Gascondensatieketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gascondensatieketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen"

Transcriptie

1 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich /

2 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Doelgroep Symbolen Borgstelling en aansprakelijkheid Veiligheid Doelmatig gebruik Maatregelen bij gasreuk Maatregelen bij rookgasreuk Veiligheidsvoorschriften Normale werking Elektrische aansluiting Gastoevoer Afvoer van afvalstoffen Productbeschrijving Typebenaming Serienummer Functie Componenten Elektrische onderdelen Veiligheids- en bewakingsfuncties Programmaverloop Technische gegevens Toelatingsgegevens Elektrische gegevens Omgevingscondities Brandstoffen Emissies Vermogen Hydraulische gegevens Berekening van de rookgasinstallatie EnEV-productkenwaarden Afmetingen Gewicht Montage Montagevoorschriften Toestel opstellen Installatie Eisen aan het verwarmingswater Waterhardheid Hoeveelheid vulwater Vul- en navulwater behandelen Hydraulische aansluiting Condensaataansluiting Gastoevoer Luchttoevoer en rookgasafvoer Elektrische aansluiting / La 2-120

3 5.6.1 Aansluitschema Bijkomende pomp via uitgang VA1 aansluiten Veiligheidsventiel gas via uitgang VA1 aansluiten Bediening Bedieningsoppervlak Bedieningspaneel Display Gebruikersmenu Weergave gebruikersmenu Instellingen gebruikersmenu Vakmanmenu Infomenu Parametermenu Vermogen manueel bepalen Configuratie manueel starten Sturingsvarianten Regelingsvarianten Constante vertrektemperatuur Weersafhankelijke regeling Warmwatermodus Ketelkringpomp Algemene aanwijzingen Pomp met toerentalregeling Vorstbeveiliging In-/uitgangen Speciale installatieparameters Schoorsteenveger Inbedrijfstelling Voorwaarden Dichtheid van de gasarmatuur controleren Gasaansluitdruk controleren Condensatieketel instellen Warmtevermogen berekenen Buitenbedrijfstelling Onderhoud Aanwijzingen voor het onderhoud Componenten Onderhoudsweergave Verschildruk op de luchtdrukwachter controleren Elektroden vervangen Branderbuis uit- en inbouwen Warmtewisselaar reinigen Rookgasdrukwachter controleren Foutopsporing Procedure bij storing / La 3-120

4 10.2 Foutgeheugen Waarschuwingscode Foutcode Werkingsproblemen Technische documenten Aansluitschema ketelelektronica Aansluitschema luchtdrukwachter Aansluitschema rookgasdrukwachter Voelerkenwaarden Wisselstukken Notities Trefwoordenlijst / La 4-120

5 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Vertaling van de originele bedieningsrichtlijnen 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast bestanddeel van het toestel en moet altijd bij de installatie bewaard worden. Vóór de werkzaamheden aan het toestel de handleiding grondig lezen. 1.1 Doelgroep Deze handleiding richt zich tot de gebruiker en tot gekwalificeerde vaklui. Deze moet nageleefd worden door alle personen die aan het toestel werken. Werken op het toestel mogen enkel door gekwalificeerde vaklui met de daartoe vereiste kennis en opleiding doorgevoerd worden. Overeenkomstig EN gelden onderstaande voorschriften Dit toestel mag door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek aan ervaring met en kennis van het toestel gebruikt worden op voorwaarde dat zij onder toezicht staan of duidelijke instructies hebben ontvangen voor het veilige gebruik van het toestel. Deze personen moeten tevens begrijpen welke gevaren verbonden zijn aan het gebruik van het toestel. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet door kinderen of personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens zonder geschikt toezicht uitgevoerd worden. 1.2 Symbolen GEVAAR WAARSCHUWING OPGELET Direct gevaar met hoog risico. De niet-naleving leidt tot zware lichamelijke verwondingen of de dood. Gevaar met middelhoog risico. De niet-naleving kan tot schade aan het milieu, zware lichamelijke verwondingen of de dood leiden. Gevaar met beperkt risico. De niet-naleving kan tot materiële schade of lichte tot middelzware lichamelijke verwondingen leiden. Belangrijke opmerking. Vereist een onmiddellijke handeling. Resultaat na een handeling. Opsomming Waardebereik / La 5-120

6 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Montage- en bedieningsrichtlijnen 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid Borgstelling en aansprakelijkheid bij persoonlijke ongelukken en materiële schade zijn uitgesloten, indien deze op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn terug te voeren: ondoelmatig gebruik; niet-naleving van de handleiding; gebruik bij defecte veiligheids- of beschermingsinrichtingen; het verdere gebruik ondanks het optreden van een gebrek; ondeskundige montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud; ondeskundig uitgevoerde herstellingen; gebruik van onderdelen die geen originele Weishaupt-onderdelen zijn; overmacht; eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het toestel; inbouw van aanvullende componenten, die niet samen met het toestel door de fabriek getest zijn; wijziging van de verbrandingsruimte; niet geschikte brandstoffen; gebreken in de toevoerleidingen; bij niet-diffusiedichte stookkringen zonder systeemscheiding / La 6-120

7 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik Het toestel is geschikt voor: Warmwaterstookkringen in gesloten systemen volgens EN Een debiet van maximaal: WTC 120: 10,3 m³/h WTC 170: 14,2 m³/h WTC 210: 18,0 m³/h WTC 250: 21,5 m³/h WTC 300: 25,0 m³/h De verbrandingslucht moet vrij zijn van agressieve stoffen (bijv. halogenen) en vrij zijn van verontreiniging (bijv. stof). Bij verontreinigde verbrandingslucht in de opstellingsruimte moet meer gereinigd worden en is meer onderhoud nodig. In dit geval beveelt Weishaupt de ruimteluchtonafhankelijke werking van het toestel aan. Het toestel mag enkel in gesloten ruimtes gebruikt worden. De opstellingsruimte moet aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoen. De installatienormen NBN D , D en D , de normen voor gasvoorziening NBN D , D (laatste editie), D en D , de normen voor stookplaatsen NBN B ( 70kW) en NBN B (<70 kw) en alle andere geldende normen dienen in acht te worden genomen. Ondoelmatig gebruik kan: verwondings- of levensgevaar voor de gebruiker of voor derden veroorzaken; het toestel of andere voorwerpen beschadigen. 2.2 Maatregelen bij gasreuk Open vuur en vonkvorming verhinderen, bijv.: Geen licht aan- of uitschakelen. Geen elektrische toestellen aanraken. Geen mobiele telefoons gebruiken. Ramen en deuren openen. Gaskogelkraan sluiten. Huisbewoners waarschuwen, niet op een bel drukken. Gebouw verlaten. Van buiten het gebouw de verwarmingsinstallateur of gasmaatschappij verwittigen. 2.3 Maatregelen bij rookgasreuk Toestel uitschakelen en installatie buiten bedrijf stellen. Ramen en deuren openen. Verwarmingsinstallateur of Weishaupt-klantendienst verwittigen / La 7-120

8 2 Veiligheid Montage- en bedieningsrichtlijnen 2.4 Veiligheidsvoorschriften Storingen of gebreken die afbreuk doen aan de veiligheid moeten onmiddellijk opgelost worden. Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief bepaalde levensduur overschreden is resp. vóór het volgende onderhoud overschreden wordt, moeten uit voorzorg vervangen worden [hfst. 9.2]. De constructief bepaalde levensduur van de componenten is in het onderhoudsplan vermeld Normale werking Alle kenplaten op het toestel leesbaar houden. Voorgeschreven instellings-, onderhouds- en inspectiewerken op tijd uitvoeren. Toestel enkel met gesloten deksel gebruiken. Vrij beweegbare delen tijdens de werking niet aanraken Elektrische aansluiting Bij werken aan spanningsgeleidende onderdelen: voorschriften ter voorkoming van ongevallen DGUV Vorschrift 3 (Duitsland) en plaatselijk geldende voorschriften, in het bijzonder het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.), naleven; gereedschap volgens EN gebruiken Gastoevoer Enkel de gasleverancier of een gehabiliteerde installateur mag gasinstallaties in gebouwen en terreinen oprichten, wijzigen en onderhouden. Het leidingsysteem moet overeenkomstig de werkingsdruk aan een belastingsproef en dichtheidscontrole en/of een functionaliteitstest onderworpen worden (zie bijv. DVGW-TRGI, arbeidsblad G 600). Gasmaatschappij voor de installatie over de aard en de omvang van de geplande installatie informeren. Plaatselijke voorschriften en richtlijnen bij de installatie in acht nemen, bijv. DVGW-TRGI, werkblad G 600. Gastoevoer volgens de gassoort en de gaskwaliteit zodanig uitvoeren dat er geen vloeibare stoffen ontstaan, bijv. condensaat. Enkel gekeurd en toegelaten dichtingsmateriaal gebruiken en daarbij de gebruiksinstructies in acht nemen. Toestel opnieuw instellen wanneer naar een andere gassoort wordt overgeschakeld. Dichtheidscontrole na elk onderhoud en elke storingsoplossing doorvoeren. 2.5 Afvoer van afvalstoffen Materiaal en componenten doelmatig en milieuvriendelijk afvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven / La 8-120

9 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Typebenaming Voorbeeld: WTC-GB 170-A WTC Bouwserie: Weishaupt Thermo Condens G Brandstof: gas B Bouwtype: vloerstaand 170 Vermogen: 170 kw A Constructiestand 3.2 Serienummer Het serienummer op het typeplaatje identificeert het product nauwkeurig. Het is absoluut noodzakelijk voor de Weishaupt-klantendienst. 1 1 Typeplaat Ser. Nr.: / La 9-120

10 3 Productbeschrijving Montage- en bedieningsrichtlijnen 3.3 Functie Componenten q Modulair opgebouwde warmtewisselaar 2 Vertrekcollector met buisaansluiting 2" 3 Aansluiting veiligheidsgroep 4 Gasbuis 1" 5 Luchttoevoerleiding DN Sifon 7 Condensaatkuip met rookgasaansluiting 8 Vul- en aflaatkraan 9 Terugloopcollector met buisaansluiting 2" 0 Geluiddemper (enkel WTC WTC 210) q Venturi / La

11 3 Productbeschrijving Elektrische onderdelen t 5 r 6 e w q 1 Veiligheidstemperatuurbegrenzer estb 2 Ontstekingselektrode 3 Bedieningspaneel ketel WCM-CUI 4 Gascombiventiel 5 Aansluitbox W-EAB 6 Ketelelektronica WCM-CPU met toestelzekering 7 Ionisatie-elektrode 8 Ontstekingstoestel 9 Ventilator 0 Vertrekvoeler q Rookgasvoeler w Terugloopvoeler e Watergebrekschakelaar r Luchtdrukwachter t Rookgasdrukwachter / La

12 3 Productbeschrijving Montage- en bedieningsrichtlijnen Veiligheids- en bewakingsfuncties Veiligheidstemperatuurbegrenzer estb Als de temperatuur een waarde van 95 C overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid (W12). Het toestel treedt automatisch terug in werking wanneer de temperatuur 1 minuut lang onder de gewenste vertrekwaarde gedaald is. Als de temperatuur 105 C overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid. De installatie wordt vergrendeld (F11). Verschiltemperatuur vertrek/terugloop Als het verschil tussen vertrek- en teruglooptemperatuur de waarde van parameter A21 overschrijdt, wordt de ketel uitgeschakeld (W15). Als de waarschuwing 30 keer na mekaar optreedt, wordt de installatie vergrendeld (F15). Bij benadering van deze waarden wordt het pompvermogen eerst tot 100% verhoogd en wordt daarna het brandervermogen stapsgewijs gereduceerd. Verschiltemperatuur veiligheidstemperatuurbegrenzer estb/vertrekvoeler Als het verschil tussen veiligheidstemperatuurbegrenzer en vertrektemperatuur de waarde van parameter A22 overschrijdt, wordt de ketel uitgeschakeld (W18). Als de waarschuwing 30 keer na mekaar optreedt, wordt de installatie vergrendeld (F18). Controle van de temperatuurstijging (Gradiënt) Als de temperatuur op de veiligheidstemperatuurbegrenzer te snel stijgt (parameter A23), wordt de ketel uitgeschakeld (W14). De functie wordt pas bij een keteltemperatuur > 45 C actief. Rookgasvoeler Als de rookgastemperatuur de waarde van parameter 33 (fabrieksinstelling 120 C) overschrijdt, wordt de brandstoftoevoer uitgeschakeld en de ventilator- en pompnaloop ingeleid (W16). Luchtdrukwachter De luchtdrukwachter controleert de ventilatordruk. Vooraleer de voorventilatiefase start, wordt de ruststand van het schakelcontact gecontroleerd. Tijdens de voorventilatiefase wordt de juiste werking van de ventilator gecontroleerd. Na 4 mislukte startpogingen wordt de installatie vergrendeld met (F32, F45). Rookgasdrukwachter Tijdens de werking controleert de rookgasdrukwachter de druk in de condensaatkuip. Daarmee wordt vermeden dat de sifon bij te hoge tegendruk leeggedrukt wordt. Als de druk hoger ligt dan 5,5 mbar, treedt de rookgasdrukwachter in werking en wordt de installatie vergrendeld (F46). Als de druk tijdens de stilstandscontrole van de ventilator niet daalt, treedt de rookgasdrukwachter in werking en wordt de installatie vergrendeld (F38). Watergebrekschakelaar Als de installatiedruk onder 1 bar zakt, wordt het toestel uitgeschakeld (F36). Als de druk weer tot 1,2 bar stijgt, treedt het toestel automatisch weer in werking. Gasdrukwachter De gasdrukwachter controleert de gasaansluitdruk. Als de druk lager ligt dan de ingestelde waarde, wordt het toestel uitgeschakeld (W47) / La

13 3 Productbeschrijving Programmaverloop Voorventilatie Bij warmtevraag 1 start de ventilator en loopt deze naar het voorventilatietoerental 2. Ontsteking De ventilator daalt naar het ontstekingstoerental 3, de ontsteking 4 wordt aangeschakeld en de gasventielen 5 worden geopend. De ontstekingsvonk ontsteekt de brandstof. Er wordt een vlam gevormd. Veiligheidstijd Na afloop van de veiligheidstijd (3,5 seconden) 6 schakelt de ontsteking af. Vlamstabilisatie Als er een vlamsignaal 7 is, dan volgt de vlamstabilisatietijd 8. Vertraagde verwarmingsmodus In de werkingsstand verwarming volgt eerst de vertraagde verwarmingsmodus 9. Voor de duur van de vertragingstijd wordt het verwarmingsvermogen beperkt ( bij warmwaterlading valt de vertraagde verwarmingsmodus weg). Modulerende werking De interne temperatuurregelaar van het toestel neemt het voor de ventilator gedefinieerde toerental 0 binnen de geprogrammeerde vermogengrenzen over. Naventilatie Na elke regelafschakeling, na een fout en na de terugkeer van de spanning werkt de ventilator volgens het naventilatietoerental q q / La

14 3 Productbeschrijving Montage- en bedieningsrichtlijnen 3.4 Technische gegevens Toelatingsgegevens Gastoestelcategorie Soort installatie I2ELL, I2H, I2E(R)B (EU) 2016/426 CE-0063 BS 3948 SVGW B23, B23P (1, B33, C13, C33, C43, C53, C63 (in België niet toegelaten), C83, C93 (1 Enkel in verbinding met rookgassysteem van drukklasse P1 of H1 volgens EN Fundamentele normen EN :2015 EN :2012 Andere normen, zie EU-conformiteitsverklaring Elektrische gegevens WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC 300 Netspanning / netfrequentie 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz 230 V / 50 Hz Vermogenopname werking 170 W 260 W 265 W 295 W 389 W Vermogenopname stand-by 7 W 7 W 7 W 7 W 7 W Toestelzekering intern 6,3 AT 6,3 AT 6,3 AT 6,3 AT 6,3 AT Zekering extern max 16 A max 16 A max 16 A max 16 A max 16 A Beschermingsgraad IP 20 IP 20 IP 20 IP 20 IP Omgevingscondities Temperatuur tijdens de werking C Temperatuur bij transport/opslag C Relatieve luchtvochtigheid max 80 %, geen dauwpunt Brandstoffen Aardgas / La

