Condenserende gasketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Condenserende gasketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen"

Transcriptie

1 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich /

2 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße D Schwendi Product: Condenserende gasketel WTC-GB 90-A, WTC-GB 120-A, WTC-GB 170-A, WTC-GB 210-A, WTC-GB 250-A, WTC-GB 300-A Het hierboven omschreven product is conform met de bepalingen van de richtlijnen: GAD 2009 / 142 / EG LVD 2006 / 95 / EG EMC 2004 / 108 / EG BED 92 / 42 / EEG KB 08/01/2004-BE (gewijzigd per KB BS 18/09/2009) Dit product wordt als volgt gekenmerkt: CE-0085 Schwendi, ppa. Dr. Lück ppa. Denkinger

3 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Informatie voor de gebruiker Symbolen Doelgroep Borgstelling en aansprakelijkheid Veiligheid Doelmatig gebruik Maatregelen bij gasreuk Maatregelen bij rookgasreuk Veiligheidsvoorschriften Normale werking Elektrische aansluiting Gastoevoer Afvoer van afvalstoffen Productbeschrijving Typebenaming Werking Componenten Elektrische onderdelen Veiligheidsinrichtingen Programmaverloop Technische gegevens Toelatingsgegevens Elektrische gegevens Omgevingscondities Toegelaten brandstoffen Emissies Vermogen Warmtegenerator Berekening van de rookgasinstallatie EnEV-productkenwaarden Afmetingen Gewicht Montage Installatie Eisen aan het verwarmingswater Toegelaten waterhardheid Hoeveelheid vulwater Zuivering vul- en navulwater Hydraulische aansluiting Condensaataansluiting Gastoevoer Luchttoevoer/rookgasafvoer / La 3-95

4 5.6 Elektrische installatie Aansluitschema Aansluiting van een bijkomende pomp via uitgang VA Aansluiting veiligheidsventiel LPG via uitgang VA Bediening Bedieningsoppervlak Bedieningseenheid Display Eindgebruiker-menu Display in het eindgebruiker-menu Instellingen in het eindgebruiker-menu Verwarmingsvakman-menu Infomenu Parametermenu Vermogen manueel bepalen Configuratie manueel starten Regelingsvarianten Sturingsvarianten Ketelkringpomp Algemene aanwijzingen Pomp met toerentalregeling Vorstbeveiliging In- en uitgangen Speciale installatieparameters Service (schoorsteenveger) Inbedrijfstelling Voorwaarden Dichtheid van de gasarmatuur controleren Gasaansluitdruk controleren Toestel regelen Gassoort veranderen Brandervermogen berekenen Buitenbedrijfstelling Onderhoud Veiligheidsrelevante componenten Onderhoudsweergave Verschildruk op de luchtdrukwachter controleren Elektroden vervangen Branderbuis in- en uitbouwen Warmtewisselaar reinigen Rookgasdrukwachter controleren Gasdrukwachter controleren Ventilator uit- en inbouwen Foutopsporing Procedure bij storing Foutgeheugen / La 4-95

5 10.3 Fout verhelpen Waarschuwingscode Foutcode Werkingsproblemen Wisselstukken Technische documenten Interne bekabeling van de ketel Voelerkenwaarde Pneumatische stuurleidingen Aansluitschema luchtdrukwachter Aansluitschema rookgasdrukwachter Omrekeningstabel O2/CO Trefwoordenlijst / La 5-95

6 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Vertaling van de originele bedieningsrichtlijnen 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze montage- en bedieningsrichtlijnen zijn een vast bestanddeel van het toestel en moeten bij de installatie bewaard worden. 1.1 Informatie voor de gebruiker Symbolen GEVAAR Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood. WAARSCHUWING OPGELET Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden. Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming. Waardebereik Doelgroep Deze montage- en bedieningsrichtlijnen richten zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moeten nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken aan het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden / La 6-95

7 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik van het toestel; niet-naleving van de montage- en bedieningsrichtlijnen; gebruik van het toestel bij defecte veiligheids- of beschermingsinrichtingen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van het toestel; eigenmachtige veranderingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn; wijzigingen aan de verbrandingsruimte door het inzetten van hulpstukken die de constructief vastgelegde vlamvorming verhinderen, ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; niet geschikte brandstoffen; gebreken in de toevoerleidingen; bij niet-diffusiedichte stookkringen zonder systeemscheiding, overmacht / La 7-95

8 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De condensatieketel is geschikt voor: Warmwaterstookkringen in gesloten systemen volgens EN 12828, Debiet van maximaal 7,8 m³/h. De verbrandingslucht moet vrij zijn van agressieve stoffen (bijv. halogenen). Bij verontreinigde verbrandingslucht in de opstellingsruimte moet meer gereinigd worden en is meer onderhoud nodig. In dit geval is ruimteluchtonafhankelijke werking aan te raden. Het toestel mag enkel in gesloten ruimtes gebruikt worden. De opstellingsruimte moet aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoen. Ondoelmatig gebruik kan: verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken, het toestel of andere voorwerpen beschadigen. 2.2 Maatregelen bij gasreuk Open vuur en vonkvorming verhinderen, bijvoorbeeld: Geen licht aan- en uitschakelen. Geen elektrische toestellen aanraken. Geen mobiele telefoons gebruiken. Ramen en deuren openen. Gaskogelkraan sluiten. Huisbewoners waarschuwen (niet op een bel drukken). Gebouw verlaten. Van buiten het gebouw de verwarmingsinstallateur of gasmaatschappij verwittigen. 2.3 Maatregelen bij rookgasreuk Toestel uitschakelen en installatie buiten bedrijf stellen. Ramen en deuren openen. Verwarmingsinstallateur verwittigen. 2.4 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden. De installatienormen NBN D , D en D , de normen voor gasvoorziening NBN D , D (4de editie 2004), D en D , de normen voor stookplaatsen NBN B (>70kW) en NBN B (<70kW) en alle andere geldende normen dienen in acht te worden genomen. Veiligheidsrelevante componenten moeten bij het bereiken van hun constructief bepaalde levensduur vervangen worden (zie hoofdstuk 9.1) Normale werking Alle kenplaten op het toestel leesbaar houden. Toestel enkel met gesloten deksel in bedrijf stellen. Voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerken op tijd uitvoeren / La 8-95

9 2 Veiligheid Elektrische aansluiting Bij alle werken aan spanningsgeleidende onderdelen: voorschriften ter voorkoming van ongevallen BGV A3 en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; gereedschap volgens EN gebruiken Gastoevoer Enkel de gasleverancier of een gehabiliteerde installateur mag gasinstallaties in gebouwen en terreinen oprichten, wijzigen en onderhouden. Het leidingssysteem moet, overeenkomstig de voorziene druk, aan een voor- en hoofdcontrole resp. een gecombineerde belastingsproef en dichtheidscontrole onderworpen worden (zie bijv. DVGW-TRGI, arbeidsblad G 600). Gasleverancier vóór de installatie over de aard en de omvang van de geplande installatie informeren. Plaatselijke voorschriften en richtlijnen bij de installatie in acht nemen (bijv. DVGW-TRGI, werkblad G 600; TRF volume 1 en volume 2). Gastoevoer volgens de gassoort en de gaskwaliteit zodanig uitvoeren dat geen vloeibare stoffen ontstaan (bijv. condensaat). Bij LPG verdampingsdruk en verdampingstemperatuur in acht nemen. Enkel gekeurd en toegelaten dichtingsmateriaal gebruiken en daarbij de gebruiksinstructies in acht nemen. Toestel opnieuw instellen wanneer naar een andere gassoort wordt overgeschakeld. Dichtheidscontrole na elk onderhoud en elke storing doorvoeren. 2.5 Afvoer van afvalstoffen Gebruikt materiaal doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven / La 9-95

10 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming WTC-GB 90-A WTC Weishaupt Thermo Condens -G Brandstof: gas B Bouwtype: vloerstaand 90 Vermogengrootte: 90 kw -A Constructiestand / La 10-95

11 3 Productbeschrijving 3.2 Werking Componenten 1 Aansluiting veiligheidsgroep 1" 2 Luchttoevoer-/rookgasaansluiting DN 160/110 3 Gasbuis Ø 22 mm 4 Luchttoevoerleiding met geluiddemper 5 Aansluiting expansievat Ø 22 mm 6 Sifon 7 Vul- en aflaatkraan 8 Condensaatkuip 9 Terugloopcollector met dopmoer 1½" 0 Modulair opgebouwde warmtewisselaar q Vertrekcollector met dopmoer 1½" / La 11-95

12 3 Productbeschrijving Elektrische onderdelen 1 Veiligheidstemperatuurvoeler (estb) 2 Ontstekingselektrode 3 Bedieningspaneel van de ketel (WCM-CUI) 4 Gascombiventiel 5 Aansluitbox (W-EAB) 6 Ketelelektronica (WCM-CPU) 7 Gasdrukwachter 8 Ionisatie-elektrode 9 Ontstekingstoestel 0 Ventilator q Vertrekvoeler w Rookgasvoeler e Terugloopvoeler r Watergebrekschakelaar t Luchtdrukwachter z Rookgasdrukwachter / La 12-95

13 3 Productbeschrijving Veiligheidsinrichtingen Veiligheidstemperatuurbegrenzer (estb) Als de temperatuur aan de estb een waarde van 95 C overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid (W12). De ketel schakelt zich weer automatisch aan wanneer de temperatuur 1 minuut lang onder de gewenste vertrekwaarde gedaald is. Als de temperatuur aan de estb een waarde van 105 C overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid. De installatie wordt vergrendeld (F11). Temperatuurverschil vertrek/terugloop Als het verschil tussen vertrek- en teruglooptemperatuur de waarde van parameter A21 overschrijdt, wordt de ketel uitgeschakeld (W15). Als de waarschuwing 30 keer na mekaar optreedt, wordt de installatie vergrendeld (F15). Bij benadering van deze waarden wordt het pompvermogen eerst tot 100% verhoogd en wordt daarna het brandervermogen stapsgewijs gereduceerd. Temperatuurverschil estb/vertrekvoeler Als het verschil tussen estb en vertrektemperatuur de waarde van parameter A22 overschrijdt, wordt de ketel uitgeschakeld (W18). Als de waarschuwing 30 keer na mekaar optreedt, wordt de installatie vergrendeld (F18). Controle van de vertrektemperatuurstijging (Gradiënt) Als de temperatuur aan de estb te snel stijgt (parameter A23), wordt de ketel uitgeschakeld (W14). De functie wordt pas bij een keteltemperatuur > 45 C actief. Rookgasvoeler Als de rookgastemperatuur de waarde van parameter 33 (fabrieksinstelling 120 C) overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld. De ventilator- en pompnaloop wordt ingeleid (W16). Luchtdrukwachter De luchtdrukwachter controleert de luchtdruk. Vooraleer de voorventilatiefase start, wordt de ruststand van het schakelcontact gecontroleerd. Tijdens de voorventilatiefase wordt de juiste werking van de ventilator gecontroleerd. Na 4 mislukte startpogingen wordt de installatie vergrendeld met (F32, F45). Rookgasdrukwachter Tijdens de werking wordt de druk in de condensaatkuip gecontroleerd. Daarmee wordt vermeden dat de sifon bij te hoge tegendruk leeggedrukt wordt. Bij het aanspreken van de drukwachter (>5,5 mbar) wordt eerstde installatie vergrendeld (F46). Als de drukwachter ook tijdens de stilstandscontrole van de ventilator aanspreekt, volgt eveneens een vergrendeling (F38). Watergebrekschakelaar Als de installatiedruk lager ligt dan 1 bar, schakelt de ketel zich uit (F36). Als de druk weer tot 1,2 bar stijgt, treedt de ketel weer automatisch in werking. Gasdrukwachter Vóór en tijdens de werking wordt de gasaansluitdruk gecontroleerd. Bij het onderschrijden van de ingestelde gasdruk schakelt de ketel zich uit (W47) / La 13-95

14 3 Productbeschrijving Programmaverloop 1. Voorventilatie Bij warmtevraag 1 start de ventilator en loopt hij naar het voorventilatietoerental Ontsteking De ventilator daalt naar het ontstekingstoerental 3, de ontsteking 4 wordt aangeschakeld en de gasventielen 5 worden geopend. De ontstekingsvonk ontsteekt de brandstof. Er wordt een vlam gevormd. 3. Veiligheidstijd Na afloop van de veiligheidstijd (3,5 seconden) 6 schakelt de ontsteking af. 4. Vlamstabilisatie Als er een vlamsignaal 7 is, dan volgt de vlamstabilisatietijd Vertraagde verwarmingsmodus In de werkingsstand verwarming volgt eerst de vertraagde verwarmingsmodus 9. Voor de duur van de vertragingstijd wordt het verwarmingsvermogen beperkt ( bij warmwaterlading valt de vertraagde verwarmingsmodus weg). 6. Modulerende werking De interne temperatuurregelaar van het toestel neemt het voor de ventilator gedefinieerde toerental 0 binnen de geprogrammeerde vermogengrenzen over. 7. Naventilatie Na elke regelafschakeling, na een fout en na de terugkeer van de spanning werkt de ventilator volgens het naventilatietoerental q / La 14-95

15 3 Productbeschrijving 3.3 Technische gegevens Toelatingsgegevens Gastoestel-categorie (DE, AT, CH, BE) Soort installatie II2ELL3P, II2H3P, I2E(R)B, I2ELL, I2H CE-PIN CE-0063 BS 3948 SVGW B23, B23P (1, B33, C13(x), C33(x), C43(x), C53(x), C83(x), C93(x) (1 enkel in verbinding met rookgassysteem van drukklasse P1 of H1 volgens EN Fundamentele normen EN :2006 EN :2006 EN :1995 EN :2000, EN :1997 EN 656: EN 15417: Elektrische gegevens Netspanning/netfrequentie 230 V/50 Hz Vermogenopname werking 149 W Vermogenopname standby 7 W Toestelzekering intern (WCM-CPU) 6,3 AT Voorzekering extern 16 A Beschermingsgraad IP 20 Afstand ontstekingselektroden 4,0 mm Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking C Temperatuur bij transport/opslag C Relatieve vochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Toegelaten brandstoffen Aardgas, LPG propaan Emissies De condensatieketel is volgens EN 297 conform met emissieklasse 5. Norm-emissiefactor volgens DIN 4702 T8 (40/30 C) Stikstofoxide NOx Koolstofmonoxide CO 57 mg/kwh 18 mg/kwh O2-gehalte bij vermogen-min en vermogen-max Vermogen min max Aardgas 4,6 % 4,3 % LPG 5,3 % 4,8 % / La 15-95

