiligheid van overstekend langzaam verkeer en de toegankelijkheid van de nabijgelegen bushalten. Afsluiten Lageveldseweg, Garderense Molenweg, Einderweg en Kampweg. Realiseren linksafvakken Broekeld en Rechtewegje, inclusief veilige fietsoversteken. Aanpassen inritten tuincentrum De Fonteyn. Aanleg faunapassages voor reptielen (herpetoduct) ter hoogte van km 115,80 en km 119,50. Instandhouding verhardingen. Instandhouding duikers. 9,615 Buitengewoon groen 9,120 Begroting 2016 Reguliere middelen 0,495 Gemeenten. Middelen andere programma s (EHS) Naam: Traject 28 - N310 ((N302) Uddel-Elspeet-Nunspeet (A28)) Planjaar Uitvoering U-2016-TP28 Regio: Noord-Veluwe P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N310 is tussen Uddel en Nunspeet een goed gebruikte erftoegangsweg. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden maken onderdeel uit van het bovenlokale fietsnetwerk. Behalve op het gedeelte van Elspeet tot de Nunspeterweg rijden er een of twee regionetbuslijnen. Aanbrengen middengeleider ter hoogte van kruispunt Stakenburgweg. Aanbrengen plateau kruispunt N310-Heetkamp en verplaatsen/verbeteren zuidelijke komgrens Elspeet. Aanleg dassentunnel met begeleidend raster ter hoogte van km 86,80. Instandhouding verhardingen tussen N302 en Uddel, tussen Uddel en Elspeet en op rotondes aansluitingen A28. Aanpassen inrit achteruitgang voormalige Winkelman kazerne. Opheffen linksafstrook naar toegangsweg voormalige Winkelman kazerne. 2,081 Buitengewoon groen 2,031 Begroting 2016 Reguliere middelen 0,050 Gemeenten Middelen andere programma s (EHS)

92 U-2016-TP50 U-2016-TP80 Naam: Traject 50 - N346 (Zutphen-Lochem) Planjaar Uitvoering U-2016-TP50 Regio: Stedendriehoek J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N346 is tussen Zutphen en Lochem een goed gebruikte gebiedsontsluitingsweg. De weg heeft de functie van een regionale ontsluitingsweg voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden behoren tot het bovenlokale fietsnetwerk. Momenteel rijden er geen buslijnen over dit gedeelte. Instellen eenrichtingsverkeer parallelweg kom Warnsveld en aanpassen alignement fietspad bij brug Twentekanaal. Verbeteren verkeersveiligheid door verwijderen zichtbeperkende obstakels bij zijwegen, aanpassen bewegwijzering, aanpassen oversteken langzaam verkeer, instellen afslagverbod vrachtverkeer Rhienderinklaan en aanpassen aansluiting Huize De Baak. Reconstructie kruispunten Almenseweg en Kapperallee. Reconstructie kruispunt N346-Larenseweg, inclusief plaatsing VRI. Instandhouding openbare verlichting door vervanging armaturen. Instandhouding verhardingen (inclusief stil asfalt), herstel gasleiding, aanbrengen asmarkering en herstellen telpunt. 6,339 nvt 3,551 Begroting 2016 Reguliere middelen 2,788 Gemeenten Reserve wegenbouwprojecten Naam: Traject 80 - N837 (Randwijk-Heteren) Planjaar Uitvoering U-2016-TP80 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N837 is tussen Randwijk en Heteren een goed gebruikte erftoegangsweg en van Heteren tot de A50 een vrij drukke gebiedsontsluitingsweg. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is alleen tussen de A50 en Heteren onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden zijn grotendeels deel van het bovenlokale fietsnetwerk. Op het oost-west gerichte deel rijdt een buurtbus. Aanpassen kruispunt met N836 en ingangen bebouwde kom. Instandhouding openbare verlichting. Instandhouding verhardingen. Instandhouding kunstwerk. 1,114 1,114 Begroting 2016 Reguliere middelen nvt Gemeente.

93 U-2016-TP97 U-2016-TP Naam: Traject 97 - N325 (Beek - Nijmegen) Planjaar Uitvoering U-2016-TP97 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Harmsen Naam: Traject 101 N813 Zevenaar (A12) - Wehl (N815) Traject 121 N813 Wehl (N815) Doetinchem U-2016-TP Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Achterhoek Planjaar Uitvoering J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N325 is tussen Nijmegen en de grens met Duitsland een belangrijke en drukke gebiedsontsluitingsweg. De weg heeft de functie van een regionale ontsluitingsweg voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en de fietspaden behoren tot het bovenlokale fietsnetwerk. Er rijden verschillende regiobuslijnen over dit gedeelte. Verbeteren stallingsvoorzieningen en plaatsing abri bij bushalte. Aanpassen fiets/voetgangersoversteek naar recreatiegebied, aanleg verbinding tussen N325 en gemeentelijke fietstunnel, verbeteren parallelle fietsoversteek Ubbergseweg en aanbrengen rood asfalt fietsstroken/paden richting Trajanusplein. Verwijderen parkeervakken en voetgangersoversteek. Instandhouding verhardingen en herstellen telpunt. Aanpassen parkeerplaats bij grensovergang. 2,639 Begroting 2016 Reguliere middelen 2,659 * Coalitie-akkoord middelen 0,02 Begroting * afhankelijk van besluitvorming door PS voor wat betreft beschikbaarstelling budget aanleg en onderhoud bushalten en verdere uitwerking OV Visie. Gemeente Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: Dit is een verbinding tussen Zevenaar en Doetinchem via Wehl, parallel aan de A18. De weg heeft geen functie voor het regionale verkeersmanagement. Het deel tussen Wehl en Doetinchem is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en van het bovenlokale fietsnetwerk. Op een klein gedeelte rijdt een buurtbus. Realiseren parallelle fietsoversteken in rood asfalt. Aanpassen fietsoversteken Luijnhorststraat en Domela Nieuwenhuisstraat, aanpassen fietsroute Loilseweg en aanbrengen rood asfalt ter hoogte van benzineverkooppunt. Verbeteren fietsoversteek kruispunt Bokkenstraat en afsluiten Belderstraat (Pitch en Putbaan). Aanleg rotonde aansluiting N813-N815 ter verbetering verkeersveiligheid en oversteekbaarheid langzaam verkeer. Aanbrengen stil asfalt i.c.m. onderhoud: km 2,6-5,3, km 0,9-1,7, km 1,7-2,9, km 2,9-4,9, km 12,8-13,8 Instandhouding openbare verlichting. Instandhouding verhardingen (inclusief stil asfalt), verwijderen parkeervakken en aanbrengen bermbeton. Instandhouding kunstwerken. 7,53 7,026 Begroting 2016 Reguliere middelen Gezonde leefomgeving 0,504 Gemeente. Middelen overige programma s (LOO) Traject 101 Traject 121

94 U-2016-TP128 U-2017-TP14 Naam: Traject N316 (Doetinchem-Vorden) Planjaar Uitvoering U-2016-TP128 Regio: Achterhoek J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: Dit is een verbinding tussen Vorden en Doetinchem. De weg heeft geen functie voor het regionale verkeersmanagement en maakt ook geen deel uit van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Tussen Doetinchem en Vorden maken de fietspaden deel uit van het bovenlokale fietsnetwerk. Op het deel in Hengelo na, rijdt er zogenaamd snelnet via de N316. Realiseren parallelle fietsoversteken in rood asfalt, aanpassen kruispunt Kruisbergseweg/Schooltinkweg en kruispunt Wassinkbrinkweg. Verbeteren oversteek langzaam verkeer op schoolroute Velswijk. Nieuw aanbrengen stil asfalt. Instandhouding en aanpassen openbare verlichting. Instandhouding verhardingen en herstel telpunten. Instandhouding brug en duiker. 4,928 4,833 Begroting 2016 Reguliere middelen Gezonde leefomgeving 0,095 Gemeenten Middelen andere programma s (LOO) Naam: Traject 14 N224 Ede (A30) Planken Wambuis (A12) Planjaar Uitvoering U-2017-TP14 Regio: Arnhem Nijmegen J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N224 is een drukke gebiedsontsluitingsweg tussen de A30 bij Ede en de A12 afrit Oosterbeek bij Planken Wambuis, via de Ginkelse Heide. De weg heeft functie voor het verkeersmanagement en is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan, inclusief het aanbrengen van geluidreducerend asfalt. Diverse Duurzaam Veilig maatregelen. Aanpassen en herinrichting (brom)fietsoversteken. Instandhouding omgevingskwaliteit. Vervanging openbare verlichting. 2,790 0,032 2,758 Begroting 2017 Reguliere middelen LOO Gemeenten Ede

95 Naam: Traject 15 N304 Ede Otterlo Planjaar Uitvoering U-2017-TP15 Regio: Food Valey R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N304 is een relatief rustige lokale gebiedsontsluitingsweg tussen Ede en Otterlo. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Via de weg rijdt wel een buslijn en de vrijliggende fietspaden maken onderdeel uit van het bovenlokale fietsnetwerk. Vervangen verharding. Verwijderen bomen uit de obstakelrije ruimte. Aanpassen en herinrichting diverse aanlsuitingen en fietsovesteken. Instandhouding duikers. Inrichtingsmatregelen haltevoorzieningen OV. 1,544 0,0 1,544 Begroting 2017 Reguliere middelen Gemeente Ede U-2017-TP15 Naam: Traject 67 N830 Gorinchem (grens) Waardenburg (A2) Planjaar Uitvoering U-2017-TP67 Regio: Rivierenland R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N830 is een relatief rustige gebiedsontsluitingsweg tussen de grens bij Gorinchem en de A2 bij Waardenburg. De weg is over de gehele lnegte voorzien van vrijliggende fietspaden en/of parallelstructuren. De weg heeft vervult een rol in het kader van verkeersmanagement rondom knooppunt Deil en is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Via de weg rijdt een sneldienst buslijn. Vervangen verharding. Aanpassen en herinrichting diverse aanlsuitingen en fietsovesteken. Inrichtingsmatregelen haltevoorzieningen OV. 3,821 1,77 2,051 Begroting 2017 Reguliere middelen GemeenteLingewaal en Neerijnen U-2017-TP67

96 Naam: Traject 74 N831 Heusden (grens) Well (N832) Planjaar Uitvoering U-2017-TP74 Regio: Rivierenland R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N831 is een relatief rustige erftoegangsweg in Rivierenland tussen de grens bij Heusden en de N832 bij Well en Ammerszoden. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en kent een 60km/u regime tussen de grens en de Bergsche Maas op de gemeentegrens tussen Zaltbommel en Maasdriel. Het Maasdrielse deel van de weg heeft vrijliggende fietspaden. Vervangen verharding. Aanpassen en herinrichting diverse kruisp[unten en aanlsuitingen. Aanbrengen snelheidsremmende maatregelen (plateaus). Weghalen van obstakels (waaronder bomen) in de zichtdriehoeken. 1,028 0,0 1,028 Begroting 2017 Reguliere middelen U-2017-TP74 Naam: Traject 75 N831 Well (N832) Hedel (A2) Planjaar Uitvoering U-2017-TP75 Regio: Rivierenland R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N831 is een gebiedsontsluitingsweg in Rivierenland tussen de N832 bij Well en de A2 bij Hedel. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en via een deel van het traject rijdt een regionale buslijn. De weg heeft vrijliggende fietspaden. Vervangen verharding. Aanbrengen psychobremse (visuele snelheidsremmer) en (brom)fietsoversteken. Verplaatsen en (her)inrichten haltevoorzieningen OV. Vervangen openbare verlichting. 0,657 0,0 0,657 Begroting 2017 Reguliere middelen Gemeenten Maasdriel U-2017-TP75 Gemeenten Zaltbommel en Maasrdiel

97 Naam: Traject 82 N225 Wageningen Renkum (A50) Planjaar Uitvoering U-2017-TP82 Regio: Food valley en Arnhem Nijmegen R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N225 is een drukke gebiedsontsluitingsweg tussen Wageningen en de A50 bij afrit Renkum. De weg heeft functie voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert een aantal regionale en buurtbuslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen tussen Wageningen en de bebouwde kom van Renkum. Daarna gaan de fietsroutes via het lokale wegennet en niet meer langs de provinciale weg. Vervangen asfaltconstructie rijbaan, inclusief het aanbrengen van geluidreducerend asfalt. Aanbrengen VRI Heidesteinlaan. Aanpassen en herinrichting bebouwde komgrenzen Wageningen. Inrichten (brom)fietsoversteek Wageningen. Inrichten faunavoorziening. Verwijderen OV-halte Onderlangs. 3,122 1,247 1,875 Begroting 2017 Reguliere middelen LOO Ontsnipperen EHS Gemeenten Wageningen en Renkum U-2017-TP82 Naam: Traject 86 - N784 Arnhem - Golflinks (oprit A50) Planjaar Uitvoering U-2017-TP86 Regio: Arnhem Nijmegen J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N784 is een drukke gebiedsontsluitingsweg tussen de komgrens van Arnhem en de oprit van de A50 bij Golflinks, net ten noorden van knooppunt Waterberg (A12 / A50). De weg heeft een functie voor het verkeersmanagement rond knoopputn Waterberg, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en via de weg rijden regionale (snel)dienstbussen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Repareren kunstwerk met de N785. Vervangen VRI. Realiseren obstakelvrije bermen. Herinrichten OV-haltes. Aanpassen bewegwijzering. 3,122 1,247 1,875 Begroting 2017 Reguliere middelen LOO Gemeenten Arnhem U-2017-TP86