15 3 Productbeschrijving Geluidsemissiewaarden Emissies Rookgasafvoer Het toestel is volgens EN conform emissieklasse 6. Geluid WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC 250 Gemeten geluidsvermogen 58 db(a) (1 63 db(a) (1 66 db(a) (1 67 db(a) (1 70 db(a) (1 LWA (re 1 pw) Onzekerheid KWA 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) Gemeten geluidsdruk 51 db(a) 56 db(a) 59 db(a) 62 db(a) 64 db(a) LpA (re 20 μpa) Onzekerheid KpA 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) 4 db(a) (1 Volgens ISO berekend. Op 1 meter afstand van het toestel berekend. Het gemeten geluidsniveau plus onzekerheid stellen de bovenste grenswaarde voor die bij metingen kan optreden Vermogen Warmtevermogen QC [kw] Ketelvermogen bij 80/60 C [kw] Ketelvermogen bij 50/30 C [kw] Ventilatortoerental [1/min] Hoeveelheid condensaat bij 50/30 C [l/h] WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC ,0 115,9 27,0 161,0 44,0 200,0 48,0 239,0 53,0 276,0 22,4 114,0 26,3 158,4 42,9 196,8 46,8 235,2 51,6 271,6 25,0 121,9 29,4 170,0 47,9 210,0 52,3 251,0 57,7 290, ,1 7,9 3,7 12,3 4,8 14,1 6,2 17,4 5,6 20, / La

16 3 Productbeschrijving Hydraulische gegevens WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC 300 Waterinhoud 13,5 liter 16,0 liter 20 liter 22,5 liter 25 liter Keteltemperatuur max 85 C max 85 C max 85 C max 85 C max 85 C Werkingsdruk max 6 bar max 6 bar max 6 bar max 6 bar max 6 bar Debietgrens 10,3 m³/h 14,2 m³/h 18,0 m³/h 21,5 m³/h 25,0 m³/h Drukverlies Om de hydraulische dimensionering van de verwarmingsinstallatie te bepalen, drukverlies van het toestel en de maximale debietgrens in acht nemen WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC Debiet [m³/h] 2 Drukverlies [mbar] / La

17 3 Productbeschrijving Restopvoerdruk aan het rookgasmeetpunt Rookgasdebiet Rookgastemperatuur bij 80/60 C Rookgastemperatuur bij 50/30 C Berekening van de rookgasinstallatie WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC Pa 166 Pa 145 Pa 182 Pa 189 Pa 10,3 51,1 g/s 12,1 71,0 g/s 19,5 88,1 g/s 21,6 105,3 g/s 23,8 121,6 g/s C C C C C C C C C C Ketelrendement bij 100 % vermogen en gemiddelde keteltemperatuur 70 C Ketelrendement bij 30 % vermogen en teruglooptemperatuur 30 C Stilstandsverlies bij 50 K boven ruimtetemperatuur EnEV-productkenwaarden WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC ,4 % Hi (88,6 % Hs) 108,8 % Hi (98,0 % Hs) 98,4 % Hi (88,6 % Hs) 108,8 % Hi (98,0 % Hs) 98,4 % Hi (88,6 % Hs) 108,8 % Hi (98,0 % Hs) 98,4 % Hi (88,6 % Hs) 108,8 % Hi (98,0 % Hs) 98,4 % Hi (88,6 % Hs) 108,8 % Hi (98,0 % Hs) 0,36 %; 391 W 0,28 %; 425 W 0,27 %; 510 W 0,26 %; 583 W 0,25 %; 650 W / La

18 3 Productbeschrijving Montage- en bedieningsrichtlijnen Afmetingen 680 mm mm 102 mm 154, mm ,5 mm 363,5 mm 6 154, mm mm 900,5 mm 79 mm 205,5 360 mm ca. 110 mm 144 mm Veiligheidsgroep WTC 120 / WTC 170: G1¼ WTC 210 / WTC 250 / WTC 300: G1½ 2 Gastoevoer G1 3 Luchttoevoer DN Condensaatafvoer 5 Rookgasafvoer DN Terugloop G2 7 Vertrek G2 8 WTC 120 / WTC 170: 953 mm WTC 210 / WTC 250 / WTC 300: 1205 mm / La

19 3 Productbeschrijving Gewicht WTC 120 WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC 300 Leeggewicht ca. 152 kg ca. 172 kg ca. 212 kg ca. 225 kg ca. 242 kg / La

20 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Enkel geldig voor Zwitserland Bij montage en werking moeten de voorschriften van de SVGW en de VKF, de plaatselijke en kantonnale reglementering in acht genomen worden. Opstellingsruimte De opstellingsruimte moet aan de plaatselijk geldende voorschriften voldoen. Er moet een opening naar buiten zijn met een minimumdiameter, zie DVGW-TRGI, werkblad G 600. De diameter mag over maximum twee openingen verdeeld zijn. Type Ruimteluchtafhankelijk WTC cm² WTC 170 WTC 210 WTC 250 WTC 300 Minimumdiameter 390 cm² 470 cm² 550 cm² 650 cm² Ruimteluchtonafhankelijk WTC cm² of 2 x 75 cm² Voor de montage ervoor zorgen dat: de minimumafstand aangehouden wordt [hfst. 4.2]; het condenswater kan afgevoerd worden; de transportweg vrij is en voldoende draagkracht heeft [hfst ]; de opstellingsplaats voldoende draagkracht heeft; er genoeg plaats is voor de hydraulische aansluiting; de opstellingsruimte vorstbestendig en droog is. 4.2 Toestel opstellen Voorkant verwijderen Klep 1 op het bedieningspaneel van de ketel openen. Schroef 2 losdraaien en voorkant afnemen / La

21 4 Montage Transport Voor het transport kunnen op 6 plaatsen handvaten (buizen) ingeschroefd worden. Bij het transport via een trap kunnen de onderste transportpunten gebruikt worden. ¾"-buizen aan de transportpunten 1 inschroeven. 1 Minimumafstand Voor onderhoudswerken minimumafstand tot de muur respecteren. Aan de voor- en zijkant van het toestel 50 cm Stabiele plaatsing Als een hogere plaatsing van de condensaatafvoer nodig is, kan een set voor toestelvoetverlenging (toebehoren) ingebouwd worden. Instelbereik van de voetschroeven: mm Met de voetschroeven horizontaal stabiliseren / La

22 5 Installatie Montage- en bedieningsrichtlijnen 5 Installatie 5.1 Eisen aan het verwarmingswater Het verwarmingswater moet aan de VDI-richtlijn 2035 of aan vergelijkbare lokale voorschriften voldoen. Onbehandeld vul- en navulwater moet dezelfde kwaliteit hebben als drinkwater (kleurloos, helder, zonder afzetting). Het vul- en navulwater moet vooraf gefilterd zijn (maaswijdte max 25 µm). De ph-waarde moet bij 8,5 ± 0,5 liggen. Er mag geen zuurstof in het verwarmingswater ingebracht worden (max 0,02 mg/l). Bij niet diffusiedichte installatiecomponenten moet het toestel door een systeemscheiding van de stookkring losgekoppeld worden Waterhardheid De toegelaten waterhardheid wordt in verhouding tot de hoeveelheid vul- en navulwater bepaald. Uit diagram afleiden of er maatregelen voor de waterzuivering getroffen moeten worden. Als het vulwater zich in het bereik boven de grenscurve bevindt: Vul- en navulwater behandelen. Als het vulwater zich in het bereik onder de grenscurve bevindt, moet het water niet behandeld worden. Hoeveelheid vul- en navulwater documenteren. WTC 120 / WTC WTC 120 WTC Hoeveelheid vul- en navulwater [liter] 2 Totale hardheid [ dh] / La

23 5 Installatie WTC 210 / WTC 250 / WTC WTC 210 WTC 250 WTC Hoeveelheid vul- en navulwater [liter] 2 Totale hardheid [ dh] / La

24 5 Installatie Hoeveelheid vulwater Als er geen informatie over de hoeveelheid vulwater beschikbaar is, kan deze met onderstaande tabel ongeveer geschat worden. Bij installaties met buffervaten moet rekening gehouden worden met de inhoud van het buffervat. Verwarmingssysteem Geschatte hoeveelheid vulwater (1 55/45 C 70/55 C Buizen- en staalradiatoren 37 l/kw 23 l/kw Gietijzeren radiatoren 28 l/kw 18 l/kw Paneelradiatoren 15 l/kw 10 l/kw Ventilatie 12 l/kw 8 l/kw Convectoren 10 l/kw 6 l/kw Vloerverwarming 25 l/kw 25 l/kw (1 Met betrekking tot de warmtebehoefte van het gebouw / La

25 5 Installatie Vul- en navulwater behandelen Ontzilting (wordt door Weishaupt aanbevolen) Vul- en navulwater volledig ontzilten. (Aanbeveling: mengbedmethode) Bij volledig ontzilt verwarmingswater mag de hoeveelheid navulwater voor tot 10 % van de inhoud van de installatie onbehandeld zijn. Hogere hoeveelheden navulwater moeten eveneens ontzilt worden. ph-waarde (8,5 ± 0,5) van het ontzilte water controleren: Na de inbedrijfstelling Na ca. 4 weken werking. Bij het jaarlijkse onderhoud van het toestel ph-waarde van het verwarmingswater evt. door toevoeging van trinatriumfosfaat verhogen. Ontharding (kationenwisselaar) OPGELET Schade aan het toestel door verhoogde ph-waarde De ontharding door kationenwisselaar leidt tot alkalisch verwarmingswater. Het toestel kan door corrosie beschadigd worden. Na de ontharding door kationenwisselaar moet de ph-waarde extra gestabiliseerd worden. Vul- en navulwater ontharden. ph-waarde stabiliseren. ph-waarde (8,5 ± 0,5) bij het jaarlijkse onderhoud van het toestel controleren. Hardheidstabilisatie OPGELET Schade aan het toestel door ongeschikte inhibitoren Corrosievorming en afzetting kunnen het toestel beschadigen. Enkel inhibitoren gebruiken als de fabrikant het volgende garandeert: De eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater worden vervuld. De warmtewisselaar in het toestel wordt niet corrosief aangetast. Er is geen slibvorming in de verwarmingsinstallatie. Vul- en navulwater met inhibitoren behandelen. ph-waarde (8,5 ± 0,5) volgens de voorschriften van de fabrikant van de inhibitoren controleren / La

26 5 Installatie Montage- en bedieningsrichtlijnen 5.2 Hydraulische aansluiting Verwarmingsinstallatie met minstens tweemaal de volledige inhoud van de installatie spoelen. Vreemde bestanddelen worden verwijderd. Vertrek en terugloop aansluiten (afsluitinrichtingen inbouwen). Veiligheidsgroep aanbouwen Expansievat aanbouwen. Evt. slibafscheider in terugloopleiding inbouwen Veiligheidsgroep WTC 120 / WTC 170: G1¼ WTC 210 / WTC 250 / WTC 300: G1½ 2 Vertrek G2 3 Terugloop G2 4 Vul- en aflaatkraan / La

27 5 Installatie Watervulling WAARSCHUWING OPGELET Verontreiniging van sanitair water Het bijvullen van de installatie zonder geschikte vulcombinatie kan het sanitair water verontreinigen. Een directe verbinding tussen verwarmingswater en sanitair water is niet toegelaten. Verwarmingswater via correcte vulcombinatie (bijv. CA beveiliging) vullen. Schade aan het toestel door ongeschikt vulwater Corrosie en afzetting kunnen de installatie beschadigen. Eisen aan de kwaliteit van het verwarmingswater en de plaatselijk geldende voorschriften respecteren [hfst. 5.1]. De installatiedruk moet minstens 1,3 bar bedragen. Afsluitinrichtingen openen. Kap van de snelontluchter losmaken. Verwarmingsinstallatie via de vulkraan langzaam vullen; daarbij installatiedruk in acht nemen. Installatie ontluchten. Dichtheid en installatiedruk controleren / La

28 5 Installatie Montage- en bedieningsrichtlijnen 5.3 Condensaataansluiting GEVAAR Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas Bij niet gevulde sifon komt er rookgas vrij. Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood. Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere stilstandstijden of werking met teruglooptemperaturen > 55 C. Het condensaat dat bij condenserende werking ontstaat, wordt via een geïntegreerde sifon naar de riolering geleid. Werkblad DVWA-A 251 en plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen en evt. een neutralisatie-eenheid inbouwen. Als de rioolaansluiting boven de condensaatuitgang is: Condensaatopvoerpomp inbouwen. Condensaatslang plaatsen Condensaatslang zo plaatsen dat er geen water kan stagneren (sifoneffect) en dat het condensaat ongehinderd kan afvloeien. Condensaatslang naar de condensaatafvoerleiding leiden / La

29 5 Installatie Sifon vullen Sifon via het rookgasaansluitstuk of een revisieopening met water vullen tot er water uit de condensaatslang vloeit. Als er een externe sifon, bijv. condensaatslang 1 na de ketel aanwezig is: Kap van de ontluchtingsopening afsnijden. Als er geen externe sifon aanwezig is, mag de kap van de ontluchtingsopening niet afgesneden worden / La

30 5 Installatie 5.4 Gastoevoer Enkel een erkende installateur mag de gasaansluiting doorvoeren. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. De gaseigenschappen moeten met de gegevens op het typeplaatje van het toestel overeenstemmen. Het toestel is in de leveringsconfiguratie op aardgas H (G20) ingesteld. Gasaansluitdruk Tijdens de werking moet de gasaansluitdruk binnen onderstaand bereik liggen: Aardgas H Aardgas L 17, ,0 mbar 20, ,0 mbar De werking is buiten de bereiken volgens EN 437 niet toegelaten. Gastoevoer installeren GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Een ontstekingsbron kan een gas-lucht-mengsel doen ontploffen. Gastoevoer zorgvuldig installeren. Alle veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Vóór het begin van de werken de afsluitinrichtingen sluiten en tegen onverhoeds openen beveiligen. Gastoevoerleiding spanningsvrij monteren. Als een thermische afsluitinrichting (TAE) vereist is: Thermische afsluitinrichting vóór de gaskogelkraan of gaskogelkraan met TAE installeren. Gaskogelkraan op de gasaansluiting installeren. Gastoevoer aansluiten. Gastoevoerleiding op dichtheid controleren en ontluchten Alleen de gasverdeelmaatschappij (GVM) of een door de gasverdeelmaatschappij erkend installatiebedrijf mag de gasleiding op dichtheid controleren en ontluchten. Veiligheidsventiel gas Als een veiligheidsventiel gas nodig is: Ventiel aan uitgang VA1 aansluiten [hfst ]. Parameter 15 op 0 instellen [hfst ] / La

31 5 Installatie 5.5 Luchttoevoer en rookgasafvoer Luchttoevoer De verbrandingslucht kan toegevoerd worden: uit de opstellingsruimte (ruimteluchtafhankelijke werking); door de aansluiting van een externe luchttoevoerleiding (ruimteluchtonafhankelijke werking). Rookgasafvoer Bij de rookgasafvoer moeten de plaatselijk geldende voorschriften alsook de bouwrichtlijnen in acht genomen worden. OPGELET Schade aan de ketel door verkeerd rookgassysteem De ketel kan overbelast worden. Ketel enkel met een van de volgende ketelaansluitsets in bedrijf stellen. De condensatieketel is met de onderstaande ketelaansluitsets gecertificeerd en mag enkel daarmee in bedrijf gesteld worden. WTC 120 / WTC 170: Ketelaansluitset bochtstuk (bestelnr ) Ketelaansluitset recht stuk (bestelnr ). WTC 210 / WTC 250 / WTC 300: Ketelaansluitset bochtstuk (bestelnr ) Ketelaansluitset recht stuk (bestelnr ) Aansluitset aan rookgasaansluiting installeren, zie montagerichtlijnen WAL-PP. Voor de verdere aansluiting mag enkel een toegelaten rookgassysteem gebruikt worden. Als de condensatieketel aan de schoorsteen van een huis aangesloten wordt, moet deze met een rookgassysteem volgens de plaatselijk geldende normen uitgerust worden. Het rookgassysteem moet dicht zijn. Dichtheidscontrole van het rookgassysteem uitvoeren. Als er een kunststof-rookgassysteem aangesloten wordt dat niet voor rookgastemperaturen gaande tot 120 C toegelaten is, moet de uitschakeltemperatuur rookgasweg (P 33) overeenkomstig gereduceerd worden / La

32 5 Installatie Montage- en bedieningsrichtlijnen 5.6 Elektrische aansluiting GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag enkel door gekwalificeerde vaklui doorgevoerd worden. Daarbij de plaatselijk geldende voorschriften naleven. Bus- en buitenvoelerleiding apart en bij voorkeur met afgeschermde leidingen (getwijnd) aansluiten. Voor de aparte kabelinvoer van 230 V-leidingen tegenover Bus- en voelerleidingen (SELV) zijn aparte kabelgoten voorzien. Leidingen van de achterkant van het toestel door de kabelgoten naar de aansluitbox leiden. In- en uitgangen volgens het gebruik toewijzen [hfst. 6.10]. Afscherming van de bus- en buitenvoelerleidingen op de schermaansluitklemmen plaatsen. Kabels volgens het aansluitschema aansluiten, daarbij op de juiste fasepositie van de stroomvoorziening letten / La