16 3 Productbeschrijving Vermogen Warmtevermogen QC Ketelvermogen bij 80/60 C Ketelvermogen bij 50/30 C Ventilatortoerental aardgas Ventilatortoerental LPG Hoeveelheid condensaat bij 50/30 C Normrendement bij 40/30 C 17,0 86,5 kw 16,5 84,3 kw 18,2 90,0 kw /min /min 2,2 6,4 l/h 110,1 % Hi (99,2 % Hs) Warmtegenerator Waterinhoud 7,5 liter Keteltemperatuur max 85 C Werkingsdruk max 6 bar Debietgrens max 7,8 m 3 /h Drukverlies Om de hydraulische dimensionering van de verwarmingsinstallatie te bepalen, drukverlies van de condensatieketel en de maximale debietgrens in acht nemen. Drukverlies uit diagram aflezen Debiet in m³/h 2 Drukverlies in mbar Berekening van de rookgasinstallatie Resterende opvoerdruk aan het rookgasmeetpunt Pa Rookgasdebiet 7,6 38,2 g/s Rookgastemperatuur bij 80/60 C C Rookgastemperatuur bij 50/30 C C Rookgasmeetpunt DN 160/ / La 16-95

17 3 Productbeschrijving EnEV-productkenwaarden Ketelrendement bij 100 % vermogen en gemiddelde keteltemperatuur 70 C Ketelrendement bij 30 % vermogen en teruglooptemperatuur 30 C Stilstandsverlies bij 50 K boven ruimtetemperatuur 97,5 % Hi (87,8 % Hs) 107,7 % Hi (97,0 % Hs) 0,33 % / 271 W / La 17-95

18 3 Productbeschrijving Afmetingen 680 mm 730 mm mm 140 mm 1178 mm 50 mm 1000 mm 933 mm 182 mm 117 mm 422 mm 322 mm 129 mm 195 mm 340 mm 1 Vertrek 1½" (dopmoer) 2 Gasbuis Ø 22 mm 3 Condensaataansluiting DN 25 4 Aansluiting expansievat Ø 22 mm 5 Terugloop 1½" (dopmoer) 6 Aansluiting veiligheidsgroep G1" 7 Luchttoevoer-/rookgasaansluiting DN 160/ / La 18-95

19 3 Productbeschrijving Gewicht Leeggewicht: ca. 117 kg / La 19-95

20 4 Montage 4 Montage Enkel geldig voor Zwitserland Bij de montage en de werking moeten in Zwitserland de voorschriften van de SVGW en de VKF, de plaatselijke en kantonnale reglementering alsook de EKAS-richtlijn (LPG-richtlijn deel 2) in acht genomen worden. Voorkant verwijderen Klep 1 aan het bedieningspaneel van de ketel openen. Schroef 2 losdraaien en voorkant afnemen. Transport Voor het transport kunnen op 4 plaatsen ¾"-buizen ingeschroefd worden. ¾"-buizen aan de transportpunten 1 inschroeven / La 20-95

21 4 Montage Opstellingsruimte De opstellingsruimte moet aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoen. Er moet bij ruimteluchtafhankelijke werking een opening naar buiten zijn met een minimum diameter (zie DVGW-TRGI, werkblad G 600). De diameter mag over maximum twee opening verdeeld zijn. Minimum diameter bij ruimteluchtonafhankelijke werking: 230 cm 2. Afmetingen Bij de opstelling van de installatie op de afmetingen letten (zie hfst ). Minimum afstanden Voor montage- en onderhoudswerken aan elke kant van de ketel een afstand van minstens 50 cm van de muur respecteren. Ketel stabiel plaatsen Ketel met de 4 voetschroeven 1 horizontaal stabiliseren / La 21-95

22 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Eisen aan het verwarmingswater Het verwarmings- en vulwater moet aan de VDI-richtlijn 2035 of aan vergelijkbare lokale voorschriften voldoen. Onbehandeld vul- en navulwater moet dezelfde kwaliteit hebben als drinkwater (kleurloos, helder, zonder afzetting). Het vul- en navulwater moet vooraf gefilterd zijn (maaswijdte max 25 µm). De ph-waarde moet bij 8,5 ± 0,5 liggen. Er mag geen zuurstof in het verwarmingswater ingebracht worden (max 0,05 mg/l). Bij niet diffusiedichte installatiecomponenten moet het toestel door een systeemscheiding van de stookkring losgekoppeld worden Toegelaten waterhardheid De toegelaten waterhardheid wordt in verhouding tot de hoeveelheid vul- en navulwater bepaald. Uit diagram afleiden of er maatregelen voor de waterzuivering getroffen moeten worden. Als het vulwater zich in het bereik boven de grenscurve bevindt: Vul- en navulwater zuiveren. Als het vulwater zich in het bereik onder de grenscurve bevindt, moet het water niet gezuiverd worden. Hoeveelheid vul- en navulwater documenteren Hoeveelheid navulwater in liters 2 Totale hardheid in dh / La 22-95

23 5 Installatie Hoeveelheid vulwater Als geen informatie over de hoeveelheid vulwater beschikbaar is, kan deze met onderstaande tabel ongeveer geschat worden. Bij buffervatinstallaties moet rekening gehouden worden met de inhoud van het buffervat. Verwarmingssysteem Approximatieve hoeveelheid vulwater (1 55/45 C 70/55 C Buizen- en staalradiatoren 37 l/kw 23 l/kw Gietijzeren radiatoren 28 l/kw 18 l/kw Paneelradiatoren 15 l/kw 10 l/kw Verluchting 12 l/kw 8 l/kw Convectoren 10 l/kw 6 l/kw Vloerverwarming 25 l/kw 25 l/kw (1 Met betrekking tot de warmtebehoefte van het gebouw Zuivering vul- en navulwater Ontzilting (wordt door Weishaupt aanbevolen) Vul- en navulwater volledig ontzilten. (aanbeveling: mengbedmethode) Bij volledig ontzilt verwarmingswater mag de hoeveelheid navulwater voor tot 10 % van de inhoud van de installatie onbehandeld zijn. Hogere hoeveelheden navulwater moeten eveneens ontzilt worden. ph-waarde (8,5 ± 0,5) van het ontzilte water controleren: Na de inbedrijfstelling. Na ca. 4 weken werking. Bij het jaarlijkse onderhoud van het toestel. ph-waarde van het verwarmingswater evt. door toevoeging van trinatriumfosfaat aanpassen. Ontharding (kationenwisselaar) OPGELET Schade aan het toestel door verhoogde ph-waarde Corrosievorming kan de installatie beschadigen. Na de ontharding door kationenwisselaar moet de ph-waarde wegens de alkalische reactie van het water extra gestabiliseerd worden. Vul- en navulwater ontharden. ph-waarde stabiliseren. ph-waarde (8,5 ± 0,5) bij het jaarlijkse onderhoud van het toestel controleren. Hardheidstabilisatie OPGELET Schade aan het toestel door ongeschikte inhibitoren Corrosievorming en afzetting kunnen de installatie beschadigen. Enkel inhibitoren gebruiken als de fabrikant ervan het volgende garandeert: De eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater worden vervuld. De warmtewisselaar van het toestel wordt niet corrosief aangetast. Er is geen slibvorming in de verwarmingsinstallatie. Vul- en navulwater met inhibitoren zuiveren. ph-waarde (8,5 ± 0,5) volgens de voorschriften van de fabrikant van de inhibitoren controleren / La 23-95

24 5 Installatie 5.2 Hydraulische aansluiting Verwarmingsinstallatie met minstens tweemaal de volledige inhoud van de installatie spoelen. Vreemde bestanddelen worden verwijderd. Vertrek en terugloop aansluiten (advies: afsluitventielen gebruiken). Veiligheisgroep aanbouwen. Expansievat aanbouwen. Evt. slijkfilter in terugloopleiding inbouwen. 1 Aansluiting veiligheidsgroep G1" 2 Vertrek 1½" (dopmoer) 3 Terugloop 1½" (dopmoer) 4 Aansluiting expansievat Ø 22 mm 5 de vul- en aflaatkraan Watervulling OPGELET Schade aan de condensatieketel door ongeschikt vulwater Corrosievorming en afzetting kunnen de installatie beschadigen. Eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater en de plaatselijk geldende voorschriften respecteren (zie hfst. 5.1). Afsluitventielen openen. Verwarmingsinstallatie via vulkraan langzaam vullen (installatiedruk min. 1,3 bar). Installatie ontluchten. Dichtheid en vuldruk van de installatie controleren / La 24-95

25 5 Installatie 5.3 Condensaataansluiting GEVAAR Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood. Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere stilstandstijden of werking met hoge teruglooptemperaturen (> 55 C). Het condensaat dat bij condenserende werking ontstaat, wordt via een geïntegreerde sifon naar het afwateringssysteem van de woning geleid. Werkblad ATV-DVWK-A 251 en plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen en evt. een neutralisatie-installatie inbouwen. Als de inleidingsplaats van het afwateringssysteem boven de condensaatuitgang is: Condensaatopvoerpomp inbouwen. Sifon vullen Condensaatslang aan de sifon naar de condensaatafvoerleiding verplaatsen. Sifon via het rookgasaansluitstuk van de ketel met water vullen tot er water uit de condensaatslang uitvloeit. Als er een externe sifon 1 na de ketel aanwezig is (bijv. door condensaatslang): Kap van de ontluchtingsopening afsnijden. Als er geen externe sifon aanwezig is, mag de kap van de ontluchtingsopening niet afgesneden worden / La 25-95

26 5 Installatie 5.4 Gastoevoer De gaszijdige aansluiting mag enkel door een erkende gasinstallateur uitgevoerd worden. Daarbij moeten de landsgebonden richtlijnen alsook de plaatselijke voorschriften van de gasverdeelmaatschappij nageleefd worden. De gaseigenschappen moeten met de gegevens op het typeplaatje van de ketel van de ketel overeenstemmen. De condensatieketel is in de leveringsconfiguratie op aardgas E (G20) ingesteld. Omschakeling van aardgas naar LPG (zie hfst. 7.3). Gasaansluitdruk De gasaansluitdruk moet binnen volgende bereiken liggen: Aardgas E/H Aardgas LL LPG P (Pn 37) LPG P (Pn 50) 17, ,0 mbar 20, ,0 mbar 25, ,0 mbar 42, ,5 mbar De inbedrijfstelling is buiten de drukbereiken volgens EN437 niet toegelaten. Gastoevoer installeren GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel doen ontploffen. Gastoevoer zorgvuldig installeren en alle veiligheidsvoorschriften naleven. Vóór het begin van de werken de bijhorende afsluitinrichtingen sluiten en tegen onverhoeds openen beveiligen. Gastoevoerleiding spanningsvrij monteren. Als een thermische afsluitinrichting (TAE) nodig is: Thermische afsluitinrichting vóór de gaskogelkraan resp. gaskogelkraan met TAE installeren. Gaskogelkraan (optioneel) installeren. Gastoevoer aan de gasaansluiting aansluiten. Gastoevoer op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasverdeelmaatschappij (GVM) of een door de gasverdeelmaatschappij erkend installatiebedrijf mag de gasleiding op dichtheid controleren en ontluchten / La 26-95

27 5 Installatie 5.5 Luchttoevoer/rookgasafvoer Luchttoevoer De verbrandingslucht kan toegevoerd worden: uit de opstellingsruimte (ruimteluchtafhankelijke werking); door concentrische buissystemen (ruimteluchtonafhankelijke werking); door aparte luchttoevoer in de ruimte (buitenluchtaanzuiging). Rookgasafvoer Bij de rookgasafvoer moeten de plaatselijk geldende voorschriften alsook de bouwrichtlijnen in acht genomen worden. Er mag enkel een toegelaten rookgassysteem gebruikt worden. Als de condensatieketel aan de schoorsteen van een huis aangesloten wordt, moet deze bestand zijn tegen vochtigheid. Rookgassysteem aan de rookgasaansluiting installeren. 1 Meetpunt in ringvormige luchttoevoeropening 2 Rookgasmeetpunt Het rookgassysteem moet dicht zijn. Dichtheidscontrole van het rookgassysteem doorvoeren / La 27-95

28 5 Installatie 5.6 Elektrische installatie GEVAAR Elektrische schokken bij werken onder spanning Ernstige verwondingen of de dood zijn de mogelijke gevolgen. Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. De elektrische installatie mag enkel door een bevoegde elektricien uitgevoerd worden, onder naleving van de plaatselijk geldende voorschriften. Bus- en buitenvoelerleiding apart en bij voorkeur met afgeschermde leidingen (getwijnd) aansluiten. Voor de aparte kabelinvoer van230 V-leidingen tegenover Bus- en voelerleidingen (SELV) zijn aparte kabelgoten voorzien. Leidingen van de achterkant van het toestel door de kabelgoten naar de aansluitbox leiden. In- en uitgangen volgens het gebruik toewijzen (zie hfst. 6.10). Afscherming van de bus- en buitenvoelerleidingen op de voorziene schermaansluitklemmen plaatsen. Leidingen volgens het aansluitschema aansluiten, daarbij op de juiste fasepositie van de stroomvoorziening letten / La 28-95

29 5 Installatie Aansluitschema Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen (zie hfst. 5.6). De maximale totale stroom van alle externe verbruikers mag 4,5 A niet overschrijden. WCM - CPU AC F1 230V 6,3 AT DC D D ebus Modul D µc - Unit A D A S1 230V L N H1 L E H2 MFA 1 MFA 2 VA1 L E L N L N 1 2 ebus B M B1 B3 1 M 1 M 1 M N1 1 M 16A L N PE 230 V/50 Hz H1 H2 MFA 1 MFA 2 L N WCM-EM WCM-FS B11 B1 B3 n U(I) V ma Stekker Kleur Aansluiting Verklaring 230V Zwart Spanningstoevoer 230 V AC / 50 Hz H1 Turkoois Ingang 230 V AC / 2 ma H2 Wijnrood Ingang 230 V AC / 2 ma MFA 1 Paars Relais-uitgang 230 V AC max 3 A (AC1) MFA 2 Paars Relais-uitgang 230 V AC max 3 A (AC1) VA1 Bruin Spanningsvrije relais-uitgang 230 V AC/max 3 A (AC1) ebus Lichtblauw WCM-componenten (FS, EM, KA, COM) B11 Wit Evenwichtsflesvoeler Weichenfühler NTC 5 kω 0 99 C B1 Groen Buitenvoeler NTC 600 Ω C B3 Geel Warmwatervoeler NTC 12 kω 0 99 C Donkerblauw Stuursignaal voor pomp met toerentalregeling PWM N1 Oranje Afstandssturing temperatuur 2 10 V; 4 20 ma / La 29-95