98 Naam: Traject 88 - N311/N784 s-kooningsjaght - Golflinks (oprit A50) Planjaar Uitvoering U-2017-TP88 Regio: Arnhem Nijmegen J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N311/N784 is een relatief rustige gebiedsontsluitingsweg tussen het kruispunt met de N310 bij s- Kooningsjaght en de oprit van de A50 bij de Golflinks. De weg wordt grotendeels afgewaardeerd naar 60km/u. De weg heeft een functie voor het verkeersmanagement langs de A12 tussen Grijsoord en Waterberg, maar is echter geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Over de weg rijdt een lokale busdienst (lijn 9). De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Realiseren obstakelvrije bermen. Aanpassen kruispunt N311 met Apeldoornseweg. Vervangen openbare verlichting. Instandhouding bewegwijzering. 2,288 0,0 2,288 Begroting 2017 Reguliere middelen LOO Gemeenten Arnhem U-2017-TP88 Naam: Traject N842 Nijmegen - Groesbeek Planjaar Uitvoering U-2017-TP108 Regio: Arnhem Nijmegen J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N842 is een gebiedsontsluitingsweg tussen Nijmegen en Groesbeek, waarlangs onder meer een aantal instellingen ligt. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement en is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Over de weg rijdt een lokale busdienst (lijn 5). De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan, rekening houdend met afvang wegwater in grondwaterbeschermingsgebied. Aanpassingen aan fietsvoorzieningen. Herinrichten OV-haltes. Vervangen bewegwijzering. 2,375 0,0 2,375 Begroting 2017 Reguliere middelen LOO Gemeenten Nijmegen en Groesbeek U-2017-TP108

99 U-2017-TP113 U-2017-TP116 Naam: Traject N271/N846 Heumen Molenhoek (grens) Planjaar Uitvoering U-2017-TP113 Regio: Arnhem Nijmegen en Achterhoek R. Pauls Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N271/N846 is een drukke gebiedsontsluitingsweg tussen Heumen ten westen van de A73 en Malden en Molenhoek ten oosten van de Rijksweg. De weg heeft functie voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert een bovenlokale buslijn (lijn 83 naar Venlo). De weg heeft vrijliggende fietsvoorziengingen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Vervangen VRI s. Aanpassen en herinrichting bebouwde komgrenzen. Inrichten (brom)fietsoversteken. Vervangen openbare verlichting. Vervangen bewegwijzering. 1,160 0,0 1,160 Begroting 2017 Reguliere middelen Naam: Traject N335 Nieuwendijk (A18) Etten (N317) Planjaar Uitvoering U-2017-TP116 Regio: Arnhem - Nijmegen P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N335 is een erftoegangsweg tussen de A18 bij Nieuwendijk en de N317 bij Etten. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert geen buslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorziengingen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan en aanbrengen printbeton (klinkerverharding). Aanpassen en herinrichting bebouwde komgrenzen. Aanbrengen rood asfalt op (brom)fietsoversteken. 0,746 0,0 0,746 Begroting 2017 Reguliere middelen Gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek Gemeente Heumen

100 U-2017-TP119 U-2017-TP140 Naam: Traject N827 s-heerenberg (rijksgrens) Lengel (N816) Planjaar Uitvoering U-2017-TP119 Regio: Arnhem - Nijmegen P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N827 is een gebiedsontsluitingsweg tussen de rijksgrens bij s-heerenberg en de N816 bij Lengel. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert geen buslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorziengingen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Aanpassen bebording. Aanbrengen geleiderail. 0,289 0,0 0,289 Begroting 2017 Reguliere middelen Gemeente Montferland Naam: Traject N820 Winterswijk Vreden (rijksgrens) Planjaar Uitvoering U-2017-TP140 Regio: Achterhoek P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N820 is een erftoegangsweg tussen Winterswijk en de rijksgrens bij Vreden. De weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert geen buslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorziengingen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Aanassen bermen en aanbrengen bermbeton Kappen en deels herplanten bomen conform landschappelijke Inpassings N820. Vervangen openbare verlichting. 1,076 0,0 1,076 Begroting 2017 Reguliere middelen Gemeente Winterswijk

101 Naam: Traject N822 Borculo (N315) - Eibergen Planjaar Uitvoering U-2017-TP141 Regio: Achterhoek P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N822 is een erftoegangsweg tussen Borculo en Eibergen. De toegestane snelheid wordt verlaagd van 80 naar 60km/u. de weg heeft geen functie voor het verkeersmanagement, is geen onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert geen buslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen en/of een parallelweg. Conserveren asfaltconstructie rijbaan. Aanpassen markering en bebording aan 60km/u. Verwijderen zichtbelemmerende beplanting. Aanbrengen rood asfalt parallelle fietsoversteken. 0,240 0,0 0,240 Begroting 2017 Reguliere middelen U-2017-TP141 Naam: Traject N317 Doesburg (N338) - Doetinchem Planjaar Uitvoering U-2017-TP144 Regio: Achterhoek J. Harmsen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie en verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het Traject: De N817 is een drukke gebiedsontsluitingsweg tussen de N338 bij Doesburg en Doetinchem. De weg heeft een functie voor het verkeersmanagement, is onderdeel van het Kwaliteitsnet Goederenvervoer en faciliteert enkele regionale buslijnen. De weg heeft vrijliggende fietsvoorzieningen. Vervangen asfaltconstructie rijbaan. Aanbrengen snelheidremmende maatregelen. Vervangen VRI s. Parallelweg deels verbreden. Aanpassen OV-haltes. Vervangen openbare verlichting. 4,830 0,0 4,830 Begroting 2017 Reguliere middelen U-2017-TP144 Gemeente Berkelland Gemeenten khorst, Doeburg en Doetinchem

102 U-BO01 U-F05 Naam: Vervanging / groot onderhoud (6) civieltechnische kunstwerken Planjaar Uitvoering U-BO01 (voorheen RV30) Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Achterhoek, Rivierenland C. Kuijper A. Haveman Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: In toenemende mate dient geïnvesteerd te worden in onze civieltechnische kunstwerken in de periode na Het gaat dan om het groot onderhoud dan wel vervanging van een groter aantal van de cruciale Gelderse civiele kunstwerken. Een structureel plan daarvoor wordt uitgewerkt in de Nota Kapitaalgoederen die in de loo pvan 2016 aan de Staten wordt gepresenteerd. Om ook tot die tijd betrouwbare en beschikbare provinciale wegen te kunnen garanderen, investeren we nu al in het duurzaam waarborgen van de functionaliteit van een deel van deze kunstwerken. Vervangen en onderhouden van de volgende kunstwerken: A348 Stadsregio - vervangen van viaducten Overhagen en Biljoen N315 / N330 Achterhoek - vervanging Brug over de Berkel N327 Rivierenland - vervangen bruggen Voorvliet en Boutensteinsche Wetering N834 Rivierenland - vervangen Lingebrug te Tiel N344 Stedendriehoek - vervangen tunnel De Worp (Steenenkamer) N789 Stedendriehoek - groot onderhoud Loenensebrug Voortgang: A348 stedelijk netwerk Arnhem NIjmegen - vervangen van viaducten Overhaqen en Biljoen De aanbestedingsprocedure voor de vervanging van de viaducten Overhagen en Biljoen kende een langere duur als gevolg van een nader onderzoek door het landelijk bureau BIBOB naar één van de inschrijvers. Deze mogelijkheid maakt onderdeel uit van ons regulier aanbestedingsproces. Realisatie zal naar verwachting eind 2016 gereed zijn. N315 / N330 Achterhoek vervanging Brug over de Berkel Dit werk wordt uitgevoerd als onderdeel van de reguliere trajectprogrammering in Naam: Snelfietsroute SF12 Arnhem Zevenaar Planjaar Uitvoering U-F05 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen A. Stienstra Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeenten Snelfietsroutes Korte beschrijving van het project: Bestaande (doorgaande) fietsvoorzieningen tussen Arnhem en de bedrijventerreinen van Duiven en Zevenaar verbeteren, zodat er een aantrekkelijke, directe en comfortabele fietsroute ontstaat. Uitvoering start in de zomer van 2016 en durrt naar verwachting tot eind Snelfietsroutes (F03) Spitsmijden - Mobiliteitsmanagement (OM32) HOV Stadsregio (OM01) Stedelijke Bereikbaarheid (SB01) 8,1 2,1 nvt 3,0 Begroting 2015 Coalitie-akkoord middelen 3,0 BDU voormalige Stadsregio gemeenten Westervoort, Rheden, Arnhem, Duiven, Zevenaar, Fietsersbond en ministerie van IenM (wegbeheerder A12) Overige projecten De realisatie van alle overige projecten is gebeurd volgens schema en inmiddels afgerond. Robuuste investeringsimpuls Groot onderhoud civiele kunstwerken (BO01) Trajectprogrammering 2014 en 2015 (zie U en U-2015-TP ) Begroting 2013 Gemeenten Robuuste investeringsimpuls middelen

103 Naam: Snelfietsroute Cuijk - Nijmegen Planjaar Uitvoering U-F06 Regio: Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Hartogs Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeenten Snelfietsroutes U-F06 Korte beschrijving van het project: Er wordt gewerkt aan een snelfietsroute Cuijk Mook Malden Nijmegen. Hiermee wordt de fietsafstand tussen Cuijk en Nijmegen met enkele kilometers verkort. In Cuijk worden enkele straten veranderd in fietsstraten, verder komt er een nieuwe fietsbrug over de Maas. In Molenhoek zal de Middelweg worden gewijzigd in een fietsstraat. De bestaande fietsroute via de Kuilsweg en de Bosweg wordt verder aanzienlijk verbeterd. 0,2 miljoen uit risicoreservering BDU voormalige stadsregio Besluitvorming: Reservering 1,2 miljoen uit BDU voormalige stadsregio (MIAM/) Huidige situatie 17,15 7,0 2,0 Begroting 2015 Coalitie-akkoord middelen 4,4 BDU voormalige Stadsregio 3,75 Beter Benutten vervolg Gemeenten Cuijk, Mook en Middelaar, Heumen, Nijmegen, Fietsersbond, Rijkswaterstaat, s Limburg en Noord-Brabant. In het voorjaar 2016 is door voortschrijdend inzicht gebleken dat het project een kostenstijging kent van 2,55 miljoen. Dit komt met name door een meer gedetailleerd inzicht en ontwerp van benodigde inpassingsmaatregelen aan de Mookse zijde van de brug. Ook is 0,4 miljoen nodig voor de afkoop van 25 jaar constructief onderhoud. In totaal dus 2,95 miljoen meer dan eerder geraamd. De kostenstijging komt deels voor rekening van Noord-Brabant ( 0,8 miljoen, waarvan 0,2 miljoen voor afkoop van 25 jaar onderhoud), deels vanuit de strategische reserve Beter Benutten vervolg ( 0,75 miljoen, vast door het BOM, formele besluitvorming door GS volgt) en extra 1,2 miljoen bij MIAM/ vanuit de vrije ruimte BDU voormalige Stadsregio. Het aandeel van de Gelderland in de afkoop van 25 jaar onderhoudskosten à 0,2 miljoen wordt gedekt uit de eerder gedane risicoreservering. Het saldo van de Gelderse risicoreservering daalt daarmee van aanvankelijk 0,85 naar nu nog 0,65 miljoen. Snelfietsroutes (F03) Beter Benutten Vervolg (U-2015-SB12) Situatie voor MIAM/ 14,2 6,2 2,0 Begroting 2015 Coalitieakkoord middelen 3,0 BDU voormalige stadsregio 3,0 Beter benutten vervolg Toegevoegd aan bijdrage : 0,75 miljoen uit strategische reserve Beter benutten vervolg (vast door BOM, formele besluitvorming door GS volgt)

104 Naam: Snelfietsroute Arnhem - Wageningen Planjaar Uitvoering U-F07 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen A. Stienstra Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeenten, deels Snelfietsroutes Korte beschrijving van het project: De bestaande (doorgaande) fietsvoorzieningen tussen Arnhem en Wageningen te verbeteren, zodat er een aantrekkelijke, directe en comfortabele fietsroute ontstaat. Snelfietsroutes algemeen (F03) Mobiliteitsmanagement (OM32) HOV Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (OM01) Stedelijke Bereikbaarheid (SB01) N 225 traject 82 (uitvoering 2017) 5,7 1,7 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen en Ede-Wageningen 2,0 Begroting 2015 Coalitie-akkoord middelen 2,0 BDU voormalige Stadsregio Gemeenten Wageningen, Renkum, Arnhem, Fietsersbond, Rijkswaterstaat U-F07 Naam: Snelfietsroute Beuningen Nijmegen/Zuidtak Planjaar Uitvoering U-F09 Regio ( s): stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen A. Stienstra Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeenten Snelfietsroutes Korte beschrijving van het project: Uit potentie-onderzoek is gebleken dat er kansen zijn voor twee snelfietsroutes tussen Beuningen en Nijmegen. Het gaat om de noordelijke tak die Beuningen verbindt met centrum van Nijmegen en een zuidelijke tak die loopt van Beuningen naar Heijendaal. De bestaande (doorgaande) fietsvoorzieningen tussen Beuningen en Nijmegen worden verbeterd. De zuidelijke tak geeft vanuit Beuningen, via de Neerboschebrug, een verbinding met de Goffert en omgeving en met Campus Heijendaal. Deze verbinding binnen Nijmegen is niet aantrekkelijk voor fietsers; door de vele kruispunten en verkeerslichten is het onmogelijk om snel door te fietsen. Voor de zuidelijke tak van de route Nijmegen Beuningen zijn in 2016 maatregelen getroffen. De uitvoering van het project loopt. Vanwege moeizaam verlopende grondaankopen is die vertraagd ten opzichte van de oorspronkelijk planning. Naar verwachting wordt het project begin 2017 afgerond. Middelen gereserveerd en/of beschikbaar * 2,6 1,6 1,0 Begroting 2014 nvt Coalitie-akkoord middelen U-F09 Gemeenten Nijmegen en Beuningen, Fietsersbond.