33 5 Installatie Aansluitschema Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. De maximale totale stroom van alle externe verbruikers mag maximum 4,5 A bedragen. WCM - CPU AC F1 230V 6,3 AT DC D D ebus Modul D µc - Unit A D A S1 230V L N H1 L E H2 MFA1 MFA2 VA1 L E L N L N 1 2 ebus B M B1 B3 1 M 1 M 1 M N1 1 M 16A L N PE 230 V/50 Hz H1 H2 MFA1 MFA2 L N WCM-EM WCM-FS B11 B1 B3 n U(I) V ma Stekker Kleur Aansluiting Omschrijving 230V Zwart Spanningstoevoer 230 V AC / 50 Hz H1 Turkoois Ingang 230 V AC / 2 ma H2 Wijnrood Ingang 230 V AC / 2 ma MFA 1 Paars Relais-uitgang 230 V AC max 3 A (AC1) MFA 2 Paars Relais-uitgang 230 V AC max 3 A (AC1) VA1 Bruin Spanningsvrije relais-uitgang 230 V AC/max 3 A (AC1) ebus Lichtblauw WCM-componenten (FS, EM, KA, COM) B11 Wit Evenwichtsflesvoeler 0 99 C; NTC 5 kω B1 Groen Buitenvoeler C; NTC 600 Ω B3 Geel Warmwatervoeler 0 99 C; NTC 12 kω Donkerblauw Stuursignaal voor pomp met toerentalregeling V N1 Oranje Afstandssturing temperatuur 2 10 V; 4 20 ma max 20mA / La

34 5 Installatie Montage- en bedieningsrichtlijnen Bijkomende pomp via uitgang VA1 aansluiten Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. Pomp overeenkomstig het aansluitschema aansluiten. 230V L N H1 L E H2 MFA1 MFA2 VA1 ebus B11 L E L N L N M 16A L N PE 230 V/50 Hz Veiligheidsventiel gas via uitgang VA1 aansluiten Opmerkingen voor de elektrische installatie in acht nemen [hfst. 5.6]. Ventiel volgens aansluitschema aansluiten. 230V L N H1 L E H2 MFA1 MFA2 VA1 ebus B11 L E L N L N M 16A L N PE 230 V/50 HZ / La

35 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningsoppervlak Bedieningspaneel Klep aan het bedieningspaneel van de ketel openen. 1 2 reset [ENTER] Keuze; invoering bevestigen 2 Draaiknop Door de parameterstructuur navigeren; waarden veranderen 3 [reset] Fouten ontgrendelen (als er geen fout is, wordt de installatie bij het indrukken van deze knop opnieuw gestart). 4 Schakelaar S1 0: toestel UIT 1: toestel AAN / La

36 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen Display Het display geeft de huidige werkingsstanden en werkingsgegevens weer. Naargelang de uitrusting van de installatie worden de symbolen al dan niet weergegeven. Als er een afstandsbedieningseenheid (bijv. WCM-FS) aangesloten is, gebeurt de temperatuurregeling via de afstandsbedieningseenheid. De symbolen 9 q verschijnen niet. Als de communicatie tussen ketelelektronica en afstandsbedieningseenheid uitvalt, worden de symbolen voor de noodwerking weer afgebeeld. q Brander in werking 2 Verwarmingsmodus actief Symbool knippert: ketelvorstbeveiliging actief 3 Warmwaterlading actief Symbool knippert: warmwatervorstbeveiliging actief 4 Fout 5 Onderhoudsaanwijzing 6 Vertrektemperatuur (standaardweergave); parameters en waarden 7 Vorstbeveiliging actief 8 Standby 9 Zomermodus actief (geen verwarming) 0 Verwarmen volgens gewenste verlaagde waarde q Verwarmen volgens gewenste normale waarde Voeleronderbreking weergave bij voeleronderbreking of voelerkortsluiting Weergave uitstel branderstart [hfst. 6.6] / La

37 6 Bediening 6.2 Gebruikersmenu In het gebruikersmenu kunnen verschillende informatiepunten geraadpleegd worden en waarden ingesteld worden. Naargelang de uitrusting van de installatie worden de symbolen al dan niet weergegeven. Als er een afstandsbedieningseenheid (bijv. WCM-FS) aangesloten is, gebeurt de temperatuurregeling via de afstandsbedieningseenheid. De symbolen 1 4 verschijnen niet. Als de communicatie tussen ketelelektronica en afstandsbedieningseenheid uitvalt, worden de symbolen voor de noodwerking weer afgebeeld Weergave gebruikersmenu Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Aan de draaiknop draaien. Keuzebalk wisselt af tussen de symbolen Vertrektemperatuur (---: Stand-by) 2 Vertrektemperatuur (---: Stand-by) 3 Werkingsstand: S: Zomermodus W: Wintermodus 4 Warmwatertemperatuur / La

38 6 Bediening Instellingen gebruikersmenu Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Aan de draaiknop draaien. Keuzebalk wisselt af tussen de symbolen. Op [ENTER]-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven. Met draaiknop waarde veranderen en met [ENTER]-toets opslaan Instelling Bereik Fabrieksinstelling 1 Normale gewenste vertrektemperatuur 2 Verlaagde gewenste vertrektemperatuur 3 Bedrijfsmodus S: zomer W: winter Verlaagde gewenste vertrektemperatuur maximale vertrektemperatuur (Parameter 31) ---: Stand-by 4 Gewenste waarde warm water 30 C 65 C ---: Warmwatermodus uit 5 Vermogen manueel regelen servicefunctie Minimale vertrektemperatuur (Parameter 30) Normale gewenste vertrektemperatuur Minimaal vermogen Maximaal vermogen 6 Vakmanmenu W / La

39 6 Bediening 6.3 Vakmanmenu Vakmanmenu activeren. Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Draaiknop draaien en keuzebalk onder het steeksleutelsymbool plaatsen. Op [ENTER]-toets drukken. Aan de draaiknop draaien en code 11 instellen. Met toets [ENTER] code bevestigen. Symboollijst van het vakmanmenu verschijnt Infomenu 2 Parametermenu 3 Foutgeheugen Aan de draaiknop draaien en keuzebalk onder het gewenste menu plaatsen. Op [ENTER]-toets drukken. Menu wordt geactiveerd. Vakmanmenu verlaten Aan de draaiknop draaien, tot ESC verschijnt. Op [ENTER]-toets drukken / La

40 6 Bediening Infomenu Installatiewaarden (i) weergeven Infomenu activeren [hfst. 6.3]. Aan de draaiknop draaien. Installatiewaarden kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie worden bepaalde waarden niet afgebeeld. Info Systeem Eenheid i 10 Bedrijfsfase 0: Brander uit 1: Ruststandscontrole ventilator 2: Voorventilatietoerental bereiken 3: Voorventilatie 4: Ontstekingstoerental bereiken 5: Ontsteking vlamvormingstijd (10 1,0 seconden) 6: Brander in werking 7: Relaiscontrole gasventielen 8: Naventilatietoerental bereiken en naventilatie i 11 Vermogen % i 12 (1 Gemiddelde buitentemperatuur C i 13 Gewenste vertrekwaarde (Individuele ketel) Gewenste vermogenwaarde (cascadewerking) Gewenste temperatuurwaarde (Afstandsbesturing DDC) Hoogste warmtevraag (Afstandsbesturing WCM-FS, WCM-EM, via N1) i 15 Gewenste temperatuurwaarde via N1 C (1 Kan gereset worden Info Actoren Eenheid i 20 Werkingsstand H: Verwarming W: Warm water i 22 Pompvermogen % i 23 Ventilatortoerental 1/min x 10 Info Sensoren Eenheid i 30 Veiligheidstemperatuur estb C i 31 Rookgastemperatuur C i 32 Ionisatiesignaal Gewenste waarde minimaal vermogen: 9 16 µa Gewenste waarde maximaal vermogen: µa Grenswaarde: 4 µa i 33 Buitentemperatuur C i 34 Warmwatertemperatuur C i 35 Vertrektemperatuur C C % C C μa / La

41 6 Bediening Info Sensoren Eenheid i 37 Teruglooptemperatuur C i 39 Evenwichtsfles- temperatuur C Info Systeeminfo Eenheid i 42 Branderstarts x 1000 i 43 Werkingsuren brander h x 100 i 44 Softwareversie WCM-CPU i 45 Softwareversie WCM-CUI i 46 (1 Tijd sinds het laatste onderhoud [hfst. 9.3] h x 10 ESC Menu verlaten (1 Kan gereset worden Installatiewaarde terugzetten Gewenste waarde selecteren. Toets [ENTER] ca. 2 seconden ingedrukt houden. Waarden worden gereset / La

42 6 Bediening Parametermenu Parameters (p) weergeven Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Aan de draaiknop draaien. Installatiewaarden kunnen geraadpleegd worden. Naargelang de uitrusting van de installatie verschijnen bepaalde parameters niet. Waarden veranderen. Op [ENTER]-toets drukken. Ingestelde waarde wordt knipperend weergegeven. Met draaiknop de waarde veranderen. Waarde met [ENTER]-toets opslaan. Parameter Basisconfiguratie Instelbereik Fabrieksinstelling P 10 Toestelconfiguratie [hfst. 7.2] P 11 Gassoort E: aardgas EA: aardgas met rookgasklep (zet P 13 op 9, P 16, 17 op 4) P 12 Toesteladres 1: Individueel toestel A: 1ste toestel bij cascade, DDC-systeem (zet P 71 op 1) b E: Volgende toestellen bij cascade, DDC-systeem (zet P 71 op 0) P 13 P 14 P 15 Functie variabele uitgang MFA 1 Functie variabele uitgang MFA 2 Functie variabele uitgang VA1 0: Werkingsmelding (veiligheidsventiel gas) 1: Storingsmelding 2: Toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3: stookkringpomp (verwarming) 4: Warmwater-laadpomp (WW-werking) 6: Warmwater-circulatiepomp via WCM-FS 7: stookkringpomp met WCM-FS #1, #1+2 8: Duurspanning 9: Aansturing rookgasklep (verschijnt bij P 11 op EA) 0: Werkingsmelding (veiligheidsventiel gas) 1: Storingsmelding 2: Toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3: Stookkringpomp (verwarming) 4: Warmwater-laadpomp (WW-werking) 6: WW-circulatiepomp via WCM-FS #1, #1+2, #2 7: Stookkringpomp via WCM-FS #1, #1+2 8: Duurspanning 0: Werkingsmelding (veiligheidsventiel gas) 1: Storingsmelding 2: Toevoerpomp (verwarmings- en WW-werking) 3: Stookkringpomp (verwarming) 4: Warmwater-laadpomp 6: WW-circulatiepomp via WCM-FS #1, #1+2, #2 7: Stookkringpomp via WCM-FS #1, #1+2 E / La

43 6 Bediening P 16 Functie ingang H1 0: Stookkring-vrijgave 1: Stookkring verlaging/normaal 3: Stand-by met vorstbeveiliging 4: Terugmelding rookgasklep (verschijnt bij P 11 op EA) P 17 Functie ingang H2 0: Warmwater-vrijgave 2: Verwarming met speciaal niveau 3: Branderverhinderingsfunctie 4: Terugmelding rookgasklep (verschijnt bij P 11 op EA) 5: Condensaatopvoerpomp P 18 Parameter Speciaal niveau verwarming [hfst. 6.6] (enkel als P 17 op 2) Weersafhankelijke regeling 8 C P Instelbereik P 20 Buitenvoeler-correctie -4 4 K 0 P 23 Installatievorstbeveiliging [hfst. 6.9] C Parameter Basisconfiguratie Instelbereik Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Parameter Warmtegenerator Instelbereik Fabrieksinstelling P 30 P 31 P 32 P 33 P 34 Minimale vertrektemperatuur Maximale vertrektemperatuur Schakeldifferentieel vertrektemperatuur Uitschakeltemperatuur rookgasweg Uitstel van de branderstart 8 C (P 31 - P 32) 8 (P 30 + P 32) (85 C - P 32) 79 ±1 7 K C min ---: Deactivatie P 35 Ontstekingstoerental % WTC 120: 38 WTC 170: 37 WTC 210: 38 WTC 250: 37 WTC 300: 31 P 36 Minimaal vermogen WTC 120: 25 % P 37 WTC 170: 22 % P 37 WTC 210: 26 % P 37 WTC 250: 23 % P 37 WTC 300: 22 % P 37 P 37 P 38 Maximaal vermogen verwarming Maximaal vermogen warm water P % 100 P % WTC 120: 25 WTC 170: 22 WTC 210: 26 WTC 250: 23 WTC 300: / La

44 6 Bediening Parameter Circulatiepomp Instelbereik Fabrieksinstelling P 40 P 41 P 42 P 43 P 44 P 45 P 46 Pompwerkingsstand verwarming Pompnalooptijd verwarmingsmodus (enkel als P 40 op 0 is) Pompnalooptijd warm water Werking pomp met toerentalregeling [hfst ] Minimaal vermogen pomp met toerentalregeling verwarmingsmodus Maximaal vermogen pomp met toerentalregeling verwarmingsmodus Vermogen toerentalregeling pomp warmwatermodus P 47 Als P 43 zich op 3 bevindt: optimalisatie evenwichtsflesregeling vertrek-/evenwichtsflestemperatuur alsp 43 zich op 4 bevindt: optimalisatie platenwarmtewisselaarregeling vertrektemperatuur/ platenwarmtewisselaarte mperatuur (primair) P 48 P 49 Optimalisatie verschiltemperatuurregeli ng vertrek- / teruglooptemperatuur (enkel als P 43 op 2) Traagheid verschiltemperatuurregeli ng 0: Pompnalooptijd 1: Continue werking van de pomp 1 60 min min ---: Deactivatie 1: Vermogen pomp ~ vermogen WTC 2: Vermogen pomp ~ afhankelijkheid tussen vertrek- en teruglooptemperatuur (verschiltemperatuurregeling) 3: Vermogen pomp ~ afhankelijkheid tussen vertrek- en evenwichtsflestemperatuur (evenwichtsflesregeling) 4: Platenwarmtewisselaar-regeling (vermogen pomp ~ vermogen WTC) 20 % P P % % K K s 4 Parameter Warm water Instelbereik Fabrieksinstelling P 50 P 51 Temperatuurverhoging vertrek warmwaterlading Schakeldifferentieel warm water K K / La

45 6 Bediening Parameter Systeem + onderhoud Instelbereik Fabrieksinstelling P 70 P 71 ESC Onderhoudsinterval [hfst. 9.3] ebus-voeding (enkel als P 12 op A... E) Menu verlaten h x : deactivatie 0: niet actief 1: actief / La

46 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen 6.4 Vermogen manueel bepalen Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op [ENTER]-toets drukken. Het toestel loopt naar maximaal vermogen. 1 Vertrektemperatuur 2 Vermogen [%] Op [ENTER]-toets drukken. Gewenst vermogen met draaiknop instellen. Het bereikte vermogen blijft 15 minuten actief. 1 2 Het vermogen wordt automatisch gereduceerd wanneer de vertrektemperatuur de maximale vertrektemperatuur (parameter 31) nadert. Manuele vermogensinstelling verlaten Op [ENTER]-toets drukken. Manuele vermogensinstelling wordt verlaten. Het laatst ingestelde vermogen blijft 2 minuten actief. Binnen die 2 minuten kan de fase van 2 minuten door aan de draaiknop in het verwarmingsvakman-menu te draaien opnieuw gestart worden. Dit biedt de mogelijkheid om in het infomenu proceswaarden bij overeenkomstig vermogen op te vragen. Installatiewaarden opvragen Infomenu activeren [hfst. 6.3]. Installatiewaarden bij laatst ingesteld vermogen kunnen weergegeven worden / La

47 6 Bediening Voorbeeld 6.5 Configuratie manueel starten Met de manuele configuratie worden de instellingen aan de uitvoering van het toestel aangepast. Alle voelers en actoren worden daarbij opnieuw bepaald [hfst. 7.2]. Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Parameter 10 kiezen. Actuele configuratie verschijnt. Op [ENTER]-toets drukken. Aan de draaiknop draaien, tot --- verschijnt. Op [ENTER]-toets drukken. Nieuwe configuratie wordt gezocht en knipperend weergegeven. Op [ENTER]-toets drukken. Configuratie wordt opgeslagen. Buitenvoeler werd verwijderd / La

48 6 Bediening 6.6 Sturingsvarianten Afstandssturing temperatuur 2 10 V Analoog signaal 2 10 V op ingang N1 aansluiten; daarbij op de polariteit letten [hfst ]. Signaal wordt als gewenste vertrekwaarde geïnterpreteerd. 3 V Minimale vertrektemperatuur (P 30) 10 V Maximale vertrektemperatuur (P 31) 2 3 V Brander uit <2 V Fout signaal (na ca. 15 minuten W89) Als aan de ingang N1 een stuursignaal aangesloten wordt, kunnen maximaal zes uitbreidingsmodules (WCM-EM #2... 7) geïnstalleerd worden. Afstandssturing temperatuur 4 20 ma Er bestaat de mogelijkheid om de ingang N1 als stroomingang 4 20 ma te gebruiken. Daartoe moet een omschakeling gebeuren via een jumper op de platine. GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. Spanningstoevoer naar het installatie uitschakelen. Behuizingsdeksel van de aansluitbox afnemen. Rode jumper 1 op de printplaat omschakelen. X V ma / La