30 5 Installatie Aansluiting van een bijkomende pomp via uitgang VA1 Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen (zie hfst. 5.6). Pomp overeenkomstig het aansluitschema aansluiten. 230V L N H1 L E H2 MFA 1 MFA 2 VA1 ebus B11 L E L N L N M 16A L N PE 230 V/50 Hz Aansluiting veiligheidsventiel LPG via uitgang VA1 Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen (zie hfst. 5.6). Ventiel volgens aansluitschema aansluiten. 230V L N H1 L E H2 MFA 1 MFA 2 VA1 ebus B11 L E L N L N M 16A L N PE 230 V/50 Hz / La 30-95

31 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningsoppervlak Bedieningseenheid Klep openen. Er staan 4 bedieningselementen ter beschikking. reset 1 Enter-toets Keuze bevestigen, invoering bevestigen 2 Draaiknop Navigeren door de menu's en parameters, waarden veranderen 3 Toets [reset] Fouten ontgrendelen. Als er geen fout is, wordt de installatie bij het indrukken van deze knop opnieuw gestart. 4 Schakelaar S1 Installatie aan/uit / La 31-95

32 6 Bediening Display Het display geeft actuele werkingstoestanden en werkingsgegevens weer. Naargelang de uitrusting van de installatie worden symbolen al dan niet afgebeeld. Bij aansluiting vaan een afstandsbedieningseenheid (bijv. WCM-FS of WCM-EM) worden de symbolen 9 q niet afgebeeld. 1 Brander in werking 2 Verwarming actief 3 Warmwaterlading actief 4 Fout 5 Onderhoudsmelding 6 Verterktemperatuur (standaardweergave); parameters en waarden 7 Vorstbeveiliging actief 8 Standby 9 Zomermodus resp. geen verwarming 0 Verwarmen volgens gewenste verlaagde waarde q Verwarmen volgens gewenste normale waarde Weergave bij voeleronderbreking of voelerkortsluiting Weergave verhindering branderwerking (zie hfst. 6.7) / La 32-95

33 6 Bediening 6.2 Eindgebruiker-menu Naargelang de uitrusting van de installatie worden symbolen al dan niet afgebeeld. Bij aansluiting van een afstandsbediening (bijv. WCM-FS of WCM-EM) worden de symbolen 1 4 niet afgebeeld. Als de communicatie tussen ketelelektronica en afstandsbedieningseenheid uitvalt, worden de symbolen voor de noodwerking weer afgebeeld Display in het eindgebruiker-menu In het eindgebruiker-menu kunnen verschillende informatiepunten geraadpleegd worden. Draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Draaiknop draaien. Keuzebalk wisselt af tussen de symbolen. 1 Vertrektemperatuur (--- = Standby) 2 Vertrektemperatuur (--- = Standby) 3 Werkingsstand: S = zomermodus, W = wintermodus 4 Warmwatertemperatuur / La 33-95

34 6 Bediening Instellingen in het eindgebruiker-menu In het eindgebruiker-menu kunnen verschillende waarden gewijzigd worden. Draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Draaiknop draaien. Keuzebalk wisselt af tussen de symbolen. Op de enter-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven. Met draaiknop de waarde veranderen. Waarde met enter-toets opslaan. Instelling Bereik Fabrieksinstelling 1 Normale gewenste vertrektemperatuur Verlaagde gewenste vertrektemperatuur Maximale vertrektemperatuur (P 31) --- = Standby 60 C 2 Verlaagde gewenste vertrektemperatuur 3 Werkingsstand S = zomer W = winter Minimale vertrektemperatuur (P 30) Normale gewenste vertrektemperatuur 4 Gewenste waarde warm water 30 C 65 C --- = Warmwatermodus uit 5 Vermogen manueel regelen Minimaal vermogen Maximaal vermogen service-functie 6 Verwarmingsvakman-menu 30 C W 50 C / La 34-95

35 6 Bediening 6.3 Verwarmingsvakman-menu Verwarmingsvakman-menu activeren Draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Draaiknop draaien en keuzebalk onder het steeksleutelsymbool plaatsen. Op de enter-toets drukken. Draaiknop draaien en code 11 instellen. Met enter-toets code bevestigen. Symboollijst van het vakman-menu verschijnt. 1 Infomenu 2 Parametermenu 3 Foutgeheugen Draaiknop draaien en keuzebalk onder het gewenste menu plaatsen. Op de enter-toets drukken. Menu wordt geactiveerd. Verwarmingsvakman-menu verlaten. Draaiknop draaien, tot ESC verschijnt. Op de enter-toets drukken / La 35-95

36 6 Bediening Infomenu Installatiewaarden (i) weergeven Infomenu activeren (zie hfst. 6.3). Draaiknop draaien. Installatiewaarden kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie worden bepaalde waarden niet afgebeeld. Info Systeem Eenheid i 10 Werkingsfase 0 = brander uit 1 = ruststandscontrole ventilator 2 = voorventilatietoerental bereiken 3 = voorventilatie 4 = ontstekingstoerental bereiken 5 = ontsteking Vlamvormingstijd (10 1,0 seconden) 6 = brander in werking 7 = gasventielcontrole 8 = naventilatietoerental bereiken en naventilatie i 11 Vermogen % i 12 (1 gemiddelde buitentemperatuur C i 13 Individuele ketel = gewenste vertrekwaarde Cascadewerking = gewenste vermogenwaarde Afstandsbesturing DDC = gewenste temperatuurwaarde Afstandsbesturing WCM-FS, WCM-EM, via N1 = hoogste warmtevraag C % C C i 15 Gewenste temperatuurwaarde via N1 C (1 Kan teruggezet worden Info Actoren Eenheid i 20 Werkingsstand H = verwarming W = warm water i 22 Pompvermogen % i 23 Ventilatortoerental 1/min x 10 Info Sensoren Eenheid i 30 estb-temperatuur C i 31 Rookgastemperatuur C i 32 Ionisatiesignaal Gewenste waarde minimaal vermogen: 9 16 µa Gewenste waarde maximaal vermogen: µa Grenswaarde: 4 µa µa i 33 Buitentemperatuur C i 34 Warmwatertemperatuur C i 35 Vertrektemperatuur C / La 36-95

37 6 Bediening Info Sensoren Eenheid i 37 Teruglooptemperatuur C i 39 Temperatuur evenwichtsflesvoeler C Info Systeeminfo Eenheid i 42 Branderstart x 1000 i 43 Werkingsuren brander h x 100 i 44 Softwareversie WCM-CPU i 45 Softwareversie WCM-CUI i 46 (1 Tijd sinds het laatste onderhoud h x 10 i ESC Menu verlaten (1 Kan teruggezet worden Installatiewaarde terugzetten Enter-toets 2 seconden ingedrukt houden. Waarden worden teruggezet / La 37-95

38 6 Bediening Parametermenu Parameters (P) weergeven Parametermenu activeren (zie hfst. 6.3). Draaiknop draaien. Parameters kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Waarden wijzigen Op de enter-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven. Met draaiknop de waarde veranderen. Waarde met enter-toets opslaan. Parameter Basisconfiguratie Waardebereik Fabrieksinstelling P 10 Toestelconfiguratie (zie hfst. 7.2) P 11 Gassoort E = aardgas E EA = aardgas met rookgasklep (zet P 13 = 9, P 16, 17 = 4) F = LPG P 12 Keteladres 1 = individueel toestel 1 A = 1ste toestel bij cascade, DDC-systeem (zet P 71 = 1) b E = volgende toestellen bij cascade, DDC-systeem (zet P 71 = 0) P 13 Functie variabele uitgang MFA 1 0 = werkingsmelding (veiligheidsventiel LPG) 1 = storingsmelding 2 = toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3 = stookkringpomp (verwarming) 4 = warmwater-laadpomp (WW-werking) 6 = warmwater-circulatiepomp via WCM-FS 7 = stookkringpomp via WCM-FS #1, #1+2 8 = duurspanning 9 = aansturing rookgasklep (verschijnt bij P 11 = EA) 2 P 14 P 15 Functie variabele uitgang MFA 2 Functie variabele uitgang VA1 0 = werkingsmelding 1 = storingsmelding 2 = toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3 = stookkringpomp (verwarming) 4 = warmwater-laadpomp (WW-werking) 6 = WW-circulatiepomp via WCM-FS #1, #1+2, #2 7 = stookkringpomp via WCM-FS #1, #1+2 8 = duurspanning 0 = werkingsmelding 1 = storingsmelding 2 = toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3 = stookkringpomp (verwarming) 4 = warmwater-laadpomp 6 = WW-circulatiepomp via WCM-FS #1, #1+2, #2 7 = stookkringpomp via WCM-FS #1, # / La 38-95

39 6 Bediening Parameter Basisconfiguratie Waardebereik Fabrieksinstelling P 16 Functie ingang H1 0 = stookkring-vrijgave 1 1 = stookkring verlaging/normaal 3 = Standby met vorstbeveiliging 4 = terugmelding rookgasklep (verschijnt bij P 11 = EA) P 17 Functie ingang H2 0 = warmwater-vrijgave 0 2 = verwarmings met speciaal niveau 3 = branderverhinderingsfunctie 4 = terugmelding rookgasklep (verschijnt bij P 11 = EA) P 18 Speciaal niveau verwarming (enkel als P 17 = 2) 8 C P Parameter Weersafhankelijke regelininstelling Waardebereik Fabrieks- P 20 Buitenvoeler-correctie -4 4 K 0 P 23 Installatievorstbeveiliging (zie hfst. 6.9) C 5 Parameter Warmtegenerator Waardebereik Fabrieksinstelling P 30 Minimale vertrektemperatuur 8 C (P 31 - P 32) 8 P 31 Maximale vertrektemperatuur (P 30 + P 32) (85 C - P 32) 79 P 32 Schakeldifferentieel vertrektemperatuur +1 7 K 4 P 33 Uitschakeltemperatuur C 120 rookgasweg P 34 Wachttijd tussen in- en 1 15 min 5 uitschakeling brander --- = deactivatie P 35 Ontstekingstoerental % 60 P 36 Minimaal vermogen 24 % P P 37 Maximaal vermogen verwarming P % 100 P 38 Maximaal vermogen warm water P % 100 Parameter Circulatiepomp Waardebereik Fabrieksinstelling P 40 Pompwerkingsstand verwarming 0 = pompnalooptijd 1 = continue werking van de pomp 0 P 41 P 42 Pompnalooptijd verwarming ( enkel als P 40 = 0) Pompnalooptijd warm water deactivatie 1 60 min min / La 39-95

40 6 Bediening Parameter Circulatiepomp Waardebereik Fabrieksinstelling P 43 Functie pomp met toerentalregeling (zie hfst ) --- = geen pomp met toerentalregeling 1 = vermogen pomp met toerentalregeling ~ vermogen WTC 2 = vermogen pomp met toerentalregeling ~ afhankelijkheid tussen vertrek- en teruglooptemperatuur (verschiltemperatuurregeling) of 2 = vermogen pomp met toerentalregeling ~ afhankelijkheid tussen vertrek- en evenwichtsflestemperatuur (volumestroomregeling) --- P 44 P 45 P 46 P 47 P 48 P 49 Minimaal vermogen pomp met toerentalregeling verwarmingsmodus Maximaal vermogen pomp met toerentalregeling verwarmingsmodus Vermogen toerentalregeling pomp warmwatermodus (enkel toevoerpomp) Optimalisatie regeling evenwichtsfles vertrek- / evenwichtsflestemperatuur (enkel als P 43 = 2) Optimalisatie temperatuurverschilregeling vertrek- / teruglooptemperatuur (enkel als P 43 = 2) Traagheid temperatuurverschilregeling 20 % P P % % K K s 4 Parameter Warm water Waardebereik Fabrieksinstelling P 50 Temperatuurverhoging K 10 vertrek warmwaterlading P 51 Schakeldifferentieel warm water K -5 Parameter Systeem + onderhoud Waardebereik Fabrieksinstelling P 70 Onderhoudsinterval h x = deactivatie 400 P 71 ebus-voeding (enkel als P 12 = A E) 0 = niet actief 1 = actief ESC Menu verlaten / La 40-95

41 6 Bediening 6.4 Vermogen manueel bepalen Draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op de enter-toets drukken. Het toestel loopt naar maximaal vermogen. 1 Vertrektemperatuur 2 Vermogen in % Op de enter-toets drukken. Gewenst vermogen met draaiknop instellen. Het bereikte vermogen blijft voor 15 minuten actief. De brander reduceert automatisch het vermogen wanneer de vertrektemperatuur de maximale vertrektemperatuur (parameter 31) nadert. Manuele vermogensinstelling verlaten Op de enter-toets drukken. Manuele vermogensinstelling wordt verlaten. Het laatst ingestelde vermogen blijft 2 minuten actief. Binnen die 2 minuten kan de fase van 2 minuten door aan de draaiknop in het verwarmingsvakman-menu te draaien opnieuw gestart worden. Dit biedt de mogelijkheid om in het infomenu installatiewaarden bij overeenkomstig vermogen op te vragen. Installatiewaarden opvragen Infomenu activeren (zie hfst. 6.3). Installatiewaarden bij laatst ingesteld vermogen kunnen weergegeven worden / La 41-95

42 6 Bediening Voorbeeld 6.5 Configuratie manueel starten Met de manuele configuratie worden de instellingen aan de uitvoering van het toestel aangepast. Alle voelers en actoren worden daarbij opnieuw bepaald (zie hfst. 7.2). Parametermenu activeren (zie hfst. 6.3). Parameter 10 kiezen. Actuele configuratie verschijnt. Op de enter-toets drukken. Draaiknop draaien, tot --- verschijnt. Op de enter-toets drukken. Nieuwe configuratie wordt gezocht en weergegeven. Op de enter-toets drukken. Configuratie wordt opgeslagen. Buitenvoeler werd verwijderd / La 42-95