105 U-F12 VJN 2016 U-F15 Naam: Fietsverbinding Elst: Bedrijventerrein de Aam naar RijnWaalpad U-F12 Regio: Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Planjaar Uitvoering L. Olthof Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeente Overbetuwe Fietsinfra Korte beschrijving van het project: De ontwikkeling van fietspaden langs de bestaande wegen op het bedrijventerrein, vanaf de aansluiting van de Industrieweg-oost / Olympiasingel via de Bemmelseweg en Kattenleger naar het RijnWaalpad. Door de aanleg wordt de bereikbaarheid van de Aam per fiets vanuit de Nijmeegse Waalsprong en Bemmel aanzienlijk verbeterd. Het project bestaat uit 2 delen. Het eerste deel op het bedrijventerrein is in 2015 gerealiseerd, omdat het bestemmingsplan daarvoor de ruimte bood en grondverwerving niet nodig was. Fase twee, van Kattenleger naar het RijnWaalpad, heeft meer tijd nodig gehad omdat hiervoor het viaduct over de A325 aangepast moet worden. Gemeente Overbetuwe heeft de studie hiernaar begin 2015 afgerond. Er is na overleg met en voormalige Stadsregio gekozen voor een aanliggend nieuw fietsviaduct dat door de gemeente beheerd zal gaan worden. Uitvoering van dit deel is mogelijk in 2015/2016. In 2015 heeft de gemeente het deel van het fietspad tussen het bedrijventerrein en het viaduct aangelegd en 100% voorgefinancierd, De subsidieaanvraag van de gemeente in 2016 gaat daarom over het nieuwe viaduct van 1,81 miljoen en bedraagt 1,7 miljoen. Inclusief het reeds gerealiseerde deel, blijft de oorspronkelijke kostenverdeling hiermee gehandhaafd. Spitsmijden - Mobiliteitsmanagement (OM32) Snelfietsroute RijnWaalpad Gelders Fietsnetwerk (F02) Naam: Fietsverbinding Doetinchem: Dichteren-Wijnbergen Planjaar Uitvoering U-F15 Regio: Achterhoek P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeente Doetinchem Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Voor een optimaal functionerend bovenlokaal fietsnetwerk en stedelijk hoofdwegennet Doetinchem is een directe fietsroute tussen de woonwijken Dichteren en Wijnbergen nodig. Deze verbindt beide wijken met het RBT-A18 (regionaal bedrijventerrein) bij Wehl en het stadscentrum/station en is ook een nieuwe directe schakel in de bovenlokale fietsroute vanaf s-heerenberg naar Doetinchem. Daarmee is de aanleg van vrijliggende fietsvoorzieningen langs de N316 Doetinchem-Braamt-Zeddam niet nodig. Realisering ongelijkvloerse kruising van de Europaweg voor langzaam verkeer als belangrijke schakel in het primaire bovenlokale fietsnetwerk tussen s-heerenberg/zeddam en het RBT-Wehl met het stadscentrum/ station in Doetinchem. Stedelijke bereikbaarheid Doetinchem (SB11) Europaweg Doetinchem (RV41) 2,0 1,0 1,0 Voorjaarsnota 2014 nvt Coalitie-akkoord middelen Regio Achterhoek, gemeente Doetinchem 2,4 gemeente 0,7 (waarvan 0,6 miljoen reeds besteed) 0,85 0,85 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Voorjaarsnota ,1875 Voorjaarsnota ,6625 Gemeente Overbetuwe Coalitie-akkoord middelen fiets BDU 2015 voormalige Stadsregio

106 Naam: Velo-City 2017 Planjaar Uitvoering U-F16 Regio: Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen S. van Duren Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeente Arnhem en Nijmegen n.v.t. Korte beschrijving van het project: Velo-City is een jaarlijks terugkerende conferentie die wordt georganiseerd door een of twee steden in samenwerking met de European Cycling Federeration (ECF). In de oneven jaren is er een Europese editie. In 2017 vindt de Velocity plaats in de regio Arnhem Nijmegen. De conferenties trekken de laatste jaren ongeveer personen uit tientallen landen. Doel van de conferentie is: aandacht en kennisuitwisseling voor het thema fiets. Daarnaast biedt het gelegenheid en kansen voor profilering van de regio en steden op het gebied van maakindustrie, vrijetijdseconomie, duurzaamheid, sport. Fietsbeleid, snelfietsroutes, vrijetijdseconomie en evenementenbeleid. 2,2 1,3 0,35 Voorjaarsnota 2015 Coalitie-akkoord middelen 0,05 Najaarsnota 2015 Middelen andere programma s U-F16 0,5 December 2014 BDU voormalige Stadsregio Naam: Planstudiekosten Fiets Planjaar Uitvoering U-F20 Regio: Gelderland S. van Duren Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Overig Korte beschrijving van het onderwerp: Voor nieuwe fietsprojecten zijn aanvullende studies noodzakelijk als voorbereiding op definitieve besluitvorming. Deze studies brengen kosten met zich mee zoals het inhuren van een externe adviseur of het maken van een verkeersmodel. Aanvullende studies naar de volgende onderwerpen in o.a.: Snelfietspad Apeldoorn - Deventer Snelfietspad Ressen - Zevenaar (langs ViA15) Snelfietspad Arnhem-Dieren 0,5 0,5 Begroting 2016 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: n.v.t. n.v.t. Eenmalige coalitieakkoordmiddelen U-F20 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie, Milieu, energie en klimaat, Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Gemeenten Arnhem en Nijmegen, en verschillende partijen uit bedrijfsleven, onderwijs.

107 U-OM05 Naam: Spoorkruising Veenendaal de Klomp Voorpoort Planjaar Uitvoering U-OM05 Regio: FoodValley C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Provincie Utrecht Trein (landelijk) Korte beschrijving van het project: De gelijkvloerse kruisingen van de spoorlijn Utrecht - Arnhem (de Nieuweweg-Noord en de Heiveldweg (gemeente Veenendaal)) worden in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) gewijzigd in een onderdoorgang voor gemotoriseerd verkeer en een onderdoorgang voor langzaam verkeer. De algehele verkeerssituatie voor gemotoriseerd en langzaam verkeer (inclusief fiets) wordt daardoor verbeterd. Het doel hiervan is een betere ontsluiting van het bedrijventerrein Batterijen (Veenendaal), het station Veenendaal-De Klomp (Ede) en belangrijke recreatieve bestemming Fort aan de Buursteeg. Voor de Gelderland zit het belang vooral in het verbeteren van de situatie voor het langzaam verkeer en fietsers en verbetering van de spoorlijn (in het kader van PHS), verder liggen de maatregelen voornamelijk op Utrechts grondgebied en is er geen grootschalige Gelderse infrastructuur bij betrokken. Gelet op de totstandkoming van een toekomstvaste weg- en spoorstructuur in het gebied ten noorden van Veenendaal is echter bestuurlijk overeengekomen om financieel bij te dragen. Programma Hoogfrequent Spoor Goederen Oost Nederland (OM06) Programma Hoogfrequent Spoor Personenvervoer (OM56) * inclusief BTW 18,29 * 16,415 1,875 * Voorjaarsnota 2014 Coalitie-akkoord middelen Ministerie van IenM, Utrecht, gemeenten Veenendaal en Ede, NS, ProRail. Naam: Pilotprojecten Basismobiliteit en OV Visie Planjaar Uitvoering U-OM07 U-OM14 Regio: Achterhoek, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Rivierenland, Food Valley, Noord-Veluwe, Stedendriehoek F. Buers Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Basismobiliteit Korte beschrijving van het project: In MIAM VJN2014 is voor ,3 miljoen beschikbaar om in samenwerking met de regio s extra ervaring op te doen met pilot- c.q. voorbeeldprojecten ter ondersteuning van de Basismobiliteit en anticiperend op Flexnet. Daarnaast is 0,25 miljoen vanuit de BDU beschikbaar voor pilotprojecten om de OV visie uit te werken. Het gaat hierbij om alternatieve vervoersoplossingen die bijdragen aan het vergroten en behouden van de mobiliteit in de regio: een meereisapp, het introduceren van een dorpsdeelauto, het opzetten van een vervangende lijndienst met vrijwillige chauffeurs, een pool voor e-bikes, enzovoort. Transitie Basismobiliteit (OM07) Pilotprojecten Basismobiliteit (U-2015-OM07) Openbaar Vervoer Visie (OM14) 0,6 0,3 Voorjaarsnota 2014 Coalitie-akkoord middelen 0,25 Bestedingsplan 2015 BDU U-OM07 Sociaal domein Vervoerders, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijven.

108 U-OM08 U-OM11 Naam: Toiletten op de regionale stations Planjaar Uitvoering U-OM08 Regio: Achterhoek, Rivierenland, FoodValley, Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit ProRail Trein (regionaal) Korte beschrijving van het project: Plaatsing toiletten op 27 regionale stations in Gelderland (9 op de lijn Arnhem-Winterswijk, 18 op de andere lijnen in concessie Achterhoek-Rivierenland en de Valleilijn, en tenslotte op station Beesd (Gelderse deel van de Merwede-Lingelijn)). Bij de realisatie van toiletten op de regionale stations wordt samengewerkt met NS en ProRail. Dit in verband met de uitrol van het programma stationsoutillage (dezelfde vormgeving/uitstraling wordt nagestreefd)) en het feit dat toiletten veelal op grond of in gebouwen van deze organisaties worden gerealiseerd.in januari 2016 is het eerste toilet op station Duiven gerealiseerd en in april op station Didam. In de loop van 2016 worden de meeste overige toiletten gerealiseerd; een enkele wordt in 2017 gerealiseerd door de werkzaamheden te combineren met reeds gepland ander werk. Spoor Arnhem-Winterswijk (OM22) Stations Outillage (OM 43) 6,4 6,4* Voorjaarsnota 2014 Coalitie-akkoord middelen Naam: Interregionale spoorverbinding Arnhem - Duitsland Planjaar Uitvoering U-OM11 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Verkehrsverbund Rhein Ruhr (VRR), Prorail. Trein (landelijk) Korte beschrijving van het project: Een hoogwaardige interregionale spoorverbinding tussen Arnhem - Düsseldorf, met in Duitsland een stop op alle tussenliggende stations en het nieuwe station Elten en in Nederland een stop op station Zevenaar. Deze treindienst start naar verwachting medio 2017, of zoveel eerder als het materieel beschikbaar is en kan worden toegelaten. Nieuw in te stellen spoorverbinding (250 extra zitplaatsen per uur tussen Arnhem en Zevenaar) bijdrage in de exploitatiekosten. Medio 2016 volgt een communicatieplan van de vervoerder voor de informatie aan de Nederlandse reizigers en het bedrijfsleven. In verband met de hogere frequentie op de lijn Arnhem Zevenaar, worden in 2016 twee overwegen aangepast met aparte slagbomen voor fietsers. ICE Amsterdam Frankfurt (OM75) Spoor Arnhem - Winterswijk (OM22) Spoorzone Arnhem-West, (OM18) Programma Hoogfrequent Spoor (OM6) Spoorknoop Arnhem-Oost (OM45) Overwegen regionaal spoor (OM51) Extern: Bouw derde spoor in Nederland en Duitsland Extern: Ombouw Spanningseiland door ProRail bij Zevenaar Extern: TEN-T (financiële middelen Europa Trans-europese netwerken). * Inclusief 3,1 miljoen exploitatiekosten. nvt NS stations, Gemeenten, Concessiehouders OV, ROCOV, 12,000* 7,200** 5,677*** Statenbesluit PS (november 2012) Coalitie-akkoord middelen * betreft de kosten voor het Nederlandse deel van de lijn, prijspeil 2016, exclusief inflatiecorrectie voor de periode t/m 2028 ** betreft de bijdrage van het ministerie I&M en Stadsregio (exclusief inflatiecorrectie) *** bijdrage inclusief inflatiecorrectie nvt Verkehrsverbund Rhein Ruhr (VRR), ministerie van IenM, ProRail, DB Netz, Arriva en Breng, ministerie Bouw, Wonen, Stadsontwikkeling en Verkeer van Nordrhein Westfahlen.