49 6 Bediening Verwarming met speciaal niveau Bij gesloten contact H2 verwarmt de ketel tot het in parameter 18 ingestelde temperatuurniveau. Er wordt rekening gehouden met hogere gewenste waarden van andere stookkringen. Bij open contact wordt de keteltemperatuur volgens de beschikbare regelingsvariante vastgelegd. Bij open contact wordt de keteltemperatuur volgens de beschikbare regelingsvariante vastgelegd. Deze functie kan ook in zomermodus gebruikt worden. Parameter 17 op 2 instellen. Als de verwarming met speciaal niveau actief is, wordt Sn en de actuele vertrektemperatuur weergegeven. Uitstel branderstart verwarming De uitstel van de branderstart verhindert een te frequente inschakeling van de brander. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 soorten uitstellen van de branderstart: Tijdmatige uitstel van de branderstart Dynamische uitstel van de branderstart Na een regelafschakeling treedt de brander pas terug in werking wanneer de ingestelde tijd van parameter 34 afgelopen is. Werkt in functie van bepaalde keteltemperaturen. Deze kan niet gedeactiveerd worden. Als de uitstel branderstart actief is, wordt een roterende rechthoek alsook de actuele vertrektemperatuur weergegeven. De uitstel van de branderstart kan met de toets [reset] geannuleerd worden / La

50 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen 6.7 Regelingsvarianten Constante vertrektemperatuur Voor deze regeling zijn geen bijkomende voelers of thermostaten noodzakelijk. De vertrektemperatuur wordt op de ingestelde waarde in het Gebruikersmenu geregeld [hfst ]. Om een tijdelijke omschakeling tussen normale en verlaagde ruimtetemperatuur door te voeren, is een digitale timer nodig Weersafhankelijke regeling Voor een weersafhankelijke regeling is een afstandsbedieningseenheid (WCM-FS) en een buitenvoeler (NTC 600) nodig. Buitenvoeler in het noorden resp. noordwesten op middelbare hoogte van de gevel (min 2,5 m) monteren. Evt. temperatuurcorrectie van de buitenvoeler via parameter 20 doorvoeren Warmwatermodus De warmwatermodus heeft voorrang op de verwarmingsmodus. De warmwaterlading gebeurt wanneer de temperatuur in de boiler onder de gewenste waarde voor warm water min het schakelverschil (parameter 51) daalt / La

51 6 Bediening 6.8 Ketelkringpomp Algemene aanwijzingen Verwarming Het toestel kan een externe ketelkringpomp via de uitgangen MFA 1, MFA 2 of VA1 aansturen. De pomp wordt aangestuurd zolang er een warmtevraag is. Al er geen warmtevraag meer nodig is, loopt de pomp gedurende de in parameter 41 ingestelde nalooptijd (NLZ) verder. Indien nodig kan met parameter 40 een continue werking van de pomp ingesteld worden. Pompsturingslogica Zonder afstandsbedieningseenheid, bijv. WCM-FS of WCM-EM. Bedrijfsmodus Stand-by/zomer Regelingsvariante Met buitenvoeler Zonder buitenvoeler Instelling P Werking van de pomp NLZ, uit NLZ, uit Continu NLZ, uit Bedrijfsmodus Winter Regelingsvariante Met buitenvoeler Zonder buitenvoeler Instelling P Werking van de pomp Continu NLZ, uit (1 Continu Continu (1 Functie in verlaagde werking. In normale werking loopt de pomp onafhankelijk van P 40 in continue werking / La

52 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen Pomp met toerentalregeling Als een pomp met toerentalregeling aangesloten is, gebeurt de regeling via een stuursignaal 0 10 V. Stuursignaal aan stekker aansluiten [hfst ]. Standaardregeling Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde brandervermogen. Als de brander uitgeschakeld is, werkt de pomp met minimaal vermogen. Parameter 43 op 1 instellen. Modulatiegrenzen voor pomp in verwarmingsmodus via parameter 44 en 45 instellen. Modulatiegrens voor pomp in warmwatermodus via parameter 46 instellen. Verschiltemperatuurregeling Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het temperatuurverschil tussen vertrek- en terugloopvoeler. Parameter 43 op 2 instellen. Verschiltemperatuur via parameter 48 instellen. Traagheid via parameter 49 instellen. Evenwichtsflesregeling Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler en vertrekvoeler. Het regelverschil kan via parameter 47 aan de omstandigheden van de installatie aangepast worden. Parameter 43 op 3 instellen. Evenwichtsflesvoeler aan ingang B11 aansluiten. Platenwarmtewisselaar-regeling Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde brandervermogen. Bij cascade-installaties wordt het pompvermogen verhoogd als het verschil tussen vertrektemperatuur ketel (B12) en primaire temperatuur platenwarmtewisselaar (B24) groter is dan parameter 47. Parameter 43 op 4 instellen / La

53 6 Bediening 6.9 Vorstbeveiliging Ketelvorstbeveiliging Vertrektemperatuur < 8 C: Brander werkt met minimaal vermogen. Uitgangen MFA1, MFA2 en VA1 zijn actief als ze als stookkring- of toevoerpomp geparametreerd zijn. Vertrektemperatuur > 20 C: Brander schakelt zich uit. Pompnaloop is actief (parameter 41). Als de ketelvorstbeveiliging actief is, knippert het symbool Installatievorstbeveiliging (met buitenvoeler) op het display. Buitentemperatuur < installatievorstbeveiliging (parameter 23) min 5 Kelvin: Uitgangen MFA1, MFA2 en VA1 zijn actief als ze als stookkring- of toevoerpomp geparametreerd zijn. Verbruikerspompen aan ebus zijn actief. Thermische veiligheid via ketelvorstbeveiliging. Buitentemperatuur > installatievorstbeveiligingstemperatuur (parameter 23): Continue werking van de pomp is gedeactiveerd. Warmwater-vorstbeveiliging (uitvoering W) Warmwatertemperatuur < 8 C: Brander werkt met minimaal vermogen. Uitgangen MFA1, MFA2 en VA1 zijn actief als ze als toevoer-, WW-laad- of circulatiepomp geparametreerd zijn. Warmwatertemperatuur > 8 C plus half schakelverschil (parameter 51 ): Brander schakelt zich uit. Pompnaloop is actief (parameter 42). Als de warmwatervorstbeveiliging actief is, knippert het symbool op het display / La

54 6 Bediening Instelling parameter 13, 14, In-/uitgangen De in- en uitgangen kunnen voor verschillende functies geconfigureerd worden. Uitgang MFA1, MFA2 en VA1 De uitgang MFA1 en MFA2 is een potentiaalgebonden relais-uitgang. De uitgang VA1 is potentiaalvrij. Alle relais-uitgangen kunnen met maximaal 3 A (AC1) belast worden. De maximale totale stroom van alle externe verbruikers mag 4,5 A niet overschrijden. Omschrijving 0: Werkingsmelding (veiligheidsventiel gas) Contact sluit zodra er een warmtevraag of gasgebrek is. 1: Storingsmelding Het contact sluit zodra een storing optreedt of een waarschuwing minstens 4 minuten verschijnt. 2: Externe toevoerpomp De uitgang wordt als een interne stookkringpomp aangestuurd (voor verwarmingswater en warm water). 3: Externe stookkringpomp De uitgang wordt tijdens de verwarming geactiveerd. 4: WW-laadpomp De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading geactiveerd. 6: WW-circulatiepomp via WCM-FS De uitgang wordt in functie van het circulatieprogramma van de WCM-FS geactiveerd. 7: Stookkringpomp via WCM-FS Individueel toestel (parameter 12 op 1) De uitgang wordt geactiveerd wanneer de verwarming via de WCM-FS gevraagd wordt. Als er geen warmtebehoefte meer is, vindt een pompnaloop van 3 minuten plaats. De uitgang wordt gedeactiveerd als er een warmwaterlading plaatsvindt (WWvoorrang). 8 : Continue spanning (enkel parameter 13, 14) Cascade (parameter 12 op A E) De uitgang wordt via de cascademanager geactiveerd. Uitgang is ononderbroken geactiveerd. 9: Rookgasklep (alleen parameter 13) Uitgang wordt vóór de branderstart voor het openen van de rookgasklep geactiveerd / La

55 6 Bediening Instelling parameter 16 0: Vrijgave warmtegenerator in verwarmingsmodus Ingang H1 Omschrijving Als de ingang gesloten is, gebeurt de vrijgave voor de verwarming. Bij open ingang wordt de WTC voor verwarming afgesloten. 1: Stookkring verlaging/normaal (1 Bij gesloten ingang werkt de gewenste normale temperatuur. Bij open ingang werkt de gewenste verlaagde temperatuur. 3: Stand-by met vorstbeveiliging Bij gesloten ingang bevindt de installatie zich in stand-by. De werkingsstanden warm water en verwarming zijn vergrendeld. De vorstbeveiliging blijft actief. Installaties met externe WCM-FS of WCM-EM-stookkringen zijn eveneens vergrendeld. 4: Terugmelding rookgasklep De branderstart wordt pas vrijgegeven als de rookgasklep open is en terugmelding aan H1 plaatsvindt. (1 Instellingen werken enkel als er geen WCM-FS aangesloten is of als deze uitvalt. Instelling parameter 17 Ingang H2 Omschrijving 0: vrijgave warmtegenerator in WW-modus Als de ingang gesloten is, vindt de warmwatervrijgave plaats. Bij open ingang wordt de WTC voor de warmwatermodus vergrendeld. 2: Verwarming met speciaal niveau [hfst. 6.6] 3: Ketelvergrendelingsfunctie Als de ingang gesloten is, schakelt het toestel de pomp uit. De vorstbeveiliging is niet actief. Op het display verschijnt W24, als het contact gesloten is. 4: Terugmelding rookgasklep toe Als de rookgasklep gesloten is, gebeurt de terugmelding naar H2. 5: Condensaatopvoerpomp Als de ingang gesloten is, schakelt het toestel de pomp uit. De vorstbeveiliging is niet actief. Op het display verschijnt F49, als het contact gesloten is. Deze functie wordt gebruikt als er op de condensaatopvoerpomp een veligheidsschakelaar aangesloten is / La

56 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen 6.11 Speciale installatieparameters Installatieparameters WTC 120 / WTC 170 De installatieparameters kunnen via het verwarmingsvakman-menu ingesteld worden. In uitzonderlijke gevallen moet de WTC via de software WCM-diagnose nog preciezer op de verwarmingsinstallatie afgestemd worden. Bij afstandsbediening met WCM-FS moet de ebus-adapter WEA via een aparte voedingseenheid van spanning voorzien worden. Parameter Omschrijving Instelbereik Eenheid Fabrieksinstelling WTC 120 WTC 170 A1 SK- en WW-regelaar (P-aandeel) A2 SK- en WW-regelaar (I-aandeel) A4 Ventilatorregelaar (P-aandeel) x 0, A5 Ventilatorregelaar (I-aandeel) x 0,125 s 5 8 A6 Aanpassing ventilatorregelaar A7 (1 Start ventilatorregelaar PWM % A10 Max. toerental WTC 120: WTC 170: A11 A12 A13 Max. toerentalverandering (naar boven moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren na branderstart) A14 Vermogen vertraagde verwarming WTC 120: WTC 170: /min /min/s /min/s /min/s % A15 Duur vertraagde verwarming 0 5 min 1 1 A21 (1 A22 (1 A23 (1 Max. temperatuurspreiding vertrek B12/terugloop B13 Max. temperatuurspreiding vertrek estb/b12 Max. temperatuurgradiënt estb (0: geen controle) K K ,5 2,0 K/s 2,0 2,0 A31 Max. looptijd rookgasklep s A32 Gewenste waarde PWM pomp invers 0 / (1 Parameter is relevant voor de veiligheid. Veranderingen zijn enkel na toestemming van de Weishaupt-klantendienst toegelaten / La

57 6 Bediening Installatieparameters WTC 210 / WTC 250 / WTC 300 De installatieparameters kunnen via het verwarmingsvakman-menu ingesteld worden. In uitzonderlijke gevallen moet de WTC via de software WCM-diagnose nog preciezer op de verwarmingsinstallatie afgestemd worden. Bij afstandsbediening met WCM-FS moet de ebus-adapter WEA via een aparte voedingseenheid van spanning voorzien worden. Parameter Omschrijving Instelbereik Eenheid Fabrieksinstelling WTC 210 WTC 250 WTC 300 A1 SK- en WW-regelaar (P-aandeel) A2 SK- en WW-regelaar (I-aandeel) A4 Ventilatorregelaar (P-aandeel) x 0, A5 Ventilatorregelaar (I-aandeel) x 0,125 s A6 Aanpassing ventilatorregelaar A7 (1 Start ventilatorregelaar PWM % A10 Max. toerental WTC 210: WTC 250: WTC 300: A11 A12 A13 Max. toerentalverandering (naar boven moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren) Max. toerentalverandering (naar onder moduleren na branderstart) A14 Vermogen vertraagde verwarming WTC 210: WTC 250: WTC 300: /min /min/s /min/s /min/s % A15 Duur vertraagde verwarming 0 5 min A21 (1 A22 (1 A23 (1 Max. temperatuurspreiding vertrek B12/terugloop B13 Max. temperatuurspreiding vertrek estb/b12 Max. temperatuurgradiënt estb (0: geen controle) K K ,5 2,0 K/s 2,0 2,0 2,0 A31 Max. looptijd rookgasklep s A32 Gewenste waarde PWM pomp invers 0 / (1 Parameter is relevant voor de veiligheid. Veranderingen zijn enkel na toestemming van de Weishaupt-klantendienst toegelaten / La

58 6 Bediening Montage- en bedieningsrichtlijnen 6.12 Schoorsteenveger De schoorsteenvegerfunctie dient voor de rookgasmeting. Tijdens de schoorsteenvegerfunctie werkt het toestel op maximaal vermogen. Schoorsteenvegerfunctie activeren Aan de draaiknop draaien. Symbolenlijst verschijnt. Keuzebalk onder het schoorsteenvegersymbool plaatsen. Op toets [ENTER] drukken. De schoorsteenvegerfunctie is voor 15 minuten geactiveerd. 1 Vertrektemperatuur 2 Vermogen [%] 1 2 Schoorsteenvegerfunctie deactiveren. Aan de draaiknop draaien. ESC verschijnt. Op [ENTER]-toets drukken. Servicefunctie is gedeactiveerd. Na ca. 90 seconden verschijnt weer de standaardweergave / La

59 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. Enkel een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerken correct uitgevoerd zijn; toestel en verwarmingssysteem voldoende met medium gevuld en ontlucht zijn; de sifon met water gevuld is; voldoende luchttoevoer verzekerd is; de rookgasafvoer- en verbrandingsluchtkanalen vrij zijn; alle regel-, sturings- en veiligheidsinrichtingen functioneel en correct ingesteld zijn; er warmteafname is. Andere installatiegebonden controles kunnen noodzakelijk zijn. Let hierbij op de bedieningsvoorschriften van de verschillende installatiecomponenten / La

60 7 Inbedrijfstelling Montage- en bedieningsrichtlijnen Dichtheid van de gasarmatuur controleren Dichtheidscontrole doorvoeren: Vóór de inbedrijfstelling na alle service- en onderhoudswerken. Installatie uitschakelen. Gaskogelkraan sluiten. Voorkant verwijderen. Schroef op meetpunt Pe 1 van het gascombiventiel openen. Testinrichting aansluiten. Proefdruk van mbar opbouwen. 5 minuten wachten voor drukcompensatie. Druk aflezen. Proeftijd van 5 minuten wachten. Druk aflezen en drukverlaging controleren. De gasstraat is dicht als de drukverlaging niet meer dan 1 mbar bedraagt. WTC 120 WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken op het gascombiventiel, schroef aan het meetpunt sluiten en op dichtheid controleren. Dichtheid van het meetpunt controleren. Resultaat van de dichtheidscontrole in het interventierapport documenteren / La

61 7 Inbedrijfstelling Gasaansluitdruk controleren Aansluitdruk controleren GEVAAR Explosiegevaar door te hoge gasaansluitdruk Het overschrijden van de maximale aansluitdruk kan de armatuur vernietigen en tot explosie leiden. Gasaansluitdruk controleren. Schroef op meetpunt Pe van het gascombiventiel openen [hfst ]. Drukmeettoestel aansluiten. Gaskogelkraan langzaam openen en daarbij de drukstijging observeren. Als de aansluitdruk volgende waarde overschrijdt: WTC 120 WTC 170 WTC 300 Gaskogelkraan onmiddellijk sluiten. Installatie niet in bedrijf stellen. Gasmaatschappij verwittigen. Evt. gasdrukregelaar installeren. 60 mbar 100 mbar GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken op het gascombiventiel, schroef aan het meetpunt sluiten en op dichtheid controleren. Schroef op meetpunt Pe weer sluiten (draaimoment 2 Nm). Dichtheid van het meetpunt controleren / La