43 6 Bediening 6.6 Regelingsvarianten Constante vertrektemperatuurregeling Voor deze regeling zijn geen bijkomende voelers of thermostaten noodzakelijk. De vertrektemperatuur wordt op de ingestelde waarde in het eindgebruiker-menu geregeld (zie hfst ). Weersafhankelijke regeling Voor een weersafhankelijke regeling is een afstandsbedieningseenheid (WCM-FS) en een buitenvoeler (QAC 31) nodig. Buitenvoeler in het Noorden resp. Noord-Westen op middelbare hoogte van de gevel (min 2,5 m) monteren. Directe zonnestraling en verwarming door externe warmtebronnen vermijden. Evt. temperatuur-correctie van de buitenvoeler via parameter 20 doorvoeren. Warmwatermodus De warmwatermodus heeft voorrang tegenover de verwarmingsmodus. De warmwaterlading gebeurt wanneer de temperatuur in de waterverwarmer onder de gewenste waarde voor warm water min het schakelverschil (parameter 51) daalt / La 43-95

44 6 Bediening 6.7 Sturingsvarianten Verwarming met speciaal niveau Deze functie kan ook in zomermodus gebruikt worden. Parameter 17 op 2 instellen. Bij gesloten contact H2 verwarmt de ketel tot het in parameter 18 ingestelde temperatuurniveau. Er wordt rekening gehouden met hogere gewenste waarden van andere stookkringen. De warmwaterlading heeft in het algemeen voorrang. Bij open contact wordt de keteltemperatuur volgens de beschikbare regelingsvariante vastgelegd. Als de verwarming met speciaal niveau actief is, wordt Sn en de actuele vertrektemperatuur op het display weergegeven. Dynamische verhindering branderwerking De dynamische verhindering van de branderwerking verhindert een te frequente inschakeling van de brander. Deze werkt in functie van bepaalde keteltemperaturen en kan niet gedeactiveerd worden. Zij is onafhankelijk van parameter / La 44-95

45 6 Bediening Afstandssturing temperatuur 2 10 V Analoog gewenste-waarde-signaal 2 10 V aan de ingang N1 aansluiten (zie hfst ). Signaal wordt als gewenste vertrekwaarde geïnterpreteerd. 3 V Minimale verterktemperatuur (P 30) 10 V Maximale verterktemperatuur (P 31) 2 3 V Brander uit <2 V Fout signaal (na ca. 15 minuten W89) Als aan de ingang N1 een stuursignaal aangesloten wordt, kunnen maximaal zes uitbreidingsmodules (WCM-EM) geïnstalleerd worden. Afstandssturing temperatuur 4 20 ma Er bestaat de mogelijkheid om de ingang N1 als stroomingang 4 20 ma te gebruiken. Daartoe moet een omschakeling gebeuren via een jumper op de platine. GEVAAR Elektrische schokken bij werken onder spanning Ernstige verwondingen of de dood zijn de mogelijke gevolgen. Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. Spanningstoevoer naar de installatie uitschakelen. Behuizingsdeksel van de aansluitbox afnemen. Rode jumper 1 op de printplaat omschakelen. X V ma / La 45-95

46 6 Bediening 6.8 Ketelkringpomp Algemene aanwijzingen Het toestel kan een externe ketelkringpomp via de uitgangen MFA 1, MFA 2 resp. VA1 aansturen. De pomp wordt aangestuurd zolang er een warmtevraag is. Al er geen warmtevraag meer nodig is, loopt de pomp gedurende de in parameter 41 ingestelde nalooptijd (NLZ) verder. Indien nodig kan met parameter 40 een continue werking van de pomp ingesteld worden. Pompsturingslogica Werkingsstand Standby/zomer Regelingsvariante met buitenvoeler zonder buitenvoeler Instelling P 40 P 40 = 1 P 40 = 0 P 40 = 1 P 40 = 0 Werking van de pomp NLZ, uit NLZ, uit Continu NLZ, uit Werkingsstand Winter Regelingsvariante met buitenvoeler zonder buitenvoeler Instelling P 40 P 40 = 1 P 40 = 0 P 40 = 1 P 40 = 0 Werking van de pomp Continu NLZ, uit (1 Continu Continu (1 De aangegeven functies voor de pompsturing gelden voor de verlaagde werking. In normale werking loopt de pomp onafhankelijk van P 40 in continue werking Pomp met toerentalregeling Als een pomp met toerentalregeling aangesloten is, gebeurt de regeling via een PWM-stuursignaal. Zonder stuursignaal regelt de PWM-pomp op 100 %. Stuursignaal aan stekker aansluiten (zie hfst ). Standaardregeling Hier wordt het pompvermogen aangepast aan het actuele brandervermogen. Bij uitgeschakelde brander werkt de pomp met minimaal vermogen. Parameter 43 op 1 instellen. Modulatiegrenzen voor de pomp via parameter 44 en 45 instellen. Temperatuurverschilregeling Bij deze regelingsvariante regelt de pomp in functie van het door parameter 48 ingestelde temperatuurverschil tussen vertrek- en terugloopvoeler. Parameter 43 op 2 instellen. Evenwichtsflesregeling Bij deze regelingsvariante regelt de pomp in functie van het temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler en vertrekvoeler. De regeling van het temperatuurverschil vermijdt de verhoging van de teruglooptemperatuur wegens ongecompenseerde volumestromen in de primaire en secundaire kring. De functie kan via parameter 47 aan de omstandigheden van de installatie aangepast worden, bijv. compensatie van warmteverliezen van de leidingen naar de evenwichtsfles. Daar de regeling op de evenwichtsflesvoeler werkt, is een warmwaterlading vóór de hydraulische evenwichtsfles niet mogelijk. Parameter 43 op 2 instellen. Evenwichtsflesvoeler aan ingang B11 aansluiten / La 46-95

47 6 Bediening 6.9 Vorstbeveiliging Ketelvorstbeveiliging Vertrektemperatuur < 8 C: Brander werkt met minimaal vermogen. Uitgangen MFA en VA zijn actief als ze als stookkring- of toevoerpomp geparametreerd zijn. Vertrektemperatuur > 20 C: Brander schakelt zich uit. Pompnaloop is actief (parameter 41). Installatievorstbeveiliging (met buitenvoeler) Buitentemperatuur < installatievorstbeveiligingstemperatuur (parameter 23) min 5 Kelvin: Uitgangen MFA en VA zijn actief als ze als stookkring- of toevoerpomp geparametreerd zijn. Verbruikerspompen aan ebus zijn actief. Thermische veiligheid via ketelvorstbeveiliging. Buitentemperatuur > installatievorstbeveiligingstemperatuur (parameter 23) Continue werking van de pomp wordt gedeactiveerd. Warmwatervorstbeveiliging (uitvoering W) Warmwatertemperatuur < 8 C: Brander werkt met minimaal vermogen. Uitgangen MFA en VA zijn actief als ze als toevoer-, WW-laad- of circulatiepomp geparametreerd zijn. Warmwatertemperatuur > 8 C plus half schakelverschil warm water (parameter 51): Brander schakelt zich uit. Pompnaloop is actief (parameter 42). Tijdens de warmwatervorstbeveiliging knippert het symbool waterkraan op het display / La 47-95

48 6 Bediening 6.10 In- en uitgangen Met de vrij selecteerbare in- en uitgangen kunnen verschillende toepassingen gerealiseerd worden. Uitgang MFA en VA De uitgang MFA is een potentiaalgebonden relais-uitgang. De uitgang VA is potentiaalvrij. Alle relais-uitgangen kunnen met maximaal maximaal 3 A (AC1) belast worden. De maximale totale stroom van alle externe verbruikers mag 4,5 A niet overschrijden. Instelling parameters 13, 14, 15 Beschrijving 0 = werkingsmelding (veilgheidsventiel LPG) Het contact sluit zodra er een warmtevraag of gasgebrek is. 1 = storings- en waarschuwingsmelding Het contact sluit zodra een storing optreedt of een waarschuwing minstens 4 minuten verschijnt. 2 = externe toevoerpomp De uitgang wordt als een interne stookkringpomp aangestuurd (voor verwarmingswater en warm water). 3 = externe stookkringpomp De uitgang wordt tijdens de verwarming geactiveerd. 4 = warmwater-laadpomp De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading geactiveerd. 6 = WW-circulatiepomp via WCM-FS De uitgang wordt in functie van de WCM-FS geactiveerd. 7 = stookkringpomp via WCM-FS Individueel toestel (parameter 12 = 1) De uitgang wordt geactiveerd wanneer de verwarming via de WCM-FS gevraagd wordt. Als er geen warmtebehoefte meer is, vindt een pompnaloop van 3 minuten plaats. De uitgang wordt onmiddellijk gedeactiveerd als er een warmwaterlading plaatsvindt (WW-voorrang). Cascade (parameter 12 = A E) De uitgang wordt via de cascademanager geactiveerd. 8 = continue spanning (enkel parameter 13, De uitgang is ononderbroken geactiveerd. 14) 9 = rookgasklep (alleen parameter 13) De uitgang wordt vóór de branderstart voor het openen van de rookgasklep geactiveerd. Ingang H1 Instelling parameter 16 0 = vrijgave warmtegenerator in verwarmingsmodus Beschrijving Als de ingang gesloten is, gebeurt de vrijgave voor de verwarming. Bij open ingang wordt de WTC voor verwarming afgesloten. 1 = stookkring verlaging/normaal Bij gesloten ingang werkt de gewenste normale temperatuur. Bij open ingang werkt de gewenste verlaagde temperatuur. 3 = standby met vorstbeveiliging Bij gesloten ingang bevindt de installatie zich in standby. De werkingsstanden warm water en verwarming zijn vergrendeld. De vorstbeveiliging blijft actief. Installaties met externe WCM-FS- of WCM-EM-stookkringen zijn eveneens vergrendeld. 4 = terugmelding rookgasklep De branderstart wordt pas vrijgegeven als de rookgasklep open is en terugmelding aan H1 plaatsvindt. Ingang H2 Instelling parameter 17 Beschrijving 0 =vrijgave warmtegenerator in WW-modus Als de ingang gesloten is, vindt de warmwatervrijgave plaats. Bij open ingang wordt de WTC voor de warmwatermodus vergrendeld. 2 = verwarming met speciaal niveau (zie hfst. 6.7) / La 48-95

49 6 Bediening Instelling parameter 17 Beschrijving 3 = ketelvergrendelingsfunctie Als de ingang gesloten is, schakelen toestel en pomp uit. Er is geen vorstbeveiliging actief. Op het display verschijnt W24 als het contact gesloten is. Deze functie kan bijv. ook voor de aansluiting van een veiligheidsschakelaar van een condensaatopvoerpomp gebruikt worden. 4 = terugmelding rookgasklep toe Als de rookgasklep gesloten is, gebeurt de terugmelding naar H / La 49-95

50 6 Bediening 6.11 Speciale installatieparameters De installatieparameters kunnen via het verwarmingsvakman-menu ingesteld worden. In uitzonderlijke gevallen moet de WTC via de software WCM-diagnose nog preciezer op de verwarmingsinstallatie afgestemd worden. Voor een meer gedetailleerde beschrijving, zie bedieningsrichtlijnen van de software. Bij afstandsbediening met WCM-FS moet de ebus-adapter WEA via een aparte leiding met spanning gevoed worden. Ben. Parameter Waardebereik Eenheid Fabrieksinstelling A1 Verwarm.- en WW-regelaar P-aandeel A2 Verwarm.- en WW-regelaar I-aandeel A4 Ventilatorregelaar P-aandeel x 0,25 6 A5 Ventilatorregelaar I-aandeel x 0,125 s 4 A6 Aanpasssing ventilatorregelaar A7 (1 Start ventilatorregelaar PWM % 24 A10 Max. ventilatortoerental ketel /min 6900 A11 A12 A13 Max. toerentalverandering (naar boven moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren na branderstart) /min/s /min/s /min/s 180 A14 Vermogen vertraagde verwarming % 24 A15 Duur vertraagde verwarming 0 5 min 2 A21 (1 A22 (1 A23 (1 Max. temperatuurspreiding vertrek B12/terugloop B13 Max. temperatuurspreiding vertrek estb/b12 Max. temperatuurgradiënt estb (0 = geen controle) K K 25 0,5 2,0 K/s 2,0 A31 max. looptijd rookgasklep s 25 A32 Gewenste waarde PWM pomp invers 0 / 1 1 (1 Parameter is relevant voor de veiligheid. Veranderingen zijn enkel na toestemming van de Weishaupt-klantendienst toegelaten / La 50-95

51 6 Bediening 6.12 Service (schoorsteenveger) Service-functie activeren Draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op de enter-toets drukken. De service-functie blijft voor 15 minuten actief. 1 Vertrektemperatuur 2 Vermogen in % Service-functie deactiveren. Draaiknop draaien. ESC verschijnt. Op de enter-toets drukken. Service-functie is gedeactiveerd. Na ca. 90 seconden verschijnt weer de standaardweergave / La 51-95

52 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid van het toestel. Vóór de inbedrijfstelling moeten volgende punten gecontroleerd worden: Alle montage- en installatiewerken moeten uitgevoerd en gecontroleerd zijn. De elektrische installatie moet doelmatig uitgevoerd zijn en de voorgeschreven zekeringen van de stroomkringen, de maatregelen voor contactafscherming van elektrische installaties en de complete bedrading moeten gecontroleerd worden. Ketel en verwarmingssysteem voldoende met medium gevuld en ontlucht. Sifon gevuld. Voldoende luchttoevoer verzekerd. De rookgasafvoer- en verbrandingsluchtkanalen moeten vrij zijn. Alle regel-, sturings- en veiligheidsinrichtingen moeten functioneel en correct ingesteld zijn. De warmteafname moet verzekerd zijn. Andere installatiegebonden controles kunnen noodzakelijk zijn. Let hierbij op de bedieningsvoorschriften van de verschillende installatiecomponenten / La 52-95

53 7 Inbedrijfstelling Dichtheid van de gasarmatuur controleren Dichtheidscontrole Dichtheidscontrole doorvoeren: vóór de inbedrijfstelling; Na alle service- en onderhoudswerken. Installatie uitschakelen. Gaskogelkraan sluiten. Schroef aan meetpunt Pe 1 van de gasdrukwachter openen. Controle-inrichting aan Pe aansluiten. Proefdruk van mbar opbouwen. Drukcompensatie van 5 minuten afwachten. Proeftijd van 5 minuten doorvoeren. Drukverlaging controleren. De gasleiding is dicht als de drukverlaging niet meer dan 1 mbar bedraagt. GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken moeten de schroeven aan de meetpunten van het gascombiventiel dicht gesloten worden Resultaat van de dichtheidscontrole in het interventierapport documenteren / La 53-95