109 Naam: Arnhem Centraal Station Planjaar Uitvoering U-OM12 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen L. Olthof Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Gemeente, ProRail en NS Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: Arnhem Centraal Station is één van de zes landelijke sleutelprojecten voor grote stationsomgevingen. Het project wordt met de bouw van de grote stationshal, afgerond. Arnhem is het belangrijkste OV-knooppunt van Gelderland. Er passeren nu ongeveer passagiers per dag. Na de metamorfose moet dat in 2020 ongeveer zijn verdubbeld. Het station is in november 2015 opgeleverd en geopend voor publiek; project is gereed. Het infoblad wordt bij begroting 2017 gearchiveerd. ondergrondse perrontunnel en fietsenstalling OV-terminal Stedelijke bereikbaarheid Arnhem (SB05) subsidie ,1 13,900 < 2003 Coalitie-akkoord middelen U-OM12 Naam: Station Culemborg Planjaar Uitvoering U-OM Regio: Rivierenland C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Gemeente Culemborg Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: Culemborg wil aan de slag met het verbeteren en herontwikkelen van de stationsomgeving en spoorzone. Hiermee wil de gemeente komen tot een hoogwaardiger gebied met een goede transferfunctie en een betere aansluiting bij de binnenstad. Op 10 juni 2015 is het bestemmingsplan Spoorzone vast door het college van B en W van de gemeente Culemborg. Er loopt een beroepsprocedure bij de Raad van State, waarover in november 2016 uitspraak wordt verwacht. Het project bestaat uit een aantal onderdelen en betreft: - een uitbreiding van de P+R en fietsvoorzieningen, - aansluiting van de N320 op de westzijde van het stationsgebied, - een integrale herontwikkeling van de westzijde, - en ontwikkeling aan de oostzijde (stichting bedrijvigheid Gelderlandfabriek, opknappen stationsplein). - In 2015 zijn de eerste P+R plekken aan de westzijde van het station uitgebreid. Tevens zijn P-terreinen met elkaar verbonden. De nieuwe verkeerssituatie aan westzijde van het station is gereed. Het werk aan de oostzijde van het stationsgebied (waaronder nieuwe fietsenstallingen), kan pas na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan worden gerealiseerd, naar verwachting begin U-OM13 Stad en regio Gemeente Arnhem, ProRail, NS, Ministerie IenM 1,800 Stad en Regio 0,280 PS Coalitie-akkoord middelen 1,520 Middelen andere programma s (stad en regio) NS, ProRail, gemeente Culemborg.

110 U-OM19 U-OM20 Naam: Spoorzone Ede Planjaar Uitvoering U-OM19 Regio: Food Valley C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Gemeente Ede / ProRail Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: Het project Spoorzone Ede heeft als doel het verminderen van de barrièrewerking van het spoor in Ede en het verbeteren van de OV-knoop bij station Ede/Wageningen. Tevens moet het plan spoorzone de komst van extra treinen in het kader van PHS (programma hoogfrequent spoor) mogelijk maken. Naast de aanpak van de oostelijke spoorzone (het station Ede/Wageningen), voorziet dit plan ook in het vergroten van de bereikbaarheid van de westelijk spoorzone, waar wijken beter worden ontsloten door de aanleg van een fiets- en een autotunnel. Een stationsomgeving die de groei van het aantal reizigers in de toekomst aan kan, met ruimte voor voorzieningen voor ketenvervoer op goede locaties. Tevens verminderde barrièrewerking door aanleg of verbetering van een aantal tunnels in zowel de westelijke (eind 2016 gereed) als oostelijk spoorzone (ontwerp en financieringsvoorstel wordt eind 2016 voorgelegd aan de Raad van de gemeente Ede). Aanleg van extra spoor en perron aan zuidzijde station en aanpassing van de sporenlayout in het kader van PHS (voorzien voor de periode tot 2020). Programma Hoogfrequent Spoor (OM06) Valleilijn, frequentieverhoging (OM35) PS , feb Stad en Regio Topsectoren Coalitie-akkoord middelen NS, ProRail, Connexxion, regio FoodValley, gemeente Ede, gemeente Wageningen, ministerie van IenM Naam: Spoorzone Zutphen Planjaar Uitvoering U-OM20 Regio: Stedendriehoek C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Gemeente Zutphen Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: De spoorzone Zutphen is aan de stadszijde de afgelopen jaren, met ondersteuning vanuit Stad en Regio en Mobiliteit, aanzienlijk opgeknapt. Er zijn een mooi voorplein met ondergrondse fietsenstalling en een goed functionerend busplein aan de zuidzijde gerealiseerd. Aan de Marszijde (west) zijn grootschalige ontwikkelingen op het gebied van wonen en werken gaande. Aan de westzijde van het station liggen op het maaiveld provisorisch ingerichte plaatsen voor het parkeren van auto en fiets. In 2016 wil de gemeente hier de voorzieningen uitbreiden en verbeteren. Een meerlaagse parkeergarage inclusief fietsenstalling maakt onderdeel uit van de plannen. Verbetering kwaliteit stationsomgeving, verbetering mogelijkheid keten (P en R) t.b.v. het openbaar vervoer en verbeterde bereikbaarheid en doorstroming alle verkeer aan de westzijde (Marszijde). Stationsomgevingen Fietsenstallingen bij transferia (OM30) OV-visie (OM14) Spoorknoop Zutphen (OM26) 4 2,8 1,2 Stad en Regio Middelen Stad en Regio Gemeente Zutphen, regio Stedendriehoek, vervoerder, projectbureau De Mars, ProRail, Ministerie IenM.

111 Naam: Sociale Veiligheid Regionaal Spoor Planjaar Uitvoering U-OM23 Regio: Achterhoek, FoodValley, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Stedendriehoek, Rivierenland C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit. Trein (regionaal) Korte beschrijving van het project: In 2013 is een beleidskader voor sociale veiligheid (wat doen we wel/wat niet) op. Dit vormt tevens een kader voor de besteding van middelen. Het beleidskader en de daaruit volgende activiteiten beperken zich in eerste instantie tot maatregelen voor sociale veiligheid bij het regionaal spoor, maar kunnen ook worden ingezet m.b.t. sociale veiligheid in het busvervoer. Tevens is het mogelijk gemaakt dat het kader en de activiteiten kunnen worden toegepast op het OV in de s Overijssel en Flevoland, gelet op de toenemende samenwerking tussen deze overheden op het gebied van OV. Er is een werkplan voor 2016 met daarin activiteiten gericht op versterking menselijk toezicht en controle, het tegengaan van fietsdiefstal op stations en dergelijke. De activiteiten worden op alle vijf regionale spoorlijnen uitgevoerd. Openbaar Vervoer visie (OM14) 0,35 0,35 Bestedingsplan 2016 Middelen BDU* * Wordt via de concessies uitgevoerd. Stad en Regio (Aanpak stationsomgevingen Gemeenten, regio s, vervoerders, politie U-OM23 Naam: Bushalten provinciale wegen Planjaar Uitvoering U-2015-OM27 Regio: Achterhoek, Stedendriehoek, Noord-Veluwe, FoodValley, Rivierenland, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Zie trajectinfobladen. Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit. Bus Korte beschrijving van het project: OV-halten op plaatsen die er toe doen (veel in/uitstappers, centrale plaats, bepaalde doelgroepen bijvoorbeeld ouderen) toevoegen, verplaatsen ofwel herinrichten, waarbij per halte maatwerk wordt geleverd en voorzieningen, bijvoorbeeld fietsklemmen, worden toegevoegd waar nodig. Daarbij ook aandacht voor aansluiting op de omgeving (voet- en fietspaden). Aanpassen c.q. aanleggen van bushalten langs provinciale wegen. De trajectprogrammering is uitgewerkt voor de vaststelling van de OV Visie. Waar nodig en mogelijk sturen we nog bij in de programmering zodat de investeringen aansluiten bij vast- en stedelijk net wat we nu uitwerken in de OV Visie. In 2016 worden volgende projecte gerealiseerd: N303 traject 22 (Ermelo - Harderwijk) N310 traject 29 (Nunspeet - Elburg) N309 traject 31 (Elburg - 't Harde) N790/N791 traject 37 (Gietelo (N345) - Steenenkamer (N344)) Verbeteren toegankelijkheid en inrichting bushalten ter hoogte van Fazantlaan en Eendeparklaan Verbeteren toegankelijkheid en inrichting bushalten centrum door verruiming haltekommen Aanpassen bushalte Wolkamerweg in samenhang met bushalte Centrum Het verlagen van de halteperrons 0,22* 0,22 Begroting 2013 * Deze middelen zijn ook opgenomen in de projectkosten van de verschillende trajecten. n.v.t. Gemeenten, vervoerders. U-2015-OM27 Coalitie-akkoord middelen

112 Naam: Fietsvoorzieningen bij stations Planjaar Uitvoering U-OM31 Regio: Rivierenland, Noord-Veluwe, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit ProRail (keten) Mobiliteit Korte beschrijving van het project: Ter bevordering van het ketenvervoer is uitbreiding van fietsvoorzieningen op stations en OV-knopen gewenst. Circa 50% van reizigers komt met fiets naar het station en 25% van de reiziger gebruikt een fiets bij het natransport. In de uitwerking van de OV visie is een belangrijke rol weggelegd voor de fiets in de keten, daarom is het van groot belang om bij OV knopen toe te zien op voldoende voorzieningen. Uitbreiding van fietsklemmen, kluizen (ook voor de elektrische fiets) en uitbreiding OV-fiets, bij stationslocaties en OV-knopen. In 2016 vindt uitbreiding plaats bij Apeldoorn en Nijmegen-Lent. In 2017/2018 bij station Dieren. OV Visie (OM14) Fietsvoorzieningen bij treinstations en OV-knopen (OM31) 2,5 1,6 0,9 OV reserve Stad en Regio (stationsaanpak) ProRail en gemeenten. U-OM31 Naam: Spitsmijden - Mobiliteitsmanagement Planjaar Uitvoering U-OM32 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, FoodValley, Achterhoek, Stedendriehoek, Rivierenland C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit (keten)mobiliteit Korte beschrijving van het project: Mobiliteitsmanagement moet vanaf 2015 een stimulans geven aan het anders werken, om zodoende de reiziger te verleiden tot slim werken/slim reizen. Het gaat daarbij om gedragsmaatregelen (gericht op het later of niet naar werk gaan, mobiel werken, flexwerken) of projecten die de automobilist met behulp van marketing en promotie-acties voor het openbaar vervoer en/of de (elektrische) fiets. Maatregelen moeten vooral lokaal/regionaal worden uitgewerkt in samenwerking met bedrijfsleven, instellingen en scholen. Behalve financiële voordelen worden ook andere voordelen benadrukt (milieu, gezondheid). In samenwerking met het ministerie van IenM zijn specifieke maatregelen voor het regionaal spoor ontwikkeld. Deze bestaan uit het maken van afspraken met grotere werkgevers en scholen om te zorgen dat de spitstreinen worden ontlast (spitsmijden). Ook financiële incentives (belonen van de reiziger via loyaliteitsprogramma s) kunnen daarbij een rol spelen. Het effect is dat reizigers op een comfortabele manier van het regionaal spoor gebruik kunnen (blijven) maken en dat reizigersgroei geen bedreiging is. Stedelijke Bereikbaarheid (SB01) Beter benutten (SB02) 0,860 0,43 0,43 Begroting 2014 Begroting 2015 Coalitie-akkoord middelen Gemeenten, regio s, convenantgebieden mobiliteitsmanagement. U-OM32