62 7 Inbedrijfstelling 7.2 Condensatieketel instellen GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. Tijdens de inbedrijfstelling moet ervoor gezorgd worden dat: een maximaal mogelijke waterdoorstroming verzekerd is; hoogstoken met lage vertrektemperaturen en een laag vermogen gebeurt; bij installaties met meerdere toestellen alle toestellen tegelijkertijd met laag vermogen werken. 1. Installatie configureren Gaskogelkraan sluiten. Installatie aan schakelaar S1 aanschakelen [hfst ]. Na het aanschakelen van de stroomtoevoer herkent de WTC het toesteltype, alle aangesloten voelers en actoren. De herkende Configuratieconfiguratie wordt ca. 30 seconden knipperend weergegeven Toesteltype 12: WTC : WTC : WTC : WTC : WTC 300 P3: Evenwichtsflesregeling (1 2 Uitvoering H: Verwarming W: Verwarming en bereiding van sanitair warm water 3 Buitenvoeler A: Buitenvoeler -: Geen buitenvoeler (1 Als een evenwichtsflesvoeler aangesloten is, verschijnt P3 na ca. 7 seconden. Op [ENTER]-toets drukken. Configuratie wordt opgeslagen. Op het display verschijnt W47, als het contact gesloten is. Als de [ENTER]-toets binnen de 20 seconden niet ingedrukt wordt, wordt de herkende configuratie na 24 uur automatisch opgeslagen. De configuratie kan ook manueel heropgestart worden [hfst. 6.5]. Een geconfigureerd toestel geeft na elke aanschakeling van de spanningstoevoer de opgeslagen configuratie weer. Als er achteraf voelers of actoren aangesloten of verwijderd worden, moet het toestel opnieuw geconfigureerd worden [hfst. 6.5]. De automatische configuratie vindt enkel plaats bij de eerste inbedrijfstelling / La

63 7 Inbedrijfstelling 2. Parameters instellen Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Afzonderlijke parameters selecteren en volgens de installatiebehoeftes aanpassen. 3. Gasaansluitdruk controleren Schroef op meetpunt Pe van het gascombiventiel openen [hfst ]. Drukmeettoestel aansluiten. Gaskogelkraan openen. Vermogen manueel op maximaal vermogen instellen [hfst. 6.4]. Gasaansluitdruk controleren. De gasaansluitdruk moet binnen het bereik liggen. Aardgas H Aardgas L Aardgas L Gaskogelkraan 1" 1" 1¼" WTC , ,0 mbar 18, ,0 mbar WTC , ,0 mbar 18, ,0 mbar WTC , ,0 mbar 17, ,0 mbar WTC , ,0 mbar 16, ,0 mbar WTC , ,0 mbar 15, ,0 mbar Als de gemeten aansluitdruk buiten het bereik ligt: Installatie niet in bedrijf stellen. Gasmaatschappij verwittigen. Evt. bijkomende gasdrukregelaar installeren / La

64 7 Inbedrijfstelling 4. Verbranding instellen WTC 120 O2- gehalte bij maximaal vermogen instellen. O2-gehalte met instelschroef 1 volgens tabel instellen: Naar links draaien: O2-gehalte reduceren. Naar rechts draaien: O2-gehalte verhogen. De instelschroef voor maximaal vermogen heeft geen aanslag. Indien de instelschroef te ver gedraaid wordt, gebeurt de O2-verandering in tegengestelde richting. O2-gehalte bij minimaal vermogen instellen. Vermogen manueel op minimaal vermogen instellen [hfst. 6.4]. Afsluitkap 3 aan gascombiventiel verwijderen. O2-gehalte met instelschroef 2 volgens tabel instellen: Links draaien: O2-gehalte verhogen. Rechts draaien: O2-gehalte reduceren O2-gehalte bij vermogen-min Aardgas 4,6 % ±0,2 4,3 % ±0,2 O2-gehalte bij vermogen-max / La

65 7 Inbedrijfstelling WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC 300 O2- gehalte bij maximaal vermogen instellen Gaskogelkraan openen. Vermogen manueel op maximaal vermogen instellen [hfst. 6.4]. Afsluitkap 2 aan gascombiventiel verwijderen. O2-gehalte met instelschroef 1 volgens tabel instellen: Naar links draaien: O2-gehalte reduceren. Naar rechts draaien: O2-gehalte verhogen. O2-gehalte bij minimaal vermogen instellen Vermogen manueel op minimaal vermogen instellen [hfst. 6.4]. Afsluitschroef 3 aan gascombiventiel verwijderen. O2-gehalte met instelschroef 4 volgens tabel instellen: Links draaien: O2-gehalte verhogen. Rechts draaien: O2-gehalte reduceren O2-gehalte bij vermogen-min Aardgas 4,6 % ±0,2 4,3 % ±0,2 O2-gehalte bij vermogen-max 5. Afsluitende werkzaamheden GEVAAR Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Na de werken op het gascombiventiel, schroef aan het meetpunt sluiten en op dichtheid controleren. O2-gehalte bij maximaal en minimaal vermogen opnieuw controleren en evt. optimaliseren. Meetopeningen en afdekkingen sluiten. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen. Gebruiker over de bediening van de installatie informeren. Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en hem erop wijzen dat deze steeds bij de installatie moeten worden bewaard. Gebruiker wijzen op het jaarlijkse onderhoud van de installatie. Ingestelde gassoort op de typeplaat noteren / La

66 7 Inbedrijfstelling Montage- en bedieningsrichtlijnen 7.3 Warmtevermogen berekenen Symbolen Verklaring VB Bedrijfsvolume in m 3 /h Volume dat op de gasteller gemeten wordt bij huidige druk en temperatuur (gasdebiet). VN f Hi tgas Pgas Pbaro VG TM QF Normvolume in [m 3/ /h] Volume dat een gas bij 1013 mbar en 0 C inneemt. Omrekeningsfactor Stookwaarde [kwh/m 3 ] (bij 0 C en 1013 mbar) Gastemperatuur op de gasteller [ C] Druk op de gasteller [mbar] Barometrische luchtdruk [mbar], zie tabel Geregistreerd gasdebiet op de gasteller Meettijd [seconden] Warmtevermogen [kw] Actueel bedrijfsvolume (gasdebiet) bepalen Gasdebiet VG op de gasteller meten, meettijd TM moet minstens 60 seconden bedragen. Bedrijfsvolume (VB) met onderstaande formule berekenen. V B = 3600 V G T M Hoogte boven zeespiegel [m] Pbaro [mbar] Omrekeningsfactor berekenen Gastemperatuur (tgas) en gasdruk (Pgas) op de gasteller aflezen. Barometrische luchtdruk (Pbaro) uit tabel aflezen Omrekeningsfactor (f) met volgende formule berekenen. f= P baro + P gas t gas Normvolume berekenen Normvolume (VN) met onderstaande formule berekenen. V N = V B f Warmtevermogen berekenen Warmtevermogen (QF) met onderstaande formule berekenen. Q F = V N H i / La

67 8 Buitenbedrijfstelling 8 Buitenbedrijfstelling Bij bedrijfsonderbreking: Toestel uitschakelen. Brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Bij vorstgevaar de installatie ledigen / La

68 9 Onderhoud Montage- en bedieningsrichtlijnen 9 Onderhoud 9.1 Aanwijzingen voor het onderhoud GEVAAR GEVAAR GEVAAR WAARSCHUWING WAARSCHUWING Explosiegevaar door vrijkomend gas Ondeskundig uitgevoerde werken kunnen tot gaslekken en ontploffingen leiden. Vóór het begin van de werken de brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Bij het in- en uitbouwen van gasvoerende installatie-onderdelen zorgvuldig werken. Schroeven aan de meetpunten dicht vastdraaien en op dichtheid controleren. Levensgevaar door elektrische schok Werken onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Spanningstoevoer naar het toestel vóór het begin van de werken uitschakelen. Tegen onverwachts herinschakelen beveiligen. Vergiftigingsgevaar door vrijkomend rookgas Bij niet gevulde sifon komt er rookgas vrij. Inademen leidt tot duizeligheid, misselijkheid of zelfs tot de dood. Vulstand van de sifon regelmatig controleren en evt. bijvullen, vooral bij langere stilstandstijden of werking met teruglooptemperaturen > 55 C. Elektrische schok ondanks stroomonderbreking Onderdelen kunnen na een stroomonderbreking nog spanningsgeleidend zijn en tot elektrische schokken leiden. Vóór het begin van de werken ca. 5 minuten wachten. Elektrische spanning wordt afgebouwd. Verbrandingsgevaar door hete onderdelen Hete onderdelen kunnen tot verbrandingen leiden. Onderdelen laten afkoelen. Het onderhoud mag enkel door gekwalificeerde vaklui uitgevoerd worden. De verbrandingsinstallatie moet één keer per jaar onderhouden worden. Installatie kan een frequentere controle noodzakelijk zijn. Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief bepaalde levensduur overschreden is resp. vóór het volgende onderhoud overschreden wordt, moeten uit voorzorg vervangen worden [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Volgende onderdelen mogen enkel vervangen worden en niet hersteld worden: Ketelelektronica WCM-CPU Gascombiventiel Drukwachter Veiligheidsventiel Vóór elk onderhoud De gebruiker vóór het begin over de onderhoudswerken informeren. De hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Brandstof-afsluitinrichtingen sluiten. Voorkant verwijderen [hfst. 4] / La

69 9 Onderhoud Onderhoud Onderhoudsstappen overeenkomstig de bijgevoegde inspectiekaart uitvoeren (druknr xx). Na elk onderhoud GEVAAR Levensgevaar door elektrische schok Ontstekingsinrichting aanraken kan tot elektrische schok leiden. Ontstekingsinrichting tijdens ontsteking niet aanraken. Dichtheid van de gasarmatuur controleren [hfst ]. Dichtheid van de rookgas- en condensaatvoerende onderdelen controleren. Dichtheid van de watervoerende onderdelen controleren. Dichtheid van de verbinding tussen branderafdekkap/ventilator en branderafdekkap/warmtewisselaar controleren. Verbrandingswaarden controleren en O2 -gehalte evt. afstellen. Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart invullen. Voorkant weer monteren. Onderhoudsweergave terugzetten [hfst. 9.3] / La

70 9 Onderhoud Componenten Ketelelektronica WCM-CPU Gascombiventiel Gasdrukwachter Luchtdrukwachter Rookgasdrukwachter O-ringbranderflens/ventilator O-ring (33 x 2) gasventiel/gasaansluitstuk WTC Componenten O-ring (52,39 x 3,53) gasventiel/gasaansluitstuk WTC Veiligheidsventiel 3 bar Naast de op de inspectiekaart vermelde onderhoudsinstructies, moet de constructieve levensduur van onderstaande componenten gecontroleerd worden. Componenten die een toenemende slijtage vertonen of waarvan de constructief bepaalde levensduur overschreden is of vóór het volgende onderhoud overschreden wordt, moeten uit voorzorg vervangen worden. Constructief bepaalde levensduur van de componenten controleren Zo nodig componenten vervangen Constructief bepaalde levensduur 10 jaar of branderstarts branderstarts branderstarts branderstarts branderstarts 10 jaar 10 jaar 10 jaar 10 jaar / La

71 9 Onderhoud 9.3 Onderhoudsweergave De tijd tot het volgende onderhoud kan ingesteld worden. Na afloop van de ingestelde tijd verschijnt een knipperende steeksleutel op het display. Als er een afstandsbedieningseenheid WCM-FS aanwezig is, verschijnt Klantenservice op haar display. Onderhoudsinterval instellen Parametermenu activeren [hfst. 6.3]. Onderhoudsinterval via parameter 70 instellen. 1 Onderhoudsweergave terugzetten De onderhoudsweergave 1 moet na het onderhoud teruggezet worden: Infomenu activeren [hfst. 6.3]. In het infomenu i 46 selecteren. Toets [ENTER] ca. 2 seconden ingedrukt houden. Onderhoudsweergave en teller worden teruggezet / La

72 9 Onderhoud 9.4 Verschildruk op de luchtdrukwachter controleren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Zijwand rechts verwijderen. Slangen aan het meetpunt 1 van de luchtdrukwachter lostrekken. Testinrichting aansluiten: + op P1; op P2. 1 P1 P2 Bij de controle moet het maximale vermogen verwarming (parameter 37) op 100 % ingesteld zijn. Hoofdschakelaar inschakelen. Parameter 37 controleren, evt. op 100 % instellen. Vermogen manueel verhogen tot maximum [hfst. 6.4]. Volgend vermogen naargelang de condensatieketel instellen: Condensatieketel Vermogen in % WTC WTC WTC WTC WTC Verschildruk op het meettoestel aflezen. Als de druk boven 1,2 mbar ligt, is de controle in orde. Als de druk p,der 1,2 mbar ligt: Volgende elementen controleren: Flexibels van de luchtdrukwachter Zuiverheid van de branderbuis Zuiverheid van de warmtewisselaar Luchttoevoer en rookgasafvoer vrij Na controle parameter 37 evt. weer instellen / La

73 9 Onderhoud 9.5 Elektroden vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Ontstekingselektrode Ontstekingsstekker 5 en massaleiding 3 met draaibeweging verwijderen Schroeven 4 verwijderen. Ontstekingselektroden 2 en dichting 1 vervangen, daarbij de afstand van de ontstekingselektroden van 4,0 mm in acht nemen Ionisatie-elektrode Stekker (X14) 4 en massasleiding 5 aan ketelelektronica verwijderen. Schroeven 2 verwijderen. Ionisatie-elektrode 3 en dichting 1 vervangen / La

74 9 Onderhoud Montage- en bedieningsrichtlijnen 9.6 Branderbuis uit- en inbouwen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Uitbouw WTC 120 Gaskogelkraan sluiten. Elektroden uitbouwen [hfst. 9.5]. De stekkers voor gasdrukwachter 5, gasventiel 4 en ventilator 2 verwijderen. Met een steeksleutel tegenhouden en schroefkoppeling 3 aan de gasbuis losmaken. Moeren 1 meet veerschijven van de branderflens verwijderen. Slangen aan de gas-luchtkoppeling verwijderen / La

75 9 Onderhoud Branderflens met gas-luchtkoppeling 3 uitnemen. Dichting 2 verwijderen. Branderbuis 1 uitnemen. Afzettingen uit de vuurhaard verwijderen. Branderbuis op beschadigingen controleren en evt. vervangen / La

76 9 Onderhoud Montage- en bedieningsrichtlijnen Uitbouw WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC 300 Gaskogelkraan sluiten. Elektroden uitbouwen [hfst. 9.5]. De stekkers voor gasdrukwachter 6, gasventiel 5 en ventilator 2 verwijderen. Met een steeksleutel tegenhouden en schroefkoppeling 4 aan de gasbuis losmaken. Moeren 1 meet veerschijven van de branderflens verwijderen. Schroeven 3 tussen geluiddemper en Venturi verwijderen. Slangen aan de gas-luchtkoppeling verwijderen / La

77 9 Onderhoud Branderflens met gas-luchtkoppeling 3 uitnemen. Dichting 2 verwijderen. Branderbuis 1 uitnemen. Afzettingen uit de vuurhaard verwijderen. Branderbuis op beschadigingen controleren en evt. vervangen Branderbuis reinigen Branderbuis binnenin reinigen, eventueel met druklucht van binnen naar buiten uitblazen. Als er stofafzetting is, brandervlies uitborstelen, daarbij een zachte borstel gebruiken om de brandervlies niet te beschadigen. Na de reiniging moet erop gelet worden dat er geen uitstekende vezels van de brandervlies in de buurt van de ionisatie-elektrode zijn. Uitstekende vezels kunnen tot storingen op het toestel leiden (kortsluiting met ionisatie-elektrode). Inbouw Branderbuis in omgekeerde volgorde inbouwen, daarbij: Branderbuis op de noppen in de warmtewisselaar leggen en op de juiste plaatsing in de kerfstiften letten. Dichting van de branderflens en gasdichting vervangen. Toewijzing van de siliconeslangen in acht nemen [hfst. 11.2] / La

78 9 Onderhoud Montage- en bedieningsrichtlijnen 9.7 Warmtewisselaar reinigen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Zijwand links verwijderen. Onderhoudsdeksel van de warmtewisselaar 1 en de condensaatkuip 4 verwijderen. Warmtewisselaar met reinigingsset (toebehoren) reinigen. Afzettingen uit de warmtewisselaar en de condensaatkuip 2 verwijderen. Afsluitkap 3 verwijderen en sifon reinigen. Sifon met water vullen. Dichtingen en onderhoudsdeksel vervangen. Alle deksels afsluiten / La