54 7 Inbedrijfstelling Gasaansluitdruk controleren De gasaansluitdruk moet binnen volgende bereiken liggen: Aardgas E/H Aardgas LL LPG P (Pn 37) LPG P (Pn 50) 17, ,0 mbar 20, ,0 mbar 25, ,0 mbar 42, ,5 mbar Schroeven aan het meetpunt Pe van de gasdrukwachter openen (zie hfst ). Drukmeettoestel aansluiten. Gaskogelkraan langzaam openen en daarbij de drukstijging controleren. Gasaansluitdruk overschrijdt een druk van 60 mbar: Gaskogelkraan onmiddellijk sluiten. Installatie niet in bedrijf stellen. Gebruiker van de installatie informeren. Gasaansluitdruk is te laag: Installatie niet in bedrijf stellen. Gebruiker van de installatie informeren. GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken moeten de schroeven aan de meetpunten van het gascombiventiel dicht gesloten worden / La 54-95

55 7 Inbedrijfstelling 7.2 Toestel regelen Tijdens de inbedrijfstelling controleren: Maximaal mogelijke waterdoorstroming verzekerd. Hoogstoken gebeurt met lage vertrektemperaturen en een laag vermogen. Bij meervoudige ketelinstallaties alle toestellen tegelijkertijd met laag vermogen in bedrijf stellen. Gasaansluitdruk bij maximaal vermogen binnen de bereiken (zie hfst ). 1. Installatie configureren Gaskogelkraan sluiten. Installatie aan schakelaar S1 aanschakelen (zie hfst ). Na het aanschakelen van de stroomtoevoer herkent de WTC het toesteltype, alle aangesloten voelers en actoren. De herkende configuratie wordt ca. 30 seconden knipperend weergegeven. 1 Toesteltype 9 = WTC 90 P3 = evenwichtsflesvoeler (1 2 Uitvoering H = verwarming 3 Buitenvoeler A = buitenvoeler W = verwarming en warmwaterbereiding - = geen buitenvoeler (1 Als een evenwichtsflesvoeler aangesloten is, verschijnt P7 na ca. 3 seconden. Op de enter-toets drukken. Configuratie wordt opgeslagen. Wegens de gesloten gaskogelkraan verschijnt W47 op het display. Als de invoeringstoets binnen de 30 seconden niet ingedrukt wordt, wordt de herkende configuratie na 24 uur automatisch opgeslagen. De configuratie kan ook manueel heropgestart worden (zie hfst. 6.5). Een geconfigureerd toestel geeft na elke aanschakeling van de spanningstoevoer de opgeslagen configuratie weer. Als er achteraf voelers of actoren aangesloten resp. verwijderd worden, moet het toestel opnieuw geconfigureerd worden (zie hfst. 6.5). De automatische configuratie vindt enkel plaats bij de eerste inbedrijfstelling. 2. Parameters instellen Parametermenu activeren (zie hfst. 6.3). Afzonderlijke parameters selecteren en volgens de installatiebehoeftes aanpassen / La 55-95

56 7 Inbedrijfstelling 3. Verbranding instellen De condensatieketel is in de leveringsconfiguratie op aardgas E, H (G20) ingesteld. Het O2-gehalte moet gecontroleerd en eventueel afgesteld worden. Als de WTC op LPG werkt, met hoofdstuk "Gassoort veranderen" voortdoen (zie hfst. 7.3). O2- gehalte bij maximaal vermogen instellen Gaskogelkraan openen. Vermogen manueel op maximaal vermogen instellen (zie hfst. 6.4). Verbranding controleren en evt. instellen. Bij verandering van de draairichting van de instelschroef 1 verandert het O2-gehalte pas na ca. een 1 /2 draai. O2-gehalte met instelschroef (inbus 2,5) 1 volgens tabel instellen: Naar rechts draaien = O2-gehalte verhogen. Naar links draaien = O2-gehalte reduceren. O2-gehalte bij minimaal vermogen instellen Vermogen manueel op minimaal vermogen instellen (zie hfst. 6.4). Verbranding controleren en evt. instellen. O2-gehalte met instelschroef (inbus 2,5)2 volgens tabel instellen: Links draaien = O2-gehalte verhogen. Rechts draaien = O2-gehalte reduceren. O2 minimaal vermogen Aardgas 4,6 % ±0,2 4,3 % ±0,2 O2 maximaal vermogen / La 56-95

57 7 Inbedrijfstelling 4. Afsluitende werkzaamheden GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken moeten de schroeven aan de meetpunten van het gascombiventiel dicht gesloten worden O2-gehalte bij maximaal en minimaal vermogen nogmaals controleren en evt. optimaliseren. Meetopeningen en afdekkingen sluiten. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren. Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en hem erop wijzen dat deze steeds bij de installatie moeten worden bewaard. Gebruiker over het jaarlijkse onderhoud van de installatie informeren. Als de gassoort afwijkt van de fabrieksvoorinstelling: Bijgevoegde zelfklever voor gassoort en gasdruk aanbrengen / La 57-95

58 7 Inbedrijfstelling 7.3 Gassoort veranderen WTC veranderen naar werking op LPG Gaskogelkraan sluiten. Instelschroef 1 2 toeren naar rechts draaien. Parameter 11 op F instellen (zie hfst ). O2- gehalte bij maximaal vermogen instellen Gaskogelkraan openen. Vermogen manueel op maximaal vermogen instellen (zie hfst. 6.4). Verbranding controleren en evt. instellen. Bij verandering van de draairichting van de instelschroef 1 verandert het O2-gehalte pas na ca. een 1 /2 draai. O2-gehalte met instelschroef (inbus 2,5) 1 volgens tabel instellen: Naar rechts draaien = O2-gehalte verhogen. Naar links draaien = O2-gehalte reduceren. O2-gehalte bij minimaal vermogen instellen Vermogen manueel op minimaal vermogen instellen (zie hfst. 6.4). Verbranding controleren en evt. instellen. O2-gehalte met instelschroef (inbus 2,5)2 volgens tabel instellen: Links draaien = O2-gehalte verhogen. Rechts draaien = O2-gehalte reduceren. O2 minimaal vermogen LPG P 5,3 % ±0,2 4,8 % ±0,2 O2 maximaal vermogen Veiligheidsventiel LPG Ventiel aan uitgang VA1 aansluiten (zie hfst ). Parameter 15 op 0 instellen (zie hfst ) / La 58-95

59 7 Inbedrijfstelling Afsluitende werkzaamheden GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken moeten de schroeven aan de meetpunten van het gascombiventiel dicht gesloten worden O2-gehalte bij maximaal en minimaal vermogen nogmaals controleren en evt. optimaliseren. Meetopeningen en afdekkingen sluiten. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren. Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en hem erop wijzen dat deze steeds bij de installatie moeten worden bewaard. Gebruiker over het jaarlijkse onderhoud van de installatie informeren. Als de gassoort afwijkt van de fabrieksvoorinstelling: Bijgevoegde zelfklever voor gassoort en gasdruk aanbrengen / La 59-95

60 7 Inbedrijfstelling 7.4 Brandervermogen berekenen VB Werkingsvolumen in m 3 /h (gasdebiet) VN Normvolumen in m 3 /h (gasdebiet bij 0 C en 1013 mbar) VG Geregistreerd gasdebiet op de gasteller TM Gemeten tijd bij gasdebietregistratie (VG) f Omrekeningsfactor tgas Gastemperatuur op de teller in C Pgas Gasdruk op de teller in mbar Pbaro Barometrische luchtdruk in mbar (zie tabel) QF Warmtevermogen in kw Hi Verwarmingswaarde in kwh/m 3 (bij 0 C en 1013 mbar) Bedrijfsvolume (gasdebiet) berekenen Gasdebiet VG op de gasteller meten, meettijd TM moet minstens 60 seconden bedragen. Bedrijfsvolume (VB) met onderstaande formule berekenen. Hoogte boven zeespiegel (m) Pbaro in mbar Omrekeningsfactor berekenen Gastemperatuur (tgas) en gasdruk (Pgas) op de gasteller aflezen. Barometrische luchtdruk (Pbaro) uit onderstaande tabel aflezen Omrekeningsfactor (f) met onderstaande formule berekenen. f P baro P gas t gas Normvolume berekenen Normvolume (Vn) met onderstaande formule berekenen. Brandervermogen berekenen Brandervermogen (Qbr) met onderstaande formule berekenen / La 60-95

61 8 Buitenbedrijfstelling 8 Buitenbedrijfstelling Bij langere werkingsonderbrekingen het toestel uitschakelen en brandstofafsluitinrichtingen sluiten. Als er bij werkingsonderbrekingen vorstgevaar bestaat, moet de installatie geledigd worden / La 61-95

62 9 Onderhoud 9 Onderhoud GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde onderhoudswerken kunnen tot gasontsnapping en ontploffingen leiden. Vóór het begin van de onderhoudswerken brandstof-afsluitventielen sluiten. Bij het in- en uitbouwen van gasvoerende installatie-onderdelen zorgvuldig werken. Schroeven aan de meetpunten dicht vastdraaien. GEVAAR Elektrische schokken bij werken onder spanning Ernstige verwondingen of de dood zijn de mogelijke gevolgen. Stroomtoevoer naar het toestel vóór het begin van de onderhoudswerken uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. GEVAAR Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood. Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere stilstandstijden of werking met hoge teruglooptemperaturen (> 55 C). WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar aan het toestel Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden. Onderdelen laten afkoelen alvorens ze aan te raken. De gebruiker moet de verbrandingsinstallatie minstens één keer per jaar laten onderhouden. Onderhoudswerken mogen enkel worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat over de nodige vakkennis beschikt. Naargelang de installatie kan een frequentere controle noodzakelijk zijn. Daarbij moeten de systeemcomponenten die sterker onderhevig zijn aan slijtage of die een beperkte levensduur hebben uit voorzorg vervangen worden. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Vóór elk onderhoud De gebruiker informeren. De hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Voorkant verwijderen (zie hfst. 4). Onderhoudsstappen overeenkomstig de bijgevoegde inspectiekaart (druknr. 7570) uitvoeren. Na elk onderhoud Dichtheid van de gasarmatuur controleren (zie hfst ). Dichtheid van de rookgas- en condensaatvoerende onderdelen controleren. Dichtheid van de watervoerende onderdelen controleren. Dichtheid van de luchtgeleidende onderdelen controleren. Verbrandingswaarden controleren en O2 -gehalte evt. afstellen. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen. Voorkant weer monteren / La 62-95

63 9 Onderhoud Veiligheidsrelevante componenten 9.1 Veiligheidsrelevante componenten Veiligheidsrelevante componenten moeten na het bereiken van hun constructief bepaalde levensduur vervangen worden. De constructief bepaalde levensduur is niet de garantieperiode die in de algemene verkoopsvoorwaarden beschreven is. Constructief bepaalde levensduur CEN-standaard norm Platine (WCM-CPU) 10 jaar of cycli EN Gascombiventiel 10 jaar of cycli EN Gasdrukwachter 10 jaar EN Luchtdrukwachter 10 jaar EN Rookgasdrukwachter cycli EN Dichting ventilator luchtuitlaat O-ring 70 x 3 gasventiel/ventilator O-ring 33 x 2 gasventiel/gasaansluitstuk O-ring 10,5 x 2,25 drukwachter/gasaansluitstuk 10 jaar EN 549 H3/B1 10 jaar EN 549 H3/B1 10 jaar EN 549 H3/B1 10 jaar EN 549 H3/B1 Veiligheidsventiel 3 bar 10 jaar TRD Onderhoudsweergave De tijd tot het volgende onderhoud kan ingesteld worden. Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt een knipperende steeksleutel op het display. Als er een afstandsbedieningseenheid aanwezig is, verschijnt Onderhoud op haar display. Onderhoudsinterval instellen Parametermenu activeren (zie hfst. 6.3). Onderhoudsinterval via parameter 70 instellen. Onderhoudsweergave terugzetten De onderhoudsweergave 1 moet na het onderhoud teruggezet worden. Infomenu activeren (zie hfst. 6.3). In het infomenu i 46 selecteren (zie hfst ). Enter-toets 2 seconden ingedrukt houden. Onderhoudsweergave en teller worden teruggezet / La 63-95

64 9 Onderhoud 9.3 Verschildruk op de luchtdrukwachter controleren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Zijwand rechts verwijderen. Slangen van het meettoestel 1 aan de luchtdrukwachter uittrekken. Proefinrichting aansluiten: + op P1, - op P2. Bij de controle moet het maximale vermogen verwarming (parameter 37) op 100 % ingesteld zijn. Hoofdschakelaar inschakelen. Parameter 37 controleren, evt. op 100 % instellen. Vermogen manueel verhogen tot maximum (zie hfst. 6.4). Vermogen op 70 % instellen Verschildruk op het meettoestel aflezen. Als de druk boven 1,2 mbar ligt, is de controle in orde. Als de druk lager is: Volgende elementen controleren: Slangen van de luchtdrukwachter Zuiverheid van de branderbuis Zuiverheid van de warmtewisselaar Of de luchttoevoer en rookgasafvoer vrij zijn. Na controle parameter 37 evt. weer instellen / La 64-95

65 9 Onderhoud 9.4 Elektroden vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Ontstekingselektrode Ontstekingsstekker 5 en massaleiding 3 verwijderen. Schroeven 4 verwijderen. Ontstekingselektroden 2 en dichting 1 vervangen, daarbij de afstand van de ontstekingselektroden van 4,0 mm in acht nemen. Ionisatie-elektrode Stekker (X14) 4 en massasleiding 5 aan ketelelektronica verwijderen. Schroeven 2 verwijderen. Ionisatie-elektrode 3 en dichting 1 vervangen / La 65-95

66 9 Onderhoud 9.5 Branderbuis in- en uitbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Uitbouw Gaskogelkraan sluiten. Elektroden uitbouwen (zie hfst. 9.4). De stekkers voor gasdrukwachter 4, gasventiel 3 en ventilator 2 verwijderen. Met een steeksleutel tegenhouden en schroefkoppeling 5 aan de gasbuis losmaken. Klem 6 op de luchttoevoerbuis losmaken en op de gas-luchtkoppeling schuiven. Slangen aan de gas-luchtkoppeling verwijderen. Moeren 1 meet veerschijven van de branderflens verwijderen / La 66-95