113 Naam: Spoorzone Zevenaar - Didam - Wehl Planjaar Uitvoering U-2015-OM33 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen, Achterhoek C. Hartogs Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Prorail Trein (regionaal) Korte beschrijving van het project: Aantal maatregelen als bijdrage aan de verbetering van de betrouwbaarheid en robuustheid van de treindienst Arnhem Doetinchem.De maatregelen zijn onderdeel van het totale project Spoor Arnhem Winterswijk, zie infoblad OM22. Langzaam verkeer tunnel Zevenaar Oost. Spoor Arnhem Winterswijk (OM22) Transitie brandstof spoor (OM59) 7,5 2 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen 4 Voorjaarsnota 2014 Eenmalige coalitieakkoordmiddelen U-OM33 1,5 BDU voormalige Stadsregio ProRail, IenM, Vervoerders, Gemeente Zevenaar, Gemeente Montferland. Naam: Robuustheid Verhogende Maatregelen (RVM) Valleilijn U-OM35 Regio: Food Valley Planjaar Uitvoering C.Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit ProRail Trein (regionaal) Korte beschrijving van het project: Als gevolg van de nieuwe stations Hoevelaken en Barneveld-zuid op de Valleilijn is de restruimte of speling in de dienstregeling Valleilijn afgenomen. In de studie Robuustheid Verhogende Maatregelen (RVM) zijn in opdracht van de Gelderland en het Ministerie van IenM maatregelen uitgewerkt die de betrouwbaarheid verhogen. Tranche 1 hiervan, RVM-1, richt zich op snelheidsverhogende maatregelen ten noorden van Lunteren. Tranche 2 op maatregelen ten zuiden van Lunteren, verbeteren aansluiting Ede Wageningen, het mogelijk maken van een kwartiersdienst Valleilijn en het verder vergroten van de betrouwbaarheid. RVM 1 wordt uitgevoerd in 2016 en betreft: saneren wissel, seinoptimalisatie, uit remmen (zo lang mogelijk 130 km/u), aanpassen spoorboog over 250 meter (60 cm verleggen), verhogen snelheid op baanvakken, vernieuwen ballastbed, het op hoogte brengen van station Barneveld-Noord, 4 km spoor aanpassingen tbv snelheidsverhoging van 80-> 130 km /u, verplaatsen en verbeteren overwegen. RVM 2 is in het stadium van planuitwerking en beoogt verdere snelheidsverhogingen op trajecten tussen Lunteren en Ede-Wageningen en wordt uitgevoerd in Kwaliteitsverbetering valleilijn (frequentieverhoging) (OM35) U-OM35 max. Provincie Derden (max) (max) 8,0 4,0 4, Middelen rijk (RMCA) Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: NS, ProRail, Connexion, gemeenten

114 U-OM38 U-OM39 Naam: Spoorzone Doetinchem Planjaar Uitvoering Naam: Spoorzone Harderwijk Planjaar Uitvoering U-OM38 Regio: Achterhoek C. Bieker U-OM39 Regio: Noord-Veluwe J. Henst Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Stationsomgeving Openbaar vervoer & Mobiliteit Stationsomgeving Gemeente en ProRail Gemeente Harderwijk Korte beschrijving van het project: Het project spoorzone Doetinchem bestaat uit drie onderdelen: de kwaliteitsverbetering van de stationsomgeving, de aanpassing van de sporenlayout op het emplacement en snelheidsverhoging op het traject Doetinchem - Gaanderen. Het effect is een betere uitstraling van station Doetinchem, scheiding van reizigersstromen, voldoende overstapvoorzieningen en een breder middenperron voor de reiziger. Voor de vervoerders komt er meer opstel- en bijstuurruimte. Om de snelheidsverhoging tussen Doetinchem - Gaanderen mogelijk te maken, wordt een bestaande overweg (Mullepad) gesaneerd. Daarvoor in de plaats komt een innovatieve onderdoorgang langs een nabijgelegen watergang, gefinancierd door ProRail en Gelderland (50-50 verdeling). Vanwege de naastgelegen watergang, heeft de onderdoorgang een dubbelfunctie als waterkering. De bijdrage van de bedraagt maximaal 0,4 miljoen vanuit de oude RMCA-middelen. Stedelijke bereikbaarheid (SB01) Spoorlijn Arnhem-Winterswijk (OM22) Stations outillage (OM43) OV Doetinchem-Enschede (OM24) Korte beschrijving van het project: Tegelijk met de aanvraag voor randstadspoor Harderwijk en de tunnels onder het spoor bij stationsplein en bij Weisteeg, is door de gemeente Harderwijk aangegeven dat ook de stationsomgeving moet worden aangepakt. Dit wordt erkend door de Gelderland: het busplein is te klein en voldoet niet meer, het aantal plaatsen voor P+R en fiets moet drastisch worden uitgebreid en beiden moeten, in kader van de stationstunnel, in een nieuwe omgeving worden ingepast. Er is behoefte om een goed voorplein met uitstraling te maken. Een ruim opgezet busstation, betere P+R- en fietsvoorzieningen, een functioneel en aangenaam voorplein om de huidige en nieuwe reiziger te faciliteren. Tegelijk worden twee tunnels gerealiseerd (spoortunnel station en tunnel Weisteeg). Het projetc is naar verwachting iend 2016 gereed. Randstadspoor Harderwijk (OM25) 24,975 9,025 13,75 OV reserve 12,05 6,4 0,15 Reguliere middelen 1, ,0 Begroting ,5 Coalitie-akkoord middelen Andere programma s (Stad &Regio ) Stad en Regio 2,2 Middelen Stad en Regio Regio Noord-Veluwe, ProRail, gemeente Harderwijk, NS, Ministerie van IenM 0,5 BDU voormalige Stadsregio Stad &Regio Gemeente Doetinchem, ProRail en vervoerders Breng en Arriva

115 U-OM41 U-OM43 Naam: Spoorzone Elst Planjaar Uitvoering Naam: Stationsoutillage regionale spoorlijnen Planjaar Uitvoering U-OM41 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen H. Verdoold Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit ProRail (opdrachtgever Gemeente) Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: Onder de naam Elst Centraal werkt de gemeente Overbetuwe in samenwerking met de Stadsregio, aan de ontwikkeling van het stationsgebied in Elst. Het station wordt ontwikkeld tot een regionaal knooppunt van openbaar vervoer, wonen en kantoren. Het vervangen van de gelijkvloerse spoorwegkruising door een fietstunnel en een autotunnel die ook geschikt is voor (HOV)bus en hulpdiensten; Uitbreiding van de fietsenstallingen; Verbetering van de lokale verkeersafwikkeling. Verbetering stationsgebied. Realisatie P+R garage met ruimte voor 525 auto's. Regionaal Samenwerkingsprogramma (RSP) Investeringen Budget Stedelijke vernieuwing (ISV) Spoorinfrastructuur Elst (OM02) HOV Stadsregio (OM01) 31,2* 20,6 4,2 5,4 Begroting 2013 Voorjaarsnota Begroting 2014 Coalitie-akkoord middelen Robuuste investeringsimpuls middelen** Middelen Stad en Regio U-OM43 Regio: FoodValley, Achterhoek, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar vervoer & Mobiliteit Stationsomgeving Korte beschrijving van het project: ProRail heeft sinds 2013 veel stations in Nederland in fasen aan het voorzien van nieuwe stationsoutillage. Dit betekent dat op de perrons nieuw meubilair wordt aangebracht. Het gaat hierbij om bankjes, wachtruimten, sta steunen, reisinformatie, enzovoorts. Per station wordt maatwerk geleverd qua inrichting. In 2015 is de stationsoutillage langs de Valleilijn gerealiseerd. In 2016 wordt de outillage op de lijn Arnhem Winterswijk gerealiseerd, in combinatie met de plaatsing van toiletten. Na 2016 wordt bezien of en welke andere stations nog worden aangepakt. 2,5 2 0,5 Voorjaarsnota 2013 Begrotingssaldo 2014 nvt ProRail, regionale vervoerders, regio s FoodValley en Achterhoek, gemeenten. * totale investering exclusief P+R garage (nb bijdragen betreffen ook de bijdrages voor de P+R garage) ** bedrag uit de robuuste investeringsimpuls is beschikbaar o.b.v. een leenovereenkomst. Economie en innovatie Stad en Regio Gemeente Overbetuwe, ProRail, Heinz

116 Naam: Spoorzone Velperpoort (korte termijn) Planjaar Uitvoering U-OM52 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit ProRail Stationsomgeving Het plan is gericht op uitbreiding van het aantal fietsvoorzieningen en het creëren van een (sociaal) veiliger stationsomgeving. Daarnaast voorziet het plan in het verbeteren van de aansluiting tussen trein en bus (aanpassen bushaltes en rijbanen) en herinrichting van de openbare ruimte. Tevens voert ProRail dan een aantal werkzaamheden uit die te maken hebben met een betere toegankelijkheid van het station (bredere trappen, aanbrengen liften, perrononderhoud). Actualiteit: In Beter Benutten Vervolg wordt de bijdrage voor het project Stationsomgeving Velperpoort tezamen met het project Werkgeversaanpak Velperweg gezien als één corridor Velperweg, waarvoor een uitvoeringsprogramma moet worden op en (integraal) beoordeeld. Voor het project stationsomgeving Velperpoort is alle informatie voor het op te stellen uitvoeringsprogramma beschikbaar en gereed. De start van de uitvoering van het project Spoorzone wordt voorzien in Q3 2016, realisatie zal plaatsvinden in 2017, met mogelijk uitloop naar ,884 1,086 U-OM52 0,375 Voorjaarsnota 2014 Coalitie-akkoord middelen 0,823 BDU voormalige Stadsregio Naam: Programma Stadsregiorail Planjaar Uitvoering U-OM62 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Hartogs Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Trein (regionaal) Korte beschrijving van het project: In dit programma wordt geïnvesteerd in drie nieuwe stations en de uitbreiding van de infrastructuur, waardoor er meer regionale treinen kunnen rijden in de stadsregio. Ook de uitbreiding van fietsenstallingen en P+R-voorzieningen, evenals betere aansluitingen tussen bus en trein behoren tot dit programma. De stations Mook-Molenhoek, Westervoort en Nijmegen Goffert zijn gerealiseerd. Verder zijn in Wijchen en Elst keersporen gerealiseerd, inclusief uitbreiding van de perroncapaciteit. Onder regie van de gemeenten wordt gewerkt aan de stationsomgeving Wijchen (tussen ) en de twee tunnels in Elst (2016). Voor beide projecten zijn vanuit het programma Stadsregiorail bijdragen gereserveerd. 58,5 58,5 BDU voormalige Stadsregio ProRail, NS, gemeenten Mook en Middelaar, Westervoort, Wijchen, Nijmegen, Overbetuwe. U-OM62 0,600 Beter Benutten Vervolg Relatie met andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen ProRail, NS, gemeente Arnhem.

117 U-OM63 U-OM68 Naam: Nachtnet treinen Planjaar Uitvoering Naam: Planstudiekosten Spoor/OV (voorheen planstudies spoor) Planjaar Uitvoering U-OM63 Regio: FoodValley, stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen C. Bieker U-OM68 Regio: Gelderland C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit Trein (landelijk) Openbaar Vervoer & Mobiliteit Trein (regionaal) NS Korte beschrijving van het project: Het gaat om financiering van een pilot van drie jaar waarna bekeken wordt of het wenselijk is door te gaan met de aansluiting op het Nachtnet voor de betrokken gemeenten Ede, Arnhem en Nijmegen. In totaal zou het gaan om een investering door de van in totaal 0,15 miljoen voor de periode van drie jaar, waarnaast de voormalige Stadsregio enerzijds en de gemeenten Arnhem en Nijmegen anderzijds eenzelfde deel van de kosten op zich nemen. Per weekend gaat het om 5 late treinen tussen Utrecht, Ede/Wageningen, Arnhem en Nijmegen. Het nachtnet is met de dienstregeling van 2015 ingevoerd. Spoorzone Elst (OM41) Spoorzone Ede/Wageningen (U-OM19) 0,125 0,05 0,025 Bestedingsplan Middelen BDU 0,05 BDU voormalige Stadsregio NS, gemeenten Arnhem en Nijmegen, /ProRail Korte beschrijving van het project: Voor de uitwerking van ov-projecten in het coalitieakkoord is het noodzakelijk om middelen te reserveren voor de planstudies spoor/ov. Deze planstudies zijn noodzakelijk om de scope van de diverse projecten scherp te krijgen en te voorzien van een kostenraming. Na afronding van de planstudie vindt besluitvorming plaats over al dan niet realisatie van het project met reservering van bijbehorende middelen. Overigens zal in het toekomstige projectbudget rekening worden gehouden met nieuwe planstudiekosten voor de verdere uitwerking van het project. Planstudies voor o.a.: Verdubbeling spoor Zevenaar Doetinchem (onderdeel van OM22) Overweg Elst, Rijksweg noord (OM73) Kwaliteitsverbetering IJssellijn (OM71) Vervolg Valleilijn (OM35) Stationsomgeving Nijmegen Centraal (OM50) Aanvullende besluitvorming: In de coalitieperiode is 4,0 miljoen beschikbaar voor planstudiekosten spoor. Bij MIAM/BGR2016 is aanvullend 4,2 miljoen gereserveerd en 0,8 miljoen beschikbaar. Wij stellen voor om voor de verdere planuitwerking spoorverdubbeling Zevenaar-Didam aanvullend 0,4 miljoen beschikbaar te stellen. Situatie voor MIAM/ beschikbaar 4,8 1,0 1,0 2,0 Begroting 2013 Voorjaarsnota 2014 Begroting ,8 Begroting 2016 Coalitie-akkoord middelen Coalitie-akkoord middelen Besluitvorming: Beschikbaar te stellen 0,4 miljoen (MIAM/) Huidige situatie