79 9 Onderhoud 9.8 Rookgasdrukwachter controleren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Hoofdschakelaar inschakelen. Condensatieketel op stand-by zetten [hfst ]. Als er een afstandsbedieningseenheid aangesloten is, zie bedieningsrichtlijnen WCM-FS. Drukmeetslang van het meetpunt 1 aan de condensaatkuip aftrekken. Controleren of de drukmeetslang niet beschadigd is. Proefinrichting 2 aansluiten. Proefdruk van meer dan 5,5 mbar opbouwen. De werking van de rookgasdrukwachter is in orde als F38 op het display weergegeven wordt. 1 2 Drukmeetslang weer aansluiten. Installatie met toets [reset] ontgrendelen. Stand-by-modus weer verlaten / La

80 10 Foutopsporing Montage- en bedieningsrichtlijnen 10 Foutopsporing 10.1 Procedure bij storing Voorwaarden voor de werking controleren: Spanningstoevoer aanwezig? Toestel correct ingeschakeld? Afstandsbedieningseenheid correct ingesteld. De elektronica van het toestel herkent onregelmatigheden van het toestel en geeft deze op het display knipperend aan. Volgende toestanden zijn mogelijk: Waarschuwing Fout Voorbeeld Waarschuwing Een waarschuwing wordt op het display weergegeven met een W en een cijfer. De melding verdwijnt automatisch zodra de oorzaak voor de waarschuwing is weggewerkt. Bij een waarschuwing wordt de installatie niet vergrendeld. Als een waarschuwing meerdere keren optreedt, moet de installatie door gekwalificeerd personeel gecontroleerd worden. Waarschuwingscode aflezen en de waarschuwing oplossen [hfst. 10.3] / La

81 10 Foutopsporing Voorbeeld Fout Een fout wordt op het display weergegeven met een F en een cijfer. Bij een fout wordt de installatie vergrendeld. Fouten mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden. Foutcode aflezen en de fout verhelpen [hfst. 10.4]. Ontgrendelen WAARSCHUWING Schade door ondeskundig uitgevoerde ontstoring Een ondoelmatige ontstoring kan tot materiële schade of zware lichamelijke verwondingen leiden. Niet meer dan 2 ontgrendelingen na mekaar uitvoeren. De storing moet door gekwalificeerd personeel verholpen worden. Fout door toets [reset] ontgrendelen en enkele seconden wachten. Installatie is ontgrendeld. Als de fout via de toets [reset] niet kan worden ontgrendeld, spanningstoevoer met schakelaar S1 kort onderbreken / La

82 10 Foutopsporing Montage- en bedieningsrichtlijnen 10.2 Foutgeheugen In het foutgeheugen zijn de laatste 6 fouten met de overeenkomstige installatietoestand bij het optreden van de fout opgeslagen. Fout weergeven Foutmenu activeren [hfst. 6.3]. De laatst opgetreden fout wordt als fout 1 weergegeven. Aan de draaiknop draaien. Fouten 1 6 kunnen afgelezen worden. 1 Fouten Foutcode / La

83 10 Foutopsporing Installatietoestand opvragen Fout met draaiknop selecteren. Op [ENTER]-toets drukken. Installatietoestand bij het optreden van een fout wordt weergegeven. Draaiknop draaien, om info's op te vragen. Info Systeem Eenheid i 10 Bedrijfsfase 0: Brander uit 1: Ruststandscontrole ventilator 2: Voorventilatietoerental bereiken 3: Voorventilatie 4: Ontstekingstoerental bereiken 5: Ontsteking 6: Brander in werking 7: Gasventielcontrole 8: Naventilatietoerental bereiken en naventilatie i 11 Vermogen % i 22 (1 Gewenst toerental pomp % i 30 Veiligheidstemperatuurbegrenzer estb C i 31 Rookgastemperatuur C i 32 Ionisatiesignaal μa i 37 Teruglooptemperatuur C ESC Menu verlaten (1 Weergave enkel bij aangesloten pomp met toerentalregeling / La

84 10 Foutopsporing 10.3 Waarschuwingscode De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschuwingscode Oorzaak W12 Temperatuur op estb > 95 C Temperatuur op vertrekvoeler > 95 C Temperatuur op terugloopvoeler > 95 C W14 W15 Temperatuur aan estb stijgt te snel (gradiënt) Verschil vertrek- en teruglooptemperatuur te groot (na 30 waarschuwingen wordt de installatie met F15 vergrendeld) Oplossing Waterdebiet controleren. Werking van de pomp controleren. Toestel waterzijdig ontluchten. Waterdebiet controleren. Werking van de pomp controleren. Toestel waterzijdig ontluchten. Werking van de pomp controleren, evt. pompvermogen verhogen. Installatiecirculatie verzekeren. W16 Rookgastemperatuur te hoog (parameter 33) Warmtewisselaar controleren [hfst. 9.7]. W18 W21 W22 W24 Verschil estb en vertrektemperatuur te groot (na 30 waarschuwingen wordt de installatie met F18 vergrendeld) Geen vlamvorming bij branderstart (na 5 mislukte startpogingen wordt de installatie vergrendeld met F21) Vlamuitval tijdens de werking (na een mislukte heropstartpoging wordt de installatie vergrendeld met F21) Ingang H2 is gesloten, parameter 17 op 3(branderafsluitfunctie) Werking van de pomp controleren. Installatiecirculatie verzekeren. Ontstekingsinrichting controleren, evt. vervangen. Gascombiventiel en leiding controleren, evt. vervangen. Instelling gascombiventiel controleren. Branderbuis reinigen of vervangen [hfst. 9.6]. Fasepositie van de spanningstoevoer controleren. Ionisatie-elektrode controleren, evt. vervangen [hfst. 9.5]. O2-instelling controleren. Branderbuis reinigen of vervangen [hfst. 9.6]. Aangesloten componenten aan ingang H2 controleren [hfst. 6.10]. W33 Buitenvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W34 Warmwatervoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W39 Evenwichtsflesvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. W47 W48 W57 Gasdruk te laag WTC 120 < 13 mbar WTC < 11 mbar Maximale looptijd van de rookgasklep (A31) overschreden (zie montage- en bedieningsrichtlijnen WAL-PP) (na 5 mislukte pogingen wordt de installatie vergrendeld met F48) Fout bij communicatie ketelelektronica WCM-CPU en ketelschakelveld WCM-CUI. Gasaansluitdruk controleren [hfst ]. Rookgasklep en leiding controleren, evt. vervangen. Verbinding controleren. Elektromagnetische storingsbron verwijderen. W80 Probleem communicatie met cascademanager Verbinding controleren. Cascademanager controleren. Adresinstelling parameter 12 controleren. ebus-voeding controleren. W81 Probleem communicatie met WCM-FS Verbinding controleren. Afstandbedieningseenheid vervangen. W82 Probleem communicatie met EM#2 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen / La

85 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Waarschuwingscode Oorzaak Oplossing W83 Probleem communicatie met EM#3 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W84 Probleem communicatie met EM#4 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W85 Probleem communicatie met EM#5 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W86 Probleem communicatie met EM#6 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W87 Probleem communicatie met EM#7 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W88 Probleem communicatie met EM#8 Adressering controleren. Verbinding controleren. Uitbreidingsmodule vervangen. W89 Fout bij afstandssturing temperatuur (ingang N1) Signaal gewenste waarde controleren [hfst. 6.6]. Verbinding controleren / La

86 10 Foutopsporing 10.4 Foutcode De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing F11 Temperatuur aan estb > 105 C Waterdebiet controleren. Werking van de pomp controleren. Toestel waterzijdig ontluchten. F15 F18 F21 Verschil vertrek- en teruglooptemperatuur te groot (zie ook W15) Verschil estb en vertrektemperatuur te groot (zie ook W18) Geen vlamvorming bij branderstart (zie ook W21) Werking van de pomp controleren, evt. pompvermogen verhogen. Installatiecirculatie verzekeren. Werking van de pomp controleren. Installatiecirculatie verzekeren. Ontstekingsinrichting controleren, evt. vervangen. Gascombiventiel en leiding controleren, evt. vervangen. Instelling gascombiventiel controleren. Branderbuis reinigen, evt. vervangen [hfst. 9.6]. Fasepositie van de spanningstoevoer controleren. F23 Vlamsimulatie Aardingsaansluitingen controleren. Netfilter inbouwen. Ionisatie-elektrode heeft kortsluiting op branderbuis. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-CPU vervangen. F30 Veiligheidstemperatuurbegrenzer defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F31 Rookgasvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F32 Schakelcontact luchtdrukwachter niet in rusttoestand Luchtdrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Schoorsteentrek te hoog. F35 Vertrekvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F36 Installatiedruk te laag Installatiedruk controleren en bijvullen. F37 Terugloopvoeler defect Voeler en leiding controleren, evt. vervangen. F38 Rookgasdrukwachter daalt niet tijdens de stilstandscontrole van de ventilator. Sifondrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. F41 Gasventiel (intern) ondicht Gascombiventiel vervangen. F43 Ventilatortoerental wordt niet bereikt Ventilator en leiding controleren, evt. vervangen. F44 Probleem bij ventilatorstilstand Ventilator controleren, evt. vervangen. F45 F46 F48 Luchtdrukwachter schakelt niet (Aan-/uitschakeldruk 1,6/1,4 mbar) Rookgaszijdige druk te groot (schakeldruk 5,5 mbar) Maximale looptijd van de rookgasklep (A31) overschreden (zie montage- en bedieningsrichtlijnen WAL-PP) F49 Ingang H2 is gesloten, parameter 17 op 5 (condensaatopvoerpomp) Rookgasweg en luchttoevoerweg controleren. Luchtdrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Branderbuis reinigen [hfst. 9.6]. Rookgasweg controleren. Sifondrukwachter en leiding controleren, evt. vervangen. Rookgasklep en leiding controleren, evt. vervangen. Condensaatopvoerpomp controleren [hfst. 6.10] / La

87 10 Foutopsporing De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Foutcode Oorzaak Oplossing F51 Fout gegevens condensatieketel Codeerstekker controleren, evt. vervangen. Configuratie opnieuw starten [hfst. 6.5]. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-CPU vervangen. F52 Fout brandergegevens Codeerstekker controleren, evt. vervangen. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-CPU vervangen. F53 Spanningstoevoer buiten tolerantie Spanningstoevoer controleren. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-CPU vervangen. F54 Elektronische fout Elektromagnetische storingsbron verwijderen. Toestel ontgrendelen, bij herhaaldelijk optreden ketelelektronica WCM-CPU vervangen. F55 F57 Installatie werd te vaak ontgrendeld (max 5 keer binnen de 5 minuten) Fout bij communicatie ketelelektronica WCM-CPU en ketelschakelveld WCM-CUI. Spanningstoevoer kort onderbreken. Verbinding controleren. Elektromagnetische storingsbron verwijderen / La

88 10 Foutopsporing 10.5 Werkingsproblemen De volgende problemen mogen enkel door gekwalificeerde vaklui verholpen worden: Probleem Oorzaak Oplossing Brander treedt ondanks de warmtevraag niet in werking Uitstel branderstart actief estb, vertrekvoeler, terugloopvoeler moeten binnen een temperatuurbereik van 4 K liggen. Afkoeling afwachten. Voeler controleren, evt. vervangen. Gefluit / brander dreunt Verkeerde verbrandingswaarden Verbrandingswaarden controleren. Slechte start Branderbuis verontreinigd/beschadigd Afstand ontstekingselektrode verkeerd, ontstekingselektrode beschadigd. Verkeerde verbrandingswaarden Branderbuis controleren, evt. reinigen of vervangen. Ontstekingselektrode instellen, evt. vervangen [hfst. 9.5]. Verbrandingswaarden controleren. Rookgasreuk Vulstand sifon te laag Sifon vullen [hfst. 9.7] / La

89 11 Technische documenten 11 Technische documenten 11.1 Aansluitschema ketelelektronica PWM P P P P WCM-CUI WCM-FS X8 X7 X6 X5 X4 X3 X2A X2B X1A X1B X1C X1D X1E X1F W-EAB WCM-CPU 6,3 AT PE X9 X10B X10A X11C X11B X11A X12C X12B X12A X13 X14 PE Y2 M 1~ Y1 e w q 0 1 Veiligheidstemperatuurbegrenzer estb 2 Vertrekvoeler 3 Terugloopvoeler 4 Rookgasvoeler 5 Ventilatorsturing 6 Gasdrukwachter 7 Luchtdrukwachter 8 Rookgasdrukwachter 9 Watergebrekschakelaar 0 Ionisatie q Ontstekingstoestel w Brandstofventielen (gascombiventiel) e Ventilatormotor / La

90 11 Technische documenten Montage- en bedieningsrichtlijnen 11.2 Aansluitschema luchtdrukwachter 1 P1 P Luchtdrukwachter (aan-/uitschakeldruk 1,6/1,4 mbar) 2 Gascombiventiel 3 Venturi 4 Luchttoevoerleiding 11.3 Aansluitschema rookgasdrukwachter 1 P1 2 1 Rookgasdrukwachter (schakeldruk 5,5 mbar) 2 Condensaatkuip / La

91 11 Technische documenten 11.4 Voelerkenwaarden Veiligheidstemperatuurbegrenzer estb Terugloopvoeler Vertrekvoeler Evenwichtsflesvoeler Rookgasvoeler Buitenvoeler Warmwatervoeler (B3) NTC 5 kω NTC 600 kω NTC 12 kω C Ω C Ω C Ω / La

92 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen 12 Wisselstukken ( (5 ( (5 (3 (3 (5 (5 (3 (3 (4 ( ( (1 ( (1 (4 (1 ( (4 (1 (1 ( ( ( / La

93 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Doorvoerhuls sifon Bovenste deel WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Zijkant rechts/links WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Achterwand Houder rookgasbochtstuk WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Voorkant Afstandsstuk Magneet Stop 6 mm wit Bedieningspaneel compleet (zonder ketelschakelveld) 1.11 Firmalogo -weishaupt- 125 x Klep bedieningspaneel Meenemer voor veerdemper Veerdemper Klemschijf Quicklock BQ Kabelkanaal WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Kleefband Kabelbinder Kabelhouder WPC25 met steekanker Afstandshuls 5 x 10 x Beugel montagehulp ventilator Toestelvoet M Luchtrooster DN110 compleet Buis PP DN110 0,600 m (WTC 120 / WTC 170) ,850 m (WTC 210 / WTC 250 / WTC 300) Dichting DN Bochtstuk PP DN 110 / 87 graden Houder aanzuigbuis bovenaan Buis PP DN 110 0,180 m Houder aanzuigbuis onderaan Buis PP DN 110 / 0,18 m met meetnippel / La

94 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen ( ( (4 (4 (4 (1 ( ( (4 ( (1 (1 ( ( / La

95 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Kabelbinder Invoertul Steunplaat bedieningseenheid Afdekking - LCD Enter-toets Reset-toets Bout M5 x Ketelschakelveld Printplaat KSF-FS Schroef PT KA22 x 6 H Draaiknop voor WCM-CUI Aan/uit-draaiknop Schroef PT KA30 x 10 H Slangklem 7, Siliconenslang 3,5 x 2,0 doorschijnend T-stuk Luchtdrukwachter Pa Rookgasdrukwachter 5,5 mbar Slang DN 6 x 2 Viton Slangklem 9,2 x 10,5 x Musketonhaak voor drukwachter Beschermplaat voor de randen Trekontlastingsklem Afschermingsaansluitklem SK Aansluitbox W-EAB met stekker Aansluitbox behuizing bovenaan W-EAB Ketelelektronica-set (WCM-CPU / WCM-CUI) Codeerstekker BCC WTC WTC WTC WTC WTC Fijnzekering T6,3H IEC 127-2/ Invoertul Stekker 230V 3-polig zwart Stekker H1 2-polig turkoois Stekker H2 2-polig wijnrood Stekker MFA1 3-polig paars Stekker MFA2 3-polig paars Stekker VA1 2-polig bruin Stekker ebus 2-polig lichtblauw Stekker B11 2-polig wit Stekker B1 2-polig groen Stekker B3 2-polig geel Stekker 2-polig donkerblauw Stekker N1 2-polig oranje Inlegbrug 2-polig / La

96 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen (1 (1 (1 (1 ( (1 (1 (1 (1 ( (1 ( ( ( (3 ( ( / La

97 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Warmte-isolatie WTC WTC WTC WTC WTC Afsluitkap 1¼" ( WTC 120 / WTC 170) ½" (WTC 210 / WTC 250 / WTC 300) Dichting 1¼" ( WTC 120 / WTC 170) ½" (WTC 210 / WTC 250 / WTC 300) Dubbele nippel 1¼" ( WTC 120 / WTC 170) ½" (WTC 210 / WTC 250 / WTC 300) NTC-VL/RL voeler 5 kohm G¼ Verzamelaar-vertrek WTC WTC WTC WTC WTC Watergebrekschakelaar G¼ met stekkerkabel Dichting watergebrekschakelaar 20 x 13 x Dubbele nippel G¼F x R¼M Verdeler-terugloop WTC WTC WTC WTC WTC Nippel N4/1 - ¾ x ½ Kogelkraan G½ PN Dichting verzamelaar 42 x 32 x Beveiligingsmoer Serpress M Reduceernippel R¾M x G⅜F x NTC-STB voeler 5 kohm G⅜ Dichting DN Rookgasvoeler NTC G¼ Drukmeetnippel R¼ x Dm Dichting onderhoudsdeksel warmtewisselaar Onderhoudsdeksel warmtewisselaar Combi zeskantmoer M Dichting onderhoudsdeksel condensaatkuip WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC / La