67 9 Onderhoud Branderflens met gas-luchtkoppeling 3 uitnemen. Dichting 2 van de branderflens verwijderen. Branderbuis 1 uitnemen. Afzettingen uit de vuurhaard verwijderen. Branderbuis op beschadigingen controleren en evt. vervangen. Branderbuis reinigen Indien nodig moet de branderbuis gereinigd worden: Branderbuis binnenin reinigen (eventueel met druklucht van binnen naar buiten uitblazen). Als er stofafzetting is evt. brandervlies uitborstelen, daarbij een zachte borstel gebruiken om de bandervlies niet te beschadigen. Na de reiniging moet erop gelet worden dat de vezels van de brandervlies in de buurt van de ionisatie-elektrode niet te ver uitwijken (kortsluitingsgevaar met ionisatieelektrode). Inbouw Branderbuis in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: Branderbuis op de noppen in de warmtewisselaar leggen en op de juiste plaatsing in de kerfstiften letten. Dichting van de branderflens en gasdichting vervangen. Toewijzing van de siliconeslangen in acht nemen (zie hfst. 12.3) / La 67-95

68 9 Onderhoud 9.6 Warmtewisselaar reinigen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Zijwand links verwijderen. Onderhoudsdeksel van de warmtewisselaar 1 en de condensaatkuip 4 verwijderen. Warmtewisselaar met reinigingsset (toebehoren) reinigen. Afzettingen uit de warmtewisselaar en de condensaatkuip 2 verwijderen Afsluitkap 3 verwijderen en sifon reinigen. Sifon met water vullen. Dichtingen en onderhoudsdeksel vervangen. Alle deksels afsluiten / La 68-95

69 9 Onderhoud 9.7 Rookgasdrukwachter controleren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Hoofdschakelaar inschakelen. Ketel op standby zetten (zie hfst ). Als er een afstandsbedieningseenheid aangesloten is, zie bedieningsrichtlijnen WCM-FS. Drukmeetslang van het meetpunt 1 aan de condensaatkuip aftrekken. Controleren of de drukmeetslang niet beschadigd is. Proefinrichting 2 aansluiten. Proefdruk van > 5,5 mbar opbouwen. De werking van de rookgasdrukwachter is in orde als F38 op het display weergegeven wordt. Drukmeetslang weer aansluiten. Installatie met toets [reset] ontgrendelen. Standby-modus weer verlaten / La 69-95

70 9 Onderhoud 9.8 Gasdrukwachter controleren Instelling van 13 mbar controleren en evt. instellen. Brander % van het vermogen laten lopen. Gaskogelkraan langzaam sluiten. De gasdruk daalt. De werking van de gasdrukwachter is in orde als de brander uitgeschakeld wordt en W47 op het display weergegeven wordt / La 70-95

71 9 Onderhoud 9.9 Ventilator uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen (zie hoofdstuk 9). Uitbouw Branderflens met gas-luchtkoppeling uitnemen (zie hfst. 9.5). Moeren 5 met veerschijven verwijderen, gasventiel 4 en luchttoevoercollector 3 afnemen. Schroeven 1 losdraaien resp. verwijderen en ventilator afnemen. Inbouw Ventilator in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: op de juiste plaatsing van de o-ring 2 en van de dichting 6 letten; moeren 5 met een draaimoment van 1,5 Nm vastdraaien. De luchttoevoercollector 3 is gekleefd en mag niet geopend worden / La 71-95

72 10 Foutopsporing 10 Foutopsporing 10.1 Procedure bij storing OPGELET Schade door ondeskundig uitgevoerde herstellingswerken De verbrandingsinstallatie kan beschadigd worden. Niet meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar uitvoeren. De storing moet door gekwalificeerd personeel verholpen worden. Onregelmatigheden van de ketel worden opgespoord en knipperend op het display weergegeven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een waarschuwing en een fout. Onderhoud Een waarschuwing wordt op het display weergegeven met een W en een cijfer. De melding verdwijnt automatisch zodra de oorzaak voor de waarschuwing is weggewerkt. Bij een waarschuwing wordt van de ketels niet vergrendeld. Waarschuwingscode aflezen Waarschuwingsoorzaak met behulp van onderstaande tabellen verhelpen. Als een waarschuwing meerdere keren optreedt, moet de installatie door gekwalificeerd personeel gecontroleerd worden. Fout Een fout wordt op het display weergegeven met een F en een cijfer. Bij een fout wordt de installatie vergrendeld. Foutcode aflezen. Oorzaak van de fout met behulp van onderstaande tabellen verhelpen. Fout door toets [reset] ontgrendelen en enkele seconden wachten. Installatie is ontgrendeld. Als de fout via de toets [reset] niet kan worden ontgrendeld, met schakelaar S1 de spanningstoevoer kort onderbreken / La 72-95

73 10 Foutopsporing 10.2 Foutgeheugen In het foutgeheugen zijn de laatste 6 fouten met telkens de overeenkomstige installatietoestand bij het optreden van de fout opgeslagen. Fout weergeven Foutmenu activeren (zie hfst. 6.3). De laatst opgetreden fout wordt weergegeven. Draaiknop draaien. Fout 1 6 afgelezen worden. 1 Fout Foutcode Installatietoestanden opvragen Fout met draaiknop selecteren. Op de enter-toets drukken. Installatietoestanden bij het optreden van een fout verschijnen. Draaiknop draaien, om installatietoestanden op te vragen. Proceswaarde 10 Werkingsfase 0 = brander uit 1 = ruststandscontrole ventilator 2 = voorventilatietoerental bereiken 3 = voorventilatie 4 = ontstekingstoerental bereiken 5 = ontsteking 6 = brander in werking 7 = gasventielcontrole 8 = naventilatietoerental bereiken en naventilatie 11 Vermogen % 22 (1 Gewenst toerental pomp % 30 estb C 31 Rookgastemperatuur C 32 Ionisatiesignaal µa 37 Teruglooptemperatuur C ESC Menu verlaten (1 Weergave enkel bij aangesloten pomp met toerentalregeling. Eenheid / La 73-95

74 10 Foutopsporing 10.3 Fout verhelpen Waarschuwingscode Waarschuwingscode Oorzaak Oplossing W12 Temperatuur op estb > 95 C Waterdoorstroming controleren. Temperatuur op vertrekvoeler > 95 C Werking van de pomp controleren. Temperatuur op terugloopvoeler > 95 C Parameter A32 controleren. Ketel waterzijdig ontluchten. W14 Temperatuur aan estb stijgt te snel Waterdoorstroming controleren. Werking van de pomp controleren. Parameter A32 controleren. Ketel waterzijdig ontluchten. W15 Verschil vertrek- en teruglooptemperatuur te groot (Na 30 waarschuwingen wordt de installatie vergrendeld met F15) Werking van de pomp controleren, evt. pompvermogen verhogen. Parameter A32 controleren. Installatiecirculatie verzekeren. W16 Rookgastemperatuur te hoog (zie parameter 33) Warmtewisselaar controleren (zie hfst. 9.6). W18 Verschil estb en vertrektemperatuur te groot Werking van de pomp controleren. (Na 30 waarschuwingen wordt de installatie vergrendeld met F18) Installatiecirculatie Parameter A32 controleren. verzekeren. W21 W22 Geen vlamvorming bij branderstart (Na 5 mislukte startpogingen wordt de installatie vergrendeld met F21) Vlamuitval tijdens de werking (Na een tweede mislukte startpoging wordt de installatie vergrendeld met F21) W24 Ingang H2 is gesloten, parameter 17 = 3 (afsluitfunctie) Ontstekingsinrichting controleren, evt. vervangen. Gascombiventiel en leiding controleren, evt. vervangen. Instelling gascombiventiel controleren. Branderbuis reinigen of vervangen (zie hfst. 9.5). Fasepositie van de spanningstoevoer controleren. Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen (zie hfst. 9.4). O2-instelling controleren. Branderbuis reinigen of vervangen (zie hfst. 9.5). Aangesloten componenten aan Ingang H2 controleren (zie hfst. 6.10). W33 Buitenvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W34 Warmwatervoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W39 Evenwichtsflesvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W47 Gasdruk te laag (< 13 mbar) Gasaansluitdruk controleren (zie hfst ). W57 Fout bij communicatie WCM-CPU en Verbinding controleren. WCM-CUI. Elektromagnetische storingsbron verwijderen. W80 Probleem communicatie met cascademanager Verbinding controleren. Cascademanager controleren. Adresinstelling parameter 12 controleren. ebus-voeding controleren. W81 Probleem communicatie met WCM-FS Verbinding controleren. Afstandbedieningseenheid vervangen. W82 Probleem communicatie met EM#2 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen / La 74-95

75 10 Foutopsporing Waarschuwingscode Oorzaak Oplossing W83 Probleem communicatie met EM#3 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W84 Probleem communicatie met EM#4 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W85 Probleem communicatie met EM#5 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W86 Probleem communicatie met EM#6 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W87 Probleem communicatie met EM#7 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W88 Probleem communicatie met EM#8 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W89 Probleem met afstandsbesturingssignaal (ingang N1) Signaal gewenste waarde controleren (zie hfst. 6.7). Verbinding controleren / La 75-95

76 10 Foutopsporing Foutcode Foutcode Oorzaak Oplossing F11 Temperatuur aan estb > 105 C Waterdoorstroming controleren. Werking van de pomp controleren. Parameter A32 controleren. Ketel waterzijdig ontluchten. F15 F18 F21 Verschil vertrek- en teruglooptemperatuur te groot (zie ook W15) Verschil estb en vertrektemperatuur te groot (zie ook W18) Geen vlamvorming bij branderstart (zie ook W21) Werking van de pomp controleren, evt. pompvermogen verhogen. Parameter A32 controleren. Installatiecirculatie verzekeren. Werking van de pomp controleren. Parameter A32 controleren. Installatiecirculatie verzekeren. Ontstekingsinrichting controleren, evt. vervangen. Gascombiventiel en leiding controleren, evt. vervangen. Instelling gascombiventiel controleren. Branderbuis reinigen of vervangen (zie hfst. 9.5). Fasepositie van de spanningstoevoer controleren. F23 Vlamsimulatie Aardingsaansluitingen controleren. Netfilter inbouwen. Branderbuis en ionisatie-elektrode controleren (kortsluiting). Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden WCM-CPU vervangen. F30 estb defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F31 Rookgasvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F32 Schakelcontact luchtdrukwachter niet in rusttoestand Luchtdrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Schoorsteentrek te hoog. F35 Vertrekvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F36 Waterdruk te laag Installatiedruk controleren en navullen. F37 Terugloopvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F38 Rookgasdrukwachter daalt niet tijdens de stilstandscontrole van de ventilator. Sifondrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. F41 Gasventiel (intern) ondicht Gascombiventiel vervangen. F43 Ventilatortoerental wordt niet bereikt Ventilator en leiding controleren, evt. vervangen F44 Probleem bij ventilatorstilstand Ventilator controleren, evt. vervangen. F45 F46 F48 Luchtdrukwachter schakelt niet (Aan-/uitschakeldruk 1,0/0,7 mbar) Rookgaszijdige druk te groot (schakeldruk 5,5 mbar) Maximale looptijd van de rookgasklep overschreden (zie montagerichtlijnen WAL-PP) Rookgasweg en luchttoevoerweg controleren. Luchtdrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Branderbuis reinigen (zie hfst. 9.5). Rookgasweg controleren. Sifondrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Rookgasklep en leiding controleren, evt. vervangen / La 76-95

77 10 Foutopsporing Foutcode Oorzaak Oplossing F51 Fout ketelgegevens BCC-stekker controleren, evt. vervangen. Configuratie opnieuw starten (zie hfst. 6.5). Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden WCM-CPU vervangen. F52 Fout brandergegevens BCC-stekker controleren, evt. vervangen. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden WCM-CPU vervangen. F53 Spanningstoevoer resp. netfrequentie buiten de tolerantie Net controleren. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden WCM-CPU vervangen. F54 Elektronische fout Elektromagnetische storingsbron verwijderen. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden WCM-CPU vervangen. F55 Installatie werd te vaak ontgrendeld (max 5 keer binnen de 5 minuten) Spanningstoevoer kort onderbreken. F57 Fout bij communicatie WCM-CPU en WCM-CUI. Verbinding controleren. Elektromagnetische storingsbron verwijderen Werkingsproblemen Probleem Oorzaak Oplossing Brander treedt niet in werking ondanks de warmtevraag Gefluit / brander dreunt Verhindering branderwerking actief estb, vertrekvoeler, terugloopvoeler moeten binnen een temperatuurbereik van 4 K liggen. Verkeerde verbrandingswaarden Branderbuis verontreinigd/beschadigd Rookgasreuk Vulstand sifon te laag Sifon vullen. Slechte start Ontstekingselektrode verkeerd ingesteld of beschadigd Verkeerde verbrandingswaarden Afkoeling afwachten. Voeler controleren, evt. vervangen. Verbrandingswaarden controleren. Branderbuis controleren, evt. reinigen resp. vervangen. Ontstekingselektrode instellen, evt. vervangen (zie hfst. 9.4). Verbrandingswaarden controleren / La 77-95

78 11 Wisselstukken 11 Wisselstukken (2 ( (5 (5 (5 (5 (5 (5 (5 (3 (3 ( ( (5 (3 ( ( (4 (4 (1 ( ( ( ( ( ( ( / La 78-95

79 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Bovenste deel Doorvoerrubber dm.l Zijkant rechts/links Achterwand Doorvoerrubber dm.l Houder ketelaansluitstuk 160/ Voorkant Afstandsstuk Magneet Stop 6 mm wit Bedieningspaneel volledig (zonder ketelschakelveld) Firmalogo -weishaupt- 125 x Klep bedieningspaneel Meenemer voor rotatieverdamper Rotatieverdamper Klemschijf Quicklock BQ Kabelkanaal 45 x 30 x Kleefband 30 x 50 x Kabelbinder Kabelhouder WPC20 met steekanker Afstandshuls d5 x D10 x Toestelvoet M Houder geluiddemper Afdekking ketelsturing / La 79-95

80 11 Wisselstukken (3 ( (4 (1 ( (4 (4 ( (1 ( ( (1 (1 (1 (2 (2 (2 (1 ( (2 ( / La 80-95