118 U-OM69 beschikbaar 5,2 1,0 Begroting ,0 Voorjaarsnota ,0 Begroting ,8 0,4 Begroting 2016 Voorjaarsnota 2016 Coalitie-akkoord middelen Coalitie-akkoord middelen Restant reservering na MIAM/ 3,8 miljoen (financieringsbron eenmalige coalitieakkoordmiddelen) Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: n.v.t. ProRail, gemeenten Naam: Zelfsturende auto (WE-pod, fase 1) Planjaar Uitvoering U-OM69 Regio: FoodValley M. Kassenberg / A. Bakker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Openbaar Vervoer & Mobiliteit (keten)mobiliteit Korte beschrijving van het project: De zelfrijdende auto is een technische ontwikkeling die kansen biedt voor reizigers om hun eigen vervoer vorm te geven zonder afhankelijk te zijn van het bezit van een eigen auto of van OV. De pilot is een nadere uitwerking van de visie van Gelderland op het OV van de Toekomst; het is een begin van hoe het vervoer er straks in dunbevolkte gebieden uit kan gaan zien. Tegelijk is het in de beginfase een project met een hoog innovatieve uitstraling die goed past bij het karakter van de topsector FoodValley. Door een verkenning en vervolgens een pilot te starten dragen we bij aan de kennisontwikkeling in Nederland over de zelfsturende auto door de samenwerking met diverse partijen, zoals het ministerie van IenM en RDW, op het gebied van techniek, regelgeving, psychologie en mobiliteit. Tijdens de uitvoering van het project blijkt aanvullend budget nodig te zijn voor communicatie, software ontwikkeling en de deelname aan congressen en seminars voor de ontwikkeling en verspreiding van kennis. De kosten voor de software ontwikkeling bedragen in totaal 0,3 miljoen en hiervoor wordt aan Uw Staten gevraagd een aanvullend krediet beschikbaar te stellen voor hetzelfde bedrag. Deze aanvullende investering wordt in 5 jaar afgeschreven. De kapitaallasten van deze investering zijn gedekt binnen de begroting 2016 binnen de kerntaak Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer. De kosten voor communicatieontwikkeling en de deelname aan congressen en seminars voor de ontwikkeling en verspreiding van kennis bedragen 0,3 miljoen. Vanuit de kerntaak economie en de beleidsvisie Gebiedsopgaven wordt in totaal 0,4 miljoen bijgedragen. Vanuit de kerntaak Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer is in het bestedingsplan DU 2016 hiervoor een bedrag van 0,175 miljoen opgenomen. Voor de tweede fase van dit project is in hetzelfde bestedingsplan 0,125 miljoen opgenomen. De totale omvang van deze extra kosten in de eerste fase bedragen 0,575 miljoen. Voor de tweede fase van dit project is 0,125 miljoen op de begroting geplaatst. OV visie (OM14) BDU overige onderwerpen (U-2015-BDU04) Situatie vóór MIAM/ 3,4 1,25 Bestedingsplan BDU 2015 BDU Verkeer & Vervoer 2,15 25 februari 2015 Andere programma s

119 U-RV03 Toegevoegd aan bijdrage : 0,3 miljoen Bestedingsplan 2016 Decentralisatie Uitkering (waarvan 0,175 fase 1 en 0,125 fase 2) 0,2 miljoen Gebiedsopgaven 0,2 miljoen Kerntaak Regionale economie Huidige situatie 4,1 1,25 Bestedingsplan BDU 2015 BDU Verkeer & Vervoer 0,3 Bestedingsplan DU 2016 DU Verkeer & Vervoer 2,55 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie, Milieu, energie en klimaat 2,15 miljoen 25 februari 15 0,4 miljoen Andere programma s DAVI (Dutch Automated Vehicle Initiative, bestaande uit 14 partijen), Wageningen Universiteit, Gemeente Wageningen, Gemeente Ede, Regio FoodValley, RDW, ministerie IenM, TU Delft. Naam: Capaciteitsaanpak A1 Apeldoorn-Azelo Planjaar Uitvoering U-RV03 Regio: Stedendriehoek A. Smith Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Ministerie I&M Rijksinfra Korte beschrijving van het project: Gezien de belangrijke (inter)nationale en regionale functie hebben de s Gelderland en Overijssel, het Rijk en de regio's Twente en Stedendriehoek afgesproken om de verbreding van de A1 versneld te realiseren met één rijstrook per richting tot 2 x 4 tussen Apeldoorn - Deventer en 2 x 3 tussen Deventer - Azelo Verbreding van de A1 tussen Apeldoorn - Azelo in twee fases: fase één (Twello - Deventer en Deventer- Oost - Rijssen) realiseren vanaf 2017, fase twee (resterende trajecten) realiseren vanaf ,5 404,85 34,0 September 2013 PS ,65 PS BDU Coalitie-akkoord middelen Ministerie van IenM, Overijssel, regio Stedendriehoek, regio Twente

120 U-RV04 U-RV05 Naam: N303 Voorthuizen Planjaar Uitvoering U-RV04 Regio: FoodValley P. van Eijndthoven Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: De provinciale weg N303 vormt een belangrijke schakel voor het regionale verkeer aan de westkant van de Veluwe. De N303 doorkruist de kern van Voorthuizen. De grote belasting van de N303 door het (doorgaande) verkeer leidt tot stagnatie in de verkeersafwikkeling. Daarnaast levert het knelpunten op met betrekking tot de verkeersveiligheid en leefbaarheid in Voorthuizen, waaronder geluidoverlast en barrièrewerking. Door de autonome mobiliteitsgroei en ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving (woningbouw en uitbreiding bedrijventerrein) zal de verkeersdruk op de N303 verder toenemen. Aanleg rondweg. Actualiteit: Het inpassingsplan is eind 2014 vast door PS. Een aantal belanghebbenden heeft bezwaren ingediend op het plan bij de Raad van State. Sinds begin 2016 is het plan onherroepelijk en is de feitelijke onteigening gestart. Naar verwachting zal in de loop van 2016 worden gestart met de realisatie en valt oplevering te verwachten eind Aanvullende besluitvorming: Middelen gereserveerd (k ) en/of beschikbaar Milieu (PAS) Begroting 2009 Begroting 2013 Reserve wegenbouwprojecten Gemeente Barneveld, Gemeente Nijkerk, Waterschap Vallei en Veluwe. Naam: N345 De Hoven/Zutphen Planjaar Uitvoering U-RV05 Regio: Stedendriehoek A.J. Smith Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid. Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: Op 8 juli 2009 hebben PS besloten om 5 knelpunten op de provinciale wegen aan te pakken, Statenbesluit PS Een van deze knelpunten is de bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblematiek rond de N345 in De Hoven/Zutphen. Het verbeteren van de leefbaarheid en verkeersveiligheid in De Hoven/Zutphen en het verbeteren van de bereikbaarheid door aanleg van een rondweg. Actualiteit: In februari 2015 is het inpassingsplan vast. Momenteel loopt de beroepsprocedure. De voorbereidingen voor de realisatie en de verwerving van de gronden zijn inmiddels gestart. De realisatie start in de zomer van 2016; verwacht wordt dat de realisatie eind 2017 wordt afgerond. 32,5 Derden IJsselsprong, GNN 38,5 Begroting 2009 Voorjaarsnota 2014 Voorjaarsnota /- 6,0 PS Reserve wegenbouwprojecten Gemeente Brummen en gemeente Zutphen, Waterschap Vallei en Veluwe, ministerie Infrastructuur en Milieu

121 Naam: N345 rondweg Voorst Planjaar Uitvoering U-RV06 Regio: Stedendriehoek A.J. Smith Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: De N345 vervult een belangrijke functie voor het doorgaande verkeer in de stedendriehoek Zutphen, Apeldoorn en Deventer. De drukke N345 loopt dwars door de kern van Voorst, met geluidsoverlast en onveilige verkeerssituaties als gevolg. Na een verkenning bleken er twee mogelijkheden te zijn om deze problemen op te lossen: een westelijke of een oostelijke rondweg. Inmiddels is het inpassingsplan onherroepelijk en het uitvoeringsbudget beschikbaar. Na de verkenning is een MER op naar de oostelijke en westelijke rondweg. In het MER zijn de vooren nadelen beschreven van beide alternatieven. Mede op basis van de resultaten van het MER spraken GS hun voorkeur uit voor een westelijke omleiding om Voorst. Dit alternatief spaart de hooggewaardeerde Voorsterklei met haar landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. De westelijke rondweg is duurder, maar beter in te passen in de omgeving. Dit heeft geleid tot een zorgvuldig ingepast ontwerp van de rondweg. Dit ontwerp heeft als basis gediend voor het inpassingsplan. Actualiteit: Op 11 december 2013 is het inpassingsplan voor de rondweg Voorst vast. Eind juli 2014 is het plan onherroepelijk geworden. Momenteel zijn de voorbereidingen voor de aanbesteding van de aanleg van de rondweg gestart en wordt het traject van grondverwerving voortgezet. De voorbereidende werkzaamheden voor de uitvoering zijn in 2015 gestart. De werkelijk aanleg in De weg kan dan in 2017 worden geopend. Middelen gereserveerd en/of beschikbaar 27,2 27,2 Begroting 2009 IJsselsprong, GNN, Milieu, Buitengewoon Groen Reserve wegenbouwprojecten U-RV06 Gemeente Voorst, Waterschap Vallei en Veluwe Naam: N309 t Harde Planjaar Uitvoering U-RV08 Regio: Noord-Veluwe G. van Leeuwen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: De leefbaarheid in de kernen t Harde en Oostendorp is direct gerelateerd aan het verkeer. Om de doorstroming, leefbaarheid en bereikbaarheid te verbeteren wordt een passende oplossing gezocht. Op grond van eerdere verwachtingen leek een rondweg de oplossing. Bij nadere verkenning en uitwerking blijkt opwaardering en reconstructie van het bestaande tracé ook een verantwoorde oplossing voor het probleem. Verbeteren van de verkeersafwikkeling, de bereikbaarheid en leefbaarheid vergroten door het bestaande tracé te reconstrueren. N309 Oostendorp (RV48) Trajectverkenning 31, N309 (U-2015-TP031) Actualiteit: Het verkeersbesluit voor de Bovendwarsweg en de wijziging(en) op de bestemmingsplannen zijn inmiddels onherroepelijk. Ook de afspraken met grondeigenaren zijn rond. Inmiddels is de geluidisolatie aan 85 wooneenheden aan de Eperweg als extra maatregel ter verbetering van de leefomgeving in t Harde uitgevoerd. De verbetermaatregelen in t Harde starten mei 2015 en de aanbesteding voor de vervanging van het viaduct A28 loopt. De vervanging van het viaduct is voorzien vanaf de zomer van De planning is dat eind 2016 alle maatregelen zijn uitgevoerd. Ook alle onderhoudswerkzaamheden aan de Eperweg (vervanging asfalt op rijbanen) worden gelijktijdig met de reconstructie gecombineerd. 19,312 1,225 18,087 Begroting 2009 Reserve wegenbouwprojecten U-RV08 n.v.t. Gemeente Elburg, Gemeente Oldebroek.

122 Naam: N322 Zaltbommel Planjaar Uitvoering U-RV09 Regio: Rivierenland E. Vermeulen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: De N322 is van groot belang voor Zaltbommel en de Bommelerwaard. Het is voor de regio de enige aansluiting op de A2; een goed alternatief is er niet. Momenteel staat het verkeer op de N322 bij Zaltbommel dagelijks vast. De capaciteit van de weg is onvoldoende om tijdens de spits de kruisende verkeersstromen te kunnen verwerken. Als gevolg hiervan staat de bereikbaarheid van Zaltbommel en de bedrijventerreinen onder druk. De verkeersproblemen beïnvloeden ook de leefbaarheid in de omgeving van de belangrijkste verkeersstromen, zoals in de woonwijk de Waluwe. De maatregelen bestaan uit het vergroten van de wegcapaciteit en het aanleggen van een nieuw wegtracé door Middelweide. Actualiteit: Eind 2014 is het werk gegund aan de marktpartij met de Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Alle grondeigendommen zijn intussen verkregen en de uitvoering van het project is in volle gang. Oplevering van de werkzaamheden vindt plaats uiterlijk in november ,612 0,839 24,773 Begroting 2009 n.v.t. Reserve wegenbouwprojecten Gemeente Zaltbommel, ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, Waterschap U-RV09 Naam: Ede Grijsoord, Viaduct N224/A12 Planjaar Uitvoering U-RV11 Regio: FoodValley T. Molier Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Rijkswaterstaat Rijksinfra Korte beschrijving van het project: De afgelopen jaren hebben Rijk, Gelderland en de regio samengewerkt aan de planvorming verbreding A12. Een onderdeel van de totaalaanpak is de vervanging van het viaduct N224/A12. Voor de regionale bereikbaarheid is het van belang dat deze toekomstvast wordt gerealiseerd. De economische topsectoren verbinden we met de gewenste versterking van de stedelijke bereikbaarheid. In het project is een 1 op 1 vervanging van het viaduct opgenomen. Echter, uit nadere studies en analyse blijkt dat de toekomstvastheid van het viaduct niet groot is. Er zijn grote capaciteitsproblemen te verwachten op de onderliggende en aansluitende provinciale infrastructuur. Begin 2011 is gebleken dat het niet mogelijk is om binnen de bestaande scope van het project de verbreding van het viaduct mogelijk te maken. Dit vanwege het taakstellende budget dat voor de totale aanpassing van de A12 beschikbaar is. In de aanbesteding van het project verbreding A12 heeft Rijkswaterstaat de verbreding van het viaduct A12/N224 meegenomen. De bijbehorende aanpassing van de provinciale weginfrastructuur bij de kruisingsvlakken zal nu niet gelijk worden meegenomen binnen het project, onder andere vanwege de nog niet doorlopen ruimtelijke procedures. Het project wordt in het najaar van 2016 afgerond. Trajectaanpak trajecten 7 en 14 N224. 1,0 * 1,0 Begroting 2012 * De kosten voor aanpassing provinciale infrastructuur zijn hier niet in meegenomen. nvt Coalitie-akkoord middelen Ministerie van IenM, Rijkswaterstaat U-RV11