98 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen (1 (1 (1 (1 ( (1 (1 (1 (1 ( (1 ( ( ( (3 ( ( / La

99 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Onderhoudsdeksel condensaatkuip WTC 120 / WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Contramoer G1¼ sifon Dichting sifon contramoer G1¼ O-ring voor kap Kap sifon Afsluitkap Condensaatslang 25 x 215 lang Slangklem Condensaatslang 25 x 1000 lang Houder sifon compleet Cilinderschroef met gleuf M5 x Sifon compleet Bout M8 x Veerring B8 DIN Ketellichaam voorgemonteerd Met dichtingsset en montagehulpstuk WTC WTC WTC WTC WTC / La

100 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen WTC (7 ( (6 (6 (1 ( ( (7 (7 ( ( (4 (4 (4 (4 ( ( (1 ( (1 ( ( (3 (4 (4 (4 (4 (3 ( (5 (3 (5 ( ( ( (5 ( (5 ( ( ( ( ( / La

101 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Branderbuis WTC Dichting branderflens Branderflens compleet Schroefkoppelingsstift M4 x Veerschijf B8 DIN Zeskantmoer M8 DIN Dichting kijkglas binnenkant 26 x 35 x Kijkglas Dichting kijkglas buitenkant Houder kijkglas Moer M4 x 10 lang SW O-ring 88,58 x 2,62 NBR Ventilator RG175 met o-ringen Schroef M8 x 25 DIN Ontstek. ZAG V 50-60Hz 10VA Schroef M4 x 10 DIN Houder ontstekingstoestel Schroef M6 x 10 DIN Afstandshouder M6 x Bout M6 x Kabelbinder Ontstekingselektr., massaleiding en dichting Dichting ontstekingselektrode Ionisatie-elektrode met dichting Dichting ionisatie-elektrode Mengkraan Venturi compleet WTC O-ring 110 x 3,5 NBR 70 DIN Schroef M8 x 16 TORX Geluiddemper WTC O-ring 33 x 2 NBR 70 DIN Tussenstuk met inschroefbout en O-ringen 4.32 Inschroefnippel R⅛ Zeskantmoer M5 DIN Platkopschroef M5 x 18 ISO Schroef M5 x 12 DIN Compact-gascombiventiel met O-ringen WTC O-ring 26,58 x 3,53 NBR 70 DIN Drukwachter 13 mbar 240 VAC met adapter Gasaansluitstuk compleet WTC Dichtingsring 32 x 44 x 2 gummikurk R Gasbuis met inschroefdeel en dichtingsring WTC Buisklem voor gasbuis 1" Draadstang M8 x Sluitring A 8,4 DIN Zeskantmoer M8 DIN / La

102 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC (6 ( (5 (5 (1 ( ( (6 (6 (6 ( (3 (3 (3 (3 (3 ( (1 (1 (1 ( (4 (4 (4 ( (8 (8 (8 (8 ( ( (7 (7 (7 ( ( ( ( ( ( / La

103 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Branderbuis WTC WTC WTC WTC Dichting branderflens Branderflens compleet Schroefkoppelingsstift M4 x Veerschijf B8 DIN Zeskantmoer M8 DIN Dichting kijkglas binnenkant 26 x 35 x Kijkglas Dichting kijkglas buitenkant Houder kijkglas Moer M4 x 10 lang SW O-ring 123,40 x 3,53 NBR Ventilator G1G170 met O-ringen AB53-41 (WTC 170 / WTC 210 / WTC 250) AB31-44 (WTC 300) Bout M8 x Ontstek. ZAG V 50-60Hz 10VA Schroef M4 x 10 DIN Houder ontstekingstoestel Schroef M6 x 10 DIN Afstandhouder M6 x Bout M6 x Kabelbinder Ontstekingselektr., massaleiding en dichting Dichting ontstekingselektrode Ionisatie-elektrode met dichting Dichting ionisatie-elektrode O-ring 110 x 3,5 NBR 70 DIN Schroef met bolcilinderkop M8 x 12 ISO Mengkraan Venturi WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Afsluitstop 1/ Geluiddemper WTC WTC Aansluitflens luchtaanzuiging-venturi (WTC 250 / WTC 300) 5.32 Schroef M6 x 20 DIN Sluitring A 6,4 DIN Compact-gascombiventiel met O-ringen VR420 (WTC 170) VR425 (WTC 210 / WTC 250 / WTC 300) O-ring 52,39 x 3,53 NBR 70 DIN / La

104 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC (6 ( (5 (5 (1 ( ( (6 (6 (6 ( (3 (3 (3 (3 (3 ( (1 (1 (1 ( (4 (4 (4 ( (8 (8 (8 (8 ( ( (7 (7 (7 ( ( ( ( ( ( / La

105 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Schroef M5 x 12 DIN Drukwachter 5-40 mbar 250VAC Gasaansluitstuk compleet WTC Schroef M5 x 16 DIN Dichtingsring 32 x 44 x 2 gummikurk R Gasbuis met inschroefdeel en dichting WTC WTC 210 / WTC 250 / WTC Buisklem voor gasbuis 1" Draadstang M8 x Sluitring A 8,4 DIN Zeskantmoer M 8 DIN / La

106 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen WTC / La

107 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Stekkerkabel ventilatorsturing Stekkerkabel ventilator 230V Ionisatie-elektrode met dichting Stekkerkabel ontstekingstransfo Aardingsgeleider voor ontstekingsinrichting Ontstekingskabel Stekkerkabel gasventiel Stekkerkabel min.-gasdrukwachter Stekkerkabel B14, rookgasvoeler Watergebrekschakelaar G¼ met stekkerkabel Stekkerkabel SELV-signalen Stekkerkabel estb, B12, B Stekkerkabel luchtdrukwachter ventilator Stekkerkabel H1 H Stekkerkabel drukwachter rookgas Stekkerkabel net 230V Geleidingssleuf GNGE 1,0 x 160 chassis-pe / La

108 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen WTC 170 / WTC 210 / WTC 250 / WTC / La

109 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Stekkerkabel ventilatorsturing Stekkerkabel ventilator 230V Ionisatie-elektrode met dichting Stekkerkabel ontstekingstransfo Aardingsgeleider voor ontstekingsinrichting Ontstekingskabel Stekkerkabel gasventiel Stekkerkabel min.-gasdrukwachter Stekkerkabel B14, rookgasvoeler Watergebrekschakelaar G¼ met stekkerkabel Stekkerkabel SELV-signalen Stekkerkabel estb, B12, B Stekkerkabel luchtdrukwachter Stekkerkabel H1 H Stekkerkabel drukwachter rookgas Stekkerkabel net 230V Geleidingssleuf GNGE 1,0 x 160 chassis-pe / La

110 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen / La

111 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Onderhoudsset Bestaande uit: Dichting branderflens Ontstekingselektrode met massaleiding Dichting ontstekingselektrode Ionisatie-elektrode Dichting ionisatie-elektrode Dichting 32 x 44 x 2 Dichtingen onderhoudsdeksel warmtewisselaar Dichting onderhoudsdeksel condensaatkuip WTC WTC WTC WTC WTC / La

112 12 Wisselstukken Montage- en bedieningsrichtlijnen / La

113 12 Wisselstukken Pos. Benaming Bestelnr Reinigingsset warmtewisselaar volledig Reinigingsgereedschap recht 150 x Reinigingsgereedschap recht 300 x Reinigingslemmet 400 x Handgreep reinigingsgereedschap / La

114 13 Notities Montage- en bedieningsrichtlijnen 13 Notities / La

115 13 Notities / La

116 14 Trefwoordenlijst 14 Trefwoordenlijst Montage- en bedieningsrichtlijnen A Aansluitbox Aansluitdruk... 30, 61, 63 Aansluitschema... 33, 34, 89 Aansprakelijkheid... 6 Afmetingen Afstand Afstandssturing temperatuur Afvoer van afvalstoffen... 8 B Bedieningseenheid Bedieningspaneel... 11, 35 Bedrijfsfase Bedrijfsonderbreking Bedrijfsvolume Bekabeling Beschermingsgraad Borgstelling... 6 Branderbuis... 75, 77 Brandstof Buitenbedrijfstelling Buitenvoeler C Condensaat... 8 Condensaataansluiting Condensaatkuip Condensaatopvoerpomp Condensaatslang Configuratie Constructief bepaalde levensduur... 8, 68, 70 D Debiet... 7, 16 Debietgrens Dichtheidscontrole Display... 35, 36 Dreunend geluid Drukverlies Drukwachter E Elektrische aansluiting Elektrische gegevens Emissie Emissieklasse EnEV-productkenwaarden Evenwichtsflesregeling F Fabrieksnummer... 9 Fluitend geluid Fout... 81, 84, 86, 88 Foutcode... 81, 82, 86 Foutgeheugen G Gasaansluitdruk... 30, 61, 63 Gasbuis Gascombiventiel Gasdebiet Gasdrukwachter Gaseigenschappen Gaskogelkraan Gasreuk... 7 Gassoort Gasstromingsdruk... 30, 63 Gasteller Gastemperatuur Gastoestelcategorie Gastoevoer Gasventiel Gebruikersmenu Geluid Geluiddemper Geluidsdruk Geluidsemissiewaarden Geluidsvermogen Gewicht H H H Hardheidstabilisatie Hoeveelheid condensaat Hoeveelheid navulwater Hoeveelheid vul- en navulwater Hoeveelheid vulwater... 22, 24 Hydraulische aansluiting I Inbedrijfstelling... 59, 62 Infomenu Ingangen Inhibitoren Inspectiekaart Installatievorstbeveiliging Instelbereik van de voetschroeven Ionisatie-elektrode... 11, 73 K Kabelboom Kationenwisselaar Ketelelektronica... 11, 89 Ketelrendement Keteltemperatuur Ketelvermogen Ketelvorstbeveiliging Klantendienst L Leeggewicht Levensduur... 8, 68 LPG-ventiel Luchtdruk / La

117 14 Trefwoordenlijst Luchtdrukwachter... 11, 12, 72 Luchttoevoer... 20, 31 Luchtvochtigheid M Mengbedmethode MFA MFA Minimumafstand Minimumdiameter N Naventilatie Netspanning Neutralisatie-eenheid Normen Normvolume O Omgevingscondities Omrekeningsfactor Onderhoud... 68, 69 Onderhoudscontract Onderhoudsinterval... 68, 71 Onderhoudsstappen Onderhoudsweergave... 69, 71 Ontgrendeling Ontgrendelingstoets Ontharding Ontsteking Ontstekingselektrode... 11, 73 Ontstekingstoestel Ontzilting Opslag Opstellingsruimte... 7, 20 P Parametermenu ph-waarde... 22, 25 Platenwarmtewisselaar-regeling Pomp Pompsturingslogica Probleemoplossing Programmaverloop R Raditatorsymbool Rechthoek Regeling Restopvoerdruk Rookasdrukwachter Rookgasafvoer Rookgasdebiet Rookgasdrukwachter... 11, 12 Rookgasreuk... 7, 88 Rookgastemperatuur Rookgasvoeler... 11, 12 Ruimteluchtafhankelijk... 7 S Schakelschema... 33, 34, 89 Schoorsteenveger Serienummer... 9 Sifon... 10, 29 Slibafscheider Slibvorming Soort installatie Spanningstoevoer Speciaal niveau Stabiele plaatsing Standaardregeling Steeksleutel Stilstandstijd Stilstandsverlies Stookwaarde Storing... 81, 84, 86 Symbool waterkaan T Temperatuur Terugloopcollector Terugloopvoeler Thermische afsluitinrichting Toelatingsgegevens Toestelvoetverlenging Toestelzekering Transport... 14, 21 Trinatriumfosfaat Typebenaming... 9 Typeplaat... 9 U Uitgangen Uitstel branderstart V VA Vakmanmenu Veiligheidsgroep Veiligheidstemperatuurbegrenzer... 11, 12 Veiligheidstijd Veiligheidsventiel gas Veiligheidsvoorschriften... 8 Ventilator Ventilatortoerental Venturi Verbrandingslucht... 7 Verloopdiagram Vermogen Vermogenopname Verschiltemperatuur Verschiltemperatuurregeling Vertrekcollector Vertrektemperatuur-regeling Vertrekvoeler Verwarmingswater Vlamstabilisatie Voelerkenwaarden / La

118 14 Trefwoordenlijst Montage- en bedieningsrichtlijnen Voelerkortsluiting Voeleronderbreking Voorkant Voorventilatie Vorstbeveiliging Vul- en aflaatkraan Vulcombinatie W Waarschuwing Waarschuwingscode... 80, 84 Warmtevermogen... 15, 66 Warmtewisselaar Warmwatermodus Warmwater-vorstbeveiliging Wateraansluiting Watergebrekschakelaar... 11, 12 Waterhardheid Waterinhoud Watervulling Waterzuivering WCM-CPU Weergave Weergave- en bedieningseenheid Werkingsdruk Werkingsproblemen Werkingsweergave Wisselstukken Z Zekering / La

119 / La

120 Weishaupt n.v. Paepsemlaan 7, B-1070 Brussel Weishaupt in uw buurt? Adressen, telefoonnummers enz. vindt u op Wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Het volledige gamma: betrouwbare techniek en snelle, professionele service W-branders tot 570 kw De miljoenenmaal beproefde compacte branders zijn zuinig en betrouwbaar. Als stookolie-, gas- en combibranders zijn ze geschikt voor één- en meergezinswoningen alsook voor industriële bedrijven. Met de purflam brander met speciale menginrichting wordt stookolie nagenoeg roetvrij verbrand waardoor de NO x -emissies aanzienlijk gereduceerd worden. Wandhangende condensatieketels voor gas tot 240 kw De wandhangende condensatieketels WTC-GW beantwoorden aan de hoogste eisen inzake comfort en energieverbruik. Hun modulerende werking maakt deze ketels bijzonder stil en zuinig. WM-branders monarch en industriebranders tot kw Vloerstaande stookolie- en gascondensatieketels tot kw De legendarische industriebranders: beproefd, langlevend, overzichtelijk. Talrijke uitvoeringsvarianten als stookolie-, gas- en combibranders zijn geschikt voor de meest uiteenlopende warmtebehoeftes voor talloze toepassingen. De vloerstaande condensatieketels WTC-GB (tot 300 kw) en WTC-OB (tot 45 kw) zijn efficiënt, produceren weinig schadelijke emissies en zijn veelzijdig inzetbaar. Door de opstelling in cascade van max. 4 gascondensatieketels kunnen ook grotere vermogens bereikt worden. Branders WKmono 80 tot kw Thermische zonnesystemen De branders van de bouwreeks WKmono 80 zijn de krachtigste monoblokbranders van Weishaupt. Zij zijn beschikbaar als stookolie-, gas- of combibranders en zijn vooral ontworpen voor veeleisende industriële toepassingen. Vlakke collectoren met een elegant design zijn de perfecte aanvulling van Weishaupt-verwarmingssystemen. Zij zijn zowel geschikt voor de bereiding van sanitair warm water als voor verwarmingsondersteuning. Met varianten voor integratie in het dak, montage op de dakbedekking en montage op een plat dak kan zonneenergie op bijna alle daktypes gebruikt worden. WK-branders tot kw Boilers/energie-opslagvaten Krachtpakket gebouwd volgens een modulair principe: aanpassingsmogelijkheid, robuust, krachtig. Deze stookolie-, gas- en combibranders werken ook bij de meest complexe industriële toepassingen uiterst betrouwbaar. Het brede gama aan boilers en energie-opslagvaten voor verschillende warmtebronnen omvat opslagvolumes van 70 tot liter. Om stilstandsverliezen tot een minimum te reduceren staan de boilers van 140 tot 500 liter met een uiterst efficiënte isolatie door middel van vacuüm-isolatiepanelen ter beschikking. MSR-techniek/gebouwautomatisering van Neuberger Van schakelkast tot complete sturing van gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u het totale spectrum van de moderne MSR-techniek. Toekomstgericht, zuinig en flexibel. Warmtepompen tot 180 kw Het warmtepompengamma biedt oplossingen voor het gebruik van warmte uit de lucht, de grond of het grondwater. Sommige systemen zijn ook geschikt voor de koeling van gebouwen. Door de opstelling in cascade kan het vermogen nagenoeg onbeperkt verhoogd worden. Service Weishaupt klanten kunnen erop rekenen, gespecialiseerde kennis en specifiek gereedschap staan altijd ter beschikking. Onze servicetechnici zijn universeel opgeleid en kennen elk product tot in de puntjes, van de brander tot de warmtepomp, van de condensatieketel tot het zonnesysteem. Aardsondeboringen Met de dochteronderneming BauGrund Süd biedt Weishaupt aardsondeboringen tegen een forfaitaire prijs aan. Met een ervaring van meer dan installaties en meer dan 2 miljoen boormeters biedt BauGrund Su d een uitgebreide dienstverlening aan / La

Gascondensatieketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83266507 1/2018-03 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 5 1.1 Doelgroep... 5 1.2 Symbolen... 5 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83251707 1/2011-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4821000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83266507 1/2010-08 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4820000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A

Bedieningsrichtlijnen Weishaupt Thermo Condens WTC 15-A WTC 25-A WTC 32-A Weishaupt n.v. Paepsemlaan 7 1070 Brussel Tel. (02) 343.09.00 Fax (02) 343.95.14 Druknr. 83053107, december 2006 Printed in Germany. Alle wijzigingen voorbehouden. Nadruk verboden. Bedieningsrichtlijnen

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB 120 300-A 83251707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB 120 300-A 83251707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83251707 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4821000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A 83266507 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC-GB 90-A 83266507 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83266507 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4820000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247607 1/2016-10 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Gascondensatieketel WTC 15-A WTC 25-A WTC

Nadere informatie

Stookoliecondensatieketel WTC-OB 18-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Stookoliecondensatieketel WTC-OB 18-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83297607 1/2016-04 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Stookoliecondensatieketel Type WTC-OB 18-A Leverancier Adres Max

Nadere informatie

Condenserende stookolieketel WTC-OB 45-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende stookolieketel WTC-OB 45-A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83293107 1/2014-04 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4624000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende stookolieketel WTC-OB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende stookolieketel WTC-OB A / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83293007 1/2014-04 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4620000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 45-A en WTC 60-A 83240707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC 45-A en WTC 60-A 83240707 1/2013-07. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83240707 1/2013-07 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4814000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt 83247507 1/2013-09

Condenserende gasketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt 83247507 1/2013-09 Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247507 1/2013-09 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energie-opslagvat WES 200-H en WES 500-H 83251307 1/2012-10 83251307 1/2012-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulisch systeem WHB-GB-K-... en WHT-GB 83251907 2/2008-06. Montage- en bedieningsrichtlijnen Een Duitstalige versie van deze handleiding is voorhanden en kan op eenvoudige aanvraag verkregen worden. 83251907 2/2008-06 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-GW B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC-GW B / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83307207 2/2018-05 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 6 1.1 Doelgroep... 6 1.2 Symbolen... 6 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Condenserende gasketel WTC 15 32-A 83247607 1/2014-09. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Condenserende gasketel WTC 15 32-A 83247607 1/2014-09. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247607 1/2014-09 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-G B WTC-G B. Bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich.

Gascondensatieketel WTC-G B WTC-G B. Bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gascondensatieketel WTC-G... 15-B WTC-G... 25-B 83305507 3/2017-07 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC-G B

Gascondensatieketel WTC-G B Bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Gascondensatieketel WTC-G 15 32-B 83305507 1/2018-03 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3 1.1 Symbolen...

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Energieopslagvat WES 200-H en WES 500-H / 83251307 1/2007-10 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep... 4 1.2 Borgstelling en aansprakelijkheid... 5 2 Veiligheid... 6 2.1

Nadere informatie

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83310607 1/2017-11 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Uitbreidingsmodule WWP-EM-HK Max Weishaupt

Nadere informatie

Waterverwarmer WAT 140 83050907 1/2011-12. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Waterverwarmer WAT 140 83050907 1/2011-12. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83050907 1/2011-12 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 4 1.1 Informatie voor de gebruiker... 4 1.1.1 Symbolen... 4 1.1.2 Doelgroep...

Nadere informatie

Gascondensatieketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Gascondensatieketel WTC 15-A Kompakt en WTC 25-A Kompakt / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83247507 1/2016-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4810000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Cascademanager WCM-KA / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83258407 1/2013-04 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 6 1.1 Informatie voor de gebruiker... 6 1.1.1 Symbolen... 6 1.1.2 Doelgroep...

Nadere informatie

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR

Inbedrijfstelling. Checklist. Voor de installateur AAN DE INSTALLATEUR Inbedrijfstelling Checklist AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6300 4749 05/2000 BE (NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234 Zorgvuldig lezen vóór bediening Voorwoord Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234 van Buderus

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer Technische en praktische voorschriften TOP 30-3 TOP 30/42-3 TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB N Cerapur condensatieketels met gestuwde afvoer Een onberispelijke werking kan slechts dan gewaarborgd worden, wanneer

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1 Heataster ENGLISH ontage- en installatiehandleiding Heataster 201 Booster FANCAIS Heataster 200N (Gas) Booster NEDELANDS NL 1 ENGLISH WAASCHUWINGEN 2 Bestemmelingen van deze handleiding 2 Symbolen 2 Certificatie

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Ruimtetoestel WEM-RG /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. Ruimtetoestel WEM-RG / Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83307107 2/2017-11 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3 1.1 Doelgroep... 3 1.2 Symbolen... 3 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200

Weersafhankelijke regelaar SAM 2200 VERWARIGSREGEIG Weersafhankelijke regelaar SA 00 De SA 00 vervangt de SA 003 en de oude modellen SA 83 en SA 83.1 die gebruikt werden voor sturing van mengkranen. O DIP 1 34 Éen enkele regelaar, 6 hydraulische

Nadere informatie

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal ZEUS PYRO Werking volgens onderdruk principe Rendement 82-90% Geringe afmetingen Ingebouwde veiligheidskoelspiraal Hoogwaardig keramisch vuurbeton LACFIRE 1800/20 SiC Aslade kan geledigd tijdens het verwarmingsbedrijf

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat

1 Inleiding. 1.1 Theta-regelaar. 1.2 Ruimtethermostaat Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 1.1 Theta-regelaar... 2 1.2 Ruimtethermostaat...2 1.3 Draai-drukknop-Algemeen... 3 1.4 Basisweergave... 3 1.5 Uitzonderlijke weergaven...3 1.6 Instellen van de gewenste dag-ruimtetemperatuur...

Nadere informatie

Energie-opslagvat WES 660-A-C(-K) en WES 910-A-C(-K) 83280407 1/2013-02. Montage- en bedieningsrichtlijnen

Energie-opslagvat WES 660-A-C(-K) en WES 910-A-C(-K) 83280407 1/2013-02. Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83280407 1/2013-02 Conformiteitsverklaring Sprachschlüssel 4716000007 Leverancier: Max Weishaupt GmbH Adres: Max-Weishaupt-Straße

Nadere informatie

/2000 BE (NL)

/2000 BE (NL) 7204 400-09/2000 BE (NL) %HGLHQLQJVYRRUVFKULIW &RQGHQVDWLHJDVNHWHO /RJDPD[SOXV*% =RUJYXOGLJEHZDUHQ Beste klant, De Buderus condensatie-gasketels Logamax plus GB2-24/29/43/60 zijn geconstrueerd en geproduceerd

Nadere informatie

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08

Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08 Manuel d installation Installatie handleiding SD201 03/08 Inhoudstafel 1 Opmerkingen met betrekking tot de documentatie 15 2 CE-markering 15 3 Keuze van de opstellingsplaats 15 4 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL

Logboek. Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T. Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Logboek Waterkwaliteit 6 720 801 305-00.1T Voor stalen en rvs ketels met bedrijfstemperaturen tot 100 C 6 720 802 014 (2012/02) NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Waterkwaliteit..........................

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 VRWRIGSRGIG Weersafhankelijke regelaar S 1 S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding 0020028665, 0020028666, 0020057214 BEnl Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon 021 91 18 0 Telefax 021

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Installatie- en gebruikershandleiding NL RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING Afstandsbediening voor warmtepompen met koeling RFV-DK Vertaling van de originele handleiding Alpha-InnoTec GmbH A.u.b.

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W

VIESMANN VITODENS 200-W VIESMNN VITODENS 2-W Technische gegevens estelnummer en prijzen: zie prijslijst VITODENS 2-W type 2H HR-wandtoestel op gas, 17, tot 15, kw als installatie voor meerdere ketels tot 9, kw voor aardgas en

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6301 0018 03/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Functiemodule FM 448 Module voor storingsmeldingen Zorgvuldig lezen vóór de bediening Impressum Het toestel voldoet aan de basiseisen en de

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOCROSSAL 200. voor de vakman Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 200 Type CT2 Condenserende HR-gasketel met MatriX-cilinderbrander voor aardgas H-G20 en L-G25 VITOCROSSAL 200 5/2008 Na montage deze aanwijzing recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur Inhoudsopgave Overzicht van elektronische ketelpanelen en bedieningen...

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com

ENA 50-60 Bijlage. Installatie- en bedieningsinstructies. Flamco www.flamcogroup.com ENA 50-60 Bijlage Installatie- en bedieningsinstructies Flamco www.flamcogroup.com Editie 2010 / NL Inhoud Pagina 1. Inbedrijfstelling 3 1.1. Inbedrijfstelling ENA 50/60 3 1.2. Parameters instellen voor

Nadere informatie

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Waterverwarmer WAI 100 (voor WTC-OW) /

Montage- en bedieningsrichtlijnen. Waterverwarmer WAI 100 (voor WTC-OW) / 83257407 1/2012-12 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 3 1.1 Symbolen... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid... 4 2 Veiligheid... 5 2.1 Doelmatig gebruik... 5 2.2 Veiligheidsvoorschriften...

Nadere informatie

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100

Weersafhankelijke regelaar SAM 2100 Weersafhankelijke regelaar S 1 e S 1 vervangt de S 1,, 4 en 5 evenals de oude modellen S 81, 81.1, 8, 8.1 en 84. Vervangt eveneens S 83 en 83.1 indien deze niet gebruikt werden voor sturing van mengkranen,

Nadere informatie

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA

MONTAGEHANDLEIDING. Kamerthermostaat EKRTWA MONTAGEHANDLEIDING 1 1 2 2 60 mm/2.36 inch 87 mm/3.43 inch ±1.5 m ±60 inch >0.2 m >8 inch 3 34 mm/1.34 inch 125 mm/4.92 inch 3 De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113

VIESMANN. Montagehandleiding. Vervanging gasbranderautomaat. voor de vakman. Vervanging gasbranderautomaat. Type MPA51 door MPA5113 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging gasbranderautomaat Type MPA51 door MPA5113 Vervanging gasbranderautomaat 1/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

Erratablad Comfort Classic

Erratablad Comfort Classic Erratablad Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de : Gebruikershandleiding (07.98.92.009.2) Installatiehandleiding (07.98.92.010.2) De Itho Daalderop cv-ketels zijn vanaf 1/8/2015 op enkele

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL Geiser GWH11 COP... / GWH14 COP... / GWH18 COP... gebruiksaanwijzing NL 2 Index Index 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen........................3 1.1 Uitleg van de symbolen...................

Nadere informatie

Gasabsorptiewarmtepomp O. Inbedrijfstellingsprotocol Logatherm GWPL (2013/06) NL

Gasabsorptiewarmtepomp O. Inbedrijfstellingsprotocol Logatherm GWPL (2013/06) NL Gasabsorptiewarmtepomp 6 720 645 626-00.1O 6 720 807 573 (2013/06) NL Inbedrijfstellingsprotocol Logatherm GWPL-35 ALGEMEEN Datum: Tijd: Klant: Installatielocatie: Installateur: Elektrotechnisch installateur:

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Ventilatorbrander op gas voor Vitocrossal 300, type CT3B Nominaal vermogen 187 tot 314 kw MatriX-stralingsbrander 2/2012 Na

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

F2555-N F3255-N F4055-N

F2555-N F3255-N F4055-N Voor de installateur Gebruiksaanwijzing Nefit geiser F2555-N F3255-N F4055-N 6 720 608 943 (2015/04) NL Index Index 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen........................3 1.1

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5507 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G124 / G124 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

AD B

AD B NL Met de optie plaatje voor brander met 2 vlamgangen / modulerende brander / 3-wegklep kan bediend worden: - 1 Brander 2 vlamgangen of 1 Modulerende brander - 1 Mengkraan met elektromechanische motor

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding edieningshandleiding Condensatieketel op gas Logano plus G312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening 6 720 801 310 (2012/02) E Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid............................................

Nadere informatie

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming 4 STORINGEN 4.1 Algemeen De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master, die de ketel zowel beveiligt als bestuurt.

Nadere informatie

Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83306907 1/2018-05 1 Aanwijzingen voor de gebruiker... 5 1.1 Doelgroep... 5 1.2 Symbolen... 5 1.3 Borgstelling en aansprakelijkheid...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTA-RF Kamerthermostaat met analoge schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 064 VITOTROL 100 2/2008

Nadere informatie

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden. De EasyTemp thermostaat ET31A/AF/F Deze handleiding geldt voor de onderstaande types: Op de doos Model ET31A, ET31AF en ET31F Model ET31A. Thermostaat regelt de ruimte temperatuur. (Niet geschikt voor

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: 78327.HOL 070815 1. Toepassing De aansluitmodule SAM 8.1/2 maakt eenvoudige bedrading tussen thermostaten en klokthermostaten mogelijk en de daaraan behorende thermische

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE

Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE auto man fav menu info Condensatieketel op stookolie 6 720 804 973-00.3T Bedieningshandleiding voor de gebruiker Logano GB125 met brander Logatop BE 6 720 807 702 (2013/03) BE Zorgvuldig lezen voor de

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017

INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017 1 INSTALLATIE INSTRUCTIES 11/2017 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen COMBIFORT Storingen en blokkeringen INHOUDSOPGAVE Storingen en blokkeringen 1 Algemeen 2 Overzicht meldingen 2.1 Waarschuwingsmeldingen 4 2.2 Blokkeringsmeldingen 4 2.3 Storingsmeldingen 5 3 Oorzaken van

Nadere informatie

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL

Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing (2015/04) NL Geiser GWH11 COH... / GWH14 COH... / GWH18 COH... gebruiksaanwijzing NL 2 Index Index 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen........................3 1.1 Uitleg van de symbolen...................

Nadere informatie

Cerapur. Cerapur Comfort TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR. Bedieningshandleiding

Cerapur. Cerapur Comfort TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR. Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding TOP 30-3 ZWB TOP 42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42-3 ZB TOP 30-3 ZWBR TOP 42-3 ZWBR TOP 28-3 ZSBR N Cerapur Cerapur Comfort nv SERVICO sa Kontichsesteenweg 60 2630 AARTSELAAR TEL: 03 887

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid 6301 4923-09/01 BE (NL) Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234X TH met Logamatic 2105 Zorgvuldig bewaren Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de

Nadere informatie

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Gebruikshandleiding VITOSOLIC 100. voor de gebruiker van de installatie. Regeling voor zonnesystemen NL 7/2006 Bewaren a.u.b.! Gebruikshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Regeling voor zonnesystemen VITOSOLIC 100 7/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidadvies nauwkeurig

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding 8A.52.59.00/05.08 Wijzigingen voorbehouden. 2 Inhoud I1 Inleiding... 3 2 Veiligheid... 4 3 Ketelbeschrijving... 5 4 Beeldscherm en toetsen... 6 4.1 Reset-toets... 6 4.2 Instellen van

Nadere informatie

Bedieningsinstructie

Bedieningsinstructie Bedieningsinstructie Kamerthermostaat ModuLine 00 763 7600 (203/08) NL 763 7600-000.TD Inhoudsopgave Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen................. 2 2 Inleiding.............................. 2

Nadere informatie

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSDIAGRAM GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWAR 2011 VRA-2-8 VRA-2-12 VRA-2-16 VRA-2-20 VRA-2-28 VRA-2-32 VRA-2-38 VRA-2-46 VRA-2-53 VRA-2-60 VRA-2-70 VRA-2-80 VRA-2-93 VRA-2-106 Probleem Reden Oplossing

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen

Hydraulische eenheid WWP LS B / Montage- en bedieningsrichtlijnen Eine deutschsprachige Version dieser Anleitung ist auf Anfrage erhältlich. 83306907 2/2017-05 EU-conformiteitsverklaring Taal 07 Product Type Leverancier Adres Hydraulische eenheid WWP LS 8-B R-E HE WWP

Nadere informatie

ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes

ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes ecocompact statuscodes diagnosecodes storingscodes 1. Statuscodes Tijdens het normaal functioneren van het toestel kan door het drukken op de -toets de actuele status van het toestel worden opgevraagd.

Nadere informatie

BeauHeat elektronische thermostaat HANDLEIDING

BeauHeat elektronische thermostaat HANDLEIDING HANDLEIDING Elektronische thermostaat voor de automatische besturing van elektrische handdoekradiatoren. Door middel van een ingebouwde sensor kan de thermostaat de temperatuur op de gewenste waarde houden.

Nadere informatie