81 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Kabelbinder Doorvoerrubber Dm.I Steunplaat bedieningseenheid Afdekking - LCD Toets Reset-toets Schroef M 5 X Ketelschakelveld Printplaat KSF-FS Schroef PT KA22 x 6 H Knop WCM-CUI Knevel aan/uit Schroef PT KA30 x 10 H Slangklem 7, Siliconenslang 3,5 x 2,0 doorschijnend T-stuk TS Drukwachter LGW 3 A1(lucht) Schroef 3 x 8 Plastite Rookgasdrukwachter 5,5 mbar Slang DN 6 x 2 Viton 75 Shore Slangklem 9,2 x 10,5 x Musketonhaak voor drukwachter Beschermplaat voor de randen Trekontlastingsklem Afschermingsaansluitklem SK Aansluitbox W-EAB met stekker Aansluitbox behuizing bovenaan W-EAB Ketelelektronica-set (WCM-CPU / WCM-CUI) Codeerstekker BCC Fijnzekering 6,3 A IEC 127-2V, traag Invoertul veiligheidsschakelaar Stekker 230V 3-polig zwart Stekker H1 2-polig turkoois Stekker H2 2-polig wijnrood Stekker MFA1 3-polig paars Stekker MFA2 3-polig paars Stekker VA1 2-polig bruin Stekker ebus 2-polig lichtblauw Stekker B11 2-polig wit Stekker B1 2-polig groen Stekker B3 2-polig geel Stekker 2-polig donkerblauw Stekker N1 2-polig oranje Inlegbrug 2-polig / La 81-95

82 11 Wisselstukken (1 (2 ( (2 (2 (2 (2 (2 ( (1 (1 ( (2 ( (2 (2 (2 ( (1 (1 ( ( (3 (3 ( / La 82-95

83 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Warmte-isolatie Vertrekverzamelaar Afsluitkap G Dichting 20 x 29 x 2 (1) Vertrekbuis G1 1/ Dichting 32 x 44 x 2 (1 1/2) NTC-VL/RL voeler 5 kohm Terugloopverdeler Terugloopbuis G1 1/2 met aansluiting 22 x Watergebrekschakelaar G1/4 met stekkerkabel Dichting watergebrekschakelaar 20 x 13 x Nippel N4/1-3/4 x 1/ Kogelkraan G 1/2 PN Dichting verzamelaar 42 x 32 x Beveiligingsmoer Serpress M Reduceernippel R 3/4A x G 3/8I x NTC-STB voeler 5 kohm G 3/ Rookgasvoeler NTC G 1/ Drukmeetnippel R1/4 x Dm Schroef M8 x Veerring B 8 DIN Onderhoudsdeksel warmtewisselaar Dichting onderhoudsdeksel warmtewisselaar Schijfmoer M6 A2G Onderhoudsdeksel condensaatkuip Dichting onderhoudsdeksel condensaatkuip Dopmoer G 1 1/4 sifon Dichting sifon dopmoer G 1 1/ O-ring voor kap Kap sifon Afsluitkap Condensaatslang 25 x 175 lang Slangklem Condensaatslang 25 x 1000 lang Houder sifon compleet Cilinderschroef M5 x Sifon compleet Dichting DN Bochtstuk PP DN graden Dichting DN Buis PP DN 110 0,5 m Ketelaansluitstuk DN 160/110 compleet Stop DN 20 wit Bout M Ronde dichting DN Dichting DN Warmtecel voorgemonteerd met dichtingsset / La 83-95

84 11 Wisselstukken (7 ( (1 (1 ( (6 ( ( (7 (7 (7 ( (1 (1 (1 ( (2 (2 (2 ( ( (4 (4 (5 (5 (3 ( ( (2 ( ( ( ( ( / La 84-95

85 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Ontstekingstoestel ZAG V 50-60Hz VA 4.02 Houder ontstekingstoestel Branderbuis Dichting branderflens Branderflens compleet Schroefkoppelingsstift M4 x 20 DIN 916-A Dichting kijkglas binnenkant 26 x 35 x Kijkglas Dichting kijkglas buitenkant Houder kijkglas Moer M4 x 10 lang SW Ontstekingselektrode met massaleiding Dichting ontstekingselektrode Ionisatie-elektrode Dichting ionisatie-elektrode Zeskantmoer M8 DIN Veerschijf B 8 DIN Ventilator NGR met dichtingen en montagestiften 4.19 Dichting ventilator luchtuitlaat Schroef M5 x 20 DIN Montagestift M6 / M O-ring 70 x 3 NBR Luchttoevoercollector Compact-gascombiventiel Zeskantmoer M4 DIN Veerschijf B 4 DIN O-ring 33 x 2 NBR Gasaansluitstuk G Schroef M5 x 35 DIN Schroef M5 x 12 DIN Drukwachter GW50 A5/1 5, O-ring 10,5 x 2, Schroef M4 x 20 DIN Dichting 20 x 29 x 2 (1) Gasbuis Buisklem voor gasbuis 22 mm / 1/2" Draadstang M8 x Schijf A 8,4 DIN Zeskantmoer M8 DIN Klem luchttoevoer Geluiddemper compleet Dichting geluiddemper IDM Isolatiestof geluiddemper Dichting geluiddemper IDM Luchttoevoerslang DN Slangklem DN / La 85-95

86 11 Wisselstukken / La 86-95

87 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Aardingsgeleider voor ontstekingsinrichting Ontstekingskabel Ionisatie-elektrode Stekkerkabel ontstekingstransfo Stekkerkabel ventilator 230V Stekkerkabel ventilatorsturing Stekkerkabel gasventiel Stekkerkabel gasdrukwachter Stekkerkabel watergebrekschakelaar Stekkerkabel B14, rookgasvoeler Stekkerkabel SELV-signalen Stekkerkabel luchtdrukwachter Stekkerkabel drukwachter rookgas Stekkerkabel estb, B12, B Stekkerkabel H1 H Stekkerkabel net 230V Geleidingssleuf GNGE 1,0 x 240 chassis-pe / La 87-95

88 11 Wisselstukken / La 88-95

89 11 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Onderhoudsset Bestaande uit: Dichting branderflens Ontstekingselektrode met massaleiding Dichting ontstekingselektrode Ionisatie-elektrode Dichting ionisatie-elektrode Dichting 20 x 29 x 2 (1) Dichtingen onderhoudsdeksel warmtewisselaar Dichting onderhoudsdeksel condensaatkuip / La 89-95

90 12 Technische documenten 12 Technische documenten 12.1 Interne bekabeling van de ketel PWM P P P P WCM-CUI WCM-FS X8 X7 X6 X5 X4 X3 X2A X2B X1A X1B X1C X1D X1E X1F W-EAB WCM-CPU 6,3 AT PE X9 X10B X10A X11C X11B X11A X12C X12B X12A X13 X14 PE Y2 M 1~ Y1 1 estb 2 Vertrekvoeler 3 Terugloopvoeler 4 Rookgasvoeler 5 Ventilatorsturing 6 Gasdrukwachter 7 Luchtdrukwachter 8 Rookgasdrukwachter 9 Watergebrekschakelaar 0 Ionisatie q Ontstekingstoestel w Brandstofventielen (gascombiventiel) e Ventilatormotor / La 90-95

91 12 Technische documenten 12.2 Voelerkenwaarde estb Buitenvoeler (QAC 31) Warmwatervoeler (B3) Terugloopvoeler Vertrekvoeler Evenwichtsflesvoeler Rookgasvoeler NTC 5 kω NTC 600 Ω NTC 12 kω C Ω C Ω C Ω / La 91-95

92 12 Technische documenten 12.3 Pneumatische stuurleidingen Aansluitschema luchtdrukwachter P2 P1 1 Luchttoevoerbuis 2 Luchtdrukwachter (aan-/uitschakeldruk 1,0/0,7 mbar) 3 Luchttoevoercollector 4 Gascombiventiel Aansluitschema rookgasdrukwachter P1 1 Rookgasdrukwachter (schakeldruk 5,5 mbar) 2 Condensaatkuip / La 92-95

93 12 Technische documenten 12.4 Omrekeningstabel O2/CO2 O2-gehalte droog in %v Aardgas E (max 11,7 % CO2) CO2-gehalte in % Aardgas LL (max 11,5 % CO2) Propaan (max 13,7 % CO2) 2,2 10,5 10,3 12,3 2,6 10,3 10,1 12,0 3,0 10,0 9,9 11,7 3,4 9,8 9,6 11,5 3,8 9,6 9,4 11,2 4,2 9,4 9,2 11,0 4,6 9,1 9,0 10,7 5,0 8,9 8,8 10,4 5,4 8,7 8,5 10,2 5,8 8,5 8,3 9,9 6,2 8,2 8,1 9,7 6,6 8,0 7,9 9,4 7,0 7,8 7,7 9,1 7,4 7,6 7,4 8,9 7,8 7,4 7,2 8,6 8,2 7,1 7,0 8, / La 93-95

94 13 Trefwoordenlijst A Aansluitbox...12 Aansluitdruk... 26, 54 Aansluitschema...29 Aansprakelijkheid... 7 Afmeting...18 Afstand ontstekingselektroden...15 Afstanden...21 Afstandssturing temperatuur...45 Afvoer van afvalstoffen... 9 B Bedieningspaneel... 12, 31 Bedieningspaneel ketel...12 Bedrijfsvolume...60 Bewakingsstroom...36 Borgstelling... 7 Branderbuis...67 Brandervermogen...60 Brandstof...15 Buitenbedrijfstelling...61 Buitenvoeler...43 C Condensaat...9, 25 Condensaataansluiting...25 Condensaatkuip...11 Condensaatopvoerpomp...25 Configuratie... 42, 55 D Debiet... 8 Debietgrens...8, 16 Dichtheidscontrole...53 Display...32 Drukverlies...16 Drukwachter... 13, 70 E Eindgebruiker-menu...33 Elektrische gegevens...15 Elektrische installatie...28 Emissie...15 Emissieklasse...15 Evenwichtsflesregeling...46 F Fout...72 Foutcode...76 Foutgeheugen...73 G Gasaansluitdruk... 26, 54 Gasbuis...11 Gascombiventiel...12 Gasdrukwachter... 12, 13, 70 Gaseigenschappen...26 Gaskogelkraan...26 Gasreuk... 8 Gassoort...15 Gassoort veranderen...58 Gastoevoer...26 Gefluit...77 Geluiddemper...11 Gewicht...19 Gradiënt...13 H Hoeveelheid condensaat...16 Hydraulische aansluiting...24 I Inbedrijfstelling... 52, 55 Infomenu...36 Ingang...48 Installatievorstbeveiliging...47 Ionisatie-elektrode... 12, 65 Ionisatiestroom...36 K Ketelelektronica...12 Ketelkringpomp...46 Ketelrendement...17 Keteltemperatuur...16 Ketelvorstbeveiliging...47 L Levensduur... 8 Luchtdruk...60 Luchtdrukwachter... 12, 13 Luchttoevoer...27 Luchttoevoeraansluiting... 11, 18 M Min. gasdrukwachter...70 Montage...21 N Netspanning...15 Neutralisatie-installatie...25 Normen...15 Normrendement...16 Normvolume...60 O O2-gehalte...15, 56, 58, 93 Omgevingscondities...15 Onderhoud... 62, 72 Onderhoudsinterval... 62, 63 Onderhoudsmelding...63 Onderhoudsset...89 Onderhoudsweergave...63 Ontluchting...26 Ontstekingselektrode... 12, / La 94-95

95 13 Trefwoordenlijst Ontstekingstoestel...12 Opslag...15 Opstellingsruimte...8, 21 P Parametermenu...38 Pompsturingslogica...46 Programmaverloop...14 R Regeling...55 Resterende opvoerdruk...16 Rookgasaansluiting... 11, 18 Rookgasafvoer...27 Rookgasdebiet...16 Rookgasdrukwachter... 12, 13 Rookgasinstallatie...16 Rookgasmeetpunt...27 Rookgasmeting... 56, 58 Rookgasreuk...8, 77 Rookgastemperatuur...16 Rookgasvoeler... 12, 13 Ruimteluchtonafhankelijk... 8 S Schakelschema... 29, 90 Schoorsteenveger...51 Service-functie...51 Sifon... 11, 25 Spanningstoevoer...15 Speciaal niveau...44 Stabiele plaatsing...21 Steeksleutel...63 Stilstandstijd...61 Stilstandsverlies...17 Storing...72 Verhindering branderwerking...44 Verloopdiagram...14 Vermogen... 16, 41 Vermogenopname...15 Vertrekcollector...11 Vertrekvoeler...12 Verwarmingsvakman-menu...35 Verwarmingswater...22 Voelerkenwaarde...91 Voorzekering...15 Vorstbeveiliging...47 Vul- en aflaatkraan...11 W Waarschuwingscode...74 Warmtewisselaar... 11, 68 Warmwatermodus...43 Warmwatervorstbeveiliging...47 Watergebrekschakelaar... 12, 13 Waterhardheid...22 Waterinhoud...16 Waterkraan...47 Watervulling...24 Waterzuivering...23 Weergave...32 Werking...14 Werkingsdruk...16 Werkingsfase... 36, 73 Werkingsonderbrekingen...61 Werkingsproblemen...77 Wisselstuk...79 Z Zekering...15 T Temperatuur...15 Temperatuurverschil...13 Terugloopcollector...11 Terugloopvoeler...12 Toelatingsgegevens...15 Transport... 15, 20 Typebenaming...10 U Uitgang...48 V Veiligheidstemperatuurbegrenzer...13 Veiligheidstemperatuurvoeler...12 Veiligheidsventiel LPG...58 Veiligheidsvoorschriften... 8 Ventilator... 12, 71 Ventilatortoerental...16 Verbrandingscontrole... 56, 58 Verbrandingslucht / La 95-95