123 Naam: Doortrekking A15 Planjaar Uitvoering U-RV13 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen E. Vermeulen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Rijkswaterstaat Rijksinfra Korte beschrijving van het project: Het doortrekken van de A15 is een rijksproject dat zowel voor de regio als voor de ontwikkeling van de achterlandverbindingen van groot belang is. De doortrekking van de A15 van knooppunt Ressen naar de A12 tussen Duiven en Zevenaar inclusief aanpassingen aan de bestaande delen van de A15 en de A12 draagt bij aan een robuust hoofdwegennetwerk in het stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen. Dit vergroot de bereikbaarheid en versterkt de ruimtelijk economische ontwikkeling. Naar verwachting wordt de nieuwe weg in de periode geopend. Doortrekking A15; tolheffing (RV13) PS Stamkapitaal U-RV13 Ministerie van IenM, Rijkswaterstaat, grondgebonden gemeenten Naam: Traverse Dieren Planjaar Uitvoering U-RV14 Regio: Stedendriehoek M. Schurink Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Realisatie 3A-Lang met bundeling Fietstunnel Ellecom, bundeling weg met spoor ter hoogte Landgoed Hof te Dieren, aanleg tunnelbak Dieren-Centrum, aanleg bijbehorende onderliggende wegenstructuur, inrichting Zuidelijk Stationsgebied, verdubbeling rijbanen Dieren-Midden, reconstructie kruising N348 N786, aanleg onderdoorgang onder spoor en aanpassing Spankerense brug inclusief kruising, realisatie milieumaatregelen en maatregelen voor landschappelijke inpassing. Havikerpoort / ecologische poorten Actualiteit: Diverse werkzaamheden worden momenteel uitgevoerd. Het project wordt naar verwachting in de loop van 2019 opgeleverd. (miljoen ) Reserve Traverse Dieren 5 Voorjaarsnota 2014 Gemeente Rheden en ProRail. Reserve wegenbouwprojecten U-RV14

124 U-RV15 U-RV17 Naam: N18 Varsseveld-Enschede Planjaar Uitvoering Naam: N18 onderliggend wegennet Planjaar Uitvoering U-RV15 Regio: Achterhoek M. de Vos U-RV17 Regio: Achterhoek P. Kettelarij Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Rijksinfra Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Korte beschrijving van het project: Het verbeteren van de verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de rijksweg N18 tussen Varsseveld en Enschede. Nevendoel is het verbeteren van de bereikbaarheid ten behoeve van de regionale economische ontwikkeling. De verbetering van de N18 doorloopt het planvoorbereidingsproces conform de Tracéwet. Rijkswaterstaat werkt bij de planvoorbereiding samen met de betrokken regionale partijen (gemeentes, s en regio s). Eind 2009 heeft de toenmalig Minister van Verkeer en Waterstaat het standpunt voor de N18 bekend gemaakt. Daarmee is vastgelegd welke verbeteringen (tracé) worden uitgewerkt. Eind 2011 heeft de Minister van IenM het Ontwerp Tracébesluit N18 vast. In het (Ontwerp) Tracébesluit is het nieuwe wegontwerp in detail uitgewerkt. Afgelopen jaar is gewerkt aan het Tracébesluit N18 en is het werk aanbesteed. De voorbereidende werkzaamheden zijn in het voorjaar van 2016 gestart en de nieuwe weg wordt naar verwachting in 2018 geopend. N18, onderliggend wegennet (RV17) N18, Varsseveld-Enschede 2 e fase (RV16) subsidie < 2009 nvt Ministerie IenM, Overijssel, regio s Achterhoek en Twente, gemeentes Oude IJsselstreek, Oost Gelre, Berkelland, Haaksbergen en Enschede. Korte beschrijving van het project: Door de aanleg van de nieuwe N18 neemt de verkeersintensiteit op de N315 richting Neede en Borculo toe. Dit vraagt om ingrijpende maatregelen om de verkeersveiligheid en de doorstroming op deze weg te garanderen. Reconstructie N18 kruispunten Lichtenvoordseweg, Kerklaan, Richterslaan en Hamelandweg (N313) in 2014, inclusief vervanging bestaande VRI s. Opheffen kruispunt N18-Zieuwentseweg (N312) in 2016 door de aansluiting N18-N312 te verplaatsen naar de aansluiting Richterslaan en de aanleg van een fietstunnel voor langzaam verkeer tussen Zieuwent en Lichtenvoorde. Eerste en tweede fase N18-project (RV15, RV16, RV17) Traject 127 N315 (Ruurlo Neede) (U-2015-TP127) OV Doetinchem - Enschede (OM24) 10 7,5* * Gemeente Oost-Gelre, Oude IJsselstreek en Rijkswaterstaat n.v.t. 1,5 Begroting Begroting 2014 Coalitie-akkoord middelen Robuuste investeringsimpuls middelen Rijkswaterstaat, Gemeente Oude IJsselstreek en Gemeente Oost-Gelre.

125 Naam: Aanpak A28/A1 knooppunt Hoevelaken Planjaar Uitvoering U-RV19 Regio: FoodValley A. Henselmans Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Rijkswaterstaat Rijksinfra Korte beschrijving van het project: Bij knooppunt Hoevelaken staan veel files. Rijkswaterstaat gaat daarom het knooppunt Hoevelaken aanpakken in samenwerking met de overheden uit de regio (aanliggende gemeenten en de s Utrecht en Gelderland). De A1 tussen Bunschoten en Barneveld, en de A28 tussen Nijkerk en Leusden worden verbreed. Ook het knooppunt zelf wordt aangepast. Reconstructie knooppunt Hoevelaken en verbreding A28 en A1. Naar verwachting worden de werkzaamheden uitgevoerd vanaf 2019 en wordt de weg in 2022 geopend. Barneveld A1/A30 (RV43) ,75 7,25 Maart 2013 n.v.t. Coalitie-akkoord middelen U-RV19 Ministerie van IenM, Rijkswaterstaat Midden- Nederland, gemeenten Amersfoort, Nijkerk, Leusden, Bunschoten, Barneveld en Utrecht Naam: Rijnbrug Rhenen (zuidelijke ontsluiting FoodValley) Planjaar Uitvoering U-RV21 Regio: FoodValley, Rivierenland A. Henselmans Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Rijkswaterstaat Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: Capaciteit van de Rijnbrug in de N233 is beperkt hetgeen vertraging op de N233 en op de aansluitende wegen veroorzaakt. Dit levert doorstromings- en leefbaarheidsproblemen in Rhenen en Kesteren op. Bij MIAM/VJN2015 is na overleg met Utrecht, besloten om een extra benodigde bijdrage van 0,55 miljoen te delen. Aanvankelijk was voorzien dat dit door het bedrijfsleven zou wornde opgebracht, maar dat kwam onvoldoende van de grond. De regiogemeenten Rivierenland en de regio Food Valley dragen samen 4,45 miljoen bij. Naast de beschikbaarstelling van 10,275 miljoen is er binnen de eenmalige coalitieakkoordmiddelen voor dit project 2,225 miljoen gereserveerd. 25,0 14,725 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Stedelijk netwerk Ede-Wageningen 10,0 PS Eenmalige coalitieakkoordmiddelen 0,275 VJN2015 Eenmalige coalitieakkoordmiddelen U-RV21 Ministerie IenM, Rijkswaterstaat, Utrecht, gemeenten Rhenen, Buren, Neder Betuwe, Wageningen, Ede, Veenendaal

126 Naam: N316, Ontbrekende schakel Zeddam s-heerenberg Planjaar Uitvoering U-RV22 Naam: Barneveld N805, Tunnel Barneveld-Noord Planjaar Uitvoering U-RV37 U-RV22 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen M. Bos U-RV37 Regio: FoodValley C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: De aanleg van het stuk weg zorgt voor een rechtstreekse verbinding tussen de bedrijventerreinen van Doetinchem en de bedrijventerreinen van s-heerenberg. Tevens wordt hiermee een aansluiting op de A3 (Duitsland) en de haven van Emmerich gerealiseerd, wat zorgt voor een betere bereikbaarheid via het water. Na de aanleg van de weg wordt de huidige provinciale route overgedragen aan de gemeente en afgewaardeerd. Hierdoor kan het EHS gebied vergroot worden en zal de gemeentelijke weg door de kern van s Heerenberg rustiger worden. Status: In 2015 is discussie ontstaan over een vraagstuk met betrekking tot flora en fauna en over grondeigendom, waardoor vertraging ontstond. Naar verwachting wordt het traject in 2016 alsnog gerealiseerd Voorjaarsnota 2014 Coalitie-akkoord middelen Gemeente Montferland, grondeigenaren Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Gemeente Barneveld in samenwerking met Prorail Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: Het doel is verbetering van de bereikbaarheid, de doorstroming (dichtligtijden spoorbomen), de veiligheid op de N805 en het vergroten van de bereikbaarheid van de regionale bedrijventerreinen Harselaar. Daarnaast het (eventueel) mogelijk maken van een station Barneveld-Noord aan het hoofdspoor. Verder moeten de snelfietsverbinding en de doorstroming (en haltering) van OV zijn gewaarborgd. 2 x 1 rijstroken en tunnelbak, toekomstbestendig voor 2x2 rijstroken Overdracht weg naar gemeente Barneveld. Sprinter Apeldoorn-Amersfoort (OM21) Realisatie rondweg Voorthuizen (RV4) 30 18,15 n.v.t. 10,85 Begroting Voorjaarsnota 2013 Reserve wegenbouwprojecten Coalitie-akkoord middelen Gemeente Barneveld, Ministerie van IenM

127 Naam: N320 Culemborg Planjaar Uitvoering U-RV44 Regio: Rivierenland E. Vermeulen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale Weginfra Korte beschrijving van het project: De N320 bij Culemborg is een belangrijk verkeersknelpunt in Gelderland. In zowel de ochtend- als in de avondspits stroomt het verkeer onvoldoende door, omdat de capaciteit van de infrastructuur onvoldoende is voor het verwerken van de kruisende in-, uit-, en doorgaande verkeersstromen. Dit kan, door de verwachte groei, vanaf 2020 zelfs gevolgen hebben voor de verkeersafwikkeling op de A2. De doorstroom op de N320 is van essentieel belang voor de ontsluiting van Culemborg en de daar gevestigde bedrijven. Via de N320 is de stad namelijk aangesloten op het rijkswegennet. De N320 wordt op de volgende punten aangepast: de N320 krijgt er vanaf de A2 tot aan de Wethouder Schoutenweg twee rijstroken bij; de kruising met de Wethouder Schoutenweg wordt verruimd en er worden extra opstelstroken gerealiseerd; de kruising bij de Erasmusweg wordt vervangen door een turborotonde; er wordt een nieuwe afslag van de N320 naar de Beedseweg gerealiseerd. Dit zorgt voor een betere ontsluiting van het station; de rotondes bij de Rijksstraatweg en de Van Limburg Stirumstraat worden vervangen door verkeerslichten. Actualiteit: Eind 2014 is het werk gegund aan de marktpartij met de Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Alle grondeigendommen zijn intussen verkregen en de uitvoering van het project is in volle gang. Oplevering van de werkzaamheden vindt plaats uiterlijk in november ,933 0,32 16,976 Begroting ,0 PS Reguliere middelen 0,637 Programma Luchtkwaliteit, Vitaal Gelderland, Economie Reserve wegenbouwprojecten. Middelen andere programma s (LOO) Gemeente Culemborg, ministerie van IenM, Waterschap U-RV44 VJN2015 Naam: Nijmegen, verbetering fietsvoorziening Waalbrug (voorheen Reconstructie Waalbrug) U-RV49 Regio: Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Planjaar Uitvoering L. Olthof Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Fiets Gemeente Nijmegen Fietsinfra Korte beschrijving van het project: Rijkswaterstaat gaat vanaf 2016 groot onderhoud aan de Waalbrug uitvoeren. De gemeente Nijmegen heeft een aantal wensen voor de ingrijpende reconstructie van de brug. Rijkswaterstaat acht zich alleen verantwoordelijk voor de instandhouding van de huidige functionaliteiten op de brug en wil voor de aanvullende wensen van Nijmegen geen budget beschikbaar stellen. Na overleg tussen RWS en de gemeente is ervoor gekozen een extra fietsvoorziening door verbreding van de brug aan de Oostzijde in de planvorming op te nemen. Het plan wordt bij nu de verbreding van de brug niet uitvoerbaar blijkt. Verbreden bestaande fietspad naar twee richtingenfietspad op brug, aansluitend op de nieuwe verlengde Waalbrug. De Waalbrug sluit op zijn beurt aan op de snelfietsroute RijnWaalpad. Bij nadere bestudering blijkt verbreding brug technisch niet mogelijk, en wordt een andere oplossing gezocht. Er wordt nu een plan uitgewerkt voor een volwaardige tweezijdig fietspad binnen het bestaande profiel van de brug, waarbij de huidige busbaan op de brug verdwijnt. Dit plan zal naar verwachting fors goedkoper uitvallen, waardoor ook de provinciale bijdrage fors naar beneden kan. Voor de renovatie wordt in het kader van Beter Benutten gewerkt aan aan plan van aanpak voor de bereikbaarheid voor de fiets van de Waalbrug tijdens de renovatie. Voor wordt de BDU bijdrage te schrappen en de beschikbaarstelling van de 1,5 miljoen uit de eenmalige coalitieakkoord middelen te handhaven HOV Stadsregio (OM1) Snelfietsroutes (F3) Stedelijke bereikbaarheid Nijmegen (SB6) Beter Benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen (SB12) Situatie vóór MIAM/ 10 5,45 1,5 Voorjaarsnota 2015 Eenmalige coalitieakkoord middelen 3,05 Bestedingsplan 2015 BDU voormalige Stadsregio De eerder toegekende bijdrage uit de BDU voormalige Stadsregio 2015 wordt ingetrokken. U-RV49 Huidige situatie 2,5-3 1,25-1,5 1,25-1,5 Voorjaarsnota 2015 Eenmalige coalitieakkoord middelen

128 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Gemeente Nijmegen, Rijkswaterstaat, ministerie van IenM Naam: SWUNG 2 Geluid Productie Plafonds (GPP s) Planjaar Uitvoering U-2015-RV65 Regio: Stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen P. Driessen Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Korte beschrijving van het project: Onder de noemer SWUNG 2 wordt door het ministerie nieuwe wetgeving voor geluid van provinciale wegen voorbereid. Hierbij wordt een systeem met geluidproductieplafonds (GPP s) beoogd, waarover reeds consensus is bereikt binnen IPO op bestuurlijk niveau. Onderzoek van het IPO heeft aangetoond dat voor een goede vaststelling en handhaving van de GPP s gegevens benodigd zijn van hoge kwaliteit. Tevens moet een geluidregister ingericht worden en processen beschreven worden. Inventariseren welke data voor handen is en welke kwaliteit deze heeft Bepalen wat nog ontbreekt en wat nog gedaan moet worden Benodigde data verzamelen en continuïteit borgen Geluidregister ontwikkelen (samen met andere s) Processen beschrijven Implementatie processen in eigen organisatie Trajectprogrammering 0,5 0,5 Begroting 2015 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Ministerie IenM, IPO U-RV65 Eenmalige Coalitieakkoord middelen

129 U-RV66 U-SB02 Naam: Planstudiekosten Weginfrastructuur Planjaar Uitvoering Naam: Beter Benutten 1 Planjaar Uitvoering U-RV66 Regio: M. Bos U-SB02 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Leferink Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Reconstructie & Verkeersveiligheid Provinciale weginfra Stedelijke bereikbaarheid Beter Benutten Korte beschrijving van het onderwerp: Voor een aantal mogelijke grote, complexe infrastructurele projecten zijn aanvullende studies noodzakelijk als voorbereiding op definitieve besluitvorming. Deze studies brengen kosten met zich mee. Dit zijn kosten voor het inhuren van een externe adviseur of het maken van een verkeersmodel. Het zijn geen apparaatskosten. Aanvullende studies naar de volgende onderwerpen: - onderliggend wegennet A15 (inclusief verkeerssituatie Babberich) - onderliggend wegennet A1/A30 - verdere uitwerking N786 - verdere uitwerking N781 Infobladen met als subthema provinciale weginfra. 3,16 1,16 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: n.v.t. Begroting 2012 Voorjaarsnota Begroting 2016 n.v.t. Coalitie-akkoord middelen Coalitie-akkoord middelen Stadsregio Arnhem Nijmegen//Gemeenten Korte beschrijving van het project: Vanuit de Rijksoverheid is in 2011 het programma Beter Benutten opgestart; een programma gericht op het efficiënter gebruik maken van de bestaande infrastructuur en bestaande vervoervoorzieningen. Het programma kent een aantal landelijke sporen en een aantal programma s voor stedelijke regio s waarvan de regio Arnhem Nijmegen er een is. Voor de Stadsregio is een programma ingediend bestaande uit 23 projecten /deelprogramma s. Het regioprogramma kent drie pijlers: vraag, aanbod en gebruik. Projecten in de pijler vraag richten zich vooral op gedragsbeïnvloeding. Het gaat om zaken als mobiliteitsmanagement van personen en goederen, doorontwikkeling project Slim Prijzen naar Slim uit de Spits en het gebruik van verkeersinformatie. De benuttingsprojecten in de pijler aanbod richten zich op het verbeteren van de doorstroming op de weg. In de pijler gebruik zit het programmapakket gericht op de verdere ontwikkeling van dynamisch verkeersmanagement in de Stadsregio. Vrijwel alle projecten zijn uitgevoerd. Verkeersmanagement is het laatste project dat in de zomer van 2016 wordt afgerond. Daarnaast wordt in MIAM/ een aanvullende begrotingssubsidie aan de gemeente Nijmegen verleend voor eerder gemaakte uitvoeringskosten voor het project dynamiseren regioring Nijmegen. De financiering hiervan past binnen de middelen beschikbaar voor Beter benutten 1. In het najaar van 2016 wordt het programma financieel afgerond. De individuele projecten zijn geëvalueerd; met name de Werkgeversaanpak en de Slim Uit De Spits (SUDS) projecten zijn erg succesvol gebleken. De SUDS projecten hebben tot spitsmijdingen per werkdag en gemiddeld tot per week opgeleverd. SLIM Stadsregio Trajectprogrammering Beter benutten vervolg (SB12) 50 44,3 5,7 PS Coalitie-akkoord middelen Ministerie van IenM, bedrijfsleven, gemeentelijke wegbeheerders.

130 Naam: Stedelijke bereikbaarheid Ede Planjaar Uitvoering U-SB07 Regio: Food Valley C. Bieker Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Stedelijke bereikbaarheid Stedelijke bereikbaarheid Korte beschrijving van het project: Op de corridor (kennisas) Ede Wageningen zijn forse ruimtelijke ontwikkelingen gaande, zoals de uitbreiding van instellingen en bedrijven, die grote gevolgen hebben voor de regionale en lokale bereikbaarheid. De opgave hier is het inzetten op de multimodale bereikbaarheid met de auto, het OV en de fiets, waarbij naast infra ook niet-infrastructurele oplossingen worden geboden aan de (internationale) reiziger. Diverse maatregelen: Fietstunnel Parklaan; realisatie fietstunnel onder A12. FoodValley fiets: Voorbereiding van beschikbaarheid OV-fiets bij busstation Wageningen en fietsstallingen bij een aantal halteplaatsen op de hoofdassen in Wageningen en Ede. Engels informatiebord station Ede-Wageningen. Verbeteringen in de busverbinding van station Ede-Wageningen naar de WUR. Verbetering van de lokale doorstroming voor de fiets, speciaal gericht op de grote fietsbewegingen van en naar de gebouwen van de WUR. Spitsmijden Mobiliteitsmanagement (OM32) Snelfietsroute Ede - Wageningen (F11) 3,04 0,05 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Eonomische kracht stedelijk netwerk Ede Wageningen 2,55 Voorjaarsnota ,15 Voorjaarsnota ,29 Voorjaarsnota 2015 U-SB07 Eenmalige coalitieakkoord middelen Gemeenten Ede, en Wageningen Regio FoodValley, Connexxion Naam: Beter Benutten Vervolg stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen Planjaar Uitvoering U-SB12 Regio: stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen J. Leferink Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Stedelijke bereikbaarheid Beter Benutten Korte beschrijving van het project: In navolging van het lopende Programma Beter Benutten van de Rijksoverheid (ministerie van IenM, zie infoblad U-SB02) dat eind 2015 afliep, is het programma Beter Benutten Vervolg opgestart voor de periode Dit programma realiseert maatregelen waarmee reizigers op een slimme manier snel van A naar B kunnen reizen. Het provinciale doel is de steden Arnhem en Nijmegen beter bereikbaar te maken; de regio Stedendriehoek heeft een eigen programma, samen met gemeente Deventer en Overijssel (zie infoblad SB16). Belangrijk is dat de reiziger zijn of haar reisgedrag daarvoor aanpast. Veel mensen reizen op vaste tijden van en naar het werk. Met inzet van Spitsmijden wordt een deel van de reizigers gestimuleerd buiten de spits te reizen. Multimediale reisinformatiediensten en in-car technologie geven automobilisten actuele en persoonlijke rijadviezen. Hiermee kunnen ze zelf bepalen op welke manier en wanneer reizen hen het minste tijd kost. Voor de regio Arnhem-Nijmegen geldt dat snel en slim goederenvervoer, Slim Uit De Spits en intelligente transportsystemen (ITS) speerpunten zijn. Een aanpak op maat stimuleert de doorstroming in economische kerngebieden binnen Arnhem en Nijmegen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een combinatie van werkgeversaanpak, het stimuleren van fietsgebruik, intelligente transportsystemen en minder hinderprojecten. Er is besloten voor acht (economische) kerngebieden met veel vertraagde autoritten een plan van aanpak te maken. De kerngebieden zijn: de binnensteden Arnhem en Nijmegen, Nijmegen Heyendaal, de ziekenhuizen CWZ en Rijnstate, Arnhem Velperweg, Arnhem Presikhaaf en Nijmegen Kanaalzone. Daarnaast wordt een aantal projecten via een thema-aanpak gerealiseerd: Goederenvervoer, Slim uit de Spits en ITS. In 2015 zijn bijna alle Plannen van Aanpak op, met uitzondering van Waalbrug Nijmegen vanwege nog lopende discussie over de planning van het onderhoud. Een deel van de projecten is inmiddels in uitvoering: fietsstimulering, werkgeversaanpak, aanpassingen station Velperpoort. De doelstelling is dat de reistijd van zwaar vertraagde ritten per dag, substantieel en meetbaar wordt verbeterd. Logistiek (LG01) Stedelijke Bereikbaarheid (Beter Benutten) (U-SB02, SB09) Fiets en Snelfietsroutes (F01 en F03) OV & Mobiliteit (OV-visie) (OM14) Beter Benutten Vervolg Stedendriehoek (SB16) U-SB12

131 U-SB16 34,3 16,4 Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Regionale economie Economische kracht stedelijk netwerk Arnhem Nijmegen 5,15 div. besluiten 0,75 Voorjaarsnota 2015 Eenmalige coalitieakkoord middelen 12,0 BDU voormalige Stadsregio Rijk, regio s, gemeenten, ondernemers, onderwijs/onderzoek Naam: Beter Benutten Vervolg Stedendriehoek Planjaar Uitvoering U-SB16 Regio: Stedendriehoek L. Hick Eigen netwerk Stedelijke netwerken Corridors Landelijk gebied Stedelijke bereikbaarheid Regio Stedendriehoek Beter Benutten Korte beschrijving van het project: Op 18 november 2014 hebben het Rijk, de regio Stedendriehoek en het regionaal bedrijfsleven het overkoepelende programma Beter Benutten Vervolg vast. PS hebben besloten een begrotingssubsidie te verlenen van 1,1 miljoen aan de doelstellingen binnen de eerste vier maatregelenpakketten die voortvloeien uit het programma. De bevoegdheid voor verlening van de begrotingssubsidie is gedelegeerd aan GS en het pakket moet eind 2017 zijn gerealiseerd. Het pakket bestaat uit: 1. Bedrijvenbenadering/slim reizen 2. ITS/Minder hinder 3. Logistiek/goederenvervoer 4. Bereikbaarheid Apeldoorn Logistiek (LG01) Stedelijke Bereikbaarheid (Beter Benutten) (U-SB02, SB09) Beter Benutten Vervolg Stedelijke netwerk Arnhem Nijmegen (SB12) Fiets (F01 en F03) Snelfietsroute Apeldoorn-Deventer (F18) 11,0 9,9 0,35 PS maatregelenpakket 1 0,75 MIAM/PS maatregelenpakket 2,3,4 Eenmalige coalitieakkoord middelen Eenmalige coalitieakkoord middelen Relatie andere kerntaken/gebiedsopgaven: Economische kracht stedelijk netwerk Stedendriehoek Rijk, regio, gemeenten, ondernemers, onderwijs/onderzoek, Overijssel