96 Weishaupt n.v., Paepsemlaan, Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Product Beschrijving Vermogen W-branders De miljoenenmaal beproefde compact-bouwreeks: tot 570 kw zuinig, betrouwbaar, volautomatisch. Stookolie-, gas- en combibranders voor één- en meergezinswoningen, alsook voor industriële toepassingen. Met de purflam brander wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand en worden NOx-emissies aanzienlijk gereduceerd. Monarch en De legendarische industriebranders : beproefd, tot kw industriebranders duurzaam, overzichtelijk. Stookolie-, gas- en combibranders voor centrale warmtevoorzieningsinstallaties. multiflam branders Innovatieve Weishaupt-technologie voor branders tot kw met een hoog vermogen: minimale emissiewaarden, vooral bij vermogens hoger dan 1 megawatt. Stookolie-, gas- en combibranders met gepatenteerde brandstofopdeling. WK-industriebranders Krachtpakketten gebouwd volgens een modulair tot kw principe: flexibel, robuust, krachtig. Stookolie-, gasen combibranders voor industriële toepassingen. Thermo Unit De verwarmingssystemen Thermo Unit uit gietijzer of tot 55 kw staal : modern, zuinig, betrouwbaar. Voor de milieuvriendelijke verwarming van één- en meergezinswoningen. Brandstof : gas of stookolie. Thermo Condens Het innovatieve condensatietoestel met tot kw SCOT-systeem: efficiënt, weinig schadelijke stoffen, veelzijdig. Ideaal voor één- en meergezinswoningen. En voor de grote warmtebehoefte als vloerstaande condenserende gasketel met een vermogen gaande tot kw (cascade). Warmtepompen Het warmtepompprogramma biedt oplossingen voor tot 130 kw het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. De systemen zijn geschikt voor renovatie of nieuwbouw. De opstelling in cascade van meerdere warmtepompen is mogelijk. Zonnesystemen Waterverwarmer / energie-opslagvat MSR-techniek / gebouwbeheersystemen Gratis energie van de zon: perfect afgestemde componenten, innovatief, beproefd. Vlakke collectoren met een elegant design voor verwarmingsondersteuning en voor de bereiding van sanitair warm water. Het aantrekkelijke programma voor de bereiding van sanitair warm water omvat klassieke waterverwarmers, die via een verwarmingssysteem gevoed worden en energieopslagvaten die via zonnesystemen gevoed kunnen worden. Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSR-techniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel / La

Condenserende gasketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83251707 1/2011-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4821000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83266507 1/2018-03 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 5 1.1 Doelgroep... 5 1.2 Symbolen... 5 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83251707 1/2018-03 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 5 1.1 Doelgroep... 5 1.2 Symbolen... 5 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A 83266507 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A 83266507 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83266507 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4820000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A Weishaupt n.v. Paepsemlaan 7 1070 Brussel Tel. (02) 343.09.00 Fax (02) 343.95.14 Druknr. 83053107, december 2006 Printed in Germany. Alle wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Bedieningsrichtlijnen

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB 120 300-A 83251707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB 120 300-A 83251707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83251707 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4821000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247607 1/2016-10 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Gascondensatieketel WTC 15-A WTC 25-A WTC

Nadere informatie

Condenserende stookolieketel WTC-OB 45-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende stookolieketel WTC-OB 45-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83293107 1/2014-04 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4624000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Stookoliecondensatieketel WTC-OB 18-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Stookoliecondensatieketel WTC-OB 18-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83297607 1/2016-04 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Stookoliecondensatieketel Type WTC-OB 18-A Leverancier Adres Max

Nadere informatie

Condenserende stookolieketel WTC-OB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende stookolieketel WTC-OB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83293007 1/2014-04 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4620000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 45-A en WTC 60-A 83240707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC 45-A en WTC 60-A 83240707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83240707 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4814000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen Een Duitstalige versie van deze handleiding is voorhanden en kan op eenvoudige aanvraag verkregen worden. 83251907 2/2008-06 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt 83247507 1/2013-09

Condenserende gasketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt 83247507 1/2013-09 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247507 1/2013-09 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 15 32-A 83247607 1/2014-09. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC 15 32-A 83247607 1/2014-09. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247607 1/2014-09 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10 83251307 1/2012-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-GW B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-GW B / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83307207 2/2018-05 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 6 1.1 Doelgroep... 6 1.2 Symbolen... 6 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83310607 1/2017-11 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK Max Weishaupt

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H / 83251307 1/2007-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247507 1/2016-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-G B WTC-G B. Bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich.

Gascondensatieketel WTC-G B WTC-G B. Bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gascondensatieketel WTC-G... 15-B WTC-G... 25-B 83305507 3/2017-07 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3

Nadere informatie

Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83258407 1/2013-04 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 6 1.1 Informatie voor de gebruiker... 6 1.1.1 Symbolen... 6 1.1.2 Doelgroep...

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-G B

Gascondensatieketel WTC-G B Bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gascondensatieketel WTC-G 15 32-B 83305507 1/2018-03 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3 1.1 Symbolen...

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6300 4749 05/2000 BE (NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234 Zorgvuldig lezen vóór bediening Voorwoord Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234 van Buderus

Nadere informatie

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR Inbedrijfstelling Checklist AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Waterverwarmer WAT 140 83050907 1/2011-12. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Waterverwarmer WAT 140 83050907 1/2011-12. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83050907 1/2011-12 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep...

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

/2000 BE (NL)

/2000 BE (NL) 7204 400-09/2000 BE (NL) %HGLHQLQJVYRRUVFKULIW &RQGHQVDWLHJDVNHWHO /RJDPD[SOXV*% =RUJYXOGLJEHZDUHQ Beste klant, De Buderus condensatie-gasketels Logamax plus GB2-24/29/43/60 zijn geconstrueerd en geproduceerd

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer Technische en praktische voorschriften TOP 30-3 TOP 30/42-3 TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB N Cerapur condensatieketels met gestuwde afvoer Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd worden, wanneer

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6301 0018 03/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Functiemodule FM 448 Module voor storingsmeldingen Zorgvuldig lezen vóór de bediening Impressum Het toestel voldoet aan de basiseisen en de

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

7 INSTELLING EN AFREGELING

7 INSTELLING EN AFREGELING 7 INSTELLING EN AFREGELING Het functioneren van het toestel is te beïnvloeden door de (parameter)instellingen in de branderautomaat. Een deel hiervan is direct via het bedieningspaneel in te stellen, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 1.1 Theta-regelaar... 2 1.2 Ruimtethermostaat...2 1.3 Draai-drukknop-Algemeen... 3 1.4 Basisweergave... 3 1.5 Uitzonderlijke weergaven...3 1.6 Instellen van de gewenste dag-ruimtetemperatuur...

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding edieningshandleiding Condensatieketel op gas Logano plus G312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening 6 720 801 310 (2012/02) E Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid............................................

Nadere informatie

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal ZEUS PYRO Werking volgens onderdruk principe Rendement 82-90% Geringe afmetingen Ingebouwde veiligheidskoelspiraal Hoogwaardig keramisch vuurbeton LACFIRE 1800/20 SiC Aslade kan geledigd tijdens het verwarmingsbedrijf

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen COMBIFORT Storingen en blokkeringen INHOUDSOPGAVE Storingen en blokkeringen 1 Algemeen 2 Overzicht meldingen 2.1 Waarschuwingsmeldingen 4 2.2 Blokkeringsmeldingen 4 2.3 Storingsmeldingen 5 3 Oorzaken van

Nadere informatie

Modulerende HydroPower geisers voorzien van een elektronische ontsteking via waterturbine

Modulerende HydroPower geisers voorzien van een elektronische ontsteking via waterturbine Bedieningsvoorschrift Modulerende HydroPower geisers voorzien van een elektronische ontsteking via waterturbine s.v.p. volledig invullen! WR -7 KD0 G5 S0790 Best.Nr. 7 70X 230 9XX NL/Kat. II 2L 3B/P (B

Nadere informatie

R600 IP/ZW Technische documentatie Tapwater- en zwembadketel

R600 IP/ZW Technische documentatie Tapwater- en zwembadketel R600 IP/ZW Technische documentatie Tapwater- en zwembadketel DOC1066 R600 IP/ZW Technische documentatie Tapwater- en zwembadketel 2 Technische gegevens R601 R602 R603 R604 R605 R606 R607 Nominaal vermogen

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift Condenserende gasketel Logano plus GB312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening. 7 747 007 480 01/2007 NL Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid...............................................3

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

Energie-opslagvat WES 660-A-C(-K) en WES 910-A-C(-K) 83280407 1/2013-02. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Energie-opslagvat WES 660-A-C(-K) en WES 910-A-C(-K) 83280407 1/2013-02. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83280407 1/2013-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4716000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Logboek Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Waterkwaliteit..........................

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5507 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G124 / G124 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid 6301 4923-09/01 BE (NL) Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234X TH met Logamatic 2105 Zorgvuldig bewaren Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

Cerapur. Cerapur Comfort TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR. Bedieningshandleiding

Cerapur. Cerapur Comfort TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR. Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR N Cerapur Cerapur Comfort nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR TEL: 03 887

Nadere informatie

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur Inhoudsopgave Overzicht van elektronische ketelpanelen en bedieningen...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W

VIESMANN VITODENS 200-W VIESMNN VITODENS 2-W Technische gegevens estelnummer en prijzen: zie prijslijst VITODENS 2-W type 2H HR-wandtoestel op gas, 17, tot 15, kw als installatie voor meerdere ketels tot 9, kw voor aardgas en

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Ruimtetoestel WEM-RG /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Ruimtetoestel WEM-RG / Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83307107 2/2017-11 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3 1.1 Doelgroep... 3 1.2 Symbolen... 3 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie

Regeling van de varimat WR I.7.3. Systeeminformatie Systeeminformatie Bij een gecombineerd vloer- en radiatorverwarmingssysteem is de gemiddelde verwarmingstemperatuur voor de vloerverwarming doorgaans lager dan die voor de radiatoren. In veel gevallen

Nadere informatie

AD B

AD B NL Met de optie plaatje voor brander met 2 vlamgangen / modulerende brander / 3-wegklep kan bediend worden: - 1 Brander 2 vlamgangen of 1 Modulerende brander - 1 Mengkraan met elektromechanische motor

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes

ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes 1. Statuscodes Tijdens het normaal functioneren van het toestel kan door het drukken op de -toets de actuele status van het toestel worden opgevraagd.

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 met brander Logatop BE Voor de installateur Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud 7 747 014 530 (03/2007) BE Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6302 0071 11/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G215 en Logano G215 met brander Logatop Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08 Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08 Inhoudstafel 1 Opmerkingen met betrekking tot de documentatie 15 2 CE-markering 15 3 Keuze van de opstellingsplaats 15 4 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Plaatstalen ketel ComfortLine

Plaatstalen ketel ComfortLine Notre technique à votre service. Plaatstalen ketel ComfortLine Zonder stookoliebrander/gasbrander Horizontale inox boiler Verwarmingsketel op stookolie/gas voor werking op lage temperatuur, met droge vuurhaard

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. 2 Inhoud I1 Inleiding... 3 2 Veiligheid... 4 3 Ketelbeschrijving... 5 4 Beeldscherm en toetsen... 6 4.1 Reset-toets... 6 4.2 Instellen van

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

2Power opslagtank. Installatie instructies

2Power opslagtank. Installatie instructies 2Power opslagtank Installatie instructies Deze installatieconstructie bevat belangrijk advies voor het hanteren, installeren en opstarten van een 2Power-zonne-installatie. Lees dit advies zorgvuldig door

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Montage- en onderhoudsvoorschrift 7 747 000 051 02/2005 NL (BE) Voor de vakman Montage- en onderhoudsvoorschrift Neutralisatie-eenheid NE 0.1 Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud 1 Algemeen 1 Algemeen De neutralisatie-eenheid

Nadere informatie

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes Calenta 25s - 28c - 35s - 40c 8. Bij storing 8 Bij storing 8.1 Storingscodes De ketel is uitgevoerd met een elektronische regel- en besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor,

Nadere informatie

Multizone-modules MZ003 en MZ004

Multizone-modules MZ003 en MZ004 REGESYSEME Multizone-modules MZ00 en MZ00 Wat is een multizone-module? et is een elektronisch apparaat dat voorzien is voor het sturen van een gasklep of stookoliebrander en maximum of circulatiepompen,

Nadere informatie

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSDIAGRAM GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWAR 2011 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Probleem Reden Oplossing

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 Type CT2 Condenserende HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas H-G20 en L-G25 VITOCROSSAL 200 5/2008 Na montage deze aanwijzing recycleren!

Nadere informatie

Gasdiafragma vervangen

Gasdiafragma vervangen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Omschakeling gastype naar G 31 voor Vitodens 100-W, type WB1B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Condenserende stookolieketel met geïntegreerde 2-traps blauwevlambrander COB / COB-CS

Condenserende stookolieketel met geïntegreerde 2-traps blauwevlambrander COB / COB-CS Uw energie-spaarpartner Condenserende stookolieketel met geïntegreerde 2-traps blauwevlambrander COB / COB-CS COB enkel verwarming COB-CS verwarming + stratificatieboiler Condenserende stookolieketel met

Nadere informatie

Onderhoudshandleiding

Onderhoudshandleiding Onderhoudshandleiding HR-gaswandketel CGB-75 CGB-100 Gasketel Gasketel WolfGmbH Postfach1380 D-84048Mainburg Tel. +49 (0)8751/74-0 Fax: +49 (0)8751/74-1600 Internet:www.wolf-heiztechnik.de Art.-nr. 3064697_201601

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE

Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE auto man fav menu info Condensatieketel op stookolie 6 720 804 973-00.3T Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE 6 720 807 702 (2013/03) BE Zorgvuldig lezen voor de

Nadere informatie

Het cascadesysteem. in één compact toestel

Het cascadesysteem. in één compact toestel Het cascadesysteem in één compact toestel De ThermoSystem HRM is met recht uniek te noemen. En wel omdat het een ruimtebesparend alternatief is voor de gebruikelijke cascade-opstelling. Het blijft verbazingwekkend

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 200-S Houtvergassingsketel met hoog rendement 20 tot 50 kw voor de verbranding van kloofhout

VIESMANN VITOLIGNO 200-S Houtvergassingsketel met hoog rendement 20 tot 50 kw voor de verbranding van kloofhout VIESMANN VITOLIGNO 200-S Houtvergassingsketel met hoog rendement 20 tot 50 kw voor de verbranding van kloofhout Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOLIGNO 200-S Houtvergassingsketel

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

Technische presentatie ecocraft / 3

Technische presentatie ecocraft / 3 Technische presentatie ecocraft / 3 Toesteltypes Toesteltypes Gassoort Verwarmingsvermogen instelling P (kw) Modulatie in % VKK 806/3-E 14.7 84.1 (40/30 C) 13.6 78.2 (80/60 C) 17.5-100 VKK 1206/3-E 23.1

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN 1G:\002 Leverancier\030 Producten\005 Onderhoudsinstructies\TECHNISCHE GEGEVENS EN ONDERDELEN BOEKJES\BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN Belangrijk Alvorens

Nadere informatie

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1 bu USV 5/4 bu USV 6/4 bi Installatie- en gebruikershandleiding NL 3 WEG- OMSCHAKELKLEP voor warmtapwaterlading USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi A.u.b. eerst lezen Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie